Werkboek Ondernemerschap ‘Ondernemen is een houding’ “Het eerste persoonlijkheidskenmerk dat op uitgebreidere schaal in verband is gebracht met ondernemerssucces is prestatiegerichtheid. Ondernemers met een grote mate van prestatiegerichtheid stellen zichzelf uitdagende doelen en zijn altijd op zoek naar nieuwe en betere manieren om hun organisatie in te richten. Zij lossen zelf hun problemen op en nemen graag verantwoordelijkheid” FD 26-5-2005
Filosofie In minor managementsupport gaat men ervan uit dat aankomende ondernemers dezelfde prestatiegerichtheid laten zien, ook al tijdens hun begeleidingstraject naar het ondernemerschap. Het zijn de deelnemers die zichzelf uitdagende doelen stellen en het zijn de deelnemers die verantwoordelijkheid nemen voor het realiseren ervan. De rol van de Rotterdamse Ondernemersschool is het bieden van ondersteuning aan de deelnemers bij het realiseren van hun doelen. De ondersteuning wordt geleverd op initiatief van de aankomende ondernemer. Alleen op deze manier kunnen wij onze deelnemers voorbereiden op de wereld van het ondernemerschap.
Gemaakt door: Dave van Limborgh
1
Dit werkboek is bedoeld om:
praktische en een theoretische informatie aan te reiken die relevant is voor het starten als freelancer of van een eigen (part time) onderneming
een structuur te bieden voor startende ondernemers die een ondernemersplan willen gaan schrijven.
deelnemers van binnen en buiten het Albeda College kennis te laten maken met het ondernemerschap.
Gemaakt door: Dave van Limborgh
2
Inhoudsopgave Blz. Inleiding Welkom in het land van ondernemen Wat elke startende ondernemer zou moeten weten Ondernemingsvormen Het ondernemingsplan Planning en Time Management
7 8 11 16 17
Deel 1 Commerciële gedeelte 1.1 Het productomschrijving 1.2 De toegevoegde waarde 1.3 Doelgroep 1.4 Promotie 1.5 Omzet
20 27 39 46 52
Deel 2 Financiële gedeelte BTW Van netto verkoopprijs naar bruto verkoopprijs Van bruto verkoopprijs naar netto verkoopprijs
60 61 61
2.1 Investeringsbegroting 2.2 Financieringsbegroting 2.3 Exploitatiebegroting 2.4 Liquiditeitsbegroting
62 63 64 67
Gemaakt door: Dave van Limborgh
3
Inleiding
Gemaakt door: Dave van Limborgh
4
Gemaakt door: Dave van Limborgh
5
Gemaakt door: Dave van Limborgh
6
Welkom in het land van ondernemen Je hebt je aangemeld voor de minor management support en je wil iets voor jezelf gaan beginnen. Je gaat misschien beginnen als freelancer of je wil een eigen zaak. In beide gevallen maak je een ondernemersplan. Het voordeel hiervan is dat je zelf meer inzicht krijgt hoe je eigen onderneming er uit gaat zien. Daarnaast wordt in veel gevallen door financiers, banken en gemeenten, gevraagd om een ondernemersplan te overhandigen. Alleen op basis van een ondernemersplan wordt er gefinancierd. In dit werkboek staat het ondernemersplan centraal. Het ondernemersplan is ingedeeld in twee gedeelten; een commercieel en een financieel gedeelte. Met behulp van centrale vragen, theorie en krantenartikelen wordt getracht je inzicht te geven in de opbouw van het ondernemersplan en hoe je het plan inhoud kan geven. Na een inleiding met een aantal artikelen over ondernemen en ondernemerschap begint het werkboek met praktische informatie over de belastingdienst, ondernemingsvormen en mogelijke financiële consequenties bij het starten van een eigen onderneming. Kennis die elke ondernemer zou moeten hebben!
Gemaakt door: Dave van Limborgh
7
Wat elke startende ondernemer zou moeten weten! Als startende ondernemer ben je verplicht om je in te schrijven bij de Kamer van Koophandel, Blaak 40 Rotterdam en je aan te melden bij de belastingdienst met behulp van het formulier Opgaaf Gegevens Startende Ondernemingen. Omdat de belastingdienst een belangrijke rol speelt in het leven van de ondernemer bespreken we hier een aantal punten die voor een startende ondernemer van belang zijn. Let wel! belastingregels kunnen in de loop van de jaren veranderen en/of worden aangepast. Daarnaast kan de belastingdienst in specifieke gevallen afwijken van de algemeen geldende regels. Wordt in jouw geval iets anders besloten, vraag altijd om een schriftelijke bevestiging. Vanaf nu noteer je alle uren die besteed aan je ondernemersplan. Bijvoorbeeld: Datum
tijd
Activiteit
18 juni
2 uur
oriëntatie gesprek
organisatie KvK
persoon Alex Blonk
Waarom? Je bent voor de belastingdienst een ondernemer wanneer je 1.225 uur per jaar werkt als zelfstandige. Ook de voorbereidingstijd om als ondernemer te starten, mag worden meegerekend. Het is dus belangrijk om de uren die je gemaakt hebt, tijdens de voorbereiding, te noteren in een agenda. Een agenda wordt gezien als bewijsstuk voor de gemaakte uren. Ook eventuele kosten die je maakt tijdens je voorbereiding moet je noteren. Verzamel hiervoor wel bewijsdocumenten, zoals facturen en BTW bonnen. Als je gestart bent mag/kan je deze kosten weer opvoeren waardoor je minder belasting hoeft te betalen. Ook de kosten voor het ROS traject mag je opvoeren als aftrekpost. Zoals eerder aangeven is het van belang dat een ondernemer zijn uren bijhoudt. Want vanaf 1.225 uur heb je namelijk recht op een aantal winstfaciliteiten,1 zoals: a. investeringsaftrek 25% van het investeringsbedrag tussen € 1.200,-- en € 34.000,-- is aftrekbaar. b. zelfstandige aftrek € 8.386,-- is aftrekbaar bij een fiscale winst tussen € 0,-- en € 13.030,-c. extra starters aftrek een bedrag van € 1.969,-- mag drie maal in de eerste vijf jaar worden afgetrokken van de winst
De aftrekposten zijn hier niet uitvoerig beschreven. Lees hiervoor het handboek 2006 van de Belastingdienst. 1
Gemaakt door: Dave van Limborgh
8
d. bij winst mag 12% van je winst gereserveerd worden voor een oude dag reserve – maximaal € 10.951,--. Wanneer je deze reserve opneemt moet je hierover wel inkomstenbelasting betalen. Een goede administratie is voor elke ondernemer belangrijk. Een van de eerste handelingen die een ondernemer verricht is het openen van een zakelijke bankrekening. Bewaar de afschriften die je ontvangt netjes in een ordner. Ook de facturen en bonnen van aankopen moet je bewaren en stop deze achter het desbetreffende afschrift. Wat betreft de facturen die je zelf verstuurt, maak een kopie en stop deze eveneens in de ordner achter het tabblad Verkoopfacturen. Op het moment dat een betaling binnenkomt stop je de kopie achter het desbetreffende afschrift.
