UNIVERSITEIT GENT
FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN
Alternatieve media online: het nieuws, anders bekeken. Een vergelijkende casestudie van Apache en De Wereld Morgen.
Wetenschappelijke verhandeling
aantal woorden: 24 818
KAAT VAN DAMME
MASTERPROEF COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN afstudeerrichting NIEUWE MEDIA EN MAATSCHAPPIJ
PROMOTOR: PROF. DR. Steve Paulussen COMMISSARIS: Sarah Van Leuven COMMISSARIS: Tim Hoebeke
ACADEMIEJAAR 2010 - 2011
Inzagerecht in de masterproef
Ondergetekende, Kaat Van Damme geeft hierbij toelating aan derden, nietbehorend tot de examencommissie, om zijn/haar proefschrift in te zien. Datum en handtekening ………………………….. …………………………. Deze toelating geeft aan derden tevens het recht om delen uit de scriptie/ masterproef te reproduceren of te citeren, uiteraard mits correcte bronvermelding.
2
∼BEDANKT…∼
… Professor Dr. Steve Paulussen voor de begeleiding en de vele tips de voorbije twee jaar … Han Soete en de redactie van DeWereldMorgen.be voor de snelle reacties op mijn vele vragen … Georges Timmerman en de redactie van Apache.be voor de fijne samenwerking … familie en vrienden voor alle steun en aanmoediging … Jan en Lucas voor de eindredactie
3
∼INHOUDSTAFEL∼ Abstract ..................................................................................................................................................................................6 Inleiding .................................................................................................................................................................................7 Deel 1: literatuurstudie....................................................................................................................................................9 Hoofdstuk 1: Wat zijn alternatieve media? ........................................................................................................9 1.1 inleiding ................................................................................................................................................................9 1.2 Op zoek naar een definitie .............................................................................................................................9 1.3 Verschillende vormen van alternatieve media op het internet .................................................. 11 1.4 Besluit ................................................................................................................................................................. 15 Hoofdstuk 2: Alternatieve nieuwswebsites..................................................................................................... 15 2.1 Inleiding ............................................................................................................................................................. 15 2.2 Indymedia ......................................................................................................................................................... 17 2.3 OhMyNews ........................................................................................................................................................ 19 2.4 Wikinews ........................................................................................................................................................... 20 2.5 invloed op de traditionele media............................................................................................................. 21 2.6 Besluit ................................................................................................................................................................. 22 Hoofdstuk 3: Analytisch kader ............................................................................................................................. 22 3.1 Inleiding ............................................................................................................................................................. 22 3.2 Inhoud................................................................................................................................................................. 23 3.3 Redactionele werking................................................................................................................................... 24 3.4 Businessmodel ................................................................................................................................................ 25 Deel 2: empirisch onderzoek...................................................................................................................................... 28 Hoofdstuk 4: kwalitatieve, vergelijkende casestudie .................................................................................. 28 4.1 Inleiding ............................................................................................................................................................. 28 4.2 Methode: websiteanalyse met behulp van inhoudsanalyse en interviews ............................ 29 4.3 Websiteanalyse ............................................................................................................................................... 29 4.4 Inhoudsanalyse ............................................................................................................................................... 30 4.5 Interviews ......................................................................................................................................................... 34 Hoofdstuk 5: Resultaten .......................................................................................................................................... 35 5.1 Inleiding ............................................................................................................................................................. 35 5.2 De Wereld Morgen ......................................................................................................................................... 36 5.3 Apache ................................................................................................................................................................ 47 5.4 Vergelijking....................................................................................................................................................... 55 6. Algemeen besluit ................................................................................................................................................... 64 7. Bibliografie ............................................................................................................................................................... 67 8. Bijlagen ...................................................................................................................................................................... 71 4
8.1 Codeboek ............................................................................................................................................................ 71 8.2 Interviews Apache.be...................................................................................................................................... 73 8.3 Interviews DeWereldMorgen.be ................................................................................................................. 75
5
∼ABSTRACT∼ In deze paper gaan we op zoek naar de waarde en de leefbaarheid van Vlaamse, alternatieve nieuwswebsites. We doen dit aan de hand van een vergelijkende casestudie van twee recent opgerichte Vlaamse websites: Apache.be en DeWereldMorgen.be. Aan de hand van een websiteanalyse, vrije interviews en een beperkte inhoudsanalyse zullen een antwoord proberen geven op deze vraag. Alvorens we dit onderzoek kunnen uitvoeren, bestuderen we de huidige internationale situatie. We proberen het begrip ‘alternatieve media’ te definiëren in een literatuurstudie met behulp van auteurs als Atton, Hamilton en Deuze. Deze leren ons dat er geen sluitende definitie bestaat. Ruim omschreven willen alternatieve media zich afzetten tegen de traditionele, commerciële media. In Vlaanderen, net zoals in de rest van de wereld, wordt het nieuwslandschap namelijk gedomineerd door enkele grote mediagroepen. Ze nemen een overheersende positie in op vlak van nieuwsgaring en berichtgeving en slechts enkele dominante spelers slagen erin om het grootste deel van de bevolking te bereiken. De kritiek die geuit wordt op deze overheersende positie is geen nieuw fenomeen (Barnhurst & Nerone, 2009, pp. 22). Zo zou deze dominantie zorgen voor een eenzijdige berichtgeving en zouden de grote mediagroepen zich teveel concentreren op het commerciële aspect. Als reactie op de overheersing van enkele groepen vormden zich alternatieve media die ingaan tegen de sensatiegerichte berichtgeving (Atton & Hamilton, 2008, pp. 18-21). Onze focus in dit hele verhaal ligt op de online alternatieve media. De opkomst van het internet heeft immers voor heel wat veranderingen gezorgd in het nieuwslandschap. Alternatieve stemmen krijgen meer mogelijkheden om hun ideeën te verspreiden. Ook de participatie van de burger krijgt een centrale plaats in het online nieuwslandschap. Dit maken we duidelijk met enkele internationale voorbeelden zoals Indymedia, OhMyNews en Wikinews. Nieuwsberichtgeving op het internet heeft echter ook als gevolg dat het niet meer vanzelfsprekend is dat de lezer betaalt voor de inhoud. Er moet dus gezocht worden naar nieuwe bronnen van inkomsten. Onze studie leert ons dat er zeker mogelijkheden zijn om een werkend verdienmodel te ontwikkelen, meestal door een grote diversiteit aan inkomstenbronnen. Ook Apache.be en DeWereldMorgen.be halen hun inkomsten uit een mix van inkomstenbronnen. De vergelijkende analyse van deze websites focust zich op drie luiken: inhoudelijk luik, redactionele werking en businessmodel.
6
∼INLEIDING∼ In België en in de rest van de wereld wordt het medialandschap gedomineerd door enkele grote groepen. Als reactie op de overheersing deze groepen vormden zich alternatieve media die ingaan tegen de sensatiegerichte berichtgeving (Atton & Hamilton, 2008, pp. 18-21). Voor deze kleine, onafhankelijke organisaties is het soms moeilijk om te overleven door de commerciële druk die er ontstaat. Nochtans zijn deze alternatieve media zeker een meerwaarde voor het medialandschap. Ze vullen de tekortkomingen van de traditionele media aan en dragen de participatie van de burger hoog in het vaandel. Het internet biedt de alternatieve stemmen nieuwe mogelijkheden om zich te verspreiden. Toch blijft het moeilijk om aan voldoende inkomsten te geraken om te overleven. In deze paper willen we de leefbaarheid en de waarde van Vlaamse, alternatieve nieuwswebsites nagaan. We doen dit aan de hand van een kwalitatieve, vergelijkende casestudie van twee recent opgerichte Vlaamse websites: Apache.be en DeWereldMorgen.be. Alvorens dit de doen, gaan we in een theoretisch deel dieper in op de definitie van alternatieve media en de verschillende soorten die worden onderscheiden. We zullen ook enkele internationale voorbeelden van alternatieve nieuwswebsites bespreken om daarna, in het empirische deel, te focussen op de Vlaanderen. In het eerste hoofdstuk gaan we op zoek naar een definitie van het begrip ‘alternatieve media’. Verschillende auteurs, o.a. Atton Hamilton, Couldry, …, zullen ons hierbij helpen. Eens we een algemene definitie hebben, kunnen we beginnen met een opdeling in verschillende soorten alternatieve media. We concentreren ons hierbij op de online media. Het internet heeft namelijk voor heel wat verandering gezorgd in het medialandschap. Reese, Rutigliano & Jeong (2007, pp. 236-237) wijzen op de snelheid, het grote bereik, de dalende kosten en de toegankelijkheid van het internet. Deze kenmerken maken het mogelijk om ideeën op grote schaal te verspreiden zonder grote kosten. De toegankelijkheid van het internet zorgt er eveneens voor dat de klassieke relatie tussen de producent en het publiek grondig verandert. In navolging van Atton & Hamilton (2008) maken we een onderscheid tussen verschillende soorten alternatieve media op het internet: weblogs, e-zines en participatory online news reporting. We zijn vooral geïnteresseerd in deze laatste categorie, maar voor de volledigheid geven we ook een beknopte bespreking van de andere twee. In het tweede hoofdstuk leggen we ons uitgebreid toe op de categorie van participatory online news reporting. Aan de hand van het gatewatcher-model van Bruns bespreken we enkele internationale voorbeelden. Websites als Indymedia, OhMyNews en Wikinews tonen aan dat er verschillende werkwijzen bestaan binnen de alternatieve nieuwssites. In onze bespreking van deze websites houden we rekening met de fases van gatekeeping die door Bruns (2005) worden beschreven: de input-, output- en responsfase. Naast de organisatie van de website, houden we ook rekening met het businessmodel ervan: op welke manier worden de inkomsten vergaard? Om het hoofdstuk te eindigen bespreken we aan de hand van internationaal onderzoek hoe de relatie tussen de traditionele media en 7
de alternatieve media is. We zullen dit bespreken aan de hand van verschillende onderzoeken van o.a. Haas (2005), Lowrey (2006), en Kenix (2009). Het laatste hoofdstuk van het theoretisch deel schetst het analytisch kader waarbinnen ons empirisch onderzoek heeft plaatsgevonden. Atton & Hamilton (2008, pp. 77) noteerden al dat de meerderheid van het onderzoek over alternatieve media focust op de politieke waarde ervan en het ‘empowering of citizens’. Wij betrekken nog een derde factor in onze analyse, namelijk het businessmodel van de nieuwssite. Door de komst van het internet is het namelijk niet meer vanzelfsprekend dat de lezer betaalt voor de inhoud. Nieuwssites krijgen dus te maken met een nieuwe uitdaging: zoeken naar een werkend verdienmodel. In het empirisch gedeelte van deze masterproef maken we een kwalitatieve, vergelijkende studie van twee recent opgerichte, Vlaamse websites die op een alternatieve manier het nieuws proberen brengen. Het gaat hier om Apache.be en DeWereldMorgen.be. Met behulp van een websiteanalyse, interviews en een inhoudsanalyse zullen we een kwalitatieve, vergelijkende casestudie maken van de twee websites. Onze focus is hierbij drievoudig. Ten eerste vergelijken de websites we met behulp van een inhoudsanalyse op vlak van inhoud. We gaan na welke thema’s het vaakst aan bod komen, welk soort artikelen gepubliceerd worden, … Ons tweede punt van vergelijking is de redactionele werking. Door het analyseren van de website en vooral door de interviews met de spilfiguren van de websites, Han Soete (DeWereldMorgen.be) en Georges Timmerman (Apache.be) konden we achterhalen waar de verschillen en gelijkenissen op redactioneel vlak liggen. Ten slotte bekijken we ook het businessmodel van beide websites. Waar halen ze hun inkomsten, hoe overleven ze, … Als samenvatting maken we een matrix waarin de verschillen en gelijkenissen tussen de twee websites duidelijk worden aangetoond.
8
∼DEEL 1: LITERATUURSTUDIE∼ HOOFDSTUK 1: WAT ZIJN ALTERNATIEVE MEDIA? 1.1 INLEIDING Al lang voordat er sprake was van het internet, stelden journalisten en filosofen zoals Marx het heersende gedachtegoed in vraag (Barnhurst & Nerone, 2009, pp. 22). Deze nieuwe en alternatieve ideeën werden verspreid aan de hand van pamfletten of vlugschriften, de voorlopers van de kranten (De Bens & Raeymaeckers, 2007, pp. 17-19). Deze pamfletten maakten het mogelijk om ideeën relatief eenvoudig op grote schaal te verspreiden en worden daarom de eerste vorm van massacommunicatie genoemd. Alternatieve journalistiek ontwikkelde zich toen al als een antwoord op en uitdaging voor de dominante ideeën (Atton & Hamilton, 2008, pp. 18-21). Sinds de opkomst van het internet is het nog eenvoudiger geworden om ideeën wereldwijd te verspreiden. Ook alternatieve media kregen hierdoor meer gelegenheid om zich te verspreiden. Maar wat zijn deze alternatieve media? Alvorens we overgaan tot enig verder onderzoek, is het noodzakelijk dat we het concept ‘alternatieve media’ goed begrijpen. We zullen daarom in dit hoofdstuk op zoek gaan naar een definitie van het begrip. Verschillende auteurs zullen ons hierbij helpen. Eens we tot een consensus komen over de definitie van alternatieve media zullen we nagaan of de twee websites die we bespreken in onze empirische studie (Apache.be en DeWereldMorgen.be) binnen deze definitie passen. Aan de hand van literatuur zullen we vervolgens de bestaande online alternatieve media opdelen in drie categorieën: weblogs, e-zines en participatory online news reporting.
1.2 OP ZOEK NAAR EEN DEFINITIE Tijdens onze zoektocht naar een definitie van alternatieve media ontdekten we al snel dat er geen sluitende definitie bestaat van ‘de alternatieve media’. Elke auteur en onderzoeker hanteert een eigen definitie. Enkele voorbeelden van onderzoekers die de alternatieve media grondig hebben bestudeerd zijn Atton, Rodriguez, Downing, Couldry en Hamilton. Voor Hamilton (Atton, 2009, pp. 265) gaat alternatieve media over ‘deprofessionalization, decapitalization and deinstitutionalization’. Het moet dus voor elke burger mogelijk zijn om media te maken, ongeacht zijn of haar opleiding. Kapitaal mag evenmin een voorwaarde zijn om deel te nemen. Tenslotte mag het medium geen deel uitmaken van de traditionele media-instituties om als alternatief te worden beschouwd. Downing (Atton, 2009, pp. 266) beschouwt alternatieve media als radicale media, voortgebracht door socialisten of activisten die streven naar sociale of politieke verandering. Deze media kunnen een rol spelen bij het politiek bewust maken van burgers (Atton, 2008, pp. 216). Het woord media-activisme 9
past binnen deze definitie. Belangrijk is dat Downing niet alleen wijst op de inhoud van deze media maar ook op de organisatie ervan. Het is niet voldoende om een radicale of activistische inhoud te brengen, ook de structuur van de organisatie moet ‘anders’ zijn dan de traditionele media. In Atton (2009, pp. 266) wordt het voorbeeld van Indymedia aangehaald: deze website werkt met burgerjournalisten in plaats van met professionele journalisten. De macht verschuift in dit geval naar de burger. Deze krijgt een prominente plaats binnen de organisatie. Ook volgens Rodriguez (Atton & Hamilton, 2008, pp. 122; Atton, 2009, pp. 266) kan alternatieve media de burgers de mogelijkheid geven ‘to become politically empowered’. Zij ziet het concept dus als burgermedia of als ‘citizen media’ die een plaats heeft in ons alledaagse leven (Atton, 2003, pp. 267). Ook voor Rodriguez gaat het dus om meer dan een alternatieve inhoud. Het gaat om het verschuiven van de macht. Het is niet langer de professionele journaliste die beslist wat er in de media komt, de burger krijgt steeds meer invloed en speelt een actieve rol in het proces van mediaproductie. Couldry (Atton, 2008, pp. 215) vindt dat alternatieve media de mogelijkheid moeten bieden aan burgers om zelf mediaproducenten te worden en hun bijdrage te leveren aan de berichtgeving. Ze kunnen meebeslissen wat er op de agenda komt en participeren in het nieuwsproces. Hiervoor hebben ze geen opleiding tot journalist nodig, iedereen is welkom om mee te werken. We zien hier weer de focus op de participatie van de burger. Ook in het onderzoek van Harcup (2005, pp. 363) wordt alternatieve media gedefinieerd als ‘anything produced by its potential audience’. Volgens de redacteurs van ‘Alternatives in print’ (Atton, 1999, pp. 51) zijn er drie criteria waar media aan moeten voldoen om als alternatief te worden beschouwd. Ten eerste mag de organisatie niet commercieel zijn. Het doel is dus niet om winst te maken maar om het publiek te informeren. Ten tweede moet er gefocust worden op sociale verantwoordelijkheid en creativiteit. Ten derde moet de organisatie zichzelf als alternatief profileren. Als aan deze voorwaarden is voldaan, kan een medium beschouwd worden als alternatief. Deze criteria zijn evenwel heel ruim. De Royal Commission on the Press (Atton, 1999, pp. 51) formuleerde hierop een antwoord met drie nauwere criteria. Volgens hen moeten alternatieve media de opinies van minderheden weergeven, ideeën publiceren die ingaan tegen de algemeen aanvaarde ideeën en onderwerpen aansnijden die niet regelmatig worden opgevolgd door traditionele media. Deze criteria focussen dus vooral op de inhoud van het medium. Een eenduidige definitie van alternatieve media is er dus niet. Algemeen kunnen we stellen dat alternatieve media zich op een of andere manier willen onderscheiden van de mainstream media. Of zoals Atton (2009, pp. 268) het zegt: ‘Alternative media constructs a reality that appears to oppose the conventions and representations of the mainstream media.’. Ook Whitaker (1981, pp. 101) en Harcup (2005, pp. 361) formuleerden het op een gelijkaardige manier, zij zagen alternatieve media als media die zichzelf definieert als ‘existing in opposition to mainstream media’. In het onderzoek van Harcup (2005, pp. 365) wordt ontevredenheid met de traditionele media genoemd als een van de belangrijkste 10
beweegredenen voor journalisten om zich met alternatieve media bezig te houden. Alternatieve media ontstaan dus meestal als reactie op de tekorten van de mainstream media. De auteurs die we besproken hebben focussen hierbij op twee vlakken: inhoud en organisatie. Alternatieve media bevatten een radicale of activistische inhoud, of willen de tekorten van de traditionele media aanvullen. Ook de organisatie van het medium is belangrijk. Volgens verschillende auteurs (Atton, Couldry, Rodriguez, …) is het van belang dat alternatieve media het mogelijk maken aan de burger om te participeren en een bijdrage te leveren. Daar waar de traditionele media weinig ruimte laten voor medewerking van de gebruiker staat bij alternatieve media de participatie van de burger centraal. De grens tussen de producer en de consument vervaagt. Naast de inhoud en de organisatie van het medium, willen wij nog een derde factor betrekken: het businessmodel. Ook op dit vlak kan een medium zich onderscheiden van de traditionele media. De redacteurs van ‘Alternatives in print’ (Atton, 1999, pp. 51) zagen het niet-commercieel zijn van een medium als een van de criteria om als alternatief te worden beschouwd. Vaak is onafhankelijkheid een van de kernwaarden voor alternatieve media, ook financiële onafhankelijkheid valt hieronder. De drie invalshoeken (inhoud, organisatie en businessmodel) zullen later nog uitgebreid aan bod komen. Nu we een ruime definitie van alternatieve media hebben beschreven, kunnen we ons meer focussen op ons uiteindelijk doel: een vergelijkende casestudie maken van Apache.be en DeWereldMorgen.be waarbij we de leefbaarheid en de waarde van zulke websites nagaan. Daarvoor moeten we eerst weten of deze websites wel beschouwd kunnen worden als alternatief. Als we alternatieve media beschouwen als media die zich op een of andere manier willen afzetten tegen de mainstream media, passen deze websites zeker in het plaatje. Beide willen ze zich afwenden van de commerciële druk die er binnen de traditionele media bestaat. Hoe ze dit doen, zullen we in de empirische studie uitgebreid bespreken. Alvorens we dit doen, willen we onderzoeken welke verschillende vormen van alternatieve media op het internet kunnen onderscheiden worden. Het is immers belangrijk om te weten met welk soort alternatieve media we te maken hebben voordat we overgaan tot onze analyse.
