College Onderwerp:
V200900559 Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten regio Midden-Brabant
Samenvatting: Inleiding: Op 20 november 2007 heeft uw college ingestemd met het plan van aanpak Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten. Met deze regeling kan d.m.v. het verlenen van subsidie gestimuleerd worden dat op gronden van agrariërs en particuliere eigenaren in het buitengebied landschapselementen worden aangelegd en wandelpaden worden opengesteld. Om deze provinciale regeling operationeel te maken en gebruik te kunnen maken van co-financiering hebben de gemeenten Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, samen met o.a. provincie en betrokken waterschappen een gebiedsgericht uitvoeringsprogramma en gebiedscontract opgesteld.
Afweging: Een aantrekkelijk en kenmerkend landschap is een belangrijke component bij de waardering van de woon- en werkomgeving. Het buitengebied heeft een belangrijke functie voor bewoners om te kunnen recreëren. Andersom kan het platteland profiteren van de aanwezigheid van recreanten en toeristen. De ecologische waarde en de aantrekkingskracht van het buitengebied worden deels bepaald door de aanwezigheid van karakteristieke landschapselementen, die het leefgebied vormen voor kenmerkende soorten die bij het landschap horen. De provinciale regeling Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten biedt een kans om d.m.v. gesubsidieerd particulier landschapsbeheer de natuur- en landschapswaarden en de recreatieve mogelijkheden in het buitengebied te versterken. In het gebiedsgericht uitvoeringsprogramma (en op de bijbehorende uitvoeringskaart in bijlage 1 van het GUP en bijlage 1 van het gebiedscontract) is de ambitie voor de komende 10 jaar verwoord t.a.v. de gewenste versterking van landschaps- en natuurwaarden. Door ondertekening van het Gebiedscontract Midden-Brabant stellen de betrokken partijen middelen beschikbaar om de komende 4 jaar contracten af te sluiten met agrariërs en particuliere grondeigenaren in het buitengebied. Voor de gemeente Heusden wordt voorgesteld een bedrag van € 180.000 beschikbaar te stellen voor de komende 4 jaar (€ 45.000 per jaar).
Advies: 1. in te stemmen met de ambitie zoals verwoord in het Gebiedsgericht Uitvoeringsprogramma Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten; 2. in te stemmen met de ondertekening van het Gebiedscontract Midden-Brabant; 3. het gebiedsgericht uitvoeringsprogramma en gebiedscontract ter kennisname voor te leggen aan de raadsleden; 4. bij het opstellen van het nieuwe bestemmingsplan buitengebied de procedure voor het aanlegvergunningstelsel in relatie tot het Stimuleringskader zo mogelijk te vereenvoudigen en daarbij de afweging te maken of aanpassing van de gemeentelijke legesverordening gewenst/noodzakelijk is.
1/1
College Onderwerp:
V200900559 Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten regio Midden-Brabant
Collegevoorstel Inleiding: Op 20 november 2007 heeft uw college ingestemd met het plan van aanpak Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten. Met deze regeling kan d.m.v. het verlenen van subsidie gestimuleerd worden dat op gronden van agrariërs en particuliere eigenaren in het buitengebied landschapselementen worden aangelegd en wandelpaden worden opengesteld. Om deze provinciale regeling operationeel te maken en gebruik te kunnen maken van cofinanciering hebben de gemeenten Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, samen met o.a. provincie en betrokken waterschappen een gebiedsgericht uitvoeringsprogramma (bijlage 2) en gebiedscontract (bijlage 3) opgesteld. Deze stukken worden u met dit voorstel ter vaststelling voorgelegd.
Feitelijke informatie: Een inhoudelijke toelichting op het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten, het gebiedsgericht uitvoeringsprogramma (GUP) en de vast te leggen afspraken in het gebiedcontract is weergegeven in bijlage 1 bij dit voorstel.
Afweging: Een aantrekkelijk en kenmerkend landschap is een belangrijke component bij de waardering van de woon- en werkomgeving. Het buitengebied heeft een belangrijke functie voor bewoners om te kunnen recreëren. Andersom kan het platteland profiteren van de aanwezigheid van recreanten en toeristen. De ecologische waarde en de aantrekkingskracht van het buitengebied worden deels bepaald door de aanwezigheid van karakteristieke landschapselementen, die het leefgebied vormen voor kenmerkende soorten die bij het landschap horen. De provinciale regeling Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten biedt een kans om d.m.v. gesubsidieerd particulier landschapsbeheer de natuur- en landschapswaarden en de recreatieve mogelijkheden in het buitengebied te versterken. Ambitie In het gebiedsgericht uitvoeringsprogramma (en op de bijbehorende uitvoeringskaart in bijlage 1 van het GUP en bijlage 1 van het gebiedscontract) is de ambitie voor de komende 10 jaar verwoord t.a.v. de gewenste versterking van landschaps- en natuurwaarden. Deze ambitie is tot stand gekomen met inbreng van gemeentelijke klankbordgroep, waarin o.a. ZLTO, Natuur- en milieuvereniging, Heemkundekring Onsenoort, Natuurmonumenten en Heusdens Bureau voor Toerisme vertegenwoordigd waren. Concreet zijn voor Heusden de volgende ambities in het uitvoeringsprogramma opgenomen. - m.b.t. bestaande natuur wordt de ambitie voorgesteld om binnen 10 jaar alle bestaande landschapselementen op particulier terrein in beheer te hebben via het stimuleringskader. Ingeschat is dat het hierbij gaat om 5 ha. - Voorgesteld wordt in Heusden veel aandacht te geven aan het realiseren van nieuwe landschapselementen (de fijne dooradering). Voor prioriteit II gebieden wordt de realisatie van 1% nieuwe natuur nagestreefd. Voor gebieden met prioriteit I (“ruime jas” gebied rond Vlijmens Ven en de zone langs de Meerdijk, Heidijk en Elshoutse Zeedijk) wordt een ambitie van ca. 3% nieuwe natuur voorgesteld. 1/5
College Onderwerp:
-
-
V200900559 Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten regio Midden-Brabant
Voor de hoofdaders (natte ecologische verbindingszones en landschapszones aan oost- en westzijde gemeente) wordt als ambitie voorgesteld om een klein deel (circa 5%) te realiseren met het stimuleringskader. Uitgangspunt is immers om zoveel mogelijk van de hoofdaders te realiseren door middel van aankoop. De ambitie m.b.t. de evz’s komt overeen met de ambitie van waterschap Aa en Maas. Als ambitie op het gebied van recreatief medegebruik wordt voorgesteld om binnen 10 jaar circa 8 kilometer recreatief pas over particuliere grond te realiseren.