Factuur Als je een factuur verstuurt dan moet deze aan de volgende wettelijke eisen voldoen: • BTW – identificatienummer • Factuurnummer • Factuurdatum • Naam van je bedrijf en adresgegevens • Naam en adres van de afnemer/opdrachtgever • Datum levering dienst of goed • Hoeveelheid goederen • Omschrijving van de dienst • Prijs per eenheid • BTW tarief • Prijs inclusief BTW, prijs exclusief BTW, BTW bedrag Als ondernemer ben je verantwoordelijk voor de aangifte voor zowel de inkomstenbelasting als de BTW. In beide gevallen moet dit elektronisch gebeuren! Behalve het eerste jaar. Vraag hiervoor ontheffing aan bij de belastingdienst. Daarnaast is het van belang dat je zowel in je uitgaven als inkomsten een onderscheid maakt tussen bedragen inclusief en exclusief BTW. Als ondernemer ben je namelijk verplicht om BTW af te dragen, maar je kan ook BTW terug krijgen van de Belastingdienst. Alleen wanneer je minder dan € 1.883,-- per jaar aan BTW ontvangt (voor opdrachten of diensten die je levert) kun je vrijstelling krijgen. Vraag hiervoor wel een formulier aan ‘kleine ondernemersregeling’ (KOR). Bij niet of te laat aangifte doen legt de Belastingdienst aanslagen (= boetes) op. Tevens is het zo dat alle aanslagen van de belastingdienst altijd eerst betaald moeten worden, ook al heeft de belastingdienst een vergissing gemaakt, voordat je geld terug krijgt gestort. Gemaakt door: Dave van Limborgh
9
Tevens geldt dat de bewijslast ligt bij de ondernemer. Het is belangrijk dat je administratie minimaal zeven jaar bewaart. Tot de administratie behoren alle gegevens, die je op papier of digitaal vastlegt, bijvoorbeeld: • Kasadministratie en kassabonnen • Financiële aantekeningen, zoals inkoop en verkoopboek • Tussentijdse gemaakte controleberekeningen • Ontvangen facturen en kopieën van verzonden facturen • Bank en giroafschriften • Contracten, overeenkomsten en andere afspraken • Agenda’s en afspraakoverzichten • Correspondentie • Software en databestanden
Heb je vragen over: • • • • •
bedrijfshuisvesting vergunningen gemeentelijk subsidies marktontwikkeling en marktonderzoek fiscale en administratieve zaken
Met betrekking tot de gemeente Rotterdam dan kun je terecht bij de Ondernemerswinkel, www.ondernemerswinkel.rotterdam.nl, Hal Kamer van Koophandel, Blaak 40 Rotterdam Ondernemers die willen starten in Rotterdam kunnen in aanmerking komen voor een subsidie voor de kosten van advies, ondersteuning en scholingsactiviteiten (ook het laten maken van een website en visitekaartjes) – OOR regeling. De subsidie bedraagt 50% van de gemaakte kosten tot een maximum van € 1.000,--. (exclusief BTW). Voor meer informatie kun je terecht bij www.ondernemerswinkel.rotterdam.nl
Gemaakt door: Dave van Limborgh
10
Ondernemingsvormen Wanneer je bij de Kamer van Koophandel gaat inschrijven moet je altijd een ondernemingsvorm aangeven.
ondernemingsvorm
zonder rechtspersoonlijkheid geen rechtspersonen
met rechtspersoonlijkheid wel rechtspersonen
eenmanszaak vennootschap onder firma (VOF) commanditaire vennootschap (CV)
besloten vennootschap BV naamloze vennootschap NV Coöperatie
Belangrijkste verschil!
Geen scheiding tussen privé en zakelijk vermogen.
wel scheiding tussen privé en zakelijk vermogen.
Over de winst moet inkomsten belasting worden betaald
over de winst moet vennootschapbelasting worden betaald Wordt de winst uitgekeerd dan moet hierover inkomsten belasting worden betaald.
Freelancer De belastingdienst stelt dezelfde eisen aan een freelancer als een ondernemer – zie boven. Alleen heeft een freelancer geen recht op bepaalde winstfaciliteiten zoals de zelfstandigenaftrek of de investeringsaftrek. Wel mogen de kosten worden afgetrokken die je maakt in verband met je werkzaamheden (als ondernemer). Wanneer je 1 of slechts enkele opdrachtgevers hebt is het voor de belastingdienst moeilijk te bepalen of je als zelfstandige werkt of in dienst bent van het bedrijf. Ben je in dienst van het bedrijf dan is de werkgever namelijk verplicht loonbelasting en werknemersverzekeringen voor je te betalen. Daarom is het van belang om een VAR – Verklaring arbeidsrelatie – aan te vragen bij de belastingdienst. Daar op staat hoe je inkomsten worden belast. Gemaakt door: Dave van Limborgh
11
Wel kan je kiezen voor de opting-in-regeling. De opdrachtgever houdt dan loon- en inkomstenbelasting voor je in. Deze hoeft jij als freelancer dus niet meer af te dragen. Let wel, de opdrachtgever houdt geen premies werknemersverzekeringen in.
Ziektekosten Als zelfstandige ben je niet zoals in loondienst automatisch verzekerd tegen ziektekosten. Als zelfstandige betaal je naast de nominale premie ook de inkomensafhankelijke premie van 4,4% over je inkomsten. De belastingdienst verstuurt een voorlopige aanslag Zorgverzekeringswet die je moet betalen. Dit bedrag wordt verrekend met de definitieve aanslag op basis van de aangifte inkomstenbelasting (dus over het bedrag dat je daadwerkelijk verdient hebt).
Startkrediet Heb je bij de start van je onderneming een uitkering, meld dan ook de uitkerende instantie dat je ondernemer wordt. Je kunt op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) in aanmerking komen voor een Bbz uitkering. Op grond van deze regeling kun je een starterskrediet van maximaal € 28.000,-aanvragen.
Agaathregeling Als iemand (een persoon) je minimaal € 2.269,-- leent om je onderneming te starten, kan hij profiteren van de volgende fiscale voordelen. • Het bedrag dat de geldgever heeft ingebracht is de eerste 8 jaar vrijgesteld van vermogensrendementsheffing – tot maximaal € 52.000,-• De geldgever heeft een heffingskorting 1,3% op inkomstenbelasting.
Micro krediet Onder voorwaarde dat de Rotterdamse Ondernemersschool begeleiding geeft bij de opstart van je bedrijf en het ondernemersplan goed vindt, stelt de Rabobank een microkrediet van maximaal € 20.000,-- beschikbaar. - Looptijd van de lening is twee jaar - Het microkrediet is aflossingsvrij Hiermee kun je direct aan de slag om te investeren. Bovendien berekent de Rabobank een extra lage rente en geen provisie. Daarnaast biedt de Rabobank twee jaar lang gratis betalingsverkeer aan.
