Zuid-Afrika en Swaziland reis 2015
REG-50403 Juli en augustus 2015 Deelnemers: Julia Koelman, Marije van der Kamp, Nika Meiracker, Evelien Bos, Maaike Voorham, Charlotte Betel, Noraly van Meer, Joke Andringa, Tjitske Kooistra, Marja de Kraker, Jessica van Mildert, Els van de Zande, Thimo Hillenius, Nikki Amalia, Mieke de Haan, Diewertje Zult, Bas Klompe en Nicole Janssen.
Deze zomer zijn wij als groep van vijftien biologie en dierwetenschappen studenten vertrokken naar Zuid-Afrika en Swaziland. In dit verslag delen we onze ervaringen door in het kort te vertellen wat we allemaal hebben gezien en geleerd. Dag 2: Drakensbergen, Royal Natal National Park Vandaag hebben we een bezoek gebracht aan het Royal Natal National Park, een natuurreservaat van het uKhahlamba Drakensberg Park in de provincie KwaZulu-Natal. Daaraan voorafgaand hebben we onder begeleiding van een gids een korte wandeling gemaakt naar een rots waar Bushman paintings te bezichtigen zijn. Deze schilderingen, gemaakt door de San (Bushman), zijn in vele grotten in de omgeving te vinden. De meeste van deze grotten zijn echter niet opengesteld voor bezoekers, opdat de schilderingen beter behouden blijven. De tekeningen die wij bekeken hebben, zijn rond de 800 jaar oud. De oudste schildering in dit gebied is echter ongeveer 2400 jaar geleden gemaakt. Als verf gebruikten de San oker gemengd met water, bloed of urine. Er zijn onder andere tekeningen te zien van elandantilopen en jagers met speren. In de rotswand zijn ook enkele horizontale inkepingen gemaakt. De San schoven hier een steen in, die als steun diende bij het maken van de schilderingen. Tijdens de wandeling naar de Bushman paintings heeft de gids ons ook verteld over de flora en fauna van het gebied. Zo groeien er veel protea’s, een geslacht dat ook de koningsprotea (Protea cynaroides) omvat, de nationale bloem van Zuid-Afrika. Ook hebben we een aantal antilopen gezien, waaronder de elandantilope (Taurotragus oryx). Verder heeft onze gids wat verteld over haar cultuur en de taal die ze spreekt (Zulu). Daarna reden we door naar het Royal Natal National Park, waar we een wandeling hebben gemaakt naar The Cascades. Het was een prachtige omgeving, waar de gelegenheid was om zelf rond te lopen. ’s Avonds gaf Nika een presentatie over de vegetatie in Drakensbergen, die enorm divers is (rond de 2800 plantensoorten). Helaas waren veel bloemen vanwege de winter en het droogseizoen uitgebloeid toen wij er waren. Toch hebben we veel bijzondere plant- en boomsoorten gezien, zoals de boomvaren Cyathea dregei. Dag 3: Drakensbergen, Lesotho en Sentinel hike Op deze dag konden we kiezen uit twee excursies; een culturele tour naar Lesotho of een stevige wandeling naar de Sentinel, een van de hogere toppen van de Drakensbergen. De Lesotho-tour begon bij een community school. Dit is een basisschool die niet wordt gefundeerd door de regering. De school bestond uit drie gebouwen waarvan één gesponsord werd door de organisatie van de tour. Vervolgens liepen we door het dorp heen bergopwaarts, naar een rotswand met schilderingen van de San, die lang in het gebied geleefd hebben. Hier vertelde de gids over de rijke historie van het land. Voormalig werd het Basotholand genoemd, naar het Basothovolk wat na een stammenoorlog het gebied in was getrokken. Tijdens de Boerenoorlog is een groot deel van het land afgepakt, en heeft de leider van Basotholand steun gevraagd aan Engeland. Zo werd het tot 1966 een Brits protectoraat. Hierna is het een koninkrijk geworden. Het land is zeer arm, mede door de slechte grond waarvan maar een derde gebruikt kan worden voor de landbouw. De gemiddelde levensverwachting is 30 jaar. Na de lunch daalden we weer af, en mochten we het traditionele maïsbier proeven. De Sjamaan van het dorp heeft zijn levensverhaal verteld, en zijn traditionele kleding laten zien. Tot slot hebben we een traditionele maaltijd mogen proeven; maïspap met spinazie. Dit wordt hier elke dag gegeten als middag- en avondeten. De Sentinel hike begon met een zeer