User’s Manual
Manuel d’utilisation Bedienungsanleitung Manual de usuario Manuale d'istruzioni Gebruiksaanwijzing Instruções do Proprietário 㝜⇫㖖◦ ꩡ끞ꐺ Bruksanvisningens Руководство пользователя Regulatory models: W60, W61
010-0757-00 DISPERINDAG No. 0287/1.824.51/09.03
This page left blank intentionally
Projector
IN5122/IN5124 Gebruiksaanwijzing
Dank u voor het aankopen van deze projector. WAARSCHUWING ►Lees alle handleidingen voor dit product voordat u het gebruikt. Lees eerst de Veiligheidsinstructies. Bewaar de handleidingen op een veilige plaats om ze later te raadplegen.
Over deze handleiding Er worden diverse symbolen gebruikt in deze handleiding. De betekenis van die symbolen wordt hieronder beschreven. WAARSCHUWING Dit symbool geeft informatie aan die, indien genegeerd, door onjuist gebruik mogelijk lichamelijk letsel of zelfs de dood tot gevolg zou kunnen hebben. VOORZICHTIG Dit symbool geeft informatie aan die, indien genegeerd, door onjuist gebruik mogelijk lichamelijk letsel of zelfs de dood tot gevolg zou kunnen hebben. OPMERKING Hier wordt andere belangrijke informatie verschaft. Gelieve de pagina’s te raadplegen die vermeld worden bij dit symbool. N.B. • De informatie in deze handleiding kan zonder bericht worden veranderd. • De producent neemt geen verantwoordelijkheid voor enige fouten die in deze handleiding kunnen voorkomen. • Reproductie, overdracht of kopie van alle of enig onderdeel van dit document is niet toegestaan zonder uitdrukkelijke geschreven toestemming. Erkenning handelsmerk • Mac® is een geregistreerd handelsmerk van Apple Inc. •W indows®, DirectDraw® en Direct3D® zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de VS en/of in andere landen. • VESA en DDC zijn handelsmerken van de Video Electronics Standard Association. •H DMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC. in de Verenigde Staten en andere landen. • H et handelsmerk PJLink is een handelsmerk waarvoor handelsmerkenrechten zijn aangevraagd in Japan, de Verenigde Staten en andere landen en gebieden. • Blu-ray Disc is een handelsmerk. Alle andere handelsmerken zijn eigendom van de respectievelijke eigenaars. 1
Inhoud
Inhoud
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 De inhoud van de verpakking controleren . . . . 3 Namen onderdelen . . . . . . . . . . . . . . 4 Instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Uw apparaten aansluiten . . . . . . . . . . 9 De stroomtoevoer aansluiten . . . . . . 14 Via de beveiligingsbalk en sleuf . . . . . . 14 Afstandsbediening . . . . . . . . . 15 Batterijen plaatsen . . . . . . . . . . . . . . 15 Over het afstandsbedieningsignaal . . . . 15 Gebruik als een eenvoudige pc-muis & knoppenbord . . . . 16 Stroom aan/uit . . . . . . . . . . . . 17 De projector aanzetten . . . . . . . . . . . 17 De projector uitzetten . . . . . . . . . . . . 17 In werking . . . . . . . . . . . . . . . 18 Volume aanpassen . . . . . . . . . . . . . 18 Tijdelijk het geluid uitzetten . . . . . . . 18 Een invoersignaal selecteren . . . . . . 18 Een aspectverhouding selecteren . . . . 19 Aanpassen van de verhoging van de projector . . . . . . . 20 De lens instellen . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Via de automatische aanpassingsfunctie . . . . 22 Vervorming corrigeren . . . . . . . . . . . . . 23 Het scherm tijdelijk leegmaken . . . . 25 De menufunctie gebruiken . . . . . . . . 26 BASISMENU . . . . . . . . . . . . . . 28 Aanzichtverhouding, Auto keystone, Keystone, Keystone, Hoekcorrectie, Voorinstellingen, Lage stroom, Plafond, Projectie achter scherm, Reset, Filteruren resetten, Taal, Geavanceerd, Afsluiten
INSTELLING menu . . . . . . . . . 38 Auto keystone, Keystone, Keystone , Hoekcorrectie, Lage stroom, Plafond, Projectie achter scherm, Energiebesparingsmodus, Standaard monitor-output
AUDIO menu . . . . . . . . . . . . . . 41 Volume, Ingebouwde luidsprekers, Audiobron, HDMI-ruis annuleren, Mic niveau, Mic volume
SCHERM menu . . . . . . . . . . . . 43 Taal, Positie menu, Blank, Opstartlogo, Nieuw vastleggen, Vastlegvergrendeling, Berichten weergeven, Naam van bron, Lineaalregels, Gesloten Titels
OPTIE menu . . . . . . . . . . . . . . 49 Autom. brondetectie, Auto keystone, AC Stroom Aan, Autom. opstarten, Usb type b, Gebruiksleutel, Bronnen, Opstartbron, Service
NETWERK menu . . . . . . . . . . . 57 Instellen, Projectornaam, Mijn beeld, Amx d.d., Presentatie, Netwerkinfo, Netwerk opnieuw starten
VEILIGHEID menu . . . . . . . . . 64 Veiligh. pasw. veranderen, Wachtwoord snapshot, Pin lock, Transitie detector, Wachtw. mijn tekst, Mijn tekst weerg., Mijn tekst bijw. Veiligheid.indicat, Overlap vergrendel
Presentatiemanieren . . . . . . . 70 Presentatie ZONDER PC . . . . . . . 70 Miniatuurmodus, Volledige schermmodus, Slide showmodus, Afspeellijst USB-weergave . . . . . . . . . . . . . . . . 79 Rechtsklikmenu, Zwevende menu, Het venster Opties
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . 82 De lamp vervangen . . . . . . . . . . . . . 82 Helder, Contrast, Gamma, Het luchtfilter reinigen en vervangen . . . . 84 Kleurtemperatuur, Kleur, Tint, Scherpte, Andere verzorging . . . . . . . . . . . . . . 86 Actieve iris, Voorinstellen gebruiker Oplossingen vinden . . . . . . . . 87 BEELD menu . . . . . . . . . . . . . . 33 Gerelateerde berichten . . . . . . . . . . 87 Aanzichtverhouding, Overscan, Verticale Over de controlelampjes . . . . . . . . . 89 positie, horizontale positie, fase, Naspeuren, Alle instellingen resetten . . . . . . . . . 90 Autom.aanpas.uitvoeren Fenomenen die gemakkelijk voor SOURCE menu . . . . . . . . . . . . 36 machinedefecten aangezien kunnen worden . . . . 91 Specificaties . . . . . . . . . . . . . 95 Film detecteren, Ruisonderdrukking video, FOTO menu . . . . . . . . . . . . . . . 30
Kleurvariatie, Video standaard, Computer-in, Resolutie 2
Inleiding
Inleiding Kenmerken De volgende kenmerken van deze projector bieden u uitgebreide gebruiksmogelijkheden. ü D eze projector heeft diverse I/O aansluitingen die het toestel geschikt maken voor vrijwel elk zakelijk gebruik. De HDMI aansluiting biedt ondersteuning voor diverse beeldapparatuur via een digitale interface voor helderder beelden op het scherm. ü Deze projector is uitgerust met een 2,0x optische zoomlens, met horizontale en verticale lensshift, waardoor deze gemakkelijk te plaatsen is. ü Indien u een USB-opslagapparaat zoals een USB-stick in de USB TYPE A-poort steekt en de poort selecteert als de inputbron, kunt u beelden zien die op het medium zijn opgeslagen. ü De projector kan worden bediend en gevolgd via een LAN-verbinding. ü De ingebouwde 16W luidspreker beschikt over voldoende geluidsvolume voor een grote ruimte als een klaslokaal zonder externe luidsprekers.
De inhoud van de verpakking controleren Raadpleeg a.u.b. de Inhoud van de verpakking in de Snelstartgids in boekvorm. Uw projector wordt met de hier weergegeven artikelen geleverd. Neem contact op met uw dealer indien er onderdelen missen. N.B. • Bewaar de originele verpakkingsmaterialen voor toekomstige herverzending. Gebruik altijd de originele verpakkingsmaterialen wanneer u de projector transporteert. Wees extra voorzichtig met de lens. • De projector kan een ratelend geluid maken wanneer deze wordt gekanteld, verplaatst of bewogen, wat veroorzaakt wordt door de beweging van de luchtregelingsklep binnenin de projector. Dit duidt niet op een storing of een defect.
3
Inleiding
Namen onderdelen Projector (1) Lampbehuizing (&82) De lampeenheid zit aan de binnenkant. (2) Luidsprekers (x2) (&13, 41) (3) Filterkapje (&86) Het luchtfilter en de luchtinlaatopening zitten aan de binnenkant. (4) Verstelvoetjes (x2) (&20) (5) Verstelknoppen (x2) (&20) (6) Afstandsbedieningssensor (&15) (7) Lens (&86) (8) Lensafdekkapje (9) Luchtinlaatopeningen (10) Bedieningspaneel (&5) (11) Lens regelaar ingang (&5) Regelaars voor de lens bevinden zich achter de ingang. (12) AC IN (AC-ingang) (&14) (13) Luchtuitlaat (14) Achterpaneel (&5) (15) Beveiligingsbalk (&14) (16) Uitsteeksel
WAARSCHUWING ►Maak geen panelen van het apparaat open, tenzij dit in de handleiding wordt voorgeschreven. ►De projector niet blootstellen aan instabiele omstandigheden. ►Stel het product niet aan schokken of stoten bloot. ►Kijk niet in de lens en de openingen van de projector wanneer de lamp brandt. ►De kapjes uit de buurt houden van kinderen en huisdieren. Zorg dat ze de kapjes niet inslikken. Raadpleeg bij inslikken onmiddellijk een arts voor spoedopname. VOORZICHTIG ►Raak de lens niet aan rond de lampbehuizing en de ventilatieopeningen tijdens gebruik of net na gebruik, want het is te heet. ►Gebruik alleen de lens deksel van deze projector en niets anders, want dit kan schade aan de lens veroorzaken, zoals het smelten van de lens. (vervolgd op volgende pagina) 4
Inleiding
Namen onderdelen (vervolg)
Bedieningspaneel en Lens regelaars (1) Lens regelaar ingang (2) FOCUS-ring (&21) (3) ZOOM-ring (&21) (4) HORIZONTAL (horizontale) regelaar (&21) (5) VERTICAL (verticale) regelaar (&21) (6) LOCK (horizontale lensshift vergrendeling) (&21) (7) STANDBY/ON-knop (&17) (8) SOURCE-knop (&17) (9) MENU-knop (&26) (10) SECURITY-controlelampje (&69) (11) LAMP-controlelampje (&90) (12) TEMP-controlelampje (&90) (13) POWER-controlelampje (&90)
LOCK
STANDBY/ON
SOURCE
MENU
SECURITY LAMP TEMP POWER
Achterpaneel (&9 ~ 13) (1) LAN-poort (2) USB TYPE A-poort (3) HDMI™-poort (4) USB TYPE B-poort (5) MIC-poort (&13) (6) AUDIO IN1-poort (7) AUDIO IN2-poort (8) AUDIO IN3 (L, R)-poorten (9) AUDIO OUT (L, R)-poorten (10) COMPUTER IN1-poort
(vervolgd op volgende pagina)
(11) COMPUTER IN2-poorten (&12) (G/Y, B/Cb/Pb, R/Cr/Pr, H, V) (12) REMOTE CONTROL-poort (13) MONITOR OUT-poort (14) CONTROL-poort (15) COMPONENT-poorten (Y,Cb/Pb, Cr/Pr) (16) VIDEO-poort (17) S-VIDEO-poorten (18) Beveiligingsgleuf (&14)
5
Inleiding
Namen onderdelen (vervolg) Afstandsbediening (1) STANDBY/ON-knop (&17) (2) HELP-knop (3) MENU-knop (&26) (4) UP/▲-knop (&26) (5) PREVIOUS PAGE/◄-knop (&26) (6) SELECT-knop (&26) (7) NEXT PAGE/► -knop (&26) (8) DOWN/▼ -knop (&26) (9) VOLUME +-knop (&18) (10) CUSTOM-knop (&51) (11) SOURCE -knop (&18) (12) VOLUME - -knop (&18) (13) BLANK-knop (&25) (14) PRESETS -knop (&28) (15) MUTE-knop (&18) (16) AUTO IMAGE-knop (&22) (17) RESIZE-knop (&19)
6
Instellen
Instellen Installeer de projector volgens de omgeving en de wijze waarop de projector zal worden gebruikt. Wanneer de projector op een speciale manier wordt gemonteerd, zoals aan het plafond, hebt u het voorgeschreven montagemateriaal (&Specificaties in de Snelstartgids) en mogelijk professionele hulp nodig. Raadpleeg uw dealer voor verdere informatie over de installatie van de projector.
Opstellen Bekijk de onderstaande tabellen T-1 en T-2 (in de Snelstartgids) om de schermgrootte en projectie-afstand te bepalen. De waarden die in de tabel staan, zijn gebaseerd op een volledige beeldgrootte. Ⓗ × Ⓥ : De schermgrootte ⓐ : Projectie afstand (vanaf de onderkant van de projector) ⓑ , ⓒ : Schermhoogte
Bovenkant van projector
Onderkant van projector
WAARSCHUWING ►Installeer de projector daar waar u gemakkelijk toegang hebt tot de power uitgang. Mocht de projector vreemd werken, haal dan meteen de stekker uit het stopcontact. Anders kan het brand of elektrische schokken veroorzaken. ►De projector niet blootstellen aan instabiele omstandigheden. Als de projector valt of omver wordt gelopen, kan dit letsel en/of schade aan de projector en omliggende voorwerpen veroorzaken. Het gebruik van een beschadigde projector kan vervolgens resulteren in brand en/of elektrische shock. • Plaats de projector niet op een instabiel oppervlak, zoals hellende vlakken, trillende ondergronden, op een wankele tafel of wagentje, of op een oppervlak dat kleiner is dan de projector. • Plaats de projector niet op zijn zijkant, voor- of achterkant. • Niets op de projector plaatsen of er aan vastmaken tenzij anders in de handleiding vermeld. • Gebruik geen montageonderdelen die niet door de fabricant verstrekt zijn. Lees de handleiding van het montagemateriaal en bewaar deze voor eventuele naslag. • Raadpleeg eerst uw dealer voor u het toestel op een speciale manier gaat installeren, bijvoorbeeld aan het plafond. 7
Instellen
Opstellen (vervolg) WAARSCHUWING ►Installeer de projector niet in de buurt van warmtebronnen of brandbare voorwerpen. Voorwerpen verhit door de projector kunnen brand of brandwonden veroorzaken. • Plaats de projector niet op een metalen ondergrond. ►Plaats de projector nergens waar hij nat kan worden. De projector nat laten worden of een vloeistof in de projector laten lopen kan vuur, elektrische schok en storing aan de projector veroorzaken. • Plaats de projector niet in de nabijheid van water, zoals in een badkamer, keuken of zwembad. • Plaats de projector niet buiten of bij een raam. • Plaats niets wat vocht bevat in de nabijheid van de projector.
VOORZICHTIG ►Plaats de projector in een koele ruimte en zorg dat er voldoende ventilatie is. De projector zal automatisch worden afgesloten of storing veroorzaken als de temperatuur binnenin het toestel te hoog is. Het gebruik van een beschadigde projector kan vervolgens resulteren in brand en/of elektrische shock. • Plaats de projector niet in direct zonlicht of in de nabijheid van hete objecten zoals verwarming. • Bewaar een ruimte van 30 cm of meer tussen de zijkanten van de projector en andere objecten zoals muren. • Plaats de projector niet op tapijt, kussens of beddegoed. • De ventilatoropeningen van de projector niet verstoppen, blokkeren of op een andere manier bedekken. Plaats niets in de buurt van de ventilatieopeningen van de projector dat aan de ventilatoren kan kleven of erin gezogen kunnen worden. • De projector niet blootstellen aan magnetische velden, hierdoor kan storing aan de koelventilatoren in de projector ontstaan. ►Vermijd het plaatsen van de projector in een rokerige, vochtige of stoffige ruimte. De projector in dergelijke ruimtes plaatsen kan brand, elektrische schokken en storing aan de projector veroorzaken. • Plaats de projector niet in de buurt van luchtbevochtigers. Vooral bij een ultrasonische luchtbevochtiger is het mogelijk dat er chloor en mineralen die in het kraanwater zitten geatomiseerd worden en in de projector terechtkomen, met een verslechtering van de beeldkwaliteit of andere problemen tot gevolg. • Plaats de projector niet in een rokerige ruimte, keuken, gang of bij een raam. OPMERKING • Positioneer de projector dusdanig dat direct licht op de afstandsbediening van de projector wordt voorkomen. • Zet het product niet op een plaats waar dit radio-interferentie kan veroorzaken. • Houd hittegevoelige voorwerpen uit de buurt van de projector. Anders kunnen deze beschadigd worden door de hitte van de projector. 8
Instellen
Uw apparaten aansluiten
Raadpleeg, voor u de projector op een apparaat aansluit, de gebruiksaanwijzing van het apparaat om er zeker van te zijn dat het apparaat geschikt is om op projector aan te sluiten en zorg ervoor dat u de juiste hulpstukken hebt, zoals een kabel met het juiste signaal. Neem contact op met uw dealer wanneer het vereiste accessoire niet bij het product is geleverd of als het accessoire beschadigd is. Controleer of de projector en alle andere apparaten zijn uitgeschakeld en maak dan de verbinding overeenkomstig de volgende instructies. Zie de afbeeldingen op de hierna volgende pagina’s. Lees ook eerst de Netwerkhandleiding voordat u de projector op een netwerk aansluit. WAARSCHUWING ►Gebruik alleen geschikte accessories. Anders kan er brand ontstaan of kunnen het apparaat en de projector beschadigd raken. • Gebruik alleen de gespecificeerde accessoires of aanbevolen door de fabrikant van de projector. Het is mogelijk dat er aan bepaalde normen moet worden voldaan. • De projector en de accessoirs niet uit elkaar halen of wijzigen. • Gebruik geen beschadigde accessories. Wees voorzichtig dat niet de accessoires schade. Leg de kabels zo dat er niet over gelopen wordt of dat de kabels klemgedrukt worden. VOORZICHTIG ►In geval van een kabel met een ader aan een uiteinde, sluit u het uiteinde met de ader aan op de projector. Dit is mogelijk vereist door EMI-voorschriften. N.B. • De functie van sommige input poorten kan overeenkomstig uw eisen ingesteld worden. Raadpleeg de referentiepagina vermeld naast elke poort in onderstaande afbeelding. • Zorg ervoor dat u een connector niet op een verkeerde poort aansluit. Dit kan defecten in het apparaat of de projector veroorzaken. - Bij het aansluiten dient u zich ervan te vergewissen dat de vorm van de kabelaansluiting in de aansluitingspoort past. - Draai de schroeven strak op de aansluitingen met de schroeven. - Gebruik de kabels met rechte pluggen en niet die met L-vormige pluggen, want de ingangspoorten van de projector zijn verzonken. Over Plug-and-Play-capaciteit • Plug-and-Play is een systeem bestaande uit een computer, het besturingssysteem en de randapparatuur (bijv. weergaveapparaten). Deze projector is compatibel met VESA DDC 2B. Plug-and-Play kan worden gebruikt door deze projector aan te sluiten op een computer die compatibel is met VESA DDC (display data channel). - Benut deze functie door een computerkabel aan te sluiten op de COMPUTER IN1-poort (compatibel met DDC 2B). Plug-and-Play werkt mogelijk niet correct wanneer u enig ander type aansluiting uitprobeert. - Gebruik de standaarddrivers in uw computer, want deze projector is een Plugand- Play-monitor. (vervolgd op volgende pagina) 9
Instellen
Uw apparaten aansluiten (vervolg) Computer
N.B. • Raadpleeg, voor u de projector op een computer aansluit, de gebruiksaanwijzing van de computer en controleer de compatibiliteit van het signaalniveau, de synchronisatiemethodes en de verstuurde displayresolutie naar de projector. -S ommige signalen hebben mogelijk een adapter nodig voor invoer in deze projector. - Sommige computers hebben meerdere schermafbeeldingmodi die mischien signalen bevatten die niet door deze projector ondersteund worden. - Hoewel de projector signalen kan weergeven met een resolutie tot WUXGA (1920x1200), wordt het signaal omgezet naar de resoluten van het projectorpaneel voordat het wordt weergegeven. De beste weergave wordt bereikt wanneer de resolutie van de invoersignalen en die van het projectorpaneel identiek zijn. • Indien u deze projector op een notebook aansluit, moet u de display uitvoeren naar een externe monitor, of tegelijkertijd uitvoeren naar de interne display en een externe monitor. Raadpleeg de computermanual voor de instellingen. • Afhankelijk van het inputsignaal, kan de automatische aanpassingsfunctie van deze projector enige tijd in beslag nemen en niet correct functioneren. - Merk op dat een Composite Sync signaal of Sync-on-green signaal de automatische aanpassingsfunctie van deze projector kan verstoren (35). -A ls de automatische aanpassingsfunctie niet correct functioneert, is het mogelijk dat u het dialoogvenster om de displayresolutie in te stellen, niet ziet. In dat geval moet u een externe display gebruiken. U kunt het dialoogvenster zien en de geschikte displayresolutie instellen. 10
Instellen
Uw apparaten aansluiten (vervolg) Computer
Toegangspunt
USB-opslagapparaat
VOORZICHTIG ►Zorg ervoor dat u de toestemming hebt van de netwerkbeheerder voor u de projector op een netwerk aansluit. ►Sluit de LAN-poort niet aan op een netwerk met een te hoge elektrische spanning. ►Gebruik, voor u het USB-opslagapparaat uit de poort van de projector verwijdert, de functie VERWIJDER USB op het thumbnailscherm om uw gegevens te beveiligen. (&73) N.B. • Als een te groot USB-opslagapparaat de LAN-poort blokkeert, gebruikt u een USB-verlengingskabel om het USB-opslagapparaat aan te sluiten. (vervolgd op volgende pagina)
11
Instellen
Uw apparaten aansluiten (vervolg) VCR/DVD/Blu-ray discspeler Digitaal video apparaat
N.B. • De HDMI™ poort van dit model past bij de HDCP (High-bandwidth Digital Content Protection) en is dus in staat een videosignaal weer te geven uit de HDCP geschikte DVD spelers en dergelijke. - De HDMI™ ondersteunt de volgende video signalen: 480i@60,480p@60,576i@50,576p@50,720p@50/60,1080i@50/60,1080p@50/60 - Deze projector kan aangesloten worden op andere apparatuur die een HDMI™ aansluitmogelijkeheid heft, maar met sommige apparatuur werkte de projector mogelijk niet goed, bijvoorbeeld geen video. - Vergewist u zich ervan een HDMI™ kabel met HDMI™ logo te gebruiken. - Wanneer de projector is aangesloten op een apparaat met een DVI connector, gebruikt u een DVI tot HDMI™ kabel om aan te sluiten op de HDMI™ ingang. (vervolgd op volgende pagina)
12
Instellen
Uw apparaten aansluiten (vervolg) Luidsprekers (met een versterker)
Microfoon
Monitor
Bedrade afstandsbediening (los verkrijgbaar)
N.B. • Als de luidspreker een luid feedbackgeluid produceert, moet u de microfoon verder van de luidspreker wegzetten.