Gemaakt door: Dave van Limborgh
12
Winst Zodra je winst (omzet – kosten = winst) maakt als eenmanszaak of freelancer dan moet je inkomstenbelasting betalen. De winst wordt verminderd met een aantal winstfaciliteiten zoals zelfstandige aftrek, investeringsaftrek. Over dat bedrag moet inkomstenbelasting worden betaald. De belastingdienst hanteert de volgende tarieven - 2007 Schijf Belastbaar inkomen uit werk en woning Tarief 1
Niet meer dan € 17.319
33,65 %
2
€ 17.320 t/m € 31.122
41,40 %
3
€ 31.123 t/m € 53.064
42,00 %
4
Meer dan € 53.064
52,00 %
Bron: www.belastingdienst.nl/particulier/veranderingen2007/veranderingen2007-02.html Voorbeeld Omzet – kosten = winst – winstfaciliteiten = belastbare som € 18.800,-Over de eerste € 17.319,-- moet 33,65% belasting worden betaald = Over € 18.800,-- - € 17.319,-- = € 1.481,-- moet 41,4% worden betaald = Het bedrag dat totaal betaald moet worden aan de inkomstenbelasting
€ 5.827,-€ 613,-- + € 6.440,--
Dit is 34,4% van € 18.800,--. Met andere woorden, reserveer 1/3 van je winst voor de inkomstenbelasting. MKB-vrijstelling De MKB-vrijstelling is een aftrekpost op je winst. Je kunt er gebruik van maken als ondernemer bent en voldoet aan het urencriterium. De vrijstelling is 10% van de winst na aftrek van de ondernemingsaftrek. Let op! Wanneer je voldoet aan het criterium voor de stakingsaftrek maar niet aan het urencriterium, dan kom je mogelijk wel in aanmerking voor de MKB-vrijstelling. Je moet dan tussen 2002 en 2006 een of meer jaren als ondernemer aan het urencriterium hebben voldaan.
Help, het gaat niet goed! Problemen ontstaan niet zomaar. Vaak ontstaan ze door (inschattings) fouten die in het verleden en al tijdens de voorbereiding zijn gemaakt . Een goede voorbereiding en goed onderbouwde financiële paragrafen zijn daarom noodzakelijk! Let hierbij voornamelijk op de omzet en liquiditeit. Gemaakt door: Dave van Limborgh
13
De omzet Vaak ontstaan problemen omdat de omzet tegenvalt. Stel je omzetprognose niet al te rooskleuring voor. Ga uit van een ‘ramp scenario’ om toekomstige risico’s te kunnen inschatten. Liquiditeit Als de omzet tegenvalt dan is de kans groot dat er maandelijks meer wordt uitgegeven dan dat er binnenkomt. Betalingsproblemen treden dan op (achterstanden, aanmaningen, deurwaarders e.d.). De regel is dan ook: Cash is King. Zorg dat je inkomsten toenemen (promotie, acties, andere verkooptechnieken of producten e.d.) en/of zorg dat de uitgaven lager worden (dure auto, vakanties e.d.). Tip! • •
Hoe verloopt je omzetontwikkeling? Breng deze in kaart ! Hoe is het saldoverloop van je zakelijke rekeningcourant en kredietsaldo? Breng deze in kaart! Wacht niet te lang! Onderneem actie!
Zodra je merkt dat het steeds slechter gaat, ga je naar de bank. Waarom? • • • •
Zij moeten vertrouwen in je blijven houden als ondernemer. Nu en voor later als je opnieuw wilt beginnen. Zij kunnen je helpen met betalingsregelingen Zij kunnen een aflossingsvoorstel doen Zij helpen jouw liever dan dat ze hun geïnvesteerde kapitaal niet meer terug krijgen. Jouw verlies is ook hun verlies.
Vooraf kan er wel onderhandeld worden, achteraf niet meer! Wees open en eerlijk!
Het ondernemingsplan Waarom een ondernemingsplan? Gemaakt door: Dave van Limborgh
14
• •
Voor jezelf: reflectie, inspiratie, risico’s inschatten Voor financiers
Het ondernemingsplan bestaat uit twee delen; een commerciële gedeelte en financiële gedeelte.
Commercieel gedeelte
Financieel gedeelte
Omschrijving onderneming investeringsbegroting
productomschrijving
Toegevoegde waarde
financieringsbegroting doelgroep
marktonderzoek
exploitatiebegroting concurrentieonderzoek
SWOT analyse
liquiditeitsbegroting vestigingsplaats
leveranciers
Prijs Inkoop/verkoop
omzet
Planning en time management Een ondernemingsplan schrijf je niet in 1 dag. Neem er de tijd voor maar stel wel doelen en maak afspraken met jezelf.
Gemaakt door: Dave van Limborgh
15
week
Maand planning
jaarplanning
doelen
Visie, waarden, overtuiging
• • •
I
Visie – motivatie, overtuiging, gedrevenheid Doelen planning I lange termijn planning: > 6 maanden en 1 jaar (of langer) II korte termijn planning: < maand, week, dag
lange termijn planning: > 6 maanden en 1 jaar (of langer)
tijd 1 februari – 14 juni
Doel ondernemersplan
acties Schrijven commerciële gedeelte en financiële gedeelte
14 juni – 18 juni
Wet en regelgeving
Gemeente en OBR afspraken maken
19 juni – 1 juli Opzet administratie Gemaakt door: Dave van Limborgh
Informatie inwinnen bij 16
boekhouder, cursus volgen 1 juli – 1 september
II
Financiering rond krijgen
Ondernemersplan inleveren bij verschillende banken
korte termijn planning: < maand, week, dag
Tijd Week 5 Week 6 Week 7 Week 8 Week 9 Week 10 Week 11 Week 12
Doel Commerciële gedeelte
acties Omschrijven onderneming Productomschrijving Toegevoegde waarde Etc. Etc.
Vul zelf aan! Week 18 Week 19 Week 20 Week 21
Financiële gedeelte
Investeringsbegroting Financieringsbegroting Exploitatiebegroting liquiditeitsbegroting
Vul zelf aan!
Week 22 Week 23 Week 24 Week 25
BTW kasboek inkoopboek verkoopboek
Afdracht, ontvangst opbrengsten Crediteuren Debiteuren
Vul zelf aan!
Time management
Belangrijk
Dringend
Niet dringend
I - crises - urgente problemen - deadlines
II - voorzorgsmaatregelen - werken aan relaties - planning maken - gezond blijven: eten, bewegen en ontspannen
Gemaakt door: Dave van Limborgh
17
III
Niet belangrijk
- interrupties - sommige post - sommige vergaderingen -
IV - sommige post - sommige telefoontjes - tijdverdrijf - plezierige activiteiten
Kwadrant II = P/PM balans • • •
Prioriteiten stellen Organiseren: middelen, tijd, plaats, mensen Discipline: afspraken maken, ‘doen wat je zegt’, ‘zeggen wat je doet’
Is het resultaat van je planning (handelen, gedrag) in overeenstemming met je doelen? Nee? Dan misschien …….. • Doelen aanpassen? • Prioriteiten beter stellen? • Beter plannen? • Beter organiseren? • Geen discipline? Een verbetering van je performance (gedrag + resultaat) is afhankelijk van 1. mate waarin je zelf de verantwoordelijkheid neemt 2. de mate waarin je zelf pro actief bent
Deel 1 1.1
Commercieel gedeelte
Het productomschrijving
Centrale vraag: Wat voor product ga jij aanbieden?
