ZIJ WEL, HIJ NIET: WANNEER IS IEMAND GELOOFWAARDIG? Een explorerend kwalitatief evaluatieonderzoek naar de visuele geloofwaardigheid van personen op campagneposters.
Romy Pistorius 3586448 Utrecht – 15/08/2014 Masterscriptie – Master Communicatie, Beleid en Management Universiteit Utrecht – Utrechtse School voor Bestuurs- en Organisatiewetenschap Begeleider – dhr. prof. dr. E.F. (Eugène) Loos Tweede lezer – mevr. dr. P.A.H. (Pauline) Hörmann
Voorwoord Eén onderzoeksonderwerp, dertig studiepunten, een half jaar lang, drie punten waar ik het begin februari spaans benauwd van kreeg. Welk onderwerp vind ik interessant genoeg om gedurende een lange tijd te onderzoeken? Medestudenten gooiden met termen als ‘transities’, ‘organisatiecultuur’ en ‘Het Nieuwe Werken’, ik daarentegen wilde iets anders. Tijdens de cursus Veranderen met Beleid ben ik wederom in aanraking gekomen met semiotiek, ofwel de tekenleer. Ik merkte dat mijn interesse voor deze stroming niet veranderd was sinds mijn bachelor opleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen en werkte met veel enthousiasme aan mijn onderzoek voor deze cursus. Ik vind het interessant te zien dat de hele wereld gebruik maakt van tekensystemen waarvan de meeste mensen de oorsprong niet eens kennen en waarvan de systemen soms ingewikkeld zijn maar iedereen deze gebruikt, soms zelfs onbewust. Waar komen tekens vandaan? Waarom interpreteren we tekens op de manier waarop we ze interpreteren? Dit zijn vragen waar ik graag een antwoord op wil zien. Tot mijn geluk onderzocht ik tijdens de cursus Veranderen met Beleid een postercampagne waar de woorden ‘nep’ en ‘ongeloofwaardig’ regelmatig naar boven kwamen wanneer er werd gesproken over de personen die op de posters waren afgebeeld. Ik vroeg mijzelf af waarom de personen ‘nep’ of ‘ongeloofwaardig’ waren. Helaas was deze vraag niet van toepassing op het toenmalige onderzoek en schoof ik deze aan de kant. Mijn idee voor een scriptie was geboren, binnen een half jaar zou ik een antwoord krijgen op mijn vraag. Met trots presenteer ik u mijn masterscriptie, een schrift dat dient als het eindproduct van mijn opleidingstraject aan de Utrechtse School voor Bestuurs- en Organisatiewetenschap, een organisatie waar ik het afgelopen jaar met veel plezier deel van uit heb gemaakt. Dit voorwoord wil ik graag gebruiken om mijn familie en vrienden te bedanken die mij hebben gesteund door het hele traject, die mij hebben gemotiveerd door te gaan wanneer ik vastliep maar ook hebben geprezen wanneer het goed ging. Mijn speciale dank gaat uit naar Sjoerd Spittuler, die een onmisbare hulp bleek te zijn in het creatieproces van de posters, Herman van Wijnen, die mijn stukken heeft voorzien van waardevolle feedback en Hans Alderliesten, woordvoerder voor de Bond Tegen Vloeken die het onderzoek mogelijk heeft gemaakt. Als laatste wil ik de ruimte gebruiken om Eugène Loos te bedanken, mijn scriptiebegeleider. Eugène, zonder jouw motivatie zou ik geen haar meer over hebben op mijn hoofd. Je stelde me altijd op mijn gemak en hebt ervoor gezorgd dat ik het beste heb gehaald uit mezelf. Ik kon altijd langskomen voor advies en kritiek waar ik weken mee vooruit kwam. Bedankt.
Romy Pistorius 29/07/2014
1
Samenvatting Deze masterscriptie had als doel te achterhalen waarom er werd getwijfeld aan de geloofwaardigheid van de personen op de campagneposters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” en wat er aan gedaan kon worden om de geloofwaardigheid van de personen op de posters te vergroten. Het onderzoek was explorerend en kwalitatief van aard. Het had als onderwerp visuele geloofwaardigheid van personen op campagneposters en richtte zich op de visuele elementen in de campagneposters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” die iets vertelden over deze geloofwaardigheid. De hoofdvraag van dit onderzoek luidde als volgt: Hoe kan de kans dat de afgebeelde personen op de campagneposters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” geloofwaardiger beoordeeld worden door studenten vergroot worden? De vraag kon beantwoord worden door de volgende deelvragen te behandelen: 1. 2. 3.
Wat is de rol van metafuncties, modality en authenticiteit voor de geloofwaardigheid van de afgebeelde personen op de campagneposters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken”? In hoeverre worden de afgebeelde personen op de oorspronkelijke campagneposters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” als geloofwaardig beoordeeld door studenten? In hoeverre worden de afgebeelde personen op de nieuwe campagneposters voor de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” als geloofwaardig beoordeeld door studenten?
Middels het onderzoek werd inzicht gegeven in de bruikbaarheid van twee onderwerpen die uit het sociaal semiotisch perspectief naar voren komen om visuele geloofwaardigheid van personen op campagneposters te analyseren: de metafuncties van Harrison (2003) en modality van Kress en Van Leeuwen (2006). Ook is er inzicht geven in de bruikbaarheid van authenticiteit, aangedragen door de marketeer Edgar Keehnen (persoonlijke communicatie, 10/04/2014). Verder wilde ik met dit onderzoek de Bond Tegen Vloeken laten zien hoe haar campagne mogelijk geloofwaardiger kon worden. Zo wilde ik de Bond helpen haar doel te bereiken om Nederlanders bewust te laten worden van hun vloekgedrag. Het onderzoek was opgedeeld in een vooronderzoek en een empirisch onderzoek. In het vooronderzoek werd middels een literatuurstudie en oriënterende proefinterviews een antwoord gegeven op deelvraag 1. Met de inzichten uit het vooronderzoek konden nieuwe posters gecreëerd worden die geloofwaardiger moesten zijn dan de oorspronkelijke posters van de campagne van de Bond. In het empirisch onderzoek werd middels een experiment een antwoord gegeven op deelvraag 2 en 3. Met een semigestructureerd interview werden studenten gevraagd de oorspronkelijke en nieuwe posters te beoordelen op geloofwaardigheid. Door de antwoorden op deelvraag 2 en 3 te vergelijken werd een antwoord gegeven op de hoofdvraag. Uit de resultaten van dit onderzoek (dat exploratief van aard was en waarin het niet gaat om significante verbanden maar om tendensen) bleek dat metafuncties inzicht geven in betekenisgeving van een afbeelding, dat modaliteit de plausibiliteit van een bericht weergeeft, een afbeelding met het visueel realisme de hoogste modaliteit heeft en authenticiteit de geloofwaardigheid van de afgebeelde persoon bepaalt. Er is een trend dat de personen op de nieuwe posters volgens studenten authentieker en daarmee geloofwaardiger waren dan de personen op de oorspronkelijke posters. De studenten vonden de omgeving van de posters van het meisje geloofwaardiger dan de omgeving van de posters van de jongen omdat de achtergrond gerelateerd kon worden aan het meisje. Ook kwam de trend naar voren dat de foto instellingen van alle stimuli geloofwaardig zijn. De volgende conclusies zijn van toepassing op dit onderzoek. Studenten vinden de poster geloofwaardiger wanneer een represented participant authentiek is. Studenten zijn eerder geneigd te geloven dat een represented participant achter de boodschap van de campagne staat wanneer deze authentiek is. Wanneer de omgeving gerelateerd kan worden aan de represented participant, vinden studenten de poster geloofwaardiger dan wanneer deze relatie niet gemaakt kan worden.
2
Inhoudsopgave Voorwoord .............................................................................................................................................. 1 Samenvatting........................................................................................................................................... 2 1 Inleiding ................................................................................................................................................ 6 1.1 Aanleiding ...................................................................................................................................... 6 1.1.1 Vloeken en schelden in de Nederlandse samenleving ........................................................... 6 1.1.2 De Bond Tegen Vloeken ......................................................................................................... 6 1.2 Probleemstelling............................................................................................................................ 6 1.2.1 Doelstelling ............................................................................................................................. 7 1.2.2 Vraagstelling ........................................................................................................................... 8 1.3 Design ............................................................................................................................................ 8 1.4 Leeswijzer ...................................................................................................................................... 8 2 Ik? Ik ben tegen vloeken ....................................................................................................................... 9 2.1 De Bond Tegen Vloeken ................................................................................................................ 9 2.1.1 Geschiedenis en missie........................................................................................................... 9 2.1.2 Praktijken ................................................................................................................................ 9 2.1.2 Toekomst .............................................................................................................................. 10 2.2 De campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” ................................................................................... 10 2.2.1 Doel ...................................................................................................................................... 10 2.2.2 Doelgroep ............................................................................................................................. 10 2.2.3 Posters .................................................................................................................................. 11 3 Methode ............................................................................................................................................. 13 3.1 Aard onderzoek ........................................................................................................................... 13 3.1.1 Gekozen methodes ............................................................................................................... 14 3.1.2 Rol van de onderzoeker ........................................................................................................ 16 3.2 Vooronderzoek ........................................................................................................................... 16 3.2.1 Literatuuronderzoek ............................................................................................................. 16 3.2.2 Oriënterende proefinterviews.............................................................................................. 17 3.2.3 Nieuwe posters..................................................................................................................... 18 3.3 Empirisch onderzoek ................................................................................................................... 22 3.3.1 Experiment ........................................................................................................................... 22 3.3.2 Condities ............................................................................................................................... 22 3.3.3 Respondenten ...................................................................................................................... 24 3.3.4 Semigestructureerde interviews .......................................................................................... 25 3.3.5 Analyse ................................................................................................................................. 26 4 Literatuurstudie I: Semiotiek .............................................................................................................. 27
3
4.1 Semiotiek ..................................................................................................................................... 27 4.1.1 Het model van Saussure ....................................................................................................... 28 4.1.2 Denotatie en connotatie ...................................................................................................... 29 4.2 Sociale semiotiek ......................................................................................................................... 31 4.3 Visuele sociale semiotiek............................................................................................................. 32 4.3.1 Metafuncties ........................................................................................................................ 33 4.3.2 Modality ............................................................................................................................... 35 4.4 Implicaties voor empirisch onderzoek ........................................................................................ 38 5 Literatuurstudie II: Authenticiteit als modality marker ...................................................................... 38 5.1 Authenticiteit............................................................................................................................... 39 5.1.1 Dove campagne .................................................................................................................... 40 5.1.2 Commentaar uit proefinterviews ......................................................................................... 40 5.2 Operationalisering van het begrip authenticiteit ........................................................................ 41 5.2.1 Context ................................................................................................................................. 41 5.2.2 Blik ........................................................................................................................................ 42 5.2.3 Houding ................................................................................................................................ 42 5.2.4 Nieuwe modality marker ...................................................................................................... 42 5.3 Toepasbaarheid authenticiteit voor de nieuwe posters ............................................................. 43 6 Resultaten........................................................................................................................................... 43 6.1 Gemiddelde scores op de modality markers ............................................................................... 44 6.1.1 Conditie 1a. Oorspronkelijke poster van de jongen met het leren jack (O1)....................... 44 6.1.2 Conditie 1b. Oorspronkelijke poster van het meisje met de scooter (O2) .......................... 45 6.1.3 Conditie 2a. Nieuwe poster van de jongen met het leren jack (N1) .................................... 46 6.1.4 Conditie 2b. Nieuwe poster van het meisje met de scooter (N2) ........................................ 46 6.1.5 Vergelijking condities ........................................................................................................... 47 6.2 Commentaar op stimuli ............................................................................................................... 49 6.2.1 Topics.................................................................................................................................... 49 6.2.2 Clustering en hoofdcategorieën ........................................................................................... 49 6.2.3 Conditie 1a. Oorspronkelijke poster van de jongen met het leren jack (O1)....................... 51 6.2.4 Conditie 1b. Oorspronkelijke poster van het meisje met de scooter (O2) .......................... 52 6.2.5 Conditie 2a. Nieuwe poster van de jongen met het leren jack (N1) .................................... 54 6.2.6 Conditie 2b. Nieuwe poster van het meisje met de scooter (N2) ........................................ 56 6.2.7 Vergelijking condities ........................................................................................................... 58 7 Conclusie en discussie......................................................................................................................... 63 7.1 Beantwoording deelvraag 1 ........................................................................................................ 63 7.2 Beantwoording deelvraag 2 ........................................................................................................ 64
4
7.3 Beantwoording deelvraag 3 ........................................................................................................ 65 7.4 Beantwoording hoofdvraag......................................................................................................... 65 7.5 Eindconclusie ............................................................................................................................... 66 7.6 Discussie ...................................................................................................................................... 66 Literatuur ............................................................................................................................................... 68 Bronnenlijst figuren ............................................................................................................................... 70 Bijlage A Pretest nieuwe posters........................................................................................................... 72 Bijlage B Stimulusmateriaal ................................................................................................................... 78 Bijlage C. Interview experiment ............................................................................................................ 83 Bijlage D Oude versie bijlage interview: Uitleg visuele elementen + oefening voor respondenten ..... 89 Bijlage E Oude versie bijlage interview: Uitleg visuele elementen + oefening voor respondenten ... 100 Bijlage F Uitleg modality markers........................................................................................................ 111 Bijlage G. Tabel met schoolcijfers........................................................................................................ 118 Bijlage H. Transcripten semigestructureerde interviews met Utrechtse studenten .......................... 120
5
1 Inleiding In de inleiding wordt ingegaan op de aanleiding, probleemstelling en design van het onderzoek. Ten slotte wordt er ook een leeswijzer gepresenteerd.
1.1 Aanleiding 1.1.1 Vloeken en schelden in de Nederlandse samenleving Vloeken en schelden komt veel voor in de Nederlandse samenleving. Niet alleen in de Nederlandstalige muziek, maar ook op de televisie komt veel gevloek voor waar een stijging in grof taalgebruik te ontdekken is. Van deze grove taal is ongeveer twee derde een schutting- of scheldwoord (Redactie Adformatie, 2006). Zelfs in mode uitingen wordt vloeken en schelden als steeds normaler gezien in de Nederlandse samenleving. In 2008 is een klein onderzoek gedaan naar de reden waarom scholieren een T-shirt met de tekst “de puta madre” dragen (Mijland, 2008). De tekst is volgens de onderzoeker door ouders en docenten als aanstootgevend ervaren en wil meer inzicht waarom scholieren vaak Tshirts dragen met ‘pittige teksten’ als “drug unit” en “mafia family” (Mijland, 2008). In 2008 leidden deze opdrukken blijkbaar tot ophef, maar sinds kort heeft een bekend modemerk een T-shirt geïntroduceerd met een obscene opdruk van een opsomming scheldwoorden, met onder andere de volgende woorden in hoofdletters: “crap”; “dildo”; “fuck”; “hoar”. De persvoorlichter van dit merk vertelt dat deze woorden vaak gebruikt worden op straat en door beroemdheden, dat dit shirt inspeelt op de wensen van tieners en dat het shirt bovengemiddeld vaak verkocht is (DeOndernemer, 2014). Volgens het marktonderzoekbureau TNS-Nipo vloekt de Nederlander steeds meer. In opdracht van de Bond Tegen Vloeken ondervroeg het bureau ongeveer 2000 respondenten naar hun vloekgedrag en mening over vloeken. Ondanks dat de Nederlander meer vloekt, ervaart 70% vloeken als vervelend, wil 75% grove taal op de televisie terugdringen en zegt ongeveer 90% iets over het vloekgedrag van een ander (TNS-Nipo, 2007).
1.1.2 De Bond Tegen Vloeken De Bond Tegen Vloeken wil dat mensen rekening met elkaar houden op het gebied van vloeken. Deze non-profitorganisatie is tegen godslastering met de hoofdboodschap dat men niet moet vloeken. In positieve zin wil de Bond meer respect in het taalgebruik van de Nederlander zonder vloeken. De Bond Tegen Vloeken heeft verschillende campagnes en acties tegen vloeken opgezet. Ze geven bijvoorbeeld voorlichtingen op scholen, maar doen ook aan postercampagnes op stations (Pistorius & Spiekermann, 2014). De meest recente campagne van de Bond Tegen Vloeken is de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken”. De campagne bestaat uit vier posters die door heel Nederland verspreid in treinstations hangen. Op de posters staan vier verschillende personen gecentreerd met de opvallende tekst ‘Ik? Ik ben tegen vloeken’. Volgens woordvoerder Hans Alderliesten is er geen concrete doelstelling aan deze campagne verbonden (persoonlijke communcatie, 17/12/2013). Wel wil de bond middels de posters ervoor zorgen dat de mensen zich bewust worden van hun vloekgedrag.
1.2 Probleemstelling Uit een kwalitatief onderzoek dat ik met een medestudent voor het vak Veranderen met Beleid in het kader van de master Communicatie, Beleid en Management aan de USBO uitvoerde (Pistorius en Spiekermann, 2014), was een trend te ontdekken dat studenten niet geloven dat de personen op campagneposters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” ‘echt’ zijn. Ze twijfelen aan de geloofwaardigheid van deze personen. Ze denken dat het ingehuurde modellen zijn die niet achter de
6
boodschap ‘tegen vloeken’ staan die ze op de poster uitdragen. De respondenten gaven aan dat de personen op de posters stoer zouden moeten zijn maar dit niet uitstraalden en dat de personen niet per se achter de boodschap van de poster stonden maar waren ingehuurd voor de campagne. Respondent MV3 en MV2 van het onderzoek zeggen het volgende over de geloofwaardigheid van de persoon op de campagneposter: “Ze doet alsof ze stoer is, maar ik vraag me af of dat echt is.” Respondent MV3 uit Pistorius & Spiekermann (2014). “Omdat de jongen best een acteur zou kunnen zijn en er gemaakt stoer uit ziet.” Respondent MV2 uit Pistorius & Spiekermann (2014).
1.2.1 Doelstelling Dit onderzoek is een masterscriptie voor de master Communicatie, Beleid en Management. Het onderzoek heeft als doel te achterhalen waarom er wordt getwijfeld aan de geloofwaardigheid van de personen op de campagneposters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” en wat er aan gedaan kan worden om de geloofwaardigheid van de personen op de posters te vergroten. Het onderzoek heeft als onderwerp visuele geloofwaardigheid van personen op campagneposters en richt zich op de visuele elementen in de campagneposters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” die iets vertellen over deze geloofwaardigheid. Het onderzoek wordt uitgevoerd vanuit een sociaal semiotisch perspectief (Chandler, 2007, p. 9) en is kwalitatief en exploratief van aard. Middels dit onderzoek wil ik inzicht geven in de bruikbaarheid van drie onderwerpen die uit dit perspectief naar voren komen om visuele geloofwaardigheid van personen op campagneposters te analyseren: de metafuncties van Harrison (2003) en modality van Kress en Van Leeuwen (2006). Ook wil ik inzicht geven in de bruikbaarheid van authenticiteit, aangedragen door de marketeer Edgar Keehnen (persoonlijke communicatie, 10/04/2014). Modality speelt een rol in de visuele geloofwaardigheid van personen op campagneposters. Kress en Van Leeuwen (2006) geven de volgende definitie van modality: “The term ‘modality’ comes from linguistics and refers to the truth value or credibility of (linguistically realized) statements about the world” (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 155).
Modality is volgens Kress en Van Leeuwen (2006) de geloofwaardigheid van statements over de wereld. Modality is geen absolute waarheid maar is een door mensen in een samenleving gezamenlijk gecreëerde waarheid die afhankelijk is van de historische en culturele context (Kress & Van Leeuwen, 2006). Metafuncties kunnen ook bruikbaar voor de visuele geloofwaardigheid van personen op campagneposters. Harrison (2003) geeft de volgende definitie van een metafunctie: “Essentially (…) an image performs, simultaneously, three kinds of meta-semiotic tasks to create meaning. These tasks are called the representational metafunction, interpersonal metafunction and compositional metafunction” (Harrison, 2003, p. 50).
De drie metafuncties samen maken volgens Harrison (2003) betekenis. De representationele metafunctie, wat iemand ziet op de poster, de interpersoonlijke metafunctie, het beeld dat de poster oproept, en de compositionele metafunctie, hoe een afbeelding in elkaar is gezet, hebben invloed op de geloofwaardigheid van de poster. Immers, deze metafuncties bepalen iemands denkbeeld over de persoon op de afbeelding (Harrison, 2003). Authenticiteit speelt ook een rol in de visuele geloofwaardigheid van personen op campagneposters. Keehnen zegt het volgende over authenticiteit:
7
Authenticiteit, ofwel de echtheid van een persoon, is het kernwoord wat betreft geloofwaardigheid. Modellen die gebruikt worden in campagnes en op websites moeten authentiek zijn om geloofwaardig te zijn (persoonlijke communicatie, 10/04/2014). Keehnen zegt hiermee dat kijkers het geloofwaardiger vinden de buurvrouw als model zien, dan een te jong en te mooi model. Hoe authentieker het model is, hoe beter (persoonlijke communicatie, 10/04/2014). Verder wil ik met dit onderzoek de Bond Tegen Vloeken laten zien hoe haar campagne mogelijk geloofwaardiger kan worden. Zo wil ik de Bond helpen haar doel te bereiken om Nederlanders bewust te laten worden van hun vloekgedrag. Zo gaan we volgens de Bond respectvoller met elkaar om en geloof ik dat we meer rekening met elkaar zullen houden.
1.2.2 Vraagstelling De hoofdvraag van dit onderzoek luidt als volgt: Hoe kan de kans dat de afgebeelde personen op de campagneposters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” geloofwaardiger beoordeeld worden door studenten vergroot worden? De vraag kan beantwoord worden door de volgende deelvragen te behandelen: 1. Wat is de rol van metafuncties, modality en authenticiteit voor de geloofwaardigheid van de afgebeelde personen op de campagneposters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken”? 2. In hoeverre worden de afgebeelde personen op de oorspronkelijke campagneposters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” als geloofwaardig beoordeeld door studenten? 3. In hoeverre worden de afgebeelde personen op de nieuwe campagneposters voor de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” als geloofwaardig beoordeeld door studenten?
1.3 Design Het onderzoek is opgedeeld in een vooronderzoek en een empirisch onderzoek. In het vooronderzoek wordt middels een literatuurstudie en oriënterende proefinterviews een antwoord gegeven op deelvraag 1. Met de inzichten uit het vooronderzoek kunnen nieuwe posters gecreëerd worden die geloofwaardiger moeten zijn dan de oorspronkelijke posters van de campagne van de Bond. In het empirisch onderzoek wordt middels een experiment een antwoord gegeven op deel vraag 2 en 3. Met een semigestructureerd interview worden studenten gevraagd de oorspronkelijke en nieuwe posters te beoordelen op geloofwaardigheid. Door de antwoorden op deelvraag 2 en 3 te vergelijken wordt een antwoord gegeven op de hoofdvraag.
1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2, Ik? Ik ben tegen vloeken, wordt de Bond Tegen Vloeken beschreven en wordt het creatieproces van de campagneposters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” uiteengezet. In hoofdstuk 3, Methode, wordt de methode van het onderzoek verantwoord. Hier wordt ingegaan op de aard van het onderzoek, de verantwoording van de gekozen methodes en het onderzoeksdesign. Ook wordt het creatieproces van de nieuwe posters uiteengezet. Hoofdstuk 4, Literatuurstudie I: Semiotiek, vormt de eerste helt van de literatuurstudie en gaat in op verschillende theoretische inzichten die iets vertellen over modality en metafuncties. Deze inzichten zijn gebruikt voor het interview met de respondenten over de geloofwaardigheid van de campagneposters (zie bijlage C en E). Hoofdstuk 5, Literatuurstudie II: Authenticiteit als modality marker, vormt de tweede helft van de
8
literatuurstudie en gaat in op theoretische inzichten en proefinterviews die iets vertellen over authenticiteit. Ook wordt de operationalisering van het begrip authenticiteit behandeld. Met deze inzichten kunnen de nieuwe posters samengesteld worden die geloofwaardiger moeten zijn dan de oorspronkelijke posters. Met de inzichten uit hoofdstuk 4 en 5 kan een antwoord worden gegeven op deelvraag 1. Hoofdstuk 6, Resultaten, bespreekt de uitkomsten van de semigestructureerde interviews. Deze uitkomsten vormen tevens een antwoord op deelvraag 2 en 3. Hoofdstuk 7, Conclusie en discussie, geeft een antwoord op de hoofdvraag. Tevens bevat dit hoofdstuk een discussie op het onderzoek en de resultaten.
2 Ik? Ik ben tegen vloeken Twee condities in mijn onderzoek bestaan uit een originele campagneposter (niet gemanipuleerde stimuli) uit de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” (zie paragraaf 3.3.2.). Deze campagne is ontworpen door de Bond Tegen vloeken. In het volgende gedeelte volgt een beschrijving van de Bond Tegen Vloeken en het creatieproces van de campagneposters. De informatie uit paragraaf 2.1 en 2.2 is voornamelijk afkomstig uit een interview met de woordvoerder van de Bond Dhr. Hans Alderliesten dat plaats heeft gevonden op 17 december 2013. Wanneer de informatie afkomstig is uit een andere bron, staat deze achter de desbetreffende informatie.
2.1 De Bond Tegen Vloeken De Bond Tegen Vloeken is een kleine non-profitorganisatie bestaande uit negen man vast personeel, 150 vrijwilligers en 25 duizend donateurs. De Bond is een levensbeschouwelijke organisatie afkomstig uit de christelijke hoek.
2.1.1 Geschiedenis en missie De Bond Tegen Vloeken is opgericht op 17 september 1917. De oprichters maakten zich zorgen over de omvang van vloeken in Nederland en constateerden een toenemende minachting en onverschilligheid voor godsdienst en geloof (Bond Tegen Vloeken, 2014a). In 2005 is de doelstelling van de Bond verbreed. Niet alleen wil de Bond vloeken tegengaan, maar ook respectvol taalgebruik bevorderen. De interne commissie die zich over de doelstelling had gebogen, constateerde dat de samenleving inmiddels een brede definitie van vloeken hanteert. De Bond Tegen Vloeken richt zich nu niet alleen op vloeken, maar ook op schelden, verwensingen, beledigingen, schuttingstaal en overige krachttermen (Bond Tegen Vloeken, 2014a). “Wij willen Nederland mooier maken. We laten mensen nadenken over hun taal.” (Hans Alderliesten, persoonlijke communicatie 17/12/2013).
2.1.2 Praktijken De Bond Tegen Vloeken praktiseert haar missie met verschillende projecten. Ze werken onder andere mee aan de EO jongerendag, geven voorlichting op verschillende open dagen van universiteiten en maken acties rondom sportevenementen waar volgens hen de ongewenste uitingen vaak plaats vinden.
9
Buiten de kleine projecten zijn er vier grote projecten van de Bond: “Het land in”, KlasseTaal, TaalQuestie en de stationscampagnes. Met “Het land in” rijden de leden van de Bond met een bestelbus door het land heen. Met deze bus staan ze bijvoorbeeld op jaarmarkten en braderieën om voorlichting te geven tegen vloeken. KlasseTaal verzorgt gastlessen over taalgebruik op basisscholen en middelbare scholen. Ze laten leerlingen ervaren wat taal kan doen met henzelf en met anderen (Bond Tegen Vloeken, 2014b). TaalQuestie is een kenniscentrum dat veel workshops en trainingen verzorgt op het gebied van taal. Het doel van deze trainingen is de organisatiecultuur van een deelnemend bedrijf te ontwikkelen (Bond Tegen Vloeken, 2014c). De stationscampagnes bestaan uit posters die gedurende een twee jaar op verschillende stations worden opgehangen. De campagnes hebben tot doel de naamsbekendheid van de Bond hoog te houden en treinreizend Nederland bewust te laten worden van hun eigen taalgebruik.
2.1.2 Toekomst De Bond Tegen Vloeken wil een breder publiek bereiken en wil hierdoor haar ‘stoffige’ imago afschudden. De Bond wordt als suf, zielig, fundamentalistisch en orthodox gezien. De Bond heeft haar huisstijl veranderd en profileert zich nu als een creatieve en dynamische club met durf (Geschiedenis). De meest recente campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken”, gelanceerd in 2012, laat iets oplichten van de vernieuwde Bond Tegen Vloeken en speelt in op de netwerksamenleving (Bond Tegen Vloeken, 2014a).
2.2 De campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” De campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” is een postercampagne bestaande uit vier posters. Op de posters staat een persoon afgebeeld met de tekst “Ik? Ik ben tegen vloeken”. Onder de tekst staat de link “www.voorrespect.nl” en een bijpassende QR-code (zie paragraaf 2.2.3). De vier soorten posters van deze campagne hangen op verschillende treinstations door Nederland. De campagne loopt van medio 2012 tot medio 2014.
2.2.1 Doel Het doel van de postercampagne is het bewustzijn tegen vloeken te verhogen. De ikboodschap speelt in op de individualisering van de samenleving. De Bond vraagt mensen zich uit te laten spreken tegen vloeken middels een ik-boodschap. De campagne bestaat uit een negatieve hoofdboodschap (tegen vloeken) en een positieve follow-up (voor respect). Met deze tegenstelling hoopt de Bond Tegen Vloeken ervoor te zorgen dat mensen bewust met taal omgaan. De Bond weet niet wanneer de campagne wel of niet geslaagd is. Voor de campagne is geen nulmeting gedaan bij de doelgroep. De campagne kan volgens de Bond niet goed of fout zijn omdat het een winstoogmerk mist en bewustwording niet gemeten kan worden.
2.2.2 Doelgroep De Bond Tegen Vloeken heeft een brede bevolkingsgroep van Nederland gekozen als doelgroep voor de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken”. De doelgroep is treinreizend Nederland, omdat de posters op treinstations hangen. De Bond heeft geschat dat treinreizend Nederland een groep is tussen de 18 en 65 jaar. De campagne bestaat uit vier posters. Door dit getal heeft de Bond besloten te kiezen voor vier subgroepen die volgens haar past bij het grootste deel van de treinreizigers: moeders, creatievelingen, statusgevoeligen en studenten. Deze groepen zijn geïnspireerd op vier burgerschapsstijlen van Motivaction, een kennisinstituut dat onderzoek heeft gedaan naar verschillende burgerschapsstijlen in Nederland. Elke poster symboliseert een subgroep.
10
De groep moeders, of familie doorsnee, is gebaseerd op de traditionele burgerij. Volgens Motivaction is de traditionele burgerij “de moralistische, plichtsgetrouwe en op de status-quo gerichte burgerij die vasthoudt aan tradities en materiële bezittingen” (Motivaction, 2012a). De groep creatievelingen, of alternatievelingen, is gebaseerd op de gemaksgeoriënteerden. Volgens Motivaction zijn de gemaksgeoriënteerden “de impulsieve en passieve consument die in de eerste plaats streeft naar een onbezorgd, plezierig en comfortabel leven” (Motivaction, 2012b). De groep statusgevoeligen, of stoere mensen, is gebaseerd op de opwaarts mobielen. Volgens Motivaction zijn de opwaarts mobielen “de carrièregerichte individualisten met een uitgesproken fascinatie voor sociale status, nieuwe technologie, risico en spanning” (Motivaction, 2012c). De groep studenten is gebaseerd op de postmoderne hedonisten. Volgens Motivaction zijn de postmoderne hedonisten “de pioniers van de beleveniscultuur, waarin experiment en het breken met morele en sociale conventies doelen op zichzelf zijn geworden” (Motivaction, 2012d). De Bond Tegen Vloeken geeft toe dat er een beperkte verdeling is van treinreizigers, maar is blij dat er door de inzichten van Motivaction bewuste keuzes zijn gemaakt. De Bond probeert wel heel treinreizend Nederland aan te spreken met de vier posters. Waar de Bond Tegen Vloeken op weg was haar posters theoretisch te onderbouwen, is ze gestopt bij de koppeling van de theorie van Motivaction met de keuze van persoon op de poster. De Bond geeft aan de theorie als inspiratiebron te hebben gebruikt, maar baseert de keuze van de persoon op de poster ook op deze theorie. De Bond heeft uit een Amerikaanse database stockfoto’s uitgekozen die zij gevoelsmatig het beste bij de burgerschapsstijl vond passen. Omdat er geen empirisch bewijs is dat de gekozen afbeelding het beste bij een bepaalde doelgroep past, hoeven de gekozen afbeeldingen niet een bepaalde doelgroep te representeren. Ik kies er om deze reden voor om de doelgroepen, zoals bedoeld door de Bond Tegen Vloeken, niet te gebruiken in dit onderzoek.
2.2.3 Posters De campagne bestaat uit de volgende vier posters:
Figuur 2.1. Poster moeders
Figuur 2.2. Poster creatievelingen
11
Figuur 2.3. Poster statusgevoeligen
Figuur 2.4. Poster studenten
Figuur 2.1. is de poster voor de subgroep moeders. Figuur 2.2. is de poster voor de subgroep creatievelingen. Figuur 2.3. is de poster voor de subgroep statusgevoeligen. Figuur 2.4. is de poster voor de subgroep studenten. Compositie De persoon op de poster staat centraal. Het hoofd staat duidelijk in beeld. De attributen en setting geeft de leefwereld van de persoon aan. In het midden staat groot “Ik?”. De kleuren van “Ik?” zijn in contrast met de kleuren van de foto. Rechtsonder “Ik?” staat kleiner en in het wit “Ik ben tegen vloeken”. Onderin de poster in het midden is een QR-code geplaatst met daarachter in het wit de link “www.voorrespect.nl”. Totstandkoming posters De Bond wilde breken met de traditie van één poster. Twee posters was nog steeds te weinig. Drie posters was een ‘raar’ getal. Het getal vier voelde goed. Hierom heeft de Bond gekozen voor vier verschillende posters. De persoon op de poster is een nieuwe stap voor de Bond Tegen Vloeken. Dit is de eerste keer dat de Bond een mens op een poster zet. Zo vindt er volgens de Bond meer identificatie plaats. Omdat de campagne moest bestaan uit vier posters, zijn er vier subdoelgroepen gekozen waar een foto bij is gekozen. De foto’s zijn afkomstig uit een Amerikaanse database en zijn gevoelsmatig gekozen bij de gestelde doelgroepen. De Bond prefereerde bekende Nederlanders maar dat is een precaire zaak. Deze persoon moet naar de boodschap leven en met bekende Nederlanders is het volgens de Bond maar de vraag of zij dit wel doen. De attributen op de foto’s ondersteunen de doelgroep. Een kanttekening is dat de Bond ook niet weet of deze personen echt tegen vloeken zijn. De vier foto’s die op de poster kwamen te staan moesten qua compositie op elkaar lijken zodat ze een eenzelfde lay-out voor de campagne konden krijgen. Nadat de Bond vier foto’s had gekozen, is de ontwerper na gaan denken over de lay-out van de campagneposters. De lay-out is ontworpen nadat de foto’s zijn gekozen.
12
De “Ik?” is frontaal, groot en in contrast met de achtergrondkleuren zodat de “Ik?” opvalt volgens de Bond. Het is een trigger om naar de poster toe te lopen. Dichterbij de poster zien de voorbijgangers de “Ik ben tegen vloeken” en weten ze de boodschap van de poster.
3 Methode In het hoofdstuk methode wordt ingegaan op de aard van het onderzoek, de verantwoording voor de gekozen methodes en het onderzoeksdesign. Het onderzoek is opgedeeld in twee delen: het vooronderzoek en het empirisch onderzoek. In het vooronderzoek wordt middels een literatuuronderzoek en proefinterviews ingegaan op deelvraag 1: Wat is de rol van metafuncties, modality en authenticiteit voor de geloofwaardigheid van de afgebeelde personen op de campagneposters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken”? Met de inzichten uit het vooronderzoek kunnen nieuwe posters gecreëerd worden die volgens dit onderzoek geloofwaardiger zijn dan de oorspronkelijke posters van de campagne. De aanname dat de gecreëerde posters geloofwaardiger zijn, is deels de beantwoording van de hoofdvraag. In het empirische gedeelte wordt middels een experiment ingegaan op deelvraag 2 en 3: In hoeverre worden de afgebeelde personen op de oorspronkelijke campagneposters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” als geloofwaardig beoordeeld door studenten? En in hoeverre worden de afgebeelde personen op de nieuwe campagneposters voor de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” als geloofwaardig beoordeeld door studenten? Middels semigestructureerde interviews worden respondenten gevraagd de posters te evalueren op geloofwaardigheid. Met een analyse van de commentaren kan er antwoord worden gegeven op de twee vragen. De evaluatie van de vragen kan een antwoord worden gegeven op de hoofdvraag.
3.1 Aard onderzoek Dit onderzoek is kwalitatief van aard. Ik bepaal niet hoe de werkelijkheid in elkaar zit maar vraag mijn respondenten hoe zij de werkelijkheid ervaren. Ook is het onderzoek explorerend en evaluerend van karakter. Mijn bedoeling is om met dit onderzoek een inzicht te geven in de bruikbaarheid van modality en authenticiteit om de geloofbaarheid van afgebeelde personen te analyseren. Dit doe ik middels een experiment waarmee ik een verschil in geloofwaardigheid wil aantonen. Volgens Silverman (2008) heeft een explorerend onderzoek geen eenduidige strikte structuur. Daarom ben ik vrij in mijn methodekeuze, mits de methode aansluit bij de onderzoeksvragen (Silverman, 2008, p. 147). Mijn onderzoek gaat over visuele geloofwaardigheid van de personen op de campagneposters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken”. Wat de kijker ziet en wat de persoon op de poster bij de kijker oproept zijn centrale thema’s. Het visueel sociaal semiotisch perspectief past bij deze thema’s. Middels de semiotische analyse kan de onderzoeker begrijpen hoe tekst en afbeelding samenwerken om een betekenis te maken voor de kijker, hoe de afbeelding afbreuk doet aan de tekst of de kracht van de tekst juist vergroot en andersom en kan de onderzoeker begrijpen hoe de afbeelding past in
13
zijn context (Harrison, 2003, p. 47). In de literatuurstudie geef ik een inleiding in de visuele sociale semiotiek en in het empirische gedeelte van het onderzoek zullen de interviews visueel sociaal semiotisch van aard zijn. Zo onderzoek ik de betekenis die de respondenten geven aan de afbeelding. Om de betrouwbaarheid van het onderzoek te vergroten, maak ik gebruik van triangulatie, ofwel het gebruiken van verschillende onderzoeksmethodes (Silverman, 2008, p. 157). Middels triangulatie wordt een zo groot mogelijk totaalbeeld verschaft van het onderwerp dat onderzocht wordt (Silverman, 2008, p. 260). Het onderzoek heb ik hierdoor opgedeeld in een vooronderzoek en een empirisch onderzoek. In het vooronderzoek zet ik middels literatuuronderzoek het onderwerp uiteen en verschaf ik middels het literatuuronderzoek en proefinterviews met potentiële respondenten inzicht in het begrip geloofwaardigheid in afbeeldingen. Aan de hand van dit vooronderzoek kan ik nieuwe posters voor de campagne samenstellen. In het empirisch onderzoek worden de oorspronkelijke en nieuwe posters geëvalueerd op geloofwaardigheid van de afgebeelde personen. Case study Het onderzoek heeft de vorm van een case study. Een case study is, zoals de naam al aangeeft, een geval dat in detail bestudeerd wordt met als doel zo veel mogelijk informatie beschikbaar te maken over de case (Silverman, 2007, p. 162). Er bestaat een uiteenlopende variëteit aan cases. Een case kan onder andere een geschreven document zijn, maar ook een film, bepaald gedrag of een onderwerp als ouderdom. In dit geval onderzoek ik het onderwerp geloofwaardigheid van afgebeelde personen en gebruik ik de posters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” als voorbeeld waar ik de theorie over de geloofwaardigheid kan koppelen. Volgens Flyvbjerg (2006) bestaan er verschillende misverstanden over case studies. Eén van de misverstanden is dat theoretische kennis waardevoller is dan contextafhankelijke praktische kennis. Een vorm van kritiek voor dit onderzoek zou kunnen zijn dat de theorie onderzocht wordt met slechts één voorbeeld. Flyvbjerg zegt hierover dat mensen juist leren wanneer men in detail een case onderzoekt (Flyvbjerg, 2006, p. 222). Wanneer een onderzoeker meerdere zaken in één keer onderzoekt, blijft hij aan de oppervlakte en kan onvoldoende onderwerp inhoudelijke uitspraken doen. Daarom ga ik in dit onderzoek gedetailleerd in op geloofwaardigheid van afgebeelde personen. De resultaten die uit deze case study naar voren komen zijn te generaliseren. Flyvbjerg noemt het een misverstand wanneer iemand dit niet denkt. Case studies zijn te generaliseren wanneer de onderzoeker zijn experiment, case en ervaring goed verantwoordt zodat het werk valide en betrouwbaar is (Flyvbjerg, 2006, p. 226). Met de case study geef ik in een inzicht in de bruikbaarheid van het begrip modality en authenticiteit om de geloofwaardigheid van afgebeelde personen te analyseren.
3.1.1 Gekozen methodes Literatuurstudie Voor ik aan het empirische gedeelte van het onderzoek kan beginnen, wil ik eerst weten wat de rol van metafuncties, modality en authenticiteit zijn voor de geloofwaardigheid van de afgebeelde personen op de campagneposters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken”. De meest passende methode voor het onderzoeken van deze vraag is beschrijvend onderzoek in de vorm van een literatuurstudie (zie hoofdstuk 4 en 5). Een literatuurstudie is de passende methode omdat dit een oriënterend en definiërend kader als doel heeft (Silverman, 2008, p. 105). Met de literatuurstudie kan ik een definitie geven van de concepten metafunctie, modality en authenticiteit. Verder geef ik middels de literatuurstudie de
14
relatie aan tussen de concepten en breng ik ze in verband met geloofwaardigheid van personen op afbeeldingen en met de personen op de posters van de campagne. Het voordeel van de literatuurstudie is dat het onderzoeksonderwerp wordt afgekaderd, zodat de onderzoeker iets kan vertellen over het onderwerp. Mocht het onderwerp te breed gekaderd worden, blijft de onderzoeker op de oppervlakte en kan zo niet iets inhoudelijks over het onderwerp vertellen (Silverman, 2008, p. 107). Oriënterende proefinterviews Ik wil weten hoe respondenten de werkelijkheid ervaren en wat voor betekenis zij geven aan de personen op de campagneposters. Daarom heb ik ervoor gekozen oriënterende proefinterviews te houden bij potentiële respondenten. Deze interviews verkennen wat respondenten onder geloofwaardigheid verstaan en dragen bij aan het beantwoorden van deelvraag 1. Design van nieuwe posters aan de hand van vergaarde inzichten Aan de hand van het vooronderzoek creëer ik nieuwe posters. Aan de hand van de theoretische inzichten uit de literatuurstudie en de inzichten uit de proefinterviews moeten de personen op de nieuwe posters geloofwaardig zijn voor de kijker. Het voordeel van nieuwe stimuli maken, is dat de posters geëvalueerd kunnen worden. Het nadeel van nieuwe stimuli maken, is dat deze contextafhankelijk gemaakt worden. De personen die gebruikt worden voor de nieuwe posters (zie paragraaf 3.2.4) dragen eigen kleding en kijken op hun eigen manier. Om de betrouwbaarheid van het creëren van de posters te vergroten, manipuleer ik zo min mogelijk aan de posters en pre test ik opties voor de nieuwe posters (zie 3.2.4 nieuwe posters). Experiment Wanneer het vooronderzoek is afgerond, kan het empirische gedeelte van het onderzoek uitgevoerd worden. In het onderzoek wil ik erachter komen in hoeverre de oorspronkelijke posters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” als geloofwaardig beoordeeld worden door studenten en in hoeverre de nieuwe posters als geloofwaardig beoordeeld worden door studenten. De posters worden geëvalueerd, met elkaar vergeleken. Een passende methode om de posters met elkaar te vergelijken is het uitvoeren van een evaluerend onderzoek middels een experiment. Een voordeel van een experiment is controle. De onderzoeker bepaalt wie participeert aan het experiment en wat er onder welke omstandigheden gebeurt. In verschillende groepen wordt de experimentele stimulus gemanipuleerd om na te gaan welk effect deze onafhankelijke variabele heeft op de groep (’t Hart, Boeije & Hox, 2005, p. 178, 179). Een nadeel van een experiment zijn de externe factoren. De onderzoeker moet er zeker van zijn dat het geconstateerde gedrag of de houding toe te schrijven is aan de experimentele stimulus of aan externe factoren (’t Hart, Boeije & Hox, 2005, p. 180). De invloed van externe factoren kan worden omzeild door een controlegroep in te zetten waarbij de variabelen zo constant mogelijk worden gehouden als bij de experimentele conditie. Bij de controlegroep vindt geen manipulatie plaats (’t Hart, Boeije & Hox, 2005, pp. 180-182). Voorbeelden van externe factoren zijn heterogeniteit, geslacht, locatie en lawaai. In dit onderzoek kies ik voor een quasi-experimenteel ontwerp (’t Hart, Boeije & Hox, 2005, p. 194). Dit type experiment wordt vaak gebruikt bij evaluatieonderzoek. Ik maak gebruik van een experimentele groep en een controlegroep. Er vindt een meting plaats na blootstelling aan het stimulusmateriaal. Ik maak geen gebruik van een voormeting omdat de voorkennis van deze meting ervoor kan zorgen dat de respondenten in de gaten krijgen waar het in het experiment om gaat. Deze kennis kan een effect hebben om de uitkomsten (’t Hart, Boeije & Hox, 2005, p. 191).
15
De data wordt in het experiment verzameld via semigestructureerde interviews. De vragen worden gebaseerd op theoretische begrippen en de antwoorden op deze vragen dienen als waarden voor deze theoretische begrippen (’t Hart, Boeije & Hox, 2005, p. 237, 275). Allereerst bepaal ik welke concepten een rol spelen in het theoretisch kader. Vervolgens maak ik deze concepten operationaliseerbaar voor het interview (’t Hart, Boeije & Hox, 2005, p. 238). Om valide en betrouwbare antwoorden op de vragen te krijgen, formuleer ik de vragen kort en eenvoudig in taalgebruik dat aansluit bij de respondent zonder te sturen op een antwoord. Ik stel per keer één vraag die niet dubbelzinnig interpreteerbaar is (’t Hart, Boeije & Hox, 2005, p. 239). De vragen worden in een willekeurige volgorde gevraagd om het volgorde-effect tegen te gaan. Na de dataverzameling transcribeer ik de interviews en analyseer ik de uitspraken door alle commentaren over een onderwerp te vergelijken.
3.1.2 Rol van de onderzoeker Door mijn eerdere onderzoek naar de posters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” (Pistorius & Spiekermann, 2014) weet ik dat studenten de personen op de posters van de campagne niet realistisch vinden. In de interviews vertelden de studenten dat ze de personen op de posters ‘nep’ vonden en scoorden allen nihil op identificatie. Middels het literatuuronderzoek kan ik aantonen waarom studenten de posters ‘nep’ vinden. Door ditzelfde onderzoek heb ik al contact gehad met de Bond Tegen Vloeken. Met dhr. Alderliesten heb ik interviews afgenomen (Pistorius & Spiekermann, 2014) en hij is nu mijn contactpersoon tijdens het schrijven van deze scriptie. Dankzij dit contact heb ik nagedacht over de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” en voor mijn gevoel denkt de doelgroep meer na over de personen op de posters in relatie tot de boodschap die op de posters staat dan dat ze reflecteren over hun eigen vloekgedrag, wat het doel is van de campagne (Pistorius & Spiekermann, 2014). Om de betrouwbaarheid van mijn onderzoek te vergroten en niet blindelings aannames te doen, heb ik gekozen voor meerdere methodes (zie eerder in paragraaf 3.1). Tijdens de proefinterviews over geloofwaardigheid stel ik vragen die verkennend van karakter zijn. Deze vragen zijn soms suggestief en niet samengesteld aan de hand van theoretische inzichten. Tijdens de interviews in het empirische gedeelte van het onderzoek stel ik vragen die samengesteld zijn aan de hand van inzichten die voortvloeien uit de literatuurstudie. Ik zal niet sturen of suggereren en enkel de topics bespreken die de respondenten aandragen.
3.2 Vooronderzoek 3.2.1 Literatuuronderzoek Een literatuuronderzoek is de beste manier om te onderzoeken wat de rol van modality en authenticiteit is voor de geloofwaardigheid van de afgebeelde personen op de campagneposters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken”. De uiteindelijk gekozen literatuur voeg ik samen in een theoretisch kader, waar ik de literatuur uiteenzet, kritisch naar de literatuur kijk, de relatie tussen de verschillende publicaties aangeef en de relatie van de literatuur met het onderwerp aangeef. De inzichten uit de literatuurstudie kan ik gebruiken om interviewvragen te maken die inzicht te geven in de geloofwaardigheid van de afgebeelde personen op de posters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” en de nieuw gecreëerde posters. Middels Google Scholar heb ik gezocht op de volgende trefwoorden: “modality”, “geloofwaardigheid”, “visuele geloofwaardigheid”, “sociale semiotiek”. Dit heb ik ook met dezelfde Engelse trefwoorden gedaan. De literatuur die daaruit naar voren kwam (Harrison (2003), Blom (2009)
16
en De Roos (2010)), refereerden vaak aan de literatuur die hieronder aan bod komt. Ik heb er voor gekozen om deze literatuur als kapstok te gebruiken voor mijn theoretisch kader. Allereerst geef ik met behulp van Chandler (2002) een inleiding in de semiotiek. Vervolgens leg ik de brug naar sociale semiotiek met onder andere Van Leeuwen (2005). Daarna wordt het onderwerp verdiept naar visuele sociale semiotiek waar ik het werk uiteenzet van Kress en Van Leeuwen (2006) die toonaangevend werk hebben verricht in sociaal-semiotisch onderzoek naar de visuele aspecten in afbeeldingen. Verschillende wetenschappers die onderzoek doen naar afbeeldingen refereren vaak aan dit werk (onder andere Harrison (2003) en Chandler (2007)). Vervolgens zet ik het werk van Harrison (2003) uiteen, waar wordt ingegaan op betekenisgeving in afbeeldingen. Ze biedt een handvat om afbeeldingen en hun betekenis te analyseren. Ze zegt dat metafuncties inzicht geven in het maken van betekenis (Harrison, 2003, p. 50). Haar definitie van metafuncties (gebaseerd op Kress & Van Leeuwen (2006)) ziet er als volgt uit: “Essentially (…) an image performs, simultaneously, three kinds of meta-semiotic tasks to create meaning. These tasks are called the representational metafunction, interpersonal metafunction and compositional metafunction” (Harrison, 2003, p. 50).
Dan ga ik in op modality. Kress en Van Leeuwen geven een uitgebreide beschrijving van modality en hoe modality onderzocht kan worden (Kress & Van Leeuwen, 2006, pp. 154-174). Ze geven de volgende definitie van modality: “The term ‘modality’ comes from linguistics and refers to the truth value or credibility of (linguistically realized) statements about the world” (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 155).
Omdat modality niet iets vertelt over de afgebeelde persoon op een afbeelding (zie inleiding H5) heb ik op aanraden van mijn scriptiebegeleider de marketeer Edgar Keehnen om raad gevraagd. Hier komt het onderwerp authenticiteit aan bod. Authenticiteit, of echtheid, van een persoon is het kernwoord wat betreft geloofwaardigheid (persoonlijke communicatie 10/04/2014). Met Google Scholar heb ik gezocht op de volgende trefwoorden: “authenticiteit”, “authentieke modellen” en “authenticiteit in campagnes”. Dit heb ik ook met dezelfde Engelse trefwoorden gedaan. De Dove campagne van enkele jaren terug kwam hier duidelijk naar voren (Dove Global (2010), Green (2013) Ketelaar (2006) en Unilever (2014)). Ook enkele artikelen van Keehnen kwamen naar voren waar zijn samenwerking met Sikkel relevant is voor mijn onderzoek (Sikkel & Keehnen, 2005). In de literatuurstudie zet ik deze werken uiteen en leg ik uit hoe authenticiteit past in mijn onderzoek. Mijn scriptiebegeleider heeft enkele artikelen aangedragen die de literatuurstudie op het gebied van authenticiteit konden aanvullen (Loos (2013), Van Selm, Westeros & De Vos (2007) en Suokannas (2005)). Ook deze werken worden opgenomen in de literatuurstudie waardoor ik meer inzicht in authenticiteit in campagnes kan krijgen.
3.2.2 Oriënterende proefinterviews Oriënterende proefinterviews zijn in dit onderzoek vereist om te onderzoeken wat respondenten verstaan onder geloofwaardigheid op afbeeldingen. De proefinterviews dragen bij aan het beantwoorden van deelvraag 1. Tijdens de oriënterende proefinterviews vraag ik zes verschillende studenten, drie vrouwen en drie mannen om geslacht geen rol te laten spelen, verschillende vragen over geloofwaardigheid. De studenten moeten representatief zijn voor de respondenten van het empirisch onderzoek (zie 3.3.3 respondenten) en mogen na de proefinterviews niet participeren aan het empirisch onderzoek omdat ze anders meer voorkennis zouden hebben dan de andere participanten. Ik laat de oorspronkelijke
17
posters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” om en om aan de respondenten zien en vraag de volgende vragen in willekeurige volgorde: Vragen oriënterende proefinterviews
Wanneer kunt u zich identificeren met een persoon op een afbeelding? Wanneer staat iemand geloofwaardig afgebeeld volgens u? In hoeverre kunt u zich identificeren met de persoon op de poster? In hoeverre zou deze persoon iemand uit uw omgeving kunnen zijn? Wat vind u van de uitstraling van de persoon op de poster? In hoeverre is de persoon op de poster tegen vloeken volgens u? Wat maakt de persoon op de poster (on)geloofwaardig? Wat zou u veranderen aan de persoon op de poster om de geloofwaardigheid van de poster te bevorderen?
Deze vragen zijn gevormd om het interview in te leiden. Wanneer de respondent een onderwerp aankaart, gaan we in op dit onderwerp. Verder suggereer ik geen andere onderwerpen dan die in de vragen zijn opgenomen.
3.2.3 Nieuwe posters Wanneer ik weet wat geloofwaardigheid in afbeeldingen is, of nog preciezer geloofwaardigheid van afgebeelde personen, heb ik een handvat om mogelijk de kans te vergroten dat de afgebeelde personen op de campagneposters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” geloofwaardiger beoordeeld worden door studenten. Zo kan ik nieuwe posters creëren. In het experiment (zie paragraaf 3.3), evalueren respondenten de nieuwe posters op geloofwaardigheid. De vergelijking met de twee oorspronkelijke campagneposters moet de doorslag geven of de afgebeelde personen op de posters op deze wijze geloofwaardiger zijn. Middels het handvat maak ik een vijftal nieuwe posters voor beide posters die ik laat pretesten. De geloofwaardigste nieuwe poster zal gebruikt worden als stimulus bij het empirische gedeelte van het onderzoek. Met een fotocamera Canon EOS 6ooD maak ik de vijf foto’s per postersoort. Tijdens de pretest leg ik zes verschillende studenten, drie vrouwen en drie mannen om geslacht geen rol te laten spelen, de vijf nieuwe foto’s voor de twee posters voor. De studenten moeten representatief zijn voor de respondenten van het empirisch onderzoek (zie 3.3.3 respondenten) en mogen na de beoordeling van de nieuwe varianten niet participeren aan het empirisch onderzoek omdat ze anders meer voorkennis zouden hebben dan de andere participanten. Tijdens de pretest leg ik de vijf nieuwe varianten voor een poster willekeurig naast elkaar. Aan de respondent vertel ik het doel van de campagne, namelijk dat de Bond Tegen Vloeken middels de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” ervoor wil zorgen dat de kijker zich bewust wordt van zijn eigen vloekgedrag (Pistorius & Spiekermann, 2014, p. 7). Met dit bericht in het achterhoofd vraag ik de respondenten de volgende vragen: Vragen pretest nieuwe posters
Welke foto is het geloofwaardigst voor de campagne? Waarom is de gekozen foto het geloofwaardigst voor de campagne?
18
Deze procedure herhaal ik bij de vijf nieuwe varianten voor de andere poster. De pretest zal ongeveer vijf minuten duren per postersoort per persoon. De foto die door de respondenten als geloofwaardigst beoordeeld wordt, zal gebruikt worden als stimulus in het empirische gedeelte van het onderzoek. De nieuwe verschillende fotovarianten zijn te vinden in bijlage A.1. Het commentaar op de foto’s zijn te vinden in bijlage A.2. De Bond Tegen Vloeken heeft de oorspronkelijke instellingen en elementen van de posters beschikbaar gesteld. Met het softwareprogramma Adobe Photoshop Creative Suite 6 krijgen de gekozen foto’s dezelfde foto instellingen en elementen als de oorspronkelijke posters. Volgens de literatuur moet een persoon die gebruikt wordt voor een campagne authentiek zijn (zie paragraaf 5.1). Om de authenticiteit van de campagneposters te verhogen, moet ik twee Nederlandse personen fotograferen die men in het dagelijks leven tegen zou kunnen komen. Ik ga op zoek naar personen die op de personen op de posters lijken om zo min mogelijk te manipuleren. Een vereiste is dat ze Nederlands zijn en ongeveer dezelfde huidskleur, leeftijd, haarkleur en haarlengte hebben. Deze personen heb ik gevonden in mijn eigen vriendenkring. Om de betrouwbaarheid van het onderzoek te vergroten manipuleer ik enkel de persoon op de posters. Dit betekent dat ik de achtergrond, tekst, kleur van de tekst en grootte van de tekst hetzelfde laat als op de oorspronkelijke posters. Ik onderzoek de geloofwaardigheid van de afgebeelde persoon. Wanneer ik de andere factoren in de posters verander, kunnen deze factoren meespelen in de beoordeling van de respondenten. Er zijn echter vijf manipulaties die, buiten de persoon op de poster om, mee veranderen en onvermijdelijk zijn. Dit zijn de zonnebril, het leren jack en de scooter op de poster van het meisje en de tas en het leren jack op de poster van de jongen. Een vereiste is dat de zonnebril, het leren jack en de scooter eigendom zijn van het meisje dat ik fotografeer en zo veel mogelijk lijken op de oorspronkelijke poster. Dit geldt ook voor de tas en het leren jack van de jongen. Dit is geen garantie dat de kleuren en vormen exact overeen komen met elementen op de oorspronkelijke posters. De reden dat de elementen eigendom moeten zijn van het meisje en de jongen is omdat dit het dichtstbij de realiteit komt.
19
Vier uit de zes respondenten hebben de volgende foto gekozen als de geloofwaardigste foto voor de jongen met het leren jack:
Figuur 3.1. Geloofwaardigste jongen (man 3)
De foto dekt volgens de respondenten de serieuze lading van de boodschap, omdat de jongen volgens de respondenten een natuurlijke en vriendelijke uitstraling heeft. Dit komt door zijn ontspannen gezicht en zijn natuurlijke houding. De jongen vraagt om aandacht, hij schreeuwt niet om aandacht. Dit vinden de respondenten goed. Op de andere foto’s staat de jongen volgens de respondenten te gemaakt boos (zie bijlage A.2). Na aanpassing met het softwareprogramma ziet de poster er als volgt uit:
Figuur 3.2. Stimulus N1
Figuur 3.3. Stimulus O1
20
Deze poster zal gelden als stimulus N1 in het empirisch onderzoek. Ter vergelijking staat naast de nieuwe poster de oorspronkelijke poster van de Bond Tegen Vloeken weergegeven. Drie uit de zes respondenten hebben de volgende foto gekozen als de geloofwaardigste foto voor het meisje op de scooter:
Figuur 3.4. Geloofwaardigste meisje (vrouw 1)
Het meisje op de scooter heeft volgens de respondenten iets te vertellen en schreeuwt niet om aandacht. Dit komt door haar natuurlijke blik en haar daadkrachtige en natuurlijke houding. Op de andere foto’s kijkt het meisje volgens de respondenten niet natuurlijk of nors, iets wat volgens de respondenten niet overeenkomt met de boodschap (zie bijlage A.2). Na aanpassing met het softwareprogramma ziet de poster er als volgt uit:
Figuur 3.5. Stimulus N2
Figuur 3.6. Stimulus O2
21
Deze poster zal gelden als stimulus N2 in het empirisch onderzoek. Ter vergelijking staat naast de nieuwe poster de oorspronkelijke poster van de Bond Tegen Vloeken weergegeven.
3.3 Empirisch onderzoek Middels het empirisch onderzoek worden de personen op de oorspronkelijke posters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” en op nieuwe posters beoordeeld op geloofwaardigheid. Met de analyse van het materiaal kan antwoord gegeven worden op deelvraag 2 en 3. Met de evaluatie van de resultaten kan een antwoord worden gegeven op de hoofdvraag. Met het vooronderzoek heb ik een instrument als handvat gecreëerd waarmee ik kan evalueren hoe geloofwaardig een persoon op een poster is. Dit handvat integreer ik in een experiment waar respondenten de posters van de campagne analyseren op geloofwaardigheid. Aan de hand van dit instrument stel ik een semigestructureerd interview samen waarin studenten de geloofwaardigheid van de personen op campagneposters beoordelen. Dit interview zal in de vorm zijn van een sociaal semiotische analyse.
3.3.1 Experiment In het experiment onderzoek ik in hoeverre de personen op de oorspronkelijke posters en de nieuwe posters als geloofwaardig beoordeeld worden. In de analyse vergelijk ik ook de beoordelingen van de oorspronkelijke en nieuwe posters. Hier laat ik de overeenkomsten en verschillen in beoordeling zien. Mijn aanname is dat de nieuwe posters (herontworpen op basis van inzichten uit het vooronderzoek en de literatuurstudie) geloofwaardiger zullen worden beoordeeld dan de oorspronkelijke posters. De interviews zullen ongeveer een uur duren en worden afgenomen bij de respondenten thuis. Omdat de respondenten bestaan uit een uiteenlopende groep studenten, wil ik hun de moeite besparen om naar een vaste plek toe te komen waar per se het onderzoek zou moeten worden uitgevoerd. Ik ga bij de respondenten langs. Een vereiste is dat het interview afgenomen wordt in een kamer waar alleen ik, de onderzoeker, en de respondent aanwezig zijn. De interviews worden opgenomen. Tijdens het experiment leg ik mijn respondenten één van de condities voor. Ik leg de respondent uit dat ik een onderzoek doe naar geloofwaardigheid in afbeeldingen. In een semigestructureerd interview laat ik de respondent de personen op de posters beoordelen op geloofwaardigheid. Ik vertel de respondent dat er geen goede of foute antwoorden zijn, dat ik naar hun mening vraag en graag wil dat ze het interview zo eerlijk mogelijk beantwoorden. Wanneer er tijdens het interview een voor mij ambigu of onduidelijk antwoord wordt gegeven, vraag ik door totdat ik begrijp wat de respondent bedoelt om zo veel mogelijk informatie te genereren. Het gesprek wordt opgenomen voor de betrouwbaarheid van het onderzoek en de respondent mag naar de stimulus blijven kijken. Nadat de interviews zijn afgenomen, transcribeer ik de gesprekken om de betrouwbaarheid van het onderzoek te vergroten. Ik sorteer de antwoorden die iets vertellen over hetzelfde onderwerp en analyseer ze. Na de sociaal-semiotische analyse hoop ik inzicht te hebben gekregen in hoeverre de op de campagneposters afgebeelde personen qua geloofwaardigheid beoordeeld zijn, wat de overeenkomsten en verschillen zijn van de condities en of de oorspronkelijke dan wel de nieuwe campagneposters geloofwaardiger zijn volgens de respondenten.
3.3.2 Condities Het experiment bestaat uit vier condities. Bij elke conditie vindt dezelfde procedure plaats, wordt hetzelfde interview voorgelegd en dezelfde soort setting gebruikt.
22
Oorspronkelijke posters Het stimulusmateriaal van de conditie 1a en 1b betreft twee van de vier oorspronkelijke posters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken”. Hier beoordelen de respondenten de posters op geloofwaardigheid. Middels de resultaten van conditie 1a en 1b wordt er een antwoord gegeven op de vraag in hoeverre studenten de afgebeelde personen op de posters als geloofwaardig beoordelen. De keuze is gevallen op de poster met de blonde blanke jongen met het zwarte jack en de poster met het blonde blanke meisje op een scooter. De keuze van deze posters is gefundeerd op twee argumenten. (1.) De personen op de posters hebben dezelfde huidskleur. Er is ook een poster met een getinte jongen met een cello (zie paragraaf 2.2.3). Er is bewust gekozen voor dezelfde huidskleur omdat anders de factor huidskleur een rol kan gaan spelen in het onderzoek. (2.) De personen op de posters hebben ongeveer dezelfde leeftijd. Er is ook een poster met een wat oudere vrouw met een kinderwagen (zie bijlage 2.2.3). Er is ook bewust gekozen voor dezelfde leeftijd omdat anders de factor leeftijd en eventueel ouderschap een rol kan gaan spelen. In conditie 1a krijgen de respondenten de oorspronkelijke poster van de jongen met het leren jack te zien als stimulus. De poster wordt voor de analyse aangeduid als poster O1 en ziet er als figuur 3.3. In conditie 1b krijgen de respondenten de oorspronkelijke poster van het meisje met de scooter te zien als stimulus. De poster wordt voor de analyse aangeduid als poster O2 en ziet er als figuur 3.6.
Figuur 3.3. Stimulus O1
Figuur 3.6. Stimulus O2
23
Stimuli nieuwe posters Het stimulusmateriaal van conditie 2a en 2b betreft de nieuwe posters die gecreëerd zijn met de inzichten uit het vooronderzoek. Ook deze posters worden beoordeeld op geloofwaardigheid. In conditie 2a krijgen de respondenten de nieuwe poster van de jongen met het leren jack te zien als stimulus. De poster wordt voor de analyse aangeduid als poster N1 en ziet er uit als figuur 3.2. In conditie 2b krijgen de respondenten de nieuwe poster van het meisje met de scooter te zien als stimulus. De poster wordt voor de analyse aangeduid als poster N2 en ziet er uit als figuur 3.5.