hobbelige rit naar het beginpunt van de wandeling. Vanaf hier liepen we onder begeleiding van gids Sim omhoog. De eerste paar kilometer zigzagden we over een vrij makkelijk pad, met zo nu en dan een smal stukje langs de bergwand. Na een korte pauze was het tijd voor het moeilijkste stuk van de hike: The Gulley. Nadat Sim ons verteld had dat we niet op losse stenen moesten gaan staan, en dat we de mensen achter ons moesten waarschuwen wanneer er toch een steen naar beneden viel begonnen we aan de steile klim van 200 meter. Eenmaal boven was er tijd om te lunchen en om van het adembenemende uitzicht en de witnekraven die rond de top vlogen te genieten. Na de lunch vervolgden we onze wandeling richting The Tugela Falls. Dit is ’s werelds een-na-hoogste waterval. Veel water stroomde er echter niet, aangezien het droogseizoen was. De weg
terug ging niet door The Gulley, maar wel over twee touwladders van 15 en 25 meter hoog, wat toch best spannend was door de wind die langs de bergwand waaide. De rest van het pad was een stuk makkelijker begaanbaar, waardoor we veel van het schitterende uitzicht konden genieten. Net voordat het donker werd waren we weer terug bij de parkeerplaats, waarna we over dezelfde hobbelige weg weer terug naar het kamp reden. Dag 4 en 5: Durban Vanuit Drakensbergen zijn we doorgereden naar Durban, een grote stad aan de oostkust. Na een dag reizen, kwamen we laat in de middag aan in ons hostel ‘The Happy Hippo’. Durban staat bekend om zijn toeristische kust en de grote Indische gemeenschap. Een deel van de groep besloot zijn eerste duik in de warme Indische oceaan te wagen, terwijl de rest de stad ging verkennen. ‘s Avonds besloten een aantal mensen zich onder te dompelen in de Zuid Afrikaanse - Indische cultuur van Durban door uit eten te gaan en Bunny Chow te bestellen, een pittig curry gerecht geserveerd in brood. De volgende dag was het weer op tijd opstaan om de spullen in de truck te laden, alvorens de ochtend door te brengen in het aquarium van Durban, uShaka Marine World. Naast de prachtige aquaria zelf, waarvan een aantal aandacht besteedden aan marine stroperij en de vervuilingsproblematiek van de oceaan, woonden we een zeeleeuwenshow bij, waarbij opnieuw vervuiling behandeld werd met een grappig demonstratie. Na deze heerlijke ochtend reden we door naar St. Lucia, een kuststadje vlakbij iSimangaliso Wetland Park, waar we nog even tijd hadden om de omgeving te verkennen voor het eten. Na het eten gaf Maaike een presentatie over de conservatie van haaien en het conflict tussen de mens en natuur. Dit onderwerp sloot mooi aan bij het bezoeken van Durban, waar de toeristen beschermd worden door kilometerslange haaiennetten voor de kust, wat de nodige slachtoffers onder zeedieren als bijeffect heeft. Verder kwamen de voor- en nadelen van conservatiemethoden aan bod die streven naar een harmonieuze samenleving tussen plaatselijke bewoners en plaatselijke wildlife. Dag 6: St. Lucia, boottocht en Zulu dorp. Vandaag begonnen we de dag met een boottocht op de rivier bij St. Lucia. Het was een grauwe en koude dag, maar onze gemoedstoestand werd positief beïnvloed door de verscheidene dieren die we al snel tegenkwamen. Het was eerst even spannend of we wel overal konden varen, omdat het water in de rivier in vijfentwintig jaar nog niet zo laag had gestaan, maar dit bleek gelukkig mee te vallen. Al gauw kwamen we grote groepen nijlpaarden tegen en krokodillen op de oever. Naast deze grote dieren zagen we voornamelijk vele mooie vogels, zoals de reuzenreiger, de Afrikaanse reuzenijsvogel, de bonte ijsvogel en de Afrikaanse slangenhalsvogel. In de middag zijn Jessica, Charlotte en Evelien naar een Zulu dorp gegaan, om de sfeer te proeven van een traditioneel dorpje. Ze hebben verschillende mensen uit het dorpje ontmoet en daarnaast hebben ze een traditionele Zulu dans meegemaakt. ‘s Avonds gaven Julia en Marja hun presentatie over mangrovebossen. Ze hebben verteld over de opbouw van mangrovebossen en de ecologische en economische voordelen van de