Gemaakt door: Dave van Limborgh
18
Voor een klant moet het duidelijk wat jij als ondernemer te bieden hebt. Uitspraken zoals ‘Ik verkoop leuke artikelen voor een goede prijs’ voldoet dus niet. Maak duidelijk wat jij te bieden hebt. Maak hierbij gebruik van plaatjes, beelden, posters e.d.. Een valkuil bij startende ondernemers is dat zij te veel van alles willen aanbieden. De artikelen ‘Kijken, kijken en niet kopen’ en ‘Het einde van de microwinkel’ laten zien dat het belangrijk is om duidelijk te zijn wat je precies te bieden hebt. In de theorie worden twee uiterste verkoopformules besproken. Ga je kwalitatief hoogwaardige producten leveren of juist kwalitatief laagwaardige producten leveren met een lage prijsstelling? Prijs Hoog
service distributie
Hoog
kwaliteit
Laag
Laag
prijsdistributie • •
service distributie = hoge prijs en hoge kwaliteit (AH, Shoe Balloo, Hugo Boss e.d.) prijsdistributie = lage prijs en lage kwaliteit (Wibra, Schoenenreus e.d.)
Om te voorkomen dat je te veel van alles aanbiedt ga eerst kijken wat precies je ‘core business’ is. Welk product ga jij met name aanbieden? In een later stadium kun je producten toevoegen en een onderverdeling maken in het assortiment (= alle producten die je aanbiedt) a. Kernassortiment: Het assortiment dat klant verwacht in de winkel. b. Randassortiment: Ondersteunt het kernassortiment, vaak een service-element, zorgt voor extra omzet. 19 Gemaakt door: Dave van Limborgh
complementaire artikelen = producten die elkaar aanvullen substitutie artikelen = producten die elkaar vervangen
Wanneer je bepaalde producten wil gaan aanbieden toets dit dan eerst aan twee criteria.
Kwantitatieve criteria afhankelijk van de omzet en winstpercentage
Kwalitatieve criteria afhankelijk van om winkelformule, doelgroep en concurrentie
Wanneer je veel producten gaat aanbieden zorg ervoor dat je overzicht houdt. Dit doe je door de producten onder verdelen in groepen. Hieronder zie je een voorbeeld. Assortimentsgroep
drogisterijartikelen
Artikelgroep
mondverzorging
scheerspullen
Artikelsoorten
tandpasta
scheerschuim
Artikelvariëteiten
kleutertandpasta
scheerschuim voor de gevoelige huid
• Assortimentbreedte Het aantal artikelgroepen (Gamma, Supermarkt) • Assortimentsdiepte Het aantal artikelvariëteiten (speciaalzaken)
Hou er rekening mee dat producten verouderen. Denk hierbij aan de grammofoonplaat. Door de technologische ontwikkelingen verouderen producten steeds sneller. Het is dus belangrijk dat jouw product actueel en daardoor aantrekkelijk blijft. De actualiteit wordt bepaald de levensproductcyclus. In welke fase zit jouw product? Levensproductcyclus = opkomst en ondergang van een product afzet
In tr o d u c tie fa s e
G r o e ifa s e
R ijp h e id s fa s e
Gemaakt door: Dave van Limborgh
T ijd
R e d u c tie fa s e
T o ta le m a r k tv e rk o o p
20
Gemaakt door: Dave van Limborgh
21
Gemaakt door: Dave van Limborgh
22
Gemaakt door: Dave van Limborgh
23
Gemaakt door: Dave van Limborgh
24
1.2
Toegevoegde waarde
Centrale vraag: Waarom kiezen consumenten voor jouw product? Het is naast het duidelijk omschrijven of presenteren van je product ook belangrijk om aan te geven wat jouw product zo bijzonder maakt.
Het product wat jij aanbiedt moet ‘uniek’ zijn. Dit kan het product zelf zijn, een bepaalde sfeer of lage prijs zoals de artikelen ‘De meedogenloze groeimachine van Dell’ (VK mei 2004) en ‘Prenental wil een autoriteit door intiem te zijn’ (VK 2005) laten zien. In beide artikelen onderscheiden zij zich van andere ondernemingen. Zij onderscheiden zichzelf door een USP = Unique Selling Point = Exclusief Verkoopargument. Wat is jouw USP?
Gemaakt door: Dave van Limborgh
25
Gemaakt door: Dave van Limborgh
26
Gemaakt door: Dave van Limborgh
27
Gemaakt door: Dave van Limborgh
28
Gemaakt door: Dave van Limborgh
29
Anders willen zijn doe je door ook naar anderen ondernemingen te kijken. Dit noemen we een concurrentieanalyse. Je bezoekt je concurrenten en je gaat kijken naar bijvoorbeeld: a. de locatie Is het makkelijk bereikbaar? Auto, openbaar vervoer, fiets Zijn er parkeerplaatsen? Betaald of gratis b. het pand Is het pand logisch ingedeeld? Opslagruimte, verkoopruimte, kassa Is het makkelijk bereikbaar voor leveranciers? c. assortiment Is er een samenhang tussen producten? Is er sprake van een diep of breed assortiment? Is er sprake van A,B of C merken? Hoe is de prijs/kwaliteit verhouding? Op welke doelgroep richt het assortiment zich? d. verkoop Is het personeel vriendelijk en klantgericht? Motiveer! Wat voor verkoopsysteem wordt gehanteerd? BUZ e. Presentatie Maakt de etalage duidelijk wat er binnen verkocht wordt? Heeft de etalage stopkracht? Welk materiaal wordt gebruikt in de etalage?
Gemaakt door: Dave van Limborgh
30
De uitkomsten kun je in schema zetten waarbij je rekening houdt met zowel de sterke als zwakke kanten van je concurrenten. Sterk
Zwak
Concurrent 1 a. b. c. d. e. Concurrent 2 a. b. c. d. e. Concurrent 3 a. b. c. d. e. Concurrent 4 a. b. c. d. e.
Het lijkt onwaarschijnlijk, maar je alleen onderscheiden van andere vanwege een lage prijs is niet meer voldoende. Je moet naast een lage prijs ook iets anders te bieden Gemaakt door: Dave van Limborgh
31
hebben, zie onderstaande artikel.
Gemaakt door: Dave van Limborgh
32
In de zoektocht om anders te zijn en te blijven zijn, is het verstandig om rekening te houden met maatschappelijke, politieke en economische ontwikkelingen. Hieronder worden 10 trends (paradoxen) die zich in de detailhandel voordoen besproken. Bron: Hoofdbedrijfschap detailhandel: 1- Retailparadoxen; 40 succesvolle ondernemers geven hun visie op 2010. 1. consumentenparadox
Jongeren worden steeds vroeger volwassen. En de oudere jongeren blijven steeds langer jong. Doelgroepen benaderen op leeftijd wordt voor retailers steeds lastiger. De consument is zo oud/jong als hij zich voelt.
2. tijdparadox
De consument van vandaag heeft meer tijd dan ooit tevoren, maar ook zoveel meer keuzes om die tijd te besteden. Dat maakt het oplossen van tijdsprobleem van de consument een van de belangrijkste operaties wordt van retailers.
3. locatieparadox Gemaakt door: Dave van Limborgh
33
Retailers lijken zich in een spagaat te bevinden. Het hart van de retailers ligt eigenlijk in het winkelcentrum, maar externe factoren zoals bereikbaarheid en het parkeerbeleid maken de stap naar buiten de stad aantrekkelijk.