Financiën Door ondertekening van het Gebiedscontract Midden-Brabant stellen de betrokken partijen middelen beschikbaar om de komende 4 jaar contracten af te sluiten met agrariërs en particuliere grondeigenaren in het buitengebied. Voor de gemeente Heusden wordt voorgesteld een bedrag van € 180.000 beschikbaar te stellen voor de komende 4 jaar (€ 45.000 per jaar). De provincie verdubbelt dit bedrag zodat voor Heusden jaarlijks € 90.000 beschikbaar is. Hiervan wordt 83 % (€ 74.700) daadwerkelijk ingezet voor de uitvoering (inrichting, beheer en vergoeding ondergrond). Aan specifieke kosten (veldcoördinatie, communicatie en evaluatie) wordt maximaal 15% besteed. De resterende 2 % wordt besteed aan scholingskosten (cursusaanbod voor deelnemende agrariërs en particulieren om kennis en kunde op het vlak van natuur- en landschapsbeheer te vergroten). Het door de gemeente beschikbaar gestelde budget is gelabeld aan het grondgebied van de gemeente. Als aan het einde van het uitvoeringsjaar het beschikbare budget niet is uitgeput, schuift het resterende budget door naar het uitvoeringsbudget van het volgende jaar. Budget versus kosten: keuze voor flexibiliteit Dit budget komt niet overeen met de kosten voor realisering van de genoemde ambitie. Toch word voorgesteld om de ambitie voor de komende 10 jaar volledig overeind te houden en geen gebieden uit te sluiten, m.u.v. de glastuinbouwgebieden en de EHS. Een belangrijk argument hiervoor is dat het hier een nieuwe instrument betreft op basis van vrijwillige deelname. Door gebieden uit te sluiten voor de komende 10 jaar kan weliswaar beter gestuurd worden, maar er kan niet worden ingespeeld op trends of kansen die zich voordoen (hoe om te gaan met een situatie waarin veel aanvragen komen uit een “gesloten gebied” en weinig uit een “opengesteld gebied”?) Daarbij komt dat wanneer de regeling een succes blijkt wellicht meer middelen vrijgemaakt kunnen worden, om een groter deel van de ambitie te kunnen realiseren. Wijziging gebiedscontract Afhankelijk van het animo kan het budget of de ambitie worden bijgesteld. In principe wordt het gebiedscontract eens per 4 jaar herzien, of eerder indien hier aanleiding toe is. Op verzoek van een gemeente kan het gebiedscontract één keer per jaar worden aangepast. Wijzigingen moeten uiterlijk in november worden aangevraagd bij de provincie.
Inzet van middelen: dekking Voor de gemeente Heusden wordt voorgesteld een bedrag van € 180.000 beschikbaar te stellen voor de komende 4 jaar (€ 45.000 per jaar). Financiering is mogelijk uit de reserve Revitalisering Landelijk Gebied. Momenteel bevat deze reserve ca. € 175.000. In de meerjarenbegroting is voor de jaren 2010 en 2011 rekening gehouden met een bijdrage aan deze reserve van € 60.000 per jaar. 2/5
College Onderwerp:
V200900559 Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten regio Midden-Brabant
personele consequenties Voor de dagelijkse werkzaamheden wordt een veldcoördinator aangesteld door de gezamenlijke partijen. Voor de directe aansturing en opleiding van de veldcoördinator is de provincie verantwoordelijk. Voor het monitoren van de afspraken, wijzigen van de uitvoeringskaarten en besluitvorming over de besteding van middelen voor communicatie en evaluatie wordt een stuurgroep ingesteld, bestaande uit verantwoordelijke bestuurders van de verschillende gebiedspartijen. Deze stuurgroep wordt ondersteund door een ambtelijke werkgroep. Vanuit de uitvoering Revitalisering Landelijk Gebied zijn hiervoor uren beschikbaar.
subsidie mogelijkheden De gemeentelijke bijdrage wordt verdubbeld door de provincie. Ook de bijdrage van waterschap Aa en Maas (€ 4000 per jaar) zal grotendeels worden ingezet op het grondgebied van Heusden. Dit budget van het waterschap wordt eveneens verdubbeld door de provincie.
Risico's: Animo grondeigenaren Door het bieden van marktconforme financiële vergoedingen voor een langere periode (contract voor 6 jaar), gerichte communicatie, ondersteuning door een veldcoördinator, de mogelijkheid voor scholing is getracht de Stimuleringsregeling Groen Blauwe Diensten zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Het slagen van de regeling blijft uiteraard volledig afhankelijk van het animo van grondeigenaren. Wanneer aan het einde van de looptijd van het gebiedscontract het beschikbare budget niet is uitgeput, dan nemen de de betrokken financiers gezamenlijk een besluit wat met het resterende budget wordt gedaan. Relatie met A59 De beschikbare middelen worden voor het grootste deel besteed aan de fijne dooradering. De eerste 4 jaar is voor de hoofdaders slechts € 8.300 beschikbaar. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat deze middelen in de eerste 4 jaar met name worden ingezet voor de ecologische verbindingszones. De versterking van de landschapszones aan de oost- en westzijde van de gemeente worden de eerste 4 jaar geen extra middelen beschikbaar gesteld via de Stimuleringsregeling. Wel heeft in het GUP en op de bijbehorende uitvoeringskaart reeds afstemming plaatsgevonden met de landschappelijke doelstellingen in de gebiedsvisie A59 en de ruimtelijke vertaling hiervan in de gemeentelijke structuurvisie. Versterking van deze landschapszones hangt namelijk samen met het project corridorstudie A59. Wanneer de uitvoering van dit project in zicht komt (naar verwachting pas na de looptijd van het eerste gebiedscontract), kan er t.z.t. voor gekozen worden om een deel van het projectbudget A59 dat is gereserveerd voor de realisatie van de landschapszones in te zetten via het stimuleringskader groen blauwe diensten. De voortgang van het project A59 en de gemaakte keuzes in relatie tot dit project zullen bepalend zijn voor de mate waarin via het Stimuleringskader bijgedragen kan worden aan versterking van de landschapszones.
3/5
College Onderwerp:
V200900559 Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten regio Midden-Brabant
Flankerend beleid Het realiseren van landschapselementen is gekoppeld aan een aanlegvergunningsstelsel. De kosten en procedurele inspanningen die dit met zich meebrengt voor de initiatiefnemer zouden van invloed kunnen zijn op het animo voor de stimuleringsregeling. Voorgesteld wordt bij het opstellen van het nieuwe bestemmingsplan buitengebied de procedure voor het aanlegvergunningstelsel in relatie tot het Stimuleringskader zo mogelijk te vereenvoudigen en daarbij de afweging te maken of een aanpassing van de gemeentelijke legesverordening gewenst/noodzakelijk is.
Procedure: vervolgstappen Op donderdag 10 september zal de ondertekening van het Gebiedscontract Midden Brabant plaatsvinden. Wethouder van der Poel is uitgenodigd om namens de burgemeester het contract te ondertekenen. I.v.m. de machtiging wordt een afzonderlijk burgemeestersvoorstel voorgelegd. Voorgesteld wordt de raadsleden op de hoogte te brengen van de ondertekening van het gebiedscontract door toezending van het collegebesluit, het gebiedsgericht uitvoeringsprogramma en het gebiedscontract.
communicatie Het Stimuleringskader wordt provinciaal uitgedragen via brochures, een nieuwsbrief en website met actuele informatie. Daarnaast bevat het gebiedscontract een communicatieplan voor de implementatie van de regeling in/door de regio zelf. In het communicatieplan wordt ingegaan op doelgroepen en doelstellingen, communicatiestrategie, communicatiemiddelen en –activiteiten, planning, organisatie en kostenindicatie.
