Van Alkmaar naar Parijs
De Bus Beschikbaar gesteld door de firma Klaver-autogroep. Langs deze weg willen wij de firma Klaver hiervoor bedanken! Bestuurd door Sam Krom met Copiloot Yvonne van Nimwegen. Samen zorgden zij ervoor dat er werd afgerekend bij de koffie- en lunchstops.Verder dat de bagage bij de hotels aankwam en de sleutels en kamers geregeld werden. Ook zij worden bedankt voor hun inzet
Van Alkmaar naar Parijs Inhoudsopgave Deelnemers aan de Tour de Paris .............................................................................................................................3 Dag 1 zondag 17 juni ................................................................................................................................................5 Alkmaar – Dordrecht, door Dre en Tineke Scholten ................................................................................................5 Het verleden en nu langs de route – Anjo Douma ...................................................................................................6 Dag 2 maandag 18 juni .............................................................................................................................................8 Dordrecht – Leuven, door Dre en Tineke Scholten ..................................................................................................8 Het verleden en nu langs de route – Anjo Douma ...................................................................................................9 Dag 3 dinsdag 19 juni..............................................................................................................................................11 Leuven – Mauberge 120 km, door Ton Vreeker .....................................................................................................11 Het verleden en nu langs de route – Anjo Douma .................................................................................................11 Dag 4 woensdag 20 juni ..........................................................................................................................................13 Maubeuge – Compiegne, door Jan Karsten............................................................................................................13 Het verleden en nu langs de route – Anjo Douma .................................................................................................14 Dag 5 donderdag 21 juni ........................................................................................................................................16 Compiègne – Paris, door Klaas Roos .....................................................................................................................16 Het verleden en nu langs de route – Anjo Douma .................................................................................................17 Dag 6 vrijdag 2 juni .................................................................................................................................................19 Parijs, door Ad den Ouden .....................................................................................................................................19 Parijs, door Yvonne van Nimwegen .......................................................................................................................19 Dag 7 zaterdag 3 juni. .............................................................................................................................................20 De terugreis naar Alkmaar – Yvonne van Nimwegen ............................................................................................20
Deelnemers aan de Tour de Paris
Anjo Douma Menno van Adelberg Truus de Maaré Willem de Maaré Rob Klop Lida Krom Sam Krom Nico Kuilboer Robert Boek Sjaak den Engelsman Cor Breed Mart Zijl Cor Kliffen Jan de Raadt Andre Pover Anton van Nimwegen Yvonne van Nimwegen Cees Bleijendaal Ad den Ouden Anneke den Ouden Peter de Laat Piet Hein Horsten Klaas Roos Wim Westphal Karel de Boorder Jan Karsten Ton Vreeker Dré Scholten Tineke Scholten Rudi Twisk Hans de Waard
Van Alkmaar naar Parijs
Uitgezwaaid door het thuisfront en een flinke wind tegen gaan de fietsers op weg vanuit Alkmaar op zondag 17 juni 2012 om op 21 juni in Parijs te arriveren
De kopmannen Willem de Maaré en Piet-Hein Horsten hebben bij Akersloot het eerste stuk van hun zware taak erop zitten, maar er zullen nog vele kilometers volgen
De kop is er af, even bijkomen op de pont van Buitenhuizen. Hier en daar wordt er een boterham of krentenbol naar binnen gewerkt. Ook is er even tijd om even wat bij te kletsen. Na de overtocht gaan we voor de wind naar de koffie in Badhoevedorp.
Na een geweldige lunch in Oudewater en een mooie tocht door het groene hart langs de Vlist hebben we de pont bij Schoonhoven bereikt. Aan de overkant van de Lek verlaten we het pont en fietsen de Alblasserwaard in, richting Oud Alblas en Bleskesgraaf.
Van Alkmaar naar Parijs Dag 1 zondag 17 juni Vandaag fietsen we ca. 145 km. De koffiestop is na 50 km in de Nieuwe Meer. De lunch na 100 km in Oudewater. De gehele dag zal in het teken staan van groen, water, rivieren, dijken en de Hollandse Delta. Zoals ook al naar Berlijn het geval was zal ik alle dagen iets vertellen van de streek waar we langs of doorheen fietsen.
Alkmaar – Dordrecht, door Dre en Tineke Scholten Het is zondagochtend 17 juni. Er blaast een harde wind, windkracht vijf met uitschieters tot kracht zeven uit het zuidwesten, het is guur als we in onze gloednieuwe, goed passende Parijsshirtjes naar de Alkmaarse wielerbaan rijden voor “le depart”. Het vertrek voor de rit van Alkmaar naar Parijs. Een vijfdaagse tocht van 700 km en een rondrit op de zesde dag door Parijs. Om half acht zijn we niet de eersten die bij de baan arriveren. Glimmende fietsen staan tegen de hekken en de caminionnette, de bestelwagen van Sam en Yvonne staat klaar om de bagage in ontvangst te nemen. Binnen in de kantine heerst een opgewonden, vrolijke, ietwat nerveuze sfeer. Negenentwintig fietsers en twee begeleiders zitten met hun aanhang klaar om de eerste briefing van Anjo aan te horen. Erg jammer dat Jo Dekker en Dirk Paape er door nare fietsongelukken niet bij kunnen zijn. Ze hadden er zo naar uitgekeken. Veel sterkte mannen. De eerste etappe leidt naar Dordrecht met als eindbestemming de Stayokay in de Biesbosch. Een plek die veel deelnemers nog kennen van de driedaagse 2011. Na een fotosessie van alle Parijsgangers vertrekt de groep rond acht uur richting het pont van Buitenhuizen. Willem de Maaré en PietHein Horsten voorop. Met de harde vlagerige wind tegen, gaan zij een zware rit tegemoet. Op kale stukken is het hard werken, een bossage, een huis, een boerderij, zelfs het hoge bloeiende gras langs de weg, geeft luwte om een beetje op adem te komen. Langs het Noordzeekanaal hebben we eindelijk voor de wind, wat een verademing! Op adem komen kan maar kort, het pont moet worden gehaald en door er een tandje bij te zetten lukt dat wonderwel. Op het pont kunnen we even bijkomen, drinken, wat eten, een beetje bijkletsen. Karel de Boorder heeft hoge nood en staat op de kade een plasje te doen. De pontbaas heeft daar geen oog voor en sluit de slagbomen. Arme Karel! Daar sta je dan, je fietsmaten op het pont en jij moet de volgende nemen? Gelukkig, de pontmatroos ziet net op tijd dat Karel ook mee moet en opent de slagbomen om hem door te laten. We zijn compleet en varen al babbelend naar de overkant. Door gaan we, op weg naar de koffie mét in café Meerzicht langs de ringvaart in de Haarlemmermeer. Maar we zijn er nog niet, aan de wieken van de windmolens te zien is de wind niet geluwd. Gelukkig laat de zon zich zien, dat scheelt, het maakt het rijden aangenamer. Hoewel, in Spaarnwoude is de route geblokkeerd, zeker een festival of zoiets. Geen probleem voor de kopmannen, snel wordt er een alternatieve route ingezet en na enige tijd bereiken we, hunkerend naar koffie, café Meerzicht. Tegenover het café staan de schuimkoppen op de golven van de ringvaart. Maar wij zitten lekker binnen, even uit de wind, en laten ons de koffie met appelgebak goed smaken.
De windvlagen worden minder en door gaan we, naar Aalsmeer. Langs de hangaars en kantoren van de KLM, onze trotse luchtvaartmaatschappij die vanwege grote verliezen bij Airfrance moet bezuinigen. Wat een logica! Pijnlijden omdat het je grote broer slecht gaat! Hoewel? Is het met de Alp d’HuZes niet het zelfde? We rijden verder, Langs de Westeinderplassen waar het deze winderige zondag voor windsurfers goed toeven is. Ze vliegen over het water. Via Woerdense Verlaat op naar Oudewater. Midden in dit historische stadje op een eeuwenoud plein staat in een oud café de lunch voor ons klaar. Heerlijk! Hier blijkt dat de organisatoren Willem, Menno, Rob en Anjo deze tocht met militaire precisie hebben voorbereid. We kunnen direct gaan eten. Top! Wegrijdend uit Oudewater maken we twee maal een ere ronde langs het standbeeld van Swiebertje. Nog nooit een echte Maserati gezien? Kom dan naar Oudewater daar rijdt zo’n crèmekleurige bolide rond. We zijn hem drie keer tegengekomen. De tocht gaat verder. Langs Haastrecht, waar ex-schaatser Leo Visser vandaan komt. Via Kanis op naar Schoonhoven, daar zet het pont ons over naar de Alblasserwaard. Op het pont krijgen we van de altijd zorgende Yvonne een snoepje. Voorbij het pont, op een plek uit de wind, stopt de karavaan. Het is tijd om wat te eten. Op het menu staat zelfgebakken cake van Truus. Ze deelt het zelf uit en het smaakt heerlijk. Sam probeert op deze plek met overredingskracht zijn flitsende Citroënbus te verkopen. Het mag niet baten. We rijden verder de Alblasserwaard in waar de route ons over een dijk langs oude molens voert. Buitenkruiers zijn het. Bij nacht en ontij moet de molenaar naar buiten om zijn molen in of uit de wind te zetten. Dat doen we in Noord-Holland beter, bij ons blijft de molenaar binnen. In de streng gelovige Alblasserwaard heerst de zondagsrust. De bewoners zijn binnenshuis en sommigen maken een wandeling. Door enkele gelovige wandelaars worden we meewaardig aangekeken. Want fietsen, dat doe je toch niet op zondag! Dordrecht is een mooie stad en de staf had het plan opgevat om alvorens naar de jeugdherberg te gaan een toertje door de stad te maken. Een rondje Site seeing. Helaas liet de tijd dat niet meer toe en over vijven komen we moe maar voldaan bij de Jeugdherberg in de Biesbosch aan. Fietsen in de schuur en Yvonne staat klaar om de kamersleutels uit te delen. Even douchen, een biertje of iets anders drinken, sterke verhalen en moppen vertellen, eten, de briefing van Anjo voor de volgende dag naar Leuven en dan…….. voetbal…… Portugal tegen Nederland. Uitslag 2 – 1. We hebben verloren, wat een drama! De ploeg moet naar huis! Teleurgesteld kruipen we ons bed in.
