Subsidiereglementen jeugdwerk
Hoofdstuk 1 : Algemene bepalingen Artikel 1. Binnen de perken van de jaarlijks goedgekeurde kredieten in de gemeentelijke begroting kan het gemeentebestuur aan Rijkevorselse jeugdverenigingen subsidies verlenen volgens de normen en voorwaarden die in dit reglement worden vastgesteld in toepassing van het goedgekeurde jeugdwerkbeleidsplan. Anno 2014 bedragen deze kredieten minstens 41.300 euro. Artikel 2. Onder Rijkevorselse jeugdverenigingen wordt verstaan : elke vereniging, organisatie of instelling die een actieve jeugdwerking heeft binnen het grondgebied Rijkevorsel. Uitgesloten zijn sportverenigingen, afdelingen van socio-culturele verenigingen en gemeentelijke initiatieven. Worden ook uitgesloten: bestaande jeugdverenigingen die geen volledig werkjaar kunnen aantonen. Artikel 2bis. Onder artikel 2 van het decreet vinden we een definitie van jeugdwerk: “Groepsgerichte sociaal-culturele initiatieven met de jeugd in de vrije tijd, onder educatieve begeleiding en georganiseerd door hetzij particuliere jeugdverenigingen, hetzij lokale openbare besturen.” Groepsgericht: uit de doelstellingen en activiteiten van het initiatief moet duidelijk blijken dat groepsgericht werken een essentieel onderdeel van de werking is; Sociaal cultureel: initiatieven uit andere sectoren komen dus niet in aanmerking; Jeugd: het decreet legt de grenzen op 3 en 25 jaar, maar wij hanteren de leeftijdsgrenzen van 6 tot 25 jaar. Dit betekent dat de hoofddoelgroep van de werking binnen deze leeftijdscategorie moet vallen. Uiteraard wordt er een uitzondering gemaakt voor personen met een beperking; Vrije tijd: de initiatieven moeten ingericht worden in de vrije tijd, dus niet in de schooltijd; Onder toezicht van een educatieve begeleiding. Georganiseerd door hetzij een particuliere jeugdvereniging, hetzij door een lokaal openbaar bestuur: scholen, sportclubs e.d. die activiteiten voor de jeugd organiseren vallen dus niet onder de definitie van jeugdwerk. Om van een vereniging te kunnen spreken, moet deze minstens bestaan uit 10 leden, waarvan minimaal 1 begeleider.
Artikel 3. De te subsidiëren jeugdwerkinitiatieven worden opgesplitst in 6 hoofdstukken die elk op zich een subreglement met een eigen specifieke reglementering vormen: Hoofdstuk 2: Basis- en werkingssubsidies. Hoofdstuk 3: Subsidies kinderen en jongeren met minder kansen. Hoofdstuk 4: Projectsubsidies. Hoofdstuk 5: Vormingssubsidies. Hoofdstuk 6: Subsidie vakantie-initiatieven. Subsidiereglementen 2008-20..
1/17
Gemeente Rijkevorsel
Hoofdstuk 7: Subsidies infrastructuurwerken. Artikel 4. Alle niet in het reglement voorziene gevallen alsmede alle betwistingen omtrent de uitvoering ervan, worden geregeld door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 5. Voor de hiernavolgende subsidiereglementen wordt een onderscheid gemaakt tussen de grensoverschrijdende & niet-grensoverschrijdende jeugdverenigingen. Onder grensoverschrijdende jeugdverenigingen wordt verstaan: alle jeugdverenigingen die tegelijkertijd in meerdere gemeenten erkend zijn. Artikel 6. Elke jeugdvereniging kan schriftelijk klacht indienen bij het College van Schepenen en Burgemeester tot maximum 7 dagen nadat het onderwerp “subsidieverdeling” als agendapunt werd besproken tijdens een algemene vergadering van de jeugdraad.
Subsidiereglementen 2008-20..
2/17
Gemeente Rijkevorsel
Hoofdstuk 2 : De Basis- en werkingssubsidies Afdeling 1 : Aanvragen van basis- en werkingssubsidies
Artikel 7. De basis- en werkingssubsidies, verleend in functie van de kredieten ingeschreven in de begroting van het lopende dienstjaar, worden berekend op basis van de gegevens en activiteiten betreffende de periode die loopt van 1 september van het vorige jaar tot 31 augustus van het lopende dienstjaar. Alle jeugdverenigingen die erkend zijn door het College van Burgemeester en Schepenen komen in aanmerking voor deze subsidies. Artikel 8. De vereniging die basis- en werkingssubsidies wenst te ontvangen is verplicht uiterlijk op 10 november van het werkjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, een aanvraag in te dienen op de daartoe bestemde formulieren die te bekomen zijn bij het gemeentebestuur en ter beschikking liggen van de verenigingen vanaf 1 september. Met laattijdige aanvragen, dit is na 10 november, zal geen rekening gehouden worden. Afdeling 2 : Berekeningswijze voor de verdeling van de basis- en werkingssubsidies.