Advies: Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen
4/5
College Onderwerp:
V200900559 Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten regio Midden-Brabant
BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 1 september 2009;
besloten: 1. in te stemmen met de ambitie zoals verwoord in het Gebiedsgericht Uitvoeringsprogramma Stimuleringskader Groen Blauwe diensten; 2. in te stemmen met de ondertekening van het Gebiedscontract Midden-Brabant; 3. het gebiedsgericht uitvoeringsprogramma en gebiedscontract ter kennisname voor te leggen aan de raadsleden; 4. bij het opstellen van het nieuwe bestemmingsplan buitengebied de procedure voor het aanlegvergunningstelsel in relatie tot het Stimuleringskader zo mogelijk te vereenvoudigen en daarbij de afweging te maken of aanpassing van de gemeentelijke legesverordening gewenst/noodzakelijk is.
namens het college van Heusden, de secretaris,
mr. J.T.A.J. van der Ven
5/5
Bijlage 1 Toelichting stimuleringskader, gebiedsgericht uitvoeringsprogramma en gebiedscontract
Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Met de provinciale regeling Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten kunnen d.m.v. particulier landschapsbeheer de natuur- en landschapswaarden en de recreatieve mogelijkheden in het buitengebied worden versterkt met subsidie. De regeling is in principe van toepassing op het hele buitengebied met uitzondering van gebieden die vallen onder de Ecologische Hoofdstructuur, omdat daarvoor alternatieve instrumenten beschikbaar zijn. Om de provinciale regeling operationeel te maken en gebruik te kunnen maken van cofinanciering door de provincie is door de gemeenten Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, samen met de betrokken waterschappen, Brabants Landschap en de Duinboeren een gebiedsgericht uitvoeringsprogramma en gebiedscontract opgesteld. Het gebiedsgericht uitvoeringsprogramma en gebiedscontract vormen de basis om contracten af te sluiten met grondeigenaren over de aanleg en het beheer van landschapselementen. Deze contracten hebben een looptijd van 6 jaar. Naast een vergoeding voor aanleg en beheer wordt ook de inzet van grond vergoed. Voor de realisatie van pakketten zoals poelen en houtwallen zal de grondeigenaar een éénmalige waardedaling vergoed krijgen. Hierbij wordt de grond in feite omgezet van landbouw naar natuur. Via een notariële acte wordt vastgelegd dat de grondeigenaar een verplichting heeft deze elementen in stand te houden. Voor pakketten zoals een bloemrijke rand krijgt de grondeigenaar gedurende het 6 jarig contract opbrengstderving uitbetaald. Deze elementen zijn na aflopen van het subsidiecontract omkeerbaar omdat de ondergrond landbouwgrond blijft.
Gebiedsgericht uitvoeringsprogramma In het gebiedgericht uitvoeringsprogramma (GUP) is de ambitie voor de komende 10 jaar verwoord t.a.v. de gewenste versterking van landschaps- en natuurwaarden in het buitengebied van de 5 gemeenten. Gebiedsbeschrijving In een gebiedsbeschrijving zijn allereerst de landschappelijke kenmerken in beeld gebracht, waardoor verschillende deelgebieden (landschapseenheden) zijn te onderscheiden. Het noordelijk deel staat onder invloed van de Maas (oeverwal en komgronden). De overgang tussen klei- en zandgronden wordt gevormd door de dekzandrug tussen Waalwijk en Den Bosch, waarop in Heusden de meeste stedelijke functies zijn gesitueerd. Ten zuiden van deze dekzandrug ligt het zandlandschap van NoordBrabant.
Streefbeeldenkaart en toepassingswijzer Op basis van deze landschapsanalyse en het bestaande landschapsbeleid is een “streefbeeldenkaart” opgesteld. Op deze kaart worden binnen de gemeente Heusden van noord naar zuid de volgende landschapseenheden onderscheiden: oeverwal, komgronden, slagenlandschap, grootschalig open landschap en kampen/essenlandschap. De zones tussen Drunen en Waalwijk en tussen Vlijmen en Den Bosch worden aangeduid als parklandschap, vanwege het multifunctionele karakter van deze gebieden. Per landschapseenheid is vervolgens aangegeven welke kenmerkende beplanting van oorsprong thuis hoort in elk deelgebied en gestimuleerd kan worden om dit specifieke landschap te versterken (bijvoorbeeld hoogstamboomgaarden in het oeverwalgebied). In een “toepassingswijzer” (bijlage 2 bij het GUP) staat per landschapseenheid in de vorm van “landschaps- en randenpakketten” aangegeven welke karakteristieken en gewenste landschapsontwikkelingen hier thuishoren en hoe ze in het veld toegepast dienen te worden. De streefbeeldenkaart is opgesteld met een lokale werkgroep per gemeente. Voor Heusden waren o.a. ZLTO, Natuur- en milieuvereniging, Heusdens Bureau voor Toerisme, Natuurmonumenten en Heemkundekring Onsenoort vertegenwoordigd. Thema’s en gebiedsprioriteiten Bij het opstellen van de streefbeeldenkaart is onderscheid gemaakt in 4 thema’s: 1. Fijne dooradering Het stimuleringskader wordt grotendeels ingezet om de fijne dooradering te realiseren. Hieronder wordt verstaan het beheer van bestaande waardevolle landschapselementen en ook de aanleg en onderhoud van nieuwe elementen. Binnen de fijne dooradering worden 3 klassen aandachtsgebieden onderscheiden (prioriteit 1 t/m 3). Op advies van de locale werkgroep hebben in Heusden het zuidoosten van de gemeente (“ruime jas gebied” rond Vlijmens Ven) en de poelenstructuur langs de Meerdijk, Heidijk en Elshoutse Zeedijk prioriteit 1 gekregen. De overige gebieden in Heusden hebben alle prioriteit 2. Prioriteit 3 (gebieden waar het huidige landschap de gewenste vorm al heeft bereikt en waar geen nieuwe landschapselementen gewenst zijn) komen in Heusden niet voor. 2. Hoofdaders Met het stimuleringskader kan ook een bijdrage worden geleverd aan het realiseren van hoofdaders. Dit zijn belangrijke verbindende elementen in de landschappelijke en ecologische structuur, zoals ecologische verbindingzones en de landschapszones aan de west- en oostkant van de gemeente Heusden. Het is niet de bedoeling dat deze zones volledig worden gerealiseerd d.m.v. het stimuleringskader. Wel biedt het particuliere grondeigenaren de mogelijkheid om, met behulp van subsidie voor grondwaardedaling, aanleg en onderhoud, ‘zelf’ een deel van de evz of landschapszone te realiseren. Hiermee wordt een alternatief geboden voor aankoop van de gronden, waarmee wellicht ontbrekende schakels in het landschappelijke netwerk alsnog kunnen worden gerealiseerd. Voor de realisatie van ecologische verbindingszones en landschapszones dient eerst een inrichtingsplan opgesteld te worden onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Voor de pakketten kan gebruik worden gemaakt van de catalogus groenblauwe diensten.
