Vrouwelijke Genitale Verminking Meerjarenprogramma Inleiding Sinds begin jaren 90 worden we in Nederland geconfronteerd met Vrouwelijke Genitale Verminking (VGV), gedefinieerd als een ingreep aan de uitwendige geslachtsorganen, waar geen medische noodzaak voor is. Zowel nationaal als internationaal bestaat er overeenstemming over zero tolerantie tegen VGV. Alle vormen van meisjesbesnijdenis worden beschouwd als een schending van mensenrechten, vrouwen- en kinderrechten. Pharos zet zich als kennis en adviescentrum sinds 1993 in voor de strijd tegen VGV. In 2005 is er vanuit de overheid landelijk beleid ontwikkeld. Het uiteindelijke doel van de landelijke aanpak VGV in Nederland is het voorkomen van alle vormen van VGV bij in Nederland woonachtige meisjes en het leveren van een goede medische en psychosociale zorg aan vrouwen die besneden zijn. VGV bij minderjarigen wordt in Nederland gezien als een bijzondere vorm van kindermishandeling. De regie op de ontwikkeling en de uitvoering van het beleid ter bestrijding van VGV is in handen van het ministerie van VWS. Meerdere organisaties (w.o. Pharos, GGD Nederland, FSAN, VON, KNOV) leveren daaraan een bijdrage. De rol van Pharos is die van kennis en adviescentrum. Onze rol is daarmee om de kennis die er is (vanuit wetenschap, praktijk en ervaringskennis) te bundelen, en vandaaruit anderen, waaronder ministeries, beleidsmakers, professionals en risicogroepen te informeren en adviseren. Pharos heeft een faciliterende rol. Pharos is kennismakelaar, ontwikkelt kennis verder, maakt deze toepasbaar en draagt deze over. Daarin werkt Pharos structureel samen met onder meer beleidsmakers, beroepsverenigingen, professionals, onderzoekscentra en migrantenorganisaties. In de periode 2006 – 2009 is er, in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een pilot Preventie VGV uitgevoerd in zes grote steden. Binnen deze pilot was een intensieve samenwerking tussen GGD-en in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven en Tilburg, Pharos en FSAN. Activiteiten zijn sinds de pilot erg in ontwikkeling, vanwege de lessen die we er geleerd hebben, en vanwege nieuwe (internationale) ontwikkelingen. De regie van de landelijke uitrol van de preventieve aanpak JGZ (borging en inbedding, inclusief GVO in de asielzoekerscentra) ligt in 2010-2011 bij GGD Nederland, die van de zelforganisaties en sleutelpersonen bij FSAN en VON (inclusief groepsvoorlichting in de asielzoekerscentra). Het Ministerie van VWS wil een actiever beleid m.b.t. internationale ontwikkelingen, het door ontwikkelen van medische en psychosociale zorg aan besneden vrouwen en heeft behoefte aan prevalentiecijfers in Nederland. Ook het Ministerie van Veiligheid & Justitie raakt meer betrokken vanwege de behoefte aan
Jaarplan & Begroting 2012
93
het vergroten van het aantal meldingen en de moeilijkheden bij het verkrijgen van bewijslast (ook bij asiel).
