Tweede uitwerkings- wijzigingsplan artikel 3.6 Wro “Kruidenwijk-Zuid, fase 1”
Gemeente Hellendoorn 17 december 2010 Vastgesteld 9V9328
A COMPANY OF
HASKONING NEDERLAND B.V. VESTIGING ENSCHEDE
Colosseum 3 Postbus 26 7500 AA Enschede +31 (0)53 483 01 20 +31 (0)53 432 27 85
[email protected] www.royalhaskoning.com Arnhem 09122561
Documenttitel
Verkorte documenttitel Status Datum Projectnaam
Tweede uitwerkings- wijzigingsplan artikel 3.6 Wro “Kruidenwijk-Zuid, fase 1” Artikel 3.6 Wro “Kruidenwijk-Zuid, fase 1” Vastgesteld 17 december 2010 Uitwerking Fase 1 Kruidenwijk-Zuid
Projectnummer
9V9328
Opdrachtgever
Gemeente Hellendoorn
Referentie
Auteur(s) Collegiale toets Datum/paraaf Vrijgegeven door Datum/paraaf
9V9328/R005/EBEL/EDRE/Ensc
Elja Beld Jan-Willem Geuke 20-12-2010
b/a………………….
Diane Mereboer 20-12-2010
………………….
Telefoon Fax E-mail Internet KvK
INHOUDSOPGAVE Blz. 1
INLEIDING 1.1 1.2 1.3
Aanleiding tot het plan Ligging plangrenzen Vigerend bestemmingsplan
1 1 1 2
2
TOELICHTING OP HET STEDENBOUWKUNDIG PLAN 2.1 Het plan 2.2 Woningbouwprogramma 2.3 Parkeren 2.4 Water 2.5 De beeldkwaliteit
3 3 4 5 5 5
3
MILIEUASPECTEN 3.1 Inleiding 3.2 Geluid 3.3 Waterhuishouding 3.4 Overige (milieu) aspecten
7 7 7 7 8
4
TOELICHTING OP HET JURIDISCHE PLANGEDEELTE 4.1 Hoofdopzet 4.2 Verbeelding 4.3 Toelichting op de bestemmingen 4.4 Procedure
9 9 9 9 9
5
FINANCIEEL-ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID
11
BIJLAGE 1 Voorschriften van het bestemmingsplan ‘Kruidenwijk-Zuid’
VERBEELDING
Artikel 3.6 Wro “Kruidenwijk-Zuid, fase 1” Vastgesteld
9V9328/R005/EBEL/EDRE/Ensc 17 december 2010
1
INLEIDING
1.1
Aanleiding tot het plan De gemeente Hellendoorn is voornemens in een periode van tien jaar ten zuiden van de wijk Kruidenwijk in Nijverdal ongeveer 450 woningen te bouwen. Ten behoeve van de ontwikkeling van deze woonwijk ‘De Heemtuin’ is het bestemmingsplan ‘KruidenwijkZuid’ opgesteld. Het plan wordt in drie fasen ontwikkeld. Voor fase 1 is reeds een gecombineerd uitwerkings- wijzigingsplan opgesteld als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening. Deze vormt de juridische planologische regeling voor woningbouw in fase 1. De crisis en de daarmee samenhangende woningmarkt zijn aanleiding voor bijstelling van het bouwprogramma. De woningmarkt is veranderd ten opzichte van het tijdstip waarop de verkaveling is opgesteld. De voorgestelde herverkaveling past niet in het geldende uitwerkingsplan, omdat het aantal woningen dat reeds is bestemd, wordt overschreden. De locaties waarop de herverkaveling betrekking heeft, zijn nog niet gerealiseerd, waardoor het mogelijk is om een vervangend uitwerkings- wijzigingsplan op te stellen.
1.2
Ligging plangrenzen De plangrens van het plangebied ‘Kruidenwijk-Zuid, fase 1’ wordt aan de noordzijde bepaald door de bestaande woonwijk ‘Kruidenwijk’ met de Baltinksweg en de Dille. Aan de westzijde wordt de plangrens globaal bepaald door de Baron van Sternbachlaan. De zuid- en oostzijde van het plangebied worden begrensd door de Lupinelaan. Het tweede uitwerkings- wijzigingsplan voor fase 1 heeft betrekking op vijf locaties waar het aantal woningen verandert.
Afbeelding 1 Ligging en fasering plangebied
Artikel 3.6 Wro “Kruidenwijk-Zuid, fase 1” Vastgesteld
9V9328/R005/EBEL/EDRE/Ensc -1-
17 december 2010
1.3
Vigerend bestemmingsplan Het vigerende bestemmingsplan is het uitwerkings- en wijzigingsplan artikel 11 WRO ‘Kruidenwijk-Zuid, fase 1’ (vastgesteld in juli 2008, goedgekeurd in september 2008). Dit plan biedt ruimte voor de bouw van circa 150 woningen met de daarbij behorende wegen en groenvoorzieningen. Het uitwerkings- en wijzigingsplan is een uitwerking van het ‘moederplan’, het bestemmingsplan ‘Kruidenwijk-Zuid’ (vastgesteld op 28-9-2006, goedgekeurd op 23-5-2007).
