Bijlage II aan de Toetredingsovereenkomst :
Toelichting bij de Definitieve Aangifte In deze bijlage vindt u nuttige informatie die u zal helpen bij het invullen van uw Definitieve Aangifte. Elk document of informatie waarnaar verwezen wordt, is eveneens terug te vinden op onze website www.valorlub.be of is te verkrijgen op 02/456.84.52. Conform aan artikel 6.1 van de Overeenkomst, is de Deelnemer verplicht om jaarlijks een Definitieve Aangifte in te dienen, zodat VALORLUB in naam van haar deelnemers de uitvoering van hun Aanvaardings-/Terugnameplicht kan vervullen én de Financieringsbijdrage van de Deelnemers kan berekenen. Teneinde een goed verloop in de behandeling van de gegevens te verzekeren, ziet de deelnemer erop toe dat VALORLUB in het bezit gesteld wordt van de Definitieve Aangifte ten laatste op 28 februari van het jaar volgend op het jaar waarop de aangifte betrekking heeft.
1. Voorbereiding 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5.
Bepaling van de hoeveelheid olie op de Belgische markt gebracht of ingevoerd voor eigen gebruik Mandaatformulieren Verklaringen op erewoord export en/of herverpakken First fill Regeling Rijn- en binnenvaart naar aanleiding van het CDNI Scheepsafvalstoffenverdrag
2. De Definitieve Aangifte 2.1. 2.2. 2.3. 2.4.
De identificatiefiche Het aangifteformulier Verzending van het aangifteformulier Controle van de aangifte
3. Bijkomende informatie 3.1. 3.2.
Types Financieringsbijdragen Europalub classificatie
4. Mogelijke scenario’s (o.a. first fill)
5. Biodegradeerbare olie
Bijlage II : Toelichting bij de Definitieve Aangifte 2015 versie 1.0 van december 2015
1
1. Voorbereiding Alvorens over te gaan tot het invullen van de Definitieve Aangifte, is het belangrijk om alle gegevens te verzamelen teneinde een correcte aangifte op te stellen.
1.1.
Bepaling van de hoeveelheid olie op de Belgische markt gebracht of ingevoerd voor eigen gebruik.
De Definitieve Aangifte heeft betrekking op alle smeerolie en industriële olie die :
in België door Producenten wordt geproduceerd en op de Belgische markt wordt gebracht; in België wordt ingevoerd en op de Belgische markt wordt gebracht; in België wordt ingevoerd voor eigen gebruik; als “first fill” op de Belgische markt wordt gebracht of wordt ingevoerd (zie verder in deze bijlage punt 1.4 en 4.6).
De hoeveelheden worden in liter aangegeven. Tevens moet u het onderscheid maken tussen de huishoudelijke olie, professionele olie die Gebruikte olie genereert en olie die geen Gebruikte olie genereert. Voor het exacte toepassingsgebied van de aanvaardingsplicht voor gebruikte olie verwijzen wij naar de definities en Europalub-classificaties in de tabel in punt 3.2 van deze bijlage.
1.2.
Mandaatformulieren
Indien u als producent ook verantwoordelijk bent voor de Definitieve Aangifte van de olie die u in opdracht van uw klanten onder “private label” produceert, dan neemt u de overeenstemmende hoeveelheden olie eveneens op in uw aangifte. Voeg bij uw aangifte alle hiertoe opgestelde mandaten, om VALORLUB in staat te stellen uw aangifte te kunnen aanvaarden. Het mandaatformulier is te downloaden van de website www.valorlub.be.
1.3.
Verklaringen op erewoord
De in België op de markt gebrachte hoeveelheden olie die door uw klanten uitgevoerd of door uw klanten zijn herverpakt onder de merknaam van die klant, moeten niet opgenomen worden in uw aangifte. U moet de in mindering gebrachte hoeveelheden evenwel staven, door bij uw aangifte de door uw klanten opgestelde en ondertekende “verklaring op erewoord” te voegen. Het formulier “verklaring op erewoord” is te downloaden van de website www.valorlub.be.
