Voorstel aan de raad Nummer: B12-21526
Portefeuille: Programma: Programmaonderdeel: Steller: Afdeling: Telefoon: E-mail:
Onderwijs, Sport, Werk en Inkomen 2.2 Op weg met talent 2.2.1 Goede schoolloopbaan voor iedereen
E.M. Kamann BLD-SMB 0320-278367
[email protected]
Punt 8c van de agenda voor de vergadering van 24 april 2012. Onderwerp: Voortgang JongLeren/VVE 2012 en 2013. Voorgesteld besluit: 1. 2.
3.
4.
Kennis te nemen van de notitie “Uitvoering Jongleren en Voor en Vroegschoolse Educatie in 2012 en 2013”. Blijvende focus op alle drie de speerpunten van de nota JongLeren en specifiek in te zetten op de volgende vier accenten: a. het bereik van de doelgroeppeuters met Voor- en Vroegschoolse Educatie naar 80% te verhogen; b. de kwaliteit van het aanbod in de voorschoolse periode verder te verbeteren met de focus op de taalontwikkeling van de kinderen; c. naast de investeringen in de voorschoolse periode, de investering in de vroegschoolse periode in 2012 en 2013 te handhaven. d. als gewenst resultaat van Voor- en Vroegschoolse Educatie vast te stellen dat in 2015 97% van de doelgroepkinderen zonder achterstand groep 3 van de basisschool instroomt. De geoormerkte middelen die het Rijk beschikbaar stelt voor onderwijsachterstanden in 2012 (€ 2.271.060,00) en de te verwachten geoormerkte middelen in 2013 (€ 2.424.000,00) hiervoor beschikbaar te stellen Van het budget voor peuterspeelzaalwerk voor 2012 € 150.000,00 af te ramen en met ingang van 2013 structureel € 250.000,00 af te ramen en vrij te laten vallen in de algemene middelen en de begroting hierop aan te passen.
Aanleiding en context: Op 9 maart 2011 heeft de raad de nota Jongleren voor de voor- en vroegschoolse periode vastgesteld. De centrale doelstelling van de nota JongLeren is: hoe kunnen wij bijdragen in de optimale (talent)ontwikkeling van kinderen van 0 tot 4 jaar en zo goed mogelijk een doorlopende leerlijn met het primair onderwijs creëren, met als drie speerpunten: • intensiveren van de harmonisatie en integratie van de voorschoolse voorzieningen; • versterken van educatief partnerschap en de zorgstructuur 0-4 jaar; • kiezen voor een gemeentelijke focus op de voorschoolse periode. Aanleiding voor dit voorstel is dat bij de vaststelling van JongLeren is toegezegd om na een jaar de stand van zaken in de uitvoering aan de raad terug te koppelen. Daarnaast moeten de geoormerkte middelen OAB (Onderwijs Achterstanden Beleid) die de gemeente van het ministerie van OCW voor 2012 en 2013 ontvangt, door de gemeenteraad beschikbaar worden gesteld (het gaat om € 1.664.060,00 in 2012.
HB1202
paginanummer 1
Nummer: B12-21526 Voor 2013 is het bedrag nog niet exact vastgesteld, maar naar verwachting is dat voor 2013 circa € 1.600.000,00. En tenslotte stelt het ministerie voor 2012 en 2013 (en ook voor 2014 en 2015) extra geoormerkte middelen beschikbaar. Ook deze middelen moet de raad beschikbaar stellen (het gaat om € 607.000,00 voor 2012 en voor 2013, 2014 en 2015 gaat het jaarlijks om € 824.000,00). Hierover moeten ook specifieke bestuursafspraken met het ministerie worden gemaakt. De door het college vastgestelde bestuursafspraken moeten voor 29 februari 2012 door het ministerie van OCW zijn ontvangen. Beoogd effect: De centrale doelstelling van JongLeren is bijdragen in de optimale (talent)ontwikkeling van kinderen van 0 tot 4 jaar en zo goed mogelijk creëren van een doorlopende leerlijn met het primair onderwijs Dit past in de bredere ambitie om elke leerling de hoogst mogelijke haalbare kans te bieden op een succesvolle schoolloopbaan, die perspectief biedt voor zijn/haar verdere ontwikkeling tot een voor hem/haar haalbare (start)kwalificatie op de arbeidsmarkt. Argumenten: 1. Informeren over de stand van zaken JongLeren In deze korte notitie wordt niet alleen de focus voor 2012 en 2013 geschetst, maar wordt ook de stand van zaken geschetst van stappen die in 2011 reeds zijn gezet. Zichtbaar wordt hoe een groot aantal zaken na de vaststelling van de nota begin maart in de resterende maanden in 2011 is opgepakt en uitgewerkt zodat deze of al van start zijn gegaan eind 2011, of van start zullen gaan met ingang van 2012. Ook de met het ministerie gemaakte bestuursafspraken zijn in deze notitie opgenomen. Lelystad kiest ervoor de invulling van de extra rijksmiddelen onderdeel te laten zijn van een integrale afweging van de investeringen vanuit het totale budget aan geoormerkte rijksmiddelen die Lelystad voor dit doel ontvangt. 2. Optimale talentontwikkeling in de voorschoolse periode De gemeente Lelystad geeft hoge prioriteit aan talentontwikkeling van de jeugd. Veel valt daarbij te verwachten van de investering in jonge kinderen. De uitdrukking “Jong geleerd is oud gedaan” maakt dat duidelijk. Onder talentontwikkeling verstaan we hier de optimale ontwikkeling van jonge kinderen in motorisch, cognitief en sociaal opzicht. Daartoe moet een veilige en stimulerende omgeving worden aangeboden en moeten hoogwaardige professionele beroepskrachten beschikbaar zijn. Het is essentieel om ouders volop te betrekken bij de talentontwikkeling van hun kinderen en handvatten te bieden, zodat deze talenten ook thuis kunnen worden versterkt 2.a. Verhogen van bereik naar 80% Diverse maatregelen dragen bij tot het verhogen van het bereik. Zoals de sluitende afspraken tussen Icare (consultatiebureau) en SKL die reeds in JongLeren is opgenomen en die de toeleiding zal versterken. Aanvullend wordt ingezet op twee sporen om het bereik verder te verhogen. Dat is in de eerste plaats een actieve toeleiding vanuit het armoedebeleid. Voorgesteld is in de herijking Armoedebeleid om kinderen van ouders in een reïntegratietraject actief toe te leiden naar VVE (in de kinderopvang). Ook blijft het mogelijk dat ouders met een minimuminkomen de VVE-peuterspeelzaal financieel vergoed krijgen. Daarnaast is er een viertal peuterspeelzalen waar het percentage doelgroepkinderen vrij hoog is (meer dan 20%). Door op deze vier peuterspeelzalen ook VVE aan te bieden wordt het bereik van VVE sterk verhoogt. Bovendien wordt de druk op bestaande VVEpeuterspeelzalen om daar de doelgroep te bedienen, verlaagd. 2.b. Verder versterken van kwaliteit van het aanbod en de taalontwikkeling van de kinderen In JongLeren is al ingezet op het versterken van de kwaliteit van de voorschoolse voorzieningen door in te zetten op bijvoorbeeld extra trainingen voor de leidsters. De intensivering bestaat enerzijds uit de inzet van extra HBO’ers op de groepen en als ‘coach’ voor de leidsters. Door de inzet van extra HBO’ers kan het rendement van de scholing in met name handelingsgericht werken en het realiseren van een beredeneerd aanbod een verdere impuls krijgen. Anderzijds zal in kaart gebracht worden wat het taalniveau van de leidsters zelf is. Vanuit het ministerie wordt aangegeven dat het gewenste taalniveau 3f is (instroom HBO-niveau).