9V9328/R005/EBEL/EDRE/Ensc 17 december 2010
Artikel 3.6 Wro “Kruidenwijk-Zuid, fase 1” -2-
Vastgesteld
2
TOELICHTING OP HET STEDENBOUWKUNDIG PLAN
2.1
Het plan Het stedenbouwkundige plan voor de eerste fase is opgenomen in het eerste uitwerkings- en wijzigingsplan voor fase 1. De crisis en de markt zijn aanleiding om de woningtypes aan te passen binnen de 1e fase van de Heemtuin. Dit is mogelijk zonder de stedenbouwkundige kwaliteiten van de wijk aan te tasten. Er zal namelijk geen grootschalige herverkaveling plaatsvinden en er wordt rekening gehouden met de vastgestelde welstandsrichtlijnen. Ook met de wijziging van de woningtypes zal de stedenbouwkundige kwaliteit gewaarborgd blijven. De aanpassing van het bouwprogramma heeft geleid tot herverkaveling van de straten Pimpernel, Teunisbloem en Lisdodde. Op onderstaande afbeelding zijn in het roze de bouwblokken van de eerste fase weergeven. De locaties van de wijziging van het woningaantal zijn aangegeven met de lichtblauwe blokjes.
Afbeelding 2.1 Locaties wijziging woningaantal
Pimpernel De verbeelding (plankaart) wordt aan de Pimpernel op 3 locaties gewijzigd. De verkaveling wordt gewijzigd van 26 vrijstaande woningen in 18 vrijstaande en 12
Artikel 3.6 Wro “Kruidenwijk-Zuid, fase 1” Vastgesteld
9V9328/R005/EBEL/EDRE/Ensc -3-
17 december 2010
halfvrijstaande woningen. Hierdoor ontstaat een wisselend straatbeeld en wordt de kwaliteit zoals deze beoogd is in de welstandsrichtlijnen niet aangetast. Teunisbloem Aan de Teunisbloem zijn negen kavels voor rijwoningen, vier kavels voor halfvrijstaande woningen en één kavel voor een vrijstaande woning gelegen. Aan de noordzijde van de straat wordt de verkaveling gewijzigd in zes kavels voor halfvrijstaande woningen. Lisdodde De zuidzijde van de Lisdodde bestaat uit een verkaveling van tien projectmatig te bouwen halfvrijstaande woningen in het middeldure segment en twee vrijstaande woningen in het dure segment. De verkaveling wordt hier gewijzigd in 14 kavels voor halfvrijstaande woningen in de middeldure prijsklasse. Op de verbeelding (plankaart) van dit bestemmingsplan worden alleen de aantallen woningen aangepast, de bouwblokken en de bestemming blijven gehandhaafd.
2.2
Woningbouwprogramma In het eerste uitwerkings- wijzigingsplan voor fase 1 was het uitgangspunt de realisatie van circa 150 woningen. In onderstaande tabel is de verdeling van het stedenbouwkundige plan weergeven. Tabel 2.1 Verdeling stedenbouwkundig plan eerste uitwerkings- wijzigingsplan fase 1 Type woning
Aantal
Percentage van het aantal te realiseren woningen
Appartementen
18
11%
Rijwoningen
26
16%
2-onder-1-kapwoningen
60
38%
Vrijstaande woningen
52
33%
Te handhaven woningen
3
2%
totaal
159
100%
Waarvan met bedrijfsruimte
3
2%
Door de gewijzigde woningmarkt en de crisis is de verdeling aangepast, zie onderstaande tabel. Het uiteindelijke aantal te realiseren woningen bedraagt ruim 160. Tabel 2.2 Verdeling stedenbouwkundig plan tweede uitwerkings- wijzigingsplan fase 1 Type woning
Aantal
Percentage van het aantal te realiseren woningen
Appartementen
18
11%
Rijwoningen
26
15,5%
2-onder-1-kapwoningen
78
47%
Vrijstaande woningen
41
24,5%
Te handhaven woningen
3
2%
totaal
166
100%
Waarvan met bedrijfsruimte
3
2%
9V9328/R005/EBEL/EDRE/Ensc 17 december 2010
Artikel 3.6 Wro “Kruidenwijk-Zuid, fase 1” -4-
Vastgesteld
In de geluidhinderzone langs de verbindingsweg wordt de mogelijkheid geboden de woningen ter plaatse te voorzien van bedrijfsruimte (passend binnen de woonomgeving).
2.3
Parkeren In de eerste fase is rekening gehouden met parkeren in de openbare ruimte nabij de rijwoningen. Hierbij zijn parkeeroplossingen gekozen met een norm van 1,7 parkeerplaats per woning die past in de situatie ter plekke. De gekozen parkeeroplossingen zijn: een parkeerkoffer tussen twee rijen achter de rooilijn en de situering van een parkeerkoffer in een open ruimte als ruimte vergrotende functie. Voor de zeven extra woningen die met dit uitwerkings- wijzigingsplan worden mogelijk gemaakt, wordt een parkeernorm van twee parkeerplaatsen per woning op eigen terrein gehanteerd. De extra woningen gaan niet ten koste van de uitgeefbare grond en leiden niet tot wijzigingen van de dwarsprofielen.