1.4.
First fill
Olie bestemd voor fabrieksvulling of als onderdeel van een afgewerkt product die u op de Belgische markt heeft gebracht, geeft u aan in de rubriek “professionele olie” aan het professionele tarief. Voor olie die deel uitmaakt van een afgewerkt product dat wordt geëxporteerd, geldt dezelfde regeling als voor olie die wordt geëxporteerd (zie "verklaringen op erewoord" punt 1.3 van deze bijlage). Voor de verschillende scenario’s “first fill”, zie punt 4.6 van deze bijlage.
Bijlage II : Toelichting bij de Definitieve Aangifte 2015 versie 1.0 van december 2015
2
1.5.
Regeling Rijn- en binnenvaart naar aanleiding van het CDNI Scheepsafvalstoffenverdrag
Vanaf 2012 moeten de deelnemers de olie geleverd aan de Rijn- en binnenvaart niet meer opnemen op het definitieve aangifteformulier. Dit betekent dus dat er door de deelnemers van Valorlub geen bijdrage wordt betaald op deze olie.
2. De Definitieve Aangifte 2.1.
De identificatiefiche
De identificatiefiche bevat de gegevens van uw bedrijf waarover wij op dit ogenblik beschikken. Controleer deze gegevens en duidt eventuele verbeteringen en/of wijzigingen in adres, contactpersoon, enz. aan in de daartoe bestemde vakjes.
2.2.
Het aangifteformulier
Definitieve aangifte 2015 Smeer- en industriële olie
Als producent*
Als invoeder*
in liter*
in liter*
op de markt gebracht*
voor eigen gebruik*
op de markt gebracht*
voor eigen gebruik*
Totaal in liter*
Tarief* Totale financierings(€/liter)
bijdrage 2015 (excl. BTW)
Huishoudelijke olie (1)
x
0,20
Professionele olie die gebruikte olie genereert* inclusief first fill
x
0,01
Olie die geen gebruikte olie genereert
x
0,00
------------------------------
Biodegradeerbare olie*
x
0,00
------------------------------
Totale financieringsbijdrage 2015 (excl. BTW)* Stempel / Naam bedrijf :
Datum + Naam + Handtekening van de contactpersoon :
(1) : Huishoudelijke olie : m otorolie in primaire verpakkingen van ≤ 25 kilogram (*) : voor een gedetailleerd overzicht : zie bijlage II : toelichting bij de definitieve aangifte Vallen buiten het toepassinsggebied van de aanvaardingsplicht gebruikte olie : frituurolie en frituurvetten of andere voedingsolie, polychloorbifenylen (PCB's), polychloortrifenylen (PCT's) oplosmiddelen, schoonmaakproducten, reinigingsmiddelen, antivries, remvloeistoffen, hydraulische vloeistoffen op basis van w ater en/of glycol en andere brandstoffen
De Definitieve Aangifte bevat volgende velden : Aangiftejaar : jaar waarop de aangifte betrekking heeft. Huishoudelijke olie : alle motorolie (Europalub categorie 1) in primaire verpakkingen ≤ 25 kilogram (in 2007 ≤ 25 liter), onafhankelijk van toepassing, distributiekanaal of bestemmeling. Een primaire verpakking is een verpakking die is ontworpen om op het verkooppunt voor de gebruiker of voor de consument een verkoopeenheid te vormen (bijvoorbeeld : bus motorolie van 1 liter). Professionele olie die Gebruikte olie genereert : zie puntje 3.2 van deze bijlage.