Meerjarendoelen en resultaten programma VGV 1) Genereren van inzicht in de feiten en cijfers m.b.t. VGV in Nederland. Het gaat hierbij om het risico om besneden te worden, aantallen vrouwen die besneden zijn, hoe vaak er in Nederland besneden wordt, en wat de houding is van mensen afkomstig uit de risicolanden en in Nederland wonen t.a.v. VGV. Eind 2013 is er een rapport met inzicht in feiten en cijfers VGV in Nederland. Deze zijn nodig om de voortgang en effecten van beleid te kunnen meten. Dit rapport kan dienen als baseline studie op basis waarvan vervolgbeleid en financiën efficiënt en effectief ingezet kunnen worden in de aanpak van VGV in Nederland. 2) Versterken van de “Nee tegen VGV beweging” in Nederland. Om uitbanning van VGV te versnellen willen we weten of we, en zo ja hoe, elementen uit succesvolle aanpakken in het buitenland kunnen vertalen naar een Nederlandse context. In Afrika zijn meerdere (succesvolle) projecten rondom VGV. Vanuit verschillende invalshoeken kijken we naar aanpakken die kunnen aansluiten bij en aanvullend kunnen zijn op het reeds uitgezette beleid ten aanzien van VGV in Nederland. De invalshoeken zijn onder meer het bieden van een alternatief in plaats van besnijdenis (Kenya) en gedragsverandering (Egypte). Eind 2013 is er een eindrapport met aanbevelingen over of, en zo ja hoe, elementen in de succesvolle aanpakken in de uitbanning van VGV in Afrika vertaald kunnen worden naar de Nederlandse ‘Nee tegen VGV beweging’. De Nee tegen VGV beweging kan zich dan mede baseren op aanpakken in Afrika. 3) Beter en structureel afstemmen van zorgvraag en aanbod op het terrein van medische, psychische, sociale en relationele gevolgen van VGV. Binnen het Nederlandse VGV-beleid van de overheid lag de focus vooral op preventie en wetshandhaving. Nu is er meer aandacht voor de verbetering van de zorg voor besneden vrouwen en meisjes in Nederland. In de gezondheidszorg worden professionals in de zorg echter in toenemende mate geconfronteerd met de gevolgen van VGV, ook op de langere termijn. Naast een tekort aan kennis over VGV en aan medisch inhoudelijke kennis, gaat het ook om problemen in de communicatie en cultuurverschillen. Ook de vrouwen zelf blijken diverse problemen te ervaren in de medische zorg en in de contacten met zorgverleners. Zij weten vaak niet welke vragen zij aan verschillende medische disciplines kunnen stellen. Gebleken is ook dat vrouwen die klachten hebben, hun klachten niet persé relateren aan besnijdenis. In samenwerking met betrokken partijen onderzoekt Pharos zowel de vraag- als de aanbodkant, en probeert deze op structurele wijze dichter bij elkaar te brengen. Eind 2013 is er een passender en structureler zorgaanbod waarbinnen vraag en aanbod beter op elkaar zijn afgestemd. Het kennisniveau over medische en psychosociale klachten onder risicogroepen en huidige en toekomstige professionals is verhoogd, handvatten voor risicogroepen en professionals zijn ontwikkeld. 4) Fungeren als centrale kennisplek /landelijk focal point VGV (wat betreft informatie over de hele keten: preventie, signaleren, melden, opvolgen, zorg) voor iedereen.
94
Jaarplan & Begroting 2012
Kennis over VGV is toegankelijk voor het brede publiek, doelgroepen, professionals en beleidsmakers. Ministeries, beleidsmakers en professionals zijn geadviseerd en ondersteund op het gebied van de aanpak van VGV. 5) Trainingen over VGV aan professionals, (sleutelpersonen uit de) risicogroepen en jongeren met betrekking tot de preventie en bestrijding van VGV. Op geleide van de vraag heeft Pharos in samenwerking met zelforganisaties/mensen uit risicogroepen en veldpartijen professionals getraind en zo het kennisniveau over VGV en cultuursensitiviteit verhoogd. Middels de volgende projecten in 2012 wordt aan de realisatie van deze doelen gewerkt.
Activiteiten Meerjarenprogramma Vrouwelijke Genitale Verminking 2012 1. VGV in Nederland: a situation analysis Degelijk onderbouwd en compleet onderzoek over de kwantitatieve omvang van VGV in Nederland ontbreekt. Cijfers zijn nodig om te kunnen bepalen wat de effecten zijn van het reeds gevoerde beleid. Informatie over de houding (eventueel een veranderende houding) ten aanzien van VGV is nodig om te bepalen wat de veranderingen in de toekomst kunnen zijn. Het beschikken over deze informatie geeft tevens meer houvast bij het bepalen van waar we onze krachten en beleid op in moeten zetten, nu en in de toekomst: op het terrein van preventie, melding, opsporing en vervolging en/of zorg. De vraag naar deze cijfers wordt door de politiek, wetenschap, migrantenorganisaties, zorg/hulpverlening en de media gesteld. In 2011 is Pharos gestart met een onderzoek naar de situatie rondom VGV in Nederland: of en hoeveel meisjes er in Nederland worden besneden, wat het risico is, hoe veel vrouwen er in Nederland wonen die besneden zijn, en hoe de vrouwen denken over VGV. In september 2011 zijn een aantal Europese experts in Den Haag bijeengekomen om elkaar en Pharos input te geven op het gebruik van indicatoren en onderzoeksaanpak in een migratiecontext. Overeenstemming hierover binnen Europa vergemakkelijkt de vergelijking van data tussen Europese landen, indien ook andere landen dit op een vergelijkbare manier op zullen pakken. Op basis van de uitkomsten van deze bijeenkomst wordt de onderzoeksaanpak zoals we die voor ogen hebben in Nederland, aangepast of verfijnd, en zal in 2012 het veldwerk voor de datacollectie beginnen. Doel Genereren van inzicht in de feiten en cijfers m.b.t. VGV in Nederland. Het gaat hierbij om het risico om besneden te worden, aantallen vrouwen die besneden zijn, hoe vaak er in Nederland besneden wordt en wat de houding is van mensen afkomstig uit de risicolanden en in Nederland wonen t.a.v. VGV. Activiteiten 2012 • Verfijnen van de onderzoeksopzet en vragenlijsten van de survey, n.a.v. de resultaten van de expertgroep bijeenkomst in sept 2011. • Verzamelen van data.
