Taken van de zorgcoördinator •
•
•
•
•
Gesprekken met kinderen Het gaat hier meestal om kinderen die zich om een of andere reden niet goed in hun vel voelen: scheiding van ouders, niet voldoende assertief zijn , er niet in slagen vrienden te maken, depressieve kenmerken vertonen, zich ongelukkig voelen, zich niet begrepen voelen, … Het kan ook gaan om kinderen die ongepast gedrag stellen en waar de leerkracht niet meteen een verklaring voor vindt: herhaaldelijk hevige ruzies hebben en in conflicten verzeild raken, niet mee willen werken, het gezag van de leerkracht niet aanvaarden, … Hulpmiddelen die hierbij ingeschakeld worden zijn o. a. survivalgidsen, het echtscheidingswerkboek, de werkmap ‘Ik ben speciaal’, werkbladen uit Leefsleutels, … Gesprekken met ouders Deze kunnen gebeuren op vraag van de leerkracht of op vraag van de ouders zelf. Hiervan wordt verslag gemaakt door de zorgcoördinator en dit wordt in het digitaal LVS-‐systeem bewaard. Gesprekken met leerkrachten Deze vinden meestal plaats ‘tussen de soep en de patatten’. Leerkrachten vragen raad over bepaalde aanpak, luchten hun hart eens, … NL in het 3de leerjaar Een half uurtje op dinsdag in 3A en op donderdag in 3B. Met de zwakste lezers (leerlingen die een half jaar tot meer dan een jaar leesachterstand hebben, op leestechnisch niveau) worden woordenrijen en teksten op niveau gelezen. Ze oefenen telkens op een niveau eentje hoger dan beheersingsniveau. De woordenrijen zijn telkens opgebouwd rond een bepaalde moeilijkheid, de teksten sluiten daar dan bij aan (teksten van Malmberg, Luc Koning). Ook worden de leesteksten die in WO voorkomen nog eens extra ingeoefend. Differentiatiegroepen wiskunde en spelling in 3de, 4de, 5de en 6de leerjaar (zie apart item in zorgmap) Uit gegevens van het vorige schooljaar, gekoppeld aan testresultaten van het LVS, wordt bepaald welke leerlingen deel uitmaken van deze differentiatiegroep(en).
•
•
Deze indeling wordt in de loop van het schooljaar gewijzigd, naargelang de vorderingen van de leerlingen. Het gebeurt ook dat ouders vragen of hun kind voor bepaalde onderdelen met deze zorggroep mee mag komen. Ook kan het zijn dat leerlingen, ondanks goede resultaten, toch tot deze groep blijven behoren, omdat ze onzeker zijn en de aanpak van de zorgcoördinator gewend zijn en baat hebben bij de extra ondersteuning en tips die gegeven worden. We dienen wel te bewaken dat deze groep niet te groot wordt, want zo is individuele opvolging en remediëring steeds moeilijker uit te voeren. We streven een maximum van 12 leerlingen per groep na. Tips worden in een mapje verzameld. Hiervan zijn de ouders via briefwisseling op de hoogte gebracht. Dit mapje gaat ook mee naar huis en mag bij toetsen gebruikt worden. Dit gebeurt allemaal in overleg met de klasleerkrachten. Ook worden tips tussen zorgcoördinator en klasleerkrachten (in twee richtingen) uitgewisseld en (eventueel) aangeboden in de gewone klasgroep. Tutorlezen 1ste en 6de leerjaar Vanaf na de krokusvakantie wordt er elke woensdag een half uurtje aan deze leesvorm besteed. Een leerling uit het zesde leerjaar is peter/meter van een leerling uit het eerste leerjaar. De leerlingen van het eerste leerjaar lezen ieder een boekje, aangepast aan hun leesniveau. De leerlingen van het zesde leerjaar luisteren, moedigen aan, helpen waar nodig. Zij worden op voorhand ook ingelicht over hoe ze kinderen helpen bij het lezen (analyse en synthese van de woorden op een correcte manier). Vóór een vakantie lezen de kinderen van het zesde leerjaar een zelfgekozen boekje voor voor hun leeskindje uit het eerste leerjaar. Verslagen van gesprekken maken en in LVS zetten Van ieder gesprek met ouders dat plaatsvindt en waar de zorgcoördinator bij aanwezig is, wordt verslag gemaakt. Dit wordt op school bewaard in het persoonlijk dossier van de desbetreffende leerling, in het digitaal LVS-‐systeem. Van gesprekken met een externe (logopedist, Gon-‐leerkracht, CLB, …) en dat niet specifiek over één bepaald kind gaat, maakt de zorgcoördinator een verslag en bewaart dit in de zorgmap of enkel digitaal (dit om papier te besparen)
•
•
Overleg met SES-‐leerkrachten Wekelijks vindt er ten minste één overleg plaats. Er wordt dan besproken wat er rond de socio-‐emotionele leerlijn nog zal uitgevoerd worden. Ook worden bepaalde problemen op tafel gelegd, eventueel een lessenrooster gewijzigd, kinderen met speciale aanpak worden besproken, … Verslagen hiervan staan ofwel in het agenda ofwel in een apart verslagje in de zorgmap of digitaal (papierbesparing). Socio-‐emotionele leerlijn en acties (zie ook zorgplan) De maandelijkse acties met de ganse basisschool worden in het zorgteam voorbereid. Een neerslag hiervan wordt bewaard in de map socio-‐emotionele leerlijn. Op een PV wordt er met de collega’s op teruggeblikt of op voorhand wordt door het zorgteam toegelicht wat de nieuwe activiteit zal inhouden.