Bijlage II : Toelichting bij de Definitieve Aangifte 2015 versie 1.0 van december 2015
3
Olie die GEEN Gebruikte olie genereert : zie puntje 3.2 van deze bijlage. Biodegradeerbare olie : zie puntje 5 van deze bijlage Producent van olie : iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die in België olie produceert of laat produceren, verpakt of laat verpakken voor eigen gebruik of met het oog op of naar aanleiding van het op de Belgische markt brengen. Wordt eveneens als Producent beschouwd, iedere natuurlijke of rechtspersoon die olie onder zijn eigen merk wederverkoopt die door andere leveranciers zijn geproduceerd. Invoerder van olie : elke natuurlijke persoon of rechtspersoon, andere dan de Producent, die in België olie invoert voor eigen gebruik of om op de Belgische markt te brengen. Op de markt brengen : de invoer met het oog op de verkoop, het bezit met het oog op de verkoop, de tekoopaanbieding, de verkoop, het huuraanbod van producten en diensten, de verhuring van producten en diensten, de afstand onder bezwarende titel of gratis, als deze verrichtingen worden gedaan door een verkoper. Voor eigen gebruik : bedoeld om te worden gebruikt in eigen installaties. Liter : u dient de op de markt gebrachte olie of olie voor eigen gebruik op te geven in liter. Ter informatie : 1 liter = 0,89 kilogram. Tarief : de bijdrage per liter op de markt gebrachte olie of olie voor eigen gebruik. Deze bijdrage wordt jaarlijks vastgelegd door de Raad van Bestuur van VALORLUB. Financieringsvoorschot : Om VALORLUB in staat te stellen haar opdracht uit te voeren, dient de Deelnemer haar een Financieringsvoorschot te betalen dat tenminste gelijk is aan de minimale Financieringsbijdrage (zie puntje 3.1.3). Het Financieringsvoorschot wordt berekend op basis van de Definitieve Aangifte over het voorgaande jaar.
Noteer de hoeveelheden olie die onder het toepassingsgebied (zie puntje 3.2 van deze bijlage) vallen en die als volgt werden berekend : Hoeveelheden olie die tijdens het afgelopen kalenderjaar in België werden geproduceerd en ingevoerd om ze op de Belgische markt te brengen of voor eigen gebruik.
+
Hoeveelheden olie die tijdens het afgelopen kalenderjaar door u, in opdracht van uw klanten onder “private label” werden geproduceerd, en waarvoor u de verantwoordelijkheid heeft overgenomen om deze in uw aangifte op te nemen (= mandaatformulieren)
-
Hoeveelheden olie die tijdens het afgelopen kalenderjaar door uw klanten werden uitgevoerd of herverpakt om ze te verkopen onder het merknaam van de klant (= verklaringen op erewoord)
-
Hoeveelheden olie die tijdens het afgelopen kalenderjaar door u werden verkocht aan de Rijn- en binnenvaart
______________________________________________________________________
=
Aan te geven hoeveelheden olie
Voor bepalingen van de first fill : zie puntje 1.4 van deze bijlage
Bijlage II : Toelichting bij de Definitieve Aangifte 2015 versie 1.0 van december 2015
4
2.3.
Verzending van de aangifte
Omwille van confidentialiteit verwerkt Recydata in opdracht van VALORLUB uw Definitieve Aangifte. Gelieve het ingevulde document te zenden naar : Recydata vzw Koningin Astridlaan 59, bus 8 B-1780 Wemmel
2.4.
Controle van de aangifte
VALORLUB heeft het recht op ieder ogenblik via de derde partij of via de tussenkomst van een bedrijfsrevisor of een externe accountant, die gebonden is door het beroepsgeheim, tot de nodige controles over te gaan om zich te vergewissen van de juistheid van de door de Deelnemer geleverde informatie. De kosten van deze controles zijn ten laste van VALORLUB, tenzij de verschuldigde Financieringsbijdragen, berekend op basis van de naar aanleiding van de controle verbeterde Definitieve Aangifte, het totaal van de betaalde Financieringsbijdragen met meer dan tien procent (10%) overschrijden. In voorkomend geval, worden de kosten van voormelde controles door de Deelnemer gedragen.
