Joost van Baak
Wat moeten wij met Rusland – wat moet Rusland met ons? Zoals de geschiedenis van elk land, kent ook de geschiedenis van Rusland bepaalde continuïteiten en breuken. Wanneer breukmomenten zich aandienen, hoeven ze niet altijd onmiddellijk als zodanig herkenbaar te zijn, en zeker niet in hun volle omvang of betekenis. In de recente geschiedenis van Rusland is een aantal breukmomenten als historisch feit boven iedere twijfel verheven: het einde van de Koude Oorlog en Gorbatsjovs perestrojka en glasnost (19851991); de daaruit voortvloeiende val van het communisme in Rusland en Oost-Europa; en de opheffing van de Sovjetunie. Onder Jeltsin begon Rusland metterdaad zijn traditionele isolationisme te verlaten, maar de prijs was een gevaarlijk groeiende destabilisatie.1 De direct voelbare gevolgen waren maatschappelijke en economische chaos, alsmede desoriëntatie. Er was ook duidelijk sprake van een vérgaand en fundamenteel machtsvacuüm en er ontstond spontaan een ‘maffia’ die daarvan gebruik maakte. De economische vrije val waarin Rusland terecht was gekomen na het einde van het communisme en van de Sovjetunie, had dramatische gevolgen voor de Russische burger: grote armoede, spaargelden en pensioenen tot nul gereduceerd in twee roebelcrises, onzekerheid over de toekomst. De ‘uitverkoop’ van Ruslands rijkdommen en machtsposities vond plaats onder Jeltsin. De energiesector van Rusland, een van de grootste energievolumes ter wereld, werd geruisloos in handen gespeeld van een zevental mannen. Deze zogenaamde oligarchen verdeelden onderling de macht. Dit was in grote lijnen de situatie waarin Poetin aantrad, of eigenlijk naar voren werd geschoven door Jeltsin. Dit was de feitelijke situatie van Rusland ‘van buiten’ gezien. ‘Van binnenuit’ gezien, in de ervaring van de Russen zelf, speelden voor de meesten van hen nog andere aspecten een grote rol. De sociaalpsychologische weerslag, de morele en emotionele consequenties van de postcommunistische jaren ’90 kunnen in hoofdzaken als volgt worden samengevat: * Het verlies van een wereldrijk. Een wezenlijke continuïteit van het tsarisme naar de Sovjetunie kwam aan het licht. Onder beide regimes was er sprake geweest van een imperium, en dat was nu plotseling uiteengevallen. Dit leidde tot: Jaargang 60 nr. 12 g december 2006
*V erlies van de rol als politieke speler op wereldniveau; men kon niet meer trots zijn op het gezag dat de Sovjetunie had gehad als wereldmogendheid. * De al genoemde economische vrije val na het einde van het communisme en de Sovjetunie leidde tot grote armoede en onzekerheid, en bij sommige ouderen tot een uitgesproken nostalgie naar de dagen van de Sovjetunie. 2 * Sociale ontwrichting op allerlei gebied (desintegrerende medische zorg, huisvestingsproblemen, alcoholmisbruik, jeugdbenden, criminaliteit, AIDS, enz.) maakte dat ieder op zich zelf aangewezen werd. * Verlies van trots op het vaderland en zijn geschiedenis. De definitieve en openbare ontmaskering van het communistische systeem en ideologie als bedrog en mislukking (althans voor de grote meerderheid der burgers). De reacties van het Westen waren aanvankelijk optimistisch ten aanzien van de ontwikkeling van een nieuw, democratisch Rusland, met een open en transparante economie in een ‘civil society’. Uiteindelijk zijn dit al te simplistische projecties gebleken. Zo was er het ‘500-dagenplan’ van een groep economen van Harvard voor de economische transitie van postcommunistisch Rusland naar een open, kapitalistische markteconomie; dat was nog een naïeve wensdroom vanuit het westen geprojecteerd. Rusland onder Jeltsin kreeg in ieder geval in hoge mate het voordeel van de twijfel: het beeld van Jeltsin op een tank als redder des vaderlands voor het Witte Huis in Moskou werkte