3. Recreatief medegebruik Binnen het hele projectgebied met uitzondering van de glastuinbouwgebieden in Heusden en het golfterrein in Vught wordt recreatief medegebruik in het agrarisch cultuurlandschap gestimuleerd. Het gaat met name om het realiseren van wandelen/of fietspaden over agrarische grond en onverharde wegen. 4. Duurzaam waterbeheer De basis voor het thema duurzaam waterbeheer binnen de stimuleringsregeling groenblauwe diensten is nog in ontwikkeling, waardoor het voor dit GUP niet is meegenomen. De bijdrage van het waterschap (blauwe diensten) bestaat momenteel naast het gedeeltelijke benutting voor de evz’s ook uit landschappelijke versterking van watervoerende sloten door realisatie van natuurvriendelijke oevers en bloemrijke randen. Uitvoeringsprogramma Vervolgens is een vertaling gemaakt van de streefbeeldenkaart naar het uitvoeringsprogramma voor de komende 10 jaar. In het uitvoeringsprogramma is de ambitie gekwantificeerd in oppervlaktes natuur en benodigde financiën. De gemeenten hebben hierbij de keuze om de ambitie zoals deze is verbeeld op de streefbeeldenkaart te volgen of hun ambitie aan te passen en meer in overeenstemming te brengen met het beschikbare budget. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door bepaalde deelgebieden niet open te stellen voor de regeling. Voor de gemeente Heusden wordt in het uitvoeringsprogramma voorgesteld om de ambitie voor de komende 10 jaar volledig overeind te houden en geen gebieden uit te sluiten, m.u.v. de glastuinbouwgebieden en de EHS. De kosten voor realisering van deze ambitie komen niet overeen met het nu ter beschikking te stellen budget voor de komende 4 jaar. Een belangrijk argument om geen gebieden uit te sluiten is dat het hier een nieuwe instrument betreft op basis van vrijwillige deelname. Door gebieden uit te sluiten voor de komende 10 jaar kan weliswaar beter gestuurd worden, maar er kan niet worden ingespeeld op trends of kansen die zich voordoen (hoe om te gaan met een situatie waarin veel aanvragen komen uit een “gesloten gebied” en weinig uit een “opengesteld gebied”?) Daarbij komt dat wanneer de regeling een succes blijkt wellicht meer middelen vrijgemaakt kunnen worden, om een groter deel van de ambitie te kunnen realiseren. Ambitie Heusden De ambitie van Heusden is weergeven op de uitvoeringskaart in bijlage 1 van het GUP en bijlage 1 van het gebiedscontract. Concreet zijn voor Heusden de volgende ambities in het uitvoeringsprogramma opgenomen. - m.b.t. bestaande natuur wordt de ambitie voorgesteld om binnen 10 jaar alle bestaande landschapselementen op particulier terrein in beheer te hebben via het stimuleringskader. Ingeschat is dat het hierbij gaat om 5 ha. - Voorgesteld wordt in Heusden veel aandacht te geven aan het realiseren van nieuwe landschapselementen (de fijne dooradering). Voor prioriteit II gebieden wordt de realisatie van 1% nieuwe natuur nagestreefd. Voor gebieden met prioriteit I (“ruime jas” gebied rond Vlijmens Ven en de zone langs de Meerdijk,
-
-
-
Heidijk en Elshoutse Zeedijk) wordt een ambitie van ca. 3% nieuwe natuur voorgesteld. Voor de hoofdaders (natte ecologische verbindingszones en landschapszones aan oost- en westzijde gemeente) wordt als ambitie voorgesteld om een klein deel (circa 5%) te realiseren met het stimuleringskader. Uitgangspunt is immers om zoveel mogelijk van de hoofdaders te realiseren door middel van aankoop. De ambitie m.b.t. de evz’s komt overeen met de ambitie van waterschap Aa en Maas. Als ambitie op het gebied van recreatief medegebruik wordt voorgesteld om binnen 10 jaar circa 8 kilometer recreatief pas over particuliere grond te realiseren. Waterschap Aa en Maas wil middels het stimuleringskader bijdragen aan het versterken van watergangen door realisatie van natuurvriendelijke oevers en randenpakketen langs watervoerende sloten, de aanleg van poelen in de directe omgeving van waterlopen van het waterschap en het versterken van mogelijkheden voor recreatief medegebruik van de blauwe infrastructuur.
Financiering In paragraaf 4.3 van het GUP is een indicatief kostenoverzicht per jaar gegeven op basis van de voorgestelde ambities. De indicatieve kosten per jaar voor het grondgebied van Heusden zijn op € 176.114 geraamd. Rekening houdend met de bijdrage van de provincie zou dat een kostenpost voor de gemeente Heusden betekenen van € 79.450 per jaar. Voorgesteld wordt in de eerste 4 jaar door Heusden jaarlijks € 45.000 beschikbaar te stellen voor het Stimuleringskader. De provincie verdubbelt dit bedrag zodat voor Heusden jaarlijks € 90.000 beschikbaar is. Hiervan wordt 83 % (€ 74.700) daadwerkelijk ingezet voor de uitvoering (inrichting, beheer en vergoeding ondergrond). Aan specifieke kosten (veldcoördinatie, communicatie en evaluatie) wordt maximaal 15% besteed. De resterende 2 % wordt besteed aan scholingskosten (cursusaanbod voor deelnemende agrariërs en particulieren om kennis en kunde op het vlak van natuur- en landschapsbeheer te vergroten). Dit budget is niet genoeg om de volledige ambitie te realiseren, maar wel ruim voldoende om met de regeling te experimenteren, interesse te peilen en in te spelen op een flink aantal initiatieven van grondeigenaren. Afhankelijk van het animo kan het budget of de ambitie worden bijgesteld. Van de € 74.700 voor uitvoering is € 66.400 gelabeld aan de fijne dooradering, waarbij t.b.v. maximale flexibiliteit geen onderverdeling wordt gemaakt voor bestaande en nieuwe elementen of recreatieve routes. De overige € 8.300 wordt gelabeld aan de hoofdaders. Daarbij is ervan uitgegaan dat deze middelen in de eerste 4 jaar met name beschikbaar gesteld zullen worden voor de ecologische verbindingszones. De versterking van de landschapszones aan de oost- en westzijde van de gemeente hangt samen met het project corridorstudie A59. Wanneer de uitvoering van dit project in zicht komt, kan er t.z.t. voor gekozen worden om een deel van het projectbudget A59 dat is gereserveerd voor de realisatie van de landschapszones in te zetten via het stimuleringskader groen blauwe diensten.
Gebiedscontract In het gebiedscontract worden aan de hand van het beschikbare budget uitvoeringskeuzes voor de komende 4 jaar gemaakt op basis van het gebiedsgericht uitvoeringsprogramma (GUP). In dit contract worden daarnaast taken en verantwoordelijkheden ten aanzien van de uitvoering door de betrokken partijen vastgelegd. Partijen en looptijd Deze overeenkomst is voor alle partijen bindend. Naast de gemeenten zijn ook de provincie, de waterschappen, Coördinatiepunt landschapsbeheer en Dienst Regelingen betrokken partij. Het Coördinatiepunt landschapsbeheer functioneert als inhoudelijk adviseur voor de aan te stellen veldcoördinator. In opdracht van de provincie is Dienst Regelingen verantwoordelijk voor de beoordeling van aanvragen, controlle van de uitvoering en afrekening. Iedere gemeente maakt individueel afspraken ten aanzien van taakstelling en budget. Deze worden ook opgenomen in het gebiedscontract. Naast bepalingen en voorwaarden die een gestandaardiseerde uitvoering en financiering moeten garanderen, laat het gebiedcontract partijen dus volop ruimte voor lokaal maatwerk. De looptijd van het gebiedscontract is vier jaar. In principe wordt een contract eens per 4 jaar herzien, of eerder indien hier aanleiding toe is. Op verzoek van een gemeente kan het gebiedscontract één keer per jaar worden aangepast. Wijzigingen moeten uiterlijk in november worden aangevraagd bij de provincie. Veldcoördinator Het gebiedsgerichte karakter van het provinciale Stimuleringskader komt ook tot uitdrukking in de uitvoeringsorganisatie. De gemeenten, waterschappen en provincie zullen gezamenlijk een veldcoördinator aanstellen, die verantwoordelijk is voor het uitdragen van de regeling naar de doelgroepen, het functioneren als aanspreekpunt en het begeleiden van agrariërs en particulieren aan de keukentafel en in het veld. De veldcoördinator wordt op contractbasis aangesteld door de uitvoeringsorganisatie. In het gebiedscontract worden de afspraken geregeld m.b.t. aanstelling, functieomschrijving, het contract, de beoordeling en betaling van de veldcoördinator. Flankerend beleid De uitvoering van maatregelen in het GUP kan worden ondersteund door de inzet van andere instrumenten of specifiek gemeentelijk beleid. Een voorbeeld is het aanlegvergunningsstelsel voor het aanleggen van landschapselementen. Vanuit het Stimuleringskader is het gewenst een deelnemer zo snel mogelijk tot realisatie van zijn initiatief te kunnen laten overgaan, tegen zo gering mogelijke kosten/inspanningen. Om het aanleggen van landschapselementen binnen het Stimuleringskader aantrekkelijker te maken, dient een oplossing gevonden te worden voor de volgende knelpunten: 1. de kosten voor de leges drukken op de schouders van de aanvrager; 2. de inspanning voor het indienen van een verzoek voor vergunningverlening ligt bij de aanvrager; 3. de doorlooptijd voor een vergunningsaanvraag is relatief lang.