Figuur 3.2. Stimulus N1
Figuur 3.5. Stimulus N2
In bijlage B zijn de vergrote versies van het stimulusmateriaal te vinden.
3.3.3 Respondenten Keuze doelgroep onderzoek Omdat de Bond Tegen Vloeken geen empirisch bewijs heeft dat een gekozen afbeelding bij een bepaalde doelgroep past, hoeven de gekozen afbeeldingen niet een bepaalde doelgroep te representeren (zie paragraaf 2.2.2). Ik heb ervoor gekozen om de doelgroepen, zoals bedoeld door de Bond Tegen Vloeken, niet te gebruiken. Als respondenten wil ik een zo homogeen mogelijke groep. Ik heb gekozen voor Utrechtse studenten tussen de 20 en 25 jaar oud, omdat dit voor mij een makkelijk toegankelijke groep is en het eerdere onderzoek voor Veranderen met Beleid ook met Utrechtse studenten is uitgevoerd (Pistorius & Spiekermann, 2014, p. 10). Binnen zes interviews wordt 94% van alle thema’s geïdentificeerd (Guest e.a., 2005, p. 73). Wegens de tijd die het kost om alle interviews uit te werken en te analyseren, heb ik ervoor gekozen om acht interviews per conditie te houden Om de efficiëntie te vergroten, kies ik ervoor dat alle respondenten twee posters beoordelen waardoor ik zestien respondenten nodig heb. Een respondent beoordeelt beide oorspronkelijke posters of beide nieuwe posters op geloofwaardigheid. Om het volgorde-effect tegen te gaan en zo valide mogelijk te zijn, wissel ik de volgorde van blootstelling af.
24
Voor het onderzoek kies ik acht mannelijke studenten en acht vrouwelijke studenten die evenredig verdeeld worden over de condities zodat ik kan onderzoeken of mannen en vrouwen verschillend reageren op de posters.
3.3.4 Semigestructureerde interviews De semigestructureerde interviews zijn samengesteld uit de sociaal semiotische inzichten van de literatuurstudie. De informatie die uit het afnemen van de interviews naar voren komt, zegt iets over de geloofwaardigheid van de afgebeelde personen op de oorspronkelijke posters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” en over de nieuwe posters. Het interview is een semigestructureerd interview en bestaat uit veertien topics per conditie. Bij de introductie van een topic een introducerende vraag gesteld om de respondent de richting van het gesprek aan te geven. Tijdens het interview wordt er enkel doorgevraagd wanneer de respondent een ambigu, onduidelijk of onvolledig antwoord geeft. Topics De resultaten uit de literatuurstudie leveren inzicht op in de geloofwaardigheid van een afgebeeld persoon. Dit inzicht is omgezet naar een semigestructureerd interview dat bestaat uit een sociaal semiotische analyse en is te vinden in bijlage C. Het interview bestaat uit veertien topics per conditie. De volgende topics komen aan bod: identificatie, kleurverzadiging, kleurdifferentiatie, kleurmodulatie, achtergrond, representatie, diepte, verlichting, helderheid, context, blik, houding, achtergrond, authenticiteit en geloofwaardige vertolker. De respondenten geven met een schoolcijfer aan hoe geloofwaardig ze een topic vinden. Vervolgens moeten ze het desbetreffende cijfer motiveren. De topics worden in de literatuurstudie uitgebreid uitgelegd (zie paragraaf 4.3.2, 5.2.4 en bijlage F). De respondenten kunnen een andere betekenis achter een topic zoeken of hebben een andere betekenis in hun hoofd zitten. Om de ambiguïteit over de definities van de topics op te heffen, heb ik een bijlage gecreëerd waarin de topics uitgelegd worden en de respondenten kunnen oefenen met de definities. Deze bijlage is te vinden in bijlage D. De respondenten mogen deze bijlage gedurende het hele interview inkijken. Pretest De bovengenoemde procedure en setting van het interview zal eerst een pretest met 4 studenten ondergaan voordat het interview in de praktijk afgenomen wordt. Tijdens de pretest neem ik het interview af volgens de bovengenoemde procedure en setting. De studenten krijgen een willekeurige conditie toebedeeld en moeten representatief zijn voor de respondenten van het empirisch onderzoek (zie 3.3.3 respondenten) en mogen na beoordeling van het interview niet meer participeren aan het empirisch onderzoek omdat ze anders meer voorkennis zouden hebben dan andere participanten. Tijdens het interview mag de respondent geen opmerkingen of aanmerkingen geven over de procedure of setting van het interview. Na het interview vraag ik de respondent om feedback. Ik stel de volgende vragen: Vragen pretest interview
Wat ging goed in het interview? Wat kan verbeterd worden aan het interview? Wat viel u verder op aan het interview?
25
Vervolgens beantwoord ik ook voor mezelf de bovenstaande vragen en neem ik de antwoorden van de respondent mee om te onderzoeken hoe ik de interviews kan optimaliseren. Het interview zal ongeveer een uur duren en de feedback ongeveer tien minuten per persoon. Aan de hand van de pretesten stel ik het definitieve interview samen. Feedback De pretesten verliepen spoedig. De vragen waren duidelijk en de bijlage zorgde ervoor dat de respondenten een volledig antwoord konden geven op de vragen. De oefenvragen die in de bijlage over de topics aanwezig waren, namen veel tijd in beslag. Ik merkte dat de focus hierdoor meer op de topics zelf werden gelegd dan op de te onderzoeken conditie. Ook was er soms onduidelijkheid wanneer een respondent naar de bijlage moest kijken en wanneer de respondent een vraag moest beantwoorden. De respondenten vinden dat de vragen en de structuur van het interview duidelijk zijn (respondent 1, 2, 3 en 4). Door na de gegeven schoolcijfers meteen door te vragen blijft de respondent gefocust (respondent 1). De bijlage is goed omdat het de vragen goed aanvult en de respondenten op één lijn zitten met de onderzoeker (respondent 2, 3 en 4). Een verbeterpunt is dat tussen de stimuli door een pauze moet worden ingelast omdat het interview vereist dat de respondenten veel na moeten denken (respondent 1 en 4). Ook geeft een respondent aan dat de extra in de bijlage te veel zijn (respondent 3). Op mijn interviewstijl kwam ook commentaar. Ik moet wat rustiger zijn (respondent 3) en oppassen met gesloten vragen (respondent 1 en 4). Ik laat de vragen hetzelfde. De bijlage pas ik aan door de oefening eruit te halen. De nieuwe versie van de bijlage is te vinden in bijlage E. In de procedure las ik een korte pauze in om de respondent tot rust te laten komen en ik let er extra op dat ik tijdens het doorvragen geen gesloten vragen meer stel.
3.3.5 Analyse Nadat de interviews zijn afgenomen, worden de schoolcijfers ondergebracht in tabellen en de gesprekken getranscribeerd. Uit de commentaren komen bepaalde thema’s naar voren die steeds terugkomen in de interviews. Met het softwareprogramma NVivo sorteer ik de commentaren op thema en probeer ik bepaalde patronen in de thema’s te vinden. Met de sociaal semiotische analyse wordt vastgesteld in hoeverre de afgebeelde personen op de oorspronkelijke posters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” en de nieuwe posters als geloofwaardig beoordeeld worden door studenten. Ik ga op zoek naar welke visuele tekens voor deze beoordeling zorgen. Met deze analyse worden ook de oorspronkelijke posters van de campagne vergeleken met de nieuwe posters. Zo kan worden bepaald welke overeenkomsten en verschillen er zijn tussen de condities en welke conditie geloofwaardiger is volgens de respondenten en welke visuele tekens hier een rol in spelen. NVivo NVivo is een softwareprogramma om data vergaard door kwalitatieve methodes te analyseren. Het sorteert de commentaren uit de transcripten van de interviews op codesystemen. In een oogsopslag staan alle commentaren uit alle interviews die hetzelfde topic behandelen onder elkaar. Aan de hand van de topiclijst worden de interviews afgenomen en getranscribeerd. De transcripten worden opgenomen in Nvivo. In het nalopen van de transcripten worden terugkerende thema’s ontdekt die de respondenten aanhalen. De commentaren die hetzelfde thema behandelen,
26
worden voorzien van een code. Zo weet het programma welke commentaren bij elkaar horen. Wanneer de onderzoeker iets wil zeggen over een bepaald thema, zoekt het programma de relevante commentaren bij elkaar. Naast de sociaal semiotische analyse heb ik per conditie een tabel waarin staat hoe geloofwaardig de respondenten een stimulus waarderen met schoolcijfers. Ook heb ik na analyse het commentaar van de respondenten gesorteerd op verschillende hoofdcategorieën. Dit commentaar zet ik per hoofdcategorie uiteen. Met de tabellen en het commentaar van de oorspronkelijke posters kan ik antwoord geven op deelvraag 2 en 3. Met een evaluatie van de resultaten kan een antwoord worden gegeven op de hoofdvraag.
4 Literatuurstudie I: Semiotiek In dit hoofdstuk worden theorieën besproken die inzicht bieden in de geloofwaardigheid van afgebeelde personen op campagneposters. Met deze theorieën kan een antwoord gegeven worden op de vraag: Wat is de rol van metafuncties, modality en authenticiteit voor de geloofwaardigheid van de afgebeelde personen op de campagneposters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken”? Ook kan met op basis van deze theoretische inzichten een interview samengesteld worden dat respondenten vraagt hoe geloofwaardig zij de personen op de oorspronkelijke campagneposters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” vinden en hoe realistisch zij de nieuwe campagneposters vinden. Met behulp van Chandler (2002, 2007) wordt een inleiding gegeven in semiotiek. Hierin worden het model van Saussure uitgelegd en de begrippen denotatie en connotatie behandeld. Vervolgens wordt de brug gelegd naar sociale semiotiek met behulp van onder andere van Van Leeuwen (2005). Hierin wordt het verschil tussen semiotiek en sociale semiotiek uiteengezet. Daarna volgt een verdieping van sociale semiotiek in de vorm van visuele sociale semiotiek. Kress en Van Leeuwen hebben op dit gebied een toonaangevend boek geschreven (Kress & Van Leeuwen, 2006). Ook wordt in dit gedeelte met behulp van onder andere Harrison (2003) de drie metafuncties behandeld en wordt duidelijk wat de rol van modality is in visuele sociale semiotiek. Als laatste wordt bepaald hoe deze theorieën gebruikt kunnen worden voor het empirische gedeelte van het onderzoek.
4.1 Semiotiek Semiotiek is kortweg gezegd de studie van tekens (Chandler, 2007, p. 1) en komt voort uit het sociaal constructivisme waarin aanhangers ervan overtuigd zijn dat de werkelijkheid is opgebouwd uit sociale afspraken, of constructen. We leven in een wereld van tekens en kunnen de wereld enkel begrijpen door deze tekens. De semiotiek komt voor uit de linguïstiek maar is toepasbaar op alles waar wij betekenis aan kunnen geven: handelingen, gebaren, houdingen, inrichtingen, stijl et cetera (Chandler, 2007, p. 5). De tekens lijken transparant maar zijn opgebouwd uit sociale conventies en zijn geheel afhankelijk van menselijke interpretaties. Middels semiotiek kunnen we bewust worden van deze tekens en ontdekken hoe betekenis wordt gegeven aan tekens (Chandler, 2007, p. 10, 11).
27
Semiotiek wordt eerder gezien als een analysemethode dan als studie of wetenschap (Chandler, 2002, p. 214). Toch biedt het een onderzoek met centrale zorg voor betekenisgeving dat doorgedrongen is in veel disciplines (Chandler, 2002, p. 214). We moeten ons wenden tot semiotici, willen we iets weten over betekenisgeving en representatie (Chandler, 2002, p. 214). De grondleggers van de semiotiek zijn Ferdinand de Saussure en Charles Sanders Peirce (Chandler, 2007, p. 3). De linguïst Saussure ziet zijn semiology als een wetenschap die de rol van tekens onderzoekt als deel van het sociale leven (Chandler, 2007, p. 3). Hij gaat uit van het structuralistisch determinisme. Dit betekent dat tekens opgebouwd zijn vanuit een systeem en dat vanuit dit systeem het gebruik van tekens wordt bepaald, niet andersom (Chandler, 2007, p. 9). Saussure legt het structuralistisch determinisme uit aan de hand van het verschil tussen langue (taal) en parole (taalgebruik). Saussure focust zich op langue omdat hij van mening is dat de onderliggende structuren en regels van het semiotische systeem als geheel belangrijker is dan specifieke uitingen die slechts een deel zijn van het gebruik. Hij bestudeert de tekens als synchronisch: de tekens zijn bepaald en liggen vast (Chandler, 2007, p. 8, 9).
4.1.1 Het model van Saussure Saussure illustreert zijn theorie in de vorm van een model. In deze paragraaf wordt het model van Saussure besproken. Signifier en signified Volgens Saussure bestaat een teken uit een signifier en een signified. De signifier is de vorm die het teken aanneemt, de signified is het concept waarnaar het teken refereert. Het teken is het geheel wat resulteert uit de associatie van de signifier met de signified en de relatie tussen de signifier en de signified wordt signification genoemd (Chandler, 2007, p. 14, 15). In figuur 4.1 is een weergave van het model van Saussure te zien.
Figuur 4.1. Model van Saussure
Saussure is een linguïst en hangt zijn model voornamelijk op aan taal (Chandler, 2007, p. 14). Een linguïstisch voorbeeld van een teken is het woord “boek”. De signifier is in dit geval het woord zelf. De signified is het concept of in dit geval de substantie naar waar het woord verwijst, namelijk een ding waar je uit kan lezen. In figuur 4.2 is het teken van het woord “boek” in het model van Saussure weergegeven.
28
Figuur 4.2. Het teken van het woord “boek”
Hoewel het model van Saussure hedendaags vaak gebruikt wordt om iets materieels weer te geven, heeft Saussure met het teken zowel materie als non-materie bedoeld (Chandler, 2007, p. 15). Relationeel systeem Saussure beredeneert dat tekens deel uitmaken van een systeem en in relatie staan met elkaar. De betekenis van tekens wordt gevonden in systematische relaties tussen de tekens. Tekens hebben in dit geval geen eigen betekenis en zijn alleen te begrijpen in relatie met andere tekens (Chandler, 2007, p. 19). Het woord “boek” heeft bijvoorbeeld alleen een betekenis die afhangt van andere woorden binnen het relationeel systeem zoals “papier”, “woord” en “kaft” of juist “slim”, “universiteit” en “collegeschrift”. Arbitrair Hoewel de relatie tussen tekens afhangen van het systeem, is er volgens Saussure geen noodzakelijke, intrinsieke, directe of onvermijdelijke relatie tussen een signifier en een signified (Chandler, 2007, p. 22). De relatie tussen een signifier en een signified is arbitrair. Het idee van de arbitraire relaties tussen signifier en signified is terug te leiden naar Plato. In zijn dialoog Cratylus wordt deze kwestie besproken. Eén van de participanten vertelt in het dialoog dat namen enkel zijn bepaald door conventie en overeenkomst. Geen enkele naam hoort bij een bepaald iets gemaakt door de natuur (Chandler, 2007, p. 23). Ook de bekende uitspraak uit Romeo and Juliet ‘that which we call a rose by any other name would smell as sweet’ laat zien dat namen niets uitmaken, enkel de dingen die ze representeren doen ertoe (Chandler, 2007, p. 23). Hoewel Saussure overtuigd is van een arbitraire relatie tussen signifier en signified, zijn er ook die het anders zien (Chandler, 2007, p. 36). In hetzelfde dialoog van Plato wordt er een onderscheid gemaakt in conventionele tekens (de namen die we aan mensen geven) en natuurlijke tekens (foto’s die lijken op wat ze afbeelden) (Chandler, 2007, p. 36).
4.1.2 Denotatie en connotatie De semiotiek gaat ervan uit dat tekens niet neutraal zijn. Ze representeren niet neutraal hoe dingen zijn en gaat in tegen het ‘letterlijke’ van tekens (Chandler, 2007, p. 123). Op het gebied van de signified, het concept waarnaar het teken refereert, wordt er een onderscheid gemaakt tussen denotatie en connotatie (Chandler, 2007, p. 137). De denotatie van een teken wordt beschouwd als de definitie, de letterlijke, voor de hand liggende en de gezond verstand betekenis van een teken. De denotatie van een teken kunnen we vergelijken met een woordenboekbetekenis (Chandler, 2007, p. 138). Het idee van denotatie is de meest letterlijke betekenis van een teken weer te geven (Chandler, 2007, p. 137). De vraag is hoe letterlijk een betekenis kan zijn (zie verder in deze paragraaf). De connotatie van een teken wordt gebruikt om te refereren aan de sociaal-culturele en persoonlijke associaties, zoals een emotie. Deze associaties worden gerelateerd met de demografische kenmerken van de degene die het teken
29
interpreteerd (Chandler, 2007, p. 138). Connotaties zijn contextafhankelijk en meer open voor interpretaties dan het denotatieve in een teken (Chandler, 2007, p. 138). Op het gebied van connotatie wordt betekenis gegeven (Chandler, 2007, p. 138). Ordes van significantie Denotatie en connotatie worden vaak beschreven in termen van niveaus van interpretatie of niveaus van betekenis (Chandler, 2007, p. 139). Roland Barthes, filosoof en aanhanger van de structuralistische semiotiek, vertelt dat er verschillende ordes van significantie zijn. De eerste orde van significantie is die van denotatie: op dit niveau is er een teken dat bestaat uit een signifier en een signified. De tweede orde van significantie is die van de connotatie: op dit niveau wordt het denotatieve teken van de eerste orde gebruikt als signifier voor een extra signified (Chandler, 2007, p. 140). In figuur 4.3 wordt het model van Barthes (1972 [1957]) weergegeven ter illustratie.
Figuur 4.3. Barthes’ ordes van significantie
In dit framework komt connotatie voort uit de signifier van een denotatief teken. Dit betekent dat uit denotatie een keten van verschillende connotaties kan ontstaan, een signified van een niveau kan een signifier van een ander niveau worden (Chandler, 2007, p. 140). Dit is waarom een teken iets kan betekenen maar vol zit met andere mogelijke betekenissen. Illusie van denotatie Uit het model van Barthes komt naar voren dat connotatie belangrijker wordt geacht dan denotatie. Barthes zelf heeft toegegeven dat hij de voorkeur geeft aan connotatie omdat het moeilijk is een duidelijk onderscheid te maken tussen de signifier en signified en het ideologische te scheiden van het letterlijke (Chandler, 2007, p. 140). Hij vindt dat denotatie slechts een proces is van naturalisatie: het idee dat een medium een teken neutraal en transparant weergeeft (Chandler, 2007, p. 138). Dit is een illusie, denotatie is slechts een mogelijke connotatie (Chandler, 2007, p. 138). Dit betekent dat er geen naturalisatie bestaat, slechts een orde van waarheidsgetrouwheid. Barthes is niet de enige die kritiek levert op het idee van denotatie. Silverman zegt bijvoorbeeld dat denotatie de ideologische connotatie is (Chandler, 2007, p. 139). Van kind af aan leren we dominante definities van materiële en abstracte tekens die passen bij onze cultuur en ideologie. Een voorbeeld hiervan is dat de kleur zwart in de Westerse opvatting de kleur van de dood is, terwijl de kleur van de dood in de Chinese cultuur de kleur wit is. Voloshinov (1973) zegt dat betekenis altijd wordt gegeven door een waardeoordeel (Chandler, 2007, p. 139). In zijn ogen is er geen neutrale of letterlijke beschrijving die vrij zijn van een evaluatief element. In de kritieken vinden we terug dat culturele en sociale kenmerken van een persoon meespelen in de betekenisgeving aan tekens. Tekens worden niet bepaald vanuit een systeem, het structuralistisch determinisme, maar de historische, sociale en culturele context speelt een rol in het
30
maken van een connotatieve betekenis (Chandler, 2007, p. 8-10). Tekens worden sociaal gedetermineerd en kunnen veranderen over tijd. Dit wordt ook wel de sociale semiotiek genoemd.
4.2 Sociale semiotiek De grootste kritiek die wordt gegeven aan de structurele semiotiek is dat het niet meer is dan een pretentieuze vorm van kritiek op letterlijkheid gebaseerd op subjectiviteit en grote beweringen (Chandler, 2002, p. 207). Het structuralisme neemt geen veranderingen in de structuur op (Chandler, 2007, p. 9) en negeert specifieke uitingen, institutionele frameworks en de culturele, sociale, economische en politieke context (Chandler, 2002, p. 210). We moeten niet alleen onderzoeken hoe tekens interpreteren, maar ook waarom. De sociale semiotiek is de oplossing. Sociale semiotiek onderzoekt hoe het tekensysteem tot stand komt vanuit de sociale context. Sociale veranderingen en het subject spelen een grote rol (Chandler, 2002, p. 213). De creatie en interpretatie van tekens moeten gerelateerd worden met sociale factoren die buiten de structuur van de tekens liggen (Chandler, 2002, p. 210). Dit betekent dat connotatie de grootste speler is in betekenisgeving en structuur van secundair belang. Saussure prefereerde langue (taal) boven parole (taalgebruik) en ging uit van het structuralistisch determinisme (zie paragraaf 4.1.1). Sociaal semiotici als Voloshinov gaan uit van het sociaal determinisme: het systeem van tekens wordt bepaald door het gebruik van tekens. In dit geval wordt parole boven langue geplaatst omdat het teken deel is van een georganiseerd sociaal gebruik en niet kan bestaan zonder deze sociale context (Chandler, 2007, p. 9). Sociaal semiotici bestuderen de tekens als diachronisch: de tekens evolueren over tijd (Chandler, 2007, p. 9). Resources In de sociale semiotiek worden onder andere door sociaal semioticus Van Leeuwen signifiers ook wel resources genoemd (Van Leeuwen, 2005). Resources zijn observeerbare acties of objecten die in het domein van de sociale communicatie zijn getrokken en een theoretisch en daadwerkelijk semiotisch potentieel hebben. Het theoretisch semiotisch potentieel is gebaseerd op het gebruik van de resources in het verleden. Het daadwerkelijk semiotisch potentieel wordt gecreëerd door het gebruik van de resources in het verleden dat bekend is bij en relevant zijn voor de gebruikers van de resources en door de potentiele gebruiken die ontdekt kunnen worden door de gebruikers gebaseerd op de gebruikers specifieke behoeften en belangen (Van Leeuwen, 2005, p. 4). Resources zijn de acties en artefacten die we gebruiken om te communiceren. Er zijn verschillende semiotische potentiele gebruiken of mogelijke betekenissen van een resource. Al deze potentiele gebruiken bij elkaar wordt affordance genoemd (Van Leeuwen, 2005, p. 4). Het betekenispotentieel van een resource is ingebed in een historische periode en een cultuur (Van Leeuwen, 2005, p. 23, 24), dit betekent dat de betekenis van het potentieel geheel afhankelijk is van de context en anders is in elke context. De verschillen in betekenisgeving hangt af van iemands belangen, identiteit, evaluaties en legitimatie. Toch is er een gemeenschappelijk begrip over de basisbetekenis van het betekenispotentieel van de semiotische resource (Van Leeuwen, 2005, p. 24). De term ‘resource’ (in het Nederlands vertaald naar ‘bron’) schept een duidelijker beeld dan de term ‘teken’ omdat het woord ‘teken’ de suggestie wekt dat het teken al van tevoren gedefinieerd is (Van Leeuwen, 2005, p. 3). In het woordenboek wordt de betekenis van teken onder andere beschreven als ‘middel om iets aan te duiden’ en ‘symbool’ (Van Dale, 2014). Dit wekt de suggestie dat de betekenis van een teken vast ligt. Een resource heeft geen objectief vaste betekenis en de gebruiker weet niet altijd van tevoren welke resources er nodig zijn om betekenis te maken (Van Leeuwen, 2005, p. 5, 6).
31
In dit onderzoek zal gebruik gemaakt worden van het woord ‘teken’. De term ‘resource’ is geïntroduceerd om uit te leggen dat er een verschil in definitie bestaat tussen de structurele semiotiek en de sociale semiotiek. Ook is de term geïntroduceerd om duidelijk te maken dat de betekenis van een teken niet van tevoren vaststaat. Connotatie volgens Van Leeuwen Omdat een teken geen objectief vaste betekenis heeft, speelt connotatie volgens Van Leeuwen een dominante rol in betekenisgeving. Het is volgens hem belangrijker om te onderzoeken wat een teken op een connotatief niveau betekent voor een individu, wat voor gevoelswaarde het teken heeft voor een individu, dan te bepalen wat de betekenis zou moeten zijn (Van Leeuwen, 2005, p. 37-39). In tegenstelling tot Saussure die uitgaat van het structuralistisch determinisme, ontstaat volgens Van Leeuwen door deze connotatie de (nieuwe) gebruiken van een teken (Van Leeuwen, 2005, p. 26,27). Ook al speelt connotatie op individueel niveau, we leven in een bepaalde cultuur en in deze cultuur zijn onze denkwijzen gevormd door erkende dominante ideeën. De dominante connotaties zijn gevormd door complexe ideeën en waarden die kenmerkend zijn voor de tijdsgeest van de cultuur waar we deel van uitmaken (Van Leeuwen, 2005, p. 40). Van Leeuwen illustreert het vormen van dominante connotaties door de semiotiek van kleding uit te leggen. In de Tsjechische traditie kon men aan de kleding zien wat het beroep van de drager was, uit wat voor sociaal milieu de drager afkomstig was en zelfs wat de religie van de drager was. In deze tijd communiceren ze anders met kleding. In deze tijd kleden mensen zich naar hun levensstijl en laten middels hun kleding eerder zien welke normen en waarden ze aanhangen dan hun sociaal milieu, beroep et cetera. Dit komt omdat mensen door de jaren heen nieuwe elementen ‘importeerden’ in de semiotiek van kleding in de vorm van bijvoorbeeld een andere stof, patroon of kleur waar de waarden en normen van de mensen uit naar voren kwamen (Van Leeuwen, 2005, p. 39, 40). Het importeren van nieuwe elementen in de semiotiek wordt door Van Leeuwen ook wel semiotische innovatie genoemd. De erkenning van innovatie is hetgeen wat volgens Van Leeuwen en Chandler het onderscheid maakt tussen structurele en sociale semiotiek (Van Leeuwen, 2005, p. 26, Chandler, 2002, p. 211).
4.3 Visuele sociale semiotiek Visuele sociale semiotiek staat centraal in dit onderzoek en is een onderdeel van de sociale semiotiek. Kress en Van Leeuwen noemen de visuele sociale semiotiek de ‘grammar of visual design’ (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 1). De grammar of visual design is de manier waarop de elementen van een afbeelding zijn samengevoegd om een betekenisvol geheel te maken (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 1). Kress en Van Leeuwen (2006) bieden met Reading Images een handvat om afbeeldingen te analyseren en focussen zich op hetgeen wat als normaal en conventioneel wordt gezien in de Westerse visuele semiotiek. Ze laten zien hoe verschillende elementen in een afbeelding, zoals compositie en poses, worden gebruikt door de producenten van afbeeldingen om betekenis te maken (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 1,2). Net als linguïstische structuren verwijzen visuele structuren naar interpretaties en vormen van sociale interacties (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 2). Dit betekent dat de betekenis van een visueel teken contextafhankelijk is, beïnvloed kan worden door sociale conventies (ideologie) en door iedereen anders geïnterpreteerd kan worden. Visuele tekens zijn gemotiveerd en gebaseerd op sociale conventies Kress en Van Leeuwen zien visuele tekens als tekens die gemaakt zijn met een bepaald doel (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 8). Hiermee wijken ze af van de opvatting van Saussure over de
32
arbitraire relatie tussen tekens (zie paragraaf 4.1.1). Afbeeldingen zijn gemaakt door een producent die de afbeelding met een bepaald doel heeft gemaakt. Taal is een sociaal construct, gebonden aan regels en conventies. Visuele communicatie is vrijer maar visuele tekens zijn ook gebaseerd op sociale conventies (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 12). Een afbeelding moet bestaan uit bepaalde visuele elementen om iets te kunnen representeren. Wanneer iemand bijvoorbeeld een auto wil tekenen, weet hij dat hij in ieder geval wielen moet tekenen, een autoframe, ramen en een stuur. Ook weet hij hoe deze elementen getekend moeten worden en in relatie tot elkaar afgebeeld moeten worden. Kinderen maken tekeningen die volgens volwassenen niet lijken op hetgeen de afbeelding moet representeren. Dit komt omdat het kind nog geen kennis heeft van deze conventies en zijn eigen criteria heeft waaruit bijvoorbeeld de auto moet bestaan (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 12). Gereedschap voor visuele analyse In visuele communicatie wordt veel gebruik gemaakt van tekens (Van Leeuwen, 2005, p. 8). In een afbeelding is hetgeen wat afgebeeld wordt de denotatie en wat het afgebeelde betekent de connotatie (Van Leeuwen, 2005, p. 37). Kress en Van Leeuwen hebben een handvat gecreëerd voor de visuele analyse van deze tekens (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 14). Met deze analyse kan men een mogelijk bedoelde connotatie van een afbeelding vaststellen en de daadwerkelijke connotatie bij de lezer van de afbeelding achterhalen.
4.3.1 Metafuncties Harrison (2003) biedt een handvat (gebaseerd op Kress & Van Leeuwen, 2006) om afbeeldingen en hun betekenis te analyseren. Haar definitie van metafuncties ziet er als volgt uit: Metafunction – “Essentially (…) an image performs, simultaneously, three kinds of metasemiotic tasks to create meaning. These tasks are called the representational metafunction, interpersonal metafunction and compositional metafunction” (Harrison, 2003, p. 50). De drie metafuncties geven inzicht in de betekenisgeving. De representationele metafunctie is de functie waar iemand mee bepaalt wat hij ziet op een afbeelding (Harrison, 2003, p. 51). De interpersoonlijke metafunctie is de functie waar iemand mee bepaalt wat voor beeld de poster bij hem oproept (Harrison, 2003, p. 53). Met de derde metafunctie, compositionele metafunctie, bepaalt iemand hoe een afbeelding in elkaar is gezet (Harrison, 2003, p. 55, 56). Representationele metafunctie De representationele metafunctie beantwoordt de vraag “Waar gaat de afbeelding over?” en gaat over de mensen, plaatsen en objecten in de afbeelding die represented participants (RP) worden genoemd (Harrison, 2003, p. 50). Er zijn twee structuren in afbeeldingen te vinden: de narratieve structuur en de conceptuele structuur (Harrison, 2003, p. 51). Narratieve afbeeldingen zorgen ervoor dat de kijkers een verhaal kunnen construeren over de RP’s. Dit komt omdat er vectoren aanwezig zijn, indirecte diagonale lijnen die een beweging of relatie aangeven, die een interactie tussen de RP’s aangeven (Kress & Van Leeuwen, p. 42, 59). Deze vectoren geven actie en kunnen bestaan uit verschillende elementen van de RP’s: lichamen, ledematen, gereedschappen et cetera. De vectoren zijn reactioneel wanneer het narratief gecreëerd wordt door ooglijnen tussen de RP’s (Harrison, 2003, p. 51, 52). Conceptuele afbeeldingen bevatten geen vectoren die bewegingen aangeven. De RP’s worden afgebeeld in termen van hun classificatie, structuur of symboliek. Ze worden afgebeeld in een meer gegeneraliseerde, stabiele en tijdloze essentie, het ‘concept’ van wie of wat ze afbeelden (Kress & Van
33
Leeuwen, 2005, p. 59, Harrison, 2003, p. 52). De afbeelding speelt in op classificatie wanneer de RP’s als een lid van een bepaalde groep worden afgebeeld. De afbeelding speelt in op structuur of analytische deel van de RP’s wanneer de RP’s een deel zijn van een geheel. De afbeelding speelt in op het symbolische aspect wanneer RP’s belangrijk zijn voor wat ze betekenen (Harrison, 2003, p. 52). Interpersoonlijke metafunctie De interpersoonlijke metafunctie beantwoordt de vraag “Hoe maakt de afbeelding relatie met de kijker?” en gaat over de acties tussen alle participanten die betrokken zijn in de productie en het bekijken van de afbeelding. De betrokkenen zijn de maker van de afbeelding, de represented participants op de afbeelding en de kijker (Harrison, 2003, p. 52, 53). In de interpersoonlijke metafunctie wordt betekenis gemaakt op het gebied van connotatie. De kijkers komen meestal niet in contact met de producent van de afbeelding wanneer ze een afbeelding zien. De kijkers zijn wel in staat de communicatieve intenties, waarden en attitudes van de producent te herkennen, ook al accepteren ze deze niet als hun eigen waarden en opvattingen (Kress & Van Leeuwen, 2005, p. 115). Er zijn verschillende aspecten die meespelen in de interpersoonlijke metafunctie: de handeling en blik van de RP (image act and gaze), sociale afstand en intimiteit, perspectief en betrokkenheid en perspectief en macht (Harrison, 2003, p. 53, 54). De image act and gaze betrekt de kijker middels de ooglijnen van de RP’s. Wanneer de RP direct naar de kijker kijkt, is er een bepaalde eis die ervoor zorgt dat de kijker een sterke betrokkenheid voelt met de RP (Harrison, 2003, p. 54). Er zijn ook afbeeldingen waar de RP niet direct naar de kijker kijkt. Hier wordt geen contact gemaakt maar is de kijker een omstander in de representatieve wereld van de afbeelding. De afbeelding biedt de RP’s aan als items van informatie aan de kijker waardoor er minder betrokkenheid wordt gecreëerd dan bij de eis van een directe blik (Kress & Van Leeuwen, p. 119, Harrison, 2003, p. 53, 54). De sociale afstand in de afbeelding wordt bepaald door hoe dichtbij een RP wordt afgebeeld in relatie tot de kijker. Deze afstand zorgt voor gevoelens van afstand of intimiteit. Wanneer de RP alleen met zijn gezicht en hoofd is afgebeeld, zorgt hij voor de meest intieme afstand als of hij letterlijk en figuurlijk dichtbij de kijker staat. Wanneer de torso’s van verschillende mensen worden afgebeeld, zorgt dit voor de meest publieke afstand wanneer ze letterlijk en figuurlijk ver van de kijker verwijderd staan (Harrison, 2003, p. 53, 54). Het perspectief van de horizontale hoek refereert naar de relatie tussen positie van de RP en van de kijker. Wanneer de RP’s frontaal gepresenteerd zijn aan de kijker, zorgt dit voor een hoge betrokkenheid en lijkt het alsof de kijker deel uitmaakt van de afgebeelde wereld. Wanneer de RP’s in een schuine horizontale hoek worden gepresenteerd aan de kijker, zorgt dit voor een lage betrokkenheid en lijkt het alsof de kijker kijkt naar andermans wereld waar hij geen deel van uitmaakt (Kress & Van Leeuwen, p. 136, 137, Harrison, 2003, p. 53, 54). Het perspectief van de verticale hoek laat de machtsrelaties zien tussen de RP’s zelf en de RP’s en de kijker. Wanneer de RP opkijkt naar de kijker heeft de RP minder macht dan de kijker. Wanneer de RP horizontaal op oogniveau kijkt naar de kijker zijn de kijker en RP gelijk. Wanneer de kijker opkijkt naar de RP heeft de kijker minder macht dan de RP (Harrison, 2003, p. 53, 54). Compositionele metafunctie De compositionele metafunctie beantwoordt de vraag “Hoe zijn de representionele en interpersoonlijke metafunctie gerelateerd aan elkaar en geïntegreerd in een betekenisvol geheel?” en gaat over de compositie van de afbeelding (Harrison, 2003, p. 55). De twee metafuncties worden
34
geïntegreerd door vier elementen: information value, salience, framing en modality (Harrison, 2003, p. 56). Information value is de plaatsing van de represented participants die ervoor zorgt dat de RP’s verschillende informatiewaarden toegedragen krijgen afhankelijk van de zones van de afbeelding. De zones zijn links en rechts, boven en beneden, gecentreerd en aan de rand (Harrison, 2003, p. 56). In het Westerse links/rechts systeem is hetgeen dat links gepresenteerd wordt het gegeven, bijvoorbeeld iets waar de lezer bekend mee is, en hetgeen dat rechts gepresenteerd wordt het nieuwe waar de lezer aandacht aan moet geven (Kress & Van Leeuwen, 2005, p. 181, Harrison, 2003, p. 56). In het boven/beneden systeem is hetgeen dat boven gepresenteerd wordt het ideaal, bijvoorbeeld een wens, en hetgeen dat beneden gerepresenteerd wordt het reële, bijvoorbeeld meer praktische informatie (Kress & Van Leeuwen, p. 186, 187, Harrison, 2003, p. 56). In het centrum/rand systeem is hetgeen dat in het midden gepresenteerd wordt de bron van informatie en hetgeen dat aan de rand gepresenteerd wordt van onderschikkende waarde (Kress & Van Leeuwen, 2005, p. 196, Harrison, 2003, p. 57). Salience is de hiërarchie van belangrijke elementen in een afbeelding. Met salience worden sommige elementen belangrijker dan andere elementen en dus meer de moeite waard om te bekijken (Kress & Van Leeuwen, 2005, p. 201). De grootte en focus van een element spelen hierin een rol. Hoe groter de RP is of hoe meer de RP in focus is, hoe meer salience het element heeft (Harrison, 2003, p. 57). Ook contrast speelt een rol. Meer verzadigde kleuren hebben meer salience dan zachte kleuren en gebieden met hoog contrast in kleurtoon hebben meer salience dan gebieden met een laag contrast (Harrison, 2003, p. 57). Als laatste speelt de plaatsing in perspectief ook een rol. RP’s op de voorgrond hebben meer salience dan RP’s op de achtergrond (Harrison, 2003, p. 57). Framing laat zien hoe de RP’s met elkaar verbonden of juist gescheiden zijn (Harrison, 2003, p. 58). De elementen in een afbeelding worden met elkaar verboden als ze in hetzelfde frame zitten of niet worden gescheiden door een frame. De RP’s worden van elkaar gescheiden wanneer er een discontinu element in de afbeelding is aangebracht waardoor er een frame is ontstaan wat het ene element scheidt van het ander (Kress & Van Leeuwen, 2005, p. 203). Hoe sterker het frame, hoe meer er sprake is van separatie. Framing kan ontstaan door lijnen, maar bijvoorbeeld ook door kleuren of lege ruimtes (Kress & Van Leeuwen, 2005, p. 203, 204). Volgens Harrison zegt modaliteit iets over de validiteit en betrouwbaarheid van een afbeelding en is een afbeelding met een hogere modaliteit ‘meer echt’ dan een afbeelding met een lagere modaliteit (Harrison, 2003, p. 58). Er zijn visuele tekens die ‘echtheid’ impliceren, dit zijn modality markers en zijn onder andere de mate van kleurverzadiging en perspectief (Harrison, 2003, p. 58). Zoals hierboven is vermeld heeft Harrison haar framework gebaseerd op het theoretische werk van Kress en Van Leeuwen. Kress en Van Leeuwen hebben modality echter niet opgenomen in de compositionele metafunctie. Ze noemen modality één van de cruciaalste onderwerpen van communicatie (Kress & Van Leeuwen, 2005, p. 154) en beschouwen modality als iets zelfstandigs wat los staat van de compositionele metafunctie. In het kader van dit onderzoek over visuele geloofwaardigheid van campagneposters is hieronder het werk Kress en Van Leeuwen over modality uiteengezet (Kress & Van Leeuwen, 2005 p. 154-174). Modality biedt volgens Kress en Van Leeuwen een framework om de geloofwaardigheid van boodschappen te bepalen (Kress & Van Leeuwen, 2005, p. 154).
4.3.2 Modality Hoe bepalen we of iets dat we zien of horen waar, feitelijk of echt is, of juist een leugen, fictie of iets buiten de realiteit? Wanneer iemand ons een afbeelding laat zien en vertelt dat de afbeelding
35
het afgebeelde representeert alsof het echt is, moeten we op zoek naar visuele tekens die aangeven of de afbeelding beschouwd kan worden als plausibel of niet (Kress & Van Leeuwen, 2005, p. 154). Deze visuele tekens worden modality makers genoemd en deze markers bij elkaar bepalen de modality van de afbeelding. Definitie Kress en Van Leeuwen geven de volgende definitie van modality: “The term ‘modality’ comes from linguistics and refers to the truth value or credibility of (linguistically realized) statements about the world” (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 155).
Met modality bepalen we volgens Kress en Van Leeuwen of beweringen die mensen maken over de wereld geloofwaardig zijn of niet. Modality, in het Nederlands modaliteit, komt voort uit de linguïstiek waarmee woorden de plausibiliteit van een bericht aangegeven. Een woord als “zeker” en “is” geven een relatief feitelijke weergave van de zaken weer waar woorden als “misschien” en “waarschijnlijk” een meer twijfelachtige uitspraak weergeven (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 155). Sociaal gedetermineerd Modaliteit speelt volgens Kress en Van Leeuwen eerder een rol in de interpersoonlijke metafunctie, op het gebied van connotatie, dan in de representationele metafunctie. Modaliteit gaat namelijk niet over absolute waarheden of valsheden maar produceert gedeelde (sociale) waarheid. Met deze gedeelde waarheid kunnen de lezers of luisteraars van een bericht zich richten op bepaalde statements en zich distantiëren van andere (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 155). Het is een sociale waarheid gecreëerd door mensen in een samenleving (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 155). Dit betekent dat modaliteit sociaal gedetermineerd is en wat als echt beschouwd wordt afhankelijk is van hoe de realiteit is gedefinieerd binnen een sociale groep (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 158). Visueel realisme Visueel gezien laat modaliteit zien hoe het er in de werkelijkheid echt aan toe gaat (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 158). Op het gebied van foto’s geeft een afbeelding met het visueel realisme de hoogste modaliteit (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 158, 165). Foto’s die het meest lijken op foto’s die gemaakt zijn met een camera met de standaard technologie kleurenfotografie hebben de hoogste modaliteit en worden gezien als ‘naturalistisch’ (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 159). Wanneer iets aan de afbeelding wordt aangepast wat bijvoorbeeld de standaard technologie overschrijdt, tast dit de modaliteit aan (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 159). Visuele representatie moet zo veel mogelijk lijken op wat het representeert. Wat nu als ‘naturalistisch’ wordt beschouwd, was in andere tijden anders. Dit noemen Kress en van Leeuwen contemporary naturalistic representation (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 160) en bedoelen hiermee dat de technologie continu verandert. Waar bijvoorbeeld eerst zwart-wit fotografie visueel realisme aangaf, is dit nu in kleurenfotografie. Een waarschuwing is hier gepast. De camera legt foto’s vast op een naturalistische wijze, maar degene die de foto maakt kan hetgeen de foto representeert in scène hebben gezet (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 154). Het medium is neutraal, de gebruiker niet. Modality markers Modality markers in afbeeldingen zijn visuele cues die aangeven of de afbeelding beschouwd kan worden als plausibel of niet (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 154). De markers zijn gemaakt door de sociale groep waar we mee omgaan en bepalen wat waarheid en werkelijkheid is. Deze markers zijn
36
ontstaan uit waarden, overtuigingen en sociale behoeften van die groep (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 154). Visuele modaliteit bestaat uit acht modality markers. De modality markers staan hieronder weergegeven: Visuele modality markers De invulling van deze markers bepalen de modaliteit van een afbeelding van een foto en zijn afkomstig uit Reading Images (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 160-163). De asterisk geeft de hoogste modaliteit aan volgens Kress en Van Leeuwen. 1. Kleurverzadiging Een schaal lopend van de afwezigheid van kleur tot maximale kleurverzadiging. Zwart wit |----------|----------|-------*--|----------|Maximale kleurverzadiging
2. Kleurdifferentiatie Een schaal lopend van een monochrome kleur tot een wijd uiteenlopend kleurbereik. Monochroom |----------|----------|-------*--|----------|Wijd uiteenlopend kleurbereik
3. Kleurmodulatie Een schaal lopend van het gebruik van één kleurentint tot veel verschillende kleurentinten. Eén tint |----------|----------|-------*--|----------|Veel verschillende kleurentinten
4. Achtergrond Een schaal lopend van de afwezigheid van een achtergrond naar een meest aanwezig en gedetailleerde achtergrond. Achtergrond afwezig |----------|----------|-------*--|----------| Gedetailleerde achtergrond
5. Representatie Een schaal lopend van abstractie tot de weergave van de kleinste details. Abstractie |----------|----------|----------|--*-------|Tot in detail
6. Diepte Een schaal lopend van de afwezigheid van diepte tot maximaal diepteperspectief. Diepte afwezig |----------|----------|----------|--*-------|Maximaal diepteperspectief
7. Verlichting Een schaal lopend van afwezigheid van licht en schaduw tot volle representatie van licht en schaduw. Licht afwezig |----------|----------|--*-------|----------|Volle representatie licht en schaduw
8. Helderheid Een schaal lopend van een minimaal aantal graden helderheid tot een maximale helderheid. Paar graden |----------|----------|---*------|----------|Maximale helderheid
37
Voor een gedetailleerde en visuele uitleg van de modality markers verwijs ik u naar bijlage F. Een standaard kleurenfotocamera maakt uit zichzelf geen foto’s met bijvoorbeeld maximale kleurenverzadiging of een maximaal diepteperspectief. Wanneer de modaliteit zich in een uiterste van een schaal bevindt, wordt dit ervaren als meer dan echt, als gekunsteld (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 160-163). De modaliteitsverdeling is in deze weergave gescheiden neergezet. De realisatie van modaliteit in afbeeldingen is veel complexer. Alle markers werken samen en zorgen ervoor dat de kijker een algemeen oordeel over de geloofwaardigheid van de foto kan vellen (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 163).
4.4 Implicaties voor empirisch onderzoek De visuele sociale semiotiek geeft inzicht in geloofwaardigheid van afgebeelde personen op campagneposters op het gebied van connotatie en op het gebied van modality. Er is echter geen criterium om geloofwaardigheid aan te meten. Ik heb geen gevalideerd instrument gevonden om een kwantitatief experiment uit te voeren dat leidt tot significante resultaten die ons iets kunnen vertellen over de geloofwaardigheid van afgebeelde personen. Dit is de reden dat ik heb gekozen voor een kwalitatief explorerend onderzoek. Middels dit onderzoek verschaf ik inzicht in hoe personen geloofwaardig afgebeeld kunnen worden. Met een visuele analyse van de modality markers kan de connotatie over geloofwaardigheid van de afbeelding bij de respondent achterhaald worden. In het interview worden de modality markers als vragen opgenomen waar respondenten met een schoolcijfer kunnen aangeven hoe realistisch ze de campagneposters vinden. Vervolgens moeten de respondenten aangeven geven welke signifier(s) ervoor hebben gezorgd dat ze het desbetreffende cijfer hebben gegeven. Het interview is te vinden in bijlage C.
5 Literatuurstudie II: Authenticiteit als modality marker De modality markers van Kress en Van Leeuwen geven aan hoe geloofwaardig een afbeelding is (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 154). Een afbeelding is het geloofwaardigst wanneer er sprake is van visueel realisme (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 158, 165). Foto’s die het meest lijken op foto’s die gemaakt zijn met een camera met de standaard technologie kleurenfotografie hebben de hoogste modaliteit en worden gezien als ‘naturalistisch’, ofwel visueel realistisch (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 159). Kress en Van Leeuwen gaan in op een afbeelding als geheel. De elementen van een afbeelding worden door de markers niet afzonderlijk gemeten. De Represented Participants (zie paragraaf 4.3.1) worden als element buiten beschouwing gelaten bij deze beoordeling. Dit is opmerkelijk aangezien heel de afbeelding draait om deze RP’s.
38
Geloofwaardigheid gaat niet alleen over een afbeelding als geheel. RP’s kunnen zelf ook als ongeloofwaardig beoordeeld worden. Toch nemen Kress en Van Leeuwen de RP’s en de context van de RP’s niet mee op het punt van dit realisme: ze worden niet gemeten en er is geen marker die daar over gaat. Kortweg gezegd zijn de acht modality markers zoals besproken in paragraaf 4.3.2 en bijlage F te beperkt omdat ze niet alles omvatten als meetinstrument om het visuele realisme te dekken. Het is hierom nodig een om nieuwe marker aan de bestaande markers toe te voegen die iets vertelt over de RP’s. Uit de proefinterviews over geloofwaardigheid, de interviews uit het eerdere onderzoek van Pistorius & Spiekerman (2014) en het werk van onder andere Keehnen (persoonlijke communicatie 10/04/2014, Sikkel & Keehnen, 2005) en Loos (2013) komt naar voren dat authenticiteit van de RP’s voor een geloofwaardige afbeelding zorgen. Dit onderwerp moet worden opgenomen als modality marker om te bepalen in hoeverre er sprake is van visueel realisme. Verder moeten de nieuwe posters voor het onderzoek gemanipuleerd worden op het gebied van authenticiteit om te ontdekken of authenticiteit ook voor de studenten een belangrijke speler is op het gebied van visueel realisme. De aanname is dat een authentieke RP geloofwaardiger is dan een niet-authentieke RP.
5.1 Authenticiteit De marketeer Edgar Keehnen heeft zich met onderzoek gespecialiseerd in de 50+ markt en erkende als één van de eersten de kansen van de vergrijzing in Nederland. Op aanraden van mijn scriptiebegeleider heb ik contact met hem gezocht. Hij vertelde dat authenticiteit, ofwel de echtheid van een RP, het kernwoord is onder andere wat betreft geloofwaardigheid (persoonlijke communicatie 10/04/2014). Het model dat gebruikt wordt in campagnes en op websites moet authentiek zijn om geloofwaardig te zijn. De ouderen zien liever de buurvrouw als model dan een te jong en te mooi model (persoonlijke communicatie 10/04/2014). Vijftigplussers voelen zich vaak nog jong van lichaam en geest (Sikkel & Keehnen, 2005, p. 17) ook al gaat het lichamelijk functioneren en het verwerkingsvermogen van nieuwe informatie achteruit (Sikkel & Keehnen, 2005, pp. 17-18). Toch worden ouderen volgens econoom Maria Suokannas niet vaak gebruikt in reclamecampagnes omdat de organisaties bang zijn een oud imago te krijgen en omdat de organisaties oud als negatief zien (Suokannas, 2005, p. 80). Wanneer de vijftigplussers wel afgebeeld worden, worden ze volgens communicatiewetenschapper Eugène Loos vaak weergegeven als zeer actieve mensen vol leven (Loos, 2013, p. 27, 36). Hij maakt de opmerking dat hoewel mensen niet eeuwig jong blijven en ziek kunnen worden, zwakke ouderen zelfs niet eens voor websites van Nederlandse ouderenbonden worden gebruikt. De groep ouderen is divers en een groot deel hiervan kan zich niet identificeren met de personen op deze websites (Loos, 2013, p. 22, 23) Door dit gebrek aan identificatie is de kans klein dat dit deel de website raadpleegt. Daarom moet er ingespeeld worden op de diverse groep en moeten de foto’s op de websites zo authentiek mogelijk zijn. (Loos, 2013, p. 24). Door de authenticiteit van de foto’s kunnen oude mensen zich identificeren waardoor de toegankelijkheid van de site omhoog gaat (Loos, 2013, p. 41, 42). In reclame worden ouderen inmiddels wel zichtbaar vaker divers afgebeeld met betrekking tot hun diverse rollen zoals levensgenieters en grootouders en het product dat geadverteerd wordt dan een decennium geleden (Van Selm, Westerhof & De Vos, 2007, p. 63). Dit betekent niet dat stereotypen bijvoorbeeld verdwijnen.
39
Authenticiteit kan ook bij de doelgroep jongeren worden toegepast. Sikkel en Keehnen (2005) stellen dat de karaktereigenschappen van een persoon vrijwel gelijk blijft naarmate de leeftijd vordert. Op het gebied van consumentengedrag kunnen we hiervan leren (Sikkel & Keehnen, 2005, p. 12).
5.1.1 Dove campagne Een organisatie die inspeelt op de diversiteit van vrouwen is Dove. Dove wil het zelfvertrouwen van meisjes en vrouwen positief beïnvloeden (Dove Global, 2014). Uit onderzoek dat vanuit de organisatie heeft plaatsgevonden blijkt onder andere dat meisjes tussen tien en zeventien jaar wereldwijd een grote druk voelen om mooi te zijn (Dove Global, 2010, p. 3) en dat in Nederland 70% van de meisjes zichzelf als bron van druk beschouwen ten aanzien van hun schoonheidspotentieel (Dove Global, 2010, p.6). De organisatie stapt af van het idee van magere, lange modellen en wil de ‘echte’ vrouw laten zien (Unilever, 2014, Ketelaar, 2006, p. 1). Dit zien we bijvoorbeeld in de onderstaande afbeelding van de campagneposter uit 2005.
Figuur 5.1. Dove campagne
Dove laat met deze afbeelding zien dat schoonheid komt in vele kleuren, maten en leeftijden (Ketelaar, 2006, p. 1). Dove speelt in op de authenticiteit van de vrouw. Hoewel sommigen zeer positief zijn, zijn er ook mensen die kanttekeningen bij de campagne plaatsen. Het grootste kritiek is dat niet alle vrouwen gerepresenteerd worden op de campagnes. De vrouwen zijn allemaal niet echt dik, bijna allemaal jong en enigszins gespierd (Ketelaar, 2006, p. 4). In sociale media wordt een discussie gevoerd of de reclame positief is of juist vrouwonterend omdat niet iedereen in de samenleving wordt aangesproken (Green, 2013).
5.1.2 Commentaar uit proefinterviews Uit de interviews van het eerdere onderzoek van Pistorius en Spiekermann (2014) en uit de proefinterviews is er commentaar dat in overeenstemming is met de behoefte aan authenticiteit in een afbeelding.
40
De respondenten geloofden niet dat de jongen en het meisje gebruikt zijn voor de campagneposter tegen vloeken waren. Respondent 2 uit het proefinterview en respondent MV1 uit Pistorius en Spiekermann (2014) zeggen hierover het volgende: “Ik weet beter hoe er met vloeken om wordt gegaan en hij is niet tegen vloeken. (…) Het is niet hij, het is de context die niet geloofwaardig is.” (Proefinterview respondent 2) “Het is een actrice die is ingehuurd, ik krijg hier geld voor, ik ga wel even op de motor zitten en dan is het prima. Ze hoort ik ben stoer en tegen vloeken en waarom jij niet uit te stralen. Ik begrijp haar wel als ze dit echt zou vinden, maar dat doet ze niet.” (Respondent MV 1 uit Pistorius & Spiekermann, 2014)
De respondenten voelden weinig betrokkenheid waardoor er een enkele keer verwarring ontstond over de boodschap en de houding en blik van de persoon op de afbeelding. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het commentaar van respondent VV2 uit Pistorius en Spiekermann (2014). “Emotie is moeilijk te zien door haar zonnebril. Ze ziet er bijna geamuseerd uit, maar dat kan eigenlijk niet wanneer je naar de tekst kijkt. Emotie klopt niet en ik ben ook niet geamuseerd door de boodschap. Ik voel er vrij weinig bij.” (Respondent VV 2 uit Pistorius & Spiekermann, 2014)
Uit de proefinterviews komt naar voren dat mensen geloofwaardig staan afgebeeld wanneer ze op een natuurlijke wijze zijn afgebeeld. Respondent 1 uit het proefinterview zegt: “Mensen zijn geloofwaardig wanneer ze een natuurlijke pose hebben. Hoe je normaal zou staan, niet alsof het erg geforceerd is. Modellen staan soms helemaal gebogen maar dan denk ik: je staat nooit zo.” (Proefinterview respondent 1)
Ook komt uit deze interviews naar voren dat de respondenten niet goed weten wat een natuurlijke houding is. Respondent 5 uit het proefinterview zegt: “Dat zie je gewoon. Dat voel je gewoon. Ik weet niet. Ik zie het altijd wel wanneer iemand echt poseert op foto’s” (Proefinterview respondent 5)
5.2 Operationalisering van het begrip authenticiteit Het begrip authenticiteit kan geoperationaliseerd worden aan de hand van de representatieve en interpersoonlijke metafunctie van Harrison (2003). Uit deze metafuncties komen drie elementen naar voren die samen de authenticiteit van represented participants (RP’s) bepalen: de context waar de RP zich in bevindt, de blik van de RP en houding van de RP.
5.2.1 Context De represented participants (RP’s) worden op afbeeldingen getoond in termen van hun classificatie, structuur of symboliek (zie paragraaf 4.3.1). Dit betekent dat een persoon op een afbeelding moet uitstralen dat hij deel uitmaakt van het concept dat ze uitbeelden. Op het gebied van connotatie wordt door de kijker bepaald of de RP daadwerkelijk deel zou kunnen uitmaken van een bepaalde groep en of deze groep representatief is voor het uitdragen van de boodschap. De kijker moet een afweging maken van zijn associaties en bepalen of de RP daadwerkelijk deel uit kan maken van het concept dat hij uitbeeldt. De kijker moet zich het volgende afvragen wanneer hij kijkt naar een afbeelding: In hoeverre vind ik dat deze persoon in een geloofwaardige context is geplaatst? Vind ik deze persoon een authentieke representant van het concept dat hij uit zou moeten dragen? Mijn aanname is dat hoe meer de kijker gelooft dat de RP bij het concept past dat hij uitstraalt, hoe authentieker de persoon in de ogen van de kijker is afgebeeld. Dit past bij de eerder genoemde opmerkingen uit de proefinterviews en de eerder besproken inzichten van Keehnen en Loos (persoonlijke communicatie, 10/04/2014, Sikkel & Keehnen (2005) en Loos (2013).
41
5.2.2 Blik De represented participants maken een relatie met de kijker middels hun blik (zie paragraaf 4.3.1). Wanneer de RP direct naar de kijker kijkt, voelt de kijker een sterke betrokkenheid met de RP. Wanneer de RP horizontaal op oogniveau kijkt naar de kijker voelt de kijker een gevoel van gelijkwaardigheid en betrokkenheid. Op het gebied van connotatie wordt door de kijker bepaald of de RP de kijker kan betrekken met zijn blik en of deze blik authentiek is. De kijker moet een afweging maken van zijn associaties en bepalen of de RP hem daadwerkelijk met zijn blik betrekt bij zijn boodschap. De kijker moet zich het volgende afvragen wanneer hij kijkt naar een afbeelding: In hoeverre word ik betrokken door de blik van deze persoon? Hoe echt vind ik deze blik? Mijn aanname is dat hoe meer de kijker gelooft dat de RP hem kan betrekken met zijn blik, hoe authentieker de persoon is afgebeeld. Dit blijkt uit de eerder genoemde opmerkingen uit het onderzoek van Pistorius & Spiekerman (2014) en uit de eerder genoemde opmerkingen uit de proefinterviews.
5.2.3 Houding De represented participants maken ook een relatie met de kijker middels hun houding (zie paragraaf 4.3.1). Wanneer de RP het grootste deel van het frame inneemt, zorgt dit voor een intieme afstand van de kijker omdat ze letterlijk en figuurlijk dicht bij elkaar staan. Wanneer de RP frontaal gepresenteerd wordt aan de kijker, voelt de kijker een sterke betrokkenheid met de RP. Op het gebied van connotatie wordt door de kijker bepaald of de RP de kijker kan betrekken met zijn houding. De kijker moet een afweging maken van zijn associaties en bepalen of de RP hem daadwerkelijk met zijn houding betrekt bij zijn boodschap. De kijker moet zich het volgende afvragen wanneer hij kijkt naar een afbeelding: In hoeverre word ik betrokken door de houding van deze persoon? Hoe echt vind ik deze houding? Mijn aanname is dat hoe meer de kijker gelooft dat de RP hem kan betrekken met zijn houding, hoe authentieker de persoon is afgebeeld. Dit blijkt uit de eerder genoemde opmerkingen uit het onderzoek van Pistorius & Spiekerman (2014) en uit de eerder genoemde opmerkingen uit de proefinterviews.
5.2.4 Nieuwe modality marker De elementen uit de representatieve en interpersoonlijke metafunctie samen bepalen de authenticiteit van een afbeelding. De modality marker authenticiteit is een schaal die loopt van niet authentiek naar authentiek. De hoogste modaliteit zit aan het rechteruiterste van de schaal. Hieronder staat de modality marker authenticiteit weergegeven. Modality marker toegevoegd De invulling van deze marker bepaalt de modaliteit van een Represented Participant. De asterisk geeft de hoogste modaliteit aan. Authenticiteit Een schaal lopend van niet authentiek naar authentiek. Niet authentiek |----------|----------|----------|---------*|Authentiek
In bijlage F is een uitgebreide definitie van de marker authenticiteit opgenomen.
42
Ook de modality marker authenticiteit is als vraag opgenomen in het semigestructureerde interview in het experimentele gedeelte van het onderzoek (zie bijlage C). Met een schoolcijfer kunnen de respondenten aangeven hoe realistisch ze de context, de blik, de houding en de authenticiteit in het algemeen van de Represented Participant op de campagneposters vinden. Vervolgens moeten de respondenten aangeven welke signifier(s) ervoor hebben gezorgd dat ze het desbetreffende cijfer hebben gegeven.
5.3 Toepasbaarheid authenticiteit voor de nieuwe posters Paragraaf 5.1 laat zien dat een persoon die gebruikt wordt in een visuele campagne authentiek moet zijn om een geloofwaardig beeld neer te zetten. Dit betekent dat deze persoon moet passen bij de context waarin de persoon zich bevindt, de blik van deze persoon betrokkenheid creëert voor het onderwerp van de campagne en de houding van deze persoon authentiek is en niet geposeerd (zie paragraaf 5.2). De foto’s die gebruikt zijn voor de campagne “Ik? Ik ben Tegen Vloeken” zijn stockfoto’s afkomstig uit een Amerikaanse database (Pistorius & Spiekermann, 2014, p. 16). Dit betekent dat de afgebeelde personen Amerikanen zijn, geen Nederlanders, en niet passen binnen de Nederlandse sociale context. Waarschijnlijk zijn het modellen die ingehuurd zijn om letterlijk te poseren voor een foto. Om de authenticiteit op dit punt te vergroten, zouden Nederlandse personen afgebeeld moeten worden die je dagelijks tegen zou kunnen komen. De nieuwe posters die gecreëerd worden voor het experimentele deel van dit onderzoek worden gemanipuleerd op authenticiteit. De aanname hierbij is dat de afgebeelde persoon geloofwaardiger is dan de personen op de oorspronkelijke poster wanneer hij authentiek is. De personen op de nieuwe posters zijn Nederlands en zou men in het dagelijks leven tegen kunnen komen. Zie paragraaf 3.2.3 voor de verdere procedure van de totstandkoming van deze posters.
6 Resultaten In het volgende gedeelte worden de resultaten van de semigestructureerde interviews besproken. De antwoorden geven ons inzicht in de geloofwaardigheid van de oorspronkelijke posters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” en de nieuwe posters die gecreëerd zijn op het concept authenticiteit. De interviews zijn thuis afgenomen bij zestien studenten, acht mannen en acht vrouwen. De studenten beoordeelden de twee oorspronkelijke posters of de twee nieuwe posters. De blootstelling aan de posters werd afgewisseld om het volgorde effect tegen te gaan. De startvragen in het interview gingen over de losse elementen van de poster als kleur en achtergrond, naarmate het interview vorderde gingen de vragen steeds meer over de poster als geheel. Eerst worden de schoolcijfers besproken die aangeven hoe geloofwaardig de studenten een stimulus waarderen. Vervolgens worden het commentaar besproken dat de studenten hebben gegeven op de stimuli. De resultaten worden gekoppeld aan de literatuur.
43
Respondenten met conditie 1a beoordelen de oorspronkelijke poster van de jongen met het leren jack (O1), respondenten met conditie 1b de oorspronkelijke poster van het meisje met de scooter (O2), respondenten met conditie 2a de nieuwe poster van de jongen met het leren jack en respondenten met conditie 2b beoordelen de nieuwe poster van het meisje met de scooter (zie paragraaf 3.3.2)
6.1 Gemiddelde scores op de modality markers In deze paragraaf worden de resultaten van de gemiddelde scores op de modality markers besproken. Eerst worden de gemiddelde scores per conditie besproken, vervolgens worden de scores van de oorspronkelijke posters en de nieuwe posters met elkaar vergeleken. Onder andere met deze resultaten kan er een antwoord worden gegeven op de vragen In hoeverre worden de afgebeelde personen op de oorspronkelijke campagneposters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” als geloofwaardig beoordeeld door studenten? En In hoeverre worden de afgebeelde personen op de nieuwe campagneposters voor de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” als geloofwaardig beoordeeld door studenten? Met een evaluatie van de resultaten kan een antwoord worden gegeven op de hoofdvraag: Hoe kan de kans dat de afgebeelde personen op de campagneposters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” geloofwaardiger beoordeeld worden door studenten vergroot worden? Tijdens het interview gaven de respondenten schoolcijfers aan verschillende visuele elementen in de campagneposters en de nieuwe posters. De schoolcijfers staan voor hoe realistisch de respondenten deze elementen vinden. Deze elementen bestaan uit de modality markers uit hoofdstuk 4 en 5. Zie bijlage G voor het uitgebreide tabel met schoolcijfer. Dit onderzoek is exploratief van aard, dit betekent dat er niet op zoek wordt gegaan naar significante verbanden, maar naar tendensen.