4. prijsparadox
Supermarkten, maar ook modeketens en bouwmarkten, hebben het prijswapen ter hand genomen. Daardoor lijkt het alsof de prijs plotseling enorm belangrijk is geworden. Maar prijs interesseert de consument eigenlijk bar weinig. De prijs-kwaliteitverhouding is het enige wat telt.
5. brancheparadox Gemaakt door: Dave van Limborgh
34
Door branchevervaging lijken sommige winkels ‘alles’ te verkopen. Hierdoor ontstaat weer langzaam het idee van de vermaarde Utrechtse Winkel van Sinkel. Maar in veel gevallen zit er wel degelijk een slimme strategie achter die ogenschijnlijk ‘vreemde’ producten. Hoewel de branche vervaging funest lijkt voor de speciaalzaak, schept deze juist ook veel kansen voor specialisten.
6. internetparadox
De opmars van internet brengt veel retailers in beweging. Een deel van hen richt mooie internetshops in om ook de on line consument te bedienen. Anderen doen dat juist niet. Zij gebruiken internettechnologie vooral om mensen naar de ‘stenen’ winkel te lokken. Want, zo vinden deze retailers: daar moet het spel worden gespeeld.
7. kassaparadox Gemaakt door: Dave van Limborgh
35
Retailers doen veel inspanningen om mensen naar hun winkel te lokken. Maar wanneer mensen eenmaal binnen zijn, lijkt het alsof de klant wordt vergeten. Onduidelijke routings en onvoldoende gekwalificeerd personeel leiden er vaak toe dat klanten toch afhaken. Het laten stijgen van het bonbedrag is de uitdaging van vandaag en van 2010.
8. ondernemersparadox
Regelgeving smoort kansen
Winkelketens lijken alsmaar groter te worden
Veelheid aan regels bederft ondernemersplezier
Winkelketens lijken alsmaar groter te worden. Maar gek genoeg zijn er juist nu meer kansen dan ooit voor zelfstandige ondernemers. Mits de regelgeving wordt geregeld.
9. reclameparadox
Gemaakt door: Dave van Limborgh
36
Internet heeft huis aan huis folder nog niet verdrongen
Krantje zorgt voor omzet, maar is duur
Digitale mailing is goedkoop en afgestemd op de vraag
Het televisieaanbod versnippert. Dagbladen zien hun oplagen dalen. De huisaan-huisfolder is populairder dan ooit. Toch wedden steeds meer retailers op internetmarketing: van krantgericht naar klantgericht
10. Schaalgrootteparadox
Schaalgrootte zegt niets over succeskansen
Het maken van keuzes is cruciaal
Groot heeft macht, klein heeft kracht
1.3 Doelgroep Gemaakt door: Dave van Limborgh
37
Centrale vragen: • Wie is je klant? • En wat zijn zijn wensen en behoeften?
De bovenstaande vragen moeten de belangrijkste vragen zijn en blijven voor een ondernemer. Immers, geen klanten geen omzet, geen omzet geen bestaansrecht. Belangrijk is dat jij de klant wil leren kennen en begrijpen. Verplaats je zelf in de plaats en positie van de klant en probeer door ‘zijn bril’ te kijken. Oefening: Kijk eerst naar figuur 10.4 en dan naar figuur 10.8. Wat zie je? Als het goed is zie je in figuur 10.8 een jonge vrouw. Echter jouw klant, kijkt eerst naar figuur 10.3 en dan naar figuur 10.8. Wat ziet de klant? Een saxofoonspeler. Ga dus niet te veel uit van je eigen waarnemingen en meningen. Anderen, dus ook jouw klant, kunnen dus heel anders tegen zaken aankijken en een hele andere mening hebben. Toets je mening en zienswijze aan andere! In Nederland wonen nu ongeveer 18 miljoen mensen met verschillende nationaliteiten en etnische achtergronden. Al deze mensen hebben verschillende wensen en behoeften. Het is voor jou belangrijk om inzicht te krijgen welke en wat voor personen gebruik (zullen of willen) maken van jouw product. Het artikel ‘Nieuwe Nederlanders als consument onderschat’ laat zien dat de groep allochtonen in Nederland groter wordt en dus ook een doelgroep die voor ondernemers steeds belangrijker wordt. Soms lijkt het eenvoudig om je te richten op een leeftijdsgroep, bijvoorbeeld jongeren. Het artikel ‘Tussen kakkers en normalo’s’ laat ziet dat je jongeren ook weer onder kan verdelen in subgroepen, die natuurlijk weer hun eigen specifieke wensen en behoeften hebben. Wie zijn jouw klanten? Welke leeftijd hebben zij? Waar komen ze vandaan? Kun je ze onderbrengen in een doelgroep? doelgroep= groep mensen met dezelfde kernmerken. Demografische kenmerken Gemaakt door: Dave van Limborgh
38
•
leeftijd geslacht gezinssamenstelling geloofsovertuiging
• •
plaats grootte stad regio
opleiding baan inkomen
Geografische kenmerken
Economische kenmerken
Naast de bovenstaande kenmerken kan je je doelgroep ook verdelen naar motieven en drijfveren.
Gemaakt door: Dave van Limborgh
39
Gemaakt door: Dave van Limborgh
40
Gemaakt door: Dave van Limborgh
41
Gemaakt door: Dave van Limborgh
42
Gemaakt door: Dave van Limborgh
43
Gemaakt door: Dave van Limborgh
44
1.4 Promotie Centrale vraag: Hoe ga jij je doelgroep benaderen?
In het voorgaande hoofdstuk heb je getracht je doelgroep te formuleren. Vervolgens kan je kijken hoe je deze doelgroep gaat benaderen.
Gemaakt door: Dave van Limborgh
45
Promotie heeft als doel de verkoop te bevorderen. Promotie is een marketinginstrument en bestaat uit de volgende onderdelen: Reclame Promotion = kortingen, coupons, spaaracties e.d. Sponsoring PR Pers en publiciteit Persoonlijke verkoop (verkoopgesprek) Deze onderdelen samen vormen de promotiemix. Wat is reclame? Met reclame kun je in korte tijd een grote groep consumenten bereiken. Reclame zorgt voor een snelle en grote bekendheid van het product/merk en draagt bij tot een positieve houding van de consument ten aanzien van het product/merk. Als ondernemer is reclame niet altijd doorslaggevend of je succesvol bent of niet. Het artikel ‘Zonder reclame bestormt Jupiler de Randstad’ laat zien dat je als ondernemer ook zonder reclame succes kan hebben. Waarom reclame?
Nieuwe gebruikers aantrekken Bestaande gebruikers aanzetten om meer te gebruiken voorbeeld zie artikel ‘Consumenten tuk op klantenkaart’ Concurrentie motief
Reclame doelstellingen In reclame doelstellingen zit een opbouw. % 1. het onbekende merk/ product moet bekendheid krijgen. 2. begrip (wat kan het product voor de gebruiker betekenen) aankweken. 3. de consument moet overtuigd worden van het nut van het product/ merk.
60 40 20
Hierna moet de consument tot kopen overgaan.
15
Gemaakt door: Dave van Limborgh
46
Sales response curve
Effect
Budget reclame A
B
Ervaring leert dat verhoging van het reclame budget pas effect heeft nadat een bepaalde waarde A is overschreden en dit effect neemt af bij waarde B. Dit heeft te maken met verzadiging en verhoging concurrentie. Hoeveel te besteden aan reclame?
