Uitgeverij Nanda Oorspronkelijke titel: Thomas en Taleesa Auteur: Nanda Roep © 2012 Nederlandse uitgave: Uitgeverij Nanda Colofonfoto Nanda Roep: Merlijn Doomernik Omslagtekening: Silvester Zwaneveld ISBN: 9789490983116 NUR: 283 © 2004 Nanda Roep © 2004 Nederlandse uitgave: uitgeverij Leopold Alle rechten voorbehouden.
2
Arme Thomas moet een rimpelig stofnest kussen Dit verhaal gaat over kijken. Over kijken en zien. Het gaat ook over groot worden. En over groeien. Het gaat over pesten en verkering, over snoepen en overleven. Zelfwaardering en vertrouwen. Over verhalen vertellen, luisteren en horen. (Stelen en onderduiken.) Maar vooral gaat het, over die arme Thomas Misha uit Bromberg. Vol afgrijzen kijkt hij in de spiegel; moet hij zó over straat? In zijn haren heeft zijn moeder een scheiding gekamd, rechts van het midden. Zo’n scheiding die je ziet in zwart-wit films van vroeger, zo eentje waarbij je een brede streep witte hoofdhuid ziet. Niet een vlotte, rommelige scheiding waarvan je haren cool over je voorhoofd vallen, maar een ouderwetse sukkelscheiding met sprieten haar langs je oren. In zijn smetteloze broek zit een vouw. Mama’s gezicht liep zowat rood aan toen ze het strijkijzer op de stof perste om de vouw zo scherp te krijgen. Niet alleen als hij staat, 3
maar zelfs als hij buigt of zit, staan de randjes van de vouw overeind. Het is een ouwelullen-broek. En Thomas moet hem aan. Op die broek draagt hij zijn overhemd: een witte blouse waarvan de stof zo stijf is, dat hij zijn armen amper kan buigen. Het bovenste knoopje moest per se dicht, omdat het volgens mama anders slordig wordt. Dus krijgt hij nu nauwelijks lucht. Moedeloos laat Thomas zijn schouders zakken. In de badkamer doet mama groene oogschaduw op. Papa staat zich te scheren. Ze sprenkelen met zoveel eau de cologne, dat Thomas ervan moet niezen. ‘Over een paar minuutjes gaan we,’ zeggen ze. Hij kijkt naar zijn computer. ‘Speel mij!’ lijkt Danger Living part III te wenken. Hij is al bij het vierde level, waar de zombies je achterna komen. ‘Ik mag niet,’ fluistert Thomas. ‘Ik moet naar oma.’ Zelfs de game á go go die hij voor zijn verjaardag kreeg kan niet mee, want die past niet in de zakken van deze vreselijke broek. Ook de tekening die hij voor Taleesa maakt, moet wachten en zijn voetbalschoenen liggen doelloos in de hoek. Thomas zucht. Iedere zondag hetzelfde verhaal: mama hijst hem in afschuwelijke stijve kleren die kriebelen en prikken. 4
Terwijl kinderen uit de klas voetballen op het veldje voor de deur, moet hij droge koekjes eten en slappe limonade drinken. ‘Speciaal voor jou gekocht,’ zegt oma, maar Thomas lust eigenlijk alleen cola met chips ook al vindt mama dat onzin. Wanneer oma haar dunne lippen tuit, glinstert het speeksel hem tegemoet. Als ze hem kust, trekt ze Thomas’ wang zowat vacuüm zoals je een leeg colaflesje vacuüm kan zuigen; als je je lippen eromheen legt en dan zuigt, blijft het flesje aan je mond bungelen. Zo kust oma hem. Maar dan met kwijl. Nog lang na de zoen plakt een rode vlek tegen zijn gezicht. Andersom drukt ze hem tegen haar wang, alsof zij een wespensteek is die hij moet uitzuigen. Vreselijk, die kus. Haar wangen zijn zó gerimpeld, dat je er kleine dingetjes in zou kunnen verstoppen. Een katjesdropje, bijvoorbeeld, zou je niet gemakkelijk terugvinden in oma’s rimpels. Haar rimpels zijn nog dieper dan die van een hond. Thomas hoopt altijd maar dat ze niet alleen haar gezicht, maar ook de binnenkant van haar rimpels wast. Hij moet er niet aan denken wat een plakkerig stofnest oma’s gezicht misschien is. Helaas is haar huid niet even stevig als die van een hond, maar dun als een stoffen 5