kennelijk sterker dan de gevolgen van zijn drankzucht, zijn bestuurlijke grilligheid of de manier waarop hij zijn eigen clan financieel bevoordeelde. Geleidelijk aan echter nam het Westen weer een meer verharde houding aan, vooral in de Verenigde Staten onder leiding van president George W. Bush. De verwijten golden gebrek aan democratie en persvrijheid; de Tsjetsjeense oorlogen, de Russische betrekkingen met Wit-Rusland; Ruslands onbetrouwbaarheid als internationale partner (in verband met de recente ‘gaskraan’-crisis tussen Rusland en Oekraïne en Georgië); en het verwijt dat Rusland
Internationale
Spectator
619
de energieafhankelijkheid van zijn buren politiek misbruikt. Dit alles kwam het afgelopen voorjaar duidelijk tot uitdrukking in de kritische rede van de Amerikaanse vice-president Cheney in Litouwen (een duidelijk russofoob land). Deze bezwaren en verwijten aan het adres van Poetin zijn niet zonder redelijke gronden, en zij worden ook internationaal breed gedeeld. Het is duidelijk dat de immense, en alleen maar groeiende geopolitieke betekenis van olie en gas hier alles mee te maken heeft. Hierop is ook het gegroeide zelfvertrouwen gebaseerd dat de Russische overheid thans uitstraalt. Poetins Presidentiële Republiek In de nieuwe eeuw wordt Rusland geleid door Vladimir Vladimirovitsj Poetin,3 een jurist uit Sint-Petersburg, die in de geheime dienst carrière had gemaakt. Poetins eerste termijn als president stond in het teken van bezwering van de Jeltsin-chaos en het streven
Conservatisme, toenemend autoritair bestuur en groeiend centralisme kenmerken Poetins tweede termijn naar stabilisering. Aanvankelijk bestond er thuis en in het Westen wantrouwen jegens een oud-KGBman aan het roer. Toch slaagde Poetin erin in deze eerste presidentstermijn goodwill op te bouwen onder brede lagen van de bevolking. Bij een aanzienlijk deel van de intelligentsia, zelfs bij sommige voormalige dissidenten, kreeg hij aanvankelijk het voordeel van de twijfel. Hij bond de strijd aan met de impopulaire oligarchen. Ook stond vergroting van belastingdiscipline hoog op zijn agenda. De politiek was vanaf het begin gericht op vergroting van de controle van het Kremlin op de politieke en economische processen in Rusland. Poetin trad voorzichtig op en koerste op stabiliteit. Het is waarschijnlijk dat dit een bewuste beleidskeuze was, maar het is ook de vraag of hij wel iets anders had kunnen doen. Er zijn duidelijke aanwijzingen dat zijn feitelijke macht aanvankelijk beperkt was, zeker wat betreft de verder van Moskou afgelegen gebieden. Vandaar dat hij het instituut instelde van de supergouverneurs, die alleen en rechtstreeks aan hem verantwoording schuldig waren en aan wie de lokale gouverneurs ondergeschikt waren. 620
Zijn tweede termijn wordt gekenmerkt door conservatisme, toenemend autoritair bestuur en groeiend centralisme. Dit wordt speciaal duidelijk na 2003. Dat jaar wordt wel gezien als een keerpunt, maar de vraag is waarheen: terug naar de Sovjetunie, naar een andere vorm van totalitair regime of zelfs naar een soort fascisme?4 Poetin omringt zich steeds meer met mensen uit zijn vorige werkkring, de zogenaamde siloviki (ongeveer: ‘krachtpatsers’). Hij maakt blunders in zijn buitenlandse politiek. Hij bruskeert buurlanden (waarvan een aantal tot de NAVO was toegetreden), zoals Polen, Letland, Litouwen, Oekraïne en Georgië. Hij krijgt zware westerse kritiek te verduren wegens het Russische optreden in Tsjetsjenië en wegens zijn beleid ten aanzien van de Kaukasus, alsook vanwege de manier waarop hij optrad tijdens de crisis rond de onderzeeër Koersk en de terroristische aanslagen in Beslan. Of hij houdt, in westerse ogen, de verkeerde buurman de hand boven het hoofd, zoals president Loekašjenko van WitRusland. De overheid