Artikel 9. Het totaal bedrag van de basis- en werkingssubsidies bedraagt € 11.500. Dit bedrag wordt verder onderverdeeld in een basissubsidie en een werkingssubsidie die respectievelijk € 2.500 en € 9.000 bedragen. Artikel 10. De basissubsidie wordt onder alle door het College erkende jeugdverenigingen op gelijke wijze verdeeld. Het bedrag van deze subsidie bedraagt het voorziene bedrag voor de basissubsidie, gedeeld door het aantal aanvragende jeugdverenigingen. Artikel 11. Om in aanmerking te komen voor basis- en werkingssubsidies dient een vereniging in het bezit te zijn van: 1) Een ledenverzekering (ongevallenverzekering). 2) Een verzekering ‘burgerlijke aansprakelijkheid’. 3) Een ledenlijst. De vereniging die beschikken over een permanente ruimte moeten kunnen aantonen dat zij beschikken over: 4) Een recent keuringsbewijs van brandblustoestellen. 5) Een brandverzekering. 6) Een brandweerverslag van ten hoogste drie jaar oud. 7) Een elektrische keuring van ten hoogste vijf jaar oud. Artikel 12. Om het totale bedrag van de werkingssubsidie per organisatie vast te stellen, worden achtereenvolgens de volgende berekeningen gemaakt : Subsidiereglementen 2008-20..
3/17
Gemeente Rijkevorsel
1) In de eerste plaats wordt een som gemaakt van het aantal punten bekomen door alle organisaties onder de hoofding werking op de puntentabel. 2) In de tweede plaats wordt de werkingssubsidie gedeeld door het totaal aantal punten. Dit quotiënt drukt de geldwaarde van één punt uit. 3) In de derde plaats wordt het aantal per jeugdverenigingen bekomen punten vermenigvuldigd met de geldwaarde van één punt. Aldus bekomt men het totale bedrag van de per organisatie toe te kennen subsidies. 4) De totale subsidie wordt bekomen door optelling van de basissubsidie en de werkingssubsidie. Artikel 13. Volgende punten worden toegekend voor de werking : 1. Voor deskundige begeleiding van niet-grensoverschrijdende verenigingen : Per verantwoordelijke met een attest erkend door de Afdeling Jeugd en Sport van de Vlaamse Gemeenschap en specifiek voor de doelgroep van de jeugdvereniging: 10 punten. Dit puntenaantal wordt verhoogd met 5 punten voor elk extra behaald attest, met een maximum van 3 extra attesten. Gelijkwaardige cursussen die niet tot een erkend attest leiden, kunnen door de algemene vergadering van de jeugdraad gelijk gesteld worden. Voor grensoverschrijdende verenigingen geldt hetzelfde maar dan enkel voor de begeleiding die woonachtig is in Rijkevorsel. 2. Voor het aantal leden, zowel van de grensoverschrijdende als van de nietgrensoverschrijdende verenigingen met vast lidmaatschap, welke woonachtig zijn in Rijkevorsel: 3 punten Voor het aantal leden van enkel de niet-grensoverschrijdende jeugdverenigingen met vast lidmaatschap, welke niet woonachtig zijn in Rijkevorsel: 1 punt Indien een vereniging kinderen met een handicap onder zijn leden kent, worden deze puntenwaarden verdubbeld voor deze leden. Voor verenigingen zonder vast lidmaatschap tellen leden woonachtig in Rijkevorsel mee voor 3 punten. Dit aantal wordt vermeerderd met leden woonachtig buiten de gemeente tot een maximum leden aantal van 300. Leden woonachtig in een andere gemeente tellen mee voor 1 punt. 3. Voor het aantal ledenbijeenkomsten per werkjaar, lopende van 1 september tot 30 juni: a) viermaal per maand: 50 punten b) driemaal per maand: 37 punten c) tweemaal per maand: 25 punten d) eenmaal per maand: 12 punten Verenigingen die tijdens de zomervakantie hun reguliere werking verder zetten, rekenen het aantal ledenbijeenkomsten om naar 10 maanden om zo een gemiddeld aantal te bekomen voor een werkjaar. 4. Voor sociale activiteiten in verband met ontwikkelingshulp, migranten, milieu, bejaarden, andersvaliden e.d.: 5 punten per activiteit met een maximum van 30 punten. Hier worden bedoeld de activiteiten die vallen buiten de normale hoofdactiviteit van de vereniging en waarmee ze als vereniging naar buiten treden. Er moet eveneens enige vorm van openbaarmaking zijn. Subsidiereglementen 2008-20..