1.3 VERSCHILLENDE VORMEN VAN ALTERNATIEVE MEDIA OP HET INTERNET 1.3.1 ONTSTAAN EN EVOLUTIE VAN ONLINE NIEUWS Hoewel het internet en de computer al langer bestaan, hebben ze echt een plaats in ons leven gevonden sinds 1995 met de release van Windows 95 door Microsoft. De internetpenetratie in België en de rest van de wereld is sindsdien blijven stijgen en stijgt nog steeds. Volgens het meest recente Digimeterrapport (De Marez & Schurman, 2010, pp. 5-6, pp.32-39) bezit maar liefst 86,1% van de Vlaamse bevolking een computer. 81% heeft een internetaansluiting, 6 maanden eerder was dit nog 77,7%. Het wordt dus alsmaar moeilijker om ons nog een wereld voor te stellen zonder computers en zonder het World Wide Web. Volgens ‘The project for excellence in journalism’ (geciteerd in: Mitchelstein & Boczkowski, 2009, pp. 562-563) vinden acht op de tien Amerikanen het internet een 11
essentiële bron van informatie. Het belang van de online wereld is dus immens. Net zoals de pamfletten vroeger, creëert het internet nieuwe mogelijkheden om ideeën op grote schaal te verspreiden. In tegenstelling tot pamfletten en kranten, is het mogelijk om dit zonder veel kosten te doen. De impact van het internet op journalistieke praktijken is groot. Volgens een online enquête in 2002 voor journalisten in Nederland en België door Deuze en Paulussen (Mitchelstein en Boczkowski, 2009, pp. 571) vinden journalisten dat er nieuw soort journalistiek is ontstaan die gebaseerd is op snelheid, hypertextualiteit en multimedia. Meer traditionele rollen van journalisten, zoals agendasetting en gatekeeping, zouden naar de achtergrond verdwijnen. Deze veranderingen moeten gesitueerd worden in een globale veranderende nieuwsomgeving waarbij de traditionele relatie tussen publiek en producent gewijzigd wordt (Reese, Rutigliano & Jeong, 2007, pp. 236-237). In hun artikel wijzen Reese, Rutigliano en Jeong op enkele belangrijke kenmerken van het internet. Ze hebben het over de snelheid, het grote bereik, de dalende kost voor participatie en de toegankelijkheid voor de gebruiker. De nationale grenzen worden overstegen waardoor internationale interactie eenvoudig wordt. De grens tussen gebruiker en producent vervaagt door de stijgende participatie van de burger die nu zelf content kan aanbrengen. Volgens velen kan het internet ervoor zorgen dat iedereen vrij zijn mening kan uiten en dat de obstakels van distributie, die vaak een probleem waren bij offline alternatieve media, overwonnen worden (Atton, 2006, pp. 138-139). Al deze kenmerken zorgen voor een proces van nieuwsgaring en verslaggeving dat sterk verschilt van de traditionele media. Deze veranderde omgeving zal nieuwe mogelijkheden creëren voor alternatieve media. Het wordt immers eenvoudiger om opinies op grote schaal te verspreiden. Personen en organisaties die iets willen publiceren zijn niet langer afhankelijk van een drukkerij en van distributiebedrijven maar kunnen zelfstandig een publicatie op het internet zetten en zo de hele wereld bereiken. Ook de toegankelijkheid van het internet biedt veel mogelijkheden voor de alternatieve media. Voor onze analyse is het belangrijk om te weten welke soorten online alternatieve media er kunnen onderscheiden worden. In navolging van Atton en Hamilton (2008) maken we onderscheid tussen weblogs, e-zines en participatory online news reporting. Voor deze masterproef is vooral de laatste categorie van belang maar voor de volledigheid bespreken we ook kort de andere twee vormen van alternatieve media. 1.3.2 WEBLOGS Weblogs, of kort gezegd blogs, zijn nu, in 2011, algemeen bekend. In 1999 echter bestonden er slechts een vijftigtal blogs die maar bekend waren bij enkele ingewijden (Kenix, 2009, pp. 791). Volgens Technorati.com (Cammaerts, 2008, pp. 52) waren er in 2008 wereldwijd ongeveer 75 miljoen weblogs tegenover 27 miljoen in 2006 (Bolton, n.d.). We kunnen dus spreken van een recent en populair fenomeen dat een enorme explosie heeft gekend en zich nog steeds elke dag vermenigvuldigt. De 12
meeste auteurs (Cammaerts, 2008, pp. 52; Stuart, 2006, pp. 44; Kenix, 2009, pp. 171) beschrijven weblogs als een online dagboek waarin de auteur zijn mening kan geven over zelf gekozen onderwerpen. Dit kan politiek of sociaal zijn maar ook cultureel. Het gaat om korte en regelmatig bijgewerkte informatie waarbij de mogelijkheid bestaat om commentaar te leveren. Soms kunnen de ‘posts’ ook gepaard gaan met links naar andere websites of blogs (Lowrey, 2006, pp. 481). Volgens Atton (2009, pp. 271; Atton & Hamilton, 2008, pp. 83) is de ideale blog een waar een individuele benadering gecombineerd wordt met sociale verantwoordelijkheid. In zijn bijdrage beschrijft Atton wat de inhoud van een blog kan zijn. Dit kan bijvoorbeeld een persoonlijk dagboek van politici of professionele journalisten zijn, maar ook onderzoek van amateurjournalisten of ooggetuigenverslag van burgers (Atton, 2009, pp. 271). Er zijn verschillende redenen voor het grote succes van weblogs. Het is eenvoudig om zelf een blog op te starten dus de toegankelijk voor burgers is hoog. Een online dagboek bijhouden is bovendien meestal gratis waardoor kapitaal geen drempel kan zijn. Weblogs zijn zo ontworpen dat het gebruik ervan heel eenvoudig is (Reese, Rutigliano, Hyun & Jeong, 2007, pp. 239). Een belangrijk kenmerk ervan is ook de mogelijkheid tot interactie tussen lezer en schrijver. De lezer van een blog kan een reactie plaatsen op een bepaalde post waar andere lezers dan ook weer op kunnen reageren. Zo kan een hele discussie ontstaan over een bepaald onderwerp. Burgers kunnen door middel van hun blogs gaten kunnen opvullen waar traditionele media dit niet kunnen. Bij rampen of ongevallen zijn het vaak de burgers die op de proppen komen met de eerste beelden en de eerste informatie. Zo ontstonden tijdens de oorlog in Irak de zogenaamde ‘warblogs’ waarin soldaten of burgers hun belevenissen deelden met de rest van de online wereld. Maar hoewel enkele van deze warblogs een echte aanvulling waren voor de mainstream media, verschilden de meeste blogs heel weinig van het traditionele nieuws. Onderzoek in 2005 door Haas (in Bolton, n.d.; 2005, pp. 389) toonde aan dat slechts 5 procent van de bloggers links had naar alternatieve nieuwssites en slechts enkelen daarvan waren naar alternatieve media in het Midden-Oosten. In plaats van een alternatief de bieden voor de heersende opinies over de oorlog bevestigden de blogs die opinie alleen maar. Ook Wall (in Reese et al., 2007, pp. 239-240) kwam tot deze conclusie. In haar analyse van blogs over de oorlog in Irak kwam ze tot de vaststelling dat de traditionele media grotendeels bepalen wat de inhoud van deze warblogs is. Het is dus nog steeds de mainstream media die bepaald wat er op de agenda komt en op welke manier. Ook een onderzoek in 2009 door Kenix (2009, pp. 790-822) bevestigt deze stelling. Het besluit van haar inhoudsanalyse van enkele blogs was dat het grootste deel van de links verwezen naar traditionele nieuwssites in plaats van naar alternatieve kanalen. Redenen van deze schaarste aan eigen onderzoek zijn onder andere het tijdsgebrek van niet-professionele bloggers en een tekort aan kapitaal (Lowrey, 2006, pp. 483).
13
Volgens Craig Birkmaier (2008, pp. 16-17) hebben blogs wel degelijk een invloed op de mainstream media. In zijn artikel zegt hij dat meer dan 75% van de journalisten blogs handig vinden om aan ideeën te geraken of om een verhaal uit een andere hoek te bekijken. Ook Lowrey (2006, pp. 489) ziet een nieuwe routine ontstaan bij journalisten: het bekijken van blogs bij het zoeken naar informatie. Blogs worden dus niet als minderwaardig beschouwd maar kunnen een hulpmiddel zijn voor professionele journalisten. We kunnen zeker nog een boek volschrijven over weblogs maar aangezien de focus van deze paper ligt op nieuwssites met participatie van de burger houden we het bij deze korte introductie. 1.3.3 E-ZINES Fanzines, of hun online versie, e-zines, zijn publicaties over een bepaald onderwerp, bijvoorbeeld een bepaalde muziekstijl, gemaakt door fans. Fanzines ontstaan meestal omdat het onderwerp dat de makers en lezers interesseert wordt genegeerd door de mainstream media (Atton & Hamilton, 2008, pp. 82-83; Atton, 2009, pp. 270-271). De traditionele media leveren hen niet de informatie die ze willen dus gaan ze er zelf naar op zoek. De komst van het internet maakt het eenvoudiger om die informatie te delen met anderen die dezelfde passie hebben. Fanzines en e-zines maken het volgens Atton & Hamilton (2008, pp. 82) mogelijk ‘to create, maintain and develop taste communities across geographic boundaries’. Ze zijn dus gericht op een specifiek publiek. Hun doel is niet om een zo groot mogelijk publiek te bereiken maar wel om een beperkte doelgroep te voorzien van gespecialiseerde informatie. De mogelijkheid om e-zines online te verspreiden maakt het eenvoudiger deze specifieke informatie terug te vinden. 1.3.4 PARTICIPATORY ONLINE NEWS REPORTING Als laatste categorie hebben we de ‘participatory’ nieuwssites. Deze categorie is de belangrijkste in deze paper, daarom bekijken we deze uitgebreider in het volgende hoofdstuk. Centraal in deze categorie staat de participatie van de burger. Het is niet meer de professionele journalist die beslist welk nieuws er wordt gepubliceerd, de burger wordt als het ware zelf journalist en neemt deel aan het nieuwsproces. De website hangt grotendeels af van de gebruiker die informatie verzamelt, bewerkt en becommentarieert (Bruns, 2005, pp. 28). Volgens Cliff Wood, een van de editors van de website Slashdot, kan een eenvoudige vraag uitwijzen of een website ‘participatory’ is of niet: ‘zou de site er anders uitzien zonder de medewerking van gebruikers in het nieuwsproces?’ (Bruns, 2005, pp. 24). Bij de ‘participatory online news sites’ zal het antwoord ‘ja’ zijn. Zonder de participatie van de gebruiker zouden deze websites niet kunnen bestaan, de gebruiker ligt aan de basis van het nieuwsproces. Atton en Hamilton (2008, pp. 79) beschrijven de belangrijkste functie van ‘participatory online news reporting’ als zijnde ‘to fill the gaps that its reporters believe have been left by the mainstream media.’. Deze tekortkomingen zijn volgens hen een resultaat van de commercialisering van de berichtgeving. De centralisatie en bureaucratisering zorgen voor een gestandaardiseerde en beperkte 14
verslaggeving. Alternatieve nieuwssites zijn volgens Atton dus een aanvulling voor de traditionele media. Deze websites proberen de burgers te motiveren om nieuws te leveren en aan onderzoek te doen. De participatie van de lezer staat centraal.
1.4 BESLUIT We kunnen besluiten dat er over alternatieve media al heel wat is geschreven. De auteurs komen overeen dat deze media zich willen afzetten tegen de alternatieve media. In de literatuur wordt vooral gefocust op de inhoud en op de organisatie van het medium (Atton & Hamilton, 2008, pp. 77). Toch zien we daar een tekort: alternatieve media kan zich immers ook differentiëren op vlak van businessmodel. Deze factor willen we zeker betrekken in onze analyse. Met deze drie factoren in het achterhoofd zijn we op zoek gegaan naar Vlaamse websites die zich op een of andere manier afzetten tegen de mainstream media. Zo zijn we uitgekomen bij Apache.be en DeWereldMorgen.be. Ze voldoen zeker aan de algemene voorwaarde om als alternatief medium te worden beschouwd: zich afkeren van de traditionele media. Daarna vroegen we ons af of ze in een van de categorieën van Atton en Hamilton (2008) kunnen geplaatst worden. DeWereldMorgen.be valt beslist onder de categorie ‘participatory online news reporting’: de website wordt voor een groot deel opgebouwd door burgerjournalisten. Ook Apache.be werkt met vrijwilligers, weliswaar in mindere mate. Er zijn regelmatig mensen die spontaan aanbieden om een artikel te schrijven of om een organisatorische bijdrage te leveren. In onze empirische studie zullen we een uitgebreide analyse maken van deze twee websites.
HOOFDSTUK 2: ALTERNATIEVE NIEUWSWEBSITES 2.1 INLEIDING In dit hoofdstuk zullen we dieper ingaan op alternatieve nieuwswebsites. We hebben al gezien dat de opkomst van het internet zorgde voor heel wat veranderingen binnen de journalistiek. Ook Axel Bruns (2005) ziet een verandering ontstaan in de werking van de journalistiek als gevolg van het internet. De logica van de traditionele media met een input-, output-, en responsfase werkt niet voor online nieuws (Bruns, 2005, pp. 12). Volgens het traditionele model beslissen de journalisten in een eerste fase, de inputfase, over welk nieuws zal bericht worden. Er is geen sprake van transparantie of medewerking van de burger. De outputfase is de fase waarin de uiteindelijke artikels gepubliceerd worden. Ook deze fase wordt volledig van bovenuit geregeld. In de laatste fase van het traditionele model, de responsfase of de feedback, worden enkele lezersbrieven of reacties geselecteerd en gepubliceerd. Dit gebeurt alweer zonder enige inspraak of transparantie. De drie fases zijn dus gesloten, enkel de redactie heeft er controle over. In dit model hebben journalisten de macht om bepaalde onderwerpen aan te bod te
15
laten komen en andere te negeren en om zo het publiek te beïnvloeden. Er is een sterke scheiding tussen de ‘news producers’ en de ‘news consumers’ (Karlsson & Strömbäck, 2010, pp.3)
De drie fases van gatekeeping bij traditionele media. (Bruns, 2005) Dit model is echter niet houdbaar in de online wereld. Omwille van de eerder beschreven kenmerken van het internet dringt er zich een nieuw model op waar de burger centraal staat. Bruns (in Paterson & Domingo, 2008, pp. 174) heeft het over citizen journalism: de burger is betrokken bij elke fase van het proces en kan invloed uitoefenen en participeren. Als een alternatief voor de traditionele ‘gatekeepers’ ontstaan er nu ‘gatewatchers’. In dit geval zijn het niet de professionele journalisten, maar de burgers zelf die beslissen wat er verschijnt en waarover bericht wordt. Bruns definieert gatewatching als ‘the observation of the output stages of news publications and other sources, in order to identify important material as it becomes available’ (Bruns, 2005, pp.13). Daar waar de mainstream media beslissen welk nieuws er door de poorten naar het publiek stroomt, bekijken de alternatieve websites het nieuws dat verschijnt in zowel de mainstream als de alternatieve media en gaan het analyseren en evalueren. Alternatieve nieuwssites stellen dus een of meerdere van deze fases open voor het publiek. Participatie is een van de belangrijkste kenmerken van online alternatieve media. In het ideale ‘open news proces’ volgens Bruns (2005, pp. 67) zijn er 4 fasen te onderscheiden die open staan voor de gebruiker.
De vier open fases van het gatewatcher news process (Bruns, 2005). Ten eerste is er de gatewatchingfase. De gebruiker selecteert de informatie die hij of zij interessant vindt en bewerkt ze of schrijft er een artikel over. Bij een open inputfase wordt de lezer aangemoedigd 16
om zelf een artikel te schrijven en zo een inbreng te leveren. Dit artikel wordt in de outputfase gepubliceerd. Deze publicatie gebeurt onmiddellijk en met zo weinig mogelijk filtering. Ook de laatste fase, de responsfase is open voor iedereen. Elke gebruiker kan commentaar geven en de discussie aangaan met andere gebruikers. Ook de auteur van het artikel participeert in de discussie achteraf. In het ideale model zijn alle fases open. In de realiteit bestaan er echter verschillende variaties. Ons baserend op dit model van ‘open news’ zullen we nu enkele belangrijke en bekende alternatieve nieuwssites analyseren en vergelijken. We zullen hierbij kijken welke fases open zijn voor de gebruiker en in welke mate dit zo is. De fase van het gatewatching is altijd open voor de gebruiker. Deze fase zullen we verder dan ook niet meer bespreken. We bespreken achtereenvolgens drie verschillende modellen aan de hand van de websites Indymedia, Ohmynews en Wikinews. We hebben voor deze websites gekozen omdat er veel literatuur over te vinden is. We zullen deze websites echter aanvullen met andere voorbeelden waarover geen literatuur te vinden is maar die wel relevant zijn voor deze paper.
2.2 INDYMEDIA Indymedia (www.indymedia.org) ontstond in 1999 naar aanleiding van de antikapitalistische protesten in Seattle (Salter, n.d.). Duizenden mensen vulden de straten om te protesteren tegen de gevolgen van de globalisering en de wereldwijde vrije handel (Stuart, 2006, pp. 123). Terwijl de leden van de World Trade Organisation samenkwamen, probeerde de politie in Seattle met geweld de protesterende bende uit elkaar de halen. Zowel bij het volk als bij de politie vielen gewonden. De protestactie haalde wereldwijd het nieuws maar de traditionele media zwegen in alle talen over de gewelddadige tussenkomst van de politie. Verschillende activistische mediaorganisaties zorgden ervoor dat het publiek toch te weten kwam wat er werkelijk was gebeurd. Cruciaal hierbij was de rol van het Independent Media Center die met een team van vrijwillige journalisten en activisten beelden kon verzamelen uit de hele stad (Stuart, 2006, pp. 124-125). Na het grote succes in Seattle ontstonden er in andere steden en landen over de hele wereld IMC’s (Independent Media Centres). Volgens Stuart (2006, pp. 126) waren er in 2006 150 IMC’s verspreid over 45 landen en 6 continenten. Indymedia is het eerste nieuwsagentschap dat gebruik maakte van het ‘open news publishing system’ (Muthukumaraswamy, 2010, pp. 49). Volgens de website indymedia.org is elk IMC redelijk autonoom en bepaalt zelf de structuur van de organisatie, zoals de financiën en hun mission statement. Er worden geen advertenties geplaatst op de website en de organisatie is volledig onafhankelijk van elke politieke partij, elke overheid en elke corporatie. Volgens de website (indymedia.org) wordt Indymedia gefinancierd door giften en donaties van burgers. Geen enkele journalist of medewerker wordt betaald of kan worden betaald, iedereen werkt vrijwillig mee. De inputfase van het berichtgevingproces is open. Iedereen is volledig vrij om het onderwerp van zijn of haar bijdrage te kiezen, dit wordt niet opgelegd door Indymedia. Iedereen wordt aangespoord om een verhaal in te zenden. Elk IMC hanteert
17
een ‘open publishing policy’. Dit betekent dat iedereen een zelf geschreven artikel rechtstreeks kan posten. Met hun slogan ‘don’t hate the media, be the media’ willen ze burgers uit de hele wereld motiveren om zelf het nieuws te maken. De site heeft enkele richtlijnen voor iedereen die iets wil publiceren en vertrouwt erop dat de mensen zich hieraan houden. De outputzijde van het proces staat dus open voor het publiek. Alles kan worden gepubliceerd. Indymedia behoudt het recht om artikels die niet conform zijn met de richtlijnen (bijvoorbeeld commerciële boodschappen of haatdragende berichten) te verplaatsen van de hoofdpagina naar een sectie met verborgen artikels. Deze artikels zullen nog steeds te lezen zijn voor iedereen die wil. Er is dus een minimum aan filtering en bovendien gebeurt de weinige filtering pas als het artikel al gepost is. Ook de laatste fase, namelijk de responsfase is open. Iedereen kan commentaar geven op artikels en mensen kunnen discussies houden over onderwerpen die hen interesseren. Met betrekking tot Indymedia kunnen we besluiten dat de organisatie een zeer open structuur heeft. Burgers kunnen vrij beslissen over wat ze schrijven, wat ze posten en waarop ze reageren. Volgens Arnison (geciteerd in Bruns, 2005, pp. 100) heeft het IMC netwerk een drievoudig doel: 1. To become the media, 2. to distribute the media content created in this process between activist outlets, and 3. to create enough energy and critical mass to enable these stories to leak into the mainstream media. Het netwerk wil het dus mogelijk maken voor activisten om een globaal publiek te bereiken. Er wordt gestreefd naar onafhankelijkheid, zowel van de invloed van de mainstream media als van de activistische groepen (Bruns, 2005, pp. 100). We besluiten dus dat het netwerk van Indymedia zich wil onderscheiden van de traditionele media op de drie vlakken. Inhoudelijk proberen ze een alternatief voor de mainstream media te bieden. Door de medewerking van activisten worden onderwerpen aangesneden die door de traditionele media slechts oppervlakkig worden behandeld. Ook op vlak van redactionele werking onderscheidt het netwerk zich. De IMC’s zijn namelijk gebaseerd op de participatie van de burgers. Ten slotte verschilt ook het businessmodel van Indymedia sterk van het model van de traditionele media. Het netwerk steunt op de vrijwillige medewerking van burgers. Er is geen budget om lonen uit te betalen. Dit staat in sterk contrast met de traditionele media die professionele journalisten betalen om artikels te schrijven. De inkomstenstructuur van Indymedia is volledig gebaseerd op donaties, terwijl de meeste traditionele media op het internet hun inkomsten halen uit advertenties. Ook in België zijn er meerdere IMC’s te vinden. Er is een onafhankelijk centrum in Brussel, Antwerpen, Luik, Rijsel, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen. Na 10 jaar online te zijn geweest, is de website Indymedia.be recent offline gehaald. De ploeg die instond voor de website heeft nu samen 18
met andere vrijwilligers de website ‘DeWereldMorgen.be’ opgericht. Voor een alternatieve kijk op Vlaanderen en de wereld kunnen de Vlamingen zich tot die website wenden.
2.3 OHMYNEWS Deze Zuid-Koreaanse website (Engelstalige versie op english.ohmynews.com) werd opgestart in 2000 door Yeon-Ho Oh (Atton & Hamilton, 2008, pp. 101). Een netwerk van honderden burgerjournalisten (63 300 volgens international.ohmynews.com) zorgen voor dagelijkse nieuwsbijdragen (Atton, 2009, pp. 269). Het grote verschil met websites zoals Indymedia is dat OhMyNews wordt geleid door een kleine redactie van professionele journalisten (70 mensen volgens international.ohmynews.com) die de ingezonden artikels lezen, evalueren en eventueel bewerken alvorens het op de website wordt geplaatst. Daarnaast is de kernredactie ook verantwoordelijk voor het schrijven van de artikels waarvoor diepgaand onderzoek nodig is (Atton & Hamilton, 2008, pp. 101). De inputfase is dus open: iedereen is vrij om over een bepaald onderwerp te schrijven en dat artikel in te zenden. De outputfase wordt echter gecontroleerd door de professionele redactie van OhMyNews. Niet elk artikel wordt gepubliceerd. Eens het artikel echter gepubliceerd is, kan iedereen die wil er commentaar op geven. De laatste fase van de berichtgeving, de responsfase, is dus ook open. Er is ook meer controle op de burgerjournalisten bij OhMyNews dan bij Indymedia. Elke burger die een bijdrage aan OhMyNews wil leveren, moet eerst geregistreerd zijn en akkoord gaan met de ethische code (Atton & Hamilton, 2008, pp. 101). Nog een punt van verschil met Indymedia is de financiering: OhMyNews haalt immers het grootste deel van zijn inkomsten uit advertenties. Op die manier kan elke burgerjournalist een kleine bijdrage ontvangen voor het schrijven van een artikel (Stuart, 2006, pp. 129-130). OhMyNews onderscheidt zich dus vooral van traditionele media op vlak van redactionele werking. Op economisch vlak echter hanteert de website een gelijkaardig model als de traditionele media, namelijk met inkomsten uit advertenties. Een voorbeeld van een website die op gelijkaardige manier werkt is de technologiewebsite Slashdot (Slashdot.org). Onder de slogan ‘News for nerds. Stuff that matters.’ kunnen gebruikers artikels inzenden over specifieke technologieën. Iedereen die een account aanmaakt bij Slashdot kan een artikel inzenden. Deze website werkt net zoals OhMyNews met een redactie die bepaalt welke van de ingezonden artikels worden gepubliceerd en de artikels kunnen bewerken (Bruns, 2005, pp. 35-41). Bij dit soort websites zijn de input- en responsfase dus open voor het publiek, de outputfase wordt gecontroleerd door professionals. Een website dichter bij huis die op dezelfde manier werkt, is de Franse website Rue89 (Rue89.com). Over deze website bestaat geen literatuur dus hebben we de website zelf als bron gebruikt. Rue89 is een nieuwssite die onafhankelijk wil zijn van om het even welk bedrijf. Het redactioneel model van de website bestaat uit een samenwerking tussen professionele journalisten, experts, getuigen, bloggers en
19
bezoekers van de website. De naam ‘Rue89’ staat voor revolutionaire gebeurtenissen: de Franse Revolutie in 1789, de val van de Berlijnse muur in 1989 en de uitvinding van het internet in 1989. Rue89 wil eveneens een revolutie betekenen binnen het medialandschap. Elke geregistreerde lezer wordt aangemoedigd om ideeën door te sturen en te participeren in de discussies. Iedereen is ook welkom om een artikel in te zenden. Niet alle artikels worden gepubliceerd, dit wordt beslist door de kleine kernredactie, net zoals bij OhMyNews en Slashdot. De outputfase is dus gesloten. De vrijwilligers die artikels schrijven worden hier niet voor betaald, in tegenstelling tot de vrijwilligers van OhMyNews die een kleine vergoeding ontvangen. De responsfase is open: iedereen mag commentaar geven op de artikels. Men moet wel eerst geregistreerd zijn alvorens men mag participeren. Rue89 haalt zijn inkomsten uit een grote diversiteit van inkomstenbronnen. Ten eerste zijn er de diensten. Rue89 werkt samen met partners die hun product op de website mogen promoten. Zo worden er onder andere jobs, boeken, kleren, reizen, Engelse lessen, auto’s en verzekeringen aangeboden. Rue89 heeft ook een eigen webshop met T-shirts, drinkbekers, … Naast deze diensten, staan er op de website heel wat advertenties, onder andere van Google Ads. Het is ook mogelijk voor de lezer om het project te steunen. Iedereen kan een ‘steen’ op ‘de muur van Rue89’ kopen. Zo bouwt men mee aan de website. Ook specifieke projecten, bijvoorbeeld enquêtes, kunnen gesteund worden.