versterkt ondubbelzinnig haar greep op het openbare leven in het algemeen, op de economie en het bedrijfsleven, op de massamedia en de informatiekanalen. Dreigt de gezochte stabiliteit weer te worden gekocht met isolement als uiterste consequentie?5 De Russische republiek is een uitgesproken presidentiële republiek, en Poetin en zijn entourage handelen ook duidelijk als zodanig. De staatsdoema (vgl. de Tweede Kamer) speelt geen serieuze rol; de meerderheid van haar beslissingen wordt door de president simpelweg genegeerd of terzijde gelegd. Vanaf ongeveer 2005 kan men in de westerse pers de aanduiding ‘tsaar Poetin’ tegenkomen.6 De oppositie is niet alleen zwak en verdeeld, maar wordt in feite gemanipuleerd en zelfs in hoge mate georganiseerd door het Kremlin.7 De Kremlinkringen rond Poetin werken hard aan zijn positieve imago als president. Er worden organisaties in het leven geroepen die dit beeld actief uitdragen, zoals de jeugdorganisatie Op weg met Poetin (er is overigens ook al sprake geweest van een protestbeweging onder de naam Op weg zonder Poetin).8 De president zelf kwam met een ideologische onderbouwing van zijn macht en van zijn centralistische beleid. Hij gebruikt hiervoor de even simpele als veelzeggende metafoor van de ‘verticaal van de macht’,9 een term die overigens al gebruikt werd onder tsaar Nikolaas I (de zeer conservatieve en repressieve tsaar uit de eerste helft van de 19de eeuw). Poe-
Internationale
Spectator
Jaargang 60 nr. 12 g december 2006
tin rechtvaardigde dit concept met de noodzaak het internationale terrorisme te kunnen bestrijden, dat in Rusland vooral belichaamd werd en wordt door de Tsjetsjeense crisis. Van Poetin zijn ook de volgende opmerkelijke politiek-filosofische uitspraken: ‘Hoe sterker de staat, hoe vrijer het individu’ en: ‘Democratie is de dictatuur van de wet.’ In deze laatste uitspraak klinkt onmiskenbaar de echo door van het marxistische dogma van de ‘dictatuur van het proletariaat’. Daarnaast spreekt men in Kremlinkringen ook over Rusland als een ‘soevereine democratie’.10 Over Poetins opvolging in 2008 heeft lange tijd onduidelijkheid bestaan; volgens sommigen is het zelfs nu nog niet uitgesloten dat de grondwet in deze niet serieus zal worden genomen en dat Poetin aanstuurt op een derde termijn. In ieder geval zal het Kremlin al het mogelijke doen om het proces van zijn opvolging maximaal te beheersen en te sturen.11 Poetin zelf heeft al aangegeven dat hij zijn eigen opvolger wil aanwijzen, dit alles met het argument dat continuïteit en stabiliteit voor het land het hoogste goed is. Volgens sommigen is het ook niet uitgesloten dat Poetin onder de nieuwe president zelf als premier een nieuwe machtsbasis kan creëren. Olie- en gaseconomie De Russische economie wordt volledig gedomineerd door olie en gas. Er is weinig waarover Poetin zich zo vaak en zo expliciet uitlaat, en de recente crisis omtrent gasleveranties aan de buren laat het belang ervan zien voor Ruslands buitenlandse politiek. Rusland wil ook op de Europese aardgasmarkt worden toegelaten. De olie- en gasprijzen op de wereldmarkt maken dat de Russische staatskas zich in een onwaarschijnlijk tempo vult met de belastinginkomsten uit de gedeeltelijk gerenationaliseerde energiesector. Rusland heeft inmiddels vrijwel geen staatsschuld meer. Het Kremlin heeft overigens nog nauwelijks gestructureerde plannen voor besteding van de miljarden via het in het leven geroepen ontwikkelingsfonds. De projecten die tot nu toe hieruit werden gefinancierd, betroffen vaak prestigeprojecten die heel goed met particuliere financiering bekostigd hadden kunnen worden, zoals business schools. Hier wreekt zich een van de traditionele negatieve tendensen in de Russische overheidspolitiek, waarbij de belangen van de bevolking op de tweede plaats komen: eerst de staat en zijn directe dienaren, dan pas de burger. Op de vraag waarom niet ten minste iets van de miljarden kon worden ingezet voor Jaargang 60 nr. 12 g december 2006
