Voorstel aan de raad Nummer: B11-13592
Portefeuillehouder: Programma: Programmaonderdeel: Steller: Afdeling: Telefoon: E-mail:
M. Jacobs 2.1 Iedereen doet mee 2.1.1 Betrokkenheid en participatie
S. Arab BLD 0320-278168
[email protected]
Punt 14 van de agenda voor de vergadering van 14 juni 2011. Onderwerp: Verlengen van de integratienota tot en met 2014 Voorgesteld besluit: 1. 2. 3.
4.
5.
De looptijd van de integratienota 'ik ben er voor jou en jij bent er voor mij' met inachtneming van de in de nota beschreven (financiële) wijzigingen te verlengen voor de periode 2011 - 2014. Interculturalisatie als belangrijk speerpunt in het lopende integratiebeleid op te nemen. De volgende beleidsmaatregelen in het brede sociaal beleid te integreren: - Diversiteit binnen non profit besturen; - Stimuleringsbudget burgerschap, binding en dialoog; - Buurtvoorlichters; - Antillianenbeleid. Onder het integratiebeleid de volgende specifieke impuls bevorderende beleidsmaatregelen op te nemen: - Vluchtelingenwerk; - Antidiscriminatievoorziening; - Taalonderhoud ter bevordering van participatie en emancipatie; - Subsidiering zelforganisaties; - Overlegplatform Integratie Lelystad; - Werkagenda emancipatie; - Schoolverzuim onder Roma; De in de begroting 2011 opgenomen structurele- (€ 299.476,-) en incidentele (€ 85.348,-) middelen te gebruiken voor de uitvoering van punt 4.
Aanleiding en context: De huidige integratienota ‘ik ben er voor jou en jij bent er voor mij’ loopt tot en met 2010. Het is de wens van het college om daar waar mogelijk goed ingezet beleid met eventuele wijzigingen te verlengen. In dit voorstel staan alleen de wijzigingen op het lopende beleid, zoals vastgelegd in de huidige integratienota 2008 - 2010. De wijzigingen zijn gebaseerd op het coalitieakkoord, inclusief de bezuinigingsopdrachten en hebben betrekking op het wegvallen van de rijksmiddelen. De komende vier jaar zullen de inspanningen vanuit integratie vooral gericht zijn op de toegankelijkheid van de reguliere voorzieningen; interculturalisatie, een proces waarbij een instelling zich tot doel stelt te veranderen naar een instelling waarbij de dienstverlening is afgestemd op de etnisch-culturele diversiteit van de Lelystadse samenleving. In het bijzonder op het gebied van zorg en welzijn.
paginanummer 1
Nummer: B11-13592 Beoogd effect: Het inbedden van specifieke integratiebevorderende maatregelen en activiteiten binnen reguliere voorzieningen of binnen regulier beleid is de opgave voor de komende jaren. Het college wil meer regulier doen en bij voorkeur geen kortlopende projecten starten, omdat korte projecten te kwetsbaar en te duur zijn. Argumenten: 1. Bestaand beleid verlengen voor een duurzaam effect Het is de wens van het college om daar waar mogelijk ‘oud’ beleid te herijken. Voor de integratienota betekent dit dat de huidige nota moet worden verlengd met inachtneming van de bezuinigingen. Met het verlengen van de nota hebben we de kans om een kwaliteitslag te maken. We kunnen ons richten op het bundelen van soortgelijke activiteiten in structurele programma’s die uiteindelijk worden opgenomen in het generaal beleid. 2. Interculturalisatie van Zorg en Welzijnsinstellingen toegankelijk voor iedereen Eén van de belangrijkste speerpunten van de verlenging van de integratienota is interculturalisatie van de reguliere voorzieningen. Interculturalisatie is een proces waarbij een instelling zich tot doel stelt te veranderen naar een instelling waarbij de dienstverlening is afgestemd op de etnisch-culturele diversiteit van de Lelystadse samenleving. Het is belangrijk dat in een samenleving waar de samenstelling van de bevolking bij voortduring veranderd, het beleid en de instellingen met betrekking tot zorg en welzijn hierin meegaat. Dit is helaas nog onvoldoende het geval. Het is de taak van de reguliere instellingen toegankelijk te zijn voor iedereen. Dit betekent niet alleen een werknemer aanstellen met een andere etnische achtergrond voor het binnenhalen van de culturele kennis maar deze kennis binnen de hele organisatie inbedden. Ruim een kwart van de probleemjongeren is allochtoon. Een groot deel hiervan wordt niet of te laat bereikt door de reguliere