2.4 WIKINEWS Wikinews (wikinews.org) is opgestart in 2004 door de Wikimedia Foundation die onder andere de bekende online encyclopedie Wikipedia beheert (Thorsen, 2008, pp. 937). Net zoals bij Indymedia en OhMyNews steunt Wikinews op een netwerk van vrijwillige burgerjournalisten die het nieuws maken. Wikinews heeft bepaalde richtlijnen die moeten gevolgd worden. De belangrijkste is dat elk artikel neutraal moet zijn. Er wordt gestreefd naar een vorm van berichtgeving die geen enkel standpunt promoot en onpartijdig is. Volgens de website houdt deze ‘neutral point of view policy’ in dat ‘an article should fairly represent all sides in a news story, and not make an article state, imply or insinuate that any one side is correct’ (en.wikinews.org). Het is dus de bedoeling dat alle standpunten worden belicht en niet enkel het standpunt waar de auteur van het artikel achter staat. Op dit vlak verschilt Wikinews van websites zoals Indymedia en OhMyNews, waar persoonlijke meningen wel naar voor mogen komen in de artikels. Eens het artikel online staat, kunnen anderen het artikel bewerken, iets wat bij de andere besproken sites niet mogelijk was. Commentaar geven op artikels, iets wat bij websites zoals Indymedia en OhMyNews als een belangrijk onderdeel van het nieuwsproces wordt beschouwd, is mogelijk bij Wikinews maar wordt niet sterk gepromoot. Integendeel, discussie wordt ontmoedigd om zoveel mogelijk het neutrale standpunt te behouden (Bruns, n.d.). De inputfase en de outputfase zijn dus open voor iedereen, er is zelfs geen account nodig om een artikel te posten zoals bij OhMyNews en Slashdot. De responsfase daarentegen is grotendeels gesloten. Dit kan er volgens Grey (geciteerd in Bruns, n.d.) voor zorgen dat burgers wegblijven van
20
Wikinews en andere websites gaan zoeken waar alle fases open zijn en waar ze hun mening kwijt kunnen. Zowel op vlak van redactionele werking als op economisch vlak onderscheidt Wikinews zich van de traditionele media. Het bewerken van gepubliceerde artikels is een functie die nergens in de mainstream media wordt teruggevonden. Op deze manier profileert Wikinews zich als alternatief op redactioneel vlak. De inkomsten van Wikinews zijn gebaseerd op donaties i.p.v. op advertenties en abonnementen zoals bij de traditionele media. We willen ten slotte vermelden dat de Wikinewswebsite op dit moment niet zoveel meer voorstelt. De Nederlandstalige versie is in februari 2010 stopgezet bij gebrek aan vrijwilligers (Wikipedia, 2010). Desondanks hebben we toch besloten om deze vorm van alternatieve berichtgeving op te nemen omdat deze manier van werken zeker het vermelden waard is en in andere gevallen misschien wel succesvol kan zijn.
2.5 INVLOED OP DE TRADITIONELE MEDIA Het is belangrijk om te weten hoe traditionele media reageren op deze opkomst van participatie in andere media. Nemen ze dezelfde functies over of blijven ze zoals ze waren? Wat is de invloed van alternatieve media op de mainstream media? Een internationaal onderzoek van Domingo et al. in 2008 toonde aan dat de opties die beschikbaar zijn op de alternatieve websites (zelf nieuws aanbrengen, commentaar geven, artikels bewerken,…) niet vaak werden overgenomen door de traditionele nieuwssites. Enkel de interpretatiefase (feedback) was redelijk open voor alle nieuwssites (Domingo et al., 2008, pp. 334-335). De mogelijkheid tot participatie wordt dus tot een minimum behouden. De professionele journalisten zijn nog steeds de enige gatekeepers die beslissen welke onderwerpen worden behandeld en wat er wordt gepubliceerd. Met websites zoals ihavenews.be (Belga) kunnen burgers wel ideeën geven aan journalisten maar de vraag is in hoeverre deze ingestuurde berichten ook werkelijk bekeken en behandeld worden. Ook het onderzoek van Thorsten Quandt in 2008 naar participatie bij online nieuwssites toont aan dat de berichtgeving op nieuwswebsites van de traditionele media heel gelijkaardig is met het offline nieuws in kranten en op tv. Er wordt weinig gebruik gemaakt van nieuwe technologieën en van participatie van de burgers of interactie met journalisten is bijna geen sprake. We kunnen dus stellen dat de traditionele media de redactionele werking van alternatieve media niet of toch weinig overnemen. Op vlak van inhoud nemen sommige onderzoekers wel een nieuwe tendens waar. Journalisten zouden regelmatig blogs en alternatieve nieuwssites bekijken om op zoek te gaan naar interessante ideeën, om een bepaald onderwerp vanuit een andere standpunt te bekijken of om te zoeken naar ‘stories they might have missed’ (Stuart, 2006, pp. 172). Lowrey (2006, pp. 489) neemt ook deze nieuwe routine waar: journalisten checken blogs om op zoek te gaan naar informatie die ze nog niet gecoverd hebben. Deuze, Bruns & Neuberger (2007) delen eveneens deze mening. Volgens hen hechten de mainstream media meer en meer belang aan wat de burgerjournalisten zeggen en schrijven. Ook Thurman (2008, p. 145) toont aan in zijn onderzoek dat Britse traditionele nieuwssites het belang van blogs inzien. De participatie en interactie die bij
21
alternatieve websites centraal staan, worden dus slechts in kleine mate overgenomen door de traditionele media. Meestal is enkel de responsfase open of gedeeltelijk open. De input- en outputfase zijn zelden open voor het publiek. De journalisten blijven de belangrijkste gatekeepers en beslissen wat er door de poorten naar buiten komt. Op vlak van structuur en gatekeeping blijven de traditionele media dus grotendeels hetzelfde. Op vlak van inhoud kunnen we wel een nieuwe tendens waarnemen. Journalisten die werken voor mainstream media gaan controleren wat blogs en alternatieve nieuwssites schrijven. Er wordt meer belang gehecht aan wat er leeft bij de burgers. Alternatieve media kunnen dus een waardevolle aanvulling zijn voor de traditionele media.
2.6 BESLUIT Hoewel de traditionele media nog vaak als bron dienen, zijn alternatieve media zeker een meerwaarde voor het medialandschap. De komst van het internet en de nieuwe mogelijkheden die dit met zich meebrengt hebben de alternatieve media een boost gegeven en hebben voor een nieuw soort journalistiek gezorgd waarbij de participatie van de burger centraal staat. Met het gatewatching-model van Bruns als leidraad hebben we enkele internationale voorbeelden bekeken van alternatieve nieuwswebsites. Elk van deze websites hanteert een variatie op het ‘open news proces’ model. Het is duidelijk dat het internet heeft gezorgd voor een nieuw soort journalistiek waarbij het klassieke nieuwsproces niet meer vanzelfsprekend is. De burger wordt meer betrokken en heeft in sommige gevallen zelfs de leiding over de berichtgeving. Het geloof in het participatieve karakter is meer dan ooit aanwezig. We hebben gezien dat de literatuur vooral focust op de politieke waarde van het medium en het engageren van burgers (Atton & Hamilton, 2008, pp. 77). Ook op vlak van businessmodel kunnen de alternatieve websites zich echter onderscheiden. We hebben gezien dat websites zoals Indymedia, OhMyNews en Wikinews hun content gratis ter beschikking stellen. Voorbeelden zoals OhMyNews bewijzen dat het mogelijk is om aan voldoende inkomsten te komen zonder de lezer te laten betalen voor de inhoud. De inkomsten komen dan uit andere bronnen zoals donaties, micropayments, … Ook het voorbeeld van Rue89 maakt duidelijk dat een online businessmodel mogelijk is. Deze drie onderdelen (inhoud, redactioneel model en businessmodel) zullen de basis worden van onze empirische studie.
HOOFDSTUK 3: ANALYTISCH KADER 3.1 INLEIDING Uit de literatuur is duidelijk geworden dat er verschillende soorten alternatieve media bestaan. Atton en Hamilton (2008) maken een onderscheid tussen weblogs, e-zines en participatory online news 22
reporting. Hierbij staat vooral de inhoud en de organisatie centraal. Wij hebben ervoor gekozen om ons te focussen op de laatste categorie, de alternatieve nieuwswebsites met participatie van de lezer. We kijken hierbij verder dan het inhoudelijk vlak en het redactioneel model en betrekken ook het businessmodel in onze analyse. Elk nieuwswebsite die een alternatief wil bieden op deze vlakken, kwam in aanmerking voor onze studie. We hebben gekozen voor Apache.be en DeWereldMorgen.be. Beide websites zijn ongeveer op hetzelfde moment opgericht, wat een vergelijking mogelijk en relevant maakt. Allebei willen ze op verschillende manieren een alternatief bieden voor de mainstream media. Apache.be doet dit vooral door een kritische en alternatieve inhoud en door het traditionele businessmodel achterwege te laten. DeWereldMorgen.be profileert zich vooral door het gebruik van burgerjournalisten, in combinatie met een alternatieve inhoud en een mix van inkomsten. Voor we aan het empirisch gedeelte beginnen, willen we toch even het analytisch kader schetsen waarbinnen
dit
onderzoek
heeft
plaatsgevonden.
Bij
onze
analyse
van
Apache.be
en
DeWereldMorgen.be hebben we ons namelijk geconcentreerd op drie invalshoeken: inhoud, redactionele werking en businessmodel. Deze drie luiken zullen we nu kort bespreken alvorens we overgaan naar de bespreking van onze studie. Bij elk luik leggen we ook al de link naar ons onderzoek.
3.2 INHOUD We hebben eerder al vermeld dat alternatieve media meer is dan enkel een alternatieve inhoud. Toch blijft dit een zeer belangrijk onderdeel van de analyse. We hebben al eerder studies aangehaald die aantonen dat de schrijvers van blogs hun inhoud vooral halen uit de mainstream media. Er wordt weinig zelf aan onderzoek gedaan, voornamelijk omdat burgers daar de tijd en middelen niet voor hebben. We verwijzen hier nogmaals naar onderzoek van onder andere Haas (2005) en Kenix (2009). Ook andere alternatieve websites baseren zich meestal op nieuws uit de mainstream media. Een onderzoek van Haas naar berichten op Indymedia en Slashdot wijst uit dat weinig berichten voortvloeien uit eigen onderzoek maar meestal dezelfde onderwerpen behandelen als de traditionele media. Meer nog, de informatie die gebruikt wordt is meestal afkomstig uit deze traditionele media (Bolton, 2005, pp. 389). Er wordt zelden verwezen naar andere alternatieve bronnen, men baseert zich eerder op dezelfde bronnen als de mainstream media. Op die manier wordt de visie van de mainstream media nog meer versterkt. We mogen dit echter niet al te pessimistisch zien. Alternatieve websites kunnen ook een waardevolle aanvulling zijn voor de mainstream media. Tekortkomingen kunnen worden opgevangen door alternatieve media en worden aangevuld met behulp van burgerjournalistiek (Deuze et al., 2007, pp. 323). We kunnen hier dus twee visies ontwaren. De eerste visie stelt dat inhoud van alternatieve media grotendeels is overgenomen uit de traditionele media (Haas, 2005; Lowrey, 2006; Wall, 2007; 23
Kenix,2009). De andere visie ziet in alternatieve media wel degelijk een meerwaarde (Deuze et al., 2007; Atton, 2008; Mitchelstein & Boczkowski, 2009; Tomaiuolo, 2009). Volgens deze visie kunnen alternatieve media zorgen voor een aanvulling van de mainstream media. We kunnen dus stellen dat hoewel de behandelde onderwerpen vaak dezelfde zijn als die uit de traditionele media, er vanuit de alternatieve media een ander standpunt wordt aangeboden door de participatie van burgers. De output van mainstream media wordt bediscussieerd en er is ruimte voor commentaar, opinie en debat (Deuze et al., 2007, pp. 335). Waar we in de mainstream media spreken over een one-way, asymmetrisch model van communicatie, staan bij alternatieve online media de participatie van de burgers en vervagende grens tussen producent en consument centraal ((Mitchelstein & Boczkowski, 2009, pp. 573), er is plaats voor tweerichtingsverkeer tussen producent en consument. Een onderzoek van Carpenter (2010) in de Verenigde Staten wijst uit dat online artikels geschreven door de burgers zorgen voor een grotere diversiteit aan onderwerpen, informatie uit niet-traditionele bronnen en meer interactiviteit dan online nieuws door traditionele/commerciële media. Dit zorgt ervoor dat mensen worden blootgesteld aan verschillende ideeën wat dan weer een positief effect heeft op het zelfbewustzijn. Internet zorgt er dus voor dat een grote diversiteit aan meningen aan bod kan komen. In onze vergelijkende websiteanalyse van Apache.be en DeWereldMorgen.be zullen we bij dit luik onder andere nagaan welke thema’s aan bod komen, wie de artikels schrijft, welke soort artikels gepubliceerd wordt,…
3.3 REDACTIONELE WERKING Naast de inhoud is ook de redactionele werking van groot belang in elke mediaorganisatie. De grens tussen de ‘producer’ en ‘consumer’ van nieuws lijkt steeds vager te worden (Domingo et al, 2008, pp.326). Zoals eerder vermeld zijn er tal van initiatieven die volledig opgebouwd zijn door het werk van burgerjournalisten en vrijwilligers (Wikinews, Indymedia,…). Deze initiatieven verschillen dus duidelijk van de traditionele mediaorganisaties die vooral professionele journalisten inzetten. Ook auteurs zoals Downing, Rodriguez en Couldry (Atton, 2009, pp. 265- 268) leggen nadruk op de participatie van de burger in alternatieve media. Ook mensen zonder een opleiding tot professioneel journalist moeten de mogelijkheid krijgen om een bijdrage te leveren aan het medium. Belangrijk voor onze analyse is het ‘open news proces’ model van Bruns. Hij wijst op de verschuiving van de macht van professionele journalist naar burger. In het gatewatcher proces is de inputfase open voor alle gebruikers: ‘submission of gatewatched stories open to all users’ (Bruns, 2005). Op traditionele websites zoals standaard.be en hln.be wordt het inzenden van artikels niet aangemoedigd, het is niet de bedoeling dat lezers zelf een bijdrage leveren, dit is het werk van de professionele journalisten. De inputfase is hier dus gesloten. Op websites zoals Indymedia.be, OhMyNews, … wordt 24
dit net wel aangemoedigd. Elke lezer is welkom om een eigen bijdrage te leveren en deel te nemen aan het nieuwsproces. Dit is kenmerkend voor een open inputfase. Indien de outputfase open is, beslissen de burgers wat er verschijnt in de media. In dit geval is er geen redactie die beslist wat er gepubliceerd wordt (Indymedia, Wikinews). In onze voorbeelden hebben we echter gezien dat er vaak wel een kleine, professionele kernredactie is die een selectie maakt uit de ingezonden artikels (OhMyNews, Rue89). Op die manier wordt de kwaliteit van de artikels gegarandeerd en ontstaat er geen chaos. Sommige websites, bijvoorbeeld Wikinews, laten toe dat iedereen wijzigingen kan aanbrengen aan het artikel . Dit is dan ‘collaborative editing of stories’ (Bruns, 2005). Burgers werken samen om de kwaliteit van het artikel te verhogen. De responsfase kan eveneens toelaten dat de burger inspraak krijgt. Is het mogelijk dat er reacties gegeven worden op het artikel? Is er mogelijkheid tot discussie? Treedt de auteur van het artikel mee in deze discussie? Kunnen reacties verwijderd worden? Ook deze vragen zullen we ons stellen bij de vergelijkende analyse van Apache.be en DeWereldMorgen.be. We willen dus onderzoeken hoe de redacties van beide websites werken.
3.4 BUSINESSMODEL Volgens Herbert en Thurman (2007, pp.208) is internet het dominante medium voor nieuwsraadpleging geworden. Elke zichzelf respecterende krant heeft een online variant. Van sommige nieuwskanalen bestaat zelfs geen papieren tegenhanger. Door de opmars van online nieuws ontstaat de nood aan een nieuw businessmodel. In het klassieke businessmodel voor papieren kranten betaalt de lezer voor de inhoud. Deze inkomsten worden dan aangevuld met advertenties. Advertenties vormen vaak de grootste bron van inkomsten (Kaye & Quinn, 2010, pp. 5-7). Dit businessmodel is echter niet houdbaar voor online kranten. Volgens Fuller (in Kaye & Quinn, 2010 pp. 10) is het weggeven van gratis content op het internet het domste dat de nieuwsindustrie ooit gedaan heeft. De burger vindt het vanzelfsprekend dat inhoud op het internet gratis is en is weinig bereid om voor content te betalen (Herbert & Thurman, 2007, pp. 210). Volgens Crosbie (geciteerd in Herbert & Thurman, 2007, pp. 211) zijn er minstens 20 online lezers nodig om de inkomsten van één lezer van de papieren versie te compenseren. De online inkomsten liggen beduidend lager dan de offline ontvangsten. Nieuwe bronnen van inkomsten zijn dus noodzakelijk. Men is naarstig op zoek naar een leefbaar businessmodel voor online nieuws. Advertenties vormen momenteel de grootste bron van inkomsten op het internet (Herbert & Thurman, 2007, pp.12; Nel, 2010, pp.363). Er bestaat een soort wisselwerking tussen advertenties en betalende inhoud. Indien online kranten beslissen om hun inhoud betalend te maken hebben ze op die manier wel meer inkomsten, maar er zullen een heleboel lezers afhaken wat zorgt voor minder inkomsten uit advertenties. Volgens Herbert & Thurman (2007, pp. 212) geloven online kranten dat de inkomsten 25
die ze zouden halen uit betalende inhoud lager zouden zijn dan het verlies dat ze zouden hebben door de afhakende adverteerders. Zowel online kranten als lezers nemen dus een weigerachtige houding aan ten opzichte van betalende inhoud. Er zijn echter voorbeelden waar een betalend model wel werkt. Denk maar aan iTunes, waarbij men betaalt voor muziek. Voorwaarde voor dit model is wel dat de inhoud nergens anders gratis te verkrijgen is. Ook voor heel specifieke, gespecialiseerde content is de burger bereid om te betalen (Harrison, 2010, pp. 12). Naast dit model vermeld Harrison (2010, pp. 12) ook het long-tail model waarbij elke lezer een heel kleine bijdrage levert, dit zijn de zogenaamde microtransacties. Rappa (in Nel, 2010, pp. 364) maakt hierbij onderscheid tussen twee modellen. Ten eerste is er het model dat waarbij iedereen eenzelfde bijdrage levert, ongeacht het aantal geraadpleegde artikels. Het tweede model houdt hier wel rekening mee. De bijdrage is dan afhankelijk van het effectief gebruik. Een voorbeeld van een long-tail model is Spot.Us (Kaye & Quinn, 2010, pp. 66). Journalisten zetten ideeën voor een onderzoek op de website, samen met de kostprijs van het project. Iedereen kan een specifiek project steunen door een kleine bijdrage te leveren. In de paper van Herbert & Thurman (2007) worden mobiele diensten ook vermeld als een mogelijkheid om geld te verdienen. Mensen zijn het gewoon om te betalen voor content die ze op hun smartphone of tablet te zien krijgen. Nieuwskanalen kunnen hier gebruik van maken door hun content tegen betaling mobiel aan te bieden. Ook in Vlaanderen wordt dit al gedaan. We kunnen besluiten dat er momenteel nog geen ideaal businessmodel bestaat voor online nieuws. Er is ook nog niet zoveel wetenschappelijke literatuur te vinden over de inkomstenbronnen van alternatieve nieuwswebsites. Men is nog steeds op zoek naar manieren om genoeg inkomsten te hebben. Het is wel al duidelijk dat de inkomsten uit een brede diversiteit aan bronnen zullen moeten komen. Het zal vooral de specifieke content zijn waar voor betaald wordt, de algemene inhoud zal waarschijnlijk gratis blijven (Herbert & Thurman, 2007, pp. 226). Evenwel blijft het nog steeds zoeken naar een businessmodel waar online kranten genoeg inkomsten uit halen en waar de burger tevreden mee is. Buiten de wetenschappelijke literatuur kunnen we wel enkele voorbeelden aanhalen van websites die een werkend businessmodel hebben gevonden. Zo is er Rue89 (www.rue89.com), een onafhankelijke, Franse website die we eerder al vermeld hebben. Deze website haalt zijn voornaamste inkomsten uit de samenwerking met partners die advertentieruimte kopen op de website om op die manier hun diensten aan te bieden. De lezer krijgt onder andere reizen, auto’s, kleren en boeken aangeboden. Ook een webshop met gadgets van Rue89 zorgt voor opbrengsten. Naast deze inkomsten, is het ook mogelijk voor de lezer om een vrije bijdrage te leveren door een steen op de virtuele muur van de Rue89 te kopen. Op die manier bouwt men mee aan de website. Het is tenslotte ook mogelijk om specifieke projecten, bijvoorbeeld een enquête over de economische crisis, te steunen.
26
Een ander voorbeeld van een werkend verdienmodel is het model van een andere Franse website: Mediapart (www.mediapart.fr). Deze website weigert om advertenties in te voeren en streeft naar kwaliteit, onafhankelijkheid en exclusiviteit. De lezer moet wel betalen voor de content op Mediapart: een abonnement is mogelijk vanaf negen euro per maand. Ook Kaye & Quinn (2010, pp. 37) zien een pay wall als een van de mogelijkheden voor een verdienmodel. Voorwaarde is wel dat de inhoud exclusief is en nergens anders gratis online staat. De Amerikaans website, Pro Publica (www.propublica.org), is een onafhankelijke nieuwssite die sterk inzet op onderzoeksjournalistiek. De website haalt zijn inkomsten voornamelijk uit donaties, zowel van lezers als van grote organisaties. Sinds dit jaar is men ook begonnen met advertenties op de website te plaatsen, maar donaties blijven de grootste bron van inkomsten. Dit zijn telkens voorbeelden van alternatieve nieuwswebsites die er in slagen om een werkend verdienmodel te ontwikkelen en zo de commerciële druk te overleven. Het is dus zeker mogelijk om een leefbaar verdienmodel te ontwikkelen. Maar kan dit ook in Vlaanderen? In onze empirische studie willen we onderzoeken welk businessmodel Apache.be en DeWereldMorgen.be hanteren. Op welke manier wordt de website gefinancierd? Wordt er gebruik gemaakt van advertenties, sponsors, betaalde inhoud,…? En vooral: lijkt dit een leefbaar model te zijn?
27
∼DEEL 2: EMPIRISCH ONDERZOEK∼ HOOFDSTUK 4: KWALITATIEVE, VERGELIJKENDE CASESTUDIE 4.1 INLEIDING In bovenstaande literatuurstudie hebben we de internationale, wetenschappelijke discussie omtrent alternatieve media bestudeerd. Het tweede deel van deze masterproef geeft de resultaten van onze empirische studie weer. Het leek ons interessant en zelfs noodzakelijk om de situatie in Vlaanderen na te gaan. We hebben ervoor gekozen om twee recent opgestarte alternatieve nieuwswebsites te analyseren en te vergelijken. Het feit dat ze rond dezelfde tijd zijn opgericht, maakt een vergelijking des te interessanter. Beide websites gingen begin 2010 online, zodat we de evolutie al vanaf het begin hebben kunnen volgen, een unieke kans dus. De eerste website waar we voor kozen is DeWereldMorgen.be. Deze website werd opgestart in maart 2010 door onder andere de spilfiguren achter Indymedia Vlaanderen na het stopzetten van dat project. De redactie van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar ze met andere journalisten en vrijwilligers samen bouwen aan de nieuwswebsite. De tweede website die we hebben opgenomen in onze empirische studie is Apache.be. Deze nieuwswebsite werd opgericht in februari 2010 door onder andere enkele exmedewerkers van de Vlaamse krant ‘De Morgen’. Beide websites willen een alternatief bieden voor de commerciële media door zo onafhankelijk mogelijk aan kwaliteitsvolle journalistiek te doen zonder dat ze daarbij beweren neutraal te zijn. Interessant materiaal voor een masterproef dus. We hebben besloten om een exploratieve, kwalitatieve analyse van beide websites uit te voeren en deze te vergelijken. Bij deze analyse hebben we rekening gehouden met de drie luiken die we eerder vermeld hebben: inhoudelijk luik, redactionele werking en businessmodel. Ons onderzoek bestaat dus uit drie delen. 1. Inhoudelijk: willen de websites inhoudelijk anders zijn dan de mainstream media? In dit deel gaan we na hoe het zit met de inhoudelijke missie van de websites. We willen vooral vergelijken welke thema’s het meest aan bod komen. Daarnaast bekijken we ook op welk niveau de artikels zijn geschreven (regionaal, nationaal, internationaal, …) en om welk soort artikel het gaat (column, opinie, …). Deze onderzoeksvraag hebben we deels beantwoord aan de hand van een inhoudsanalyse en deels door de websiteanalyse. 2. Redactionele werking Voor de tweede onderzoeksvraag maken we een grondige analyse van de redactionele werking van beide websites. We stellen ons de vraag of er inbreng van burgers mogelijk is. Daarnaast gaan we na of er sprake is van een vaste, professionele redactie. Bepalen zij welke artikels worden gepubliceerd?