HB1202
paginanummer 2
Nummer: B12-21526 Dit is een vrij hoog niveau voor de MBO-leidsters. Onbekend is dan ook hoe het taalniveau van de leidsters in Lelystad op dit moment is. Het belang van een voldoende taalniveau van de leidsters is echter evident. Daarom wordt het daadwerkelijke taalniveau van de leidsters in kaart gebracht door hen in 2012 hierop te testen. Afhankelijk van de uitkomsten wordt bekeken hoe de leidsters op taal zullen worden geschoold. 2.c.
Naast de investeringen in de voorschoolse periode is ook investeren in de vroegschoolse periode nodig In JongLeren is benadrukt dat de primaire verantwoordelijkheid voor de gemeente ligt in de voorschoolse periode. Juist van investeringen in de voorschoolse periode wordt op de langere termijn een hoog rendement verwacht. Nu extra middelen beschikbaar komen, is het niet langer nodig een scherpe keuze te maken tussen de benodigde kwaliteitsimpuls in de voorschool, en het versterken van de vroegschool. Daarom is het voorstel om voor 2012 en 2013 middelen te blijven inzetten voor VVE op de bestaande (11) VVE-scholen. Daarbij is de programmakeuze vrij voor scholen, mits deze voldoen aan de VVE eisen. Met de schoolbesturen worden (prestatie)afspraken gemaakt over de verdeling en inzet van middelen en de gewenste resultaten. Hiermee wordt invulling gegeven aan de motie van de raad om zorgvuldig naar de kansen en mogelijkheden van de inzet van onderwijsassistenten te kijken. 2.d. Helder gewenst resultaat in 2015: 97% stroomt zonder (taal)achterstand in groep 3 in Op basis van deze inspanningen en intensiveringen, en gezien de stappen die in 2011 al zijn gezet, is het de ambitie dat in 2015 (bijna) geen doelgroeppeuter meer met een achterstand naar groep 3 gaat: 97% stroomt zonder (taal)achterstand in groep 3 in. Bijna, omdat er altijd kinderen zullen zijn die bijvoorbeeld vanwege hun zeer lage IQ of een andere zwaarwegende reden niet in staat zijn het beoogde niveau te bereiken, en dus toch met een achterstand zullen instromen in groep 3. Omdat een ambitie wel reëel moet zijn, wordt niet gesproken van alle (100%) doelgroep kinderen. Dit gewenste resultaat voor 2015 wordt op korte termijn vertaald in prestatieafspraken met de diverse betrokken instellingen die een belangrijke bijdrage leveren aan VVE (zoals het onderwijs, SKL, Icare en bibliotheek). Daarmee is voor alle betrokken duidelijk waar de focus moet liggen: het bereiken van een gelijke instroom van kinderen in groep 3. 3. Inzet geoormerkte middelen Vanuit het Rijk is een geoormerkt budget beschikbaar gesteld voor de uitvoering van Voor- en Vroegschoolse Educatie. In 2012 ontvangt de gemeente Lelystad in totaal € 2.271.060 aan geoormerkte rijksmiddelen. Dit bedrag bestaat uit € 1.664.060 voor de ‘reguliere’ OAB middelen, en € 604.000 uit de extra OAB middelen. Het totale bedrag voor 2013 is € 2.424.000. Dit bedrag bestaat uit (naar schatting) € 1.600.000 ‘reguliere’ OAB middelen, en € 824.000 uit de extra OAB middelen. De exacte hoogte van het bedrag voor 2013 is nog onzeker, dit zal pas in december 2012 definitief door het ministerie worden beschikt. Ook ten aanzien van 2014 en verder geldt dat de exacte hoogte van het bedrag nog onzeker is. 4. Vrijvallen gemeentelijk budget peuterspeelzaalwerk Voor het realiseren van peuterspeelzaalwerk is in de gemeentebegroting een bedrag van € 680.000,00 structureel opgenomen. Door de VVE-peuterspeelzalen echter geheel vanuit de geoormerkte middelen te financieren is het mogelijk hier voor 2012 een bedrag van € 150.000,00 te laten vrijvallen. Doordat wordt voorgesteld met ingang van 2013 nog vier reguliere peuterspeelzalen VVE te maken, is met ingang van 2013 een structurele bezuiniging mogelijk op het budget peuterspeelzaalwerk van € 250.000,00. Voorstel is deze middelen te laten vrijvallen. Dit leidt ook tot een structurele begrotingswijziging.
HB1202
paginanummer 3
Nummer: B12-21526 Financiële aspecten: Geoormerkte rijksmiddelen Vanuit het Rijk is een geoormerkt budget beschikbaar gesteld voor de uitvoering van Voor- en Vroegschoolse Educatie. Het totale bedrag voor 2012 is € 2.271.060,00 en voor 2013 is het totale bedrag € 2.424.000,00. De exacte hoogte van het bedrag voor 2013 is nog onzeker, dit zal pas in december 2012 definitief door het ministerie worden beschikt. Ook ten aanzien van 2014 en verder geldt dat de exacte hoogte van het bedrag nog onzeker is. Daarom wordt niet nu, maar in 2013 aan de raad voorgesteld de middelen voor 2014 en 2015 beschikbaar te stellen. Gemeentebegroting Voor het realiseren van peuterspeelzaalwerk is in de gemeentebegroting een bedrag van € 680.000,00 structureel opgenomen. Door de VVE-peuterspeelzalen echter geheel vanuit de geoormerkte middelen te financieren is het mogelijk hier voor 2012 een bedrag van € 150.000 te laten vrijvallen. Doordat wordt voorgesteld met ingang van 2013 nog vier reguliere peuterspeelzalen VVE te maken, is met ingang van 2013 een structurele bezuiniging mogelijk op het budget peuterspeelzaalwerk van € 250.000,00. Voorstel is deze middelen te laten vrijvallen en de begroting hierop aan te passen. Kanttekeningen: Deze nota is in conceptvorm besproken in de Adviesgroep 0-6 jarigen waar vertegenwoordigers van de direct bij VVE betrokken instellingen (schoolbesturen, SKL, Bibliotheek en Icare) in vertegenwoordigd zijn. De opmerkingen van de Adviesgroep zijn verwerkt. De aanwezigen hebben kunnen instemmen met de voorliggende kaders. De belangrijkste discussie heeft plaatsgevonden rond de resultaatafspraak van Voor- en Vroegschoolse Educatie. Dat heeft geresulteerd in een bijstelling van de ambitie. Deze was oorspronkelijk dat 100% van de doelgroep zonder achterstand zou instromen in groep 3 van het basisonderwijs. Communicatie en Voortgang: Na vaststelling door de raad zal deze notitie onder externe partners worden verspreid. De vastgestelde bestuursafspraken zullen aan het ministerie van OCW worden verzonden. De raad wordt in het eerste kwartaal 2013 opnieuw op de hoogte gebracht van de stand van zaken, om dan ook eventueel de gestelde ambities in de bestuursafspraken ten aanzien van 2015 te kunnen bijstellen. Lelystad, 28 februari 2012. Het college van de gemeente Lelystad, de secretaris,
