TAFOFIEL 19 – december 2013
Sinds februari 2010 mag u van Epitaaf vzw op gepaste tijd een nieuwsbrief in uw mailbox verwachten, met informatie over onze activiteiten en artikels en nieuws in verband met het funeraire.
Worden behandeld in deze Tafofiel 019
1. Nieuwjaarswensen en vooruitzichten 2014 2. Lidmaatschap Epitaaf 2014 3.
Europese week van de begraafplaatsen 2014
4.
Subsidies voor het funerair erfgoed – Oost-Vlaanderen
5.
Het grafmonument van de familie Cauderlier op de begraafplaats van Elsene
6. Publicaties over funerair erfgoed 1
7. Bloemlezing uit de pers
De naam Tafofiel, uit het Grieks "taphos" = graf, en "philos" = vriend, een gepaste naam dus voor de elektronische nieuwsbrief van Epitaaf vzw. Veel leesplezier
Epitaaf vzw krijgt de steun van Epitaaf vzw Onze Lieve Vrouw Voorplein 16
1020 Brussel (Laken)
www.epitaaf.org
[email protected]
NIEUWJAARWENSEN EN VOORZUITZICHTEN VOOR 2014
Zoals het past blikt Epitaaf vzw terug op het voorbije jaar. Wij onthouden vooral het succes van de studiedag rond het funerair erfgoed (mei 2013) waar de drie gewesten elkaar ontmoetten in het atelier Salu. Een initiatief dat zeker voor herhaling vatbaar is. 2013 zal vooral hét jaar zijn waarin de langverwachte en noodzakelijke restauratie van de grafgalerijen van start ging. Intussen zien wij de werf evolueren en kijkt iedereen vol spanning uit naar het resultaat. Ook 2014 belooft een druk jaar te worden, noteer alvast de onderstaande data in jullie agenda. Op 27 april is Epitaaf vzw weer van de partij tijdens Erfgoeddag. Het wordt een kennismaking met het thema “grenzeloos” op het kerkhof van Laken. In mei volgt naar jaarlijkse gewoonte de week van de begraafplaatsen: van zaterdag 24 mei tot en met zondag 1 juni 2014 (waarover verder meer). De Open Monumentendagen in het Brussels Hoofdstedelijke Gewest zijn gepland in het weekend van 20 en 21 september met als onderwerp “Geschiedenis en herinnering”. Hoe kan het anders dan dat wij stilstaan bij de herdenking van de Eerste Wereldoorlog, met wandelingen op de diverse begraafplaatsen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De data voor de opendeurdagen houden we nog even in beraad. Via de Tafofiel houden we u verder op de hoogte. Het Epitaaf bestuur wenst haar leden alvast een goed eindejaar en we hopen u vaak en talrijk te kunnen begroeten tijdens een van onze activiteiten.
Epitaaf vzw Lode De Clercq, Anne-Mie Havermans, Tim Jansens, Linda Van Santvoort, Joris Snaet, Tom Verhofstadt, Laurent Vrijders
Epitaaf vzw Onze Lieve Vrouw Voorplein 16
1020 Brussel (Laken)
www.epitaaf.org
[email protected]
2
LIDMAATSCHAP EPITAAF 2014
We nodigen u graag uit om uw lidmaatschap voor 2014 in orde te brengen. Dankzij uw lidmaatschap kunnen we blijven ijveren voor het behoud van waardevolle graftekens in Vlaanderen en Brussel én steekt u ons een hart onder de riem bij het onderhoud van het Museum voor Grafkunst. Wij zullen u op regelmatig tijdstippen informeren over onze eigen werking en ruimer nieuws bezorgen over alles wat het funeraire betreft. Daarnaast wordt u ook altijd uitgenodigd op onze tentoonstellingen, opendeurdagen en ledendagen. · 25 € gewoon lid · 125 € steunend lid · 1500 € beschermend lid overschrijven op rekeningnummer: BE20 0682 0392 6056
BIC : GKCCBEBB
Voor de registratie en communicatie is het belangrijk om bij de overschrijving melding te maken van de naam van het lid, met adres, e-mail (indien nieuw lid), jaartal lidmaatschap en één van de hierboven vermelde termen.
3
Epitaaf vzw Onze Lieve Vrouw Voorplein 16
1020 Brussel (Laken)
www.epitaaf.org
[email protected]
NEEM DEEL AAN DE EUROPESE WEEK VAN DE BEGRAAFPLAATSEN 2014 van zaterdag 24 mei tot en met zondag 1 juni 2014
De stedelijke begraafplaats van Tielt, foto Anne-Mie Havermans.
De Europese Week van de Begraafplaatsen werd gelanceerd door ASCE, Association of Significant Cemeteries in Europe (www.significantcemeteries.org). Momenteel zijn er zo’n 130 Europese begraafplaatsen uit meer dan 20 Europese landen bij deze organisatie aangesloten. Ook een aantal verenigingen die betrokken zijn bij het funeraire zijn lid van ASCE. In 2014 wordt de Week voor de twaalfde maal georganiseerd, tussen zaterdag 24 mei en zondag 1 juni 2014. Om zoveel mogelijk Vlaamse steden en gemeenten warm te maken voor de WBP, sloegen twee funeraire verenigingen, Epitaaf vzw en vzw Grafzerkje, de handen in mekaar. Indien uw stad, gemeente, kerkfabriek of heemkring geïnteresseerd is om tijdens voornoemde Week iets te organiseren op funerair gebied kan u dit aan ons melden via
[email protected]. Het kan gaan om uiteenlopende initiatieven, zoals een georganiseerde rondleiding op een begraafplaats of een kerkhof, een tentoonstelling over een funerair gegeven, een voordracht, een performance of een toneelvoorstelling,… Het laatste weekend van de WBP valt telkens samen met de Open Kerkendagen. De activiteiten op het kerkhof kunnen dus vlot verbonden worden aan de bijhorende kerk. Bovendien kan u dan gebruik maken van twee promotiekanalen. Info: www.openkerken.eu
Epitaaf vzw Onze Lieve Vrouw Voorplein 16
1020 Brussel (Laken)
www.epitaaf.org
[email protected]
4
SUBSIDIES VOOR FUNERAIR ERFGOED Nu ook subsidies voor onderhoud funerair erfgoed in Oost-Vlaanderen
De laatste jaren is de aandacht voor funerair erfgoed sterk toegenomen. Zo bepaalt het Besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 dat elke gemeente een lijst met waardevol funerair erfgoed dient op te stellen. Dit erfgoed dient, na het verlopen van de concessies, op kosten van de gemeente verder onderhouden te worden. Ook bij de bevolking is de afgelopen jaren het besef gegroeid dat funerair erfgoed zeer kwetsbaar is, terwijl het vaak historische, volkskundige, architecturale of sociaal-culturele waarde meedraagt en sterk verbonden is met de gemeenschap waarbinnen het is ontstaan. Om het voortbestaan van dit specifieke erfgoed te ondersteunen keurde de provincieraad van OostVlaanderen een reglement goed dat tot doel heeft subsidies toe te kennen voor conserveringswerken aan waardevol niet-wettelijk beschermd funerair erfgoed dat zich op OostVlaamse begraafplaatsen bevindt.