6.1.1 Conditie 1a. Oorspronkelijke poster van de jongen met het leren jack (O1) In de onderstaande tabel zijn de gemiddelde schoolcijfers per modality marker weergegeven van C1a. De schoolcijfers zijn per marker verdeeld in het totale gemiddelde dat de respondenten hebben gegeven, het gemiddelde dat de mannelijke respondenten hebben gegeven en het gemiddelde dat de vrouwelijke respondenten hebben gegeven. Modality marker
Totaal Gemiddelde Gemiddelde gemiddelde van de van de mannen vrouwen
Kleurverzadiging Kleurdifferentiatie Kleurmodulatie Achtergrond Representatie Diepte Verlichting Helderheid Authenticiteit
6.38
6.25
6.50
5.88
5.00
6.75
6.50
5.75
7.25
4.63
4.00
5.25
7.25
6.25
8.25
5.00
6.75
3.25
6.75
7.00
6.50
6.50
7.00
6.00
6.50
5.50
7.50
Geloofwaardigheid van 6.15 de poster*
5.94
6.36
*Modality bepaald door het gemiddelde van alle modality markers samen. Figuur 6.1. Tabel gemiddelde scores modality markers C1a
44
De geloofwaardigheid van de poster is gemiddeld gewaardeerd met een score van 6.15. In deze waardering zien we een trend waar de vrouwen een hoger gemiddelde geven dan de mannen met een respectievelijke waardering met een score van 6.36 en 5.94. De representatie van de poster is in totaal het hoogst gewaardeerd van alle modality markers met een score van 7.25. De achtergrond van de poster is in totaal het laagst gewaardeerd met een score van 4.63. Er is een trend waar te nemen dat de markers kleurverzadiging, kleurdifferentiatie, kleurmodulatie, achtergrond, representatie en authenticiteit gemiddeld hoger worden gewaardeerd door de vrouwen dan door de mannen. Het grootste verschil in waardering is te vinden bij diepte. De mannen geven een gemiddelde score van 6.75, de vrouwen 3.25. De mannen geven gemiddeld een score van 3.50 hoger dan de vrouwen.
6.1.2 Conditie 1b. Oorspronkelijke poster van het meisje met de scooter (O2) In de onderstaande tabel zijn de gemiddelde schoolcijfers per modality marker weergegeven van C1b. De schoolcijfers zijn per marker verdeeld in het totale gemiddelde dat de respondenten hebben gegeven, het gemiddelde dat de mannelijke respondenten hebben gegeven en het gemiddelde dat de vrouwelijke respondenten hebben gegeven. Modality marker
Totaal gemiddelde
Gemiddelde van de mannen
Gemiddelde van de vrouwen
Kleurverzadiging
7.38
7
7.75
Kleurdifferentiatie Kleurmodulatie
7.88
7
8.75
6.13
5.50
6.75
Achtergrond Representatie
6.38
6
6.75
6.63
6.25
7
Diepte Verlichting
7.38
7
7.75
6.13
6.50
5.75
Helderheid Authenticiteit
7.38
7.25
7.50
5.13
4.75
5.50
Geloofwaardigheid van 6.71 de poster*
6.36
7.06
*Modality bepaald door het gemiddelde van alle modality markers samen. Figuur 6.2. Tabel gemiddelde scores modality markers C1b
De geloofwaardigheid van de poster is gemiddeld gewaardeerd met een score van 6.71. In deze waardering zien we een trend waar de vrouwen een hoger gemiddelde geven dan de mannen met een respectievelijke waardering met een score van 7.06 en 6.36. De kleurdifferentiatie van de poster is in totaal het hoogst gewaardeerd van alle modality markers met een score van 7.88. De authenticiteit van de poster is in totaal het laagst gewaardeerd met een score van 5.13. Er is een trend waar te nemen dat de alle markers hoger worden gewaardeerd door de vrouwen dan door de mannen met uitzondering van verlichting. Het grootste verschil in waardering is
45
te vinden bij kleurdifferentiatie. De mannen geven een gemiddelde score van 7, de vrouwen 8.75. De mannen geven gemiddeld een score van 1.75 lager dan de vrouwen.
6.1.3 Conditie 2a. Nieuwe poster van de jongen met het leren jack (N1) In de onderstaande tabel zijn de gemiddelde schoolcijfers per modality marker weergegeven van C2a. De schoolcijfers zijn per marker verdeeld in het totale gemiddelde dat de respondenten hebben gegeven, het gemiddelde dat de mannelijke respondenten hebben gegeven en het gemiddelde dat de vrouwelijke respondenten hebben gegeven. Modality marker
Totaal gemiddelde
Gemiddelde van de mannen
Gemiddelde van de vrouwen
Kleurverzadiging Kleurdifferentiatie Kleurmodulatie Achtergrond Representatie Diepte Verlichting Helderheid Authenticiteit
7.25
7
7.50
8
7.50
8.50
7.38
6.25
8.50
6.75
5.75
7.75
8.88
8
9.75
6.13
5.75
6.50
6.88
5.75
8
6.88
6.50
7.25
7
6.50
7.50
6.56
7.92
Geloofwaardigheid van 7.24 de poster*
*Modality bepaald door het gemiddelde van alle modality markers samen. Figuur 6.3. Tabel gemiddelde scores modality markers C2a
De geloofwaardigheid van de poster is gemiddeld gewaardeerd met een score van 7.24. In deze waardering zien we een trend waar de vrouwen een hoger gemiddelde geven dan de mannen met een respectievelijke waardering met een score van 7.92 en 6.56. De representatie van de poster is in totaal het hoogst gewaardeerd van alle modality markers met een score van 8.88. De diepte van de poster is in totaal het laagst gewaardeerd met een score van 6.13. Er is een trend waar te nemen dat de alle markers hoger worden gewaardeerd door de vrouwen dan door de mannen. Het grootste verschil in waardering is te vinden bij kleurmodulatie en bij verlichting. De mannen geven kleurmodulatie een gemiddelde score van 6.25, de vrouwen 8.50. De mannen geven verlichting een gemiddelde score van 5.75, de vrouwen 8. De mannen geven gemiddeld een score van 2.25 lager dan de vrouwen.
6.1.4 Conditie 2b. Nieuwe poster van het meisje met de scooter (N2) In de onderstaande tabel zijn de gemiddelde schoolcijfers per modality marker weergegeven van C2b. De schoolcijfers zijn per marker verdeeld in het totale gemiddelde dat de respondenten hebben gegeven, het gemiddelde dat de mannelijke respondenten hebben gegeven en het gemiddelde dat de vrouwelijke respondenten hebben gegeven.
46
Modality marker
Totaal gemiddelde
Gemiddelde van de mannen
Gemiddelde van de vrouwen
Kleurverzadiging Kleurdifferentiatie Kleurmodulatie Achtergrond Representatie Diepte Verlichting Helderheid Authenticiteit
7.63
7
8.25
7.88
7
8.75
7.88
6.50
9.25
7.50
7.25
7.75
8.13
7.75
8.50
8.25
7.25
9.25
7.88
7.25
8.50
7.88
7.50
8.25
8.25
7.75
8.75
Geloofwaardigheid van 7.92 de poster*
7.25
8.58
*Modality bepaald door het gemiddelde van alle modality markers samen. Figuur 6.4. Tabel gemiddelde scores modality markers C2b
De geloofwaardigheid van de poster is gemiddeld gewaardeerd met een score van 7.92. In deze waardering zien we een trend waar de vrouwen een hoger gemiddelde geven dan de mannen met een respectievelijke waardering met een score van 7.25 en 8.58. De diepte en authenticiteit van de poster is in totaal het hoogst gewaardeerd van alle modality markers met een score van 8.25. De achtergrond van de poster is in totaal het laagst gewaardeerd met een score van 7.50. Er is een trend waar te nemen dat de alle markers hoger worden gewaardeerd door de vrouwen dan door de mannen. Het grootste verschil in waardering is te vinden bij kleurmodulatie. De mannen geven een gemiddelde score van 6.50, de vrouwen 9.25. De mannen geven gemiddeld een score van 2.75 lager dan de vrouwen.
6.1.5 Vergelijking condities Enkel de persoon op de poster is gemanipuleerd op basis van de literatuur over authenticiteit. De compositie en omgeving lijken zoveel mogelijk op de oorspronkelijke campagneposters. De foto instellingen zijn hetzelfde gelaten als op de oorspronkelijke posters. Dit betekent dat C2a gebaseerd is op de oorspronkelijke poster C1a en C2b op C1b. Bij de vergelijking van de resultaten zal dan ook voornamelijk gekeken worden naar de overeenkomsten en verschillen tussen C1a en C2a en de overeenkomsten en verschillen tussen C1b en C2b. Overeenkomsten Er is een trend te zien dat vrouwen alle posters geloofwaardiger vinden dan mannen. Bij C1b, C2a en C2b geven de vrouwen gemiddeld hogere cijfers aan alle modality markers. Bij C1a geven de vrouwen gemiddeld hogere cijfers aan de meeste modality markers, met uitzondering van diepte, verlichting en helderheid. Verschillen Er heerst een duidelijke tendens dat C2a en C2b gemiddeld hoger gewaardeerd worden op geloofwaardigheid door de studenten dan C1a en C1b. C2a wordt gemiddeld 1.09 hoger gewaardeerd dan Ca1. C2b wordt gemiddeld 1.19 hoger gewaardeerd dan C1b.
47
Ook heerst er een duidelijke tendens dat de modality markers hogere scores hebben gekregen in C2a en C2b dan in C1a en C1b. De enige uitzondering is kleurdifferentiatie. Hoewel C2a een hogere score heeft dan C1a, blijft de score tussen C1b en C2b gelijk. Authenticiteit We zien een trend dat authenticiteit in C2a en C2b hogere scores hebben gekregen dan in C1a en C1b. C2a wordt gemiddeld 0.50 hoger gewaardeerd dan C1a. C2b wordt gemiddeld 3.12 hoger gewaardeerd dan C1b. Wanneer we inzoomen op de drie elementen van authenticiteit afzonderlijk, context, blik en houding van de Represented Participant, komen de volgende gemiddelde cijfers naar boven die ondergebracht zijn in onderstaand tabel.
C1a
C1b
C2a
C2b
Element authenticiteit
Totaal gemiddelde
Gemiddelde van de mannen
Gemiddelde van de vrouwen
Context Blik Houding
6.75 6.88
5.5 5.5
8 8.25
6.88
6.25
7.5
Context Blik Houding
5.67
4.5
7
4.38
5.5
3.25
4
4
4
Context Blik Houding
7.5
6.5
8.5
7.38
6.25
8.5
7.25
6.75
7.75
Context Blik Houding
8.88
8.25
9.5
7.75
7.25
8.25
7.88
6.75
9
Figuur 6.5. Tabel gemiddelde scores elementen authenticiteit
Uit de tabel komt een lijn naar voren waar C2a en C2b gemiddeld hoger gewaardeerd worden dan C1a en C1b op alle elementen van authenticiteit. De context, blik en houding van C2a zijn gemiddeld respectievelijk 0.75, 0.50 en 0.37 hoger gewaardeerd dan bij C1a. Bij C2b zijn de elementen gemiddeld respectievelijk 3.21, 3.37 en 3.88 dan bij C1b. De authenticiteit is verhoogd door Nederlandse personen af te beelden die men in het dagelijks leven tegen zou kunnen komen. Deze personen maken volgens de respondenten deel uit van het concept dat ze uitbeelden, hebben een betrokken blik en een geloofwaardige houding (Harrison, 2003). Dit betekent dat de elementen uit de representatieve en interpersoonlijke metafunctie samen de authenticiteit bepalen (bevestigde aanname uit paragraaf 5.2.4). In de tabel is ook een trend waar te nemen dat vrouwen gemiddeld hogere cijfers geven aan de elementen van authenticiteit dan mannen. De enige uitzondering hierop is te vinden bij C1b. De vrouwen geven hier de context een hoger cijfer dan de mannen, de houding een zelfde cijfer als de mannen en de blik een lager cijfer dan de mannen. Hier is te zien dat de stijging in geloofwaardigheid overeenkomt met de stelling van Keehnen: Hoe authentieker het model, hoe geloofwaardiger de campagne (persoonlijke communicatie 10/04/2014). In dit geval is de hele campagne een vergezochte conclusie, wel kunnen we stellen dat de geloofwaardigheid van de poster omhoog gaat door een authentieker persoon.
48
Er is ook ingespeeld op de roep voor authenticiteit. Respondenten uit de proefinterviews gaven aan dat hoe authentieker de persoon is, hoe geloofwaardiger de poster zou zijn (paragraaf 5.1.2).
6.2 Commentaar op stimuli In deze paragraaf worden de resultaten van het commentaar van de respondenten op de verschillende stimuli besproken. Het commentaar van de respondenten wordt verdeeld over drie hoofdcategorieën: Represented Participant, omgeving en foto instellingen. Eerst worden de hoofdcategorieën per conditie besproken, vervolgens wordt het commentaar van de oorspronkelijke en nieuwe posters met elkaar vergeleken. Met deze resultaten en de resultaten uit paragraaf 6.1 kan een antwoord gegeven worden op deelvraag 2 en 3. De evaluatie van de resultaten biedt een antwoord op de hoofdvraag.
6.2.1 Topics Voor de semigestructureerde interviews zijn de volgende topics gebruikt: identificatie, kleurverzadiging, kleurdifferentiatie, kleurmodulatie, achtergrond, representatie, diepte, verlichting, helderheid, context, blik, houding, achtergrond, authenticiteit en geloofwaardige vertolker. De topics behandelen in hoeverre respondenten zich identificeren met de afgebeelde personen, in hoeverre ze de respondenten de modality markers van Kress en Van Leeuwen (2006) realistisch vinden, in hoeverre ze de modality marker authenticiteit, die de modaliteit van de Represented Participant bepaalt, realistisch vinden en in hoeverre ze de afgebeelde personen een geloofwaardige vertolker van de boodschap vinden. Zie bijlage H voor transcripten van de semigestructureerde interviews. Uit het commentaar valt op te maken dat sommige topics invloed op elkaar hebben en met elkaar de modaliteit van een modality marker bepalen. Respondent C1aV3 en C1bM4 zeggen hierover bijvoorbeeld: “Dit, dat hangt weer een beetje samen met die verlichting. Ik vind het te licht en daarmee te helder, waardoor het weer lijkt alsof ze hebben gefotoshopt. Het had iets donkerder gemogen, niet zo helder want zo zie je het vaak overdag ook niet. Tenzij je echt een mooie zomerdag hebt maar dat komt hier niet zo vaak voor. Niet realistisch.” Respondent C1aV3. “Die brommer, ja omdat er zo weinig verschillende tinten rood voor is gebruikt, zie ik weinig diepte voor hoe die motor er ongeveer uit zou horen te zien.” Respondent C1bM4.
Deze citaten laten zien dat helderheid samenhangt met verlichting en dat diepte mede bepaald wordt door kleur. Dit komt overeen met de theorie van Kress & Van Leeuwen waarin staat dat modality markers samenwerken en ervoor zorgen dat de kijker een algemeen oordeel kan vellen over de geloofwaardigheid van een afbeelding (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 160-163 en paragraaf 4.3.2).
6.2.2 Clustering en hoofdcategorieën De antwoorden die de respondenten gaven, zijn geclusterd in de volgende onderwerpen: abstractie, achtergrond, authenticiteit, blik RP, context RP, diepte, geloofwaardige vertolker boodschap, helderheid, houding RP, identificatie, kleur, licht en schaduw, nationaliteit, setting en stoer. Deze clusters kunnen op hun beurt weer samengevoegd worden in de volgende hoofdcategorieën die iets zeggen over de visuele geloofwaardigheid van een campagneposter: Represented Participant, omgeving en foto instellingen. De categorie Represented Participant bestaat uit commentaar dat iets vertelt over de persoon op de poster. De categorie omgeving bestaat uit alle commentaar dat iets vertelt over de achtergrond op de poster. De categorie foto instellingen bestaat uit alle commentaar dat iets vertelt over het technische kanten van de afbeelding. De onderstaande tabel laat zien welke clusters vallen onder een categorie en wat voor citaat hierbij past.
49
Hoofdcategorie (visuele geloofwaardigheid campagneposter) Represented Participant
Cluster
Citaat
Authenticiteit RP
“Ik vind het behoorlijk authentiek. Ik vind dat dat een beetje in lijn met zijn houding valt en zijn gezichtsuitdrukking. Een beetje die norse neutrale gezichtsuitdrukking, in combinatie met een nog neutralere houding, he, de handen langs het lichaam, redelijk rechtop, zou ik zeggen dat het authentiek is.” Respondent C2aM3 “Het is een vrij neutrale blik, een beetje serieus. Die zie je vrij veel bij mensen, dus gewoon vrij duidelijk. Dit kan ik op straat of tijdens een gesprek ook tegenkomen.” Respondent C1aM1 “Ik vind de context, kortweg gezegd, heel kloppend. Het is een meisje op een scooter, op straat voor een gebouw. Een beetje onafhankelijk van haar levensstijl vind ik het wel geloofwaardig en authentiek dat ze op straat staat met haar scooter. Misschien staan er nog vriendinnen omheen, ik weet het niet, maar dat is best wel geloofwaardig allemaal. Wat dat betreft vind ik het eigenlijk best goed.” Respondent C2bM4 “Er zit niets geposeerds in, elk persoon zou zo staan. Het enige is dat zijn hoofd een tikkeltje gedraaid is.” Respondent C1aV4 “Ten eerste, het is een man, daar kan ik me minder snel mee identificeren. Ten tweede vind ik hem heel moeilijk kijken en ik ben zelf een heel vrolijk persoon. Dat vooral. Je kan zijn ogen ook bijna niet zijn door zijn wenkbrauwen en doordat er schaduw is op zijn gezicht en dat vind ik ook minder. Hij heeft niet zo’n open gezicht zeg maar. Daar kan ik me niet goed mee identificeren.” Respondent C2aV1 “Best wel positief denk ik. Door hoe hij kijkt en hoe hij zich kleedt, associeer je hem wel met de boodschap die hij vertelt.” Respondent C1aV2
Blik RP Context RP
Houding RP Identificatie
Geloofwaardige vertolker boodschap Nationaliteit Stoer Omgeving
Achtergrond
Setting Foto instellingen
Abstractie Diepte
Helderheid Kleur Licht en schaduw
“Het is wel een typische jongen volgens mij. Niet te knap maar ook niet te lelijk, volgens mij een prima vertegenwoordiger van een Nederlandse jongen.” Respondent C2aM1 “Hij vindt het blijkbaar stoer om niet te vloeken en dan vind ik die context onrealistisch omdat het een soort van stoerheid op moet wekken waar ik hem niet in kan plaatsen.” Respondent C1aM2 “Wat ik eerder al zei, ik vind het gewoon heel erg realistisch dat het wazig is de achtergrond. Het ziet er ook uit als een normale locatie het is gewoon een normaal gebouw net als in Nederland. Met bomen enzo dat vind ik ook best realistisch voor een Nederlandse achtergrond. Het is wel een Nederlandse poster.” Respondent C2bV1 “Ja het is, ik vind de context heel realistisch van ze rijdt door een straat, of een woonwijk met huizen, is niet helemaal duidelijk.” Respondent C1bV1 “Het is zeer gedetailleerd, er zijn geen vage lijntjes ofzo. Naar mijn idee is het gewoon een foto dus de details die er moeten zijn, zijn er. Dus voor mij is het gewoon realistisch.” Respondent C2bV2 “Het lijkt allemaal heel erg in verhouding. Juist door die focus lijkt het alsof er een grote overlap is tussen het meisje en de achtergrond. En ook omdat zij daardoor heel de poster vult. Voor de rest lijkt het allemaal goed in perspectief.” Respondent C1bM3 “Het is op zich heel helder en qua realisme is het misschien te helder dus geen tien maar wel helder en realistisch. In het echt kan het ook zo licht zijn. Hij is wel lijkbleek, dat is gewoon heel licht zeg maar.” Respondent C2aM1 “En nu, deze kleuren zijn niet de kleuren die ik in het echt of in de natuur terug zou vinden.” Respondent C1aM2 “Vooral de schaduwen hier bij zijn ogen en bij zijn neus en bij zijn kin. Het is wel realistisch want als je de zon op je hebt staan, heb je dit soort schaduwen en hij kijkt ook een beetje moeilijk tegen de zon in. Dat is best wel realistisch.” Respondent C2aV1
Figuur 6.6. Tabel hoofdcategorieën resultaten met bijpassende citaten
50
6.2.3 Conditie 1a. Oorspronkelijke poster van de jongen met het leren jack (O1) Represented Participant Alle respondenten zien de jongen door zijn uiterlijk als een neutraal persoon die ze tegen kunnen komen op straat. Dit komt door zijn kledingstijl en zijn kapsel. Het witte T-shirt en het leren jack worden gezien als normale kleding en zijn kapsel als een doorsnee kapsel van een Nederlands persoon. Respondent V2 zegt over de jongen: “Omdat het best wel een neutrale jongen is. Hij is neutraal. Je zou hem zeg maar zo op straat tegen kunnen komen. Zijn kledingstijl is gewoon heel simpel: shirtje en vestje, niet zo heel veel bijzonders. Gewoon relaxt.” Respondent C1aV2.
De connotatie neutraliteit zorgt ervoor dat M1 en V2 de jongen een geloofwaardige vertolker van de boodschap vinden waar veel mensen zich mee zouden kunnen identificeren. Respondent M2, M4 en V4 merken op dat de jongen een stoerheid uitstraalt. Dit komt door de blik die als zelfverzekerd wordt opgevat door de dichtgeknepen ogen en getuite mond, het gebogen hoofd en door de setting die hieronder wordt behandeld. De drie respondenten noemen deze stoerheid gemaakt en ongeloofwaardig en geloven mede hierdoor niet dat hij tegen vloeken is. Over de authenticiteit van de blik en houding van de jongen bestaat verdeeldheid. Waar de dichtgeknepen ogen door respondent M1, M3, V1 en V2 opgevat worden als een serieuze en sterke blik, wordt de blik door de andere helft opgevat als geposeerd en ongeloofwaardig. Waar M1, V2 en V4 de loshangende schouders en het gebogen hoofd zien als ontspannen, nonchalant en natuurlijk, zien de andere deze houding als geposeerd en niet authentiek. Respondent M2 zegt over de houding: “Dit is geen natuurlijke houding, een a-natuurlijke manier, hij poseert. Dat zie je door bijvoorbeeld zijn gebogen hoofd weer en dat herken ik bij mensen die poseren. Daarom is het a-natuurlijk.” Respondent C1aM2.
De connotaties gemaakt, geposeerd en ongeloofwaardig zorgen ervoor dat respondent M2, M3, M4, V3 en V4 niet geloven dat de jongen tegen vloeken is en vinden hem niet representatief voor iemand die niet vloekt. Bij respondent M4, V2 en V4 roept deze connotatie zelfs de associatie op dat de jongen een ingehuurde acteur is. Respondent M4 zegt hierover: “In combinatie met de achtergrond en het hele totaalplaatje heb ik het idee dat het een geposeerde foto is in een studio. Dat die vent niet eens weet waarvoor hij poseert en op welke poster hij nu staat. (…) Ik weet niet, misschien hadden ze beter iemand kunnen vragen die echt tegen vloeken is, want die kan dan dat gevoel beter uiten op de poster.” Respondent C1aM4.
Respondent V1 twijfelt over de geloofwaardigheid van de jongen: “Ik zou me kunnen voorstellen dat als iemand op straat staat te wachten en je aankijkt, dat hij zo met zijn handen in zijn zakken best wel prima zou kunnen staan. Maar het is nou niet echt de aller geloofwaardigste houding. Zoals ik al zei, gewoon, wat waarschijnlijk ook wel het geval is, gewoon geposeerd zou kunnen zijn. Hij staat echt precies goed gedraaid naar de camera. Ook hoe hij zijn hoofd houdt, zijn blik hoe hij naar mij kijkt. Het is niet, ik weet niet, het is een naar mijn idee fotomodellenhouding.” Respondent C1aV1.
Omgeving Alle respondenten weten niet wat de achtergrond voorstelt. Dit komt door de verschillende strepen en stippen die de respondenten niet kunnen relateren aan elkaar en aan de jongen. Drie respondenten proberen de omgeving te relateren aan een oude filmrol (M2), een Coca-Colatruck (M3) of een loods (V3), maar durven dit niet met zekerheid te zeggen. Respondent M3, M4 en V3 vergelijken de omgeving met Nederland en komen tot de conclusie dat de omgeving te zonnig is voor een normale dag in Nederland. Dit komt door de felheid in van de achtergrond. De connotatie onrealistisch zorgt ervoor dat respondent M1, M2, M3, M4 en V4 de omgeving fictie noemen. De omgeving is volgens het niet authentiek en voelt gemaakt aan. M2 zegt hierover:
51
“Maar de achtergrond is eigenlijk niets, dit maakt het een beetje een jaren tachtig actiefilm en dit maakt het niet realistisch.” Respondent C1aM2.
Foto instellingen Alle respondenten zien dat de stimulus een foto van een jongen is. Dit komt omdat er genoeg details weergegeven zijn van de jongen. Respondent V1 zegt hierover: “De jongen die erop staat is gewoon duidelijk een jongen en er is naar mijn idee niets aan bewerkt. En tot in detail kan ik het zien, de schaduwen staan erop, de lijnen bijvoorbeeld een wal onder zijn ogen. Zijn haren zijn niet bewerkt voor mijn gevoel. Ja, ook de kleding. De ritsen en vouwen zijn duidelijk zichtbaar.” Respondent C1aV1.
Het kleurgebruik wordt door respondent M3, V1 en V2 opgevat als natuurlijk. Dit komt omdat de kleuren die gebruikt zijn natuurlijk in elkaar overlopen en ook in het echt te zien zijn. De overige respondenten hebben het gevoel dat er ‘gespeeld’ is met het kleurgebruik. Dit komt omdat de foto te rood is (M1, M2, M4 en V4), er te weinig verschil is in overloop tussen de kleuren (M1, M2 en V4) of de kleuren te fel zijn (V3). Dit heeft volgens de respondenten te maken met de helderheid van de foto. Respondent V1 vindt de helderheid natuurlijk. De overige respondenten vinden de foto te helder of te fel. Deze connotaties komen door het kleurgebruik en het lichtgebruik. Respondent M3 vindt de foto te fel voor een zonnige dag in Nederland. Respondenten M1, M2, M4, V3 en V4 denken dat deze helderheid komt van fel kunstlicht dat buiten de foto van links op de jongen schijnt. Respondent M2 zegt over de helderheid: “Maar in zijn gezicht heeft hij een keiharde straal staan. Ik voel niet waar dat vandaan komt, dat maakt het onrealistisch. Het spotidee. Maar dat zie je niet terug in de achtergrond en daarom klopt het voor mij niet helemaal.” Respondent C1aM2.
Respondent V2 en V4 vinden het verschil in helderheid onnatuurlijk. Dit komt omdat de bovenkant van de foto voor hen te licht aanvoelt en de onderkant te donker. Respondent M3, M4, V1, V2 en V3 vinden het gebruik van licht en schaduw losgezien van de helderheid realistisch. Dit komt omdat de schaduwen volgens hen veel details laten zien, vooral bij de jongen. Alle respondenten vinden dat er diepte wordt gecreëerd door licht en schaduw. Respondent M3, M4, V3 en V4 vinden dit niet genoeg. Ze geven aan dat de diepte enkel wordt gecreëerd door de schaduw maar dat het nog steeds niet duidelijk is hoe de jongen ten opzichte van de achtergrond staat. Respondent M4 zegt bijvoorbeeld: “Dus er kan alleen perspectief zitten in het kraagje van zijn jasje, of zijn haar, met een beetje schaduw op zijn voorhoofd ofzo. Maar verder, ook omdat er geen achtergrond is, is er weinig te zeggen over het perspectief. En daarom heb ik een vier gegeven, in de jongen zit wel nog een beetje diepteverschil en perspectief, maar verder is er niet echt iets aan perspectief toe te wijzen.” Respondent C1aM4.
Respondent M2, V2, V3 en V4 geven aan dat ze het gevoel hebben dat de afbeelding is lichtelijk bewerkt met een bewerkingsprogramma op de computer.
6.2.4 Conditie 1b. Oorspronkelijke poster van het meisje met de scooter (O2) Represented Participant De meeste respondenten zien het meisje door haar uiterlijk als een zelfverzekerd, stoer persoon die ze tegen zouden kunnen komen op straat. Dit komt door haar zonnebril, leren jack, blik en scooter. Respondent V4 zegt over haar: “Een beetje een typische van de meeste meiden die op zo’n scooter rondrijden. Leren jasje, zonnebril waardoor je haar ogen niet kan zien. Geen lach op haar gezicht, gewoon een beetje neutrale, stoere, alsof ze stoer probeert te kijken.” Respondent C1bV4.
52
Respondent M3 en V3 kunnen echter geen beeld van het meisje vormen omdat ze haar niet los kunnen zien van de connotatie actrice door haar geposeerde houding en blik waar ik hieronder ook op inga. De connotaties stoer en zelfverzekerd zorgen ervoor dat respondent V2 en V4 het meisje een geloofwaardige vertolker van de boodschap vinden omdat ze stoer is, waardoor het niet suf is om tegen vloeken te zijn en omdat ze representatief is voor een Nederlands meisje. Alle respondenten vinden het meisje stoer of overdreven stoer. Dit komt door haar scooter, zonnebril, houding en handschoenen. Waar respondent V2 en V4 deze uitstraling goed vinden voor de boodschap, zorgt dit bij de rest voor de connotatie dat dit meisje niet tegen vloeken is. Ze vertellen dat dit komt door de associatie dat stoere mensen wel vloeken. Respondent M3, M4 en V1 vinden deze stoerheid overdreven, nep en ongeloofwaardig. Respondent M3 zegt hierover: “Overdreven stoer. Standaard beeld als iemand aan stoer denkt, terwijl in werkelijkheid een echt stoer iemand een stoer gevoel met zich meebrengt in plaats van puur de kledingstijl. Het is de houding, op de motor en dan een beetje de andere kant op leunen met één hand in het haar. Het ziet er ook niet uit of ze gevoel voor de motor heeft. Dit heeft meer met het realisme te maken. Ja, de houding, hand in het haar. Omdat het model van de motor wat voorover leunen vereist en ze toch naar achter leunt erbij. Ik denk dat dat vooral die stoere houding moet voorstellen. (…) Die hele stoerheid, het hele principe hiervan, ik vind het veel te overdreven en het ziet er niet uit alsof ik een normaal iemand over straat zie lopen die zegt hé jongens, ik ben tegen vloeken. Dat zie ik helemaal niet voor me. Dat komt door dat hele meisje en de hele setting waarvan alleen de achtergrond een beetje realistisch voor mij is.” Respondent C1bM3.
Alle respondenten vinden de blik en de houding van de persoon niet authentiek. Haar blik is volgens hen uitdrukkingsloos en onverschillig door de zonnebril en haar mond in de vorm van een streep. Ze geven allemaal aan hierdoor niet betrokken te worden en weten niet waarom ze zo kijkt. Respondent V4 interpreteert blik wel als sterk tegen vloeken omdat ze deze blik als stoer ervaart. De houding van het meisje is volgens alle respondenten nep en geposeerd. Dit komt door de onnatuurlijke houding die het meisje aanneemt: Ze zit schuin op de motor (M1, M2, M4 en V2); ze heeft een rare knik in haar rug (M1, M3, V1 en V2); ze leunt op haar hand (M3, V3 en V4). Verder roept de scooter of motor onbegrip op bij de respondenten met uitzondering van respondent V4. Ze vinden de scooter niet passen bij de boodschap tegen vloeken en daarmee onnodig. Respondent V3 uit haar onbegrip: “Ik snap ook niet wat ze met die motor willen. Ja, ze ziet er wel heel stoer uit, dan kan ze wel zeggen ik ben tegen vloeken. Maar wie ziet er tegenwoordig nou zo uit op een motor?” Respondent C1bV3.
De scooter maakt het meisje ongeloofwaardig volgens respondent M3, M4 en V1. Dit komt omdat het meisje geen helm bij zich heeft waardoor het meer lijkt alsof ze poseert op een scooter. De connotaties gemaakt stoer, nep, geposeerd en ongeloofwaardig zorgen ervoor dat respondent M1, M2, M3, M4, V1, V2 en V3 niet geloven dat het meisje tegen vloeken is en vinden haar niet representatief voor iemand die niet vloekt. Respondent M4 en V3 opperen een authentiek persoon om de boodschap te verkondigen, niet dit meisje. Omgeving Alle respondenten geven aan de omgeving realistisch is. Dit komt door de setting die de respondenten ook in het echt tegen zouden kunnen komen. De connotatie die de omgeving bij hen oproept is stads (M1), op straat voor een gebouw in een woonwijk (M4, V1 en V2), voor een ziekenhuis op een parkeerplaats (V3 en V4) en Nederlands (M4 en V4). Ze zien het meisje allemaal in deze omgeving rondrijden. Alle respondenten geven aan dat de achtergrond wazig is. Respondent M1, M2, M3, M4, V1 en V4 vinden dit waziger dan in het echt waardoor het realismegehalte iets achteruit gaat. De
53
achtergrond blijft voor hen wel realistisch. Voor respondent V2 en V3 zorgt deze wazigheid er voor dat de focus ligt op de voorgrond. Ze vinden dat dit geen afbreuk doet aan het realisme. Respondent V2 zegt het volgende over de wazigheid: “Omdat de achtergrond vager is, komt zij zeg maar duidelijker naar voren. Hierdoor zie je dat het echt om haar gaat en als je iets fotografeert vanaf de voorkant, is de achtergrond vaak ook iets vager.” Respondent C1bV2.
Foto instellingen Alle respondenten zien dat de stimulus een foto van een meisje op een scooter is. Dit komt omdat de details op haar gezicht en lichaam duidelijk te zien zijn. Ook geven alle respondenten aan dat de achtergrond te wazig is. Het kleurgebruik wordt door de respondenten opgevat als verzadigder of eentoniger dan in het echt. Dit komt door effen rode kleur van de scooter en de felle effen kleur van het gras (M2, M3, M3, V2 en V4) en door de verschillende kleuren van de huid van het meisje die niet met elkaar samenhangen (M1, M2, M3, V1, V3 en V4). Respondent M2 zegt het volgende over de kleuren van haar huid: “Haar arm is bijna wit tot heel licht rozig en haar gezicht is bijna bruin met een zonnebril. De motor in relatie tot haar arm en in relatie tot haar hoofd komt niet realistisch over omdat het niet natuurlijk met elkaar samenhangt (wijst van onder naar boven). Er zijn verschillende lichtinvallen, misschien is de foto wel slecht genomen. De elementen kloppen niet met elkaar.” Respondent C1bM2.
Dit heeft volgens de respondenten te maken met de helderheid en de licht instellingen van de foto. Respondent M4 en V2 vinden de helderheid realistisch. Ze vergelijken de helderheid met een zonnige dag. Dit komt volgens hen overeen met de helderheid op de foto. De andere respondenten vinden de helderheid te fel. Dit komt door het kleurgebruik en de felle licht instellingen. Respondent M1, V1 en V3 denken dat er verschillende lichtbronnen zijn gebruikt. Dit komt omdat er onrealistische schaduwen te vinden zijn op het meisje, die volgens hen enkel te verklaren zijn door het gebruik van verschillende lichtbronnen. De andere respondenten denken dat het licht komt van de zon die linksboven haar schijnt. Alle respondenten vinden de diepte realistisch. Dit komt omdat de achtergrond wazig is en dit is volgens de respondenten ten gunste van de dieptewerking.
6.2.5 Conditie 2a. Nieuwe poster van de jongen met het leren jack (N1) Represented Participant Alle respondenten vinden de jongen een nette jongen. Dit komt door zijn kapsel, leren jas, blik en houding. Ze zien hem als een student die over straat loopt (M1, M2, M4, V2, V3 en V4) door zijn simpele kledingstijl, rugzak en blik die als nors wordt ervaren door de samengeknepen ogen. Of ze zien hem als een typisch Nederlandse jongen (M1, M3, V1 en V4) door zijn lichtblonde haren, lichte huid en blauwe ogen. Hij staat volgens alle respondenten voor een graffitimuur, maar respondent M2, M4, V2 en V4 geven aan dat hij zelf geen graffitispuiter is omdat hij daar te netjes voor uit ziet. Respondent M3, V1, V2 en V3 merken op dat de jongen een stoerheid uitstraalt. Dit komt door de graffitimuur, de leren jack en zijn blik. Volgens respondent V2 en V3 maakt deze uitstraling hem minder suf. Respondent M3 vindt deze stoerheid juist te veel, wat voor hem overdreven is: “In theorie klopt de context, in de zin dat het stoere imago dat hij wil uitstralen, matcht met zo´n graffitiachtergrond. Maar het is een beetje over de top weer, waardoor het hele realisme weer te niet wordt gedaan naar mijn idee. Het beeld dat geschetst lijkt te willen worden zeg maar, daar zijn ze iets te veel in doorgeslagen waardoor het heel laag is, voor mij een drie. Het is te veel van hetzelfde, alles moet ruig zijn, zo komt het op mij over. De graffiti is ruig zeg maar, het jack en die stoere
54
blik. Ja goed, als we het dan over de context hebben, de achtergrond is gewoon een heel groot deel van het oppervlakte van de poster. Dat is gewoon net iets te dominant waardoor het minder realistisch wordt.” Respondent C2aM3.
Respondent V1 vindt deze stoerheid misplaatst omdat zijn houding ongemakkelijk overkomt, wat niet stoer is. De blik en de houding worden door de meeste respondenten authentiek genoemd. De jongen heeft kleine ogen en zijn mond als streep. Alle respondenten denken dat de jongen tegen de zon in kijkt en daarom knijpt met zijn ogen. Respondent M2, M4, V1, V2 en V4 vinden deze blik vermoeid of nors wat past bij een student of iemand die iets op zijn hart heeft. Zo zou je hem ook in het echt tegen kunnen komen volgens hen. Respondent M1 en M3 vinden de blik gemaakt nors waar wat vrolijker authentieker zou zijn. De jongen heeft volgens alle respondenten loshangende schouders en staat vlakbij of tegen de muur. Respondent M1, M2, M4, V2 en V4 vinden deze houding normaal, neutraal of ontspannen wat wederom weer past bij een student of iemand die men toevallig tegenkomt op straat. Respondent M3, V1 vinden de houding respectievelijk onnatuurlijk ruig en ongemakkelijk stijf, wat afbreuk doet aan de authenticiteit. Beiden geven een suggestie dat een meer ontspannen houding authentieker zou zijn. Respondent V3 vindt de blik en de houding een beetje geforceerd, maar dit doet geen afbreuk aan de authenticiteit van de jongen. De connotatie authentiek roept verschillende reacties op bij de respondenten. Respondent M4, V1, V2, V3 en V4 denken dat de persoon niet vaak vloekt en daarom een geloofwaardige verkondiger van de boodschap is. Respondent M4 zegt het volgende over de jongen: “Hij ziet er echt uit alsof hij ergens tegen is. Of hij nou ergens geen zin in heeft, ergens tegenop ziet of tegen is, zoals vloeken in dit geval, vind ik dat best wel geloofwaardig overkomen. In die zin denk ik wel van. Ja. Je ziet hem en dan denk ik wel van oké wat is er met deze jongen aan de hand? Waarom kijkt hij zo sipjes? Waarom kijkt hij zo, ja, nors? Dat ga je je afvragen. Als je dan de tekst van de poster bekijkt, schroomt dat eigenlijk wel en zou ik me goed kunnen voorstellen dat hij tegen vloeken is. Dat hij daar echt mee zit ofzo. Dat zie je echt wel een beetje aan hem af, dat hij dat wil overbrengen.” Respondent C2aM4.
Respondent M1 en M2 denken dat de jongen wel eens vloekt, omdat dit bij past bij een normale student of Nederlandse jongen. Respondent M3 vindt de blik gemaakt en de houding onnatuurlijk ruig. Dit roept bij hem op dat de poster in scene is gezet en de jongen niet tegen vloeken is. Omgeving Alle respondenten geven aan dat de omgeving realistisch is. Dit komt door de setting die de respondenten ook in het echt tegen zouden kunnen komen. De connotatie die de omgeving bij hun oproept is een graffititekening. Vier respondenten, M2, M4, V1 en V4, vergelijken de omgeving met Nederland en komen tot de conclusie dat de foto is gemaakt op een zonnige dag in Nederland. Respondent M1, M3, M4, V2 en V3 kunnen de omgeving echter niet relateren aan de jongen. Ze vinden de jongen te netjes. Hij zou geen graffitispuiter zijn en vinden de graffitiachtergrond irrelevant. Respondent V2 zegt het volgende over deze relatie: “Graffiti dat vind ik iets normaals, dat kan je overal wel tegenkomen. Ik heb niet heel erg het idee dat hij een graffitispuiter zou zijn. Dus de achtergrond in de context vind ik niet dat de achtergrond heel erg bij hem zou passen. Ik zou hem eerder zien voor een bibliotheek ofzo, iets wat meer bij hem zou passen. Misschien omdat hij oranje haar heeft, dat klinkt nu heel lullig, maar dan komt hij meer over als een soort sulletje ofzo en niet zozeer een graffitispuiter met een laaghangende broek of een petje achterstevoren en alleen maar op straat hangen. In context vind ik de achtergrond minder bij hem passen. Maar de achtergrond op zich is realistisch.” Respondent C2aV2.
De andere respondenten geven geen commentaar over de relatie tussen de jongen en de achtergrond. Foto instellingen Alle respondenten zien dat de stimulus een foto van een jongen is. Dit komt omdat alle details die er voor een foto moeten zijn, zichtbaar zijn op de jongen, zoals de plooien in zijn jas. Met
55
uitzondering van respondent M4 bestaat er wel twijfel of de jongen daadwerkelijk voor de achtergrond is gefotografeerd door een verschil in kleurcontrast tussen de jongen en de achtergrond (M1, M3, V1, en V3) of door een gebrek aan diepte doordat er geen schaduw van de jongen op de muur valt (M1, M2, V2 en V4). Respondent M1 zegt over de achtergrond: “Ja het lijkt net of hij ervoor staat, maar hij kan ook in de muur staan. Alsof hij erin geknipt is. Het lijkt alsof het plat is, dat hij ook op de muur zit ofzo. Ik denk dat het licht aan de lichtkleuren, dat klopt niet helemaal. Misschien ook die rechte lijnen. Ik weet niet, mijn gevoel zegt dat gewoon. Ik zit steeds hier te kijken aan de rechterkant van het hoofd met dat contrast met die lichte letters. Nee in mijn gedachten klopt er dan iets niet. Maar het zou ook maar wel kunnen.” Respondent C2aM1.
Het kleurgebruik wordt door alle respondenten gezien als helder en zoals ze de kleuren in het echt tegen kunnen komen. Dit komt door de levendige kleuren (M1, M3, M4, V2, V3 en V4) of het realistische kleurverloop (M2 en V1) zowel in het gezicht van de jongen als op de graffitimuur. Hoewel de respondenten geloven dat ze het kleurgebruik in het echt tegen kunnen komen, vindt respondent V4 de kleuren te verzadigd en M4 de achtergrond te blauw omdat hij denkt dat graffitispuiters meestal met meerdere kleuren werken dan alleen blauw. Respondent M4, V1 en V2 vinden de helderheid realistisch. Ze vergelijken de helderheid met een zonnige dag. Dit komt volgens hen overeen met de helderheid op de foto. De andere respondenten vinden de helderheid te fel. Dit komt door het kleurgebruik, lichtintensiteit en omdat de huid van de jongen volgens de respondenten te wit is en bijna reflecteert waardoor hij bleker lijkt dan hij volgens de respondenten is. Respondent M3, M4, V1 en V3 vinden het lichtgebruik realistisch. Ze denken dat de zon van linksboven op de jongen schijnt door het schaduwverloop op de jongen. Respondent M1 en V2 vinden het contrast tussen lichte en donkere stukken te groot. Het licht is voor hen bijna wit en het donkere en de schaduw bijna zwart. Respondent M2 vindt de foto te licht waardoor er meer details zichtbaar zijn op de jongen dan in het echt. Volgens respondent M1, M2, V2 en V4 mist de schaduw van de jongen op de muur, waardoor het lijkt alsof de jongen in de afbeelding is geplakt. Respondent M4 vindt de dieptewerking realistisch, hij vindt dat de jongen dicht bij de achtergrond staat omdat de achtergrond en de jongen praktisch even scherp zijn. De overige respondenten zien geen diepte. Dit komt omdat de schaduw van de jongen op de muur ontbreekt (M1, M2, V2 en V4) of omdat de kleuren te fel zijn om diepte te zien (M3, V1 en V3).
6.2.6 Conditie 2b. Nieuwe poster van het meisje met de scooter (N2) Represented Participant Alle respondenten zien het meisje als een Nederlandse scholier of jonge HBO-student. Dit komt door haar leeftijd, blonde haren en postuur, kleding, scooter, neutrale kledingstijl en omgeving die als schoolplein op kan worden gevat. Respondent V2 vertelt over haar context: “Ik denk sowieso dat de persoon realistisch is maar ook het hele plaatje. Ik heb het idee dat wanneer ik op een parkeerplaats kom bij een middelbare school, dan zou ik haar tegen kunnen komen en zien staan op haar scooter. Dat dat gebouw op de achtergrond eventueel de school is of iets. Wat dat betreft komt het heel realistisch over.” Respondent C2bV2.
De blik en houding worden door de meeste respondenten authentiek genoemd. Ze lacht niet en knijpt haar ogen samen. Deze blik wordt verschillend geïnterpreteerd. De respondenten zien de blik als geloofwaardig voor iemand die de zon in kijkt (M3, V1, V2, V3 en V4), als geen expressie (M1 en M4) en als serieus (M2). Drie respondenten, M1, M3 en V1, vinden de zonnebril niet nodig. Ze beseffen dat het een zonnige dag is, toch dient de zonnebril voor hen als een soort blokkade waardoor het meisje geen betrokkenheid genereert. Respondent M3 zegt over haar zonnebril:
56
“En die zonnebril die ervoor zit, die ook filtert. Als een filter genereert, een soort blokkade. Als je op het terras zit met mensen, vind ik het toch fijner als ze die zonnebril af zetten, dan dat ze constant met de zonnebril op zitten. Dan voel je je toch minder persoonlijk bij betrokken.” Respondent C2bM3.
Het meisje zit volgens alle respondenten ontspannen op haar scooter, alsof ze direct weg kan rijden. Respondent M2, M3, M4, V1, V2 en V3 noemen deze houding normaal en natuurlijk. Respondent M3, V1 en V2 voegen toe dat het been waarop ze steunt de authenticiteit van de het meisje vergroot. Het been laat zien dat ze echt stilstaat en haar evenwicht moet houden. Respondent M1, M3 en V4 krijgen het gevoel dat het meisje enigszins poseert, maar vinden haar houding toch authentiek. Dit komt omdat het meisje te ontspannen oogt (M1), een vinger gekunsteld houdt (M3) of haar schouders te veel optrekt (V4). De connotatie authenticiteit wekt drie soorten reacties op. Respondent M1, M4, V3 en V4 denken dat het meisje niet vloekt omdat ze er onschuldig uitziet als scholier. Respondent M2 en V2 denken dat het meisje vloekt, juist omdat ze een scholier is. Respondent V1 vindt dat het meisje eruit ziet als iemand die vloekt, maar er toch tegen is. Dit geeft volgens haar een sterk effect: “Zij ziet er zelf best wel uit als iemand die zelf snel zou vloeken. En als ze dan zegt ik ben tegen vloeken, dan vind ik het wel een grotere impact hebben. Ik vind gewoon dat als iemand er zo uitziet, uitziet van ik ben arrogant en doe alles wat ik wil en het maakt me geen fuck uit wat jij zegt. Aks iemand er zo uit ziet en toch zegt van stop met vloeken dan vind ik dat, dan zou ik daar sneller naar luisteren omdat zij eruit ziet als iemand die het al eerder heeft gedaan en dan erachter is gekomen dat het eigenlijk niet goed is.” Respondent C2bV1.
Omgeving Alle respondenten geven aan dat de omgeving realistisch is. Dit komt door de setting die de respondenten ook in het echt tegen kunnen komen. De connotatie die de omgeving bij hen oproept is een plein voor een schoolgebouw op een zonnige dag waar het schoolgaand meisje in past. Respondent M1, M3, M4, V1 en V2 geven aan dat de omgeving Nederlands aanvoelt. Ze zien het meisje allemaal in deze omgeving rondrijden. Alle respondenten geven aan dat de achtergrond wazig is. Respondent M2, V3 en V4 vinden dit waziger dan in het echt waardoor het realismegehalte iets achteruit gaat. De achtergrond blijft voor hen wel realistisch. Voor respondent M1, M3, M4, V1 en V2 zorgt deze wazigheid er voor dat de focus ligt op de voorgrond. Ze vinden dat dit geen afbreuk doet aan het realisme. Respondent M3 zegt het volgende over de wazigheid: “Het is natuurlijk een duidelijk contrast tussen de achtergrond en het meisje zelf. De achtergrond is heel wazig. Dat is ook het effect wat je met een camera kan genereren en hoe je ogen in principe ook werken. Als je kijkt naar iets wat heel dichtbij staat, is de achtergrond vaag. In dat opzicht realistisch.” Respondent C2bM3.
Foto instellingen Alle respondenten zien dat de stimulus een foto van een meisje op een scooter is. Dit komt omdat alle details op haar gezicht en lichaam duidelijk te zien zijn door licht en schaduw. Ook geven alle respondenten aan dat de achtergrond te wazig is. Bij respondent M2 en M3 bestaat twijfel of het meisje daadwerkelijk voor de achtergrond is gefotografeerd doordat de wazige achtergrond al bij de vloer onder de scooter begint in plaats van een verloop (M2) en omdat er een scherpe lijn om het meisje heen te zien is (M3). Het kleurgebruik wordt door respondent M1, M2, M4, V1, V3 en V4 opgevat als realistisch. Ze vinden de kleuren fel en helder wat overeenkomt met een zonnige dag. Ook lopen de kleuren goed in elkaar over. Respondent M2 en M4 voegen wel toe dat het groen op de achtergrond te verzadigd is en dat het rood te rood is in te weinig tinten. Respondent M3 en V2 vinden de kleuren feller en
57
verzadigder dan normaal, wat afbreuk doet aan het realismegehalte van de foto. Dit komt door de hoeveelheid kleuren en het contrast tussen deze kleuren. Alle respondenten vinden de helderheid realistisch voor een zonnige dag. Respondent M4 zegt het volgende over de helderheid: “De zon schijnt, dus het is redelijk helder allemaal. Ik moet zeggen dat ik het niet overdreven helder vind. Ik vind het geloofwaardig helder. Als in, de zon schijnt van voren op het onderwerp op de foto en dat oogt gewoon realistisch. En wel in balans eigenlijk. Dat de verzadiging van de kleur, die ik eerder heb beoordeeld, dat dat samenhangt met de foto. Dit komt kloppend over.” Respondent C2bM4.
Respondent M1 en M2 vinden de achtergrond te fel vergeleken met de voorgrond omdat de kleuren hier verzadigder zijn en respondent V1 en V4 vinden het meisje te bleek door de helderheid. Dit doet voor hen geen afbreuk aan de geloofwaardigheid van de foto. Respondent M1, M4, V1, V2, V3 en V4 vinden de lichtintensiteit overeenkomen met een zonnige dag waarvan de zon van ongeveer linksboven op het meisje schijnt. Er is volgens verschillende respondenten weinig schaduw te vinden bij het meisje, wat voor sommige overeenkomt met een zonnige dag (M1, V1, V2 en V4), maar voor anderen een gebrek aan schaduw is (M2 en M3). Respondent M3 geeft aan dat het contrast tussen licht en donker te heftig is om realistisch te zijn. Op uitzondering van respondent M2 vinden alle respondenten de diepte realistisch. Dit komt omdat de achtergrond wazig is en dit is volgens de respondenten ten gunste van de dieptewerking. Ook geven respondent M1, V1 en V3 het commentaar dat er dieptewerking is omdat het meisje even groot is als de boom op de achtergrond. Respondent M2 snapt het idee van dieptewerking door wazigheid, maar vindt dat dit effect al te snel in de voorgrond afspeelt, waardoor het idee van diepte volgens hem nep is.
6.2.7 Vergelijking condities De resultaten van het commentaar op de stimuli zijn per hoofdcategorie beknopt ondergebracht in de tabellen in figuur 6.7., 6.8. en 6.9.. In de linker kolommen is het commentaar op de oorspronkelijke posters ondergebracht, in de rechter kolommen het commentaar op de nieuwe posters. In de bovenste rijen is het commentaar op de posters met de jongen ondergebracht, in de onderste rijen het commentaar op de posters met het meisje. Enkel de persoon op de poster is gemanipuleerd. Daarom worden bij Represented Participant vooral de oorspronkelijke met de nieuwe posters vergeleken. De omgeving van de nieuwe posters lijkt zo veel mogelijk op de oorspronkelijke posters en de foto instellingen zijn gelijk gebleven. Daarom worden bij Omgeving en Foto instellingen vooral de posters van de jongen met de posters van het meisje vergeleken.
58
Represented Participant Poster Jongen (1)
Meisje (2)
Oorspronkelijk (O)
Nieuw (N)
De jongen wordt gezien als neutraal door kledingstijl en kapsel.
De jongen wordt gezien als een Nederlands en net persoon door zijn kledingstijl, kapsel, blik en houding.
2 van de 8 respondenten vinden de jongen door zijn neutraliteit een authentiek persoon die tegen vloeken is waar mensen zich makkelijk mee kunnen identificeren.
7 van de 8 respondenten vinden de jongen door zijn authentieke (natuurlijke) houding en blik een geloofwaardig persoon. Van deze respondenten geloven 5 dat de jongen niet vloekt omdat hij netjes is en daarmee een geloofwaardige vertolker is en geloven 2 dat de jongen wel eens vloekt omdat dit hoort bij een Nederlandse jongen.
5 van de 8 respondenten vinden dat de jongen niet tegen vloeken is door zijn ongeloofwaardige (geposeerde) houding en blik.
1 van de 8 respondenten vindt dat de jongen niet tegen vloeken is een gemaakte en onnatuurlijke blik en houding.
1 van de 8 respondenten twijfelt over de geloofwaardigheid van de jongen.
Het meisje wordt gezien als zelfverzekerd en stoer door kledingstijl, zonnebril, blik en scooter.
Het meisje wordt gezien als een Nederlanse scholier of HBO-student door haar leeftijd, kapsel, figuur, neutrale kledingstijl en scooter.
2 van de 8 respondenten vinden het meisje door haar zelfverzekerdheid en stoerheid een authentiek persoon die uitstraalt dat het niet suf is om tegen vloeken te zijn.
Alle respondenten vinden het meisje door haar authentieke (natuurlijke) houding en blik een geloofwaardig persoon. Van deze respondenten geloven 4 dat het meisje niet vloekt omdat ze een onschuldige scholier is, gelooft 1 dat het meisje niet vloekt omdat ze eruit ziet als iemand die vloekt, wat de boodschap versterkt en geloven 3 dat het meisje juist vloekt omdat ze een scholier is.
6 van de 8 respondenten vinden dat het meisje niet tegen vloeken is door haar ongeloofwaardige (geposeerde) houding en blik.
Figuur 6.7. Tabel resultaten Represented Participant
Er is een tendens waar te nemen dat de personen op de nieuwe posters geloofwaardiger beoordeeld worden dan de personen op de oorspronkelijke posters. De personen op de nieuwe posters worden meestal authentiek genoemd en de personen op de oorspronkelijke posters ongeloofwaardig en geposeerd. Er is een trend zichtbaar dat door het verschil in authenticiteit de meeste respondenten geloven dat de personen op de nieuwe posters niet vloeken en de personen op de oude posters niet tegen vloeken zijn. De respondenten geven aan dat er een relatie is tussen authenticiteit en de geloofwaardigheid van een poster. Hoe authentieker een persoon is afgebeeld, hoe geloofwaardiger een poster is. Dit
59
komt overeen met het idee dat authenticiteit het kernwoord is voor geloofwaardigheid (Keehnen, persoonlijke communicatie 10/04/2014). Uit de resultaten komt niet naar voren dat authenticiteit leidt tot een grotere toegankelijkheid van de campagne (Loos, 2013). Wel kan in dezelfde lijn gesteld worden dat authenticiteit ervoor zorgt dat studenten eerder geneigd zijn te geloven dat een afgebeeld persoon achter de boodschap van de campagne staat. Omgeving Poster Jongen (1)
Meisje (2)
Oorspronkelijk (O)
Nieuw (N)
De respondenten weten niet wat de omgeving voorstelt.
De omgeving wordt gezien als een muur met graffititekening op een zonnige dag in Nederland.
Alle respondenten kunnen de omgeving niet relateren aan de jongen omdat ze niet weten wat de achtergrond voorstelt.
5 van de 8 respondenten kunnen de omgeving niet relateren aan de jongen omdat de jongen te netjes is om een graffitispuiter te zijn. (Andere respondenten geven geen commentaar over de relatie tussen de jongen en omgeving.)
5 van de 8 respondenten noemen de omgeving fictie omdat de achtergrond niet authentiek is en gemaakt aanvoelt.
Alle respondenten vinden de omgeving realistisch omdat ze de setting ook in het echt tegen kunnen komen.
De omgeving wordt gezien als stads, in een woonwijk of op een parkeerplaats.
De omgeving wordt gezien als plein voor een schoolgebouw op een zonnige dag in Nederland.
Alle respondenten kunnen inbeelden dat het meisje in deze omgeving rondrijdt.
Alle respondenten kunnen inbeelden dat het meisje in deze omgeving rondrijdt.
Alle respondenten vinden de omgeving wazig. Van deze respondenten vinden 6 dit waziger dan in het echt waardoor het realismegehalte achteruit gaat maar de omgeving wel realistisch blijft en vinden 2 dat de focust hierdoor ligt op de voorgrond wat geen afbreuk doet aan de realiteit.
Alle respondenten vinden de omgeving wazig. Van deze respondenten vinden 3 dit waziger dan in het echt waardoor het realismegehalte achteruit gaat maar de omgeving wel realistisch blijft en vinden 5 dat de focust hierdoor ligt op de voorgrond wat geen afbreuk doet aan de realiteit.
Figuur 6.8. Tabel resultaten Omgeving
Er is een tendens waar te nemen dat de omgeving van de posters van het meisje geloofwaardiger beoordeeld is dan de omgeving van de posters van de jongen. Alle respondenten van de posters van het meisje geloven dat het meisje in deze omgeving past, terwijl de meeste respondenten van de posters van de jongen de omgeving niet kunnen relateren aan de jongen. De omgevingen van de stimuli, met uitzondering van poster O1, zien er realistisch uit. Dit komt overeen met het idee dat modality markers samenwerken om de geloofwaardigheid van een afbeelding te bepalen (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 163). De omgeving en het meisje worden aan elkaar gerelateerd waardoor de connotatie van een scholier en bijvoorbeeld een schoolgebouw naar boven komt, wat de omgeving realistischer maakt.
60
Dit resultaat komt ook overeen met het idee dat een meer gedetailleerde achtergrond geloofwaardiger is dan een minder gedetailleerde of afwezige achtergrond (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 161 en bijlage F). Ook is een tendens waar te nemen dat alle respondenten de omgeving van de posters van het meisje wazig vinden. Voor de meeste respondenten gaat het realismegehalte hierdoor achteruit. De respondenten vinden de omgeving wel realistisch. Dat de respondenten de omgeving van de posters van het meisje toch realistisch vinden, kan verklaard worden. Met een standaard camera kan wazigheid gecreëerd worden wanneer men focust op iets op de voorgrond. Dit is visueel realistisch (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 159). Respondenten snappen dat er door de wazigheid een focus wordt gelegd op de voorgrond, waardoor ze de omgeving realistisch vinden. Foto instellingen Poster Jongen (1)
Oorspronkelijk (O)
Nieuw (N)
De stimulus wordt gezien als een foto van een jongen door voldoende weergegeven details.
7 van de 8 respondenten twijfelen of de jongen daadwerkelijk voor de achtergrond staat door een verschil in kleurcontrast en gebrek aan diepte.
De stimulus wordt gezien als een foto van een jongen door voldoende weergegeven details.
Kleurgebruik o 3 van de 8 respondenten vinden de kleuren natuurlijk zoals ze in het echt te zien zijn. o 5 van de 8 respondenten vinden de kleuren bewerkt doordat de foto te helder is.
Kleurgebruik o Alle respondenten vinden de kleuren natuurlijk zoals ze in het echt te zien zijn.
Helderheid o 1 van de 8 respondenten vindt de helderheid natuurlijk zoals het in het echt te zien is. o 7 van de 8 respondenten vinden de helderheid onnatuurlijk omdat ze denken dat er een fel kunstlicht buiten de foto staat of de helderheid bewerkt is.
Helderheid o 3 van de 8 respondenten vinden de helderheid natuurlijk zoals in het echt te zien is. o 5 van de 8 respondenten vinden de helderheid te fel door het kleurgebruik, felle licht instellingen en de witte huid van de jongen.
Licht en schaduw o Alle respondenten vinden het gebruik van licht en schaduw realistisch omdat de schaduwen veel details laten zien. De diepte wordt gecreëerd door licht en schaduw.
Licht en schaduw o 4 van de 8 respondenten vinden licht en schaduw realistisch omdat het licht komt van de zon. o 4 van de 8 respondenten vinden licht en schaduw onrealistisch omdat het contrast tussen licht en donker te groot is, de jongen te licht is en schaduw mist. (vervolg op volgende pagina)
61
Diepte o o
Meisje (2)
4 van de 8 respondenten vinden de diepte realistisch. 4 van de 8 respondenten vinden dat het niet duidelijk is hoe de jongen ten opzichte van de achtergrond staat.
De stimulus wordt gezien als een foto van een meisje op een scooter door voldoende weergegeven details.
Diepte o o
1 van de 8 respondenten vindt de diepte realistisch. 7 van de 8 respondenten vinden dat de diepte ontbreekt omdat de schaduw op de muur ontbreekt of omdat de kleuren te fel zijn.
De stimulus wordt gezien als een foto van een meisje op een scooter door voldoende weergegeven details.
2 van de 8 respondenten twijfelen of het meisje daadwerkelijk voor de achtergrond staat door een gebrek aan diepte een scherpe lijn om het meisje.
Kleurgebruik o Alle respondenten vinden de kleuren verzadigder of eentoniger dan in het echt.
Kleurgebruik o 6 van de 8 respondenten vinden de kleuren natuurlijk zoals in ze in het echt te zien zijn. o 2 van de 8 respondenten vinden de kleuren verzadigder en eentoniger dan normaal.
Helderheid o 2 van de 8 respondenten vinden de helderheid natuurlijk zoals het in het echt te zien is. o 7 van de 8 respondenten vinden de helderheid te fel door het kleurgebruik en felle licht instellingen.
Helderheid o 4 van de 8 respondenten vinden de helderheid natuurlijk zoals het in het echt te zien is. o 4 van de 8 respondenten vinden de helderheid te fel door het kleurgebruik, felle licht instellingen en de witte huid van het meisje
Licht en schaduw o 5 van de 8 respondenten vinden licht en schaduw realistisch omdat het licht komt van de zon. o 3 van de 8 respondenten vinden licht en schaduw onrealistisch omdat er veel onsamenhangende schaduwen zijn.
Licht en schaduw o 6 van de 8 respondenten vinden licht en schaduw realistisch omdat het licht komt van de zon. o 2 van de 8 respondenten vinden licht en schaduw onrealistisch doordat het meisje te licht is en de schaduw mist.
Diepte o
Diepte o
Alle respondenten vinden de diepte realistisch door de wazigheid wat het diepteperspectief ten goede komt.
o
7 van de 8 respondenten vinden de diepte realistisch door de wazigheid wat het diepteperspectief ten goede komt. 1 van de 8 respondenten vindt het idee van diepte nep omdat de wazigheid te snel optreedt.
Figuur 6.9. Tabel resultaten Foto instellingen
Er is een trend waar te nemen dat de foto instellingen van alle stimuli over het algemeen geloofwaardig zijn. Alle respondenten geloven dat de stimuli foto’s zijn van een jongen of een meisje. Ingezoomd op de instellingen afzonderlijk, kan bij kleurgebruik geen eenduidige trend waargenomen worden. De helderheid wordt bij alle stimuli door de meeste respondenten te helder
62
bevonden. De meeste respondenten vinden bij alle stimuli het licht en de schaduw realistisch. Bij diepte is een tendens waar te nemen dat de posters met het meisje geloofwaardiger wordt beoordeeld dan de posters met de jongen. De respondenten zien dat de stimuli foto’s zijn. Soms wordt echter de geloofwaardigheid van de foto aangetast wanneer de foto instellingen anders zijn dan de respondenten in het echt verwachten. Kress en Van Leeuwen zien dit als een overschrijding van de standaard camera technologie waardoor de modaliteit aangetast wordt (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 159). Ook is er een duidelijke trend te zien dat de respondenten bij de nieuwe posters twijfelen of de personen daadwerkelijk voor de achtergrond staan. Een verklaring hiervoor kan zijn dat met het maken van de posters de voorgrond afzonderlijk van de achtergrond is gemodificeerd om de posters zo veel mogelijk op de oorspronkelijke posters te laten lijken. De respondenten lijken zich goed in te leven hoe de foto instellingen van de posters in werkelijkheid moeten zijn. Ze geven wel kritiek op de instellingen, maar ervaren de afbeelding niet als onrealistisch. Ze zien de posters nog steeds als foto’s. Dit laat zien dat respondenten in de gaten hebben dat het medium neutraal is, maar de gebruiker niet (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 154).
7 Conclusie en discussie In dit hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek omgezet in een conclusie. Eerst worden de deelvragen behandeld. Met behulp van de antwoorden op de deelvragen is het mogelijk een antwoord te geven op de hoofdvraag. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een discussie die een reflectie biedt op het onderzoek.