de burgemeester,
N. Versteeg.
M. Horselenberg.
HB1202
paginanummer 4
Raadsbesluit Nummer: B12-21526 De raad van de gemeente Lelystad, op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 28 februari 2012; B E S L U I T: 1.
kennis te nemen van de notitie “Uitvoering Jongleren en Voor en Vroegschoolse Educatie in 2012 en 2013”;
2.
blijvende focus op alle drie de speerpunten van de nota JongLeren en specifiek in te zetten op de volgende vier accenten: a. het bereik van de doelgroeppeuters met Voor- en Vroegschoolse Educatie naar 80% te verhogen; b. de kwaliteit van het aanbod in de voorschoolse periode verder te verbeteren met de focus op de taalontwikkeling van de kinderen; c. naast de investeringen in de voorschoolse periode, de investering in de vroegschoolse periode in 2012 en 2013 te handhaven; d. als gewenst resultaat van Voor- en Vroegschoolse Educatie vast te stellen dat in 2015 97% van de doelgroepkinderen zonder achterstand groep 3 van de basisschool instroomt;
3.
de geoormerkte middelen die het Rijk beschikbaar stelt voor onderwijsachterstanden in 2012 (€ 2.271.060,00) en de te verwachten geoormerkte middelen in 2013 (€ 2.424.000,00) hiervoor beschikbaar te stellen;
4.
van het budget voor peuterspeelzaalwerk voor 2012 € 150.000,00 af te ramen en met ingang van 2013 structureel € 250.000,00 af te ramen en vrij te laten vallen in de algemene middelen en de begroting hierop aan te passen.
Lelystad, 24 april 2012. De raad van de gemeente Lelystad, de griffier,
HB1202
de voorzitter,
paginanummer 5
Uitvoering JongLeren en VVE in 2012 en 2013
Lelystad, februari 2012
1
Inhoud 1.
Aanleiding .................................................................................................................................................................. 3
2.
Overzicht per speerpunt ............................................................................................................................................ 4
3.
4.
2.1.
Harmonisatie en integratie van de voorschoolse voorzieningen ...................................................................... 4
2.2.
Versterken van educatief partnerschap en de zorgstructuur ............................................................................ 7
2.3.
Kiezen voor een gemeentelijke focus op de voorschoolse periode .................................................................. 9
Totaal overzicht van de kosten en conclusies ........................................................................................................ 11 3.1.
Gebruikt budget 2011 ...................................................................................................................................... 11
3.2.
Verdeling budget 2012 en 2013 ...................................................................................................................... 12
3.3.
Conclusies ....................................................................................................................................................... 13
Bestuursafspraken ministerie .................................................................................................................................. 14
2
1. Aanleiding Op 9 maart 2011 heeft de raad de nota Jongleren voor de voor- en vroegschoolse periode vastgesteld. De centrale doelstelling van de nota JongLeren is: hoe kunnen wij bijdragen in de optimale (talent)ontwikkeling van kinderen van 0 tot 4 jaar en zo goed mogelijk een doorlopende leerlijn met het primair onderwijs creëren. De volgende speerpunten van de nota zijn daarbij door de raad vastgesteld: 1. Intensiveren van de harmonisatie en integratie van de voorschoolse voorzieningen 2. Versterken van educatief partnerschap en de zorgstructuur 0-4 jaar 3. Kiezen voor een gemeentelijke focus op de voorschoolse periode Drie zaken vormen de aanleiding tot deze korte notitie: Afspraak bij de vaststelling van JongLeren is om na een jaar de stand van zaken terug te koppelen, Daarnaast moeten de geoormerkte middelen OAB (Onderwijs Achterstanden Beleid) die de gemeente van het ministerie van OCW voor 2012 en 2013 ontvangt, door de gemeenteraad beschikbaar worden gesteld (het gaat om € 1.664.060 in 2012. Voor 2013 is het bedrag nog niet exact vastgesteld, maar naar verwachting is dat voor 2013 circa € 1.600.000). En het ministerie van OCW stelt voor 2012 en 2013 (en ook voor 2014 en 2015) extra geoormerkte middelen beschikbaar. Ook deze middelen moet de raad beschikbaar stellen (het gaat om € 607.000 voor 2012, en voor 2013, 2014, en 2015 gaat het jaarlijks om € 824.000). Hierover moeten ook specifieke bestuursafspraken met het ministerie over worden gemaakt. Deze notitie is dan ook als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 wordt per speerpunt uit JongLeren eerst een korte stand van zaken over 2011 gegeven, en vervolgens wordt de focus van dit speerpunt voor 2012 en 2013 benoemd. In hoofdstuk 3 wordt dit samengevat in een financieel overzicht. In hoofdstuk 4 wordt kort ingegaan op de bestuursafspraken die met het ministerie over de extra OAB middelen van 2012 – 2014 zijn gemaakt.
3
2. Overzicht per speerpunt Per speerpunt wordt eerst kort de stand van zaken aangegeven. Zichtbaar wordt hoe een groot aantal zaken na de vaststelling van de nota begin maart in de resterende maanden in 2011 zijn opgepakt, en uitgewerkt zodat ze of al van start zijn gegaan eind 2011, of van start zullen gaan met ingang van 2012. Hierop voortbordurend wordt vervolgens per speerpunt aangegeven waar de focus ligt voor 2012 en 2013. Elk speerpunt sluit tenslotte af met een kort financieel overzicht.