2.4
Water De waterloop van het Waterschap Regge en Dinkel is verlegd. Het nieuwe tracé voor de waterloop loopt vanuit de tweede fase halverwege de Lupinelaan tot aan de Baron van Sternbachlaan en vervolgens in noordelijke richting tot aan de Baltinksweg. De nieuwe waterloop is tot aan de Schanshekweg aangelegd en daar aangesloten op de bestaande waterloop. De verlegde waterloop raakt niet de betreffende herverkaveling. Het waterschap heeft ingestemd met een aanpassing van het bestemmingsplan ten behoeve van een herverkaveling.
2.5
De beeldkwaliteit Ten behoeve van de beeldkwaliteit in het plangebied zijn richtlijnen opgesteld die gekoppeld zijn aan de Welstandsnota. De nieuwe woningen sluiten aan op de bepalingen zoals die zijn opgenomen in de welstandrichtlijnen en het bestemmingsplan.
Artikel 3.6 Wro “Kruidenwijk-Zuid, fase 1” Vastgesteld
9V9328/R005/EBEL/EDRE/Ensc -5-
17 december 2010
9V9328/R005/EBEL/EDRE/Ensc 17 december 2010
Artikel 3.6 Wro “Kruidenwijk-Zuid, fase 1” -6-
Vastgesteld
3
MILIEUASPECTEN
3.1
Inleiding In het kader van het bestemmingsplan ‘Kruidenwijk-Zuid’ en het uitwerkingswijzigingsplan artikel 11 WRO ‘Kruidenwijk-Zuid, fase 1’ zijn de diverse milieuaspecten beoordeeld. Hieruit blijkt dat de voorgestane ontwikkelingen binnen de wettelijke kaders passen. Ten aanzien van geluid en water is extra aandacht noodzakelijk.
3.2
Geluid In het moederplan ‘Kruidenwijk-Zuid’ zijn op basis van de ‘oude’ Wet geluidhinder de 50 dB(A) contour (voorkeursgrenswaarde) en 52 dB(A) contour (ingeval gebruik wordt gemaakt van een dove gevel) juridisch vastgelegd. Op 1 januari 2007 is de nieuwe Wet geluidhinder in werking getreden, waarbij in plaats met etmaalintensiteiten (Letm) wordt gerekend met Europese dosismaat Lden (day-evening-night), aangegeven met dB. De woningbouw in fase 1 voldoet aan de in het bestemmingsplan Kruidenwijk-Zuid vastgelegde geluidcontouren van 50 dB(A) (voorkeursgrenswaarde) en 52 dB(A) (voorkeursgrenswaarde dove gevel), waardoor opnieuw rekenen hier niet noodzakelijk is. De extra woningen in dit tweede uitwerkings- wijzigingsplan voor fase 1 worden buiten de juridisch vastgelegde geluidscontouren gerealiseerd. Er wordt daarmee voldaan aan de voorkeursgrenswaarden en het aspect geluid levert geen problemen op.
3.3
Waterhuishouding Uitgangspunten Ten aanzien van de waterhuishouding in het plangebied wordt rekening gehouden met het beleid van het Waterschap Regge en Dinkel. In het moederplan ‘Kruidenwijk-Zuid’ is uitgegaan van het Waterbeheerplan 2002-2005. Inmiddels heeft het waterschap een waterbeheerplan opgesteld voor de periode 2010-2015. Het waterschap heeft de zorg voor voldoende water, schoon water en voor veilig wonen en werken (taakvelden: watersysteem, waterketen en veiligheid). Het nieuwe plan voldoet aan het vigerend beleid van het waterschap Regge en Dinkel voor het omgaan met de hemelwater- en afvalwaterafvoer, te weten: • het afvalwater (het zwarte afvalwater van toilet, het grijze afvalwater van keuken, wasmachine en douche en het eventuele bedrijfsafvalwater) wordt afgevoerd naar de RWZI middels riolering; • het hemelwater afkomstig van verharde oppervlakken wordt zo min mogelijk verontreinigd en komt ten goede aan het lokale grondwatersysteem; • het hemelwater van de dakvlakken wordt afgekoppeld en op eigen terrein geïnfiltreerd. Bij het opstellen van het bestemmingsplan ‘Kruidenwijk-Zuid’ is een basisrioleringsplan opgesteld welke nog actueel is. Voor de toelichting hierop wordt verwezen naar het eerste uitwerkings- en wijzigingsplan voor fase 1.
Artikel 3.6 Wro “Kruidenwijk-Zuid, fase 1” Vastgesteld
9V9328/R005/EBEL/EDRE/Ensc -7-
17 december 2010
3.4
Overige (milieu) aspecten Voor de overige (milieu) aspecten wordt verwezen naar het bestemmingsplan ‘Kruidenwijk-Zuid’ en het eerste uitwerkings- en wijzigingsplan voor fase 1.
9V9328/R005/EBEL/EDRE/Ensc 17 december 2010
Artikel 3.6 Wro “Kruidenwijk-Zuid, fase 1” -8-
Vastgesteld
4
TOELICHTING OP HET JURIDISCHE PLANGEDEELTE
4.1
Hoofdopzet Onderhavig plan betreft een uitwerkingsplan ex artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening. Dit uitwerkingsplan vervangt deels het eerste uitwerkings- en wijzigingsplan voor fase 1. Aanleiding hiervan is de toename van het aantal woningen. De wijzigingen ten opzichte van het eerste uitwerkings- en wijzigingsplan hebben betrekking op de herverkaveling, waarbij een aantal vrijstaande woningen wordt vervangen door tweeonder-één-kapwoningen. Dit tweede uitwerkings- wijzigingsplan bestaat uit een verbeelding (plankaart) en toelichting. De voorschriften van het bestemmingsplan ‘Kruidenwijk-Zuid’ blijven op dit plan onverminderd van toepassing, maar voor de goede orde zijn de meest relevante artikelen van de voorschriften uit het bestemmingsplan ‘Kruidenwijk-Zuid’ integraal opgenomen in de bijlage.