Microfoonfunctie • U kunt een dynamische microfoon op de MIC-poort aansluiten met een miniplug van 3,5 mm. In dat geval doet de ingebouwde luidspreker dienst als output voor het geluid van de microfoon, zelfs wanneer het geluid van de projector wordt uitgevoerd. U kunt het lijnsignaal in de MIC invoeren van apparatuur zoals een draadloze microfoon. Wanneer u het lijnsignaal in de MIC-poort invoert, selecteer dan HOOG in MIC NIVEAU van het AUDIOmenu. In de normale modus kan het volume van de microfoon afzonderlijk van het volume van de projector worden ingesteld door gebruik te maken van het menu. (41, 42) In de standby modus kan het volume van de microfoon worden ingesteld met de knoppen VOLUME +/- van de afstandsbediening, synchroon met het volume van de projector. (18) Zelfs als het geluid van de projector in de mute stand is gezet door middel van de AUDIOBRON functie (41), is het volume van de microfoon nog in te stellen. In beide standen (standby of normale) kan de MUTE knop van de afstandsbediening voor het geluid van zowel de microfoon als de projector gebruikt worden. (18) • Deze projector ondersteunt geen plug-in power voor de microfoon. 13
Instellen
De stroomtoevoer aansluiten de connector van de stroomdraad in 1. Stop de AC IN (AC-ingang) van de projector. de plug van de stroomdraad stevig in 2. Steek de uitgang. Binnen een paar seconden na de stroomtoevoer verbinding, zal de POWERindicator oplichten en oranje gaan branden.
AC IN Stroomdraad
Gelieve te herinneren dat wanneer de AC Stroom Aan functie is geactiveerd (&49), de verbinding van stroomtoevoer de projector aan zal doen gaan. WAARSCHUWING ►Wees extra voorzichtig wanneer u de stroomdraad aansluit, want onjuiste of gebrekkige aansluitingen kunnen resulteren in brand en/of elektrische schok. • Gebruik alleen de stroomkabel die bij de projector werd meegeleverd. Wanneer die beschadigd is, neem dan contact op met uw dealer om een juiste te verkrijgen. • Stop de stroomdraad enkel in een uitgang van dezelfde voltage als de stroomdraad. De stroomuitgang moet zich dichtbij de projector bevinden en moet gemakkelijk toegankelijk zijn. Verwijder de stroomkabel om hem helemaal los te maken van het apparaat. • Nooit de stroomkabel wijzigen.
Via de beveiligingsbalk en sleuf Een commercieel verkrijgbare antidiefstalketting of -draad kan aan de beveiligingsbalk aan de projector worden bevestigd.Een commercieel verkrijgbare antidiefstalketting of -draad kan aan de beveiligingsbalk aan de projector worden bevestigd. Dit apparaat beschikt ook over de beveiligingssleuf voor het Kensingtonslot. Voor details, zie de handleiding van het beveiligingsgereedschap.
Antidiefstalketting of -draad
Beveiligingsbalk
Beveiligingsgleuf
WAARSCHUWING ►Gebruik de veiligheidsbalk en -sleuf niet om te voorkomen dat de projector valt, want daar zijn ze niet voor gemaakt. VOORZICHTIG ►Plaats de antidiefstalketting of de antidiefstaldraad niet bij de luchtuitlaten. Ze zouden te heet kunnen worden. N.B. • De beveiligingsbalk en de beveiligingsgleuf zijn geen gegarandeerde diefstalpreventiemaatregelen. Ze zijn bedoeld om gebruikt te worden als aanvullende diefstalpreventiemaatregel. 14
Afstandsbediening
Afstandsbediening Batterijen plaatsen Gelieve de batterijen in de afstandsbediening te stoppen voor gebruik. Wanneer de afstandbediening niet goed meer werkt, kunt u dat misschien oplossen door de batterijen te vervangen. Wanneer u de afstandsbediening een lange tijd niet gebruikt, verwijdert u de batterijen uit de afstandsbediening en bewaart u ze op een veilige plek. Hou het haakje van het batterijdeksel 1 2 3 vast en verwijder het deksel. Stop de twee AA-batterijen volgens hun plus- en min-polen zoals aangeduid in de afstandsbediening.
1. 2.
3. Herplaats de batterijklep in de richting van de pijl en klik ze terug op haar plaats. WAARSCHUWING ►Behandel de batterijen altijd met zorg en gebruik ze alleen zoals voorgeschreven. Onjuist gebruik kan resulteren in batterij-explosie, scheurtjes of lekkage, wat kan resulteren in brand, letsel en/of vervuiling van de omgeving. • Gebruik alleen de gespecificeerde batterijen. Gebruik geen batterijen van verschillende types tegelijkertijd. Mix geen nieuwe batterij met een gebruikte. •Z org dat de plus- en min-polen op de juiste plaats zitten wanneer u een batterij plaatst. • Bewaar een batterij uit de buurt van kinderen en huisdieren. • Een batterij niet heropladen, kortsluiten of uit elkaar halen. • Z org dat een batterij niet in vuur of water kan terechtkomen. Bewaar batterijen op een donkere, koele en droge plaats. • Indien u een lekkage constateert bij een batterij, veeg dan het gelekte weg en vervang de batterij. Als het gelekte aan uw lichaam of kledij blijft hangen, spoel het dan onmiddellijk met veel water af. • Houd u aan de plaatselijke wetten over het weggooien van de batterij.
Over het afstandsbedieningsignaal De afstandsbediening werkt met de afstandssensor op de projector. Er zit een afstandssensor op de voorkant van de projector. De sensor neemt de signalen binnen het volgende bereik waar, wanneer de sensor actief is: 60 graden (30 graden aan de linker- en rechterkant van de sensor) binnen een straal van 3 meter.
30° 30° 3m
(Ong.)
N.B. • Het kan mogelijk zijn om het afstandbedieningssignaal te gebruiken dat op het scherm of ergens anders wordt gereflecteerd . Als het moeilijk is om het signaal direct naar de sensor te zenden, probeer dan het signaal te doen reflecteren. • De afstandsbediening gebruikt infraroodlicht om signalen te verzenden naar de projector (Klasse 1 LED), dus zorg dat u de afstandsbediening gebruiktin een ruimte waar geen obstakels staan die het signaal van de afstandsbediening naar de projector kunnen blokkeren. • De afstandsbediening werkt mogelijk niet goed wanneer een sterk licht (zoals direct zonlicht) of licht van zeer korte afstand (zoals een inverterfluorescerende lamp) op de afstandsbediening of projector schijnt. Pas de positie van de projector aan om zulk licht te vermijden. 15
Afstandsbediening
Gebruik als een eenvoudige pc-muis & knoppenbord De bijgeleverde afstandsbediening werkt als een gewone muis en toetsenbord van de computer wanneer de USB TYPE B-poort van de projector op de USB-poort type A van de computer is aangesloten en MUIS is geselecteerd voor USB TYPE B in het OPTIE-menu (50). USB TYPE B-poort
(1) PAGE UP-knop: Druk op de ▲-knop. (2) PAGE DOWN-knop: Druk op de ▼-knop. (3) Linkermuisknop: Druk op de ◄-knop. (4) Rechtermuisknop: Druk op de ►-knop.
(1) (3)
(4) (2)
OPMERKING ►Als u de functies van de eenvoudige muis en het knoppenbord niet gebruikt zoals het hoort, kan uw apparatuur beschadigd worden. Sluit dit apparaat alleen op een computer aan terwijl u deze functie gebruikt. Raadpleeg de handleidingen van uw computer voordat u dit product op uw computer aansluit. N.B.
Wanneer de functie van de eenvoudige muis & knoppenbord van dit apparaat niet naar behoren functioneert, controleer dan het volgende. • Wanneer een USB-kabel deze projector verbindt met een computer die een ingebouwde aanwijzer heeft (b.v. trackball), zoals een laptop, open dan het BIOS-menu, selecteer vervolgens de externe muis en blokkeer de ingebouwde aanwijzer, want de ingebouwde aanwijzer heeft mogelijk voorrang op deze functie. • Windows 95 OSR 2.1 of hoger is vereist voor deze functie. Ook werkt de functie mogelijk niet als gevolg van de configuraties en muisdrivers van de computer. Deze functie kan gebruikt worden met computers die algemene USB muizen of toetsenborden kunnen aansturen. • U kunt geen dingen doen zoals twee knoppen tegelijkertijd indrukken (bijvoorbeeld om de muisaanwijzer diagonaal te doen bewegen). • Deze functie wordt alleen geactiveerd als de projector goed werkt. In de volgende gevallen is deze functie niet beschikbaar: - Terwijl de lamp opwarmt. (Het POWER lampje knippert groen.) - Als de USB TYPE A of USB TYPE B poort is geselecteerd. - Als er op het beeldscherm BLANK(25), Lineaalregels(47) of MIJN BEELD(60) wordt weergegeven. - Als er een menu op het beeldscherm wordt weergegeven. - Als gebruik wordt gemaakt van de cursorknoppen om het geluid of beeldschermfuncties te regelen, zoals het instellen van het geluidsvolume, het corrigeren van de keystone, het aanpassen van de beeldpositie en het vergroten van het scherm.
16
Stroom aan/uit
Stroom aan/uit De projector aanzetten na of de stroomdraad stevig en correct is 1. Ga aangesloten op de projector en de uitgang. u ervan dat het POWER2. Vergewist controlelampje oranje brandt (89).
STANDBY/ON-knop POWER-controlelampje STANDBY/ON
SOURCE
MENU
Verwijder daarna de lensdop.
SECURITY LAMP TEMP POWER
3.
Druk op de STANDBY/ON-knop op de projector of de afstandsbediening. De projectielamp zal oplichten en het POWERcontrolelampje zal in groen beginnen te knipperen. Wanneer de stroom volledig ingeschakeld is, zal de indicator stoppen met knipperen en een bestendig groen schijnen (89). Om het beeld weer te geven, selecteert u een een invoersignaal volgens de sectie Een invoersignaal selecteren (18).
De projector uitzetten op de STANDBY/ON-knop op de projector of de afstandsbediening. Het 1. Druk bericht "Stroom uitschakelen?" zal 5 seconden op het scherm verschijnen. opnieuw op de STANDBY/ON-knop terwijl het bericht verschijnt. 2. Druk De projectorlamp zal uitgaan en het POWER-controlelampje zal in oranje
3.
beginnen te knipperen. Vervolgens zal het POWER-indicator stoppen met knipperen en een bestendig oranje schijnen wanneer de lampkoeling is voltooid (89). Bevestig de lenskapje, nadat de POWER-indicator oranje gaat branden.
Schakel de projector niet in gedurende ongeveer 10 minuten of meer na het uitschakelen. Schakel de projector ook niet meteen uit nadat deze is ingeschakeld. Hierdoor kan de lamp defect raken of kan de levensduur van sommige onderdelen, waaronder de lamp, worden verkort.
WAARSCHUWING ►Een sterk licht wordt uitgestraald zodra de stroom naar de projector wordt ingeschakeld. Kijk niet in de lens van de projector of in de binnenkant van de projector door een opening van de projector. ►Raak de lens niet aan rond de lampbehuizing en de uitlaatopeningen tijdens gebruik of net na gebruik, want die is te heet. N.B. • Schakel de stroom aan/uit in de juiste volgorde. Schakel de projector in voordat u de aangesloten apparaten inschakelt. • Deze projector heeft de functie die de projector automatisch kan laten aan/uitschakelen. Gelieve te verwijzen naar de AC Stroom Aan (49) en Autom. opstarten (50) onderdelen van het OPT. menu.
17
In werking
In werking
VOLUME+/- -knop
Volume aanpassen de VOLUME+/VOLUME- -knop om het volume aan te passen. 1. Gebruik Een dialoog zal verschijnen op het scherm om u te helpen bij het
aanpassen van de volume. Zelfs indien u niets doet, zal de dialoog automatisch verdwijnen na een paar seconden. ●A ls wordt geselecteerd voor de huidige beeldinvoerpoort, wordt de volumeaanpassing geblokkeerd. Raadpleeg het onderdeel AUDIOBRON van het menu AUDIO (41). ● Zelfs als de projector in de stand-bymodus staat, kunt u het volume regelen indien aan de volgende twee voorwaarden is voldaan: - Een andere optie dan is geselecteerd voor STANDBY onder AUDIOBRON in het AUDIO-menu (41). -U itgeschakeld is geselecteerd voor Energiebesparingsmodus in het INSTELLEN-menu (40). ● In de standby modus kan het volume van de microfoon worden ingesteld met de knoppen VOLUME +/- van de afstandsbediening, synchroon met het volume van de projector (18).
Tijdelijk het geluid uitzetten
MUTE-knop
op de MUTE-knop op de afstandsbediening. 1. Druk Er zal een dialoog op het scherm verschijnen die aangeeft dat u het geluid hebt uitgeschakeld. Om het geluid te herstellen, drukt u op de MUTE-, VOLUME+ of VOLUME- -knop. Zelfs indien u niets doet, zal de dialoog automatisch verdwijnen na een paar seconden.
● Als wordt geselecteerd voor de huidige beeldinvoerpoort, wordt het geluid altijd uitgezet. Raadpleeg het onderdeel AUDIOBRON van het menu AUDIO (41). ●G esloten Titels wordt automatisch ingeschakeld wanneer het geluid gedempt is en ingangssignalen die G.B. bevatten binnenkomen. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer het signaal NTSC is voor VIDEO of S-VIDEO, of 480i@60 voor COMPONENT, COMPUTER IN1 of COMPUTER IN2, en wanneer AUTO is geselecteerd voor WEERGEVEN in het Gesloten Titels menu onder het SCHERM menu (48).
Een invoersignaal selecteren
op de knop SOURCE op de projector of de 1. Druk afstandsbediening. Ledere keer dat u op de knop drukt,
schakelt de projector de invoerpoort over vanaf de huidige poort zoals hieronder.
SOURCE-knop STANDBY/ON
SOURCE
MENU
COMPUTER IN1 COMPUTER IN2 LAN VIDEO USB TYPE A
S-VIDEO COMPONENT (Y, Cb/Pb, Cr/Pr)
USB TYPE B HDMI
● Terwijl SCHAKEL IN wordt geselecteerd voor het onderdeel Autom. brondetectie in het menu OPTIE (49), zal de projector de poorten in de bovenvermelde volgorde blijven controleren tot een invoersignaal wordt gedetecteerd. ●H et kan enkele seconden duren om de beelden van de USB TYPE B-poort te projecteren. 18
In werking
Een aspectverhouding selecteren
op de RESIZE-knop op de afstandsbediening. 1. Druk Iedere dat u op de knop drukt, schakelt de projector tussen
RESIZE-knop
de modi voor de aspectverhouding.
IN5122: AUTO ó 16:10 ó 16:9 ó 4:3 IN5124: AUTO ó Autochtoon ó 16:10 ó 16:9 ó 4:3 Voor een inputsignaal van de LAN, USB TYPE A of USB TYPE B-poort, of als er geen signaal is IN5122: 4:3 (fixed) IN5124: 16:10 (fixed) • De AUTO modus bewaart de original hoogte-breedte verhouding van het signaal.
19
In werking
Aanpassen van de verhoging van de projector Als de plaats waar de projector komt te staan, enigszins ongelijk is aan de linker- of rechterkant, gebruik dan de verstelvoetjes om de projector goed horizontaal te plaatsen. Met behulp van de voetjes kan de projector ook geheld worden om met een geschikte hoek op het scherm te projecteren, door de voorkant van de projector 12 graden of minder te verhogen. Deze projector heeft 2 verstelvoetjes en 2 verstelknoppen. Een verstelvoet is instelbaar door het optrekken van de verstelknop aan dezelfde kant.
1. 2. 3. 4. 5.
erwijl u de projector vasthoudt, drukt u op de T Om een verstelvoetje los te verstelknoppen omhoog om de verstelvoetjes los te maken, duwt u op de verstelknop aan dezelfde kant. maken. Positioneer de voorkant van de projector op de gewenste hoogte. Laat de verstelknoppen los om de verstelvoetjes vast te zetten. Als u zeker weet dat de verhogingsvoetjes vergrendeld zijn, positioneert u de projector Om het fijn in te stellen, draait u voorzichtig. aan het voetje. Indien nodig kunnen de verstelvoetjes handmatig gedraaid worden om ze precies in te stellen. Houd de projector vast wanneer u de voetjes draait.
VOORZICHTIG ►Hanteer de verstelknoppen niet zonder de projector vast te houden, want de projector kan vallen. ►De projector niet op een ander manier hellen dan de voorkant 12 graden of minder te verhogen met behulp van de verstelvoetjes. Als u de projector verder helt dan dat, kan dat storing of levensduurverkorting van onderdelen of de projector zelf veroorzaken.
20
In werking
De lens instellen
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
ebruik de ZOOM-ring om de G schermgrootte aan te passen. Gebruik de FOCUS-ring om het beeld te focussen. Draai de VERTICAL regelaar geheel tegen de klok in. Daarna met de klok mee draaien en de verticale lensshift naar boven instellen. Draai de LOCK regelaar tegen de klok in om de vergrendeling van de HORIZONTAL regelaar los te maken. Draai de HORIZONTAL regelaar met de klok mee of tegen de klok in om de horizontale lensshift in te stellen.
LOCK
FOCUS-ring ZOOM-ring LOCK (horizontale lensshift vergrendeling) HORIZONTAL regelaar VERTICAL regelaar
raai de LOCK helemaal met de klok mee en zet deze vast om de D horizontale lensshift te vergrendelen. Gebruik de FOCUS-ring om het beeld te focussen.
VOORZICHTIG ►Behandel de lens regelaars voorzichtig, want bij schokken is het mogelijk dat de lens niet goed meer werkt. Er is eventueel meer vermogen nodig om de regelaars tot de aanpassingslimieten te brengen. Let op dat u niet teveel vermogen gebruikt. N.B. • Gebruik een Engelse sleutel om de VERTICAL, HORIZONTAL regelaars en LOCK aan te draaien. Als u geen Engelse sleutel bezit, kunt u een platte schroevendraaier gebruiken wat iets meer nauwkeurigheid vereist. • Gebruik de LOCK zodat de lens niet uit de ingestelde horizontale lensshift kan verschuiven. Bij het aanpassen van de verticale lensshift kan de horizontale lensshift verschuiven. Deze projector is niet uitgerust met een vergrendeling voor verticale lensshift.
21
In werking
Via de automatische aanpassingsfunctie
1.
AUTO IMAGE-
knop Druk op de AUTO IMAGE-knop op de afstandsbediening. Als u op die knop drukt, gebeurt het volgende. V oor een computersignaal De verticale positie, de horizontale positie en de horizontale fase zullen automatisch aangepast worden. Zorg dat het toepassingenscherm op de maximale grootte is ingesteld voordat u deze functie probeert. A donkere afbeelding kan nog steeds incorrect ingesteld zijn. Gebruik een helderder beeld wanneer u bijstelt. V oor een videosignaal en s-videosignaal Het meest geschikte video standaard voor het respectievelijke invoersignaal zal automatisch geselecteerd worden. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer AUTOM. wordt geselecteerd voor het puntje Video standaard in het SOURCE-menu (37). De verticale en horizontale positie worden automatisch als standaard ingesteld. Voor een component videosignaal De verticale en horizontale positie worden automatisch als standaard ingesteld. De horizontale fase wordt automatisch aangepast. ● De automatische instelling duurt ongeveer 10 seconden. Let op, dit werkt mogelijk niet goed met sommige input. ● Wanneer deze functie uitgevoerd wordt voor een videosignaal, zal iets extra's verschijnen buiten het beeld verschijnen, zoals een lijn. ●W anneer deze functie voor een computersignaal wordt toegepast, kan er een zwart kader aan de rand van het scherm verschijnen, afhankelijk van het model computer. ● De onderdelen die door deze functie worden aangepast, kunnen varieren wanneer FINE of DISABLE wordt geselecteerd voor het AUTOM.REGEL onderdeel van het puntje SERVICE in het OPTIE-menu (52).
22
In werking
Vervorming corrigeren Om vervormingen van het geprojecteerde scherm te corrigeren kunt u uit drie opties kiezen: Auto Hoeksteen: om de automatische verticale keystone correctie uit te voeren. (&38) HANDLEIDING: hiermee kan de verticale en horizontale keystone aangepast worden. Hoekcorrectie: hiermee kunnen de hoeken en zijkanten van het scherm aangepast worden om vervorming te corrigeren.
N.B. • Het menu of dialoogvenster zal na enkele seconden van inactiviteit automatisch verdwijnen. • Als TRANSITIE DETECTOR op SCHAKEL IN staat, zijn deze functies niet beschikbaar (&67).
Auto Hoeksteen Druk op de menu-toets om het BASISMENU.
1. 2.
Als Auto Hoeksteen ingesteld staat, toont het de automatische verticale keystone correctie door op de ► of SELECT knop te drukken.
HANDLEIDING Druk op de menu-toets om het BASISMENU.
1. 2.
Selecteer de verticale of horizontale keystone ( knoppen.
3.
Gebruik de ◄/► knoppen om de keystone vervorming aan te passen.
/
) met de ▲/▼
23
In werking
Hoekcorrectie Druk op de menu-toets om het BASISMENU. Als Hoekcorrectie staat ingesteld, wordt de Hoekcorrectie getoond door de ► of SELECT knop te drukken. Selecteer een van de aan te passen hoeken of zijkanten met de ▲/▼/◄/► knoppen en druk op de SELECT knop.
1. 2. 3.
4.
Pas het geselecteerde onderdeel aan als hieronder.
● Om een hoek aan te passen, gebruik de ▲/▼/◄/► knoppen om de positie van de hoek aan te passen. ● Om de boven- of onderkant aan te passen, gebruik de ◄/► knoppen om op een willekeurig punt aan die kant te selecteren, en gebruik de ▲/▼ knoppen om de vervorming van de zijkant aan te passen. ● Om de linker- of rechterkant aan te passen, gebruik de ▲/▼ knoppen om op een willekeurig punt van de kant aan te passen, en gebruik de ◄/► knoppen om de vervorming van de kant aan te passen. ● Om een andere hoek of kant aan te passen, druk op de SELECT knop en volg de procedure vanaf stap 4. N.B. • Elke hoek en kant kan afzonderlijk aangepast worden maar in sommige gevallen moet het aangepast worden in combinatie met een andere hoek of kant. Dit is vanwege voorschriften en niet als gevolg van een storing.
5.
24
Om de handeling te beëindigen, druk op de KEYSTONE knop, of ga naar AFSLUITEN in het dialoogvenster met de ▲/▼ knoppen en druk op de ► of SELECT knop. Of op de volgende manier: ga naar TERUG in het dialoogvenster met de ▲/▼ knoppen en druk op de ◄ of SELECT knop om terug te keren naar stap 1 van het menu.
In werking
Het scherm tijdelijk leegmaken
1.
Druk op de BLANK-knop op de afstandsbediening. Het scherm BLANK zal worden weergegeven in plaats van het scherm van het invoersignaal. Raadpleeg het onderdeel BLANK in het menu SCHERM (43). Om het scherm BLANK te verlaten en naar het scherm voor invoersignaal terug te keren, drukt u nogmaals op de BLANK-knop.
BLANK-knop
● De projector gaat automatisch uit de BLANK stand wanneer er op een bedieningstoets wordt gedrukt. VOORZICHTIG ►Als u een leeg scherm wilt hebben terwijl de projectorlamp brandt, gebruik de hierboven beschreven BLANK functie. Wanneer u iets anders doet, is het mogelijk dat de projector wordt beschadigd.
N.B. • Het geluid is niet verbonden met de functie BLANK scherm. Indien nodig, het volume of geluid-uit instellen. Om het scherm BLANK te maken en tegelijkertijd de geluidsweergave uit te schakelen, kunt u de AV DEMPEN functie gebruiken (51).
25
In werking
De menufunctie gebruiken Deze projector beschikt over de volgende menu’s: FOTO, BEELD, SOURCE, INSTELLING, AUDIO, SCHERM, OPTIE, NETWERK, VEILGHEID, en BASISMENU. Het BASISMENU bestaat uit veelgebruikte functies. De andere menu's worden ingedeeld volgens doel en samengebracht als het GEAVANCEERD. Elk van deze menu’s wordt met dezelfde methodes bediend. Terwijl de projector een menu weergeeft, werkt de MENU-knop op de projector net als de cursorknoppen. De basishandelingen van deze menu's zijn als volgt. SELECT-knop
MENU-knop (Cursorknoppen) Cursorknoppen STANDBY/ON
SOURCE
MENU
op de MENU knop om het MENU te openen. Het MENU dat u het laatst 1. Druk hebt gebruikt (BASISMENU of GEAVANCEERD) verschijnt. Meteen na het
2.