Het verleden en nu langs de route – Anjo Douma We beginnen met de ons alom bekende route van Alkmaar naar Badhoevedorp, waar de koffiestop is. Badhoevedorp dankt zijn naam aan een modelboerderij die hier kort na de drooglegging van de Haarlemmermeer is gesticht. Oorspronkelijk heette het Badhoevebuurt. Later functioneerde Badhoevedorp als tuindorp voor Amsterdam, direct bij Sloten. Pas omstreeks 1940 kreeg het daardoor de naam Badhoevedorp. De Haarlemmermeer is pas in 1852 drooggelegd. Het was één van de laatste grote polders in Holland. Oorspronkelijk waren het een groot aantal veenmeren. Door hun diepte (ca 11 mtr. NAP) en grootte waren het woeste meren waardoor het water dreigde door te stoten naar de enige landverbinding tot het IJ. De gegraven Ringdijk aan de Ringvaart is 59,5 km. Er liggen een aantal bekende gemalen aan, zoals Cruquius en Lijnden. De gehele Ringvaart kent maar liefst 33 dorpen en buurtschappen. Schiphol kon hier ontwikkelen, doordat de polder indertijd nog dun was bevolkt. Nog steeds grenst de Haarlemmermeer aan een groot aantal meren, zoals de Westeinder plassen, de Kager Plassen, de Nieuwe Meer, het Braasemermeer. Na de koffiestop in Badhoevedorp fietsen we via Aalsmeer naar de Kwakel. Daar komen we het Groene Hart binnen. Het Groene Hart is heel dun bevolkt. Woningbouw is begrensd. Het gebied ligt grofweg tussen Leiden, Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Amsterdam, maar ook het Zuidelijke gebied richting Schoonhoven, Alblasser- en Bommelerwaard wordt er wel in meegerekend. In ieder geval er zijn meer grutto’s, kievitten en scholeksters dan er mensen wonen. Het gebied bestaat uit water en veenweide gebied. De laagvlakte is ontstaan vanuit de grote delta die Nederland ooit was door de groei van een dikke natte veenlaag. De veengronden werden geschikt gemaakt voor landbouw, door turf af te graven die gebruikt werd in de grotere steden. De veenplassen die hierdoor ontstonden werden vervolgens weer ingepolderd. Er zijn nog steeds grote veenplasgebieden, zoals de Nieuwkoopse plassen, de Langeraarse plassen, de Vinkeveense en de Reeuwijkse plassen. Het gebied wordt doorstroomd door rivieren als de Hollandse IJssel, de Oude Rijn, Lek, Vlist, de Loet, Rotte, de Aar, de Gouwe, de Kromme Mijdrecht en de Meije. We zullen ze allemaal passeren. Vandaag fietsen we door het Oostelijk deel van het
groene Hart, dus grenzend aan Utrecht. Te beginnen langs de Kromme Mijdrecht. Om Woerdense Verlaat komen we niet heen. Het is het kruispunt tussen Oost en West en Noord en Zuid in het Groene Hart. Het dorp is ontstaan door de bouw van een sluis in het riviertje de Grecht naar de Kromme Mijdrecht. Het dorp lag altijd in twee provincies Zuid Holland en Utrecht en zelfs in drie gemeenten. Na Woerdens Verlaat zoeken we de authentieke dorpen Kanis en Kamerik op. De dorpen liggen in een lintbebouwing langs de schilderachtige Kamerikse Wetering, een afwateringskanaal. Het is hier allemaal beschermd dorpsgezicht. Uiteindelijk komt al dat water bij Woerden uit in de Oude Rijn en wij fietsen via Woerden naar de Korte Linschoten, weer zo’n schilderachtig riviertje dat bij Oude Water uitloopt in de Hollandse IJssel. Daar gebruiken we de lunch. We zitten nu in het gebied van de Krimpenerwaard. Oudewater zelf is een oud-Hollands (vesting)stadje met stadsrechten uit 1265, verkregen van het Bisdom Utrecht. Het bisdom had hier belang bij. Oudewater zelf lag op de grens van het Bisdom en het graafschap Holland en er zijn veel oorlogen ter plaatse gevoerd. De binnenstad is een monument. Er staat en standbeeld van Swiebertje omdat hier de opnames werden gemaakt, maar veel bekender is de Waag. Het deed dienst als heksenwaag. Je kunt je er (als vrouw) nog steeds laten wegen. Na de lunch gaan we langs de Hollandse IJssel en via Haastrecht door naar Schoonhoven, de zilverstad. Ook Schoonhoven is een vestingstad. Bij Schoonhoven steken we de Lek over en komen in de Alblasserwaard. We fietsen langs plaatsen als Groot Ammers, Molenaarsgraaf, Breskensgraaf, Brandwijk, langs diverse molens en afwateringkanalen die de Alblasserwaard zo’n authentiek beeld geven. De hele streek is traditioneel zwaar gereformeerd. De Alblasserwaard bestaat uit een landelijk en stedelijk deel. Vandaag fietsen we voor een groot deel door het landelijk deel. Morgen gaan we voor een deel door verstedelijkt gebied als Hardinxveld-Giessendam, Sliedrecht e.d. Wij steken tot slot de rivier “de Beneden Merwede” over om uit te komen op het eiland van Dordrecht, omringd door de Beneden Merwede, Nieuwe Merwede, Hollands Diep, Dordtse Kil en Oude Maas. Het is het gebied van de Biesbosch. Daar arriveren wij bij de jeugdherberg.
Van Alkmaar naar Parijs
De start vanuit de StayOkay in Dordrecht begon met een behoorlijke regenbui. Dus moesten wij de regenjassen aantrekken en om de plassen heen laveren. Gelukkig werd het ter hoogte van de Moerdijkbruggen weer droog en hebben wij met veel plezier verder gefietst.
Onderweg zijn wij leuke dorpen tegengekomen en bereikten wij na 134 km de Jeugdherberg in Leuven. Na een douche en een diner hebben wij Leuven bezichtigd onder leiding van onze gids Anjo Douma. Hierna nog even een terrasje gepakt waar Ad den Ouden een uit de boom gevallen mus kon knuffelen.
Van Alkmaar naar Parijs Dag 2 maandag 18 juni Vandaag gaan we naar Leuven. De afstand is ca. 135 km. De koffiestop is in Zundert (55 km) en de lunch gebruiken we in Herenthout (Belgie) na 98 km. We vertrekken om 08.15 uur en we rijden nog ca. 60 km. in Nederland. Daarna worden de wegen anders. We zijn in België. Hier vraagt het een andere manier van fietsen. Op de landwegen zal het nog wel gaan, maar allengs fietsen we alleen nog langs doorgaande wegen. Daar ligt vaak een fietspad naast, maar erg smal (1 mtr. of minder ) Vaak ook nog erg slecht en nog slechter als we in Wallonië komen. Op de fietspaden moet je achter elkaar fietsen. Het wordt dus een lang lint en opletten op gaten en afgebrokkeld asfalt. Het kan dus zijn dat de leiding besluit gewoon op de openbare weg te fietsen, met Sam er achter. Wordt het op de weg te druk, dan kan het zijn dat we vandaag de groep al in tweeën verdelen.