4.2
Verbeelding De verbeelding van het tweede uitwerkings- wijzigingsplan voor fase 1 is op vijf plekken gewijzigd ten opzichte van het eerste uitwerkings- wijzigingsplan. De extra woningen zijn gedetailleerd bestemd op de plankaart en hebben de bestemming woondoeleinden toegekend gekregen. Alleen het aantal woningen is aangepast, de bouwblokken en de bestemming blijven gehandhaafd. Voor het overige deel van het gebied blijft het eerste uitwerking- wijzigingsplan voor fase 1 (Uitwerkings- en wijzigingsplan artikel 11 WRO ‘Kruidenwijk-Zuid, fase 1’) van toepassing.
4.3
Toelichting op de bestemmingen Woondoeleinden (W) Binnen deze bestemming is bouw van woningen in het plangebied toegestaan. De hoofdgebouwen dienen binnen de bouwvlakken te worden gebouwd. Met de bouwhoogtes is aansluiting gezocht op de geformuleerde welstandscriteria.
4.4
Procedure De procedure voor dit uitwerkingsplan ligt vast in de voorschriften van het bestemmingsplan “Kruidenwijk-Zuid’. De betreffende procedure is sinds 1 juli 2008 geregeld in de Wet ruimtelijke ordening. Het ontwerp van het uitwerkingsplan ex artikel 3.6 Wro ligt gedurende zes weken ter inzage. Belanghebbenden kunnen gedurende de termijn van ter inzage legging bij Burgemeester en wethouders mondelinge of schriftelijke zienswijzen naar voren brengen over het ontwerpbesluit tot uitwerking en wijziging.
Artikel 3.6 Wro “Kruidenwijk-Zuid, fase 1” Vastgesteld
9V9328/R005/EBEL/EDRE/Ensc -9-
17 december 2010
9V9328/R005/EBEL/EDRE/Ensc 17 december 2010
Artikel 3.6 Wro “Kruidenwijk-Zuid, fase 1” - 10 -
Vastgesteld
5
FINANCIEEL-ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID Voor het plangebied ‘Kruidenwijk-Zuid’ is een aparte exploitatie opgesteld waarin financieel-economische uitvoerbaarheid van dit uitwerkingsplan is aangetoond. Uitgangspunt van deze exploitatie is een financieel sluitend plan. De gewijzigde verkaveling heeft geen gevolgen voor de oppervlaktes van uitgeefbaar terrein en openbaar gebied.
Artikel 3.6 Wro “Kruidenwijk-Zuid, fase 1” Vastgesteld
9V9328/R005/EBEL/EDRE/Ensc - 11 -
17 december 2010
A COMPANY OF
Bijlage 1 Voorschriften van het bestemmingsplan ‘Kruidenwijk-Zuid’
Artikel 3.6 Wro “Kruidenwijk-Zuid, fase 1” Vastgesteld
9V9328/R005/EBEL/EDRE/Ensc 17 december 2010
INHOUDSOPGAVE Blz. 1
ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsomschrijving Artikel 2 Wijze van meten
1 1 5
2
BESTEMMINGSBEPALINGEN Artikel 3 Woondoeleinden (W)
7 7
4
AFSTEMMINGSBEPALINGEN Artikel 11 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening Artikel 12 Afstemming welstand Artikel 13 Toepassing artikel 8, lid 2 van de Wet op de openluchtrecreatie
11 11 11 11
5
OVERIGE BIJZONDERE BEPALINGEN Artikel 14 Vrijstellingsbevoegdheid Artikel 16 Prostitutiebeleid Artikel 18 Slotbepaling
13 13 15 16
Bestemmingsplan Kruidenwijk-Zuid Vaststelling
9R7203.A0/R004/MPIG/ABROO/Ensc 26 augustus 2006
1
ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1
Begripsomschrijving
In deze voorschriften wordt verstaan onder: a.
het plan: het bestemmingsplan ‘Kruidenwijk-Zuid’ van de gemeente Hellendoorn;
b.
de plankaart: de kaart met bijbehorende verklaring, bestaande uit 2 bladen, schaal 1:1.000, met het nummer 1323-602, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangegeven;
c.
bestemmingsvlak: een op de plankaart aangegeven vlak met eenzelfde bestemming;
d.
bestemmingsgrens: een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak;
e.
bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats;
f.
bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
g.
gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
h.
bebouwing: 1. gebouwen; 2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
i.
bouwvlak: een op de plankaart aangegeven, door bouwgrenzen omsloten vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waarop gebouwen zijn toegelaten;
j.
bouwgrens: een op de plankaart aangegeven lijn, die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze voorschriften toegelaten afwijkingen;
Bestemmingsplan Kruidenwijk-Zuid Vaststelling
9R7203.A0/R004/MPIG/ABROO/Ensc 26 augustus 2006
k.
bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
l.
bouwperceelgrens: een grens van het bouwperceel;
m.