Concurrentiemethode Anticyclisch budget: afzet hoog => weinig reclame, afzet laag => veel reclame Taakstellend budget: x % naamsbekendheid via y reclame spotjes op de televisie.
Gemaakt door: Dave van Limborgh
47
Gemaakt door: Dave van Limborgh
48
Gemaakt door: Dave van Limborgh
49
Gemaakt door: Dave van Limborgh
50
1.5 Omzet Centrale vraag: Hoeveel ga je omzetten? Omzet = verkoopprijs (exclusief BTW) x het aantal klanten (marktaandeel) Kan je zoveel omzetten dat jij als ondernemer er van kan leven? Belangrijk is dat je voldoende klanten krijgt. Komen klanten voor de lage prijs - maar heb je dan nog voldoende omzet? Of komen klanten voor iets anders? Algemeen geldend: Omzet Inkoopwaarde – Brutowinst Bedrijfskosten – Nettowinst
prijs x hoeveelheid
exclusief BTW exclusief BTW
bedrag voor bedrijfskosten en winst kosten die nodig zijn om het bedrijf te ‘runnen’ (fiscale winst) Minimal € 25.000,--!
Omzet specificeren: aantal klanten per dag, de gemiddelde besteding Inkoopwaarde: offertes De bedrijfskosten bestaan onder andere uit – zie exploitatiebegroting: a. b. c. d. e. f.
Personeelskosten: loon, opleiding, reiskosten, bedrijfskleding Huisvestingskosten: huur, water en energie, verzekeringen, belasting Vervoerskosten: brandstof, onderhoud, verzekering Algemene kosten: kantoor, advies, administratie, abonnementen Interestkosten: hypotheek, leningen, afsluitkosten Afschrijvingskosten: verminderen de waarde van duurzame productiemiddelen, zoals gebouwen, machines, auto’s maar verlaten het bedrijf niet.
Gemaakt door: Dave van Limborgh
51
Je omzet is de afzet x verkoopprijs. Hieronder wordt weergegeven hoe je je verkoopprijs kan vaststellen.
Kostprijsgericht
marktgericht verkoopprijs
Inkoopprijs* Brutowinst + Verkoopprijs
- consument - concurrentie - leverancier
Brutowinst bedrijfskosten – Nettowinst bedrijfskosten 5,-Inkoop 27,50
winst 2,50
Bruto winst 7,50
Verkoopprijs 35
Verhogen door: 1. Omzet verhogen: assortiment uitbreiden 2. Kosten verlagen
Verkoopprijs verhogen(?) Elasticiteiten = in welke mate reageert de klant op prijsveranderingen.
* Uurtarief = (ondernemersloon + kosten) / declarabele uren
Gemaakt door: Dave van Limborgh
52
Vaststellen verkoopprijs. Hiervoor kunnen twee methodes voor worden gebruikt. A. Brutowinstmethode Inkoopwaarde wordt verhoogd met een percentage voor nettowinst en bedrijfskosten. Voorbeeld Inkoopprijs Brutowinstopslag 50%
200 euro 100 euro + percentage van de inkoop
Verkoopprijs exclusief BTW BTW 19%
300 euro 57 euro +
Verkoopprijs inclusief BTW
357 euro
B. nettowinstmethode Kostprijs (inkoop + bedrijfskosten) wordt verhoogd met alleen een nettowinst percentage. Voorbeeld Kostprijs is gebaseerd op de noodzakelijke kosten, niet de werkelijke kosten Hierbij kan men uitgaan van een vaste verrekenprijs = gemiddelde inkoopprijs. Vaste verrekenprijs Kostenopslag 10%
30 euro 3 euro + overhead, inkoopkosten
Kostprijs Nettowinstopslag 15%
33 4,95 +
Verkoopprijs exclusief BTW BTW 19%
37,95 7,21 +
Verkoopprijs inclusief BTW
45,16 euro
Gemaakt door: Dave van Limborgh
53
Als ondernemer wil je geld verdienen. Echter, op het ene product kun je meer verdienen dan op het andere. De onderstaande opdrachten laten dit zien. Ook wordt je in een aantal opdachten uitgedaagd om de potentiële omzet te berekenen. Opdracht 1 Op welk product verdien ik nu het meest? A of B Product Verkoopprijs Hoeveelheid Inkoopkosten Overige kosten Nettowinst Nettowinst per product nettowinst in % van de verkoopprijs omzet als % van de totale omzet
A 10 euro 50 2 euro 100 euro ? ?
B 24 euro 30 18 euro 110 euro ? ?
?
?
?
?
Portfolioanalyse is een analyse op basis van de marktpositie en de winstgevendheid.
hoog
Omzetmakers dogs
goudmijnen stars
Marktgroei
laag
zorgenkinderen wildcat
winstbrengers cash cow
laag
hoog Winstmarge
Vraag: In welke kwadranten vallen product B en A?
Gemaakt door: Dave van Limborgh
54
Opdracht 2 A = kernassortiment a) Bereken het schaprendement van het kernassortiment. b) Bereken het schaprendement voor elk van de vijf artikelgroepen van het randassortiment. c) Geef aan welke artikelgroepen boven en welke onder het schaprendement van het kernassortiment liggen. d) Welke artikelgroep kan het best gesaneerd worden?
Omzet: 600.000 euro Brutowinst: 50% Meters: 400 Omzet: 30.000 euro Brutowinst: 40% Meters: 25 Omzet: 20.000 euro Brutowinst: 40% Meters: 20 Omzet: 20.000 euro Brutowinst: 45% Meters: 15 Omzet: 16.000 euro Brutowinst: 50% Meters: 25 Omzet: 14.000 euro Brutowinst: 30% Meters: 5
A
B
C
D
E
F
Opdracht 3 Knipscheer BV. Is een onderneming die in huishoudelijke apparatuur handelt. De inkoopprijs van een gasfornuis is 400 euro exclusief omzetbelasting. De brutowinst bedraagt 50% van de inkoopprijs en de omzetbelasting is 19%. a. Bereken de verkoopprijs van een gasfornuis, inclusief omzetbelasting. Knipscheer verkoopt een wasmachine voor 564 euro inclusief 19% omzetbelasting. b. Bereken de verkoopprijs van de wasmachine exclusief omzetbelasting.