26
inschakelen zal altijd als eerste het BASISMENU verschijnen. In het BASISMENU (1) Gebruik de cursorknoppen ▲/▼ om een bedieningsonderdeel te selecteren. Indien het in een GEAVANCEERD wenst te veranderen, selecteert u GEAVANCEERD. (2) Gebruik de cursorknoppen ◄/► om het onderdeel te bedienen. In het GEAVANCEERD (1) Gebruik de cursorknoppen ▲/▼ om een menu te selecteren. Indien het naar BASISMENU wenst te wijzigen, selecteert u BASISMENU. De onderdelen in het menu verschijnen aan de rechterkant. (2) Druk op de cursorknop ► of op de SELECT knop om de cursor naar de rechterkant te verplaatsen. Gebruik de cursorknoppen ▲/▼ om een onderdeel te selecteren dat u wilt gebruiken en druk dan op de cursorknop ► of de SELECT knop om door te gaan. Het bedieningsmenu of dialoogvenster van het geselecteerde onderdeel zal verschijnen. (3) Gebruik de knoppen zoals aangegeven in de OSD om het onderdeel te bedienen.
In werking
De menufunctie gebruiken (vervolg) het MENU te sluiten, drukt u nogmaals op de MENU knop, of u selecteert 3. Om AFSLUITEN en drukt daarna op de ◄ cursorknop of de SELECT knop. Zelfs indien u niets doet, zal de dialoog automatisch verdwijnen na ongeveer 30 seconden. ● Sommige functies kunnen niet uitgevoerd worden wanneer een bepaalde inputpoort wordt geselecteerd of wanneer een bepaald inputsignaal wordt weergegeven. ● Als u in het GEAVANCEERD terug wilt keren naar het vorige scherm, drukt u op de cursorknop ◄ op de afstandsbediening.
Aanduiding op het OSD (schermdisplay)
De betekenis van de woorden op het OSD is als volgt. Aanduiding
AFSLUITEN TERUG
Betekenis
Selecteer dit woord om het OSD-menu te sluiten. Dit is hetzelfde als indrukken van de MENU knop. Selecteer dit woord om naar het vorige menu terug te keren.
ANNULEREN of Selecteer dit woord om de bewerking in het huidige menu te NEE annuleren en naar het vorige menu terug te keren. OK of JA
Selecteer dit woord om de gekozen functie uit te voeren of om naar het volgende menu te gaan.
27
BASISMENU
BASISMENU Vanuit het BASISMENU kunnen de items weergegeven in de onderstaande tabel worden uitgevoerd. Selecteer een onderdeel met de cursorknoppen ▲/▼. Voer vervolgens uit volgens onderstaande tabel.
Onderdeel
Beschrijving
Aanzichtverhouding
Gebruik van de ◄/► knoppen schakelt de modus voor hoogte-breedte verhouding. Zie het Aanzichtverhouding onderdeel in het BEELD menu (33).
AUTO KEYSTONE
Gebruik van de ► knop voert de auto keystone functie uit. Zie het AUTO KEYSTONE onderdeel in het INSTELLING menu (38).
KEYSTONE
Gebruik van de ◄/► knoppen corrigeert de verticale keystone vervorming. Zie het KEYSTONE onderdeel in het INSTELLING menu (38).
KEYSTONE
Gebruik van de ◄/► knopen corrigeert de verticale keystone vervorming. KEYSTONE onderdeel in het INSTELLING Menu (39). Zie het
Hoekcorrectie
Door op de ► knop te drukken wordt het KEYSTONE_ Hoekcorrectie dialoogvenster getoond. Zie het item Hoekcorrectie, in het menu INSTELLING (39). Gebruik van de ◄/► knoppen schakelt de beeldmodus. De beeldmodussen zijn combinaties van GAMMA en Kleurtemperatuur. instellingen. Kies een geschikte modus volgens de geprojecteerde bron. PRESENTATIE ó VIDEO ó DYNAMISCH ó SCOOLBORD GROEN BORD ó BORD ó HELDER
Voorinstellingen
28
PRESENTATIE VIDEO DYNAMISCH SCOOLBORD GROEN BORD BORD HELDER
GAMMA 1 STANDAARD 2 STANDAARD 3 STANDAARD 4 STANDAARD 4 STANDAARD 5 STANDAARD 6 STANDAARD
Kleurtemperatuur 2 MIDDEN 3 LAAG 1 HOOG 4 Hi-HELDER-1 5 Hi- HELDER-2 2 MIDDEN 6 Hi-HELDER-3
• Wanneer de combinatie van GAMMA en Kleurtemperatuur verschilt van de vooraf toegewezen modussen boven, is de weergave op het menu voor de Voorinstellingen "AANGEPAST". Raadpleeg a.u.b. de GAMMA en Kleurtemperatuur (30, 31) onderdelen in het FOTO menu. • Strepen of andere storingen kunnen op het scherm verschijnen wanneer deze functie wordt gebruikt, maar dit duidt niet op een defect.
BASISMENU
Onderdeel
Beschrijving
LAGE STROOM
Gebruik de ◄/► knoppen om de LAGE STROOM uit/in te schakelen. Zie het LAGE STROOM onderdeel in het INSTELLING menu (39).
Plafond Projectie achter scherm
Gebruik van de ◄/► knoppen schakelt de plafondmodus aan/uit. Zie het Plafond onderdeel in het INSTELLING menu (39). Gebruik van de ◄/► knoppen schakelt de projectie achter schermmodus aan/uit. Zie het Projectie achter scherm onderdeel in het INSTELLING menu (39).
RESET
Dit onderdeel uitvoeren stelt alle onderdelen van het BASISMENU opnieuw in, behalve het Filteruren resetten en de TAAL. Een dialoog wordt weergegeven voor bevestiging. De OK selecteren met behulp van de ► knop voert opnieuw instellen uit.
Filteruren resetten
De gebruiksduur van de luchtfilter wordt in het menu weergegeven. Dit onderdeel uitvoeren stelt de filtertijd opnieuw in, wat de gebruikstijd van het luchtfilter bijhoudt. Een dialoog wordt weergeven voor bevestiging. De OK selecteren met behulp van de ► knop voert opnieuw instellen uit. Zie het Filteruren resetten onderdeel in het OPTIE menu (52).
TAAL GEAVANCEERD AFSLUITEN
Gebruik van de ◄/► knoppen wijzigt de weergavetaal. Zie het TAAL onderdeel in het SCHERM menu (43). Druk op de ► of SELECT knop om het FOTO, BEELD, SOURCE, INSTELLING, AUDIO, SCHERM, OPTIE, NETWERK of VEILIGHEID menu te gebruiken. Druk op de ◄ of SELECT knop om het OSD-menu te sluiten.
29
FOTO menu
FOTO menu Vanuit het FOTO menu kunnen de items weergegeven in de onderstaande tabel worden uitgevoerd. Selecteer een onderdeel met de cursorknoppen ▲/▼ en druk op de cursorknop ► of op de SELECT-knop om het onderdeel uit te voeren. Voer vervolgens uit volgens onderstaande tabel. Onderdeel HELDER CONTRAST
Beschrijving Gebruik van de Via de ◄/► knoppen past de helderheid aan. Donker ó Licht. Gebruik van de ◄/► knoppen past het contrast aan. Zwak ó Sterk. Gebruik van de ▲/▼ knoppen schakelt de gamma modus.
6 AANGEPAST
3 AANGEPAST
1 STANDAARD 1 AANGEPAST 2 STANDAARD 2 AANGEPAST 3 STANDAARD
6 STANDAARD 5 AANGEPAST 5 STANDAARD 4 AANGEPAST 4 STANDAARD
AANGEPAST aanpassen
GAMMA
Een modus selecteren waarvan de name AANGEPAST bevat en dan op de ► knop of de SELECT knop drukken, geeft een dialoog weer die u helpt bij het instellen van de modus. Deze functie is nuttig wanneer u de helderheid van bepaalde tonen wenst te veranderen. Kies een onderdeel met behulp van de ◄/► knoppen en pas het niveau aan met behulp van de ▲/▼ knoppen. U kunt een testpatroon weergeven voor het controleren van uw aanpassingen door op SELECT te drukken. Iedere keer dat u op de SELECT knop drukt, verandert het patroon zoals hieronder. Geen patroon. ð Grijstonen in 9 stappen Trap Grijstonen in 15 stappen. De acht egaliseerbalken corresponderen met de acht toonniveaus van het testpatroon (Grijstonen in 9 stappen), behalve de donkerste aan de uiterst linkerkant. Indien u de 2e toon aan de linkerkant van het testpatron wenst aan te passen, gebruikt u de egaliseer instelbalk “1”. De donkerste toon aan de linkerkant van het testpatroon kan niet beheerst worden met een egaliseer instelbalk. • Strepen of andere storingen kunnen op het scherm verschijnen wanneer deze functie wordt gebruikt, maar dit duidt niet op een defect.
(vervolgd op volgende pagina) 30
FOTO menu
Onderdeel
Beschrijving
3 LAAG
3 AANGEPAST
6 Hi-HELDER-3
6 AANGEPAST
Gebruik van de ▲/▼ knoppen schakelt de kleurtemperatuurmodus. 1 HOOG 1 AANGEPAST 2 MIDDEN 2 AANGEPAST
5 AANGEPAST 5 Hi-HELDER-2 4 AANGEPAST 4 Hi-HELDER-1
Kleurtemperatuur
AANGEPAST aanpassen Een modus selecteren waarvan de namen AANGEPAST bevatten en vervolgens op de ► knop of de SELECT knop drukken, geeft een dialoog weer om u te helpen bij het aanpassen van de AFWIJKING en VERSTERKING van de geselecteerde modus. AFWIJKING aanpassingen veranderen de kleurintensiteit van de hele tonen van het testpatroon. VERSTERKING aanpassingen beinvloeden voornamelijk de kleurintensiteit van de heldere kleuren van het testpatroon. Kies een onderdeel met behulp van de ◄/► knoppen en pas het niveau aan met behulp van de ▲/▼ knoppen. U kunt een testpatroon weergeven voor het controleren van de effecten van uw aanpassingen, door te drukken op de SELECT knop. Iedere keer dat u op de SELECT knop drukt, verandert het patroon zoals hieronder. Geen patroon. ð Grijstonen in 9 stappen Trap Grijstonen in 15 stappen • Strepen of andere storingen kunnen op het scherm verschijnen wanneer deze functie wordt gebruikt, maar dit duidt niet op een defect.
KLEUR
Gebruik van de ◄/► knoppen past de sterkte van de hele kleur aan. Zwak ó Sterk. • Dit onderdeel kan geselecteerd worden voor een video, s-video en component videosignaal. • Bij een HDMI™-ingangssignaal kan dit onderdeel ook geselecteerd worden indien (1) of (2) geldt. (1) HDMI-FORMAAT in het SOURCE-menu is ingesteld op VIDEO. (2) HDMI-FORMAAT in het SOURCE-menu is ingesteld op AUTO, en de projector erkent dat hij videosignalen ontvangt.
TINT
Gebruik van de ◄/► knoppen past de tint aan. Roodachtig ó Groenig. • Dit onderdeel kan geselecteerd worden voor een video, s-video en component videosignaal. • Bij een HDMI™-ingangssignaal kan dit onderdeel ook geselecteerd worden indien (1) of (2) geldt. (1) HDMI-FORMAAT in het SOURCE-menu is ingesteld op VIDEO. DMI-FORMAAT in het SOURCE-menu is ingesteld op AUTO, (2) H en de projector erkent dat hij videosignalen ontvangt. 31
FOTO menu
Onderdeel
SCHERPTE
Beschrijving Gebruik van de ◄/► knoppen past de scherpte aan. Zwak ó Sterk. • Er is mogelijk wat geluid en/of het scherm kan een moment flikkeren wanneer de aanpassing wordt gedaan. Dit betekent niet dat het controlescherm niet goed functioneert. Gebruik van de ▲/▼ cursorknoppen verandert de actieve iris control modus. PRESENTATIE ó FILM ó SCHAKEL UIT
ACTIEVE IRIS
PRESENTATIE: D e actieve iris geeft het beste presentatiebeeld weer voor zowel de heldere als de donkere scenes. FILM: D e actieve iris geeft het beste theaterbeeld weer voor zowel de heldere als de donkere scenes. SCHAKEL UIT: De actieve iris is altijd open. • Het scherm kan flikkeren wanneer de PRESENTATIE of FILM modussen worden geselecteerd. Indien dit zich voordoet, selecteer dan SCHAKEL UIT. De projector heeft 4 geheugens voor het aanpassen van data (voor alle onderdelen in het FOTO menu). Selecteer een functie met behulp van de ▲/▼ knoppen ► of SELECT knop voert iedere functie uit. OPSLAAN-1 ó OPSLAAN-2 ó OPSLAAN-3 ó OPSLAAN-4
Voorinstellen gebruiker
32
OPENEN-4 ó OPENEN-3 ó OPENEN-2 ó OPENEN-1 OPSLAAN-1, OPSLAAN-2, OPSLAAN-3, OPSLAAN-4 Het uivoeren van een OPSLAAN functie slaat de huidige instelgegevens op in het geheugen wat aan het nummer gelinkt is, aan de functienaam. • Onthoud dat de huidige gegevens die in een geheugen worden opgeslagen, verloren zullen raken wanneer u nieuwe gegevens in het geheugen laast. OPENEN-1, OPENEN-2, OPENEN-3, OPENEN-4 De OPENEN functie laadt de gegevens van het geheugen wat aan het nummer in iedere functienaam is gelinkt, en stel de afbeelding automatisch in, afhankelijk van de gegevens. • De OPENEN functies waarvan het gelinkte geheugen geen gegevens bevat, worden overgeslagen. • Vergeet niet dat de huidige aangepaste status verloren raakt bij het laden van de gegevens. Als u de huidige aapassingen wilt behouden, sla het dan op voordat u de OPENEN functie uitvoert. • Er kan lawaai optreden en het scherm kan een moment flikkeren wanneer de gegevens geladen worden. Dit is geen storing. • De OPENEN functies kunnen ook uitgevoerd worden door de CUSTOM knop, wat ingesteld kan worden bij het GEBRUIKSLEUTEL onderdeel in het OPTIE menu (51).
BEELD menu
BEELD menu Vanuit het BEELD menu kunnen de items weergegeven in de onderstaande tabel worden uitgevoerd. Selecteer een onderdeel met de cursorknoppen ▲/▼ en druk op de cursorknop ► of op de SELECT-knop om het onderdeel uit te voeren. Voer vervolgens uit volgens de onderstaande tabel. Onderdeel
Beschrijving Via de ▲/▼ knoppen schakelt de modus voor hoogte-breedte verhouding. IN5122: AUTO ó 16:10 ó 16:9 ó 4:3 IN5124: AUTO ó Autochtoon ó 16:10 ó 16:9 ó 4:3
Aanzichtverhouding Voor een inputsignaal van de LAN, USB TYPE A of USB TYPE B-poort, of als er geen signaal is IN5122: 4:3 (fixed) IN5124: 16:10 (fixed) • De AUTO modus bewaart de original hoogte-breedte verhouding van het signaal.
OVERSCAN
Gebruik van de ◄/► knoppen past de over-scan verhouding in. Bijsnijden ó ZOOM ó Uit • Dit onderdeel kan geselecteerd worden voor een video, s-video en component videosignaal. • Bij een HDMI™-ingangssignaal kan dit onderdeel ook geselecteerd worden indien (1) of (2) geldt. (1) HDMI-FORMAAT in het SOURCE-menu is ingesteld op VIDEO. (2) HDMI-FORMAAT in het SOURCE-menu is ingesteld op AUTO, en de projector erkent dat hij videosignalen ontvangt.
(vervolgd op volgende pagina)
33
BEELD menu
Onderdeel
Beschrijving
Verticale positie
Gebruik van de ◄/► knoppen stelt de vericale positie naar boven. Opó Omlaag • Overaanpassen van de verticale positie kan lawaai op het scherm doen verschijnen. Wanneer dit gebeurt, stelt u dan a.u.b. de verticale positie opnieuw in tot standaardinstellingen. • Wanneer deze functie wordt uitgevoerd op een videosignaal of s-videosignaal, is het bereik van de aanpassing afhankelijk van OVERSCAN (33) -instelling. Het is niet mogelijk aan te passen wanneer de OVERSCAN is ingesteld op 10. • Deze functie is niet beschikbaar voor LAN, USB TYPE A, USB TYPE B of HDMI™.
horizontale positie
Gebruik van de ◄/► knoppen stelt de horizontale positie in. Links ó Rechts • Overaanpassen van de horizontale positie kan lawaai op het scherm veroorzaken. Wanneer dit gebeurt, stelt u dan a.u.b. de horizontale positie opnieuw in tot standaardinstellingen. • Wanneer deze functie wordt uitgevoerd op een videosignaal of s-videosignaal, is het bereik van de aanpassing afhankelijk van OVERSCAN (33) -instelling. Het is niet mogelijk aan te passen wanneer de OVERSCAN is ingesteld op 10. • Deze functie is niet beschikbaar voor LAN, USB TYPE A, USB TYPE B of HDMI™.
(vervolgd op volgende pagina)
34
BEELD menu
Onderdeel
FASE
Beschrijving Gebruik de ◄/► knoppen om de horizontale fase aan te passen om geflikker weg te werken. Rechts ó Links • Dit onderdeel kan alleen voor een computersignaal of een componentvideosignaal worden geselecteerd. Deze functie is niet beschikbaar voor LAN, USB TYPE A, USB TYPE B of HDMI™.
Naspeuren
Gebruik van de ◄/► knoppen stelt de horizontale positie in. Klein ó Groot • Dit onderdeel kan alleen voor een computersignaal worden geselecteerd. Deze functie is niet beschikbaar voor LAN, USB TYPE A, USB TYPE B of HDMI™. • Wanneer de aanpassing teveel is, wordt de afbeelding mogelijk niet correct weergegeven. • De beelden kunnen van minder goede kwaliteit zijn wanneer deze functie wordt gebruikt, maar dit duidt niet op een defect.
AUTOM. AANPAS. UITVOEREN
Selecteer dit onderdeel om de automatische aanpassingsfunctie uit te voeren. Voor een computersignaal De verticale positie, de horizontale positie en de horizontale fase zullen automatisch worden aangepast. Vergewist u zich ervan dat het toepassingenscherm op maximale grootte is ingesteld voordat u deze functie gebruikt. A donkere afbeelding kan nog steeds incorrect ingesteld zijn. Gebruik een helderd beeld om aan te passen. Voor een videosignaal en s-videosignaal Het meest geschikte video standaard voor het respectievelijke invoersignaal zal automatisch geselecteerd worden. Deze functie is alleen beschikbaar wanner de AUTO wordt geselecteerd voor het Video standaard onderdeel in het SOURCE menu (37). De verticale en horizontale positie worden automatisch als standaard ingesteld. Voor een component videosignaal De verticale en horizontale positie worden automatisch als standaard ingesteld. De horizontale fase wordt automatisch aangepast. • De automatische instellingshandeling vereist ongeveer 10 seconden. Merk op a.u.b. dat dit mogelijk niet goed functioneert met enige input. • Wanneer deze functie wordt uitgevoerd voor een videosignaal, kunnen bepaald extra's, zoals een lijn, buiten de afbeelding verschijnen. • Wanneer deze functie voor een computersignaal wordt toegepast, kan er een zwart kader aan de rand van het scherm verschijnen, afhankelijk van het model computer. • De ingestelde onderdelen door deze functie kunnen varieren wanneer de FIJN of SCHAKEL UIT wordt geselecteerd voor jet AUTOM.REGEL. onderdeel of het SERVICE onderdeel in het OPTIE menu (52). 35
SOURCE menu
SOURCE menu Vanuit het SOURCE menu kunnen de items weergegeven in de onderstaande tabel worden uitgevoerd. Selecteer een onderdeel met de cursorknoppen ▲/▼ en druk op de cursorknop ► of op de SELECT-knop om het onderdeel uit te voeren. Voer vervolgens uit volgens onderstaande tabel. Onderdeel
Beschrijving Gebruik maken van de ▲/▼ knoppen, schakelt de voorgangsmodus. TELEVISIE ó FILM ó SCHAKEL UIT
Film detecteren
Ruisonderdrukking video
• Deze functie werkt alleen voor een videosignaal, s-videosignaal, componentvideosignaal (van 480i@60 of 576i@50 of 1080i@50/60) en HDMI™-signaal (van 480i@60 of 576i@50 of 1080i@50/60). • Wanneer TELEVISIE of FILM wordt geselecteerd, zal de schermafbeelding scherp zijn. FILM bouwt om tot het 2-3 Trek-Omlaag conversiestysteem. Maar dit kan een bepaald defect veroorzaken (bijvoorbeeld kartelige randen) van de afbeelding voor een snel bewegend object. In zulke gevallen, selecteert u HANDLEIDING, ook al lijkt het of de schermafbeelding de scherpte heeft verloren. Gebruik de ▲/▼ knoppen om de ruisreductie modus te schakelen. HOOG ó GEMIDDELD ó LAAG •Deze functie werkt alleen voor een videosignaal, s-videosignaal, componentvideosignaal (van 480i@60 of 576i@50 of 1080i@50/60) en HDMI™-signaal (van 480i@60 of 576i@50 of 1080i@50/60). Gebruik de ▲/▼ knoppen voor het schakelen van de kleurruimte. AUTO ó RGB ó REC709 ó REC601 ó RGB VIDEO
KLEURVARIATIE
36
• Dit onderdeel kan alleen voor een computersignaal (behalve voor de signalen van het LAN-, USB TYPE A- en USB TYPE B-poorten) of een componentvideosignaal worden geselecteerd. • De AUTO mode seleteert automatisch de optimale modus. • De AUTO bediening werkt mogelijk niet goed bij sommige signalen. In een dergelijk geval, is het misschien een goed idee om een geschikte modus te kiezen ander dan AUTO.
SOURCE menu
Onderdeel
Video standaard
Beschrijving Het video standaard voor de S-VIDEO-poort en de VIDEO-poort kan worden ingesteld. (1) Gebruik de ▲/▼ knoppen om de invoerpoort te selecteren. (2) Via de ◄/► knoppen wordt er geschakeld tussen de modi voor video standaard. AUTO ó NTSC ó PAL ó SECAM N-PAL ó M-PAL ó NTSC4.43 • Dit item wordt enkel uitgevoerd voor een videosignaal van de VIDEO poort of de S-VIDEO poort. • De AUTO modus selecteert automatisch de optimale modus. • De AUTO methode zou minder goed kunnen werken voor sommige signalen. Als het beeld onstabiel wordt (bv. een onregelmatig beeld, weinig kleur), selecteer dan de modus in overeenstemming met het invoersignaal. Het computerinvoersignaal voor de COMPUTER IN1- en IN2poorten kan worden ingesteld. (1) Gebruik de ▲/▼ knoppen om de in te stellen COMPUTER IN poort te selecteren.