Dordrecht – Leuven, door Dre en Tineke Scholten In de ontbijtzaal van de Stayokay in de Biesbosch wordt met elkaar flink over het weer gepraat. Buiten ziet het er niet goed uit. Even later breekt er een zwaar onweer los en de lucht kleurt van grijs naar zwart. Het bliksemt en dondert. Wodan is ons slecht gezind deze ochtend. Onverbiddelijk stuurt de koersleiding ons na het ontbijt, even voor achten, naar buiten. Ook hier geldt: het peloton wacht niet. De bagage is door Sam en Yvonne in ontvangst genomen, het onweer neemt af maar het begint nu pas echt te plenzen. In regenkleding stellen de fietsers zich twee aan twee achter Willem en Piet-Hein op. Rudie steelt de show met zijn zwarte afgeknipte regenbroek en zijn blauwe regencape. Klokslag acht uur vertrekt het peloton in de stromende regen richting Leuven. De tocht voert allereerst over prachtige landelijke wegen en oude dijken met hoge bomen rond Dordrecht naar de imposante Moerdijkbruggen over het Hollandschdiep. De regen wordt minder en net voor de brug rijdt Wim lek. Vliegensvlug repareert mechanieker Nico “propre main”, eigen handig, de band en kunnen we aan de klim van de Moerdijkbrug beginnen. Op de brug is het droog en hebben we een prachtig uitzicht over het Hollanschdiep. Het is in schril contrast met de zware industrie bij Moerdijk even verderop. We rijden nu door het landbouwgebied van west Brabant op weg naar Zundert voor de koffiestop. Zundert en omgeving heeft veel weg van de heerlijkheid Bergen. Indrukwekkend zijn de tientallen boomkwekerijen er omheen. Midden in het centrum, in een door vrijwilligers gerund etablissement, gebruiken we de koffie met appelgebak. De bediening heeft op ons gerekend en binnen no time is iedereen voorzien van een natje en een droogje. We zijn nu vlak bij de Belgische grens. In België gelden aparte verkeersregels voor fietsgroepen. De avond ervoor heeft Willem ons hierover geïnformeerd. Voorrijder Willem en Achterrijder Rob worden middels een heuse bandage bevorderd tot wegkapitein en de bus, die in België achter ons blijft rijden, wordt beplakt met grote stikkers. Het teken dat we een heuse, door de Belgische verkeerswet, goedgekeurde fietsgroep zijn. Na de koffie rijden we richting België. De organisatie heeft ons gewaarschuwd voor slechte wegen in dit wielergekke land. Plotseling gaat de weg van glad mooi asfalt over in een van kuilen en gaten voorzien betonnen wegdek. Hoewel er geen grensbord staat
rijden we nu zonder twijfel in België. Op weg naar de lunchstop in Herentals. De fietspaden zijn smal, liggen vlak naast de weg en zitten net als de weg vol kuilen en gaten. Op de paden kan alleen achter elkaar worden gereden. Toch dirigeert Menno ons af en toe de fietspaden op om het opstropende verkeer achter ons door te laten. Vaak is het ook veiliger deze paden te nemen omdat het op de weg gewoonweg te druk is. Een lang lint van Alcmarianen slingert zich dan door het Belgische land. Een indrukwekkend gezicht. De bus van Sam en Yvonne verliest ons trouwens geen moment uit het oog. Zij blijven waakzaam en kunnen er niets aan doen dat we ons bijna in de Vlaamse anale driehoek bevinden. Gevormd door de plaatsen Aarschot, Reet en Kontich. Wonderlijk toch die Belgische plaatsnamen. In het centrum van Herentals gebruiken we de lunch. Een broodje blijkt hier een half stokbrood te zijn, dik belegd met ham of kaas. De corpulente waard schept ons persoonlijk zijn zelfgemaakte pompoensoep op. We zijn nu echt in het buitenland. Van Herentals naar Leuven is het nog ongeveer vijftig kilometer fietsen. Het wegdek en de fietspaden worden er niet beter op. Naar Hollandse begrippen zijn ze gewoonweg slecht. Neemt niet weg dat de Belgen veel respect voor fietsers hebben. Bijna overal krijgen we voorrang. Chapeau! Op weg naar Leuven komen we langs de weg veel industrie tegen en de openbare ruimte is lelijk. Meer dan genoeg reclameborden en lantaarnpalen langs de weg, maar bomen zijn er niet te bekennen. Op de smalle fietspaden is het uitkijken voor de hoge brandnetels die door de wind vervaarlijk over het pad buigen. Het gaat gelukkig goed en na een tocht van ruim honderddertig kilometer bereiken we de studentenstad Leuven. Achter het station in een opgeknapte wijk bevindt zich de nieuw gebouwde Jeugdherberg De Blauwput. Sam en Yvonne staan alweer klaar om ons daar op te vangen. De fietsen kunnen in de schuur, de kamersleutels worden uitgereikt en omdat er niet voor iedereen plek in de herberg is gaat een zestal mensen naar het tegenover De Blauweput gelegen hotel Etap. Even douchen en daarna, voor het eten, wat drinken op een chique plein tegenover het statige station. Leuven is naast hoofdstad van Vlaams Brabant tevens de bierstad van België. Vele soorten bier zijn op vat verkrijgbaar. Voor de echte bierliefhebbers een waar eldorado. Na het eten in de jeugdherberg informeert Anjo ons over de volgende etappe, Frankrijk in. Door een medewerker van de
Van Alkmaar naar Parijs jeugdherberg wordt hij tot spoed gemaand. Er wacht een volgende groep die de eetzaal binnen wil. Maar Anjo laat zich niet opjutten. Hij maakt rustig zijn verhaal af. Daarna stormt een jeugdige hongerige groep de eetzaal binnen. Het is een mooie avond en wij gaan Leuven verkennen. Via de Bondgenotenlaan met aan weerszijden deftige winkels bereiken we de Grote Markt. Daar staat in al zijn glorie, het na de grote brand van Leuven in 1914, gerestaureerde gotische stadhuis met er tegenover de herrezen Sint Pieterskerk. Leuven is fascinerend en we lopen nog even een rondje om de grandeur van deze stad tot ons te nemen. Op de Oude Markt, een rechthoekig plein drie keer zo groot als het
Waagplein met aan beide zijden historische cafés, strijken we neer. Het hele plein zit vol jonge mensen, studenten die het er op deze mooie maandagavond lekker van nemen. Bovendien is er voetbal. Italianen en Kroaten zitten in verschillende cafés hun ploegen aan te moedigen. Wij genieten ervan. Ad heeft andere zorgen. Een uit het nest gevlogen jong vogeltje zoekt bescherming en warmte bij hem. Een aandoenlijk symbiose van mens en vogel. Na afloop van de voetbal gaan de laatsten richting Jeugdherberg. Tijd om te slapen want morgen wacht ons een zware rit. Een rit van klimmen en dalen.
Het verleden en nu langs de route – Anjo Douma Vanaf de StayOkay in Dordrecht zoeken we de Moerdijkbrug op. Een prachtig gezicht als je de boten onder je door ziet varen op het brede Hollands Diep. Na de Moerdijkbrug komen we meten in de zeekleipolders van Westelijk Brabant in de omgeving van de gemeenten Moerdijk en Zevenbergschehoek. Deze polder is een erfenis van de Elizabethvloed in 1421. In dit deel van Brabant zie je de infrastructuur belangrijker worden. De verbindingen Rotterdam – Breda en Rotterdam – Bergen Op Zoom, maar ook Zierikzee – Waalwijk liggen in dit gebied. En dat is nog niet alles want naast de A 16 is, naast het gewone spoorbaantracé een geheel nieuw station “de Lage Zwaluwe” aangelegd, specifiek voor de HSL. We gaan door via Prinsenbeek, op Etten Leur en Zundert aan. Zundert was vroeger belangrijk, omdat het aan de verbinding Antwerpen – Breda lag. Na de aanleg van de autoweg Breda – Antwerpen is dat sterk verminderd, maar nog steeds is Zundert wel een centrumplaats.Vroeger was Zundert een heerlijkheid, dat behoorde tot de Baronie van Breda, dat op haar beurt weer bezit was van het huis Nassau. Het dorp is ontstaan uit turfwinning. De grond is er erg specifiek. Nu zijn er zo’n 400 boomkwekerijen en is 40% van de bevolking van Zundert werkzaam in de boomteelt. Bij de koffiestop zie je voor de kerk het beeld van de Heilige Maagd. Na 62 km. steken we de grens over en als snel komen we in Loenhout en Brecht, bekend van het bloemencorso. We zitten in de provincie Antwerpen. We steken hier het Kempens Kanaal over en fietsen langs diverse Vlaamse dorpen tot aan Grobbendonk. Hier komen bekende wielrenners vandaan als Rik van Looy en Herman van Springel. Na Grobbendonk steken we het Albertkanaal over om te arriveren in Herenthout voor de lunchstop. Het plaatsje heeft een leuk centrum en veel meer valt er niet over te zeggen, dan dat het de oudste carnavalsstoet van België heeft. Na de lunchstop gaan we door naar Itegem en Heist op den Berg. We zien nu grotere variatie in landschap: bos, hei, landbouwgrond en de Heister Berg van 48 mtr. Ondertussen komen we de borden tegen van het Pater Damiaan museum. Pater Damiaan is een beroemdheid .