7.1 Beantwoording deelvraag 1 De eerste deelvraag luidt: Wat is de rol van metafuncties, modality en authenticiteit voor de geloofwaardigheid van de afgebeelde personen op de campagneposters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken”? Om deze vraag te kunnen beantwoorden, is een literatuurstudie gedaan en zijn er oriënterende proefinterviews over geloofwaardigheid gehouden. Metafuncties geven inzicht in betekenisgeving van een afbeelding en spelen in op connotatie (Harrison, 2003, p. 53). Connotatie is de associatie die een teken oproept bij een kijker. Op het gebied van connotatie wordt betekenis gemaakt (Chandler, 2007, p. 138). Met de representationele metafunctie bepaalt een kijker wat hij ziet op een afbeelding, met de interpersoonlijke metafunctie bepaalt een kijker wat voor beeld de poster bij hem oproept en met de compositionele metafunctie bepaalt een kijker hoe een afbeelding in elkaar is gezet (Harrison, 2003, p. 53, 55, 56). Met modality wordt de plausibiliteit van een bericht weergegeven, hiermee bepalen we of beweringen die mensen maken over de wereld waar zijn of niet. Modality is sociaal gedetermineerd. Wat als echt beschouwd wordt, is afhankelijk van hoe de realiteit is gedefinieerd binnen een sociale
63
groep. Visueel gezien heeft een afbeelding met het visueel realisme de hoogste modaliteit (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 155, 158, 165). Visuele modaliteit wordt bepaald door de beoordeelding van acht modality markers: kleurverzadiging, kleurdifferentiatie, kleurmodulatie, achtergrond, representatie, diepte, verlichting en helderheid. Deze markers zijn visuele cues die de geloofwaardigheid van een afbeelding aangeven. Deze markers werken samen en zorgen ervoor dat een kijker een algemeen oordeel over de geloofwaardigheid van een afbeelding kan vellen (Kress & Van Leeuwen, 2006, pp. 160-163). De acht modality markers zijn te beperkt omdat ze niet alles omvatten als meetintstrument om het visueel realisme te dekken. De Represented Participant, afgebeelde persoon, wordt als element buiten beschouwing gelaten bij de beoordeling van de geloofwaardigheid van een afbeelding. Authenticiteit zegt iets over de geloofwaardigheid van de RP en kan als negende modality marker gezien worden. Authenticiteit is de echtheid van een RP. De RP die gebruikt wordt in campagnes moet authentiek zijn om geloofwaardig te zijn (Keehnen, persoonlijke communicatie 10/04/2014). Een organisatie die inspeelt op authenticiteit is Dove. De organisatie stapt af van de magere, lange modellen en wil de ‘echte’ vrouw laten zien (Unilever, 2014, Ketelaar, 2006, p. 1). Uit de proefinterviews en de interviews uit het eerdere onderzoek van Pistorius en Spiekermann (2014) komt naar voren dat er een behoefte is aan authenticiteit in een afbeelding. Uit de representatieve en interpersoonlijke metafunctie van Harrison (2003) kunnen drie elementen naar voren worden gehaald die samen de authenticiteit van een RP bepalen: de context waar de RP zich in bevindt, de blik van de RP en de houding van de RP. Hoe authentieker de drie elementen samen zijn, hoe authentieker de kijker de persoon zou moeten vinden.
7.2 Beantwoording deelvraag 2 De tweede deelvraag luidt: In hoeverre worden de afgebeelde personen op de oorspronkelijke campagneposters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” als geloofwaardig beoordeeld door studenten? Deze vraag kan beantwoord worden middels een samenvatting van de sociaal semiotische analyse van de semigestructureerde interviews van de oorspronkelijke posters van de campagne te geven. De oorspronkelijke posters bestaan uit de poster met de jongen met het leren jack (O1) en de poster met het meisje met de scooter (O2). De geloofwaardigheid van O1 is gemiddeld gewaardeerd met een score van 6.15, de authenticiteit van de RP met een gemiddelde score van 6.50. De jongen wordt gezien als neutraal. De meeste studenten vinden dat de jongen niet tegen vloeken is door een gebrek aan authenticiteit. Ze vinden zijn houding en blik geposeerd en daarmee ongeloofwaardig. Alle studenten kunnen de abstracte omgeving niet relateren aan de jongen omdat ze niet weten wat de achtergrond voorstelt. De stimulus wordt gezien als een foto van een jongen door voldoende weergegeven details. De meeste studenten vinden de kleuren van de poster te helder en de helderheid te fel om visueel realistisch te zijn. Alle studenten vinden het gebruik van licht en schaduw realistisch. De helft van de studenten vindt de diepte realistisch, de andere helft vindt het niet duidelijk hoe de jongen voor de achtergrond staan waardoor de diepte minder realistisch is. De geloofwaardigheid van O2 is gemiddeld gewaardeerd met een score van 6.71, de authenticiteit van de RP met een gemiddelde score van 5.13. Het meisje wordt gezien als zelfverzekerd en stoer. De meeste studenten vinden dat het meisje niet tegen vloeken is door een gebrek aan authenticiteit. Ze vinden haar houding en blik geposeerd en daarmee ongeloofwaardig. Alle studenten kunnen inbeelden dat het meisje rondrijdt in de omgeving die onder andere als stads wordt
64
beoordeeld. Alle studenten vinden de achtergrond wazig waardoor voor de meeste studenten het realismegehalte van de afbeelding achteruit gaat. De stimulus wordt gezien als een foto van een meisje op een scooter door voldoende weergegeven details. De meeste studenten vinden de kleuren te verzadigd en de helderheid te fel om visueel realistisch te zijn. De meeste studenten vinden het gebruik van licht en schaduw en de diepte realistisch.
7.3 Beantwoording deelvraag 3 De derde deelvraag luidt: In hoeverre worden de afgebeelde personen op de nieuwe campagneposters voor de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” als geloofwaardig beoordeeld door studenten? Ook deze vraag kan worden beantwoord door een samenvatting te geven van de sociaal semiotische analyse van de semigestructureerde interviews, nu van de nieuwe campagneposters. De nieuwe posters bestaan uit de poster met de jongen met het leren jack (N1) en de poster met het meisje met de scooter (N2). De geloofwaardigheid van N1 is gemiddeld gewaardeerd met een score van 7.24, de authenticiteit van de RP met een gemiddelde score van 7. De jongen wordt gezien als Nederlands en netjes. De meeste studenten vinden de jongen een geloofwaardig persoon die niet vloekt door zijn authentieke houding en blik die als natuurlijk ervaren worden. De meeste studenten kunnen de muur met graffititekening als omgeving niet relateren aan de jongen omdat de jongen te netjes is om een graffitispuiter te zijn. Ook twijfelen de meeste studenten of de jongen daadwerkelijk is gefotografeerd voor de achtergrond. De stimulus wordt gezien als een foto van een jongen door voldoende weergegeven details. Alle studenten vinden het kleurgebruik natuurlijk en de meeste de helderheid te fel om visueel realistisch te zijn. De helft van de studenten vindt het gebruik van licht en schaduw realistisch, de andere helft vindt het onrealistisch. De meest studenten vinden dat de diepte ontbreekt door missende schaduwen en felle kleuren. De geloofwaardigheid van N2 is gemiddeld gewaardeerd met een score van 7.92, de authenticiteit met een 8.25. Het meisje wordt gezien als Nederlandse scholier of HBO-student. Alle studenten vinden het meisje een geloofwaardig persoon die niet vloekt door haar authentieke houding en blik die als natuurlijk ervaren worden. Alle studenten kunnen inbeelden dat het meisje rondrijdt in de omgeving die als schoolplein op een zonnige dag in Nederland wordt beoordeeld. Alle studenten vinden de achtergrond wazig, de meeste studenten vinden dat de focus hierdoor ligt op het meisje wat geen afbreuk doet aan de realiteit. De stimulus wordt gezien als een foto van een meisje op een scooter door voldoende weergegeven details. De meeste studenten vinden het kleurgebruik realistisch. De helft van de studenten vindt de helderheid realistisch, de andere helft te fel om visueel realistisch te zijn. De meeste respondenten vinden het gebruik van licht en schaduw en de diepte realistisch.
7.4 Beantwoording hoofdvraag De hoofdvraag luidt: Hoe kan de kans dat de afgebeelde personen op de campagneposters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” geloofwaardiger beoordeeld worden door studenten vergroot worden? Door de semiotische analyse van de semigestructureerde interviews van de oorspronkelijke posters en nieuwe posters te evalueren, kan een antwoord gegeven worden op de hoofdvraag. Uit de analyse komt een trend naar voren waar de nieuwe posters geloofwaardiger zijn volgens studenten dan de oorspronkelijke posters van de campagne. De personen op de nieuwe posters zijn volgens de studenten authentiek en de personen op de oorspronkelijke posters niet. Hierom zijn de personen op de nieuwe posters geloofwaardiger. Dit is in lijn met Keehnen (persoonlijke communicatie 10/04/2014) die zegt dat een authentiek persoon een geloofwaardigere poster maakt dan een niet-authentiek persoon. Een gevolg van dit verschil is een
65
tendens waar studenten de personen op de nieuwe posters inschatten als mensen die niet vloeken en de personen op de oorspronkelijke posters inschatten als mensen die niet tegen vloeken zijn. Dit is in lijn met Loos (2013) die stelt dat authenticiteit leidt tot een grotere toegankelijkheid van een campagne. Uit de analyse komt een trend naar voren waar de omgeving van de posters met het meisje geloofwaardiger is volgens studenten dan de posters van de jongen. De omgeving kan gerelateerd worden aan het meisje wat de omgeving realistischer maakt volgens de studenten. Dit komt overeen met het idee van Kress en Van Leeuwen (2006) dat modality markers samenwerken om de geloofwaardigheid van een afbeelding te bepalen en het idee dat een meer gedetailleerde achtergrond geloofwaardiger is dan een minder gedetailleerde of afwezige achtergrond. Uit de analyse komt een trend naar voren waar de foto instellingen van alle stimuli over het algemeen geloofwaardig zijn. De respondenten zien de stimuli als foto’s van een jongen of een meisje. Ze geven kritiek op de instellingen maar ervaren de afbeelding niet als onrealistisch. Dit komt overeen met Kress en Van Leeuwen (2006) waar wordt gezegd dat het medium neutraal is maar de gebruiker niet. Er komt uit de analyse van de foto instellingen geen duidelijke relatie naar voren tussen de represented participant en de foto instellingen.
7.5 Eindconclusie De volgende conclusies zijn van toepassing op dit onderzoek. Er is een relatie tussen de authenticiteit van een represented participant en de geloofwaardigheid van een campagneposter. Studenten vinden de poster geloofwaardiger wanneer een represented participant authentiek is. Authentiek wil zeggen dat de persoon daadwerkelijk deel uitmaakt van het concept wat hij uitstraalt en een betrokken en geloofwaardige, niet geposeerde blik en houding heeft. Ook is er een relatie tussen de authenticiteit van een represented participant en de boodschap van de campagne. Studenten zijn eerder geneigd te geloven dat een represented participant achter de boodschap van de campagne staat wanneer deze authentiek is. De geloofwaardigheid van de omgeving draagt bij aan de geloofwaardigheid van een represented participant. Wanneer de omgeving gerelateerd kan worden aan de represented participant, vinden studenten de poster geloofwaardiger dan wanneer deze relatie niet gemaakt kan worden.
7.6 Discussie Het doel van het onderzoek was inzicht verschaffen in de visuele geloofwaardigheid van personen op campagneposters. De resultaten van dit onderzoek zijn van toepassing op de participerende respondenten van dit onderzoek. Met oog op de generaliseerbaarheid van het onderzoek is het aan te raden een grootschalig onderzoek uit te voeren met kwantitatieve onderzoeksmethoden. Aangezien het onderzoek bestaat uit een enkele case, zijn de resultaten vooral van toepassing op de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken” van de Bond Tegen Vloeken. In het kader van evaluatief onderzoek zouden meerdere postercampagnes als onderzoeksobject moeten dienen om een breder inzicht te krijgen in de visuele geloofwaardigheid van personen op campagneposters.
66
In het onderzoek zijn verschillende modality markers onderzocht. Om een dieper inzicht te verschaffen in de werking van verschillende markers, zou een onderzoek in kunnen worden gesteld waar de elementen afzonderlijk verdiepend behandeld worden. Een laatste discussiepunt is dat er in dit onderzoek een focus is gelegd op authenticiteit. Authenticiteit hoeft niet het enige element te zijn wat een rol speelt in de visuele geloofwaardigheid van personen op campagneposters. Een mogelijk vervolgonderzoek zou kunnen zijn om meerdere elementen te onderzoeken die ook een rol kunnen spelen in deze visuele geloofwaardigheid.
67
Literatuur Barthes, R. (1972 [1957]). Mythologies. [Trans. Annette Lavers] New York: Hill and Wang. Basil, M. D. (1996). Identification as a mediator of celebrity effects. Journal of Broadcasting and Electronic Media, 40, 478–495. Blom, M.A.M. (2009). Visual literacy: An Interplay to Gain More Knowledge About Yourself and Others. Ongepubliceerde masterscriptie, Universiteit Utrecht, Utrecht, Nederland. Bond Tegen Vloeken (2014a, z.d.). Geschiedenis van een wonderlijke club. Bond Tegen Vloeken. Geraadpleegd op 12 mei 2014, van: http://www.bondtegenvloeken.nl/over-bond-tegenvloeken/geschiedenis/ Bond Tegen Vloeken 2014 Bond Tegen Vloeken (2014b, z.d.). Klassetaal voor docenten. KlasseTaal. Geraadpleegd op 12 mei 2014, van: http://www.klassetaal.nl/klassetaal-voor-docenten/ KlasseTaal 2014 Bond Tegen Vloeken (2014c, z.d.). Visie. Taalquestie. Geraadpleegd op 12 mei 2014, van: http://www.taalquestie.nl/visie/ Buselle, R. & Bilandzic, H. (2009). Measuring Narrative Engagement. Media Psychology, 12 (4), 321347. Chandler, D. (2002). Semiotics: The Basics. Londen: Routledge. Chandler, D. (2007). Semiotics: The Basics. Londen: Routledge. Cohen, J. (2001). Defining Identification: A Theoretical Look at the Identification of Audiences With Media Characters. Mass Communication and Society, 4 (3), 245-264. DeOndernemer (2014, 29 januari). F*CK HOAR trui CoolCat maakt tongen los. De Ondernemer. Geraadpleegd op 24 februari 2014, van: http://www.deondernemer.nl/deondernemer/660958/Ophef-om-FCK-HOAR-trui-CoolCat.html Dove Global (2010). Girls 10-17 Study. Geraadpleegd op 04 mei 2014, via: http://datawvh.nl/dove/dove_self_esteem/factsheet_wereldwijd_samenvatting.pdf Dove Global (2010, z.d.). Onze visie. Dove. Geraadpleegd op 04 mei 2014, via: http://www.nl.dove.com/nl/Onze-Missie/Onze-visie/default.aspx Flyvbjerg, B. (2006). Five misunderstandings about case-study research. Qualitative Inquiry, 12 (2), 219-245. Guest, G., Bunce, A. & Johnson, L. (2006). How many interviews are enough?: An experiment with data saturation and variability. Field Methods, 18 (1), 59-82. Harrison, C. (2003). Visual social semiotics: Understanding how still images make meaning. Technical Communication, 50 (1), 46-60. Hart, H. ‘t, H. Boeije & J. Hox, 2005. Onderzoeksmethoden. Den Haag: Boom Onderwijs. Kress, G. & van Leeuwen, T. (2006). Reading images: The grammar of visual design. Londen, New York: Routledge.
68
Landsheer, H., Hart, H. ‘t, Goede, M. de & Dijk, J. van (2003). Praktijkgestuurd onderzoek. Groningen, Houten: Wolters-Noordhoff bv. Loos, E. F. (2013). Designing for dynamic diversity: Representing various senior citizens in digital information sources. Observatorio (OBS*) Journal, 7 (1), 21-45. Maccoby, E. E., & Wilson, W. C. (1957). Identification and observational learning from films. Journal of Abnormal Social Psychology, 55, 76–87. Mijland, I. (2008). De Puta Madre 69: schokkend of modieus? Bij de Les, 2008 (mei), 54-56. Geraadpleegd op 24 februari 2014, van: http://www.ivomijland.nl/resources/pdf/200805_putamadre.pdf Morse, J. M., Barett, M., Mayan, M., Olson, K., & Spiers, J. (2002). Verification strategies for establishing reliability and validity in qualitative research. International Journal of Qualitative Methods 2002, 1 (2), 13-22. Motivaction (2012a, z.d.). Traditionele burgerij. Motivaction. Geraadpleegd op 12 mei 2014, van: http://www.motivaction.nl/mentality-tm/traditionele-burgerij Motivaction (2012b, z.d.). De gemaksgeoriënteerde. Motivaction. Geraadpleegd op 12 mei 2014, van: http://www.motivaction.nl/mentality-tm/de-gemaksgeori%C3%ABnteerden\ Motivaction (2012c, z.d.). Opwaarts mobielen. Motivaction. Geraadpleegd op 12 mei 2014, van: http://www.motivaction.nl/mentality-tm/opwaarts-mobielen Motivaction (2012d, z.d.). Postmoderne hedonisten. Motivaction. Geraadpleegd op 12 mei 2014, van: http://www.motivaction.nl/mentality-tm/postmoderne-hedonisten Pistorius, R., & Spiekermann, L. E. M. (2014). Ik? Ik ben tegen vloeken. Semiotische analyse naar effecten van identificatie met de personen op de posters van de stationscampagne van de Bond Tegen Vloeken op de attitude van studenten ten opzichte van vloeken. Utrecht: Universiteit Utrecht. Redactie Adformatie (2006, 14 maart). Meer grof taalgebruik Nederlandse TV. Communicatie Online. Geraadpleegd op 24 februari 2014, van: http://www.communicatieonline.nl/nieuws/meer-groftaalgebruik-nederlandse-tv Roos, G. de (2010). Ik zal eens laten zien of het werkt! – Een onderzoek naar de semiotische werking van het voorlichtingsfilmpje van de Studenten OV-chipkaart. Ongepubliceerde masterscriptie, Universiteit Utrecht, Utrecht, Nederland. Sikkel, D. & Keehnen, E.A. (2005) Het consumentengedrag na Abraham. Jaarboek Markt Onderzoek Associatie. Haarlem: De Vrieseborch. Silverman, D. & Marvasti, A. (2008). Doing Qualitative Research, a Comprehensive Guide. Los Angeles, London, New Delhi, Singapore: SAGE Publications. Suokannas, M. (2005). Suokannas M, (2005). Cultural age and seniorism in an advertising context, kuluttajatutkimus. nyt. 1, 79–89. TNS-Nipo (2007, z.d.) Zeventig procent Nederlanders stoort zich aan vloeken. TNS-Nipo. Geraadpleegd op 24 februari 2014, van: http://www.tns-nipo.com/kenniscentrum/nieuws/zeventigprocent-nederlanders-stoort-zich-aan-vloe/
69
Unilever (2014, z.d.) Dove lanceert ad makeover-campagne. Unilever. Geraadpleegd op 4 mei 2014, van: http://www.unilever.nl/merken-in-actie/detail/Dove-lanceert-Ad-Makeover-campagne/348785/ Van Dale. (2014). Authenticiteit. Geraadpleegd op 20 maart 2014, van: http://www.vandale.nl/opzoeken?pattern=authenticiteit&lang=nn#.U2aAofk0WSo Van Leeuwen, T. (2005). Introducing Social Semiotics. London, New York: Routledge. Van Selm, M., Westerhof, G. J., & de Vos, B. (2007). Competent en veelzijdig.Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie, 2007, 38(2), 51-58.
Bronnenlijst figuren Figuur 2.1. t/m 2.4.– Oorspronkelijke campagneposters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken”, beschikbaar gesteld door de Bond Tegen Vloeken. Figuur 3.1., 3.4. – Foto’s voor de nieuwe posters, eigen creatie. Figuur 3.2., 3.5. – Nieuwe posters, eigen creatie. Figuur 3.3., 3.6. – Oorspronkelijke campagneposters van de campagne “Ik? Ik ben tegen vloeken”, beschikbaar gesteld door de Bond Tegen Vloeken. Figuur 4.1. – Model van Saussure, afkomstig uit Chandler (2007, p. 14). Figuur 4.2. – Het teken van het woord ‘boek’, eigen creatie. Figuur 4.3. – Barthes’ ordes van significantie, gebaseerd op Chandler (2007, p. 140). Figuur 5.1. – Dove campagne, geraadpleegd op 04 mei 2014, van: http://media.styletoday.nl/m/m1nx9dacdsys_280x227.png Bijlage A figuur 1a. t/m e, 2a. t/m e. – Fotovarianten voor de nieuwe posters, eigen creatie. Bijlage D, E, F bevatten dezelfde afbeeldingen. De bronnenlijst wordt aangevuld aan de hand van de afbeeldingen van bijlage F. Bijlage F figuur 1a., 1b. – Kleurverzadiging, geraadpleegd op 04 mei 2014 van: http://www.standaard.be/cnt/dmf20120827_127 Bijlage F figuur 2a., 2b. – Kleurdifferentiatie, geraadpleegd op 04 mei 2014 van: http://eudesignstudio.com/wp-content/uploads/2011/07/colorful-web-design.jpg Bijlage F figuur 3a., 3b. – Kleurmodulatie, geraadpleegd op 04 mei 2014 van: http://media.tumblr.com/tumblr_mc5n8awMjY1rvuta5.jpg
70
Bijlage F figuur 4a. – Afwezigheid achtergrond, geraadpleegd op 04 mei 2014 van: http://plzcdn.com/ZillaIMG/f9485329d5bd3d7613fa4c3ff4eb3e69.jpg Bijlage F figuur 4b. – Gedetailleerde achtergrond, geraadpleegd op 04 mei 2014 van: http://www.msjphotography.com/wp-content/uploads/2013/06/Photo-Vault-067.jpg Bijlage F figuur 5a. – Abstractie, geraadpleegd op 04 mei 2014 van: http://www.argusi.org/wpcontent/uploads/2010/08/ArgusI-ooicoon.gif Bijlage F figuur 5b. – Tot in detail, geraadpleegd op 04 mei 2014 van: http://cdn.trendhunterstatic.com/thumbs/hyperrealistic-eye.jpeg Bijlage F figuur 6a. – Diepte door overlap, geraadpleegd op 04 mei 2014 van: http://capturinglavita.com/wp-content/uploads/2013/07/IMG_6620-2.jpg Bijlage F figuur 6b. – Fisheye-perspectief, geraadpleegd op 04 mei 2014 van: https://www.flickr.com/photos/hlandersen/7774107526/sizes/c/in/photostream/ Bijlage F figuur 7a. – Licht en schaduw afwezig, geraadpleegd op 04 mei 2014 van: http://blogimages.bloggen.be/de_libel/555300-36a61f11b25db4e0800440d572d0905b.jpg Bijlage F figuur 7b. – Volle representatie licht en schaduw, geraadpleegd op 04 mei 2014 van: http://www.columbusmagazine.nl/images/user_images9/6e9c1/6e9c1.jpg Bijlage F figuur 8a., 8b. – Paar graden en zeer helder, geraadpleegd op 04 mei 2014 van: http://1.bp.blogspot.com/_RAlP3BmEW1Q/TQNbPMFdnSI/AAAAAAAABAE/8j9_GyLC_0/s1600/Bloemen-achtergronden-bloemen-wallpapers-1.jpg Bijlage F figuur 9a. – Ongeloofwaardige context, geraadpleegd op 04 mei 2014 van: https://www.castingnieuws.nl/files/u_redactie3_5404/image001_0.jpg Bijlage F figuur 9b. – Authentieke representatie van de context, geraadpleegd op 04 mei 2014 van: http://media.styletoday.nl/m/m1nx9dacdsys_280x227.png Bijlage F figuur 10a. – Niet betrokken door blik, geraadpleegd op 04 mei 2014 van: http://www.showbiznewz.nl/artikelen/speciaal/foto_19795_vriend-estelle-gullit-niet-betrokken-bijvechtpartij.jpg Bijlage F figuur 10b. – Betrokken door blik, geraadpleegd op 04 mei 2014 van: http://www.verhulstfotografie.nl/wp-content/uploads/2013/11/18-zw(pp_w890_h591).jpg Bijlage F figuur 11a. – Ongeloofwaardige houding, geraadpleegd op 04 mei 2014 van: http://1.hbvlcdn.be/Assets/Images_Upload/arch/2013/01/20/2474176/russische-babes-poseren-inbikini-bij-20-graden-video-id3871180-1000x800-n.jpg Bijlage F figuur 11b. – Geloofwaardige houding, geraadpleegd op 04 mei 2014 van: http://www.dancinmovement.com/images/Kleuterdans-foto-web-2-final.jpg
71
Bijlage A Pretest nieuwe posters In deze bijlage vindt u de foto’s die voor de pretest zijn gemaakt en het commentaar dat tijdens de pretest is gegeven door de respondenten.
Bijlage A.1 Verschillende fotovarianten voor de nieuwe posters In deze bijlage vindt u de foto’s die gemaakt zijn voor de pretest nieuwe posters. Op deze foto’s zijn Nederlandse personen te zien die men in het dagelijks leven tegen zou kunnen komen en gebaseerd op authenticiteit (zie paragraaf 5.3).
Fotovarianten voor de jongen met het leren jack Voor de variant met de jongen met het leren jack zijn vijf verschillende foto’s gemaakt, te heten Man 1, Man 2, Man 3, Man 4 en Man 5.
Bijlage A figuur 1a. Man 1
Bijlage A figuur 1b. Man 2
72
Bijlage A figuur 1c. Man 3
Bijlage A figuur 1d. Man 4
Bijlage A figuur 1e. Man 5
73
Fotovariant voor het meisje met de scooter Voor de variant met het meisje met de scooter zijn vijf foto’s gemaakt, te heten Vrouw 1, Vrouw 2, Vrouw 3, Vrouw 4 en Vrouw 5.
Bijlage A figuur 2a. Vrouw 1
Bijlage A figuur 2b. Vrouw 2
74
Bijlage A figuur 2c. Vrouw 3
Bijlage A figuur 2d. Vrouw 4
Bijlage A figuur 2e. Vrouw 5
75
Bijlage A.2 Commentaar van respondenten van de pretest nieuwe posters In deze bijlage vindt u het commentaar van de respondenten dat tijdens de pretest is gegeven. Commentaar dat niet bijdraagt aan het onderzoek zijn weggelaten wegens praktische redenen. Het commentaar is de keuze en motivatie welke foto het geloofwaardigst is voor de campagne (zie paragraaf 3.2.3).
Conditie mannenfoto’s Vier uit de zes respondenten hebben foto man 3 gekozen als de geloofwaardigste foto.
Commentaar pretest respondent 1 Foto 3 is de geloofwaardigste foto. Hij kijkt hier niet te nors en ook niet overdreven vrolijk. Dit spreekt mij aan. Hij kijkt niet star waardoor zijn blik niet afschrikt, maar het dekt wel de serieuze lading van de boodschap.
Commentaar pretest respondent 2 Foto 3 is de geloofwaardigste foto. Dit omdat hij hier de meest natuurlijke uitstraling heeft. Op de andere foto’s kijkt hij gemaakt boos door zijn ogen samen te knijpen wat niet geloofwaardig overkomt.
Commentaar pretest respondent 3 Foto 3 is de geloofwaardigste foto. Op deze foto lacht de jongen wat meer wat hem een vriendelijkere uitstraling geeft dan op de andere foto's. Wat voor mij dan weer meer klopt bij de bewering dat iemand tegen vloeken is. Omdat iemand die een meer afstandelijke en norse houding, zoals vooral bij foto 1, 2 en 5 het geval is, meer lijkt op iemand die makkelijker zou vloeken.
Commentaar pretest respondent 4 Foto 2 is de geloofwaardigste foto. Hier richt hij zijn hoofd iets op. De andere foto’s waarop hij lacht of boos kijkt, vind ik niet bij het thema passen. Hier komt hij juist heel zelfbewust over, alsof hij achter zijn standpunt staat.
Commentaar pretest respondent 5 Foto 2 is de geloofwaardigste foto. De derde foto is te fel verlicht, op de vierde foto heeft hij een heel geforceerde glimlach. Qua uitstraling zou ik zeggen dat foto 2 het meest overtuigd is, maar ik weet niet waarom. Misschien door zijn doordringende blik of iets.
Commentaar pretest respondent 6 Foto 3 is de geloofwaardigste foto. Hij staat net als bij de vrouw heel natuurlijk op de foto, niet geposeerd ofzo. Hij heeft een rustige en vriendelijke uitstraling door zijn ontspannen gezicht. Hij komt vriendelijk over en vraagt wederom weer normaal om aandacht, hij schreeuw niet om aandacht ofzo.
Conditie vrouwenfoto’s Drie uit de zes respondenten hebben foto vrouw 1 gekozen als de geloofwaardigste foto.
Commentaar pretest respondent 1 Foto 5 is de geloofwaardigste foto. Haar blik is niet te boos zoals ik dat bij de andere foto’s ervaar. Ze ziet eruit alsof ze je uitnodigt haar mening te delen, niet alsof ze een afschrikwekkende boodschap heeft en belerend overkomt. Dit nodigt uit om naar de poster te kijken.
76
Commentaar pretest respondent 2 Foto 1 is de geloofwaardigste foto. Ze heeft een daadkrachtige en natuurlijke houding. Dit maakt de boodschap sterk. Ook haar gezicht is natuurlijk en daadkrachtig, wat haar een normaal mens maakt die voor een boodschap staat
Commentaar pretest respondent 3 Foto 1 is de geloofwaardigste foto. Op foto 3 en 4 kijkt ze een beetje nors, wat, net als bij de jongen, niet erg overeenkomt met iemand die niet veel vloekt. Foto 2 en 5 lijken minder natuurlijk dan foto 1 en ik snap de blik bij die foto’s niet. Ik vind haar een beetje verward kijken, waardoor foto 1 het meest natuurlijk is en daardoor het meest geloofwaardig is voor mij.
Commentaar pretest respondent 4 Foto 5 is de geloofwaardigste foto. Het lijkt alsof er beweging in de foto zit door hoe ze op de scooter zit. Ze komt over alsof ze echt tegen vloeken is, dit komt door haar houding, het schuine hoofd en vooral dat haar lichaam er duidelijk op staat. Deze foto voelt gewoon geloofwaardiger.
Commentaar pretest respondent 5 Foto 3 is de geloofwaardigste foto. Wat het meest verschilt op deze foto’s is de uitdrukking op haar gezicht. Op foto 3 heeft ze een vrij natuurlijk en neutrale uitdrukking maar toch stoer wat weer in de setting past dat stoere mensen ook tegen vloeken zijn.
Commentaar pretest respondent 6 Foto 1 is de geloofwaardigste foto. Ze zit heel normaal op de scooter. Total niet geposeerd en ze kijkt je aan met een blik van ik heb je iets te vertellen. Ze eist je aandacht maar niet op een schreeuwerige manier.
77
Bijlage B Stimulusmateriaal In deze bijlage vindt u de vergrote versies van het stimulusmateriaal dat gebruikt wordt in het empirische gedeelte van het onderzoek. Er zijn vier stimuli: stimulus O1, stimulus O2, stimulus N1 en stimulus N2. Deze stimuli zijn te vinden op de volgende vier pagina’s.
78
Stimulus O1. Oorspronkelijke poster van de jongen met het leren jack
79
Stimulus O2. Oorspronkelijke poster van het meisje met de scooter
80
Stimulus N1. Nieuwe poster van de jongen met het leren jack
81
Stimulus N2. Nieuwe poster van het meisje met de scooter
82
Bijlage C. Interview experiment In deze bijlage vindt u het semigestructureerde interview dat bestaat uit een sociaal semiotische analyse.
Respondent nr: ___
Interview Bedankt voor uw bereidheid om deel te nemen aan dit onderzoek. Met de antwoorden van de interviews wordt onderzocht in hoeverre respondenten de campagneposters realistisch vinden. Het interview wordt opgenomen en enkel gebruikt voor de resultaten van dit onderzoek.
Poster 1 Bekijk de poster. Bij het beantwoorden van de vragen mag u de poster blijven bekijken. 1. In hoeverre kunt u zich identificeren met de afgebeelde persoon op de campagneposter? Omcirkel het cijfer van uw keuze. Niet
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Volledig
Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
De volgende vragen bevatten begrippen die uitgelegd worden in de bijlage. Lees deze bijlage per vraag en beantwoord de onderstaande vragen. 2. In hoeverre vindt u de kleurverzadiging van de afbeelding op de campagneposter realistisch? Omcirkel het cijfer van uw keuze. Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
3. In hoeverre vindt u de kleurdifferentiatie van de afbeelding op de campagneposter realistisch? Omcirkel het cijfer van uw keuze. Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
83
4. In hoeverre vindt u de kleurmodulatie van de afbeelding op de campagneposter realistisch? Omcirkel het cijfer van uw keuze. Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
5. In hoeverre vindt u de achtergrond van de afbeelding op de campagneposter realistisch? Omcirkel het cijfer van uw keuze. Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
6. In hoeverre vindt u de representatie van de afbeelding op de campagneposter realistisch? Omcirkel het cijfer van uw keuze. Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
7. In hoeverre vindt u de diepte van de afbeelding op de campagneposter realistisch? Omcirkel het cijfer van uw keuze. Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
8. In hoeverre vindt u de verlichting van de afbeelding op de campagneposter realistisch? Omcirkel het cijfer van uw keuze. Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
9. In hoeverre vindt u de helderheid van de afbeelding op de campagneposter realistisch? Omcirkel het cijfer van uw keuze. Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
10. In hoeverre vindt u de context van de afgebeelde persoon op de campagneposter realistisch?
84
Omcirkel het cijfer van uw keuze. Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
11. In hoeverre vindt u de blik van de afgebeelde persoon op de campagneposter realistisch? Omcirkel het cijfer van uw keuze. Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
12. In hoeverre vindt u de authenticiteit van de houding van de afgebeelde persoon op de campagneposter realistisch? Omcirkel het cijfer van uw keuze. Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
13. In hoeverre vindt u de authenticiteit van de afbeelding op de campagneposter realistisch? Omcirkel het cijfer van uw keuze. Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
14. In hoeverre gelooft u dat de afgebeelde persoon op de campagneposter een geloofwaardige vertolker van de boodschap is? Omcirkel het cijfer van uw keuze. Niet
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Volledig
Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
85
Poster 2 Bekijk de poster. Bij het beantwoorden van de vragen mag u de poster blijven bekijken. 1. In hoeverre kunt u zich identificeren met de afgebeelde persoon op de campagneposter? Omcirkel het cijfer van uw keuze. Niet
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Volledig
Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
De volgende vragen bevatten begrippen die uitgelegd worden in de bijlage. Lees deze bijlage per vraag en beantwoord de onderstaande vragen. 2. In hoeverre vindt u de kleurverzadiging van de afbeelding op de campagneposter realistisch? Omcirkel het cijfer van uw keuze. Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
3. In hoeverre vindt u de kleurdifferentiatie van de afbeelding op de campagneposter realistisch? Omcirkel het cijfer van uw keuze. Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
4. In hoeverre vindt u de kleurmodulatie van de afbeelding op de campagneposter realistisch? Omcirkel het cijfer van uw keuze. Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
5. In hoeverre vindt u de achtergrond van de afbeelding op de campagneposter realistisch? Omcirkel het cijfer van uw keuze. Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
86
6. In hoeverre vindt u de representatie van de afbeelding op de campagneposter realistisch? Omcirkel het cijfer van uw keuze. Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
7. In hoeverre vindt u de diepte van de afbeelding op de campagneposter realistisch? Omcirkel het cijfer van uw keuze. Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
8. In hoeverre vindt u de verlichting van de afbeelding op de campagneposter realistisch? Omcirkel het cijfer van uw keuze. Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
9. In hoeverre vindt u de helderheid van de afbeelding op de campagneposter realistisch? Omcirkel het cijfer van uw keuze. Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
10. In hoeverre vindt u de context van de afgebeelde persoon op de campagneposter realistisch? Omcirkel het cijfer van uw keuze. Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
11. In hoeverre vindt u de blik van de afgebeelde persoon op de campagneposter realistisch? Omcirkel het cijfer van uw keuze. Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
87
12. In hoeverre vindt u de authenticiteit van de houding van de afgebeelde persoon op de campagneposter realistisch? Omcirkel het cijfer van uw keuze. Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
13. In hoeverre vindt u de authenticiteit van de afbeelding op de campagneposter realistisch? Omcirkel het cijfer van uw keuze. Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
14. In hoeverre gelooft u dat de afgebeelde persoon op de campagneposter een geloofwaardige vertolker van de boodschap is? Omcirkel het cijfer van uw keuze. Niet
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Volledig
Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
Afsluiting Bedankt voor uw deelname aan het interview. Het interview wordt gebruikt voor de resultaten van het onderzoek voor een scriptie voor de master Communicatie, Beleid en Management aan de USBO te Utrecht. Wanneer u een samenvatting wil van de resultaten, laat u uw e-mailadres achter bij de onderzoeker.
88
Bijlage D Oude versie bijlage interview: Uitleg visuele elementen + oefening voor respondenten In deze bijlage vindt u de oude versie van de bijlage van het interview. Deze bijlage is gecreëerd om de ambiguïteit over definities op te heffen.
Bijlage interview: Uitleg visuele elementen + oefening voor respondenten In afbeeldingen spelen visuele elementen een belangrijke rol. Deze worden hieronder stuk voor stuk toegelicht. Straks krijgt u posters te zien waarvan ik u zal vragen hoe echt de afbeelding op u overkomt door er een schoolcijfer voor te geven (hoe realistischer volgens u hoe hoger het schoolcijfer). Voordat we dat doen, oefenen we eerst even met die visuele elementen in een aantal afbeeldingen.
Kleurverzadiging Kleurverzadiging is een schaal die loopt van de afwezigheid van kleur tot maximale kleurverzadiging. De onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van kleurverzadiging. In figuur 1a is de kleur afwezig en zien we enkel zwart en wit. In figuur 1b is de boom volledig in kleur weergegeven.
Bijlage D figuur 1a. Minimale kleurverzadiging
Bijlage D figuur 1b. Maximale kleurverzadiging
Geef in de onderstaande schalen met een cirkel aan hoe realistisch u de figuren vindt. Denk hierbij na waarom u de desbetreffende schoolcijfers heeft gegeven. In hoeverre vindt u de kleurverzadiging van figuur 1a realistisch? Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
In hoeverre vindt u de kleurverzadiging van figuur 1b realistisch? Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
89
Kleurdifferentiatie Kleurdifferentiatie is een schaal die loopt van een monochrome kleur tot een wijd uiteenlopend kleurbereik. De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van kleurdifferentiatie.
Bijlage D figuur 2a. Monochrome kleur
Bijlage D figuur 2b. Wijd uiteenlopend kleurbereik
In figuur 2a is de kleur monochroom en zien we enkel blauw. In figuur 2b bevat de druppel veel kleuren om een wijd uiteenlopend kleurbereik te laten zien. Geef in de onderstaande schalen met een cirkel aan hoe realistisch u de figuren vindt. Denk hierbij na waarom u de desbetreffende schoolcijfers heeft gegeven. In hoeverre vindt u de kleurdifferentiatie van figuur 2a realistisch? Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
In hoeverre vindt u de kleurdifferentiatie van figuur 2b realistisch? Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
90
Kleurmodulatie Kleurmodulatie is een schaal die loopt van het gebruik van één kleurtint tot het gebruik van veel verschillende kleurtinten. De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van kleurmodulatie.
Bijlage D figuur 3a. Eén kleurtint
Bijlage D figuur 3b. Veel verschillende kleurtinten
In figuur 3a is er gebruik gemaakt van één kleurtint per kleur en zien we enkel één roodtint, rozetint, blauwtint, zwarttint, groentint, geeltint en wittint. In figuur 3b is de foto weergegeven met veel verschillende kleurtinten. Geef in de onderstaande schalen met een cirkel aan hoe realistisch u de figuren vindt. Denk hierbij na waarom u de desbetreffende schoolcijfers heeft gegeven. In hoeverre vindt u de kleurmodulatie van figuur 3a realistisch? Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
In hoeverre vindt u de kleurmodulatie van figuur 3b realistisch? Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
91
Achtergrond Achtergrond is een schaal die loopt van de afwezigheid van een achtergrond naar een meest aanwezig en gedetailleerde achtergrond. De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van achtergrond.
Bijlage D figuur 4a. Afwezigheid achtergrond
Bijlage D figuur 4b. Gedetailleerde achtergrond
In figuur 4a is de auto weergegeven zonder achtergrond en zien we enkel de auto. In figuur 4b is de auto weergegeven met een gedetailleerde achtergrond. Geef in de onderstaande schalen met een cirkel aan hoe realistisch u de figuren vindt. Denk hierbij na waarom u de desbetreffende schoolcijfers heeft gegeven. In hoeverre vindt u de achtergrond van figuur 4a realistisch? Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
In hoeverre vindt u de achtergrond van figuur 4b realistisch? Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
92
Representatie Representatie is een schaal die loopt van abstractie tot de weergaven van de kleinste details. De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van representatie.
Bijlage D figuur 5a. Abstractie
Bijlage D figuur 5b. Tot in detail
In figuur 5a zijn drie blauwe lijnen weergegeven die een oog kunnen representeren. De afbeelding is abstract. In figuur 5b is een oog weergegeven tot in het kleinste detail. Geef in de onderstaande schalen met een cirkel aan hoe realistisch u de figuren vindt. Denk hierbij na waarom u de desbetreffende schoolcijfers heeft gegeven. In hoeverre vindt u de representatie van figuur 5a realistisch? Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
In hoeverre vindt u de representatie van figuur 5b realistisch? Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
93
Diepte Diepte is een schaal die loopt van de afwezigheid van diepte tot maximaal diepteperspectief. De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van diepte.
Bijlage D figuur 6a. Diepte door overlap
Bijlage D figuur 6b. Fisheye-perspectief
In figuur 6a is een foto van een meisje weergegeven die tegen de toren van Pisa aanschopt. Deze foto illustreert het idee dat de diepte enkel wordt gecreëerd door overlap. Het meisje speelt met het idee door zo voor de toren te gaan staan dat hij even groot lijkt als zij. Foto’s zonder dieptewerking zijn moeilijk te vinden omdat de camera een foto altijd met perspectief maakt. In figuur 6b is de toren van Pisa weergegeven in fisheye-perspectief. Dit betekent dat de verticale lijnen in de afbeelding opgerekt zijn om meer weer te geven. Geef in de onderstaande schalen met een cirkel aan hoe realistisch u de figuren vindt. Denk hierbij na waarom u de desbetreffende schoolcijfers heeft gegeven. In hoeverre vindt u de diepte van figuur 6a realistisch? Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
In hoeverre vindt u de diepte van figuur 6b realistisch? Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
94
Verlichting Verlichting is een schaal die loopt van de afwezigheid van licht en schaduw tot volle representatie van licht. De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van verlichting.
Bijlage D figuur 7a. Licht en schaduw afwezig
Bijlage D figuur 7b. Volle representatie licht en schaduw
In figuur 7a is een foto van twee jongens weergegeven. De fotograaf heeft het licht zo helder gemaakt dat schaduw en licht van elkaar gescheiden zijn. Figuur 7b laat een foto van een jongen zien die zo zit ten opzichte van het licht dat de schaduw in verschillende kleurtinten op zijn gezicht te zien is. De aftekening van de wimpers op zijn gezicht geeft aan hoe gedetailleerd de schaduw kan zijn. Geef in de onderstaande schalen met een cirkel aan hoe realistisch u de figuren vindt. Denk hierbij na waarom u de desbetreffende schoolcijfers heeft gegeven. In hoeverre vindt u de verlichting van figuur 7a realistisch? Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
In hoeverre vindt u de verlichting van figuur 7b realistisch? Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
95
Helderheid Helderheid is een schaal die loopt van twee graden helderheid tot een maximaal aantal verschillende graden van helderheid. De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van helderheid.
Bijlage D figuur 8a. Paar graden
Bijlage D figuur 8b. Zeer helder
In figuur 8a is een bloem weergegeven met een paar graden helderheid waardoor er een mistig effect is gecreëerd. In figuur 8b is een bloem weergegeven die zeer helder is. Geef in de onderstaande schalen met een cirkel aan hoe realistisch u de figuren vindt. Denk hierbij na waarom u de desbetreffende schoolcijfers heeft gegeven. In hoeverre vindt u de helderheid van figuur 8a realistisch? Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
In hoeverre vindt u de helderheid van figuur 8b realistisch? Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
96
Authenticiteit Authenticiteit is een schaal die loopt van niet authentiek persoon tot authentiek persoon. Authenticiteit is samengesteld uit de context waar de afgebeelde persoon zich in bevindt, de blik van de afgebeelde persoon en de houding van de afgebeelde persoon.
Context De Context waar de afgebeelde persoon zich in bevindt, is een schaal die loopt van een ongeloofwaardige representatie van de context naar een authentieke representatie van de context. De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van context.
Bijlage D figuur 9a: Ongeloofwaardige context
Bijlage D figuur 9b. Authentieke representatie van de context
In figuur 9a zijn vier vrouwen weergegeven die niet representatief zijn voor de meeste vrouwen. In figuur 9b zijn zes vrouwen weergegeven die wel representatief zijn voor de meeste vrouwen. Geef in de onderstaande schalen met een cirkel aan hoe realistisch u de figuren vindt. Denk hierbij na waarom u de desbetreffende schoolcijfers heeft gegeven. In hoeverre vindt u de context van figuur 9a realistisch? Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
In hoeverre vindt u de context van figuur 9b realistisch? Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
97
Blik De Blik van de afgebeelde persoon is een schaal die loopt van niet betrokken door de blik tot zeer betrokken door de blik. De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van de blik.
Bijlage D figuur 10a. Niet betrokken door blik
Bijlage D figuur 10b. Betrokken door blik
In figuur 10a is een vrouw weergegeven die niet in de camera kijkt en daarmee de kijker niet betrekt in haar verhaal. In figuur 10b is een meisje weergegeven dat recht in de lens kijkt en hiermee een grote betrokkenheid creëert bij de kijker. Geef in de onderstaande schalen met een cirkel aan hoe realistisch u de figuren vindt. Denk hierbij na waarom u de desbetreffende schoolcijfers heeft gegeven. In hoeverre vindt u de blik van figuur 10a realistisch? Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
In hoeverre vindt u de blik van figuur 10b realistisch? Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
98
Houding De Houding van een afgebeeld persoon is een schaal die loopt van een ongeloofwaardige houding tot authentieke houding. De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van de houding.
Bijlage D figuur 11a. Ongeloofwaardige houding
Bijlage D figuur 11b. Geloofwaardige houding
In figuur 11a zijn een aantal vrouwen afgebeeld die in een geposeerde houding staan. In figuur 11b zijn een aantal kinderen afgebeeld die rennen in een park. Geef in de onderstaande schalen met een cirkel aan hoe realistisch u de figuren vindt. Denk hierbij na waarom u de desbetreffende schoolcijfers heeft gegeven. In hoeverre vindt u de houding van figuur 11a realistisch? Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
In hoeverre vindt u de houding van figuur 11b realistisch? Onrealistisch
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Realistisch
Met de waardering van de context, blik en houding kunt u een afweging maken hoe authentiek u de afgebeelde persoon vindt.
99
Bijlage E Oude versie bijlage interview: Uitleg visuele elementen + oefening voor respondenten In deze bijlage vindt u de nieuwe versie van de bijlage van het interview. Deze bijlage is gecreëerd om de ambiguïteit over definities op te heffen.
Bijlage interview: Uitleg visuele elementen + oefening voor respondenten In afbeeldingen spelen visuele elementen een belangrijke rol. Deze elementen worden hieronder stuk voor stuk toegelicht. Straks krijgt u posters te zien waarvan ik u zal vragen hoe echt de afbeelding op u overkomt door er een schoolcijfer voor te geven (hoe realistischer volgens u, hoe hoger het schoolcijfer). Voordat we dat doen, oefenen we eerst even met die visuele elementen in een aantal afbeeldingen.
Kleurverzadiging (vraag 2) Kleurverzadiging is een schaal die loopt van de afwezigheid van kleur tot maximale kleurverzadiging. De onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van kleurverzadiging.
Bijlage E figuur 2a. Minimale kleurverzadiging
Bijlage E figuur 1b. Maximale kleurverzadiging
In figuur 1a is de kleur afwezig en zien we enkel zwart en wit. In figuur 1b is de boom volledig in kleur weergegeven. Ga bij uzelf na hoe realistisch u de figuren 1a en 1b vindt. Welk schoolcijfer zou u de figuren geven waarbij een 1 onrealistisch is en een 10 realistisch? Denk hierbij na waarom u de desbetreffende schoolcijfers heeft gegeven. Beantwoord nu vraag twee.
100
Kleurdifferentiatie (vraag 3) Kleurdifferentiatie is een schaal die loopt van een monochrome kleur tot een wijd uiteenlopend kleurbereik. De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van kleurdifferentiatie.
Bijlage E figuur 2a. Monochrome kleur
Bijlage E figuur 2b. Wijd uiteenlopend kleurbereik
In figuur 2a is de kleur monochroom en zien we enkel blauw. In figuur 2b bevat de druppel veel kleuren om een wijd uiteenlopend kleurbereik te laten zien. Ga bij uzelf na hoe realistisch u de figuren 2a en 2b vindt. Welk schoolcijfer zou u de figuren geven waarbij een 1 onrealistisch is en een 10 realistisch? Denk hierbij na waarom u de desbetreffende schoolcijfers heeft gegeven. Beantwoord nu vraag drie.
101
Kleurmodulatie (vraag 4) Kleurmodulatie is een schaal die loopt van het gebruik van één kleurtint tot het gebruik van veel verschillende kleurtinten. De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van kleurmodulatie.
Bijlage E figuur 3a. Eén kleurtint
Bijlage E figuur 3b. Veel verschillende kleurtinten
In figuur 3a is er gebruik gemaakt van één kleurtint per kleur en zien we enkel één roodtint, rozetint, blauwtint, zwarttint, groentint, geeltint en wittint. In figuur 3b is de foto weergegeven met veel verschillende kleurtinten. Ga bij uzelf na hoe realistisch u de figuren 3a en 3b vindt. Welk schoolcijfer zou u de figuren geven waarbij een 1 onrealistisch is en een 10 realistisch? Denk hierbij na waarom u de desbetreffende schoolcijfers heeft gegeven. Beantwoord nu vraag vier.
102
Achtergrond (vraag 5) Achtergrond is een schaal die loopt van de afwezigheid van een achtergrond naar een meest aanwezig en gedetailleerde achtergrond. De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van achtergrond.
Bijlage E figuur 4a. Afwezigheid achtergrond
Bijlage E figuur 4b. Gedetailleerde achtergrond
In figuur 4a is de auto weergegeven zonder achtergrond en zien we enkel de auto. In figuur 4b is de auto weergegeven met een gedetailleerde achtergrond. Ga bij uzelf na hoe realistisch u de figuren 4a en 4b vindt. Welk schoolcijfer zou u de figuren geven waarbij een 1 onrealistisch is en een 10 realistisch? Denk hierbij na waarom u de desbetreffende schoolcijfers heeft gegeven. Beantwoord nu vraag vijf.
103
Representatie (vraag 6) Representatie is een schaal die loopt van abstractie tot de weergaven van de kleinste details. De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van representatie.
Bijlage E figuur 5a. Abstractie
Bijlage E figuur 5b. Tot in detail
In figuur 5a zijn drie blauwe lijnen weergegeven die een oog kunnen representeren. De afbeelding is abstract. In figuur 5b is een oog weergegeven tot in het kleinste detail. Ga bij uzelf na hoe realistisch u de figuren 5a en 5b vindt. Welk schoolcijfer zou u de figuren geven waarbij een 1 onrealistisch is en een 10 realistisch? Denk hierbij na waarom u de desbetreffende schoolcijfers heeft gegeven. Beantwoord nu vraag zes.
104
Diepte (vraag 7) Diepte is een schaal die loopt van de afwezigheid van diepte tot maximaal diepteperspectief. De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van diepte.
Bijlage E figuur 6a. Diepte door overlap
Bijlage E figuur 6b. Fisheye-perspectief
In figuur 6a is een foto van een meisje weergegeven die tegen de toren van Pisa aanschopt. Deze foto illustreert het idee dat de diepte enkel wordt gecreëerd door overlap. Het meisje speelt met het idee door zo voor de toren te gaan staan dat hij even groot lijkt als zij. Foto’s zonder dieptewerking zijn moeilijk te vinden omdat de camera een foto altijd met perspectief maakt. In figuur 6b is de toren van Pisa weergegeven in fisheye-perspectief. Dit betekent dat de verticale lijnen in de afbeelding opgerekt zijn om meer weer te geven. Ga bij uzelf na hoe realistisch u de figuren 6a en 6b vindt. Welk schoolcijfer zou u de figuren geven waarbij een 1 onrealistisch is en een 10 realistisch? Denk hierbij na waarom u de desbetreffende schoolcijfers heeft gegeven. Beantwoord nu vraag zeven.
105
Verlichting (vraag 8) Verlichting is een schaal die loopt van de afwezigheid van licht en schaduw tot volle representatie van licht. De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van verlichting.
Bijlage E figuur 7a. Licht en schaduw afwezig
Bijlage E figuur 7b. Volle representatie licht en schaduw
In figuur 7a is een foto van twee jongens weergegeven. De fotograaf heeft het licht zo helder gemaakt dat schaduw en licht van elkaar gescheiden zijn. Figuur 7b laat een foto van een jongen zien die zo zit ten opzichte van het licht dat de schaduw in verschillende kleurtinten op zijn gezicht te zien is. De aftekening van de wimpers op zijn gezicht geeft aan hoe gedetailleerd de schaduw kan zijn. Ga bij uzelf na hoe realistisch u de figuren 7a en 7b vindt. Welk schoolcijfer zou u de figuren geven waarbij een 1 onrealistisch is en een 10 realistisch? Denk hierbij na waarom u de desbetreffende schoolcijfers heeft gegeven. Beantwoord nu vraag acht.
106
Helderheid (vraag 9) Helderheid is een schaal die loopt van twee graden helderheid tot een maximaal aantal verschillende graden van helderheid. De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van helderheid.
Bijlage E figuur 8a. Paar graden
Bijlage E figuur 8b. Zeer helder
In figuur 8a is een bloem weergegeven met een paar graden helderheid waardoor er een mistig effect is gecreëerd. In figuur 8b is een bloem weergegeven die zeer helder is. Ga bij uzelf na hoe realistisch u de figuren 8a en 8b vindt. Welk schoolcijfer zou u de figuren geven waarbij een 1 onrealistisch is en een 10 realistisch? Denk hierbij na waarom u de desbetreffende schoolcijfers heeft gegeven. Beantwoord nu vraag negen.
107
Authenticiteit (vraag 10 t/m 13) Authenticiteit is een schaal die loopt van niet authentiek persoon tot authentiek persoon. Authenticiteit is samengesteld uit de context waar de afgebeelde persoon zich in bevindt, de blik van de afgebeelde persoon en de houding van de afgebeelde persoon.
Context (vraag 10) De Context waar de afgebeelde persoon zich in bevindt, is een schaal die loopt van een ongeloofwaardige representatie van de context naar een authentieke representatie van de context. De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van context.
Bijlage E figuur 9a: Ongeloofwaardige context
Bijlage E figuur 9b. Authentieke representatie van de context
In figuur 9a zijn vier vrouwen weergegeven die niet representatief zijn voor de meeste vrouwen. In figuur 9b zijn zes vrouwen weergegeven die wel representatief zijn voor de meeste vrouwen. Ga bij uzelf na hoe realistisch u de figuren 9a en 9b vindt. Welk schoolcijfer zou u de figuren geven waarbij een 1 onrealistisch is en een 10 realistisch? Denk hierbij na waarom u de desbetreffende schoolcijfers heeft gegeven. Beantwoord nu vraag tien.
108
Blik (vraag 11) De Blik van de afgebeelde persoon is een schaal die loopt van niet betrokken door de blik tot zeer betrokken door de blik. De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van de blik.
Bijlage E figuur 10a. Niet betrokken door blik
Bijlage E figuur 10b. Betrokken door blik
In figuur 10a is een vrouw weergegeven die niet in de camera kijkt en daarmee de kijker niet betrekt in haar verhaal. In figuur 10b is een meisje weergegeven dat recht in de lens kijkt en hiermee een grote betrokkenheid creëert bij de kijker. Ga bij uzelf na hoe realistisch u de figuren 10a en 10b vindt. Welk schoolcijfer zou u de figuren geven waarbij een 1 onrealistisch is en een 10 realistisch? Denk hierbij na waarom u de desbetreffende schoolcijfers heeft gegeven. Beantwoord nu vraag elf.
109
Houding (vraag 12) De Houding van een afgebeeld persoon is een schaal die loopt van een ongeloofwaardige houding tot authentieke houding. De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van de houding.
Bijlage E figuur 11a. Ongeloofwaardige houding
Bijlage E figuur 11b. Geloofwaardige houding
In figuur 11a zijn een aantal vrouwen afgebeeld die in een geposeerde houding staan. In figuur 11b zijn een aantal kinderen afgebeeld die rennen in een park. Ga bij uzelf na hoe realistisch u de figuren 11a en 11b vindt. Welk schoolcijfer zou u de figuren geven waarbij een 1 onrealistisch is en een 10 realistisch? Denk hierbij na waarom u de desbetreffende schoolcijfers heeft gegeven. Beantwoord nu vraag twaalf.
Met de waardering van de context, blik en houding kunt u een afweging maken hoe authentiek u de afgebeelde persoon vindt (vraag 13). Beantwoord nu vraag dertien.
110
Bijlage F Uitleg modality markers Modality markers in afbeeldingen zijn visuele cues die aangeven of de afbeelding beschouwd kan worden als geloofwaardig of niet (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 154). De markers zijn gemaakt door de sociale groep waar een persoon mee omgaat en zijn de gidsen van waarheid en werkelijkheid. Deze markers staan vrij van waarden, overtuigingen en sociale behoeften (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 154). Visuele modaliteit bestaat uit acht modality markers: kleurverzadiging, kleurdifferentiatie, kleurmodulatie, achtergrond, representatie, diepte, verlichting en helderheid (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 160-163).
Modality marker 1: Kleurverzadiging Kleurverzadiging is een schaal die loopt van de afwezigheid van kleur tot maximale kleurverzadiging (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 160). De onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste
Bijlage F figuur 3a. Minimale kleurverzadiging (nog bijlage nummer tussen zetten)
Bijlage F figuur 1b. Maximale kleurverzadiging
maten van kleurverzadiging. In figuur 1a is de kleur afwezig en zien we enkel zwart en wit. In figuur 1b is de boom volledig in kleur weergegeven. De hoogste modaliteit op het gebied van kleurverzadiging zit tussen de twee uitersten in aan de rechterkant van de schaal. De asterisk in de onderstaande schaal laat zien waar de hoogste modaliteit zich bevindt. Zwart wit |----------|----------|-------*--|----------|Maximale kleurverzadiging
111
Modality marker 2: Kleurdifferentiatie Kleurdifferentiatie is een schaal die loopt van een monochrome kleur tot een wijd uiteenlopend kleurbereik (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 160). De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van kleurdifferentiatie.
Bijlage F figuur 2a. Monochrome kleur
Bijlage F figuur 2b. Wijd uiteenlopend kleurbereik
In figuur 2a is de kleur monochroom en zien we enkel blauw. In figuur 2b bevat de druppel veel kleuren om een wijd uiteenlopend kleurbereik te laten zien. De hoogste modaliteit op het gebied van kleurdifferentiatie zit tussen de twee uitersten in aan de rechterkant van de schaal. De asterisk in de onderstaande schaal laat zien waar de hoogste modaliteit zich bevindt. Monochroom |----------|----------|-------*--|----------|Wijd uiteenlopend kleurbereik
Modality marker 3: Kleurmodulatie Kleurmodulatie is een schaal die loopt van het gebruik van één kleurtint tot het gebruik van veel verschillende kleurtinten (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 160). De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van kleurmodulatie.
Bijlage F figuur 3a. Eén kleurtint
Bijlage F figuur 3b. Veel verschillende kleurtinten
In figuur 3a is er gebruik gemaakt van één kleurtint per kleur en zien we enkel één roodtint, rozetint, blauwtint, zwarttint, groentint, geeltint en wittint. In figuur 3b is de foto weergegeven met veel verschillende kleurtinten. De hoogste modaliteit op het gebied van kleurmodulatie zit, net als bij kleurverzadiging en kleurdifferentiatie, zit tussen de twee uitersten in aan de rechterkant van de schaal. De asterisk in de onderstaande schaal laat zien waar de hoogste modaliteit zich bevindt. Eén tint |----------|----------|-------*--|----------|Veel verschillende kleurentinten
112
Modality marker 4: Achtergrond De modality marker achtergrond is een schaal die loopt van de afwezigheid van een achtergrond naar een meest aanwezig en gedetailleerde achtergrond (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 161). De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van achtergrond.
Bijlage F figuur 4a. Afwezigheid achtergrond
Bijlage F figuur 4b. Gedetailleerde achtergrond
In figuur 4a is de auto weergegeven zonder achtergrond en zien we enkel de auto. In figuur 4b is de auto weergegeven met een gedetailleerde achtergrond. De hoogste modaliteit op het gebied van achtergrond zit tussen de twee uitersten in waar geen achtergrond als niet naturalistisch wordt ervaren en een te gedetailleerde achtergrond als meer dan echt. De asterisk in de onderstaande schaal laat zien waar de hoogste modaliteit zich bevindt. Achtergrond afwezig |----------|----------|-------*--|----------| Gedetailleerde achtergrond
Modality marker 5: Representatie Representatie is een schaal die loopt van abstractie tot de weergaven van de kleinste details (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 161). De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van representatie.
Bijlage F figuur 5a. Abstractie
Bijlage F figuur 5b. Tot in detail
In figuur 5a zijn drie blauwe lijnen weergegeven die een oog kunnen representeren. De afbeelding is abstract. In figuur 5b is een oog weergegeven tot in het kleinste detail. De hoogste modaliteit op het gebied van representatie zit aan de rechterkant van de schaal waar abstractie niet als fotografisch realistisch wordt gezien en de weergave van veel details als meer dan echt. De asterisk in de onderstaande schaal laat zien waar de hoogste modaliteit zich bevindt. Abstractie |----------|----------|----------|--*-------|Tot in detail
113
Modality marker 6: Diepte Diepte is een schaal die loopt van de afwezigheid van diepte tot maximaal diepteperspectief (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 162). De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van diepte.
Bijlage F figuur 6a. Diepte door overlap
Bijlage F figuur 6b. Fisheye-perspectief
In figuur 6a is een foto van een meisje weergegeven die tegen de toren van Pisa aanschopt. Deze foto illustreert het idee dat de diepte enkel wordt gecreëerd door overlap. Het meisje speelt met het idee door zo voor de toren te gaan staan dat hij even groot lijkt als zij. Foto’s zonder dieptewerking zijn moeilijk te vinden omdat de camera een foto altijd met perspectief maakt. In figuur 6b is de toren van Pisa weergegeven in fisheye-perspectief. Dit betekent dat de verticale lijnen in de afbeelding opgerekt zijn om meer weer te geven. De hoogste modaliteit op het gebied van diepte zit aan de rechterkant van de schaal bij een centraal perspectief. Afwezige diepte in een foto is onmogelijk en een fisheyeperspectief is meer dan echt. De asterisk in de onderstaande schaal laat zien waar de hoogste modaliteit zich bevindt. Diepte afwezig |----------|----------|----------|--*-------|Maximaal diepteperspectief
Modality marker 7: Verlichting Verlichting is een schaal die loopt van de afwezigheid van licht en schaduw tot volle representatie van licht (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 162). De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van verlichting.
Bijlage F figuur 7a. Licht en schaduw afwezig
Bijlage figuur F 7b. Volle representatie licht en schaduw
114
In figuur 7a is een foto van twee jongens weergegeven. De fotograaf heeft het licht zo helder gemaakt dat schaduw en licht van elkaar gescheiden zijn. Figuur 7b laat een foto van een jongen zien die zo zit ten opzichte van het licht dat de schaduw in verschillende kleurtinten op zijn gezicht te zien is. De aftekening van de wimpers op zijn gezicht geeft aan hoe gedetailleerd de schaduw kan zijn. De hoogste modaliteit op het gebied van diepte zit aan de rechterkant van de schaal waar de afwezigheid van licht en schaduw enkel gekunsteld weergegeven kan worden. De asterisk in de onderstaande schaal laat zien waar de hoogste modaliteit zich bevindt. Licht en schaduw afwezig |----------|----------|----------|---------*|Volle representatie licht en schaduw
Modality marker 8: Helderheid Helderheid is een schaal die loopt van twee graden helderheid tot een maximaal aantal verschillende graden van helderheid (Kress & Van Leeuwen, 2006, p. 162). De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van helderheid.
Bijlage F figuur 8a. Paar graden
Bijlage F figuur 8b. Zeer helder
In figuur 8a is een bloem weergegeven met een paar graden helderheid waardoor er een mistig effect is gecreëerd. In figuur 8b is een bloem weergegeven die zeer helder is. De hoogste modaliteit op het gebied van helderheid zit tussen de uitersten van de schaal in waar een paar graden als minder dan echt en het maximaal aantal graden als meer dan echt wordt gezien. De asterisk in de onderstaande schaal laat zien waar de hoogste modaliteit zich bevindt. Paar graden |----------|----------|---*------|----------|Maximale helderheid
115
Modality marker 9: Authenticiteit Authenticiteit is een schaal die loopt van niet authentiek persoon tot authentiek persoon. Authenticiteit is samengesteld uit de context waar de afgebeelde persoon zich in bevindt, de blik van de afgebeelde persoon en de houding van de afgebeelde persoon.
Context De Context waar de afgebeelde persoon zich in bevindt, is een schaal die loopt van een ongeloofwaardige representatie van de context naar een authentieke representatie van de context. De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van context.
Bijlage F figuur 9a: Ongeloofwaardige context
Bijlage F figuur 9b. Authentieke representatie van de context
In figuur 9a zijn vier vrouwen weergegeven die niet representatief zijn voor de meeste vrouwen waardoor de context minder dan echt is. In figuur 9b zijn zes vrouwen weergegeven die wel representatief zijn voor de meeste vrouwen waardoor de context authentiek is. Het hoogste realismegehalte op het gebied van context zit aan het rechteruiterste van de schaal waar een ongeloofwaardige context als minder dan realistisch wordt gezien De asterisk in de onderstaande schaal laat zien waar het realismegehalte het hoogst is: Ongeloofwaardige context |----------|----------|----------|---------*|Authentieke representatie van de context
Blik De Blik van de afgebeelde persoon is een schaal die loopt van niet betrokken door de blik tot zeer betrokken door de blik. De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van de blik.