inkomensverbetering van de bevolking, waarvan de grote meerderheid nog steeds op een zeer laag salarisniveau zit, antwoordde de overheid dat dit alleen maar inflatie in de hand zou werken.12 De Russische overheid lijkt te zwelgen in de euforie van de energie-inkomsten. Zij doet niets anders dan bedrijven opkopen – in de energiesector, maar ook daarbuiten. Buitenlandse economische commentatoren wijzen op de zeer schadelijke gevolgen van dit overheidsgedrag. Het betekent dat Poetin op die manier Ruslands moderniseringsproces alleen maar blokkeert en zelfs terugdraait.13 Rusland onder Poetin staat voor zeer grote problemen. Allereerst is er de demografische tijdbom. Rusland kampt met een zeer negatieve bevolkingsgroei (jaarlijks –700.000). Ook is het slecht gesteld met de volksgezondheid. Vooral de sterfte onder mannen is dramatisch als gevolg van drankmisbruik. Verder vormt de AIDS-problematiek steeds meer een probleem.14 Dan is er de niet afnemende, maar, ondanks Poetins beloften op dit punt, juist groeiende corruptie.15 Die hangt overigens samen met het volgende punt. Er is de laatste jaren sprake van een verminderende onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. De overheid heeft volledige controle over de televisie; voorts zijn er vele door de overheid gecontroleerde bedrijven. Bij de schrijvende pers was tot op heden nog wel onafhankelijkheid te vinden.16 De recent ingevoerde wetgeving met betrekking tot buitenlandse NGO’s dreigt hun activiteiten in de meeste gevallen vrijwel onmogelijk te maken. De afhankelijkheid van de rechtspraak en de pers wordt in toenemende mate bekritiseerd in rapporten van internationale NGO’s, mensenrechtenorganisaties, monitor-instituten e.d. Continuïteiten Aan het begin van dit betoog was er sprake van de termen continuïteiten en breuken in de geschiedenis. Het begrip continuïteit houdt rekening met doorwerkingen op de lange of zelfs zeer lange termijn. Er bestaat een samenhang tussen bepaalde geografische situaties en culturele tradities. Het feit dat het huidige Rusland grofweg gedurende de afgelopen 500 jaar ontstaan is als continentale staat tussen Oost en West, tussen Azië en West-Europa, is dan van belang. De Russische staatkundige traditie waarmee wij te maken hebben, is op een aantal hoofdkenmerken terug te voeren tot de vorming van Moskovië, een orthodox, middeleeuws rijk midden in Eurazië,
Internationale
Spectator
621
dat zich geleidelijk uitbreidde, naar het oosten de leegte van Siberië in tot aan China en de Stille Oceaan, en naar het westen, waar het geconfronteerd werd met, onder andere, het rooms-katholieke en voor Moskovië gevaarlijke Polen. Om de gedachten nader te bepalen is de volgende vergelijking verhelderend. Terwijl wij ons onder leiding van Willem van Oranje van de Spaanse overheersing bevrijdden en al doende de moderne zeevarende republiek uitvonden, was in het oosten tsaar Ivan IV, bijgenaamd de Verschrikkelijke (1530-1584), bezig de oude Russische vorstendommen definitief bijeen te brengen onder de heerschappij van Moskovië. Moskovië was politiek gezien een in zichzelf gekeerde, xenofobe, orthodoxe staat, die alles wat niet orthodox of Russisch was wantrouwde en liefst buiten de deur hield. Tegen die achtergrond bezien kan de historische betekenis van Peter de Grote (1672-1725) in de ontwikkeling van Rusland nauwelijks worden overschat. Peters culturele revolutie naar Westers voorbeeld betekende voor zijn Russische onderdanen een onbegrijpelijke transformatie van het leven in al zijn aspecten. Peter wilde de Russen dwingen binnen