Gemaakt door: Dave van Limborgh
55
Opdracht 4 In het jaar 2003 verwacht cd-winkel Kroese 50.000 cd’s te verkopen voor 20 euro per stuk, exclusief omzetbelasting. De inkoopprijs van de cd’s bedraagt 12,50 euro per stuk, exclusief omzetbelasting. De verwachte bedrijfskosten bedragen in 2003 totaal 290.000 euro. a. Hoeveel bedraagt de verwachte afzet in 2003? b. Bereken de verwachte omzet in 2003, exclusief BTW. c. Bereken de verwachte inkoopwaarde van de omzet over 2003. d. Bereken de verwachte brutowinst over 2003. e. Bereken de verwachte nettowinst over 2003. f. Bereken welk brutowinstpercentage de cd-shop op de inkoopprijs van een cd hanteert. Opdracht 5 Martens kan in Buurthuizen een leegstaand winkelpand betrekken en wilt daarin een dierenspeciaalzaak met dibevo-producten (dierenvoeding en dierenbenodigdheden) te beginnen. Hij verzamelt o.a. de volgende gegevens: • • • • •
Aantal inwoners Buurthuizen: 16.000 (direct marktgebied) Buurthuizen is tevens koopcentrum voor enkele omliggende dorpen met totaal 10.000 inwoners (indirect marktgebied) De landelijk gemiddelde bestedingen per hoofd per jaar aan dibevo-producten bedraagt 95 euro, waarvan 65 euro aan dierenvoeding en 30 euro aan overige producten. Geschatte afvloeiing uit Buurthuizen minimaal 20%: geschatte toevloeiing uit het indirect marktgebied maximaal 60%. Dibevo-producten zijn in diverse winkeltypen te koop. Landelijk gelden de volgende marktaandelen:
Dierenvoeding Speciaalzaken 18% Supermarkten 58% Overige kanalen 24%
Overige dibevo producten 67% 23% 10%
1. Bereken de potentiële omzet in Buurthuizen voor de potentiële omzet in Buurthuizen voor dibevo-producten rekening houdend met afvloeiing en toevloeiing.
Gemaakt door: Dave van Limborgh
56
2. Splits de potentiële omzet in Buurthuizen in omzet dierenvoeding en in omzet overige dibevo-producten. Baseer je op de landelijke verdeling van de gemiddelde besteding per hoofd. 3. Bereken de potentiële omzet voor dibevo-speciaalzaken in Buurthuizen. Baseer je op de landelijke marktaandelen. 4. Gaat het bij deze case om kwalitatief of kwantitatief onderzoek? 5. Van welke instellingen kan Martens informatie vandaan halen? 6. Wat is het voordeel van fieldresearch ten opzichte deskresearch?
Antwoorden opdracht 1 Nettowinst
50 x 10 = 50 x 2 =
500 100 – 400 100 – 300
30 x 24 = 720 30 x 18 = 540 180 110 70
Nettowinst per product
300 : 50 = 6 euro
70 : 30 = 2,33
nettowinst in % van de verkoopprijs
6 : 10 x 100% = 60%
2,33: 24 x 100% = 9,7%
omzet als % van de totale omzet
500 : 1.220 x 100% = 40,9%
720 : 1.220 x 100% = 59%
Antwoord Vraag: Product B = dog Product A = cash cow Antwoorden opdracht 2 A B C D E F
750 euro per jaar 480 euro per jaar 400 euro per jaar 600 euro per jaar 320 euro per jaar 840 euro per jaar
Antwoorden opdracht 3 a. inkoopprijs 400 euro + 50%(=200)= 600 euro + 19%(=114) = 714 euro b. 100/119 x 564 = 473,95 euro Gemaakt door: Dave van Limborgh
57
Antwoorden opdracht 4 a. De verwachte afzet bedraagt 50.000 stuks b. De verwachte omzet = 50.000 x 20 euro = 1.000.000 euro c. Inkoopwaarde = 50.000 x 12,50 = 625.000 d. Verwachte brutowinst = 1.000.000 – 625.000 = 375.000 euro e. Verwachte nettowinst = 375.000 – 290.000 = 85.000 euro f. 375.000/625.000 x 100% = 60%
Antwoorden opdracht 5 1. direct marktgebied 1.600 inwoners x 95 euro = afvloeiing 20%
1.520.000 euro 304.000 euro -
koopkrachtbinding
1.216.000 euro
toevloeiing 60% van 10.000 x 95 euro potentiële omzet
570.000 euro + 1.786.000 euro
2. omzet dieren voeding: 65 : 95 x 1.786.000 = 1.222.000 euro omzet overig dibevo-producten: 30: 95 x 1.786.000 = 564.000 euro 3. aandeel dierenvoeding 18% van 1.222.000 = aandeel overige dibevo-producten 67% van 564.000 =
219.960 euro 377.880 euro +
potentiële omzet dibevo-zaken 597.840 euro 4. kwantitatief, het hierbij om cijfers en niet om belevingen of meningen. 5. CBL, CBS, EIM, Kamer van Koophandel. 6. Informatie die dichter bij de praktijk staat en daardoor concrete en beter toe te passen of te gebruiken.
Deel 2
Het Financiële gedeelte
BTW = Belasting Toegevoegde Waarde = Omzetbelasting Gemaakt door: Dave van Limborgh
58
Al in het begin van dit werkboek is er aangegeven dat de BTW een belangrijk onderdeel vormt van je administratie. Hieronder wordt uitgelegd hoe de BTW werkt. Bas van der Heijden koopt in bij Brookland: 1.500 flessen cola voor 0,60 euro per stuk op rekening. Wat moet Bas van der Heijden betalen? 1.500 x 0,60 = BTW 6% te betalen
900 euro 54 euro + (6% van 900) 954 euro
Regel: Betaalde BTW wordt terug gevorderd van de belastingdienst! Vervolgens worden de 1.500 flessen verkocht voor 0,80 euro per stuk aan de consument. De supermarkt ontvangt: 1.500 x 0,80 = BTW 6% ontvangen
1.200 euro 72 euro + 1.272 euro
regel: Ontvangen BTW wordt betaald aan de belastingdienst!
Laat door middel van een berekening zien dat de supermarkt inderdaad alleen belasting betaald over de toegevoegde waarde. Conclusie:
De supermarkt heeft ontvangen aan BTW 72 euro De supermarkt heeft betaald aan BTW 54 euro Betaald moet worden aan de belasting is het bedrag van 18 euro.
De supermarkt betaald belasting over de toegevoegde waarde en deze is 300 euro. 6% over 300 euro = 18 euro!
1. van netto verkoopprijs naar consumentenprijs = bruto verkoopprijs
Netto verkoopprijs BTW
100 % 19% +
25 euro ? +
Gemaakt door: Dave van Limborgh
59
consumentenprijs
119%
?
100 % = 25
1 % = 25 100
= 0,25
1 % = 0,25 19 % = ? 19 % = 19 x 0,25 = 4,75
of
25 100
x 119 = 29,75
2. van consumentenprijs naar netto verkoopprijs
consumentprijs BTW Netto verkoopprijs
119% 19% 100%
45 euro = 119 %
1%=
45 euro ? ?
45 119
= 0,378
1 % = 0,378 19% = 19 x 0,378 = 7,18 afgerond of in 1 keer
45 x 100 = 38,81 afgerond 119
Gemaakt door: Dave van Limborgh
60
2.1 Investeringsbegroting Centrale vraag: Hoeveel geld heb je nodig om te kunnen beginnen?
Voordat je kan beginnen moet je geld investeren. Je hebt bijvoorbeeld een pand nodig of een auto, computer e.d.. De investeringsbegroting laat zien hoeveel je geld je nodig hebt om te kunnen beginnen en waaraan je het geld gaat besteden. Hoe kom je aan de bedragen van de PC, inventaris, verbouwingen? Door offertes aan te vragen, prijzen op te zoeken op internet, winkels bezoeken e.d..