Bijlage F figuur 10a. Niet betrokken door blik
Bijlage F figuur 10b. Betrokken door blik
116
In figuur 10a is een vrouw weergegeven die niet in de camera kijkt en daarmee de kijker niet betrekt in haar verhaal. In figuur 10b is een meisje weergegeven dat recht in de lens kijkt en hiermee een grote betrokkenheid creëert bij de kijker. Het hoogste realismegehalte op het gebied van de blik zit aan het rechteruiterste van de schaal waar een onbetrokkenheid als minder realistisch echt wordt gezien De asterisk in de onderstaande schaal laat zien waar het realismegehalte het hoogst is: Niet betrokken door blik |----------|----------|----------|---------*|Betrokken door blik
Houding De Houding van een afgebeeld persoon is een schaal die loopt van een ongeloofwaardige houding tot authentieke houding. De twee onderstaande afbeeldingen illustreren de twee uiterste maten van de houding.
Bijlage F figuur 11a. Ongeloofwaardige houding
Bijlage F figuur 11b. Geloofwaardige houding
In figuur 11a zijn een aantal vrouwen afgebeeld die in een geposeerde houding staan. wat een minder dan realistische weergave van de werkelijkheid laat zien. In figuur 11b zijn een aantal kinderen afgebeeld die rennen in een park. De houdingen van deze kinderen zijn authentiek omdat ze niet geposeerd rennen. Het hoogste realismegehalte op het gebied van de houding zit aan het rechteruiterste van de schaal waar een ongeloofwaardige houding als minder dan realistisch wordt gezien De asterisk in de onderstaande schaal laat zien waar het realismegehalte het hoogst is: Ongeloofwaardige houding |----------|----------|----------|---------*|Authentieke houding
Met de waardering van de context, blik en houding kan een afweging gemaakt worden hoe authentiek een afgebeeld persoon is. Het hoogste realismegehalte op het gebied van authenticiteit zit aan het rechteruiterste van de schaal waar niet authentiek te geposeerd en niet echt is en authentiek een geloofwaardige weergave van de afgebeelde persoon is. De asterisk in de onderstaande schaal laat zien waar het realismegehalte het hoogst is: Niet authentiek |----------|----------|----------|---------*|Authentiek
117
Bijlage G. Tabel met schoolcijfers In deze bijlage vindt u de tabel met schoolcijfers die respondenten toekennen aan de modality markers per stimulus. De respondenten zijn onderverdeeld in vier condities, namelijk C1, C2, C3 en C4.
Legenda C1 = Conditie 1 Stimulus O1. Oorspronkelijke poster van de jongen met het leren jack. C2 = Conditie 2 Stimulus O2. Oorspronkelijke poster van het meisje met de scooter. C3 = Conditie 3 Stimulus N1. Nieuwe poster van de jongen met het leren jack. C4 = Conditie 4 Stimulus N2. Nieuwe poster van het meisje met de scooter. M = Mannelijke respondent. V = Vrouwelijke respondent. IDE = Identificatie KLV = Kleurverzadiging KLD = Kleurdifferentiatie KLM = Kleurmodulatie ACH = Achtergrond REP = Representatie DIE = Diepte VER = Verlichting HEL = Helderheid CON = Context RP BLI = Blik RP HOU = Houding RP AUT = Authenticiteit RP GEL = Geloofwaardigheid RP
Tabel De tabel is te vinden op de volgende pagina.
118
Bijlage G figuur 1. Tabel schoolcijfers die respondenten geven aan modality markers
119
Bijlage H. Transcripten semigestructureerde interviews met Utrechtse studenten In deze bijlage vindt u de uitgewerkte interviews met de Utrechtse studenten. Commentaar dat niet bijdraagt aan het onderzoek zijn weggelaten wegens praktische redenen. Het geïnterviewde zijn motivaties voor de schoolcijfers die de respondenten gaven aan het realiteitsgehalte van de modality markers in hun stimulus (zie paragraaf 3.3.4). Ze gaven antwoord op de vraag: Welk element in de afbeelding maakt dat u dit cijfer geeft?
Conditie 1a De stimulus voor conditie 1a is poster O1. De respondenten bestaan uit vier mannelijke (V) en vier vrouwelijke (V) studenten.
C1aM1 Bij de eerste vraag over identificatie heb je een zeven ingevuld. Welke elementen in de afbeelding maakt dat je de zeven hebt ingevuld. Een jonge vent, kort haar, een wat vrij neutrale setting verder. Zijn kleding is niet zo goed te zien, dat maakt het wel een stuk moeilijker. Waarom moeilijker? Je kan zijn kleding niet zien, dat is voor mij toch een belangrijk deel voor het identificeren. Toch heb je een zeven ingevuld. Voor hetgeen ik zie identificeer ik me wel. Je hebt vijf ingevuld bij kleurverzadiging, dit betekent dat je tussen onrealistisch en realistisch in zit. Ja, vertel eens. Ik vind zijn gezicht vrij normaal, goed. Maar zijn neus en haren zijn te fel. Het is geloof ik donkerblond, maar de kleur is net te helder. Normaal is dit niet zo, normaal is het iets doffer. Bij kleurdifferentiatie heb je ook een vijf ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Klein beetje hetzelfde als de vorige vraag. Bij zijn gezicht zie je door die schaduw veel kleurtinten, maar bij zijn kapsel springt het bijna van donker naar blond en in het echt is dit geleidelijker. Zijn er nog andere elementen in de afbeelding die een rol spelen? Vooral zijn hoofd, want voor zijn kleding staat de tekst. En dat (wijst naar de achtergrond) is gewoon een foto ofzo, kan ik vrij weinig over zeggen. Het is gewoon een foto of scherm ofzo. Je hebt weer een vijf ingevuld, nu voor kleurmodulatie. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Zoals ik vertelde is het toch weer dat kapsel. Dat maakt echt dat het van kleur switcht, van donker naar blond. Normaal gesproken is dit stukken geleidelijker, zelfs met schaduw. Bij achtergrond heb je een zes ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Het is niet iets wat je vaak ziet. Het is niet een stuk van een landschap ofzo, het is een scherm of een foto of een schildering. Waarom denk je dat dit een scherm is? Het is niet een stuk gebouw of een stuk strand ofzo. Het heeft denk iets van een schildering. Het zijn vrij abstracte vormen en vlekken en dit is niet iets wat je normaal gesproken ziet. Je hebt een zes ingevuld bij representatie. Welk element heeft ervoor gezorgd dat je een zes in hebt gevuld? Het is vooral door die achtergrond wat abstracter, wat neutraler. Die jongen die op de foto staat zou in feite iedereen kunnen zijn. Hierdoor kunnen denk ik veel meer mensen zich ermee identificeren. Dat is toch waar zo’n campagne voor bedoeld is. Vooral in vergelijking met de vorige poster, daar was een vrij duidelijke setting. Dat heb je hier niet echt waardoor het wat neutraler blijft en daardoor kan je jezelf er meer aan toekennen. Wat heeft dit voor invloed op het realismegehalte van de poster? Het is denk ik wel beter. Vooral in vergelijking met de vorige poster. De vorige poster was een vrij specifiek persoon. Hij is wat algemener waardoor je veel meer mensen bereikt.
120
Je hebt een acht ingevuld bij dieptewerking. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Dat is vooral door de schaduwwerking die je ziet. Daardoor ontstaan meer tinten waardoor je vrij duidelijk die diepte ziet. Het is ook nog steeds wel jammer dat er zo´n flink stuk tekst voor zijn kleding staat waardoor je het niet precies kan zien. Maar zijn gezicht is vrij duidelijk met vrij veel diepte erin, dat is wel weer goed gedaan. Dit heft elkaar weer op. Je hebt een zeven ingevuld bij verlichting. Welk element maakt dat je dit cijfer geeft? Het is een klein beetje te fel. Het is vrij duidelijk dat er een spot is gebruikt. Maar je ziet wel duidelijk dat het ook gewoon een vrij natuurlijke lichtbron kan zijn die van links er bovenop schijnt. Dan krijg je ook een mooier schaduwspel. Je hebt een acht ingevuld voor helderheid. Welk element maakt dat je dit cijfer geeft? Vooral de combinatie van de voorgrond, de tekst en de achtergrond. De achtergrond is met vrij veel kleuren, niet te veel waardoor het wel snel je aandacht trekt, maar je focust er niet meteen op. De voorgrond, de jongen is vrij duidelijk, vrij opgelicht, vrij helder waardoor je vooral daar op focust. Zijn kleding is wel wat donkerder, maar daar staat die tekst voor waardoor je dat ook niet zo goed ziet. Samen is het een vrij heldere poster, zo zou het in het echt ook kunnen zijn. Het is een klein beetje te fel maar ja. Bij context heb je een zes ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Nou ja die jongen staat er nog vrij natuurlijk bij, een vrij ontspannen houding. Verder is de setting vrij neutraal, waardoor je hem toch vrij moeilijk een plek kan geven. Moeilijk een plek kan geven op wat voor gebied? In welke setting hij staat. Het is niet duidelijk een scholier of student of een barman, een zakenman. Het is gewoon een random jongen eigenlijk. Je kan hem daardoor vrij moeilijk plaatsen. Bij vraag elf over de blik heb je een zeven ingevuld. Welk element maakt dat je de blik een zeven geeft? Het is een vrij neutrale blik, een beetje serieus. Die zie je vrij veel bij mensen, dus gewoon vrij duidelijk. Dit kan ik op straat of tijdens een gesprek ook tegenkomen. Je hebt een acht ingevuld bij de authenticiteit van de houding. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Hij staat er, voor zover ik kan zien door de tekst, er ontspannen bij. Schouders een klein beetje omlaag, hoofd een stukje naar voren zoals de gemiddelde jongen er bij staat. Je hebt een zeven gegeven voor authenticiteit. Welk element maakt dat je dit cijfer geeft voor authenticiteit? Dat is de combinatie. Die jongen staat er vrij natuurlijk bij, een vrij natuurlijke houding en blik. De context blijft een beetje vaag, waardoor het toch wel wat moeilijker wordt. Je kan hem slecht plaatsen. Je hebt een acht gegeven voor vraag veertien, een geloofwaardige vertolker. Welk element maakt dat je dit antwoord geeft? Zoals ik al zei, het is een vrij neutrale foto. De jongen die kan je daardoor niet zo goed plaatsen. Maar daardoor kunnen veel meer mensen zich met hem identificeren. Het zou gewoon een random jongen op straat kunnen zijn. En doordat het zo neutraal blijft, vindt ik het een vrij goede poster.
C1aM2 Bij vraag één over identificatie heb je een drie ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Hij ziet er uit als een verzorgde jongen. En ik vind mezelf ook wel ijdel, dus met dat identificeer ik me wel een beetje. Het gedeelte waar ik me niet mee identificeer is dat hij heel stoer wordt afgebeeld met een agressieve achtergrond en zo zie ik mezelf niet. Welk element maakt dat je hem ijdel en stoer vindt? Hij neemt een beetje een sexy blik aan om het zo te zeggen, hij kijkt zelfverzekerd en zijn kleding en haar ziet er verzorgd uit. Kan je in detail aangeven hoe je dit ziet. Je zegt bijvoorbeeld zijn haar maar wat aan zijn haar maakt het verzorgd of ijdel? Het ziet eruit alsof er gel in zit en in samenstelling met misschien de kleuren van de poster dat ik denk van nou dat ziet er wel verzorgd uit, daar heeft hij over nagedacht. En op het gebied van identificatie? Ik kan me ermee identificeren dat hij er ijdel uit ziet, dat hij zelfverzekerd kijkt. Je zei net (buiten de opname) dat je de achtergrond moeilijk los kan zien van de jongen. Ook heb je een drie ingevuld bij vraag twee over kleurverzadiging. Kun je aangeven aan welk element in de afbeelding dit cijfer komt? Ik vind hem een beetje realistisch, dat heeft ermee te maken dat de jongen er niet uit ziet alsof hij Hollywood bruin is. Hij
121
ziet eruit als een normale Nederlandse jongen, maar de achtergrond van de foto zijn niet natuurlijke kleuren. Het is hard rood, met rare vlekken erin en dat maakt het voor mij moeilijk om het los te zien. De verzadiging, ik zie wel dat er met kleur is gespeeld. Bij de jongen is dit dan niet heel erg onrealistisch, maar in combinatie met de achtergrond vind ik dit wel onrealistisch. Je zegt net dat er is gespeeld met de achtergrond, kun je dit specificeren? Ja ik weet niet of het aan de kwaliteit van de poster is, maar ik zie dat het een beetje wazig is. En het licht, ik zie een bepaalde schaduwinval en dek leuren zijn iets vervaagd. Een vier bij de vraag over kleurdifferentiatie. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Ik wilde het eerst realistischer inschatten, maar toen zag ik dat het jasje ook rood is gedifferentieerd. En als ik zo kijk dan valt het pigment in de huid ook een beetje weg, het wordt wazig en is meer één kleur. Het wordt wat roder dan dat ik het normaal zou inschatten. Ik denk dat dat wel is wat ik wilde zeggen. Je hebt een drie ingevuld bij de vraag over kleurmodulatie, meer onrealistisch dan realistisch. Welk element maakt dat je dit cijfer geeft? Dat is omdat er niet heel veel kleuren worden gebruikt. Het is echt een setting wat je ziet, de jongen heeft rood haar, een rode achtergrond, er zit een rode gloed over zijn jas of het is een rode jas, hij heeft een rood shirt aan. En dan is er nog iets met zwart bij gedaan, dat zit ook heel erg in de jas en vooral aan de rechterkant. Zodoende komt het niet natuurlijk over omdat de kleuren allemaal net iets te veel op elkaar lijken, het is net te veel een setting. Hoe zou het natuurlijker kunnen zijn? Door de achtergrond te veranderen naar een natuurlijke setting waardoor deze jongen ik denk betrouwbaarder zou overkomen. Omdat hij nu in een setting is gezet. Je hebt een twee ingevuld bij achtergrond, je vertelde me dat de achtergrond (buiten de opname) niet realistisch is. Welk element maakt dat je dit vindt? Wat is zie is dat er een beetje een oude filmrol is en dat die filmrol versnippert, waardoor de die vlekken in het scherm zijn. Dat zie ik er wel een beetje in terug. Het is rood met banen erdoorheen en vlekken. En dat vind ik niet natuurlijk overkomen, het is rood. Bij een natuurlijke setting heb ik meer het idee dat, het is een jongen van mijn leeftijd denk ik, 24, dat hij gewoon ergens op straat staat, met bomen er achterop of iets. Daar zou ik me meer mee kunnen identificeren en realistischer vinden. En nu, deze kleuren zijn niet de kleuren die ik in het echt of in de natuur terug zou vinden. Bij representatie heb je een vijf ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft voor representatie? Omdat hij er qua realistisch zijn, het ziet er wel gewoon uit als een normale jonge vent. Het is niet dat hij abstract ofzo wordt afgebeeld. Wel vind ik de manier waarop hij kijkt iets geposeerd heeft, maar dit heeft misschien meer met de kwaliteit van het model te maken. Maar hij ziet er wel realistisch uit omdat hij op zich wel kijkt op de manier waarop mensen van zijn leeftijd wel zouden kunnen kijken, maar het is wel wat geposeerd. Dus vandaar een vijf, het gemiddelde. Bij dieptewerking heb je een acht ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je een acht hebt gegeven? De diepte voelt wel natuurlijk of realistisch aan. De achtergrond staat naar mijn idee op een logische afstand in verhouding met waar de jongen is gepositioneerd en daar vind ik verder eigenlijk niet zo heel veel van. Bij vraag acht over verlichting heb je een vier ingevuld. Kan je deze keuze motiveren? Ja, ik vind het licht in zijn gezicht te fel. Dat komt ergens vandaan en dat is niet logisch. Waarom niet logisch? Nou omdat de achtergrond niet bij een bushalte of in een bos of weet ik veel wat is. Het is wel zacht qua licht, wat vervaagd. Maar in zijn gezicht heeft hij een keiharde straal staan. Ik voel niet waar dat vandaan komt, dat maakt het onrealistisch. Het spotidee. Maar dat zie je niet terug in de achtergrond en daarom klopt het voor mij niet helemaal. Helderheid is volgens jou een vijf. Kan je dit cijfer motiveren? Ik vind het moeilijk, omdat de verlichting wel een duidelijk element had dat ik dacht van ja dat is zeker dat. En bij helderheid vind ik moeilijk een element te vinden waarop ik mijn mening kan vormen op dit moment. Wat ik misschien wel kan zeggen, is dat de helderheid van de jas heel donker is en in zijn gezicht is het heel helder maar ja. Je hebt een twee ingevuld bij context op het gebied van authenticiteit. Je zegt (buiten de opname) dat het niet realistisch is. Hoe zie je dat de context niet realistisch is? De achtergrond is donker, en zoals ik net al zei lijkt het een beetje op een filmset uit de jaren veertig ofzo. De jongen die staat daar, maar hij is dan tegen vloeken. Ja ik vind de achtergrond ook gewoon vreemd en dat komt niet overeen met mijn idee van een jongen van mijn leeftijd denk ik, 24, omdat het een overdreven stoerheid moet creëren met van die rode kleuren en dat hij dan tegen vloeken moet zijn, dat het met vloeken te maken heeft en dat hij dan extra stoer zou zijn. Dat
122
vind ik onrealistisch. De verbinding tot wat ik zie en wat de poster zegt is voor mij niet realistisch. Als we het over context hebben, dan probeer ik te interpreteren waar de achtergrond voor staat en waar hij voor staat, dus waar bevind hij zich in? Hij bevindt zich in een ruimte die volledig fictie is en ook niets representeert behalve dat het een stoer gevoel moet overbrengen. Hij vindt het blijkbaar stoer om niet te vloeken en dan vind ik die context onrealistisch omdat het een soort van stoerheid op moet wekken waar ik hem niet in kan plaatsen. Bij blik heb je drie ingevuld. Waarom een drie? Onrealistisch. Dit heeft ermee te maken dat hij kijkt op zo’n manier dat hij of stoer kijkt of iemand probeert te versieren. Hoe zie je dat? Omdat hij met zijn ogen knijpt, hij heeft zijn hoofd iets naar voren gebogen en hij kijkt mij recht aan. Wat ik jammer vind want als je iets over probeert te brengen kijk je iemand recht aan maar hij kijkt een beetje zo schuin alsof hij misschien wel afkeurend kijkt. Het zit voor mij een beetje tussen stoer in en nee. Ik vind het niet realistisch en als je een boodschap over wilt brengen, dan moet je ook een soort van betrokkenheid creëren en dan kijk je iemand recht aan en dat doet hij hier niet. Je hebt een twee ingevuld bij houding. Dit komt ook omdat ik zie wat er wordt verstaan onder houding vanuit de bijlage. Dit is geen natuurlijke houding, een anatuurlijke manier, hij poseert. Dat zie je door bijvoorbeeld zijn gebogen hoofd weer en dat herken ik bij mensen die poseren. Daarom is het a-natuurlijk en een twee. Je hebt een drie ingevuld bij authenticiteit. Welk element in de afbeelding maakt dat je een drie hebt gegeven? Eigenlijk een samenvatting van de dingen die ik al genoemd heb, denk ik. Vloeken is iets menselijks. En daarmee iets heel natuurlijks denk ik. Ik vind het een lichtelijk overdreven samenraapsel van van alles. Het is een jongen met de haarkleur op een achtergrond die een beetje dezelfde kleur is. Maar de achtergrond is eigenlijk niets, dit maakt het een beetje een jaren tachtig actiefilm en dit maakt het niet realistisch. Ik heb het idee dat dit fictie is in plaats van authentiek, in de zin van dit spreekt me niet aan, dit zou ik niet in het echt tegen komen. Bij vraag veertien over geloofwaardige vertolker heb je een vier ingevuld. Ja iets onder het gemiddelde. Een geloofwaardige vertolker? Hij kijkt wel een beetje stoerig, een beetje afkeurend misschien ook omdat hij tegen vloeken is. Hij kijkt mij ook aan in de zin van als jij tegen vloeken bent, vind ik dat niet heel leuk. Dus in die zin is hij wat geloofwaardiger in het vertolken. Aan de andere kant is mijn beeld van mensen die tegen vloeken zijn, die kijken andere mensen niet stoer aan. Die denken meer van dat moet je zelf weten, het is niet fijn dat je het expres bij mij in de buurt doet. Maar die zouden mij niet in een stoere setting manier aankijken van ik kijk afkeurend of misschien wel stoer en je moet doen wat ik doe. Hoe zouden die mensen dan wel kijken volgens jou? Die zouden zeggen van ja pas eens even op of dit is niet heel handig. Niet zo. Nee, een geloofwaardige vertolker? Nee iets onder het gemiddelde.
C1aM3 Bij de poster met de jongen heb je de eerste vraag over identificatie beantwoord met een zeven. Welke elementen in de afbeelding maken dat je dit cijfer geeft? De jongen kleed zich in mijn ogen best wel basic en simpel. Hij lijkt heel erg down to earth hierdoor en zo zie ik mijzelf ook wel. Je zegt dat hij zich basic en simpel kleedt, kan je beschrijven wat dit is? Dat komt omdat het redelijk effen kleding is, alleen een T-shirt, een vest onder een jas met daaronder een T-shirt. Niet te spannend haar en een nuchtere blik uit zijn ogen. De nuchtere blik komt door hoe zijn mond staat, hoe hij uit zijn ogen kijkt. En hij lijkt daardoor een beetje in zichzelf getrokken. En hoe staat zijn mond en zijn ogen? Zijn mond staat heel erg neutraal en zijn ogen zijn half dichtgeknepen waardoor hij heel doordacht overkomt. Bij kleurverzadiging heb je een zeven ingevuld. Ik zie redelijk veel verschil in kleuren terug. Dit zie ik vooral in zijn gezicht, omdat hij best wel mooie rooie wangetjes heeft. Maar als je kijkt naar zijn nek, is het toch allemaal wat bleker. Dit kan met de helderheid te maken hebben. Ik zie wel duidelijke kleuren terug, in zijn jack, in de achtergrond en ja dat was het wel. Bij kleurdifferentiatie heb je een acht ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je een acht hebt gegeven? Ik zie redelijk veel kleuren erin en een redelijke hoeveelheid daarvan, in de zin van het is niet allemaal één kleur rood. Er zit namelijk heel veel rood in. Dat zie je vooral in het verschil met het jack, zijn haren, de achtergrond en zijn huid. Daarin zijn
123
heel veel verschillende tinten van rood en dit betekent dat er daarom veel verschillende kleuren in de afbeelding aanwezig zijn. Bij kleurmodulatie heb je een zeven ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Dat komt omdat je in de voorgrond die jongen hebt en daarin zie je heel duidelijk reliëf. Je ziet heel duidelijk zijn nekharen in zijn nek staan, dit laat zien dat er een goede overgang van kleuren is. Net als met dat baardje zie je dat ook, zie je vooral aan de haren denk ik. Daarmee zie je dat er mooie overgangen zijn, in plaats van dat het allemaal afgebakerd is. Je hebt een zeven gegeven voor de achtergrond. Als eerst weet ik niet helemaal goed wat die achtergrond is. Het lijkt een oude Coca-Colatruck die helemaal verroest is of een ijzeren plaat. Dat komt door de bruine vlekken die erin zitten en de witte lijnen. Buiten dat lijkt het mij, als dit het is, een hele realistische achtergrond juist vanwege de roestplekken en de vergane glorie van de achtergrond. Daarom lijkt het voor mij realistisch. Voor representatie heb je een acht gegeven. Dat komt omdat de foto heel gedetailleerd is, niet abstract. In mijn ogen is de representatie toch niet helemaal realistisch omdat de achtergrond een wat vaag beeld geeft. Je hebt er een aantal lijnen en een aantal vlekken erin zitten, maar voor de rest zorgt het ervoor dat het een grote scheiding is tussen het object op de voorgrond en de achtergrond. Buiten dat is het redelijk gedetailleerd. Het gedetailleerde zie je aan de voorgrond, aan de kleding, aan de rits, aan de haren, aan zijn huid en een beetje aan de vlekken van de achtergrond. Je hebt een zeven ingevuld bij diepte. Ja er zit eigenlijk vrij weinig diepte in. Je kan een beetje aan zijn houding zien wat de diepte behoort te zijn. Het is gewoon één hele grote achtergrond direct achter hem en daar is niet zo heel veel aan te zien. Hoe is zijn houding dat het diepte maakt? Met zijn rechterschouder staat hij iets verder naar de camera toe waardoor je ziet hoe hij staat. Hoe zie je dat hij direct voor de achtergrond staat? Dat komt door de schaduw die je aan de rechterkant van de achtergrond ziet. Want je hebt de zon die daarop schijnt. Dit creëert een schaduw waardoor je kan zien dat hij heel dicht op de achtergrond staat. Bij verlichting heb je een tien ingevuld. Realistisch dus! Ja (lacht), dat klopt. Dat komt vooral door de belichting. Je ziet vooral dat de belichting van één kant komt, van linksboven als ik het zo zie. Dat kan je zien aan zijn nekboordje, dat schaduw geeft in zijn nek. Aan de haren die hij heeft, aan de lokken welke schaduwen die geven, aan de lokken welke schaduwen deze geeft en natuurlijk zijn hoofd (schaduw) op de achtergrond. Ook zie je heel goed het reliëf in zijn jack. Bij helderheid heb je een acht gegeven. Dit komt omdat het licht heel realistisch valt, volgens mij. Dit zorgt voor een heel fel beeld. Ik denk wel dat de helderheid iets omhoog is geschroefd. Ik weet niet waarom, maar dat voel ik zo. Of het is gewoon een hele zonnige dag, maar dat is niet een normale dag in Nederland. Die is over het algemeen wat somberder. Je hebt een acht ingevuld bij context. Dit komt omdat, zoals ik al eerder heb gezegd, die jongen lijkt wat bedachtzamer en introverter door zijn blik, zijn ogen, zijn mond en door de kledingstijl dat hij heeft. Daardoor trek ik de conclusie dat hij wat ingetogener is en dat hij zich niet zo makkelijk uitlaat. Maar het is wel een jongere en wat ik in de samenleving zie is dat ze regelmatig vloeken. Voor de campagne denk ik dat het heel moeilijk is om dan een jongere neer te zetten in vergelijking met de samenleving, maar hoe die jongen kijkt, zijn blik en hoe hij eruit ziet, denk ik wel dat hij representatief is. Bij blik heb je een negen ingevuld. Ja. Zoals ik al eerder zei, door de mond dat hij heel neutraal staat, de dichtgeknepen ogen, de houding dat hij zich van de camera afhoudt, lijkt het een heel doordacht persoon. Dat is een heel realistische blik die hij kan geven voor de campagne. Voor houding heb je een negen gegeven. Net zoals bij zijn blik, iets afgedraaide houding, het lijkt alsof hij zijn armen laat zakken. Net alsof het allemaal wat zwaarder weegt. Dit is vaak bij nuchtere maar wel doordachte personen het geval. Daardoor denk ik ook dat het bij de campagne tegen vloeken een realistisch beeld moet geven van een persoon, hoe hij zou kunnen zijn. Authenticiteit. Je hebt het overall cijfer acht gegeven. Dat komt omdat zijn blik en de houding erg goed zijn, maar omdat de persoon zelf een jongere is, zie ik het als iets minder realistisch ten opzichte van de boodschap. Als het iemand van vijftig zou zijn geweest, zou het totaalbeeld wat realistischer zijn geweest.
124
Je hebt een negen gegeven voor de geloofwaardige vertolker van de boodschap. Ik vind hem geloofwaardig. Dat komt vanwege zijn houding en zijn blik, de achtergrond die toch net een beetje leeft in de zin van dat er nog net een beetje vlekken in zitten en dat er een beetje speling in zit waardoor het wat verder naar voren komt. Het is wel een wat jonger persoon, waardoor ik zou zeggen dat het iets minder realistisch is. Maar voor het publiek, de doelgroep, moet het aanspreken en daarvoor zou een ouder persoon de doelgroep niet kunnen overtuigen. Daarom denk ik dat ze wel de juiste persoon hiervoor hebben gekozen.
C1aM4 Je hebt bij vraag één over identificatie een zes ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft. Nou het is misschien wel een jongen van mijn leeftijd, maar met het geblondeerde haar en alles, de blik die hij mij geeft, dat is niet echt mijn soort mens. Nee, daar kan ik me niet echt in vinden, het zou niet een goede vriend van me kunnen zijn zeg maar. Wat voor blik geeft hij? Hij kijkt heel gemaakt stoer, een beetje een viezige blik. Zijn ogen zijn dichtgeknepen, zijn mond is getuit, hij leunt een beetje naar voren. Bij kleurverzadiging heb je een acht ingevuld. Hij heeft een beetje een rode kop. Ik weet niet of dat bij het huidtype past maar waar het licht van links valt, zie je gewoon dat het echt een blanke jongen is, niet echt bruin zeg maar. Maar zijn gezicht blijft heel erg rood op bepaalde plekken en ik denk dat dat gewoon oververzadigd is. Plus het jasje wat hij aan heeft, ziet er niet echt natuurlijk uit. Misschien is het een donkerrode of bruine jas, dat kun je niet zo heel goed zien. Dat vind ik toch raar dat ze het niet op een normale manier hebben laten zien. Ik denk dat de foto een beetje oververzadigd is daardoor. Dat had niet gehoeven. Bij kleurdifferentiatie heb je een drie ingevuld. Ja. Want eigenlijk is de hele poster heel erg rood. Het lijkt mij dat er in het echt veel meer verschillende kleuren in kan zitten. De achtergrond is ook rood bruinachtig, net als zijn jas. Dit maakt het een heel rood kleurig uitziende poster. Ik denk dat als ze daar beter over na hadden gedacht, dat er dan meer kleur in zou hebben gezeten, wat het ook een wat vrolijkere poster zou maken. Er zijn zo veel verschillende kleuren en tonen, dit is wel heel erg naar de rode kant. Je hebt altijd bij wat je aan hebt dan zit er een klein beetje dit in, een klein beetje dat in. Misschien is het vest dat eronder zit misschien wel blauw, dat kun je niet eens zien. Misschien is het wel zwart. Maar omdat het allemaal zo rood is, valt het allemaal een beetje weg. Er zit weinig verschil in kleur in. Bij kleurmodulatie heb je een acht ingevuld. Ja zoals ik al eerder zei is het allemaal één rode kleur. Maar het varieert van wat donkerder rood naar wat lichter rood, een beetje rozig in zijn gezicht. Dit maakt wel dat er veel kleurmodulatie in zit. Alleen dan wel in de kleur rood, wat dan toch zonde is. Ik bedoel, dat is wel goed dat element, maar als het meer kleuren had gehad, zou het wel beter uitkomen. Nu komt het niet tot zijn recht. Bij achtergrond heb je een één ingevuld, onrealistisch? Ja want het is niets! Het is rood met een paar lijnen met vlekken erin. Ik zie er niet echt iets in, ik kan er niet echt iets van maken. Plus wat ik al eerder heb gezegd over die rode kleuren, als hij dan zo’n rood gezicht heeft en een rode jas aan, doe de achtergrond dan blauw dat er een beetje contrast in zit. Maar dit zegt me helemaal niets. Waarom zegt de achtergrond je niets? Het is heel abstract en ik heb het idee dat het daardoor misschien meer lijkt dat de foto in de studio is genomen, in plaats van buiten, waardoor de foto minder realistisch overkomt. Bij representatie heb je een zes ingevuld. Omdat de achtergrond heel abstract is met vage vlekken, rood en wat lijnen, en de jongen is wel redelijk in detail. Maar ja en de jongen is wel waar het over gaat, dus nog wel een voldoende. Maar verder doet de achtergrond niet echt, het matcht niet echt met elkaar die jongen en de achtergrond. Het is niet relevant aan elkaar heb ik het idee. En om dan een abstracte achtergrond te gebruiken en een gedetailleerd persoon op de voorgrond, vooral in deze setting voor deze campagne, nee. Dat zou ik niet zo snel doen. Ik zou hem eerder in een achtergrond zetten die wat gedetailleerder is. Op straat ergens ofzo, voor een school. Zoiets. Waarom zou je hem eerder in een andere setting zetten dan in deze setting? Omdat het nu, zoals ik eerder al zei, nu lijkt het, het zou kunnen zijn dat hij gewoon in een studio is gezet en er gewoon een foto van hem is gemaakt. Hij weet niet eens welke tekst op de voorgrond is geplakt. Dat maakt, wat hem betreft, niets uit volgens mij. Dus dat.
125
Bij perspectief heb je een vier ingevuld. Je zei net (buiten opname) dat je niet wist wat je hiervan moest denken? Ja omdat de voorbeeldfiguren hele duidelijke foto’s zijn van de toren van Pisa dus en meer van een afstand genomen. Met als hoofdonderwerp de toren, waardoor heel duidelijk is af te zien waar het perspectief naar voren komt. Het meisje staat heel duidelijk voor de toren en de toren meer op de achtergrond, met daarachter nog een gebouw. Maar bij die jongen, is het alleen die jongen. Dus er kan alleen perspectief zitten in het kraagje van zijn jasje, of zijn haar, met een beetje schaduw op zijn voorhoofd ofzo. Maar verder, ook omdat er geen achtergrond is, is er weinig te zeggen over het perspectief. En daarom heb ik een vier gegeven, in de jongen zit wel nog een beetje diepteverschil en perspectief, maar verder is er niet echt iets aan perspectief toe te wijzen. Kun je me iets vertellen over hoe hij staat tegenover de achtergrond? Hoe hij staat tegenover de achtergrond? Alsof het lijkt alsof hij voor een doek staat. Alsof hij een green screen achter zich heeft staan. Alsof ze er een plaatje achter hebben geplakt. Het zegt mij vrij weinig. Voor verlichting heb je een zeven ingevuld. Omdat je wel detail ziet bij de schaduwen die door zijn haren op zijn gezicht vallen. Nou zit er niet zo veel detail in, dus in het echt zie je natuurlijk wat meer detail. Verder zie je hier en daar wel wat, je ziet het licht van zijn kraag, de schaduw. Verder is er ook niet zo heel veel in dat detail te zeggen. Het is er wel, maar het had scherper kunnen zijn. Voor helderheid heb je een zeven gegeven. Ja. Eigenlijk een beetje hetzelfde verhaal. Kijk als je naar zijn gezicht kijkt, lijkt het gewoon normaal zoals het zou kunnen zijn. In zijn nek zie je het licht, of zonlicht, of dat nou studiolicht is of zonlicht weet ik niet, dat zie je dat het meer weerkaatst. Dit zie je in het echt ook wel, dat je niet echt al zijn plooien en dingen in zijn huid ziet. Dus in zijn gezicht en in zijn haar lijkt het best realistisch. Maar in zijn jasje lijkt het allemaal heel erg donker. Waardoor, ja volgens mij zie je dat normaal gesproken wel beter. Vandaar dat het minder realistisch lijkt. Ik bedoel je ziet weinig verschil in zijn vest, de kleur en zijn jas. Volgens mij komt het licht een beetje van links, dan zou je wel meer kleur moeten zien van zijn jas. Of ze hadden er iets mee moeten doen, of er is iets mee gedaan, maar het is niet helemaal realistisch meer wat mij betreft. Bij context heb je een zes ingevuld. Ja, omdat het, qua representatie denk ik dat je zo’n jongen best op straat zou kunnen zien lopen zo met die kleren, maar niet met zo’n blik en niet per se met geblondeerd haar ofzo. Ik bedoel dat is volgens mij al jaren uit. En ik krijg die blik niet zo heel vaak naar me toegeworpen als ik over straat loop. Wat dat betreft zou hij gewoon wat normaler erbij kunnen staan. Je ziet echt dat hij aan het poseren is en dat gebeurt niet in het echt. Waar komt het poseren door? Hij probeert je heel doordringend aan te kijken. Hij is een beetje voorover gebogen, een beetje met zijn hoofd zo schuin. Ja dat is het denk ik zo’n beetje. Voor de blik heb je een drie ingevuld. Ik heb het er net ook al over gehad met die toegeknepen oogjes. Hij probeert je heel indringend aan te kijken, wat denk ik voor deze foto niet ten goede komt. Je zou je betrokken moeten voelen met deze jongen en zoals ik al eerder zei kijken mij niet veel mensen zo aan op straat. Het feit dat hij in de camera kijkt, maakt het wat sterker. Maar het zou misschien wat meer casual moeten zijn, alsof je in het voorbijgaan gewoon oogcontact hebt. Maar hij zit je echt aan te kijken nu. Voor de houding heb je een zes ingevuld. Hij staat toch een beetje te poseren naar mij idee. Dit komt volgens mij vooral door de blik, maar hij staat ook een beetje voorover gebogen, een beetje met zijn hoofd gedraaid, van de camera af, maar hij kijkt je toch aan. Het ziet er toch allemaal wat geposeerd uit. Het kan zijn bijvoorbeeld, zoals ik eerder al zei, dat hij je in het voorbijgaan aan zou kijken, dat hij aan het lopen is met zijn hoofd wat gebogen. Dan maakt die blik het toch heel geposeerd. Bij authenticiteit heb je het overall cijfer vier gegeven. Ja. Als je de context en de blik en de houding met elkaar combineert, ik bedoel ik zei net al iets over de blik dat dat de houding een beetje achteruit haalt, omdat het daardoor erg geposeerd lijkt. Plus dan ook nog dat hij met die geblondeerde haren, ja ik weet het niet, het is niet echt, het totaalplaatje komt niet helemaal goed uit zo. Ik heb het eigenlijk wel allemaal gecombineerd eigenlijk mijn vorige antwoorden. Als hij net wat normaler eruit zou zien, of echt blond haar of gewoon zijn eigen kleur haar, dan wel gewoon dat hij ietsje vriendelijker of normaal kijkt, in de zin van in het voorbijgaan eventjes oogcontact, dat zou denk ik wel heel veel uit hebben gemaakt. Vooral zijn blik, als die net wat anders was geweest, dan had ik misschien niet eens gezien dat zijn haar geblondeerd was. Bij de vraag over de geloofwaardige vertolker heb je een vier ingevuld. Ja. In combinatie met de achtergrond en het hele totaalplaatje heb ik het idee dat het een geposeerde foto is in een studio. Dat die vent niet eens weet waarvoor hij poseert en op welke poster hij nu staat. Het zou een prima kandidaat kunnen zijn voor een foto, maar hoe hij nu is afgebeeld is niet… Ik wil niet per se zeggen dat hij tegen de campagne is of ervoor. Ik denk
126
dat het hem gewoon, dat hij gewoon onverschillig is. Het boeit hem niet zo veel volgens mij op welke poster hij staat. Als hij maar betaald krijgt om in die fotodatabase te staan. Wat zegt dit over de campagneboodschap? Er staat dan bij ik, ik ben tegen vloeken. Aan de andere kant kiezen ze wel gewoon iemand uit waar je er één op miljoen hebt, waar je er miljoenen van hebt. Ik weet niet, misschien hadden ze beter iemand kunnen vragen die echt tegen vloeken is, want die kan dan dat gevoel beter uiten op de poster.
C1aV1 Bij de vraag over identificatie heb je een vijf ingevuld. Ik vind die man een beetje, naar en boos kijken. Ik voel me niet echt tot hem aangetrokken, daarom heb ik maar een lager cijfer, in ieder geval niet een voldoende gegeven. Je zegt dat je hem boos en naar vindt kijken. Hoe zie je dat hij zo kijkt? Dat is natuurlijk mijn interpretatie. Maar zijn ogen zijn een beetje dicht, zijn wenkbrauwen een beetje gefronst en hij heeft niet echt een vriendelijke uitdrukking op zijn mond. Gewoon, neutraal, een streepje, niet echt mondhoeken omhoog of omlaag ofzo. Niet echt aantrekkelijk. Je hebt een zeven ingevuld bij vraag twee. Welk element zorgt ervoor dat je een zeven hebt ingevuld? Ik vind de jongen zelf, omdat hij in kleur is, heel realistisch. De schaduwen zijn goed zichtbaar. Maar ik snap de achtergrond niet helemaal. Het zijn wel kleuren maar wat ik er realistisch aan moet vinden, zou ik niet weten. Bij kleurdifferentiatie heb je een acht ingevuld. Kun je deze keuze motiveren? Nou dat zijn uiteenlopende kleuren, zoals dat is bij kleurdifferentiatie. Het is alleen af en toe een beetje donker, waardoor niet alle kleuren te onderscheiden zijn. Zoals naast zijn jas, dat daar een donkere vlek zit, dat is een beetje onduidelijk waar nou het verloop van de kleuren zit. Bij kleurmodulatie heb je een acht ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Nou ja het zijn veel verschillende kleuren en de kleuren lopen ook redelijk in elkaar over. Mar je ziet niet heel veel kleuren erin. Het is niet abstract elke tint weergegeven. Dus als je de witte lijnen ziet, de rode rand loopt steeds lichter in elkaar over. Maar het is niet zo dat elke kleur, bijvoorbeeld het ik wat erop staat, dat is dan weer wel één kleur. Dus het is niet allemaal gemoduleerd. Zo zou ik het in het echt ook kunnen zien. Bij de achtergrond heb je een zes ingevuld. Ja, wat ik net al aangaf, is dat ik het vaag vindt wat er nou op de achtergrond staat. Kijk er is wel een andere kleur en wat andere dingen, maar wat het nou precies is, zie ik niet. Dus daarom vind ik het zelf niet echt een realistische achtergrond maar het is meer dan niets. Je hebt een negen ingevuld bij representatie, kun je deze keuze motiveren? Dat kan. De jongen die erop staat is gewoon duidelijk een jongen en er is naar mijn idee niets aan bewerkt. En tot in detail kan ik het zien, de schaduwen staan erop, de lijnen bijvoorbeeld een wal onder zijn ogen. Zijn haren zijn niet bewerkt voor mijn gevoel. Ja, ook de kleding. De ritsen en vouwen zijn duidelijk zichtbaar. Alleen heb ik wel problemen met de overloop, daarom is het denk ik geen tien. Bij diepte heb je een drie ingevuld. De enige diepte die ik kan zien is de jongen zelf met zijn schaduwen. Verder is er niet echt een achtergrond waar ik hem tegenaan kan zetten ofzo. Op de aspecten van het lichaam van de jongen zelf is er voor mij geen diepte te zien. Hoe zie je dat er geen diepte is op het lichaam zelf? Nee, op het lichaam wel dus, op de vouwen en de schaduwen. Maar het is gewoon daarachter, een plaat of, ik ben er nog steeds niet uit wat, maar het is niet duidelijk voor mij hoe ver het achter hem is of iets in die richting. Bij verlichting heb je een negen ingevuld. Aan welk element in de afbeelding ligt het dat je een negen hebt ingevuld? Ik zie heel duidelijk de schaduwen en de lichtinval. Het komt van zijn kant van rechts, dus voor mijn kant van links. Dat zie je goed terug omdat zijn éne wang goed verlicht is en dat het vanaf zijn neus steeds donkerder wordt. Ook de kraag van zijn jas geeft goed schaduw af in zijn hals en zelfs in zijn haar zie je schaduw voorbijkomen. Realistisch. Bij helderheid heb je een zeven ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je een zeven hebt gegeven? Ik heb het gevoel dat niet alle kleuren er op hun felst in staan. Op zich vind ik dat weer mooi aan de poster, dat het niet allemaal super eruit knalt. Maar de helderheid is dus niet zeer helder, zoals verteld als uiterste maat, maar gewoon zeer helder, wel duidelijk genoeg dat je alles kan terugzien.
127
Bij context heb je een negen ingevuld. Het is voor mij een realistisch uitziende jongen. Er zijn geen rare fratsels met hem uitgevoerd, het is een doodnormale jongen om te zien. Hoe zie je dat het een doodnormale jongen is? Het is meer, er is niet iets toegevoegd om hem onwerkelijk te maken. Bijvoorbeeld in het voorbeeld die vleugeltjes, ik zie in de poster niet iets terug wat hem onwerkelijk maakt, wat hem niet waar maakt. Je hebt een tien ingevuld bij blik. Ja. Ja hij kijkt me aan en daardoor word ik betrokken, zoals het beschreven staat. Verder kan ik er niet veel van maken. Voor houding heb je een acht gegeven. Het is zoals iedereen zou kunnen staan maar het is wel geposeerd. Maar het is niet ongeloofwaardig. Ik zou me kunnen voorstellen dat als iemand op straat staat te wachten en je aankijkt, dat hij zo met zijn handen in zijn zakken best wel prima zou kunnen staan. Maar het is nou niet echt de allergeloofwaardigste houding. Zoals ik al zei, gewoon, wat waarschijnlijk ook wel het geval is, gewoon geposeerd zou kunnen zijn. Hoe zie je dat het geposeerd zou kunnen zijn? Hij staat echt precies goed gedraaid naar de camera. Ook hoe hij zijn hoofd houdt, zijn blik hoe hij naar mij kijkt. Het is niet, ik weet niet, het is een naar mijn idee fotomodellenhouding. Maar het zou ook kunnen zijn dat je iemand op straat tegenkomt die zo staat. Je hebt een zes ingevuld voor authenticiteit. Ja, als je het hele plaatje bij elkaar bekijkt, het totaalbeeld, hoe groot is de kans dat ik hem zo tegen kom? Nou voor mij niet zo groot. Maar de houding en de context, op zich zou dat dan wel weer kunnen. Maar het is niet dat ik denk van die jongen kom ik ieder moment op straat tegen door hoe hij erbij staat. Dat is een gevoel dat ik heb, Je hebt een zes ingevuld bij geloofwaardige vertolker? Ja. Qua geloofwaardigheid, het is er wel. Het is gewoon een jongen van onze leeftijd die iedereen zou kunnen aansteken. Maar ondertussen blijf ik toch vallen over de plaatsing waar hij staat. Ik vind zijn hele houding op zich ook wel geloofwaardig, maar het is voor mij ook een stukje gevoel. Daar struikel ik over. Het is niet dat ik die poster zie van hee jij bent tegen vloeken.
C1aV2 Bij de vraag over identificatie heb je een zeven ingevuld. Kun je je keuze motiveren? Ja. Omdat hij best wel ook simpel is gekleed. hij lijkt makkelijk in de omgang door zijn kledingstijl, haar, blik en dan denk je van dit is een relaxte en makkelijke jongen. Kun je zijn kledingstijl, blik en haar beschrijven? Zijn kledingstijl is gewoon heel simpel: shirtje en vestje, niet zo heel veel bijzonders. Gewoon relaxt. Zijn blik is, vind ik, best wel sterk. Hij heeft een hele sterke blik in zijn ogen. Ik vind zijn haar en houding best wel nonchalant. Omdat hij een beetje schuin staat, nonchalant maar krachtig. Bij kleurverzadiging heb je een zes ingevuld. Waarom een zes? Omdat de bovenkant vind ik best wel licht en de onderkant is wat donkerder. Daar hebben ze duidelijk gespeeld met kleurverzadiging, omdat de bovenkant zo licht is en dat springt zo een beetje eruit. Je hebt een zes gegeven bij kleurdifferentiatie. Ja. Omdat de persoon zelf zeg maar goed uit komt. Maar er zitten vlekken in de achtergrond. Dat zijn zeg maar wel verschillende soorten kleuren rood naar mijn idee. En de persoon zelf? De persoon zelf. Nee, behalve dan dat er gebruik is gemaakt van schaduw, zie ik niet dat er veel verschil in kleur in zit bij de persoon. Je hebt een zeven ingevuld bij vier, bij kleurmodulatie. Omdat er heel veel gebruik is gemaakt van verschillende kleuren rood op de achtergrond. Het is niet één kleur en dat vind ik geloofwaardig. Je hebt een vijf ingevuld bij achtergrond. Ik vind het zeg maar niet realistisch. Dit komt door de vlekken en die rare lichtstrepen. Maar door de achtergrond komt de persoon wel duidelijker naar voren. Maar als ik alleen naar de achtergrond moet kijken, vind ik het niet realistisch genoeg voor een achtergrond. Dat komt door de strepen en de vlekken.
128
Bij representatie heb je een negen ingevuld. Klopt. Omdat de persoon heel duidelijk naar voren komt, er wordt niets aan je verbeelding over gelaten. Alles is duidelijk te zien. En omdat de achtergrond best wel vaag is, omdat je zeg maar niet weet wat het is, is het een vage rode achtergrond met vlekken, de jongen wordt duidelijk door de achtergrond. Maar ook de achtergrond is duidelijk, je ziet wel wat het is, zonder dat je weet wat het is. Je zei net (buiten opname) bij diepte is er niet en je hebt ook een vijf ingevuld. Ik vind dat er geen diepte is in de poster omdat je eigenlijk alleen die jongen hebt die heel duidelijk naar voren komt en op de achtergrond nies staat, vind ik dat er geen gebruik wordt gemaakt van diepte. Omdat je het niet kan vergelijken met iets of iemand. Verlichting is een zeven. Aan welk element ligt het dat je dit cijfer hebt gegeven? Omdat zijn hoofd duidelijk naar voren komt, omdat hij zeg maar echt in het licht staat. Nu ik uitleg aan het geven ben, zou ik het cijfer wat hoger vind. Het hoofd komt duidelijk naar voren en zijn kleding staat zeg maar meer in de schaduw. Dus er is wel goed gebruik gemaakt in het verschil tussen licht en schaduw (verandert het cijfer naar acht). Helderheid heb je een acht gegeven. Omdat er juist gebruik is gemaakt van schaduw wordt het allemaal wat levendiger en echter. En omdat zijn hoofd wel duidelijk naar voren komt, vind ik zeg maar de helderheid en de foto en dingen zeg maar niet vager op de poster dan dat het in werkelijkheid is en vind ik de poster best wel realistisch. Een acht voor de context. Ja. Omdat de persoon best wel geloofwaardig overkomt. Hij is zeg maar best wel makkelijk mee te vergelijken. Ik denk dat veel mensen zich erkennen in deze jongen. En dat maakt het zeg maar wel dat er veel mensen zoiets hebben van ja dat spreekt me wel aan. Hij is niet mooier gemaakt dan dat hij is. Waarom zouden veel mensen zich in hem herkennen? Omdat het best wel een neutrale jongen is. Hij is neutraal. Je zou hem zeg maar zo op straat tegen kunnen komen. Aan welke elementen zie je dat hij neutraal is? Aan zijn stijl, zijn haar. Het zou zeg maar ook je buurjongen kunnen zijn. Je hebt een negen ingevuld voor de blik. Klopt. Hij kijkt de camera in, hij heeft geen zonnebril op en zijn blik is gewoon sterk en krachtig. En dat spreekt veel mensen aan. Hij is gewoon persoonlijk. Je vindt zijn houding een acht. Het is zeg maar niet geposeerd. Hij staat gewoon, ik denk, tegen een muur aan. Best wel relaxt, niet geposeerd. Zoals je normaal een foto zou nemen. Je hebt een negen ingevuld voor authenticiteit. Waarom? Omdat zijn blik best wel sterk en krachtig is, hoe hij je aankijkt maakt het heel persoonlijk. Zijn houding is best wel nonchalant en eigenlijk komt hij best wel heel geloofwaardig over. De hele poster is best wel geloofwaardig. Je hebt een negen ingevuld voor de geloofwaardige vertolker van de boodschap. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Zoals ik ook bij de vorige vraag heb beantwoord, omdat hij best wel duidelijk overkomt, een sterke blik en best wel heel persoonlijk. Hoe hij staat en hoe hij kijkt, maakt hem persoonlijk waardoor hij een grote doelgroep kan aanspreken. Hoe zie je de relatie tussen hem en de boodschap? Best wel positief denk ik. Door hoe hij kijkt en hoe hij zich kleedt, associeer je hem wel met de boodschap die hij vertelt.
C1aV3 Bij de eerste vraag over identificatie heb je een vier ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Met name de achtergrond, het lijkt alsof hij op een loods, achtig, iets staat. Het doet mij denken aan een achterstallige buurt en in dat soort plekken kom ik niet. Ik krijg bij hem een beetje het idee dat hij meer een hangjongere is in plaats van een alledaagse student. Met dat soort personen kan ik mij minder identificeren. Hoe zie je dat hij een hangjongere is uit een achterstallige buurt? Nou dat is wel heel basaal. Het komt door die achtergrond, alsof hij tegen een loods staat die aan het verroesten is.
129
Leg je vinger er eens op, hoe zie je dat die loods aan het verroesten is? Die bruine plekken lijken roestplekken die van rood naar bruin zijn gegaan, hier lijkt het ook wel oranje. Het doet me denken aan roestplekken. Hij staat niet in een nette buurt lijkt mij. Je hebt kleurverzadiging een zeven gegeven, kun je deze keuze motiveren? Ja. Omdat het op zich een hele heldere poster is met goede duidelijke kleuren. Omdat het wat overbelicht is, vind ik het minder realistisch omdat ik dan het idee heb dat ze het gefotoshopt hebben. Bijvoorbeeld door de belichting die van de zijkant komt, het kan natuurlijk ook de zon zijn, maar dan heb je wel een hele felle zon, die heb je in Nederland niet. Dus dan, ik weet niet ik heb het idee dat ze gewoon iets met de belichting met fotoshop hebben gedaan. Een zeven bij kleurdifferentiatie, kun je deze keuze motiveren? Hangt bij mij samen met de vorige vraag over kleurverzadiging, want ik vind de kleuren wel realistisch et cetera en hoeveel kleur je ziet. Ik vind het een beetje aangedikt alsof ze met fotoshop eroverheen zijn gegaan. Wat is die aandikking? Weer die belichting van de linkerzijkant, waardoor je toch weer die verschillende schaduw ziet en die vlakken licht op het gezicht bijvoorbeeld. Kleurmodulatie is een acht. Welk element in de afbeelding maakt dat je een acht hebt gegeven? Die achtergrond. Het doet me dus heel erg denken aan roestplekken op een metalen iets en voor mij ziet het er dan ook uit als in het echt alsof ze er niet veel kleuren extra bij hebben gegooid. Door die achtergrond lijkt het wel meer realistisch. En net geen tien door weer die belichting van het hoofd, dat weer iets meer kleur heeft wat ik iets minder realistisch vind. Je hebt een negen gegeven voor de achtergrond. Kun je deze keuze motiveren? Ik heb een negen gegeven voor de achtergrond, omdat weer die roestplekken. Het ziet er heel realistisch uit. En het ziet er gewoon uit alsof ze een persoon voor een roestende container hebben gezet, daarvan een foto hebben gemaakt en een beetje met fotoshop hebben gespeeld (lacht). Maar de achtergrond vind ik heel realistisch. Je zegt met fotoshop gespeeld. Zie je dit ook in de achtergrond? Ja een klein beetje, want de belichting komt van de linkerkant. En je kunt ook zien de linkerzijde van de achtergrond is feller dan de rechterzijde, deze heeft een andere kleur rood. Dus je ziet wel dat er iets met belichting is gedaan. Je hebt een negen gegeven voor representatie. Waarom heb je een negen gegeven? Ik heb een negen gegeven omdat ik vind dat de poster niet abstract is afgebeeld maar best veel details bevat. Zowel in de achtergrond als in de gezichtsuitdrukking van de jongeman. Je ziet dat hij een beetje gefronst kijkt en ik vind die gezichtsuitdrukking wel passen bij de boodschap die ze over proberen te brengen. En daarnaast ook de achtergrond met die vlekken en alles en die lichtrandjes die je ziet en alles. Ik vind dat het wel veel details heeft. Daarmee wel representatief. Je hebt een drie gegeven voor diepte. Ik zie niet echt heel veel diepte in de foto, behalve dan dat je ziet dat hij ergens voor staat, door de schaduw aan de zijkant. Ik zie niet heel veel, bij die foto´s bij de voorbeelden zie je heel veel verschil en dat zie ik hier niet echt. Voor mijn gevoel wordt er niet echt met diepte gespeeld. Waar zie je dat aan? Omdat ik het gevoel hebt dat hij gewoon direct voor een, laten we zeggen, loods is geplaatst of een achtergrond of iets dergelijks. Want de schaduw van hem is er ook op te zien. Als de achtergrond verder weg was geweest, had de schaduw ook anders gestaan. Dus ik heb niet het idee dat er iets met de diepte is gedaan. Dat hij gewoon voor een achtergrond is geplaatst en dat dat het was. Bij verlichting heb je een vier ingevuld. Kun je je keuze motiveren voor deze vier? Ja. Ik vind het licht gewoon niet heel realistisch. Het lijkt alsof er aan de linkerkant een gigantische lamp staat, of ze dit nou met fotoshop hebben gedaan, dat weet ik niet. Ik vind het te overbelicht. Ik denk dat ze dat hebben gedaan om hem meer gezichtsuitdrukking te geven, maar ik vind de belichting te. Te fel dat het niet meer realistisch is. En daarom een vier. Bij de helderheid heb je ook een vier ingevuld. Dit, dat hangt weer een beetje samen met die verlichting. Ik vind het te licht en daarmee te helder, waardoor het weer lijkt alsof ze hebben gefotoshopt. Het had iets donkerder gemogen, niet zo helder want zo zie je het vaak overdag ook niet. Tenzij je echt een mooie zomerdag hebt maar dat komt hier niet zo vaak voor. Niet realistisch. De context daar heb je een zeven ingevuld. Kun je dat cijfer motiveren? Ja. Ik vind het wel een realistisch persoon, in zoverre die categorie vloekt het meest. Althans lijkt mij. Ze hebben dan ook een jeugdig persoon genomen. Wat dus in die categorie valt. Hij ziet er redelijk normaal uit. Ik bedoel het is niet iemand, om zo maar te zeggen, om in een hokje te plaatsen. Hij is niet zeg maar een emo, een gangster, nee het is een alledaagse
130
jongen dus in dat opzicht. Ze hebben ook geen model genomen, wat ik goed vind. Want dan wordt het weer onrealistisch omdat er heel veel mensen niet zo uitzien, zeg maar, dus ik vind dat ze een persoon hebben gekozen die de doelgroep wel past. Hoe zie je dat deze jongen geen model is? (lacht) Ik vind hem niet knap genoeg! Hij heeft misschien wel een beetje zo’n blik, maar ik vind hem geen model. Hoe zie je dat dan? We gaan op de afbeelding zitten nu, hoe zie je dat het geen model is? Nou moet je het even inbeelden, een Calvin Kleinreclame of een Armani. Nou zet zo’n vent maar eens naast deze. Wat dan? Hoe zeg je dat. Die mensen hebben altijd een gigantische kaakstructuur en van die zwoele blikken en alles en dit is gewoon een alledaagse buurjongen. Hij heeft niet die uitstraling die die jongens hebben. Hij heeft meer iets vertrouwds, als een buurjongen. Dit komt omdat hij er juist heel gewoontjes uit ziet. Ik denk dat je je eerder vertrouwd en gerelateerd voelt met een alledaagse jongen dan met een supermodel. Weer die afbeelding. Hoe zie je dat hij gewoon is? Zijn kleding denk ik. Hij heeft niet hele speciale kleding aan, gewoon een jack een vest en een T-shirt eronder. Hij ook niet een of ander hypermodern kapsel ofzo. Gewoon een kuifje, prima. Het zit in model maar niet speciaal ofzo. Hij is gewoon hij heeft niet iets speciaals wat hem speciaal of uitbundig maakt. Gewoontjes. Bij elf, blik, heb je een negen ingevuld. Ja, het ging erom of hij je betrekt en hij kijkt je sowieso direct aan, dus hij staart je eigenlijk diep in je ogen zeg maar. Ik weet niet hij kijkt een beetje zielig denk ik, waardoor je toch blijft hangen op de poster. Waar komt dat zielige vandaan? Zijn mond staat niet heel vrolijk, hij heeft een beetje een frons. Hij kijkt nadenkend of zielig. Ik denk door zijn ogen die staan ook een beetje geknepen. Niet heel erg open en als je vrolijk kijkt, zijn je ogen altijd veel wijder. Ook zijn mond zegt ook niet veel. Het is niet veelzeggends waardoor ik hem zielig vind kijken. Bij houding heb je een zes ingevuld. Dat heb ik gedaan omdat hij niet een hele erge modellenhouding heeft, vind ik. Niet echt zo’n rechte rug, hij staat een beetje gebogen, wat ik wel weer vind passen bij de jongen die ze hebben gekozen. Want een jongen van zijn leeftijd staat ook niet rechtop en zo is het meer een beetje lamlendig hangen enzo. Maar ik vind hem niet helemaal realistisch omdat ze hem in een bepaalde hoe hebben weggezet. Hij staat niet met zijn rug tegen de muur, alsof hij een beetje, zeg maar één schouder er tegenaan, een beetje hangen. Ik vind hem een beetje net iets te veel neergezet, dat maakt het net iets minder realistisch voor mij. Hoewel de houding van het lichaam zelf heel realistisch vind voor de leeftijd die hij zou hebben et cetera. Maar de manier waarop hij tegen de muur staat, vind ik net iets te veel, met het hoofd ietwat naar voren en die schouder. Ik vind het dan net iets te veel van ja je moet even je schouder zeg maar, net iets te veel neergezet door een fotograaf vind ik. Je hebt een overall cijfer gegeven voor de authenticiteit, een zeven. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Alles samen genomen. De persoon die ze genomen hebben, vind ik wel realistisch et cetera. Helemaal omdat het over vloeken gaat en dat het wel in die categorie past, vind ik. Wat ik net zei, de houding waarop hij neergezet is, vind ik net iets minder. Maar ik vind de houding van het lichaam zelf wel erbij passen. Maar hij kijkt een beetje depressief en een beetje zielig zoals ik net al zei en dat vind ik niet helemaal passen bij ik ben tegen vloeken. Dan zou ik meer een strijdlustige blik verwachten van ben jij ook tegen vloeken? Ik wel! Ik vind hem nu kijken alsof er iemand overleden is zeg maar, dat vind ik niet passen, nee ik vind de blik niet helemaal passen. Ik vind wel dat hij je aandacht vasthoudt, want ik vind het wel weer intrigerend en je kijkt wel direct naar zijn ogen. Maar de blik past niet bij de boodschap. Je hebt voor de geloofwaardige vertolker een zes gegeven. Die moet ik een zes geven. Hoewel ik dus wel vind dat ze een geschikt persoon hebben gekozen, je alledaagse buurjongen, dezelfde leeftijdscategorie, vind ik niet dat hoe ze hem hebben neergezet. Want zo lijkt het een beetje alsof hij een loner is doordat hij zo weggebogen staat, en zijn blik kijkt heel zielig alsof hij een geheim heeft ook een beetje. Ik vind hem niet passen bij de boodschap die hij probeert over te brengen. Meer alsof hij bij een begrafenis staat. OF een of ander diep geheim in zich heeft. Een beetje mysterieus. Als je zegt ik, ik ben tegen vloeken, wil je dit meer met nadruk zeggen, zodat andere mensen ook overtuigd raken. Ik zou het meer meer kracht mee willen geven. Of een happy face, of iets van kracht in het gezicht. Dit zie ik allemaal niet dus vind ik het niet bij elkaar passen.
131
C1aV4 Bij vraag één over identificatie heb je een zes gekozen. Welke elementen in de afbeelding maken dat je dit cijfer geeft? Het leeftijdsgenootje. Het ziet er Europees of Nederlands gewoon uit. Wat dat betreft, ligt het heel erg in het staatje waar ik nu in zit. Het ziet er niet heel erg uit als een student, wat ik wel ben. Dus ik kan met er niet volledig mee identificeren. Hij ziet er wat stoerder, ja toffer, uit dan de meeste mensen waar ik mee omga. Je zegt drie dingen: leeftijdsgenoot, stoere gast, geen student. Welk element zorgt er voor dat je hem bijvoorbeeld stoer vindt? De achtergrond, zijn blik, zijn kleren ook wel, zo’n leren jack. De achtergrond lijkt een beetje alsof er een explosie op de achtergrond gebeurt, zoals in een actiefilm. Hij heeft ook zo’n soort blik in zijn ogen wat een actieheld ook zou hebben als hij weg zou lopen van een explosie zeg maar. Een beetje stoer gewoon. Hij is Nederlands zeg je. Hoe zie je dat hij Nederlands is? Redelijk licht haar, de vorm van het gezicht en alles. Het ziet er Nederlands uit, het zou ook een ander Europees land kunnen zijn. Maar in combinatie met het feit dat het een Nederlandse campagne is, lijkt het mij een Nederlandse jongen. Bij kleurverzadiging heb je een zes ingevuld. Wat maakt dat je dit cijfer geeft? De kleuren zijn niet zoals je ze normaal gesproken overdag zou zien. Het is wat donkerder aan de ene kant en de andere kant dus vrij licht. De kleuren die je ziet, zijn ook niet helemaal realistisch. Er zitten meer geel en roodtinten in dan andere kleuren, wat ook door de achtergrond wel komt. Dat die kleuren nog meer opvallen. Bij kleurdifferentiatie heb je ook een zes ingevuld. Je ziet wel verschillende kleuren, maar het is aan de ene kant vrij donker en de andere kant vrij licht, waardoor de lichte versie een tussenversie en een donkerder kleurenversie hebt. Je ziet vrij weinig verloop in de kleur zeg maar. Je ziet vrij weinig kleuren eigenlijk. Het is vrij eenzijdig qua kleur. Voor kleurmodulatie heb je ook een zes gegeven. Deels hetzelfde. Je ziet wel verschillende kleuren, wat vooral bij het gezicht is en het haar ook een beetje. Maar omdat het aan de ene kant meer belicht is dan de andere kant zie je of vrij licht of vrij donker. Er zit niet echt iets tussenin. Je hebt een één ingevuld bij achtergrond, niet realistisch! Nee. Het ziet er totaal niet realistisch uit. Je ziet niet heel duidelijk wat het is. Naar mijn idee is het een soort explosie. Maar ook daar heb je niet een de klassieke vorm van een explosie, een soort van paddenstoelwolkje. Het ziet er getekend uit, totaal niet iets wat je zomaar tegen zou kunnen komen. Een explosie an sich zou je al bijna niet tegen kunnen komen, als helemaal niet hoe het hier is weergegeven. Bij representatie heb je een drie ingevuld. Het is al niet, omdat het getekend is en met niet hele duidelijke vormen, is het al vrij lastig er iets in te zien. Er is dan nog wel een beetje verschil in vorm en je zou kunnen zien dat het waarschijnlijk om een soort explosieachtergrond gaat. Maar ja het is helemaal niet realistisch, maar je kan nog wel zien wat ze ermee uit willen beelden en je ziet ook wel en het is welde achtergrond. O nog helemaal niet over de voorgrond nagedacht. De voorgrond is wel realistisch. Niet helemaal wat er ook wel uit ziet alsof het gefotoshopt is maar. Hoe zie je dat het gefotoshopt is? De kleuren zijn niet helemaal realistisch en ja. En ik weet het niet. Vooral dat eigenlijk. Ik weet niet, je ziet het vooral bij het haar heel duidelijk. Het is niet helemaal een normaal verloop van kleuren. Ik heb helemaal niet over de voorgrond nagedacht. Je ziet bij de haren een paar kleinere plukjes die wat losser zitten maar niet alle haren apart. Je kan vaag een soort schaduw zien bij zijn kin. Het is niet helemaal duidelijk of, het is geen baardje, of je stoppeltjes kan zien of dat het schaduw is, dat kun je niet duidelijk zien. Maar je ziet wel wat details. (Verandert de drie in een zes.) Je hebt de drie veranderd in een zes en bij diepte een twee ingevuld. Kun je deze keuze motiveren? Er is wel iets van een achtergrond en het lijkt wel alsof die persoon voor de achtergrond staat omdat de stipjes half achter hem verdwijnen. Maar eigenlijk is er geen diepte in de poster te vinden. Dat maakt dat het heel erg onrealistisch is, want je hebt altijd wel iets van diepte. De voorgrond is de man die daar staat, die jongen en de achtergrond dan. Het zijn twee lagen, de ene laag is op de andere geplakt. Bij verlichting heb je een vijf ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je een vijf hebt gegeven? Je ziet aan één kant, vooral in de nek en het oor, een duidelijke verlichting. Alsof er vanuit één punt een lichtbron moet zijn geweest. De andere kant is dan heel donker, schaduwachtig. Het ziet er een beetje uit alsof er een lamp op heeft staan schijnen of dat er een hele felle zon zeg maar vanaf één kant is geweest. Maar als je dit in het echte leven zou zien, dan zou je minder dat hele lichte en dat hele donkere zien. Dus, dat maakt het niet heel erg realistisch.