COMPUTER-IN
RESOLUTIE
(2) Gebruik de ◄/► knoppen om het type computeringangssignaal te selecteren. AUTO ó SYNC OP G SCHAKEL UIT • Door de AUTO modus te selecteren, kunt u een sync op het G-signaal of component videosignaal van de poort invoeren. • In de AUTO modus kan het beeld vervormd zijn bij sommige invoersignalen. Verwijder in een dergelijk geval de signaalconnector zodat er geen signaal wordt ontvangen en selecteer SYNC OP G SCHAKEL UIT, en verbind dan opnieuw het signaal. De resolutie voor de COMPUTER IN1 en COMPUTER IN2 invoersignalen kunnen worden ingesteld op deze projector. (1) Selecteer in het SOURCE menu de RESOLUTIE d.m.v. de ▲/▼ knoppen en druk op de ► knop. Het RESOLUTIE menu zal worden weergegeven. (2) Selecteer in het RESOLUTIE menu de resolutie die u wenst weer te geven d.m.v. de ▲/▼ knoppen. Door AUTO te selecteren zal een geschikte resolutie voor het invoersignaal worden ingesteld. (3) Door op de ► of SELECT knop te drukken bij het selecteren van een NORMAAL resolutie, zullen de horizontale en verticale posities, klokfase en horizontale grootte automatisch worden aangepast. Het SOURCE_INFORMATIE dialoogvenster zal worden weergegeven. 37
INSTELLING menu
INSTELLING menu Vanuit het INSTELLING menu kunnen de items weergegeven in de onderstaande tabel worden uitgevoerd. Selecteer een onderdeel met de cursorknoppen ▲/▼ en druk op de cursorknop ► of op de SELECT-knop om het onderdeel uit te voeren. Voer het vervolgens uit in overeenstemming met de volgende tabel. Onderdeel
Beschrijving
AUTO KEYSTONE
Door dit item te selecteren wordt de Automatische keystone distortion correction uitgevoerd. De projector corrigeert zelf automatisch verticale keystone distortion als gevolg van de (voor-/achterwaartse) plaatsingshoek. Deze functie zal slechts eenmaal worden uitgevoerd wanneer ze geselecteerd wordt in het menu. Wanneer de hellingshoek van de projector wordt gewijzigd, voer deze functie dan opnieuw uit. • Het verstelbare bereik van deze functie zal variëren naargelang de invoer. Voor sommige invoersoorten kan deze functie minder goed werken. • Wanneer PLAFOND of PROJECTIE ACTER SCHERM is geselecteerd naar in het INSTELLING menu, en als het projectorscherm daarbij onder een hoek of naar beneden gericht staat, zou deze functie niet correct kunnen werken. • Wanneer de zoomfunctie is ingesteld op TELE (telefoto focus), kan deze functie overdreven werken. Deze functie moet worden gebruikt wanneer de zoomfunctie is ingesteld op maximum WIDE (breedbeeldfocus) indien mogelijk. • Wanneer de projector parallel staat (ongeveer ±4°), zou deze functie niet kunnen werken. • Wanneer de projector onder een hoek van ongeveer ±30 graden of meer staat afgesteld, zou deze functie minder goed kunnen werken. • Deze functie is niet beschikbaar als de TRANSITIE DETECTOR (67) op SCHAKEL IN staat of als het scherm is ingesteld als Hoekcorrectie (24).
KEYSTONE
Via de ◄/► knoppen wordt de verticale keystone distortion gecorrigeerd. Verklein de onderkant van het beeld ó Verklein de bovenkant van het beeld • Het instelbare bereik van deze functie zal variëren naargelang de invoertypes. Voor sommige invoertypes zou deze functie minder goed kunnen werken. • Wanneer de zoomfunctie is ingesteld op TELE (telefotofocus), kan deze functie overdreven werken. Deze functie moet worden gebruikt wanneer de zoominstelling op volledig WIDE is ingesteld (bredehoekfocus), wanneer mogelijk. • Deze functie is niet beschikbaar als de TRANSITIE DETECTOR (67) op SCHAKEL IN staat of als het scherm is ingesteld als Hoekcorrectie (24).
(vervolgd op volgende pagina)
38
INSTELLING menu
Onderdeel
KEYSTONE
Beschrijving Via de ◄/► knoppen wordt de horizontale keystone distortion gecorrigeerd. Verklein het beeld aan de rechterkant ó Verklein de linkerkant van het beeld • Het verstelbare bereik van deze functie zal variëren naargelang de invoertypes. Voor sommige invoertypes zou deze functie minder goed kunnen werken. • Wanneer de verticale lens shift niet volledig opwaarts is ingesteld, zou deze functie minder goed kunnen werken. • Deze functie is niet beschikbaar als de TRANSITIE DETECTOR (67) op SCHAKEL IN staat of als het scherm is ingesteld als Hoekcorrectie (24).
Hoekcorrectie
Door dit item te selecteren wordt het KEYSTONE_ Hoekcorrectie getoond. Voor meer informatie, zie Hoekcorrectie bij Vervorming corrigeren (24). • Dit is niet beschikbaar als de TRANSITIE DETECTOR op SCHAKEL IN staat (67).
LAGE STROOM
Gebruik de ▲/▼ knoppen om de LAGE STROOM uit/in te schakelen. Inschakelen ó Uitgeschakeld • Wanneer Inschakelen is geselecteerd, worden akoestisch geluid en schermhelderheid verminderd. Gebruik van de ◄/► knoppen schakelt de plafondmodus aan/uit.
Plafond
Inschakelen ó Uitgeschakeld Als de Transitie Detector aan is en de PLAFOND status wordt veranderd, zal het TRANSITIE DETECTOR AAN alarm (67) verschijnen wanneer de projector opnieuw gestart wordt nadat de stroom uitgeschakeld was. Gebruik van de ◄/► knoppen schakelt de projectie achter schermmodus aan/uit. 
Projectie achter scherm
Inschakelen óUitgeschakeld Als de Transitie Detector aan is en de Projectie achter scherm status wordt veranderd, zal het TRANSITIE DETECTOR AAN alarm (67) verschijnen wanneer de projector opnieuw gestart wordt nadat de stroom uitgeschakeld was.
(vervolgd op volgende pagina)
39
INSTELLING menu
Onderdeel
Beschrijving
Met de ▲/▼ knoppen kan de Energiebesparingsmodus toestand heen en weer worden geschakeld tussen Inschakelen en Uitgeschakeld. Inschakelen Uitgeschakeld Wanneer Inschakelen is geselecteerd, wordt het stroomverbruik wanneer het toestel Energiebesparingsmodus staat verlaagd, maar gelden er wel bepaalde functionele restricties: • Wanneer Inschakelen is geselecteerd, wordt de bediening via de RS-232C aansluiting uitgeschakeld behalve om de projector aan te zetten en kan de netwerkfunctie niet worden Energiebesparingsmodus gebruikt wanneer de projector Energiebesparingsmodus staat. Als het COMMUNICATIETYPE in het COMMUNICATIE menu is ingesteld op NETWERKBRUG, zijn alle RS-232C instructies uitgeschakeld (53). • Wanneer Inschakelen is geselecteerd, is de STANDBY instelling voor AUDIOBRON (41) ongeldig en zal er geen signaal worden geproduceerd via de AUDIO OUT-aansluiting wanneer het toestel Energiebesparingsmodus staat. • Wanneer Inschakelen is geselecteerd, is de STANDBY instelling voor Standaard monitor-output ongeldig en zal er geen signaal worden geproduceerd via de MONITOR OUT-aansluiting wanneer het toestel Energiebesparingsmodus staat.
Standaard monitor-output
40
Terwijl het beeldsignaal van de in stap (1) gekozen inputpoort wordt geprojecteerd, is het beeldsignaal van de in stap (2) geselecteerde inputpoort output naar poort MONITOR OUT. (1) K ies de ingangsaansluiting voor beeldsignalen met de ▲/▼ knoppen. K ies STANDBY om de foto-output in de Energiebesparingsmodus te selecteren. (2) Selecteer één van de COMPUTER IN aansluitingen met de ◄/► knoppen. Selecteer SCHAKEL UIT om de poort MONITOR OUT voor de inputpoort of de in stap (1) geselecteerde Energiebesparingsmodus uit te schakelen. • U kunt niet COMPUTER IN1 in stap (1) en COMPUTER IN2 in stap (2) selecteren en omgekeerd.
AUDIO menu
AUDIO menu Vanuit het AUDIO menu kunnen de items weergegeven in de onderstaande tabel worden uitgevoerd. Selecteer een onderdeel met de cursorknoppen ▲/▼ en druk op de cursorknop ► of op de SELECT-knop om het onderdeel uit te voeren. Voer vervolgens uit volgens de onderstaande tabel. Onderdeel VOLUME
Beschrijving Met de ◄/► knoppen wordt het volume aangepast. Laag ó Hoog
Ingebouwde luidsprekers
Met de ▲/▼ knoppen wordt de ingebouwde luidspreker in/ uitgeschakeld. Inschakelen Uitgeschakeld Wanneer Uitgeschakeld is geselecteerd, werkt de ingebouwde luidspreker niet.
AUDIOBRON
Terwijl het beeldsignaal van de in stap (1) geselecteerde inputpoort wordt geprojecteerd, is het audiosignaal van de in stap (2) geselecteerde inputpoort output naar zowel poort AUDIO OUT als de ingebouwde luidspreker van deze projector. De ingebouwde luidspreker functioneert echter niet wanneer Ingebouwde luidsprekers is ingesteld op SCHAKEL UIT. (1) Kies de ingangsaansluiting voor beeldsignalen met de ▲/▼ knoppen. Kies STANDBY om de geluidoutput in de energiebesparingsmodus te selecteren. (2) Selecteer één van de AUDIO IN aansluitingen met de ◄/► knoppen. Selecteer om het geluid van inputpoort of in de in stap (1) geselecteerde energiebesparingsmodus af te zetten. • In het AUDIOBRON-venster, staat “H” voor het audiosignaal van de HDMI™-poort. Kan alleen worden geselecteerd voor de fotoinput van de HDMI™-poort. • Zelfs als de projector in de energiebesparingsmodus staat, kunnen de koelventilatoren werken en geluid maken wanneer de ingebouwde luidspreker in werking is. • Gesloten Titels wordt automatisch ingeschakeld wanneer ingangssignalen die Gesloten Titels bevatten worden ontvangen en geselecteerd is. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer het signaal NTSC is voor VIDEO of S-VIDEO, of 480i@60 voor COMPONENT, COMPUTER IN1 of COMPUTER IN2, en wanneer AUTO is geselecteerd voor WEERGEVEN in het G.B. menu onder het SCHERM menu (48). 41
AUDIO menu
Onderdeel
Beschrijving
HDMI-ruis annuleren
Met de ▲/▼-knoppen verandert u de modus voor de HDMI-audio. Controleer de twee modi en selecteer de meest geschikte voor uw HDMI™-audio-apparaat. Inschakelen Uitgeschakeld
MIC NIVEAU
Met de ▲/▼-knoppen verandert u het inputniveau zodat het overeenstemt met dat van de microfoon die op de MIC-poort is aangesloten. HOOG ó LAAG HOOG: voor een microfoon met een versterker. LAAG : voor een microfoon zonder een versterker.
MIC VOLUME
Met de ◄/►-knoppen past u het volume aan van de microfoon die op de MIC-poort is aangesloten. Laag ó Hoog
42
SCHERM menu
SCHERM menu Vanuit het SCHERM menu kunnen de items weergegeven in de onderstaande tabel worden uitgevoerd. Selecteer een onderdeel met de cursorknoppen ▲/▼ en druk op de cursorknop ► of op de SELECT-knop om het onderdeel uit te voeren. Voer vervolgens uit volgens de onderstaande tabel. Onderdeel
TAAL
Beschrijving Via de ▲/▼/◄/► knoppen wordt de OSD (On Screen Display) taal gewijzigd. ENGLISH ó FRANÇAIS ó DEUTSCH ó ESPAÑOL (wordt getoond in het TAAL dialoogvenster) Druk op de SELECT knop om de taalinstelling op te slaan.
POSITIE MENU
Via de ▲/▼/◄/► knoppen wordt de menupositie aangepast. Om de bewerking te stoppen, druk op de MENU knop op de afstandsbediening of doe niets meer gedurende ongever 10 seconden. Via de ▲/▼ knoppen wordt de blanco schermmodus gewijzigd. Het blanco scherm is een scherm voor de tijdelijke blanco-functie (25). Het wordt weergegeven door op de BLANK knop te drukken op de afstandsbediening. ZWART ó BLAUW ó WIT ó Momentopname ó Fabriekslogo
BLANK
Momentopname: Scherm kan worden ingesteld in het Nieuw vastleggen item (44). Fabriekslogo: S cherm ingesteld als het standaardscherm. BLAUW, WIT, ZWART :Gewone schermen in elke kleur. • Om een nabeeld te voorkomen, zal het Momentopname of Fabriekslogo scherm veranderen in het gewone zwarte scherm na enkele minuten. Via de ▲/▼ knoppen wordt de opstartschermmodus gewijzigd. Het opstartscherm is een scherm dat wordt weergegeven wanneer er geen (geschikt) signaal wordt gedetecteerd. BLANK ó Fabriekslogo ó Momentopname
Opstartlogo
Momentopname: Scherm kan worden ingesteld in het Nieuw vastleggen item (44). Fabriekslogo: Scherm ingesteld als het standaardscherm. BLANK: (hierboven) • Om een nabeeld te voorkomen, zal het Momentopname of Fabriekslogo scherm veranderen in het BLANK scherm (hierboven) na enkele minuten. Als ook het BLANK scherm het Momentopname of Fabriekslogo is, zal het gewone zwarte scherm in de plaats worden gebruikt. • Wanneer SCHAKEL IN is geselecteerd bij het onderdeel Wachtwoord snapshot in het VEILIGHEID menu (65), is Opstartlogo vast ingesteld op Momentopname. 43
SCHERM menu
Onderdeel
Beschrijving Met dit item kunt u een beeld vastleggen om te gebruiken als Momentopname beeld dat kan worden gebruikt het BLANK scherm en het Opstartlogo scherm. Geef het beeld weer dat u wilt vastleggen voordat u de volgende procedure uitvoert. 1. Door dit item te selecteren, wordt een dialoogscherm weergegeven met de naam "Nieuw vastleggen". U zal gevraagd worden of u een beeld wilt vastleggen vanop het huidige scherm. Wacht totdat het beeld wordt weergegeven, en druk op de SELECT knop op de afstandsbediening wanneer het volledig is weergegeven. Het beeld zal bevriezen en het frame voor vastleggen zal verschijnen.
Nieuw vastleggen
44
2. Via de ▲/▼/◄/► knoppen wordt de framepositie aangepast. Verplaats het frame naar de positie van het beeld dat u wilt gebruiken. Het frame kan mogelijk niet worden verplaatst bij sommige invoersignalen. Om de registratie te beginnen, druk op de SELECT knop op de afstandsbediening. Registratie neemt verscheidene minuten in beslag. Wanneer de registratie is voltooid, wordt het geregistreerde scherm en het volgende bericht weergegeven gedurende een paar seconden: "Vastleggen geslaagd." Als de registratie is mislukt, verschijnt het volgende bericht: "Er is een fout opgetreden bij het vastleggen. Probeer het opnieuw." • Deze functie kan niet worden geselecteerd wanneer SCHAKEL IN is geselecteerd in het Vastlegvergrendeling item (45). • Deze functie kan niet geselecteerd worden wanneer SCHAKEL IN is geselecteerd bij het onderdeel Wachtwoord snapshot in het VEILIGHEID menu (65). • Deze functie is niet beschikbaar voor LAN, USB TYPE A, USB TYPE B of HDMI™.
SCHERM menu
Onderdeel
Beschrijving
Vastlegvergrendeling
Via de ▲/▼ knoppen wordt de Vastlegvergrendeling functie in/uitgeschakeld. SCHAKEL IN ó SCHAKEL UIT Wanneer SCHAKEL IN is geselecteerd, is het Momentopname item vergrendeld. Gebruik deze functie om het huidige Momentopname te beveiligen. • Deze functie kan niet geselecteerd worden wanneer SCHAKEL IN is geselecteerd bij het onderdeel Wachtwoord snapshot in het VEILIGHEID menu (65).
Berichten weergeven
Via de ▲/▼ knoppen wordt de berichtfunctie in/uitgeschakeld. Inschakelen Uitgeschakeld Wanneer Inschakelen is geselecteerd, werkt de volgende berichtfunctie. “AUTO IN ACTIE” terwijl “GEEN INGANGSSIGNAAL” “SYNC IS BUITEN BEREIK” “ONJUISTE SCANFREQUENTIE” “Zoeken….” automatisch wordt aangepast, terwijl wordt gezocht naar de invoer “Bezig met zoeken….” terwijl een invoersignaal wordt gedetecteerd De indicatie van het invoersignaal weergegeven door te wijzigen De indicatie van de aspect ratio weergegeven door te wijzigen De indicatie van de BEELD MODUS weergegeven door te wijzigen De indicatie van de ACTIEVE IRIS weergegeven door te wijzigen De indicatie van Voorinstellen gebruiker weergegeven door te wijzigen De indicatie van het Lineaalregels weergegeven door te wijzigen..
(vervolgd op volgende pagina)
45
SCHERM menu
Onderdeel
Beschrijving Elke invoerpoort voor deze projector kan een naam hebben. (1) Gebruik de ▲/▼ knoppen op het SCHERM menu om de NAAM VAN BRON te selecteren en druk op de ► of SELECT knop. Het NAAM VAN BRON menu zal worden weergegeven. (2) Gebruik de ▲/▼ knoppen op het NAAM VAN BRON menu om de te benoemen poort te selecteren en druk op de ► knop. Het NAAM VAN BRON dialoogvenster zal worden weergegeven. De rechterzijde van het menu is leeg totdat er een naam wordt opgegeven.
NAAM VAN BRON
(3) Selecteer een pictogram dat u wilt toewijzen aan de poort in het dialoogvenster NAAM VAN BRON. De naam die aan de poort is toegewezen, wordt ook automatisch veranderd volgens het geselecteerde pictogram. Druk op de knop SELECT om uw pictogramselectie te bepalen. (4) Selecteer een nummer dat u samen met het pictogram aan de poort wilt toewijzen. U kunt kiezen uit een leeg nummer (geen nummer toegewezen), 1, 2, 3 of 4. En druk op de SELECT knop. (5) Als u de naam toegewezen aan de poort wilt wijzigen, selecteert u AANGEPASTE NAAM en drukt u op de knop SELECT.
(vervolgd op volgende pagina)
46
SCHERM menu
Onderdeel
Beschrijving
(6) D e huidige naam zal worden weergegeven op de eerste regel. Gebruik de ▲/▼/◄/► knoppen en de SELECT knop om karakters te selecteren en in te voeren. Om 1 teken tegelijk te wissen, drukt u tegelijkertijd op de ◄ knop en de SOURCE knop. Als u de cursor bovendien naar VERWIJDEREN of ALLES WISSEN beweegt op het scherm en de SELECT knop indrukt, zullen 1 of alle karakters worden gewist. De naam kan maximum 16 karakters bevatten. NAAM VAN BRON (7) O m een reeds ingevoerd karakter te wijzigen, druk op de ▲ (vervolg) knop om de cursor naar de eerste regel te verplaatsen, en gebruik de ◄/► knoppen om de cursor op het karakter te plaatsen dat moet worden gewijzigd. Nadat de SELECT knop is ingedrukt, is het karakter geselecteerd. Volg dan dezelfde procedure zoals beschreven bij item (6) hierboven. (8) O m te stoppen met het invoeren van tekst, verplaats de cursor naar OK op het scherm en druk op de ►, SELECT knop. Om terug te keren naar de vorige naam zonder de wijzigingen op te slaan, verplaats de cursor naar ANNULEREN op het scherm en druk op de ◄, SELECT knop. Gebruik de▲/▼ knoppen om de modus voor het patroonscherm te veranderen. Druk op de ► (of SELECT) knop om het geselecteerde patroon weer te geven en druk op de ◄ knop om het weergegeven scherm te sluiten. Lineaalregels
TESTBEELD ó STABEL ó KAART2 ó KAART1ó Cirkel op zwart ó Cirkel op wit ó Raster op zwart ó Raster op wit ó Regels op zwart ó Regels op wit Het laatst geselecteerde patroon wordt weergegeven wanneer de CUSTOM toegewezen aan de Lineaalregels functie wordt ingedrukt (51).
(vervolgd op volgende pagina) 47
SCHERM menu
Onderdeel
Beschrijving Gesloten Titels is een functie waarbij de tekst of dialoog van het audiogedeelte van een video, bestanden of andere presentatie of relevante geluiden wordt weergegeven. Om deze functie te kunnen gebruiken, hebt u een NTSC-formaat videobron of 480i@60 formaat componentvideobron nodig die de Gesloten Titels functie ondersteunt. Afhankelijk van de apparatuur of signaalbron is het mogelijk dat de functie niet juist werkt. In dit geval moet u de Gesloten Titels functie uitschakelen.
Gesloten Titels
Selecteer de instelling Gesloten Titels WEERGEVEN uit de volgende opties met de ▲/▼ knoppen. CC1 ó CC2 ó SCHAKEL UIT • De Gesloten Titels wordt niet getoond wanneer het OSDmenu actief is. • Met de Gesloten Titels functie worden de dialoog, het verhaal en/of de geluidseffecten van een televisieprogramma of andere videobron weergegeven. De Gesloten Titels functie is beschikbaar afhankelijk van de zender en/of de programma-inhoud.
48
OPTIE menu
OPTIE menu Vanuit het OPTIE menu kunnen de items weergegeven in de onderstaande tabel worden uitgevoerd. Selecteer een onderdeel met de cursorknoppen ▲/▼ en druk op de cursorknop ► of op de SELECT-knop om het onderdeel uit te voeren, met uitzondering van de onderdelen Reset lampuren en Filteruren resetten. Voer vervolgens uit volgens de onderstaande tabel. Onderdeel
Beschrijving
Autom. brondetectie
Via de ▲/▼ knoppen wordt de automatische signaalzoekfunctie in/uitgeschakeld. Inschakelen Uitgeschakeld Als Inschakelen is geselecteerd, gaat detectie van geen signaal automatisch via de invoerpoorten in de onderstaande volgorde. De search wordt gestart vanaf de huidige poort. Wanneer er dan invoer wordt gedetecteerd, zal de projector stoppen met zoeken en het beeld weergeven. COMPUTER IN1 COMPUTER IN2 LAN USB TYPE A VIDEO ï S-VIDEO ï COMPONENT ï HDMIï USB TYPE B • Het kan enkele seconden duren om de beelden van de USB TYPE B-poort te projecteren.
AUTO KEYSTONE
Via de ▲/▼ knoppen wordt de automatische keystone functie in/uitgeschakeld. Inschakelen Uitgeschakeld Inschakelen: Automatische keystone distortion correctie zal worden uitgevoerd wanneer de hellingshoek van de projector wordt veranderd. Uitgeschakeld: D eze functie is uitgeschakeld. Voer de AUTO KEYSTONE (UITVOEREN) in het INSTELLING menu voor automatische keystone distortion correctie. • Wanneer de projector is opgehangen aan het plafond, zal deze functie niet correct functioneren, dus selecteer Uitgeschakeld. • Deze functie zal niet beschikbaar zijn wanneer de Transitie Detector staat op (67).
AC Stroom Aan
Via de ▲/▼ knoppen wordt de AC Stroom Aan functie in/ uitgeschakeld. Inschakelen Uitgeschakeld Wanneer dit op Inschakelen ingesteld staat, zal de lamp in de projector automatisch worden ingeschakeld zonder de gebruikelijke procedure (17), enkel wanneer de projector stroom krijgt nadat de stroom werd onderbroken terwijl de lamp aanstond. • Nadat de lamp werd ingeschakeld met de functie AC Stroom Aan en als er geen invoer of geen handelingen worden gedetecteerd gedurende ongeveer 30 minuten, dan wordt de projector uitgeschakeld, zelfs als de functie Autom. opstarten (50) is uitgeschakeld. 49
OPTIE menu
Onderdeel Autom. opstarten
USB TYPE B
Beschrijving Automatisch de projector uit, nadat er geen signaal is waargenomen gedurende 30 minuten. Zie het gedeelte over De projector uitzetten (17). Met de ▲/▼-knoppen selecteert u de functie van de USB TYPE B-poort. Om deze functie te gebruiken, moet u de USB TYPE B-poort van de projector en de type A USB-poort van een computer aansluiten. MUIS USB-DISPLAY MUIS: De bijgeleverde afstandbediening werkt als een gewone muis en toetsenbord van de computer. USB-DISPLAY: De poort werkt als een inputpoort die beeldsignalen van de computer ontvangt (79). • Het kan enkele seconden duren om de beelden van de USB TYPE B-poort te projecteren. • In de volgende gevallen informeert een bericht u dat USB TYPE B-poort niet beschikbaar is voor de input van foto’s en verschijnt tegelijkertijd het USB TYPE B-dialoogvenster: - Deze instelling schakelt op MUIS wanneer een foto die werd ingevoerd van de USB TYPE B-poort wordt geprojecteerd. - De USB TYPE B-poort wordt geselecteerd als inputbron voor foto’s wanneer deze instelling op MUIS is ingesteld. Selecteer USB DISPLAY in het dialoogvenster om de foto’s via de USB TYPE B-poort te projecteren. In dit geval kunt u de gewone muisen toetsenbordfunctie niet gebruiken. U kunt ook een andere poort selecteren voor foto-input.