bebouwingspercentage: een op de plankaart of in de voorschriften aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
n.
woning: een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
o.
hoofdgebouw: een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
p.
bijgebouw: een gebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
q.
aan- of uitbouw: een onderdeel van een hoofdgebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan de hoofdvorm, alsmede bijgebouwen die aan het hoofdgebouw of een aan- of uitbouw zijn verbonden en een direct toegang hebben tot het hoofdgebouw of de aan- of uitbouw;
r.
overkapping: een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en niet of slechts gedeeltelijk met wanden is omsloten;
s.
erker: een uitbouw van het hoofdgebouw met een beperkte omvang (breedte, hoogte, diepte) en transparante verschijningsvorm waardoor het stedenbouwkundig aanzicht niet wezenlijk wordt beïnvloed;
t.
bestaand bij bebouwingsbepalingen: de hoogte, afstand en vorm van het bouwwerk of het aantal dat op het tijdstip van het in ontwerp ter inzage leggen van het plan bestaat, wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag om bouwvergunning voor dat tijdstip is ingediend;
u.
bestaand bij gebruiksbepalingen/doeleinden het gebruik dat bestaat ten tijde van het van kracht worden van het betreffende gebruiksverbod, met uitzondering van gebruik dat in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan;
9R7203.A0/R004/MPIG/ABROO/Ensc 26 augustus 2006
Bestemmingsplan Kruidenwijk-Zuid Vaststelling
v.
aan huis verbonden beroep: een (para)medisch, juridisch, administratief, therapeutisch, ontwerp-technisch, adviesgevend of daarmee gelijk te stellen dienstverlenend beroep, dat in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is;
w.
detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
x.
(straat)peil: 1. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; 2. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte terrein;
y. `
dienstwoning/bedrijfswoning: een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;
z.
woon-/zorgcomplex: het complex van woon- en verblijfsruimten en centrale voorzieningen ten behoeve van de huisvesting en verzorging of verpleging van specifieke doelgroepen uit de samenleving die hulp behoeven, zoals een bejaardentehuis, verpleegtehuis of een woongroep voor gehandicapten;
aa.
woonwagen: een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst;
bb.
zijgevellijn: de denkbeeldige lijn die strak loopt langs de zijgevel van een gebouw tot aan de perceelgrenzen;
cc.
prostitutiebedrijf: een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig prostitutie wordt verricht. Onder een prostitutiebedrijf worden in ieder geval verstaan: een erotische massagesalon, sekstheater, bordeel of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
dd.
escortbedrijf: het bedrijfsmatig aanbieden van prostitutie, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte van het escortbedrijf wordt uitgeoefend;
Bestemmingsplan Kruidenwijk-Zuid Vaststelling
9R7203.A0/R004/MPIG/ABROO/Ensc 26 augustus 2006
ee.
indelingslijn: een als zodanig op de plankaart aangegeven lijn ten behoeve van het indelen van een bouwvlak of bestemmingsvlak met het oog op een verschil in maatvoering en/of gebruik;
ff.
standplaats: een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingennet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van de gemeente kunnen worden aangesloten;
gg.
seks- en/of pornobedrijf: een inrichting bestemd voor het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische aard en/of pornografische aard, waarbij onder seksen/of pornobedrijf mede wordt begrepen: a seksbioscoop: een inrichting, bestemd voor het doen plaatsvinden van film- en/of videovoorstellingen van erotische en/of pornografische aard; b seksclub: een inrichting, bestemd voor het doen plaatsvinden van vertoningen van erotische aard en/of pornografische aard; c seksautomaat: een inrichting, bestemd voor het door middel van automaten doen plaatsvinden van film- en/of videovoorstellingen van erotische en/of pornografische aard; d sekswinkel: een ruimte, bestemd voor detailhandel in seksartikelen;
hh.
50 dB(A) contour De voorkeursgrenswaarde, als bedoeld in de Wet geluidhinder, van de toelaatbare geluidsbelasting op de gevel van een woning vanwege de weg.
ii.
52 dB(A) contour De toelaatbare geluidsbelasting, als bedoeld in de Wet geluidhinder, op de gevel van een woning vanwege de weg, indien op de nieuw te bouwen woningen een ‘dove’ en/of ‘blinde’ gevel wordt toegepast.
9R7203.A0/R004/MPIG/ABROO/Ensc 26 augustus 2006
Bestemmingsplan Kruidenwijk-Zuid Vaststelling
Artikel 2
Wijze van meten
Bij de toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten: a.
de lengte/diepte en de breedte van een bouwwerk: tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren);
b.
de oppervlakte van een bouwwerk: tussen (de buitenste verticale projecties van) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van scheidsmuren) op 1 m boven peil. Indien geen gevel aanwezig is op 1 m hoogte boven peil geldt de verticale projectie van de zichtbare bebouwing op het bouwperceel;
c.
de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil, zoals bedoeld in de begripsomschrijving (artikel 1x), tot aan het hoogste punt van een bouwwerk;
d.
de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. Voorzover in de voorschriften een goothoogte is voorgeschreven, is deze niet van toepassing op dakkapellen en op ondergeschikte dakvlakken;
e.
dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; voorzover in de voorschriften een dakhelling is voorgeschreven, is deze niet van toepassing op de horizontale gedeelten van afgeknotte daken, de onderste dakvlakken van mansardekappen, dakkapellen en op dakvlakken welke niet evenwijdig aan de noklijn zijn gelegen.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels en uitbouwen met een maximum oppervlak van 2m² en overstekende daken, buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m ten opzichte van de bouwgrens of bestemmingsgrens bedraagt.