28
In welke mate worden de ingezonden artikels aangepast? Deze informatie kwamen we te weten door de interviews en de websiteanalyse. 3. Businessmodel: hoe zit de inkomstenstructuur van de website eruit? In het derde luik vragen we ons af hoe het zit met de inkomsten van de websites. Op welke manier werven ze inkomsten? Is dit een leefbaar model of zijn er problemen? We willen eveneens nagaan hoe de oprichters van de websites dit model zien evolueren in de toekomst. Ook bij deze onderzoeksvraag hebben de interviews en de websiteanalyse ons de nodige informatie opgeleverd. Bovendien kregen we inzage tot het financieel verslag van 2010 van beide websites. Dit gaf ons een mooi overzicht van de inkomsten en uitgaven van het voorbije jaar.
4.2 METHODE: WEBSITEANALYSE MET BEHULP VAN INHOUDSANALYSE EN INTERVIEWS Zoals in de inleiding al werd vermeld, is het empirisch luik van deze masterproef een combinatie van verschillende methodieken. Ons einddoel is om een vergelijking te maken van beide websites. We zullen daarom als afsluiter een overzichtelijke matrix maken waarin de gelijkenissen en de verschillen duidelijk worden. Een eerste logische stap was de websiteanalyse. Door een grondige analyse te maken van beide websites konden we al heel veel in kaart brengen en zagen we ook meteen de ontbrekende stukken informatie. Een volgende stap in het proces waren daarom de exploratieve interviews. Deze gaven ons de kans om door te vragen naar ontbrekende informatie en achterliggende motivaties. Als laatste stap hebben we ervoor gekozen om een kort kwantitatief deel, namelijk een inhoudsanalyse, in te bouwen in onze kwalitatieve studie. Deze inhoudsanalyse heeft een verkennend doel en zorgt voor een verduidelijking. Het is dus de bedoeling om met deze inhoudsanalyse algemene trends waar te nemen om zo onze vergelijking beter te ondersteunen.
4.3 WEBSITEANALYSE Als eerste stap in onze kwalitatieve casestudie hebben we een grondige analyse gedaan van beide websites. Het doel was hierbij om zoveel mogelijk te weten te komen over de drie luiken in ons onderzoek: inhoudelijk, redactioneel en businessmodel. We hebben ons bij de websiteanalyse voornamelijk geconcentreerd op volgende vragen: 1) Hoe wordt de missie van de website duidelijk gemaakt? Om deze vraag te beantwoorden hebben we gezocht waar de missie of het doel van de nieuwswebsite wordt duidelijk gemaakt. Is dit onmiddellijk zichtbaar of ergens weggestopt? Wordt de missie gecommuniceerd via een slogan? Of eerder via een verklarende tekst?
29
2) Wordt er een opdeling in verschillende thema’s/ rubrieken gemaakt? Voor de lezer is het belangrijk om overzicht te hebben over de website. Op welke manier wordt er een opdeling gemaakt en hoe wordt dit duidelijk gemaakt? 3) Wat is er, buiten nieuws, nog te vinden op de website? Zijn er links naar andere websites, blogs, …? 4) Is het redactioneel model duidelijk? Indien er de mogelijkheid is voor de burger om artikels in te zenden, moet dit duidelijk zijn voor iedereen die de website bezoekt. Hoe wordt dit gedaan? Zijn de namen van de kernredactie bekend? Is er contactinfo beschikbaar? We gingen dus na in welke mate het redactioneel model wordt duidelijk gemaakt op de websites. 5) Is het businessmodel duidelijk? Indien een website een nauwe band wil onderhouden met zijn lezers en medewerkers is financiële transparantie gewenst. Wij vroegen ons af op welke manier dit wordt gedaan op de websites. Staan er financiële verslagen online? Wordt het businessmodel duidelijk gemaakt? 6) Hoe zit het met advertenties? Sommige websites proberen om te overleven zonder advertenties. Hoe zit het met Apache.be en DeWereldMorgen.be? Waar staan de advertenties? Hoeveel advertenties zijn er te zien? Waarvoor wordt er reclame gemaakt? Hoe zit het met sponsors? 7) Hoe is de koppeling met sociale netwerksites? Sociale netwerksites zijn een belangrijk aspect van het alledaagse leven geworden. De aanwezigheid op deze sites kan extra lezers lokken. Hoe zijn Apache.be en DeWereldMorgen.be vertegenwoordigd op netwerksites zoals Facebook, Twitter, … 8) Welke mogelijkheden zijn er om steun te bieden? Het is mogelijk dat donaties van de lezers een deel uitmaken van de inkomsten van de website. Op welke manier wordt hier om gevraagd? Via welke kanalen kan men een donatie maken? Is dit per artikel of een algemene bijdrage? Een vast maandelijks bedrag, abonnementskosten, … de mogelijkheden zijn groot. Het leek ons daarom interessant om na te gaan hoe Apache.be en DeWereldMorgen.be hier mee omgaan. De informatie die we verzamelden uit de websiteanalyse hebben we verwerkt in onze resultaten. We zullen dus niet een voor een de vragen beantwoorden. Deze vragen zijn voornamelijk een leidraad voor onze verdere verwerking.
4.4 INHOUDSANALYSE 4.4.1 OPZET Zoals we in de inleiding al vermeld hebben, heeft deze inhoudsanalyse slechts een verkennend doel. Het is de bedoeling om een meerwaarde te geven aan onze kwalitatieve vergelijking. Onze empirische 30
studie is dus nog steeds in hoofdzaak kwalitatief maar om het inhoudelijk luik van dit onderzoek verder uit te werken hebben we geopteerd voor een kwantitatief deel. In het kwantitatief deel willen we frequenties meten van thema’s, soort artikel, … Het voorwerp van deze inhoudsanalyse zijn de artikels die online verschijnen op de websites van Apache.be en Dewereldmorgen.be. 4.4.2 STEEKPROEF Alvorens te beginnen moeten we bepalen hoe groot onze steekproef zal zijn. De steekproef moet ons in staat stellen om de onderzoeksvragen te beantwoorden. Voor ons onderzoek was het vooral noodzakelijk om genoeg artikels te analyseren om uitspraken te kunnen doen. Er is echter een groot verschil in publicatiefrequentie tussen beide websites. Apache.be publiceert ongeveer 1 à 2 artikels per dag, terwijl dit er bij DeWereldMorgen.be wel 10 kunnen zijn. Gedurende enkele weken alle artikels analyseren was dus geen optie omdat we dan veel meer artikels van DeWereldMorgen.be zouden behandeld hebben. We wilden evenmin een selectie uit de artikels van DeWereldMorgen.be nemen omdat we dan de kans liepen om bepaalde soorten artikels te mislopen. We hebben er uiteindelijk, in overleg met onze promotor, voor gekozen om 100 artikels van elke website te analyseren. Voor Apache.be waren dit de artikels van 10 januari 2011 tot en met 17 maart 2011. Voor Dewereldmorgen.be hebben we de artikels van 8 februari 2011 tot en met 17 februari 2011 behandeld. In totaal hebben we dus 200 artikels bekeken en gecodeerd. Omdat we de hele diversiteit van de artikels op de websites wilden analyseren hebben we elk artikel, ongeacht auteur, vorm, onderwerp, … behandeld. Dit gaf ons een beter inzicht voor onze verdere analyse en vergelijking. 4.4.3 CODEBOEK Bij het ontwikkelen van het meetinstrument, het codeboek, moeten we altijd de beoogde doelstelling in het achterhoofd houden: wat willen we bereiken? We hebben het codeboek zo opgesteld dat het mogelijk is om te kwantificeren. We willen hiermee algemene trends onderscheiden en vergelijken. Wanneer we in onze vergelijking gebruik maken van procenten, willen we hiermee een algemene tendens aantonen. Onze focus ligt dus niet op de absolute cijfers maar wel op de vergelijking tussen de websites. Voor ons onderzoek hebben we zes variabelen onderzocht. 1) Website. Hierbij waren er telkens twee mogelijkheden: Apache.be of Dewereldmorgen.be.
2) Onderwerp. Om een inhoudelijke vergelijking te maken tussen de twee alternatieve nieuwswebsites is het noodzakelijk om te weten welke onderwerpen het meest worden besproken. Een eerste stap in 31
onze inhoudsanalyse was dan ook om de artikels op te splitsen in verschillende categorieën. Om dit te doen hebben we ons gebaseerd op het doctoraat van Laurence Hauttekee (2005, pp. 222). Zij maakte in haar inhoudsanalyse gebruik van 20 verschillende onderwerpcategorieën: financieel-economisch nieuws, sociaal-economisch nieuws, politiek, gerechtszaken en misdaad, gewapende conflicten en terrorisme, defensie, kunst en cultuur, faits divers, medisch nieuws en volksgezondheid, wetenschap/techniek/nieuwe communicatietechnologieën, milieu, maatschappelijk nieuws, media, opvoeding en onderwijs, verkeer en ruimtelijke ordening, sport, rampen en ongevallen, religieus nieuws/zingeving/filosofie, vrije tijd en andere (als het artikel in geen enkele andere categorie te plaatsen valt). Wij hebben aan deze categorieën nog een extra categorie toegevoegd, namelijk de categorie volksopstanden. In de periode van onze steekproef was er heel veel te doen rond de onrusten en volksopstanden in Egypte, Tunesië, … Deze artikels in een andere categorie (vb. politiek) steken zou een vertekening geven. Daarom hebben we beslist om een aparte categorie te maken voor deze artikels.
3) Niveau van het artikel. Sommige websites focussen zich op lokaal nieuws terwijl anderen grotendeels internationaal nieuws brengen. Om een duidelijker zicht te krijgen op de profilering van Apache.be en DeWereldMorgen.be hebben we beslist om de artikels op de delen naar niveau van berichtgeving. Ook voor deze variabele hebben we de logische indeling van Laurence Hauttekee gevolgd. Zij maakt een onderscheid tussen regionaal, nationaal en internationaal. Door deze indeling konden we enkele manifeste trends ontwaren.
4) Links naar andere websites. Een van de mogelijkheden die een online krant kan bieden zijn hyperlinks naar andere, gerelateerde websites. Zo kunnen geïnteresseerden meer te weten komen over het onderwerp of de achtergrond van het artikel ontdekken. Dit is niet mogelijk bij papieren kranten. Online nieuwssites zouden dus optimaal gebruik moeten maken van de extra mogelijkheden die het internet hen biedt. In onze inhoudsanalyse hebben we per artikel gekeken welke links er te vinden waren. We hebben een onderscheid gemaakt tussen 6 categorieën: -
Mainstream nieuws nationaal: de traditionele kranten zoals De Standaard, Het Laatste Nieuws, De Morgen, …
-
Partners: deze worden vermeld op de website, vb. StampMedia is zowel een partner van Apache.be als van DeWereldMorgen.be en levert soms artikels.
-
Buitenlands nieuws (vb. Al Jazeera, Le Monde, …)
-
Blogs
-
Extra informatie over het onderwerp: hiermee bedoelen we een link naar een website die geen nieuws levert maar specifiek over het desbetreffende onderwerp gaat. Vb. een link 32
naar VAV (Vlaamse auteursvereniging) als de geïnterviewde persoon lid is van deze vereniging. -
Geen: in sommige artikels zijn geen links te vinden.
5) Auteur. Indien de website gebruik maakt van vrijwilligers of burgerjournalisten is het voor ons onderzoek belangrijk om te weten hoe groot het aandeel artikels is dat deze groep levert. Verder is het ook interessant om te onderzoeken in welke mate de artikels door de redactie zelf worden geschreven en dus niet worden overgenomen van andere websites, kranten, nieuwsagentschappen, … We hebben voor ons onderzoek een onderscheid gemaakt tussen 5 categorieën: -
Journalist van de website: deze persoon maakt deel uit van de kernredactie van de website
-
Journalist van een andere website of krant: ofwel is dit artikel overgenomen, ofwel heeft de desbetreffende journalist als freelancer gewerkt
-
Vrijwilliger: hiermee bedoelen we een onbetaalde, niet-professionele auteur die geen deel uitmaakt van de kernredactie
-
Nieuwsagentschap (vb. IPS)
-
Andere (vb. specialist, politicus, …)
6) Type artikel. Als laatste vroegen we ons af welk type artikel het meest voorkomt op de website. Hiervoor maakten we een opdeling in 8 categorieën. -
Feitelijke nieuws: loutere berichtgeving van feiten
-
Opinie: artikel waarin duidelijk de mening van de auteur naar voor komt
-
Interview: vraag en antwoord
-
Column: vaste rubriek van een auteur die in een korte tekst een onderwerp bespreekt. Wij hebben alle de artikels die op de websites als column werden aangeduid onder deze categorie geplaatst.
-
Recensie: kritisch artikel met de mening van de auteur over een boek, muziekstuk, toneelopvoering, …
-
Reportage: verslag van de journalist (zowel woordelijk als fotoverslag)
-
Andere: sommige artikels waren in geen enkele categorie te plaatsen
We hebben voor de codering van de artikels niet met externe codeurs gewerkt, alle artikels werden door onszelf gecodeerd.
33
4.5 INTERVIEWS Sommige informatie kan enkel bekomen worden door persoonlijk contact met de experts in kwestie. Voor ons empirisch onderzoek hebben we ervoor gekozen om een spilfiguur van beide websites te interviewen om zo tot een beter inzicht te komen en om het verhaal van de websites zo volledig mogelijk te kunnen weergeven. We hebben gekozen voor een vrij interview: we baseerden ons op enkele vragen en lieten de respondent zoveel mogelijk zelf aan het woord. Op die manier hebben we getracht om een ‘insider’s view te krijgen m.b.t. het functioneren van de websites (Lesthaeghe, 1993, pp. 28). Deze interviews dienden als aanvulling op de andere informatie die werd verworven uit de websiteanalyse en de inhoudsanalyse. De voordelen en nadelen die verbonden zijn aan het afnemen van een exploratief interview worden beschreven door Lesthaeghe in het handboek methodologie (1993, pp. 26-34). Het grootste voordeel is mogelijkheid van ‘probing’ of ‘doorvragen’. Zo is het mogelijk om door te vragen tot we achterliggende redeneringen of motivaties te weten komen. Het persoonlijk contact met onze respondent zorgt voor een vertrouwensrelatie zodat er van depersonalisatie geen sprake is. Dergelijke informatie zou bijvoorbeeld niet via email te verkrijgen zijn. De natuurlijke setting waarin het interview plaatsvindt, zorgt ervoor dat de respondent zich op zijn gemak voelt. We hebben namelijk de respondent zelf laten kiezen waar het interview plaatsvond. Uit deze voordelen vloeit een grote betrouwbaarheid voort, misverstanden kunnen namelijk snel uitgeklaard worden. Maar Lesthaeghe ziet ook nadelen aan een exploratief interview. Zo is er weinig externe validiteit of veralgemeenbaarheid. Het is moeilijk om interviews met elkaar te vergelijken. We krijgen ook te maken met moeilijk te achterhalen interviewer- of respondentenbiases. Een leidende vraagstelling kan ervoor zorgen dat de respondent de antwoorden geeft die hij denkt dat we willen horen. Ook eerder gestelde vragen kunnen een invloed hebben op latere antwoorden. Dit wordt het halo-effect genoemd. Een ander nadeel is de eventuele vermoeidheid die optreedt door de voortdurende interactie. Het is ook mogelijk dat de respondent sociaal wenselijke antwoorden geeft zodat we niet tot de achterliggende redeneringen komen. Ondanks deze nadelen leek een interview ons de beste optie om een insider’s view te krijgen. Voor Apache hebben we contact opgenomen met Georges Timmerman. Deze man werkt al meer dan 30 jaar als journalist waarvan 17 jaar bij De Morgen als voorzitter van de redactieraad. In 2009 werd hij bij het collectief ontslag bij De Morgen ook de deur gewezen. Hij bleef echter niet bij de pakken zitten, integendeel, op het einde van datzelfde jaar werd De Werktitel geboren, de voorlopige naam van de nieuwswebsite die later Apache.be zou worden. Georges Timmerman is gespecialiseerd in onderzoeksjournalistiek, fraude- en corruptiezaken, georganiseerde misdaad en inlichtingendiensten (www.mediakritiek.be). Hij pleit dan ook voor het voortbestaan van onderzoeksjournalistiek.
34
Han Soete leek ons de geschikte persoon bij DeWereldMorgen.be. Samen met Dirk Barrez is hij woordvoerder en coördinator van de website. Volgens Wikipedia (www.wikipedia.org) wordt hij ook wel beschreven als de frontman Indymedia.be. In maart 2010 stopte Indymedia.be echter met bestaan. Han Soete en de rest van de ploeg verhuisden vervolgens naar DeWereldMorgen.be. In het verleden stond Han Soete ook bekend als een linkse activist, hij was een van de oprichters van onder andere ‘School Zonder Racisme’ en ‘Studenten Tegen Racisme’. In 2003 stond hij zelfs op de lijst RESIST voor de Antwerpse kieskring. Daarnaast is hij ook auteur van het handboek media-activisme: ‘Don’t hate the media, be the media’. Dit boek is het eerste dat gebruik maakt van een Creative Commons licentie (www.mediakritiek.be). Zowel Georges Timmerman als Han Soete leken ons de uitgelezen persoon voor een interview. Begin oktober legden we al contact om onze opzet uit te leggen. Ongeveer een maand later trokken we naar Brussel en Antwerpen voor een eerste interview. De vragen die we stelden zijn terug te vinden bij de bijlagen. In mei gingen we terug naar Antwerpen en Brussel voor een laatste interview. We legden ook onze resultaten voor en verbeterden die aan de hand van de feedback die we kregen. Tijdens de interviews stelden we ook de vraag of het mogelijk was om het financieel jaarverslag in te kijken. Op het moment van het interview was het jaarverslag van 2010 nog niet af, maar in maart 2011 kregen we zowel van Apache.be als van DeWereldMorgen.be het financieel verslag te zien. Dit leverde ons waardevolle informatie op voor onze analyse van het businessmodel van de websites. Naast deze interviews hebben we ook deelgenomen aan een workshop georganiseerd door Apache.be. Een oproep op de website liet weten dat de kernredactie op zoek was naar nieuwe ideeën voor een verdienmodel. Zonder twijfel hebben we hierop gereageerd met de vraag of we ook aanwezig mochten zijn op de workshop om input te geven. Vele maanden onderzoek naar allerlei manieren om inkomsten te werven hadden ons veel ideeën opgeleverd die nuttig konden zijn voor Apache.be. De workshop in Antwerpen begon met het overlopen van het financiële jaarverslag van Apache.be, gevolgd door een interactieve sessie waarbij alle aanwezigen, onder andere ook de kernredactie, samenwerkten om een nieuw verdienmodel te ontwikkelen. Deze workshop heeft ons veel nuttige informatie opgeleverd.
HOOFDSTUK 5: RESULTATEN 5.1 INLEIDING Het weergeven van de resultaten van ons onderzoek zullen we in drie delen doen. Eerst bespreken we beide websites afzonderlijk. We zullen starten met de websites te situeren in het Vlaamse medialandschap. Vervolgens delen we onze bespreking op in de drie luiken die we vooropgesteld hebben: inhoud, redactionele werking en businessmodel. Per luik bespreken we de belangrijkste bevindingen aan de hand van de gebruikte onderzoeksmethoden (inhoudsanalyse, websiteanalyse, 35
interviews). We zullen niet elk detail tot in de puntjes bespreken, dit zou van deze masterproef een heel boek maken, maar we zullen ons beperken tot de opvallendste kenmerken van de websites. Na de analyse van de afzonderlijke websites zullen we een vergelijking uitvoeren. Op welke manier zijn Apache.be en DeWereldMorgen.be gelijk en op welke manier verschillen ze? Deze vergelijking zullen we ook weergeven in een overzichtelijke matrix.
5.2 DE WERELD MORGEN 5.2.1 ALGEMENE SITUERING Zoals eerder al gezegd, is DeWereldMorgen.be opgericht in maart 2010 door onder andere de spilfiguren achter Indymedia.be. Na het stopzetten van het Vlaamse Indymedia-project is de Indymediaredactie verhuist naar DeWereldMorgen.be. Met dit initiatief willen de journalisten zich onderscheiden van de traditionele media. Ze zetten zich af tegen de commerciële logica en willen onafhankelijk zijn van elke mediagroep. Geen Van Thillo voor hen dus. Op de about-sectie van de website is al heel wat informatie te vinden over DeWereldMorgen.be. Volgens de website wil DeWereldMorgen.be zich focussen op wat er echt toe doet in de wereld. Geen nieuws over popsterren en celebrities dus, wel degelijke verslaggeving over de belangrijke zaken in de wereld. Ook uit de interviews met Han Soete bleek dat het voor hen uitermate belangrijk is om de mensen goed te informeren over wat er leeft in de wereld. Enkel en alleen door te begrijpen wat er gebeurt, kan men greep krijgen op de samenleving. DeWereldMorgen.be wil een mix van professionele en burgerjournalistiek brengen. Ze willen openstaan voor dialoog. Een andere pijler in hun beleid is het gratis nieuws: alle berichten moeten toegankelijk en gratis zijn voor iedereen die geïnteresseerd is. DeWereldMorgen.be wil zich niet richten tot een beperkt, betalend publiek maar wel tot iedereen die belangstelling heeft voor de website en de artikels. Gratis nieuws betekent echter dat er ook geen vaste inkomsten uit de lezers worden geworven. Het is dus noodzakelijk om te zoeken naar andere inkomsten. DeWereldMorgen.be heeft geopteerd voor een mix aan diverse inkomstbronnen. Hier gaan we later nog uitgebreid op in. In het interview met Han Soete stelden we de vraag wat hij verstond onder het begrip ‘alternatieve media’. DeWereldMorgen.be gebruikt de term om zich te onderscheiden van de traditionele media. Eigenlijk gebruiken ze zelfs de term media-activisme. Zo is Han Soete medeauteur van het handboek media-activisme. Volgens Han Soete is de term alternatief hen een beetje opgedrongen. Ondanks de verschillen met de traditionele media, zijn ze wel aanvaard als een volwaardig medium. Ze hebben o.a. ook een perskaart. Ze beschouwen zichzelf dus als een activistisch maar volwaardig medium dat op verschillende vlakken een alternatief biedt voor de commerciële media. Volgens Han Soete bereikt DeWereldMorgen.be elke dag ongeveer 7000 individuele bezoekers met pieken tot 10 000. In totaal zijn er zo een 200 000 mensen die de website regelmatig bezoeken. Het 36
bezoekersaantal is redelijk snel groot geworden, hoogst waarschijnlijk omdat een groot aantal bezoekers Indymedia.be met de redactie zijn meegegaan naar DeWereldMorgen.be. Dagelijks krijgen 40 000 mensen een elektronische nieuwsbrief toegestuurd met daarin de links naar de nieuwste artikels. Op Facebook heeft de pagina van DeWereldMorgen.be meer dan 8000 fans, op Twitter zijn er ongeveer 1 200 followers.