(vervolgd op volgende pagina)
50
OPTIE menu
Onderdeel
Beschrijving
GEBRUIKSLEUTEL
Dit onderdeel wordt gebruikt om een van de volgende functies toe te wijzen aan CUSTOM op de afstandsbediening (6). (1) G ebruik de ▲/▼ knoppen in het GEBRUIKSLEUTEL menu om een CUSTOM te selecteren en druk op de ► of SELECT knop om het dialoogvenster voor de GEBRUIKSLEUTEL instelling weer te geven. (2) W ijs vervolgens d.m.v. de ▲/▼/◄/► knoppen één van de volgende functies toe aan de gekozen knop. Druk op de SELECT knop om de instelling op te slaan. • LEEG: geeft een leeg scherm weer. • Dempen: schakelt al het geluid uit. • Aanzichtverhouding: stelt de verhouding tussen de breedte en hoogte van het beeld in. • Bron: bladert door alle beschikbare ingangen. • Auto Afbeelding: stelt de projector opnieuw in op de ingang. • Blokkeren: pauzeert het geprojecteerde beeld. • Zoomen: Vergroot het geprojecteerde beeld. • Broninfo: de standaardhandeling. Toont het menu Broninfo. • SERVICE-INFO: Toont het menu Service-info. •S LIDESHOW: Stelt poort in op USB TYPE A en start een Slide show. • MIJN BEELD: Geeft het MIJN BEELD menu weer. • MESSENGER: Schakelt de Messengertekst op het scherm aan/uit (Messengerfunctie in de Netwerkhandleiding). Wanneer er geen tekstgegevens zijn om weer te geven, zal de melding "GEEN MESSENGERDATA" verschijnen. • AUTO KEYSTONE : Voert automatische keystone vervormingscorrectie uit. • ACTIEVE IRIS: Verandert de actieve iris modus. • FILTERUREN RESETTEN: Geeft het dialoogvenster voor de resetbevestiging van de filtertijd weer. •L ineaalregels: Laat het patroon dat is geselecteerd voor Lineaalregels verschijnen of verdwijnen. • AV DEMPEN : Zet het beeld en audio aan/uit. • RESOLUTIE: Schakelt het menu RESOLUTIE in/uit. • MIC VOLUME: Schakelt het menu MIC VOLUME in/uit. • LAGE STROOM: Schakelt het menu LAGE STROOM in/uit.
Bronnen Opstartbron
Schakelt Source Keys op de optionele afstandsbediening Commander-2 in of uit. Bepaalt op welke ingang tijdens het opstarten eerst moet worden gecontroleerd op een actief signaal.
51
OPTIE menu
Onderdeel
Beschrijving Door dit item te selecteren wordt het SERVICE menu weergegeven. Selecteer een item d.m.v. ▲/▼ knoppen, en druk op de ► knop of de SELECT knop op de afstandsbediening om het item uit te voeren. HOGE VENTI SNELHEID Via de ▲/▼ knoppen wordt de rotatiesnelheid van de koelventilatoren ingesteld. Als de projector wordt gebruikt op een hoogte van 1200m of hoger, selecteert Inschakelen. Anders selecteert u Uitgeschakeld.Merk op dat de projector meer geluid maakt wanneer Inschakelen is ingesteld. Inschakelen ó Uitgeschakeld AUTOM.REGEL. Via de ▲/▼ knoppen kan één van de modi worden geselecteerd. Als SCHAKEL UIT is geselecteerd, is de automatische aanpassingsfunctie uitgeschakeld. FIJN ó SNEL ó SCHAKEL UIT
SERVICE
FIJN: Fijnere afstelling incl. Naspeuren aanpassing. nellere afstelling, Naspeuren instellen op voorbewerkte SNEL: S gegevens voor het invoersignaal. • Afhankelijk van de omstandigheden, zoals invoerbeeld, signaalkabel naar de projector, omgeving rond de projector, enz., zou de automatische aanpassing niet correct kunnen werken. In een dergelijk geval, kies SCHAKEL UIT om de automatische aanpassing uit te schakelen, en voer de aanpassingen manueel uit. DUBBELBEELD 1. Selecteer een kleurelement van ghost d.m.v. de ◄/► knoppen. 2. Pas het geselecteerde element aan d.m.v. de ▲/▼ knoppen om ghost te laten verdwijnen. Reset lampuren De lamptijd is de gebruiksduur van de lamp, geteld vanaf de laatste instelling. Door de ► knop van de projector in te drukken, verschijnt er een dialoogvenster. Om de lamptijd te resetten, selecteer OK door de ► knop in te drukken. ANNULEREN OK • Reset de lamptijd alleen wanneer u de lamp hebt vervangen, om de juiste informatie over de lamp weer te geven (82).
52
Filteruren resetten De filtertijd is de gebruiksduur van de luchtfilter, geteld vanaf de laatste instelling. Door de ► knop van de projector in te drukken, verschijnt er een dialoogvenster. Om de filtertijd te resetten, selecteer RESET door de ► knop in te drukken. ANNULEREN OK • Reset de filtertijd alleen wanneer u de luchtfilter hebt schoongemaakt of vervangen, om de juiste informatie over de luchtfilter weer te geven (84)..
OPTIE menu
Onderdeel
Beschrijving FILTERMELDING Gebruik de ▲/▼ knoppen voor het instellen van de timer voor het atttentiebericht voor het vervangen van het filter. 100h ó 200h ó 500h ó 1000h ó 2000h ó 5000h ó SCHAKEL UIT Na een item te hebben gekozen behalve SCHAKEL UIT, zal het bericht “HERINNERING ***UUR IS VOORBIJ .....” verschijnen nadat de timer de intervaltijd ingesteld door deze functie, bereikt (89). Wanneer SCHAKEL UIT is gekozen, zal het bericht niet verschijnen. Gebruik deze functie om de luchtfilter schoon te houden, door de geschikte tijd in te stellen naargelang de omgeving van deze projector. • Maak het filter regelmatig schoon, ook wanneer er geen bericht is. Als de luchtfilter geblokkeerd raakt door stof en dergelijke, zal de interne temperatuur stijgen, waardoor er een storing kan optreden, of de levensduur van de projector kan verkort worden. • Zorg ervoor dat de projector in een geschikte gebruiksomgeving wordt gebruikt en let op de toestand van het filter. TOETSENSLOT Gebruik de ▲/▼ knoppen om de bedieningshandelingen te kiezen. Inschakelen ó Uitgeschakeld
SERVICE (vervolg)
• Gebruik dit om misbruik of per ongeluk aanraken te voorkomen. Selecteer dit onderdeel om het COMMUNICATIE menu weer te geven. In dit menu kunt u de instellingen voor seriële communicatie van de projector via de CONTROL-poort configureren.
• Selecteer een onderdeel met de ▲/▼ cursorknoppen. COMMUNICATIE Druk vervolgens op de ► knop om het submenu te openen voor het onderdeel dat u hebt geselecteerd. Als u op de ◄ knop drukt in plaats van op de ► knop, gaat u terug naar het vorige menu zonder de instelling te veranderen. Elk submenu kan op de hierboven beschreven manier worden bediend. • Wanneer het COMMUNICATIETYPE (54) is ingesteld op SCHAKEL UIT, kunnen de andere onderdelen van het COMMUNICATIE menu niet meer worden gebruikt. • Voor de werking van de seriële communicatie wordt u verwezen naar de Netwerkhandleiding.
53
OPTIE menu
Onderdeel
Beschrijving COMMUNICATIETYPE Selecteer het communicatietype voor gegevensoverdracht via de CONTROL-poort. NETWERKBRUG ó SCHAKEL UIT NETWERKBRUG: Selecteer dit type als u een extern apparaat, zoals een netwerkterminal, via deze projector vanaf de computer wilt bedienen. De CONTROL-poort accepteert geen RS-232C instructies. (De functie Netwerkbrug in de Netwerkhandleiding) SCHAKEL UIT: Selecteer deze functie om RS232C instructies te kunnen ontvangen via de CONTROL-poort. • SCHAKEL UIT is de standaardinstelling. • Wanneer u NETWERKBRUG selecteert, moet u het onderdeel OVERDRACHTMETHODE controleren (onder).
SERVICE (vervolg)
COMMUNICATIE (vervolg)
SERIËLE INSTELLINGEN Selecteer de seriële communicatie-instelling voor de CONTROL-poort. BAUDSNELHEID 4800bps ó 9600bps ó 19200bps ó 38400bps PARITEIT GEEN ó ONEVEN ó EVEN • De BAUDSNELHEID wordt vast ingesteld op 19200 bps en de PARITEIT op GEEN wanneer het COMMUNICATIETYPE is ingesteld op SCHAKEL UIT (hierboven). OVERDRACHTMETHODE Selecteer de overdrachtmethode voor de communicatie die via de NETWERKBURG vanaf de CONTROL poort plaatsvindt. HALF-DUPLEX ó VOLLEDIG DUPLEX HALF DUPLEX: Bij deze methode heeft de projector de beschikking over tweewegcommunicatie, maar slechts in één richting tegelijk, óf zenden óf ontvangen van gegevens. VOLLEDIG DUPLEX: Bij deze methode heeft de projector de beschikking over tweewegcommunicatie, dit wil zeggen gelijktijdig zenden en ontvangen van gegevens. • HALF DUPLEX is de standaardinstelling. • Indien u HALF-DUPLEX selecteert, controleer dan de instelling van LIMIET RESPONSTIJD (55).
(vervolgd op volgende pagina) 54
OPTIE menu
Onderdeel
Beschrijving LIMIET RESPONSTIJD Selecteer de tijdsperiode dat gewacht moet worden op responsgegevens vanaf een ander apparaat dat via de NETWERKBRUG en HALF DUPLEX vanaf de CONTROL poort communiceert. SCHAKEL UIT ó 1s ó 2s ó 3s
SERVICE (vervolg)
SCHAKEL UIT: Selecteer deze modus als het niet nodig is om de respons te controleren van het apparaat waarnaar de projector de gegevens zendt. In deze modus kan de projector continu gegevens vanaf de computer zenden. 1s/2s/3s: Selecteer de tijdsperiode dat de projector moet wachten op een respons van het apparaat COMMUNICATIE waarnaar de projector gegevens zendt. Tijdens het wachten op een respons zendt de projector (vervolg) geen gegevens uit vanaf de CONTROL poort. • Dit menu is alleen beschikbaar wanneer NETWERKBRUG is geselecteerd voor het COMMUNICATIETYPE en HALF DUPLEX is geselecteerd voor de OVERDRACHTMETHODE (54). • SCHAKEL UIT is de standaardinstelling. Echo Seriepoort Bepaalt of de seriële poort een echo van tekens toont. OVERLAPPEN Door dit item te selecteren wordt het OVERLAPPEN menu getoond. Voor meer informatie, gelieve de Overlap Handleiding.
55
OPTIE menu
Onderdeel
Beschrijving Broninfo Een overzicht van de actuele broninstellingen.
• Dit item kan niet worden geselecteerd voor geen signaal en sync uit • Als de MIJN TEKST WEERG. s ingesteld op SCHAKEL IN, wordt de MIJN TEKST weergegeven samen met de invoerinformatie in het SOURCE_INFORMATIE venster (76). SERVICE (vervolg)
Service-info Een overzicht van de actuele projectorinstellingen. FABRIEKSRESET Door SCHAKEL IN te selecteren d.m.v. de ► knop voert deze functie uit. Door deze functie zullen alle items in alle menu's terugkeren naar hun oorspronkelijke instelling. Let wel dat de items Reset lampuren, Filteruren resetten, TAAL, FILTERMELDING, NETWERK en VEILIGHEID niet opnieuw worden ingesteld. ANNULEREN OK SERVICE CODE Mag alleen worden gebruikt door geautoriseerde reparateurs.
56
NETWERK menu
NETWERK menu Vergeet niet dat onjuiste netwerkinstellingen op deze projector storingen op het netwerk kunnen veroorzaken. Raadpleeg uw netwerkadministrator alvorens aan te sluiten op een bestaand toegangspunt op uw netwerk. Selecteer “NETWERK” uit het hoofdmenu om toegang te krijgen tot de volgende functies. Selecteer een item d.m.v. de ▲/▼-cursorknoppen op de projector of de afstandsbediening en druk op de ►-cursorknop op de projector of afstandsbediening of op de SELECT knop op de afstandsbediening om het onderdeel uit te voeren. Voer het vervolgens uit in overeenstemming met de volgende tabel. Raadpleeg de Netwerkhandleiding voor meer informatie over het gebruik van NETWERK. N.B. • Indien u geen SNTP gebruikt (Datum/tijd-instellingen in de Netwerkhandleiding), dan moet u de DATUM EN TIJD instellen tijdens de initiële installatie. • De netwerkfunctie is uitgeschakeld wanneer de projector Energiebesparingsmodus staat als het Energiebesparingsmodus item is ingesteld op Inschakelen. Zet Energiebesparingsmodus op Uitgeschakeld en sluit het toestel vervolgens aan op het netwerk (40). Onderdeel
Beschrijving Als dit item wordt geselecteerd, zal het INSTELLEN menu voor het netwerk worden geopend. Gebruik de ▲/▼-knoppen om een item te selecteren en de ►-knop of de SELECT knop op de afstandsbediening om het item uit te voeren.
INSTELLEN
Gebruik de ▲/▼-knoppen om DHCP in/uit te schakelen. Inschakelen Uitgeschakeld Selecteer Uitgeschakeld wanneer DHCP niet is DHCP ingeschakeld op het netwerk. (Dynamic • Wanneer de “DHCP”-instelling verandert in Host “Inschakelen”, duurt het een tijdje voordat het IPConfiguration adres van de DHCP-server wordt ontvangen. Protocol) • Auto IP-functie zal een IP-adres toegewezen krijgen als de projector geen IP- adres van de server kon verkrijgen, zelfs wanneer DHCP op “Inschakelen” staat.
(vervolgd op volgende pagina) 57
NETWERK menu
Onderdeel
Beschrijving
IPADRES
Gebruik de ▲/▼/◄/►-knoppen om het IP-ADRES in te voeren. Deze functie kan enkel worden gebruikt wanneer DHCP is ingesteld op SCHAKEL UIT. • Het IP-ADRES is het nummer dat deze projector identificeert op het netwerk. U kunt geen twee toestellen met hetzelfde IP-ADRES op hetzelfde netwerk hebben. • Het IP-ADRES “0.0.0.0” is niet toegelaten.
Gebruik de ▲/▼/◄/► knoppen om hetzelfde SUBNETMASKER in te stellen als op uw computer. SUBNETMASKER Deze functie kan enkel worden gebruikt wanneer DHCP is ingesteld op SCHAKEL UIT. • Het SUBNETMASKER “0.0.0.0” is niet toegelaten.
INSTELLEN (vervolg)
Gebruik de ▲/▼/◄/►-knoppen om het STANDAARD GATEWAY-adres (een knooppunt op een STANDAARD computernetwerk dat dient als toegangspunt voor een GATEWAY ander netwerk) in te voeren. Deze functie kan enkel worden gebruikt wanneer DHCP is ingesteld op SCHAKEL UIT. DNS SERVER
Gebruik de ▲/▼/◄/►-knoppen om het DNS SERVERadres in te voeren. De DNS SERVER is een systeem om domeinnamen en IP-adressen op het Netwerk te beheren.
Gebruik de ▲/▼-knoppen om het TIJDSVERSCHIL in te voeren. TIJDSVERSCHIL Stel hetzelfde TIJDSVERSCHIL in als op uw computer. Gebruik de ►-knop om terug te keren naar het menu na de instelling van het TIJDSVERSCHIL.
DATUM EN TIJD
(vervolgd op volgende pagina)
58
Gebruik de ▲/▼/◄/►-knoppen om het Jaar in te voeren (laatste twee cijfers), Maand, Datum, Uur en Minuten. • De projector zal deze instelling overschrijven en DATUM EN TIJD-informatie van de Tijdserver ophalen wanneer SNTP is ingeschakeld. (Datum/tijdinstellingen in de Netwerkhandleiding)
NETWERK menu
Onderdeel
Beschrijving
PROJECTORNAAM
(1) Gebruik de ▲/▼-knoppen in het NETWERK-menu om de PROJECTORNAAM te selecteren en druk op de ►-knop. Het dialoogvenster PROJECTORNAAM zal worden weergegeven. (2) De huidige PROJECTORNAAM zal worden weergegeven op de eerste 3 regels. Een bepaalde projectornaam wordt standaard toegewezen. Gebruik de ▲/▼/◄/►-knoppen en de SELECT knop om tekens te selecteren en in te voeren. Om 1 teken tegelijk te wissen, drukt u tegelijkertijd op de ◄ knop en de SOURCE knop. Als u de cursor beweegt naar VERWIJDEREN of ALLES WISSEN op het scherm en de SELECT knop indrukt, zullen 1 of alle tekens worden gewist. Voor de PROJECTORNAAM kunnen maximaal 64 tekens worden ingevoerd. (3) Om een reeds ingevoerd teken te wijzigen, drukt u op de ▲/▼knop om de cursor naar één van de eerste 3 regels te bewegen en gebruikt u de ◄/►-knoppen om de cursor naar het teken te bewegen dat moet worden gewijzigd. Nadat de SELECT knop werd ingedrukt, wordt het teken geselecteerd. Volg dan dezelfde procedure zoals beschreven bij item (2) hierboven. (4) Om te stoppen met het invoeren van tekst, verplaats de cursor naar OK op het scherm en druk op de ►, SELECT knop. Om terug te keren naar de vorige PROJECTORNAAM zonder de wijzigingen op te slaan, verplaatst u de cursor naar ANNULEREN op het scherm en drukt u op de ◄, SELECT knop.
(vervolgd op volgende pagina)
59
NETWERK menu
Onderdeel
Beschrijving
MIJN BEELD
Als u dit onderdeel selecteert, wordt het MIJN BEELD menu weergegeven. Om beelden in de projector op te slaan, is de toepassingssoftware PJImg/Projector Image Tool die van onze website kan worden gedownload, vereist. Gebruik de ▲/▼ knoppen om een onderdeel te selecteren dat een stil beeld is bij de MIJN BEELD (De functie Mijn Beeld in de Netwerkhandleiding) en de ► knop of SELECT knop om het beeld weer te geven. • Het item zonder opgeslagen beeld kan niet worden geselecteerd. • De beeldnamen worden elk weergegeven in 16 tekens of minder. Om van weergegeven beeld te veranderen Gebruik de ▲/▼-knoppen. Om terug te keren naar het menu Druk op de ◄-knop op de afstandsbediening. Wissen van het weergegeven beeld en het bronbestand op de projector. (1) D ruk op de SELECT knop op de afstandsbediening tijdens de weergave van een beeld om het MIJN BEELD - VERWIJDEREN menu weer te geven. (2) D ruk op de ► knop om het wissen uit te voeren. Om te stoppen met wissen, drukt u op de ◄ knop.
AMX D.D. (AMX Device Discovery)
Gebruik de ▲/▼ knoppen om AMX Device Discovery in/uit te schakelen. Inschakelen Uitgeschakeld Wanneer u Inschakelen selecteert, kan de projector worden gedetecteerd door AMX apparatuur die is aangesloten op hetzelfde netwerk. Bezoek de AMX website voor meer informatie omtrent AMX Device Discovery URL: http://www.amx.com/ (vanaf augustus 2010)
(vervolgd op volgende pagina)
60
NETWERK menu
Onderdeel
Beschrijving Als u dit selecteert, verschijnt het PRESENTATIE-menu. Gebruik de ▲/▼-knoppen om een van de volgende items te selecteren en druk op ► of SELECT om de functie te gebruiken.
PRESENTATORMODUS SLUITEN
Indien u een computer in de Presentatiemodus zet wanneer zijn beeld wordt geprojecteerd, is de projector in gebruik door de computer en wordt alle toegang via een andere computer geblokkeerd. Gebruik deze functie om de Presentatiemodus te verlaten en andere computers toegang tot de projector te geven. Selecteer dit item om een dialoogvenster weer te geven. Druk op ► om OK in het dialoogvenster te kiezen. De Presentatiemodus wordt geannuleerd en er verschijnt een bericht met het resultaat. • Gebruik “LiveViewer” om de Presentatiemodus in te stellen. Voor details, zie hoofdstuk Presentatiemodus in de Netwerkhandleiding.
MULTI-PC-MODUS
Indien u een of meer computers op de Multi-PCmodus op “LiveViewer” zet en hun beelden naar de projector stuurt, kunt u de displaymodus op de projector selecteren uit twee opties hieronder. -E nkel-PC-modus: geeft het beeld van de geselecteerde computer weer op een volledig scherm. -M ulti-PC-modus: geeft de beelden afkomstig van tot vier computers weer op het scherm dat in vier secties is verdeeld. Selecteer dit item om een dialoogvenster weer te geven. Gebruik het dialoogvenster om de displaymodus te wijzigen (zie hieronder).
PRESENTATIE
61
NETWERK menu
Onderdeel
Beschrijving
MULTI-PCMODUS (vervolg)
• Om te van de modus voor Multi-PC-modus naar Enkel-PC-modus te gaan, selecteert u een van de computers in het dialoogvenster met de ▲/▼/◄/►-knoppen en drukt u op SELECT. Druk op ► om OK te kiezen en druk vervolgens opnieuw op SELECT. Het beeld voor de geselecteerde computer wordt weergegeven op een volledig scherm. • Om van de modus voor Enkel-PC-modus naar MultiPC-modus te gaan, drukt u op ► om OK te kiezen in het dialoogvenster en drukt u op SELECT. De displaymodus is gewijzigd. • Voor details over hoe u de displaymodus in MultiPC-modus te zetten op uw computer, raadpleeg hoofdstuk Het omschakelen van de weergavemodus in de Netwerkhandleiding. • De instelling van de Presentatiemodus van de geselecteerde computer wordt geldig wanneer de displaymodus wordt gewijzigd in Enkel-PC-modus. De instelling van de Presentatiemodus wordt ook geldig wanneer de displaymodus wordt gewijzigd in Multi-PCmodus, ongeacht de instelling op de computers. Voor details, zie hoofdstuk Presentatiemodus in de Netwerkhandleiding.
GEBRUIKERSNAAM WEERGEVEN
Als u dit selecteert, verschijnt de gebruikersnaam op de display. Deze functie helpt u bij het identificeren vanop welke computer het huidige beeld is verstuurd. • U kunt gebruikersnamen voor elke computer op “LiveViewer” instellen. Voor details, zie hoofdstuk Toon de gebruikersnaam in de Netwerkhandleiding.
PRESENTATIE (vervolg)
(vervolgd op volgende pagina)
62
NETWERK menu
Onderdeel
Beschrijving Door dit item te selecteren wordt het NETWERKINFO dialoogvenster weergegeven om de netwerkinstellingen te bevestigen.
Netwerkinfo • Voor de details van WACHTWOORD, zie hoofdstuk De methode voor netwerkverbinding selecteren in de Netwerkhandleiding. • Alleen de eerste 16 tekens van de projectornaam worden weergegeven. • IP-ADRES, SUBNETMASKER en STANDAARD GATEWAY geven “0.0.0.0” aan als de DHCP op SCHAKEL IN staat en de projector geen adres van de DHCP-server krijgt. Uitvoeren van dit onderdeel herstart en initialiseert de netwerkfuncties. Kies de HERSTART UITVOEREN met de ►-knop.