vanwege zijn werk voor de genezing van lepra patiënten op HawaiÏ in de vroeg 20e eeuw. Hij is geboren en opgevoed in deze streek van België. Hij heeft tal van genezingen verricht en is in 2009 door het Vaticaan zowel zalig- als heilig verklaard. Daarna rijden we door naar Werchter, bekend van de jaarlijkse popconcerten Torhout/Werchter. In één weekend wordt in deze plaatsen het popconcert georganiseerd, dat een bezoekersaantal kent vergelijkbaar met Pinkpop. Kenmerkend is dat men op de zaterdag in Torhout speelt, daarna verplaatste de menigte zich voor de concerten op zondag naar Werchter. Hier verlaten we ook de Provincie Antwerpen en komen in Vlaams Brabant. We fietsen langs de Leuvensevaart om na 135 km. te arriveren in één van de mooiste steden van België: Leuven. Hier gaan we naar de jeugdherberg, gelegen in het centrum Van Leuven. Leuven is vergelijkbaar groot als Alkmaar met 95.000 inwoners. Toch is alles in het centrum iets grootschaliger. Leuven is de universiteitshoofdstad van België, maar ook de bierhoofdstad, vanwege de vestiging van Artois. Er zijn heel veel bezienswaardigheden op loopafstand van de jeugdherberg. Na het diner zullen we er een aantal bezoeken, zoals het stadhuis, de Grote Markt, het Martelarenplein, de Lakenhal e.d. Er is dan ook genoeg tijd om ons in het studentenleven te storten en een biertje te drinken op één van de pleinen. Je kunt er fantastisch uitgaan als je zowel het aantal terrassen als winkels ziet. Op dit moment ondergaat het stationsgebied van Leuven een grootscheepse opknapbeurt. Hier zie je hoe ze in België grootschalig bereikbaarheid en parkeren aanpakken. Hoewel we in de jeugdherberg eten, is het aan te bevelen na aankomst direct te gaan douchen. Daarna kunnen we als groep al meteen de terrassen direct na het station bezoeken om daar de dorst te lessen. Dit plein is 5 min. gelegen vanaf de jeugdherberg
Van Alkmaar naar Parijs 3e dag Klaar om te vertrekken uit Leuven voor de rit naar Maubeuge. Het is goed fietsweer en we hebben er weer zin in.
Een van de Belgische plaatsen waar wij door heen gingen.
Even tijd voor een banaan of een andere versnapering
Maar deze dan!
Deze kasseien vielen nog mee!
Bij pech is er altijd onze Nico nog!
Van Alkmaar naar Parijs Dag 3 dinsdag 19 juni We fietsen vandaag naar Maubeuge, direct over de Franse grens. De lunch gebruiken we na 60 km. in Ronquires. Vandaag wordt het ondanks de 120 km, waarschijnlijk de zwaarste dag. Direct na Leuven gaat het al heuvel op, heuvel af. De heuvels zijn wel niet direct vergelijkbaar met de Ardennen, het zijn meestal korte klimmen. Niet veel meer dan 1 a 2 km, maar wel lekker intensief. Daar komt bij dat de wegen een stuk slechter worden. Veel gaten in de weg en af en toe een kasseistrook, zodat je je mopper talenten ook een beetje bij kunt slijpen. Maar bedenk, veel meer heeft men in Wallonië niet te bieden. Vandaag is het belangrijk dat bij de afdelingen voorzichtig en gedisciplineerd wordt gereden. Je moet de gaten in de weg kunnen blijven zien. We zullen daarom in twee groepen rijden, zo goed als altijd op de openbare weg ipv de fietsstroken. Deze zijn te slecht en gevaarlijk.
Leuven – Mauberge 120 km, door Ton Vreeker Na een goed ontbijt vervolgen wij onze reis naar Parijs. Iedereen was op tijd zodat wij vlot op weg konden door een glooiend landschap dat veel op dat van Limburg lijkt. Na zo’n 20 km komen we in Wallonië aan waar wij door talloze kleine dorpen fietsen naar Ittre. We zitten nu in Vlaams Brabant. Wij hebben deze keer geen koffie met gebak, maar een bananerstop. Na een korte pauze gaan wij weer verder naar de lunch in Ronquires nabij een bijzondere overhaal. De lunch bestaat uit broodjes en soep met apart geserveerde ballen, precies 5 voor iedereen. Dit op verzoek van Rudy Twisk, die steeds klaagde dat er in zijn soep nooit ballen zaten. Na de lunch werd er een bezoek aan de overhaal gebracht, waar de schepen niet door middel van water het hoogteverschil overbruggen maar in bakken. Tijdens de verdere rit kwamen er nog enkele korte klimmetjes die werden vergezeld door 2
keer een afgelopen ketting en diverse lekke banden. Gelukkig hadden wij goed weer, 20 graden en af en toe een zonnetje. Na ongeveer 120 km arriveren wij in Mauberge bij het Ibis Hotel waar wij genoten van een wel verdiende warme douche en een biertje. Voor het diner liepen wij naar een verderop gelegen Chinees restaurant, hier kon er gekozen worden uit een lopend buffet of een Wok-buffet. Gretig werd er gebruik gemaakt van beide mogelijkheden en liet een ieder het zich goed smaken. Na het diner werd er nog een korte wandeling gemaakt en daarna ging het terug naar Hotel waar wij nog naar het EK-voetbal hebben gekeken. Na de voetbal werd het tijd om op stok te gaan want de volgende dag moet er weer gefietst worden. Daar ik niet zo’n schrijver ben, is het goed dat het verhaal wat Anjo elke avond verteld, is toegevoegd.
Het verleden en nu langs de route – Anjo Douma Landschappelijk is de streek de eerste 70 km. mooi: landbouwgebieden, veel groen en vergezichten vanaf de heuvels. De provincie Waals Brabant kent de hoogste inkomens van Wallonië. We dan zitten ook in de omgeving van Brussel met veel forensendorpen. Later op de dag komen we in het veel armere deel van Wallonië. Na 60 km. arriveren we in Ronquires voor de lunch. We zitten dan direct voor een bezienswaardigheid: “het hellend vlak van Ronquires”. Het gaat hier om een overhaal die 60 mtr. hoogte overbrugd in het kanaal Charleroi – Brussel. De overhaal is 1.400 mtr. lang (we klimmen er ook evenwijdig aan omhoog) met een totaal verval van 68 mtr. Twee scheepsbakken van 85 bij 12 mtr. rijden als wagons over de rails met daarin de schepen die moeten worden overgezet. Dit “hellend vlak” is zoiets als de Noord – Zuid lijn van België. Het is tweemaal zo duur geworden als begroot bij de bouw in 1968. Het gebruik is vrijwel direct na de in gebruik name als snel verminderd. Je mag blij zijn als je toevallig de overhaal in gebruik ziet. Maar goed we hebben, tijdens en/of direct, na de lunch even gelegenheid het complex te bezichtigen. (per fiets).
Na bij Ronquires het hoogteverschil te hebben overbrugd, komen we in de provincie Henegouwen. Vroeger was dit een graafschap dat doorliep tot in Noord Frankrijk. We zitten nu aan de rand van de Ardennen. We komen de eerste 40 km dan ook in het armere deel van Wallonië. We zien verarmde, verveloze woningen, leegstaande winkels door de teloorgang van woningbouw en industrie. De mijnafval heuvels zijn overwoekerd met onkruid en groen en er tussen vind je platteland. We zitten dus in de Borinage. De Borinage was de mijnstreek en de streek van de staalindustrie. Vroeger, rond de 19e eeuw trokken veel mensen uit het arme Vlaanderen en Noord Frankrijk hier naar toe om werk te vinden. Uitbuiting was hun lot. Er ontstond een grote en strijdbare arbeidersklasse, die nu nog zijn stempel drukt op België. Nu is het na de sluiting van de mijnen in de 60 en 70tiger jaren, de meest verpauperde streek van België. We zien hier uitgestorven plaatsen, leegstand en verpaupering van woningen en straten. Hier manifesteert zich de tegenstelling tussen Wallonië en
Van Alkmaar naar Parijs Vlaanderen en de weerzin van de Vlamingen om hiervoor te betalen. Een prachtige beschrijving over het leven in één van die plaatsen, Hornu, vond ik op Internet. Werkloosheid is hier cultuur geworden. Ca 25% van de bevolking werk niet en dit al enkele generaties lang. Het gemiddelde werkloosheidspercentage over heel Wallonië is 16 % In de Borinage meer dan 25%. Ten opzichte van 5 % in Vlaanderen. Tijdens de mijnbouw ontstond hier al een strijdbare arbeidersklasse, die opkwam voor rechten. Nu is uit deze arbeidersklasse een geheel nieuwe klasse ontstaan. Mensen van allerlei nationaliteiten die overleven door een in stand gehouden systeem van fraudering met uitkeringen en zwart werk. Die fraudering ontstaat door bv. scheiding aan te vragen, zodat je en dubbele uitkering krijgt, terwijl er zeker nog één van zwart werkt. Degenen die zgn. uit huis gaat, huurt een kot in een leegstaand groter gebouw, waar de investeerder via vriendjespolitiek een vergunning voor heeft gekregen. Men houdt er een simpel principe op na. Vroeger buitte de staat de arbeiders uit, nu buiten wij de staat uit. Een groot cultuurverschil met Vlaanderen. De verpaupering houdt men bewust in stand om niet te laten zien dat men over geld beschikt. De armoe moet zichtbaar zijn. Maar ondertussen staan er grote auto’s voor de deur en zitten in het weekend de restaurants vol. Dit alles wordt beschermd door een politiek patronagesysteem van de socialistische partij en zakenlui. Men stemt hier op mensen met connecties, die het systeem in stand houden.