een generatie de middeleeuwen te verlaten en zich de denkwereld en de cultuur van het moderne West-Europa eigen te maken. Dat was natuurlijk onmogelijk, en de verwerking van Peters impuls, of liever het schokeffect ervan, heeft als proces tot nog eeuwen erna voortgeduurd. Aldus geformuleerd lijkt het erop dat die verwerking mogelijk niet volledig tot stand gekomen is. Er zijn inderdaad redenen dat te denken. De Russische geschiedenis sinds Peter de Grote laat steeds weer zien dat de Russen tweeslachtig staan ten opzichte van westerse culturele voorbeelden. Er werden westerse ideeën overgenomen, en vaak ook met enthousiasme, maar dat riep dan ook weer heftige afwijzende reacties op. Soms nam Rusland een westers idee over om het vervolgens in isolement zo naar zijn hand te zetten, dat het haast onherkenbaar werd.17 Een boeiend voorbeeld hiervan zijn de lotgevallen van het marxisme in Rusland. Men zou haast vergeten dat het in West-Europa ontstaan was. Een ander voorbeeld is het bekende 19de-eeuwse debat tussen enerzijds de ‘slavofielen’, die voor Rusland een eigen, orthodoxe bestemming zagen, terug naar de Slavische, Russische culturele wortels van vóór Peter de Grote, weg van de verderfelijke invloeden van het egoïstische, materialistische Westen, en anderzijds de ‘westerlingen’, die liever 622
de voltooiing van Peters hervormingen van Rusland naar westers voorbeeld zagen. Ook in de Russische geschiedenis onder de bolsjewieken zijn deze tendensen onmiskenbaar werkzaam geweest. De ideologie van het communisme was gebaseerd op de internationaal georiënteerde, universalistische ideeën van de westerse Verlichting. Toch laat de geschiedenis zien hoe deze ideologie in de Russische context omgebogen werd tot een natio nale, in zichzelf besloten, anti-westerse en achterdochtige doctrine. De nieuwe leiders kozen ervoor weer het centrum van het continentale imperium op te zoeken. Zij verhuisden, zodra het kon, in 1919 uit het perifere, internationaal georiënteerde Petersburg, terug naar Moskou, en wel naar het Kremlin zelf, waar ook de oorspronkelijke tsarenmacht van Moskovië had geresideerd. Ook nu zijn de oude ambivalenties in het politieke spectrum van Rusland aanwijsbaar, zowel aan de kant van de huidige machthebbers, als onder de oppositionele groeperingen van zeer diverse pluimage. In politieke kringen heersen de laatste jaren weer duidelijk meer anti-westerse gevoelens. Dit alles wijst op een zeer sterke nationale identificatie van de opeenvolgende heersers en machten in Rusland. Deze hebben steeds de legitimatie van hun macht gezocht in een groots nationaal verleden. Net als iedere oude cultuur met een imperiaal verleden kent en cultiveert ook Rusland zijn grote momenten, zijn ‘finest hours’, de ijkpunten van nationale grandeur en trots. Daar worden in ieder geval onder gerekend: de eenwording van Moskovisch Rusland onder Ivan de Verschrikkelijke (hoe conflictueus en bloedig deze episode ook mag zijn geweest), en verder de overwinningen op Napoleon en op nazi-Duitsland. Daartegenover staan ook historische krenkingen en dieptepunten: de Tataarse overheersing (12401480), de nederlagen in de Krimoorlog (1853-1856), in de Japans-Russische oorlog (1904-1905), in de Eerste Wereldoorlog, en het einde van de tsarenmacht (onder de sovjets werd dit laatste natuurlijk onder de vorige rubriek ondergebracht), en uiteindelijk toch ook de val van het communisme, die leidde tot het einde van de Sovjetunie. Poetin heeft deze gebeurtenis wel de grootste tragedie van de Russische geschiedenis in de 20ste eeuw genoemd. De fase van het stalinisme vormt een probleem in dit verband. Volgens vele historici is het stalinisme nog niet verwerkt en daarom heeft het nog geen vaste plaats in het collectieve bewustzijn van de Russen.