Netwerk opnieuw starten
Gebruik vervolgens de ►-knop om uit te voeren.
Netwerk zal een keer afsluiten bij keuze van herstart. Als DHCP als aan is geselecteerd, zou het IP-adres kunnen veranderen. Na selectie van HERSTART UITVOEREN zou het NETWERK menu niet kunnen worden bediend gedurende ong. 30 seconden.
63
VEILIGHEID menu
VEILIGHEID menu Deze projector is uitgerust met beveiligingsfuncties. Vanaf het VEILIGHEID menu kunnen de onderdelen getoond in de onderstaande tabel worden uitgevoerd. Voor gebruik van het VEILIGHEID menu: U moet de gebruikersregistratie uitvoeren voordat u de beveiligingsfuncties kunt gebruiken.
Toegang tot het VEILIGHEID menu
1. D ruk op de ► knop. Het VOER PASWOORD IN vak wordt weergegeven. 2. G ebruik de ▲/▼/◄/► knoppen om het geregistreerde paswoord in te voeren. Het standaard wachtwoord is als volgt. IN5122: 4102 IN5124: 0100 U kunt dit paswoord veranderen (onder). Breng de cursor naar de rechterkant van het VOER PASWOORD IN vak en druk op de ► knop om het VEILIGHEID menu weer te geven. • Het verdient aanbeveling het op de fabriek ingestelde standaard paswoord zo spoedig mogelijk te veranderen. • Als er een verkeerd paswoord wordt ingevoerd, zal het VOER PASWOORD IN vak opnieuw worden weergegeven. Als er 3 maal een verkeerd paswoord wordt ingevoerd, zal de projector worden uitgeschakeld. Naderhand zal de projector telkens worden uitgeschakeld als er een verkeerd paswoord wordt ingevoerd. 3. U kunt de onderdelen kiezen die in de onderstaande tabel worden getoond.
Als u het paswoord bent vergeten (1) Terwijl het VOER PASWOORD IN vak wordt weergegeven, houdt u de SOURCE knop 3 seconden ingedrukt terwijl u de ► knop op de projector indrukt. (2) Er wordt een 10-cijferige informatiecode weergegeven. Neem contact op met uw dealer en geef de 10-cijferige informatiecode door. U ontvangt uw paswoord nadat de gebruikersregistratie is gecontroleerd. • Als er gedurende ongeveer 55 seconden geen knoppeninvoer is terwijl de informatiecode wordt weergegeven, zal het menu worden gesloten. Indien nodig, herhaalt u de procedure vanaf stap (1).
Onderdeel
Veiligh. pasw. veranderen
64
Beschrijving (1) Gebruik de ▲/▼ knoppen in het VEILIGHEID menu om Veiligh. pasw. veranderen te selecteren en druk dan op de ► knop om het VOER NIEUW PASWOORD IN vak weer te geven. (2) Gebruik de ▲/▼/◄/► knoppen om het nieuwe paswoord in te voeren. (3) Breng de cursor naar de rechterkant van het VOER NIEUW PASWOORD IN vak, druk op ► knop om het OPNIEUW NIEUW PASWOORD vak weer te geven en voer dan hetzelfde paswoord opnieuw in. (4) Breng de cursor naar de rechterkant van het OPNIEUW NIEUW PASWOORD vak en druk op de ► knop zodat het NOTEER NIEUW PASWOORD vak ongeveer 30 seconden wordt weergegeven. Maak nu een notitie van het paswoord. Druk op de SELECT knop van de afstandsbediening of op de ► knop van de projector om het NOTEER NIEUW PASWOORD vak te sluiten. • Zorg dat u het paswoord niet vergeet.
VEILIGHEID menu
Onderdeel
Beschrijving De Wachtwoord snapshot functie kan worden gebruikt om toegang te verbieden tot de Nieuw vastleggen functie en voorkomen dat het huidig geregistreerde Momentopname beeld wordt overschreven.
1 Het Wachtwoord snapshot inschakelen
Wachtwoord snapshot
1-1 Gebruik de ▲/▼ knoppen in het VEILIGHEID menu om Wachtwoord snapshot PASWOORD te selecteren en druk de ► knop in om het Wachtwoord snapshot aan/uit menu weer te geven. 1-2 Gebruik de ▲/▼ knoppen in het Wachtwoord snapshot aan/uit menu om SCHAKEL IN te selecteren. De VOER NIEUW PASWOORD IN box (klein) zal worden weergegeven. VOER NIEUW PASWOORD IN box (klein) 1-3 Gebruik de ▲/▼/◄/► knoppen om het PASWOORD in te voeren. Beweeg de cursor naar de rechterkant van de VOER NIEUW PASWOORD IN box (klein) en druk op de► knop om de OPNIEUW NIEUW PASWOORD box weer te geven, voer hetzelfde PASWOORD opnieuw in. 1-4 Beweeg de cursor naar de rechterzijde van de OPNIEUW NIEUW PASWOORD box en druk op de ► knop om het NOTEER NIEUW PASWOORD box ongeveer 30 seconden weer te geven, noteer het PASWOORD binnen die tijd. Door op SELECT te drukken op de afstandsbediening of de ► knop op de projector, keert u terug naar Wachtwoord snapshot aan/uit menu. Wanneer een PASWOORD wordt ingesteld voor Momentopname: • De Nieuw vastleggen-functie (en menu) zullen onbeschikbaar zijn • Het Vastlegvergrendeling menu zal onbeschikbaar zijn • De Opstartlogo instelling zal vergrendeld zijn op Momentopname (en het menu zal onbeschikbaar zijn). Het Wachtwoord snapshot uitschakelen zal een normale werking van deze functies toelaten. • Vergeet uw Wachtwoord snapshot niet.
2 Het Wachtwoord snapshot uitschakelen
2-1 Volg de procedure in 1-1 om het Wachtwoord snapshot aan/uit menu weer te geven. 2-2 Selecteer SCHAKEL UIT om de VOER PASWOORD IN box (groot) weer te geven. Voer het geregistreerd PASWOORD in VOER PASWOORD IN en het scherm zal terugkeren naar het box (groot) Wachtwoord snapshot aan/uit menu. Als een onjuist PASWOORD is ingevoerd, zal het menu afsluiten. Herhaal indien nodig het proces van 2-1.
3 Als u uw PASWOORD bent vergeten
3-1 Volg de procedure in 1-1 om het Wachtwoord snapshot aan/uit menu weer te geven. 3-2 Selecteer SCHAKEL UIT om de VOER PASWOORD IN box (groot) weer te geven. De Inquiring Code van 10 cijfers zal worden weergegeven in de box. 3-3 Contacteer uw dealer met de Inquiring Code van 10 cijfers. Uw PASWOORD zal worden verzonden nadat uw gebruikersregistratieinformatie is bevestigd.
65
VEILIGHEID menu
Onderdeel
Beschrijving PIN LOCK is een functie die voorkomt dat de projector wordt gebruikt tenzij een geregistreerde Code wordt ingevoerd.
1 De PIN LOCK inschakelen
PIN LOCK
1-1 Gebruik de ▲/▼ knoppen in het VEILIGHEID menu PIN LOCK te selecteren en druk de ► knop of de SELECT knop in om het PIN LOCK aan/uit menu weer te geven 1-2 Gebruik de ▲/▼ knoppen in het PIN LOCK aan/uit menu om SCHAKEL IN te selecteren en de Voer PIN Code in box zal worden weergegeven. 1-3 Voer een PIN Code in van 4 tekens d.m.v. ▲/▼/◄/►, of SOURCE knoppen. De Opnieuw PIN Code box zal verschijnen. Voer dezelfde PIN Code opnieuw in. Hiermee wordt de PIN Code registratie voltooid. • Indien er geen knoppeninvoer is gedurende ongeveer 55 seconden terwijl de Voer PIN Code in box of de Opnieuw PIN Code box wordt weergegeven, zal het menu afsluiten. Herhaal indien nodig het proces vanaf 1-1. Nadien zal, telkens de projector opnieuw wordt opgestart nadat de power knop is uitgeschakeld, de Voer PIN Code in box worden weergegeven. Voer de geregistreerde PIN Code in. De projector kan worden gebruikt nadat de geregistreerde PIN Code is ingevoerd. Indien een onjuiste PIN Code wordt ingevoerd, zal de Voer PIN Code in box opnieuw worden weergegeven. Als een onjuiste PIN Code 3 maal wordt ingevoerd, zal de projector afsluiten. Nadien zal de projector afsluiten telkens een onjuiste PIN Code wordt ingevoerd. De projector zal ook afsluiten als er geen knoppeninvoer is gedurende ongeveer 5 minuten terwijl de Voer PIN Code in box wordt weergegeven. Deze functie zal slechts worden geactiveerd wanneer de projector wordt gestart nadat de wisselstroom werd uitgeschakeld. • Vergeet uw PIN Code niet.
2 De PIN LOCK uitschakelen
2-1 Volgt de procedure in 1-1 to weergave de PIN LOCK aan/uit menu. 2-2 Gebruik de ▲/▼ knoppen om SCHAKEL UIT te selecteren en de Voer PIN Code in box zal worden weergegeven. Voer de geregistreerde PIN Code in om de PIN LOCK functie uit te schakelen. Als een onjuiste PIN Code 3 maal wordt ingevoerd, zal de projector afsluiten.
3 Indien u uw PIN Code bent vergeten
3-1 Houd terwijl het Voer PIN Code in box venster wordt getoond de SELECT knop op de afstandsbediening 3 seconden lang ingedrukt, of houd de SOURCE knop 3 seconden lang ingedrukt terwijl u op de projector op de ► knop drukt. De Inquiring Code van 10 cijfers zal worden weergegeven. • Indien er geen knoppeninvoer is voor ongeveer 5 minuten terwijl de Code gevraagd wordt weergegeven, zal de projector worden uitgeschakeld. 3-2 Contacteer uw verdeler met de Code gevraagd van 10 cijfers. Uw PIN Code zal worden verzonden nadat uw gebruikersregistratieinformatie is bevestigd.
(vervolgd op volgende pagina) 66
VEILIGHEID menu
Onderdeel
Beschrijving Als deze functie op SCHAKEL IN staat terwijl de verticale hoek van de projector of de PLAFOND/PROJECTIE ACTER SCHERM waarbij de projector is aangezet verschilt van de voorheen opgenomen instelling, zal het TRANSITIE DETECTOR AAN alarm worden geactiveerd en zal de projector geen ingangssignaal weergeven. • Om het signaal opnieuw weer te geven, zet u deze functie op SCHAKEL UIT. • Nadat het TRANSITIE DETECTOR AAN alarm ongeveer 5 minuten is weergegeven, zal de lamp uitgaan. • De keystone-instelfunctie is niet beschikbaar zolang de Transitie Dectector functie is ingeschakeld.
1 De TRANSITIE DETECTOR inschakelen
TRANSITIE DETECTOR
1-1 G ebruik de ▲/▼ knoppen in het VEILIGHEID menu om de TRANSITIE DETECTOR te selecteren en druk dan op de ► knop of de SELECT knop om het TRANSITIE DETECTOR aan/uit menu weer te geven. Selecteer SCHAKEL IN zodat de huidige hoek en PLAFOND/PROJECTIE ACTER SCHERM worden opgenomen. 1-2 G ebruik de ▲/▼ knoppen om in het TRANSITIE DETECTOR aan/uit menu de instelling SCHAKEL IN te selecteren. Selecteer SCHAKEL IN zodat de huidige hoek- en SPIEGEL-instelling worden opgenomen. Het VOER NIEUW PASWOORD IN vak (klein) wordt weergegeven. VOER NIEUW PASWOORD IN box (klein) 1-3 Gebruik de ▲/▼/◄/► knoppen om een paswoord in te voeren. Breng de cursor naar de rechterkant van het VOER NIEUW PASWOORD IN (klein) vak, druk op ► knop om het OPNIEUW NIEUW PASWOORD vak weer te geven en voer dan hetzelfde paswoord opnieuw in. 1-4 B reng de cursor naar de rechterkant van het OPNIEUW NIEUW PASWOORD vak en druk op de ► knop zodat het NOTEER NIEUW PASWOORD vak ongeveer 30 seconden wordt weergegeven. Maak een notitie van het paswoord. Druk op de SELECT knop van de afstandsbediening of op de ► knop van de projector om terug te keren naar het TRANSITIE DETECTOR aan/uit menu. • Zorg dat u uw TRANSITIE DETECTOR paswoord niet vergeet. • Deze functie zal slechts geactiveerd worden wanneer de projector wordt opgestart nadat de wisselstroom werd uitgeschakeld. • Het is mogelijk dat deze functie niet juist werkt wanneer de projector niet stabiel staat wanneer SCHAKEL IN wordt geselecteerd.
2 De TRANSITIE DETECTOR uitschakelen
2-1 Volg de procedure in 1-1 om het TRANSITIE DETECTOR aan/uit menu weer te geven. 2-2 Selecteer SCHAKEL UIT zodat het VOER PASWOORD IN vak (groot) verschijnt. Voer het geregistreerde paswoord in en het scherm keert terug naar het TRANSITIE DETECTOR aan/uit menu. VOER PASWOORD IN box (groot) Als een verkeerd paswoord wordt ingevoerd, zal het menu sluiten. Indien nodig, herhaalt u de procedure vanaf stap 2-1.
3 Indien u uw paswoord bent vergeten
3-1 Volg de procedure in 1-1 om het TRANSITIE DETECTOR aan/uit menu weer te geven. 3-2 Selecteer SCHAKEL UIT om de VOER PASWOORD IN box (groot) weer te geven. De Code gevraagd van 10 cijfers zal worden weergegeven in de box. 3-3 Contacteer uw dealer met de Code gevraagd van 10 cijfers. Uw paswoord zal worden verzonden nadat uw gebruikersregistratieinformatie is bevestigd.
67
VEILIGHEID menu
Onderdeel
Beschrijving De WACHTW. MIJN TEKST functie kan voorkomen dat MIJN TEKST wordt overschreven. MIJN TEKST aan/uit menu. Wanneer het paswoord is ingesteld voor MIJN TEKST; • Het MIJN TEKST WEERG. menu zal niet beschikbaar zijn, waardoor de WEERGAVE instelling niet kan worden gewijzigd. • Het MIJN TEKST BIJW. menu zal niet beschikbaar zijn, waardoor verhinderd wordt dat MIJN TEKST kan worden overschreven.
1 WACHTW. MIJN TEKST inschakelen
WACHTW. MIJN TEKST
1-1 Gebruik de ▲/▼ knoppen in het VEILIGHEID menu om het WACHTW. MIJN TEKST te selecteren en druk op de ► knop om het WACHTW. MIJN TEKST aan/uit menu weer te geven. 1-2 Gebruik de ▲/▼ knoppen in het WACHTW. MIJN TEKST aan/uit menu om SCHAKEL IN te selecteren. De VOER NIEUW PASWOORD IN box (klein) zal worden weergegeven. 1-3 Gebruik de ▲/▼/◄/► knoppen om het VOER NIEUW PASWOORD IN box (klein) paswoord in te voeren. Beweeg de cursor naar de rechterzijde van de VOER NIEUW PASWOORD IN box (klein) en druk de ► knop in om de OPNIEUW NIEUW PASWOORD box weer te geven, en voer hetzelfde paswoord opnieuw in. 1-4 Beweeg de cursor naar de rechterzijde van de OPNIEUW NIEUW PASWOORD box en druk de ► knop in om het NOTEER NIEUW PASWOORD box voor ongeveer 30 seconden weer te geven, noteer het PASWOORD binnen die tijd. Door de SELECT knop op de afstandstbediening of de ► knop op de projector in te drukken, keert u terug naar het WACHTW.
2 WACHTW. MIJN TEKST uitschakelen
2-1 Volg de procedure in 1-1 om het WACHTW. MIJN TEKST aan/uit menu weer te geven. 2-2 Selecteer SCHAKEL UIT om de VOER PASWOORD IN box (groot) weer te geven. VOER PASWOORD IN Voer het geregistreerde paswoord in en het box (groot) scherm zal terugkeren naar het WACHTW. MIJN TEKST aan/uit menu. Indien een onjuist paswoord wordt ingevoerd, zal het menu afsluiten. Herhaal indien nodig het proces van 2-1.
3 Als u uw paswoord bent vergeten
3-1 Volg de procedure in 1-1 om het WACHTW. MIJN TEKST aan/uit menu weer te geven. 3-2 Selecteer SCHAKEL UIT om de VOER PASWOORD IN box (groot) weer te geven. De code gevraagd van 10 cijfers zal worden weergegeven in de box. 3-3 Contacteer uw dealer met de Code gevraagd van 10 cijfers. Uw paswoord zal worden verzonden nadat uw gebruikersregistratieinformatie is bevestigd.
(vervolgd op volgende pagina) 68
VEILIGHEID menu
Onderdeel
Beschrijving
MIJN TEKST WEERG.
(1) G ebruik de ▲/▼ knoppen in het VEILIGHEID menu om het MIJN TEKST WEERG. te selecteren en druk de ► of SELECT knop in om het MIJN TEKST WEERG. aan/uit menu weer te geven. (2) Gebruik de ▲/▼ knoppen in het MIJN TEKST WEERG. aan/uit menu om in- of uitschakelen te selecteren. SCHAKEL IN ó SCHAKEL UIT Indien ingesteld op SCHAKEL IN, zal de ingevoerde MIJN TEKST worden weergegeven op het Opstartlogo scherm en in het SOURCE_INFORMATIE dialoogvenster. • Deze functie is slechts beschikbaar wanneer de WACHTW. MIJN TEKST functie is SCHAKEL UIT.
MIJN TEKST BIJW.
(1) G ebruik de ▲/▼ knoppen in het VEILIGHEID om het MIJN TEKST BIJW. menu te selecteren en druk op de ► knop. Het MIJN TEKST BIJW. dialoogvenster zal worden weergegeven. (2) D e huidige MIJN TEKST zal worden weergegeven op de eerste 3 regels. Indien er nog niets werd geschreven, zullen de regels leeg zijn. Gebruik de ▲/▼/◄/► knoppen en de SELECT knop om karakters te selecteren en in te voeren. Om 1 teken tegelijk te wissen, drukt u tegelijkertijd op de ◄ knop en de SOURCE knop. Als u de cursor bovendien naar VERWIJDEREN of ALLESWISSEN beweegt op het scherm en de SELECT knop indrukt, zullen 1 of alle karakters worden gewist. MIJN TEKST kan maximum 24 karakters bevatten. (3) O m een reeds ingevoerd karakter te wijzigen, druk op de ▲/▼ knop om de cursor naar één van de eerste 3 regels te verplaatsen, en gebruik de ◄/► knoppen om de cursor op het karakter te plaatsen dat moet worden gewijzigd. Nadat de SELECT knop is ingedrukt, is het karakter geselecteerd. Volg dan dezelfde procedure zoals beschreven bij item (2) hierboven. (4) Om te stoppen met het invoeren van tekst, verplaats de cursor naar OK op het scherm en druk op de ►, SELECT knop. Om terug te keren naar de MIJN TEKST zonder de wijzigingen op te slaan, verplaats de cursor naar ANNULEREN op het scherm en druk op de ◄, SELECT knop. • De MIJN TEKST BIJW. functie is slechts beschikbaar wanneer de WACHTW. MIJN TEKST functie is SCHAKEL UIT.
VEILIGHEID. INDICAT
Door dit item te selecteren wordt het VEILIGHEID.INDICAT dialoogvenster getoond. Gebruik de ▲/▼ knoppen om SCHAKEL IN of SCHAKEL UIT te selecteren. SCHAKEL IN ó SCHAKEL UIT Als SCHAKEL IN is geselecteerd terwijl PIN LOCK of TRANSITIE DETECTOR op SCHAKEL IN staan, licht het SECURITY controlelampje op in de Energiebesparingsmodus (73, 74).
OVERLAP VERGRENDEL
Door dit item te selecteren wordt het OVERLAP VERGRENDEL dialoogvenster getoond. Voor meer informatie, gelieve de Overlap Handleiding.
69
Presentatiemanieren
Presentatiemanieren De projector heeft de volgende twee handige manieren waarmee u snel en eenvoudig presentaties op het scherm kunt weergeven: - Presentatie ZONDER PC (onder) - USB-weergave (79)
Presentatie ZONDER PC Bij de Presentatie ZONDER PC worden beeldbestanden gelezen van een opslagmedium dat in de USB TYPE A-poort wordt geplaatst, waarna de afbeelding in een van de volgende modi wordt weergegeven. De Presentatie ZONDER PC kan worden gestart door de USB TYPE A-poort als ingangsbron te selecteren. Hiermee kunt u presentaties verzorgen zonder daarbij uw computer te gebruiken. - Miniatuurmodus (71) - Volledige schermmodus (75) - Slide showmodus (76) [Ondersteunde opslagmedia] • USB-geheugen (USB-geheugentype, USB-harddisk en USB-kaartlezertype) N.B. • USB-lezers (adapters) met meer dan één USB-slot werken mogelijk niet (als de adaptor erkent wordt als meerdere apparaten die aangesloten zijn). • USB-hubs werken mogelijk niet. • USB-apparaten met beveiligingssoftware werken mogelijk niet. • Ga altijd voorzichtig te werk als u een USB-apparaat plaatst of verwijdert (11, 73) [Ondersteund formaat] • FAT12, FAT16 en FAT32 N.B.
• NTFS wordt niet ondersteund.
[Ondersteund bestandsformaat] • JPEG (.jpeg, .jpg) * Progressief wordt niet ondersteunt. • Bitmap (.bmp) * 16bit-modus en gecomprimeerde bitmap wordt niet ondersteunt. • PNG (.png) * Geïnterlacede PNG wordt niet ondersteunt. • GIF (.gif) N.B. • Bestanden met een resolutie groter dan onderstaand worden niet ondersteund. IN5122: 1024X768 IN5124: 1280 x 800 (* Het is mogelijk dat sommige computers 1280 x 800 niet ondersteunen.) • Bestanden met een resolutie kleiner dan 36x36 worden niet ondersteund. • Bestanden met een resolutie kleiner dan 100x100 kunnen wellicht niet worden weergegeven. • Sommige ondersteunde bestanden kunnen wellicht niet worden weergegeven. • Als de inhoud van beeldgegevens niet kan worden weergegeven in de miniatuurmodus wordt er alleen een frame weergegeven. 70
Presentatiemanieren
Presentatie ZONDER PC (vervolg)
Miniatuurmodus De miniatuurmodus toont de afbeeldingen die op een USB-opslagapparaat zijn opgeslagen in het Thumbnailscherm. Maximaal 20 afbeeldingen worden er weergegeven op een scherm. Wanneer u wesnt kunt u naar de Volledige scherm- of Slide showmodus gaan nadat u een aantal afbeeldingen in de Miniatuurmodus geselecteerd heeft. De miniatuurmodus wordt als primaire functie van de Presentatie ZONDER PC gestart nadat de USB TYPE A-poort als ingangsbron is geselecteerd.
Geselecteerde afbeelding
Miniatuurmenu
Miniatuurafbeeldingen
71
Presentatiemanieren
Presentatie ZONDER PC (vervolg) Bediening d.m.v. knoppen of knopen U kunt de afbeeldingen in het miniatuurscherm besturen met de afstandbediening, het keypad of de webbrowser. De volgende functies kunnen ondersteund worden wanneer er een miniatuur afgebeeld wordt. De functies van de knoppen. De afstandsbediening
Het keypad op de projector.
Webafstandsbediening in browser.
▲/▼/◄/►
▲/▼/◄/►
▲/▼/◄/►
Beweeg de cursor
PAGE UP PAGE DOWN
-
PAGE UP PAGE DOWN
Wisselt van pagina
SELECT
• Geeft het geselecteerde beeld in de volledige schermmodus weer wanneer de cursor op een thumbnailbeeld staat. • Geeft het menu INSTELLING (volgende) weer voor het geselecteerde beeld wanneer de cursor op het nummer van het thumbnailbeeld staat.