Voorgesteld wordt bij het opstellen van het nieuwe bestemmingsplan buitengebied de procedure voor het aanlegvergunningstelsel in relatie tot het Stimuleringskader zo mogelijk te vereenvoudigen en daarbij de afweging te maken of een aanpassing van de gemeentelijke legesverordening gewenst/noodzakelijk is. Communicatie Het Stimuleringskader wordt provinciaal uitgedragen via brochures, een nieuwsbrief en website met actuele informatie. Daarnaast bevat het gebiedscontract een communicatieplan voor de implementatie van de regeling in/door de regio zelf. In het communicatieplan wordt ingegaan op doelgroepen en doelstellingen, communicatiestrategie, communicatiemiddelen en – activiteiten, planning, organisatie en kostenindicatie. Organisatie In paragraaf 5.5 van het GUP wordt d.m.v. stroomschema’s weergegeven hoe de organisatie is opgezet. Daarbij wordt ingegaan op: - aansturing van de veldcoördinator; - aanvraag van een beschikking door de grondeigenaar; - financiering; - voortgangsrapportages van de veldcoördinator t.b.v. de uitvoering; - beheer van het gebiedcontract. Gebiedspartijen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor een correcte uitvoering van de afspraken in het gebiedscontract. Om deze afspraken te monitoren wordt een stuurgroep bestaande uit verantwoordelijke bestuurders van de verschillende gebiedspartijen ingesteld. Deze stuurgroep wordt ondersteund door een ambtelijke werkgroep. De taken van de stuurgroep zijn: monitoren van de afspraken, wijzigen van de uitvoeringskaarten en besluitvorming over de besteding van middelen voor communicatie en evaluatie.
Gebiedsgericht uitvoeringsprogramma Stimuleringskader Groen Blauwe diensten Gemeenten Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught
28 januari 2009 te Veghel
Opdrachtgever: Gemeente Oisterwijk Gemeente Tilburg Gemeente Haaren Gemeente Heusden Gemeente Vught Waterschap De Dommel Provincie Noord-Brabant
Opdrachtnemer: Bureau Praedium Marshallweg 5 5466 AH Veghel
P/a Gemeente Oisterwijk Postbus 10101 5060 GA Oisterwijk
T F E I
Contactpersoon Dhr. A. van der Bruggen
Postadres Postbus 69 5460 AB Veghel 0413 – 38 58 20 0413 – 38 58 29
[email protected] www.bureaupraedium.nl
Contactpersonen Dhr. G. van der Veer en Mevr. A. van Beek
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, janauri 2009
Inhoud 1. Inleiding ............................................................................................................................................................... 4 1.1 Aanleiding ..................................................................................................................................................... 4 1.2 Partijen.......................................................................................................................................................... 4 1.3 Doelstelling.................................................................................................................................................... 4 1.4 Gebiedsafbakening ....................................................................................................................................... 5 2. Gebiedsbeschrijving ............................................................................................................................................ 6 2.1 Landschappelijke kenmerken........................................................................................................................ 6 2.2 Beleid ............................................................................................................................................................ 8 3. Streefbeeldenkaart ............................................................................................................................................ 10 3.1 Aandachtsgebieden .................................................................................................................................... 10 3.2 Thema’s ...................................................................................................................................................... 11 3.2.1 Hoofdaders .......................................................................................................................................... 11 3.2.2 Fijne dooradering................................................................................................................................. 11 3.2.3 Recreatief medegebruik....................................................................................................................... 11 3.2.4 Duurzaam waterbeheer ....................................................................................................................... 12 3.3 Pakketten .................................................................................................................................................... 12 3.4 Gebiedsprioritering...................................................................................................................................... 12 3.5 Afstemming met gemeentelijke beleid & procedures .................................................................................. 12 4.1 Ambities per gemeenten en waterschap ..................................................................................................... 14 4.1.1 Gemeente Haaren ............................................................................................................................... 14 4.1.2 Gemeente Heusden............................................................................................................................. 14 4.1.3 Gemeente Oisterwijk............................................................................................................................ 15 4.1.4 Gemeente Tilburg ................................................................................................................................ 15 4.1.5 Gemeente Vught.................................................................................................................................. 16 4.1.6 Waterschap De Dommel...................................................................................................................... 16 4.1.7 Waterschap Brabants Delta ................................................................................................................. 16 4.1.8 Waterschap Aa en Maas...................................................................................................................... 17 4.2 Kwantitatief overzicht gewenste uitvoering ................................................................................................. 18 4.3 Indicatief kostenoverzicht............................................................................................................................ 18 4.4 Doorkijk uitvoering 2009 – 2012.................................................................................................................. 19 4.4.1 Haaren ................................................................................................................................................. 19 4.4.2 Heusden .............................................................................................................................................. 19 4.4.3 Gemeente Oisterwijk............................................................................................................................ 19 4.4.4 Gemeente Tilburg ................................................................................................................................ 19 4.4.5 Gemeente Vught.................................................................................................................................. 19 4.4.6 Waterschap De Dommel...................................................................................................................... 20 4.4.7 Waterschap Brabantse Delta ............................................................................................................... 20 4.4.8 Waterschap Aa en Maas...................................................................................................................... 20 4.4 Cursusprogramma ...................................................................................................................................... 20 5. Implementatie.................................................................................................................................................... 22 5.1 Gebiedscontract .......................................................................................................................................... 22 5.2 Veldcoördinator ........................................................................................................................................... 22 5.3 Flankerend beleid........................................................................................................................................ 22 5.4 Communicatie ............................................................................................................................................. 23 5.5 Organisatie.................................................................................................................................................. 23 Bijlage 1: Uitvoeringskaart..................................................................................................................................... 28 Bijlage 2: Toepassingswijzer ................................................................................................................................. 30 Bijlage 3: Cursusprogramma ................................................................................................................................. 52 Bijlage 4: Project- en lokale werkgroepen ............................................................................................................. 62 Bijlage 5: Beleids- en projectplannen .................................................................................................................... 70
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
2
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
3
1. Inleiding 1.1 Aanleiding De gemeenten Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught en het Waterschap De Dommel willen samen in hun buitengebieden landschaps- en natuurwaarden versterken. Hiervoor is ondermeer wenselijk dat op gronden van particulieren eigenaren en agrariërs maatregelen worden genomen zoals het aanleggen en beheren van landschapselementen. Om dit te stimuleren willen de vijf gemeenten gezamenlijk een regeling opstellen voor het subsidiëren van landschapselementen in het buitengebied. De provincie Noord Brabant biedt gemeenten de mogelijkheid aan te sluiten bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van deze ‘standaard’ regeling en van cofinanciering door de provincie. Om deze regeling operationeel te maken is door de gemeenten Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught en het Waterschap de Dommel in samenwerking met de provincie Noord Brabant dit gebiedsgericht uitvoeringsprogramma opgesteld. In dit programma is de ambitie verwoord ten behoeve van de uitvoering.