DeWereldMorgen.be op Facebook 5.2.2 INHOUDELIJK LUIK Traditioneel worden alternatieve media beschouwd als media die zich anders willen profileren op vlak van inhoud. Dit is verschillende keren in onze literatuurstudie naar boven gekomen. Daarom willen we onderzoeken hoe het zit met de inhoud van de berichtgeving van DeWereldMorgen.be. In de about-sectie op DeWereldMorgen.be vinden we al veel informatie over de inhoudelijke missie van de website. Zo wil de redactie zich focussen op drie kernvragen: Hoe is onze wereld er aan toe? Waar moet het naartoe met onze wereld? Hoe geraken we daar? Uit deze vragen blijkt de internationale focus van de website. Men wil verder kijken dan wat er in ons klein landje gebeurt. Hierbij is het belangrijk dat ze onafhankelijk zijn van de grote mediagroepen in ons land. Ze willen zich afzetten tegen de commerciële aanpak van deze mediagroepen. Volgens hen brengen die namelijk allemaal hetzelfde nieuws, alleen lichtjes anders verpakt. Bij DeWereldMorgen.be willen ze originele artikels brengen vanuit hun eigen overtuiging, niet omdat ze moeten van hun grote baas. Belangrijk is ook dat DeWereldMorgen.be niet beweert om neutraal te zijn. Ze maken dit eveneens duidelijk op de website. Het is voor hen veel belangrijker om objectief en correct te zijn dan om neutraal te zijn. Ook in de interviews met Han Soete bleek meermaals dat neutraliteit voor DeWereldMorgen.be minder belangrijk is dan correctheid. In plaats van onbewogen aan de zijlijn te staan als berichtgever, willen ze de stemmen van de sociale bewegingen meer aan bod laten komen.
37
Uit de FAQ-sectie blijkt ook duidelijk dat men verder wil gaan dan louter berichtgeving. Duiding en analyse vormt de essentie van de website. Op de homepagina van de website wordt in een tekstbalk onderaan een opdeling gemaakt in verschillende rubrieken: home, nieuws, België, wereld, lokaal, traag maar diep, opinie, video, luisterpost, blogs en shop. De sectie ‘nieuws’ wordt dan nog eens onderverdeeld in verschillende categorieën: politiek, milieu, cultuur, economie, samenleving, media, België, wereld en lokaal. Naast de geschreven artikels zijn er ook video’s, links naar blogs, een RSS-feed, een link naar Facebook en enkele advertenties te vinden. Er is dus heel veel informatie te vinden op de homepagina van de website waardoor deze nogal chaotisch overkomt.
Verschillende rubrieken op de homepage Uit onze inhoudsanalyse konden we verschillende tendensen over het inhoudelijke luik van de website ontwaren. Voor deze analyse hebben we 100 artikels, verschenen tussen 8 en 17 februari, gecodeerd voor verschillende variabelen. We zullen nu de belangrijkste bevingen bespreken. Een eerste variabele die we onderzochten is het onderwerp van het artikel. Van de 100 artikels ging bijna 25% over politiek. Dit onderwerp was het meest vertegenwoordigd. Ook de volksopstanden kwamen opvallend veel aan bod. We moeten hierbij wel vermelden dat tijdens de periode van onze inhoudsanalyse de opstanden in Egypte en andere landen zeer actueel waren. Vandaar dat deze categorie oververtegenwoordigd is. Als we op een ander moment een inhoudsanalyse zouden uitvoeren, zou deze categorie veel minder aan bod komen. Dit wijst er wel op de DeWereldMorgen.be actuele onderwerpen behandelt. Andere populaire onderwerpen, naast politiek en volksopstanden, zijn sociaal-economisch nieuws, kunst en cultuur, en maatschappelijk nieuws. Onderwerpen die weinig of niet werden aangehaald zijn sport, rampen en ongevallen, lifestyle, … Dit resultaat was zoals verwacht. Uit het interview met Han Soete bleek namelijk al dat de klemtoon vooral ligt op arbeid,
38
economie, derde wereld en sociale onderwerpen. Thema’s zoals de BV-wereld en lifestyle worden bewust vermeden om de focus te houden op hetgeen dat volgens de redactie belangrijk is in de wereld. Naast het onderwerp van het artikel hebben we ook gekeken naar het niveau ervan. Han Soete had in ons interview al duidelijk gemaakt dat de focus ligt op alles wat gaande is in de wereld. Ook in de about-sectie van de website maakt men duidelijk dat men de lezers op de hoogte wil houden van wat er in de hele wereld gaande is. We verwachtten dus een sterke internationale focus. De resultaten van onze inhoudsanalyse kwamen inderdaad overeen met onze verwachting. Meer dan de helft van de artikels had betrekking tot internationale zaken. DeWereldMorgen.be wil verder gaan dan een nationale berichtgeving. Het is voor hen belangrijk dat de lezers weten wat er elders in de wereld gebeurt. Een groot deel van de artikels op de website zijn geschreven door de kernredactie of door vrijwilligers. Er wordt echter ook samengewerkt met inhoudelijke partners: Argus, Brood en Rozen, deBuren, De Gids op maatschappelijk gebied, Filmmagie, KifKif.be, Linx+, Marxistische Studies, Mo*, Oikos, Recto:verso, Samenleving en Politiek, StampMedia en Vrede. Er worden regelmatig artikels uitgewisseld met deze partners. DeWereldMorgen.be wil hierin ook anders zijn dan de traditionele media. In plaats van een hevige concurrentiestrijd aan te gaan, werken ze samen met gelijkgestemden. Zo worden journalisten van de verschillende partners soms samen op pad gestuurd om zo de kosten te delen. DeWereldMorgen.be vermeldt op de website duidelijk wie de inhoudelijke partners zijn. Zo wil men duidelijk maken dat de website geen eiland is maar dat er nauwe banden zijn met andere media die dezelfde missie voor ogen hebben, namelijk bericht geven over wat er toe doet. Niet alleen het onderwerp van de artikels, maar ook het soort artikels dat wordt geplaatst is interessant voor ons onderzoek. Uit onze inhoudsanalyse bleek dat ongeveer de helft van de gecodeerde artikels feitelijk nieuws was. Ook opiniestukken en reportages kwamen redelijk vaak voor. Door regelmatig opiniestukken te plaatsen wil DeWereldMorgen.be aan de lezers duidelijk maken waar ze voor staan en wat hun kijk op de wereld is. Hun doel is dan ook om zich door zulke stukken duidelijk te profileren naar de buitenwereld. Iedereen mag weten wat de mening is van de redactie. Ook uit hun keuze van inhoudelijke partners blijkt hun standpunt. Als laatste hebben we voor elk artikel onderzocht of er links te vinden waren naar andere websites. Het is opvallend dat in de helft van de artikels geen links te vinden waren, terwijl dit nochtans een uniek kenmerk is van online media. De links die we wel vonden, waren vooral links naar achtergrondinformatie over het onderwerp, dus geen links naar gerelateerde artikels van andere nieuwswebsites. Ook links naar hun inhoudelijke partners waren nauwelijks te vinden. De afwezigheid van links in de meerderheid van de artikels wijst erop dat DeWereldMorgen.be nog niet ten volle gebruik maakt van de mogelijkheden die het internet biedt.
39
5.2.3 REDACTIONELE WERKING In dit luik zullen we dieper ingaan op de werking van de redactie van DeWereldMorgen.be. Dit is belangrijk om een volledig beeld te creëren. Bepaalde beslissingen hebben namelijk een grote impact op de manier van werken. Zo werkt DeWereldMorgen.be al vanaf het begin met burgerjournalisten. Dit is een manier van werken die erg verschilt van de traditionele media, waar alle artikels worden geschreven door professionele journalisten. De informatie die we nodig hadden om dit luik te bespreken, komt vooral uit de interviews en de websiteanalyse maar ook deels uit de inhoudsanalyse. DeWereldMorgen.be kent een klein, betaald team van 8 personen. De mensen die zich bezighouden met het schrijven van artikels en de eindredactie van ingezonden stukken zijn Han Soete, Christophe Callewaert, Dirk Barrez, Jan Van Crieckinge en Keltoum Belorf. Deze informatie haalden we uit de persoonlijke correspondentie met Christophe Callewaert. Hoewel de FAQ-sectie veel informatie bevat, staan deze namen niet vermeld als zijnde de kernredactie. De redactie werkt niet, zoals de traditionele media, met een vaste hoofdredacteur maar met een wekelijkse hoofdredacteur. De persoon die in een bepaalde week de hoofdredacteur is, beslist gedurende die week wat er op de website verschijnt en wat niet. Omdat niet alle kennis bij professionele journalisten ligt, schakelt DeWereldMorgen.be ook burgerjournalisten in. Zij bezitten namelijk unieke informatie over bepaalde onderwerpen die niet toegankelijk is voor professionele journalisten. Bij DeWereldMorgen.be willen ze deze kennis maximaal benutten. Elke vrijwilliger is dus welkom om eigen artikels, reportages, videostukken, … in te zenden. Deze inzendingen belanden allemaal op de persoonlijke blogpagina van de burgerjournalist. Hoewel de kernredactie van DeWereldMorgen.be alle artikels naleest en er einderedactie op uitvoert, zijn de vrijwilligers vrij om te schrijven over wat hen belangrijk lijkt. Het schrijven gebeurt dus spontaan en niet op vraag. Als een stuk echt goed is, kan het ook op de homepagina van DeWereldMorgen.be belanden. Dit kan ofwel als een artikel verschijnen ofwel als een blogbericht dat in de kijker wordt gezet. Niet elke inzending komt dus rechtstreeks op de homepagina. Er wordt een selectie gemaakt door de eindredacteur van de week. Op elk ingezonden artikel wordt ook eindredactie gedaan. Alles wordt dus streng gecontroleerd en nagelezen voor het op de website verschijnt. Omdat er zoveel bloggers (ongeveer 900) zijn, is het moeilijk voor de hoofdredacteur om alles te lezen en te selecteren. Daardoor wordt een goed artikel soms te laat opgemerkt. Voor meer personeel is er momenteel geen geld. Het gesprek met Han Soete leverde ons een schat aan informatie op over deze burgerjournalisten. Zo zijn er een 250-tal burgerjournalisten die een regelmatige bijdrage leveren. Ze moeten zich allemaal houden aan bepaalde regels en deontologische voorwaarden. Alleen indien ze zich houden aan deze regels, kunnen ze een bijdrage blijven leveren. Naast deze actieve groep vrijwilligers zijn er nog een 900-tal mensen die bloggen op de website. Onderaan op de site is het mogelijk om door te klikken 40
naar ‘blogs’. Daar zie je ten eerste de ‘blogs in de kijker’: blogposts die goed bevonden zijn door de redactie van DeWereldMorgen.be. Daaronder staan alle nieuwe posts. De redactie verandert niets aan de inhoud van deze posts, ze zijn een afzonderlijk deel van de website. Uitzonderlijk kunnen bepaalde blogs wel verwijderd worden, bijvoorbeeld bij racistische publicaties. Zoals op de FAQ-sectie duidelijk wordt gemaakt, hecht DeWereldMorgen.be veel belang aan inspraak en participatie. De vrijwilligers worden beschouwd als volwaardige partners bij het opbouwen van de website en worden aangemoedigd om een inhoudelijke bijdrage te leveren. Onderaan op de website, onder ‘Doe mee’, wordt de nodige informatie gegeven aan lezers die zelf iets willen publiceren of op een of andere manier willen meewerken. Ook in de FAQ-sectie en de About-sectie wordt duidelijk gemaakt hoe het redactioneel model van DeWereldMorgen.be in elkaar zit. Door het interview met Han Soete kwamen we te weten dat er wekelijks een redactievergadering wordt gehouden voor het professionele team. Soms komen hier ook vrijwilligers op af. De groep van 250 actieve vrijwilligers wordt uitgenodigd op de regionale vergaderingen die maandelijks of om de twee maanden plaats vinden. Jaarlijks is er een algemene vergadering waar ook alle vrijwilligers op zijn uitgenodigd. Op deze vergadering verantwoordt de kernredactie zich bij de vrijwilligers. Verder verloopt het contact met de vrijwilliger via emails, SMS’en, telefoontjes, huisbezoeken, … Een persoon van de kernredactie is hier fulltime mee bezig. Door regelmatig contact te houden, wordt er voor gezorgd dat de groep vrijwilligers actief blijft en dat ze zich verbonden voelen met de website en met de missie van DeWereldMorgen.be. Tijdens ons interview vroegen we ook naar het profiel van de burgerjournalisten. Er zijn veel studenten die schrijven voor DeWereldMorgen.be, vaak uit de studierichting Politieke en Sociale Wetenschappen. Ook mensen uit sociale bewegingen zijn sterk vertegenwoordigd. Verder werken specialisten (vb. iemand die alles weet over vredesbewegingen) en professoren graag mee aan het opbouwen van de website. DeWereldMorgen.be wil iedereen die iets te vertellen heeft ondersteuning bieden om dit te doen. Met dit doel voor ogen worden er workshops georganiseerd waar de vrijwilligers iets kunnen bijleren over fotografie, het schrijven van een artikel, … We vroegen ons ook af hoeveel van de verschenen artikels door vrijwilligers zijn geschreven. We hebben het hier over de artikels die op onder de tab ‘nieuws’ verschijnen, dus niet de artikels die aangeraden worden op de blogpagina. We onderzochten dit aan de hand van onze inhoudsanalyse. Voor elk artikel keken we wie de auteur ervan was. Bijna de helft van de artikels werd geschreven door vrijwilligers. Slechts 19 van de 100 artikels kwam van iemand van de kernredactie. Een even groot deel werd overgenomen van het nieuwsagentschap IPS. Ook de inhoudelijke partners zoals StampMedia leverden een deel van de verschenen artikels. We kunnen dus besluiten dat de burgerjournalisten een essentieel deel uitmaken van DeWereldMorgen.be. De kernredactie zou onmogelijk zelf zoveel artikels kunnen publiceren. 41
Als we terugkijken naar het model van Bruns, zien we dat er wel enige filtering gebeurt: niet alle fasen van het gatewatcher-proces zijn open. De inputfase is wel open voor iedereen. Elke burger kan een artikel inzenden, dit wordt ook aangemoedigd. De outputfase daarentegen is redelijk gesloten. Elk artikel komt wel op de blog van de auteur terecht. Dit gebeurt zonder enige eindredactie of filtering. Deze blogs zijn wel onderdeel van de website maar de lezer moet echt op zoek gaan naar een bepaalde blog om een artikel terug te vinden. Enkel in uitzonderlijke omstandigheden, bijvoorbeeld bij racistische uitspraken, kan er filtering gebeuren. Sommige ingezonden artikels worden op de hoofdpagina van DeWereldMorgen.be geplaatst. Dit zijn artikels die wel nagelezen en gecontroleerd zijn door de kernredactie. De outputfase is in dit geval gesloten. De kernredactie maakt de uiteindelijke beslissing. De responsfase is dan weer wel open voor iedereen. Commentaar en discussie is mogelijk na elk artikel. Enkel bij racistische of denigrerende uitspraken wordt een reactie verwijderd. De redactie houdt zich zelf zoveel mogelijk uit de discussie en laat de mensen hun gang gaan. Slechts als er flagrante fouten worden gezegd, mengen ze zich. Meestal is het dan de auteur van de artikel die in discussie treedt. De werkwijze van DeWereldMorgen.be komt grotendeels overeen met die van OhMyNews. Deze alternatieve website staat ook open voor alle artikels van vrijwilligers, maar een kleine kernredactie maakt de uiteindelijke beslissingen. De outputfase op deze website is dus ook gesloten, de input- en responsfase zijn open. Elke vrijwilliger die deel wil uitmaken van het netwerk, moet net zoals bij DeWereldMorgen.be ook akkoord gaan met bepaalde deontologische regels. 5.2.4 BUSINESSMODEL Voor de traditionele gedrukte media bestaan de inkomsten meestal uit een mix aan abonnementsgeld en advertenties. Voor online nieuwswebsites liggen abonnementskosten al heel wat moeilijker. Mensen zijn gewoon dat alles online gratis is dus zijn ze niet snel geneigd om voor inhoud te betalen. Zeker niet als ze denken dat die elders gratis te verkrijgen is. Het is voor nieuwswebsites dus een hele opgave om een werkend verdienmodel te vinden. We hebben in de literatuurstudie al vermeld dat nog maar weinig websites een goed werkend model hebben gevonden. Toch zijn er websites die voldoende geld halen uit hun online activiteiten. Vaak bestaat hun inkomstenmodel uit een mix aan activiteiten. In dit luik zullen we onderzoeken hoe het zit met het businessmodel van DeWereldMorgen.be. De informatie die we verwerken in dit deel hebben we gehaald uit de interviews met Han Soete, de websiteanalyse en het financieel verslag van 2010, hun debuutjaar als nieuwswebsite. Op de website zelf maakt de redactie van DeWereldMorgen.be het businessmodel duidelijk onder de sectie ‘zakelijk model’. De inkomsten van de website komen uit een heel diverse mix van inkomsten. De verschillende inkomstenbronnen worden op de website vermeld. Het financieel jaarverslag hebben we niet teruggevonden op de website maar werd ons wel onmiddellijk doorgegeven toen we er via email naar vroegen. Door tijdsgebrek was er nog geen publiceerbaar verslag opgesteld. Volgens het financieel jaarverslag dat we kregen, had de website vorig jaar 366 707,28 euro aan inkomsten. De 42
opbrengsten waren echter niet hoog genoeg om de kosten te dekken waardoor 2010 eindigde met een tekort van meer dan 9 000 euro. Het grootste deel van de inkomsten komt uit subsidies. In het financieel verslag worden verschillende subsidies vermeld: Subsidies Afdeling Volksontwikkeling, Subsidies andere afdelingen Vlaamse Gemeenschap, Subsidies Europese Unie en overige subsidies. DeWereldMorgen.be krijgt subsidies als sociale beweging, meer bepaald als ‘beweging voor media en democratie’. De totale opbrengst aan subsidies bedraagt 229 074,99 euro, dit is meer dan 60% van de totale inkomsten. Subsidies zijn dus een noodzakelijke bron van inkomsten voor de website. Ondanks het grote aandeel dat de subsidies aannemen in de totale inkomsten, vindt de redactie van DeWereldMorgen.be dit bedrag veel te weinig, zeker in vergelijking met de bedragen die andere media krijgen. Ze vrezen dan ook voor de gevolgen als deze bedragen binnenkort veel lager worden en blijven ijveren voor meer subsidies. Naast de subsidies zijn er de bijdragen van de lezers. De redactie van DeWereldMorgen.be rekent erop dat de lezers die de website de moeite waard vinden een bijdrage zullen leveren. Een abonnement op een krant of tijdschrift kost immers ook geld, waarom dan geen klein bedrag storten als steun voor DeWereldMorgen.be? Ook de onafhankelijkheid van de website wordt aangehaald als argument om de lezer te overtuigen om een financiële bijdrage te leveren. Zonder voldoende bijdragen is de website immers niet verzekerd van zijn onafhankelijkheid. Op de homepagina staat een kader met als titel ‘uw fair schare’. Door hierop te klikken belandt de lezer op een pagina met het rekeningnummer van DeWereldMorgen.be. Ook helemaal onderaan op de homepagina is het mogelijk om een bijdrage te leveren en zo mee te bouwen aan DeWereldMorgen.be. Naast een algemene schenking is het ook mogelijk om per artikel een bijdrage te leveren. Onderaan elk artikel staat een kader met nogmaals de vraag om een ‘fair share’ te geven indien de lezer het artikel de moeite waard vond. Ongeveer 10% van de inkomsten van DeWereldMorgen.be komen uit lezerssteun. Dit was voor de redactie onverwacht veel. Ze hadden niet durven hopen dat er zo veel steun zou komen. Dit wijst er op dat het initiatief zeker gewaardeerd wordt. Volgens Han Soete zijn dit vaak mensen die ontevreden zijn over hun krant en hun abonnement opzeggen. Dit geld schenken ze dan aan DeWereldMorgen.be. Volgens het financieel verslag dat we in handen kregen, werd er in 2010 maar liefst 32 110,97 euro aan geschonken. Dit is bijna 10% van het totaal van de 366 707,28 euro aan opbrengsten.
Geef uw fair share op DeWereldMorgen.be 43
Een andere belangrijke bron van inkomsten zijn de partners van DeWereldMorgen.be. Dit zijn niet de inhoudelijke partners die we al eerder vermelden, maar zakelijke partners die financiële steun bieden. In ruil voor deze bijdrage krijgen ze advertentieruimte. Volgende partners van DeWereldMorgen.be worden vermeld op de website: -
arbeidersbewegingen en vakbonden: ACV, CM, Okra, KAV, KWB, Wereldsolidariteit, Pasar, KAJ, ACM, ABVV, ACLBV
-
Vakcentrales: LBC-NVK, ACOD-Cultuur, ACV Transcom, ACV Voeding en Diensten, ACV Metea
-
culturele partners: Vooruit, De Buren, Victoria Deluxe, KVS, Masereelfonds, Moussem)
-
milieu: BBL, Greenpeace, Ecolife, Klimaatcoalitie
-
NGO’s
voor
ontwikkelingssamenwerking:
11.11.11,
Oxfam
België,
Oxfam
Wereldwinkels, Oxfam Solidariteit, Vredeseilanden, FOS, Intal, Broederlijk Delen -
Vrede: Vredesactie, Vrede, Jeugd en Vrede
-
Divers: Verenigde Verenigingen, Attac Vlaanderen, Netwerk Vlaanderen, AmsabInstituut
voor
Sociale
Geschiedenis,
Global
Society,
LEF,
De
Sector
Samenlevingsopbouw, ella -
Lokale partners: Foyer (Molenbeek), Uilekot
Deze partners zorgen voor een grote bron van inkomsten: 74 560 euro van de inkomsten is afkomstig van deze partners. Om de onafhankelijkheid te waarborgen, mag geen enkele partner meer dan 3% van de totale inkomsten inbrengen. Het is namelijk zeer belangrijk voor de redactie dat ze onafhankelijk kunnen werken. De partners investeren voor een periode van drie jaar. In ruil voor hun steun krijgen ze advertentieruimte op de website. Ze krijgen dus geen zitje in een raad van bestuur en hebben ook geen inspraak op de redactionele werking van de website. Tot nu toe is het nog niet gebeurd dat een partner afhaakt door een kritisch artikel. Niet elke beweging of organisatie kan zomaar partner worden, de partners worden geselecteerd en actief opgezocht. Een politieke beweging zou bijvoorbeeld nooit een partner van DeWereldMorgen.be kunnen worden. Bedrijven kunnen wel adverteren maar zullen nooit partner kunnen worden. Partners zijn bewegingen en ngo’s met een missie waar de redactie ook achter staat, bedrijven met als doel zoveel mogelijk wint maken passen dus niet in dit plaatje. De partners worden twee maal per jaar uitgenodigd voor de partnervergadering waarop hun mening wordt gevraagd over de ontwikkelingen bij DeWereldMorgen.be. Uit de keuze van de partners blijkt duidelijk dat DeWereldMorgen.be de stem van het middenveld wil vertegenwoordigen. Tijdens het interview zei Han Soete duidelijk dat de redactie van DeWereldMorgen.be door de bril van deze partners kijkt, ze willen hun verhaal vertellen. Zoals we al vermelden kunnen bedrijven die geen partner zijn, ook advertentieruimte kopen. Niet iedereen wordt echter toegelaten, het moeten bedrijven zijn met een missie die enigszins aansluit bij de 44
website. Zo zijn banken niet welkom, tenzij het coöperatieve banken zijn. Ook de autosector kan niet adverteren op de website, tenzij het voor elektrische wagens is. Op die manier wil de redactie voorkomen dat de commerciële logica, waar ze zich zo tegen afzetten, teveel doorsijpelt op de website. Volgens Han Soete komt ongeveer 3% van de inkomsten uit reclame. Een klein deel van het totaal dus. De advertenties zijn terug te vinden op twee plaatsen op de homepagina: helemaal bovenaan als banner en iets meer onderaan, tussen de artikels. Ook als men doorklikt naar een artikel, zijn er nog steeds twee advertenties te zien: een bovenaan en een rechts van het artikel. Er is dus zeker geen overdaad aan advertenties.