Wat en wie komt in aanmerking? Onder funerair erfgoed wordt begrepen: grafmonumenten, diverse vormen van graftekens, herdenkingsmonumenten, calvariekruisen, m.a.w. typische gedenktekens die voorkomen op onze begraafplaatsen en kerkhoven. Die grafmonumenten moeten waardevol zijn omwille van hun historische, volkskundige, architecturale, artistieke en/of socio-culturele waarde én ze mogen niet wettelijk beschermd zijn. Het gaat over conserveringswerken. De werken die in aanmerking komen worden opgesomd in het reglement. De subsidies zijn bedoeld voor gemeenten of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die over een begraafplaats beschikken. Maar ook natuurlijke personen, verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen die eigenaar, concessiehouder of houder van een zakelijk recht hebben op het betrokken grafmonument, kunnen er beroep op doen Vooraleer de procedure op te starten voor het aanvragen van de subsidies neemt u best contact op met de dienst Erfgoed. Informatie is alvast te vinden op: http://www.oost-vlaanderen.be/public/cultuur_vrijetijd/cultuur/erfgoed_monumenten/funerair_erfgoed/
Contact Peter Van Wichelen-
[email protected] tel.09 267 72 80 dienst Erfgoed PAC Het Zuid Woodrow Wilsonplein 2 9000 Gent
Epitaaf vzw Onze Lieve Vrouw Voorplein 16
1020 Brussel (Laken)
www.epitaaf.org
[email protected]
5
HET GRAFMONUMENT VAN DE FAMILIE CAUDERLIER OP DE BEGRAAFPLAATS VAN ELSENE Linda Van Santvoort Wie een bezoek brengt aan de begraafplaats van Elsene kan er niet naast kijken. Het grafteken van de familie van Emile Cauderlier trekt de aandacht. Tussen de talrijke grijze grafstenen springt de grote stèle en sarcofaag in roze graniet en het bronzen beeld meteen in het oog. Een naakte jongeling is gezeten op een sarcofaag, hij houdt een draad in de linkerhand die hij met de schaar in de rechterhand doorknipt. De jongeling leunt met de rug tegen een trapsgewijs opgebouwde stèle. Het hoofd is gewend naar de handeling; het doorknippen van de draad. De haren van de jongeling krullen tegen het hoofd, hij draagt een diadeem met scarabee. De (heden verdwenen) koperen draad is afkomstig van een bobijn dat naast de sarcofaag op de sokkel ligt. De lezing van de iconografie en het duiden van de opdrachtgever en de auteur brengen ons dichter bij het doorgronden van de betekenis van dit uitzonderlijke grafmonument.
Afb.1 Grafmonument familie Cauderlier (foto LVS) Begraafplaats van Elsene, laan 3, borne 3, plaats 29.
Een mythologisch thema in een fin de siècle vormentaal Het iconografisch thema waarbij de drie schikgodinnen de lengte van het leven bepalen: Clotho de levensdraad spint; Lachesis de lengte van de draad – en dus ook de lengte van het leven - bepaalt en tenslotte Antropos de onafwendbare daad stelt en de draad doorknipt, stamt uit de Griekse mythologie. Het wordt wel vaker voorgesteld in een funeraire context. 1 In dit grafmonument staat de levensdraad centraal, het is echter niet één van de schikgodinnen die de fatale handeling stelt maar een jongeling. Wat de reden kan zijn tot deze interpretatie is niet eenvoudig aan te wijzen. In de voorstelling van een naakte jongeling vond de beeldhouwer een dankbare aanleiding om een zekere vorm van realisme aan de dag te leggen zonder evenwel de sierlijkheid uit het oog te 1
Zoals in het grafmonument Bockstael op Laken afgebeeld in het glasraam van de Contini. Voor de icongrafie lees : J. Hall, Hall’s iconografisch handboek. Onderwerpen, symbolen en motieven in de beeldende kunst, Leiden, 2006, s.v. drie schikgodinnen. Epitaaf vzw Onze Lieve Vrouw Voorplein 16
1020 Brussel (Laken)
www.epitaaf.org
[email protected]
6
verliezen. De expliciete naaktheid laat ook toe zijn jeugdigheid te beklemtonen en zodanig een beeld op te roepen van de eeuwige jeugd en deze in contrast te plaatsen met het afbreken van het leven. Zo komen we bij het thema van de kortstondigheid van het leven, de vergankelijkheid en de vanitas.
Een vroeg werk van beeldhouwer Eugène De Bremaecker De Brusselse beeldhouwer Eugène J. De Bremaecker (1879-1963) was een leerling van de Brusselse Academie waar hij ondermeer lessen volgde bij Victor Rousseau en Julien Dillens.2 Zijn carrière als beeldhouwer was maar net goed op gang gekomen toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak en hij als vrijwillig in het leger trad. Na de oorlog realiseerde hij tal van oorlogsmonumenten, naar verluid lag zijn persoonlijke ervaring aan de basis van een grote betrokkenheid bij dat type monument.3 Het monument voor de tijdens WOI gesneuvelde Rijkswachters (Elsene, Juliette Wytsmanstraat) ingehuldigd in 1921 en het Leon Lepagemonument te Brussel (1928) lijken veruit zijn meest monumentale realisaties. In Elsene werkte hij samen met Jules Berckmans en Ludovic Hoffman aan het monument ter nagedachtenis van Luitenant Dossin de Saint-Georges, daterend uit 1928 en gelegen in de voortuin van de abdij van Ter Kameren.4. De Bremaecker stond vooral bekend als een goede portretbeeldhouwer5, een genre dat naar het einde van de negentiende eeuw winstgevend was. In die hoedanigheid realiseerde hij ook portretbustes van leden van de Koninklijke familie, zo ondermeer een buste van Prins Leopold6 en van Koningin Elisabeth7.
Afb.2 De vervloekte, ca. 1910 Eug. De Bremaecker, coll. KMSK Inv. 11500
gips,
Van zijn hand zijn er ook heel wat bevallige bronzen beeldjes van dansende figuren die kenmerkend zijn voor het interbellum. Hij was niet alleen actief in Brussel maar ook in Frankrijk waar hij een atelier bezat in Neuilly en waar hij diverse werken realiseerde.8 In de inventarissen van de Brusselse begraafplaatsen van Cecilia Vandervelde treffen we verschillende funeraire realisaties aan van Eugène De Bremaecker. Voor de familie Pauwels te Ukkel (Dieweg) maakte hij een bronzen portretmedaillon van Antoine Pauwels (1836-1906), het monument 2
ENGELEN-MARX, deel 1-A-D, p.360. Idem. 4 Brusselse toeren, Tielt 2006, p. 32. 5 Bruno FORNARI, Academisme en omwenteling rond de eeuwwisseling, in: De 19de eeuwse Belgische beeldhouwkunst, Brussel: Generale Bank, 1990, p.143. 6 Bewaard op het Ministerie van Cultuur, Schone kunsten, zie ook KIK M 195365. 7 ENGELEN-MARX, deel 1. A-D, p. 361. 8 http://fr.academic.ru/dic.nsf/frwiki/601440 3
Epitaaf vzw Onze Lieve Vrouw Voorplein 16
1020 Brussel (Laken)
www.epitaaf.org
[email protected]
7
zelf in art nouveaustijl is een werk van architect Fernand Symons. 9 Voor de familie TempelsMommen op de begraafplaats van Brussel (Evere) realiseerde hij in 1913 een bronzen portretmedaillon van Daniel Tempels (1859-1913) dat geïntegreerd is in een monument van roze graniet.10 De Bremaecker maakte ook het bronzen medaillon voor het grafteken van Marie Joséphine Popelin (1846-1913) begraven op Laken. Zij was de eerste vrouwelijke dokter in de rechten in ons land.11 De aanwezigheid van Eugène De Bremaecker op tentoonstellingen in binnen en buitenland bevestigt dat zijn reputatie tot ver buiten de grenzen reikte. 12 In 1922 was De Bremaecker medestichter van het “Nationaal Verbond van Schilders en Beeldhouwers” (Fédération Nationale des Artistes-Peintres et Sculpteurs de Belgique), een vereniging die de belangen van de kunstenaars behartigde.13 Toen Emile Cauderlier het familiegrafmonument bij Eugène De Bremaecker in 1912 bestelde stond de kunstenaar aan het begin van zijn artistieke carrière. Uit de correspondentie bewaard in de archieven van de gemeente Elsene m.b.t. het Cauderlier monument blijkt de kunstenaar deel uit te maken van het familiebedrijf A. De Bremaecker, gesticht in 1785 en in 1912 gevestigd aan de Lakensestraat in Brussel. Aannemer De Bremaecker was gespecialiseerd in pleisterwerken, ornamenten en marmerbewerking en profileerde zich ook op het vlak van “Restauration d’Immeubles”. In het archief van de firma Beernaert14 zijn een aantal foto’s en zelfs postkaarten bewaard met werk van Eugène De Bremaecker. Een postkaart met afbeelding van het gipsmodel van de franse actrice “Melle Gaby Morlay”, genaamd “méditation” is representatief voor zijn werk tijdens het interbellum. Deze documentatie in dit archief wijst op een intensieve samenwerking tussen Eugène de Bremaecker en Beernaert.
