DUTCH WATER SECTOR INTELLIGENCE
Verslag 2e DWSI denktanksessie 2012
Trends in de Planologie 8 mei 2012 op Landgoed Huize Bergen te Vught Volgens de voorzitter van de Beroepsvereniging
van
Stedenbouwkundigen
en
Planologen staat water niet of nauwelijks op het netvlies van
zijn
beroepsgenoten.
Daardoor is water nu vaak bijzaak
in
ontwikkelingen
planologische en
de
ruimtelijke ordening (RO) in Nederland: “Zaken die met de
uitvoering
te
maken
hebben, regelen we achteraf”. Dat water vaak bepalend is in de RO wordt doorgaans pas duidelijk tijdens de bouw of nadat bouwprojecten gerealiseerd zijn en wateroverlast vervolgens de kop opsteekt. Een typisch geval van het dempen van de put nadat het kalf verdronken is. Laten we water dus voortaan in het planologisch voortraject meenemen, zou je zeggen. Niets is echter minder waar. De strategische betekenis van water is nog altijd de blinde vlek in de RO. Constateren dat planologen meer oog moeten hebben voor de rol van water in hun werk zal weinig opleveren; waterdeskundigen moeten zich nadrukkelijker mengen in planologische processen. “Wees daarom wat minder aardig en laat horen hoe belangrijk water in de planologie eigenlijk is”, hield gastspreker Tjerk Ruimschotel deelnemers aan deze tweede DWSI denktanksessie van 2012 voor.
Trendonderzoekers over trends in de planologie Nederland is een klein land en ruimte een schaars goed. De wijze waarop we met de ruimte omgaan is daarom een strategisch vraagstuk van de hoogste orde. De claim op ruimte door diverse actoren lijkt bovendien alleen maar toe te nemen. Hoe worden verschillende wensen en functies tegen elkaar afgewogen in een gecompliceerd krachtenveld? Wie bepaalt hoe we stedelijke en rurale gebieden nu en in de toekomst inrichten? Welke uitgangspunten liggen hieraan ten
grondslag?
Hoeveel
complexer
wordt
het
met
het
groeiende
belang
van ondergronds ruimtegebruik? En natuurlijk, welke rol speelt water en spelen organisaties in de watersector in deze vraagstukken? Over deze strategisch belangrijke vragen kwamen afgevaardigden van organisaties uit de gehele watersector te spreken in de 2e denktanksessie van 2012.
www.dwsi.nl HÉT PLATFORM VOOR GEZAMENLIJKE HORIZONSCANNING, VOOR EN DOOR DE HELE NEDERLANDSE WATERSECTOR. Binnen de Dutch Water Sector Intelligence worden relevante trends aangereikt aan participerende organisaties. Gezamenlijk vertalen we deze trends in denktanksessies naar kansen & bedreigingen voor de watersector en mogelijke adaptatiestrategieën.
DUTCH WATER SECTOR INTELLIGENCE
Een aantal opvallende trends in de planologie zijn door de DWSI trendonderzoekers opgepikt:
Ondergronds ruimtegebruik (meer concurrentie en minder duidelijkheid)
Kantoorleegstand (private rechten & de macht van grote bedrijven)
Lock-in (hoe een bestuur tunnelvisie ontwikkelt, zoals bij de Blauwe Stad in Groningen)
Hedwigepolder (mondige burger en afstemming in Europa)
Water-Energy-Food-Climate Nexus (water wel of niet leidend principe in de planologie)
Beleid minister Schultz van Haegen (België als leidraad voor de planologie in Nederland)
Denktankleden over trends in de planologie Ook de deelnemers hebben voorafgaand aan deze sessie een of meerdere planologische/ ruimtelijke trends/ ontwikkelingen die in hun omgeving spelen of die zij van (groot) belang achten, in kaart gebracht. Hieronder de opbrengst:
Gebieds- (en klant)gerichter werken
Klimaatbestendige stad
Vastgelopen bouwgrondexploitatie in gemeenten: hoe vlot te trekken?
Landbouw versus andere functies in de buitenomgeving
Nieuwe energielandschappen
Integrale aanpak
Drukte in de ondergrond/ gebrek aan ruimte
Sanering drinkwaternet
Bescherming grondwater
Hergebruik hemelwater
Voldoende ruimte voor het bergen en afvoeren van water
Er wordt meer gekeken naar collectief belang
Terugtrekkende overheid/ decentralisering: waar gaan we wel/ niet over?