zakdoek (die je al een paar keer hebt gebruikt). Zo ruikt het; naar een oude, gebruikte zakdoek. Het voelt alsof zijn neus dwars door haar huid heen haar bedompte, tandeloze mond binnengaat als hij haar kust. Ooo, hij wil niet, hij wil niet! ‘We gaan,’ zegt papa. ‘Nee!’ gilt Thomas. ‘Pardon?’ vraagt mama. Geschrokken kijkt Thomas zijn ouders aan. Hij moet oppassen – voor hij het weet, heeft ‘ie weer een middag huisarrest te pakken. Hij slaat zijn ogen neer. ‘Dat dacht ik,’ zegt zijn vader. Mama trekt een streng gezicht. ‘Oma is altijd blij om je te zien, dus een keer per week mag je wel een bezoekje brengen.’ ‘Maar…,’ fluistert Thomas, ‘wat heb ik eraan.’ ‘Daar gaat het niet om,’ zegt zijn moeder. Ze trekt haar nette lange jas aan. Papa opent de deur. ‘Hup, de auto in.’ Net als hij naar buiten wil stappen, ziet Thomas haar staan. Taleesa. Ze staat op het voetbalveld! Dat de jongens hem iedere zondag zien in deze vreselijke uitdossing, is tot daar aan toe. Ze roepen hem na en maken ook op school opmerkingen. ‘Tijd voor je dutje, ouwe,’ sissen ze bijvoorbeeld. Marwin 6
is het ergst. Die trekt zelfs aan Thomas’ haren om de scheiding na te doen. Maar Taleesa... heeft hem zo nog nooit gezien! En ze mág hem zo ook niet zien! Wat moet hij doen?! Als zijn moeder de deur uitstapt, grijpt hij haar mouw. ‘Ik moet even…,’ stottert hij, en kruipt weg achter haar jas. Niemand hoeft hem te zien, zo, achter haar rug. ‘Wat doe je?’ vraagt mama giechelend. Maar Thomas kan er niet om lachen. Dit is bittere ernst. Als Taleesa hem nu ziet, gaat hij namelijk dood. ‘Maar lieverd!’ kirt mevrouw Misha luid. Thomas draait met zijn ogen. Mama begrijpt niets van zijn ‘vlucht’. Ze roept en lacht zo hard, dat de jongens op het veldje het zeker horen. Taleesa vast ook. Hij durft niet te kijken en maakt zich nog wat smaller, maar zij schreeuwt door de straat: ‘Je kietelt, hihi!’ Zo’n erge nachtmerrie heeft Thomas nooit gehad. Papa staat erom te lachen. Mama draait zich om en begint nu aan hém te plukken. ‘Ik pak je terug!’ Ze lacht. Haar rode nagels schuren langs zijn oksels. ‘Nee!’ gilt Thomas. Hij duwt tegen mama’s schouders in een poging haar terug te draaien, gewoon, met haar rug naar hem toe. 7
‘Au!’ roept mama. ‘Mijn arm!’ Ze laat Thomas los. ‘Net goed!’ schreeuwt Thomas. Hij wil de auto invluchten en zich onder de achterbank verstoppen, maar papa grijpt hem in zijn nek. ‘Zo doe je niet tegen je moeder,’ zegt hij. ‘Bied je excuses aan.’ De jongens op het veld beginnen te lachen. Taleesa kijkt verbaasd op. Was hij nu maar dood… --‘Dag jongen, wat fijn je te zien,’ zegt oma. Haar stem kraakt als de schreeuw van een raaf: kraaa. Kloddertjes kwijl glijden via haar mondhoeken naar haar gerimpelde kin. Als ze een koekje eet, blijven altijd kruimeltjes achter op haar wangen. Die blijven de hele middag kleven omdat oma ze zelf niet wegveegt en niemand er iets van zegt. ‘Hoi,’ mompelt Thomas. Hij is nog altijd pissig. Om zijn kleren en op mama. ‘Krijg ik geen kus?’ ‘Nee.’ ‘Echt niet?’ Oma kijkt treurig. ‘Natuurlijk wel, mama’ zegt papa. Hij duwt Thomas naar voren. 8
Over ‘Thomas en Taleesa; het verhaal van je leven’: Een spannend en betoverend boek. 'Thomas en Taleesa' is het prachtige, ontroerende verhaal over een jongen die 'the circle of life' leert kennen. Met recht een topper uit het veelzijdige oeuvre van schrijfster Nanda Roep. Nanda Roep neemt je mee naar het ingewikkelde leven van Thomas. Hij wil verkering, maar wordt gepest door Marwin. Dat maakt het nogal lastig om stoer te zijn tegenover Taleesa! Bovendien moet hij elke week op visite bij zijn suffige oude oma. Maar dan krijgt zijn leven een magische wendig als hij ín de geschiedenis belandt. Belangrijke momenten uit het leven van zijn oma, beleeft hij méé. Het geeft hem de kracht en het vertrouwen om op de belangrijke momenten in zijn eigen leven, precies het goede te doen...
www.nandaroep.nl 9