bossen. Dag 7: St. Lucia, Cape Vidal Vroeg in de ochtend vertrokken we naar het iSimangaliso Wetland Park voor onze eerste echte safari. Dit gebied omvat onder andere het schiereiland Cape Vidal, waar zoet water vanuit de rivier samenkomt met zout water van de zee. Met twee jeeps reden we door deze prachtige omgeving, waarbij we veel flora en fauna gezien hebben. Deze soorten werden tijdens de rit opgezocht in de planten-, zoogdier-, reptielen- en vogelboeken die we mee hadden. We hebben onder andere bushbokken, rode duikers, buffels, kudu’s, zebra’s, witte neushoorns, wrattenzwijnen, krokodillen en een hele grote diversiteit aan vogels gezien. Tijdens deze dag zijn we op een aantal plekken gestopt om rond te kijken. Op de rotskust hebben we de biodiversiteit aan marine soorten bekeken. Iedereen was op zijn hurken de getijdenpoeltjes aan het bestuderen, om te kijken wat voor organismen hier leefden, zoals een krab die net uit zijn pantser was gekropen. Het was een mooi gezicht! ’s Avonds hebben we van Evelien een presentatie gehad over het behoud en de translocatie van de witte
neushoorn, die ernstig bedreigd wordt. Onder andere programma’s die opgezet zijn om uitsterven te voorkomen, kwamen aan bod. Al met al een zeer leuke en interessante dag. Dag 8 en 9: Sodwana Bay Vanaf St. Lucia zijn we doorgereden naar Sodwana Bay. Hier heeft Marije een presentatie gehouden over het marine leven rond de kust van oost Afrika. Ze vertelde dat Sodwana Bay een van de mooiste duikplekken ter wereld is en dat de baai bestaat uit vele riffen, die parallel aan de kust lopen. Koraal riffen ontstaan in ondiepe, warme wateren en de temperatuur van het zeewater ligt dan ook rond de 24 graden. Ze heeft verder vele soorten vissen laten zien, die ook met snorkelen gezien kunnen worden en de volgende dag hebben de meeste van ons dit in praktijk gebracht. Naast vele soorten vissen zijn er ook walvissen, dolfijnen, haaien, roggen en walvishaaien te vinden. De meeste soorten gebruiken migratieroutes die langs de kust van oost Afrika lopen en zijn dus niet het hele jaar door te vinden in Sodwana Bay. Zuidkapers zijn bijvoorbeeld in de zomer rond de kust van Antarctica te vinden, terwijl ze in de winter naar de warmere wateren van Afrika trekken. Hier paren ze en brengen ze kalveren groot. De volgende dag konden we onszelf dan ook gelukkig prijzen met het zien van deze walvissen, waaronder inderdaad een moeder met kalf. Daarnaast zijn er ook nog bultruggen, spinner dolfijnen en vliegende vissen gespot. Terwijl de meeste van de groep dus op walvis-spot-jacht waren, is Marije met onze gids Naomi gaan duiken. Ze hebben de koralen en vissen van erg dichtbij gezien en daarnaast ook nog een blue spotted stingray, een green turtle en een muray eel. De schildpad is van deze soorten het meest imposant; hij was zo’n 50cm groot en onverstoorbaar het koraal aan het grazen. ’s Middags hebben we een lezing gehad over zeeschildpadden, waarin we hebben geleerd over de levenswijze, de bedreigingen en predatoren en het dieet van de dieren. Ook werd er verteld over de bedreigingen die de schildpadden tegen komen en de pogingen die gedaan worden om de dieren te beschermen. Zonder bescherming zouden vele soorten uitsterven en jammer genoeg zijn schildpadden daarin geen uitzondering. Een voorbeeld van een andere bedreigde diersoort is de mantarog, die de grootste rog ter wereld is. Een paar van ons hebben zelfs een glimp opgevangen van dit prachtige dier en we hebben ons allemaal beseft dat bescherming van de oceanen en het marine leven erg belangrijk is. Dag 10 en 11: Swaziland, Mlilwane Vanaf Sodwana Bay zijn we naar het wildreservaat Mlilwane in Swaziland gereden. Swaziland, gelegen in de noordoosthoek van Zuid-Afrika is een arm maar vredelievend land. In de presentatie bij deze plaats vertelde Thimo over de geschiedenis van natuurbehoud in het land en de problematische relatie tussen wildleven en bevolking. Kolonisatie en stroperij hadden er voor gezorgd dat wild in het land slechts nog in gering aantallen