Afb.3 portret van Eugène J. De Bremaecker (1944) bron :http://fr.academic.ru/dic.nsf/frwiki/601440
9
Cecilia VANDERVELDE, Les champs de repos de la région Bruxelloise, Brussel, 1997, p. 249, centrale laan. CeciliaVANDERVELDE, La Nécropole de Bruxelles, Brussel, 1991, p. 349, concessie N 3176, 4e p., 8e av. 11 CeciliaVANDERVELDE Les champs de repos de la région Bruxelloise, Brussel, 1997, p. 486, concessie 1445, pel. 32, chem. 30. 12 http://fr.academic.ru/dic.nsf/frwiki/601440 13 http://nl.wikipedia.org/wiki/Nationaal_Verbond_van_Kunstschilders_en_Beeldhouwers_van_Belgi%C3%AB 14 Archief Beernaert, Epitaaf vzw. 10
Epitaaf vzw Onze Lieve Vrouw Voorplein 16
1020 Brussel (Laken)
www.epitaaf.org
[email protected]
8
9
Afb. 4 details van het monument, foto LVS
Epitaaf vzw Onze Lieve Vrouw Voorplein 16
1020 Brussel (Laken)
www.epitaaf.org
[email protected]
De familie Cauderlier In de grafkelder van de familie Cauderlier liggen zes personen begraven. De concessieaanvrager is Emile Cauderlier.15 Hij was de zoon van Philippe Edouard Cauderlier (1812-1887), een bekende koktraiteur en auteur van talrijke kookboeken.16 Philippe Cauderlier werkte zich als zoon van een ongehuwde moeder op tot een van de meest vermaarde Belgische culinaire talenten in de 19 de eeuw. Geboren in Antwerpen, opgegroeid in Brussel maar vanaf 1842 gevestigd in Gent was het vooral daar dat de naam Cauderlier grote bekendheid verwierf. Zijn traiteurszaak was zo vermaard dat hij verschillende Koninklijke buffetten mocht verzorgen. Zestien jaar nadat hij als kok-traiteur was gestart kon hij rentenieren en zich uitsluitend wijden aan het schrijven van kookboeken. Afb.5 De familie Cauderlier-Allard Van links naar rechts: jongste dochter Suzanne Cauderlier, oudste dochter Lucy Cauderlier, Emile Cauderlier in het midden, echtgenote Margueritte Allard, jongste zoon Daniël Cauderlier bron : GRAUWELS Dany, STEPS Ghislaine, VAN CAENEGHEM Jo, Cauderlier (1812-1887), kok voor burger en koning. Academie voor de Streekgebonden Gastronomie, Gent: Snoeck,2005, p. 39.
Emile Cauderlier (1846-1918) was de eerst geboren zoon van Philippe Cauderlier en zijn echtgenote Johanna Hoste. Het eerste kind van het echtpaar Cauderlier-Hoste was dochter Elisa (°25.11.1844) die echter maar één maand leefde. Na Emile volgen nog drie zonen; Julius (1847-1849), Gustave 15
Gegevens uit het dossier van de concessie (begraafplaats Elsene) Naam, voornamen Relatie geboortedatum ALLARD Laurent Felicie Schoonbroer van Emile Cauderlier ? ALLARD Marguerite Elise Echtgenote Emile Cauderlier Charlotte CAUDERLIER Emile Concessiehouder 13.01.1846 CAUDERLIER Daniel Zoon van concessiehouder 1891 De VAUCLEROY Jacques Kleinzoon van Emile Cauderlier HOOGWIJS Alfons Karel Echtgenoot van Vaucleroy Pieters Antoinette, kleinneef van Emile Cauderlier 16
Sterfdatum 20/02/1891 13/07/1909 (Brussel) 28/08/1918 (Brussel) 20/11/1965 (Brussel) 30/01/1966 (Ukkel) 06/11/1973
Alle biografische gegevens zijn afkomstig uit: Dany GRAUWELS, op.cit., pp. 37-39.
Epitaaf vzw Onze Lieve Vrouw Voorplein 16
1020 Brussel (Laken)
www.epitaaf.org
[email protected]
10
(1849-1916) en Ernest (1852-1909). Emile Cauderlier groeide op in een welgesteld gezin dat woonde aan de Gentse Citadellaan. Op 18-jarige leeftijd vertrok Emile Cauderlier naar Rusland waar hij mogelijk verschillende jaren verbleef. Volgens de familiegeschiedenis zette hij er een exporthandel in vlas op. In 1881 keerde hij terug naar Brussel waar hij dan woonde in de De Craeyerstraat, een zijstraat van de Louizalaan. Deze woning in de De Craeyerstraat17 werd de definitieve verblijfplaats van Emile Cauderlier en zijn echtgenote Marguerite Allard. Zij was de dochter van de Gentse professor in de rechten Alberic Allard (1834-1872).18 Margeuritte Allard was schilderes. Emile Cauderlier en Marguerite Allard kregen samen drie kinderen: Lucy (°1885), Suzanne (°1887) en Daniel (°1891). De jongste zoon die ongehuwd bleef is samen met zijn ouders begraven in de ouderlijke grafkelder.
Emile Cauderlier, een veelzijdig man Emile Cauderlier zette zich actief in voor de strijd tegen alcoholisme. Als secretaris van de “Ligue patriotique contre l’Alcoolisme”19 schreef hij verschillende werken over het probleem van alcoholisme waaronder: Alcoolisme et révision, requêtes adressées à la Constituante, sous le patronage de la Ligue patriotique contre l'Alcoolisme (par É. Cauderlier, le Dr Petithan, le Dr E. Van Coilie et Mlle Marie Parent, 1893)20. 11
Afb. 6 Foto van Emile Cauderlier. bron : GRAUWELS Dany, STEPS Ghislaine, VAN CAENEGHEM Jo, Cauderlier (1812-1887), kok voor burger en koning. Academie voor de Streekgebonden Gastronomie, Gent: Snoeck, 2005, p. 39.