Jaarplan & Begroting 2012
95
• • • •
Coördineren van survey team en veldwerk. Selecteren van interviewers. Data analyse (in samenwerking met onderzoeksinstituut). Schrijven van het rapport (i.s.m. onderzoeksinstituut).
Resultaat 2012 Inzicht in feiten en cijfers VGV in Nederland. Dit inzicht in feiten en cijfers kan dienen als baseline studie op basis waarvan bepaald kan worden hoe vervolgbeleid en financiën efficiënt en effectief ingezet kunnen worden in de bestrijding en preventie van VGV in Nederland. Samenwerkingspartners Samenwerking wordt gezocht met het Erasmus Medisch Centrum en migranten(koepel)organisaties. Looptijd 2011-2013 De activiteiten ‘expertmeeting’ en gedeeltelijk ‘de survey’ worden uitgevoerd met VWS-financiering. De overige activiteiten kunnen alleen worden uitgevoerd met aanvullende financiering.
2. Nee tegen VGV: succesvolle aanpakken VGV is niet alleen binnen de eigen landsgrenzen op te lossen. De diaspora heeft intensieve contacten met familie in landen van herkomst. Ontwikkelingen in deze landen zelf spelen dan ook een belangrijke rol als het gaat om houding en gedrag van mensen uit de risicogroepen ten aanzien van VGV. Daarnaast kunnen we in Nederland leren van aanpakken die in Afrika zijn ontwikkeld als het gaat om de strijd tegen VGV. Twee specifieke aanpakken hebben daarbij onze aandacht. Als eerste de aanpak waarbij een alternatief wordt aangeboden voor VGV. Dit is een aanpak die is toegepast in o.a. Kenya waarbij in overleg met vrouwelijke leiders van families die besloten hebben te stoppen met VGV, een alternatieve rituele activiteit is ontwikkeld. Deze activiteit behoudt het beste uit het culturele gebruik, maar verwerpt het gedeelte van de besnijdenis. Gesprekken met mensen uit de risicogemeenschappen in Nederland hebben duidelijk gemaakt dat ook hier behoefte is aan een alternatief. De traditie van besnijdenis is diepgeworteld en markeert ook de overgang van ‘meisje’ naar ‘vrouw’ zijn. Men voelt zich onzeker, omdat hun dochters in een andere cultuur opgroeien en men daarnaast niet weet wat het betekent om nietbesneden te zijn. Ouders hebben behoefte aan een alternatief voor VGV, bijvoorbeeld in de vorm van opvoedondersteuning. Dit kan helpen in de keuze om niet te besnijden. Ten tweede de aanpak volgens het concept van Behaviour Change Communication (BCC): uitgaan van een interactief proces met gemeenschappen in plaats van een eenzijdig communicatieproces, waarbij gemaakte boodschappen worden verspreid via verschillende communicatiekanalen. Het idee hierachter is dat werkelijke gedragsverandering uit de risicogemeenschappen zelf moet komen. De aanpak wordt veelal als voorbeeld genoemd als succesvolle aanpak in meerdere Afrikaanse landen. Aanname is dat de bestudering van de aanpak en het onderzoeken van de mogelijkheid om een vertaalslag te maken naar de Nederlandse situatie, leidt tot nuttige aanbevelingen voor het Nederlandse beleid. Het Nederlandse beleid is gericht op het uitbannen van besnijdenis, waarbij we uitgaan van het feit dat er
96
Jaarplan & Begroting 2012
gedragsverandering nodig is. De vertaalslag naar de Nederlandse situatie zal door Pharos worden gemaakt op basis van onderzoek van het Van Vollenhoven Instituut in Leiden naar de succesfactoren van het project FGM Free Villages in Egypt. Twee van Pharos’ samenwerkingspartners, FSAN en VON zijn in 2010 gestart met de ‘Nee tegen VGV beweging’ in Nederland. Werkelijke gedragsverandering komt vanuit de risicogemeenschappen zelf. Deze beweging kan zich dan mede baseren op inzichten die we opdoen uit de aanpakken in Afrika. Doel Versterken van de “Nee tegen VGV beweging” in Nederland. De Nee tegen VGV beweging kan zich dan mede baseren op aanpakken in Afrika. Activiteiten 2012 • Ontwikkelen interventie gericht op aanbieden alternatief voor besnijdenis (in vorm van opvoedondersteuning). • Acquisitie. • Mits aanvullende financiering wordt gevonden: Onderzoek naar mogelijkheden vertaalslag aanpak gericht op gedragsverandering via gemeenschappen naar Nederlandse situatie. Resultaten 2012 • Ontwikkelde interventie; gerichte opvoedingsondersteuning bij overgang van meisje naar vrouw als alternatief voor het ritueel van besnijdenis. • Aanbeveling over aanpak gericht op gedragsverandering via gemeenschappen naar Nederlandse situatie (op voorwaarde dat cofinanciering wordt gevonden). Samenwerkingspartners Samenwerking wordt gezocht met het Van Vollenhoven Instituut (Universiteit van Leiden) en KIT. Looptijd 2011-2013 Dit project wordt uitgevoerd met VWS-financiering. Het onderdeel ‘aanpak gericht op gemeenschappen om te komen tot gedragsverandering’ kan alleen worden uitgevoerd met aanvullende financiering.
3. Medische en psychosociale zorg In de gezondheidszorg worden professionals in de zorg in toenemende mate geconfronteerd met de gevolgen van VGV, ook op de langere termijn. Daarbij gaat het niet alleen over een tekort aan kennis over VGV en aan medisch inhoudelijke kennis, maar ook over problemen in de communicatie en cultuurverschillen. Ook de vrouwen zelf blijken diverse problemen te ervaren in de medische zorg en in de contacten met zorgverleners. Zij weten vaak niet welke vragen zij aan verschillende medische disciplines kunnen stellen. Gebleken is ook dat vrouwen die klachten hebben, hun klachten niet persé relateren aan besnijdenis. Vanwege deze toenemende vraag van zorgprofessionals en hulpverleners, is Pharos in 2010 begonnen met het opzetten van een geïntegreerde aanpak voor medische en psychosociale zorg. Het doel is dat er goede zorg wordt geboden, ingebed in het reguliere zorgsysteem,
Jaarplan & Begroting 2012
97
voor vrouwen die besneden zijn. Goede zorg is afgestemd op de vraag en van kwalitatief voldoende niveau. De gesignaleerde knelpunten en wensen zijn te categoriseren in het verwerven van kennis over VGV, m.n. de medische, psychosociale en seksuologische gevolgen hiervan, relatie tussen klachten en een besnijdenis, medisch technische kennis, communicatie vaardigheden en inzicht in duidelijke verwijspaden. Activiteiten in dit project richten zich op: • Vrouwen die een besnijdenis hebben ondergaan. Bij deze groep ligt de nadruk op het (h)erkennen van klachten en daarvoor hulp kunnen zoeken. Het gaat hierbij om kennis over de klachten, kennis over wetgeving (‘besneden zijn’ is iets anders dan ‘besneden worden’. Besneden zijn is niet strafbaar, en je kunt dus wel naar een huisarts), empowerment (welke vragen kun je stellen), inzicht in het zorgaanbod en over het zorgsysteem. Versterken eigen regie en zelfmanagement (welke vragen kun je stellen). • Huidige professionals in de hulp/zorgverlening. Zij moeten zich bewust zijn van de rol die zij in de zorgverlening t.a.v. VGV spelen en de kennis en vaardigheden ontwikkelen om adequate hulp te kunnen bieden. Hierbij hoort ook een goed inzicht in de verwijspaden die er zijn. • Toekomstige professionals in de hulp/zorgverlening. Doel Beter en structureel afstemmen van zorgvraag en aanbod op het terrein van medische, psychische, sociale en relationele gevolgen van VGV. Goede zorg is van kwalitatief voldoende niveau. Activiteiten 2012 • Monitoren gebruik medisch model protocol. In 2010 is dit modelprotocol (medische handelen bij VGV) online gepubliceerd op o.a. de website van de NVOG. Steekproefsgewijs zal bij de beroepsverenigingen gecheckt worden of en hoe dit modelprotocol gebruikt wordt en wat de ervaringen zijn. • Eind 2011 is het idee gelanceerd om laagdrempelige Sense spreekuren uit te breiden met