aanwezig was. Bij oprichting van het Mlilwane wildreservaat is het park gevuld met dieren die overal in Swaziland gevangen werden om ze op deze manier te behouden. Voor ons was het wildreservaat onze eerste kennismaking met de impala, een karakteristieke antilopesoort. Ook leven hier bushbucks, nyalas, wrattenzwijnen, zebra’s en enkele krokodillen. We verbleven anderhalve dag in het wildreservaat maar hadden er veel verschillende activiteiten te doen. Vroeg in de ochtend is een deel van onze groep vertrokken om met een gids vogels te gaan kijken. De vogels zijn rond die tijd het meest actief. Zuid-Afrika heeft geheel andere vogelsoorten dan Nederland, zoals sunbirds, ibissen, verschillende soorten reigers en ooievaars, ijsvogels, wevers, neushoornvogels, barbets, turacos en nog veel meer. Tijdens de wandeling trokken we onder andere langs een rotswand met holletjes waar white-fronted bee-eaters nestelden. Midden op de dag hebben we in groepjes de omgeving verkend. Hetzij te paard, hetzij te voet. De Hippotrail voerde langs beekjes, vlakten met droog gras, bossen met verbrande stammen en de krokodillenpoel. In de namiddag maakten een aantal van ons een mountainbiketocht onder leiding van een gids. Deze ervaring bood behalve een avontuurlijke fietstocht ook een blik op de cultuur en mentaliteit van de Swazische mensen. Tijdens de tocht hield tot drie keer toe een mountainbike ermee op en elke keer werd er vervanging geregeld. Gelukkig leende de omgeving zich goed tot een mountainbiketocht en hebben we ook nog veel van de omgeving gezien.
Dag 14: Komatipoort – Kruger en night drive Na Swaziland brachten we een nacht door in het Henk van Rooyenkamp bij Komatipoort. Die nacht hoorden we voor het eerst leeuwen. De volgende ochtend stonden we om vijf uur op zodat we op tijd het Krugerpark in konden. Om aan het einde van de dag een mooi overzicht van de gespotte dieren te hebben, werden we ingedeeld in twee teams (de rechter en linker helft van de truck). Beide teams kregen een stift en als jouw team een dier het eerste spotte dan kreeg je een punt en als je het dier ook als eerst de goede naam kon geven kreeg je nog een punt. En inderdaad, eind van de dag waren de ramen voorin de truck bijna helemaal volgeschreven met dierennamen. Wat opviel is dat we erg veel impala’s en olifanten tegenkwamen, in verhouding met de andere dieren. Verder zagen we onder andere kudu’s, zebra’s, giraffen, bavianen, buffels, gnoes en nog veel meer. Rond een uur of drie kwamen we aan in Skukuza rest camp. Hier hebben we in de hitte (eindelijk warm weer) de tenten opgezet en zijn we het souvenirwinkeltje gaan bewonderen. Onderweg naar de winkel kwamen we een klein museum tegen over de oprichting van het park en hoe het door de jaren heen veranderd is (de eerste asfaltweg, de eerste kampterreinen, de eerste huisjes enz.). We aten vroeg ons avondeten, want om acht uur werden we alweer opgehaald voor de night drive! Met zijn allen gingen we in een grote open truck, aan beide kanten kreeg iemand een schijnwerper om de oogjes tussen de struiken te kunnen spotten. Onderweg hebben we veel vleermuizen en slapende impala’s gezien, maar ook een hyena met twee kleintjes, een neushoorn, een civet kat en een zieke leeuw. De buffels in het park zijn besmet met, waarschijnlijk, TBC. Zij hebben er zelf weinig last van, maar de leeuwen die hun ingewanden gegeten hebben worden er vaak erg ziek van. Het park kan hier echter weinig aan doen. Onderweg hebben we ook nog uitleg gehad over de sterren, hoe je met behulp van het Zuiderkruis het zuiden kunt vinden, waar de schorpioen aan de hemel staat en andere sterrenbeelden. Al met al was het een erg mooie en interessante dag, waarin we erg veel dieren gezien hebben. Dag 15 en 16: Krugerpark Om kwart voor zeven werden we deze ochtend door twee gidsen opgehaald om met de jeeps door Kruger te rijden. De gidsen vertelde veel informatie over de dieren die we zagen. Zo vertelde ze dat mannetjes zebra’s dikkere zwarte strepen hebben dan vrouwtjes zebra’s en dat de