Investeringsbegroting - inclusief BTW euro's vaste activa verbouwingen, milieu aanpassingen huur pand (eerste 3 maanden) inventaris, machines, gereedschap Computer apparatuur
€ 10.000,00 € 0,00 € 5.000,00 € 1.500,00
vervoermiddel
€ 0,00
vergunningen
€ 300,00 totaal vaste activa
percentage
€ 16.800,00
83,6%
vlottende activa voorraad vooruitbetaalde verzekeringen voorfinanciering BTW onvoorzien kosten opening
€ 1.500,00 € 400,00 € 300,00 € 0,00 € 600,00
totaal vlottende activa
€ 2.800,00
13,9%
Liquide middelen bank kas - wisselgeld
€ 200,00 € 300,00
postbank
€ 0,00 totaal liquide middelen
TOTALE INVESTERING
€ 500,00
2,5%
€ 20.100,00
100%
Gemaakt door: Dave van Limborgh
61
afschrijvingskosten per jaar
levensduur in aanschafwaarde jaren € 5.000,00 € 1.500,00
6 5
€ 833,33 € 300,00
€ 0,00
6
€ 0,00 totaal
€ 1.133,33
2.2 Financieringsbegroting Centrale vraag: Hoe kom je aan het investeringsbedrag? Met behulp van de investeringsbegroting ging je kijken hoeveel geld je nodig had om te starten. Bij de financieringsbegroting ga je na hoe je aan dat bedrag wil komen. Eigen geld of middelen = eigen vermogen, of ga je het lenen bij anderen; bank, gemeente = Vreemd vermogen. Financieringsplan euro's Eigen vermogen gespaard familie lening eigen auto inventaris subtotaal
€ 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00
0,0%
subtotaal
€ 0,00 € 20.000,00 € 0,00 € 20.000,00
99,5%
subtotaal
€ 100,00 € 0,00 € 0,00 € 100,00
0,5%
€ 20.100,00
100%
lang vreemd vermogen hypotheek lening lease
kort Vreemd vermogen rekening courant leverancierskrediet overig
TOTALE FINANCIERING
percentage
Gemaakt door: Dave van Limborgh
62
kapitaal € 20.000,00
percentage looptijd 4,50 10
rente kosten per jaar € 750,00
2.3 Exploitatiebegroting Centrale vraag: Wat zijn de bedrijfskosten per jaar? In de exploitatiebegroting staat welke kosten je hebt zodra je begonnen bent als ondernemer. Daarom noemen we dit dan ook bedrijfskosten. Uitgaven die je doet als privé persoon zoals vakantie, tv worden niet in de exploitatiebegroting gezet.
Bedrijfskostenspecificatie eerste jaar
exclusief BTW
euro's
percentage
personeelskosten/ondernemersloon brutoloon verzekeringen voor ziekte, AOW, WAO sociale lasten overig 1. personeelskosten totaal
€ 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00
0,0%
2. vervoerskosten totaal
€ 0,00 € 1.000,00 € 400,00 € 300,00 € 200,00 € 0,00 € 1.900,00
11,3%
huur gas, elektriciteit, water onderhoud, schoonmaak verzekering overig 3. huisvestingskosten totaal
€ 9.000,00 € 2.400,00 € 400,00 € 150,00 € 0,00 € 11.950,00
71,0%
vervoerskosten - verhouding prive/zakelijk lease brandstof onderhoud, reparaties verzekering motorrijtuigenbelasting overig
aantal kilometers huisvestingskosten
Gemaakt door: Dave van Limborgh
63
verkoopkosten reclame/folders website advertentiekosten overig 4. verkoopkosten totaal
€ 250,00 € 200,00 € 0,00 € 0,00 € 450,00
2,7%
kantoorbenodigdheden telefoon, fax vrachtkosten verpakkingen contributie, abonnementen boekhouder, accountant Onvoorzien 5. algemene kosten totaal
€ 0,00 € 350,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 200,00 € 100,00 € 650,00
3,9%
rentekosten financieringsregelingen onvoorzien 6. rente/financieringskosten totaal
€ 750,00 € 0,00 € 0,00 € 750,00
4,5%
afschrijvingen verbouwing, milieuaanpassingen inventaris, machines computerapparatuur vervoermiddel overig duurzame activa 7. afschrijvingskosten totaal
€ 0,00 € 833,00 € 300,00 € 0,00 € 0,00 € 1.133,00
6,7%
€ 16.833,00
100%
algemene kosten
rente en financieringskosten
totaal bedrijfskosten
Gemaakt door: Dave van Limborgh
64
Afschrijvingen Om duurzame productiemiddelen, zoals een machine, auto en inventaris moeten in de loop van tijd vervangen worden. Hiervoor moet geld opzij worden gelegd. Dit noemen we afschrijven. De hoogte van de afschrijving is afhankelijk van de levensduur en de restwaarde van het productiemiddel. Technische levensduur: geeft aan hoe lang een product technisch gezien mee kan gaan. Economische levensduur: wordt bepaald door het op de markt komen van duurzame producten die efficiënter kunnen produceren waardoor de productiviteit toeneemt.
Technische levensduur > economische levensduur Voorbeeld Aanschaf prijs computer € 1.500,-Economische levensduur is 5 jaar Restwaarde is € 200,--
Afschrijving =
Aanschaf prijs - restwaarde economische levensduur
Gemaakt door: Dave van Limborgh
= € 260,-- per jaar afschrijven
65
2.4 Liquiditeitsbegroting Als ondernemer wil je graag weten hoeveel geld je per maand overhoudt. Hiervoor maak je gebruik van een liquiditeitsbegroting.
Centrale vraag: Hoeveel geld komt er elke maand binnen en hoeveel geld gaat er elke maand uit?
Liquiditeitsbegroting
Jaar 1 maand 1
maand 2
maand 3
beginsaldo
€ 1.300,00
€ 1.651,50
€ 1.946,00
€ 2.400,50
€ 3.043,00
ontvangsten debiteuren contante verkoop BTW ontvangsten
€ 0,00 € 6.500,00 € 1.235,00
€ 0,00 € 6.500,00 € 1.235,00
€ 0,00 € 7.000,00 € 1.330,00
€ 0,00 € 8.000,00 € 1.520,00
ontvangsten subtotaal
€ 9.035,00
€ 9.386,50
€ 10.276,00
€ 0,00 € 7.600,00 € 1.440,00 € 11.440,50
€ 12.563,00
uitgaven crediteuren inkoop vervoerskosten huisvestingkosten BTW afdracht verkoopkosten algemene kosten rente kosten uitgaven totaal
€ 0,00 € 4.420,00 € 55,00 € 1.500,00 € 1.178,00 € 75,00 € 112,50 € 43,00 € 7.383,50
€ 0,00 € 4.420,00 € 55,00 € 1.500,00 € 1.235,00 € 75,00 € 112,50 € 43,00 € 7.440,50
€ 0,00 € 4.760,00 € 55,00 € 1.500,00 € 1.330,00 € 75,00 € 112,50 € 43,00 € 7.875,50
€ 0,00 € 5.168,00 € 55,00 € 1.500,00 € 1.444,00 € 75,00 € 112,50 € 43,00 € 8.397,50
€ 0,00 € 5.440,00 € 55,00 € 1.500,00 € 1.520,00 € 75,00 € 112,50 € 43,00 € 8.745,50
eindsaldo
€ 1.651,50
€ 1.946,00
€ 2.400,50
€ 3.043,00
€ 3.817,50
Gemaakt door: Dave van Limborgh
maand 4
maand 5
66