17
Deze woning met achtereenvolgend het nummer 8, 10 en later 12 moet bijzonder rijk gedecoreerd zijn geweest. Het interieur was versierd met werk van de Franse maar in Brussel wonende ornamentist Georges Houtstont. 18 Deze werd ca 1866 aangesteld als jonge hoogleraar maar overleed kort nadien in 1872. Hij werd als vrijdenker begraven. Liesbeth VANDERSTEENE, Geschiedenis van de faculteit Rechtsgeleerdheid. Boek 1 : 18171940. 19 In het laatste kwart van de 19de eeuw is er veel aandacht voor het probleem van alcoholisme en de bestrijding ervan. In 1887 werd de eerste wet op openbare dronkenschap opgesteld. Er ontstonden verschillende verenigingen ter bestrijding van alcoholisme waaronder de “Ligue Patriotique contre l’alcoolisme” die werd opgericht in 1884. Gita DENECKERE, 1900. België op het breukvlak van twee eeuwen, Tielt: Lannoo, 2006, p. 127. 20 Zie catalogus Koninklijke Bibliotheek. Epitaaf vzw Onze Lieve Vrouw Voorplein 16
1020 Brussel (Laken)
www.epitaaf.org
[email protected]
Emile Cauderliers rol in de antialcohol beweging brengt ons naar zijn relatie met de eveneens in de familiegrafkelder begraven kleinzoon Jacques de Vaucleroy.21 De naam van dokter Alfred Victor de Vaucleroy – vermoedelijk de echtgenoot van dochter Lucy22 – duikt op als één van de leden van de “Commission d’études relatives a la question de l’alcoolisme». Deze commissie werd door de staat opgericht om maatregelen te nemen om het alcoholverbruik terug te dringen.23 Emile Cauderlier was als ‘industrieel’ ook lid van de “Commission du travail de 1887” en schreef vanuit die hoedanigheid ook een aantal boeken over politiek en economie. Zijn boek L'Évolution économique du XIXe siècle Angleterre, Belgique, France, États-Unis (uitg. H. Lamertin, 1903)24 verscheen zelfs in Italiaanse vertaling. Cauderliers economische analyse blijkt vooral de verdediging te zijn van het liberalisme en de vrije markt economie. Emile Cauderlier verdedigde de stelling dat door het liberalisme de werkende klasse er aanzienlijk op vooruit was gegaan en dat bijgevolg het socialisme geen zin had. “Ce double mouvement: hausse des salaires, baisse des produits et des profits, est du progrès tangible et incontestable. Et si le progrès social des masses jaillit avec spontanéité puissante et irrécusable de l’ordre des choses actuel, la raison d’être du socialisme révolutionnaire disparaît. L’organisation actuelle du travail est, dans son ensemble, civilisatrice, car ces heureux résultats, elle les a obtenues en diminuant la durée du travail. Et la civilisation se mesure à l’accroissement simultané des produits, des loisirs et des salaires. » Aldus Emile Cauderlier in zijn openingsthese van « L’Evolution Economique du XIXième siècle ».25 Diezelfde stelling had hij eerder al geponeerd in een pamflet: « Pourquoi nous sommes libéraux » (1902).26 Hierin hanteert Emile Cauderlier een meer sloganeske taal “Ni clérical, ni socialiste. Libéral suis, libéral reste”. Deze publicaties en stellingnames van Emile Cauderlier zijn te situeren tegenover de politieke en ideologische ontwikkelingen zoals die zich voordeden in de late 19de eeuw. De progressief liberalen – ook links of radicaal liberalen genoemd – die zich ten overstaan van de opkomende socialisten moesten profileren. Emile Cauderlier zag het als links liberaal zijn taak om uit te leggen waarom hij zich niet ‘bekeerde’ tot het socialisme. Emile Cauderlier was vooral ook een gecultiveerd, bereisd en kunstminnend man, zo blijkt uit een boek van zijn hand « Du Saint Gothard à Syracuse » (Parijs, 1882), een reisverhaal door Italië en Sicilië waarin hij uitvoerig aandacht besteedt aan kunst en architectuur. Het werd geïllustreerd door de Gentse oudheidkundige en kunstenaar Armand Heins. Tijdens die reis bezocht hij het kerkhof van San Miniato in Firenze waar hij tussen de tombes wandelde. Hij schreef “cette nécropole n’a rien qui obsède ou assombrisse. Ce n’est pas la mort telle qu’elle paraît dans nos cimetières, gris, lugubres, souvent bas et marécageux (…). Les morts, ici, dorment sur une colline, dans un site de beauté unique sous un suaire de marbre brillant au soleil. Ils 21
Dieter SEVENOIS, De antialcoholproblematiek van het einde van de 19e tot het begin van de 20e eeuw en de rol van de medische professie hierin, Licentiaatsverhandeling sociologie, VUB, promotor: Prof.Ignace Glorieux, Brussel, 2005-2006. http://www.vub.ac.be/wetenschapswinkel/publicaties/2005-2006/thesis_DSevenois_JENEVERM.pdf 22 Suzanne was gehuwd met Max Léo Gerard, het gaat hier dus om het kind van de oudste dochter Lucy. 23 Dieter SEVENOIS, op.cit. p. 43. 24 http://www.amazon.fr/L%C3%89volution-%C3%A9conomique-Angleterre-%C3%89tats-UnisCauderlier/dp/B001CEL16U/ref=sr_1_1?ie=UTF8&s=books&qid=1226861427&sr=1-1 25 Bruxelles, 1903, pp. 8-9. 26 Em. CAUDERLIER, Pourquoi nous sommes Libéraux, Brussel : Auxiliaire bibliographique, 1902. Epitaaf vzw Onze Lieve Vrouw Voorplein 16
1020 Brussel (Laken)
www.epitaaf.org
[email protected]
12
semble qu’ils aient leur part du calme et du sourire de cette nature qui entoure et protège leur éternel repos. »27 Het is duidelijk dat Cauderlier op deze plek inspiratie vond voor het later op te richten familiegraf.
Afb.7 Titelpagina van het boek van Emile Cauderlier http://gallica2.bnf.fr/ark:/12148/bpt6k1061742.image.r=architecture+arabe.f1.langEN
Historiek van grafteken 28 De concessie van het grafteken - aangevraagd door Emile Cauderlier op 4 maart 1891 – werd door het college van Burgemeester en Schepenen van Elsene toegekend op 6 maart 1891, amper drie maand na het overlijden van Laurent Felicie Allard. Emile Cauderlier was gehuwd met Margueritte Allard en wellicht was Laurent Allard zijn Schoonbroer. Wanneer in 1909 de echtgenote van concessiehouder Emile Cauderlier – Marguerite Allardoverleed was dit de aanleiding om een nieuw grafmonument op de concessie te plaatsen. Die aanvraag – gedateerd 17 juli 1912- maakt melding van De Bremaecker als auteur van het monument “famille Cauderlier-Allard”. Eugène De Bremaecker zelf stuurde op 7 september een foto van het model van het monument aan de burgemeester van Elsene waarop de gemeente haar goedkeuring gaf. Van het eerste monument dat zich op de concessie bevond tussen 1891 en 1912 zijn geen verdere gegevens gevonden. Met de toepassing van de wet van 20 juli 1971 dreigde het monument verloren te gaan. De concessie werd echter op aanvraag van Suzanne Cauderlier29, dochter van Emile Cauderlier, verlengd. Met gunstig advies van de gemeente30 Elsene werd met ingang van 1 januari 1976 de concessie met vijftig jaar verlengd.