De grootste stad is hier Bergen/Mons. We fietsen er vlak langs. Mons kent een lange geschiedenis, al vanaf de 7e eeuw wonen er mensen. In de middeleeuwen behoorde het tot de Zuidelijke Nederlanden. In de 80 jarige oorlog is in en rond de stad net zoveel bloed gevloeid als in de Noordelijke Nederlanden. De bewoners kamen hier in opstand tegen Alfa die de stad aan alle kanten uitmergelde en penningen oplegde. Ook in de eerste en tweede wereldoorlog is er veel bloed gevloeid, mede omdat hier het industriële hart van België lag. In Mons zijn een aantal bezienswaardigheden als de Grote Markt en het Stadhuis. Misschien nog bekender is dat Mons de uitvalsbasis is van de NAVO (militaire basis Shape) Van hieruit worden wereldwijd alle commando’s voor alle NAVO operaties uitgevoerd. Na 105 km. steken we de grens over met Frankrijk. Ook zonder grensovergangen, zie je dit vanzelf. De wegen worden direct beter en we komen in de uitgestrekte landbouwgebieden van Noord Frankrijk. Het is dan nog maar 15 km. naar Maubeuge, de eerste grote stad van Noord Frankrijk die wij tegenkomen. Maubeuge ligt in de vallei van de rivier de Sambre. Ook in dit deel van Frankrijk is de industrie en mijnbouw in verval. Hierbij Maubeuge ongeveer het meest Oostelijke deel en Roubaix / Lille het meest westelijke deel, zuidelijk van de grens met België. Ondanks dit verval zien we in Maubeuge ook veel reconstructies. We slapen in het IBIS hotel. Ook hier zal gelden, na aankomst eerst douchen, daarna kunnen we bij een tegenoverliggend café de dorst lessen en in Maubeuge zelf het diner gebruiken.
Van Alkmaar naar Parijs Dag 4 woensdag 20 juni Vandaag de langste etappe naar Compiegne. 155 km. De koffiestop is na 46 km in Etreux. De lunch gebruiken we in Tergniers op 100 km. Hoewel het vandaag de langste etappe is, is het naar onze mening niet de zwaarste. We gaan weliswaar door glooiend landschap met af en toe een beklimming, maar de beklimmingen zijn minder steil en minder lang. In de voorbereiding hebben wij de etappe vrij ontspannen kunnen fietsen. Ook omdat we hebben genoten van de landschappelijkheid en de verstilde kleine dorpen van niet meer dan 300 inw. Je komt nauwelijks meer winkels of voorzieningen tegen. Het gebied schakelt over van industrie naar toerisme. Je ziet bv. veel fietsroutebordjes.
Maubeuge – Compiegne, door Jan Karsten
Was een dag zoals je die alleen ……. Het is vandaag de vierde dag op weg naar de Parijs en tevens de langste etappe. Na een uitgebreid en smakelijk ontbijt in het Ibis hotel gaan we om 8 uur van start. Het is zwaar bewolkt weer, zodat de mouwtjes goed van pas komen. We zijn nog maar een paar kilometer onderweg als bij het eerste klimmetje Anneke den Ouden een beroep moet doen op Nico, onze professionele bandenwisselaar. Ondanks de aanzienlijk betere kwaliteit van de wegen hier in Frankrijk “regent” het bijna lekke banden. Tijdens deze etappe zal er welgeteld 11 keer “lek” worden geroepen. Om gek van te worden …, maar gelukkig verlopen de bandenwissels snel en vakkundig en loopt het tijdschema geen averij op. Onze wegcaptain Willem blijft onverstoorbaar een dusdanig mooi tempo volgen, waarmee de groep een gezellige conversatie kan blijven voeren. Ik heb met name met (ex-collega) Ton Vreeker de nodige en gezellige nieuwtjes uit kunnen wisselen tijdens deze tocht. Na zo’n uurtje fietsen breekt de zon door en kunnen de mouwtjes worden afgedaan. Heerlijk fietsweer!! We fietsen door een boeiend, glooiend landschap en passeren diverse verstilde kleine dorpjes. Sporadisch zien we mensen op straat, maar als we ze tegenkomen groeten ze ons heel enthousiast. We doorkruisen een agrarisch gebied met o.a. uitgestrekte korenvelden. Na zo’n 50 km was er een koffiestop gepland in Etreux. Helaas stond er geen koffie voor ons klaar en was er geen gebak besteld door de barkeeper. Wat was er namelijk aan de hand. De avond hiervoor was een 18-jarige vriend van de zoon van de café-eigenaar verdronken in het kanaal na afloop van een BBQ-avond. In de algehele consternatie was de koffie-afspraak in het slop geraakt. Na enige improvisatie hebben we desondanks toch kunnen nog genieten van een “grande café”. Na Etreux gaan we met heerlijk zonnig weer verder op de pedalen. We passeren wederom tal van kleine (“uitgestorven”) dorpjes. We komen uit bij het kanaal de la Sambre, dat de Maas met de Oise verbindt en volgen dit kanaal via een 10 km lang slecht onderhouden fietspad dat bezaaid is met vele kuilen en gaten. Het slechte wegdek leidt tot een aantal lekke banden. We zien de bus met Sam en Yvon pas weer terug bij de lunchstop in Tergnier. De lunch wordt genoten bij restaurant Le Mon Cadet in de buitenlucht
onder tentdoek en parasols, omdat de zon anders behoorlijk op onze bolletjes zou branden. We krijgen (pompoen?)soep geserveerd, waar extra zout en peper er nog enige smaak aanbrengt. De uiterst vriendelijke serveerster kon van haar schort na afloop ook wel soep koken. De royaal aangevoerde flessen cola vinden gretig aftrek met dit weer en de klaargemaakte stokbroodjes met ham of kaas smaken prima. Er is voldoende, zodat de hongerigen onder ons nog een extra broodje mee konden nemen. We worden vriendelijk door de “hofhouding”uitgezwaaid en beginnen aan de resterende 55 km naar Compiègne. We arriveren om 17.30 uur bij ons hotel in Compiègne. In onze iets gedateerde kamer kunnen we ons lekker verfrissen, waarna we een wandeling maken naar het dichtbij gelegen centrum. Compiègne ligt op 80 kilometer ten noordoosten van Parijs, op het punt waar de rivieren de Aisne en de Oise bij elkaar komen. Het stadhuis aan het stadsplein heeft een gotische gevel en een opvallende klokkentoren. Het ruiterstandbeeld dat centraal in de gevel staat is van Lodewijk XII. Elk kwartier wordt de klok geluid door de drie “Picantins” in de gevel voor de torenspits. De St. Jacobkerk (Eglise St.-Jacques), 100 meter rechts van het stadhuis, is van oudsher een halte aan de pelgrimsweg naar Santiago de Compostela. In 1235 werd met de bouw begonnen. Op 23 mei 1430 is Jeanne d'Arc binnengekomen via een kleine deur om te bidden; dit was de dag voor haar arrestatie in Compiègne. Heden ten dage is deze deur dichtgemetseld. De kerkramen komen uit de negentiende eeuw en geven de voornaamste gebeurtenissen van de stad weer. Het orgel uit de 18e eeuw is 2000 pijpen groot. We hebben een kaarsje opgestoken, omdat alles tot nu toe zo goed is verlopen. Het Kasteel van Compiègne (Château de Compiègne) is gebouwd door koning Karel V, en heeft in de achttiende eeuw definitief vorm gekregen onder Lodewijk XV en Lodewijk XVI. Lodewijk XIV en Lodewijk XV hielden er grote feesten. Ook Napoleon I en Napoleon III hielden er hof. In de Eerste Wereldoorlog was hier het Franse hoofdkwartier een tijd gevestigd. De voorkant is indrukwekkend. Het plein voor het kasteel is sinds 1977 de startlocatie van de wielerklassieker Parijs-Roubaix.
Van Alkmaar naar Parijs Op advies van Anjo Douma bezoeken we een bar bij het busstation. In tegenstelling tot de binnenstad worden hier normale prijzen gehanteerd. Voordat we aanschuiven voor het diner hebben we hier onze vochtbalans enigszins in balans kunnen brengen met een heerlijk tapbiertje. Het geserveerde diner was van een dusdanige goede kwaliteit dat er een goed glas wijn bij hoorde. Lekker…!!!
Anjo houdt de gebruikelijke briefing voor de komende dag m.b.t. tot de route en de bezienswaardigheden onderweg. We maken nog een (uitbuik)wandeling naar het centrum, waarna we deze (bijna) langste dag volmaken op hetzelfde buitenterras als vanmiddag. Conclusie: het was een prachtige dag met een mooie route door een glooiend landschap met veel verstilde dorpjes.