Internationale
Spectator
Jaargang 60 nr. 12 g december 2006
De historicus Marshall T. Poe geeft in zijn boek The Russian Moment in History 18 een interessante en tegendraadse interpretatie van de Russische politieke geschiedenis. In zijn visie komt de Russische staatsmacht door de eeuwen heen naar voren als eigenlijk heel effectief en volhardend in het verdedigen van de belangen van de Russische staat. Hij stelt dat er in de geschiedenis van Rusland allerlei momenten waren waarop ook andere wegen mogelijk waren geweest dan de autoritaire. Niettemin hebben de achtereenvolgende Russische heersers en heersende klassen eeuwenlang in feite effectief het hoofd weten te bieden aan de gevaren die de Russische staat en natie in hun voortbestaan bedreigden. Het is dan ironisch dat hij ten slotte concludeert dat het na 400 jaar mis is gegaan toen de laatste communistische heersers de Sovjetunie uit elkaar lieten vallen en de staatsleer verdampte. Hij schrijft dat toe aan het feit dat zij hun geloof in hun eigen systeem verloren hadden. Hij besluit zijn analyse met een buitengewoon resolute uitspraak die niettemin de aandacht waard is: ‘Russia is now, for the first time in half a millennium, experimenting with a radically new way of doing things. Whether it will succeed in the new, or return to the old, only time will tell.’19 Van kwaad tot erger? De buitenlandse druk op Rusland zal blijven, zeker als de tendens tot centralisme en verdere afbraak van de prille democratische structuren blijft voortduren. In de aanloop naar de vergadering van de G8 van dit jaar (de G7 + Rusland, 15 juli 2006 in Sint Petersburg), hebben politici en internationale organisaties de kans te baat genomen Rusland te wijzen op zijn officiële beloften om democratie en mensenrechten in eigen land te bevorderen, onder andere op 30 mei jl. bij monde van René van der Linden, voorzitter van de Parlementaire assemblee van de Raad van Europa (Rusland bekleedt sinds medio mei het voorzitterschap). Helaas wijzen allerlei ontwikkelingen sinds de laatste drie jaar vooral in een andere richting. De Kremlinbeslissing om, bijvoorbeeld, gouverneurs niet meer direct, lokaal, te laten kiezen was een duidelijk signaal in die richting. De manier waarop de renationalisatie van de energiesector werd uitgevoerd ten koste van de oligarchen en ten gunste van de overheid wijst in dezelfde richting. Dat iemand als Chodorkovskij op beschuldiging van belastingfraude voor acht jaar gevangen is gezet, had eigenlijk te maken met zijn concrete politieke Jaargang 60 nr. 12 g december 2006
machtsaspiraties en zijn activiteiten als financier van oppositionele organisaties. De overheid heeft inmiddels greep gekregen op in naam private bedrijven in de energiesector, de kurk waar Ruslands economie op drijft. Het is deze onduidelijkheid, dit gebrek aan transparantie, waar het Westen Rusland verwijten over maakt, en waaruit ook de bezorgdheid voortkomt bij afnemers van het Russische gas als het gaat om de stabiliteit en betrouwbaarheid van Rusland als partner. Deze bezorgdheid wordt gevoed door de recente gascrisis, waarbij Rusland even de kraan dichtdraaide voor Oekraïne en Georgië, toen deze landen een in Kremlinogen té westerse koers inzetten. Hier blijkt Rusland terug te vallen op de oude patronen van regionale machtshandhaving. Aan de andere kant is er bijvoorbeeld de mening van een hoge Gasuniefunctionaris in een recent VPRO-interview. Volgens hem heeft Gazprom als partner van de Gasunie altijd alle leveranties volgens de letter van het contract uitgevoerd. Er heerst grote onduidelijkheid
Opeenvolgende heersers in Rusland zochten de legitimatie van hun macht in een groots nationaal verleden omtrent het dubbele spel van de Russische overheid als enerzijds economisch speler en grootaandeelhouder op de energiemarkt, en anderzijds als toezichthoudende overheid, een overheid die bovendien de energiesector onmiskenbaar gebruikt als instrument voor haar buitenlandse beleid. Soevereine democratie Bij al deze onduidelijkheden is het wél zonneklaar dat Rusland zich niet aan het ontwikkelen is als een gewone democratie, ondanks Poetins herhaalde verzekering dat democratisering de enige oplossing voor Rusland is. Zelf gebruiken Poetin en mensen uit zijn omgeving de merkwaardige term ‘soevereine democratie’ om Ruslands eigen staatkundige ontwikkeling te karakteriseren. Het lijkt waarschijnlijk dat Rusland ook niet gauw democratisch zal worden, in de zin van de meeste westerse opvattingen daarover. Rusland werd, en wordt, geregeerd op een autoritaire manier, waarbij de overheid en haar dienaren niet