4/17
Gemeente Rijkevorsel
5. Voor de uitgave van een tijdschrift dat minstens 4x per jaar verschijnt: 30 punten. Het tijdschrift (minimaal 8 A5-bladzijden exclusief buitenkaft) moet door de plaatselijke afdeling van de vereniging worden opgemaakt en verspreid. Indien meerdere verenigingen samen één tijdschrift uitgeven worden de punten verdeeld over de betrokken verenigingen. In plaats van een tijdschrift uit te brengen, is het ook mogelijk om een website te maken die op regelmatige basis minstens 6x per jaar wordt ge-updatet. Telkens een site wordt ge-update, moeten de wijzigingen aan de jeugddienst gemeld worden. De jeugddienst en het dagelijks bestuur van de jeugdraad zullen de websites geregeld controleren. 6. Maximaal 40 punten zijn te verdienen voor: Deelname aan gemeentelijke activiteiten: dit zijn activiteiten georganiseerd door het gemeentebestuur of jeugdraad. 3 punten per activiteit. 7. Elke vereniging die actief aandacht besteedt aan kansengroepen, krijgt 5 punten voor: Het vermelden van de mogelijkheid tot betaling op maat op de briefwisseling. 8. Maximaal 35 punten zijn te verdienen voor: Aanwezigheid tijdens de jeugdraad: 5 punten per aanwezigheid. Afdeling 3 : Verantwoordingsstukken
Artikel 14. Aan het dossier voor de subsidieaanvraag moeten volgende stukken ter verantwoording worden toegevoegd : Art. 13 pt 1 : attest van deskundigheid voor de opgegeven begeleiding. Art. 13 pt 2 : ledenlijst (naam + adres + geboortedatum). Art. 13 pt 4 : sociale activiteiten dienen voorafgaandelijk schriftelijk aangekondigd te worden bij de jeugddienst of op de jeugdraad. Datum, soort, plaats, contactpersoon en korte omschrijving van de activiteit dienen vermeld te worden. Art. 13 pt 5 : 4 verschillende uitgaven van het ledenblad bijvoegen. Art. 13 pt 7: een kopie van elke brief etc.
Subsidiereglementen 2008-20..
5/17
Gemeente Rijkevorsel
Hoofdstuk 3: Subsidies voor kinderen en jongeren met minder kansen. Artikel 15. Binnen de perken van de jaarlijks goedgekeurde kredieten in de begroting en overeenkomstig de hierna gestelde voorwaarden, kan het gemeentebestuur de jeugdraad en de jeugdverenigingen die in aanmerking voor basis- en werkingssubsidies steunen die financiële drempels naar hun leden/doelgroep toe verlagen. Artikel 16. De subsidie voor de betoelaging van toeleiding van kinderen en jongeren met minder kansen bedraagt € 1.000. Onder subsidie wordt verstaan de financiële tegemoetkomingen die jeugdverenigingen geven aan die leden die vanwege socio-economische redenen de normale deelnameprijs niet kunnen betalen. Artikel 17. De jongeren die voor deze subsidie in aanmerking komen, zijn maximum 25 jaar oud en verblijven in Rijkevorsel. Artikel 18. Volgende financiële tegemoetkomingen komen in aanmerking voor de subsidie: Kosten voor onontbeerlijk materiaal eigen aan de vereniging (uniform, …). Lidgelden. Inschrijvingsgelden voor bepaalde activiteiten (kampen, weekends,…). Artikel 19. De aanvragers (zie artikel 15) dienen hun dossier schriftelijk in bij de jeugddienst voor 10 november van het lopende jaar op de daarvoor bestemde formulieren die ter beschikking zijn bij het gemeentebestuur vanaf 1 september. Artikel 20. De subsidie bedraagt maximaal € 100 per persoon per jaar. Artikel 21. Indien blijkt dat onjuiste gegevens werden verstrekt of dat de voorwaarden van dit reglement niet werden nageleefd, kan de algemene vergadering van de jeugdraad aan het College adviseren om geen subsidies toe te kennen of de toegekende gelden geheel of gedeeltelijk terug te vorderen. De betrokken familie zal definitief geen aanspraak meer kunnen maken op subsidies voor kansarme jongeren. Artikel 22. Na berekening van de subsidie wordt, indien er meer dan voldoende krediet is, het resterende krediet met goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen, overgeheveld naar de subsidie voor projecten.