hoorn van een mannelijke giraf veel langer, dunner en kaler is dan die van de vrouwelijke giraf. Niet alleen is het verschil in geslacht soms te zien, ook kan je bij sommige dieren de leeftijd schatten. Zo worden giraffes donkerder naarmate ze ouder worden en krijgen mannetjes kudu’s meer draaiingen in de hoorns. Een tijdje later spotte Joren een grote zwarte vogel op de grond. Dit bleek de southern ground hornbill te zijn. Een van de vier zeldzaamste vogels van Kruger. Dit komt doordat deze vogels maar een keer in de paar jaar een jong groot brengen en de nesten vaak verstoord worden door olifanten. Het was dus erg bijzonder dat we twee groepen van deze zeldzame vogel zagen. Vervolgens reden we snel door aangezien er cheeta’s waren waargenomen. Eenmaal aangekomen zagen we drie mannetjes cheeta’s die aan het uitrusten waren op een heuvel. Cheeta’s zijn zeldzaam in Afrika. De mannetjes vormen kleine groepen en de vrouwen jagen alleen. Cheeta’s zijn de snelste landdieren en vangen hun prooi door een snelle sprint te trekken en vervolgens hun prooi te laten struikelen. Naast deze bijzondere waarneming zagen we ook vele soorten arenden en gieren. Ook zagen we leeuwen met jongen, vele olifanten en grote groepen buffels. De enige soort van de big five die we nog niet hadden gezien was de luipaard en beide groepen zagen als afsluiting van de dag een luipaard. De volgende dag vertrokken we met de wagen verder naar het noorden. Hier waren duidelijk minder dieren aangezien hier minder water te vinden is. Desondanks zagen we in ongeveer drie uur tijd de hele big five! Eerst een prachtig mannetjes leeuw, toen olifanten, buffels, een luipaard dat over de weg liep en een neushoorn. Hier hadden we erg veel geluk mee, niet alleen omdat we de big five in drie uur tijd zagen, maar al helemaal dat we de dieren zagen vanuit onze luidruchtige wagen. Luipaarden vermijden het liefste lawaai. Ook zagen we een groep hyena’s, die je overdag niet vaak tegenkomt. We
hadden erg veel mazzel dat we zoveel bijzondere soorten waren tegengekomen in Kruger National Park. Dag 17: Hoedspruit, reptielenpark Op onze eerste dag in Hoedspruit zijn we, na een aantal uren rijden, in de middag naar het Kinyonga Reptile Centre gegaan. Hier hebben we twee uur college gehad van onze gids Damien over reptielen. Hierbij hebben we geleerd hoe slangen, schildpadden en hagedissen er van binnen en van buiten uitzien. Zo kun je een slang die overdag actief is herkennen aan zijn ronde pupillen, terwijl slangen die ‘s nachts actief zijn spleetvormige pupillen hebben. Na het college liet Damien ons een corn snake aanraken en vasthouden. Hierna hebben we rondgelopen in het centrum tot we de plated lizards gingen voeren. Deze hagedissen krijgen bloemen gevoerd als snacks en wij mochten over de omheining stappen om ze een bloem te voeren. Het was erg bijzonder om zo dicht bij deze mooie dieren te zijn. Vervolgens kregen we te zien hoe een kameleon zijn tong gebruikt om een prooi te vangen en hoe een wurgslang een (al dode) muis eet. Het was erg leuk om deze manieren van een prooi vangen en eten eens van dichtbij en in het echt te zien. Ten slotte kregen we een demonstratie van drie verschillende gifslangen, namelijk de boomslang, de pofadder en een cobra. Damien liet ons zien dat veel van de vooroordelen die er bestaan over deze slangen niet waar zijn. De pofadder wordt in Zuid-Afrika gevreesd omdat hij zou bijten als je erop gaat staan, wat regelmatig voorkomt daar omdat het een langzame slang is die goed gecamoufleerd in het gras ligt. Dit is echter niet waar, hij sist waarschuwend als je in de buurt komt en mocht je erop gaan staan dan is de kans groot dat hij niets doet. Deze slang mocht een aantal van ons ook ‘handelen’, namelijk oppakken met de haak en in de box stoppen. Ten slotte was er voor de durfals nog een mogelijkheid om een vogelspin, een golden baboon spider, over je hand te laten lopen. Het was erg bijzonder om al deze mooie dieren van zo dichtbij te mogen zien en aan te raken. Dag 18: Hoedspruit, Jessica