Het verleden en nu langs de route – Anjo Douma We zitten in de streek Picardië in Noord Frankrijk, dat zich van hier tot aan de monding van de Oise nabij het nauw van Calais uitstrekt en zuidelijk tot aan Parijs. Als snel nadat we Maubeuge hebben verlaten gaan we iets omhoog. We verlaten de vallei van de Sambre. De eerste 25 km is het meest glooiende gedeelte van de hele rit. In Picardië fietsen we door de groene valleien van de Somme en de Oise. Het is een fietsgebied bij uitstek. Glooiend landschap met vlaktes, bos en de nodige mooie dorpjes. Picardië staat ook bekend om zijn kastelen en kathedralen. Wij zien daar op onze tocht helaas niet zoveel van. Overigens ook het industriële deel missen we. Het is hier vooral het agrarisch deel. De mooiste wouden liggen bij Compiegne en ter hoogte van Senlis. Dat zien we morgen. Etreux is de plaats waar we koffie drinken. Het is een klein dorp van 1.500 inwoners, maar wel met een café en een kerkplein met wat winkels. De plaats kent bevolkingsafname. In 15 jaar tijd is de bevolking hier met 25% teruggelopen. Het belangrijkste wat over Etreux valt te vermelden is de bloedige loopgraven strijd die hier tijdens de WO I heeft plaatsgevonden. Etreux was toen onderdeel van de slag om Mons, al in augustus 1914. Bij het station vind je een monument met de herinnering aan een hele divisie van 120 man die hier is uitgeroeid in een strijd van slechts 14 uur. Ik geloof dat we langs het monument fietsen. Overigens de gehele streek van Noord Frankrijk en Zuidelijk België heeft veel te lijden gehad onder de eerste WO. Er hebben hier heel veel zinloze veldslagen plaatsgevonden. De bekendste zitten echter bij Verdun (100 km Oostelijker), daar wemelt het van de oorlogsmonumenten en de ere- begraafplaatsen. Na Etreux gaan we verder tot aan de lunchstop. We passeren weer tal van kleine dorpen en regelmatig zien we de rivier de Oise liggen. Voor de lunchstop komen we uit bij het kanaal de la Sambre. Dit kanaal verbindt
via de Sambre, de Maas met de Oise, zodat je tot aan de kust kunt doorvaren. Het kanaal is 71 mtr. lang, heeft 38 bruggen/sluizen en is alleen geschikt voor kleine boten tot 38 mtr. lengte. Wij fietsen ca. 10 km. langs dit kanaal om uit te komen in Tergnier. Als we aankomen in Tergnier zie je al dat dit een centrumgemeente is. Het wordt drukker en door de plaats loopt een drukke verkeerader, waaraan winkels, bedrijven en restaurants liggen. Tergnier is zelf geen fraaie plaats. De plaats telt 15.000 inw. Maar goed er zijn niet veel restaurants in dit gebied en na 100 km. lust je wel wat. Na de lunchstop is het nog 55 km. naar Compiegne. We komen weer langs talrijke mooie dorpen, o.a. ook in Varesnes en Noyon. Vooral uit deze streek zijn in de 16e eeuw veel Hugenoten naar de Nederlanden gevlucht als gevolg van de Sint Bartolomeusnacht (1572) toen duizenden protestanten zijn vermoord. Compiegne is één van de grotere steden van Noord Frankrijk. Het ligt ook aan de A 1. De snelweg Lille – Parijs. In Compiegne komen de rivier ‘d Aisne en ‘d Oise samen. Ons hotel ligt direct aan de rivier ‘d Aisne. De laatste 10 km fietsen we langs de rivier. Compiegne heeft een groot aantal bezienswaardigheden, zoals “het Woud van Compiegne” (waarover morgen meer), de Sint Anthoniskerk en het gelijknamige plein met onder meer ook het Stadhuis en rechts van het stadhuis de St. Jaqueskerk, een halte voor pelgrims op weg naar Santiago de Compostella. Het plein ligt enkele honderden meters van het hotel verwijderd. Dus we kunnen rustig een kijkje nemen. Op het plein gaat ook de jaarlijkse Parijs – Roubaix van start. Ook voor dit hotel geldt: na aankomst douchen. Voor het lessen van de dorst naar één van de terrassen op het Sint Anthonisplein. Dat is wel duur, maar het plein moet je wel even zien. We kunnen ook bij het station, direct achter het hotel wat drinken. Hier zijn terrassen met meer normale prijzen.
Van Alkmaar naar Parijs Ook de 4e dag werd de winkel van Nico goed bezocht. Onderweg werden de deelnemers door de fans toegejuigd. Het peleton denderde voort naar de lunch in Etreux bij “Le Mon Cadet” Daarna gaat het verder naar Compiegne
De 5e dag worden de koffers weer geladen en worstelen wij ons door het drukke verkeer en Compiege uit en gaan via een prachtig bos verder om s’avonds in Parijs te arriveren.
Onderweg was het genieten van het mooie Franse landschap
Van Alkmaar naar Parijs Dag 5 donderdag 21 juni Vandaag de laatste etappe naar Parijs, met een stop op ca. 50 km. De etappe vandaag is niet lang, maar 100 km. Maar er zitten wel enkele klimmetjes in en bovendien is het een etappe waar we niet erg kunnen opschieten. Vaak zullen we wat rustig moeten rijden, vooral als we dichter bij Parijs komen. We verwachten dat we omstreeks 15.00 uur in ons hotel zullen arriveren. Het hotel ligt direct aan de Pheriferique bij Port de la Villette. Het is een Bed en Breakfast hotel en draagt ook de naam de la Villette. Het voordeel van dit hotel is uiteraard dat we hier snel en volgens goede wegen Parijs binnen kunnen fietsen. Dat geldt zowel voor vandaag als morgen, maar ook dat we zaterdag binnen drie minuten op de A1 zitten. We kunnen in het hotel dus geen diner gebruiken, het beschikt ook niet over een terras, maar dat is niet zo erg, omdat daar in de directe omgeving voldoende mogelijkheden voor zijn. We blijven twee nachten in dit hotel en we gebruiken het avondeten ook twee keer in hetzelfde restaurant.
Compiègne – Paris, door Klaas Roos Donderdag 21 juni 2012; ik heb de pen overgenomen van Jan Karsten. Daarbij dacht ik “Na gister hoef ik niet over lekke banden te schrijven”. Hoe nader zou het zijn. De vroege vogels onder ons hadden het ’s ochtends vroeg hard horen regenen. Zelf heb ik daar, mede dankzij mijn herriestoppers niks van gehoord. Toen ik wakker werd motterde het nog een beetje, om korte tijd later helemaal droog te worden. Het zou een korte etappe van 95 kilometer worden naar Parijs, dus het vertrek stond om 10.00 uur gepland. Hans de Waard stond meteen al lek en ikzelf moest mijn achterband flink oppompen en toen konden van start. Compiègne is onder de wielerliefhebbers natuurlijk bekend als startplaats van Parijs – Roubaix. Gelukkig gingen wij naar het zuiden en niet naar de kasseien in het noorden. De route voerde eerst ruim 10 kilometer door het bos van Compiègne naar het zuiden. In dit bos werd in 1918 in een treinwagon de wapenstilstand tussen Duitsland en Frankrijk getekend. Om de Fransen te treiteren haalden de Duitsers in 1940 diezelfde wagon uit het museum en lieten daar de Fransen de voor hen vernederende wapenstilstand tekenen. Om te voorkomen dat de Duitsers op hun beurt hun overgave in diezelfde wagon zouden moeten tekenen, hebben ze hem kort voor het einde van de tweede wereldoorlog vernield. Na ruim 10 km fietsen over de kaarsrechte wegen in het bos kwamen we weer in open veld. Na een stukje provinciale weg, waar we even op Sam moesten wachten zagen we een prachtig Frans dorpje op een kleine heuvel liggen. Echt zo’n dorpje waar Wim Sonneveld over zong. We konden er even van genieten, want we hadden een aantal lekke banden kort achter elkaar. We vervolgden onze route om de drukke snelweg A1 Parijs-Lille te kruisen. Daar lag een mooi lopende klim op ons te wachten. Voor de echte klimmers had de organisatie een nog pittiger route in petto. Inmiddels was het zonnetje flink gaan schijnen, dus het kostte een paar zweetdruppeltjes om boven te komen. Aangezien Hans weer lek reed, konden we boven een tijdje van het uitzicht op de A1 en de wijde omgeving genieten. Zelf had ik de “easy-way” omhoog genomen. Deze voerde vlak langs de parkeerplaats “Aire de Roberval” langs de
A1. Op die plaats heb ik met vrouw en kinderen, op weg naar ons vakantieadres in Zuid Frankrijk in het verleden vaak gestaan om te tanken en om even te rusten. Daarbij hebben we dus altijd uitgekeken over het weggetje waar ik nu omhoog fietste. Nadat het bandje weer geplakt was konden we weer verder. We reden nu op een heuvelrug en hadden een prachtig uitzicht over de graan- en bietenakkers en de bossen van NoordFrankrijk. Daarbij viel het hier ook weer op, hoe stil en verlaten het Noord-Franse landschap is. Inmiddels was het een uur of één geworden en dan beginnen de magen te knorren en dus tijd voor de lunch. Nu kan bruin bij Alcmaria Victrix veel trekken, maar de prijzen van de plaatselijke horeca niet. De organisatie had daarom een picknick bedacht. In de buurt van Abbaye de Chalais en de Mer de Sable had onze onvolprezen voorrijder en verkenner Willem een mooie picknickplaats gevonden. Gelet op het groot aantal bussen wat daar stond, kennelijk een plaatselijke toeristische trekpleister. Met bomen als bescherming tegen de zon en bij pech tegen regen. In ons geval vielen er een paar spettertjes, maar dat stelde niks voor. Iedere fietser werd van een halve meter stokbrood met ham en kaas voorzien en dan hoor je ze ook even niet. Tijdens deze stop ontmoetten we een jongeman op een trekkingbike die alleen onderweg naar Spanje was. Hij vroeg of we wat water hadden. Dat hadden we niet, maar wel wat krachtiger spul. We waarschuwden hem voor onverwacht hoge snelheden. Het gesprek komt als fietsers onder elkaar al snel op materiaal en zo. Hij wreef ons nog even in dat hij nog geen enkele lekke band had gehad, mazzelpik. Nadat we hem voorzien hadden van een banaantje (uit de Franse super) en een Snelle Jelle (puur Hollands) ging hij weer zijns weegs. Nog eventjes en dan zijn we in Parijs dachten we. Ik reed lek en vlak voor de laatste serieuze klim van de dag nog een keer. Dat laatste binnenbandje had er nog geen half uur ingezeten. Die laatste klim was lastig, omdat er middenin een stoplicht zat waar je het ritme kwijt raakte. Na deze klim reden we weer boven op een heuvelrand met een weids uitzicht. Vlak boven ons de vliegtuigen die met de wielen uit zich klaarmaakten op