3. Bijkomende informatie 3.1.
Types Financieringsbijdragen 3.1.1. Basisbijdrage : De Basisbijdrage is de bijdrage per liter op de markt gebrachte olie of olie ingevoerd voor eigen gebruik. Deze bijdrage wordt jaarlijks vastgelegd door de Raad van Bestuur van VALORLUB en bedraagt :
01->06 07->12 2009 2009
Tarieven (excl. BTW) per liter
2007
2008
2010
2011 -> 2016
Huishoudelijke olie
€ 0,30
€ 0,30
€ 0,28
€ 0,28
€ 0,20
€ 0,20
Professionele olie die gebruikte olie genereert
€ 0,02
€ 0,02
€ 0,02
€ 0,02
€ 0,02
€ 0,01
First fill
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,02
€ 0,02
€ 0,01
Olie die GEEN gebruikte olie genereert
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
3.1.2. Minimale Financieringsbijdrage : De minimale Financieringsbijdrage bedraagt : € 150 voor het eerste aansluitingsjaar € 75 voor de volgende aansluitingsjaren
Bijlage II : Toelichting bij de Definitieve Aangifte 2015 versie 1.0 van december 2015
5
3.1.3. Facturatie en betalingsmodaliteiten van de financieringsbijdragen : Bij ontvangst en verwerking van de Definitieve aangifte stuurt VALORLUB de Deelnemer twee facturen toe : namelijk één voor de eindafrekening van het voorbije jaar en één voor het Financieringsvoorschot van het lopende jaar. De factuur met betrekking tot de eindafrekening is betaalbaar binnen de 30 kalenderdagen, evenals facturen lager dan € 2.500 met betrekking tot de betaling van het Financieringsvoorschot. Voor facturen hoger dan € 2.500 geschiedt de betaling van de Financieringsvoorschotten, afhankelijk van het tijdstip van ontvangst van de Definitieve Aangifte, in schijven volgens onderstaand schema, maar steeds binnen hetzelfde jaar.
tussen 01/03 en 30/04
Ontvangst van de Aangifte
vóór 28/02
uiterste datum van betaling
te betalen percentage van het totaalbedrag
30 april 30 juni 30 september 30 november 30 dagen na factuurdatum en uiterlijk 31 december
vanaf 01/05
25% 25% 25% 25%
50% 25% 25%
-
-
-
100%
VALORLUB zal Verwijlinteresten aanrekenen : op retroactieve aansluitingen; bij het overschrijden van de uiterste datum van betaling; wanneer de Definitieve Aangifte niet in het bezit is van VALORLUB ten laatste op 28 februari van het jaar volgend op het jaar waarop de aangifte betrekking heeft.
VALORLUB zal de Verwijlinteresten aanrekenen, volgens de modaliteiten beschreven in de Toetredingsovereenkomst. Bij betaling van de verschillende schijven is steeds de BTW (= 21%) verschuldigd over het bedrag van de betaalde schijf. Iedere betaling dient te gebeuren door middel van een overschrijving op één van volgende bankrekeningen : KBC : BE42 7340 1396 2854 BIC code : KREDBEBB
3.2.
BNP PARIBAS FORTIS : BE49 0015 5822 4871 BIC code : GEBABEBB
Europalub classificatie : Volgende bijdragen zijn verschuldigd : Het huishoudelijke tarief op : - Motorolie in verpakkingen ≤ 25 kilogram (in 2007 ≤ 25 liter) : 1 A, 1 B, 1 B2, 1 D, 1 E
Bijlage II : Toelichting bij de Definitieve Aangifte 2015 versie 1.0 van december 2015
6
Het professionele tarief op : - Motorolie in verpakkingen > 25 kilogram (in 2007 > 25 liter) : 1 A, 1 B, 1 B2, 1 D, 1E
- Professionele olie : 1 A1, 1 B1, 2 A, 2 B, 2 C, 2 D, 4 A, 4 B, 4 C, 5 A, 5 B, 6 A1, 6 A2 en 6 B Het 0-tarief op : - Olietypes in grijs gearceerde velden (1 C, 1 F, 2 E, 4 D, 4 E, 6 C, 7 A, 7 A1, 7 A2, 7B, 7 C en 8 A) omdat deze worden verbruikt in hun gebruik en geen gebruikte olie opleveren.