instellingen. Zij komen vaker in de problemen en vallen eerder in de categorie zwaardere hulpverlening dan autochtone leeftijdsgenoten met de zelfde problematiek. De preventieve en curatieve hulpverlening bereikt de jongeren onvoldoende in een vroeg stadium. Middels de handreiking van het ministerie van Jeugd en Gezin en de interculturalisatiematrix Zorg en Welzijn van FORUM wil het college het interculturalisatieproces binnen zorg en welzijn vorm geven. Uit de handreiking en de matrix worden adviezen gehaald die passen binnen de lokale situatie in Lelystad. Onder regie van de gemeente Lelystad gaan de reguliere zorg- en welzijnsinstellingen het interculturalisatieprogramma ontwikkelen voor de eigen organisatie. Voor de interculturalisatie worden geen extra middelen nodig. Centraal staat het ontwikkelen en toepassen van multiculturele kennis en competenties voor jeugdprofessionals. Doel is dat migrantenkinderen en hun ouders goed worden bereikt door algemene voorzieningen en dat migrantenouders en professionals problemen in de opvoeding en ontwikkeling vroegtijdig signaleren en aanpakken. 3. Beleidsmaatregelen die worden opgenomen binnen het brede sociaal beleid De afgelopen jaren waren de inspanningen van de gemeente en de (betreffende) instellingen onder andere gericht op het verkleinen van de afstand tot diverse voorzieningen en de drempel tot participatie te verlagen voor alle inwoners van Lelystad. Deze inspanningen hebben vruchten afgeworpen, waardoor er een aantal beleidsmaatregelen kan worden opgenomen binnen het algemeen sociaal beleid op het gebied van jeugd en sociale veiligheid, zorg en welzijn, onderwijs en arbeidsmarkt, vrijwilligerswerk en kunst en cultuur. Zo zijn de zelforganisaties drie jaar ondersteund om een professionaliseringsslag te realiseren. Er is goed contact met de gemeente en Welzijn Lelystad en er wordt steeds meer samengewerkt met autochtone vrijwilligersorganisaties, zoals op het 5 mei event en met het ramadanfestival. Het college ziet graag dat er dergelijke bewegingen plaatsvinden en zal, waar mogelijk, blijven faciliteren om positieve ontwikkelingen te stimuleren en daar waar nodig handhavend optreden. Hieronder volgt een opsommingen van de beleidsmaatregelen die opgenomen worden binnen het brede sociaal beleid. 3.1 Diversiteit binnen besturen van non profit organisaties Het project ‘bestuurlijke diversiteit Lelystad’ richt zich op de invulling van besturen van non-profit instellingen in Lelystad. Mensen met een bi-culturele achtergrond (deze hoeft niet perse in de etniciteit aanwezig te zijn maar kan ook ervaringsgebonden zijn) die graag (als vrijwilliger) zitting willen nemen in het bestuur van een non-profit instelling konden zich aanmelden voor dit project. De veranderende samenstelling van de samenleving gaat hard en veel besturen zijn (nog) niet ingesteld om hun doelgroep uit te breiden omdat zij een groot deel van de bevolking niet bereiken (bijvoorbeeld jongeren, vrouwen of allochtonen). Door het project ‘diversiteit binnen bestuurlijk Lelystad’ kregen de paginanummer 2
Nummer: B11-13592 besturen de kans om geschikte (door ons getrainde) kandidaten aan te stellen, en kregen kandidaten dezelfde kans om als bestuurlid mee te denken over de invulling van de non-profit organisatie. Als kandidaat kreeg je een gedegen training op het gebied van bestuurlijke wetgeving, financiën, innovatie en ondernemerschap. Tijdens de training werden er door middel van casusbijeenkomsten met de directeuren van non-profit instellingen worden geoefend. Aan het eind van de training vond er een match plaats tussen de besturen en kandidaten Het project draaide in 2010 voor de tweede keer. In de eerste tranche zijn 12 mensen opgeleid waarvan 10 het certificaat hebben behaald. 5 van deze 10 hebben uiteindelijk een bestuursfunctie binnen een non profit instelling in Lelystad. In de tweede tranche hadden we tevens 12 mensen opgeleid. Het is de bedoeling dat ook zij zitting gaan nemen in het bestuur van een non profit instelling. Het project was van tijdelijke aard en zal niet meer worden uitgevoerd door de gemeente. Het verdient de voorkeur het project binnen Welzijn Lelystad te incorporeren. De werkzaamheden van de vrijwilligerscentrale van Welzijn Lelystad zijn er onder andere op gericht vrijwilligers te werven voor en kadervorming van non profit besturen. 