Van Alkmaar naar Parijs vliegveld Charles de Gaulle. Door het weidse uitzicht had je ook goed zicht op het weer. Het peloton koesterde zich daar lekker in het zonnetje, maar boven Parijs een hele fraaie cumulonimbus, of te wel een donderwolk. Gerrit Hiemstra zou zijn vingers er bij aflikken. Nog niks aan de hand, maar we zouden dat wolkje nog tegen komen! Parijs naderde, maar hoe loods een peloton van 30 fietsers veilig de drukke wereldstad Parijs in? Wel men graaft rond 1810 -1820 een kanaal (Canal de l’Ourq), laat dat anderhalve eeuw liggen en leg er dan een fietspad langs. Uiteraard met de Franse slag, zodat een schilderachtig en rommelig geheel ontstaat. Nadat wegkapitein Willem ons van de laatste veiligheids instructie had voorzien gingen we op weg om dit kanaal 23 kilometer te volgen tot bijna aan het hotel. Het zouden me de kilometertjes wel worden. Na een kilometer of tien werd het donker en nog donkerder. Lag dat aan de bomen of was er wat anders aan de hand? Opeens kwam de aap uit mouw. Onze vriend Cumulonimbus had ons stiekem achtervolgd en stortte zijn inhoud over ons uit, donder, bliksem, hagel en een onvoorstelbare hoeveelheid regen. Eerst maar eens geschuild onder een brug. Daar kregen we gezelschap
van een klasje kinderen met kano. Helemaal doorweekt en aan de gezichten kon je zien dat ze het niet leuk meer vonden. De regen minderde een beetje, dus met regenjackjes aan op weg voor het laatste stukje.
Kennelijk vond onze vriend Cumulonimbus dat een leuk spelletje, want hij zette de achtervolging in en kreeg ons nog een keer te pakken. Dus wederom onder een brug geschuild. Na een tijdje gaf hij de moed op en konden we onder wat gespetter verder. De plassen op de weg waren wel heel diep en dat maakte het laatste eind gevaarlijk. De organisatie had een picknick in een parkje voor ons in petto, maar die was door de hoosbuien letterlijk in het water gevallen. Het hotel lag aan de overkant van het kanaal en via een spekgladde brug en nog gladdere stenen vervolgden we onze weg. In Parijs kunnen ze ook wat ze in Amsterdam kunnen, namelijk een weg opbreken, dat maakte het vinden van het laatste stukje lastig. Toch hebben Willem en PietHein ons na een aantal hectische momenten voor de deur van het B&B Hotel afgezet. Klasse mannen! Eerst de bagage neergezet en vervolgens de fietsen op drie diep onder het hotel in een hok opgeborgen en jawel hoor lekke band nummer vier van die dag. Benieuwd of ik daar clubkampioen mee word. Eenmaal boven werden we toch nog verrast met wijn, stokbrood en Franse Kaas. Inmiddels was het tegen zessen en dan is een warme douche heerlijk. B&B was ook letterlijk een bed en een ontbijtje, zodat we voor het avondeten moesten verkassen naar een restaurant in de buurt, l’Orange Bleue. Op hun website staat de uitspraak: La terre est bleue comme une orange” (de aarde is blauw als een sinaasappel). Ik heb geprobeerd het te begrijpen, maar ben er niet uit gekomen. Het eten was echter heerlijk en werd opgediend door een Sjef van Oekel look a like. Volgens ons was hij net zo oud als Sjef van Oekel, maar bleek slechts 58 jaar oud te zijn. Het eten smaakte echter goed en het rode wijntje ging er ook wel in. Ten slotte hadden we het gehaald! Vanuit het restaurant zijn we in een kroegje in de wijk Pantin beland om nog een EK wedstrijdje mee te pikken. Dit kroegje was typisch Pantin, een smeltkroes van culturen, Frans en Noord-Afrikaans. Om twaalf uur ratelen de luiken naar beneden, maar binnen werd er vrolijk doorgetapt. Om half één lag ik in mijn bedje, het einde van een mooie maar heftige dag. Tenslotte nog een weetje over Pantin: in Pantin zijn van 1923 tot 1981 de Motobecane racefietsen gemaakt.
Het verleden en nu langs de route – Anjo Douma Direct na de start rijden we Compiegne uit en komen in het Woud van Compiegne. Gisteren hebben we er al een deeltje van gehad. Vandaag fietsen we nog 15 km langs rechte wegen door dit bos. Zo’n groot bos, woud, zie je maar weinig. Het woud heeft dan ook een oppervlakte van 15.000 ha. Het is een indrukwekkend paradijs voor fietsers, wandelaars, jagers, doorspekt met historie. We zien majestueus, volgroeide, metershoge bomen. Het is het derde grootste bos van Frankrijk, aangelegd in de tijd van de Zonnekoning Lodewijk de XIV. De talrijke rechte paden zijn aangelegd om het de windhonden gemakkelijker te maken. Sinds Lodewijk XIV was het al de uitvalsbasis voor Koninklijke jachtpartijen en het
schijnt nu nog zo te zijn dat als je iets hoort fluiten, je beter kunt bukken. De Fransen schijnen op alles te schieten en niets te kunnen raken. De talrijke paden zijn op de kruispunten voorzien van hoge witte wegwijzers. Soms zie je kruisingen naar 6 of 8 verschillende richtingen. Na het woud van Compiegne komen we langs een aantal idyllische plaatsjes, prachtig gelegen tussen de heuvels en in het groen. Je gaat je afvragen waar je de heuvels nu over moet, want het is duidelijk dat hier een massief ligt dat we moeten oversteken. Willem zal aangeven wanneer we dat gaan doen. Via een drukkere weg moeten we achter elkaar fietsend dit
Van Alkmaar naar Parijs massief over. Een stevig klimmetje van ongeveer 2 km. Meteen daarna zien we de kenmerkende open ruimte van het agrarisch gebied in Noord Frankrijk. We slingeren een aantal keren onder de A 1 door, totdat we in de bosrijke omgeving van Ermenonville aankomen. Hier zullen we pauzeren. De plaats zelf is klein, maar de omgeving is prachtig. We zijn in het bos van Rousseau. Zo genoemd om dat Rousseau hier vaak verbleef. Jean Jacques Rousseau was één van Frankrijks grootste filosofen en politici. Hij was ook botanicus. Rousseau heeft samen met Montesquie heel veel invloed gehad op de Franse revolutie. Het begrip vrijheid, gelijkheid en broederschap kwam voort uit zijn filosofieën over het Verlichtingsdenken van Rousseau. In het bos van Rousseau ligt ook het kasteel, annex hotel restaurant Ermenonville. De koffie zullen we hier ivm de hoge prijzen niet gebruiken. Het wordt vooral gebruikt voor dure party’s. Maar het kasteel beschikt over een prachtige kasteeltuin en achter het kasteel een heel grote vijver met een prachtig aangelegde Engelse tuin. Misschien kunnen we er nog iets van zien. Misschien dat we in één van de naastgelegen restaurants de koffie kunnen gebruiken. Dat doen we dan op de bonne fooi omdat we tijdens onze voorbereiding niets konden regelen in verband met de vakantietijd in augustus. Parijs is dan op slot. In ieder geval zullen we de lunch deze keer zelf meenemen en een picknick organiseren. Na Ermenonville is het nog zo’n 10 km, als we het bordje Ile de France tegenkomen. Dit is de regio waar
ook Parijs in is gelegen. Oorspronkelijk was Ile de France in de Middeleeuwen het domein van de koning van Frankrijk. Het betekent letterlijk “eiland van Frankrijk” omdat het als een schiereiland gelegen is tussen de rivieren de Oise, Seine, Ourq en Marne. In deze regio wonen 18% van alle Fransen. Totaal zo’n 12 miljoen. We komen nu in de forensendorpen van Parijs. Dit zijn de rijkere plaatsen. Veel groene dorpen met vrijstaandeen eengezinswoningen met een tuin. In die zin lijkt het niet op de beruchte Parijse voorsteden. Zo’n 25 km voor de finish komen we dan aan bij het kanaal van de Ourq. Hier loopt een fietspad vrijwel recht tot aan ons hotel. Beter en veiliger kunnen we niet in Parijs aankomen. Naarmate we Parijs naderen, zien we de voorsteden en de industriële gebieden. Het fietspad zelf is vrij rustig. Wel moeten we af en toe een brug oversteken, wat zal leiden tot oponthoud voor de achterste fietsers. Rustig aan dus voor de voorrijders Na 25 km. arriveren we in de wijk Pantin. Voor 90% allochtoon. Je ziet er erg veel Noord Afrikanen en immigranten uit het Franstalige deel van Afrika. Je ziet een informeel en erg levendig stadsdeel. Niemand schijnt hier te werken. Het is rommelig maar je kunt er goed bivakkeren. Het eten is goed en de terrassen kun je goed gebruiken om de dorst te lessen. Na aankomst in het hotel, gaan we weer eerst douchen. Daarna zoeken we een terras op. Tussen 18.00 en 19.00 uur gaan we dan naar het restaurant waar we de warme maaltijd krijgen geserveerd.