Samenwerking in de waterketen
Hittestress in steden
Andere woningbouwconcepten, bijvoorbeeld kleinschaliger bouwen
Minder overheidsbudget
Meer bottom-up; vanuit het perspectief van een “gebiedsondernemer”
Meer naar beheer, asset management en efficiency
Moeilijk grijpbare effecten
Kans voor herstructurering, bijvoorbeeld andere rol waterschap
Verouderde infrastructuur (in stad) en technologische oplossingen hiervoor
Omgevingswet
Building with Nature
Nieuwe verdienmodellen op/ met het platteland
Behouden leefbaarheid = gezamenlijke verantwoordelijkheid
Slimmere functiecombinaties – water met energie, recreatie, etc.
www.dwsi.nl VERSLAG TRENDS IN DE PLANOLOGIE – 8 MEI 2012
2
DUTCH WATER SECTOR INTELLIGENCE
Gastspreker Tjerk Ruimschotel over trends in de planologie Gastspreker Tjerk Ruimschotel lichtte het thema van de sessie toe vanuit zijn rol als voorzitter van de beroepsvereniging van stedenbouwkundigen en planologen (BNSP) en supervisor stedenbouw in Groningen. Hij noemde direct een aantal opmerkelijke trends die het stedenbouwkundige en planologische vak beïnvloeden, zoals:
Het internet dat creativiteit en eigen initiatief faciliteert bij burgers;
De ouderwetse rechttoe-rechtaan manier waarop de bouwsector nog altijd handelt (ontwerpbouw-financiering) en die niet aansluit op de wens en creativiteit van burgers;
De autoriteit van het ambtelijk terrein die niet vanzelfsprekend meer is: iedereen bemoeit zich overal mee;
De nieuwe structuurvisie van het Rijk die voornamelijk in het teken staat van deregulering. Verder zijn ook de besluitvormingsprocessen flink veranderd. Was het voorheen veelal de wethouder Ruimtelijke Ordening (RO) die de touwtjes over de ruimtelijke inrichting in handen had; nu zijn de processen die eindigen in een bepaald besluit over de RO een stuk diffuser, met veel verschillende stakeholders die hier (lokaal) veel invloed op uitoefenen. Ruimschotel nam de deelnemers vervolgens mee door de tijd en liet zien hoe verschillende “scholen” de ruimtelijke planning in Nederland beïnvloedde. In de jaren ’30 van vorige eeuw dreef de planologie en stedenbouw vooral op het credo “datgene wat je nodig hebt om een beetje mooi te kunnen wonen”. In de naoorlogse periode voerde planning en controle de boventoon. Van stoel tot stad: alles werd van bovenaf opgelegd. Daarop kwam een tegenbeweging die een meer bottom-up benadering voorstond, maar ook die werd spoedig weer herzien. Met de Vinex-wijken van eind jaren ’90 werd getracht het onverzoenbare met elkaar te verzoenen –rijksgestuurde ontwikkeling met lokale invulling. Nu lijkt het vooral weer de spontane en bottom-up benadering te zijn die aan populariteit wint, waarbij het Rijk zich grotendeels afhoudt van visievorming. Volgens Ruimschotel geen goede zaak: “juist ook op nationaal niveau moet er een visie zijn over hoe de ruimte in te richten en te ordenen”. Verschillende benaderingen dus op de ruimtelijke ordening en planologie, maar ze hebben een ding gemeen: allen beginnen bij de tekentafel. Het huidige principe “DBFMO” (Design-Build-FinanceMaintain-Operate) van het Rijk sluit hier naadloos op aan; eerst tekenen, dan bouwen en dan pas het systeem laten functioneren. Niet als het aan Ruimschotel ligt. Hij pleit ervoor het planologisch
www.dwsi.nl VERSLAG TRENDS IN DE PLANOLOGIE – 8 MEI 2012
3
DUTCH WATER SECTOR INTELLIGENCE
traject juist te beginnen met de ‘O’ van “operate”. Planologen zouden volgens hem eerst moeten nagaan hoe een systeem (lokaal) functioneert en pas daarna, gebaseerd op de opgedane inzichten, moeten gaan ontwerpen. Nagaan welke rol water in de ruimtelijke ordening speelt is daar een voorbeeld van. En meteen een heel belangrijke, aldus Ruimschotel. Als planologen en stedenbouwkundigen water erkenden als ‘vormende kracht’ zou hun werk beduidend anders zijn. Water wordt door deze beroepsgroepen vooral gezien als bijzaak, in plaats van een strategisch belangrijke en vaak bepalende factor in de planologie en RO. Dit inzicht komt meestal te laat, namelijk tijdens de bouw of wanneer een gebied/project eenmaal staat. Ruimschotel roept de watersector daarom op zich meer te bemoeien met de planologie. Hij schetste de strijd tussen publieke en private belanghebbenden, op lokaal niveau in complexe gebiedsprocessen als een “voortzetting van de oorlog met andere middelen”. Dit inzicht zou de watersector ertoe moeten bewegen zich proactiever op te stellen in dit krachtenveld.