2.1. Harmonisatie en integratie van de voorschoolse voorzieningen Vanuit JongLeren gaat het hierbij om het bieden van regulier peuterspeelzaalwerk en VVE in de voorschoolse voorzieningen met Kaleidoscoop met daarbij de nodige aandacht voor taal. Ook de harmonisatie tussen de voorschoolse voorzieningen wordt hieronder verstaan. 2.1.1 Stand van zaken 2011 Hoog bereik voorschoolse voorzieningen. In 2011 is scherper zicht gekregen op het bereik van de diverse voorschoolse voorzieningen. Daarbij ontstaat het volgende beeld van het actuele bereik van de voorschoolse voorzieningen in de gemeente Lelystad per begin 2011:
Aantal kinderen 2-4 jaar -
2011
In %
1.993
100%
901 274
45% 14%
1
59% 38% 97%
Waarvan peuters in dagopvang Waarvan peuters in gastouderopvang
Totaal aantal peuters in formele kinderopvang (dagopvang en gastouderopvang) Totaal aantal peuters in peuterspeelzaal Totaal aantal peuters in voorschoolse voorziening
1.175 746 1.921
Bron: CBS maatwerk 2011, SKL, gemeente in rapportage Buitenhek
Uit deze tabel blijkt dat het bereik van de voorschoolse voorzieningen met 97% zeer hoog is. Daarnaast wordt van de VVE doelgroep in totaal 86% bereikt op de (SKL) peuterspeelzalen, waarvan 66% ook daadwerkelijk een VVE aanbod krijgt en 20% een regulier aanbod peuterspeelzaalwerk. 2
Bereik VVE doelgroep op SKL peuterspeelzalen in oktober 2011 Geraamd aantal doelgroeppeuters in Lelystad Totaal aantal doelgroeppeuters op een peuterspeelzaal van de SKL - Waarvan op een VVE peuterspeelzaal - Waarvan op een niet-VVE peuterspeelzaal van de SKL
Aantal 283 243 188 55
In % 100% 86% 66% 20%
Bron: SKL
Naast het feitelijke bereik, is echter ook van belang dat (doelgroep)peuters tijdig worden bereikt (als ze 2 jaar zijn), zodat ze optimaal van het aanbod gebruik kunnen maken. Door een sluitende aanpak met het consultatiebureau verwachten we dit kwalitatieve bereik te vergroten. Afspraken hierover tussen Icare en SKL zijn in concept af. Begin 2012 worden deze geformaliseerd en vindt de uitvoering plaats. Daarmee is invulling gegeven aan de motie van de raad om hierbij prioriteit te geven aan het versterken van de toeleiding. Geen financiële integratie peuterspeelzaalwerk en kinderopvang Met een enquête onder ouders die gebruik maken van het peuterspeelzaalwerk bij de SKL is een inventarisatie gemaakt van het aandeel ouders dat nu gebruik maakt van het gemeentelijk gesubsidieerd peuterwerk en dat ook gebruik kan maken van de Rijksgefinancierde kinderopvang. Deze enquête onder ouders is in september/oktober 2011 door de SKL uitgezet. De respons op de enquête bedroeg 59%. Uit de enquête blijkt dat gemiddeld 53% van alle SKL peuterspeelzaalkinderen in aanmerking komt voor de kinderopvangtoeslag. In vergelijking met vergelijkbare 1
Uit een peiling onder peuterspeelzaalgebruikers is gebleken dat 8% van hen ook gebruik maakt van dagopvang en 10% van hen ook gebruik maakt van gastouderopvang. Dit aandeel dubbelgebruik is in mindering gebracht op het bereik dagopvang (was 48% in 2011 ongecorrigeerd) en gastouderopvang (was 17% in 2011 ongecorrigeerd). 2
Alleen de SKL houdt op dit moment het aantal doelgroep kinderen bij in haar peuterspeelzalen
4
enquêtes in andere gemeenten is het aandeel tweeverdieners in de Lelystadse peuterspeelzaal met 53% relatief laag. In andere gemeenten ligt dit aandeel zonder uitzondering boven de 65% (bron: Bureau Buitenhek). Doordat deze groep vrij klein is, betekent dat het voor Lelystad relatief onaantrekkelijk is om tot financiële integratie over te gaan. Daarnaast hebben er recent bezuinigingen in de kinderopvang plaatsgevonden, waardoor de ouderbijdrage sterk is verhoogd. Onduidelijk is nog wat dat gaat betekenen voor deelname van ouders aan de kinderopvang. Gezien deze ontwikkelingen is gekozen nog geen stappen te ondernemen tot verdere financiële integratie van het peuterspeelzaalwerk naar de kinderopvang. Eerste stappen harmonisatie peuterspeelzaal en kinderopvang Harmoniseren van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang betekent dat op alle voorschoolse voorzieningen (peuterspeelzalen en kinderopvang) een hoogwaardig pedagogisch en educatief aanbod beschikbaar is, bij voorkeur 4 dagdelen per week en gericht op brede ontwikkelingsstimulering van alle kinderen. Anders gezegd, in de visie van de G32/G4: bestaande voorschoolse voorzieningen moeten in functioneel opzicht gelijkwaardig en toegankelijk worden voor alle kinderen en ontwikkeling in de breedste zin van het woord stimuleren. Een eerste stap hiertoe is gezet door VVE in een drietal kinderdagverblijven aan te bieden. In 2011 zijn deze locaties volledig Kaleidoscoop getraind. Daarnaast wordt verder ingezet op harmonisatie door in 2012/2013 meer peuterspeelzalen VVE te maken, waardoor een sterker aanbod in de voorschoolse voorzieningen ontstaat. Deze stap is nog niet gezet, maar wordt in de plannen voor 2012 en 2013 nu concreet voorgesteld. En er worden op dit moment wijkanalyses gemaakt waar per wijk concrete stappen worden geschetst om verdere harmonisatie te bereiken. Daarbij wordt de motie van de raad meegenomen om ook nadrukkelijk te streven naar zodanige onderlinge samenwerking tussen instellingen dat tot virtuele kindcentra kan worden gekomen. Tenslotte is op de peuterspeelzalen waar in 2010 de concentratie doelgroeppeuters zo groot was, dat de leidsters aan een goede uitvoering van het programma nauwelijks toekwamen, gewerkt met ‘extra handen’ in de vorm van extra ondersteuning op de groep. Daarmee is invulling gegeven aan de motie van de raad om in te grijpen op peuterspeelzalen waar een duidelijke concentratie van de doelgroep aanwezig is. Deze pilot is positief geëvalueerd en het voorstel voor 2012 en 2013 is om hier met de inzet van extra HBO’ers een vervolg op te geven, waarbij ook de samenwerking met de basisschool wordt gezocht. 