1) Motoroliën Smeerolie voor benzine of dieselmotoren van personenauto's Fabrieksvulling smeerolie voor benzine of dieselmotoren van personenauto's Smeerolie voor dieselmotoren van bedrijfsauto's (exclusief marine en aviation) Fabrieksvulling smeerolie voor dieselmotoren van bedrijfsauto's Universele dieselmotorolie voor tractoren (tbv landbouw, wegenaanleg, …) Smeerolie voor tweetakt motoren Overige motoroliën Oliën voor scheepsmotoren (nationaal)* Oliën voor vliegtuigmotoren en turbines
Europalub 1A 1 A1 1B 1 B1 1 B2 1C 1D 1E 1F
2) Oliën voor tandwielen en versnellingsbakoliën Automatische versnellingsbakolie Tandwielolie met automotive toepassing Tandwielolie met industriële toepassing Hydraulische overbrengingsolie (incl. brandvertragende olie) Schokdemperolie
2A 2B 2C 2D 2E
4) Smeeroliën voor metaalbewerking Koelsmeerolie (hardingsoliën) Smeerolie voor metaalbewerking (neatoil) Smeerolie voor metaalbewerking (in water emulgeerbaar/oplosbaar) Roestwerende producten Walsoliën
4A 4B 4C 4D 4E
5) Hoog geraffineerde oliën Turbine-olie (excl. vliegtuigen) Transformatorolie/kabelolie
5A 5B
6) Andere oliën Compressorolie Koelcompressorolie Standaard machinesmeermiddelen (incl. Slide-way, pneumatic tool, …) Andere industriële oliën voor niet smerende doeleinden
6 A1 6 A2 6B 6C
7) Processoliën Processoliën, technische witte olie, medicale witte olie, aromatische oliën, wassen en paraffinen
Bijlage II : Toelichting bij de Definitieve Aangifte 2015 versie 1.0 van december 2015
7 A, 7 A1, 7 A2, 7 B, 7C
7
8) Basisoliën
8A
* olie geleverd aan de Rijn- en binnenvaart moet niet opgenomen worden op het definitieve aangifteformulier. Deze lijst is indicatief. Het is best mogelijk dat bepaalde types olie die in de Europalub classificatie zijn aangeduid onder het professioneel tarief, zowel afval genereren als geen afval genereren. In het laatste geval dient de olie te worden aangegeven aan het 0-tarief.
4. Mogelijke scenario’s 4.1. Onder eigen merk verkopen van in bulk aangekochte olie van een Belgische leverancier Situatie : bedrijf A, gevestigd in België levert olie (zelf geproduceerd of ingevoerd) in bulk aan bij klant X, gevestigd in België. Bedrijf A brengt deze olie op de Belgische markt en declareert deze hoeveelheden aan VALORLUB aan het professionele tarief. Bedrijf X gaat deze olie vervolgens herverpakken en in België verkopen onder eigen merknaam. Volgens de definities in de regionale wetgevingen wordt bedrijf X beschouwd als Producent en moet dus voor het deel dat het in België verkoopt, een aangifte doen aan VALORLUB : voor motorolie in verpakkingen ≤ 25 kg (in 2007 : 25 liter) het huishoudelijke tarief, voor andere olie die gebruikte olie genereert het professionele tarief. Probleem : zowel bedrijf A als bedrijf X heeft voor dezelfde olie een bijdrage betaald. Oplossing : bedrijf X meldt aan zijn binnenlandse leverancier, bedrijf A of aan een door de leverancier gemandateerde, dat hij de olie die hij heeft gekocht bij bedrijf A heeft herverpakt en heeft doorverkocht in binnen- of buitenland onder eigen merk via een “verklaring op erewoord”. Bedrijf A kan op basis van deze verklaring zijn oorspronkelijke bijdrage recupereren van VALORLUB. Bij ondertekening van de “verklaring op erewoord” verklaart bedrijf X dat VALORLUB steeds de mogelijkheid heeft een audit uit te voeren of te laten uivoeren in verband met de correctheid van de gegevens. Hoe regulariseren : bij het opstellen van de Definitieve Aangifte brengt bedrijf A de hoeveelheden vermeld in de “verklaring op erewoord” in mindering van zijn reële in België op de markt gebrachte hoeveelheden voor betreffend jaar.