Natasja Wijnen over trends in de planologie vanuit de case van BrabantStad Naast een algemene, brede kijk op de RO en planologie door Ruimschotel,
werd
er
ingezoomd
op
planologische
ontwikkelingen in een specifieke case: die van BrabantStad. BrabantStad is een stedelijk netwerk van de vijf Brabantse steden Den Bosch, Eindhoven, Tilburg, Breda en Helmond en heeft tot doel een economisch aantrekkelijke en concurrerende regio te zijn. Dit is geen eenvoudige opgave te midden van andere belangrijke economische regio’s als het Ruhrgebied, de Vlaamse Ruit en de Randstad, zo lichtte de programmanager van BrabantStad, Natasja Wijnen, toe. Deze strategie is een voorbeeld van een trend in Nederland, waarbij regio’s die te kampen hebben met bijvoorbeeld bevolkingsdaling of economische stagnatie, hun inwoners een duurzaam perspectief proberen te bieden door economische en planologische herstructurering. Parkstad Limburg is een ander bekend voorbeeld. BrabantStad profileert de eigen regio ook wel als een “Mozaïek metropool”, waarbij de kleuren rood (stad), groen (natuur)
en
blauw
(water)
elkaar
afwisselen en aanvullen. Op het vlak van water zijn vooral kanalen binnenvaart
van
grote
voor de
betekenis
in
BrabantStad. Ook wordt veel gewerkt aan het terugkrijgen van water in de stad, zoals in Breda. Dit vergroot de aantrekkelijkheid van steden voor haar bewoners. De uitdaging van BrabantStad is om de balans tussen stad en land te behouden en daarin speelt water een belangrijke rol. Waar Brabantstad vooral aandacht aan gaat schenken op het vlak van water zijn de wateren voor de binnenvaart en de impact van klimaatverandering. Toch gaf ook Wijnen aan dat water een onderbelichte plek heeft in de economisch-ruimtelijke ontwikkelingen in BrabantStad. Dat kan beter, bijvoorbeeld door het meenemen van de beschikbaarheid van (grond)water als vestigingsfactor voor industrie. www.dwsi.nl VERSLAG TRENDS IN DE PLANOLOGIE – 8 MEI 2012
4
DUTCH WATER SECTOR INTELLIGENCE
Scenarioplanning door de denktankleden Waar de vorige denktanksessie draaide om backcasting (terugredeneren vanuit een bepaald toekomstbeeld), zijn de deelnemers zich deze sessie gaan bezighouden met het schetsen
van
toekomstscenario’s
(het
invullen van verschillende toekomstbeelden), natuurlijk toegespitst op het vlak van de planologie. Elke deelnemer heeft voor de eigen organisatie één kernonzekerheid (een verandering die buiten de invloedsfeer van de
organisatie
plaatsheeft)
en
één
kerndilemma (een interne, op de organisatie gerichte vraagstuk of verandering) benoemt en aan de hand daarvan vier systeemscenario’s opgesteld. De scenario’s werden vervolgens met andere deelnemers gedeeld en men ging gezamenlijk na welke kansen en bedreigingen er in elk van die zelf opgestelde scenario’s zich zouden kunnen voordoen en welke stakeholders daarin een belangrijke rol spelen. Door intersubjectieve uitwisseling werden de scenario’s aangevuld en gevalideerd en kregen de verschillende deelnemers meer inzicht in de strategische overwegingen en bewegingsruimte van andere waterorganisaties. Tot slot presenteerden een aantal deelnemers kort hun resultaten aan de groep. Een greep daaruit: Drinkwaterbedrijf: robuuste of flexibel inzetbare infra in verstedelijkte gebieden? Kernonzekerheid Verstedelijking versus verspreiding bevolking over provincie. Kerndilemma Inzetten op robuustheid van infrastructuur versus inzetten op adaptieve (flexibele) infrastructuur. Scenarioschets Zou de verstedelijking doorzetten terwijl het drinkwaterbedrijf zich vooral inzet op robuuste infrastructuur, dan zal inspringen op een veranderende vraag en wellicht uitbreiding van infrastructuur
lastig
zijn.