•
•
•
WO en stellen in 3de leerjaar Om de 14 dagen wordt er wekelijks een half uurtje voor voorzien (de ene week WO, de andere week stellen). Bij stellen zijn het voornamelijk de taalzwakke en anderstalige leerlingen die in dit uurtje extra hulp krijgen. Bij WO zijn het wisselend heterogene groepjes. Er wordt in dat uurtje dezelfde leerstof behandeld als in de klas. Overleg met CLB Maandelijks wordt er een zorgteam georganiseerd. De lopende zaken worden besproken, nieuwe aanvragen tot actie voor het CLB worden gedaan. Overleg met directie Deze momenten staan niet vast gepland, het hangt af van de nood. Maandelijks maken zowel directie als zorgcoördinator wel deel uit van het zorgteam.
•
Overleg met externen Enkele malen per jaar (niet vast bepaald) overlegt de zorgcoördinator met Gon-‐leerkrachten, kinesisten, logopedisten, neurolinguisten, kinderpsychologen, leerkrachten van het secundair onderwijs,… over individuele leerlingen. Dit gebeurt meestal op vraag van de externe.
Het kan hier ook om telefonische contacten gaan. Relevante informatie wordt opgenomen in het leerlindossier. •
•
•
•
•
•
Kangoeroewerking (zie ook item in zorgmap) Wekelijks wordt er één uurtje aan besteed, klasextern. De zorgcoördinator kiest zelf de invulling hiervan en brengt de klasleerkrachten er wel van op de hoogte. Het is niet de bedoeling dat deze leerlingen er in de eigen klas aan werken, daarvoor zijn er mapjes samengesteld door de zorgcoördinator, los van de kangoeroemomenten buiten de klas. Uitdagende taken klasintern Op vraag van de klasleerkracht biedt de zorgcoördinator materialen aan die klasintern kunnen ingezet worden. Deze komen uit verschillende bronnen: Somplex, Plustaken, eigen materiaal, … Leerlijn ‘leren leren’ helpen uitwerken Een werkgroep, waarvan de zorgcoördinator deel uitmaakt, zal zich dit schooljaar toespitsen op het uitschrijven van een leerlijn ‘leren leren’, met de hulp van een externe begeleider. Frans in het 5de leerjaar Wekelijks komt een halve klasgroep (wisselend) mee met de zorgcoördinator. Er wordt dezelfde leerstof aangeboden als in de klas. Het is voornamelijk de bedoeling om de leerlingen meer spreek-‐ en oefenkansen te geven. Avi-‐leestesten mee afnemen 3 keer per schooljaar worden er avi-‐leestesten afgenomen. Deze gebeuren door de zorgleerkrachten. De behaalde resultaten worden zowel in het LVS-‐systeem als in een apart outputkaftje bijgehouden. Deze resultaten worden gebruikt bij het samenstellen van de leesgroepjes. Leerstof inhalen met kinderen die(langdurig) ziek/afwezig waren Dit gebeurt op vraag van de klasleerkracht . Een kind dat thuis weinig hulp krijgt of dat al hard moet werken om bij te benen, wordt hierbij extra geholpen. Door de individuele begeleiding op dat ogenblik trachten we preventief te werken.
•
•
Afwezige klasleerkrachten vervangen Als er een leerkracht ziek is en er is geen (korte) vervanging, vervangt een zorgleerkracht in de voormiddag (SES1 bij de kleuters, SES2 in het eerste en tweede leerjaar, zoco in de tweede en derde graad) In de namiddag worden de leerlingen verdeeld over de resterende klassen van de eigen graad. Infoavonden (of –namiddagen) voor ouders mee toelichten De zorgcoördinator licht voor de ouders van kinderen van de derde kleuterklas toe wat de zin is van schoolrijpheidstesten. Ze beantwoordt dan eventuele vragen en legt vooral het belang van deze testen bij de overstap naar het eerste leerjaar toe uit. De zorgcoördinator ondersteunt de SES-‐leerkracht van de kleuterschool bij het toelichten van het doel van de verteltassen.
•
Mee afnemen van de CITO-‐testen in de kleuterschool Twee maal per jaar worden deze testen afgenomen. Aanvullend erbij voorziet de zorgcoördinator een beschrijving van de observatie tijdens deze testen, per kind.
•
Anderstalige leerlingen en leerlingen met taalproblemen in 4de, 5de en 6de leerjaar De zorgcoördinator voorziet één lesuur per week per leerjaar om de leerstof die tijdens WO vergaard is, te helpen verwerken. Moeilijke woorden worden toegelicht, de kinderen worden aangespoord in hun eigen woorden te vertellen en de inhoud weer te geven. Soms wordt er samen een schema gemaakt op de computer, dit krijgen de leerlingen dan mee als hulp bij het instuderen thuis. Naast WO kan er ook expliciet geoefend worden op het verwerven van (nieuwe) woordenschat die in de taallessen aan bod komt.
•
De vergaderingen van de werkgroep BaSo bijwonen en de jaarlijkse studiedag mee op poten zetten