the Hippo en Moholoholo Op de tweede dag in Hoedspruit gingen we ’s ochtends langs bij Jessica het nijlpaard. Jessica is een “tam” nijlpaard. Ze is namelijk opgevoed door Tonie en Shirley Joubert die Jessica in de familie opgenomen hebben nadat ze was aangespoeld tijdens een grote overstroming. Ze is nu vrij om te gaan en staan waar ze wil en gaat zelfs naar haar “wilde vrienden” verder op in de rivier. Toch kiest ze ervoor om terug te keren naar het huis. Ze sliep soms zelfs bij Tonie en Shirley. Eenmaal bij aankomst kregen we het hele levensverhaal van Jessica te horen. Daarna mochten we haar voeren en thee geven. Hierbij mochten we haar natuurlijk aaien en een kusje geven. Na de lunch vertrokken we richting het Moholoholo Rehabilitatie Centrum. Het centrum is opgestart in 1991 en ontvangt vele dieren met verschillende achtergronden. Vooral dieren die door de mensen zijn opgevoed en niet meer teruggeplaatst kunnen worden, dieren die wees zijn geworden of gewond zijn geraakt, al dan niet door menselijke oorzaken. Moholoholo wordt ook regelmatig gebeld om een 'probleemdier' te komen vangen, vaak gaat het dan om een hyena of luipaard. Deze dieren worden gevangen en teruggeplaatst op een plek waar ze niet voor problemen zorgen. Deze dieren worden gebruikt om gegevens over te verkrijgen die bijdragen aan inzicht over de soort en het voortgaande onderzoek hierover. De dieren worden namelijk bij vrijlating voorzien van een GPS-systeem. Het centrum heeft ook verschillende fokprogramma’s. Het belangrijkste doel van het centrum is om mensen bewust te maken van onze bedreigde omgeving. Door de problemen te laten zien in het centrum worden bezoekers gestimuleerd erover na te denken. Op deze manier kunnen ze inzicht verwerven dat de natuur en de dieren op deze wereld bedreigd worden door, maar ook afhankelijk zijn van de mens, en ook alleen kunnen spreken vanuit de mens. We kregen een leuke en interessante presentatie over het werk van deze vrijwilligers en daarna een rondleiding over het centrum. Er werd veel verteld over de dieren die er zaten en we mochten een cheeta en een bateleur arend aaien en heel dichtbij andere (roof)dieren komen. Deze dag leverde veel gemengde gevoelens op in de groep, want is het wel verantwoord om de mens zo dicht bij deze dieren te brengen? Wel konden we zo mooie foto’s maken!
Dag 19: Hoedspruit - Sabie Op de laatste dag van de reis stond de panorama-route door de Blyde River Canyon op de planning. Met de truck reden we vanaf Hoedspruit naar Sabie, waarbij we onderweg dikwijls stopten om van een mooi uitzicht te genieten. Het eerste panorama dat we tegenkwamen was The Three Rondavels. Dit zijn drie enorme ronde bergtoppen waarvan de vorm doet denken aan rondavels, traditionele ronde hutjes. Daarna hielden we onze lunchpauze bij Bourke’s Luck potholes. Op deze plek komen de Blyde en de Treur rivier bij elkaar en zijn ‘potholes’ uitgesleten in het rode gesteente. Het netwerk van beekjes en watervalletjes vormde een prachtige waterpartij en vanaf verschillende bruggen was er een mooi uitzicht over de diep uitgesleten ravijnen. Tijdens de volgende stop bezochten we de Berlin Falls. Deze waterval is deel van de Sabie rivier en is 80 meter hoog. Vervolgens kwamen we bij God’s Window. Hier ondernamen we een klim door de jungle om vanaf de berg van het mooie uitzicht te genieten. Bij het beroemde uitzichtpunt God’s Window keken we vanaf een klif uit op het lowveld met bebossing 700 meter onder ons. Het uitzicht was prachtig! Het laatste punt dat we bezochten waren de 70 meter hoge Mac Mac falls. Daarna kwamen we aan het eind van de middag aan bij de camping in Sabie, waar we een laatste, koude nacht doorbrachten voor we weer terugreden naar Twana lodge in Pretoria. Alle nieuwe indrukken en de vele dingen die we hebben gezien en geleerd, maakten dat we erg hebben genoten van deze reis. Met een hoofd gevuld met nieuwe informatie keerden we weer terug naar huis. We zijn erg blij dat deze reis mogelijk werd gemaakt door de Resource Ecology Group.