Zou
het
bedrijf
daarentegen kiezen voor een strategie waarbij middelen flexibel worden ingezet wanneer verstedelijking doorzet, bijvoorbeeld door het gebruik van mobiele units, dan zou het makkelijker zijn om in te springen op een veranderende seizoensvraag, is het bedrijf minder kwetsbaar en wellicht biedt dit ook betere www.dwsi.nl VERSLAG TRENDS IN DE PLANOLOGIE – 8 MEI 2012
5
DUTCH WATER SECTOR INTELLIGENCE
opties om duurzaam te opereren. Waterschap: normgericht of waardegericht te werk in tijd van economische groei/ krimp? Kernonzekerheid Economische groei versus krimp. Kerndilemma Benadering watertaken normgericht of waardegericht. Scenarioschets Groeit de economie en gaat het waterschap normgericht te werk, dan dreigt een autoritaire houding van het waterschap. Groeit de economie en gaat ze vooral waardegericht te werk, dan bemoeit het waterschap zich juist met alles, maar krijgt dan wel veel erkenning voor het werk dat ze doet. Waardegericht werken in combinatie met economische krimp is daarentegen lastiger; het waterschap moet dan de samenwerking aangaan, flexibel zijn en risico’s nemen waarvan de gevolgen erg moeilijk te overzien zijn. Tot slot het scenario van krimp en een normgerichte aanpak. Daarin leunt het waterschap achterover, mag er niks (extra) worden gedaan en zal zij enige autistische trekjes gaan vertonen. Waterschap: breed of smal takenpakket? Kernonzekerheid Wel of niet opheffen waterschappen? Kerndilemma Legt het waterschap zichzelf een breed of een smal takenpakket op? Scenarioschets In het scenario dat én het waterschap wordt opgeheven én slechts de strikt noodzakelijke taken hiervan worden overgeheveld naar andere instituties, dan zou dat wel eens grote risico’s met zich mee kunnen brengen voor de waterveiligheid in het land. Zou het scenario waarin én het waterschap blijft bestaan én het besluit de taak breed te interpreteren bewaarheid worden, dan zal het waterschap haar meerwaarde voor de samenleving duidelijk kunnen uiten, krijgt zij veel draagvlak in de regio en fungeert het als smeerolie in de regio om die droog en bloeiende te houden. Adviesorgaan: hoe te adviseren in tijden van economische groei of stagnatie? Kernonzekerheid Economische groei versus langdurige economische stagnatie. Kerndilemma Volgend versus leidend als adviesgevend orgaan. Scenarioschets Het scenario “groei/ volgend” maakt dat je lui wordt als adviseur. Zelfs als je niet proactief de trends volgt of innovatief te werk gaat, blijf je voldoende werk houden. Hoewel gemakkelijk, is www.dwsi.nl VERSLAG TRENDS IN DE PLANOLOGIE – 8 MEI 2012
6
DUTCH WATER SECTOR INTELLIGENCE
het geen spetterend vooruitzicht. Het minst ideale scenario is toch die waarin langdurige stagnatie gepaard gaat met een houding die volgend is. Dan moet het uitzendbureau worden ingeschakeld. Met stagnatie en een proactieve houding moet er een duidelijk punt op de horizon worden gezet, worden veel kleinere projecten op ad hoc basis uitgevoerd en moet efficiënt werken ervoor zorgen dat het adviesorgaan goed blijft draaien. Het meest ideale scenario is toch die van economische groei, gecombineerd met het adviesorgaan die leidend is. Hiermee kan met een goed gevulde portefeuille worden gewerkt aan een solide lange termijnvisie. Waterschap: gebiedsgericht of functiegericht in tijden van aanhoudende droogte? Kernonzekerheid Vergaande versus matige verdroging. Kerndilemma Keuze waterschap om gebiedsgericht of functiegericht te opereren. Scenarioschets In de situatie dat verdroging (snel) doorzet zou het waterschap idealiter gebiedsgericht te werk moeten gaan. Middels consensus met verschillende stakeholders kunnen zo goede oplossingen worden bedacht. Ga je in het geval van vergaande verdroging functiegericht te werk, dan mist het waterschap belangrijke kansen.
Slotreflectie: “we moeten elkaars vak leren verstaan” en: “wees minder aardig” Zowel Wijnen als Ruimschotel keken aan het einde terug op de sessie. Opvallend is dat beiden bijna verbaasd uitdrukking gaven aan de “fascinerende” wereld die schuilt achter het begrip water. Tegelijkertijd gaf dat ook maar aan hoe, in de woorden van Ruimschotel,
“beschamend”
weinig hij en algemener, men hiervan
af
weet.