132
Bij helderheid heb je een vijf ingevuld. Aan de ene kant heb je dat hele lichte en de andere kant dat hele donkere. En ehm, zoals ik net eigenlijk ook al zei, als je normaal gesproken naar iemand kijkt zou je nooit het hele lichte dat bijna wit is en het hele donkere dat bijna zwart is, nooit in het echt zo heel fel, helder zien. Bij context heb je een acht ingevuld. Die jongen ziet er wel typisch Nederlands uit, redelijk normale kleren ook. Ik denk dat hij wel wat knapper is dan gemiddeld. Hetzelfde verhaal als bij de vorige poster. Niet iedereen is deze leeftijd natuurlijk meer, maar iedereen is het wel geweest, of is het of wordt het nog. Wat dat betreft heeft leeftijd er niet heel veel mee te doen en is hij wat knapper dan gemiddeld. Maar verder qua kleding enzo is het redelijk Nederlands en normaal. Bij de blik heb je een vijf ingevuld. Hij kijkt recht de camera in. Normaal gesproken kijkt niemand echt indringend één kant op. Verder heeft hij ook zijn ogen zo dichtgeknepen wat je normaal ook niet zo doen. Dat ziet er geposeerd uit. Dat maakt dat het niet heel erg realistisch is. Bij houding heb je een acht ingevuld. Hij is doet niet zo heel erg veel bijzonders. Gewoon zijn armen langs zijn lichaam en hij staat gewoon. Het enige is dat hij een beetje ja, zijn hoofd staat wat gedraaid waarop hij wat meer in de camera kijkt, ten opzichte van zijn lichaam. Dat is het enige wat het ja een beetje meer geposeerd maakt. Het is nog steeds niet geposeerd, het is een redelijk natuurlijke houding. Waar komt die natuurlijke houding door? Er zit niets geposeerds in, elk persoon zou zo staan. Het enige is dat zijn hoofd een tikkeltje gedraaid is. Bij authenticiteit heb je een acht ingevuld. Het ziet er qua kledingstijl en alles uit als redelijk, ja zo zouden er veel meer kunnen rondlopen. Het haar is blond of licht in elk geval, wat normaal is in Nederland. Het gezicht is typisch Nederlands qua vorm. Nee niet echt heel iets bijzonders. En het ziet er gewoon uit als een redelijk normale jongen van zijn leeftijd. Wat is redelijk normaal? Hij lijkt iets knapper dan de gemiddelde jongen van zijn leeftijd. De hele poster heeft iets gemaakts dus dan ziet het er wat minder realistisch uit. Maar voor de rest is alles prima, redelijk normaal. Bij geloofwaardige vertolker van de boodschap, vraag veertien, heb je een zeven ingevuld. Hij ziet er niet uit alsof hij een stereotiep is die zou vloeken. Maar wel redelijk stoer en daardoor is het een beetje twijfelachtig of hij wel echt tegen vloeken is, ook als zegt hij dat hij tegen vloeken is. Aan de ene kant heeft hij niet die hele sterke bad boy look over zich heen maar aan de andere kant ziet hij er ook wel stoer uit en is het ook niet als zo’n Goody two shoes die tegen vloeken is. Hij is net iets te stoer om tegen vloeken te zijn.
Conditie 1b De stimulus voor conditie 1b is poster O2. De respondenten bestaan uit vier mannelijke (V) en vier vrouwelijke (V) studenten.
C1bM1 Je hebt vier ingevuld bij identificatie. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Klopt, ja. Even denken hoor. Ik kan me er toch niet zo mee identificeren. Het is een stoere vrouw op een motorfiets. Ik weet het niet precies, ik zie mijzelf er niet echt in. Waar komt het door dat je jezelf er niet echt in ziet? Dat stoere, ik zou dat gewoon nooit zo doen. Een zonnebril op, jackie aan, op de motorfiets. Er spelen altijd vrij veel dingen mee wanneer je een beeld vormt van een persoon. Het is gewoon de combinatie van de dingen samen. Ok, dus de combinatie van al die elementen samen maakt dat jij je er niet mee kan identificeren? Ja.
133
Ze is ook stoer zei je net? Ja, een zonnebril draag ik soms ook gewoon en zit ook wel eens op een scooter, maar een combinatie van al die dingen samen vormt het beeld. Bij vraag twee over kleurverzadiging heb je een acht ingevuld, dus je vindt het redelijk realistisch. Welk element in de afbeelding maakt dat je acht hebt ingevuld? Ik denk vooral de kleur op de voorgrond, die motorfiets, dat zwarte jack en ook veel duidelijke kleuren, zoals je ook vaak buiten ziet. Het is een klein beetje bewerkt, dat zwarte (wijst naar zonnebril) dat spiegelt vaak een beetje en dat blauwe (wijst naar windscherm) is ook wat blauwer dan normaal. Blauwer en zwarter dan… Blauwer en zwarter dan dat je in het echt vaak zou zien. De kleuren zijn nog een klein beetje bewerkt, dit is wel te zien. Dan nog steeds vrij natuurlijk. Je hebt bij de vraag over kleurdifferentiatie een zeven ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit antwoord geeft? Vooral weer de motor. Motoren spiegelen vaak een beetje, deze minder. De schaduwen zijn wat anders dan je hier ziet. De stukken waar geen schaduw valt, zijn precies dezelfde kleur rood. Dit is in het echt nooit zo. Bij het zwarte vest is dit een stuk beter gedaan. Het zwarte vest, die haren die ook. Hoe zou het bij de motor dan in het echt zijn? Door die reflectie in de motor zouden veel verschillende tinten moeten komen en die zie ik daar niet in terug komen. In het jack hebben ze het beter gedaan vertelde je… Daar hebben ze beter die weerkaatsing weergegeven, ook bij het kapsel. Daar zitten meer tinten in. Dat voelt voor mij meer realistischer aan. Bij de vraag over kleurmodulatie heb je een zeven ingevuld. Welke elementen in de afbeelding maakt dat dit cijfer geeft? Zoals ik bij de vorige vraag al zei, dit heb ik namelijk een klein beetje in de war gehaald, de voorwerpen doordat ze een beetje krom staan zouden door de weerkaatsing verschillende tinten moeten hebben. Dit zie je vooral bij de motor niet zo goed. Je ziet wel verschillende schaduwen maar hij is gewoon dezelfde kleur. Bij het zwarte daarentegen, de spiegel, het jack en de bril, is dit een stuk duidelijker te zien. Vooral bij het zwarte jack zijn ook een stuk meer krommingen en kreukels te zien. Bij het kapsel is dit ook mij. Bij achtergrond heb je een zes ingevuld. Je vertelde dat het tussen onrealistisch en realistisch in zit volgens jou. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Het past allemaal wel erbij, het stadse idee met hier (wijst naar het gras aan de linkerkant) een stukje gras ernaast. Dit past wel bij het stuk op de voorgrond. Maar het is net te vaag. Het is niet scherp genoeg. Het zou geloofwaardiger zijn als het scherper zou zijn. Het lijkt daardoor zwaar gefotoshopt. De achtergrond is in het echt wat verder en daardoor zie je het niet scherp, maar wel scherper dan dit. Bij de vraag over representatie heb je een vijf ingevuld. Welke elementen in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Als ik er even snel naar kijk is die vrij realistisch. Maar zodra ik er weer beter naar kijk minder, en dit komt vooral door de kleurdifferentiatie. Ze hebben vrij veel detailtjes weggewerkt, vooral bij de scooter, bij de vrouw. Het maakt het plaatje zeker mooier maar minder dan dat je in het echte leven ziet. Hij is wat gelijktoniger aangemaakt, dit maakt het onrealistischer voor mij. Voor de vraag over dieptewerking heb je een acht ingevuld, welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Er is hier vrij duidelijk een voorgrond en een achtergrond. Deze zijn vrij duidelijk te zien. De scooter staat op de voorgrond. De hele voorgrond is duidelijker te zien omdat er veel overlap is, is dit vrij duidelijk te zien. Er zijn wat kleine dingen waar je af en toe naar moet kijken, maar over het algemeen is de dieptewerking goed. Zo zou het ook in het echt kunnen zijn qua diepte. Op de vraag over verlichting heb je een vijf ingevuld, weer tussen onrealistisch en realistisch in. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit antwoord hebt gegeven? Dat heeft ook te maken met de kleuren. De verschillende kleurtinten zijn bijna niet te zien en voor mijn gevoel zijn er verschillende lichtbronnen waardoor je verschillende schaduwen krijgt. Voor mijn gevoel is er een schaduw van de ene kant maar ook van de andere kant. Dat kan misschien wel komen door de foto zoals de poster is gemaakt, maar op een zonnige dag is dit niet. Hoe is het op een zonnige dag wel? Zo gauw de zon een klein beetje van rechts komt, zoals op deze foto, dan kan er geen schaduw komen op rechts. Er is geen weerkaatsing op het windscherm van de zon. Dit soort schermen weerkaatst altijd, vooral als het een beetje krom staan dan moet er een punt zijn waarop het weerkaatst. Dat staat er niet op.
134
Bij vraag negen helderheid heb je een acht ingevuld, welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Er wordt hier gebruik gemaakt van vrij duidelijke kleuren, de rode scooter is van nature vrij fel, het zwarte is vrij donker. Het is wel een klein beetje feller dan normaal, dat is wel te zien. Hoe zie je dat dan? Het spat er wat meer vanaf. Vooral de scooter, die is echt een stuk feller dan normaal. Dit komt ook een beetje doordat zo’n scooter normaal gesproken wat meer weerkaatst, waardoor je het knalrode dan niet zo duidelijk ziet. Het zwart is zwarter en het blonde is blonder dan dat je normaal zou zien. Bij vraag tien heb je een zes ingevuld, dit gaat over de context. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Dit is zoals bij de vraag aan het begin een combinatie van een paar dingen. De vrouw kijkt vrij normaal, een beetje zelfverzekerd en door de bril is haar gezicht niet goed te zien. Dit zie ik wel vaker, vooral bij motorrijders. Maar ze staat raar. De motor staat een klein beetje scheef, hij staat denk ik op een standaard. Ze steunt heel raar erop! Ik ken toevallig een paar vrienden die motorrijden en zo sta je nooit op een motor. Ze pakt met links het stuur en met rechts steunt ze op het zadel. Zo staan ze nooit. Hoe staan de dan wel? Om het contrast neer te zetten. Gewoon met beide handen aan het stuur, dan wel een hand aan het stuur en een hand op het zadel voor stabiliteit, maar niet zo om op te leunen. Zijn er nog andere elementen in de afbeelding die meespelen? Zoals ze staat is waarom het cijfer wat lager is geworden, maar het geheel samen is vrij natuurlijk, realistisch. Bij de vraag over de blik heb je een zes ingevuld, welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer hebt gegeven? De blik is vrijwel niet te zien door de grote zonnebril van haar, er is dus niets om naar te kijken. Heeft dit invloed op het realismegehalte van de afbeelding? Dat niet hoor. Je ziet wel vaker dat mensen een vrij grote zonnebril dragen. Bij motors is dit ook vaak praktisch. De blik wordt vrij veel door de ogen bepaald en die zijn door de bril niet te zijn en daarom kan ik geen mening over de blik vormen. Bij de vraag over de houding heb je een drie ingevuld, het laagste cijfer dat je in dit interview hebt gegeven. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer hebt gegeven? Zoals ik twee vragen geleden geloof ik al zei, ze staat gewoon vreemd op die motor. Dat klopt gewoon niet. Ik denk dat ze zo niet echt zou staan, dit staat gewoon raar. De context, de blik en de houding maakt de authenticiteit. Welk cijfer zou je hiervoor geven? Ik denk toch wel een zeven. Het is een vrij natuurlijke foto. Er zijn een paar kleine dingetjes die niet kloppen, maar pas storen wanneer je erop gaat letten. Bij de laatste vraag heb je vier ingevuld over de geloofwaardige vertolker. Welk element maakt dat je dit cijfer hiervoor geeft, een vier? Het is voor mijn gevoel een beetje tegenstrijdig. Het is een poster tegen vloeken en op de poster staat een stoere jonge vrouw en zoals ik het ken, zijn dat juist degenen die een scheldwoord gebruiken. Een stoere vrouw, waar zie je dat dan aan? De combinatie van de kleding, de motor, de blik wel een beetje, de houding. Ik snap wel de boodschap. Zoals ik die zie is dat dit soort mensen zijn ook tegen vloeken, maar ja het is voor mijn gevoel toch tegenstrijdig. En af en toe schelden kan ook niet heel veel kwaad volgens mij.
C1bM2 Bij vraag één met de poster met de vrouw heb je een drie ingevuld bij identificatie. Klopt. Eén, ik vind het moeilijk om mijzelf met een vrouw te identificeren. Dit is niet racistisch, wel iets dat mij opvalt. Twee, zonnebril op, leren handschoenen aan, stoere motor, dat is niet echt mijn beeld om me te identificeren met iemand. Dus vandaar een drie. Bij kleurverzadiging heb je een zes ingevuld. Kun je mij vertellen door welk element je een zes hebt gegeven? Ik zie dat de kleuren wat harder zijn, dus zijn iets scherper verzadigd dan normaal gesproken. Maar het groen en rood is het voornaamste wat ik zie, buiten de mevrouw en het gebouw daarachter, ik vind dat het er wel realistisch uitziet. Je hebt een zeven ingevuld bij kleurdifferentiatie. Waarom? Ik vind dat de kleuren mooi met elkaar samenhangen en dat er niet heel veel, ja ik vind het een mooie combinatie zonder dat het onrealistisch wordt, in de zin van dat het in één kleur samenhangt. Vandaar een zeven. Je hebt een vier ingevuld bij kleurmodulatie. Aan welke elementen ligt dit? Dat heeft ermee te maken dat het rood van de motor echt rood is, er zit heel weinig verschil in de kleur. De jas is dan wel
135
meer gemoduleerd denk ik. Maar als je dit weer samenbrengt met de achtergrond, zie je dat het weer één kleur wordt, in plaats van dat er veel kleurentinten in zitten. Daarbij komt nog dat ik het cameraperspectief erin zie, dat de achtergrond waziger is dan de voorgrond en dat het daarom wat onrealistisch aanvoelt. Je zegt net (buiten de opname) het is eigenlijk een gemiddelde. Bij achtergrond heb je een vijf ingevuld. Kan je deze keuze motiveren? Ja, omdat de achtergrond waziger is dan de persoon, is de achtergrond minder aanwezig dan dat het in het echt zou zijn. Maar de achtergrond is in die zin wel realistisch dat ik het wel zo tegen zou kunnen komen. De achtergrond voelt wel natuurlijk, realistisch aan, maar omdat het zo vervaagd is maakt dit het wat minder realistisch. Vandaar ook een vijf want ik zit ertussen in. Bij representatie heb je een zeven ingevuld. Door welke elementen in de afbeelding komt het dat je een zeven hebt ingevuld? Omdat, afgezien van het meisje van haar leeftijd op zo’n dure motor zit, ik de scherpte van de foto wel in het echt kan zien. Het komt realistisch en natuurlijk over. Dit is meer het geheel van de scherpte. Bij dieptewerking heb je een vijf ingevuld, weer ertussenin. De afstand van het gebouw achter haar tot waar ik sta als kijker, dat komt wel natuurlijk en realistisch over. Je kijkt ook een beetje tegen haar op, je staat onder de motor als het ware. Dit is niet de positie waar ik zelf zou gaan staan. Daarom zit ik er weer tussen in. Dat maakt het minder realistisch. De afstand tussen haar en het gebouw vind ik wel realistisch. Je hebt een vier ingevuld bij verlichting. Aan welke elementen in de afbeelding ligt dit? Dat komt omdat, het verschil tussen haar armen en haar gezicht vind ik te verschillend. Dit klopt volgens mij niet. Het licht staat daar net verkeerd waardoor het allemaal uit zijn verband wordt gerukt. Kun je mij vertellen wat je ziet? Waarom klopt het niet? Haar arm is bijna wit tot heel licht rozig en haar gezicht is bijna bruin met een zonnebril. De motor in relatie tot haar arm en in relatie tot haar hoofd komt niet realistisch over omdat het niet natuurlijk met elkaar samenhangt (wijst van onder naar boven). Er zijn verschillende lichtinvallen, misschien is de foto wel slecht genomen. De elementen kloppen niet met elkaar. Je hebt een zeven ingevuld bij helderheid. Ja, hoe de kleursamenstelling bij elkaar zit. Als ik op een zonnige dag zou lopen en ik zou een blonde mevrouw op de motor zien zitten en het is 26 graden om het zo maar te zeggen, de zon schijnt, dan vind ik de helderheid samenhangen op zo’n dag. Daarom een zeven. Bij context heb je een vier ingevuld. Welke elementen in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Ik zou in het echt niet een mevrouw van ongeveer mijn leeftijd, denk ik, met leren handschoenen op een rode motor zien zitten. Leren jas. Ik gooi het met name op de handschoenen en de motor. In het echt zou ik dit niet tegenkomen. Vandaar de context dat ze daar zou kunnen zijn met het gras en volgens mij staat er een bushalte, dat vind ik ok. Maar de handschoenen en de motor in combinatie met hoe zij eruit ziet, dat zou ik niet in het echt tegen kunnen komen. Dus vandaar dat ik een vier geeft. Je hebt een acht ingevuld bij de blik. Ik vind het een realistische blik. Ik vind het jammer dat ik haar ogen niet kan zien anders had ik er wat meer over kunnen vertellen denk ik. Maar ze houdt haar mond gesloten en ze kijkt als een Nederlandse vrouw van mijn leeftijd en dat vind ik wel realistisch denk ik. Meer kan ik er geloof ik niet over zeggen. Je zegt zonde van die zonnebril. Wat voor effect geeft die zonnebril volgens jou? Ja dat maakt het in combinatie met die leren handschoenen weer iets overdreven stoers, wat niet nodig is in mijn optiek. Als het aankomt op ik, ik ben tegen vloeken dan wordt er een soort van overdreven stoer beeld gecreëerd en daar haak ik meestal af. De blik an sich, kijkt ze gewoon normaal. Voor de houding heb je een vijf ingevuld. Kan je deze keuze motiveren? Ze zit op een motor, dus ze heeft niet heel veel keuze om anders te zitten, denk ik, wanneer die motor zo op zijn standaard staat. Wat dat aangaat vind ik het wel realistisch. Dat ze aan haar haar zit en dat ze misschien in gesprek is, geloof ik dat ook nog wel. Maar als ik het zou moeten relateren aan ik, ik ben tegen vloeken, dan vind ik het helemaal onrealistisch om zo op de motor te zitten en op deze manier die boodschap uitdragen. Vandaar ertussen in. Bij authenticiteit, dus de opsomming van de houding, context en blik, heb je een vier gegeven. Kan je je keuze motiveren? Dat heeft er dan wel echt mee te maken, de relatie tussen de houding en de boodschap zoals ik net zei, de stoere zonnebril
136
wat weer een stoere boodschap moet weergeven en de stoere vrouw die ik niet zo snel zo op die motor zou zien zitten, ja maakt het niet echt alsof ik dit in het echt zou tegenkomen. Je hebt een drie ingevuld bij vraag veertien (geloofwaardige vertolker). Wat betekent die drie voor jou? Ik zie haar niet als vertolker van de boodschap ik ben tegen vloeken (lacherig). Welke elementen daar bijdragen heeft eigenlijk met de authenticiteit te maken en dat plaats ik gewoon geenszins in de vorm van een persoon op de motor. Die vrouw, op die locatie, op die motor en alles erop en eraan, dat kan ik gewoon niet relateren. Je hebt het net voor de andere poster al uitgelegd en verteld (buiten opname) dat het eigenlijk hetzelfde is. Wil je voor deze poster vertellen waarom je dat niet vindt? Dat heeft te maken met een redelijk overdreven stoer afgebeeld persoon die probeert te zeggen dat het niet stoer is om te vloeken. Ik zou me hier dan mee moeten identificeren en dat ik het niet zou moeten doen. Zeg maar vanuit mijn ervaringen is het zo dat mensen die tegen vloeken zijn zich niet zo positioneren tegenover vloeken als ik bijvoorbeeld zou vloeken. Zo zouden zij zich niet opstellen als ik zou vloeken. Nee, dus vandaar.
C1bM3 Je hebt bij de vraag over identificatie een twee gegeven. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Ik vind de hele pose en de zonnebril veel te overdreven. Dat ten eerste. Het voelt gewoon niet goed en het is heel erg cliché. Het is heel cliché en overdreven, zeg je. Hoe zie je dat het overdreven en cliché is? Rode motor, hele stoere houding, leren jasje, overdreven zonnebril daarvoor vind ik, leren handschoentjes en een hele stoere pose tegenover een campagne tegen vloeken. Het moet de bad ass voorstellen, de vrouwenversie hiervan en daar zie ik mezelf niet in. Bij vraag twee over kleurverzadiging heb je een zes ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Als ik naar die achtergrond kijk, en met name naar het linker gras, vind ik het allemaal net te groen. De motor springt eruit. De kleuren kloppen wel maar zijn, net als de poster, iets te overdreven. Bij kleurdifferentiatie heb je een zeven ingevuld. Dat klopt, dat komt omdat ik wel heel veel kleuren zie. Maar omdat het in de achtergrond is vervaagd, neemt het kleurgebruik daarin wel af. De focus is te veel in de voorgrond gelegd in plaats van dat de focus mooi is verdeeld over de voorgrond en achtergrond. Bij kleurmodulatie heb je een zeven ingevuld. Dat klopt. Ja dat is weer hetzelfde verhaal als bij de vorige. Op de voorgrond klopt het allemaal en is het redelijk scherp en in focus. Maar op de achtergrond, om dat het allemaal vervaagd is, is het allemaal out of focus vergeleken met het realistische beeld dat ik zie. Bij achtergrond heb je een vijf ingevuld. Kun je je keuze motiveren? Ja, de achtergrond is wel aanwezig, maar net als bij mijn vorige verhaal zie je dat de achtergrond vervaagd is en daarom een vijf. Maar er is toch net te onderscheiden wat alles voorstelt. Bij representatie heb je een zeven gegeven. Ja. Het is allemaal goed realistisch met een beetje een vervaagd deel achterin. Daarom een lager cijfer, maar de voorgrond is heel gedetailleerd. Heel gedetailleerd, waar zie je dat aan? Buiten de resolutie van de foto dat je het niet heel goed kan zien. Omdat alles heel goed aanwezig is, bijvoorbeeld in het jack kan je alle rimpels zien en je kan alle lijnen in de vorm van de motor zien. Zeker in vergelijking met de achtergrond waarin het allemaal wat vaag is, zie je dat de randjes wat scherper zijn. Dus de voorgrond is heel gedetailleerd. Bij diepte heb je een acht ingevuld? Ja. Het lijkt allemaal heel erg in verhouding. Juist door die focus lijkt het alsof er een grote overlap is tussen het meisje en de achtergrond. En ook omdat zij daardoor heel de poster vult. Voor de rest lijkt het allemaal goed in perspectief. Bij verlichting heb je een negen gekozen. Door welk element in de afbeelding komt het dat je dit cijfer geeft? De verlichting en de kleuren zijn realistisch. Alleen lijkt het mij dat die zonnebril niet zo donker is dan dat hij in werkelijk is. Want als ik in het echt zo’n zonnebril zie, laat hij meer licht door. Je hebt een zeven gekozen voor helderheid. Ja. Aan de linkerkant lijkt het veel helderder dan aan de rechterkant. Dat zie ik aan het gras en aan de motor zelf. Misschien komt het ook door het licht, maar het lijkt erop alsof het allemaal minder overloopt. Dat zie ik ook terug in het haar.
137
Kun je uitleggen hoe het in het echt zou moeten zijn? Ik denk dat de zon van linksboven komt vanuit mijn perspectief. Aan de rechterkant is het wel net iets donkerder. Het lijkt alsof er een blooming effect aan de linkerkant ziet van het gras en van de motor en dat het net nog wat extra bewerkt is. Je hebt een drie gekozen voor context. Ja. Zoals bij de allereerste vraag is alles heel erg overdreven. Ik denk speciaal voor de campagne. Omdat het tegen vloeken is hebben ze een wat stoerder type met jack, handschoenen, bril, noem het maar op en de motor. Dat is niet heel erg representatief voor een stoere vrouw in mijn ogen. Hoe zou een stoere vrouw en volgens jou wel uit moeten zien? Ik denk dat die een heel sterk karakter moet hebben en een hele sterke uitstraling, in plaats van heel stoer kleden en op een motor rijden zonder enig zicht van een helm. Wat is de uitstraling van deze mevrouw op de motor? Overdreven stoer. Standaard beeld als iemand aan stoer denkt, terwijl in werkelijkheid een echt stoer iemand een stoer gevoel met zich meebrengt in plaats van puur de kledingstijl. Je zegt standaard stoer, hoe iemand zou kijken als hij stoer wil kijken. Kun je uitleggen hoe je dat ziet aan de afbeelding? Het is de houding, op de motor en dan een beetje de andere kant op leunen met één hand in het haar. Het ziet er ook niet uit of ze gevoel voor de motor heeft. Dit heeft meer met het realisme te maken. Ja, de houding, hand in het haar. Omdat het model van de motor wat voorover leunen vereist en ze toch naar achter leunt erbij. Ik denk dat dat vooral die stoere houding moet voorstellen. Bij blik heb je een vier gekozen. Ja. Ik heb hem toch een beetje in het midden gelaten, omdat je niet echt een blik kan zien door haar zonnebril. Maar ik heb het idee dat het extreem geposeerd is, waardoor het voor mij onrealistisch wordt. Hoe zie je dat het extreem geposeerd is? Je hebt de hand van de pose. Het hoofd. Ze voelt zich niet thuis op een motor, maar wel thuis voor de camera. Dat is wat ik voor me zie en daarom lijkt het veel onrealistischer dan dat het in werkelijkheid is. Bij houding heb je een drie gegeven. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Net zoals bij mijn vorige antwoorden, vind ik het heel erg geposeerd om dezelfde redenen: houding, hand, bril, hoofd. Je hebt een drie gekozen bij authenticiteit. Dit vanwege het hele aspect samen van zorgen van, naar mijn idee, dat het allemaal heel overdreven is met het meisje op die motor, met de stoere houding en een halve blik die vrij weinig zeggend is. Bij de vraag over de geloofwaardige vertolker van de boodschap heb je een vier gegeven. Ja. De achtergrond is realistisch maar heel erg vervaagd. De voorgrond is veel te overdreven en lijkt niet een weerspiegeling van de waarheid, hoe het normaal zou moeten zijn bij zo iemand in mijn gedachten. Dit klinkt heel bevooroordeeld, maar ja. Waarom komt het niet overeen? Met die hele stoerheid, het hele principe hiervan, ik vind het veel te overdreven en het ziet er niet uit alsof ik een normaal iemand over straat zie lopen die zegt hé jongens, ik ben tegen vloeken. Dat zie ik helemaal niet voor me. Dat komt door dat hele meisje en de hele setting waarvan alleen de achtergrond een beetje realistisch voor mij is.
C1bM4 Bij de poster met de vrouw heb je bij vraag één over identificatie een zeven ingevuld. Ik vind het wel een meisje wat ik op zich op straat tegen zou kunnen komen. Maar niemand van die meisjes van die leeftijd heeft echt een motor, wat mij betreft. Een motor, scooter ding. Het is niet iets wat je heel vaak ziet met die handschoentjes aan. Ze zit wel heel erg geposeerd. Wat is haar leeftijd, denk je? Ik denk dat ze wel van mijn leeftijd is, van een jaartje of 24. Hoe zie je dat ze geposeerd zit? Ze zit nog net een beetje zo aan haar haar, zo schuin op de motor. Plus, als je op zo’n ding zit, heb je meestal een helm op. Volgens mij heeft ze die nu niet bij zich en volgens mij is het heel iemand anders motor.
138
Bij kleurverzadiging heb je een acht gegeven. Ja. Het ziet eruit als een zonnige dag . En de achtergrond en alles zie jet dat er toch dat de kleuren wat feller uitkomen. Ik vind het wel mooi. Het is niet te fel en niet te donker. Ik vind het wel een realistische kleurverzadiging. Bij kleurdifferentiatie heb je een zeven ingevuld. Ik heb dit gedaan omdat, je ziet toch wel veel verschillende soorten kleuren. Bijvoorbeeld in het gras op de achtergrond en die scooter, die rode brommer, knalt er wel lekker uit. Er zit gewoon in het algemeen best wel veel kleuren in. Dat ziet er wel goed uit. Alleen het enige is dat het knipperlampje van de motor, scooter, brommerding, het veel verschilt met het apparaat zelf. Het hoort veel te verschillen, maar het lijkt nu een beetje hetzelfde rood. In het echt zou er meer kleur in zitten. Bij kleurmodulatie heb je een vier ingevuld. Er zitten wel verschillende soorten kleuren in, maar die bestaan best wel uit dezelfde tinten. Het gras lijkt wel egaal groen. Aan beide kanten. Het is gewoon, zo ziet gras er niet uit. Die brommer, ja omdat er zo weinig verschillende tinten rood voor is gebruikt, zie ik weinig diepte voor hoe die motor er ongeveer uit zo horen te zien. Dat kan een stuk realistischer wat mij betreft. Voor achtergrond heb je een acht ingevuld. Ja. Zeker als ik hem vergelijk met de vorige poster van die jongen met die hele abstracte achtergrond, maakt dit wel een duidelijker en realistischer beeld, omdat het niet alleen een meisje in een studio zou kunne zijn, maar ze wordt echt in een setting geplaatst. En de achtergrond is toch een beetje wazig achtig. Je ziet niet echt wat voor gebouw dit is. Niet dat het veel uit maakt maar ja het had toch nog een beetje, als je had gezien dat het Nederland was ofzo, dat het toch nog iets duidelijker overkomt. Wat is de setting? Je hebt een standaard straat waar zij aan geparkeerd staat met de motor, voor een gebouw. Ik weet niet wat voor gebouw, een groot gebouw. Bij representatie heb je een zes ingevuld. Ik vind, het detail is, ja er zit gewoon prima detail in voor zo’n foto. Maar het had wel wat meer kunnen zijn, zoals ik al had gezegd. Als je zou kunnen zien dat het in Nederland zou kunnen zijn ofzo. De achtergrond is wel heel wazig. En verder, wat ik net ook al zei over die brommer, dat het eigenlijk lijkt alsof het één kleur rood is gemaakt allemaal, met een heel klein beetje wit en zwart erin. Dan mist het wel een beetje aan detail en dat zie je normaal gesproken wel. Dat verlaagd het realistische van de foto. Bij diepte heb je een zeven ingevuld. Ja, want. Omdat je nu toch een achtergrond hebt op de foto, kan ik het wel in een bepaald perspectief plaatsen van waar ze staat op de weg. Dit is makkelijk te bepalen door de stoeprand waar ze aan staat. Omdat de achtergrond toch zo ontzettend wazig is, je ziet dat rechts een boom staat, links een paal, maar hoe ver die ten opzichte van elkaar staan dat kan ik niet echt zeggen. Dus als daar ook misschien wat, toch met de scherpte van het beeld was gespeeld, had je dit beter naar voren kunnen halen en had je haar veel beter in die setting kunnen plaatsen. Bij verlichting heb je een acht ingevuld. Ja, ik zei het net ook al. Het ziet eruit als een zonnige dag, zonnebril op, felle kleuren. Weinig schaduw ook. Dat vind ik toch wel realistisch. Het enige is, als het zo licht is en het is een zonnige dag, waarom heeft ze dan zo veel kleren aan? Ze heeft een heel mooi jasje aan, wel een zonnebril op. Niet een zonnebril waar je mee op een motor gaat zitten. Ja, ik weet niet. Dat is misschien een beetje onhandig uitgekozen. Maar voor de rest voor verlichting klopt het wel. Bij helderheid heb je een zeven ingevuld. Ja. Je ziet wel dat over het algemeen het heel helder is, waardoor je ook verschillende contouren van de motor niet kan zien, denk ik. Voor de rest hebben ze best wel slim de achtergrond uitgekozen waardoor het wel past bij het totaalplaatje. Maar ik heb toch nog een beetje, ik weet niet of het een studiofoto is of niet. Wat dat betreft hebben ze het goed gedaan. Het ziet er wel, met de kleertjes die ze aan heeft. Het ziet er uit alsof ze even de handschoentjes heeft aangedaan zodat ze even op de foto kon op die motor. Het ziet eruit alsof ze langsliep met het shirtje dat ze aan heeft en het zonnebrilletje dat ze op had. En het ziet eruit op een bepaalde manier van, ga even zitten kort. De manier waarop, een beetje zo schuin, stoer, ja ik weet niet. Bij context heb je een zeven ingevuld. (Later veranderd naar vijf, zie einde interview.) Ja ik zei net al, toen ik m de eerste keer zag dat ik dat meisje op een vriendin van mij vond lijken. Dat zegt wel enigszins dat dat soort meisjes er wel rond lopen. Ik ken ze alleen niet met een motor. Misschien is deze motor wel verkeerd gekozen. Het ziet eruit als een snelle racemotor, ik ken niet eens jongens die dit hebben ongeveer. Ik kan me niet voorstellen dat iemand die ik zou kennen, zo’n meisje dat er zo uit zag, zo’n ding in de garage heeft staan. Dus dat is het een beetje, het is
139
gewoon verkeerd gekozen. Ze moeten gewoon een andere motor of brommer doen die wat meer plausibel eruit ziet, alsof zij het echt zou kunnen hebben. Plus, ze heeft dus geen helm op, wat ik ook een beetje raar vind want voor motor en scooter rijden, wat je ook doet, heb je gewoon een helm nodig. Er klopt gewoon niets van. Bij blik heb je een vier ingevuld. Door de zonnebril weet je niet waar ze naar toe kijkt, weet je ook niet hoe ze kijkt. Ze zou naar de camera toe kunnen kijken, maar ze zou ook er van af kunnen kijken. Het is een beetje onpersoonlijk op deze manier. Vooral met de boodschap die de poster probeert te brengen, is dit misschien niet de beste keuze geweest. Misschien een zonnebril waar je toch haar ogen nog kan zien, of weet ik veel wat. Misschien helemaal geen zonnebril op. Nee. Je hebt een vijf gegeven voor houding. Ja. Het ziet er heel erg geposeerd uit. Wat ik al eerder ook wel heb gezegd, met die zonnebril die niet onder een helm zou kunnen passen. Ze heeft überhaupt geen helm. Dan zit ze er ook nog zo’n beetje op alsof ze in een Backstreet Boys film poseert. Met de camera die zo langs komt, weet je wel? Met die arm zo scheef, wat eigenlijk helemaal niet lekker zit maar er wel stoer uitziet voor het shot. Ze zit ook een beetje schuin op de motor. Ze zit niet echt, ze hangt een beetje. Nou, ik weet niet of dat echt een comfortabele pose is voor als je even op je motor zit. Ik denk dat ze beter recht op had kunnen zitten, zoals het lijkt alsof ze ermee weg zou kunnen rijden. Dat ze niet op haar motor zit om even lekker te kunnen zitten, want die dingen zitten helemaal niet zo lekker. Ik denk dat dat het is. Bij vraag dertien, authenticiteit, heb je een vijf ingevuld. Ja. De context vind ik een beetje shady. Ze zit op de motor zonder helm in de buurt of wat dan ook. Het is wel een meisje wat ik in mijn vriendengroep zou kunnen hebben blijkbaar, ik herkende haar al van iemand die ik dus echt ken. Maar die heeft niet zo’n motor en ik ken ook geen meisjes die dat echt hebben. Voor de rest, haar blik is een beetje onverschillig, je kan haar ogen niet goed zien. Haar houding lijkt geposeerd, het lijkt me niet echt, nee. Het zou toch wel allemaal anders kunnen. Misschien rechter op, misschien een andere zonnebril. Misschien een andere scooter, motorgebeuren. Iets wat er minder stoer uit ziet. Vrouwen zitten toch vaker op een soort van Vespa. Bij geloofwaardige vertolker van de boodschap heb je een vier ingevuld. Omdat ze er al uit ziet alsof ze niet op die motor thuis hoort. En zo heel erg dat stoere imago wat de boodschap tegenspreekt. En dan ook nog allemaal geposeerd en dat hele verhaal, maakt het toch wel een beetje dat je gaat twijfelen of het wel echt haar mening is. Of dat zij gewoon weer, net als die vorige poster, uit een database weer is geplukt van een stelletje modellenfoto’s en dat ze er gewoon zo in is geplakt. Nee het zou toch heel anders kunnen. Het voelt heel onpersoonlijk dit. Waarom is de stoere houding in tegenspraak met de boodschap? Je ziet toch vaak dat stoerdere mensen wat slechter taalgebruik hebben. Als in veel vloeken enzo. Dit hoort natuurlijk niet echt bij een imago van een persoon die tegen vloeken is. Het is net zo iets van een dikke biker neerzetten die zegt ik ben tegen vloeken, ja dacht het ook. Je hebt de context veranderd van een zeven naar een vijf achteraf. Wat is je motivatie om dit te doen? Eigenlijk was mijn commentaar niet echt heel goed en dat komt ook, de context ze heeft dan dat hele verhaal dat ze een niet motorrijdersbril op heeft en de motor die niet helemaal bij haar leeftijdscategorie past. Er zijn echt genoeg mensen die het wel hebben, maar toch niet echt een poster om in Utrecht te hangen waar nauwelijks studenten zijn die een fiets kunnen betalen. Plus, haar haar zit veel te goed om een helm opgehad te hebben. Dat soort kleine dingetjes allemaal maakt toch dat de context een stuk lager uit is gevallen dan dat ik eigenlijk op het eerste oog had ingeschat.
C1bV1 Bij vraag één over identificatie heb je een vijf ingevuld. Welke elementen in de afbeelding maken dat je dit cijfer geeft? Ik kan me niet goed identificeren. Ze is een vrouw, ben ik ook. Maar dat ze dan op een motor zit en, ja, daar kan ik me echt totaal niet mee identificeren, ook al zou ik het wel willen. Voor de rest, ik snap ook niet heel goed hoe ze zit verder. In ieder geval, het is een vrouw van mijn leeftijd ongeveer. Het is ook verder wel gewoon ergens op straat waar iedereen komt, maar de motor maakt het wel, ja, hoe moet ik mijzelf daar nu weer mee vergelijken? Ik denk dat het maar bij een heel klein deel van de mensen te identificeren valt. Hoe veel mensen rijden er nu motor? Ikzelf ook niet. Bij kleurverzadiging heb je een tien ingevuld. Realistisch. Ja. Ik heb het gevoel dat de kleuren juist zijn gebruik. Ik zie het groene en dat is gras, ik zie huizen op de achtergrond. Het is niet dat de kleuren weggevaagd zijn met een grijstint ofzo. Het is wel vervaagd, maar ik kan me er wel mee vinden. Kleurdifferentiatie is ook een tien. De kleuren zijn gewoon duidelijk. Er zitten duidelijk, zelfs al is de achtergrond vaag je ziet een duidelijk contrast tussen verschillende kleuren, goed te onderscheiden. Ik kan er niet veel over zeggen.
140
En op de motor en de dame zelf? Het is gewoon duidelijk welke kleur waar zit en het kleurverloop klopt gewoon naar mijn gevoel. Bij kleurmodulatie heb je een acht ingevuld. Er is een verloop van kleur maar soms zijn er hele scherpe lijnen zoals bij de armen en het scherm van de motor. Ik denk dat dat meer richting één kleurtint gaat maar over het algemeen zijn er verschillende kleurtinten gebruikt en ik vind de kleuren gewoon duidelijk. Ook de schaduwen als bijvoorbeeld op de motor, dat vloeit goed in elkaar over. Je hebt een acht ingevuld bij achtergrond. Hij is niet heel erg gedetailleerd maar vergeleken met de vorige poster zie ik wel wat de achtergrond moet voorstellen en dat zag ik daar niet. De details ontbreken wel. Maar waarschijnlijk, omdat ik het me zelf ook goed kan inbeelden, zie ik wat de achtergrond voorstelt. Niet de perfecte achtergrond qua details, maar wel gewoon duidelijk. Hoe bedoel je details ontbreken? Bijvoorbeeld ik weet dat er een boom staat, maar ik kan het plaatje niet goed zien. Je ziet contouren, ik neem aan dat het een boom is. Je hebt bij representatie een negen ingevuld. De details zijn goed zichtbaar, vooral voor de voorgrond, de achtergrond niet. Ik heb nu vooral naar die vrouw gekeken. En doordat, ja ik zie gewoon vouwen zitten in haar jasje en shirtje, je ziet schaduwen, wat de details goed duidelijk naar voren laten komen. Bij diepte heb je een negen ingevuld. Je ziet goed de achtergrond, dat het verder weg is en dat die vrouw dus op de voorgrond staat. Dat de gebouwen verder weg zijn dan de struikjes aan de linker en rechterkant. Er is gewoon diepte gecreëerd in de foto. Er is niet te veel diepte ingebracht, je ziet goed waar het om draait. Bij verlichting heb je een zes ingevuld. Ja, ik heb het gevoel dat het te veel belicht is aan de voorkant. Er zijn wel schaduwen maar er verdwijnt ook veel. Bijvoorbeeld ik had verwacht dat er rondom de zonnebril toch wel iets meer schaduwen zouden zitten en naast de motor. Ik heb gevoel dat het is weggehaald, dat er te veel licht op staat. Het is niet een zonlicht, maar voor mij gevoel gewoon een cameralicht. Bij helderheid heb je een negen ingevuld. Ja. Ik denk dat dit weer meer te maken heeft met de verlichting. Want de kleuren zijn goed duidelijk, zeer helder. Dat geldt dan bijvoorbeeld voor de motor, haar hele gezicht, haar lichaam. Ze komt goed naar voren en dan heb je de achtergrond, die is wat minder helder. Minder helder zou je niet kunnen zeggen, maar gewoon wat vager waardoor die helderheid ook iets vager dan duidelijk is, maar over het algemeen is het heel helder wat ik zie. Bij context heb je een zeven ingevuld. Ja. Op zich is het een redelijk geloofwaardige poster, foto. Alleen wat ik al eerder aangaf is van, hoe vaak zie jij nou een chick zo stoer op een motor. Zonder helm bijvoorbeeld ook. Ja het is, ik vind de context heel realistisch van ze rijdt door een straat, of een woonwijk met huizen, is niet helemaal duidelijk. Maar wel, het zou wel iemand kunnen zijn, maar hoe vaak dit gebeurt is dat ik er een zeven van heb gemaakt in plaats van bijvoorbeeld een negen. Bij blik heb je een twee gegeven. Ze kijkt je niet aan, ze heeft een zonnebril op waardoor je haar niet ziet. Ik weet niet waar ze heen kijkt, misschien kijkt ze wel naar links of rechts, misschien kijkt ze me recht aan. Ik vind het gewoon niet realistisch van waar kijkt ze heen? Over betrokkenheid dan, ze is totaal niet betrokken. Bij houding heb je een vijf gegeven. Het is op zich een houding die wel zou kunnen voorkomen. Ik vind wel dat ze scheef op haar motor zit, ze heeft een knik in haar lichaam, erg geposeerd. Het is geen voldoende, maar het is wel geloofwaardiger dan iemand die op een catwalk loopt (lacht). Ik weet niet zo goed waar ik het mee moet vergelijken. Het is niet een heel realistische houding, maar het zou wel kunnen gebeuren. Ik denk dat je er ook de rest van de omgeving bij moet betrekken en de helm ontbreekt en de eh maar ondertussen, ja ik weet het verder eigenlijk niet. Bij authenticiteit is het overall cijfer een zes. Op zich zou het kunnen wat ik zie, daarom heb ik ook net een voldoende gegeven. Maar het is niet dat ik denk dit is alledaags, dit kom ik zo overal tegen. Ik denk niet die rijdt hier om de hoek. Waarom denk je niet dat ze hier zomaar om de hoek kan rijden? Ten eerste, hoe vaak zie je zo’n vrouw op de motor? Het klinkt misschien neerbuigend, maar er zijn over het algemeen wel
141
meer mannen dan vrouwen op motoren. Ten tweede, hoe ze op de motor zit vind ik niet realistisch. Door haar knik in haar lichaam, de dingen die ontbreken en dan ook nog, ik vind de zonnebril erg raar voor iemand die motor rijdt. Normaal heb je een vizier voor, of een sportzonnebril, ik denk dat dit afwijkt. Over het algemeen, het zou kunnen dat iemand zo langs komt rijden, maar nee. Bij de vraag over geloofwaardige vertolker heb je een zes ingevuld. Ja. Over het algemeen voel ik me wel een beetje betrokken erbij. Het is een vrouw, dat vind ik dan wel leuk. Maar de geloofwaardigheid ontbreekt een beetje. Ik denk dat het voor mij komt omdat ik haar ogen niet zie. Dit vind ik jammer want daaraan kan je vaak, een blik doet veel om maar zo te zeggen. Een blik doet veel. Kun je die uitspraak toelichten? Als jij iemands ogen niet ziet, vaak kan je in ogen wel iets van emotie aflezen. En dat kan je nu niet. Het is gewoon één uitdrukkingsloos gezicht: haar lippen staan neutraal, je ziet haar ogen niet. En doordat je die ogen niet ziet kun je niet, ik kan me er niet in vinden. En in relatie tot de boodschap? Ik zou niet weten waarom zij wel of niet tegen vloeken zou zijn. Dit komt door de blik en ook in het algemeen waarom zo specifiek één meisje op de motor die dan zegt ik ik ben tegen vloeken? Ik denk dat mijn beeld tegenover motorrijders dan niet positief genoeg is om te zeggen van elke motorrijder zou zoiets kunnen zeggen.
C1bV2 Bij de eerste vraag over identificatie heb je een zeven ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Sowieso omdat er staat ik ben tegen vloeken en de vrouw op de poster vind ik eruit zien als een sterke en powerfulle vrouw. Maar de motor heeft geen meerwaarde voor de poster. Waarom heeft de motor geen meerwaarde op de poster? Ik weet niet, ik kan me daarmee niet identificeren. Ik denk dat als je het zonder motor had gedaan, je het effect ook wel kon bereiken. En je vindt het een powerfulle vrouw. Hoe zie je dit? Door hoe ze kijkt, haar mond en omdat ze stoer is gekleed. Die spijkerbroek, het jasje, de zonnebril op, dat maakt het stoer. Je hebt een acht ingevuld bij de vraag over kleurverzadiging. Kun je je keuze motiveren? Ja. Omdat de achtergrond vager is, komt zij zeg maar duidelijker naar voren. Hierdoor zie je dat het echt om haar gaat en als je iets fotografeert vanaf de voorkant, is de achtergrond vaak ook iets vager. Je hebt een acht ingevuld bij kleurdifferentiatie. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer hebt gegeven? Omdat ik het een natuurlijke, heldere kleur vind. Zonder dat er echt gebruik is gemaakt van veel andere kleuren, zonder de poster een andere kleur te hebben gegeven. Gewoon de kleuren zoals ze in het echt ook zijn. Je hebt een zes ingevuld bij kleurmodulatie. Waarom een zes? Ik vind dit gras een hele rare kleur groen, net alsof het niet echt grasgroen is, maar dat ze het hebben ingekleurd. En dit blauwe vlak, het windscherm. Naar mijn mening is het nooit zo blauw. Alsof het is ingekleurd met paint. Het is te kleurig, er is niet gebruik gemaakt van de echte kleur maar er is één kleur gebruikt. Bij achtergrond heb je een zeven ingevuld. Je zegt (buiten opname) dat deze realistisch is. Klopt, ik vind het gebouw realistisch omdat het juist wat vager is. Het gras op de achtergrond vind ik niet realistisch, omdat ik het gewoon iets te gekleurd vind voor gras. Voor de rest vind ik de achtergrond wel realistisch want meestal wordt een achtergrond wat vager gefotografeerd dan de voorkant. Een zeven voor representatie. De voorkant vind ik wel heel realistisch, in de zin dat er niets aan je verbeelding wordt overgelaten. Aan de achtergrond kun je wel denken van dat is een auto ofzo, omdat het wat vager is dan kun je je eigen invulling erin geven. Ik vind de voorkant duidelijk omdat je alles ziet, er wordt niets overgelaten aan je verbeelding en de details zijn duidelijk. Voor dieptewerking heb je een acht ingevuld. Waarom een acht? Omdat het meisje ongeveer even groot lijkt als het gebouw. Meestal is het gebouw veel groter, maar omdat zij op de voorgrond treedt en het gebouw op de achtergrond is, lijkt zij dan in verhouding even groot als het gebouw. Daarom heb ik een acht ingevuld.
142
Voor verlichting heb je een vijf ingevuld, zit tussen onrealistisch en realistisch in. Kun je je keuze motiveren? Ja. Omdat ik geen schaduw zie op de poster. Maar je zou verwachten bij het meisje dat zij meer schaduw op haar gezicht zou hebben en dat ontbreekt. Ik heb het gevoel dat de schaduw weg is gefotoshopt. Te weinig schaduw. Bij vraag negen, helderheid, heb je een zeven ingevuld. De voorgrond is zeg maar heel helder, niet vager gemaakt dan het in werkelijkheid is. Omdat de achtergrond wel vager is, heb ik daarvoor een zeven gegeven. De voorkant springt er wel uit, is helder, zoals het in het echt werk. Maar doordat de achtergrond wat waziger is, is het voor mij minder helder. Bij context heb je een zeven ingevuld. Ze is best wel doorsnee en ik denk dat veel mensen zich kunnen vergelijken met haar. Ze is zeg maar niet mooier gemaakt dan dat ze is. Zeg maar als je een topmodel neerzet, kunnen zich er minder mensen mee vergelijken. En omdat ze toch wel iemand is die je zo op straat tegen komt, denk je nou ja. Dus ik denk dat dit een goede persoon is die de doelgroep aanspreekt. Ook omdat ze wat stoerder is gekleed, denk ik wel dat het aanspreekt. We zijn bij de blik aanbeland. Net zei je (buiten opname) die heeft ze dus niet. En je hebt een zes ingevuld. Zou jij je uitspraak kunnen motiveren en daarna je cijfer kunnen motiveren? Ja. De blik heeft ze niet omdat ze een zonnebril op heeft, waardoor veel van haar verborgen blijft. Als je iemand in zijn ogen aankijkt, dan wordt het wat duidelijker. Dit vind ik zelf wel jammer want dan wordt het echter als je iemands ogen ziet. Daarom ook de zes, want zonder zonnebril zou je meer mensen aanspreken omdat het dan meer persoonlijk wordt. Bij houding heb je een zes ingevuld. Ik vind het een best wel geposeerde houding. Als de houding niet geposeerd was, was het ook wel duidelijk overgekomen en wat echter. Hoe zie je dat het een geposeerde houding is? Ze zit met haar hand naar haar kin. Hoe leg ik dat uit (lacht)? Hoe ze zit, ze heeft een modellenhandje omdat hij zo naar haar kin gaat. Zo kan je zien dat het een echt wel geposeerde houding is. Wat zou minder geposeerd zijn in jouw ogen? Dat ze niet haar modellenhandje zo had, maar dat ze met twee handen om het stuur zou hebben gezeten. Minder nep. Authenticiteit is per saldo een zeven geworden. Kun je deze keuze motiveren? Kan ik. Ik vind wel dat ze zeg maar goed de doelgroep aanspreekt, maar ik vind ook dat ze beter de doelgroep had kunnen aanspreken zonder de zonnebril, zonder de modellenhouding. Dus ik vind wel dat ze zeg maar heel sterk daar zit, maar zonder al die onnodigheden had het echter geleken en meer puur. Geloofwaardige vertolker is een zeven. Ik vind haar wel iemand die echt voor de boodschap staat. En waarom? Moeilijk. Waarom staat zij voor de boodschap? Toch door haar gezicht. Ook al zie je haar ogen niet, het gezicht maakt wel dat je denkt van dat ze er echt voor staat. Kun je beschrijven hoe je dat ziet aan het gezicht? Welke elementen in het gezicht maken dat je haar een geloofwaardige vertolker vindt? Omdat ze zoiets heeft van dat je haar niet iets kan laten vertellen. Maar omdat ze best wel sterke lijnen in haar gezicht heeft, vind ik haar wel een geloofwaardige vertolker van de boodschap. Ook haar houding met de schouders. Ik zou denken ja! Als ik die poster zou zien op straat, zou ik het wel gelijk geloven en niet denken van is dat wel zo, is ze wel tegen vloeken. Ik geloof haar.
C1bV3 Bij vraag één heb je een drie ingevuld, bij identificatie. Ik heb een drie gegeven omdat, ja ik rij geen motor, zit wel eens achterop. Ze ziet er, ik vind dat ze haar neer hebben gezet alsof ze een poiejopie superstoer meisje is en alles. Nou dat ben ik niet. Het zou ook geen vriendin van mij kunnen zijn denk ik. Je denkt dat het een populair meisje is? Ja iemand die op zich zelf met de motor erop uit gaat en doet wat ze wil. Hoe zie je dat? Ik denk door de onverschillige houding die ze heeft. Tenminste, ik vind haar heel onverschillig overkomen en daardoor krijg ik de indruk dat ze doet wat ze wil en gewoon op de motor stapt wanneer ze daar zin in heeft en gewoon wegrijdt zeg maar. Het komt ook door haar zonnebril, je ziet geen gezichtsuitdrukking. Hoe zie ik dat? Goede vraag.
143
Waardoor komt het dat je dat denkt? Ik denk hoe ze poseert met de motor. Ik weet het niet, ze ziet er echt uit alsof ze echt even leuk stil staat en dan weer leuk weg kan rijden. Er is geen element dat ik kan benoemen. Ik weet het niet. Bij kleurverzadiging heb je een zes ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? De bovenste helft van de afbeelding vind ik enigszins realistisch qua kleur. Een normale, heldere kleurverdeling die ik op straat ook tegen zou komen, behalve dat gras aan de linkerkant, dat vind ik alsof het met computer is gedaan. Het is veel te fel groen, zeker als je het vergelijkt met de andere kant. Dat is veel meer grasgroen en dit is meer de groen die je op de computer gebruikt, dat maakt het gemaakt. Daarnaast heb ik een zes gegeven omdat ik de motor helder vind. Rood is wel een heldere kleur, maar in vergelijking met de kleuren die voor de rest op de poster zijn gebruikt, lijkt het alsof er meer mee is gedaan. Het is te fel rood om realistisch te zijn. Je hebt een acht gegeven bij kleurdifferentiatie. Ja. Ik vind het wel realistisch, de kleuren die ze gebruikt hebben. Je ziet duidelijk het gras, het jasje dat ze aan heeft, haar haar. Ze heeft een rode motor en dat zijn dingen die je overdag ook gewoon ziet. Ik zie niets in de poster die er zodanig uitspringen van dit hebben ze met fotoshop zo gedaan. Ik zou dit plaatje ook gewoon kunnen vinden als je op straat loopt. Een alledaags beeld. Bij kleurmodulatie heb je een zeven ingevuld. Welke elementen in de afbeelding maken dat je een zeven hebt gegeven? Ik vind het kleurgebruik wel realistisch, omdat het een alledaags beeld lijkt te zijn. Er zijn wel kleuren aanwezig, maar niet zo veel als je bijvoorbeeld in films ziet, waarbij veel meer met kleuren worden gespeeld. Er zijn wel veel heldere kleuren, zoals het rode en het groen en het blonde haar bijvoorbeeld. Maar niet heel veel overlappende of gemengde kleuren die je in het alledaagse leven zo zou zien. Dus ik vind dat dat het wel weer realistisch maakt. Gewoon weer een alledaags beeld. Je hebt een zes gegeven voor achtergrond. De achtergrond kijkt mij iets van een ziekenhuis ofzo waar ze wegrijdt. Ik zie hier, ik denk dat dit iets van auto’s zijn, een parkeerplaats misschien. In dat opzicht vind ik het wel realistisch, gewoon een achtergrond met een gebouw, niet echt iets bijzonders met een grasveldje erbij. Behalve dat deze kant de linkerkant, niet echt te zien is wat het is. Dit komt misschien door de overbelichting. Ik vind de linkerkant niet aansluiten bij de rechterkant. Het ziet er totaal anders uit. Het ziet er ook heel nep uit door de felheid van de kleuren meer. De lichten zijn weer vervaagd, het ziet er veel meer gemaakt uit dan de andere kant en dat maakt de achtergrond minder realistisch. Voor representatie heb je een vijf ingevuld. Kun je me vertellen waarom? Het is niet echt een heel abstracte afbeelding, maar je ziet ook niet heel veel details. Op de achtergrond zie je letterlijk niets omdat het vervaagd is. Op haar gezicht zie je niets omdat ze geen gezichtsuitdrukking heeft door haar zonnebril. Je kunt niets zien aan haar mond. Er zijn geen rimpels of iets. En de motor is ook niet veelzeggend, ik vind niet dat ze veel details hebben gebruikt om de boodschap over te brengen. Ja of de afbeelding en in het algemeen gewoon. Het is nietszeggend omdat er geen detail in zit. Bijvoorbeeld bij die andere poster had je die jongen en zag je iets meer in zijn gezicht. Hier kan ik geen details vinden die veelzeggend zijn. Ik weet niet hoe ik dit moet uitleggen. De motor is iets vervaagd. Het gezicht is wel duidelijk maar daar zit een zonnebril overheen waardoor je de blik weer niet ziet. Voor de dieptewerking heb je een zeven ingevuld. Je kunt duidelijk zien dat ze op de voorgrond zit, omdat de achtergrond iets vervaagd is en daar het gebouw zich bevindt. Ik denk dat ze zo met diepte hebben gespeeld. Door hetgeen dat op de voorgrond staat, dus zij, degene die de boodschap over moet brengen, door die juist helder af te beelden en hetgeen wat in de achtergrond ligt, juist in de diepte ligt wat vager. Helder door het licht, achtergrond heeft iets minder licht. En scherp. Het meisje op de motor wordt in heldere lijnen afgebeeld, waar juist de achtergrond wat vervaagd is. Ik denk dat ze zo met diepte hebben willen werken, wat ik wel realistisch vind. Ze staat gewoon voor een gebouw dat vervaagd is. Bij verlichting heb je een zeven ingevuld. Een zeven, ik heb niet het idee dat ze met lampen of fotoshop hebben gespeeld. Je ziet niet vanuit één kant bijzonder veel licht ofzo vallen. Ja wel een klein beetje want de linkerhelft van de motor is net iets meer verlicht. Dat zie je ook doordat hier zo een lichtvlek zit in het midden van de motor. En hier is het dan net iets meer donker aan de rechterkant. Maar dat is niet zodanig overbelicht dat het onnatuurlijk en onrealistisch lijkt. Ik vind het alleen een beetje dat het haar heel bleek en flets maakt. Maar ik weet niet of dat komt omdat zij zo’n bleekscheet is of dat het door de belichting komt. Ik vind niet dat het heel erg onrealistisch is gemaakt, door bijvoorbeeld overbelichting. Maar toch is er iets en volgens mij komt het door haar huidskleur dat het niet helemaal realistisch lijkt, omdat ze volgens mij te wit is. Je hebt een acht ingevuld bij helderheid, Een acht want ik vind hem wel heel helder. De hele poster. Ook als is de achterkant vager dan de voorgrond. En het is zo
144
helder dat de poster duidelijk laat zien wat er op de poster staat. Maar niet te helder dat het weer vervelend wordt om naar te kijken. Hoe wordt het vervelend om naar te kijken? Als iets te helder is, vind ik het vaak te overbelicht en alles en dan wordt het meer een vlek in plaats van een leuk plaatje. Te helder vind ik vaak niet fijn om naar te kijken. Dit is hier niet het geval. Het is wel helder, maar niet te overdreven dat het niet meer realistisch is. Dus ik zou niet denken dat ermee gefotoshopt is. Bij context heb je een zes ingevuld. Ja een zes. Want zoals bij de vorige poster vind ik wel dat ze iemand uit de goede leeftijdscategorie hebben gehaald, een puberachtig iemand van rond de achttien negentien. Maar hoe ze is aangekleed en hoe ze eruit ziet, ziet ze er heel erg stoer uit met die zonnebril en leren handschoentjes, leren jasje op een motor zeg maar. En dat vind ik niet heel realistisch, helemaal niet voor de boodschap die ze willen geven. Wat zou dan wel realistisch zijn? Gewoon een heel normaal iemand die bijvoorbeeld op straat loopt maar dan wel met een overtuigende attitude zeg maar. Ik snap ook niet wat ze met die motor willen. Ja, ze ziet er wel heel stoer uit, dan kan ze wel zeggen ik ben tegen vloeken. Maar wie ziet er tegenwoordig nou zo uit op een motor? Ik vind het geen, net als dat je een model afbeeldt om een boodschap over te brengen, zo zijn er niet veel. Je kunt beter iemand met een maatje 38 nemen zeg maar. Dat vind ik veel realistischer dan haar. Uit de doelgroep vind ik haar de niet meest realistische persoon omdat zij er ook niet zo uitziet als iedereen eruit ziet. Dus misschien kan een normaal mens hier niet mee identificeren. Wat is volgens jou de doelgroep? Jongeren tussen de twaalf en twintig denk ik. Ik denk echt de middelbare school. Omdat daar het meest gevloekt wordt. In principe zit zij wel in die leeftijdscategorie denk ik. Maar de meeste mensen zien er niet zo uit. Ik denk dat je je hier dan niet goed mee kan identificeren. Je zegt dat de doelgroep er niet zo uit ziet. Door welke elementen komt dit? Bijvoorbeeld de motor, in die leeftijdscategorie heeft bijna niemand een motor. Het zijn er twee of drie per school. En leren handschoentjes vind ik een beetje overdreven, een zonnebril draagt iedereen wel. Maar toch ziet ze er een beetje over de top uit. Te stoer door al die elementen samen. Als jij een gewoon typisch schoolmeisje pakt wat er gewoon leuk uit ziet, dat veel meer mensen zich daarmee kunnen identificeren. Die zou je denk ik eerder mogen. Ik denk dat de algemene middelbare scholier er niet zo bij loopt en zich dan ook niet met haar kunnen identificeren. Voor de blik heb je gelijk een één ingevuld. Kun je me uitleggen waarom een één? Ze heeft geen blik, ze heeft een zonnebril op. Je kunt niets zien. Haar mond is ook nietszeggend. Er zit geen glimlach op ofzo. Ze zou net zo goed gewoon en lap op haar gezicht kunnen hangen ofzo. Er is niets van af te lezen. Die zonnebril is zo groot, je ziet niet eens haar wenkbrauw. Dus je ziet ook niet of ze naar je kijkt, of ze afgeleid raakt door iets ofzo. Het is niet realistisch als je een boodschap over wil brengen, want dan wil je iemand betrekken en aankijken. Dat doe je niet door je ogen af te schermen. Dat vind ik niet realistisch. Bij houding heb je een drie neergezet. Dat komt sowieso omdat ze is neergezet. Want wie gaat er nou met een arm in zo´n ongemakkelijke knik op een motor zitten? Motorrijders hebben hun handen aan het stuur of hebben hun handen los. Ze heeft een of andere rare knik in haar elleboog en dan heeft ze die half op haar schouder liggen en half in haar haar. Het ziet er niet realistisch uit. Meer neergezet van doe een leuke pose op je motor, dan schieten we een plaatje. Maar ik zie mezelf niet zo op een motor zitten. Dat komt voornamelijk door die arm. Je zegt net (buiten opname) dat ze er heel raar uit ziet. Waar komt dit door? Voornamelijk door die arm! Het ziet er raar uit. Misschien ook door die zonnebril dat een overdreven stoer effect creëert van kijk mij nou. Maar misschien is ze juist een heel aardig meisje. Ze wordt er haast een beetje arrogant neergezet door die arm. Die vind ik haast een beetje truttig door die knik erin en dan met je haar een beetje zo spelen. En dan die zonnebril erbij. Ik vind het niet natuurlijk en ook niet passen bij die motor. Het is meer een trutje. Die armhouding, spelen met je haar, die zie ik niet zomaar op de motor zitten. Je hebt een overallcijfer gemaakt voor authenticiteit, een vier. Aan welk element ligt de keuze van dit cijfer? Zowel dat je ze je geen blik kan geven omdat ze dus een zonnebril op heeft. Ze beweegt niet met haar mond, waardoor je geen gezichtsuitdrukking krijg of blik van haar. Haar houding met die verkrampte arm en met dat haar aan het spelen, dat is niet realistisch wanneer je op een motor zit zeg maar. Ik vind de context, de persoon die ze hebben gekozen, ook niet realistisch. Wanneer je kijkt naar meisjes in die leeftijdscategorie, hoeveel er zo bij lopen, is dit echt nihil. Ik kan me daar niet mee identificeren. Ik vind het dan niet realistisch dat ze haar hebben gekozen.