3.2 Stimuleringsbudget wordt niet verlengd maar het doel blijft gewaarborgd Het stimuleringsbudget burgerschap, binding en dialoog is voor de looptijd van de integratienota beschikbaar gesteld voor initiatieven uit de stad die het sociale weefsel van de buurt, wijk en stad versterken. De aanvragen die gehonoreerd zijn kwamen vooral van het maatschappelijk middenveld (zelforganisaties). Het stimuleringsbudget was een tijdelijke voorziening, echter het doel achter deze voorziening, versterken van de binding met de buurt en de stad en het in dialoog gaan en blijven met elkaar, blijft een speerpunt. De activiteiten die in het kader van binding en dialoog worden uitgevoerd worden opgevangen binnen de ontwikkeling van de Multifunctionele Accommodaties(MFA). In de MFA’s krijgen, naast de huisvesting van de scholen uit de wijk en Welzijn Lelystad, verschillende zelforganisaties ruimte om vraaggerichte activiteiten voor de wijk uit te voeren. Bij het aanbod is uitgegaan van de wensen van de wijkbewoners. De zelforganisaties kunnen, net als alle vrijwilligersorganisaties, via de reguliere weg subsidie aanvragen voor het uitvoeren van deze activiteiten. 3.3 Buurtvoorlichtersproject wordt opgenomen binnen arbeidsmarkt maatregelen De buurtvoorlichters is een re-integratie en -wijkontwikkelingsproject. Mensen met een bijstandsuitkering kunnen in een verloningsbaan werken als buurtvoorlichter in de Atol- en Zuiderzeewijk en in de Bos- en Waterwijk. In deze vier wijken wonen veel bewoners die met gewone communicatiemiddelen moeilijk worden bereikt wat het lastig maakt om belangrijke informatie over de stad te verwerken. De buurtvoorlichters gaan deur aan deur met folders om uit te leggen welke activiteiten of projecten in de stad of buurt van start gaan. Ook worden ze op deze wijze geïnformeerd over belangrijke veranderingen of een nieuwe regeling. De buurtvoorlichters werken in paren, en spreken naast het Nederlands nog een andere taal (bijvoorbeeld Turks of Arabisch). In de afgelopen twee jaar zijn de buurtvoorlichters bij verschillende activiteiten ingezet om mensen te mobiliseren. De participatie van mensen die vaak thuis blijven is hierdoor vergroot. Naast het informeren van buurtbewoners over wat er zich in de stad of buurt afspeelt hebben de buurtvoorlichters ook een signalerende functie. Zo geven zij bijvoorbeeld aan dat er interesse is voor een inburgeringscursus of opvoedondersteuning. Er is dus een nauwe samenwerking tussen de medewerkers van het project en de reguliere instellingen. De focus van het project ligt op re-integratie en op integratie echter zal het project niet worden verlengd binnen het integratiebeleid. Door het wegvallen van de rijksmiddelen is het college genoodzaakt het project te financieren vanuit re-integratie. De definitieve uitwerking wordt betrokken in een nota vanuit werk en inkomen welke in het voorjaar aangeboden zal worden. Het project, wat voorlopig loopt tot en met 2012 concentreert zich niet meer op een aantal ‘aandachtswijken’ maar wordt stadsbreed ingezet. 3.4 Antillianenbeleid wordt opgenomen in het Jeugd en Sociale veiligheidsbeleid In het Antillianenbeleid draait het net als in het Marokkanenbeleid om risicojongeren. De activiteiten in het Antillianenbeleid worden uitgevoerd binnen bestaande voorzieningen. Het zwaartepunt van het Antillianenbeleid zit op het begeleiden en toeleiden van risicojongeren naar zelfredzaamheid. Binnen het beleidsveld Jeugd en Sociale Veiligheid zijn de juiste beleidsmaatregelen opgenomen om deze zelfredzaamheid te bereiken. Een voorbeeld zijn de Zorg- en Advies Teams (ZAT): binnen elke school voor voortgezet onderwijs functioneert een ZAT. In deze teams worden afspraken gemaakt inzake jongeren die zorg en/of hulp nodig hebben. En het Project Aanpak Jeugdwerkloosheid. Doel hiervan is dat er vanaf 2012 in Lelystad geen jongeren van 16 tot 27 uit een loopbaantraject valt. Alle jongeren zijn actief bezig met het behalen van een startkwalificatie of, indien dit niet tot de mogelijkheden behoor, een arbeidskwalificatie.