Wijnen
benadrukte nog maar eens het belang van elkaars vak te leren verstaan. Er zijn veel raakvlakken tussen de bestuurlijke overheidswereld waarin zij vooral actief is en de waterwereld. De twee hebben elkaar veel te bieden en het is zaak die kansen ook te verzilveren. Maak het vak daarom meer interdisciplinair en meng je meer in andere processen, was haar oproep. Ruimschotel bewonderde de werkwijze van de deelnemers in de sessie, zowel procesmatig als inhoudelijk. Alles kwam volgens hem over tafel; abstracte en concrete zaken, technische, organisatorische en politieke aspecten, reflectie op het eigen handelen en meer. Het gaf hem een geruststellend beeld; het waterwerk is in goede handen. Tegelijkertijd zit ‘m hierin de crux. Volgens Ruimschotel kunnen planologen en waterdeskundigen elkaar nog heel veel leren. Wat www.dwsi.nl VERSLAG TRENDS IN DE PLANOLOGIE – 8 MEI 2012
7
DUTCH WATER SECTOR INTELLIGENCE
planologen nu vooral doen is “lollige” plannetjes met water bedenken. Maar het draait natuurlijk om veel meer dan dat. Met het watersysteem moet structureel rekening worden gehouden. Maar “jullie zijn ook te aardig”, merkte Ruimschotel op. Volgens hem zouden waterdeskundigen een veel belangrijkere rol kunnen spelen in de RO en planologie, maar dan moet je die ook opeisen en jezelf niet wegcijferen, stelde hij.
Aanbod: stel responsstrategie op en stuur het door naar DWSI De opzet van deze denktanksessie was om de toekomst te verkennen. In tegenstelling tot de vorige
sessie,
waar
denktankleden
door
middel
van
backcasting
verschillende
responsstrategieën ontwikkelden voor één vooraf bepaald toekomstbeeld, hebben zij in deze sessie verschillende toekomstbeelden ontwikkeld door middel van scenarioplanning. We roepen denktankleden van de verschillende organisaties op de resultaten uit deze sessie intern te delen en waar nodig verder uit te werken in mogelijke responsstrategieën. Backcasting zou een bruikbare methode zijn om dit te doen. Wanneer DWSI leden binnen twee weken hun responsstrategieën naar
[email protected] opsturen, krijgen ze reflectie daarop van de DWSI trendonderzoekers.
Locatie: Landgoed Huize Bergen te Vught
www.dwsi.nl VERSLAG TRENDS IN DE PLANOLOGIE – 8 MEI 2012
8
DUTCH WATER SECTOR INTELLIGENCE
Bijlage: deelnemers denktanksessie 8 mei 2012
Deelnemende organisatie Brabant Water Dunea Vitens PWN WML Waternet Waterschap Aa en Maas Waterschap De Dommel Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden Waterschap Brabantse Delta Waterschap Vallei & Veluwe i.o. Witteveen+Bos Waternetnetwerk KWR Rijkswaterstaat Waterdienst Gemeente Bernheze Spreker/ experts
KWR (organisatie)
Deelnemer Hr. R. (Ruud) van Nieuwenhuijze Hr. H. (Henk) Geurts Hr. M. (Mario) van den Akker Hr. P. (Peter) Spierenburg Hr. M. (Mark) Elzerman Hr. H. (Henk) van der Linden Hr. S. (Sebastiaan) Vliegen Hr. A. (André) Struker Hr. E. (Eugène) Heeremans Mevr. N. (Nanette) van der Veen Mevr. N. (Nynke) Heeg Mevr. N. (Noor) Ney Hr. A. (Arjen) Grent Hr. K. (Karel) Bruin-Baerts Hr. M. (Marco) van Schaik Hr. P. (Patrick) de Rooij Hr. H. (René) Eisenga Hr. P. (Peter) Hermans Mevr. M. (Monique) Bekkenutte Hr. R. (Ralph) Beuken Hr. J. (Jan) Hoskam Hr. H. (Harold) Soffner Hr. T. (Tjerk) Ruimschotel (Gemeente Groningen, voorzitter BNSP) Mevr. N. (Natasja) Wijnen (BrabantStad) Hr. J. (Jos) Frijns (procesbegeleider) Hr. A. (Andrew) Segrave Hr. C. (Chris) Büscher
www.dwsi.nl VERSLAG TRENDS IN DE PLANOLOGIE – 8 MEI 2012
9