2.1.2. Focus voor 2012 en 2013 1. Blijven aanbieden regulier PSZwerk en VVE in peuterspeelzalen In JongLeren is reeds benoemd dat een nieuw subsidiemodel voor peuterspeelzaalwerk en VVE peuterspeelzalen moet worden ingericht. Zoals hierboven genoemd kiezen we daarbij voorlopig niet voor financiële integratie van het peuterspeelzaalwerk bij de kinderopvang. De huidige manier van financieren is dat vanuit gemeentelijk budget een basisaanbod aan peuterspeelzaalwerk wordt gefinancieerd. Aanvullend wordt vanuit de rijksmiddelen het VVE aanbod (als plus) gefinancieerd. In vergelijking met landelijke benchmark blijkt dat de prijs die wij in Lelystad hanteren per kindplaats betalen, al een aantal jaren erg laag is, en niet kostendekkend. Het voorstel is dan ook dat voor reguliere peuterspeelzalen de prijs per kindplaats (realiseren van aanbod voor een peuter op twee dagdelen) te verhogen van € 615,- naar € 785,-. Daarmee is de prijs per kindplaats kostendekkend. In het nieuwe subsidiemodel is ook gekozen om de VVE peuterspeelzalen volledig te financieren vanuit de beschikbare rijksbijdrage. Dat betekent dat de negen VVE peuterspeelzalen niet langer een beroep zullen doen op het gemeentelijke budget voor peuterspeelzaalwerk. Daarmee wordt een bezuiniging op het gemeentelijke budget gerealiseerd. Het voorstel is de prijs per kindplaats (realiseren van VVE aanbod voor een peuter op vier dagdelen) vast te stellen op € 3.378,-. Financieel betekent dit, uitgaande van de huidige situatie waarin 553 reguliere kindplaatsen zijn, en 220 VVE kindplaatsen: Gemeentelijk budget psz
VVE budget
Totaal
Oude situatie
€ 540.000
€ 595.210
€ 1.135.210
Nieuwe situatie
€ 434.105
€ 743.160
€ 1.177.265
- € 105.895
€ 147.950
€ 42.055
Resultaat
Consequentie van het volledig onderbrengen van de financiering van de VVE peuterspeelzalen naar de rijksmiddelen, is dat mocht het ministerie in de toekomst (fors) bezuinigen op deze middelen, een herijking van het peuterspeelzaalwerk noodzakelijk is. Zichtbaar wordt verder dat door deze maatregel een bezuiniging van ongeveer € 150.000 op het gemeentelijke budget mogelijk is. 2. Het aanbod voor de beide pluspeuterspeelzalen (voor kinderen met fysieke, motorische of sociaal-emotionele beperking) blijft noodzakelijk als aanvulling op het reguliere aanbod.
5
Aanvullend op de reguliere peuterspeelzaalsubsidie zijn er twee pluspeuterspeelzalen die een aanvullend subsidiebedrag ontvangen vanuit het gemeentelijke budget. Het gaat om de Muizefant (16 kindplaatsen) en het Opstapje (27 kindplaatsen). Hiervoor blijft vanuit het gemeentelijke budget een bedrag van € 90.000 ook in 2012 ev beschikbaar; 3. Verhogen bereik naar 80% Diverse maatregelen dragen bij tot het verhogen van het bereik. Zoals de sluitende afspraken tussen Icare (consultatiebureau) en SKL (zie onder B) die reeds in JongLeren is opgenomen. Aanvullend wordt ingezet op twee sporen om het bereik verder te verhogen. Dat is in de eerste plaats een actieve toeleiding vanuit het armoedebeleid. Voorgesteld is in de herijking Armoedebeleid om kinderen van ouders in een re-integratietraject actief toe te leiden naar VVE (in de kinderopvang). Ook blijft het mogelijk dat ouders met een minimuminkomen de VVE peuterspeelzaal financieel vergoed krijgen. Het voorstel is om hiervoor € 100.000 beschikbaar te stellen vanuit de VVE rijksmiddelen. Daarnaast is er een viertal peuterspeelzalen waar het percentage doelgroepkinderen vrij hoog is (meer dan 20%). Door deze vier peuterspeelzalen – te weten Vlinderbos (bij kbs de Kring), Annika (bij obs de Tjalk), Propellor (bij kbs de Toermalijn) en de Zuidwester (bij obs de Sluis) – ook VVE aan te bieden wordt het bereik van VVE sterk verhoogd. Bovendien wordt de druk op bestaande VVE peuterspeelzalen om daar de doelgroep te bedienen, verlaagd. Om deze peuterspeelzalen VVE te maken is scholing nodig van de leidsters in Kaleidoscoop (circa € 25.000 voor 2012 en voor 2013) en inrichting van de nieuwe VVE locaties (€ 1.000 per peuterspeelzaal). Doordat met ingang van 2013 deze locaties VVE locaties zijn, zal hiervoor dan ook VVE subsidie beschikbaar worden gesteld. Door het ombouwen van deze reguliere peuterspeelzalen kan dan met ingang van 2013 € 100.000 structureel worden bezuinigd op het budget van regulier peuterspeelzaalwerk. 4. Verdere harmonisatie In het verlengde van JongLeren wordt in de VVE op drie kinderdagverblijven gecontinueerd (kosten € 40.000). Op basis van concrete wijkanalyses worden verdere stappen benoemd om harmonisatie verder vorm te geven. Te denken valt aan verdere inhoudelijke harmonisatie (VVE op meer kinderdagverblijven/peuterspeelzalen) en het stimuleren van deze samenwerking binnen het netwerk Brede School. 2.1.3. Financieel overzicht van dit speerpunt Kosten A. 1. 2. 3. 4. 5.
Harmonisatie en integratie Peuterspeelzaalwerk Pluspeuterspeelzaalwerk VVE op peuterspeelzalen Bereik verhogen Verdere harmonisatie TOTAAL
2012 € 434.105 € 90.000 € 742.160 € 224.764 € 100.000 1.591.029
2013 € 434.105 € 90.000 € 742.160 € 331.527 € 100.000 1.697.792
2012 € 524.105 - € 155.000 € 1.066.924 € 1.591.029
2013 € 424.105 - € 255.000 € 1.273.802 € 1.697.907
Budget consequenties A. 1. 2.