Homepage met twee advertenties (een bovenaan en een rechts onderaan) Ook de webshop van DeWereldMorgen.be is een bron van inkomsten. De webshop biedt vooral boeken, DVD’s en abonnementen aan, maar ook spelen, t-shirts, vlaggen, … Een vrijwilliger zorgt ervoor dat alles met betrekking tot de webshop vlot verloopt.
45
Naast materiële zaken probeert de redactie ook met de kennis die ze hebben geld te verdienen. In de eerste plaats gebeurt dit door consulting. Meer specifiek geven ze advies aan bedrijven, nonprofitorganisaties, … over nieuwe media en sociale media. Lezingen over onderwerpen waarover DeWereldMorgen.be schrijft, zijn eveneens een inkomstenbron. Ten slotte is het ook mogelijk om de deskundige hulp aan te wenden bij het opzetten van een website die op het opensource platform Drupal draait. De inkomsten uit de webshop en de andere diensten bedragen 27 949, 64 euro. De verdiensten uit deze bron zijn dus niet zo groot in vergelijking met de totale inkomsten maar vertegenwoordigen desalniettemin een substantieel deel van de inkomsten en kunnen zeker nog groeien in de toekomst. We mogen namelijk niet vergeten dat DeWereldMorgen.be nog maar een jaar bezig is met deze zaken. Het is vanzelfsprekend dat men nu nog aan het zoeken is met welk businessmodel men verder zal werken. De kleine kernredactie van 8 personen krijgt maandelijks een loon. Volgens Han Soete probeert men om elke maand 1400 euro netto uit te betalen aan de journalisten. Dit lukt echter niet altijd. Het loon van de kernredactie ligt dus laag, maar voorlopig is het niet mogelijk om dit hoger te leggen. Men hoopt dat de inkomsten na enkele jaren hoger zullen zijn en dat de situatie dan zal verbeteren. Als de inkomsten wat hoger zijn, wil men ook investeren in de inhoud van de website. Door meer journalisten aan te nemen, zal het mogelijk zijn om te berichten wat er van dag tot dag gebeurt, wat nu soms moeilijk is door het tekort aan redactieleden. De vrijwilligers worden niet betaald voor het schrijven van artikels. Het kan wel zijn dat er een vrijwilligersvergoeding wordt gegeven om de onkosten van de vrijwilliger te dekken. Ook de mensen die instaan voor administratieve taken of einderedactie krijgen een vrijwilligersvergoeding. Soms worden er professionele freelancerjournalisten ingeschakeld. Deze worden dan wel aan het normale tarief betaald. Het grootste deel van de kosten in 2010 waren de personeelskosten. Alles bij elkaar lagen de kosten meer dan 9000 euro hoger dan de inkomsten. Hoewel DeWereldMorgen.be kan rekenen op een heel pak inkomsten, is dit nog niet genoeg om break-even te draaien. We mogen natuurlijk niet uit het oog verliezen dat 2010 het eerste jaar was van DeWereldMorgen.be. Er zijn nog veel mogelijkheden om te groeien. Het businessmodel dat ze nu gebruiken, lijkt wel te werken. Ze hebben genoeg inkomsten om de journalisten van een loon te voorzien, lokalen te huren, vrijwilligersvergoedingen te voorzien, … De grootste inkomsten zijn afkomstig van subsidies en partners. Ook de bijdragen van de lezers leveren redelijk wat op. Om meer lezers aan te trekken probeert men bij DeWereldMorgen.be om wat promotie te maken. Zo werd er al tweemaal een papieren versie van DeWereldMorgen.be gedrukt. Deze waren gratis en werden uitgedeeld door de vrijwilligers. Het magazine was volledig gefinancierd door advertenties. Buiten dit magazine worden er niet echt promotionele acties gedaan. Volgens Han Soete komt dit vooral omdat ze bij DeWereldMorgen.be journalisten zijn en geen marketeers. Ze hebben geen schroom om mensen te bevragen naar inhoud maar wel om hun product te verkopen. Nu leren de meeste mensen de website kennen door mond-aan-mond reclame. Algemeen kunnen we 46
stellen dat DeWereldMorgen.be goed op weg is om een werkend businessmodel te ontwikkelen. Er kunnen wel problemen ontstaan als de subsidies dalen en de andere inkomsten gelijk blijven.
5.3 APACHE 5.3.1 ALGEMENE SITUERING Apache.be ging online op 24 februari 2010. De website is gegroeid uit De Werktitel, een blog door professionele journalisten, die in oktober 2009 van start ging. De blog bestaat niet meer maar is volledig vervangen door Apache.be. De website werd opgericht door onder andere enkele exmedewerkers van de Vlaamse krant De Morgen. Op de website wordt duidelijk gemaakt waar Apache.be voor staat: ‘Journalisten met een vlotte pen en een weerbarstig karakter schrijven over wat er echt toe doet. Nieuws, analyse, opinie en satire. Kritisch en ongebonden. Omdat het nodig is.’ Deze woorden maken meteen de hele missie duidelijk. De journalisten vinden dat de traditionele media een tekort kennen aan degelijke, ongebonden kwaliteitsjournalistiek en onderzoeksjournalistiek. Apache.be profileert zich duidelijk als vierde macht die op een onafhankelijke manier verantwoorde journalistiek brengt. Volgens de about-sectie is Apache.be zo bijzonder door de unieke berichtgeving: ze berichten niet over de klassieke onderwerpen die men overal in de traditionele media terugvindt, nee, men gaat op onderzoek en laat de stem van de vergeten opinies aan het woord komen. Het doel van Apache.be is niet om elke dag een volledig overzicht te brengen van de gebeurtenissen in de wereld, daarvoor zijn ze met te weinig journalisten. Ze willen wel de lezer verrassen door verhalen te brengen die niemand anders brengt. Analyse en opinie krijgt een belangrijke plaats binnen de website. Uit de interviews met Georges Timmerman is gebleken dat de redactie zichzelf niet als alternatief beschouwt. Ze willen gewoon op een fatsoenlijke manier aan journalistiek doen, zonder de overdreven commerciële druk die er bestaat binnen de traditionele media. Ze willen een signaal geven aan de lezers dat het ook anders kan. Ze onderscheiden zich van de rest door artikels te publiceren die nergens anders zouden verschijnen omdat ze te kritisch, te moeilijk of te controversieel
zijn voor de
commerciële media. In het verslag van 2010 worden de belangrijkste doelstellingen van Apache.be vermeld: 1. Geloof in het journalistiek metier met tijd, geld en ruimte voor onderzoeksjournalistiek. 2. Aandacht voor meerwaarde en unieke onderwerpen die de reguliere media niet halen. 3. Delen van de kennis van de journalist via achtergronddossiers en een kenniscentrum. 4. Aanscherpen van mediawijsheid en mediageletterdheid via degelijk onderbouwde mediakritiek. 5. Experimenteren met de uitgebreide mogelijkheden van de digitale media. 6. De mediasector verrijken met een ongebonden redactie, los van een grote uitgeversgroep.
47
De website ontvangt momenteel ongeveer 3000 unieke bezoekers per dag. Per maand zijn dit er ongeveer 60 000. Er is een gratis, elektronische nieuwsbrief waarom 1000 lezers zijn geabonneerd. Op Facebook telt de Apache-groep ongeveer 6000 vrienden, op Twitter heeft Apache.be meer dan 2600 volgers.
Apache.be op Facebook en Twitter De regelmatige bezoekers van de website bestaan dus nog steeds uit een redelijk beperkte groep mensen maar er is wel een stijgende lijn te zien, al stijgt die heel langzaam. Georges Timmerman zou het bezoekersaantal graag vertienvoudigd zien. Hiervoor zal meer promotie nodig zijn dan nu gebeurt. Er werden tot nu toe enkele acties ondernomen om de website naambekendheid te geven. Deze acties worden kort beschreven in het verslag van 2010 dat op de website verscheen. Bij de lancering van Apache.be was er een stickeractie waarbij 10 000 stickers werden uitgedeeld. Tijdens de Gentse feesten deelde men postkaarten uit waarop stond dat de website genomineerd was voor de Prijs van de Democratie. Ook het verjaardagsfeestje en het versturen van een kerstkaart naar de steungevers wordt bij de marketingacties gerekend. Buiten deze kleine acties gebeurt er geen promotie. Dit komt deels door gebrek aan middelen maar ook omdat men zich momenteel wil focussen om het ontwikkelen van een verdienmodel. Het doelpubliek van Apache.be zijn volgens Georges Timmerman de meerwaardezoekers, de lezers van de kwaliteitskranten. Deze groep is volgens hem 200 000 mensen groot. Als dit klopt, is er nog een grote groeimarge voor Apache.be. 5.3.2 INHOUDELIJK LUIK Net zoals we bij de analyse van DeWereldmorgen.be hebben gedaan, zullen we nu de belangrijkste bevindingen over de berichtgeving van Apache.be bespreken. Zoals in de algemene situering al werd 48
vermeld, wil Apache.be artikels brengen die nergens anders worden gepubliceerd omdat ze te kritisch of te controversieel zijn. Ze willen zich afzetten tegen de commerciële druk die er heerst binnen de traditionele media. Hun doel is om aan de wereld te tonen dat het ook anders kan, dat onderzoeksjournalistiek wel nog bestaat en dat er wel nog journalisten zijn die berichten over hetgeen er toe doet. Ze willen geen verslag geven van de BV-wereld en brengen ook geen sportuitslagen, ze trachten daarentegen om inzicht te verschaffen aan de lezers door een kritische blik op de wereld te werpen. In de about-sectie van de website wordt duidelijk gemaakt waar Apache.be voor staat. Ook in het financieel verslag van 2010 worden de kernwaarden van Apache.be nog eens naar voren geschoven: verantwoord, integer en onafhankelijk. Apache.be wil zich onafhankelijk maken van elke mediagroep, politieke partij, vakbond of sociale beweging. Deze onafhankelijkheid gaat verder dan journalistieke onafhankelijkheid. Ook financieel moeten ze zich tegenover niemand verantwoorden. De website maakt een opdeling in verschillende categorieën: Nieuws, Opinie & Analyse, Cultuur, Satire, Interne Zaken, De oude doos, Archief, Boeken en RSS..
Verschillende rubrieken op de startpagina Onderaan op de website staat alle praktische informatie: Over Apache, Contact & Tips, Meewerken, Adverteren, Algemene Voorwaarden, Spelregels, Copyright en Privacy. Net zoals we voor DeWereldMorgen.be hebben gedaan, hebben we ook voor Apache.be 100 artikels gecodeerd in onze inhoudsanalyse. We bespreken nu de belangrijkste resultaten. Een eerste variabele die we onderzocht hebben, is het onderwerp van het artikel. Daarbij staken twee categorieën er sterk bovenuit: politiek en media. Meer dan de helft van de artikels werd in een van deze categorieën geplaatst. De artikels die in de categorie ‘media’ werden geplaatst, waren grotendeels mediakritische artikels. Dit bevestigt nogmaals dat Apache.be niet bang is om kritiek te uiten op de media. Buiten deze twee categorieën is er geen enkele categorie die opvallend veel artikels bevatte. Wel opvallend is de totale afwezigheid van lifestyle, sport, wetenschap, verkeer en sociaal-economisch nieuws. Volgens Georges Timmerman is het aanbod hierover in andere media al groot genoeg. Ze willen het bestaande aanbod aanvullen. Uit het interview bleek ook dat de redactie van Apache.be hun eigen aanbod wil uitbreiden en een volledigere berichtgeving wil brengen. Momenteel is dit nog niet mogelijk door een tekort aan mensen en middelen en houdt men het op ongeveer 2 artikels per dag.
49
Naast het onderwerp, hebben we ook het niveau van het artikel onderzocht. 67 van de 100 artikels werden geschreven op nationaal niveau. Hoewel ze ook internationale onderwerpen aansnijden, ligt de focus van Apache.be in België. Het overgrote deel van de verschenen artikels zijn geschreven door de kleine groep van de kernredactie en medewerkers. De kernredactie telt drie personen volgens de website, er zijn twee personen voor de einderedactie en een achttal medewerkers. De rest van de artikels die verschijnen zijn ofwel geschreven door vrijwilligers of freelancers, ofwel door de partners. Apache.be werkt samen met enkele redactionele partners: recto:verso, Mo.be en StampMedia. Er is een samenwerkingsakkoord met deze partners waardoor artikels kunnen uitgewisseld worden. In de rubriek ‘goed gelezen’ verwijst men naar interessante artikels die in andere media verschijnen. Als volgende variabele leek het ons interessant om na te gaan welk soort artikels er verschijnt op de website. Op de website staat er dat men veel belang hecht aan opinie en analyse, maar is dit ook werkelijk zo? Uit onze inhoudsanalyse bleek dat 37 van de 100 artikels opinieartikels waren, dit tegenover 28 artikels feitelijk nieuws. Opinieartikels hebben dus een duidelijk overgewicht op de website. Naast feitelijk nieuws en opinieartikels komen ook columns regelmatig aan bod. In het verslag van 2010 wordt ook verwezen naar de verschillende artikels die verschenen zijn. In 2010 kwamen er 625 artikels op de website. De helft hiervan werd onder de noemer ‘nieuws’ geplaatst, ongeveer 250 artikels waren columns, opiniestukken of stukken over interne zaken. De overige artikels werden overgenomen van partners. In onze inhoudsanalyse noteerden wij een groter aandeel van opinieartikels. Dat het aandeel artikels in het onderdeel ‘feitelijk nieuws’ in onze inhoudsanalyse kleiner is dan volgens Apache.be, ligt waarschijnlijk aan het feit dat wij nog meer gediversifieerd hebben. We hebben namelijk ook de categorieën ‘interview’, ‘recensie’, ‘reportage’ en ‘andere’ opgenomen in onze analyse. Dit verklaart deels het verschil dat er is tussen onze analyse en die van Apache.be. Een laatste variabele die onderzochten in onze inhoudsanalyse is de aanwezigheid van hyperlinks. Het grootste deel van de artikels had geen links. Van de artikels die wel links hadden, gingen de meeste naar mainstream media, maar dit was meestal een verwijzing naar het artikel waar kritiek op werd gegeven. De meeste andere links waar links naar achtergrondinformatie over het onderwerp en niet naar andere nieuwssites. Er waren slechts enkele links naar partners en buitenlandse nieuwssites te vinden. Ondanks dat bijna de helft van artikels geen hyperlinks bevatten, wordt er wel een goede poging gedaan om gebruik te maken van de mogelijkheden die het internet biedt. 5.3.3 REDACTIONELE WERKING Apache.be bestaat uit enkele beroepsjournalisten, aangevuld met een netwerk van vrijwilligers. De journalisten van de kernredactie worden echter niet betaald en werken dus ook als vrijwilliger voor de website. Het oprichtersteam bestaat uit zes mensen waarvan er vijf journalist zijn en een webmaster. 50
Zij schrijven de meerderheid van de artikels. Verder is er nog een groepje occasionele medewerkers: eindredacteurs, fotografen en tekenaars. Er is dus voldoende interesse voor het initiatief zonder dat er voor moet betaald worden. Op de website, in de about-sectie, worden de namen vermeld van de kernredactie en de medewerkers. Volgens de site bestaat de kernredactie uit drie personen: Tom Cochez, Dries De Smet en Bram Soufrreau. Verder vermeldt de website de andere medewerkers, de fotografen, de personen die zorgen voor het systeembeheer, de vertalingen en de illustraties. Ook de inhoudelijke partners hebben een plaats gekregen op deze pagina. Bij onze inhoudsanalyse onderzochten we ook wie de auteur van het artikel was. Voor Apache.be vonden we drie categorieën terug: journalist van de redactie, freelancer/vrijwilliger en partner. Meer dan 60 van de artikels werd geschreven door de kernredactie of door een van de medewerkers die op de website worden vermeld. 39 van deze artikels werden geschreven door de kernredactie. Bijna 30 artikels werden geschreven door andere vrijwilligers of freelancers. We hebben iedereen die niet met naam op de website wordt vermeld, tot vrijwilliger of freelancer gerekend. De artikels van Ann Temmerman, een studente journalistiek die stage deed bij Apache.be, hebben we bij de artikels van de kernredactie gerekend. Slechts zeven artikels waren afkomstig van een van de inhoudelijke partners. Uit deze resultaten kunnen we concluderen dat de meeste artikels door eenzelfde groep mensen wordt geschreven. Om te zorgen voor een goede werking van de website, is een vlotte communicatie noodzakelijk. De redactie van Apache.be heeft geen eigen lokalen en heeft ook de middelen niet om er te huren. Daarom komen ze elke vrijdag samen met de kernredactie om de planning van de komende weken te overleggen. Er is geen hoofdredacteur, alles wordt zoveel mogelijk in groep beslist. Elke maand is er een vergadering waarop de medewerkers worden uitgenodigd. Op de vraag wie nu de medewerkers van Apache.be zijn, antwoordde Georges Timmerman dat dit zeker niet allemaal journalisten zijn. Iedereen kan in principe een stuk inzenden, als het maar voldoet aan strenge kwaliteitsnormen. Soms worden er vacatures op de website geplaatst met de vraag naar medewerkers. Onderaan op de website wordt er doorverwezen naar een pagina ‘meewerken’ waarop de lezer wordt aangespoord om een redactionele of organisatorische bijdrage te leveren. Volgens Georges Timmerman komen er zowat wekelijks spontane sollicitaties van mensen die graag willen meewerken aan de website. Vaak zijn dit studenten of beginnende journalisten. Deze kunnen dan op vraag of spontaan een redactionele bijdrage leveren. De redactie van Apache.be probeert om deze vrijwilligers de nodige ondersteuning te geven om tot een kwaliteitsvol resultaat te komen. Als we weer terugdenken aan het model van Bruns, merken we dat het redactioneel model van Apache.be redelijk gesloten is. Elk ingezonden artikel wordt zeer streng gecontroleerd om zeker te zijn dat het kwaliteitsvol is en dat het past in de redactionele lijn van de website. De inputfase is dus in regel open mits de inzending voldoet aan de normen van Apache.be. De outputfase van de website is 51
gesloten: enkel de kernredactie beslist wat er op de website verschijnt. Ook op de responsfase staat een filter: de reacties verschijnen niet meteen op de website maar worden eerst gecontroleerd en nagelezen door de redactie. Dit is onlangs beslist door de redactie. Ondanks dat het niveau van de discussies vrij hoog lag, was er toch een harde kern van anonieme personen die negatieve en denigrerende commentaar leverden. De redactie kreeg bovendien reacties van lezers die dit zeer vervelend vonden. Om dit de vermijden en om de kwaliteit van de discussies omhoog te halen, moet elke lezer die wenst te reageren zich eerst registreren met naam, voornaam en e-mailadres. Bovendien wordt elke reactie eerst nagelezen en eventueel gecontroleerd door de redactie alvorens ze online wordt geplaatst. Daardoor duurt het langer alvorens een reactie op de website verschijnt. Er wordt wel getracht om de lezer te betrekken bij het opbouwen van de website. Zo is er een sectie ‘interne zaken’ waar veranderingen en nieuwe initiatieven worden verduidelijkt en waar de lezers kunnen reageren op deze wijzigingen. In maart organiseerde Apache.be een workshop om te zoeken naar nieuwe ideeën voor een verdienmodel voor de website. Hierop waren alle lezers uitgenodigd. Men wil de belangrijke beslissingen niet achter gesloten deuren nemen maar men probeert om de lezer te betrekken en op de hoogte te houden. 5.3.4 BUSINESSMODEL Als laatste luik in onze analyse van Apache.be bespreken we het businessmodel van de website. Zoals al eerder vermeld werd, worden de journalisten en medewerkers niet betaald. Er zijn niet genoeg inkomsten om hen van een vast loon te voorzien. De redactie hoopt dat dit in de toekomst wel mogelijk zal zijn, daarom zijn ze druk op zoek naar een goed werkend businessmodel. In januari werd een overzicht van 2010 online gezet zodat alle lezers dit konden raadplegen. Dit overzicht bevatte onder andere een financieel verslag van 2010. De financiële kant van de website is dus transparant. De lezer helpt namelijk mee aan het opbouwen van de website dus is het volgens de redactie van Apache.be alleen maar eerlijk dat ze ook de financiële kant van het verhaal te zien krijgen. Hieruit haalden we heel wat informatie die bruikbaar is voor onze analyse. Ook de interviews met Georges Timmerman verschaften ons nuttige informatie. Ten slotte leerden we ook heel wat bij tijdens de workshop die we bijwoonden. Deze workshop had als doel om ideeën te verzamelen rond een nieuw verdienmodel voor Apache.be. De avond werd ingericht door Board of innovation, een consultancybureau dat zich bezighoudt met het ontwikkelen van businessmodellen. Alle lezers waren op deze avond uitgenodigd, maar slechts een tiental mensen kwamen opdagen. Toch leverde deze workshop heel wat interessante ideeën op die we ook zullen verwerken in onze analyse. In de financiële analyse van 2010 wordt in de inleiding al vermeld dat het geen eenvoudig jaar was voor de journalisten van Apache. Waar ze bij vorige werkgevers alleen maar rekening moesten houden met hun deadlines, kwamen er ineens heel wat andere zorgen bij, zoals boekhouding, administratie, businessmodel, … Daarbij mogen we niet vergeten dat Apache.be is opgericht door journalisten, niet 52
door boekhouders of marketeers. Zonder enige ervaring met dit alles hebben ze zich in het avontuur gestort. Zoals we al eerder hebben vermeld, willen de mensen achter Apache.be volledig onafhankelijkheid zijn, dus ook op financieel vlak. Dit houdt in dat ze zich niet willen verbinden met vakbonden, sociale bewegingen, … Ze hebben dus geen financiële partners. De inkomsten moeten dus uit een andere bron komen. Ten eerste kreeg vzw De Werktitel (de vzw waarachter Apache.be schuilgaat) een steunbijdrage van 5 000 euro van het Triodos Fonds. Ook giften en schenkingen brachten 5 500 euro op. Enkele tientallen lezers dragen maandelijks een vast bedrag over aan de website. Om de lezers extra te motiveren om een bijdrage te leveren werd er een boekenactie georganiseerd: elke lezer kreeg een gratis boek bij een gift van 50 euro. Ook advertenties leverden wat geld op, weliswaar niet veel. Via GoogleAds, Enchanté en Tradedoubler werden er advertenties op de website geplaatst. De redactie ging ook zelf op zoek naar adverteerders. In 2010 werd er 6 200 euro verdiend door reclame. Volgens Georges Timmerman was men in het begin zeer selectief over de advertenties maar zijn er nu al minder restricties om toch wat meer inkomsten te hebben. De advertenties bevinden zich aan de rechterkant van de website en zijn niet storend. Men probeert ook om de lezer kleine beetjes te laten bijdragen door micropayments via Flattr. Elke Flattr-gebruiker geeft een maandelijkse bijdrage aan zijn account. Na elk artikel op Apache.be staat een Flattr-knop waardoor de gebruiker een deel van zijn maandelijkse bijdrage aan het artikel kan geven. Ook op andere websites is deze button aanwezig. Op het einde van de maand wordt gekeken hoeveel keer de gebruiker iets heeft geschonken en op die manier wordt zijn bijdrage verdeeld over de verschillende websites en artikels. In 2010 kreeg Apache.be 62 euro door de micropayments via Flattr. Dit bedrag is nog niet zo groot maar eens Flattr meer bekendheid krijgt in Vlaanderen, kan dit bedrag zeker nog stijgen. Het is echter niet waarschijnlijk dat de inkomsten uit micropayments ervoor zullen zorgen voor dat de journalisten kunnen betaald worden. De redactie van Apache.be doet alleszins wel zijn best om de mensen aan te sporen om een bijdrage te leveren. Op tal van plaatsen op de website wordt er gevraagd om de website te steunen. Op de homepagina zijn er al drie mogelijkheden: er is een knop voor donatie via Flattr, het is mogelijk om te betalen via Mastercard, Visa of American Express en het rekeningnummer wordt vermeld in het kader ‘steun Apache’. Als de lezer doorklikt naar een artikel, blijven deze mogelijkheden staan, er komen er zelfs nog bij. Zo krijgt men op het einde van elk artikel de mogelijkheid om een bijdrage te leveren via Flattr of een donatie te maken. Mogelijkheden genoeg dus voor degenen die iets willen bijdragen.