4.2. Herverpakken van in bulk ingevoerde motorolie Bedrijf X voert in bulk motorolie in om deze te herverpakken in verpakkingen ≤ 25 kg (in 2007 : 25 liter) en om ze onder eigen naam op de markt te brengen. Volgens de definities in de regionale wetgevingen wordt bedrijf X beschouwd als Producent en betaalt dus aan VALORLUB enkel de huishoudelijke bijdrage voor deze hoeveelheid die het heeft herverpakt en in België heeft verkocht. In dit scenario vindt er geen regularisatie plaats.
4.3. Produceren of invoeren in naam van derden (private label) Bedrijf A produceert of voert olie in dat het afvult in verpakkingen onder de merknaam van bedrijf X, dat het merk commercialiseert op de Belgische markt. Bedrijf X wordt volgens de definities in de regionale
Bijlage II : Toelichting bij de Definitieve Aangifte 2015 versie 1.0 van december 2015
8
wetgeving beschouwd als Producent en betaalt zijn bijdrage aan VALORLUB voor deze hoeveelheden die het in België verkoopt. Bedrijf A betaalt als Producent of Invoerder voor deze olie geen bijdrage aan VALORLUB. Bedrijf A kan zijn klant, bedrijf X, informeren over zijn wettelijke verplichtingen en de mogelijkheid tot aansluiting aan het VALORLUB systeem. Bedrijf A kan (als service) naar zijn klant toe de aangifte van de door bedrijf X verkochte hoeveelheden op de Belgische markt van zijn klant overnemen door middel van een “mandaatformulier”. In elk geval blijft bedrijf X, dat de olie op de markt heeft gebracht, aanvaardingsplichtig. Bedrijf X moet dan ook aan de regionale overheden kunnen aantonen dat de aangifte van de door hem op de Belgische markt gebrachte hoeveelheden, door leverancier A zijn aangegeven. In dit scenario vindt er geen regularisatie plaats.
4.4. Buitenlandse leveranciers Een buitenlands bedrijf dat olie op de markt brengt in België zal deze olie factureren aan zijn Belgische klanten (X,Y,Z,…). Het zijn dus de Belgische klanten die aanvaardingsplichtig zijn en als Invoerder zullen bijdragen aan het VALORLUB systeem. Om commerciële reden kan de buitenlandse leverancier de administratieve modaliteiten van de Aanvaardings-/Terugnameplicht van zijn klanten in België overnemen. De buitenlandse leverancier zal dan aansluiten bij VALORLUB, jaarlijks een aangifte maken voor de hoeveelheden olie die hij op de Belgische markt heeft gebracht, de VALORLUB bijdrage betalen en VALORLUB een lijst bezorgen van Belgische klanten in naam van wie hij de aangifte doet. In elk geval blijft de Belgische klant als Invoerder aanvaardingsplichtig. De Belgische klanten moeten dan ook aan de regionale overheden kunnen aantonen dat de aangifte van de door hen ingevoerde en in België verkochte of zelf verbruikte olie zijn aangegeven door de buitenlandse leverancier. Daartoe moeten zij hun buitenlandse leverancier mandateren via een “mandaatformulier”.
4.5. Export van olie die is aangekocht bij een Belgische leverancier Bedrijf A levert olie aan zijn klant, bedrijf X, die deze olie (of een deel hiervan) uitvoert. Bedrijf A betaalt hiervoor, afhankelijk van het type olie, het huishoudelijke of professionele tarief aan VALORLUB. Bedrijf X meldt aan zijn binnenlandse leverancier, bedrijf A, of aan een door de leverancier gemandateerde, dat hij de olie die hij heeft gekocht bij bedrijf A heeft geëxporteerd via een “verklaring op erewoord”. Bedrijf A kan op basis van deze verklaring zijn oorspronkelijke bijdrage recupereren van VALORLUB. Bij ondertekening van “de verklaring op erewoord” verklaart bedrijf X dat VALORLUB steeds de mogelijkheid heeft een audit uit te voeren of te laten uivoeren in verband met de correctheid van de gegevens. Hoe regulariseren : Bij het opstellen van de Definitieve Aangifte brengt bedrijf A de hoeveelheden vermeld in de “verklaring op erewoord” in mindering van zijn reële in België op de markt gebrachte hoeveelheden voor betreffend jaar.