Bestemmingsplan Kruidenwijk-Zuid Vaststelling
9R7203.A0/R004/MPIG/ABROO/Ensc 26 augustus 2006
9R7203.A0/R004/MPIG/ABROO/Ensc 26 augustus 2006
Bestemmingsplan Kruidenwijk-Zuid Vaststelling
2
BESTEMMINGSBEPALINGEN Artikel 3 1.
Woondoeleinden (W)
Doeleindenomschrijving
De op de plankaart voor woondoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. Wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep; b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen c. d.
met de daarbij behorende tuinen, erven en terreinen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde
2.
Bebouwingsbepalingen
a.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: 1. het aantal woningen bedraagt ten hoogste het bestaande aantal, dan wel het aantal dat op de plankaart in het bouwvlak is opgenomen; 2. de woningen worden vrijstaand en/of tot ten hoogste het bestaande aantal aaneen gebouwd, dan wel tot ten hoogste het aantal aaneen dat op de plankaart is aangegeven; 3. de hoofdgebouwen worden uitsluitend binnen een bouwvlak gebouwd; 4. de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden uitsluitend binnen een bouwvlak en/of op de gronden aangegeven met "te bebouwen erven" gebouwd; 5. de afstand van de zijgevels van hoofdgebouwen, niet zijnde zijgevels van de aaneen gebouwde zijden van woningen, tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt ten minste 3 m, dan wel de bestaande afstand indien deze minder is; 6. de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw, dan wel achter het verlengde daarvan gebouwd; deze bepaling geldt niet voor een tweede of volgende naar de weg gekeerde gevel die niet als voorgevel is aan te merken; 7. de op de plankaart aangegeven maximale goot- en bouwhoogten en minimale en maximale dakhellingen dienen voor hoofdgebouwen in acht te worden genomen; 8. de goot- en bouwhoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedragen niet meer dan respectievelijk 3 en 6 m, met dien verstande dat de bouwhoogte op de perceelgrens niet meer mag bedragen dan 3 m en deze mag worden verhoogd in een rechte lijn naar ten hoogste 6 m op een afstand van minimaal 3 m uit de perceelgrens; de dakhelling van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt niet meer dan 60°; 9. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een woning bedraagt maximaal 75 m², met dien verstande dat:
Bestemmingsplan Kruidenwijk-Zuid Vaststelling
9R7203.A0/R004/MPIG/ABROO/Ensc 26 augustus 2006
a.
b.
de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen die liggen binnen het bouwvlak en tussen het verlengde van de zijgevels van het hoofdgebouw niet worden meegerekend bij deze oppervlakte; b. de gezamenlijke bebouwde oppervlakte met gebouwen niet meer dan 50% van de oppervlakte van het bouwperceel bedraagt; Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt, naast de aanvullende werking van de Bouwverordening zoals opgenomen in de bijzondere bepalingen van dit plan, de volgende bepaling: de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 m.
3. Vrijstelling van de bebouwingsbepalingen Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: - de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; - het straat- en bebouwingsbeeld; vrijstelling verlenen van het bepaalde in: a. lid 2, sub a, onder 4 en 6: 1. ten behoeve van een uitbouw, zijnde een erker, voor de naar de weg gekeerde bouwgrens en/of voor de in lid 2, sub a, onder 6 genoemde 3 m met maximaal 1,5 meter uit de gevel van het hoofdgebouw, voorzover de gevelbreedte van de uitbouw niet meer bedraagt dan 60% van de gevelbreedte(s) van het hoofdgebouw en er een ruimte van minimaal 4 m tussen de aan het openbaar gebied grenzende erfgrens en deze bebouwing overblijft; 2. ten behoeve van de plaatsing van ten hoogste één prieeltje of tuinhuisje met een oppervlakte van ten hoogste 10 m² en een bouwhoogte van ten hoogste 3 m, mits deze wordt geplaatst op ten minste 1 m uit de perceelgrens en achter de oorspronkelijke achtergevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan; 3. ten behoeve van een aan- of uitbouw met een breedte van ten hoogste 2,5 meter aan de zijgevel van een hoofdgebouw die is gericht naar het openbaar gebied, mits deze wordt gebouwd minimaal 3 m achter het verlengde van de voorgevel en er een ruimte van minimaal 4 m tussen de erfgrens en deze bebouwing overblijft. De vrijstelling wordt uitsluitend verleend indien een uitbouw zoals bedoeld onder a.1 niet is verleend; b. lid 2, sub a, onder 7: en toestaan dat de goot- en bouwhoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden vergroot ten behoeve van een gedeeltelijke kapverhoging over de volledige breedte van de kap van het hoofdgebouw voorzover deze wordt gebouwd op het dakvlak dat afloopt naar de achtergevel van het hoofdgebouw en de gevel van de dakopbouw minimaal 1 m uit de achtergevel van de woning wordt gebouwd; c. lid 2, sub a, onder 8: dat de aan- of uitbouwen of het bijgebouwen, voorzover deze aaneengebouwd zijn 9R7203.A0/R004/MPIG/ABROO/Ensc 26 augustus 2006