Subsidiereglementen 2008-20..
6/17
Gemeente Rijkevorsel
Hoofdstuk 4 : subsidie voor projectwerkingen Artikel 23. Binnen de perken van de kredieten, daartoe goedgekeurd op de gemeentebegroting, worden toelagen verleend voor projectwerkingen in de jeugdsector met het oog op jeugdcultuur. Het project moet plaats vinden op het grondgebied van de gemeente en in de eerste en voornaamste plaats gericht zijn naar een jongerenpubliek van 6 tot 25 jaar. De subsidie voor de betoelaging van jeugdprojecten bedraagt € 1.200. Artikel 24. Een project is een samenhangend geheel van activiteiten, eventueel samengebracht op één dag, waarbij gebruik wordt gemaakt van verschillende methodieken (lezing, tentoonstelling, brochure, video, hearing...). Een project richt zich tot een specifieke doelgroep en beoogt een vooraf geformuleerd resultaat met een duurzaam effect. Een project is begrensd in tijd, geld (projectbegroting) en mankracht (projectleider, projectteam). Activiteiten die kaderen in een totaal programma (bv. van wijkfeesten, dansfeesten, bals en fuiven) komen niet in aanmerking voor betoelaging. Eenzelfde project kan slechts drie maal op rij gesubsidieerd worden. Daarna wordt het verondersteld tot de reguliere werking van de vereniging te behoren. Artikel 25. De toelage is niet enkel voorbehouden voor erkende jeugdverenigingen, de jeugdraad maar kan ook aangevraagd worden door andere organisaties of individuen, op voorwaarde dat de manifestatie in kwestie ten goede komt aan de Rijkevorselse jeugd en voldoet aan alle criteria. Een startende jeugdvereniging, die geen volledig werkjaar kan aantonen, komt eveneens in aanmerking voor een projectsubsidie. Artikel 26. Een project moet beantwoorden aan volgende eisen : 1) Resultaatgericht zijn: d.w.z. dat de beoogde resultaten duidelijk moeten worden geformuleerd en achteraf ook moeten geëvalueerd worden. 2) Duidelijk gefaseerd zijn en dus een onderscheid maken tussen de perioden van: Voorbereiding (probleemomschrijving, formuleren van doelstellingen, doelgroep en werkwijzen, inschatten van realiseerbaarheid enz...). Uitvoering (bepalen van de activiteiten en methodieken, voorzien in tussentijdse. Evaluaties en eventuele bijsturing enz... Afronding (via een eindproduct, een eindevaluatie, een rapport enz...). 3) Tijdsgebonden zijn: elk project is per definitie beperkt in tijd. Dit betekent dat geen projectsubsidie kan aangevraagd worden om bv. de gewone werkingskosten van een organisatie te financieren. 4) Diverse methoden en technieken hanteren die in de aanvraag moeten gespecificeerd worden: Het kan hierbij gaan om cursussen, trainingen, tentoonstellingen, studiebezoeken, uitwisselingsactiviteiten, enz...
Subsidiereglementen 2008-20..
7/17
Gemeente Rijkevorsel
5) Een duurzaam effect nastreven: hier moet het onderscheid gemaakt worden tussen een voortgezette werking en een duurzaam effect. Een project moet niet steeds resulteren in een voortgezette werking. Het kan ook een finaliteit op zich zijn bv. een tentoonstelling, een uitwisselingsinitiatief, een beurs, enz... Wat echter wel beoogd wordt is een duurzaam effect. Dat kan de uitbouw van één of andere werking inhouden, maar het kan ook gaan om de resultaten van één of ander sensibiliserend initiatief. 6) De gewone werking overstijgen: dus een grotere impact hebben op de eigen leden zelf. Samenwerkingsverbanden worden gestimuleerd en zijn bijgevolg een pluspunt. 7) Plaats: georganiseerd worden door een erkende jeugdwerkvorm, binnen de gemeente en niet commercieel zijn. Artikel 27. Specifieke criteria te bewijzen : Elk project moet ten gunste komen van de doelgroep passende in het decreet (6 tot 25 jaar) in de gemeente Rijkevorsel. Alle begeleiding moet minimum 16 jaar zijn. Minimum de helft van de verantwoordelijken van het project moet jonger zijn dan 25 jaar, en de helft van de verantwoordelijken wonen in de Gemeente Rijkevorsel. Aan geen enkele deelnemer mag de toegang geweigerd worden omwille van sociale herkomst, ideologie, ras, geslacht, seksuele geaardheid of handicap . Artikel 28. De aanvragen voor de projecten moeten ingediend worden bij de gemeentelijke jeugddienst. De aanvraag moet minimaal 1 maand voor het project van start zal gaan op de jeugddienst binnen zijn. De gemeentelijke jeugddienst plaatst deze aanvragen en ook de behandeling van de evaluatieverslagen achteraf op de agenda van de jeugdraad. De aanvragers voor deze subsidies zijn ertoe gehouden alle door de gemeente Rijkevorsel gevraagde inlichtingen en documenten over te maken. Artikel 29. Als betoelaagbare uitgaven komen enkel de kosten met betrekking tot het project in aanmerking hetzij : Huurgelden infrastructuur en daaraan gekoppelde kosten, Promotiekosten, Verzekering, Uitkoopsommen, honoraria sprekers en kosten lesgevers, Auteursrechten, Spel- en sportmateriaal dat kadert binnen een doelgerichte activiteit, Materiaal ten behoeve van vormende activiteiten, met uitsluiting van alle andere kosten. Artikel 30. De uitgaven kunnen maximum betoelaagd worden voor 50% met een maximum van € 300 en voor maximum het verlies.