paginanummer 3
Nummer: B11-13592 4. Specifieke integratiebevorderende maatregelen In onze lokale visie op integratiebeleid streven wij naar algemeen beleid dat uitsluiting probeert tegen te gaan, het zogenaamde ‘inclusief beleid’. We willen integratie in algemene zin bevorderen en alleen wanneer de situatie dermate ernstig en complex is specifiek beleid uitvoeren. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de Roma waar het middels de reguliere weg niet lukt om de problematiek rond schoolverzuim aan te pakken. Andere beleidsmaatregelen binnen het integratiebeleid richten zich op het stimuleren van dialoog, de emancipatie van (allochtone) vrouwen en de integratie van statushouders en nieuwkomers. 4.1Vluchtelingenwerk evalueren om de juiste koers in te zetten De kerntaak van de Vereniging voor Vluchtelingen en Nieuwkomers Lelystad ( VVNL) is de maatschappelijke en juridische begeleiding van asielzoekers en nieuwkomers. Daarnaast zijn ze een belangrijke partner in het uitvoeren van de voortrajecten (taalactiviteiten) naar een inburgeringtraject. VVNL is een belangrijke spil in het bevorderen van de participatie en emancipatie van zowel asielzoekers als nieuwkomers. Zij bieden activiteiten aan op het gebied van taal, ontmoeting en (begeleiding naar) participatie. Zij fungeren als mediator tussen de laagdrempelige taalactiviteiten en de reguliere onderwijsinstellingen, tussen de cliënt en de reguliere (zorg)instellingen. VVNL verzorgt als het ware inloopactiviteiten voor mensen voor wie de drempel naar reguliere activiteiten nog te hoog is. Ze komen achter de voordeur en proberen de deelnemers stimuleren te participeren in de Lelystadse maatschappij. Daar de taken van VVNL in de afgelopen jaren zijn uitgebreid is het belangrijk dat er een goede doorstroom is naar de betreffende reguliere instellingen waar uiteindelijk deze taken behoren. In 2011 zullen de activiteiten van VVNL worden geëvalueerd waarna een advies wordt uitgebracht over de inhoud en voortzetting van de activiteiten die de gemeente subsidieert. 4.2 Antidiscriminatievoorziening; laagdrempelige hulp bij discriminatie In Lelystad hebben wij een laagdrempelige antidiscriminatievoorziening. Met de antidiscriminatievoorziening beschermt de gemeente Lelystad haar inwoners tegen discriminatie, zodat zij deel kunnen nemen aan de maatschappij op basis van gelijkwaardigheid. De antidiscriminatievoorziening is een wettelijke taak die valt onder artikel 1. De uitvoering van artikel 1 ligt bij Bureau Gelijke Behandeling Flevoland (BGBF). Het BGBF werkt volgens het landelijke protocol klachtbehandeling en gebruikt het landelijk registratiesysteem, waarmee het kan voldoen aan de wettelijke registratieplicht van de Wet. Daarnaast is BGBF ketenpartner in het Regionaal Discriminatie Overleg (dat is opgezet volgens de Aanwijzing Discriminatie van het College van procureurs-generaal) waaraan ook het Openbaar Ministerie en politie Flevoland deelnemen. 4.3 Taalonderhoud duurzame inburgering wordt opgenomen in het regulier inburgeringsbeleid In de integratienota staat op pagina 24 dat het mogelijk is subsidieaanvragen in te dienen voor de periode 2008 – 2012. Bij het vaststellen van het budget voor de uitvoering van de integratienota is in 2008 besloten dat het budget voor taalonderhoud duurzame inburgering loopt tot en met 2010. De taalactiviteiten gericht op taalverwerving als voorloper op of ter ondersteuning van een inburgeringstraject vallen nu nog onder het regulier beleid inburgering. Wanneer de inburgeringstaken niet meer onder de verantwoordelijkheid van de gemeente vallen houden de ondersteunende taalactiviteiten die een relatie onderhouden met inburgering op. Inburgering wordt dan een verantwoordelijkheid van de individuele burger. In de inburgeringsnotitie wordt de nieuwe koers voor Lelystad uiteengezet. Taalverwervende activiteiten als middel om te emanciperen en participeren blijft een belangrijk speerpunt voor de integratie van de Lelystadse inwoners. 