1.2 Partijen Dit GUP is opgesteld door een samenwerkingsverband bestaande uit de volgende partijen: Gemeente Haaren Gemeente Heusden Gemeente Tilburg Gemeente Oisterwijk Gemeente Vught Waterschap De Dommel Duinboeren Coördinatiepunt Landschapsbeheer Noord Brabant Provincie Noord Brabant Daarnaast is gedurende het opstellen van dit GUP samengewerkt met verschillende belangengroepen die zitting hebben genomen in een lokale werkgroep. Het betreft hier Agrarisch natuurverenigingen, Heemkundewerkgroepen, ZLTO, Natuurwerkgroepen, IVN en andere belanghebbende organisaties. Zie bijlage 4 voor de samenstelling project- en werkgroepen.
1.3 Doelstelling Tegenwoordig wordt er steeds meer waarde gehecht aan een kenmerkend landschap met natuurwaarden en recreatieve mogelijkheden. Het buitengebied heeft een belangrijke functie voor bewoners van aanliggende gemeente welke hier recreëren. Een aantrekkelijk landschap is hiervoor een belangrijke kwaliteitseis. Andersom kan het platteland profiteren van de aanwezigheid van recreanten en toeristen. De ecologische waarde van het buitengebied wordt deels bepaald door de aanwezigheid van landschapselementen. Veelal vormen deze elementen (een deel van) het leefgebied voor kenmerkende soorten die bij het landschap horen. Voor een duurzame ontwikkeling van het buitengebied is het nodig dat verschillende partijen vanuit hun eigen verantwoordelijk en betrokkenheid maatregelen nemen om tot de gestelde doelen te komen. Het gaat hierbij om doelen vanuit onder andere de reconstructieplannen de Meierij en een klein deel Kempenland en Wijde Biesbosch en gemeentelijke visies. Met de provinciale regeling Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten kan middels particulier landschapsbeheer de natuur- en landschapswaarden in speciale aandachtgebieden worden versterkt middels subsidie. Bij de uitvoering van een dergelijke regeling vindt de nodige begeleiding plaats waardoor het kwaliteitsniveau van de maatregelen kan worden verbeterd.
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
4
De doelstelling van dit GUP is te komen tot een gedragen uitvoeringsprogramma en vastgestelde prioriteiten en financiële bijdragen voor de komende 10 jaar, die aansluit bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten van de provincie Noord-Brabant. “De toekomst van Haaren is voor een belangrijk deel gekoppeld aan een aantrekkelijk groen buitengebied, waar het prettig wonen, werken en recreëren is. Het Stimuleringskader maakt het mogelijk dat iedereen daar zijn steentje aan bijdraagt.” Wethouder Jan Brenninkmeijer Gemeente Haaren
“Heusden ligt op de 'naad van Brabant', de overgang van klei naar zand, en herbergt een grote diversiteit aan landschapstypen op haar grondgebied. Van het rivierenlandschap in het noorden (oeverwal, komgronden en slagenlandschap) tot de jonge zandontginningen in het zuiden (open landschap en heideontginning). Deze regeling maakt het mogelijk om deze landschappen te behouden en te versterken en mooier en toegankelijker te maken voor onze eigen inwoners en de vele bezoekers van buiten. Bovendien is het mooie van de regeling dat agrariërs en particuliere grondeigenaren worden uitgedaagd om zelf (vrijwillig) in het landschap aan de slag te gaan.” Wethouder Bart van der Poel, Gemeente Heusden
“Het Stimuleringskader is voor ons een kans om de belevingswaarde van het Groene Woud verder te versterken. Het kleinschalige agrarische landschap rondom onze prachtige bossen en vennen wordt zo nog fraaier! De regeling sluit dan ook prima aan bij onze ambitie om te blijven investeren in de toeristisch recreatieve uitstraling van onze Parel in het Groen”. Wethouder Lambert van den Bosch, Gemeente Oisterwijk
"Het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten is een prima middel om het landschap en de belevingswaarde ervan rond Tilburg te versterken. Deze subsidieregeling is ook een goede stimulans voor het uitvoeren van ons Groene Mal-beleid, en gaat wat het werkgebied betreft zelfs nog een stapje verder dan de Groene Mal." Wethouder Marieke Moorman, Gemeente Tilburg
“Vught kan mij niet groen genoeg zijn; hoe meer natuur, hoe meer ruimte en recreatiemogelijkheden. Om je burgers dat te kunnen bieden is in deze tijd ontzettend waardevol”. Wethouder Ben Brands, Gemeente Vught “Water speelt in Midden-Brabant een belangrijke rol. Sterker nog, de rivier De Dommel en haar zijtakken vormt de ruggegraat van de natuur en het landschap in dit gebied. Groen-blauwe diensten vergroten de kwaliteiten van natuur en landschap en zijn daarom onontbeerlijk.” Ton Jenniskens, Lid Dagelijks Bestuur Waterschap De Dommel
1.4 Gebiedsafbakening Dit GUP heeft betrekking op het gehele grondgebied van de gemeenten Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught. De regeling richt zich alleen op het buitengebied. Voor gebiedsdelen welke onder de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) vallen zijn alternatieve instrumenten beschikbaar waardoor deze gebieden buiten de werkingssfeer van deze regeling vallen. Daarnaast worden stedelijke ontwikkelingsgebieden uitgesloten omdat het nemen van maatregelen hier niet zinvol is. Voor het resterende gebied waar het Stimuleringskader van kracht kan zijn, is door de betrokken partijen (zie §1.2) prioritering gegeven in welke gebieden het waardevol wordt geacht om het Stimuleringskader in te zetten en in welke niet. GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
5
2. Gebiedsbeschrijving 2.1 Landschappelijke kenmerken Het landschap van de vijf gemeentes van het GUP Midden-Brabant bestaat uit twee verschillende gebieden. Het noordelijk deel staat en stond onder invloed van de Maas. De grens van de invloed van de Maas is de dekzandrug, die van Waalwijk; via Den Bosch naar Oss loopt. Ten zuiden van deze dekzandrug ligt het zandlandschap van Noord-Brabant. Hierin zijn geomorfologisch drie verschillende delen te herkennen; de dekzandruggen, de dekzandvlaktes en de beekdalen. Het zandlandschap Beekdal Het beekdal van de Voorste-Stroom-Essche Stroom loopt in dit gebied globaal van zuidwest naar noordoost en vormt aan de oostzijde de grens van het plangebied. Min of meer parallel aan dit beekdal liggen twee dekzandruggen. Ten noorden hiervan ligt een heel brede rug waarop Tilburg, Udenhout, Berkel-Enschot, Oisterwijk, Haaren en Helvoirt liggen. Ook Vught ligt min of meer in het verlengde van deze dekzandrug, maar wordt hiervan gescheiden door een laag gelegen gebied, het Helvoirts broek. Dekzand Op deze brede dekzandrug waren de omstandigheden zodanig dat hier al vroeg landbouw plaats kon vinden. Vandaar dan ook dat dit hele gebied aangeduid kan worden als een gebied met essen en kampen. Waarbij het belangrijkste verschil tussen kampen en essen is dat de essen collectief gebruikt werden en de kampen individueel ontgonnen en gebruikt werden. De mooiste en grootste es in dit gebied is de Belverse Akker. Andere grote escomplexen zijn in de loop der tijd veelal bebouwd geraakt. Zo ligt het stedelijk gebied van Tilburg voor een groot deel over oude essen. Ten zuiden van het beekdal Voorste-Stroom-Essche Stroom ligt een tweede meer verbrokkelde dekzandrug. Deze wordt op verschillende plaatsen doorsneden door een aantal beekdalen, zoals de Reusel, de Rozep en de Beerze. Tussen de beekdalen liggen de Oisterwijkse Vennen. Bovenop de dekzandrug op de overgang van nat naar droog liggen nog een aantal oude landbouwgebiedjes. Moergestel is daar één van. Verder naar het zuiden lagen veel onvruchtbaardere droge gronden evenals ten noordwesten van Tilburg. Deze gebieden waren tot 1900 niet geschikt om landbouw op te bedrijven. Na 1900 en versterkt na de Eerste Wereldoorlog zijn deze gronden snel ontgonnen, vooral dankzij de uitvinding van de kunstmest. De aanpak was grootschalig en modern van opzet. Dit had tot gevolg dat deze gebieden een heel rationele blokvormige verkaveling kregen met lange rechte wegen beplant met eiken. Aanvankelijk werden veel van deze gebieden bebost met naaldhout ten behoeve van de mijnbouw in Limburg. Later werden veel van deze gebieden alsnog ontgonnen tot akkers en weilanden. Aan de noordkant van dekzandrug Tilburg-Vught ligt een driehoekige dekzandvlakte, ingeklemd tussen de dekzandrug Tilburg-Vught en de dekzandrug daar ten noorden van, waarop de Loonse- en Drunense Duinen liggen. Dit is een lager gelegen gebied, waar verder geen beekdal doorheen loopt. Het is dan ook van oorsprong een heel nat gebied. Later is daar de Zandleij doorheen gegraven om het gebied nog enigszins in gebruik te kunnen nemen voor de landbouw. Op dit moment kennen we dit gebied als de Brand. Een gebied dat nog steeds erg nat is en hoge natuurwaarden kent. De Zandleij vormt min of meer de zuidgrens van de volgende dekzandrug ten noorden van de Brand. Dit is de dekzandrug, waarop ook nu nog een groot stuifzandcomplex ligt, de Loonse- en Drunense Duinen. Aan de randen van dit droge gebied, op de overgang naar nattere gebieden liggen nog wel enkele dorpen, zoals Loon op Zand en Kaatsheuvel.