Subsidiereglementen 2008-20..
8/17
Gemeente Rijkevorsel
Artikel 31. De toelage wordt uitbetaald nadat het project is uitgevoerd en volgende verantwoordingsstukken zijn voorgelegd: Een evaluatieverslag over het georganiseerde project of initiatief, Een financieel verslag, met aanduiding van de subsidieerbare kosten, De betreffende facturen met de vermelding “voldaan” of samen met het bewijs van betaling. Artikel 32. De begunstigden aanvaarden door het feit van hun aanvraag de controle van de bevoegde gemeentedienst over het ingediende dossier, het project en de eindafrekening. Indien blijkt dat onjuiste gegevens werden verstrekt of dat de voorwaarden van onderhevig reglement niet werden nageleefd, kan het College van Burgemeester en Schepenen beslissen geen toelage toe te kennen en/of de toegekende toelage geheel en/of gedeeltelijk terug te vorderen. Artikel 33. Alle niet in dit reglement voorziene gevallen alsmede alle betwistingen omtrent de uitvoering ervan, worden geregeld door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 34. Na berekening van de subsidie wordt, indien er meer dan voldoende krediet is, het resterende krediet met goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen, overgeheveld naar de subsidie voor cursusonkosten.
Subsidiereglementen 2008-20..
9/17
Gemeente Rijkevorsel
Hoofdstuk 5 : Subsidie cursusonkosten Artikel 35. Binnen de perken van de jaarlijks goedgekeurde kredieten in de gemeentelijke begroting en overeenkomstig de hier gestelde voorwaarden kan het gemeentebestuur een premie toekennen aan de Rijkevorselse jongeren voor het bekomen van een attest basisverantwoordelijke en/of voor het behalen van attesten afgeleverd door een erkende organisatie en ten voordele van het jeugdwerk. Artikel 36. De subsidie voor tussenkomst voor begeleider in de cursusonkosten bedraagt € 2.300. Artikel 37. Komen in aanmerking voor het bekomen van een subsidie : Jongeren die in het jaar van de aanvraag minstens 16 jaar oud zijn, Woonachtig op het grondgebied Rijkevorsel, Woonachtig in een andere gemeente maar reeds twee jaar actief werkzaam in een niet-grensoverschrijdende jeugdvereniging erkend door het gemeentebestuur. Artikel 38. De aanvragen moeten schriftelijk gebeuren voor 10 november van het lopende jaar op de daarvoor bestemde formulieren die ter beschikking zijn bij het gemeentebestuur vanaf 1 september. Artikel 39. De toekenning van de toelage gebeurt door het College van Burgemeester en Schepenen. De toelage wordt in onderstaande volgorde berekend en bedraagt : 100% van de cursusonkosten met een maximum van € 150 voor jongeren die woonachtig zijn in Rijkevorsel of actief betrokken zijn bij een nietgrensoverschrijdende Rijkevorselse jeugdorganisatie erkend door het gemeentebestuur van Rijkevorsel. Voor de grensoverschrijdende verenigingen komen enkel de leden van Rijkevorsel in aanmerking. Indien het krediet ontoereikend is, worden deze bedragen procentueel en evenredig verminderd. 25% van de cursusonkosten voor de niet-georganiseerde jongeren met een maximum van € 25 die na de opleiding hun verworven kennis ten dienste willen stellen van het jeugdwerk binnen de gemeente Rijkevorsel. Enkel die cursussen die erkend zijn door de Afdeling Jeugd en Sport van het Vlaamse Ministerie komen in aanmerking. Indien leden een vorming wensen te volgen die meer dan 150 euro kost, kan op deze regeling steeds een uitzondering gemaakt worden. Aanvragen op uitzonderingen op deze regels worden steeds geval per geval ter advies voorgelegd aan de algemene vergadering van de jeugdraad. Binnen de perken van het krediet zal er dan naar een alternatieve regeling gezocht worden. Belangrijk bij deze is dat Subsidiereglementen 2008-20..