Bestemmingsplan Kruidenwijk-Zuid Vaststelling
op de perceelsgrens geen wijkende kap behoeven te krijgen; d. lid 2, sub a, onder 9: 1. uitsluitend in het geval van verlening van een vrijstelling als bedoeld in lid 5 (gebruiksbepaling), sub b voor het vergroten van het oppervlak tot maximaal 150 m², mits de gezamenlijke oppervlakte met gebouwen niet meer dan 50% van de oppervlakte van het bouwperceel bedraagt; 2. voor het vergroten van het oppervlak tot maximaal 150 m², uitsluitend in het geval dat: de bestaande oppervlakte aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen meer bedraagt dan de 75 m², genoemd in lid 2, sub a onder 9 en; dit meerdere geheel of gedeeltelijk wordt gesloopt en; de oppervlakte van de nieuwbouw ten hoogste de helft bedraagt van de oppervlakte die wordt gesloopt; 4. Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van: de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; het bebouwingsbeeld; de verkeersveiligheid; nadere eisen stellen aan: a. de plaats van de hoofdgebouwen ten opzichte van andere woningen, waarbij met name wordt bedoeld het bouwen in de voorgevelrooilijn; b. de plaats en (goot)hoogte van de gebouwen indien binnen 3 m van de erfgrens wordt gebouwd; c. de minimale goothoogte van de hoofdgebouwen indien de goothoogte meer dan 1 m verschilt ten opzichte van bestaande hoofdgebouwen op naastgelegen bouwpercelen; d. de plaats van aan- en uitbouwen, bijgebouwen of overkappingen ten opzichte van het hoofdgebouw, indien het bouwplan er toe leidt, dat aan beide kanten van het hoofdgebouw bijgebouwen gerealiseerd gaan worden; e. de plaats van andere bouwwerken. 5. Gebruiksbepaling Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met de in lid 1 gegeven doeleindenomschrijving. Hieronder wordt in ieder geval begrepen het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige (vakantie)woning en een gebruik van grond en bebouwing ten behoeve van seks- en/of pornobedrijf en/of prostitutiebedrijf. 6. Vrijstelling van de gebruiksbepaling a. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 5, indien strikte toepassing van dit voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Bestemmingsplan Kruidenwijk-Zuid Vaststelling
9R7203.A0/R004/MPIG/ABROO/Ensc 26 augustus 2006
b. Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 5 ten behoeve van kleinschalige bedrijfsactiviteiten die in de woning worden uitgeoefend, mits dit geen nadelige invloed heeft op het woonklimaat (milieuhygiëne, parkeren) en de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft. Onder kleinschalige bedrijfsactiviteiten worden begrepen activiteiten in de dienstverlenende of ambachtelijke sfeer waarvoor geen grote opslag of stallingsruimte nodig is en die zijn genoemd in categorie 1 van de Staat van bedrijven, dan wel die daarmee vergelijkbaar zijn, uitgezonderd een seks- en/of pornobedrijf en/of prostitutiebedrijf. c. Alvorens tot vrijstelling als bedoeld onder a en b over te gaan, worden de volgende procedureregels in acht genomen: 1. het ontwerp-besluit ligt vóór de vaststelling van die vrijstelling, gedurende een termijn van vier weken op het gemeentehuis voor belanghebbenden ter inzage; 2. de terinzagelegging wordt vooraf bekendgemaakt op de in de gemeente gebruikelijke wijze en door publicatie in één of meer in de gemeente verschijnende dag- of nieuwsbladen; 3. de bekendmaking houdt in dat belanghebbenden gedurende de onder 1 genoemde termijn aan Burgemeester en Wethouders mondelinge of schriftelijke zienswijzen omtrent het ontwerp-besluit van de vrijstelling naar voren kunnen brengen; 4. indien omtrent het ontwerp-besluit zienswijzen zijn ingediend, wordt het besluit met redenen omkleed; 5. Burgemeester en Wethouders delen aan hen die zienswijzen hebben ingediend de beslissing daaromtrent mede. 7. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 5 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2 van de Wet op economische delicten”.
9R7203.A0/R004/MPIG/ABROO/Ensc 26 augustus 2006
Bestemmingsplan Kruidenwijk-Zuid Vaststelling
4
AFSTEMMINGSBEPALINGEN Artikel 11
Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen: a. richtlijnen voor de verlening van vrijstelling van de stedenbouwkundige bepalingen (artikel 2.5.1); b. anti-cumulatiebepaling (artikel 2.5.2); c. bereikbaarheid van bouwwerken voor wegverkeer (artikel 2.5.3); d. bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten (artikel 2.5.4); e. ruimte tussen bouwwerken (artikel 2.5.17); f. erf- en terreinafscheidingen (artikel 2.5.18); g. bouwen nabij bovengrondse hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen (artikel 2.5.19); h. parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen (artikel 2.5.30).