een spreekuur voor vrouwen met VGV. Eind 2011 zijn er gesprekken gevoerd met VWS, GGD NL en Sense. Pharos zal deze spreekuren (als deze inderdaad van de grond komen) gedurende 2012 monitoren: voldoen deze in de behoefte? • Ook in andere ziekenhuizen (o.a. Rotterdam, Haga) zijn geluiden voor het opzetten van expertteams of spreekuren. Pharos zal deze en mogelijk andere initiatieven op gebied van laagdrempelige spreekuren of expertteams in ziekenhuizen inventariseren en afstemmen met laagdrempelige spreekuren bij Sense. • Continuering longitudinaal onderzoek ‘Effect van reconstructieve operaties’. In 2010/2011 zijn een aantal vrouwen geopereerd. Omdat er nog weinig bekend is over de effecten van deze operaties, is Pharos, i.s.m. OLVG en de NVOG een longitudinaal onderzoek gestart. • Ontwikkelen en verspreiden (website, sociale media) informatie en handvatten over hoe het Nederlandse zorgsysteem in elkaar zit. • Ontwikkelen en verspreiden (website, sociale media) informatie en handvatten over besnijdenis en het Nederlandse zorgsysteem.
98
Jaarplan & Begroting 2012
• •
•
Inventarisatie van aandacht voor VGV in medische beroepsopleidingen en eventueel het ontwikkelen lesmodule(s) i.s.m. opleidingen. Contacten leggen en informatie over medische en psychosociale zorg uitwisselen met organisaties in het buitenland, zoals naar voren gekomen in een internet search begin 2011. Deze internet search heeft een overzicht opgeleverd van strategieën in de zorg voor vrouwen die besneden zijn in een aantal westerse landen (Australië en Nieuw Zeeland, België, Denemarken, Ierland, Italië, Noorwegen, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten, Zweden). Onderzoeken of en hoe sociale media, e-health in te zetten is (alleen als er extra financiering gevonden wordt).
Resultaten 2012 • Kennisniveau over medische en psychosociale klachten onder risicogroepen en huidige en toekomstige professionals is verhoogd. • Handvatten voor zowel risicogroepen als professionals zijn ontwikkeld, zodat en vraag en aanbod structureel dichter bij elkaar komen. • Geleverde zorg is van kwalitatief voldoende niveau. Samenwerkingspartners Medische beroepsgroepen, universiteiten, hogescholen, migrantenorganisaties Looptijd 2011-2013 Dit project wordt uitgevoerd met VWS-financiering.
4. Landelijk Focal Point VGV en actuele zaken en beleidsadvisering Pharos is in 2005 aangewezen als landelijk kenniscentrum VGV en fungeert sindsdien als centrale kennisplek over VGV. Ze inventariseert en verspreidt kennis en expertise die in Nederland en in het buitenland aanwezig is, doet zelf onderzoek naar feiten en cijfers over VGV in Nederland en organiseert of neemt deel aan studiedagen en expertbijeenkomsten. Het Informatie en Adviespunt verzamelt signalen, knelpunten en ontwikkelingen, bundelt deze en draagt deze over t.b.v. de verdere programmaontwikkeling. Pharos blijft nauw betrokken bij wat er gebeurt in Nederland, door deelname aan advies- en expert groepen (o.a. vanuit Ministeries van VWS, Buitenlandse Zaken, Justitie, IND, Openbaar ministerie, GGD Nederland, medische beroepsverenigingen en migrantenorganisaties) en andere bijeenkomsten waar informatie over VGV gewenst is. Doel Fungeren als centrale kennisplek /landelijk focal point VGV als het gaat om: • Informatie voor iedereen over de hele keten: preventie, signaleren, melden, opvolgen, zorg. • Adviseursfunctie voor ministeries, andere beleidsmakers en professionals op het gebied van de aanpak van VGV. • Ondersteuning aan ministeries, andere beleidsmakers en professionals op het gebied van de aanpak van VGV middels actuele kennis en informatie uit binnen- en buitenland. Activiteiten 2012 • Actueel houden van Focal Point materiaal en website www.meisjesbesnijdenis.nl.