Gemeentelijk budget Effect op begroting gemeente VVE middelen rijk TOTAAL
6
2.2. Versterken van educatief partnerschap en de zorgstructuur Vanuit JongLeren: inzet op versterken educatief partnerschap met ouders en versterken (interne) zorgstructuur tot 4 jaar. 2.2.1. Stand van zaken 2011 Investeringen in de kwaliteit van de VVE peuterspeelzalen De onderwijsinspectie heeft een nulmeting uitgevoerd in de VVE peuterspeelzalen en was erg te spreken over de kwaliteit van de voorschoolse voorzieningen. Er was echter ook een aantal verbeterpunten, waarbij het versterken van het ‘beredeneerd handelen’ één van de belangrijkste was. Ook de raad heeft een motie aangenomen om prioriteit te geven aan het vergroten van het ontwikkelingsgericht handelen van de leidsters, en het vergroten van de interne pedagogische kwaliteit. Daartoe is een training ontwikkelt voor de leidsters, welke ook aansluit bij Kaleidoscoop. Eind 2011 is begonnen de leidsters op de VVE peuterspeelzalen hierin te scholen. Dit maakt tevens onderdeel uit van het kwaliteitsbeleid wat door de SKL voor de VVE peuterspeelzalen is opgesteld. Extra aandacht voor taalontwikkeling Bekeken is hoe de focus op de taalontwikkeling van de kinderen in de VVE peuterspeelzalen verder kan worden 3 versterkt. Daarom is besloten de ‘sneltoets taal’ in te zetten om leidsters handvatten te bieden gerichte ondersteuning te geven bij de taalontwikkeling van de peuters. Eind 2011 is ook de training in het hanteren van deze ‘sneltoets taal’, en het opstellen van stimuleringsplannen, gestart. Daarnaast is met de VoorleesExpress een nieuwe methodiek opgestart voor kinderen in de voorschool en op de basisschool. In samenhang met Boekenpret, Verteltassen en TaalActief is er op deze manier een versterkt aanbod voor taalontwikkeling gerealiseerd, waarbij ook nadrukkelijk de rol van ouders wordt versterkt om thuis aan het taalniveau van de kinderen te werken. Versterken van de zorgstructuur SKL en Icare hebben samen de gewenste zorgstructuur beschreven, in afstemming met de zorgstructuur rond het primair onderwijs. Om de interne zorgstructuur in de voorschoolse voorzieningen te versterken zet de SKL een pedagogisch ondersteuner in. Deze persoon (te vergelijken met een Interne Begeleider (IB’er) in het primair onderwijs) krijgt de opdracht de leidsters te ondersteunen bij signalering van specifieke ondersteuningsbehoeften van peuters en bij het versterken van hun handelen. Ook is de pedagogische ondersteuner het aanspreekpunt voor de wijkverpleegkundige, waarmee ook de aansluiting met het CJG is gerealiseerd.
Versterken van educatief partnerschap met de ouders
Voor de VVE peuterspeelzalen wordt door de SKL een beleidsplan opgesteld om ouderbetrokkenheid te versterken en invulling te geven. Dit plan is begin 2012 afgerond. Om invulling te geven aan de motie van de raad om bij de uitwerking van educatief partnerschap het accent te leggen op huisbezoeken, is in 2011 verder uitgewerkt op welke manier het uitvoeren van huisbezoeken effectief kan worden ingezet. Gekozen is de huisbezoeken bij de intake te laten plaatsvinden. Daartoe is een protocol beschreven. Dit zal in 2012 als pilot op drie peuterspeelzalen starten, waarbij aan de hand van de doelstellingen uit het protocol ook een evaluatie zal plaatsvinden. Ervaringen die in het basisonderwijs aanwezig zijn met huisbezoeken zijn hierbij gebruikt.
Verder ontwikkelen van monitoring
Aan de hand van de ‘Sneltoets taal’ worden peuters op drie verschillende momenten op de speelzaal ‘getoetst’. Deze gegevens worden door de leidsters gebruikt ten behoeve van gerichte taalstimulering. Indien de uitkomst daartoe aanleiding geeft, maken de leidsters een individueel stimuleringsplan. Ook worden deze gegevens gebruikt om de opbrengsten van VVE zichtbaar te maken. Dit gebeurt als onderdeel van de onderwijsmonitor. 2.2.2. Focus voor 2012 en 2013 5.
Blijven inzetten op bevorderen taal en lezen
In JongLeren staan diverse programma’s genoemd die worden uitgevoerd om de ontwikkeling van de kinderen in de voorschoolse periode in het algemeen, en de taalontwikkeling in het bijzonder te versterken. Het inzetten op taal is van groot belang om achterstanden te voorkomen. Zo wordt het lezen en de taalontwikkeling extra gestimuleerd, zowel thuis als in de peuterspeelzaal en op school, zoals bijvoorbeeld door de VoorleesExpress. Hiermee wordt het reguliere aanbod versterkt, evenals de rol van ouders hierbij. Hiervoor is een bedrag nodig van € 240.000. 6. Inzetten op huisbezoeken 3 ‘SNEL’ staat voor Spraak- en taal Normen Eerste Lijn’. De ‘sneltoets taal’ is geen echte toets, maar een vragenlijst met 14 vragen over mijlpalen die de lijn volgen van de normale taalontwikkeling. SNEL is bedoeld om globaal zicht te krijgen op de taalontwikkeling een kind. Zie ook http://kindentaal.logopedie.nl/site/sneltest
7
In 2012 wordt op een drietal peuterspeelzalen gestart met huisbezoeken bij de start op de peuterspeelzaal. Dit wordt bij positieve evaluatie uitgebreid naar alle VVE peuterspeelzalen. Dat betekent dat met ingang van 2013 op alle (9+4=) 13 VVE peuterspeelzalen huisbezoeken zullen plaatsvinden. 7. Intensivering scholing leidsters Vanuit JongLeren wordt de scholing in een beredeneerd aanbod, en handelingsgericht werken met onder meer de sneltoets taal verder gecontinueerd. Ook blijft scholing in Kaleidoscoop en in de aanvullende VVE Taallijn noodzakelijk. Extra is de keuze om te investeren in de taalvaardigheden van de leidsters zelf. Vanuit het ministerie wordt aangegeven dat het gewenste taalniveau 3f is (instroom HBO niveau). Dit is een vrij hoog niveau voor de MBO leidsters. Onbekend is dan ook hoe het taalniveau van de leidsters in Lelystad op dit moment is. Het belang van een voldoende taalniveau van de leidsters is echter evident. Daarom zou het goed zijn het daadwerkelijke taalniveau van de leidsters in kaart te brengen, en hen in 2012 hierop te testen (verwachte kosten circa € 15.000). Afhankelijk van de uitkomsten wordt bekeken hoe de leidsters op taal zullen worden geschoold (voorlopig geraamde kosten circa € 25.000 in 2012 en € 50.000 in 2013). 