4.4 Zelforganisaties naar vrijwilligersbeleid De zelforganisaties hebben drie jaar ondersteuning gehad. Uit de evaluatie blijkt dat ze allemaal het vooraf gestelde doel hebben behaald. Niet alle zelforganisaties hebben meegedaan omdat ze geen toegevoegde waarde zagen in de ondersteuning. Ze waren al bekend met het reilen en zeilen van een vrijwilligersorganisatie en kunnen prima hun weg vinden binnen het maatschappelijk middenveld en naar de gemeente. Zelforganisaties zijn een belangrijk onderdeel van het maatschappelijk middenveld, ze mobiliseren en bevorderen de integratie van de eigen achterban. De allochtone vrouwenorganisaties blijven onder het integratiebeleid vallen omdat zij deel gaan uitmaken van het emancipatieprogramma. Voor de overige zelforganisaties geldt dat zij worden opgenomen in het regulier vrijwilligersbeleid. Een groot deel van de financiering van de activiteiten van deze zelforganisaties wordt al door het vrijwilligersbeleid gefinancierd. Om ervoor te zorgen dat de zelforganisaties niet geheel afhankelijk blijven van de gemeente voor het uitvoeren van de eigen activiteiten zal er een cursus ‘fondsenwerving voor vrijwilligersorganisaties’ door Welzijn Lelystad paginanummer 4
Nummer: B11-13592 worden aangeboden. Er komt een nieuwe beleidsregel met standaard aanvraagformulieren om het verwerken van de subsidieaanvragen efficiënt te kunnen afhandelen. 4.5 We blijven met de stad in dialoog In 2005 is het Overlegplatform Integratie Lelystad (OIL) ingesteld door het College van B&W van Lelystad. OIL heeft als doel de dialoog ten behoeve van integratie, participatie en emancipatie, tussen allochtonen en autochtonen in Lelystad te bevorderen. Het OIL bestaat uit een vertegenwoordiging van allochtone zelforganisaties en Moskeeën, en contactpersonen uit het sociaal maatschappelijk veld in Lelystad. Het overlegplatform stelde zich in die tijd tot doel, de ontwikkelingen rondom integratie in Lelystad te monitoren en het College van B&W van Lelystad over integratievraagstukken te adviseren. De gemeente Lelystad zou dan zoveel mogelijk rekening houden met de concrete adviezen en/of oplossingen van het platform. CMO Flevoland komt, op verzoek van het bestuur, het eerste kwartaal van 2011 met een advies over de (nieuwe) invulling en de functie van OIL. De vraag is hoe we met het OIL verder kunnen in een tijd waar landelijk en lokaal de focus steeds meer ligt op actief participeren van inwoners in de samenleving. Deze focus is ook nadrukkelijk vastgelegd in het door het college vastgestelde collegeprogramma en vertaald in de programmabegroting. 4.6 Emancipatie op eigen kracht vooruit Met emancipatie wordt verstaan de ontwikkeling naar zelfontplooiing waarin zelfredzaamheid, werk, onderwijs en participatie centraal staan. We hebben in Lelystad veel losse projecten lopen om de emancipatie en participatie van allochtone vrouwen te bevorderen. Door het project duizend en één kracht worden al deze losse projecten gebundeld in een overzichtelijke keten van activiteiten ten behoeve van de emancipatie en participatie van alle (allochtone) vrouwen. Maar voor een effectieve doorstart van de emancipatie van de allochtone vrouw is meer nodig. Emancipatie is een individueel proces. Maar voor die individuele ontplooiing zijn gelijke rechten en mogelijkheden noodzakelijk. Maatschappelijke obstakels moeten zijn weggenomen