Jaarplan & Begroting 2012
99
• • • • • • • • • • •
Actueel houden van de landelijke sociale kaart VGV. 4 keer per jaar schrijven en verspreiden van een digitale nieuwsbrief met actuele informatie over VGV. Informatie en Adviespunt voor professionals en andere bij de bestrijding en preventie van VGV betrokkenen. Interviews met pers. Mede organiseren van Zero Tolerance Day (6 februari 2012). Organiseren van een bijeenkomst voor AMK aandachtsfunctionarissen. De focus ligt m.n. op casuistiekbespreking Organiseren van een bijeenkomst voor adviescommissie ‘Handelingsprotocol’. Mee adviseren in verschillende expertgroepen: Justitie (bewijslast), IND (VGV en asiel). Geven van workshops, lezingen voor beleidsmakers en professionals op gebied van aanpak VGV. Geven van gastlessen of colleges. Begeleiden stagiaires.
Resultaten 2012 • Centrale informatie voorziening voor het brede publiek en risicogroepen. • Advies op maat voor ministeries en andere beleidsmakers op het gebied van de aanpak van VGV en ondersteuning met actuele kennis en informatie uit binnen- en buitenland. Samenwerkingspartners Platform 6/2: ECPAT Nederland, FSAN, GGD Nederland, SVOR, VON Looptijd 2011-2013 Dit project wordt uitgevoerd met VWS-financiering.
5. Trainingen Op geleide van vraag geeft Pharos bestaande trainingen, waarvan een aantal geaccrediteerd, aan professionals en personen uit risicogroepen. Daarnaast ontwikkelt Pharos trainingen op maat. Doel Overdracht van kennis over VGV bij professionals, (sleutelpersonen uit de) risicogroepen en jongeren met betrekking tot de preventie en bestrijding van VGV. Resultaat 2012 Op geleide van de vraag heeft Pharos in samenwerking met zelforganisaties/mensen uit risicogroepen en veldpartijen trainingen gegeven aan professionals en (sleutelpersonen uit de) risicogroepen en jongeren en zo het kennisniveau over VGV en communicatievaardigheden verhoogd. Activiteiten 2012 Geven van trainingen over VGV. Samenwerkingspartners Afhankelijk van de vraag. Looptijd 2011-2013
100
Jaarplan & Begroting 2012
Een deel van de trainingen wordt gegeven aan hiervoor betalende partijen.
6. No Game No Game is in 2006 gestart onder de vlag van Pharos. No Game bestaat uit een groep jongeren in Nederland in de leeftijd tussen 20 en 35 jaar met verschillende culturele achtergronden. Zij zetten zich actief in om bewustwording over vrouwelijke genitale verminking bij andere jongeren te creëren om zodoende bij te dragen aan het uitbannen van deze besnijdenis. Doel Het bieden van een platform waar autochtone en allochtone jongeren in Nederland kennis, advies en handelingsperspectieven kunnen vinden en verspreiden over: • Het bespreekbaar maken van meisjesbesnijdenis bij jongeren. • Preventie van meisjesbesnijdenis. • Medische en psychosociale zorg voor meiden die besneden zijn. • Uitwisselen van informatie met jongeren uit andere (Europese) landen waar veel mensen uit de risicogroepen wonen en jongeren uit (Afrikaanse) landen waar besnijdenis inheems is. Looptijd 2012-2013 Voor No Game wordt een projectvoorstel geschreven waarmee elders financiering wordt gezocht.
Totaal aantal uren meerjarenprogramma Vrouwelijke Genitale Verminking: 4518 uren.
Jaarplan & Begroting 2012
101