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
6
Het gebied tenslotte tussen de Loonse-en Drunense Duinen en de dekzandrug Waalwijk-Oss is een open polderlandschap. Ook dit gebied is weer lager gelegen en ingeklemd tussen twee dekzandruggen evenals de Brand. Hier heeft echter wel een moderne ruilverkaveling plaats gevonden, in tegenstelling tot de Brand. Het rivierenlandschap Het gebied onder invloed van de Maas kent een heel specifiek aantal landschappen. Direct buitendijks van de Maas ligt het oeverwallenlandschap. Hier werden in tijden van overstromingen, toen de rivier nog niet was gereguleerd, de grofste deeltjes afgezet door de rivier. Verderop, waar het water bijna tot stilstand kwam werden de fijnste delen afgezet. Hier ontstonden vaak dikke kleipakketten, de zogenaamde komgronden. De oeverwallen kenmerken zich door een kronkelig verloop van wegen, de aanwezigheid van oude bewoning en daarmee samenhangende aanwezigheid van oude landbouwgronden. Kenmerkend voor deze gebieden zijn ook de hoogstamboomgaarden. Op de zware klei was het oorspronkelijk moeizaam boeren. Om het gebied toch nog enigszins in gebruik te kunnen nemen, werden in dit gebied veel parallelle slootjes gegraven. Dit gebeurde vanaf een soort “ontginningsbasis”. Haaks hierop werden de slootjes het natte gebied in gegraven. Aan het einde van de slootjes werd vervolgens weer een brede sloot gegraven parallel aan de ontginningsbasis en haaks op de al gegraven slootjes. Dit was vervolgens weer de basis voor de volgende “slag” om het gebied verder te ontwateren. Bovenstaand slotenpatroon zien we in het gebied beginnen net ten noorden van de dekzandrug WaalwijkDrunen-Vlijmen-’s-Hertogenbosch. Op het meer zandiger deel van de kom staan op de kaart van 1900 vervolgens langs het slotenpatroon opgaande elementen, waarschijnlijk in de vorm van elzensingels. Van bovenstaande verschillende patronen is op de kaart van nu vaak niet veel meer over.
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
7
2.2 Beleid Een belangrijk uitgangspunt van het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten is dat het een instrument is waarmee bestaande beleidsdoelen op het gebied van landschap tot realisatie kunnen worden gebracht. In het kader van dit Gup zijn daarom verschillende relevante beleidsdoelen verkend en hieronder samengevat. Een overzicht van de geraadpleegde beleidsplannen staan weergegeven in bijlage 5. 2.2.1 Bestaand natuur- en landschapbeleid Gebieden die zijn aangewezen als Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en binnen de subsidieregeling Provinciaal Natuurbeheer en Provinciaal Agrarisch Natuurbeheer vallen, kunnen niet in aanmerking komen voor het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten. Een uitzondering hierop zijn de Ruime Jas gebieden en SGR. Het Ruime Jas gebied kan, vanwege het karakter als zoekgebied, indien gewenst wel voor het Stimuleringskader worden aangemerkt. Alle vijf de gemeenten kennen Ruime Jas gebieden. Zie voor de ligging van deze gebieden de basiskaart, pagina 11. Naast de Ruime Jas gebieden zijn op de basiskaart ook de EHS- gebieden in het grijs en oranje weergegeven. De belangrijkste natuurgebieden zijn de Drunense Duinen, Vughtse Heide, Steffenberg, De Brand, Kampina, De Blaak en de Oude Warande, Oisterwijkse Bossen en Vennen. 2.2.2 Provinciaal beleid Voor het provinciaal beleid is met name gekeken naar het Streekplan ‘Brabant in Balans’ en naar het Reconstructieplan Meierij en Beerze & Reuzel en gebiedplan Wijde Biesbosch. In het streekplan is hoofdzakelijk gekeken naar GHS landbouw en AHS landschap. In het reconstructieplan is gekeken naar RNLE, Landschapsontwikkelingzone en LOG gebieden. Zie onderstaande tabellen voor een samenvatting. Streekplan GHS-Landbouw struweelvogels GHS-Landbouw AHS-Landschap dassen AHS- Landschap
Reconstructieplan RNLE Landschapsontwikkelingszone LOG
Kerkeindsche Heide, Hildsven, Het Broek (alle in Oisterwijk) Rond de natuurgebieden Zone Helvoirtsche heide, Magriet, Giersbergen Zandkant en Eikenhorst (Haaren) o.a. Baardwijksche Overlaat, Honderd Bunder, Cromvoirt, Koningshoeven
Helvoirts Broek, Brokkenbroek, De Brand, Honderd Bunder, Loonse Heide, Kampina Baardwijksche Overlaat, Engelenmeer Molenstraat (Haaren) , Molenakkers (Oisterwijk), Stille Wille (Oisterwijk)
2.2.3 Gemeentelijke en regionaal beleid Voor het gemeentelijk beleid zijn verschillende plannen bekeken, waaronder landschapsbeleidsplannen, structuurvisie en bestemmingsplannen. Op de kaart ‘Gemeentelijk Beleid’ zijn de voor het Stimuleringskader belangrijke beleidsdoelen weergegeven, pagina 9. Gemeente Heusden Vught
Belangrijkste beleidsdoelen Landschapsontwikkeling Elshoutse Zeedijk Groene en rode ontwikkelingen rond Mariënkroon Weidevogelgebied in De Ham Landschappelijke en recreatieve ontwikkelingen Cromvoirt Ontwikkeling speelbos bij De IJzeren Man Behoud Landgoederenzone ten zuiden van Vught Ontwikkeling golfterrein bij Bergenshuizen
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
8
Haaren Tilburg
Oisterwijk
Waterberging Broekley Behoud open akkergebied Belversche akkers Ontwikkelen en behouden groene mal rondom stedelijk gebied Enschotsche akkers, Koningshoeve, Trafostation en gebied ten noordwesten en zuidoosten van Udenhout blijvend landbouwgebied Behoud kleinschalige oude akkers van Hoog Heukelom Ontwikkeling struweel en ruigte in agrarisch gebied tegen Kerkeindsche Heide, ten oosten van Moergestel en De Gooren en Heikant
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
9
3. Streefbeeldenkaart De gevolgde methode om tot een weloverwogen ambitie voor de komende 10 jaar te komen en een verdeling van het beschikbare budget over de komende 4 jaar heeft als volgt plaats gevonden. In de eerste plaats is een kaart gemaakt, die de weerslag is van de landschapsanalyse en het beleid. Op basis hiervan is een nagenoeg gebiedsdekkende kaart ontstaan, de Streefbeeldenkaart. Rekenen aan deze kaart levert het inzicht dat deze ambitie niet in verhouding staat tot het beschikbare budget. Vervolgens zijn keuzes gemaakt die leiden tot het ambitieniveau voor de komende 10 jaar. Dit is de Uitvoeringskaart. Deze keuzes hebben er toe geleid dat prioriteiten anders zijn gesteld of dat gebieden werden uitgesloten van het Stimuleringskader. Enkele gemeenten hebben uitdrukkelijk de keuze gemaakt hun ambitie voor de komende 10 jaar te laten staan. Een belangrijk argument hiervoor is dat het hier een nieuw instrument betreft op basis van vrijwillige deelname. Door gebieden uit te sluiten voor de komende 10 jaar kan weliswaar beter gestuurd worden, anderzijds kan niet op trends worden ingespeeld. (Hoe om te gaan met een situatie waarin veel aanvragen komen uit een “gesloten gebied” en weinig uit een “geopend gebied”?) Daarbij komt dat gemeenten er vanuit gaan dat als de regeling een succes blijkt er meer middelen vrijgemaakt zullen worden. Tenslotte zijn op basis van het beschikbare budget keuzes gemaakt om alsnog bepaalde gebieden voor de komende 4 jaar dicht te zetten. Dit is het Gebiedscontract. In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de overwegingen die hebben geleid tot de Streefbeeldkaart (zie figuur).