10/17
Gemeente Rijkevorsel
de normale vormingen (basiscursus, animator in het jeugdwerk,…) steeds voorrang zullen krijgen. Artikel 40. De cursusonkosten worden slechts uitbetaald na voorlegging van het deelnemingsattest. Artikel 41. Na berekening van de subsidie wordt, indien er meer dan voldoende krediet is, het resterende krediet met goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen overgeheveld naar de subsidie voor kampen.
Subsidiereglementen 2008-20..
11/17
Gemeente Rijkevorsel
Hoofdstuk 6 : subsidie voor vakantie-initiatieven Artikel 42. Het op de begroting opgenomen krediet kan aangewend worden voor de subsidiëring van: Jeugdkampen en bivakken in zoverre deze hoofdzakelijk door de vereniging zelf worden georganiseerd en begeleid; Andere vakantie-initiatieven van erkende particuliere jeugdverenigingen, voor zover deze hoofdzakelijk door de vereniging zelf worden georganiseerd en begeleid tijdens een aaneensluitende periode van ten minste 2 nachten, al dan niet met overnachting in binnen- of buitenland met een maximum van drie aanvragen per vereniging per werkjaar. Artikel 43. De subsidie van vakantie-initiatieven bedraagt € 4.000. Van dit bedrag wordt € 1.000 voorzien voor om te verdelen volgens artikel 44. De resterende € 3.000 wordt aangewend om de kosten binnengebracht onder artikel 46 tegemoet te komen. Artikel 44. Aansluitend op het kampvervoer door de gemeente georganiseerd, kan een jeugdvereniging genoodzaakt zijn om extra bijkomend kampvervoer te voorzien om kampmateriaal te vervoeren van en/of naar de kampplaats. De subsidie bedraagt € 0,5 per kilometer (heen- en terugrit) voor een camionette en € 1 per kilometer voor een vrachtwagen. Indien het krediet ontoereikend is, worden deze bedragen procentueel en evenredig verminderd. Artikel 45. De vereniging die de subsidie voor vakantie-initiatieven wenst te ontvangen is verplicht uiterlijk op 10 november van het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd een aanvraag in te dienen op de daartoe bestemde formulieren die te bekomen zijn bij het gemeentebestuur. De subsidie wordt berekend op basis van de gegevens van de vakantie-initiatieven van de verenigingen betreffende de periode die loopt van 1 september van het vorige jaar tot 31 augustus van het lopende werkjaar. Artikel 46. De subsidie bedraagt voor niet-grensoverschrijdende verenigingen, € 1 per lid per nacht voor de bivakken van de jeugdbewegingen en andere vakantie-initiatieven. Indien het krediet ontoereikend is, worden deze bedragen procentueel en evenredig verminderd. Voor grensoverschrijdende verenigingen tellen alleen de deelnemers van Rijkevorsel. De subsidie voor leden met een handicap wordt vastgesteld op € 5 per lid per nacht. Voor buitenlandse kampen bedraagt de subsidie voor niet-grensoverschrijdende verenigingen, € 3 per lid per nacht. Onder buitenlandse kampen worden kampplaatsen verstaan, gelegen in het buitenland en die verder liggen dan een straal van 100 km van Rijkevorsel. Voor grensoverschrijdende initiatieven komen enkel die leden in aanmerking voor deze subsidie die woonachtig zijn in Rijkevorsel.
Subsidiereglementen 2008-20..
12/17
Gemeente Rijkevorsel
Artikel 47. Voor de uitbetaling van de kampsubsidie dient te worden bijgevoegd : Een kopie huurcontract of attest van deelname aan een georganiseerd kamp. Een lijst met namen van de deelnemers. Indien extra kampvervoer wordt voorzien, dient een onkostennota binnengebracht te worden uitgegeven door de vervoersfirma. Artikel 48. Na berekening van de subsidie wordt, indien er meer dan voldoende krediet is, het resterende krediet met goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen, overgeheveld naar de subsidie voor jeugdinitiatieven en/of jeugdlokalen.
Subsidiereglementen 2008-20..