8. Kwaliteitsimpuls door de inzet van meer HBO’ers in de voorschoolse periode. Op dit moment wordt met name door scholing fors geïnvesteerd in de voorschoolse periode. Door de inzet van extra HBO’ers kan het rendement van de scholing in met name handelingsgericht werken en het realiseren van een beredeneerd aanbod een verdere impuls krijgen. In vervolg op ‘extra handen’ wordt met inzet van en HBO’er op de groep hier in 2012 en 2013 een passend vervolg aan gegeven. Bij peuterspeelzaal de Piraat gebeurt dat in samenwerking met de Optimist om door de inzet van een leerkracht in de voorschoolse periode tegelijkertijd te investeren in de doorgaande lijn. Op de ander VVE peuterspeelzalen zal gewerkt worden met een HBO’er als adviseur. Deze bezoekt de peuterspeelzaal regelmatig, observeert en ondersteund de leidsters in het bieden van een goed aanbod. In totaal gaat het dan om de inzet van HBO’ers met 88 uur (dus vier tot zes HBO’ers). Daarmee worden alle VVE peuterspeelzalen bediend. Totaal benodigd budget daarvoor is € 105.160,9. Sluitende aanpak Icare (consultatiebureau) en SKL In JongLeren is het belang benadrukt van een sluitende aanpak tussen het consultatiebureau en de SKL. In 2011 zijn de afspraken voorbereid, die in 2012 formeel zullen worden geëffectueerd. Daarmee zal dan de doelgroep bepaling voortaan oor het consultatiebureau plaatsvinden, en de ouders met peuters actief worden toegeleid naar een VVE peuterspeelzaal. Daarnaast werkt de wijkverpleegkundige samen met de pedagogische ondersteuners in de voorschoolse periode (vergelijkbaar met een intern begeleider op de basisschool) als het gaat om zorgsignalen rond peuters. Met de komst van pedagogische ondersteuners is de interne zorgstructuur rond peuterspeelzalen ook verder versterkt. Om dit te continueren in 2012 en 2013 is een budget van € 70.000 nodig. 10. Monitoring van resultaten is belangrijk. Dit vindt plaats in aansluiting bij de onderwijsmonitor. 2.2.3 Financieel overzicht van dit speerpunt B. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Educatief partnerschap en zorgstructuur Bevorderen taal en lezen, ook samen met ouders Huisbezoeken Scholing (en screening taal) Meer HBO‘ers Sluitende aanpak Icare en SKL Monitoring TOTAAL
2012 € 240.000 € 15.000 € 160.000 € 105.000 € 70.000 € 20.000 € 610.000
2013 € 240.000 € 75.000 € 250.000 € 105.000 € 70.000 € 20.000 € 760.000
8
2.3. Kiezen voor een gemeentelijke focus op de voorschoolse periode Vanuit JongLeren gaat het hierbij om de focus op de voorschoolse periode, maar wel met een overgangsperiode voor scholen, het versterken van de doorgaande lijn, en inzetten op de schakelklas. 2.3.1. Stand van zaken 2011
Voorbereiding prestatieafspraken met de schoolbesturen
In 2011 zijn aan SKOFV, SCHool en SCPO middelen beschikt voor VVE. Hierbij is de programmakeuze vrij gelaten. Tegelijkertijd is de discussie gevoerd over een wenselijk aanbod voor de toekomst en prestatieafspraken die daarover gemaakt kunnen worden. Dit wordt in 2012 vastgelegd in prestatieafspraken VVE. En er is geïnvesteerd in een heldere overlegstructuur op strategisch en tactisch niveau. De bestuurlijke afstemming tussen gemeente en het onderwijs vindt plaats in de Stuurgroep Talentontwikkeling. In de adviesgroep 0-6 jaar neemt het management van plaats, om werkafspraken te maken, en aan de hand van projectkaarten wordt de voortgang daar bewaakt. Daarnaast wordt in een werkgroep concreet zaken uitgewerkt, opgepakt, en voorbereid. Op het gebied van educatief partnerschap, investeren in de deskundigheid van leerkrachten en de doorgaande lijn heeft daardoor meer afstemming plaatsgevonden tussen voorschool en het onderwijs. Versterken van de doorgaande lijn Het Lelystadse overdrachtsdocument is in juni 2011 ingevoerd. In de eerste helft van 2011 zijn wijkbijeenkomsten geweest in vier wijken (stadsdelen) voor leidsters van de peuterspeelzalen en leerkrachten van de onderbouw om de introductie van het overdrachtsdocument te ondersteunen. In de tweede helft van 2011 zijn als vervolg hierop opnieuw vier bijeenkomsten georganiseerd, waarbij deze keer meer de inhoudelijke afstemming tussen voorschool en vroegschool centraal stond op het gebied van taalstimulering. Daarnaast loopt in 2011 een pilot op een aantal kinderdagverblijven om ook daar het overdrachtsdocument te kunnen introduceren.
Investeren in extra taalonderwijs door NT2 ondersteuning
In 2011 is met ingang van het schooljaar 2011/2012 invulling geven aan de focus op 4 en 5 jarigen zoals die in JongLeren is benoemd. Daarmee is het budget voor 2011 enigszins overschreden. De bibliotheek is in gesprek met de schoolbesturen om invulling te geven aan passend onderwijs voor nieuwkomers. Met SchOOL zijn inmiddels afspraken gemaakt. In 2011 zijn in totaal ruim 70 leerlingen door de NT2 begeleiders extra ondersteund. De bibliotheek heeft aangegeven dat het budget van € 200.000 dat met JongLeren beschikbaar is om deze kinderen (4 en 5 jaar) twee keer in de week ondersteuning te kunnen bieden, net te weinig is. 2.3.2. Focus voor 2012 en 2013 11. Inzetten op behoud van VVE scholen met een VVE programma. In JongLeren is benadrukt dat de primaire verantwoordelijkheid voor de gemeente ligt in de voorschoolse periode. Juist van investeringen in de voorschoolse periode wordt op de langere termijn een hoog rendement verwacht. Nu extra middelen beschikbaar komen, is het niet langer nodig een scherpe keuze te maken tussen de benodigde kwaliteitsimpuls in de voorschool, en het versterken van de vroegschool. Daarom is het voorstel om voor 2012 en 2013 middelen te blijven inzetten voor VVE op de bestaande VVE scholen. Daarbij is de programmakeuze vrij voor scholen, mits deze voldoen aan de VVE eisen. Met de schoolbesturen worden (prestatie)afspraken gemaakt over de verdeling en inzet van middelen en de gewenste resultaten. De gezamenlijke ambitie van alle bij VVE betrokken partners, is dat VVE zorgt dat doelgroep kinderen zonder achterstand instromen in groep 3. De verschillende inspanningen (en dus de resultaatafspraken met de afzonderlijke partijen) moeten daartoe leiden.
9
12. Doorlopende lijnen blijven belangrijk. Inzetten op digitalisering van overdrachtsdocument, en investeren in een verdere invulling van de overdrachtsprocedure. Van belang is ook een verdere inhoudelijke afstemming (bijvoorbeeld een doorlopende taallijn) . Dit is een continuering van de reeds ingezette lijn van JongLeren. 13. Behouden schakelklas NT2 voor 4 en 5 jarigen. Voor 4 en 5 jarigen blijkt het aantal aanmeldingen groot. Het is van belang om deze kinderen twee keer per week begeleiding te kunnen blijven bieden. Op dit moment is het beschikbare budget voor de jaarlijks ongeveer 70 kinderen net niet voldoende om de juiste formatieomvang te kunnen bieden. Voor de nieuwkomers blijft het een schoolbestuurlijke verantwoordelijkheid hier passend onderwijs te bieden en gebruik te maken van de middelen van het ministerie. 2.3.2. C. 11. 12. 13.
Financieel overzicht van dit speerpunt Budget gemeentelijke focus VVE op scholen Doorlopende lijnen Schakelklas NT2 TOTAAL
2012 € 300.000 € 10.000 € 220.000 € 530.000
2013 € 300.000 € 5.000 € 220.000 € 525.000
10
3. Totaal overzicht van de kosten en conclusies 3.1. Gebruikt budget 2011
A B. C.