53
Mogelijkheden tot donaties op de homepage In 2010 gingen de redacteurs van Apache.be coachinglessen geven aan de jonge journalisten van StampMedia, een van hun partners. Ook hier verdienden ze geld mee (3 000 euro). Dit initiatief zal volgens het financieel verslag in 2011 worden voortgezet. Apache.be durft dus buiten de traditionele inkomstenbronnen kijken en probeert op andere manieren aan inkomsten te geraken. Er werd een subsidiedossier ingediend bij de minister van media, Ingrid Lieten, maar zij kon geen startsubsidie geven. Er werd wel een projectsubsidie van 20 000 euro gegeven die gebruikt wordt voor ‘(*)nvdr’, een project waarin Apache.be een kritische dialoog over de huidige media tot stand wil brengen. Buiten deze projectsubsidie kreeg Apache.be geen subsidies. De inkomsten van Apache.be komen dus uit een variatie van inkomstenbronnen. Na een jaar online te zijn geweest, zijn de inkomsten nog steeds zeer laag. Daartegenover staat natuurlijk dat er bijna geen onkosten zijn. Er worden geen lonen uitbetaald, er moeten geen lokalen gehuurd worden, … Het is de bedoeling dat dit op termijn wel zo is, maar momenteel ziet het er niet naar uit dat dit snel zal lukken. Bovendien wil Apache.be absoluut onafhankelijk zijn van elke beweging, vakbond of bedrijf dus een samenwerking met financiële partners, zoals bij DeWereldMorgen.be, is ook geen optie. Toch zullen er stappen moeten worden ondernomen om de toekomst van Apache.be veilig te stellen. Uit de workshop zijn enkele interessante ideeën gekomen die misschien wel extra inkomsten kunnen opleveren. Zo werd er voorgesteld om een webshop te openen, een online boekenwinkel met boeken die stroken met de missie van Apache.be. Ook het idee van sponsoring kwam aan bod. Hierbij stelde men zich de vraag of om het even wie kan sponsoren of niet. Bedrijven of banken zoals Triodos Bank zouden welkom zijn als sponsor. Er werd ook nagedacht over de mogelijkheid om de ervaring van de journalisten van Apache.be te verkopen als lessen of als workshops. Dit zou natuurlijk wel extra werk met zich meebrengen maar ervaring en expertise is heel wat waard dus dit zou wel wat geld kunnen opbrengen. Een ander idee was ‘writing on demand’ waarbij de lezers betalen om een artikel over een 54
bepaald onderwerp te zien verschijnen. Het zou bijvoorbeeld mogelijk zijn om een soort van veiling te houden tussen een aantal titels waarover een artikel kan geschreven worden. Het artikel waarop de meeste mensen hebben geboden, wordt geschreven. Het andere optie is natuurlijk een paywall waardoor alle lezers een maandelijks bedrag moeten betalen om de artikels te kunnen lezen. Geen van deze ideeën zijn al uitgewerkt, de workshop was slechts een eerste aanzet tot het ontwikkelen van een nieuw verdienmodel.
5.4 VERGELIJKING 5.4.1 INLEIDING In dit deel zullen we beide websites vergelijken. Het is namelijk interessant om te zien waar de verschillen en de gelijkenissen zitten tussen deze unieke initiatieven. Beide websites zijn begin 2010 opgericht door ervaren journalisten. Het feit dat ze rond dezelfde tijd online zijn gegaan, maakt een vergelijking des te interessanter. DeWereldMorgen.be is gegroeid uit Indymedia.be, een website die al jarenlang
bestond.
Apache.be
is
een
volledig
nieuw
initiatief,
opgericht
door
enkele
beroepsjournalisten. Ze brengen allebei gratis nieuws en willen zich afzetten tegen de commerciële druk van de traditionele media. Doordat ze gratis nieuws brengen, moeten ze op zoek gaan naar andere inkomstenbronnen. Ze worden dus geconfronteerd met hetzelfde probleem: de zoektocht naar een werkend verdienmodel. Hoewel ze ongeveer op hetzelfde moment online zijn gegaan, telt DeWereldMorgen.be een pak meer lezers dan Apache.be. De nieuwsbrief van DeWereldMorgen.be wordt bijvoorbeeld naar 40 000 mensen gestuurd terwijl Apache.be slechts een duizendtal abonnees heeft. Enkel op Twitter doet Apache.be het beter met meer dan 2600 followers tegenover 1200 followers voor DewereldMorgen.be. Volgens ons is het verschil in lezersaantal deels te wijten aan het feit dat Indymedia.be al een groot aantal trouwe lezers kende die bij het stopzetten van de website zijn overgestapt naar DeWereldMorgen.be. Daarenboven heeft DeWereldMorgen.be al tweemaal een gedrukte versie gemaakt van de website. Deze promotionele acties zorgen voor meer naambekendheid. Om het lezersaantal te doen stijgen, zou Apache.be zich meer moeten focussen op de promotie van de website. We zullen de vergelijking opdelen in drie stukken, net zoals we onze analyse hebben opgedeeld. We zullen beginnen met een inhoudelijke vergelijking, daarna hebben we de vergelijking van de redactionele werking en van het businessmodel. De belangrijkste bevindingen zullen we in een overzichtelijke tabel plaatsen. 5.4.2 INHOUDELIJKE VERGELIJKING De inhoudelijke missie van beide websites is redelijk gelijklopend. Beiden willen ze nieuws brengen dat er echt toe doet, beiden zetten ze sterk in op analyse, beiden verzetten ze zich tegen de commerciële
druk van
de traditionele media. Toch zijn er 55
verschillen te
bemerken.
DeWereldMorgen.be verbindt zich zeer sterk met sociale bewegingen en vakbonden en wil hun mening veel meer aan bod laten komen dan in de huidige media gebeurt. Apache.be houdt zich afzijdig van enige partij of beweging, voor hen primeert de onafhankelijkheid en objectiviteit. Ook onze inhoudsanalyse bracht enkele gelijkenissen en verschillen naar boven. Voor beide websites is politiek een heel belangrijk onderwerp dat het grootste deel van hun artikels vertegenwoordigt. Ook de onderwerpen die weinig tot niet aan bod komen zijn redelijk gelijklopend. Zo is er weinig sport, lifestyle, verkeer, wetenschap en medisch nieuws te vinden op de websites. Verschillend is wel dat op DeWereldMorgen.be heel wat artikels verschijnen over de volksopstanden terwijl dit onderwerp bij Apache.be bijna onbesproken is. Omgekeerd verschijnt er bij Apache.be een zeer groot aantal artikels over de media, terwijl dit onderwerp bij DeWereldMorgen.be bijna niet wordt aangehaald. DeWereldMorgen.be brengt ook redelijk wat maatschappelijk en sociaal-economisch nieuws, dit is voor hen belangrijk door hun binding met de vakbonden en de sociale bewegingen. Apache.be laat deze onderwerpen vrijwel volledig links liggen. We kunnen besluiten dat DeWereldMorgen.be een grotere diversiteit aan onderwerpen behandelt dan Apache.be.
Apache
De Wereld Morgen Politiek
Politiek
Kunst en cultuur Milieu
Gerechtszaken en misdaad Volksopstanden
Maatschappe lijk nieuws Media
Kunst en cultuur Maatschappelijk nieuws
Vijf meest voorkomende thema’s
In de missie van DeWereldMorgen.be wordt al duidelijk gemaakt dat hun focus vooral internationaal is. Ze willen berichten over alles wat er in de wereld gaande is. Dit bleek ook uit onze inhoudsanalyse: meer dan de helft van de artikels had betrekking tot internationale zaken. Dit in tegenstelling tot Apache.be, waar het grootste deel van de artikels op nationaal niveau is geschreven. DeWereldMorgen.be concentreert zich dus op wat er in de wereld gebeurt, Apache.be focust vooral op België. Regionale artikels vonden we vooral terug bij DeWereldMorgen.be. Dit waren vooral artikels door burgerjournalisten die een artikel of reportage maakten van een gebeurtenis uit hun buurt.
56
Apache
De Wereld Morgen Regionaal Nationaal Internationaal
Niveau van het artikel Een ander groot verschil tussen de websites is de onafhankelijkheid. Apache.be wil absoluut onafhankelijk zijn van gelijk welke partij, beweging, vakbond, … Onafhankelijkheid, zowel journalistiek als financieel, primeert. Voor DeWereldMorgen.be ligt dit anders. Zij verbinden zich bewust met vakbonden en sociale bewegingen. Op die manier willen ze duidelijk maken waar ze voor staan. Het is ook niet hun bedoeling om neutraal te zijn, ze willen de stemmen van de sociale bewegingen meer aan bod laten komen. Bij het lezen van de berichten op de website is het belangrijk om in het achterhoofd te houden dat alles vanuit dit standpunt wordt bekeken. Beide websites werken met inhoudelijke partners. Met deze partners worden regelmatig artikels uitgewisseld. Mo.be, recto:verso en StampMedia zijn gemeenschappelijke partners. Het feit dat er gemeenschappelijke partners zijn, wijst er op dat de inhoudelijke interesses overlappen. Ook op vlak van het soort artikels dat op de websites verschijnt, zijn heel wat gelijkenissen te bemerken. Beide websites brengen veel feitelijk nieuws. Vooral bij DeWereldMorgen.be is dit de dominerende categorie. Daarnaast is opinie voor beide websites zeer belangrijk. Vooral Apache.be zet heel sterk in op opinieartikels. Zowel Apache.be als DeWereldMorgen.be willen door deze opinieartikels duidelijk maken aan de lezers waar ze voor staan en wat hun kijk op de wereld is. Ze hebben geen schrik om zich duidelijk te profileren. Dit maakt hen anders dan de traditionele media die vooral feitelijk nieuws brengen en zich als neutraal en objectief profileren.
57
Apache
De Wereld Morgen Feitelijk nieuws Opinie Interview Column Recensie Reportage andere
Soort artikel Een laatste variabele die we kunnen vergelijken binnen dit luik is de verwijzing naar andere websites door middel van links. Zowel bij Apache.be als bij DeWereldMorgen.be had het grootste deel van de artikels geen links naar andere websites. De artikels die wel links hadden, verwezen vooral naar achtergrondinformatie over het onderwerp en niet naar andere nieuwswebsites. Ook links naar andere alternatieve nieuwssites of partners waren nauwelijks te vinden. Op inhoudelijk vlak kunnen we besluiten dat beide websites een aanvulling willen zijn van de traditionele media. Ze willen de tekorten die bestaan opvullen en het nieuws brengen dat voor hen belangrijk lijkt. Daarbij is analyse en opinie heel belangrijk. Daar waar Apache.be volledig onafhankelijk wil zijn, verbindt DeWereldMorgen.be zich wel met organisaties en bewegingen. De website is onafhankelijk van de grote mediagroepen, maar verbindt zich wel met de groepen die dezelfde missie delen. Beide websites willen zich afzetten tegen de commerciële druk die er heerst binnen de traditionele media. Politiek is een van de meest besproken onderwerpen op de websites. Daarnaast is mediakritiek een van de kernthema’s voor Apache.be, voor DeWereldMorgen.be primeert nieuws over gebeurtenissen in de wereld. De focus ligt bij hen dan ook op internationale onderwerpen. 5.4.3 VERGELIJKING VAN DE REDACTIONELE WERKING In dit deel zullen we de redactionele werking van de websites vergelijken. In de literatuurstudie hebben we al gezien dat heel wat alternatieve websites gebruik maken van burgerjournalisten. Bij deze websites ligt de macht niet meer bij de professionele journalist maar bij de burger. Er zijn verschillende niveaus te vinden in dit model. Zo staat het Indymedia-netwerk volledig open. Iedereen kan rechtsreeks op de website posten. Websites zoals OhMyNews werken ook met burgerjournalisten, maar worden wel geleid door een kleine redactie van professionele journalisten die elk ingezonden artikel controleert en eventueel bewerkt voor het wordt gepubliceerd. Bij zulke websites is er dus meer controle.
58
DeWereldMorgen.be hanteert een gemengd model, een mix van professionele en burgerjournalisten. Dit model valt te vergelijken met dat van OhMyNews. De kernredactie bestaat uit een klein aantal betaalde journalisten die de ingezonden artikels nalezen en selecteren, maar ook zelf artikels schrijven. Ongeveer de helft van de artikels op de website zijn geschreven door vrijwilligers. Bij Apache.be daarentegen wordt het grootste deel van de artikels geschreven door de kernredactie. Daarnaast is er nog een groepje vrijwilligers die voor de website schrijven. Deze groep wordt steeds groter maar is nog niet te vergelijken met het netwerk van DeWereldMorgen.be. Soms worden artikels ook overgenomen van de inhoudelijke partners. Uit onze inhoudsanalyse bleek dat beide dit evenveel deden, namelijk zeven keer (op 100 artikels).
Apache
De Wereld Morgen Journalist van de website Vrijwilliger/freelancer Nieuwsagentschap Partner Specialisten en organisaties overgenomen
Beide websites willen het contact met hun vrijwilligers zo goed mogelijk houden. Daarom organiseren zowel Apache.be als DewereldMorgen.be maandelijks vergaderingen waarop alle medewerkers worden uitgenodigd. Als we de fasen van het gatewatcherproces volgens Bruns herbekijken en de websites op die manier met elkaar vergelijken, zien we zowel gelijkenissen als verschillen. Ten eerste is er de inputfase: deze is bij DeWereldMorgen.be open. Iedereen wordt aangemoedigd om een artikel in te zenden over een persoonlijke specialiteit of interesse. Op die manier wil de redactie van de website toegang krijgen tot specifieke informatie die voor hen niet beschikbaar is. De lezers van Apache.be kunnen ook meewerken door een artikel in te zenden. De criteria zijn echter nauwer dan bij DeWereldMorgen.be, waar iedereen die wil een blog kan opstarten. De inputfase is dus open bij beide websites, maar we kunnen wel stellen dat Apache.be strengere voorwaarden heeft. De outputfase is bij beide websites gesloten. De macht ligt bij een kleine kernredactie die beslist welke artikels op de website verschijnen. De responsfase is bij DeWereldMorgen.be volledig open. Iedereen kan reageren op een artikel. Bij Apache.be wordt dit strenger gecontroleerd. Elke reactie wordt eerst nagelezen alvorens ze op de website verschijnt en elke gebruiker die wil reageren moet eerst geregistreerd zijn. Anoniem reageren kan dus niet. Het model dat DeWereldMorgen.be hanteert leunt dus dichter aan bij het
59
gatewatchermodel van Bruns. De redactie van Apache.be wil meer controle op de website, vandaar dat ze de responsfase onder eigen toezicht plaatsen en kiezen voor een meer gesloten model. 5.4.4 VERGELIJKING VAN HET BUSINESSMODEL Beide websites bieden gratis nieuws aan de lezer. Dit heeft als gevolg dat men geen vaste inkomsten zoals abonnementsgeld uit de content kan halen. Het is dus zoeken naar andere bronnen van inkomsten. In dit deel zullen we het verdienmodel van beide websites met elkaar vergelijken. Zowel
Apache.be
als
DeWereldMorgen.be
halen
hun
inkomsten
uit
een
variatie
aan
inkomstenbronnen. Het grote verschil tussen de websites is dat DeWereldMorgen.be een betaalde kernredactie heeft en Apache.be niet. Bij Apache.be werkt iedereen vrijwillig omdat er (nog) niet genoeg inkomsten zijn om lonen uit te betalen. Bij DeWereldMorgen.be lukt dit wel. Acht personen krijgen maandelijks een loon uitbetaald, sommigen daarvan werken voltijds, anderen deeltijds. Het is dus duidelijk dat hun inkomsten veel hoger liggen dan bij Apache.be. DeWereldMorgen.be had in 2010 maar liefst 366 707 euro inkomsten terwijl dit bij Apache.be slechts 19 877 euro was. Een immens verschil dus. Dit komt voornamelijk door twee inkomstenbronnen: de financiële partners en subsidies. Het zijn vooral subsidies die ervoor zorgen dat DeWereldMorgen.be genoeg inkomsten heeft om lonen uit te betalen. Er komen subsidies uit verschillende hoeken maar het grootste deel komt van minister Schauvlieghe, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur. Zij geeft subsidies aan DeWereldMorgen.be omdat ze een ‘beweging voor media en democratie’ zijn. Apache.be profileert zich niet als een sociale beweging en kan dus ook geen aanspraak maken op deze subsidies. Ze hebben wel een subisidedossier ingediend bij de Vlaamse minister van de Media maar dit is niet goedgekeurd. Er is wel een (kleine) projectsubsidie toegekend van 20 000 euro voor het project ‘(*)nvdr’. DeWereldMorgen.be verbindt zich met verschillende financiële partners die advertentieruimte kopen. Deze partners leveren jaarlijks een heel pak geld op. Nadeel aan deze partners is natuurlijk dat er rekening mee moet worden gehouden. Volgens Hans Soete zijn er tot nu toe nog geen problemen geweest met de partners door kritische artikels en doet de redactie nog steeds wat ze wil. De vraag is maar wat er zal gebeuren indien er een zeer kritisch artikel over een partner verschijnt, als dit al zou verschijnen op de website. De onafhankelijkheid van DeWereldMorgen.be wordt wel enigszins gewaarborgd door het 3% principe: geen enkele partner mag meer dan 3% van de totale inkomsten inbrengen anders is de afhankelijkheid te groot. Apache.be wil enige afhankelijkheid van wie dan ook voorkomen dus staan ze zeer weigerachtig tegenover zulke verbintenissen. Dit houdt natuurlijk ook in dat ze geen vaste inkomsten halen uit financiële partners. Beide websites halen een behoorlijk percentage van hun totale inkomsten uit de giften en schenkingen van de lezers. Bij DeWereldMorgen.be was dit 10%, bij Apache.be maar liefst 35%. We mogen 60
natuurlijk niet vergeten dat de inkomsten van Apache.be veel lager liggen, vandaar het groot aandeel van bijdragen. Het bedrag dat in 2010 werd geschonken aan DeWereldMorgen.be bedroeg namelijk meer dan 32 000 euro terwijl Apache.be slechts 5 500 euro aan schenkingen binnenhaalde. Dit verschil aan inkomsten door schenkingen is deels te wijten aan het kleinere lezerspubliek van Apache.be. We vermoeden dat er wel een groter publiek is dat geïnteresseerd zou zijn in de website, maar er is niet genoeg naambekendheid om hen te bereiken. Enkele grotere promotionele acties, bijvoorbeeld een papieren magazine zoals DeWereldMorgen.be heeft gedaan, zouden de bekendheid van Apache.be groter kunnen maken. Hoewel DeWereldMorgen.be genoeg inkomsten heeft om de journalisten te betalen, bleek uit het interview dat ze dit nog niet voldoende vinden. Ze zijn nog steeds op zoek naar andere inkomstenbronnen. Ook de redactie van Apache.be is naarstig op zoek naar een verdienmodel dat het hen mogelijk maakt om lonen uit te betalen. We kunnen dus besluiten dat DeWereldMorgen.be een businessmodel heeft ontwikkeld dat hen toestaat om de journalisten te betalen. Daarbij zijn ze echter zeer afhankelijk van subsidies en financiële partners. Bij Apache.be ligt dit heel anders. Zij hebben nog geen werkend verdienmodel gevonden dat hen toelaat om zichzelf een loon uit te keren. Iedereen werkt vrijwillig voor de website. Ze trachten wel om nieuwe mogelijkheden zoals Flattr uit te proberen, voorlopig met weinig succes. 5.4.5 VERGELIJKENDE TABEL De Wereld Morgen
Apache
Maart 2010 door professionele
Oktober 2009 (De Werktitel) of
journalisten (Indymedia.be)
februari 2010 door professionele
Algemeen Start
journalisten (De Morgen) Missie
Degelijke verslaggeving over de
Degelijke, ongebonden kwaliteits-
belangrijke zaken in de wereld
en onderzoeksjournalistiek
7000
3000
Aanwezigheid op sociale
Facebook (8300 likes) en Twitter
Facebook (6000 likes) en Twitter
netwerksites
(1200 followers)
(2600 followers)
Individuele bezoekers per dag
Inhoud Inhoudelijke missie
-
onafhankelijk van grote
-
onafhankelijk van elke
mediagroepen
mediagroep, partij,
liever objectief en correct
beweging, vakbond, … -
dan neutraal
61
opinie en analyse
-
stemmen van de sociale
-
kritische blik op de wereld
bewegingen aan bod laten
-
kwaliteit en onderzoek
komen -
duiding en analyse
-
berichten over gebeurtenissen in de wereld
Inhoudelijke partners
Argus, Brood en Rozen, deBuren,
Recto:verso, StampMedia, Mo.be
De Gids op Maatschappelijk Gebied, Filmmagie, KifKif.be, Linx+, Marxistische Studies, Mo*, Oikos, StampMedia, Vrede, Recto:verso, Samenleving & Politiek Meest voorkomende
Politiek, volksopstanden, cultuur,
thema’s
maatschappelijk nieuws
Niveau
Vooral internationaal
Vooral nationaal
Soort artikel
Feitelijk nieuws (52), opinie (20),
Opinie (37), feitelijk nieuws (28),
reportage (15)
column (16)
Meestal geen, soms naar extra
Meestal geen, soms naar
informatie over onderwerp
mainstream media of naar extra
Links naar andere websites
Politiek, media, cultuur
informatie over onderwerp Redactioneel Redactioneel model
Kern van professionele
Kern van professionele
journalisten, groot netwerk van
journalisten met groep
burgerjournalisten
medewerkers
Auteur van artikels
Vooral vrijwilligers
Vooral kernredactie
Hoofdredacteur
Wisselt wekelijks
Geen
Overleg met kernredactie
Wekelijkse redactievergadering
Wekelijkse redactievergadering
Overleg met medewerkers
Maandelijks of tweemaandelijks
Maandelijks vergadering waarop
regionale vergadering; jaarlijks
ook medewerkers worden
algemene vergadering;
uitgenodigd
maandelijkse bijeenkomst van de videoploeg; wekelijkse bijeenkomst van de fotografen Inputfase
Open
Open maar met strenge voorwaarden
62
Outputfase
Gesloten, macht bij kernredactie
Gesloten, macht bij kernredactie
responsfase
Open, iedereen kan reageren.
Open maar met filtering. De
Reacties kunnen wel verwijderd
redactie controleert eerst reacties
of gewijzigd worden nadat ze
alvorens ze op de website te
geplaatst zijn.
plaatsen.