4.6. First fill 4.6.1.
Een Belgisch producent/invoerder van olie levert olie aan een Belgisch bedrijf dat deze olie gaat gebruiken als integraal onderdeel van een afgewerkt product.
Bijlage II : Toelichting bij de Definitieve Aangifte 2015 versie 1.0 van december 2015
9
De Belgische producent is aanvaardingsplichtig (hij heeft de olie immers op de Belgische markt gebracht) voor deze geleverde hoeveelheden en dient hierop aan VALORLUB een bijdrage te betalen. Voor olie die deel uitmaakt van een afgewerkt product dat wordt geëxporteerd, geldt dezelfde regeling als voor olie die wordt geëxporteerd (zie "Verklaringen op erewoord").
4.6.2.
Een Belgisch bedrijf koopt olie aan in het buitenland om het te gebruiken als integraal onderdeel van een afgewerkt product dat het zelf produceert.
Het Belgisch bedrijf is aanvaardingsplichtig voor de olie die het heeft ingevoerd en in België als onderdeel van een afgewerkt product op de markt heeft gebracht. Dit Belgisch bedrijf betaalt bijgevolg aan VALORLUB een bijdrage voor de olie als integraal onderdeel van het zelf geproduceerde product dat het in België op de markt heeft gebracht. Het bedrijf betaalt geen bijdrage op de ingevoerde olie die als onderdeel van een afgewerkt product wordt geëxporteerd.
4.6.3.
Een Belgisch bedrijf voert olie in als onderdeel van een afgewerkt product.
Het Belgisch bedrijf is aanvaardingsplichtig voor de olie als onderdeel van een afgewerkt product dat het heeft ingevoerd en op de Belgische markt heeft gebracht. Dit Belgisch bedrijf betaalt bijgevolg aan VALORLUB een bijdrage voor de olie als integraal onderdeel van het ingevoerde product dat het in België op de markt heeft gebracht. Het bedrijf betaalt geen bijdrage op de olie die als onderdeel van het ingevoerde afgewerkt product wordt geëxporteerd. In deze scenario’s wordt ook een halfafgewerkt product beschouwd als afgewerkt product.
5. Biodegradeerbare olie 5.1 Aangifte In het VLAREMA (het Vlaams reglement voor het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen) is onder het specifiek hoofdstuk voor “afgewerkte olie” in het kader van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid een artikel (3.4.6.4 2°, puntje 5) toegevoegd dat de producenten en invoerders van olie verplicht om ook hun op de markt gebrachte hoeveelheden biodegradeerbare olie te rapporteren. Deze verplichting geldt vanaf 1 januari 2013. Let wel : het gaat om een bijkomende lijn op het aangifteformulier waarin u de totaliteit van de biodegradeerbare oliën die u op de Belgische markt heeft gebracht moet aangeven, ongeacht of ze onder het toepassingsgebied van de aanvaardingsplicht vallen (dus ook biodegradeerbare kettingzaagolie, 2taktolie, ontkistingsolie, …). Deze hoeveelheden staan los van de “normale definitieve aangifte” en er hangt ook geen bijdrage aan vast. Biodegradeerbare olie die wel onder het toepassingsgebied van de aanvaardingsplicht valt, moet u zoals in het verleden, nog altijd aangeven aan het huishoudelijke tarief (= motorolie in verpakkingen kleiner of gelijk aan 25 kg) of aan het professionele tarief (= alle andere olie dan huishoudelijke olie die gebruikte olie genereert). 5.2 Definitie De definitie is integraal overgenomen uit het Besluit van de Commissie van 24 juni 2011 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de EU-milieukeur aan smeermiddelen, gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie op 29 juni 2011.