27
E.Cauderlier, Du St.-Gothard à Syracuse: voyage en Italie et en Sicilie, Brussel, 1882, p. 383. Informatie afkomstig uit het dossier van de gemeente Elsene; 29 Echtgenote Max Léo Gérard, Woonachtig in Ukkel, av. Des Ormeaux 4. Max Léo Gérard was minister van financiën in het kabinet Van Zeeland. GRAUWELS Dany, STEPS Ghislaine, VAN CAENEGHEM Jo, op. cit. P. 38. 30 College van burgemeester en schepenen, zitting 19 december1975. 28
Epitaaf vzw Onze Lieve Vrouw Voorplein 16
1020 Brussel (Laken)
www.epitaaf.org
[email protected]
13
Afb. 8 Aanvraag voor het grafteken, Archief Begraafplaats Elsene
Besluit Het monument Cauderlier is een van de meest merkwaardige monumenten op de begraafplaats van Elsene. De bronzen sculptuur ten voeten uit is zelfs in de hele Brusselse context vrij uniek, zelden wordt immers een (bijna) volledig naakte jongen voorgesteld op een grafmonument. De iconografie – het doorknippen van de levensdraad – is toepasselijk in de funeraire context. De combinatie van brons en roze graniet werd zeer gewaardeerd in de periode rond de eeuwwisseling. Het beeld van de Brusselse beeldhouwer Eugène J. De Bremaecker is een interessante creatie in de geest van het fin de siècle. Een ode aan de schoonheid van de jeugd in de vorm van een sierlijk voorgestelde naakte jongeling wordt er gecombineerd met een bewuste verwijzing naar de vergankelijkheid van jeugd en schoonheid en naar het onafwendbare van de dood. Een bestaand mythologisch thema wordt op een nieuwe en eigentijdse manier voorgesteld en zo nieuw leven ingeblazen. De familie Cauderlier-Allard was een welstellende familie. De vader van Emile Cauderlier – Philippe Cauderlier- was van zeer bescheiden komaf maar wist zich op te werken tot een gerenommeerd en welstellend kok-traiteur. Zijn levensloop staat model voor de manier waarop in de 19de eeuw
Epitaaf vzw Onze Lieve Vrouw Voorplein 16
1020 Brussel (Laken)
www.epitaaf.org
[email protected]
14
sommigen er in slaagden zich in de maatschappij op te werken. Dit is van grote invloed op Emile Cauderlier die er een sterk geloof in de liberale waarden aan overhield. Emile Cauderlier was een man van zijn tijd die zijn reputatie als zakenman en economist wist te koppelen aan maatschappelijke inzet en die bijzonder kunstminnend en gecultiveerd was. Het monument dat de familiegrafkelder siert staat in verhouding tot de status van de concessiehouder en zijn familie. De afwezigheid van religieuze symboliek op het grafteken stemt overeen met de liberale (mogelijk zelfs vrijdenkende) overtuiging van de oprichter.
Bibliografie DENECKERE Gita, 1900. België op het breukvlak van twee eeuwen, Tielt: Lannoo, 2006. ENGELEN C., MARX M., Beeldhouwkunst in België, vanaf 1830, dl. 1 A-D, 2002. FORNARI Bruno, Academisme en omwenteling rond de eeuwwisseling, in : De 19de eeuwse Belgische beeldhouwkunst, Brussel: Generale Bank, 1990. GRAUWELS Dany, STEPS Ghislaine, VAN CAENEGHEM Jo, Cauderlier (1812-1887), kok voor burger en koning. Academie voor de Streekgebonden Gastronomie, Gent: Snoeck, 2005. SEVENOIS Dieter, De antialcoholproblematiek van het einde van de 19e tot het begin van de 20e eeuw en de rol van de medische professie hierin, Licentiaatsverhandeling sociologie, VUB, promotor: Prof.Ignace Glorieux, Brussel, 2005-2006. VANDERSTEENE Liesbeth, Geschiedenis van de faculteit Rechtsgeleerdheid. Boek 1 : 1817-1940. http://www.law.ugent.be/decaan/geschiedenis/1-besluit.html VANDERVELDE Cecilia, La Necropole de Bruxelles, Brussel, 1991. VANDERVELDE Cecilia, Les champs de repos de la région Bruxelloise, Brussel, 1997.
Archieven Elsene, archief van de begraafplaats, dossier van de concessie 533 Epitaaf vzw , fonds E. Beernaert, documentatiemap De Bremaecker.
Epitaaf vzw Onze Lieve Vrouw Voorplein 16
1020 Brussel (Laken)
www.epitaaf.org
[email protected]
15
PUBLICATIES OVER FUNERAIR ERFGOED In deze rubriek zullen vanaf nu publicaties kort besproken worden. Om ook uw publicatie te laten opnemen, zendt u een email met de nodige informatie aan
[email protected]
'Graftrommels en (kunst)grafkransen in Nederland' Leon Bok en Evert-Jan Halkus. Graftrommels of kransendozen speelden een eeuw lang een belangrijke rol in de rouwverwerking. Graftrommels bleken een passende oplossing om bloemen aan de overledene mee te geven, die haast een eeuwig leven hadden. De auteurs willen met hun boek aandacht vragen voor het behoud en de instandhouding van deze bijzondere funeraire objecten. In het boek wordt ingegaan op het verdwijnen van de graftrommels, de herkomst en het vervaardigen van graftrommels en grafkransen, de gebruikte materialen, de vormgeving, de gehanteerde plantensymboliek, het productieproces en de kansen op een nieuw leven van deze graftrommels door restauratie. Er wordt ook stilgestaan bij buitenlandse voorbeelden van graftrommels en grafkransen, zoals Belgische. De auteurs Leon Bok en Evert Jan Halkus hebben voor het boek ongeveer 1.000 graftrommels in Nederland in kaart gebracht. Halkus heeft een aantal bijzondere exemplaren die in slechte staat verkeerden, gerestaureerd. Daarbij heeft hij vooral gelet op de wijze waarop de trommels in elkaar waren gezet en wat er aan materiaal gebruikt werd voor de trommels en de kransen. De informatie die daarbij werd opgedaan, is verwerkt in het boek. De overvloedige kleurenfoto’s, die meermaals de situatie voor en nà tussenkomst weergeven, tonen aan dat er nog hoop is, maar er is vooral nog veel werk aan de winkel ! Gezien de vaak deplorabele toestand van deze zeer uitzonderlijke relicten van funerair erfgoed, is dit boek zeer welkom. Het boek, 96 pagina's en rijk geïllustreerd kost 20 euro (excl. verzendkosten) en is te bestellen door een mail te zenden aan
[email protected].
Verhalen in steen: funerair erfgoed in Dilbeek Ontdek al wandelend op de Dilbeekse begraafplaatsen de verhalen die grafmonumenten vertellen. Lees de symbolen, de opschriften en foto’s op de zerken en geef zo de verhalen vorm. Woord en beeld illustreren in deze gids een selectie uit dit unieke erfgoed van Dilbeek, van katholieke en joodse begraafplaatsen en brengen de bezoeker naadloos naar heden, verleden en toekomst. Deze verzorgde brochure kost 8,00 euro per ex., te storten op het rekeningnummer 091-0001413-84 van het Gemeentebestuur Dilbeek, Gemeenteplein 1, 1700 Dilbeek, met vermelding van: naam + adres + brochure Erfgoeddag 2013.