om dat individuele proces mogelijk te maken. De vrouwenorganisaties die zijn aangesloten bij het platform Vrouwen Aan Zet gaan samen werken aan een tweesporig emancipatieprogramma ontwikkelen. Gemeente Lelystad zal hen hierbij ondersteunen en faciliteren. Het eerste spoor ligt in de sfeer van zelfontwikkeling en zelfontplooiing; empowerment. Deze rol ligt volledig bij de (allochtone) vrouwenorganisaties die zijn aangesloten bij het platform Vrouwen Aan Zet. Dit platform bestaat onder andere uit 7 vrouwenorganisaties, zowel autochtoon als allochtoon, met een goed bereik van de achterban. Het uitgangspunt is dat deze (zelf)ontwikkeling wordt gestimuleerd vanuit de eigen achterban, authenticiteit is van belang voor de effectiviteit. Het tweede spoor is de meer praktische en ligt bij het verbeteren van de sociaal maatschappelijke (onderwijs en arbeidsmarkt) positie van de vrouw in het algemeen en de allochtone vrouw in het bijzonder. Betaald werk is voor de groep vrouwen die in een maatschappelijk isolement leeft, nog ver weg. Investeren in deze groep vrouwen is niet alleen van groot belang voor de vrouwen zelf, maar heeft ook een hoog maatschappelijk rendement. Met meer kennis en vaardigheden kunnen deze vrouwen hun rol in de opvoeding versterken en de basis leggen voor het maatschappelijk succes van zichzelf en de volgende generatie. Om acties te kunnen ondernemen op het tweede spoor is het belangrijk in kaart te brengen welke problematiek en kansen op het gebied van arbeidsmarkt en onderwijs aanwezig zijn onder (allochtone) vrouwen in Lelystad. Bovengenoemde sporen zullen in 2011 verder worden uitgewerkt in een werkagenda. 4.7 Roma op tijd naar school en langer op school blijven In Lelystad wonen ongeveer 300 Roma. Het gaat om een relatief kleine groep met hardnekkige problemen op het gebied van schoolverzuim en vroegtijdig schoolverlaten. Geschat wordt dat meer de de dan 50% van de kinderen tussen de 4 en 18 jaar te laat naar school gaan (vanaf 5 of 6 levensjaar) en voortijdig de school verlaten. De weerbarstige toegankelijkheid tot de gemeenschap en met name de gezinnen waar problemen zijn maakt het probleem ongrijpbaarder en vraagt om een stevige aanpak. Lelystad is één van de 11 gemeenten die zijn aangesloten bij het Platform Roma en Sinti van de VNG. Alle gemeenten binnen het platform komen in aanmerking voor projecten om het schoolverzuim onder Roma kinderen aan te pakken. De aanpak in Lelystad zal zich richten op het kind en het gezin. Een aanpak van de omgeving van het kind is nodig omdat er anders geen effectieve verandering op zal treden in de ontwikkeling van het kind. De inspanningen zullen met name gericht zijn op het zo vroeg mogelijk naar school krijgen van het kind (via VVE) en het zo lang mogelijk op school houden van het kind. Voor de aanpak wordt specifiek ingezet binnen bestaande voorzieningen. De specifieke inzet behelst extra inzet vanuit gezinscoaching en Leerplicht. Daarnaast wordt contact gezocht met sleutelfiguren cq bruggenbouwers binnen de Roma gemeenschap. De participatie van de Roma is paginanummer 5
Nummer B11-13592 over het algemeen zeer laag en middels het mobiliseren van de sleutelfiguren wordt getracht hier verandering in te brengen. Dit alles zal een grote inspanning vragen. Het college zet zich hiervoor in. 5 Gerichte financiële benadering Naast de inhoudelijke keuze zoals beschreven bij punt 3 en 4 is het nodig om in plaats van een brede financiële benadering de middelen gericht in te zetten zoals beschreven onder punt 4.
Lelystad, 15 februari 2011. Het college van de gemeente Lelystad, de secretaris,
de burgemeester,
D.G.C. van der Spek.
M. Horselenberg.
paginanummer 6