13/17
Gemeente Rijkevorsel
Hoofdstuk 7 : Subsidie voor jeugdverenigingslokalen Artikel 49. Binnen de perken van de jaarlijks goedgekeurde kredieten in de begroting en de eventueel resterende kredieten van de vorige hoofdstukken en overeenkomstig de hierna gestelde voorwaarden, kan het gemeentebestuur een premie toekennen aan Rijkevorselse jeugdverenigingen voor het aankopen, in erfpacht nemen, bouwen, verbouwen of aanpassen van verenigingslokalen én ook voor de kosten inzake brandveiligheid. Artikel 50. Zonder de overschotten van de vorige hoofdstukken bedraagt de subsidie voor de betoelaging van jeugdverenigingslokalen € 21.300. Artikel 51. Nog voor het begin van de berekeningen van de tegemoetkomingen aan de jeugdverenigingen wordt van dit bedrag € 5.000 overgezet naar het reservefonds voor jeugdinfrastructuur op de gemeentebegroting. Hierdoor blijft er nog minimaal € 16.300 over voor de tegemoetkomingen zoals in artikel 49 gesteld, met een opsplitsing van € 7.000 voor kosten inzake verbouwingen en € 9.300 voor kosten inzake brandveiligheid. Indien het krediet ontoereikend is, worden deze bedragen procentueel en evenredig verminderd. Artikel 52. De voorwaarden voor subsidies inzake verbouwingen: 1) De vereniging moet werken hebben uitgevoerd of hebben laten uitvoeren tot het oprichten, inrichten, of aanpassen van een lokaal en hiervoor de kosten zelf hebben gedragen. Onder lokaal wordt hier verstaan een gebouw (of gedeelte ervan) dat door de vereniging in gebruik wordt genomen in functie van zijn werking. Het lokaal moet in Rijkevorsel gelegen zijn. 2) De vereniging moet controle door het gemeentebestuur op de verstrekte gegevens en werken aanvaarden. Het gemeentebestuur kan bijkomende voorwaarden stellen in functie van de brandveiligheid en hygiëne. 3) Voor het lokaal moet de vereniging, als eigenaar of als huurder, een brandverzekering afsluiten. 4) Bij nieuwbouw moet de vereniging ofwel eigenaar zijn van de grond, ofwel deze nog minstens 15 jaar in erfpacht hebben. 5) Om voor betoelaging in aanmerking te komen, moeten alle wettelijk opgelegde vergunningen bekomen zijn. 6) Voor werkzaamheden inzake veiligheid is punt 5 van artikel 52 niet van toepassing. Artikel 53. Voor betoelaging in aanmerking komende kosten voor de verbouwingen: 1) Noodzakelijke (onderhouds)werken kleine verbouwingswerken; werken welke noodzakelijk zijn om : Het gebouw te vrijwaren tegen algemene degradatie bv tocht, vochtinsijpeling, glasbreuk,…
Subsidiereglementen 2008-20..
14/17
Gemeente Rijkevorsel
Te voldoen aan bepaalde normen : veiligheid, milieu, elektrische installatie, brandveiligheid, elektrische keuringen … Aanpassen van de functionaliteit van het gebouw n.a.v. gewijzigde behoeften 2) Verfraaiingkosten: Herschilderen Aankoop en onderhoud van duurzaam en vast opgesteld (spel)materiaal bv. doel, basketring, fietsenstalling,… Verharding van plein, toegangsweg, parking Artikel 54. De procedure voor subsidies inzake verbouwingen: 1) De aanvraag gebeurt op de daartoe bestemde formulieren door het gemeentebestuur ter beschikking gesteld. Bij de aanvraag wordt een omschrijving gevoegd van de kostprijs. Aanvragen ingediend na 10 november komen in aanmerking voor het volgende begrotingsjaar, tenzij er meer dan voldoende krediet is kunnen kosten aan gebouwen tot het einde van het gemeentelijk boekjaar, worden opgenomen. 2) Als verantwoordingsstukken zullen enkel de betalingsbewijzen op naam van de vereniging in aanmerking worden genomen voor de berekening van de subsidie. De gegevens van de aanvraag kunnen door een bezoek ter plaatse worden gecontroleerd. De uitgaven voor werken die niet aan de gestelde voorwaarden voldoen, zullen niet in aanmerking worden genomen voor de berekening van de subsidie. Om eventuele misverstanden en discussies te vermijden kunnen eventueel foto’s worden bijgevoegd ter staving. Artikel 55. Het percentage van de totale subsidie voor verbouwingen van jeugdlokalen voor de onder: Art. 53.1 bedoelde werken: evenredige verdeling naargelang de binnengebrachte kosten, Art. 53.2 bedoelde werken: indien er nog budget over is worden verfraaiingskosten evenredig verdeeld, Indien de kredieten ontoereikend zijn, mag dit opgevangen worden door eventuele overschotten van andere reglementen welke onder hetzelfde begrotingsartikel werkzaam zijn. Zoniet wordt het aan alle aanvragers verschuldigde bedrag procentueel en evenredig verminderd. Artikel 56. Om een efficiëntere verdeling van de beschikbare middelen te bekomen, kan een vereniging een voorschot bekomen. Hiervoor brengt de betreffende jeugdvereniging een gedetailleerde raming van de kosten en timing van de werken opgedeeld in verschillende fases op een algemene vergadering van de jeugdraad. Dit kan ten vroegste op de eerste algemene vergadering van het nieuwe werkjaar gebeuren. Afhankelijk van het beschikbare budget en de aanvragen stelt de jeugdraad een advies op gericht aan het College. Dit advies behelst een budgetverdeling en voorstel naar fasering toe. Indien het College het advies volgt, worden de middelen binnen de 30 kalenderdagen beschikbaar gemaakt voor de betreffende vereniging.