Epitaaf vzw Onze Lieve Vrouw Voorplein 16
1020 Brussel (Laken)
www.epitaaf.org
[email protected]
16
'Stadswandeling Leeuwarden. Een wandeling over de stadsbegraafplaats en door het Rengerspark' door Leon Bok en Daan van Zomeren
Ten noorden van de Leeuwarder binnenstad ligt een groen gebied van ruim twaalf hectare. Deze groene long van Leeuwarden bestaat vooral uit twee bijzondere parken. Het oudste, ruim vier hectare groot, is aangelegd als begraafpark naar een plan van landschapsarchitect Lucas Pieters Roodbaard. Het andere is het Rengerspark, drieënhalve hectare groot en bijzonder vanwege de fraaie aanleg van Hendrik Copijn en het assortiment aan bomen, struiken en heesters. Ten noorden van de twee parken ligt nog een open terrein dat voorzien is van waterpartijen (de vergraven Oude Meer) en een heuvel. Bij elkaar een groot groengebied dat uitnodigt tot een wandeling. Bijzonder is dat de wandelroute langs zowel graven als bomen voert. Het is aangenaam vertoeven bij graftekens van bekende Leeuwarders én de exotische beplanting. Beide worden beschreven in de stadswandelgids. Niet enkel de beschermde stadbegraafplaats, maar ook in het Rengerspark is funerair getint, want in dat park staat een Doodsbeenderenboom en het Indië-Monument met Deadenwacht voor de 168 Friese militairen die sneuvelden in voormalig Nederlands-Indië en Nieuw-Guinea. Wie van wandelen, bomen en begraafplaatsen houdt, komt met deze gids in de hand aan zijn trekken. Uitgever: Stichting de Bomenridders i.s.m. Historisch Centrum Leeuwarden en Monumentenzorg gemeente Leeuwarden 2013, softcover, 88 blz., € 7,50 (ter plaatse te koop, z Historisch Centrum Leeuwarden (HCL) Groeneweg 1 8911 EH Leeuwarden
[email protected]
17 'Grafgalerijen, een bijzonderheid op de Brusselse begraafplaatsen' door Tom Verhofstadt 'Het restauratieproject van de grafgalerijen van het kerkhof van Laken en van Sint-JansMolenbeek' door Barbara Pecheur Erfgoed Brussel, nr 8, november 2013, pg. 50-87 en pg. 68-75. De grafgalerijen die zo typisch zijn voor de Brusselse metropolen worden besproken in nr. 8 van het rijk geïllustreerde tijdschrift Erfgoed Brussel, uitgegeven door Monumenten en Landschappen van het Brussels Hoofdstedelijk gewest. Tom Verhofstadt, bestuurslid van Epitaaf vzw, gaat dieper in op de ontwikkeling en kenmerken van deze typologie. Daarop gunt architect Barbara Pecheur een blik op de restauratie van de beschermde grafgalerijen van Laken en Sint-Jans-Molenbeek. De omvang van deze grafcomplexen zorgt namelijk voor specifieke uitdagingen inzake beheer en onderhoud. 10 euro voor dit nummer, via overschrijving aan Directie Monumenten en Landschappen op rekening BE 31 0912 3109 5455/BIC GKCCBEBB met de mededeling: ‘tijdschrift Erfgoed Brussel nr. 8’ + de naam, de voornaam en volledige adres van de begunstigde'.
Epitaaf vzw Onze Lieve Vrouw Voorplein 16
1020 Brussel (Laken)
www.epitaaf.org
[email protected]
Kerk en kerkhof van Alveringem, een kerk te midden van een funeraire wereld in beweging, door Hans Druart en Anne-Mie Havermans Alveringem dorp straalt rust en vredigheid uit; huizen omsluiten de statige kerk met ommuurd kerkhof. Dit zorgeloze beeld lijkt tijdloos, hoewel dit dorpscentrum gedurende eeuwen heel wat zware gebeurtenissen moest doorstaan. Reeds 14 eeuwen staat hier de kerk centraal. De plaats werd sterk getekend door een mirakel dat zo'n 1350 jaar geleden plaats had bij de Sint-Audomarusput. De uitbouw van de kerk tot een ware plattelandskathedraal markeert de centrumfunctie van Alveringem in het Ancien Regime. De bloei werd tijdelijk onderbroken in de woelige 17de eeuw, door de oorlogen die in de streek werden uitgevochten. Het herstel volgde in de 18de eeuw, en dat was ook te merken in de kerk en op het kerkhof. Ook na de confrontatie met WOI keerde uiteindelijk de rust terug. Over al die eeuwen werd de inrichting van de kerk en het kerkhof geregeld aangepast in opvolging van veranderende tradities, inzichten en voorschriften. Vooral de Verlichting bracht een funeraire revolutie teweeg. In de 20ste eeuw werd de waarde van deze site erkend door de Vlaamse Overheid; de kerk is beschermd als monument, en het kerkhof met muur als landschap. Om dit waardevol geheel optimaal te kunnen beheren liet de gemeente een landschapsbeheerplan opstellen. Vooraf werd er een grondige (kunst)historische en landschappelijke studie opgemaakt van kerk en kerkhof. Op basis daarvan werd door een bevlogen team een toekomstvisie uitgetekend. In deze brochure wordt een genuanceerd beeld geschetst van de diverse functies van de plattelandskathedraal van Alveringem en het hof van de kerk. Er wordt nagegaan hoe die in de loop der tijd inhoud en vorm kregen. Aansluitend wordt het toekomstplan concreet voorgesteld. Het landschapsbeheerplan ijvert op een realistische manier om de waarde van deze levende site in stand te houden, zodat die ook in de toekomst optimaal kan worden beleefd. Nog nooit eerder gepubliceerde gegevens over kerk en kerkhof worden vlot leesbaar gepresenteerd, met tal van illustraties. De verhalen die aan deze site vasthangen overstijgen het locale. Dit geldt in het bijzonder voor het funeraire erfgoed. Het eeuwenlange onderhoud van het kerkhof als een omgrachte tuin met bomen, de bijzonder interessante grafplaten in de kerk en de link naar het funerair erfgoed op het kerkhof. Er wordt ook stilgestaan bij de uiterlijke kenmerken van de graftekens, zoals symboliek, materialen, type, stijl, ontwerpers en uitvoerders. Hieraan worden persoonlijke verhalen en iconografisch materiaal gelinkt. Ook hier is WOI nooit ver weg. Tot slot wordt de toekomstvisie gepresenteerd door Hans Druart van Buro voor Vrije Ruimte. De publicatie van 120 pagina's kost € 15, indien u ze ophaalt bij de dienst Toerisme en Cultuur, St. Rijkersstraat 19, 8690 Alveringem of in het Erfgoedhuis Bachten de Kupe, Leopold II-laan 2, 8670 Koksijde (Oostduinkerke). Wenst u dat de publicatie opgestuurd word, maakt u € 20 over op rekeningnummer van het gemeentebestuur BE31 0910 0020 6355, BIC: GKCCBEBB met vermelding van 762 01/161-48.
Epitaaf vzw Onze Lieve Vrouw Voorplein 16
1020 Brussel (Laken)
www.epitaaf.org
[email protected]
18
BLOEMLEZING UIT DE PERS Pierre Brewee volgt wat er verschijnt m.b.t. funerair erfgoed in de pers en media op de voet. Hij maakt voor ons een korte samenvatting. In geen geval heeft deze bloemlezing de bedoeling om volledig te zijn maar is ze eerder opgevat om er trends in aan te wijzen en soms ook de berichten van een kritische noot te voorzien.
Crematie versus klassieke begrafenis In Antwerpen kiest 70% van de mensen voor crematie en de vraag naar een passende rustplaats is dan ook groot. De aanleg van twee nieuwe columbaria en twee urnenvelden op de stedelijke begraafplaats komt tegemoet aan deze wensen. Het nieuwe asbestemmingsgebied kadert in het masterplan voor het Schoonselhof. Architect Kristoffel Boghaert en landschapsarchitect Benoît Fondu integreerden het ontwerp van de nieuwe perken volledig in het typische landschap van het parkdomein. Het nieuwe asbestemmingsgebied heeft centraal een middenas met zowel aan de linker- als de rechterzijde verhoogde perken met urnenvelden waarin de columbaria zijn ingewerkt. De urnenvelden zijn bereikbaar via trappen of een hellend vlak. Boven heeft men een weids zicht over het hele perk en de omgeving, wat een aparte sfeer geeft. Heel anders zijn de columbaria. Nabestaanden komen bij het betreden van de columbaria binnen in een gesloten ruimte met planten, bomen en zitbanken waar ze in alle intimiteit afscheid kunnen nemen. Daarna gaan ze weer naar buiten en sluiten ze als het ware het moment ook weer af. Het stadsgedicht ‘De doden’ dat Bernard Dewulf schreef naar aanleiding van de inhuldiging, krijgt een vaste plek in het nieuwe asbestemmingsgebied. Ook in Ronse uitte de uitvaartsector eenzelfde bekommernis en het stadsbestuur nam dan ook na overleg een nieuw urnenveld in gebruik op de begraafplaats Hogerlucht. In Lubbeek heeft het gemeentebestuur besloten op de verschillende strooiweiden gedenkzuilen te zetten zodat de nabestaanden een naamplaatje kunnen bevestigen en zo hun doden kunnen herdenken.