SELECT
SOURCE
Functies
Het menu INSTELLING voor de geselecteerde afbeelding Item INSTELLING
72
Functies Gebruik de cursorknoppen ◄/► om elke instelling te wijzigen of gebruik de cursorknop ► om de functies als volgt uit te voeren.
TERUG
Druk op de cursorknop ► of op SELECT om terug te keren naar het Thumbnailscherm.
START
Selecteer SCHAKEL IN om het geselecteerde beeld in te stellen als het eerste beeld in de slide show. Deze instelinformatie wordt opgeslagen in het bestand “playlist.txt” (78).
STOP
Selecteer SCHAKEL IN om het geselecteerde beeld in te stellen als het laatste beeld in de slide show. Deze instelinformatie wordt opgeslagen in het bestand “playlist.txt” (78).
OVERSLAAN
Selecteer SCHAKEL IN om het geselecteerde beeld over te slaan in de slide show. Deze instelie wordt opgeslagen in het bestand “playlist.txt” (78).
DRAAIEN
Druk op de cursorknop ► of op SELECT om het geselecteerde beeld 90 graden rechtsom te draaien. Deze instelinformatie wordt opgeslagen in het bestand “playlist.txt” (78).
Presentatiemanieren
Presentatie ZONDER PC (vervolg) Bediening d.m.v. het menu in het miniatuurscherm U kunt voor het weergeven van de afbeeldingen ook het menu in het Thumbnailscherm gebruiken. Item
Functies Gaat naar een bovenliggende map.
SORTEREN TERUG
Hiermee kunt u als volgt bestanden en mappen sorteren. Druk op de cursorknop ► of op SELECT om terug te keren naar het Thumbnailscherm.
NAAM OMHOOG Sorteert in oplopende volgorde op bestandsnaam. NAAM OMLAAG Sorteert in aflopende volgorde op bestandsnaam. DATUM OMHOOG Sorteert in oplopende volgorde op bestandsdatum. DATUM OMLAAG Sorteert in aflopende volgorde op bestandsdatum. ▲/▼
Naar de vorige/volgende pagina gaan.
SLIDE SHOW
Configureert en start de slide show (76).
TERUG
Druk op de cursorknop ► of op SELECT om terug te keren naar het Thumbnailscherm.
SPEEL
Druk op de cursorknop ► of op SELECT om de slide show te starten.
START
Stel het beginnummer in van de Slideshow.
STOP
Stel het eindnummer in van de Slideshow.
INTERVAL
Stel de tijdsinterval in van de Slideshow.
SPEELSTAND
Selecteer de Slide showmodus.
SOURCE
Verandert de invoerpoort.
MENU
Geeft het menu weer.
VERWIJDER USB
Gebruik altijd deze functie voordat u een USB-opslagapparaat uit de projector verwijdert. Daarna herkent de projector het USBopslagapparaat pas als u het opnieuw in de USB TYPE A-poort steekt.
73
Presentatiemanieren
Presentatie ZONDER PC (vervolg) N.B. • Deze functies zijn niet toegankelijk wanneer het OSD-menu van de projector getoond wordt. • De miniatuurmodus toont maximaal 20 afbeeldingen op 1 pagina. • Het is niet mogelijk de invoerpoort te veranderen met de knop SOURCE wanneer het Thumbnailscherm, de slide show of het volledige scherm wordt weergegeven. • Een aantal fouticonen wordt weergegeven in de Miniatuurmodus. Dit bestand schijnt defect of van een niet ondersteund formaat te zijn. Een bestand dat niet in het Thumbnailscherm kan worden weergegeven, wordt weergegeven door een pictogram met de bestandsindeling.
74
Presentatiemanieren
Presentatie ZONDER PC (vervolg)
Volledige schermmodus De Volledige schermweergave tooont een volledige weergave van een afbeelding. Om een afbeelding in de volledige schermmodus weer te geven selecteert u deze in het Thumbnailscherm. Druk vervolgens op SELECT op de afstandsbediening of op de knop SOURCE op het keypad, of klik op [SELECT] op de Web Remote Control.
Volledige schermweergave
De volgende functies kunnen ondersteund worden in de Volledige schermmodus. De functies van de knoppen. De afstandsbediening
Het keypad op de projector.
Web Remote in browser.
▼ ► of PAGE DOWN
▼ of ►
▼, ► of PAGE DOWN
Toont het volgende beeld.
▲ ◄ of PAGE UP
▲ of ◄
▲, ◄ of PAGE UP
Toont het vorige beeld.
SELECT
SOURCE
SELECT
Toont miniatuur.
Functies
N.B. • Deze functies zijn niet toegankelijk wanneer het OSD van de projector getoond wordt. • Het is niet mogelijk om de invoerpoort te veranderen met de SOURCE-knop wanneer THUMBNAIL, SLIDE SHOW of DIRECTORY weergegeven worden.
75
Presentatiemanieren
Presentatie ZONDER PC (vervolg)
Slide showmodus In de Slide show-modus worden afbeeldingen op volledig scherm weergegeven en verschijnt de volgende afbeelding op basis van het interval dat is ingesteld bij INTERVAL in het menu in het thumbnailscherm (78).
U kunt deze functie starten vanuit het menu Slide show. Om het menu Slide show weer te geven, selecteert u de knop SLIDE SHOW in de thumbnailstand en drukt u op de knop SELECT op de afstandsbediening of de knop SOURCE op de projector. De volgende functies kunnen toegankelijk zijn wanneer er een miniatuur afgebeeld wordt. De functies van de knoppen. De Het keypad op Web Remote in afstandsbediening de projector. browser. SELECT
SOURCE
SELECT
Functies Toont miniatuur.
* Deze functies zijn niet toegankelijk wanneer het OSD-menu van de projector getoond wordt. N.B. • Het is niet mogelijk om de invoerpoort te veranderen met de SOURCE-knop wanneer THUMBNAIL, SLIDE SHOW of DIRECTORY weergegeven worden. • Wanneer de SLIDE SHOW-modus ingesteld is op EEN KEER dan blijft de laatste dia van de presentatie op het scherm totdat de SELECT-knop op de afstandbediening of Web Remote Control ingedrukt wordt of wanneer de SOURCE-knop op de projector ingedrukt wordt.
76
Presentatiemanieren
Presentatie ZONDER PC (vervolg) U kunt de Slide show afspelen op de door u gewenste configuratie. Configureer de SLIDE SHOW opties in THUMBNAIL. 1) TERUG : Keert terug naar de thumbnailstand. 2) SPEEL :S peel de Slide show af. 3) START :S tel het beginnummer in van de Slide show. 4) STOP :S tel het eindnummer in van de Slide show. 5) INTERVAL : Stel de tijdsinterval in van de Slide show. H et wordt afgeraden om de tijdsinterval erg kort, bijvoorbeeld enkele seconden, omdat het langer dan enkele seconden kan duren om een afbeelding te lezen en af te beelden wanneer een afbeeldingsbestand opgeslagen is in een erg diep gelaagde directory of als er zeer veel bestanden zijn opgeslagen in dezelfde directory. 6) SPEELSTAND : S electeer de Slide showmodus. EEN KEER: Speel de Slide show één keer af. EINDELOOS: Speel de Slide show eindeloos af. N.B. • De instellingen van de Slide show worden opgeslagen in het “playlist.txt” bestand dat opgeslagen is in de opslagmedia. Als het bestand niet bestaat, dan wordt het automatisch gegenereerd. • De instellingen voor START, STOP, INTERVAL en SPEELSTAND worden opgeslagen in de afspeellijst. • Wanneer de opslagmedia schrijfbeveiligd is of het “playlist.txt” een alleen-lezen type bestand is, dan is het onmogelijk om de instellingen van de Slide Show the wijzigen.
77
Presentatiemanieren
Presentatie ZONDER PC (vervolg)
Afspeellijst De afspeellijst is een DOS-tekstbestand, dat de volgorde van de weergegeven stilstaande beelden in de Thumbnailweergave of Slide show bepaalt. De bestandsnaam van de afspeellijst is “playlist.txt” en het bestand kan op een computer worden bewerkt. De afspeellijst wordt gemaakt in de map die de geselecteerde beeldbestanden bevat als de Presentatie ZONDER PC wordt gestart of als de Slide show wordt geconfigureerd. [Voorbeeld van “playlist.txt” bestanden] START-instelling : STOP-instelling : INTERVAL-instelling : SPEELSTAND-instelling : img001.jpg: : : : img002.jpg:600: : : img003.jpg:700:rot1: : img004.jpg: : :OVERSLAAN: img005.jpg:1000:rot2:OVERSLAAN: Het bestand “playlist.txt” bevat de volgende informatie. Ieder gegeven moet tussen “:” staan en elke regel moet eindigen op “:”. 1e regel: instellingen voor START, STOP, INTERVAL en SPEELSTAND (78). 2e regel en verder: bestandsnaam, intervaltijd, rotatie-instelling en instelling voor Overslaan. Intervaltijd : k an worden ingesteld op een waarde van 0 tot 999900 (ms) in stappen van 100 (ms). Rotatie-instelling: “rot1” betekent een rotatie van 90 graden rechtsom; “rot2” en “rot3” betekenen dat de afbeelding nog eens 90 graden wordt geroteerd. Instelling voor Overslaan: “SKIP” betekent dat de afbeelding niet in de Slide show wordt weergegeven. N.B. • De maximumlengte van een regel in het bestand “playlist.txt” is 255 tekens inclusief line feed. Zodra er één regel te lang is, werkt het bestand “playlist. txt” niet meer. • U kunt max. 999 bestanden in de afspeellijst opnemen. Als er in dezelfde directory echter ook mappen staan, neemt het maximumaantal bestanden af met het aantal mappen in de directory. Bestanden die buiten het maximumaantal vallen worden niet in de Slide show weergegeven. • Als het opslagapparaat beveiligd is of onvoldoende beschikbare ruimte bevat, kan het bestand “playlist.txt” niet worden gemaakt. • Raadpleeg het gedeelte Slide show-modus voor meer informatie over de instellingen voor de Slide show. (76). 78
Presentatiemanieren
USB-weergave De projector kan beelden overgedragen van een computer via een USB-kabel weergeven (&10).
Vereiste pc-hardware en -software • BS: Een van de volgende. (alleen de 32-bits versie) Windows ® XP Home Edition /Professional Edition Windows Vista ® Home Basic /Home Premium /Business /Ultimate /Enterprise Windows ® 7 Starter /Home Basic /Home Premium /Business /Ultimate /Enterprise PU: Pentium 4 (2,8 GHz of hoger) •C rafische kaart: 16 bit, XGA of hoger •G • Geheugen: 512 MB of meer uimte op de harde schijf: 30 MB of hoger •R • USB-poort • USB-kabel: 1 stuk Selecteer USB-DISPLAY voor het item USB TYPE B in het menu OPTIE. Als u uw computer met behulp van een USB-kabel op de USB TYPE B-poort van de projector aansluit, wordt de projector herkend als een CD-ROM-station op uw computer. Vervolgens wordt de software in de projector, “LiveViewerLiteUSB.exe”, automatisch uitgevoerd, waarna de toepassing “LiveViewer Lite for USB” op uw computer beschikbaar is voor de USB-weergave. De toepassing “LiveViewer Lite for USB” wordt automatisch afgesloten zodra de USB-kabel wordt losgekoppeld.
N.B.
• Als de software niet automatisch start (dit gebeurt doorgaans omdat de autorun-functie voor de CD-ROM op uw besturingssysteem is uitgeschakeld), gaat u als volgt te werk. (1) Klik op de [Start] knop op de taakbalk en selecteer “Uitvoeren”. (2) Voer F:\LiveViewerLiteUSB.exe in en druk dan op [OK] Als uw CD-ROM-station niet station F op uw computer is, moet u F vervangen door de correcte letter die is toegewezen aan uw CD-ROM-station. • CD-ROM autorun wordt uitgeschakeld tijdens de werking van de screensaver. • Het overbrengen van de afbeelding van de computer wordt onderbroken tijdens de werking van de met wachtwoord beveiligde screensaver. Sluit de screensaver af om weer verder te gaan met het overbrengen. • Bekijk onze website (www.infocus.com/support) voor de nieuwste versie van de software en de bijbehorende handleiding. Volg de update-instructies op de website.
Deze toepassing verschijnt in het Windows-systeemvak zodra hij is gestart. U kunt de toepassing op uw computer afsluiten door “Quit” te kiezen in het menu.
N.B. • “LiveViewer” (zie ook Netwerkhandleiding) en deze toepassing kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt. Als u uw computer m.b.v. een USB-kabel op de projector aansluit terwijl “LiveViewer” actief is, verschijnt de volgende melding. • Wanneer er een firewall op uw PC geïnstalleerd is, schakel deze dan uit d.m.v. de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing. • Het overbrengen van de afbeelding wordt mogelijk geblokkeerd door bepaalde beveiligingssoftware. Wijzig de instelling van de beveiligingssoftware om “LiveViewer Lite for USB” te kunnen gebruiken. 79
Presentatiemanieren
USB-weergave (vervolg)
Rechtsklikmenu Het hier rechts afgebeelde menu wordt weergegeven als u in het Windows-systeemvak met de rechtermuisknop op het pictogram van de toepassing klikt.
Display (Weergeven) Quit (Afsluiten)
:H et zwevende menu wordt weergegeven en het pictogram verdwijnt uit het Windows-systeemvak. :D e toepassing wordt afgesloten en het pictogram verdwijnt uit het Windows-systeemvak.
N.B. • Om de toepassing te herstarten, koppelt u de USB-kabel los en sluit u deze vervolgens weer aan.
Zwevende menu Als u in het rechtsklikmenu “Display” selecteert, wordt het zogeheten zwevende menu, dat hier rechts is afgebeeld, op uw computerscherm weergegeven.
Startende vangknop. De overdracht naar de projector wordt gestart en de beelden worden weergegeven. Stopknop. Het overbrengen van de afbeelding wordt gestopt. Holdknop De afbeelding op het projectorscherm wordt tijdelijk bevroren. De laatste afbeelding voordat er op de knop geklikt werd blijft op het scherm. U kunt de beeldgegevens op uw computer wijzigen zonder het op het projectorscherm te laten zien. Optieknop Het venster Opties wordt weergegeven. Minimaliseerknop Het zwevende menu wordt gesloten en het pictogram verschijnt weer in het Windows-systeemvak. N.B. • Als u meerdere malen op de knop Weergave starten en/of de Stopknop drukt, worden de afbeeldingen wellicht niet op het scherm weergegeven.
80
Presentatiemanieren
USB-weergave (vervolg)
Het venster Opties Als u in het zwevende menu de Optieknop kiest, wordt het venster Opties weergegeven.
Optimaliseer prestaties “LiveViewer Lite for USB” maakt schermafbeeldingen in JPEG-formaat en stuurt deze naar de projector. “LiveViewer Lite for USB” heeft twee opties die ieder een verschillende compressiesnelheid van JPEG-data hebben. Overbrengingsnelheid Snelheid is van groter belang dan de kwaliteit van de afbeelding. Het zorgt ervoor dat de JPEG-compressiesnelheid hoger is. Het scherm op de projecter wordt sneller geschreven omdat de overgebrachte data kleiner is, maar de kwaliteit van de afbeelding is slechter. Afbeeldingskwaliteit De kwaliteit van de afbeelding is van groter belang dan de snelheid. Het zorgt ervoor dat de JPEG-compressiesnelheid lager is. Het scherm op de projecter wordt langzamer geschreven omdat de overgebrachte data groter is, maar de kwaliteit van de afbeelding is beter. Keep PC resolution (PC-resolutie behouden) Als u het controle teken van de [Keep PC resolution] kast verwijdert, verandert de schermresolutie van uw computer als volgt, en kan de displaysnelheid hoger liggen. IN5122: 1024X768 (XGA) IN5124: 1280 x 800 Als uw computer de hierboven genoemde display resolutie niet ondersteunt, zal de grootste resolutie van de resoluties kleiner dan de genoemde resoluties ondersteund door uw computer, worden geselecteerd. N.B. • Wanneer de resolutie verandert wordt, dan kan de opstelling van de iconen op het bureaublad van de PC er anders uitzien. About (Over) Informatie over de versie van “LiveViewer Lite for USB”.
81
Onderhoud
Onderhoud De lamp vervangen Zorg dat u een InFocus lampmodule gebruikt die ontworpen is voor deze projector. U bestelt nieuwe lampen op www.infocus.com (in bepaalde regio’s), bij uw leverancier of verkoper. Alleen authentieke lampen van InFocus zijn getest voor gebruik op deze projector.Het gebruik van lampen, die niet van InFocus zijn, kunnen een elektrische schok of brand veroorzaken, en de garantie van de projector nietig maken. InFocus kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de prestaties, veiligheid of certificering van andere lampen. WAARSCHUWINGEN: Hg- lamp bevat kwik. Houd u aan de plaatselijke reguleringen m.b.t. afvalverwerking. Zie www.lamprecycle.org. lampbehuizing
Typenummer: SP-LAMP-064 De lamp vervangen de projector uit en haal de stekker uit het stopcontact. 1. Schakel Laat de projector minstens 45 minuten afkoelen. de schroef van de lampdeksel (gemarkeerd met 2. Draai pijl) los en verwijder vervolgens de lampdeksel door dit
3. 4. 5. 6.
te verschuiven en op te tillen. Maak de 3 schroeven (aangegeven door een pijl) van de lamp los en licht de lamp zachtjes op met de handvatjes. Maak nooit andere schroeven los. Voer de nieuwe lamp in en draai de 3 schroeven van de lamp die waren losgemaakt in het voorgaande proces opnieuw stevig vast om de lamp vast te zetten. Pas de nokken en uitsparingen van de lampdeksel en de projector op elkaar en schuif de lampdeksel weer op zijn plaats. Draai vervolgens de schroef van de lampdeksel weer vast. Schakel de projector in en stel de lamptijd opnieuw in d.m.v. het puntje Reset lampuren in het SERVICE-menu. (1) Druk op de MENU-knop om een menu weer te geven. (2) Richt de cursur op "GEAVANCEERD" in het menu d.m.v. de ▼/▲-knop en druk dan op de ►-knop. (3) Richt de cursor op OPTIE in de linkerkolom van het menu d.m.v. de ▼/▲-knop en druk dan op de ►-knop. (2) Richt de cursur op SERVICE in het menu d.m.v. de ▼/▲knop en druk dan op de ►-knop. (4) R icht de cursor op Reset lampuren d.m.v. de ▼/▲knop en druk dan op de ►-knop. Er verschijnt een dialoogvenster. (5) Druk op de ►-knop om "OK" te selecteren in het dialoogvenster. Daardoor wordt de lamptijd gereset.
Handvaten
VOORZICHTIG ►Raak de interne onderdelen van de projector niet aan terwijl de lamp verwijderd is. 82
Onderhoud
De lamp vervangen (vervolg)
Waarschuwing i.v.m. de lamp HOOG VOLTAGE
HOGE TEMPERATUUR
HOGE DRUK
WAARSCHUWING ►De projector gebruikt een hogedrukkwiklamp. De lamp kan stuk gaan met een luide knal, of uitbranden, als ze wordt gestoten of gekrast, wordt vastgenomen terwijl ze heet is, of mettertijd verslijt. Hou er rekening mee dat elke lamp een verschillende levensduur heeft, en soms kan ze barsten of opbranden kort nadat u ze bent beginnen te gebruiken. Bovendien is het mogelijk dat, wanneer de lamp barst, er stukken glas in de lampbehuizing vliegen, en dat er gas met kwik en stof met kleine glasdeeltjes uit de uitlaatgaten van de projector naar buiten komen. ►Over het verwijderen van een lamp: Dit product bevat een kwiklamp. Deponeer het niet bij het gewone vuilnis. Verwijder het in overeenstemming met de milieuwetgeving. • Voor recyclage van lampen, ga naar www.lamprecycle.org (in de VS). • Voor het weggooien van dit product contacteert u uw lokale gemeentebestuur of www.eiae.org (in de VS) of www.epsc.ca (in Canada). Voor verdere informatie, bel uw leverancier. • Als de lamp breekt, trek dan de stroomkabel uit het stopcontact en vraag een vervangingslamp aan bij uw lokale verdeler. Let op, glasschervan kunnen de interne onderdelen van de projector beschadigen of u verwonden als u de projector opent. Probeer dus de projector niet zelf te reinigen en de lamp niet zelf te vervangen. • Als de lamp breekt, moet u de kamer goed verluchten en ervoor zorgen dat u het gas Ontkoppel of de kleine deeltjes die uit de uitlaatgaten naar buiten komen niet inademt of in contact de stekker laat komen met uw ogen of mond. uit het • Alvorens u de lamp vervangt, schakelt u de projector uit en trekt u de stroomkabel stop- uit. Wacht vervolgens minstens 45 minuten om de lamp voldoende te laten afkoelen. contact Als u de lamp vastneemt terwijl ze nog heet is, kunt u brandwonden oplopen en kan de lamp ook beschadigd worden. • Schroef nooit een schroef los, behalve de aangeduide schroeven (gemarkeerd met een pijl). • Open de lampbehuizing niet terwijl de projector aan het plafond hangt. Dat is gevaarlijk, want als de lamp is gebroken, zullen de stukken glas eruitvallen wanneer de behuizing wordt geopend. Bovendien is het gevaarlijk om op hoge plaatsen te werken, dus vraag aan uw lokale verdeler om de lamp te vervangen, ook als die niet gebroken is. • Gebruik de projector niet met de lampbehuizing verwijderd. Zorg ervoor dat bij het vervangen van de lamp de schroeven stevig zijn vastgedraaid. Losse schroeven zouden schade of letsel kunnen veroorzaken. • Gebruik alleen de lamp van het gespecifieerde type. Gebruik van een lamp die niet voldoet aan de lampspecificaties van deze projector, kan leiden tot brand, beschadiging of een kortere levensduur van de projector. • Indien de lamp breekt kort nadat ze voor het eerst in gebruik werd genomen, zijn er mogelijk nog andere elektriciteitsproblemen dan de lamp. Als dat het geval is, contacteer dan uw lokale dealer of vertegenwoordiger. • Ga er voorzichtig mee om: stoten of krassen zouden ervoor kunnen zorgen dat de lamp breekt tijdens gebruik. • Als u de lamp gedurende langere tijd niet gebruikt, kan dat ertoe leiden dat ze minder fel brandt, niet aangaat of breekt. Als de beelden donker lijken of als de kleurtoon vaag is, vervang de lamp dan zo snel mogelijk. Gebruik geen oude (gebruikte) lampen. Die kunnen een defect veroorzaken. 83
Onderhoud
Het luchtfilter reinigen en vervangen Gelieve periodiek het luchtfilter te controleren en schoon te maken. Indien de indicatoren of een melding aandringen dat u het luchtfilter vervangt, doe dit dan zo snel mogelijk. De luchtfilter van deze projector bestaat uit een filterkapje en een filtereenheid met twee soorten filters. Als een of beide filters beschadigd zijn of te zeer vervuild, vervang de filtereenheid door een nieuwe. Als u een nieuwe filtereenheid aanschaft bij uw dealer, geef dan het volgende typenummer door. Typenummer : MU06641 (Filtereenheid) De genoemde filtereenheid wordt samen met een vervangingslamp voor deze projector geleverd. Vervang s.v.p. ook de filtereenheid als u de lamp vervangt.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
chakel de projector uit en haal de stekker uit S het stopcontact. Laat de projector voldoende afkoelen. Gebruik een stofzuiger op en rond de filterbehuizing. Pak de knoppen van het filterdeksel vast en trek het filterdeksel naar boven om dit te verwijderen. Druk de onderste zijknoppen voorzichtig omhoog om de onderkant van de filtereenheid los te maken. Trek tot slot aan de middelste knop om de filtereenheid te verwijderen. Gebruik een stofzuiger voor de filteropening van de projector en de buitenzijde van de filtereenheid. De filtereenheid bestaat uit twee delen. Druk rondom op de gemonteerde delen om deze te ontgrendelen en scheid ze dan van elkaar. Maak de binnenkant van de delen van de filtereenheid met een stofzuiger schoon. Als de filters beschadigd of erg vervuild zijn, moet u ze door nieuwe vervangen. Voeg de twee delen samen om de filtereenheid weer in elkaar te zetten. Zet de filtereenheid terug in de projector.