Internationale
Spectator
623
gewend zijn verantwoording af te leggen voor het beleid. Principes als transparantie, verantwoording en verslaglegging raken in deze praktijk gemakkelijk op de achtergrond. De reacties op de ‘oranje revolutie’ in Oekraïne en de ‘rozenrevolutie’ in Georgië lieten zien hoe deze overheid haar eigen soevereiniteit opvatte ten opzichte van staten die eerder deel uitmaakten van de Sovjetunie en die nu in het Russische spraakgebruik als het ‘nabije buitenland’ worden aangeduid. De ontwikkelingen in deze voormalige sovjetrepublieken werden als bedreigend ervaren. Politieke cultuur Wat is de mening van de Russische burger over de huidige toestand van zijn land? Veel hangt er van af met wie men praat, met oude of jonge mensen; met inwoners van Moskou, Petersburg of een andere grote stad; mensen met werk, of met mensen die het ongeluk hebben te leven in de vergeten uitzichtloosheid van de Russische provincie. Maar er kunnen een paar opmerkingen gemaakt worden. Ten eerste: Poetin geniet nog steeds populariteit onder het Russische volk. Ten tweede: de grote meerderheid van de Russen is niet in politiek geïnteresseerd. Ten derde: Russen zijn altijd gewend geweest hun overheid principieel te wantrouwen. Dit belette hen overigens niet in grote meerderheid een autoritair leiderschap als onvermijdelijk en als noodzakelijk te beschouwen. Tweederde van de Russen leeft in armoede, maar bevolkingsonderzoek laat zien dat zij in meerderheid toch optimistisch zijn over hun situatie en hun toekomst. Tegelijkertijd is er de laatste jaren meer dan ooit sprake van protesten, demonstraties en stakingen tegen allerlei overheidsmaatregelen. Volgens sommigen is dat juist een teken van vooruitgang: deze mensen hebben het gevoel dat het beter gaat en zij willen méér. De bestaande oppositiepartijen zijn kennelijk niet in staat deze gevoelens politiek te kanaliseren. Zij zijn verdeeld en hebben vaak niet meer te bieden dan wrok of nostalgie naar de dagen van de Sovjetunie, of zij propageren abstracte vormen van liberalisme waarin de burgers zich niet herkennen of waarin zij alleen onduidelijkheid, stuurloosheid en risico’s zien. Daar komt bij dat deze partijen worden tegengewerkt door de overheid, die haar eigen organisaties in de media bevoordeelt. De regeringspartij Eén Rusland is kleurloos en opportunistisch. Het is een programmaloze, van boven opgezette en gestuurde organisatie, waar geen inspiratie van uitgaat. Niet624
temin kiezen de Russen kennelijk in meerderheid voor stabiliteit en continuïteit en vinden ze dat een organisatie als Eén Rusland dan toch ‘op de winkel past’, in ieder geval voor het moment. Ondanks alles De Russen hebben het recht trots te zijn op hun land, cultuur en geschiedenis. Naast ontegen zeggelijk duistere en uiterst tragische perioden, tragisch omdat zij die in zekere zin ook over zich zelf hebben afgeroepen, zoals het stalinisme, is er evengoed veel in de cultuur en geschiedenis van Rusland waarvoor de Russen terecht op het respect van de buitenwereld mogen rekenen. Daarbij past de constatering dat in de houding van ‘het Westen’ vaak impliciet de verwachting meespeelt dat het nu echt ‘allemaal anders zal gaan’ met Rusland, en wel volgens westers patroon, en dus beter, dat na de grote omwentelingen en onzekerheden van de afgelopen 15 tot 20 jaar de Russische geschiedenis ineens géén continuïteiten meer zou kennen, of eigenlijk: zou mogen kennen. Deze geschiedenis als geheel zou dan eigenlijk als afgelopen en afgesloten beschouwd moeten worden, omdat Rusland nu het pad van de liberaal-kapitalistische democratische rechtsstaten zou hebben betreden. Hiervoor was sprake van de clichévoorstellingen en projecties omtrent Rusland, zoals die in het Westen bestaan en ook in de pers tot uiting komen. In gesprekken met vrienden en collega’s in Rusland, vooral jongere, merkt men tegenwoordig dat juist dergelijke vanzelfsprekende projecties vaak als krenkend of neerbuigend worden ervaren. Dat gevoel heeft dan niet te maken met een kritiekloze visie op Rusland en