Sterrenweiden In Hekelgem werd, 5 jaar na goedkeuring in de gemeenteraad, eindelijk werk gemaakt van een sterrenweide op de begraafplaats. Ook de gemeentelijke begraafplaats De Warande in Koekelare krijgt een foetusweide, een sterretjesheuvel. De gemeenteraad van Kapelle-op-den-Bos keurde het voorstel goed om de komende jaren sterretjesweiden in te richten op de drie gemeentelijke begraafplaatsen. Epitaaf vzw Onze Lieve Vrouw Voorplein 16
1020 Brussel (Laken)
www.epitaaf.org
[email protected]
19
Foetusweide heringericht in Melle Al jaren doet de foetusweide op de begraafplaats in Melle dienst voor ouders die hun levenloos geboren kind willen herdenken, maar de weide oogde niet mooi meer, bood maar een troosteloze aanblik en de gemeenteraad besloot dan ook deze weide aan te pakken. Alles werd heringericht en de betrokken ouders konden op Allerheiligen dan ook op een ingetogen manier hun doodgeboren kinderen herdenken. Een beeld, een moeder met ongeboren kind voorstellend, werd geplaatst tussen de strooiweide en de foetusweide, en zorgt zo voor een zekere afscheiding tussen beide weiden. Een echt kunstwerk is het niet, het is eerder een symbolisch werk. Individuele, nominatieve grafmonumenten zijn niet toegelaten op de foetusweide: om de betrokkenen tegemoet te komen in hun nood om de overleden kinderen te gedenken werd een gemeenschappelijke plaat voorzien waarop een korte tekst die zich beperkt tot het essentiële, een tekst die op geen enkele manier gebonden is aan een bepaalde religie of ideologie, een tekst die niet onderworpen is aan auteursrechten omdat hij geschreven is door één van de leden van de cultuurraad.
Voorstel rond sterrenkinderen in het Vlaams Parlement CD&V-parlementsleden Katrien Schryvers en Sonja Claes vragen in een conceptnota aandacht voor de sterrenkinderen. Iedereen moet volgens hen het recht krijgen een doodgeboren kind te begraven of te cremeren, ongeacht de zwangerschapsduur. Het huidige decreet zegt dat ouders vanaf een zwangerschapsduur van 12 weken het recht hebben hun kinderen te begraven of te cremeren, maar beide parlementsleden willen die beperking uit een nieuw decreet hebben. Uit een rondvraag blijkt dat 36 procent van de gemeenten al geconfronteerd wordt met deze vraag en Kortrijk heeft trouwens al beslist om alle doodgeboren kindjes te begraven, ongeacht de zwangerschapsduur. Kortrijk is, wat dat betreft, trouwens een voorbeeld voor alle andere steden en gemeenten: de stad neemt de kosten van de (standaard) kist en begrafenis voor haar rekening.
Bovengrondse galerijgraven in Hasselt Op bepaalde begraafplaatsen maakt drassige grond het moeilijk om nog grafkelders aan te leggen, de begraafplaatsen raken vol en meer en meer mensen vragen om niet in volle grond begraven te worden: galerijgraven zijn volgens de verantwoordelijke schepen van Hasselt het antwoord op deze beslommeringen. Het bestuur heeft dan ook beslist om op Kruisveld, de grootste begraafplaats van de stad, twee blokken van 18 bovengrondse grafgalerijen aan te leggen. Nieuwe grafkelders worden op deze begraafplaats niet langer toegelaten. Begraven in soortgelijke galerijgraven is onder meer al mogelijk in Maastricht en Lanaken.
Epitaaf vzw Onze Lieve Vrouw Voorplein 16
1020 Brussel (Laken)
www.epitaaf.org
[email protected]
20
Nieuw kunstwerk op het kerkhof van Handzame Wie dezer dagen het kerkhof van Handzame bezoekt ziet een grote, grijze toren oprijzen tussen de graven. Het bouwwerk vertoont een bepaald reliëf. Wanneer de zon erop schijnt, glinstert de toren door het weerkaatsende zonlicht. Het kunstwerk, een ontwerp van architecte Charlotte Pattyn, staat boven op de knekeltoren waarin de resten van de verloren concessies worden bewaard. De architect tekende dit ontwerp uit in samenwerking met Olivier Standaert van het Buro voor Buitenruimten. In feite is het een knekelput waar de restanten van de overledenen uit de vervallen graven in terechtkomen. Er komt ook een boek met de namen en de geboorte- en sterfdata van al die mensen. Het is een systeem dat ook bij tal van oorlogsbegraafplaatsen in gebruik is.
Gedenkplaat begraafplaats Lokeren voor neergestorte Amerikaanse bommenwerper 1943 Op 11 november dezer werd een gedenkplaat onthuld op de Lokerse stedelijke begraafplaats. Op 5 november 1943 stortte op deze begraafplaats een Amerikaanse bommenwerper neer met daarin 10 bemanningsleden aan boord. Enkelen konden gered worden en verder ontvluchten naar de thuisbasis. De heemkundige kring nam in samenspraak met het Lokers stadsbestuur het initiatief om 70 jaar later een herdenkingsmonument op te richten, en dit in de aanwezigheid van de dochter van een van de bemanningsleden. Tijdens een plechtigheid werden bloemen neergelegd en werd het gulden boek getekend.
Foto's Raoul Verstraeten
Epitaaf vzw Onze Lieve Vrouw Voorplein 16
1020 Brussel (Laken)
www.epitaaf.org
[email protected]
21
Urnenkerk in Diksmuide Tijdens de voorstelling van het beleidsplan werd in Diksmuide het idee geopperd om de kerk van Lampernisse te ontwijden en in te richten als urnenkerk. Blijkbaar zijn zowel de meerderheid als de oppositie gewonnen voor het plan en ook minister Geert Bourgeois zou het plan genegen zijn. Dergelijke kerken bestaan al in Duitsland en Nederland maar deze kerk zou de eerste in haar soort zijn voor België. De kerk maakt deel uit van een beschermd dorpsgezicht en staat ook op de lijst van te beschermen monumenten. Men hoopt dat er ook ruimte mag zijn voor artistieke urnen. Na de ontwijding moeten alle christelijke symbolen verwijderd worden zodat andersdenkenden de mogelijkheid krijgen hier een laatste rustplaats te vinden. Het plaatselijke bestuur speelt ook met het idee de afscheidsviering plaats te laten vinden in de kerk om zo te komen tot een uniek concept. In Ulbeek fungeert de oude kerk al als overdekte begraafplaats met een twintigtal grafkelders, een concept dat vorig jaar nog de Vlaamse Monumentenprijs kreeg, en het kabinet van minister Bourgeois is het idee dan ook zeer genegen.
Urnenbos op Berendrechtse kerkhof Het districtsbestuur wil eind volgend jaar een urnenbos aanleggen op de begraafplaats van Berendrecht. Composteerbare asurnen zouden er begraven worden op een diepte van 50 tot 75 centimeter. Beeldhouwer François Vannietvelt kreeg de opdracht een zinvol kunstwerk te maken dat op de rand van het bos komt te staan. Het bos zal bestaan uit een open strook met grote bomen, gelegen tegen de muur. Zoals gebruikelijk is zullen ook hier geen ornamenten, zerken of bloemstukken toegelaten worden: bloemstukken worden na de plechtigheid aan de rand van het bos gelegd en worden na twee weken geruimd.