Van Alkmaar naar Parijs Dag 6 vrijdag 2 juni Parijs, door Ad den Ouden Na een dag met veel wind, drie heftige buien, de rest van de tijd mooi weer en vele lekke banden zijn we dan toch eindelijk in Parijs gearriveerd. En iedereen was toch wel een beetje of behoorlijk zenuwachtig toen we aan onze trip door Parijs begonnen, Maar onder de bezielende leiding van onze gidsen Irene en Philipe bleek dat bijzonder goed te gaan. Parijs blijkt namelijk steeds fietsvriendelijker te worden. Aparte fietspaden en busbanen die ook door fietsers gebruikt mogen worden maken het fietsen in Parijs tot een mooie belevenis. Maar ook het gedrag van de overige verkeersdeelnemers draagt zeker bij aan het fietsplezier. In twee groepen zijn we langs allerlei bezienswaardigheden gefietst. Om er enige te noemen: De joodse wijk, Le Marais (moeras in het Frans) die aanvankelijk buiten de stadsmuren lag, omdat de joodse burgers niet in de stad mochten wonen. Le Marais is een wijk van Parijs, verdeeld over het IIIe en IVe arrondisement. De buurt die vroeger vooral werd gekenmerkt door groothandels, lederwaren huisvest tegenwoordig veel uitgaansgelegenheden voor homo’s. In de wijk ligt de Place des Vosges. Oorspronkelijk een toernooiveld van een Franse koning, waarvan ik de naam even kwijt ben, die gek was op toernooien en waarvan de uitgedaagde echter niet mocht winnen. Een uitdaging door de koning stond dus gelijk aan een doodvonnis. Tot het laatste duel waarbij er iets mis ging. Je kunt nu eenmaal niet altijd winnen. Aan het plein liggen het Picasso museum, het huis van Victor Hugo, het voormalige paleis van voornoemde koning,
aan de ene kant van het plein en nu hotel des sens, en het paleis van zijn vrouw aan de andere kant. Maar ook de etage van commissaris Maigret ‘zou aan dit plein gelegen hebben’. De relatie tussen de koning en de koningin had nog wel iets pikants, maar aangezien dit blad geen pornoblaadje is moeten belangstellenden dat maar opzoeken op internet. Van de Place des Vosges zijn wij via het Centre Pompidou en Onder het Louvre door met de nodige uitleg richting Eiffeltoren gereden. Centre Pompidou is een museum voor moderne kunst uit de categorie: “Ieder president wil zijn sporen in Parijs achterlaten.” Het Louvre is echt een enorm museum dat je, mocht je een exclusief verjaardagsfeestje willen, kunt afhuren. Je kunt dan alles zonder wachtrijen bekijken. Niet dat dat veel helpt, want het museum heeft zoveel stukken dat als je bij elk schilderij of voorwerp tien seconden blijft staan, je drie maanden nodig hebt om alles te bekijken. En dan wel dag en nacht doorwerken. Uiteindelijk zijn we beland bij de Eiffeltoren waar we heerlijk gepicknickt hebben. Hier hebben wij afscheid genomen van onze gidsen. Op de weg terug zijn we uitstekend begeleid door Willem en Anjo., die ons via de Tour Mont Parnasse hebben teruggebracht naar het hotel. Vanaf de Tour Mont Parnasse, een torenflat van 210 m hoog hadden we een schitterend uitzicht over heel Parijs, zodat we met een gerust hart kunnen zeggen dat we heel Parijs hebben gezien. Een mooie afsluiting van De tocht Alkmaar-Parijs 2012 van Alcmaria Victrix.
Parijs, door Yvonne van Nimwegen Sam en ik hebben ook meegefietst in Parijs. Wij hadden onze fietsen meegenomen in onze bus om deze dag in Parijs al fietsend mee te kunnen beleven. Het was dan ook een geweldige belevenis en ervaring.Trots fietste ik mee met de groep in mijn mooie shirtje en genoot met volle teugen van deze fantastische stad. Het was wel oppassen om met een zodanig grote groep te fietsen. Uitkijken voor paaltjes, glas op de weg en vele andere opstoppingen in de smalle straten. Ik raakte gauw gewend, fietste lekker mee en werd goed beschermd door de groep. We hebben mooie dingen gezien onderweg, gefietst op de brug over de Seine, langs de glazen piramide bij het Louvre, heel bijzonder. Picknicken vlak bij de Eifeltoren met een heerlijk zonnetje erbij. Op dit afgesproken tijdstip, kwam er uit het niets een Bestelwagentje aanrijden en loste voor ons (30 personen) goed gevulde wraps en frisse gemengde salades, alles keurig per persoon verpakt, met een frisdrankje erbij en dat smaakte allemaal heel prima. Er zijn veel foto’s gemaakt op deze plek en natuurlijk ook de groepsfoto. Het is wel geprobeert maar toch niet helemaal gelukt om iedereen inclusief Willem de Maré op één foto te krijgen. Desalnietemin zijn er toch mooi plaatjes geschoten. Nog een stukje verder gefiets om dan van het uitzicht te genieten over de gehele stad op het dak van het Montparnassegebouw. Na terugkomst in het hotel hebben we nog een lekker tapbiertje gedronken in de kroeg om de hoek en ’s avonds weer gedineerd in Rest. l’Orange Bleue, waar de tweelingbroer van Sjef van Oekel ons weer prettig bediende. Lekker balletje gehakt met pasta en verse groente.
Van Alkmaar naar Parijs Dag 7 zaterdag 3 juni. De terugreis naar Alkmaar – Yvonne van Nimwegen Deze morgen op tijd de fietsen en tassen ingeladen in de bus. Na het ontbijt zijn wij vertrokken richting Alkmaar. Sam kreeg gezelschap in zijn bus van Rob, Menno en Anton om hem wakker te houden en hem af en toe een pepermuntje te geven. Zij volgden ons de snelweg op en bleven de “Van Diepenbus” in de gaten houden. De stemming in de bus was wat tammig, ik denk dat allen het jammer vonden dat deze “Tour de Paris” te einde was. Je leeft er eigenlijk wel lang naar toe, je legt er geld voor opzij, de conditie wordt op peil gehouden en alle andere nodige voorbereidingen etc….. en dan is het ook zomaar weer voorbij. Ook de melige bijdrage van de chauffeur kon ons maar moeilijk aan het lachen krijgen. 2x zijn we nog gestopt onderweg, 1x voor de koffie en 1x voor de lunch. Rond 15.00 uur arriveerden we in Alkmaar bij het Wielerstadion, waar partners, kinderen en kleinkinderen ons blij verwelkomden. In de kantine werd nog even nagepraat, de dorst gelest en werd iedereen van de organisatie bedankt zoals we dat gewend zijn. Wij kunnen terugkijken op een geweldige week. Ik bevond mij weer in een zeer prettig gezelschap. Bravo voor de fietsers, Alkmaar-Parijs, 700 km gefietst in 5 dagen, petje af! Ook Sam heeft ons weer veilig van plek naar plek gereden, geassisteerd bij het banden plakken en mij de gelegenheid gegeven om onderweg snoepjes uit de delen en deze mooie foto’s te kunnen maken. Routebeschrijvingen, koffie-, lunch- en hotelboekingen waren weer prima geregeld. Kortom, wat een goed team zijn we toch! Merci et Au Revoir!
Van Alkmaar naar Parijs
Van Alkmaar naar Parijs