145
Je hebt een twee ingevuld voor de geloofwaardige vertolker van de boodschap. Waaraan ligt dit? Voornamelijk hoe ze de persoon hebben afgebeeld en het feit, zeg maar. Twee dingen vind ik echt heel verschrikkelijk. Dat ze een zonnebril draagt. Je ziet niets, vergeleken met haar gezichtsuitdrukking die normaal heel veel zegt, dus kan ze ook niets over brengen. De houding die ze heeft aangenomen zegt ook niet van ik ben tegen vloeken. De houding zegt meer van hee kijk mij op een motor. Dit zegt ook niet. Daarnaast, de persoon die ze gepakt hebben, vind ik ook niet representatief voor de omgeving waarin volgens mij het meest gevloekt wordt. Dan heb je totaal de persoon die daar niet bij past en waar je waarschijnlijk niet mee kan identificeren. Als ik haar zie dan denk ik van maar ja dat ben ik niet, dus ik zal ook wel niet vloeken. Maar als ik iemand zie staan die wat meer op mij lijkt, denk ik ook wel twee keer na over vloeken. Wat zou dan meer op jou lijken? Gewoon een alledaags iemand, maakt niet uit. Het ligt niet aan de haarkleur ofzo. Maar niet iemand die op een motor zit, maar gewoon iemand op een bankje plaatsen, in een schoolbank zeg maar. Zodat ik mezelf er meer mee kan identificeren. En een motor, geen kind van die leeftijd heeft zo’n ding. Tenzij je rijke ouders hebt.
C1bV4 Je hebt bij de eerste vraag met de poster met de vrouw een vier ingevuld bij identificatie. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Het ziet er een beetje uit als zo’n typische scooter chick, die met hoog gas en sigaretten in haar mond door scheurt. Daar identificeer ik me niet echt mee. Maar de omgeving is typisch duidelijk Nederlands. Je herkent het wel heel duidelijk, dus in die zin is het wel gewoon bekend. Vandaar die vier. Je zegt dat het een stoere chick is. Aan welke elementen zie je het dat wanneer je naar de afbeelding kijkt ze een stoere chick is? Een beetje een typische van de meeste meiden die op zo’n scooter rondrijden. Leren jasje, zonnebril waardoor je haar ogen niet kan zien. Geen lach op haar gezicht, gewoon een beetje neutrale, stoere, alsof ze stoer probeert te kijken. Je zegt ook dat ze typisch Nederlands is? Dat blonde haar en de achtergrond ziet er ook wel Nederlands uit. En haar kledingstijl ook. Wat zie je dan aan de achtergrond en de kleding? De achtergrond, van die strakke lijnen en van die kunstmatige grasperkjes en dan een flatgebouw waarvan je er 1001 hebt in Nederland. En aan de kleding, een spijkerbroek en zo’n leren jasje daar zie je best wel veel meiden mee rondlopen. Basic shirtje. Niet zo heel erg opgetut maar wel verzorgd. Bij vraag twee heb je een zeven ingevuld, bij kleurverzadiging. Kun je deze keuze motiveren? Je ziet alle kleuren wel duidelijk, dus je hebt wel alle kleuren. Maar ze zijn wel veel feller dan dat je ze naar mij idee in het echt tegen zou kunnen komen. Het ziet er voor mij uit alsof het is gefotoshopt. Het is heel fel, de kleuren hebben echt, zijn gewoon heel fel. Feller dan dat je ze normaal zou zien. Bij kleurdifferentiatie heb je een negen ingevuld. De verschillende kleuren die op de poster te zien zijn, zijn denk ik wel de kleuren die je in het echt ook zou kunnen zien. Maar omdat ze ietsjes, naar mijn idee, gefotoshopt zijn, is het niet helemaal realistisch. Maar de verschillende kleuren an sich wel. Bij kleurmodulatie heb je een zes ingevuld. Je ziet volgens mij weinig verschil in kleur. Je ziet het wel, zeker bij de spijkerbroek of bij het shirtje. Daar is wel verschil in kleur te zien. Maar het is veel minder denk ik dan dat jet het normaal zou zien. Welk element is dan veel minder dan in het echt? Het gras vooral is erg opvallend. En de scooter zie je in het echt wel verschillende kleuren rood. En de lampen aan de zijkant. Maar vooral het gras is heel erg opvallend vind ik. Het is één kleur, op een paar gele vlekjes na is het gewoon fel groen. Bij achtergrond heb je een zes ingevuld. Er is een achtergrond, het is ook wel echt, alleen zit er een blur overheen. Dus je ziet weinig detail. Maar het is voor mij wel duidelijk dat het een echte achtergrond is, maar waar de focus op de voorgrond ligt dus de achtergrond wat minder goed ziet. Hoe zie je dat de achtergrond wel echt is? De bomen ofzo. Het ziet er niet getekend uit, er zit gewoon een blur overheen.
146
Dan ga ik toch vragen hoe je het er niet getekend uit vindt zien, waar zie je dat aan? Ik denk aan de niet helemaal rechte vormen. Bijvoorbeeld een boom waar je vage blaadjes ziet. Je ziet dat lijnen recht zijn geweest, maar omdat het geblurd is, niet helemaal recht meer lijkt. Het lijkt me heel lastig om zo te tekenen, laat ik het zo zeggen. Bij representatie heb je een zeven ingevuld. Kun je je keuze motiveren? Je ziet bij dat meisje wel duidelijke lijnen. Je ziet haar haren apart, maar je ziet wel een paar kleinere plukjes haar die dan wat losser zitten. Ik kan niet alle details zien als te veel haren op haar armen of weet ik veel wat. Maar je ziet wel bij haar mondhoeken een beetje een soort van klein, rimpelachtig iets. Dus het heeft wel wat detail. Maar niet te veel, dus het zou wel waar kunnen zijn. Bij vraag zeven over diepte heb je een zeven ingevuld. Kun je je keuze motiveren? ja. De lijnen zijn nog gewoon recht, vergeleken met het voorbeeld de fish eye lijken die lijken niet meer recht te zijn. Als je de grote van de scooter en het meisje vergelijkt met de grootte van de boom, de flat of de auto’s op de achtergrond, dan lijkt dat wel in verhouding met elkaar te staan als je je kijkt naar de afstand, als je het zo ziet. Bij verlichting heb je een vijf ingevuld. Je ziet wel schaduw en ook een klein beetje verschil in tinten, vooral bij het gezicht zie je verschil in tinten. De meeste schaduw is behoorlijk donker, behoorlijk zwart. Terwijl je normaal gesproken meer verschil in schaduw zou kunnen zien. Dus niet helemaal realistisch. Bij helderheid heb je een zes ingevuld. Vooral bij de scooter, de broek en het gras vind ik heel erg duidelijk. Het zijn behoorlijk felle kleuren en redelijk eentonig in kleur, weinig kleurverschillen. En dit is niet heel erg realistisch. Bij context heb je een acht gegeven. Ik denk dat ze net wat knapper is dan de gemiddelde Nederlandse vrouw. Maar dat blonde haar, wat dat betreft is het redelijk geloofwaardig. Je ziet niet veel van haar figuur dus wat dat betreft kan ik er weinig over zeggen, het is vooral het gezicht waar je iets over kan zeggen. Ja je ziet wel dat ze niet dik is, dat ze wel dun is. Maar je ziet maar een deel van haar gezicht, dat maakt het ook lastiger om in te kunnen schatten hoe ze kijkt en hoe realistisch het is, vergeleken met de rest van de gemiddelde vrouwen hoe knap ze is. Ik denk dat ze ook wel war knapper is dan gemiddeld, maar niet extreem. Nog steeds wel representatief voor Nederlandse meiden. Blond haar en gewoon jong. Maar dat is maar een deel van de bevolking natuurlijk. Maar iedereen is jong geweest of wordt de leeftijd die zij nu is. Ze is representatief voor een groot deel van de bevolking. Voor elf, blik, heb je een vier ingevuld. Je kan haar ogen niet direct zien, maar ze kijkt recht de camera in. Normaal gesproken, als je weet dat je er een foto wordt gemaakt, dan kijk je wel recht de camera in, maar zou je niet zo geconcentreerd, zo gefocust vooruit kijken. Het ziet er redelijk gemaakt uit, niet echt realistisch, mede omdat je haar ogen niet kan zien, dat maakt het lastig. Bij houding heb je een twee ingevuld. Normaal gesproken zit je niet op een scooter met je hand zo leunend, dat is duidelijk geposeerd en dus eigenlijk totaal niet realistisch. Het enige is dat ze nog geen rare hoeken met haar lichaam maakt waardoor ze enigszins realistisch eruit ziet. Kun je me precies vertelling wat het is in haar houding dat haar onrealistisch maakt? Als je normaal gesproken op een scooter zou zitten, zorg je ervoor dat je je evenwicht houdt en dat je zo weg kan komen. Meer efficiënt. Zij zit echt gewoon haar best te doen om zo mooi mogelijk op de foto te staan, heeft één hand niet aan het stuur en zit daarbij een beetje in haar haar te spelen en dan zo dat ze er het voordeligst uit komt. Dat zou je normaal, dan ben je daar helemaal niet mee bezig. Het overall cijfer voor authenticiteit is een vijf. Dat komt door de kleuren enzo. Het is allemaal gemaakt en geposeerd. Maar de dingen die je ziet kan wel een echt beeld zijn dat geschetst wordt. Een meisje op een scooter, dat is wel iets wat je in het echt leven zo tegen zou kunnen komen. Wat dat betreft is wat je ziet wel authentiek. Alleen de manier waarop het is weergegeven en de houding die ze aanneemt en geposeerd enzo, dat maakt het niet authentiek meer. Je hebt een zeven ingevuld bij geloofwaardige vertolker van de boodschap. Het is een beetje het scooter en het leren jack dat maakt ja, het zijn meestal wat stoerdere, wat ruigere types die misschien wat eerder zouden vloeken. Maar het blonde haar dat lijkt meer op een schattig meisje zeg maar. Waardoor het wel weer meer lijkt alsof ze tegen vloeken is. En voor zover je haar gezicht kan zien, ik denk dat het ook heel veel scheelt dat je haar ogen niet kan zien want dan kan je niet haar blik zien. Maar als je naar de manier van lippen kijkt, is dit redelijk neutraal dus het zegt niet, het spreekt niet heel duidelijk dat hele stoere uit vanwege de haren en de lieve kleren en de scooter waar ze
147
op zit. Volgens mij ben je dan met de neutrale blik eerder tegen vloeken dan dat je arrogant of verwaand zou kijken. De blik is ten gunste van de boodschap. Een lach zou nog beter zijn geweest, maar het is beter dan ja dit. Het blonde haar scheelt ook heel veel. Het blonde haar scheelt ook heel veel? Ja ik weet het, slecht van me, maar het is dat typische schattige blonde meisje zeg maar die eigenlijk niet voor vloeken kan zijn. Terwijl het eigenlijk nergens op slaat. Wat is de boodschap die overgebracht wordt volgens jou? Ik denk dat het doel van de poster is dat jongeren minder gaan vloeken. En door dan een leeftijdsgenoot dan daar neer te zetten die er ook nog wel redelijk stoer uit ziet en die dan zegt dat ze tegen vloeken is, kan maken dat het minder suf is om tegen vloeken te zijn. Eigenlijk om jongeren minder te laten vloeken.
Conditie 2a De stimulus voor conditie 2a is poster N1. De respondenten bestaan uit vier mannelijke (V) en vier vrouwelijke (V) studenten.
C2aM1 Bij de eerste vraag over identificatie heb je een twee ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Ik heb helemaal niets met die vent eigenlijk. Het hele plaatje spreekt me niet heel erg aan. En de tekst vind ik wel duidelijk. Het plaatje vind ik niet echt kloppen en bij elkaar passen. Ik vind die vent ook een beetje nietszeggend. Waarom vind je het niet bij elkaar passen? Mijn gevoel zegt dat een beetje. Bij kleurverzadiging heb je een acht ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Het ziet er wel realistisch uit qua kleuren en wel levendig. Ik vind het alleen daar linksboven te licht. En dat ik het daarom niet helemaal realistisch vind. Bij kleurdifferentiatie heb je een zeven ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Op zich wel logische kleuren. Hij heeft een zwart jasje en aan en normale kleren. Wel heel veel blauw op de achtergrond waardoor ik geen tien geef, maar verder prima kleuren. Voor kleurmodulatie heb je een tien gegeven. Het ziet er wel realistisch uit qua kleur. Er is geen blur ergens dus dat voelt wel goed. Je hebt een acht gegeven voor achtergrond. Het is op zich een logische en veelvoorkomende achtergrond. Dit zou ik veel tegen kunnen komen. Ik snap alleen niet echt in het kader van de boodschap tegen vloeken dat het een logische achtergrond is. De achtergrond roept bij mij niet een associatie voor of tegen vloeken op. Verder is het een herkenbare achtergrond. Bij representatie heb je een tien ingevuld. Gewoon heel gedetailleerd, geen abstracte dingen die ik kan zien behalve de tekst maar daar gaat het niet over. Dikke prima. Bij diepte heb je een vijf ingevuld. Ja het lijkt net of hij ervoor staat, maar hij kan ook in de muur staan. Alsof hij erin geknipt is. Het lijkt alsof het plat is, dat hij ook op de muur zit ofzo. Ik denk dat het licht aan de lichtkleuren, dat klopt niet helemaal. Misschien ook die rechte lijnen. Ik weet niet, mijn gevoel zegt dat gewoon. Ik zit steeds hier te kijken aan de rechterkant van het hoofd met dat contrast met die lichte letters. Nee in mijn gedachten klopt er dan iets niet. Maar het zou ook maar wel kunnen. Je hebt een zes ingevuld bij verlichting. Welk element in de afbeelding maakt dat je dat cijfer hebt gegeven? Nou weer dat links boven, daar heb je dat hele lichte gedoe. Maar op zijn lichaam zelf zie je wel dat er schaduw is en bij zijn nek. Maar het zou wat realistischer zijn geweest als je ook op de muur wat schaduw zag.
148
Bij helderheid heb je een negen gegeven. Het is op zich heel helder en qua realisme is het misschien te helder dus geen tien maar wel helder en realistisch. In het echt kan het ook zo licht zijn. Hij is wel lijkbleek, dat is gewoon heel licht zeg maar. Voor context heb je een negen gegeven. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer hebt gegeven? Het is wel een typische jongen volgens mij. Niet te knap maar ook niet te lelijk, volgens mij een prima vertegenwoordiger van een Nederlandse jongen. Hoe zie je dat hij Nederlands is? Nou hij is lijkbleek en hij heeft ook blond haar en lichtblauwe ogen. En ik denk niet dat hij te lang in het licht kan staan zonder te verbranden. Je hebt een zeven gegeven bij blik. Ja hij kijkt wel, maar ik vind het een beetje gemaakt depressief zoals hij kijkt. Hij heeft geen glimlach en ogen die staan wat depri. Een beetje, geen emotie in het gezicht. Volgens mij heeft hij ook moeite om dit vast te houden. Volgens mij schiet hij ook na dit shot in de lach. Hij kan wel iets vrolijker kijken en dan zou het iets echter lijken. Maar hij kijkt gewoon normaal en betrekt ook de kijker. Bij houding heb je een tien gegeven. Op die gemaakte blik van hem, vind ik het wel een normale houding. Hij doet niets geks maar je ziet natuurlijk ook niet alles van zijn lichaam. Maar wat je ziet is gewoon een lichaam dat normaal staat. Je hebt een acht gegeven voor authenticiteit, alle elementen samen. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer hebt gegeven? Nogmaals de houding is volgens mij helemaal perfect. Alleen die blik is volgens mij gemaakt. Ja voor de rest zijn houding maakt het weer realistischer. Ik ken hem verder niet, misschien loopt hij er normaal altijd zo nors bij. Je hebt een twee gegeven voor geloofwaardige vertolker. Ik zou niet weten wat er fout aan is eigenlijk. Of nou ja, ik zou niet weten wat er beter aan kan. Maar, ik ben tegen vloeken, nee zo zie ik hem niet. Eerder iemand die gepest zou worden en volgens mij is het een wat grotere kerel. Dus wat mij betreft komt het niet helemaal geloofwaardig over. Volgens mij wordt hij niet zo snel gepest en hij ziet er wel solide en niet lelijk uit. Dus ik zie hem niet zo snel gepest worden.
C2aM2 Je hebt een vier ingevuld voor identificatie. Nee. Ik kan me niet identificeren met deze persoon. Ik bedoel, een leren jasje en poseren of langslopen bij een muur die onder de graffiti zit, nee daar zou ik mezelf niet mee associëren en ook niet willen. Ik heb daar helemaal niets mee, met onder andere de graffiti. Dat hangt bij mij nog steeds in een hoek van dat is niet toegestaan en het boeit mij ook totaal niet. Het is niet alsof ik het mooi vind ofzo. Dus, nee. Je hebt een vijf gegeven voor kleurverzadiging. De kleurverzadiging is op zich oké, maar er zijn punten wat te veel belicht waardoor kleur daarvan eruit verdwijnt in principe en het meer richting wit gaat. Dat maakt het voor mij een minder realistischere afbeelding dan dat het in werkelijkheid zal zijn. Je hebt een zeven ingevuld voor kleurdifferentiatie. Ja. Nou ja het aantal kleuren dat binnen een kleurgebied naar voren komt, lijkt me realistisch. Dat is niet overdreven. Er komen ook voldoende tinten van een kleur naar voren maar wederom ook niet te veel. Het is gewoon een realistische afbeelding. Je hebt een zes gegeven voor kleurmodulatie. Ja. De kleuren komen overal mooi uit met verschillende tinten erin. Behalve in het woord ik en het vraagteken daarachter. Het springt er wat dat betreft echt uit. Het maakt in principe geen onderdeel uit van de afbeelding zelf, van de foto, maar wel van de poster. Dat zorgt voor een wat verstoorde balans binnen de afbeelding denk ik. Omdat overal de kleuren in verschillende tinten voorkomen, dus de modulatie, maar bij die gele letters en het vraagteken totaal niet. Dat is totaal verschillend met de kleuren van de rest van de afbeelding. Dat komt niet natuurlijk over. Dat is het natuurlijk ook niet, maar het springt er wel uit in die zin. Dan zou het voor mij ook volledig moeten zijn, dat er bij die k niet nog de kleuren van het jasje er nog doorheen komen. Dan had het ook volledig geel moeten zijn en dat er niets van de afbeelding doorheen komt. Dan zou het beter zijn denk ik. Je hebt een vijf gegeven voor achtergrond. Ja. De achtergrond is in principe realistisch, als zijnde een graffititekening op een muur. Maar als je naar de lichtinvalshoek
149
kijkt, komt deze niet overeen met de achtergrond. Je ziet duidelijk een belicht stuk van het gezicht. In de nek zie je ook schaduw, maar dat zie je totaal niet terug in de achtergrond, waardoor dat de afbeelding een stuk minder realistisch maakt. Voor representatie heb je een acht ingevuld. Het is redelijk representatief. Natuurlijk is het een graffititekening, daar zitten wat abstracte trekjes in maar dat zit in alle graffititekeningen, waardoor het toch weer realistisch wordt als geheel. Al met al vind ik het een prima afbeelding. Bij diepte heb je een vijf ingevuld. Ja. Diepte, heel veel ontbreekt, deels door de muur waar hij voor staat. Dat maakt het niet per se onrealistisch want iemand kan voor een muur staan. Maar wederom het gebrek aan schaduw op de muur, dat maakt het wel heel erg onrealistisch. Waardoor het wat moeilijk is voor te stellen dat die persoon ook daadwerkelijk zo dicht op die muur staat, zoals hier wordt voorgedaan. Je hebt een zes gegeven voor verlichting. In principe is het realistisch. Naar mijn idee iets te fel belicht. Dat maakt het weer wat onrealistischer. Omdat het hoogst zeldzaam is dat we in Nederland zo natuurlijk een fel licht hebben. Die extreme lichtintensiteit als bron, zie ik niet terug in de achtergrond wat maakt dat ik dit een zes geef. Bij helderheid heb je een vijf gegeven. De helderheid van de persoon vind ik iets te helder. In werkelijkheid zullen mensen niet zo veel details op jasjes en weet ik veel wat allemaal zien. Door de lichtintensiteit. Dat vind ik niet realistisch. De helderheid van de achtergrond daarentegen is oké. Je ziet duidelijk de overloop tussen de spuitbussen, het vlak dat volledig is bekleurd en daaromheen een iets lichtere tint van die kleur, die verneveling zeg maar. Dus ja, het hangt er een beetje om, een vijf. Je hebt een zeven gegeven voor de context. Ik vind deze persoon wel in deze omgeving passen. Ook al wordt er niet veel van prijsgegeven. Ik denk wel dat je zo´n afbeelding in werkelijkheid zou kunnen maken. Het is een redelijk relaxt type. Ik zie hem er net niet voor aan om zelf die tekeningen op de muur te kalken, maar ik denk dat het een redelijk relaxt type is. Een student die langs zo´n muur loopt. Bij blik heb je een zeven ingevuld. De blik ziet er redelijk verveeld uit. Een beetje van ja, gewoon verveeld. Kleine oogjes. Dat vind ik wel bij het beeld passen dat ik die persoon inschat als student. Een verveelde of vermoeide blik, je ziet vaker vermoeide studenten over straten dwalen. Of het nou is door en vermoeiend college, tentamen of te veel feesten, maar dat zie je geregeld. Bij houding heb je een zeven ingevuld. De houding van de persoon komt weer overeen met de vermoeide of verveelde blik. Een beetje de schouders omlaag en ja. Vind ik best wel realistisch. Met het beeld dat ik heb van studenten komt dit wel overeen. De houding van zijn lichaam versterkt zijn blik. Voor authenticiteit heb je een zeven gegeven. Wederom, dit komt overeen, de persoon met de muur, dit komt overeen als een realistische afbeelding dus dan geef ik een zeven voor authenticiteit. Het plaatje klopt gewoon als geheel. Alleen wat ik zei, die gekleurde letters. De witte letters komen sterker uit omdat daar geen achtergrond doorheen komt van die persoon of de achtergrond zelf Bij geloofwaardige vertolker heb je een vier ingevuld. Ja dit komt niet overeen met het beeld dat ik heb van deze persoon. Als ik deze moet inschatten als student, redelijk relaxt en zal op zijn tijd best wel eens een vloek eruit gooien en ik zie hem ook niet als een persoon die echt tegen vloeken is.
C2aM3 Bij identificatie heb je een drie ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Het is vooral zijn kledingstijl, die anders is dan mijn stijl. Het is een beetje een quasi stoere blik in zijn ogen waar ik mijzelf niet mee associeer. Zijn kledingstijl is een leren jack. Ja, waar associeer ik dat mee? Beetje ruig type ofzo, of zo wil hij in ieder geval overkomen. Of dat echt zo is, is natuurlijk weer een andere vraag. Dat vooral. Dat springt het meeste uit, het leren jack wat zo openhangt. Wat is een quasi stoere blik? Sowieso hoe de foto gemaakt is, dat de zon er zo schuin op staat, dat is in ieder geval het effect. Zijn ogen een beetje toegeknepen en geen glimlachje, een norse blik, zijn mond strak. Dat vooral. Bij kleurverzadiging heb je een negen ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Het komt heel realistisch over op mij, de kleurweergave. Het is eigenlijk bijna een tien, maar onder het haar zie je wat
150
zwarte plekken. Het lijkt als een soort schaduw, maar ziet er minder realistisch uit. Ik weet niet of dat in deze categorie ligt, maar dat viel mij op waardoor ik net geen tien geef. Voor de rest komt de kleurweergave wel realistisch over op mij. Bij kleurdifferentiatie heb je een tien ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Ik vind hem eigenlijk gewoon realistisch. Ik heb niet het gevoel dat er is bezuinigd op kleur, of een te effen kleur. En ook geen effect, dat het lijkt alsof er te veel kleuren in zitten. Misschien het enige, rondom de hals zie ik niet dat het daar iets donkerder is. Dit zou iets minder zwart moeten zijn op een foto die niet bewerkt is, althans zo lijkt het. Bij kleurmodulatie heb je en vijf ingevuld. Ja. Dat is vooral ook weer hoe die kleur met zijn hals in zijn nek zeg maar, hoe die kleurovergang heel vreemd is. En bij het haar ook weer die overgang dat het op schaduw lijkt ofzo. Deze overgang komt niet realistisch over en ik denk dat dat hier ook wel mee te maken heeft met dit effect. Dat was het wel. Bij achtergrond heb je een zes ingevuld. Ja. Enerzijds vind de achtergrond passen bij het object wel. Het ruige dat die gast uitstraalt met het jack sluit voor mij wel goed aan bij een graffitiachtergrond. Aan de andere kant is dit ook weer zo stereotiep dat het minder realistisch wordt voor mij. En puur als je kijkt naar het object en de achtergrond, zie je dat het object niet voor de achtergrond lijkt te staan. Ik weet niet of dit ook deel is van de vraag, dat valt mij in ieder geval op als je het over achtergrond hebt en de persoon in kwestie. Hoe zie je dat hij niet voor die achtergrond staat? Die scheidingslijn bij die band van die rugzak. Ik kan niet helemaal beschrijven waarom. Maar als hij er voor geplakt is als het ware. Misschien een te scherpe scheidingslijn ofzo. Een te duidelijke lijn ofzo. Iets met de kleuren en het contrast geven niet het gevoel dat je iets van diepte krijgt, heb ik het gevoel. Dat je niet echt het gevoel krijgt dat hij voor de graffitimuur staat, die want staat zeg maar. Bij representatie heb je een zes ingevuld. Enerzijds zie je best wel veel details op de foto, de plooiingen in het jack enzo en ja stukjes schaduw enzo. In dat opzicht, als je het interpreteert als één abstract en tien realistisch, zie je redelijk wat detail maar bijvoorbeeld in het gezicht, hij heeft wel een heel effen gezicht zeg maar. Nergens plooien of haren in het gezicht zeg maar. En de foto van de persoon lijkt niet helemaal scherp. In dat opzicht zie ik ook een redelijk gebrek aan detail en kom ik op een zes uit. Je hebt een vijf ingevuld bij diepte. Op de persoon zelf komt de diepte wel redelijk realistisch over. Bijvoorbeeld de schaduweffecten, donkere hoeken bij de rechtermouw van het jack. Maar de diepte tussen de achtergrond en de persoon komt voor mij niet realistisch over. Er lijkt een te scherp contrast te zijn tussen de achtergrond en de persoon. Waardoor het lijkt alsof hij ervoor is geplakt. Dat de foto niet gemaakt is met de muur erachter. Bij verlichting heb je een drie ingevuld. Dat heb ik in een eerdere vraag ook al aangegeven, maar het komt het meest tot zijn recht door de schaduwen die niet heel realistisch lijken. Vooral als je zo van voren kijkt, rechtsboven is dat haar heel zwart. Dit lijkt niet te kloppen. En zijn hals aan de rechterkant is ook enorm zwart. Dat is eigenlijk vooral wat opvalt. Er zijn sommige plekken die helemaal zwart zijn, dat vind ik niet realistisch omdat er in een echte situatie altijd nog enig licht is. Misschien een hele donkere hoek maar niet diepzwart zeg maar. Voor helderheid heb je een vier gegeven. Klopt. De helderheid in het gezicht lijkt een beetje onrealistisch helder juist. Dit is een hele fletse kleur, bijna wit, bijvoorbeeld onder zijn rechteroog, voor mij links. Bij het jack is het juist weer zulke donkere stukken, ook die band die je ziet bij zijn rugzak en het onderste deel dat je daarvan ziet bij die letter, lijkt het alsof de helderheid dusdanig laag is. Dat daarmee gespeeld is om de helderheid zo laag te zetten om een donkere plek te creëren. Terwijl als het normaal helder zou zijn, zou je meer contrast zien. Bij de context heb je een drie ingevuld. Is ook wel een beetje wat ik bij de eerste vraag noemde. In theorie klopt de context, in de zin dat het stoere imago dat hij wil uitstralen, matcht met zo´n graffitiachtergrond. Maar het is een beetje over de top weer, waardoor het hele realisme weer te niet wordt gedaan naar mijn idee. Het beeld dat geschetst lijkt te willen worden zeg maar, daar zijn ze iets te veel in doorgeslagen waardoor het heel laag is, voor mij een drie. Hoe zie je dat ze zijn doorgeslagen? Het is te veel van hetzelfde, alles moet ruig zijn, zo komt het op mij over. De graffiti is ruig zeg maar, het jack en die stoere blik. Ja goed, als we het dan over de context hebben, de achtergrond is gewoon een heel groot deel van het oppervlakte van de poster. Dat is gewoon net iets te dominant waardoor het minder realistisch wordt.
151
Je hebt een vier gegeven voor de blik. Hij kijkt recht in de camera en probeert daardoor wel je blik te vangen. Maar door hoe hij dan precies kijkt, ook in combinatie met de rest, hè, ik denk ook door het feit dat ik me niet identificeer met hem, weet hij mij niet aan te trekken. Dan is dat realisme van die blik voor mij weer teniet gedaan en scoort hij relatief laag. Wil je nog een keer uitleggen hoe hij kijkt? Ogen een beetje toegeknepen. Het hangt ook samen met zijn mond dat hij niet lacht. Norse blik, wenkbrauwen ook gewoon recht. En de schaduw helpt daar ook bij mee. Dit heeft niet per se met zijn blik te maken maar versterkt het effect. Die schaduwen in zijn oogkassen zeg maar. Je hebt een twee ingevuld voor de houding. De houding komt oor mij onnatuurlijk over, daarmee onrealistisch. Het is voor mij dat hij, ja. Je kan het ook eigenlijk weer niet los zien van de rest. Het is het doel om het ruige uit te stralen. Dat zijn hoofd net een iets andere richting op staat dan zijn lichaam. Schouders iets naar beneden. Het lijkt heel erg in scene gezet, niet natuurlijk, niet alsof hij niet door had dat hij werd gefotografeerd of zo. Nee, niet realistisch. Je hebt een drie gegeven voor authenticiteit. Dat hangt samen met die verschillende elementen, die hiervoor dus besproken zijn. Alles lijkt er gewoon op alsof het in scene is gezet, met een bepaald doel zeg maar. Het komt niet realistisch over, om kort het antwoord daarop te geven. JA dat is het. Je hebt een één ingevuld bij geloofwaardige vertolker van de boodschap. Ja, dat is het laagste wat je kan hebben. Eigenlijk alles, het sluit aan bij alles wat ik hiervoor heb gezegd. Uit alles leidt ik gewoon op dat het in scene is gezet, bij heel veel dingen. Als je dat eigenlijk al voelt, is alle geloofwaardigheid rondom deze persoon, dat hij echt tegen vloeken is en dat hij dat op jou wilt overbrengen, is eigenlijk al weg. Ik krijg wel het gevoel van oké, hij heeft honderd euro gekregen om zo even te kijken en het leren jackje aan te trekken en zo voor die muur eh. Ik krijg niet het gevoel dat dat echt een persoon is die tegen vloeken is. Wanneer zou je dat wel hebben? Hangt ook misschien af dat ik alleen deze poster zie. Als je een combinatie van posters hebt, met verschillende soorten typen mensen, dan wordt er een soort algemeen beeld gecreëerd vanuit de maatschappij zeg maar. Van dat soort mensen zijn tegen en dat soort mensen zijn tegen. Al zijn ze op zich allemaal individuele stereotypes en dan meerdere posters bij elkaar verschillende stereotypes hebt en dus een breder spectrum. En daarom wordt het misschien onbewust voor mensen, en mijzelf ook dan, zou het wat geloofwaardiger worden. Dat draagt er denk ik ook aan bij. Dat is wat ik nu kan bedenken waardoor het geloofwaardiger zou worden.
C2aM4 Bij de poster met de jongen heb je een zeven ingevuld bij identificatie. Je zegt het al een beetje, het is een jongen. Daar kan ik me beter mee identificeren dan een meisje op een scooter. Daarnaast, qua uiterlijk van de jongen kan ik me iets minder in vinden. Ik heb zelf een iets andere kledingstijl zeg maar. Voor de rest over de achtergrond heeft verder weinig met de jongen zelf te maken. Dat is eigenlijk een beetje waar ik op let als ik me moet identificeren met hem. Ik kan me op zich redelijk identificeren met de jongen, maar niet dat ik zeg van wauw dit is één op één wie ik ook ben. Waarom hangt de achtergrond niet samen met de jongen? Ja ik weet niet, hij oogt iets netter dan de graffitiachtergrond doet vermoeden. Maar dat is ook maar een eerste indruk die ik krijg. Hij oogt netter, ik weet het niet, door zijn neutrale blik en hij is simpel, eenvoudig gekleed. Zijn haar is een beetje gedaan naar één kant. Dat oogt redelijk netjes, dat hij er wel aandacht aan hebt besteed. Dat hij zo overkomt zeg maar, een beetje neutraal. Dat is de indruk die ik daarbij krijg. Waarom past het neutrale niet bij de achtergrond? Als ik denk aan netjes, denk ik niet gelijk aan graffiti. Dan denk ik aan een strakker gebouw of een strakkere achtergrond. Een kantoorpand ergens op een wat nettere setting. Een minder chaotische setting dan een graffitimuur als achtergrond. Hoewel ik aan de andere kant wel weer denk dat leren jasje dat is wel weer, dat past er wel weer wat meer bij. Een wat meer straatachtige verschijning. Dus dat. Voor kleurverzadiging heb je een zes ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Allereerst vind ik de kleurverzadiging bij de jongen, op de voorgrond van de foto, er redelijk natuurlijk uit ziet. Een beetje hetzelfde als bij de vorige foto dat het iets intenser is dan de werkelijkheid. Maar dit kan ook komen doordat hij in de zon is gefotografeerd, dat er iets op hem schijnt. De achtergrond vind ik iets minder realistisch om maar zo te zeggen. Natuurlijk, het is graffiti, maar het is allemaal één kleur blauw en wat lichter blauw, dus verschillende tinten blauw. Ik zou me goed
152
kunnen voorstellen dat er wat meer kleur in de graffiti. Dat is vaak heel kleurrijk. Zeker gezien de chaotische letters die daarop staan, zou ik zeggen dat er meer kleur bij zit. Zeker een verschil in achtergrond en voorgrond. Ik verwacht eigenlijk aan de hand wat ik zie dat de jongen er is ingeplakt. Alsof de achtergrond is aangepast naderhand. Voor kleurdifferentiatie heb je een zes gegeven. Zoals ik al zei net, de achtergrond is echt één kleur. Blauw overheerst, in verschillende tinten maar ik gok dat daar iets mee gedaan is. Dat het blauw gemaakt is. Qua voorgrond op de jongen zelf zit meer kleurdifferentiatie, het oogt wat natuurlijker. De kleuren zijn wat ik ervan zou verwachten. Niet van zijn haar is groen en over het beeld is één kleur dominant. Het oogt natuurlijk en realistisch. Je hebt een vier gegeven voor kleurmodulatie. De achtergrond, er zitten verschillende tinten blauw in. Ondanks dat ik het wat onnatuurlijk vind ogen, komen er wel verschillende soorten blauw in voor. Wat de voorgrond betreft, het is een foto. Dus er zit bijvoorbeeld in de huidskleur veel verschillende tinten in. De wangen zijn wat roder, de huid waar het iets lichter zou moeten zijn, is iets lichter. Het blonde haar kent ook weer verschillende tinten. Daar vindt zal ik maar zeggen veel kleurmodulatie plaats. Ik zou zeggen bij de jongen zelf ook het natuurlijk en realistisch. Maar de achtergrond daar zit te weinig, het is allemaal blauw. Dus er zit iets te weinig verschil in om in mijn ogen realistisch te zijn. Het kan wel dat alles blauw is. Maar het lijkt mij aannemelijker dat het oorspronkelijk in andere kleuren was. Je hebt een vier gegeven voor de achtergrond. Zoals ik bij de voorgaande vragen al aangaf, het zou prima kunnen dat die achtergrond zo blauw is en dat die graffiti in verschillende tinten blauw is opgespoten. Maar het lijkt mij vanzelfsprekender als de letters, bijvoorbeeld de letters zijn wat lichter blauw dus het lijkt mij dat die oorspronkelijk geel waren eerst. Voor de bewerking van de achtergrond. (Op dit punt wordt er gebeld. Het interview wordt een moment stop gezet.) We waren gebleven bij de achtergrond van de poster met de jongen. Kun je kort even je antwoord herhalen? Ik vind de achtergrond, hij zou realistisch kunnen zijn, dat hij gewoon blauw is gemaakt door de graffitiartiest. Maar ik gok dat de achtergrond lichtelijk gefotoshopt is om helemaal blauw te zijn. En ik zou me kunnen voorstellen dat de letters bijvoorbeeld geel zijn geweest, omdat ze het wat lichtere vlakken zijn dan de rest. De donkere vlakken zijn bijvoorbeeld iets roods of iets paars of in ieder geval iets donkerders. Of misschien zelfs blauw. De randen om de letters zouden zwart horen te zijn, zoiets. Ik denk dat daar een andere kleurindeling in zou zitten dan dat je nu ziet. In die zin vind ik het niet echt realistisch, vandaar een vier. Waarom denk je dat het is gefotoshopt? Ik heb toevallig zelf een ontwerpachtergrond, met Photoshop en ik heb al veel foto’s zien langskomen wat dat betreft, die gemanipuleerd waren. Het is alsof er één kleur overheen is gegooid. De kleur zit ook over de randen om de letters heen. Er zit ook blauw in. Dat blauw zit echt overal in. Dan zijn er ook wat lichtere, zwart-witachtige vlakken, die bij mij ook een beetje het vermoeden doen rijzen waardoor het aangepast is zeg maar. En een stukje zwart-wit is natuurlijk helemaal onrealistisch omdat zo zie je het niet natuurlijk. Of tenzij het zo geschilderd is, maar dat lijkt mij niet. Dat een beetje. Bij de vraag over representatie heb je een acht ingevuld. Ik vind de foto op zich realistisch, afgezien van de kleur. Het komt op mij niet over als abstract. Het is een foto van een jongen voor een graffitiachtergrond. Wat mij betreft, als ik langs een dergelijke muur zou lopen, zou het er gewoon zo uit kunnen zien. Zoals ik al zei, afgezien van de kleur, vind ik het realistisch eigenlijk. Bij diepte heb je een acht ingevuld? Ik heb het idee, als ik de foto zo zie, dat hij redelijk dichtbij de achtergrond ertegenaan staat, dat hij vlak voor de muur staat. Omdat hij ongeveer even scherp is als de jongen zelf. Ze zijn praktisch even scherp. Ik denk dat dat wel behoorlijk realistisch is eigenlijk. Voor verlichting heb je een acht ingevuld. Beetje hetzelfde verhaal. Het zonlicht schijnt op de jongen zijn gezicht. Dat oogt redelijk normaal en ziet er redelijk geloofwaardig uit. De achtergrond is min of meer hetzelfde verlicht. Alleen zie ik niet echt schaduw. Dus dat is het enige dat ik denk van dat oogt iets minder realistisch. Maar misschien zie je onder deze hoek de schaduw iets minder goed. Dus het zonlicht valt van boven waardoor je de schaduw niet echt ziet. Dus in die zin vind ik het wel realistisch. Bij helderheid heb je ook een acht ingevuld. Ja. Daglicht, zonlicht, redelijk helder. Volgens mij is dat redelijk duidelijk op klaarlichte dag. De helderheid is naar mijn idee realistisch bij de indruk die ik van de foto krijg als ik hem zo zie.
153
Je hebt een zeven ingevuld voor context. Ik moet een beetje terugdenken aan de eerste vraag. Dat ik hem redelijk netjes vond ogen. Bij nader inzien zijn leren jas en de kleding vind ik wel iets minder daarheen zie overeenkomen. Als ik kijk naar de outfit, dan vind ik de graffitiachtergrond en de context waarin die jongen is gefotografeerd, overeenkomen. Eigenlijk. In balans als ik het zo mag zeggen. Hij staat vlak voor een muurtje. Een foto die toevallig in de stad is genomen, zo voelt het een beetje. En ik denk dat de context wel kloppend is eigenlijk. Je hebt een zeven gegeven voor de blik. Klopt. Afgezien van het feit dat hij een beetje sipjes kijkt. Of een beetje, ja. Ik vind hem in vergelijking met de vorige poster wel een beetje, ja, hij ziet eruit alsof hij iets op zijn hart heeft een beetje. En dat is eigenlijk hartstikke realistisch. Ik bedoel mensen hebben wel eens wat he, waar ze aan denken, waar ze door afgeleid raken of als ze een keer niet in de stemming zijn voor een foto of zoiets dergelijks. Dat vind ik best wel realistisch en geloofwaardig eigenlijk. Aan de andere kant vind ik het een beetje neutraal. Ik krijg er geen uitgesproken gevoel bij, dus vandaar een zeven. Hoe zie je dat hij wat somber en sipjes kijkt? Ja je ziet wat fronsen in zijn wenkbrauwen. De mondhoeken, de mond staat een beetje niet echt vrolijk. Een beetje norse blik. Ik zou me goed kunnen voorstellen dat die persoon iets aan zijn hoofd heeft, dat hij in gedachten is. Maar ja, dat is wel, het is niet minder realistisch daardoor. Je hebt een acht gegeven voor de houding. Je ziet alleen de bovenste helft van zijn lichaam. In die zin wat ik zie, vind ik het realistisch. Het ziet eruit dat hij gewoon voor het muurtje staat. Het zou kunnen zijn dat hij ook zit of iets anders, maar dat doet voor mij geen afbreuk aan de mate hoe realistisch de foto is. Ik bedoel als je staat voor een muurtje, dat is redelijk realistisch naar mijn idee. Ook vrij neutraal, die handen naast het lichaam. Dit past ook weer bij de blik die hij heeft. In die zin vind ik de houding natuurlijk en realistisch ogen. Je hebt authenticiteit het overallcijfer van een acht gegeven. Ik vind het behoorlijk authentiek. Ik vind dat dat een beetje in lijn met zijn houding valt en zijn gezichtsuitdrukking. Een beetje die norse neutrale gezichtsuitdrukking, in combinatie met een nog neutralere houding, he, de handen langs het lichaam, redelijk rechtop, zou ik zeggen dat het authentiek is. Je hebt een negen ingevuld voor de geloofwaardige vertolker van de boodschap. Ik vind dat hij de boodschap beter vertolkt dat de vorige poster. Met name omdat hij vooral een stuk norser kijkt. Hij ziet er echt uit alsof hij ergens tegen is. Of hij nou ergens geen zin in heeft, ergens tegenop ziet of tegen is, zoals vloeken in dit geval, vind ik dat best wel geloofwaardig overkomen. In die zin denk ik wel van. Ja. Je ziet hem en dan denk ik wel van oké wat is er met deze jongen aan de hand? Waarom kijkt hij zo sipjes? Waarom kijkt hij zo, ja, nors? Dat ga je je afvragen. Als je dan de tekst van de poster bekijkt, schroomt dat eigenlijk wel en zou ik me goed kunnen voorstellen dat hij tegen vloeken is. Dat hij daar echt mee zit ofzo. Dat zie je echt wel een beetje aan hem af, dat hij dat wil overbrengen. Dus een negen.
C2aV1 Bij vraag één over identificatie heb je een vijf ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Ten eerste, het is een man, daar kan ik me minder snel mee identificeren. Ten tweede vind ik hem heel moeilijk kijken en ik ben zelf een heel vrolijk persoon. Dat vooral. Je kan zijn ogen ook bijna niet zijn door zijn wenkbrauwen en doordat er schaduw is op zijn gezicht en dat vind ik ook minder. Hij heeft niet zo’n open gezicht zeg maar. Daar kan ik me niet goed mee identificeren. Bij kleurverzadiging heb je een zeven ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Ik vind zijn kleren wel allemaal de goede kleuren hebben, maar ik vind de achtergrond te fel. Je ziet wel dit soort graffitimuren maar het is meestal niet zulke felle kleuren. Je hebt bij de vraag over kleurdifferentiatie een acht ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Ik vind wat ze hier hebben gedaan, wat allemaal één kleur is, ik heb vooral hier gekeken (bij zijn huid). Zijn huid is niet helemaal egaal gemaakt, je ziet het bijvoorbeeld op sommige stukken wat roder en daarom vind ik hem wel realistischer eruit zien als een echt persoon. Daar heb ik vooral naar gekeken want voor de rest heeft het echt veel kleuren. Maar in zijn huid vond ik hem het meest realistisch. Voor kleurmodulatie heb je een zeven ingevuld. Ik vind dat in de achterkant de kleuren wel in elkaar overlopen, vooral hier, aan de rechterkant dat blauwe van de achtergrond, daar zie je echt dat het lichtblauw donkerblauw wordt, dat vind ik wel realistisch. Ik heb wel maar een zeven gegeven want, die zwarte lijn die hij daar heeft, vind ik een beetje lijken alsof hij erin is geplakt. Het is minder, ja. Ik weet
154
niet of je dit beter kan maken. Het heeft vooral te maken met de kleuren op de achtergrond, omdat die zo heftig zijn. Daar komt bij dat zijn haar aan die kant plat zit waardoor het net lijkt alsof hij erin is geplakt. Hij heeft maar één plukje dat uitsteek. Ik denk dat als de achtergrond minder heftige kleuren heeft, dat het er ook niet zo uit ziet. Je hebt de achtergrond een zes gegeven. Ik zei net al iets over de achtergrond maar ik vind de kleuren te heftig. Ik vind het goed dat er een achtergrond is gedaan, anders zou het best wel een saaie poster worden, met alleen een achtergrond erop. Maar die achtergrond, ik vind de kleuren te fel, waardoor het minder realistisch is. Maar het gaat natuurlijk wel over ik ben tegen vloeken en hij is dan een cool persoon want hij staat tegen een graffitimuur. Zelfs een cool persoon is tegen vloeken. Dat is dan wel goed dat het een graffitimuur is, maar ik vind het te heftige kleuren waardoor het een beetje onrealistisch wordt. Waarom zou het een saaie poster zijn zonder de achtergrond? Ik denk dat hij dan sowieso minder opvalt als er alleen een persoon op staat. Ik zou het persoonlijk ook een beetje eng vinden als er alleen en persoon op staat die me aankijkt. Ik denk dat hij dan ook minder goed de boodschap kan overbrengen op die manier. Wat ik al zei, die graffitimuur is ook een beetje om hem stoer te laten lijken, denk ik. Bij representatie heb je een tien ingevuld. Realistisch dus. Ja. Wat ik al zei over zijn huid, het is een echt persoon en het is tot in detail gemaakt. Je ziet ook oneffenheden en dat zijn wenkbrauwen best wel groot zijn. Het is een realistisch persoon omdat hij niet perfect is. Kun je iets zeggen over de achtergrond? De achtergrond is niet abstract gemaakt. Het is heel duidelijk wat het is. Het is gewoon duidelijk dat het graffiti is en graffiti ga je ook niet tot in detail maken. Maar hier gaat het vooral om het persoon denk ik. Voor diepte heb je een zes ingevuld en je vertelde net (buiten opname) dat je niet weet of hij tegen de achtergrond aan staat of niet. Daarom heb ik ook een zes gegeven. Want ik vind het niet zo realistisch omdat, als je een foto neemt met een muur achter je, ga je niet meestal iets daarvoor ongemakkelijk staan. Zeker niet als het zo’n stoer persoon is met zijn leren jasje enzo. Je ziet zeg maar niet of hij er tegen aan leunt of niet, dat vind ik een beetje verwarrend. Hoe wordt het verwarrend? Bij zijn rits is het helemaal een rechte lijn en als je normaal ergens tegenaan staat zie je dat de vorm van je jasje een beetje verandert, wanneer je leunt. Het lijkt nu net alsof hij net met zijn arm zo tegen de muur zo staat, maar niet leunt, maar stijf. Dat vind ik een heel erg rare pose eigenlijk. Hij zou cooler over komen wanneer hij leuk leunt. Dit is een ongemakkelijke pose, zo sta je niet op de foto. Voor verlichting heb je een negen ingevuld. Welk element op de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Vooral de schaduwen hier bij zijn ogen en bij zijn neus en bij zijn kin. Het is wel realistisch want als je de zon op je hebt staan, heb je dit soort schaduwen en hij kijkt ook een beetje moeilijk tegen de zon in. Dat is best wel realistisch. Bij helderheid heb je een vijf ingevuld. Deze poster is sowieso heel helder. Je hebt sowieso de zon linksboven en je ziet sowieso op zijn jasje dat daar vol de zon op staat. Maar ik vind het dan minder realistisch want het ziet er heel erg warm uit op deze foto, maar dan heeft hij wel een leren jasje aan. En dat maakt het onrealistisch voor mij. Bij context heb je een tien ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Nou als ik kijk naar deze afbeelding, hij is niet ongelofelijk knap of zo en ook niet heel lelijk. Dus ik denk dat hij voor een Nederlandse jongen best wel normaal is zeg maar, best wel gemiddeld. Ook qua figuur hij is niet dun of niet te dun ofzo en niet dik. Oké misschien heb je in Nederland wel iets dikkere mensen maar over het algemeen ziet het er gewoon uit als een normale jongen. Ook niet een overdreven goede kleding stijl en ook niet slecht, gewoon. Net als die Dove vrouwen, die zijn ook normaal. Je zegt het is typisch een Nederlandse jongen maar hoe zie je dat het een Nederlandse jongen is? Hij heeft blond haar, dat hoeft niet echt Nederlands te zijn maar hij is echt zo´n kaaskop, een beetje grotere neus. Ik weet niet bij sommige mensen heb je gewoon dit is een Nederlandse jongen en bij hem heb ik dat. Gewoon echt een beetje een boeren knul. Bij blik heb je een negen ingevuld. Ik vind het wel dat wanneer je de zon in kijkt. Kijk ik vind het sowieso goed dat hij de lens in kijkt en dat hij mensen betrekt in zijn verhaal. Maar ik vind het wel realistisch hoe hij kijkt, want als je de zon in kijkt, ga je knijpen met je ogen en kan je ook niet echt mooi meer kijken. Dat vind ik heel realistisch gedaan. Ik heb geen tien gegeven omdat ik hem een beetje zielig
155
vind kijken. Ik weet niet of dat echt klopt bij zijn beetje stoere uiterlijk. Omdat over het algemeen stoere jongens niet zielig maar stoer kijken. Hoe zie je dat hij zielig kijkt? Ik denk dat het vooral door ze zon komt, maar vooral zijn rechteroog dit ooglid staat een beetje naar beneden waardoor hij wat zielig overkomt. Ik denk dat het vooral door zijn rechteroog komt. Sowieso zijn wenkbrauwen gaan best wel naar beneden, waardoor hij er zieliger uit ziet. Dit komt waarschijnlijk door de zon. Dat je dan een beetje raar gaat knijpen met je ogen en dat daarom zijn wenkbrauwen naar beneden gaan. Bij houding heb je een zes ingevuld. Ik heb wat punten eraf getrokken omdat je niet kan zien of hij leunt of niet. Ik vind het een beetje een stijve pose, dit kan wat cooler. Het stijve komt vooral omdat er niets gebeurt met zijn jasje. Het is een rechte lijn waardoor het lijkt alsof hij zijn armen stijf bij zich heeft. Anders zat zijn jasje niet zo strak naar beneden. Je zegt het had wat cooler mogen zijn? Ja ik vind nog steeds ze proberen hem eruit laten zien alsof het een stoere jongen is, met die graffitiachtergrond en het leren jasje enzo. Het is sowieso een beetje een sulletje maar als hij gewoon iets gemakkelijker eruit ziet dat hij dan ook wat beter overkomt. Het iets er ongemakkelijk uit van (rare stem) o ik ben tegen vloeken. Hij moet gewoon een wat natuurlijkere pose hebben, dat het een echt persoon lijkt. Nu is het dat hij zo staat en dat de achtergrond er in is gepakt. Maar als hij gewoon natuurlijk in de hele omgeving staat, komt hij beter over. Bij authenticiteit heb je een zeven ingevuld. Kun je je keuze toelichten? Niet heel uitgebreid eigenlijk. Als ik kijk naar alle vorige vragen bij elkaar zijn er puntjes die wat onrealistsichter overkomen bijvoorbeeld de kleuren en zijn houding. Maar over het algemeen is het wel een normaal persoon. Je zou hem zo op straat tegen kunnen komen, hij is niet mooier gemaakt dan dat hij is. Je hebt een zeven ingevuld bij een geloofwaardige vertolker van de boodschap. Ik heb daar wat puntjes eraf gehaald omdat ze hem er stoer eruit willen hebben laten zien en dat dan een stoer persoon tegen vloeken is en dat vind ik iets minder lukken omdat hij ongemakkelijk staat en een beetje sullig is. Maar ik vind hem niet echt een persoon die zelf heel veel zou vloeken. Als iemand er een beetje badass uitziet en dan tegen vloeken is, heeft dat denk ik een sterker effect. Hij ziet eruit alsof hij sowieso niet zou vloeken. Dan kan hij wel tegen andere mensen zeggen ik vind het niet goed als jij het wel doet, maar ik denk dat als iemand er stoer uit ziet, en het vroeger wel heeft gedaan en nu heeft gemerkt van oké dit is niet goed en er dan tegen is, dan heb je een sterker effect op mensen. Ik heb wel een zeven ingevuld omdat het wel een echt persoon is. Te erg badass zou ook weer overdreven zijn, dat werkt ook niet. Hij had net een tikje stoerder moeten zijn, dat wel. Niet helemaal de andere kant op onder de tattoos en piercings, dat niet, maar net iets, ik denk met zijn houding al iets anders, dat het dan net iets beter zou zijn.
C2aV2 Bij de eerste vraag over identificatie heb je een zes ingevuld. Ten eerste is het een man, daar kan ik me als vrouw ook niet goed mee identificeren. De graffiti op de achtergrond laat een milieu zien waar ik mijzelf ook niet in thuis vind horen, daarom ook al minder identificatie. Waarom ik me niet helemaal niet kan identificeren, hij ziet er wel jong uit en ik ben ook jong dus in dat opzicht kan ik me wel mee identificeren. Je zegt een milieu waar je je niet in thuis voelt, wat is dan dat milieu? Een beetje skater, hiphop, dat is mijn idee. Een beetje stoer doen en hangen, hangjeugd en dat is niet wat ik ooit heb gedaan. Door de graffiti en een beetje het leren jasje. Leren jasjes zijn meestal toch stoer. Dat en het feit dat hij ook een beetje moeilijk kijkt. Jongens kijken meestal wel een beetje moeilijk als ze stoer proberen te kijken. Dat is ook wat volgens mij een beetje bij dat milieu hoort, stoer doen enzo. Je hebt een negen ingevuld voor kleurverzadiging. Het ziet er voor mij wel heel realistisch uit. Maar ik denk wel dat ze iets feller zijn, de kleuren, dat ze het iets meer naar voren hebben gebracht om het iets meer te laten spreken dan dat het gewoon normaal zou zijn zeg maar. Je hebt een tien ingevuld bij kleurdifferentiatie. Op zich, veel verschillende kleuren valt wel mee. Maar niet dat het maar één kleur is, of dat er kleuren zijn weggelaten of dat soort dingen. Daarom een tien. Bij kleurmodulatie heb je een tien ingevuld. Ik zie op de achtergrond al veel verschillende kleurtinten blauw. Daarom is het niet maar één kleurtint maar verschillende kleurtinten. Voor mij is het hoe meer kleurtinten hoe realistischer dus daarom een tien.
156
Je hebt een negen ingevuld bij achtergrond. Graffiti dat vind ik iets normaals, dat kan je overal wel tegenkomen. Ik heb niet heel erg het idee dat hij een graffitispuiter zou zijn. Dus de achtergrond in de context vind ik niet dat de achtergrond heel erg bij hem zou passen. Ik zou hem eerder zien voor een bibliotheek ofzo, iets wat meer bij hem zou passen. Misschien omdat hij oranje haar heeft, dat klinkt nu heel lullig, maar dan komt hij meer over als een soort sulletje ofzo en niet zozeer een graffitispuiter met een laaghangende broek of een petje achterstevoren en alleen maar op straat hangen. In context vind ik de achtergrond minder bij hem passen. Maar de achtergrond op zich is realistisch. Je hebt een tien ingevuld bij representatie. Naar mijn idee is het gewoon een foto met details die er moeten zijn. Er is niet iets weggelaten of versimpeld, daarom denk ik dat de representatie heel realistisch is. Je hebt een zeven ingevuld bij dieptewerking. Dat komt omdat ik niet het idee heb dat hij voor die muur staat. Ik heb het idee dat hij er een beetje is opgeplakt. Dat komt vooral omdat ik niet een schaduw zie op de muur, terwijl die er naar mijn idee wel zou moeten zijn als hij echt in het zonlicht voor de muur zou staan zeg maar. Je ziet vooral bij zijn hoofd aan de rechterkant een soort, zie je dat het wat scherper is. Je ziet ook, het licht komt als je naar de poster kijkt van de linkerkant, dus dan zou je ook, wat je op zijn gezicht ook ziet, schaduw hebben. Maar dat zou dan ook op de muur moeten zitten omdat hij ook voor de muur staat. Daarom vind ik de dieptewerking niet echt realistisch want dus die schaduw dat hij letterlijk voor de muur staat en daarmee de diepte maakt, ontbreekt. Ik doe wel eens aan fotoshoppen en die randjes let ik zelf heel erg op dus dan zie je wel waarom het mij erg is opgevallen. Ik zeg het nog maar even. Je hebt een zeven ingevuld bij verlichting. Zoals ik net al zei, de belichting op de jongen is niet hetzelfde als op de muur. Hij heeft schaduw op zijn gezicht maar niet echt diepte. Op de muur is dat niet zo. Het lijkt zelfs zo, maar dat zou ook kunnen komen omdat het als graffiti is gespoten, dat er een foto met flits is gemaakt op de muur waardoor de lichtbron van linksboven komt, bij dat sterretje. Maar dat zou ook in principe gewoon graffiti kunnen zijn, niet per se licht. Je ziet wel dat het licht op hem anders is dan op de muur, daarom vind ik het wat minder realistisch. Als ze wat schaduw hadden toegevoegd met fotoshop en de belichting wat anders hadden gedaan, het is niet dat het superonrealistisch is maar het is niet duidelijk realistisch. Je hebt een acht ingevuld voor helderheid. Ja. Ik denk dat, net als bij de vorige poster, ze wel wat hebben gedaan met de helderheid. Je ziet dat, dat hebben ze bijvoorbeeld ook gedaan met de helderheid. Je ziet, dat heeft wel een beetje te maken met het licht. Je ziet dat de schaduwen zijn heel donker en scherp en de dingen die in het licht zijn een beetje te licht. Daarom denk ik dat ze de helderheid wat naar boven hebben gegooid. Vooral op de jongen. Niet zozeer op de achtergrond, daar valt het wel mee. Maar vooral op de jongen omdat je daar veel schaduwen ziet. Je hebt een zeven ingevuld bij context. Zoals ik volgens mij aan het begin ook al zei, ik vind de jongen niet echt een typische jongen die ik zou zien als graffitispuiter. Tuurlijk het zou kunnen, maar het typische beeld dat ik heb bij een graffitispuiter komt niet overeen met hoe hij eruit ziet. Hij ziet er voor mij meer uit als een soort bibliotheekgeek. Blousje, rugzak nog om en een beetje moeilijk kijken. Sorry maar het oranje haar ook. Dus daarom een zeven. Het zou kunnen, maar het is niet dat ik denk van ja dat is een typische graffitispuiter. Je hebt een acht gegeven voor de blik. Ik krijg bij deze blik wel meer het idee dat het geposeerd is. Niet zozeer onrealistisch want hij kan best zo kijken omdat hij het moeilijk heeft omdat hij nog zoveel moet studeren of hij wordt gepest ofzo. Daarom kijkt hij zo moeilijk. Het komt op mij wel meer geposeerd over dan bij de vorige poster. Als ik dat met elkaar vergelijk, is dit wel meer een poster waarvan ik denk ja, probeer maar gewoon te kijken, maar het is toch meer neergezet die blik. Hoe zie je dat aan zijn blik? Hij kijkt niet helemaal recht in de camera, maar wel al meer richting de camera dan de vorige poster. Ook de witte puntjes in zijn ogen zijn neergezet, dat is een beetje bewerkt. Daarom ziet zijn blik er ook wat minder realistisch uit naar mijn idee. Je hebt bij de vraag over de houding een negen ingevuld. Op zich, zijn houding ziet er wel authentiek uit alsof iemand zo zou staan. Maar voor mij is houding en blik wel met elkaar verbonden. Omdat ik zijn blik op zich wel authentiek vind maar wel een beetje geposeerd, is voor mij de hele houding voor mij niet honderd procent authentiek. Omdat ik bij zijn blik er ook een beetje van uit ga dat het wel een beetje geposeerd is. Het is niet de hele houding, het zou gewoon authentiek kunnen zijn. Maar mijn idee is wel, door de combinatie met de blik, dat er is gezegd van even stil staan, we gaan nu een foto maken, dat idee. Niet van ga even in een houding staan maar wel even stilstaan.
157
Je hebt een zeven gegeven voor authenticiteit. Ja dat komt vooral omdat ik hem niet echt vind passen bij de achtergrond. Hij ziet er voor mij niet echt uit als een graffitispuiter. En omdat hij opgeplakt lijkt, versterkt dat voor mij dat gevoel. Ook dat zijn blik een beetje, toch een beetje geposeerd lijkt, heb ik het idee van het klopt niet helemaal. Hij is niet helemaal authentiek zeg maar. Het is niet dat hij onrealistisch is, het kan prima, als ik de poster zou zien hangen zou ik niet denken o dit is echt raar, dit klopt niet, dit is niet authentiek. Het is wel nu ik er iets langer naar heb gekeken, klopt het voor mij niet helemaal met de achtergrond. In die zin is het voor mij niet helemaal authentiek. Voor geloofwaardige vertolker van de boodschap heb je een negen ingevuld. Ik zou van hem op zich wel geloven dat hij tegen vloeken is. Dit komt meer door het gingerimago, beetje het suffige nerdy imago zeg maar, dat ik wel iets heb van hij is tegen vloeken. Ik kan me wel voorstellen dat hij dat niet doet of niet veel doet. Ook omdat hij er wat serieuzer uit ziet. Daarom denk ik wel dat hij een goede vertolker is van de boodschap. En ik denk dat ze, om hem minder geeky te maken, hem voor die achtergrond hebben gezet. Dat hij er daarom wat stoerder uit ziet. Dat ze daarom een breder publiek hebben kunnen bereiken. Stel ze hadden hem voor een boekenkast gezet, dan had iedereen wel iets gehad van ja dat is een boekennerd, logisch dat hij tegen vloeken is. Daarom een negen.
C2aV3 Bij de eerste poster met de man heb je een zes ingevuld voor identificatie. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Ik vind het een beetje een nors persoon op de poster. Hij kijkt een beetje moeilijk, hij fronst ofzo. Daarom kan ik me niet goed met hem identificeren. Je hebt een zeven gegeven voor kleurverzadiging. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Ik vind dat het allemaal, die kleuren, heel erg eruit knallen. Vooral de achtergrond vind ik heel erg opvallen. Dit vind ik te, en daarom minder realistisch, maar niet onrealistisch. Bij kleurdifferentiatie heb je een zeven ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Ik vind dat, een beetje hetzelfde als het vorige antwoord. Ik weet niet, sommige dingen springen er zo opvallend uit, zodat het ietsje minder realistisch wordt. Bij kleurmodulatie heb je een acht ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Ik vind de kleurtinten redelijk realistisch. Alleen de achtergrond vind ik een beetje to much maar wel realistisch op zich. Voor achtergrond heb je een zes ingevuld. Ik vind het, het is wel een realistische achtergrond op zich. Maar omdat het zo aanwezig is, dat het er nep en opgeplakt uit. Doordat het er zo uit springt. Bij representatie heb je een negen ingevuld? Qua details vind ik het wel realistisch hoe het allemaal erop staat. Vooral de persoon zelf is realistisch. En die verhouding met de achtergrond vind ik dan, ja minder realistisch. Maar daarom een negen en geen tien. Bij diepte heb je een vijf ingevuld. Ik vind dat er niet veel diepte in zit omdat het lijkt dat de achtergrond los staat van de persoon. Dat geeft een raar gevoel. Voor verlichting heb je een acht ingevuld? Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Verlichting is realistisch. Alleen dit vind ik een beetje een raar stukje (wijst naar linksboven) alsof het licht geeft en terug weerkaatst. Voor helderheid heb je een negen ingevuld. Ik vind het wel realistisch, ik weet niet zo goed waarom. Ik vind het lastig te zeggen waarom het zo realistisch wordt. Ik weet het gewoon niet. Bij context heb je een acht ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft. Ik denk, de indruk die ik van hem krijg, dat dat wel is zoals hij is. Hij is een serieus persoon, hij kijkt namelijk een beetje nors, een beetje fronsend. En zelfverzekerd, ik denk dat dat wel past. Dit past bij de boodschap en de persoon. Voor de blik heb je een zeven ingevuld. Ik vind op zich wel dat hij betrokken kijkt, maar misschien een klein beetje een geforceerde serieuze blik waardoor het iets minder realistisch wordt. Je hebt een zeven ingevuld voor houding. Ja. Ik vind het een heel klein beetje lijken alsof hij geforceerd stoer staat, dat vind ik niet passen bij hem. Ik denk door een combinatie van hoe hij kijkt en hoe hij zijn schouders houdt. Een beetje zo strak langs zijn lichaam.