Transparantie
Financieel verslag op vraag
Financieel verslag op website
Voornaamste uitgaven
Personeelskosten, huur van
Eenmalige vergoeding
gebouwen en lokalen
kernredactie, marketingacties
Totale inkomsten 2010
366 707, 28 euro
19 877 euro
Grootste bronnen van
Subsidies, financiële partners
Advertenties, schenkingen
229 074,99 euro in totaal
Geen in 2010, 20 000 euro
Businessmodel
inkomsten Subsidies
projectsubsidie in 2011 Financiële partners
74 560 euro
Geen: vrees voor afhankelijkheid
Mogelijkheid tot schenking
Overschrijven op
Overschrijven op
rekeningnummer (algemene
rekeningnummer, Mastercard,
bijdrage of bijdrage voor specifiek Visa, American Express,
Aandeel van schenkingen
artikel)
micropayment via Flattr
10%
35%
in totale inkomsten Advertenties
Webshop
3% van de inkomsten, niet storend 32% van de inkomsten, niet aanwezig
storend aanwezig
Boeken, DVD’s, abonnementen,
Geen, kan wel in de toekomst
… Kennisoverdracht
Consulting over nieuwe media en
Coaching van journalisten van
sociale media, lezingen, hulp bij
StampMedia, lezingen
Drupal Promotionele acties
Papieren magazine, geschenk bij
Stickeractie, postkaarten op de
aanbrengen van 20 abonnees, t-
Gentse Feesten, kerstkaart
shirts, stickers, …
63
6. ALGEMEEN BESLUIT We zijn deze masterproef begonnen met een zoektocht naar een algemene definitie van het begrip ‘alternatieve media’. Met behulp van auteurs zoals Atton, Hamilton, Rodriguez, Downing, … kwamen we tot het besluit dat alternatieve media zich willen afzetten tegen de traditionele media. Een heel vage definitie dus… In de literatuur vonden we dat alternatieve media zich vooral willen onderscheiden op twee vlakken: inhoud en organisatie (Atton & Hamilton, 2008, pp. 77). Dit vonden wij te beperkt dus voegden we hier nog een derde categorie aan toe: businessmodel. Bij onze analyse van Apache.be en DewereldMorgen.be kwamen we tot de conclusie dat deze twee websites binnen de definitie van alternatieve media vallen: ze zetten zich af tegen de traditionele media en dit op drie vlakken: op inhoudelijk vlak, op vlak van redactionele werking en op vlak van businessmodel. Deze definitie vonden we echter te algemeen dus hebben we een verdere indeling gemaakt. We volgden hierbij Atton en Hamilton (2008) die een onderscheid maakten tussen weblogs, e-zines en online participatory news reporting. Zowel Apache.be als DeWereldMorgen.be vallen binnen deze laatste categorie: ze werken allebei met vrijwilligers . Het is wel zo dat het netwerk van vrijwilligers bij DeWereldMorgen.be veel groter is dan bij Apache.be. Na het theoretisch deel gingen we over tot de vergelijkende analyse van Apache.be en DeWereldMorgen.be. Aan de hand van een websiteanalyse, een beperkte inhoudsanalyse en exploratieve interviews konden we een volledig beeld schetsen van de twee websites. Hierbij hielden we rekening met de drie luiken: inhoud, redactioneel model en businessmodel. Op vlak van inhoud willen beide websites een alternatief bieden voor de mainstream, commerciële media. Zowel Apache.be als DeWereldMorgen.be willen de tekorten van de traditionele media opvullen. Apache.be doet dit door aan onderzoeksjournalistiek te doen en door vergeten onderwerpen tot op de grond uit te pluizen. De website staat zeer kritisch tegenover de traditionele media en laat geen kans voorbij glippen om kritiek te uiten op deze media. DeWereldMorgen.be doet dit door de stemmen van de sociale bewegingen en ngo’s aan bod te laten komen. Beiden willen onafhankelijk zijn van de grote mediagroepen. Ook opinie en analyse zijn voor beide nieuwssites essentieel en komen uitgebreid aan bod. Zowel Apache.be als DeWereldMorgen.be werken samen met inhoudelijke partners zoals recto:verso en StampMedia waarmee ze artikels uitwisselen. Beide websites zijn een uniek project en vormen een waardevolle aanvulling voor het medialandschap. Ondanks dat de websites slechts een jaar bestaan, hebben ze al een hele schare trouwe lezers achter zich. Dit wijst er op dat er een zekere nood is aan kwaliteitsvolle journalistiek en alternatieve berichtgeving. De projecten worden dus zeer gewaardeerd. Ook op redactioneel vlak hanteren beide websites een ander model dan de traditionele media. Daar waar mainstream media een strikt onderscheid maken tussen beroepsjournalist en lezer, wordt de lezer 64
bij Apache.be en DeWereldMorgen.be aangemoedigd om zelf een bijdrage te leveren en mee te helpen bij het opbouwen van de website. Vooral DeWereldMorgen.be steunt sterk op deze burgerjournalisten. Beide websites staan weigerachtig tegenover een volledig open model zoals het gatewatchermodel van Bruns (2005). De inputfase is bij beide nieuwssites open: elke lezer kan een artikel inzenden, meer zelfs, de burgers worden hiertoe aangemoedigd. De outputfase is echter gesloten: het is de kernredactie die beslist welke artikels online komen. We hebben in de literatuurstudie gezien dat dit meestal zo is. Ook bij websites zoals OhMyNews, Rue89, Mediapart, … wordt de outputfase gecontroleerd door een professionele redactie. Om de kwaliteit van de artikels te garanderen en een chaos te voorkomen lijkt dit ons de beste oplossing. De responsfase bij DeWereldMorgen.be is open: iedereen kan reageren. Slechts uitzonderlijk kunnen reacties verwijderd worden. Bij Apache.be is er meer controle op de responsfase. Iedereen die wil reageren moet eerst geregistreerd zijn zodat anonieme reacties onmogelijk zijn. Elke reactie wordt eerst nagelezen door de kernredactie alvorens ze online wordt geplaatst. Dit zorgt ervoor dat een debat trager verloopt. Naarmate er meer lezers en meer reacties komen, zal het moeilijker worden om dit vol te houden. We zien hier ook het gevaar dat mensen worden afgeschrikt door de hogere drempel en niet meer willen reageren. De lezers van beide websites worden op de hoogte gehouden van veranderingen binnen de websites. Vooral bij Apache.be wil men de lezer nauw betrekken bij belangrijke beslissingen. De mate van betrokkenheid die we zowel bij DeWereldMorgen.be als bij Apache.be zien, maakt deze projecten nog unieker. Op vlak van businessmodel zijn er grote verschillen te bemerken tussen beide websites. DeWereldMorgen.be profileert zichzelf als een beweging. Ze verbinden zich met sociale bewegingen en ngo’s. Omdat ze zich profileren als ‘beweging voor media en democratie’, krijgen ze heel wat subsidies. Ook de partners waarmee ze zich verbinden zorgen voor heel wat inkomsten. Bij Apache.be ligt dit heel anders. Zij willen absoluut onafhankelijk zijn dus verbinden ze zich niet met financiële partners. Daarnaast krijgt Apache.be ook geen subsidies, behalve de eenmalige projectsubsidie. Door de lage inkomsten van de website is het momenteel onmogelijk om de journalisten de betalen, iedereen werkt dus vrijwillig. Bij DeWereldMorgen.be is dit wel mogelijk, de kernredactie wordt maandelijks
betaald.
De
overige
inkomsten
komen
zowel
voor
Apache.be
als
voor
DeWereldMorgen.be uit een brede waaier aan inkomstenbronnen: micropayments, boekenverkoop, donaties, lezingen, … Momenteel lijkt het alsof DeWereldMorgen.be een werkend verdienmodel heeft gevonden, al zijn ze vooral afhankelijk van subsidies en hun financiële partners. Indien de subsidies zouden wegvallen, zou de website echter in grote financiële problemen komen. Ze beseffen gelukkig dat ze deze subsidies nodig hebben en ijveren er ook voor om deze te behouden. We stellen ons wel vragen bij de onafhankelijkheid van de website. Financiële partners worden best te vriend gehouden dus een kritisch 65
artikel over een van de partners maakt vermoedelijk weinig kans om op de website te belanden. Tot nu toe zijn er nog geen problemen geweest en heeft de redactie altijd kunnen publiceren wat ze wilden. Dit neemt niet weg dat men waakzaam moet zijn om deze onafhankelijkheid niet te verliezen. Voor Apache.be ziet de financiële realiteit er niet zo rooskleurig uit. Er zijn niet genoeg inkomsten om een volwaardig loon te betalen aan de medewerkers. Er worden wel stappen ondernomen om een verdienmodel uit te werken dat dit wel mogelijk maakt maar dit is voorlopig toekomstmuziek. Indien zo een model niet wordt gevonden, is het maar de vraag of de medewerkers van de website vrijwillig zullen blijven werken... Om de toekomst van Apache.be te verzekeren zijn er dus dringend vaste inkomsten nodig. Een zeer interessante case dus die zeker het opvolgen waard is. In de literatuur vonden we zeer weinig voorbeelden van goede verdienmodellen. Aan de inhoud en de organisatie van alternatieve media zijn al talloze artikels en boeken gewijd, maar de literatuur over alternatieve businessmodellen op het internet is eerder beperkt. Een analyse van andere websites, zoals Rue89, Mediapart, … is daarom zeker stof voor toekomstig onderzoek. Ook een verdere analyse van het alternatieve nieuwslandschap in Vlaanderen is zeker de moeite waard. We kunnen besluiten dat zowel Apache.be als DeWereldMorgen.be unieke initiatieven zijn die een vaste plaats verdienen binnen het Vlaamse medialandschap. De waarde van deze projecten is dus groot, dat is onder andere te merken aan het enthousiasme van de vele vrijwilligers die spontaan aanbieden om mee te werken. De leefbaarheid van de websites is minder zeker. Vooral Apache.be heeft dringend vaste inkomsten nodig om te kunnen overleven.
66
7. BIBLIOGRAFIE Boeken -
Atton, C. (2006). Alternative media. Londen: Sage.
-
Atton, C. (2008). Alternative media theory and journalism practice. In M. Boler (Ed.), Digital media and democracy: tactics in hard times (pp. ). Cambridge, Mass.: MIT Press.
-
Atton, C. & Hamilton J. F. (2008). Alternative journalism. Thousand Oaks, Ca.: Sage publications ltd.
-
Atton, C. (2009). Alternative and citizen journalism. In T. Hanitzsch, & K. Wahl-Jorgensen, (Eds.), Handbook of journalism studies (pp. 265-275). New York, N.Y.: Routledge.
-
Barnhurst K. & Nerone J. (2009). Journalism history. In T. Hanitzsch, & K. Wahl-Jorgensen, (Eds.), Handbook of journalism studies (pp. 17-25). New York, N.Y.: Routledge.
-
Bruns, A. (2005). Gatewatching: collaborative online news production. New York (N.Y.): Lang.
-
Cammaerts, B. (2008). To blog or not to blog. Is that the question? In burgermedia: opmars, ervaringen, bedenkingen. Brussel: Indymedia.be.
-
De Bens E. & Raeymaeckers K. (2007). De pers in België. Leuven: Lannoocampus.
-
De Marez L. & Schuurman D. (2010). Digimeterrapport 2.
-
Kaye J. & Quinn S. (2010). Funding journalism in the digital age: business models, strategies, issues and trends. New York: Peter Lang.
-
Lesthaeghe, R. (1993). Onderzoeksmethoden in mens- en maatschappijwetenschappen: een inleiding. Gent: Acco.
-
Paterson, C. & Domingo, D. (2008). Making online news: the ethnography of new media production. New York: Peter Lang.
-
Stuart, A. (2006). Online news: journalism and the internet. Milton Keynes: Open University Press.
67
Artikels uit wetenschappelijke tijdschriften -
Atton, C. (1999). A reassessment of the alternative press. Media, culture and society, 21 (1), 51-77.
-
Atton, C. (2003). What is ‘alternative’ journalism? Journalism: theory, practices and criticism, 4(3), 267-272.
-
Birkmaier, C. (2008). The new news makers: citizen reporting and blogs are changing news. Broadcast engineering, 50(7), 16-18.
-
Carpenter, S. (2010). A study of content diversity in online citizen journalism and online newspaper articles. New Media & Society, 12 (7), 1064-1084.
-
Deuze, M., Bruns A. & Neuberger, C. (2007). Preparing for an age of participatory news. Journalism practice, 1 (3), 332-338.
-
Domingo D., Quandt T., Heinonen A., Paulussen S., Singer J.B. & Vujnovic M. (2008). Participatory journalism practices in the media and beyond. Journalism practice, 2 (3), 326340.
-
Harcup, T. (2005). I’m doing this to change the world. Journalism studies, 6 (3), 361-374.
-
Harrison, A. (2010, 28 januari). Making your online operations pay is all down to the top-spin. Marketingweek.
-
Herbert J. & Thurman N. (2007). Paid content strategies for news websites. Journalism practice, 1 (2), 208-226.
-
Karlsson M. & Strömbäck J. (2009). Freezing the flow of online news. Journalism studies, 11 (1), 2-19.
-
Kenix, L. (2009). Blogs as alternative. Journal of computer-mediated communication, 14 (4), 790-822.
-
Lowrey, W. (2006). Mapping the journalism-blogging relationship. Journalism: theory, practices and criticism, 7(4), 477-500.
-
Mitchelstein, E. & Boczkowski (2009). Between tradition and change. A review of recent research on online news production. Journalism, 10 (5), 562-586.
-
Muthukumaraswamy, K. (2010). When the media meet crowds of wisdom. Journalism practice, 4 (1), 48-61. 68
-
Nel, F. (2010). Where else is the money? Journalism practice, 4 (3), 360-372.
-
Quandt, T. (2008). (No) news on the world wide web. Journalism studies, 9 (5), 717-738.
-
Reese, S., Rutigliano L., Hyun, K. & Jeong, J. (2007). Mapping the blogosphere: professional and citizen-based media in the global news arena. Journalism, 8 (3), 235-261.
-
Thorsen, E. (2008). Journalistic objectivity redefined? Wikinews and the neutral point of view. New media and society, 10 (6), 935-954.
-
Thurman, N. (2008). Forums for citizen journalists? Adoption of user generated content initiatives by online news media. New media and society, 10 (1), 139-157.
-
Tomaiuolo, N. (2009). U-content. Searcher, 17 (4), 40-48.
-
Whitaker, Brian (1981) News Ltd: why you can't read all about it Minority Press Group , London (p101)
Websites -
Bolton, T. News on the net: a critical analysis of the potential of online alternative journalism to challenge the dominance of mainstream news media. Geraadpleegd op 30 november 2009 op het World Wide Web: http://scan.net.au/scan/journal/display.php?journal_id=71
-
Bruns, A. Wikinews: the next generation of alternative online news? Geraadpleegd op 30 november 2009 op het World Wide Web: http://scan.net.au/scan/search/index.php.
-
Salter, L. Democracy and online news: Indymedia and the limits of participatory media. Geraadpleegd op 30 november 2009 op het World Wide Web: http://scan.net.au/scan/journal/display.php?journal_id=70
-
www.apache.be
-
www.dewereldmorgen.be
-
www.english.ohmynews.com
-
www.ihavenews.be
-
www.indymedia.org
-
www.mediakritiek.be
69
-
www.mediapart.fr
-
www.propublica.org
-
www.rue89.com
-
www.slashdot.org
-
www.wikinews.org
-
Wikinews (19 oktober 2010). Geraadpleegd op het World Wide Web op 18 maart 2011: www.wikipedia.org/wiki/wikinews.
70
8. BIJLAGEN 8.1 CODEBOEK 1. Thema artikel Thema artikel Financieel-economisch Sociaaleconomisch (arbeidsverhoudingen) Politiek Gerechtszaken en misdaad Gewapende conflicten en terrorisme Volksopstanden Defensie Kunst en cultuur Faits divers, lifestyle Medisch nieuws en volksgezondheid Wetenschap/techniek Milieu Maatschappelijk nieuws Media Opvoeding en onderwijs Verkeer en ruimtelijke ordening Sport Rampen en ongevallen Andere
Apache 1
De Wereld Morgen 4 6
28 4 3
23 7 2
4 1 11 1 1
19 1 10 4 2
5 6 28 3
4 10 1 3 3
1 3
1
Apache 3 67 30
De Wereld Morgen 13 27 60
2. Niveau van het artikel Niveau Regionaal Nationaal Internationaal Onbekend
3. Links naar andere websites (meerdere mogelijk) Links Mainstream nieuws Alternatief nieuws/partners Buitenlands Blogs Geen Extra info
Apache 31 3 5 2 44 27
De Wereld Morgen 4 1 12 4 56 31
71
4. Auteur Auteur Journalist van de website Vrijwilliger/freelancer Nieuwsagentschap Partner Specialisten en organisaties overgenomen
Apache 64 29
De Wereld Morgen 19 45 20 7 6 3
7
5. Soort artikel Soort artikel Feitelijk nieuws Opinie Interview Column Recensie Kortbericht Reportage andere
Apache 28 37 7 16 2
De Wereld Morgen 52 20 4
7 3
15 4
5
72
8.2 INTERVIEWS APACHE.BE Interview 1: 8 november 2010 Algemeen: -
Wat verstaat u onder ‘alternatieve media’? Vindt u Apache.be alternatief? Op welke manier onderscheidt deze website zich van de rest? Zijn er cijfers bekend over het aantal bezoekers? Hoe is het aantal bezoekers geëvolueerd sinds het ontstaan van de website? Welk publiek wil de website bereiken? Op welke manier wordt dat gedaan? Hoe wordt de website gepromoot? (bijvoorbeeld Facebook?)
Redactionele werking: -
Hoeveel mensen werken er mee aan de website? Welke functies hebben ze? Hoe vaak komt de redactie samen? Zijn er mensen vast in dienst? Zijn er freelance journalisten? Hebben de medewerkers een opleiding tot journalist gehad? Is de werking van redactie te vergelijken met die van De Morgen (of andere mainstream media)? Op welk vlak is ze anders?
Inhoud: -
Van welke bronnen wordt er gebruik gemaakt? Wordt er klemtoon gelegd op bepaalde onderwerpen? Welke? Aan welke thema’s wordt minder aandacht geschonken? Worden er (delen van) artikels overgenomen van andere websites/kranten/tijdschriften? Is het de bedoeling om op een neutrale manier de feiten weer te geven? Is de site verbonden aan een politieke partij? Neemt de site een politiek standpunt in? Jullie vermelden ‘redactionele partners’ op jullie website. Wat is hun functie?
Financiële kant: -
Hoe worden de journalisten betaald? Op welke manier wordt de site gefinancierd? Krijgen jullie subsidies? Welke? Hoe groot is het aandeel advertenties? Hoe wordt beslist welke advertenties er op de site komen? Wordt er winst gemaakt? Is dit de bedoeling? Is er sprake van sponsoring? Kan iedereen sponsoren of wordt er een selectie gemaakt?
73
Interview 2: 11 mei 2011 Algemeen -
Is er nog steeds een stijgende lijn te bemerken in het bezoekersaantal? Gaan jullie nog acties ondernemen om dit aantal te doen stijgen?
Redactioneel -
-
Waarom wordt elke reactie nagelezen door de redactie? Worden er soms reacties niet geplaatst? Laten jullie dit dan weten aan de persoon die de reactie schreef? Hoe vaak gebeurt dit? Zijn jullie niet bang om mensen af te schrikken om te reageren? Wie doet de moderatie? Hoeveel mensen zijn al geregistreerd als gebruiker? Komt er reactie op de vraag naar medewerking? Schrijven de vrijwilligers deze artikels spontaan of op vraag? Wie zijn deze vrijwilligers? Journalisten? Studenten? Hoe vaak wordt er een artikel van vrijwilligers gepubliceerd? Willen jullie in de toekomst meer artikels publiceren van vrijwilligers? Wanneer participeren jullie in discussies? Als er foute dingen worden gezegd? Als het interessant is? Altijd?
Businessmodel -
Gaan jullie nog steeds op zoek naar sponsors? Waarom kregen jullie geen subsidie? Welke subsidies hebben jullie aangevraagd? Zijn er criteria waar jullie niet aan voldoen? Proberen jullie om volgend jaar toch aan subsidies te geraken? Hebben jullie plannen om jullie te verbinden met financiële partners, zoals DeWereldMorgen.be doet? Wat zijn de volgende stappen (na de workshop) in het ontwikkelen van een verdienmodel? Zijn er al stappen ondernomen? Hoe zien jullie de toekomst?
74
8.3 INTERVIEWS DEWERELDMORGEN.BE Interview 1: 3 november 2010 Algemeen: -
Wat verstaat u onder ‘alternatieve media’? Vindt u DeWereldMorgen.be alternatief? Op welke manier onderscheidt deze website zich van de rest? Zijn er cijfers bekend over het aantal bezoekers? Hoe is het aantal bezoekers geëvolueerd sinds het ontstaan van de website? Welk publiek wil de website bereiken? Op welke manier wordt dat gedaan? Hoe wordt de website gepromoot?
Redactionele werking: -
Hoeveel mensen werken er mee aan de website? Welke functies hebben ze? Hoe vaak komt de redactie samen? Worden hier ook burgerjournalisten bij betrokken? Zijn er mensen vast in dienst? Zijn er freelance journalisten? Hebben de medewerkers een opleiding tot journalist gehad? Hoe groot is het aandeel van de burgerjournalisten? Hoe verloopt het contact met de burgerjournalisten? Worden ingezonden artikels gepubliceerd? Zoja, allemaal? Wie beslist welke er op de site komen? Hoe vermijden jullie chaos op de website? Is de website verbonden met het indymedia-netwerk? Jullie hebben heel wat partners (vakbonden, cultuur,…) Wat is hun functie? Kan iedereen partner worden? Hoe worden de partners gekozen?
Inhoud: -
Van welke bronnen wordt er gebruik gemaakt? Wordt er klemtoon gelegd op bepaalde onderwerpen? Welke? Aan welke thema’s wordt minder aandacht geschonken? Worden er (delen van) artikels overgenomen van andere websites/kranten/tijdschriften? Is het de bedoeling om op een neutrale manier de feiten weer te geven? Is de site verbonden aan een politieke partij? Neemt de site een politiek standpunt in? Jullie vermelden ‘inhoudelijke partners’ op jullie website. Wat is hun functie?
Financiële kant: -
Hoe worden de journalisten betaald? Zijn er subsidies? Welke? Hoe groot is het aandeel advertenties? Hoe wordt beslist welke advertenties er op de site komen? Wordt er winst gemaakt? Is dit de bedoeling? Is er sprake van sponsoring?
75
Interview 2: 12 mei 2011 Redactioneel -
Schrijven de vrijwilligers artikels op vraag of altijd spontaan? Maken jullie artikels van blogberichten of zijn de artikels ingezonden? Bekijken jullie alle blogberichten en kiezen jullie dan welke op de website komen? Participeren jullie ook in de discussies? Kan iedereen bloggen of is daar ook selectie? Worden er soms reacties verwijderd door jullie?
Businessmodel -
In het financieel verslag wordt bij de inkomsten ‘verkopen en diensten’ vermeld. Wat valt hier onder? Zijn de financiële partners dezelfde als Indymedia had? Hoe zit het momenteel met advertenties? Zijn jullie tevreden over de uitgaven/inkomsten van 2010? Wat zouden jullie graag anders zien? Hoe zijn de reacties op het papieren magazine? Zijn er nu meer lezers? Meer bijdragen? Zijn jullie nog op zoek naar nieuwe bronnen van inkomsten? Komt het financieel verslag op de website? Waarom/waarom niet? Doen jullie nog promotionele acties buiten het papieren magazine? Waarom krijgen jullie subsidies? Van wie? Hoeveel lonen worden er maandelijks uitbetaald? Wanneer wordt een vrijwilligersvergoeding gegeven?
76