(vervolgd op volgende pagina)
84
Filterdeksel
Knoppen van het fi lterdeksel Filtereenheid
Filterknop
Onderling vergrendelde onderdelen
Onderhoud
Het luchtfilter reinigen en vervangen (vervolg)
10.Monteer het filterdeksel op de plaats. Schakel de projector in en reset de filtertijd d.m.v. het Filteruren resetten11.item in het BASISMENU. (1) Druk op de MENU-knop om een menu weer te geven. (2) Richt de cursor op Filteruren resetten d.m.v. de ▲/▼ knoppen en druk dan op de ► (of SELECT) knop. Er verschijnt een dialoogvenster. (3) Druk op de ►-knop om “OK” te selecteren in het dialoogvenster. Daardoor wordt de filtertijd gereset.
WAARSCHUWING ►Voor verzorging van het luchtfilter, verzeker u ervan dat het netsnoer niet in het stopkontant zit, laat vervolgens de projector voldoende afkoelen. ►Gebruik alleen het luchtfilter van het gespecificeerde type. Gebruik de projector niet als het luchtfilter en de afdekkap luchtfilter zijn verwijderd. Dit zou kunnen resulteren in brand en/of slecht funtioneren van de projector. ►Het luchtfilter zou periodiek moeten worden schoongemaakt. Als het luchtfilter verstopt raakt door stof of iets dergelijk, zal de interne temperatuur stijgen en dit zou kunnen resulteren in brand, een verbranding en/of slecht functioneren van de projector. N.B. • Gelieve de filtertijd alleen te resetten als u het luchtfilter heeft schoongemaakt of vervangen, voor een juist indicatie over het luchtfilter. • De projector zou de de melding als “CONTROLEER DE LUCHTSTROOM” kunnen weergeven of schakel de projector uit, om te voorkomen dat het interne warmte-niveau stijgt.
85
Onderhoud
Andere verzorging Binnenkant van de projector Om te zorgen dat uw projector veilig is in gebruik, moet u hem ongeveer om het jaar laten schoonmaken en inspecteren bij uw verdeler. De lens onderhouden Indien de lens onvolkomendheden bezit, vuil of wazig is, kan dat de oorzaak zijn van deterioratie van de weergave. Zorg goed voor de lens en behandel ze met zorg. Schakel de projector uit en haal de stekker uit het stopcontact. Laat de projector voldoende afkoelen. Nadat u geconstateerd hebt dat de projector voldoende is afgekoeld, veegt u de lens zachtjes schoon met een commercieel verkrijgbaar lensreinigingsdoekje. Raak de lens niet rechtstreeks met de hand aan.
1. 2.
De behuizing en de afstandsbediening onderhouden Onjuist onderhoud kan ongewenste gevolgen hebben zoals ontkleuring, afbladerende verf, enz. Schakel de projector uit en haal de stekker uit het stopcontact. Laat de projector voldoende afkoelen. Nadat u hebt geconstateerd dat de projector voldoende is afgekoeld, wrijft u de lens lichtjes schoon met gaas of een zachte doek. Indien de projector heel vuil is, dip dan een zachte doek in water of een neutraal schoonmaakproduct opgelost in water, en wrijf zachtjes schoon nadat u de doek eerst goed hebt uitgeknepen. Veeg de projector dan voorzichtig af met een zachte, droge doek.
1. 2.
WAARSCHUWING ►Alvorens u met het onderhoud te beginnen,moet u ervoor zorgen dat stroomkabel niet is aangesloten en moet u de projector vervolgens voldoende laten afkoelen. Onderhoud van de projector bij hoge temperatuur kan brandwonden en/of defecten in de projector veroorzaken. ►Probeer nooit zelf de binnenkant van de projector te onderhouden. Dat kan gevaarlijk zijn. ►Vermijd dat de projector vochtig wordt of dat er vocht in de projector terechtkomt. Dat zou kunnen leiden tot brand, een elektrische schok en/of een storing in de projector. • Zet niets in de buurt van de projector dat water, schoonmaakproducten of chemicaliën bevat. • Gebruik geen aërosols of spuitbussen. VOORZICHTIG ►Zorg goed voor de projector in overeenstemming met het volgende. Onjuist onderhoud kan niet alleen letsel veroorzaken, maar kan ook ongewenste gevolgen hebben zoals ontkleuring, afbladerende verf, enz. ►Gebruik geen andere schoonmaak- of chemische producten dan opgegeven in deze handleiding. ►Blink niet op of wrijf niet met harde voorwerpen. OPMERKING ►Raak het lensoppervlak niet met uw handen aan. 86
Oplossingen vinden
Oplossingen vinden Als zich een abnormale situatie voordoet, hou dan onmiddellijk op met de projector te gebruiken. WAARSCHUWING ►Gebruik de projector nooit als er zich abnormale zaken voordoen zoals rook, vreemde geur, overmatig lawaai, beschadigde behuizing of elementen of kabels, penetratie van vloeistoffen of vreemde stoffen, enz. In dergelijke gevallen dient u onmiddellijk de stroom uit te schakelen en de stekker uit het stopkontact te halen. Wanneer u zeker bent dat de rook of geur zijn gestopt, neemt u contact op met uw dealer of onderhoudsbedrijf. Als er zich een probleem voordoet met de projector, worden de volgende controles en maatregelen aanbevolen voordat u een herstelling aanvraagt. Als het probleem daardoor niet is opgelost, neem dan contact op met uw verdeler of onderhoudsbedrijf. Zij zullen u vertellen welke garantiebepalingen van toepassing zijn.
Gerelateerde berichten Wanneer een bericht verschijnt, voer dan de controles en handelingen uit die in de volgende tabel staan beschreven. Hoewel deze berichten automatisch zullen verdwijnen na enkele minuten, zullen ze opnieuw verschijnen telkens de stroom wordt ingeschakeld. Bericht
Beschrijving Er is geen ingangssignaal. Controleer de signaalinvoerverbinding en de status van de signaalbron. De USB TYPE B-poort wordt geselecteerd als inputbron voor foto’s zelfs wanneer MUIS is geselecteerd voor USB TYPE B (50). Selecteer USB DISPLAY in het dialoogvenster om de foto’s via de USB TYPE B-poort te projecteren. In dit geval kunt u de gewone muis- en toetsenbordfunctie niet gebruiken. U kunt ook een andere poort selecteren voor foto-input. De projector wacht op een beeldbestand. Controleer de hardwareaansluiting, de instellingen van de projector en de netwerkinstellingen. De PC-Projector netwerkverbinding is mogelijk onderbroken. Maak de verbinding opnieuw met behulp van de "Verbindingsknop" van “LiveViewer” (“LiveViewer” gebruiken in de Netwerkhandleiding) De horizontale of verticale frequentie van het ingangssignaal bevindt zich niet binnen het opgegeven bereik. Controleer de specificaties voor uw projector of die voor de signaalbron. Er komt een ongeschikt signaal binnen. Controleer de technische gegevens van uw projector of die van de signaalbron.
(vervolgd op volgende pagina)
87
Oplossingen vinden
Gerelateerde berichten (vervolg) Bericht
Beschrijving De interne temperatuur wordt hoger. Schakel de stroom uit en laat de projector minstens 20 minuten afkoelen. Na de volgende items te hebben gecontroleerd, schakelt u de stroom weer in. • Is er een luchtdoorlaatopening geblokkeerd? • Is het luchtfilter vuil? • Is de omgevingstemperatuur hoger dan 35°C? Als dezelfde indicatie wordt weergegeven na de oplossing van het probleem, verwijzen naar VENTI SNELHEID in het OPTIE>SERVICE-menu (52). Bij het reinigen van het luchtfilter moet u op het volgende letten. Schakel de stroom onmiddellijk uit en maak het luchtfilter schoon of vervang het en raadpleeg daarbij de sectie Het luchtfilter reinigen en vervangen van deze handleiding. Denk eraan om de filtertimer te resetten nadat u het luchtfilter hebt schoongemaakt of vervangen (52). De knoppen kunnen niet worden bediend.
88
Oplossingen vinden
Over de controlelampjes Als de werking van de controlelampjes LAMP, TEMP en POWER anders zijn dan anders, voer dan de controles en handelingen uit die in de volgende tabel staan beschreven. Voor het SECURITY lampje, zie de VEILIGHEID.INDICAT in het menu VEILIGHEID. POWERLAMPTEMPBeschrijving controlelampje controlelampje controlelampje BrandendIn is is De projector staat stand-by. Oranje uit uit Raadpleeg de sectie "Stroom aan/uit ". KnipperendIn Groen
is uit
is uit
De projector is aan het opwarmen. Even geduld.
BrandendIn Groen
is uit
is uit
De projector is ingeschakeld. Normale bewerkingen kunnen worden uitgevoerd.
KnipperendIn Oranje
is uit
is uit
De projector is aan het afkoelen. Even geduld. De projector is aan het afkoelen. Er werd een fout gedetecteerd. Even geduld tot het POWER-indicatorlampje stopt met knipperen en voer dan de correcte maatregel uit op basis van de onderstaande itembeschrijvingen. De lamp gaat niet aan en het is mogelijk dat het binnenste gedeelte oververhit is geraakt.
KnipperendIn (om het Rood even)
KnipperendIn Rood BrandendIn of Rood BrandendIn Rood
(om het even)
is uit
Schakel de stroom uit en laat de projector minstens 20 minuten afkoelen. Nadat de projector voldoende is afgekoeld, controleert u de volgende items, en schakelt u vervolgens de stroom weer in. • Is er een geblokkeerde luchtdoorgang? • Is de luchtfilter vuil? • Is de omgevingstemperatuur hoger dan 35°C? Als dezelfde indicatie wordt weergegeven nadat u het probleem hebt proberen op te lossen, vervang dan de lamp en raadpleeg daarbij de De lamp vervangen sectie.
De lampbehuizing is niet op de juiste manier bevestigd. Schakel de stroom uit en laat de projector minstens 45 KnipperendIn minuten afkoelen. Nadat de projector voldoende is afgekoeld, Rood KnipperendIn is controleert u of de lampbehuizing nog goed bevestigd is. of Rood uit Schakel na eventueel onderhoud de stroom weer in. BrandendIn Als dezelfde indicatie nog wordt weergegeven nadat u het Rood probleem hebt proberen op te lossen, neem dan contact op met uw verdeler of onderhoudsbedrijf. De koelventilator werkt niet. Schakel de stroom uit en laat de projector minstens 20 KnipperendIn minuten afkoelen. Nadat de projector voldoende is afgekoeld, Rood KnipperendIn controleert of er geen vreemde stoffen zijn terechtgekomen is of Rood uit in de ventilator, enz. en schakelt u de stroom weer in. BrandendIn Als dezelfde indicatie wordt weergegeven nadat u Rood het probleem hebt proberen op te lossen, neem dan contact op met uw verdeler of onderhoudsbedrijf. (Vervolgd op volgende pagina)
89
Oplossingen vinden
Over de controlelampjes (vervolg) POWERLAMPTEMPcontrolelampje controlelampje controlelampje
KnipperendIn Rood of BrandendIn Rood
is uit
Beschrijving
Het is mogelijk dat het binnengedeelte oververhit is geraakt. Schakel de stroom uit en laat de projector minstens 20 minuten afkoelen. Nadat de projector voldoende is afgekoeld, controleert u de volgende items, en schakelt u vervolgens de stroom weer in. BrandendIn • Is er een geblokkeerde luchtdoorgangopening? • Is de luchtfilter vuil? Rood • Is de omgevingstemperatuur hoger dan 35°C? Als dezelfde indicatie wordt weergegeven nadat u het probleem hebt proberen op te lossen, verwijzen naar VENTI SNELHEID in het OPTIE>SERVICE-menu (52).
Het is tijd om het luchtfilter schoon te maken. Schakel de stroom onmiddellijk uit en maak het luchtfilter schoon of vervang het. BrandendIn Simultaan Raadpleeg daarbij de Het luchtfilter reinigen en vervangen -sectie. Denk eraan Groen knipperend in Rood om de filtertimer te resetten nadat u het luchtfilter hebt schoongemaakt of vervangen. Schakel de stroom weer in nadat u het probleem hebt opgelost. Het is mogelijk dat het binnengedeelte overdreven BrandendIn Afgewisseld afgekoeld is geraakt. Groen knipperend in Rood Gebruik de eenheid alleen binnen de gebruikstemperatuurparameters (5°C tot 35°C). Schakel de stroom weer in nadat u het probleem hebt opgelost. Knippert Groen gedurende ongeveer 3 seconden
is uit
is uit
Tenminste 1 Power ON schema wordt opgeslagen in de projector. Gelieve te verwijzen naar Planningsinstellingen van de Netwerkhandleiding voor meer informatie.
N.B. • Wanneer het binnengedeelte oververhit is geraakt, wordt de projector om veiligheidsredenen automatisch uitgeschakeld en kunnen de indicatorlampjes ook uitgaan. In dat geval trekt u de stroomdraad uit en wacht u minstens 45 minuten. Nadat de projector voldoende is afgekoeld, controleert u of de lamp en de lampbehuizing nog goed bevestigd zijn en schakelt u vervolgens de stroom weer in.
Alle instellingen resetten
Als het moeilijk is om sommige verkeerde instellingen te corrigeren, kunt u met de functie FABRIEKSRESET van het onderdeel SERVICE in het OPTIE-menu (56) alle instellingen (uitgezonderd instellingen zoals TAAL, Reset lampuren, Filteruren resetten, FILTERMELDING, VEILIGHEID en NETWERK) resetten naar de fabrieksinstellingen.
90
Oplossingen vinden
Fenomenen die gemakkelijk voor machinedefecten aangezien kunnen worden Voor de fenomenen die gemakkelijk voor machinedefecten gehouden kunnen worden, voert u de controles en handelingen uit die in de volgende tabel staan beschreven. Fenomeen
Er komt geen stroom op.
Gevallen die geen machinedefecten betreffen De elektrische stroomkabel is niet aangesloten. Sluit de stroomkabel op de juiste wijze aan.
14
De hoofdstroombron is tijdens de werking onderbroken door bijvoorbeeld een stroomonderbreking (panne), enz. Haal de stekker uit het stopcontact en laat de projector minstens 10 minuten afkoelen. Schakel vervolgens de stroom opnieuw in.
14
Ofwel is er geen lamp en/of lampbehuizing aanwezig, ofwel is één van beide niet goed vastgemaakt. Schakel de stroom uit en haal de stekker uit het stopcontact. Laat de projector minstens 45 minuten afkoelen. Nadat de projector voldoende is afgekoeld, controleert u of de lamp en de lampbehuizing nog goed bevestigd zijn en schakelt u vervolgens de stroom weer in.
82
De signaalkabels zijn niet op de juiste wijze aangesloten. Sluit de verbindingskabels op de correcte wijze aan.
Er wordt geen geluid of beeld uitgevoerd.
Referentiebladzijde
9 ~ 13
Signaalbron werkt niet correct. Stel het signaalbrontoestel op de juiste wijze in door de handleiding van het brontoestel te raadplegen.
–
De invoerovergangsinstellingen komen niet overeen. Selecteer het invoersignaal en verbeter de instellingen.
18
De BLANK-functie voor beelden en de MUTE-functie voor geluid werken. AV DEMPEN is wellicht ingeschakeld. Raadpleeg het item "Er komt geen geluid uit" en "Er worden geen beelden weergegeven" op de volgende pagina om de MUTE-functie en de BLANK-functie uit te schakelen.
51, 92
(Vervolgd op volgende pagina)
91
Oplossingen vinden
Fenomenen die gemakkelijk voor machinedefecten aangezien kunnen worden (vervolg) Fenomeen
Gevallen die geen machinedefecten betreffen
Referentiebladzijde
De signaalkabels zijn niet op de juiste wijze aangesloten. Sluit de audiokabels op de juiste wijze aan.
9 ~ 13
De MUTE-functie werkt. Herstel het geluid door op de MUTE- of de VOLUME+/-knop op de afstandsbediening te drukken.
Er komt geen geluid uit.
Er worden geen beelden weergegeven.
Het volume is ingesteld op een uiterst laag niveau. Stel het volume in op een hoger niveau met behulp van de menufunctie of de afstandsbediening.
18, 41, 42
De AUDIOBRON/Ingebouwde luidsprekersinstelling is niet juist. Stel de AUDIOBRON/Ingebouwde luidsprekersinstelling juist in in het menu AUDIO.
41
De geselecteerde modus voor HDMI-ruis annuleren is niet geschikt. Controleer de twee modi en selecteer de meest geschikte voor uw HDMI™-audio-apparaat.
42
De lensdop is bevestigd. Verwijder de lensdop.
4, 17
De signaalkabels zijn niet op de juiste wijze aangesloten. Sluit de verbindingskabels op de correcte wijze aan.
9 ~ 13
De helderheid is ingesteld op een uiterst laag niveau. Stel HELDER in op een hoger niveau met de menu-functie.
30
De computer kan de de projector niet detecteren als een plug-en-play-monitor. Controleer of de computer een plug-en-play-monitor kan detecteren door met een andere plug-en-play-monitor te testen.
9
Het BLANK scherm wordt weergegeven. Druk op de BLANK-knop op de afstandsbediening.
25
De USB TYPE B-poort wordt geselecteerd als inputbron voor foto’s zelfs wanneer MUIS is geselecteerd voor USB TYPE B. Selecteer USB DISPLAY voor USB TYPE B in het OPTIEmenu om de foto’s van de poort te projecteren. U kunt ook een andere poort selecteren voor foto-input.
50
De projector erkent het USB-opslagapparaat in USB TYPE A-poort niet. Gebruik eerst de functie VERWIJDER USB, verwijder het USB-opslagapparaat en steek het vervolgens opnieuw in de poort. Gebruik de VERWIJDER USB-functie op het thumbnailscherm dat verschijnt wanneer de USB TYPE A-poort als inputbron is geselecteerd, voor u het USBopslagapparaat verwijdert. 92
18
11, 73
Oplossingen vinden
Fenomenen die gemakkelijk voor machinedefecten aangezien kunnen worden (vervolg) Fenomeen
Kleuren hebben vervaagd voorkomen of de kleurtoon is zwak.
Afbeeldingen zien er donker uit.
Afbeeldingen zien er wazig uit.
Er kan verslechtering van het beeld optreden, zoals flikkeren of strepen op het scherm.
Gevallen die geen machinedefecten betreffen De kleurinstellingen staan niet juist ingesteld. Voer beeldaanpassingen uit bij de instellingen Kleurtemperatuur, KLEUR, TINT en/of KLEURVARIATIE met behulp van de menufuncties.
Referentiebladzijde 31, 36
De KLEURVARIATIE-instelling is niet geschikt. Wijzig de KLEURVARIATIE-instelling naar AUTO, RGB, SMPTE240, REC709 of REC601.
36
De helderheid en/of het contrast zijn op een zeer laag niveau ingesteld. Stel HELDER en/of CONTRAST-instellingen bij tot een hoger niveau met behulp van de menufunctie.
30
De projector werkt in LAGE STROOM. Zet de LAGE STROOM op Uitgeschakeld, in het INSTELLEN-menu.
39
De lamp nadert het einde van haar levensduur. Vervang de lamp.
82 ~ 83
De focus-instelling en/of de horizontale fase-instelling zijn niet juist ingesteld. Pas de focus aan met behulp van de scherpstelring en/of pas de FASE aan met behulp van de menu-functie.
21, 35
De lens is vies of wazig. Maak de lens schoon volgens de sectie De lens onderhouden.
86
Als de projector in de LAGE STROOM werkt, is het mogelijk dat het beeld gaat flikkeren. Zet de LAGE STROOM op Uitgeschakeld, in het INSTELLEN-menu.
39
De OVERSCAN ratio is te groot. Stel OVERSCAN in het BEELD menu kleiner in.
33
Teveel Ruisonderdrukking video. Wijzig in het SOURCE menu de Ruisonderdrukking video instelling.
36
(Vervolgd op volgende pagina)
93
Oplossingen vinden
Fenomenen die gemakkelijk voor machinedefecten aangezien kunnen worden (vervolg) Fenomeen
Gevallen die geen machinedefecten betreffen
Referentiebladzijde
De computer verbonden met USB TYPE B poort van de projector start niet op.
De computer kan met deze hardware configuratie niet opgestart worden. Haal de USB kabel uit de computer, en sluit die weer aan nadat de computer weer is opgestart.
11
De SPAARSTAND functie is in werking. Selecteer Uitgeschakeld voor de Energiebesparingsmodus in het INSTELLING menu.
40
Het COMMUNICATIETYPE voor de CONTROL-poort is ingesteld op NETWERKBRUG. Selecteer SCHAKEL UIT bij COMMUNICATIETYPE in het OPTIE - SERVICE - COMMUNICATIE menu.
54
Netwerk werkt niet.
De SPAARSTAND functie is in werking. Selecteer Uitgeschakeld voor de Energiebesparingsmodus in het INSTELLING menu.
40
De NETWERKBRUG functie werkt niet.
De NETWERKBRUG functie is uitgeschakeld. Selecteer NETWERKBRUG bij COMMUNICATIETYPE in het OPTIE - SERVICE - COMMUNICATIE menu.
54
De "Schedule" functie (Agenda) werkt niet.
De SPAARSTAND functie is in werking. Selecteer Uitgeschakeld voor de Energiebesparingsmodus in het INSTELLING menu.
40
RS-232C werkt niet.
Wanneer de projector is aangesloten op het netwerk, wordt deze op de hieronder beschreven wijze uit- en ingeschakeld. Wordt uitgeschakeld POWER-indicator knippert enkele keren oranje
Trek de LAN-kabel uit en controleer of de projector goed werkt. Als dit verschijnsel zich voordoet na de aansluiting op het netwerk, is er mogelijk een loop tussen twee Ethernet-schakelhubs in het netwerk, zoals hieronder wordt uitgelegd. - Er zijn twee of meer Ethernet-schakelhubs in een netwerk. - Twee van de hubs zijn dubbel verbonden door LAN-kabels. - Deze dubbele verbinding veroorzaakt een loop tussen de twee hubs. Een dergelijke loop kan een nadelige invloed hebben op de projector en op de andere netwerkapparaten. Controleer de netwerkverbinding en verwijder de loop door de LAN-kabels uit te trekken, zodat er slechts één verbindingskabel is tussen twee hubs.
–
Gaat over naar de Energiebesparingsmodus
Videobestanden kunnen niet goed worden afgespeeld op een computer waarop de “LiveViewer” werd uitgevoerd.
De uitschakeling van de “LiveViewer” werd opzettelijk of toevallig afgedwongen. DirectDraw® of Direct3D® werd uitgeschakeld in uw Windows®. Raadpleeg de Microsoft® webpagina Help en Ondersteuning om na te gaan hoe DirectDraw® of Direct3D® wordt ingeschakeld.
–
N.B. • Er kunnen heldere of donkere stukken op het scherm verschijnen. Dat is een unieke eigenschap van LCD-weergave en het wijst niet op een 94 machinedefect.
Specificaties
Specificaties Raadpleeg a.u.b. de Technische gegevens in de Snelstartgids in boekvorm. Gebruiksrechtovereenkomst (EULA) voor de projectorsoftware • De software in de projector bestaat uit verschillende onafhankelijke softwaremodules waarop ons auteursrecht en/of dat van derden is gevestigd. • Lees de “Gebruiksrechtovereenkomst (EULA) voor de projectorsoftware” (zie afzonderlijk document).
95