Subsidiereglementen 2008-20..
15/17
Gemeente Rijkevorsel
Artikel 57. De voorwaarden voor subsidies inzake brandveiligheid: 1) De vereniging moet werken hebben uitgevoerd of hebben laten uitvoeren inzake brandveiligheid in hun lokalen. 2) de vereniging moet te werk gaan volgens de prioriteiten die werden aangehaald door de brandweer na hun evaluatie inzake brandveiligheid. 3) De vereniging moet controle door het gemeentebestuur op de verstrekte gegevens en werken aanvaarden. Het gemeentebestuur kan bijkomende voorwaarden stellen in functie van de brandveiligheid en hygiëne. 4) Voor het lokaal moet de vereniging, als eigenaar of als huurder, een brandverzekering afsluiten. 5) Bij nieuwbouw moet de vereniging ofwel eigenaar zijn van de grond, ofwel deze nog minstens 15 jaar in erfpacht hebben. 6) Om voor betoelaging in aanmerking te komen, moeten alle wettelijk opgelegde vergunningen bekomen zijn. Artikel 58. De procedure voor subsidies inzake brandveiligheid: 1) De aanvraag gebeurt op de daartoe bestemde formulieren door het gemeentebestuur ter beschikking gesteld. Bij de aanvraag wordt een omschrijving gevoegd van de kostprijs. Aanvragen ingediend na 10 november komen in aanmerking voor het volgende begrotingsjaar, tenzij er meer dan voldoende krediet is kunnen kosten aan gebouwen tot het einde van het gemeentelijk boekjaar, worden opgenomen. 2) Als verantwoordingsstukken zullen enkel de betalingsbewijzen op naam van de vereniging in aanmerking worden genomen voor de berekening van de subsidie. De gegevens van de aanvraag kunnen door een bezoek ter plaatse worden gecontroleerd. De uitgaven voor werken inzake brandveiligheid die niet aan de gestelde voorwaarden voldoen, zullen niet in aanmerking worden genomen voor de berekening van de subsidie. Om eventuele misverstanden en discussies te vermijden kunnen eventueel foto’s worden bijgevoegd ter staving. Artikel 59. De kosten inzake brandveiligheid worden evenredig verdeeld naargelang de binnengebrachte kosten. Artikel 60. Om een efficiëntere verdeling van de beschikbare middelen te bekomen, kan een vereniging een voorschot bekomen. Hiervoor brengt de betreffende jeugdvereniging een gedetailleerde raming van de kosten en timing van de werken voor brandveiligheid, opgedeeld in verschillende fases, op een algemene vergadering van de jeugdraad. Dit kan ten vroegste op de eerste algemene vergadering van het nieuwe werkjaar gebeuren. Afhankelijk van het beschikbare budget en de aanvragen stelt de jeugdraad een advies op gericht aan het College. Dit advies behelst een budgetverdeling en voorstel naar fasering toe. Indien het College het advies volgt, worden de middelen binnen de 30 kalenderdagen beschikbaar gemaakt voor de betreffende vereniging. Artikel 61. Subsidiereglementen 2008-20..
16/17
Gemeente Rijkevorsel
Alle betwistingen i.v.m. toekenning of uitbetaling van de toelagen worden door het College van Burgemeester en Schepenen geregeld, na advies van de Jeugdraad. Artikel 62. Na berekening van de subsidie wordt, indien er meer dan voldoende krediet is, het resterende krediet met goedkeuring van het College van Burgemeester en Schepenen, overgeheveld naar het reservefonds voor jeugdinfrastructuur.
Subsidiereglementen 2008-20..
17/17
Gemeente Rijkevorsel