Harmonisatie en integratie Educatief partnerschap en zorgstructuur Gemeentelijke focus op de voorschool TOTAAL Vrijval gemeentelijk budget
Uitgaven 2011 € 1.419.338 € 223.176 € 505.073 € 2.250.000 - € 50.000
Begroot 2011 € 1.575.000 € 365.000 € 445.000 € 2.385.000
Toelichting bij de verschillen. Binnen het speerpunt Harmonisatie en integratie is de belangrijkste reden voor de afwijking de onderbesteding bij het regulier peuterspeelzaalwerk. Dit leidt ook tot een vrijval in het gemeentelijke budget van € 50.000. Binnen het speerpunt Educatief partnerschap is de belangrijkste afwijking ontstaan doordat in 2011 is ingezet op de voorbereiding voor het uitvoeren van huisbezoeken door leidsters, en het komen tot een sluitende aanpak met Icare. De uitvoering van beiden start in 2012. Voor de uitvoering was in 2011 echter € 150.000 begroot, die dus niet is uitgegeven. Tenslotte is bij het speerpunt Gemeentelijke focus op de voorschool meer geld uitgegeven aan de Schakelklas. Met de nota JongLeren is voor de uitvoering van de Schakelklas gekozen voor een andere werkwijze, die met ingang van het schooljaar 2011/2012 ook gerealiseerd is. Maar voor het schooljaar 2010/2011 zijn door de uitvoering van de ‘oude’ werkwijze nog wel kosten gemaakt, die niet waren begroot. Het gaat om daarbij een bedrag van € 75.000,De in 2011 niet uitgegeven geoormerkte rijksmiddelen worden in de periode tot 2014 alsnog uitgegeven.
11
3.2. Verdeling budget 2012 en 2013 Samenvattend betekenen bovenstaande ambities op de drie speerpunten het volgende voor het budget voor 2012 en 2013:
A.
Harmonisatie en integratie
1. 2. 3. 4. 5.
Peuterspeelzaalwerk Pluspeuterspeelzaalwerk VVE op peuterspeelzalen Bereik verhogen Verdere harmonisatie TOTAAL
B.
Educatief partnerschap en zorgstructuur
5. 6. 7. 8. 9. 10.
Bevorderen taal en lezen, ook samen met ouders Huisbezoeken Scholing (en screening taal) Meer HBO‘ers Sluitende aanpak Icare en SKL Monitoring TOTAAL
C.
Budget gemeentelijke focus
11. 12. 13.
VVE op scholen Doorlopende lijnen Schakelklas NT2 TOTAAL TOTAAL alle investeringen
2012
2013
€ 434.105 € 90.000 € 742.160 € 224.764 € 100.000 € 1.591.029
€ 434.105 € 90.000 € 742.160 € 331.527 € 100.000 € 1.697.792
€ 240.000 € 15.000 € 160.000 € 105.000 € 70.000 € 20.000 € 610.000
€ 240.000 € 75.000 € 250.000 € 105.000 € 70.000 € 20.000 € 760.000
€ 300.000 € 10.000 € 220.000 € 530.000
€ 300.000 € 5.000 € 220.000 € 525.000
€ 2.731.029
€ 2.982.792
€ 680.000 - € 150.000
€ 680.000 - € 250.000
€ 2.271.060
€ 2.424.000
Budget Gemeentelijk budget in begroting
Structureel verlaging gemeentelijk budget Geoormerkte OAB middelen
Het door het rijk verstrekte budget is bedoeld voor de periode 2011-2014 en wordt ook na 2014 in zijn geheel aan het rijk verantwoord (SISA verantwoording).
12
3.3. Conclusies In de nota JongLeren de centrale doelstelling: hoe kunnen wij bijdragen in de optimale (talent)ontwikkeling van kinderen van 0 tot 4 jaar en zo goed mogelijk een doorlopende leerlijn met het primair onderwijs creëren. Door bovenstaande 13 maatregelen wordt daar binnen de drie speerpunten concreet invulling aan gegeven. De drie speerpunten van de nota zijn: 1. Intensiveren van de harmonisatie en integratie van de voorschoolse voorzieningen 2. Versterken van educatief partnerschap en de zorgstructuur 0-4 jaar 3. Kiezen voor een gemeentelijke focus op de voorschoolse periode De zaken die in de nota JongLeren zijn ingezet, worden voortgezet. Er vinden echter ook een aantal intensiveringen plaats: a. Het verhogen van het bereik van de VVE doelgroeppeuters met het VVE aanbod naar 80%; b. Meer aandacht voor de kwaliteit van het aanbod in de voorschoolse periode, en met name ook meer aandacht voor de taalontwikkeling van de kinderen; c. Ondanks de gemeentelijke focus op de voorschoolse aanpak blijft een investering in de vroegschoolse periode nu nog nodig. Op basis van deze inspanningen en intensiveringen, en gezien de stappen die in 2011 al zijn gezet, is het de ambitie 4 dat in 2015 (bijna ) geen doelgroeppeuter meer met een achterstand naar groep 3 gaat: 97% stroomt zonder (taal)achterstand in groep 3 in. Dit gewenste resultaat voor 2015 wordt op korte termijn vertaald in prestatieafspraken met de diverse betrokken instellingen die een belangrijke bijdrage leveren aan VVE (zoals het onderwijs, SKL, Icare en bibliotheek).
4 Er zullen altijd kinderen zijn die bijvoorbeeld vanwege hun zeer lage IQ of een andere zwaarwegende reden niet in staat zijn het beoogde niveau te bereiken, en dus toch met een achterstand zullen instromen in groep 3. Omdat een ambitie wel reëel moet zijn, wordt niet gesproken van alle (100%) doelgroep kinderen.
13
4. Bestuursafspraken ministerie Vanuit het Ministerie OCW is voor de grote en middelgrote gemeenten € 100 miljoen extra beschikbaar voor Voor- en Vroegschoolse Educatie in de periode 2012-2015. Voor Lelystad gaat het in totaal om € 3.079.000 (in 2012 gaat het om € 607.000 en voor 2013, 2014 en 2015 jaarlijks om € 824.000). Het ministerie heeft een format opgesteld waar concrete afspraken over inzet van deze middelen en ambities in moeten worden opgenomen. Het gaat daarbij om afspraken over kwantitatieve elementen, gemeentelijk VVE beleid, aandacht voor ouders en ouderbetrokkenheid op de VVE locaties, en de kwaliteit van het aanbod op de voorschoolse educaties. De afspraken in het format zijn een concrete vertaalslag van de focus voor 2012 en 2013 zoals genoemd in deze notitie. Daarbij vraagt het ministerie ook concrete afspraken voor 2014 en 2015 nu mee te nemen. Het ministerie biedt echter ook de ruimte om de gestelde ambities en inzet van middelen in 2013 te herzien.
14
29-02-2012