de Russische geschiedenis – integendeel – maar wél met een gevoel van eigenwaarde en met de behoefte dingen te zien die, ondanks alle mogelijke kritiek, wél goed zijn en wél goed gaan in Rusland, en vooral ook met het gevoel dat Rusland het recht heeft op een eigen ontwikkeling. Er is sprake van zeer aanzienlijke economische groei (ook al deelt niet iedereen daar nog in), en niet alle winst uit bedrijven vloeit meer naar buitenlandse rekeningen, zoals in de jaren ’90. Er is een nieuwe generatie in opkomst waarvoor de moeilijke momenten uit het verleden van Rusland ook werkelijk verleden zijn, een generatie die niet beladen is met de voorstellingen, conflicten en frustraties van de ouderen, en die ook anders tegen de buitenwereld aankijkt. Er is hoop op de ontwikkeling van een nieuwe generatie,
Internationale
Spectator
Jaargang 60 nr. 12 g december 2006
een middenklasse als drager van wat men wel ‘civil society’ noemt. Rusland zal ‘ons’ ongetwijfeld op allerlei manieren blijven verrassen, en ook confronteren of provoceren, en het zal zijn energietroeven ongetwijfeld maximaal proberen uit te spelen in de wereldeconomie en in de internationale politieke arena. Maar wij zullen met dit Rusland ook te maken kunnen krijgen op manieren die ons zullen dwingen onze clichés en reflexmatige opvattingen eens tegen het licht te houden. En aangezien wij Europeanen – dus ook wij Nederlanders – en de Russen in de toekomst steeds duidelijker ‘continentdelers’ zullen zijn, lijkt het onvermijdelijk, en ook verstandig, dat wij uitdrukkelijk onze eigen relaties met Rusland zullen bepalen, en ook dat wij ons in deze zaken onafhankelijker van de Verenigde Staten zullen gaan opstellen. Noten
1 ‘Krivaja doroga demokratii’, in: Kommersant, No. 166, 7 september 2006. 2 Ibid. 3 Poetin werd voor zijn eerste termijn als president beëdigd op 7 maart 2000, en herkozen op 16 maart 2004. 4 Bijv. Niall Ferguson (‘Poetin voert Rusland niet naar de democratie, maar naar het fascisme’); en André W. M. Gerrits (‘Als Rusland al een dreiging is, dan door zijn zwakte’), beide artikelen in: NRC Handelsblad, 13 februari 2005, blz. 15. 5 Zie noot 1. 6 Bijv. Robert Cottrell, ‘The Emperor Putin’, in: The New York Review of Books, 10 februari 2005, blz. 19-22. 7 Bijv. Oksana Yablokova, ‘Party of Life, Rodina, Pensioners Merge’, in: The Moscow Times, 30 augustus 2006, blz. 3. 8 Bijv. Francesca Mereu, ‘Youth Groups Say It’s Time to Oppose
13 Bijv. Greg Walters, ‘Russia Rapped for State Bungling’, in: The Moscow Times, 29 september 2005, blz. 1; Anders Aslund, ‘The Folly of Renationalisation’, in: The Moscow Times, 23 mei 2006, blz. 10. 14 Bijv. Yulia Latynina, ‘Raising Birthrates or Ratings?’, in: The Moscow Times, 17 mei 2006, blz. 10. 15 Bijv. Brock Horowitz, ‘Serving as a Role Model Against Corruption’, in: The Moscow Times, 17 mei 2006, blz. 10. 16 Begin september 2006 is een van de laatste onafhankelijke kranten in Rusland, Kommersant, door de anti-Kremlingezinde oligarch-eigenaar Berezovskij verkocht en daardoor in het krachtenveld van het Kremlin geraakt. Het valt te bezien wat dit gaat betekennen voor de redactionele onafhankelijkheid van deze ‘kwaliteitskrant’. 17 Zie Boris Groys, Die Erfindung Russlands, München: Hanser Verlag, 1994. 18 Marshall T. Poe, The Russian Moment in History, Princeton/ Oxford: Princeton University Press, 2003. 19 Ibid., blz. 104.
Prof.dr J.J. van Baak is hoogleraar Slavische taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Putin’, in: The Moscow Times, 25 februari 2005, blz. 1. 9 Bijv. www.lenta.ru, 13 september 2004. 10 Bijv. Vladimir Ryzhkov, ‘Sovereign Democracy and the Usurper State’, in: The Moscow Times, 16 augustus 2005, blz. 10; of: Rusnet.nl (Vladimir Poetin). 11 Bijv. Roland Nash, ‘Charm and Consumerism Work Wonders’, in: The Moscow Times, 16 augustus 2005, blz. 10. 12 Vladimir Milov, directeur van het Instituut voor Energiepolitiek, beargumenteert overigens in zijn artikel ‘Anatomy of an Error’ (in: Kommersant, 7 september 2006) dat de populaire verwachtingen ten aanzien van Rusland als ‘Energiesupermacht’ niet alleen een gevaarlijke illusie vormen, maar ook buitengewoon schadelijk zijn voor een gezonde ontwikkeling van de energiesector en van de Russische economie als geheel.
Jaargang 60 nr. 12 g december 2006
Internationale
Spectator
625