Gepland urnenbos van Borsbeek volgend jaar klaar De aanleg is nog niet helemaal afgerond en de tarieven moeten nog bepaald worden, maar het gemeentebestuur van Borsbeek zegt het geplande urnenbos klaar te hebben tegen de zomer van 2014. De begraafplaats werd in 2011 al heringericht en omgevormd tot een groene begraafplaats, de aanleg van het urnenbos lag vorig jaar even stil wegens onverwachtse archeologische vondsten.
Nieuwe strooiweide in Harelbeke De begraafplaats in de Gentsestraat wordt heringericht. Oude graven worden verplaatst of geruimd om plaats te maken voor een nieuwe strooiweide die zal ingericht worden als een soort park: bloemen, bomen en paden moeten van de strooiweide een mooi geheel maken. Op de begraafplaats komt ook een overdekte herdenkingsruimte te staan. Soortgelijke herdenkingsruimten worden ook geplaatst op de begraafplaatsen van Hulste en Bavikhove. Epitaaf vzw Onze Lieve Vrouw Voorplein 16
1020 Brussel (Laken)
www.epitaaf.org
[email protected]
22
Nieuw crematorium in Lommel Leopoldsburg participeert in de bouw van een crematorium in Lommel. Steeds meer mensen kiezen voor crematie en de dichtstbijzijnde crematoria zijn Hasselt en Turnhout en de bevolking van Leopoldsburg is dan ook vragende partij voor een crematorium in de regio. Op de begraafplaatsen van Leopoldsburg en Heppen blijken twee derde van de begravingen crematies te zijn en Leopoldsburg ligt met 70% crematies zelfs behoorlijk boven het Vlaamse gemiddelde van 62%. Lommel nam het initiatief om een bijkomend crematorium te bouwen en Leopoldsburg is de eerste gemeente die positief reageert op de vraag samen werk te maken van dit voornemen. Neerpelt, Overpelt, Hamont-Achel, Peer en Hechtel-Eksel moeten de samenwerking nog bekrachtigen.
Crematoriumnieuws uit West-Vlaanderen Na het omstreden crematorium Uitzicht in Kortrijk plant de intercommunale Psilon een tweede crematorium, tussen Roeselare en Ieper. De intergemeentelijke vereniging voor crematoriumbeheer bundelt 22 gemeenten. West-Vlaanderen telt momenteel twee crematoria: Brugge en Kortrijk. Een derde is in 2016 gepland in Oostende. Het crematorium waarvan sprake zou gepland zijn voor 2021. Nieuwe gemeenten worden verzocht toe te treden tot de intercommunale om zo de geplande financiering van 10 miljoen euro rond te krijgen.
Betonrot op de begraafplaatsen Op de begraafplaats van de landloperskolonie in Wortel staan ongeveer 170 witgeschilderde betonnen kruizen. Bij een recente schilderbeurt kwam aan het licht dat deze kruizen lijden onder betonrot. Wortel is blijkbaar de enige begraafplaats niet die lijdt onder dit fenomeen: ook Berchem blijkt in hetzelfde bedje ziek te zijn. Op de begraafplaats bevindt zich een ereperk voor burgerslachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Het perk telt 179 individuele graven, getooid met betonnen kruizen voorzien van een glazen naamplaatje. Deze kruisen bleken zo zwaar aangetast door betonrot en roest dat vervanging nodig was en de monumenten werden vervangen door herdenkingsberken, voorzien van een naamplaatje.
Bredene tovert zijn begraafplaats om tot een park met vijvers De begraafplaats Priorij in Bredene-Dorp wordt flink uitgebreid. Er komen driehonderd grafzerken, driehonderd plaatsen voor urnen, gedenkwanden, een strooiweide en een centrale plaats waar mensen intiem afscheid kunnen nemen. Maar de gemeente wil de begraafplaats ook omtoveren tot een park door middel van paadjes, vijvers, bruggetjes en open ruimten. De werken worden geraamd op 300.000 euro. Centraal komt een rotonde te liggen met een open gebouw waar iedereen afscheid kan nemen. Er is ook ruimte voorzien voor een knekelput die bedekt wordt met een grasveld en heuveltjes op de begraafplaats moeten een overgang vormen met het omliggende polderlandschap. De werken zouden aanvangen begin 2014 en zouden tegen de zomer al klaar moeten zijn.
Epitaaf vzw Onze Lieve Vrouw Voorplein 16
1020 Brussel (Laken)
www.epitaaf.org
[email protected]
23
Schoten: plekje op de begraafplaats fors duurder voor “begrafenistoeristen” Het gemeentebestuur van Schoten heeft de tarieven voor asverstrooiingen, begrafenissen en bijzettingen van een asurn voor personen buiten Schoten verviervoudigd. Een vrij drastische ingreep, maar een fenomeen dat, naar ik vrees, meer en meer de kop zal opsteken. De oorzaak moet gezocht worden in het groeiende plaatsgebrek. Crematie wordt steeds populairder en het plaatsgebrek wordt dus voor een deel opgevangen door columbaria en urnenbossen, maar er wordt bij wijze van spreken gevochten voor elke concessie die vrij komt. Schoten is zeker niet de enige gemeente die het financieel moeilijker maakt voor deze “begrafenistoeristen” om de weinige concessies in te palmen: het gemeentebestuur van Sint-Pieters-Leeuw haalde bijvoorbeeld een tijdje geleden ook deze nieuwsrubriek toen het een gelijkaardige beslissing nam.
Roeselare: camerabewaking op alle begraafplaatsen Het stadsbestuur van Roeselare ziet vandalisme en diefstal op begraafplaatsen blijkbaar als een heel groot probleem en heeft dan ook besloten om in de nabije toekomst werk te maken van camerabewaking op alle stedelijke begraafplaatsen.
Retie: Europese steun voor het funeraire erfgoed De afdeling Leader regio Midden-Kempen verdeelde 154.892 euro onder zes Kempense ontwikkelingsprojecten. De gemeente Retie kreeg het goede nieuws dat Europa 10.000 euro financiële hulp biedt voor de restauratie van de calvarie met een rotspartij van cementrustiek en het hekwerk, op de gemeentelijke begraafplaats. De Calvarieberg, gelegen in het midden van de begraafplaats, werd op 1 mei 1927 ingezegend. Het geheel bestaat uit een rotspartij van cementrustiek, gedenkplaten en groot kruis in blauwe hardsteen, en zandstenen beelden van de gekruisigde Christus, Maria en Johannes, gesigneerd door beeldhouwer Bruno Gerrits. De hoofdingang aan de Kerkhofstraat wordt gekenmerkt door een afsluiting die daar circa 1923 werd geplaatst. Het gaat om een ijzeren hek op betonnen plint, gevat tussen betonpijlers afgedekt met een dito puntdakje. De smeedijzeren zwartgeschilderde toegangspoort heeft vergulde details.
Malle keurt gedenksteen goed voor alle overleden brandweerlieden Het gemeentebestuur van Malle heeft aan de vriendenkring van de brandweer toestemming gegeven om op de begraafplaats van Oostmalle een gedenksteen te plaatsen ter nagedachtenis van alle overleden brandweerlieden. Een betonplaat wordt vervaardigd waarop vervolgens de blauwe hardsteen zal geplaatst worden en het monument ter plaatse verder wordt afgewerkt. Epitaaf vzw Onze Lieve Vrouw Voorplein 16
1020 Brussel (Laken)
www.epitaaf.org
[email protected]
24