Bijlage II : Toelichting bij de Definitieve Aangifte 2015 versie 1.0 van december 2015
10
Een stof wordt als uiteindelijk biologisch afbreekbaar (aeroob) beschouwd als: 1. De volgende niveaus van biologische afbreekbaarheid worden bereikt met een biologische afbreekbaarheidstest over 28 dagen, overeenkomstig deel C.4 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 440/2008, OESO 306 of OESO 310: — in de tests voor uiteindelijke biologische afbreekbaarheid gebaseerd op opgelost organisch koolstof: ≥ 70 %, — in de tests voor uiteindelijke biologische afbreekbaarheid gebaseerd op zuurstofdepletie of koolstofdioxidevorming: ≥ 60 % van de theoretische maxima. Het beginsel van het tiendagenvenster is niet noodzakelijk van toepassing in deze tests voor uiteindelijke biologische afbreekbaarheid. Als de stof binnen 28 dagen het vereiste niveau van biologische afbreekbaarheid bereikt, maar er langer dan tien dagen over doet om dit niveau te bereiken, wordt uitgegaan van een tragere afbrekingssnelheid. 2. Als de verhouding BOD5/ThOD of BOD5/COD ≥ 0,5. De BOD5/(ThOD of COD)-verhouding mag alleen worden gebruikt wanneer er geen gegevens beschikbaar zijn die op basis van deel C.4 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 440/2008, OESO 306 of OESO 310 of gelijkwaardige testmethoden zijn verkregen. De BOD5 wordt beoordeeld volgens deel C.5 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 440/2008 of gelijkwaardige methoden; de COD wordt beoordeeld volgens deel C.6 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 440/2008 of gelijkwaardige methoden. Een stof wordt als inherent biologisch afbreekbaar beschouwd als de biologische afbreekbaarheid: — > 70 % volgens deel C.9 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 440/2008 of OESO-test 302 C is voor inherente biologische afbreekbaarheid of gelijkwaardige testmethoden; of — na 28 dagen > 20 % maar < 60 % is volgens deel C.4 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 440/2008 of de OESO- test 306 of 310 die gebaseerd zijn op zuurstofdepletie of koolstofdioxidevorming of gelijkwaardige methoden. De test voor biologische afbreekbaarheid hoeft niet te worden uitgevoerd als: — de classificatie van de stof, de basisvloeistof of het additief reeds is vermeld in de classificatielijst voor smeermiddelstoffen of er een geldige „letter of compliance” van een bevoegde instantie voorhanden is. — Een stof is niet-biologisch afbreekbaar als ze niet aan de criteria voor uiteindelijke en inherente biologische afbreekbaarheid voldoet. De aanvrager mag de biologische afbreekbaarheid van een stof ook afleiden uit „read across”-gegevens. De biologische afbreekbaarheid van een stof mag volgens deze methode worden bepaald als de referentiestof slechts één functionele groep of één functioneel fragment verschilt van de in het product gebruikte stof. Als de referentiestof gemakkelijk of inherent biologisch afbreekbaar is en de functionele groep een positief effect op de aerobe biologische afbreekbaarheid heeft, mag de gebruikte stof ook als gemakkelijk of inherent biologisch afbreekbaar worden beschouwd. De volgende functionele groepen of fragmenten hebben een positief effect op de biologische afbreekbaarheid: alifatische en aromatische alcohol [-OH], alifatisch en aromatisch zuur [-C(= O)-OH], aldehyde [-CHO], Ester [C(= O)-O-C], amide [-C(= O)-N of -C(= S)-N]. Er moet relevante en betrouwbare documentatie over het onderzoek van de referentiestof worden ingediend. Indien een vergelijking wordt gemaakt met een fragment dat hierboven niet is vermeld, moet relevante en betrouwbare documentatie worden ingediend over de onderzoeken naar het positief effect van de functionele groep op de biologische afbreekbaarheid van stoffen met een vergelijkbare structuur.
Bijlage II : Toelichting bij de Definitieve Aangifte 2015 versie 1.0 van december 2015
11