158
Waarom past dat niet bij hem? Dat weet ik niet zo goed. Het ziet er gewoon geforceerd uit. Maar een zeven is gewoon realistisch. Je hebt het overall cijfer voor authenticiteit een zeven gegeven. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? In zijn totaliteit hoe hij kijkt hoe hij staat, dat dat een klein beetje geforceerd lijkt, een klein beetje moeilijk. Dat hij zo moeilijk serieus in de camera kijkt. Ik denk dat dat wel een bij die persoon past. Dat is wel realistisch maar een klein beetje geforceerd. Voor geloofwaardige vertolker van de boodschap heb je een zeven ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Ik denk wel hij is een beetje zo serieus persoon die een beetje moeilijk aan het kijken is, daarom van ik ben ertegen dat hij dat uitstraalt. Maar ik denk ook wel dat zoiets bij de persoon, ik denk niet dat hij een grof persoon is die vloekt. Ik vind niet per se dat de foto zelf met zijn leren jasje en zijn norse blik dat dat het extra maakt bij wat de boodschap is tegen vloeken.
C2aV4 Bij de eerste vraag over identificatie heb je een zeven ingevuld bij de poster met de jongen. Welk element in de poster maakt dat je dit cijfer geeft? Ik kan me wel al identificeren met hem als jongen, hij lijkt ongeveer mijn leeftijd wel. En als blanke Nederlander zeg maar. Minder omdat het een man is. Maar ja, hij ziet er wel uit als iemand die je hier in de buurt tegen zou kunnen komen. Komt een beetje door zijn kledingstijl en qua leeftijd ziet hij er uit als iemand die wel op de universiteit zou kunnen zitten ofzo. Je hebt een zeven ingevuld voor kleurverzadiging. Er is kleur gebruikt, dat is natuurlijk realistisch. Het lijkt behoorlijk verzadigd, de kleuren lijken heel fel en contrasterend. En er zit meer dan je normaal gesproken zou verwachten. Er zit te veel verschillende soorten blauw en oranje en zwart zeg maar in. Het ziet er net wat onrealistisch uit. Bij kleurdifferentiatie heb je een negen ingevuld. Het zijn, er worden verschillende kleuren gebruikt, maar wel veel blauw. Maar dit ziet er niet onrealistisch uit, niet tegen natuurlijk ofzo. Het zijn wel kleuren en kleurcombinaties die je in het echt zou tegen komen. Bij kleurmodulatie heb je ook een negen ingevuld. Er worden veel verschillende tinten van de kleuren gegeven en dat ziet er wel natuurlijk uit. Er worden veel kleurschakeringen laten zien en verschillende kleuren en er wordt veel contrast tussen de kleuren laten zien. Dat zou je gewoonlijk ook zo tegenkomen, het ziet er realistisch uit. Voor achtergrond heb je een tien ingevuld. De achtergrond ziet er heel realistisch uit. Het lijk gewoon alsof hij tegen een graffitimuur aan staat. Het is een soort graffitimuur die je in Utrecht heel veel ziet. Qua sterkte en kleuren ziet het er realistisch uit. Je hebt een tien ingevuld voor representatie. Er is eigenlijk niets abstracts aan de foto. Het is allemaal heel gedetailleerd en echt en realistisch. Het is duidelijk een jongen voor een graffitimuur. Je hebt een acht ingevuld voor diepte. Hij lijkt wat te dicht bij de muur te staan om echt te zijn. Normaal gesproken zou je verwachten dat hij er iets verder af zou staan, dan zou ik ook meer schaduw verwachten tegen de muur. Daardoor lijkt hij er een beetje onnatuurlijk dicht tegen aan te staan, doordat er te weinig schaduw is. Voor de mate dat er schaduw op de muur valt, zou hij er echt met zijn gezicht vrijwel dicht tegenaan moeten staan. Je hebt een acht ingevuld voor verlichting. De foto is heel fel verlicht. Wat feller dan het natuurlijk zou moeten zijn, tenzij je er echt een dikke lamp of volle zon op zou zetten. En er is veel onderscheid tussen licht en donker, maar de schaduwen zien er niet helemaal kloppend uit. Vooral de schaduwen in zijn haar lijken wat donker en ook in zijn kleding zie je extreem veel reflectie van het licht. Op zijn leren jasje en dat ziet er ook wat onrealistisch uit. Je hebt een zeven ingevuld voor helderheid. Het ziet er wat abnormaal helder uit. Het wit reflecteert extreem, zowel in zijn kleding als in de achtergrond. En dat ziet er wat te fel uit om natuurlijk te zijn. Je hebt een negen ingevuld voor de context. Hij ziet er heel geloofwaardig uit als persoon, door de kledingstijl en dat kapsel. Het lijkt wel kloppend. Hij ziet er uit als een
159
normaal persoon die je op straat ook tegen zou kunnen komen. Hij ziet er alleen niet echt uit als iemand die graffiti spuit, maar als ze willen doen lijken alsof hij langs een graffitimuur loopt, dan zou dat best kunnen. Je hebt een tien ingevuld voor de blik. De blik is heel betrokken, hij kijkt recht de camera in. Maar dit blijft wel realistisch door zijn houding. Hij staat niet recht naar de camera, maar kijkt een stukje opzij. En zijn hoofd heeft een natuurlijk houding, dus dat ziet er wel realistisch uit. Je hebt een negen gegeven voor de houding. De houding ziet er ontspannen uit, zijn gezicht is rustig en zijn schouders hangen redelijk laag. Hij staat niet extreem rechtop ofzo. Het is alleen wat statisch misschien. Maar het lijkt een beetje alsof iemand hem net heeft aangesproken op straat bijvoorbeeld, dat ziet er heel natuurlijk uit. Je hebt een negen ingevuld voor authenticiteit. Ik vind hem wel authentiek. Hij is geloofwaardig als jongen die over straat loopt en wordt aangesproken. Zo ziet het er wel een beetje uit en dat is realistisch. Hij ziet er niet heel geposeerd uit, het ziet er niet heel gespeeld uit en ook zijn uiterlijk klopt wel, zijn stijl en zijn kapsel. Zeg maar de kledingstijl en kapsel past wel wat hij uitstraalt, het imago. Het zou raar zijn als hij rastalokken zou hebben ofzo. Hij zit er gewoon uit als een heel normale jongen. Je hebt een negen ingevuld voor de geloofwaardige vertolker van de boodschap. Ik geloof het wel. Het lijkt alsof hij net is aangesproken door iemand die vroeg wat vind je van vloeken? En hij zegt dan ik ben tegen vloeken. Dat geloof ik wel. Daarbij kijkt hij ook een beetje suf uit zijn ogen, dus ik geloof wel dat hij tegen vloeken is. Wat is de connectie tussen suf en tegen vloeken zijn voor jou? Hij ziet er niet echt rebels uit ofzo. Hij ziet eruit alsof hij altijd naar zijn ouders luisterde als die zeiden dat hij niet mocht vloeken. Eventueel dat hij uit morele gronden tegen vloeken is. Hij ziet er uit als een EO-jongerendag type. En het hele beeld is wel realistisch, het ziet er niet heel geposeerd of geforceerd uit, dus ik geloof het wel.
Conditie 2b De stimulus voor conditie 2b is poster N2. De respondenten bestaan uit vier mannelijke (V) en vier vrouwelijke (V) studenten.
C2bM1 Je hebt een zes gegeven voor identificatie. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer hebt gegeven? Ze heeft een zonnebril op, wat een beetje, niet dat ik nooit een zonnebril op heb, en een scooter maakt het een beetje alsof ze dingen afweert, niet durft te laten zien. Die ander stond er ook niet echt vrolijk bij maar zij ook niet. Ik kan me wel een beetje identificeren, gewoon een chick op een scooter. Maar dat ben ik niet dus persoonlijk identificeer ik me niet met haar. Bij kleurverzadiging heb je een negen gegeven. Het ziet er wel kleurrijk uit. Een mooie rode scooter en een beetje vaal blond haar. De achtergrond ziet er net iets te groen uit maar daarom ook een negen en geen tien. Bij kleurdifferentatie heb je een acht gegeven. Ja het is mooi groen op de achtergrond en de rode scooter en een blauwe broek. Alleen dat zwart op zwart maakt dat er niet veel kleuren tussenin zit. Bij kleurmodulatie heb je een tien gegeven. Het ziet er wel realistisch uit, ja. Zo zie ik het in het echt ook. Je hebt een negen gegeven voor de achtergrond. Ik vind de achtergrond realistisch. Je ziet wat bomen en je ziet een schoolplein en een schoolgebouwtje. Ja een negen. Als ik iets meer zag dan misschien een tien maar goed dit kan overal zijn.
160
Bij representatie heb je een negen ingevuld. Ik vind het wel gedetailleerd. Je ziet de scooter goed, je ziet het meisje goed. Alleen de achtergrond is wat minder. Dit is ook logisch want de achtergrond is wat waziger. Dus een negen. Bij diepte heb je een tien ingevuld. Realistisch? Ik vind het wel realistisch. Wat is hier niet realistisch? Er is niet mee gekunsteld volgens mij. De foto is gemaakt van redelijke ooghoogte. Misschien een beetje van onderen maar het komt wel heel realistisch over alsof ze echt voor je staat. Hoe zie je haar ten opzichte van de achtergrond? Ze komt wel echt naar voren. Dat ziet er wel leuk uit op zich. Bij verlichting heb je een zeven gegeven. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Nou ja, ik zie een beetje schaduw rechtsonder van de stoep zeg maar, van dat plein. Verder zie ik ook schaduwen op haar gezicht en haar nek zeg maar. Het had nog net iets meer kunnen zijn of iets meer grond kunnen laten zien om het helemaal te optimaliseren maar wat dat betreft is het wel zonnig en daarom weinig schaduw. Bij helderheid heb je een tien ingevuld. Ik vind het helder, zeer helder, een tien waard zo zou ik het zelf in het echte leven ook tegen komen. Ook de rode scooter en de groene blaadjes. Dit kom ik in het echt ook weer tegen. Je hebt een acht ingevuld bij context. Ik vind dat ze realistisch doet alsof ze op haar scooter zit, dat zit ze ook daadwerkelijk volgens mij. Ze is niet aan het rijden maar houdt wel stevig vast. Dit zou voor mij wat losser kunnen, want ze staat immers stil. Verder, ja. Ik zie haar als een scholier of eerstejaars student. Daar is ze niet te oud voor denk ik. Je hebt een zes gegeven bij blik. Je zegt net (buiten opname) dat je haar blik niet ziet door haar zonnebril. Nou je ziet wel een blik, ze heeft wel iets met haar lippen gedaan, ze laat wel expressie zien. Alleen je ziet haar wenkbrauwen niet omdat haar zonnebril ervoor zit. Je ziet haar ogen nauwelijks. Daar kan je niet echt een blik uithalen. En het feit dat ze haar hoofd een beetje schuin houdt, waardoor haar zonnebril nog schever zit, vind ik het wel een rare blik. Je hebt een zes gegeven voor de houding. Ik heb zelf geen scooter dus weet niet hoe je op een scooter zit. Maar volgens mij staat ze er best wel slaperig op, ik vind het een beetje onrealistisch overkomen. Ze zit een beetje met haar schouders gezakt, handen losjes aan het stuur zo komt het over. Niet alsof ze nu van plan is weg te rijden nu. Je hebt een zeven gegeven voor authenticiteit. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? De blik die ik niet echt kan zien, de houding die een beetje raar is. Maar ik kan het gewoon in het echt tegen komen, het is niet heel erg gekunsteld. Het is een beetje een ongelukkige samenloop dat het een beetje raar overkomt en daarom niet zo’n hoog cijfer. Die blik dus die niet te zien is en dan zo’n houding die niet echt sportief overkomt. Je hebt een vijf ingevuld bij geloofwaardige vertolker van de boodschap. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Wat ik net ook al zei, ik zou niet weten hoe je een vloeker uitbeeldt. Ik vond de vorige jongen ook al niet zo’n vloeker maar ik vind dit ook niet echt een vloeker en nog minder dan die van net. Sowieso weet ik niet wat je bij een stereotype vloeker neer moet zetten of wat niet. Ze lijkt wel redelijk onschuldig wat dat betreft en zou daarom tegen vloeken kunnen zijn.
C2bM2 Je hebt bij de vraag over identificatie een drie ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? De scooter, het hele plaatje niet. Daar kan ik mij niet in vinden. Kijk nu hoe ze erop zit, zo semiarrogant. Door de bril die ze op haar hoofd heeft. Nee, nee gewoon niet. Voor kleurverzadiging heb je een zeven gegeven. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Nou de kleuren die erin zitten, zijn niet extreem fel gemaakt. Althans daar lijkt het op. Het rood springt er bijvoorbeeld niet heel erg uit. Het is in principe met natuurlijk licht gemaakt, lijkt me. Zonder extreem veel fotoshop qua kleurintensiteit. Bij kleurdifferentiatie heb je een zeven ingevuld. Wederom, het lijkt niet alsof er veel met fotoshop is bewerkt, waardoor deze poster op mij redelijk realistisch overkomt wat betreft kleurdifferentiatie. Ik bedoel alle kleuren zitten erin, verschillende tinten van de kleuren, maar niet extreem veel. Bij kleurmodulatie heb je een vier ingevuld. Dat heeft denk ik wel te maken met belichting. Ik zou toch verwachten dat er aan de ene kant meer schaduw zou zijn of dat
161
de andere kant juist wat feller zou zijn. Dus het lijkt alsof er wat met de belichting is gedaan om iets te bereiken met deze poster. Daardoor lijkt het minder op een realistische poster zal ik maar zeggen. Bij achtergrond heb je een vier ingevuld. In eerste instantie lijkt het alsof er gewoon is scherp gesteld op de vrouw op de scooter en minder op de achtergrond. Maar als je ook naar de vloer kijkt, zie je dat deze ook onscherp is. Wat dat betreft geef ik een vier hoe realistisch deze posters is. Dit komt niet helemaal overeen wat ik in mijn hoofd heb zitten als foto, dan moet de wazigheid van de achtergrond moet toenemen naarmate je de afstand tot het punt waarop het scherp is gesteld toeneemt. Dit is niet helemaal het geval. Bij representatie heb je een acht ingevuld. Dit is niet echt abstract, het spreekt echt voor zich. Er is weinig gemodificeerd aan deze afbeelding ten opzichte van het werkelijke beeld. Je zou kunnen zeggen dat de achtergrond wat abstract is, maar dat komt weer terug op die vorige vraag, op het scherpstellen. Ja ik vind het redelijk representatief. Je hebt een vijf ingevuld voor diepte. Ja de diepte is aanwezig, alleen verloopt deze niet helemaal zoals je zou verwachten op een foto. Het beeld wordt geschetst dat de vrouw op de scooter op een andere afbeelding is geplakt. De dieptetoename zou je normaal kunnen zien in de ondergrond en dat is hier helemaal niet het geval. Hoe zie je dat ze erin is geplakt? Je zou verwachten dat als er wordt scherpgesteld op de scooter, dus vooraan dichtbij op de foto, scherper is dan verder weg. En dat is niet het geval. Dat zegt mij dat ze erin is gefotoshopt op die manier. Je hebt een zes gegeven voor verlichting. Wederom die vrouw op die scooter, die zijn goed verlicht. Het lijkt wel met redelijk fel zonlicht. Maar op de achtergrond is dat veel minder duidelijk te zien. Je zou verwachten dat de kleuren op de achtergrond ook wat meer uit zouden springen, maar dat is niet het geval. Het principe vind ik nog wel een voldoende waard omdat de achtergrond nog wel goed belicht is en dat het niet in slecht weer is of gewoon donker. Hoe zie je dat ze in het zonlicht staat? Kun je dat aanwijzen? Door de glimmende punten op haar hoofd en haar neus en dat haar handen wat lichter zijn. De huidoppervlakten springen er echt uit. Op het jasje zie je ook redelijk wat detail. Je zou kunnen voorspellen wat voor stof het is als je er een beetje verstand van hebt. Voor helderheid heb je een zeven gegeven. De helderheid is in principe goed naar mijn mening, althans alle details die men belangrijk moet vinden, springen er ook uit. Alleen wederom de achtergrond, dat is wederom minder. Daar zie je een duidelijk verschil in en dat maakt het minder realistisch. Voor context heb je een acht gegeven. Dat lijkt me redelijk realistische afbeelding. Op mij wekt het in ieder geval de indruk dat het een naar school gaand persoon is die op de scooter het schoolplein verlaat. Dat gebouw op de achtergrond. Qua leeftijd komt dat redelijk overeen denk ik. Ik denk dat ze een jaar of zeventien is. Je hebt een acht ingevuld voor de blik. Haar blik komt redelijk overeen met de boodschap op de poster. Er wordt serieus gekeken in de camera en het wordt echt gebracht alsof het een uitspraak is die zij doet zeg maar. Hoe zie je dat ze serieus kijkt? Ze lacht niet. En, ja hoe zie je dat? Dat zou ik niet durven zeggen. Ik vind haar gewoon serieus kijken. Dat is een gevoelskwestie denk ik. Daar kan ik niet precies een vinger op leggen waar dat vandaan komt. Je hebt een zeven ingevuld bij houding en je zei net al van ja ze zit gewoon op haar scooter. Kun je daar iets meer over vertellen? Het lijkt me niet realistisch dat iemand die stilstaat op haar scooter, beide handen zo netjes aan het stuurwiel heeft. Ik heb zelf nooit scooter gereden, maar ik kan me daar niet veel bij voorstellen. Ik kan me toch voorstellen dat je makkelijk één handje loslaat. En dat vind ik toch niet helemaal realistisch. Voor de rest vind ik het wel realistisch, komt het wel in de buurt van de werkelijkheid. Al met al heb je authenticiteit een acht gegeven. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Veel eerder genoemde elementen. Dat het lijkt alsof ze een schoolgebouw verlaat, dat komt toch redelijk overeen met het beeld. Die handjes op het stuur lijkt alsof ze echt onderweg is. Een combinatie van de voorgaande vragen die dit tot een acht maken.
162
Bij geloofwaardige vertolker van de boodschap heb je een vier gegeven. Nee dit lijkt me echt niet. Als ik haar zo zie op een scooter zitten, met haar fancy zonnebril en weet ik wat allemaal, dan lijkt het me niet iemand die het ook maar iets kan interesseren of iemand vloekt of niet. Waarom niet? Mensen die tegen vloeken zijn zie ik nog wel als, ik weet niet, heel extreem nette burgers. Kijk je hebt natuurlijk verschillende gradaties van vloeken, maar ja. Praktisch iedereen vloekt wel eens. Tuurlijk zijn er mensen op tegen, maar dat zie ik niet in dit soort persoon naar voren komen. Omdat ik dit als een doorsnee figuur zie die net als ik en een paar anderen ook wel eens vloekt en daar dus ook niet echt op tegen kan zijn zoals op die poster staat.
C2bM3 Je hebt een vijf ingevuld voor identificatie. Welke elementen in de afbeelding maken dat je dit cijfer geeft? Ik vind het sowieso een lastige vraag in dit geval. Als je iemand ziet heb je vaak meteen al een soort beeld. Dat heb ik bij haar überhaupt niet echt direct. Om haar zo in een hokje te plaatsen zeg maar. Ik kan wel zeggen dat ik me niet met haar identificeer. Ik zie bijvoorbeeld een enorme scheur in haar broek zeg maar, een klein detail. Leren jasje, wat ik bij de vorige poster ook al zei. Ja, scooter rij ik zelf ook niet op. Het zijn allerlei dingen, kledingstijl, houding en ja dat eigenlijk. Bij kleurverzadiging heb je een vier ingevuld. Ja, er zijn een aantal plekken op de poster waar een effect lijkt te zijn gebruikt, waardoor hele felle kleuren zijn ontstaan. Die zeker niet realistisch zijn. Met name het groen op de bomen en planten op de achtergrond. En bij haar been in de hoek zie je een raar blauw paarsige vlek die niet heel realistisch lijkt. Ja dat zijn de twee belangrijkste plekken war het voor mij afbreuk doet aan de realiteit op dit aspect zeg maar. Bij kleurdifferentiatie heb je een vijf ingevuld. Ja dat hangt samen met de vorige vraag. Op sommige plekken lijken er extra meer kleuren te zien. Ook op die bomen en die broek en scooter. Terwijl het volgens mij niet eh, als je zelf een foto maakt of het zo zou zien, zou het een ietsje minder kleurenfestijn zijn. Maar de scooter lijkt wel gewoon normaal zeg maar. Het meisje zelf ook en haar kleding. Daarom een vijf. Bij kleurmodulatie heb je een vijf ingevuld. Ook hier weer dezelfde aspecten eigenlijk. Groen boven, de achtergrond die wazig is in de verte, dat deel bij die broek en de scooter, daar zie je vlekken, een soort overgang van kleuren en felle kleuren ook. Dat is geen realistisch contrast om het zo maar te zeggen. De kleuren lijken als vlekken in elkaar over te vloeien, terwijl er in het echt meer contrast is denk ik. Je hebt een zes ingevuld voor de achtergrond. Ik vind de achtergrond realistisch omdat dit een locatie kan zijn waar ik haar wel in voor kan stellen. Als ze met dat ding op het industrieterrein zou hebben gestaan, zou dat vreemd zijn geweest bijvoorbeeld. Maar als ik kijk naar de achtergrond ten opzichte van haar en die scooter, lijkt ze echt erin te zijn geplakt. Dan lijkt de foto niet één geheel. Dit komt omdat je een duidelijk lijntje ziet bij haar, vooral in het haar en bij haar linkerhand, daar zie je toch een raar lijntje waardoor het lijkt alsof ze niet daadwerkelijk daar gefotografeerd is. Je zegt net, ze past wel bij die omgeving. Welke omgeving is dat? Het gebouw daar achter. Het kan een appartementen complex zijn, een schoolgebouw, een HBO of iets dergelijks. Zij zou prima een studente kunnen zijn die met haar scooter naar school gaat. In dat opzicht past het in het plaatje. Bij representatie heb je een vijf ingevuld. Een middenweg weer. Het detailniveau van de scooter en het meisje zelf is realistisch en lijkt te kloppen. De achtergrond is duidelijk vaag gemaakt om de aandacht op haar te vestigen zeg maar. Ik begrijp het doel, tenminste ik denk het doel te begrijpen door het vaag maken van de achtergrond. Maar dat draagt niet bij aan het realisme van de foto. Je hebt een zes ingevuld voor diepte. Het is natuurlijk een duidelijk contrast tussen de achtergrond en het meisje zelf. De achtergrond is heel wazig. Dat is ook het effect wat je met een camera kan genereren en hoe je ogen in principe ook werken. Als je kijkt naar iets wat heel dichtbij staat, is de achtergrond vaag. In dat opzicht realistisch. Maar wat ik al eerder zei, om het meisje lijkt een lijntje te zitten, iets lijkt niet helemaal te kloppen in de diepte. In die zin dat zij niet echt voor het gebouw lijkt te staan of op enige afstand lijkt te staan. Alsof het apart is gefotografeerd en opgeplakt. In dat opzicht is het niet helemaal realistisch. Maar omdat ik het effect begrijp en dat dat wazig is ten opzichte van scherp is het toch een zes. Je hebt een zeven ingevuld voor verlichting. Een groot deel van de poster lijkt het wel redelijk te kloppen, komt het realistisch over. Alleen bij de schaduw die de jas, voor mij links voor haar rechts, zijwerpt, dat is echt gewoon helemaal zwart. Evenals de onderkant van haar mouw aan de andere kant die je nog net ziet. En hetzelfde geldt voor de kap onder de scooter zeg maar. Dat is dusdanig zwart, dat ziet er
163
niet helemaal realistisch uit die schaduw. Er is duidelijk contrast, maar het grootste del van de poster lijkt te kloppen dus een zeven. Je hebt een vijf gegeven voor helderheid. Voor het object, dus het meisje op de scooter zelf. Als ik een onderscheid zou maken dan lijkt dat wel realistisch. Voor de achtergrond lijkt alsof de helderheid een beetje is opgeschroefd en er meer kleuren zijn gegenereerd. Dat is iets te fel groen en ik denk ook dat er onkruid zit tussen de tegels. Maar dat valt nu enorm op, terwijl als het normale foto´s zouden zijn, zou dat niet zo opvallen. Je hebt een acht ingevuld bij de context. Wat ik eigenlijk bij iedere vraag ook al zei, voor mijn gevoel past het wel, past zij wel in die locatie zeg maar met die scooter. Er is niet iets wat mij doet denken van hier klopt iets niet aan. Vrij realistisch dus een acht. Wat voor persoon is zij? Het is meer gevoel zeg maar, het had ook een tien kunnen zijn als je kijkt naar mijn antwoord. Wat voor persoon is zij? Het zou wel een studente ofzo, HBO ofzo. Deels door haar leeftijd. Nou moet ik zeggen dat ik daar niet heel goed in ben, misschien verkijk ik me er wel op. Ook meeste studenten van die leeftijdscategorie die op scooters rijden, dat koppel ik ook al vrij snel erachter aan. En dat gebouw op de achtergrond. Dat zijn de belangrijkste componenten. Ze is denk ik 23. Je hebt een acht gegeven voor de blik. Realistische blik, als in, als zij daar zou staan met een scooter, ervan uitgaande dat het zo zou zijn gemaakt, dan is het een realistische blik. De zon valt in haar ogen, ze heeft haar ogen een beetje dichtgeknepen. Als het puur gaat om een betrokken blik, voel ik me dan betrokken bij wat zij wil uitstralen, dat niet zo sterk. Maar dat wordt meer enerzijds versterkt doordat zij zo knijpt door de zon. En die zonnebril die ervoor zit, die ook filtert. Als een filter genereert, een soort blokkade. Als je op het terras zit met mensen, vind ik het toch fijner als ze die zonnebril af zetten, dan dat ze constant met de zonnebril op zitten. Dan voel je je toch minder persoonlijk bij betrokken. Je hebt een zes gegeven voor de houding. Ja. Op zich een natuurlijke houding, als je met een scooter zo stilstaat op één been om je evenwicht te houden. Alleen ze heeft één vinger heeft ze zo over haar rem heen. Dat maakt het weer dat het heel erg lijkt alsof het in scene is gezet, zo van dat doe ik nog wel even. Dus dat is eigenlijk wel dat het voor mij niet een negen of tien is maar een zes is. Een klein detail, het totaalbeeld verpest het. Dat vingertje dat net zo over de rem valt. Je hebt een zeven gegeven voor authenticiteit in het algemeen. Dat kwam natuurlijk in de vorige vraag ter antwoord. Het lijkt wel te kloppen. Dit zou in theorie een meisje kunnen zijn die je tegenkomt op een plein bijvoorbeeld. Maar door dat ene vingertje zie je dus, dat doet er wel weer afbreuk aan. Het lijkt daardoor in scene gezet. Dat resulteert tot een zeven. Je hebt een zeven ingevuld voor geloofwaardige vertolker van de boodschap. Die andere poster, om daaraan te refereren, heb ik een één gegeven. Ik had het gevoel dat die in scene was gezet waardoor de geloofwaardigheid al totaal verloren was. Bij deze poster is het veel minder het geval denk ik. Los van het feit dat het een poster is van een bepaald initiatief. Als je daar al aan denkt, dan ga je al snel denken van oké, dit is iemand die daarvoor is gevraagd om dat even te doen. In die zin voel ik me nog steeds niet persoonlijk door haar, van dat ik me daarmee associeer, dat ik echt zoiets heb van oké zei wil dat ik minder ga vloeken, maar dat idee, dat gevoel, kan je denk ik wel bij mensen oproepen. Bij mij werkt het niet helemaal, maar ik kan me wel voorstellen dat het kan werken. Daarom een zeven. Hoe werkt het dan? Ze is een heel normaal persoon. Of heel normaal, heel ehm. Even die andere poster, om daar weer aan te refereren, dat is een heel duidelijk een bepaald type en dat vind ik bij deze wat minder. Het klinkt negatief, maar zo bedoel ik het niet, maar nietszeggend. Wat normaler, geen uiterste. Dat maakt het makkelijk denk ik voor mensen om zich met haar te associëren. Dat zij die boodschap door kan laten dringen, dat dat iets met die mensen doet.
C2bM4 Je hebt bij de eerste vraag over identificatie een vier ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Het feit dat er een meisje op haar scooter zit, daar kan ik me niet heel erg mee identificeren. Dit is ook niet het type scooter waar ik vroeger als jongen van droomde. Dat is een beetje mijn eerste indruk, van ja een meisje op een scooter. Dat is het. Waarom kun je je niet met haar identificeren? Ik weet niet. Ik doe dat meestal op eerste indrukken, ja. Ze is een leeftijdsgenoot, misschien een stukje jonger, maar ja. Ik heb zelf ook nooit scooter gereden. Dat is een beetje waar ik het op baseer.
164
Wat is je eerste indruk van haar? Gewoon een beetje gemiddeld, een normale zeg maar late tiener. Gewoon een gemiddeld persoon. Niet echt iets van dat springt eruit, ofzo. Gemiddeld, gewoon. Bij kleurverzadiging heb je een acht ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Het ziet er redelijk natuurlijk uit. Als ik buiten zou lopen op een zonnige dag, het ziet er redelijk zonnig uit op de poster, dan is dit wel hoe ik het zou zien in het echt. Misschien iets wat intenser qua kleur. Ik heb het gevoel dat het even een tikje heeft gehad naar boven. Iets meer kleur dan dat je zou zien. Maar voor de rest vind ik het goed overeenkomen met wat ik zou tegen komen buiten. Hoe zie je dat het op een zonnige dag is? Het meisje heeft allereerst een zonnebril op. Misschien doet ze dat omdat ze het leuk vind, maar ik neem aan omdat de zon schijnt. Ook die blaadjes die wat intenser zijn qua kleur dan bijvoorbeeld de scooter en je hebt een boom waar schaduw op zit. Dat is voor mij dat het een beetje doet denken dat de zon zou schijnen. Voor de rest is de scooter erg rood. Misschien wel iets meer rood dan dat je in het echt zou zien. Maar dat is een beetje mijn beeld. Voor kleurdifferentiatie heb je een acht ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Beetje hetzelfde als bij de vorige vraag. Ik vind het er realistisch uit zien. Op het gebied van kleurdifferentiatie zou ik zeggen nou er zijn aardig wat kleuren aanwezig op de foto. Ik heb niet het idee dat er echt één kleur uit is gehaald die door de hele afbeelding is doorgevoerd. Dat er een beetje mee is gemanipuleerd. Het ziet er voor mij natuurlijk uit en ja, dat is het een beetje. Je hebt een zeven ingevuld bij kleurmodulatie. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? De voorgrond van de foto is scherp. Het meisje op de scooter is scherp en de achtergrond iets waziger. De kleurtjes groen op de achtergrond en dat blauw op die ramen verschieten dan een beetje, waardoor er iets meer kleurmodulatie is zou ik denken. Op de voorgrond de scooter is min of meer in principe één kleur, afgezien van het lichtinval, dat geeft een beetje onderscheid. Maar voor de rest vind ik het op de achtergrond wat meer kleurmodulatie dan op de voorgrond zou ik zeggen. Voor de achtergrond heb je een tien ingevuld. Als ik vanuit de camerapositie zou staan en ik zou dat meisje aankijken en je zou haar aankijken, dan zie je de achtergrond wazig. En in principe ook, gewoon denk ik ook zo wazig dat als je nu de achtergrond ziet. Ik denk dat het wel realistisch is. Wat stelt de achtergrond voor? Een gebouw en een paar bomen en een paar blaadjes, stenen. Dat is het wel. Je zei net (buiten opname) het is een beetje blurry gemaakt. Ik kan me voorstellen dat zeg maar natuurlijk is de achtergrond wat vager dan de voorgrond. Als ik er wat langer naar kijk, zou ik denken dat de achtergrond misschien wat waziger is gemaakt dan dat hij zou zijn als ik dat meisje aan zou kijken zeg maar. Je hebt een negen gegeven voor representatie. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Wat ik zeg, ook al een beetje bij de vorige vragen, ziet het er allemaal best wel natuurlijk uit. Het is gewoon een foto van een persoon. Het is niet een kunstwerk of iets abstracts ofzo. Het is gewoon een foto van een meisje op een scooter. Dat is wat mij betreft redelijk makkelijk, gewoon realistisch. Je hebt een acht gegeven voor diepte. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Het is een beetje met de vorige vraag dat ik nu in mijn hoofd heb van de achtergrond is nu ietsje waziger dan dat hij zou zijn als je voor dat meisje zou staan. Je zou denk ik het gebouw beter kunnen zien. Wat dat betreft heb ik een iets hogere factor van diepte als dat ik er echt zou staan. Maar het is nog steeds redelijk realistisch, binnen verhouding zeg maar. Je hebt een negen ingevuld voor verlichting. In vind verlichting redelijk realistisch. Ik zei eerder al dat de zon scheen voor mijn idee. Dat het dan automatisch betekent dat de kleuren intenser zijn, dat het wat levendiger is. Eerder zei ik ook al van ja de kleuren zijn misschien wat intenser dan dat je ze zin het echt zou zien. Maar door het idee van de zon die er op schijnt, vind ik het best wel geloofwaardig en realistisch overkomen dat het wat feller is dan het misschien door mijn eigen ogen zou zijn. Je hebt een acht gegeven voor helderheid. Ik vind dat het samenhangt met de lichtinval op de foto en een beetje met de kleurintensiteit eigenlijk. De verzadiging van de kleur is redelijk hoog. De zon schijnt, dus het is redelijk helder allemaal. Ik moet zeggen dat ik het niet overdreven helder vind. Ik vind het geloofwaardig helder. Als in, de zon schijnt van voren op het onderwerp op de foto en dat oogt gewoon realistisch. En wel in balans eigenlijk. Dat de verzadiging van de kleur, die ik eerder heb beoordeeld, dat dat samenhangt met de foto. Dit komt kloppend over.
165
Je hebt een negen ingevuld voor context. Ik vind de context, kortweg gezegd, heel kloppend. Het is een meisje op een scooter, op straat voor een gebouw. Een beetje onafhankelijk van haar levensstijl vind ik het wel geloofwaardig en authentiek dat ze op straat staat met haar scooter. Misschien staan er nog vriendinnen omheen, ik weet het niet, maar dat is best wel geloofwaardig allemaal. Wat dat betreft vind ik het eigenlijk best goed. Ik heb geen tien gegeven omdat je qua foto zelf zie je bij de hand en bij het haar een paar randjes, zeg maar. Dit gaf bij mij een beetje de indruk dat ze in een ander kader is geplaatst. Dat ze in een andere context stond in het origineel dan waar ze nu in is gezet. Alhoewel ik de achtergrond en de context van haar positie en hoe ze in de foto staat wel geloofwaardig vind, vandaar een negen. Je hebt een zeven ingevuld bij blik. Klopt. Als ik de poster zo bekijk, kijkt ze wel gewoon in de camera. Wat dat betreft zorgt het wel voor betrokkenheid dat ze je aankijkt. Aan de andere kant doet ze niet echt heel veel moeite om je te betrekken bij haar zelf, heb ik het gevoel. Het is niet zo dat ik me natuurlijk zeg maar aangetrokken voel van o ik ga heel lang terug kijken ofzo. Ja, oké, meisje op een scooter, leuk. Dus vandaar een iets lager cijfer. Het is wel realistisch, maar ik voel me niet aangetrokken of betrokken door de foto in haar blik. Hoe komt het dat je je niet betrokken voel door haar blik? Misschien heeft dat te maken met het feit dat ik me niet zo identificeer met haar. Zoals bij vraag één, die vier speelt denk ik wel mee hierbij. Het wekt niet een uitgesproken gevoel of emotie bij mij op. Het is een meisje waar je langs kan fietsen op straat of in je buurt. Je fietst er langs en dat is het. Dat is een beetje de reden dat ik een iets lager cijfer heb gegeven. Ik vind het dus nog wel realistisch, maar de betrokkenheid is voor mij persoonlijk iets lager. Je hebt een acht gegeven voor de houding. Zoals ik eerder zei, ik vind de foto authentiek ogen, hoewel ik niet iets heel speciaals voel als ik haar zie. Ze zit gewoon op haar scooter en dat is voor mij gewoon rechttoe rechtaan. Realistisch en authentiek. Gewoon ja. Je hebt een negen ingevuld bij authenticiteit. Ik vind het al met al behoorlijk authentiek. Een redelijk ordinair, nee niet ordinair, een normaal ogend meisje met een scooter die daar een beetje bij past. Ook een beetje normaaltjes. Dat past wel bij elkaar. Samen met de hele compositie van de poster, de achtergrond een beetje blurry, de voorgrond scherp. Ja. Ik vind het al met al authentiek. Welke elementen maken haar normaal? Ze heeft niet iets, als ik over het uiterlijk spreek, iets wat eruit springt ofzo. Het is redelijk sober gewoon. Ze heeft dan wel een zonnebril op met gekleurde glazen, maar het is redelijk ja. Ja. Ik vind het redelijk normaal ogen. Haar gezichtsuitdrukking is neutraal, dat speelt voor mij mee. Ze doet niet iets gek, ze zit op een scooter, dat is de situatie. Over de omgeving, ze staat gewoon op straat, op een pleintje of iets dergelijks met iets van een kantoorgebouw op de achtergrond. Ja niet uitgesproken, iets wat je in het normale leven ziet. Als je in een dorp zou rijden of he ja. Er is niet iets wat overheerst in de foto wat mij betreft. Het is een hele alledaagse situatie zeg maar. Je hebt een vijf gegeven voor de geloofwaardige vertolker van de boodschap. Ik moet eerlijk zeggen dat ik inderdaad meer op het beeld heb gelet, dan op de tekst van de poster. Nou moet ik zeggen dat de tekst, het uiterlijk van de tekst ja, het komt wel groot in beeld maar ja ik heb daar niet zo heel erg op gelet eigenlijk. Het is een beetje weggecijferd onbewust denk ik. Daarom geef ik een vijf omdat ik er ten eerste niet bij stil heb gestaan bij het analyseren die combinatie tussen de foto en tekst. Hè? Van hoe hangt dit samen met ik ben tegen vloeken? Daarnaast vind ik het sobere, onuitgesproken karakter van de foto en het meisje met de scooter, krijg ik daar niet echt een associatie of idee bij. Dus ook niet bij het onderwerp vloeken of enig ander onderwerp wat op de poster zou staan. Als er iets anders zou staan van ik ben tegen overmatig drankgebruik of iets anders, dan had ik daar ook niet echt verbintenis mee. Ik krijg niet echt een hele uitgesproken indruk bij deze foto. Er had net zo goed iets anders kunnen staan en dan had ik door haar gezichtsuitdrukking en balans van de foto denk ik hetzelfde beantwoord. Misschien als de tekst er anders uit had gezien, zou ik er wellicht anders over hebben gedacht. Nu heb je de tekst gezien en het meisje. Hoe verhoudt zich dat tot elkaar? Ze ziet er op zich sober en neutraal uit. Als je de tekst nu hebt gezien van ik ben tegen vloeken, dan voel ik automatisch ook meer van oké, ze is een beetje sipjes. Of een beetje verontwaardigd van ik ben ertegen. Dat zie ik nu wel wat meer, ook in haar gezichtsuitdrukking. Maar, niet heel erg meer ofzo. Dit maakt niet een uiterlijk verschil bij mij. Dat nu ik de tekst actief koppel aan de foto dat zij daar staat. En ja dat vind ik niet per se een hoger cijfer waard of ja, blijf ik eigenlijk wel bij mijn standpunt zeg maar, een vijf.
C2bV1 Je hebt een drie ingevuld voor de vraag over identificatie. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Ze heeft sowieso een scooter, ik hou zelf niet van mensen op scooters in het algemeen. Voor de rest ik vind haar een beetje
166
eruit zien als een MBO‘er en een beetje arrogant kijkend enzo. En daar ben ik zelf helemaal niet van dat arrogant kijken en ik ben zelf een beetje slimmer dan een MBO’er. Hoe zie je dat ze een MBO’er is. Voor een groot deel de scooter want er zijn heel veel MBO’ers die een scooter hebben. Dat is gewoon zo, vooral dit soort scooters. Als het een brommer is zie ik het minder snel aan iemand dat hij van het MBO is. Je ziet het gewoon veel, ja het is wel zo. En ik vind haar door haar zonnebril een beetje, ik weet niet ze heeft een beetje zo’n attitude van fuck de wereld, ik kan jou wel aan en zo kijkt ze een beetje. Het maakt mij gewoon niets uit wat jij vindt. Dat is die arrogante blik. En dat vind ik zelf helemaal niets. Ze ziet er niet uit als een persoon waar ik mee zou kunnen praten. Voor kleurverzadiging heb je een tien gegeven. Kijk hier, wat ik het grootste verschil vind met de vorige poster is de achtergrond. Kijk, de achtergrond vind ik een beetje vaag, waardoor ik het er veel realistischer uit vind zien. Die andere was veel te helder waardoor het leek alsof hij er in was geplakt. Nu is het gewoon een echte achtergrond en dat vind ik al een stuk realistischer. Qua kleuren is het gewoon goed en niet te fel. Het is duidelijk welke kleur alles heeft en het loopt goed in elkaar over. Bij die andere zag je dat het hele felle kleuren waren en bij deze is het het rood van de scooter en dat is eigenlijk niet eens zo opvallend. Bij kleurdifferentiatie heb je een acht ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Als ik kijk naar de hoeveelheid kleuren ook, vind ik het best realistisch, want over het algemeen een normaal meisje heeft dit soort kleren aan. Maar je ziet het wel veel, gewoon basic kleuren en wel fijn dat er een kleur is op de scooter, anders was het wel heel donker geworden denk ik, als het ook een zwarte scooter was geweest. En de achtergrond is denk ik ook gewoon realistisch dat blauw en dat groene van de bomen. Je hebt voor kleurmodulatie een negen ingevuld. Hier heb ik vooral naar de achtergrond gekeken. Want ik vind de kleuren goed in elkaar overlopen. Vooral hier rechts is het een beetje wazig wat het is. En als je de achtergrond fotografeert heb je meestal ook dat de achtergrond een beetje wazig is. Dat je wel ongeveer ziet wat het is bijvoorbeeld het bosje hier. De kleuren lopen wel goed in elkaar over. En bij haar is het op de voorgrond dus het is logisch dat de kleuren hier niet helemaal in elkaar overlopen maar gewoon blokjes kleuren zijn. Omdat ze op de voorgrond staat. Bij achtergrond heb je een tien ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Wat ik eerder al zei, ik vind het gewoon heel erg realistisch dat het wazig is de achtergrond. Het ziet er ook uit als een normale locatie het is gewoon een normaal gebouw net als in Nederland. Met bomen enzo dat vind ik ook best realistisch voor een Nederlandse achtergrond. Het is wel een Nederlandse poster. Voor representatie heb je een acht ingevuld. Welke elementen in de afbeelding maken dat je dit cijfer geeft? Je ziet best wel veel details, sowieso met die schaduwen op haar gezicht zeg maar. Maar ik heb er wel wat punten afgehaald omdat je haar ogen niet ziet. En ik zou dat wel realistischer vinden, en dat zou ook meer doen met mij denk ik, als iemand mij aankijkt en zegt, ik ben echt tegen vloeken. Op zich ziet ze er wel stoer uit met haar zonnebril, maar misschien is haar zonnebril ook haar arrogantie. Bij diepte heb je een negen ingevuld. Waar ik net een beetje moeite mee had, bij die achtergrond van de andere poster, je zag niet of hij er tegenaan stond of niet. En hier is het wel heel duidelijk dat zij een stukje weg is van de achtergrond. Omdat hij dus een beetje wazig is. Het ziet er echt uit alsof ze op een schoolplein staat en dat ze verder weg is van het gebouw. Dat vind ik er realistischer uit zien dan de vorige poster. Hoe zie je ook al weer dat ze verder weg staat van het gebouw? Omdat het een beetje wazig is de achtergrond en omdat je zeg maar ziet, kijk die bomen zijn natuurlijk ontzettend groot, maar haar hoofd zit er dicht bij, het deel met alle bladeren. Dan zie je ook dat het een stukje naar achteren is omdat de boom natuurlijk een stuk langer is dan haar in het echt. Bij verlichting heb je een negen ingevuld. Sowieso is het door de schaduwen op haar gezicht, door de zon en ze kijkt weer een beetje knijpend. Op zich heeft ze een zonnebril op dus dan zou het niet hoeven. Maar sowieso hou je dat altijd om dat je de zon erop hebt staan. Dat vind ik ook realistisch. En je ziet ook een beetje de zon hier afspiegelen op de scooter. Bij helderheid heb je een acht ingevuld. Ik vind de kleuren niet te helder, dus dat is goed gedaan. Alleen ik vind wel dat haar, vooral haar borst en haar hand, dat die licht geven omdat er te veel zon op staat. Het kan gewoon zijn dat ze heel wit is, maar ik weet dat ze dat niet is. Ze lijkt een stuk witter dan dat ze is door de helderheid. Dat is jammer. En haar jas. Het ziet er superzonnig uit en ze heeft een winterjas aan. Dat klopt niet.
167
Bij context heb je een negen ingevuld. Ik denk dat het vooral door haar figuur komt. Niet dat ze dik is ofzo maar ze is wel wat voller en dat vind ik realistischer. Ik vind dat ook altijd bij reclames fijner als een wat voller model wordt gebruikt. Dat is gewoon realistischer. Hoeveel meiden zijn er die de helft zijn van dat. Ik vind het wel realistisch dat ze wat voller is. Ik heb het een negen gegeven in plaats van een tien, omdat ze een hele egale huid heeft. En dat is dan wel weer iets wat je minder vaak ziet. Bij blik heb je een zeven gegeven. Ja. Op zich vind ik het wel realistisch dat ze aan het knijpen is met haar ogen, want volgens mij is het niet zo´n goede zonnebril. Het is ook realistisch dat je haar ogen er een beetje doorheen ziet, door de kleur van de zonnebril. Maar ik vind het nog steeds jammer dat je haar ogen niet echt kan zien. Ze heeft niet echt een blik naar mij ofzo. Je ziet zeg maar waar haar ogen zitten maar niet welke blik ze heeft. Bij houding heb je een tien ingevuld. Qua schouders enzo ziet ze er best ontspannen uit. Het ziet er natuurlijk uit. Ik vind het heel goed dat je haar been ook ziet. Dat je ziet dat ze niet aan het rijden is, dat ze gewoon staat met haar scooter. Want dat wordt heel vaak niet gedaan en dan heb ik zo iets van ja je bent niet aan het rijden. Dat ziet er dan heel onrealistisch uit. Dus het is wel goed dat ze, ze staat echt met haar scooter en ze ziet er ontspannen uit qua lichaamshouding. Schouders gewoon normaal, niet te hoog niet te laag. Zoals ik ook op een scooter zou zitten. Je hebt een negen gegeven voor de authenticiteit van de afbeelding. Als ik kijk naar de afgelopen vragen heb ik steeds wel een hoog cijfer gegeven. En ik vind het ook gewoon een realistisch persoon, ja. Ze is blond, dat zie je veel. Ze is wat voller. Ja een echt normaal persoon. Je hebt een negen gegeven voor geloofwaardige vertolker van de boodschap. Dit is precies hetgeen wat ik bedoelde met de vorige poster. Dat de jongen er te lief uit ziet, die altijd al tegen vloeken is geweest en het zelf nooit zou doen. En omdat zij een beetje die arrogante uitstraling heeft, een beetje die MBO’er uitstraling. Zij ziet er zelf best wel uit als iemand die zelf snel zou vloeken. En als ze dan zegt ik ben tegen vloeken, dan vind ik het wel een grotere impact hebben. Ik vind gewoon dat als iemand er zo uitziet, uitziet van ik ben arrogant en doe alles wat ik wil en het maakt me geen fuck uit wat jij zegt. Aks iemand er zo uit ziet en toch zegt van stop met vloeken dan vind ik dat, dan zou ik daar sneller naar luisteren omdat zij eruit ziet als iemand die het al eerder heeft gedaan en dan erachter is gekomen dat het eigenlijk niet goed is.
C2bV2 Je hebt een zeven ingevuld voor identificatie. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Nou het feit dat zij vrouw is en er jong uit ziet maakt dat ik me wel met haar kan identificeren. Alleen het feit dat ze op een scooter zit en er als een scooterbarrie uitziet, maakt dat ik zeg dat het niet echt mijn type mensen zijn waar ik mijzelf onder zou scharen. Dat zijn de mensen die ik eigenlijk niet zo mag. Daarom heb ik een zeven, door de elementen als haar kledingstijl en dat ze jong is. Dat ze dat heeft maakt dat ik me wel kan identificeren. Dat ze dan op haar scooter zit en stoer kijkt met haar zonnebril maakt dat ik me wat minder kan identificeren. Je hebt een zeven ingevuld bij kleurverzadiging. Welk element maakt dat je dit cijfer geeft? Scooter, achtergrond, alles is nogal… Je kan zien dat het bewerkt is. Bijvoorbeeld het rood en het groen zijn veel feller dan dat ze normaal zouden zijn. Kijk, je kan wel mooie scherpe foto’s maken. Maar naar mijn vermoeden zijn de kleuren wel feller gemaakt dan dat ze normaal zijn, daarom een zeven. Het is niet dat ik het onrealistisch vind, maar ik zie dat het wel bewerkt is. Je hebt een tien ingevuld bij kleurdifferentiatie. Ja. Ik heb niet het idee dat. Naar mijn idee klopt het gewoon dat de kleuren die er zijn dat ze niet minder zijn gemaakt, ook niet meer gemaakt dat ze kleuren hebben toegevoegd. Het is totaal realistisch. Het is niet dat ik denk het klopt niet ofzo. Kleurmodulatie heb je ook een tien gegeven. Zelfde verhaal als net. Ik heb niet het gevoel dat. Zoals ik het zie is kleurmodulatie een beetje schaduwen en verloop enzo. Ik denk niet dat ze dat hebben weggehaald. Zoals ik het zie zijn er verschillende tinten rood en zwart en blauw en groen en eigenlijk alles wat je in het echt. Als je een foto zou maken zou het ook zo zijn dus ik denk dat het gewoon ook realistisch is. Voor de achtergrond heb je ook een tien ingevuld. Naar mijn idee ziet het er uit als een foto en de achtergrond klopt bij het plaatje. Hij is niet extreem gedetailleerd maar dat is als je gewoon een camera gebruikt en je focust je op een persoon, dan kan dat gewoon. Dus ik zie niet waarom dit onrealistisch zou zijn. Het is gewoon een gebouw met bomen bij een parkeerplaats ofzo. Prima, realistisch.
168
Bij representatie heb je een tien ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je een tien hebt ingevuld? Het is zeer gedetailleerd, er zijn geen vage lijntjes ofzo. Naar mijn idee is het gewoon een foto dus de details die er moeten zijn, zijn er. Dus voor mij is het gewoon realistisch. Voor diepte heb je een tien ingevuld. Welk element maakt dat je dit cijfer geeft? Dat je haar op de voorgrond ziet en het gebouw op de achtergrond onscherp. Je ziet dat er diepte in zit maar het is geen onrealistische diepte. Gewoon zoals ik al zei, een foto die op ieder willekeurig moment genomen kan zijn dus gewoon realistisch. Bij verlichting heb je een acht ingevuld. Ik vind dat die iets te overbelicht is, in dat idee iets te veel licht is en dus naar mijn idee iets minder realistisch is. Hoe zie je dat er te veel licht is? Je ziet vooral bij haar nek een hele scherpe lijn van haar schaduw. Haar nek is ook niet echt wit maar komt wel in de buurt, dat is voor mij een teken van overbelichting. Bij helderheid heb je een negen gegeven. Ja. Realistisch alleen wat ik al zei bij de vorige is dat het een beetje overbelicht is. Dat kan ook komen door dat die iets te helder is gezet. Want het rood is wel erg rood en waar het licht op valt is een beetje te licht en dat kan ook komen door te helder. Daarom een negen. Het is niet zozeer dat ik het onrealistisch vind, maar het is net iets te om het in het echt tegen te komen zeg maar. Voor de context heb je een tien gegeven. Ik denk sowieso dat de persoon realistisch is maar ook het hele plaatje. Ik heb het idee dat wanneer ik op een parkeerplaats kom bij een middelbare school, dan zou ik haar tegen kunnen komen en zien staan op haar scooter. Dat dat gebouw op de achtergrond eventueel de school is of iets. Wat dat betreft komt het heel realistisch over. Bij blik heb je een negen gegeven. Ja. Ik heb niet het idee dat ze heel raar kijkt. Ze kijkt niet heel recht in de camera dus het is niet dat ze je letterlijk aanspreekt, maar wel bijna dus ja. Gewoon realistisch denk ik. Het is niet naar mijn idee supergeposeerd ofzo. Juist omdat ze niet recht naar de camera kijkt en een beetje moeilijk kijkt alsof ze in de zon kijkt, denk ik dat het realistisch is. Bij houding heb je een tien gegeven. Ja. Volgens mij is dat gewoon hoe je zit zoals je op een scooter zit. Het is niet echt geposeerd en ziet eruit alsof ze wegrijdt op haar scooter of wil wegrijden op haar scooter of aankomt. Het ziet er niet onauthentiek uit maar juist heel realistisch. Hoe zie je dat ze normaal op haar scooter zit? Haar been zie je, dus je ziet dat ze zit en haar been daarnaast staat. Ze houdt haar scooter gewoon vast. Je hebt een negen gegeven voor authenticiteit, voor alle elementen samen. Welk element maakt dat je dit cijfer geeft? Omdat het er gewoon uit ziet als een foto die op elk willekeurig moment genomen kan worden in de juiste context. Dus bij een school en dan een scootermeisje. Maar je ziet wel dat ze wat aan de kleuren/belichting hebben gedaan en daarom is het niet honderd procent realistisch, in dit geval dus negentig procent. Je hebt een zeven ingevuld bij geloofwaardige vertolker van de boodschap. Ja de boodschap is ik, ik ben tegen vloeken, maar in mijn dagelijkse ervaring is wel gebleken dat scootermeisjes over het algemeen nogal aso zijn. Dus ik geloof eigenlijk niet dat zij niet vloekt. Dit is meer persoonlijke ervaring dan dat het met de afbeelding te maken heeft. Maar omdat ze op een scooter zit en er uit ziet als een scootermeisje denk ik van ik geloof jou niet als je zegt dat je tegen vloeken bent of nooit vloekt. Ik denk dat dat niet waar is, daarom een zeven. Als ze geen scooter had gehad was dit beter geweest, dan was ze niet zo’n typisch scootermeisje geweest maar een normaal meisje en dan had ik het denk ik eerder geloofd.
C2bV3 Je hebt een vijf ingevuld voor identificatie. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Ze is wel een jong persoon, wat dat betreft is ze wel hetzelfde en kan ik me mee identificeren. Maar dat ze een gescheurde broek aan heeft, op een scooter zit, ik weet niet, een beetje… Ik kan me daar dan niet heel erg mee… Ik denk omdat ze ook wat steviger is en op een scooter zit, dan krijg ik een beetje een beeld dat ze een lui persoon is en op haar scooter overal heen rijdt. Een ander wereldje dan het echte studentenleven ofzo. Meer ik woon bij mijn ouders en ik ga op mijn scooter overal naartoe.
169
Voor kleurverzadiging heb je een negen ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Ik vind wel dat alles helemaal realistisch is. Het hele geheel, ik weet niet echt waarom. Zo zou ik het in het echt ook kunnen zien. Voor kleurdifferentiatie heb je een negen gegeven. Beetje hetzelfde als de vorige, maar ik vind het er realistisch uit zien. Gewoon hoe je het in het echt tegen kan komen. Ik kan er niet zo veel op aanmerken. Bij kleurmodulatie heb je ook een negen ingevuld. Ja weer hetzelfde verhaal, ik vind het er heel realistisch uitzien. Ik kan er niet meer over zeggen dan dat ik het er realistisch uit vind zien. Voor achtergrond heb je een acht ingevuld. Ik vind de achtergrond wel heel erg passen. Ik vind alleen dat de achtergrond iets te wazig is misschien. Dat is dan minder realistisch. Als je het zelf zou zien dan zou het een minder wazige achtergrond zijn. Ik vind het passen bij het beeld bij het meisje op de scooter. Ik weet niet wat voor gebouw het is op de achtergrond, maar het ziet eruit als een schoolgebouw of een bejaardenflat dat ze even bij haar oma op visite is geweest. Ik vind het wel realistisch. Bij representatie heb je een zeven ingevuld. Dat omdat ik dit op de voorgrond wel realistisch vind, maar de achtergrond iets te onduidelijk is. Voor diepte heb je een acht ingevuld. Het ziet er wel realistisch uit. Je ziet die tegeltjes zo weglopen zeg maar. Het perspectiefbeeld. Het ziet er niet zoals bij die andere poster, zo opgeplakt uit. Het ziet er realistisch uit. Bij verlichting heb je een acht ingevuld. Ik vind het verder allemaal realistisch. Vooral omdat die boom daarachter ook wat donkerder valt en dit. Het is allemaal realistisch wat ik zie. Wat bedoel je met dit? O ja. Dat het hier donkerder is, dat er schaduw valt zeg maar. Bij helderheid heb je een acht ingevuld. Kan het weer niet zo goed uitleggen, maar ik vind het realistisch hoe helder het is. Ook het hele plaatje, de achtergrond, dat meisje en die scooter. Realistisch. Je hebt een negen gegeven voor de context. Dat heb ik natuurlijk al eerder gezegd, maar ik vind het meisje heel erg passen bij het plaatje van op een scooter zitten, in zo´n soort omgeving. Een beetje, ja, wat dorpsere omgeving, wat verder van de stad af. Ik weet niet, dat past wel bij elkaar. Voor de blik heb je een negen ingevuld. Ik vind het wel realistisch hoe ze kijkt. Al kun je het niet zo goed zien door die zonnebril heen. Ik kan er niet veel over zeggen. Hoe kijkt ze? Ze kijkt een beetje moeilijk omdat ze tegen de zon in moet kijken. Dat vind ik wel realistisch, ze heeft ook een zonnebril op en het licht staat zo. Verder moet ik eerlijk zeggen dat haar blik niet heel veel zegt. Het is gewoon een neutrale blik, waarbij ze een beetje in de zon moet kijken, in de camera ook. Ik vind het wel realistisch, het pas wel bij haar. Ze zit er een beetje neutraal bij, niet een heel veel zeggende houding en haar blik zegt ook niet veel. Dat vind ik wel bij elkaar passen allemaal. Het is niet heel veel zeggend maar ik vind het wel passen bij de foto. Bij de houding heb je ook een negen ingevuld. Misschien hetzelfde verhaal als net, maar ik vind dat het bij haar past dat ze een beetje op die scooter zit. Niet per se een stoere houding. Niet zo veel zeggend zit ze op een scooter. Bij authenticiteit heb je een negen ingevuld. Ik vind het in zijn geheel wel bij elkaar passen. De context van hoe ze in het plaatje zit, wat is de achtergrond van het plaatje. En dat ze op een scooter zit. En de kleding die ze aanheeft, hoe ze kijkt , haar houding. Het zegt niet zo veel maar geeft wel een beeld van die persoon. Dat ze bijvoorbeeld een scholier is die op een scootertje overal heen gaat. Bij geloofwaardige vertolker van de boodschap heb je een vier ingevuld. Ik vind niet dat de boodschap heel erg bij die persoon past. De indruk die ik van haar krijg, een scholiertje die overal heen rijdt op haar scootertje. Ze heeft niet een hele interessante houding of statement of iets. Het is gewoon een beetje iemand
170
die voor mijn gevoel een beetje lui is. Ik bedoel, je zit niet voor niets op een scooter. Niet iemand die heel snel een statement maakt. Ze heeft niet een indrukwekkende uitstraling of zoiets. Waarom past dat niet bij de boodschap? Als zij zo iemand is, stel ik me erbij voor dat ze juist een beetje stoer meedoet met de rest en juist niet tegen vloeken is of zich daar überhaupt niet mee bezig houdt, of niet bij stil staat. Of juist een beetje lomp is daarin. Ik vind haar niet de persoon die daar een statement tegen maakt om daar tegen te zijn.
C2bV4 Bij de poster met de vrouw op de scooter heb je bij vraag één over identificatie een vier ingevuld. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Ik identificeer me niet heel sterk met die persoon. Ze heeft een heel ander soort stijl dan ik heb. Ze ziet er niet echt uit als de mensen waar ik normaal mee omga. Maar ze is wel een meisje dus daar identificeer ik me wel wat meer mee. Je hebt een zeven ingevuld voor kleurverzadiging. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? In principe is het in kleur, dat is wel realistisch. Maar sommige kleuren lijken wat fel en hoog contrast, wat je normaal gesproken alleen kan zien als het heel zonnig zou zijn ofzo. Vooral de kleuren van haar huid lijken te verzadigd. Je hebt een acht ingevuld voor kleurdifferentiatie. In principe zijn het heel uiteenlopende kleuren maar niet op een onnatuurlijke manier. Er zijn veel uiteenlopende kleuren gebruikt, maar dit is niet op een onrealistische manier. Dit zou je in het dagelijks leven ook tegen kunnen komen. Je hebt een negen ingevuld voor kleurmodulatie. Er wordt duidelijk gebruik gemaakt van verschillende kleuren. Hier zitten ook verschillende tinten in op een manier die je normaal gesproken ook tegen zou komen. Niet onrealistisch vlak, of onrealistisch veel tinten. Je hebt een drie ingevuld voor achtergrond. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? De achtergrond is extreem wazig. Dat krijg je als je inderdaad de foto op de voorgrond op scherp stelt, maar dat krijg je niet als je normaal gesproken ergens naar kijkt. Het feit dat er een achtergrond is, is natuurlijk wel weer realistisch. Maar normaal gesproken zou je niet zo’n groot, als je ergens naar kijkt zie je niet zo’n groot contrast tussen voor en achtergrond. Dan zie je de achtergrond veel gedetailleerder en scherper. Dus dat is niet zo realistisch. Je heb een negen ingevuld voor representatie. Ja. Het is niet bepaald een abstracte afbeelding. Het is een hele realistische weergave van een meisje op een scooter. Alleen de achtergrond zou je een beetje abstract kunnen zien omdat er niet veel detail in zit maar je ziet dat er een gebouw en bomen is. Wel realistisch. Bij diepte heb je een tien ingevuld. Ik vind de diepte wel realistisch. Het ziet er heel normaal uit. Het lijkt niet alsof er heel erg rare dingen gebeuren met de grootte en het perspectief. Dus in principe ziet het er heel realistisch uit. Verder niet echt, hoe kan ik het uitleggen. Er zijn ook niet veel elementen waardoor je verschillen in diepte helemaal zou kunnen zien, behalve met de achtergrond en dat zou gewoon zo kunnen, als het erop staat. Bij verlichting heb je een negen ingevuld. Het is behoorlijk fel belicht, maar er zijn wel schaduwen te zien. Niet veel, maar die er zijn, zien er wel realistisch uit, wat je zou kunnen verwachten. Bijvoorbeeld de schaduw op d´r nek van het gezicht en de schaduw in de kleding en bij de scooter zitten ook een paar schaduwpunten. Dit lijkt wel consistent met een lichtbron van schuin bovenaf. Voor helderheid heb je een acht ingevuld. De achtergrond is heel erg fel. De lucht is helemaal wit daarachter en alle lichtelementen lijken extreem fel op te lichten. Het is heel helder verlicht, in het echt zou je daar meer schaduw op verwachten en wat minder fel licht. Je hebt een tien ingevuld bij context. Ze ziet er heel realistisch uit. Gewoon, ja heel geloofwaardig als een persoon, een meisje op een scooter. Zou zo je het ook verwachten tegen te komen op straat. Wat voor soort meisje is zij? Een redelijk doorsnee tienermeisje. Zoals je ze bij iedere middelbare school rond hebt hangen. Ik vind het er heel geloofwaardig en realistisch uit zien. Dat komt door de scooter, de kleding ook wel en ze heeft nog een redelijk jong gezicht en een jonge stijl. Ik zou haar schatten inderdaad op een jaar of zeventien ofzo. Je hebt een acht gegeven voor de blik. Het is wel een redelijk betrokken blik, recht de camera in. De zonnebril beperkt dat een beetje. Ook dat ze haar ogen wat
171
toegeknepen heeft, alsof ze in het licht kijkt. Wat wel klopt met de belichting van de foto. Aan de ene kant is dat duidelijk dat ze de camera in kijkt, maar met haar hele houding enzo klopt dat wel. Het is niet dat ze een bizarre richting op kijkt ofzo. Je hebt een zeven ingevuld voor houding. Ze zit op een scooter en in principe niet op een heel tegennatuurlijke manier. Maar het ziet er wel wat houterig en geposeerd uit. Ze zit er niet heel echt natuurlijk of ontspannen bij. Hoe zie je dat? Beetje opgetrokken schouders en ja ik weet niet. Iets in haar lichaamstaal maakt dat ze er iets gespannen uit ziet. Ook omdat ze recht de camera in kijkt. Je hebt een acht ingevuld voor authenticiteit in zijn algemeenheid. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? Aan de ene kant is het wel redelijk authentiek, bijvoorbeeld wat zij uitbeeldt zeg maar, wat ze voorstelt is heel geloofwaardig. Het beeld van tienermeisje is geloofwaardig, ziet er realistisch uit, maar ziet er wel een tikkeltje geposeerd uit. Dat maakt het dan weer net iets minder realistisch. Het geposeerde komt uit haar houding en dat ze de camera in kijkt. Je hebt een zes gegeven voor geloofwaardige vertolker van de boodschap. Welk element in de afbeelding maakt dat je dit cijfer geeft? In principe is er niet echt iets aan haar waardoor ik niet zou geloven dat ze tegen vloeken is. Behalve dat het duidelijk een foto is zeg maar. Als zij zou zeggen ik ben tegen vloeken als ik haar op straat tegen zou komen, zou ik dat wel geloven. Alleen het feit dat het zo geposeerd op een foto staat, is dat het er aan af doet. Daar wordt het toch wel een beetje geposeerd door. In principe kunnen ze dan elke boodschap erbij zetten. Op zich is de foto wel realistisch, is het beeld realistisch, maar zie ik niet direct een link met de boodschap.
172