Artikel 12
Afstemming welstand
Voor de bouwonderdelen van gebouwen of bouwwerken, niet zijnde vrije bouwwerken als bedoeld in de Woningwet, die niet zijn genoemd in de voorschriften van dit bestemmingsplan zoals onder andere dakkapellen, is enkel het welstandsbeleid van de gemeente Hellendoorn bepalend voor de wijze waarop deze kunnen worden gebouwd. Uitzondering hierop zijn de dakkapellen op aanbouwen en uitbouwen en bijgebouwen, die binnen 3 meter van de perceelsgrens zouden komen te liggen. Deze zijn immers niet toegestaan. (voorwaarde dat dakvlak in rechte lijn wordt getrokken)
Artikel 13
Toepassing artikel 8, lid 2 van de Wet op de openluchtrecreatie
De bestemmingen verzetten zich tegen het gebruik als bedoeld in artikel 8, lid 2 van de Wet op de openluchtrecreatie.
Bestemmingsplan Kruidenwijk-Zuid Vaststelling
9R7203.A0/R004/MPIG/ABROO/Ensc 26 augustus 2006
9R7203.A0/R004/MPIG/ABROO/Ensc 26 augustus 2006
Bestemmingsplan Kruidenwijk-Zuid Vaststelling
5
OVERIGE BIJZONDERE BEPALINGEN Artikel 14
Vrijstellingsbevoegdheid
1. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de desbetreffende bepalingen van het plan en toe te staan dat: a. kleine, niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, wachthuisjes (abri' s), telefooncellen, fietsenstallingen, weegbruggen en dienstgebouwtjes voor onderhoud of gebruik van openbaar groen, wegen of speelplaatsen, in afwijking van de bestemming volgens het plan worden gebouwd, voorzover deze gebouwtjes geen grotere oppervlakte hebben dan 25 m² en geen grotere goothoogte dan 3 m en bouwhoogte van 5 m hebben; b. van de in het bestemmingsplan aangegeven bestemmingsgrenzen in geringe mate wordt afgeweken, voorzover zulks bij de definitieve uitmeting noodzakelijk blijkt voor een goede uitvoering van het plan, mits de afstand van de bouwgrenzen tot de grenzen van de weg niet wordt verminderd; c. van de voorgeschreven maten tot een maximum van 10% wordt afgeweken, mits de afstand van de bouwgrenzen tot de grenzen van de weg niet wordt verminderd; d. ten aanzien van de bouwhoogte van antenne-installaties en -masten mag worden afgeweken voorzover: de bouwhoogte niet meer dan 40 m ten opzichte van het maaiveld bedraagt; e. buiten het bouwvlak wordt gebouwd voorzover volledig beneden het peil wordt gebouwd en: een verticale diepte van 6 m niet wordt overschreden; het maaiveld wordt afgewerkt op een wijze die past binnen de bestemming; er geen onevenredige toename van de parkeerdruk plaatsvindt. 2. De vrijstellingen als bedoeld in lid 1 worden niet verleend indien: a. daardoor op enig aangrenzend terrein de realisering van het bestemmingsplan wordt belemmerd; b. daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende erven; c. het stedenbouwkundig beeld hierdoor in ernstige mate wordt verstoord. 3. Alvorens tot vrijstelling als bedoeld onder lid 1 onder d over te gaan, worden de volgende procedureregels in acht genomen: a. het ontwerp-besluit ligt vóór de vaststelling van die vrijstelling, gedurende een termijn van vier weken op het gemeentehuis voor belanghebbenden ter inzage; b. de terinzagelegging wordt vooraf bekendgemaakt op de in de gemeente gebruikelijke wijze en door publicatie in één of meer in de gemeente verschijnende dag- of nieuwsbladen;
Bestemmingsplan Kruidenwijk-Zuid Vaststelling
9R7203.A0/R004/MPIG/ABROO/Ensc 26 augustus 2006
c.
d. e. f.
de bekendmaking houdt in dat belanghebbenden gedurende de onder 1 genoemde termijn aan Burgemeester en Wethouders mondelinge of schriftelijke zienswijzen omtrent het ontwerp-besluit van de vrijstelling naar voren kunnen brengen; reclamanten worden in staat gesteld hun zienswijzen mondeling toe te lichten; indien omtrent het ontwerp-besluit zienswijzen zijn ingediend, wordt het besluit met redenen omkleed; Burgemeester en Wethouders delen aan hen die zienswijzen hebben ingediend de beslissing daaromtrent mede.
9R7203.A0/R004/MPIG/ABROO/Ensc 26 augustus 2006
Bestemmingsplan Kruidenwijk-Zuid Vaststelling
Artikel 16
Prostitutiebeleid
Onder strijdig gebruik als bedoeld in de gebruiksbepalingen van dit bestemmingsplan wordt in ieder geval begrepen het gebruik van de gronden en bouwwerken voor prostitutie- of escortbedrijf.
Bestemmingsplan Kruidenwijk-Zuid Vaststelling
9R7203.A0/R004/MPIG/ABROO/Ensc 26 augustus 2006
Artikel 18
Slotbepaling
Deze voorschriften kunnen worden aangehaald als "Voorschriften behorende bij Kruidenwijk-Zuid, van de gemeente Hellendoorn”. Vastgesteld ter openbare vergadering van de raad d.d. , voorzitter
, griffier
9R7203.A0/R004/MPIG/ABROO/Ensc 26 augustus 2006
Bestemmingsplan Kruidenwijk-Zuid Vaststelling
A COMPANY OF
VERBEELDING
Artikel 3.6 Wro “Kruidenwijk-Zuid, fase 1” Vastgesteld
9V9328/R005/EBEL/EDRE/Ensc 17 december 2010