3.1 Aandachtsgebieden Voor het totale plangebied is het stedelijk gebied en de EHS niet van toepassing op het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten (zie 1.4). Daarnaast hebben de vijf gemeenten en het waterschap gezamenlijk besloten om het resterende gebied zoveel mogelijk open te stellen voor het Stimuleringskader . Enkele uitzonderingen hierop zijn de kassengebieden in Heusden en het nieuw te ontwikkelen golfterrein in Vught. Voor deze gebieden is gekozen het stimuleringkader niet open te stellen. Voor de wel open te stellen gebieden is onderscheid gemaakt in 3 klassen: 1. Prioritaire gebieden versterking en behoud van landschap (prioriteit I) 2. Gebieden versterking en behoud van landschap (prioriteit II) 3. Gebieden behoud van landschap (prioriteit III) De prioritaire gebieden betreffen locaties die in het gemeentelijke beleid extra aandacht krijgen voor het verbeteren en ontwikkelen van natuur en landschap. Vaak zijn dit gebieden die een verbindende functie hebben tussen bestaande natuurgebieden of anders een sterke recreatieve of cultuurhistorische waarde hebben. Enkele van deze prioritaire gebieden zijn gelegen in Heusden en in Tilburg. Het doel is om hier vergoedingen beschikbaar te stellen voor aanleg, ondergrond en beheer. In de gebieden tbv versterking en behoud van het landschap (prioriteit II) geldt geen uitzonderlijke prioriteit. Wel is het in deze gebieden van belang dat het landschap wordt versterkt door de realisatie van nieuwe elementen en het behoud van bestaande landschapselementen. In deze gebieden worden vergoedingen beschikbaar gesteld voor aanleg, ondergrond en beheer. Tot slot zijn enkele gebieden aangewezen met als doel het huidige landschap te behouden (prioriteit III). Hier heeft het landschap al de gewenste vorm en is versterking met de realisatie van nieuwe elementen niet gewenst of noodzakelijk. In deze gebieden worden dan ook alleen vergoedingen beschikbaar gesteld voor het beheer van bestaande landschapselementen. Naast deze drie klassen zijn ook de droge ecologische verbindingszones aangewezen en de landschapsecologische zones ten oosten en westen van Heusden als aandachtsgebieden. In deze gebieden komen middels het Stimuleringskader hoofdzakelijk mogelijkheden voor zowel de realisatie van nieuwe ‘natuur’ en het behoud van deze natuur. GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
10
Figuur: ‘Overzicht indeling aandachtsgebieden Stimuleringskader ’ Klassen/thema’s I Prioritair gebied versterken en behoud landschap II Gebieden versterken en behoud landschap III Gebieden behoud landschap Landschapsecologische zones Droge evz Natte evz Kassengebied Te ontwikkelen golfterrein Vught Stedelijk gebied EHS (natuur- en beheersgebieden)
Openstellen Opengesteld Opengesteld Opengesteld Opengesteld Opengesteld Niet opengesteld Niet opengesteld Niet opengesteld Niet opengesteld Niet opengesteld
Prioriteit Hoge prioriteit Prioriteit Lage prioriteit Prioriteit Prioriteit Geen prioriteit Geen prioriteit Geen prioriteit Geen prioriteit Geen prioriteit
Vergoedingen Aanleg, ondergrond, beheer Aanleg, ondergrond, beheer Beheer Aanleg, ondergrond, beheer Aanleg, ondergrond, beheer -
3.2 Thema’s 3.2.1 Hoofdaders Binnen dit GUP wordt ruimte geboden om middels het Stimuleringskader hoofdaders (deels) te realiseren. Gekozen is om delen van de droge ecologische verbindingszones (evz) niet te realiseren via aankoop, maar open te stellen voor het Stimuleringskader. De natte evz, liggend in het beheersgebied van Waterschap De Dommel zullen wel via aankoop worden gerealiseerd en daardoor niet voor het Stimuleringskader worden opengesteld (zie ook 4.1.6). Voor de droge evz’s bestaat op deze manier voor particuliere grondeigenaren de mogelijkheid om met behulp van subsidie voor grondwaardedaling, aanleg en onderhoud ‘zelf’ de ecologische verbindingszone te realiseren. In het projectgebied komen 2 type droge evz’s voor: Droog kralensnoer en landschapszone. De droog kralensnoer zal als lijn op de kaart worden aangegeven. De landschapszone is als prioritair gebied aangegeven met een breedte van een paar honderd meter. Voor de realisatie van de ecologische verbindingszone dient eerste een inrichtingsplan te worden opgesteld onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Voor de pakketten behorende bij de droge evz’s, wordt aangesloten op het voorbeeldenboek van de ecologische verbindingszones van de provincie Noord-Brabant. Daarnaast is gekozen om de landschapszone ten zuidwesten en ten oosten van Heusden te begrenzen als hoofdaders. Net als bij de ecologisch verbindingszones is het voor particuliere grondeigenaren mogelijk om middels subsidie zelf bij te dragen aan de realisatie van de landschapszone. Voor de realisatie van de landschapszone dient eerst een inrichtingsplan te worden opgesteld onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Voor de pakketten kan gebruik worden gemaakt van de catalogus groenblauwe diensten. 3.2.2 Fijne dooradering Het Stimuleringskader zal grotendeels worden ingezet om de fijne dooradering in de aandachtsgebieden te realiseren. Onder fijne dooradering wordt verstaan de aanleg en onderhoud van diverse landschapselementen. Hierbij is zowel het beheer van bestaande waardevolle landschapselementen als ook de aanleg en onderhoud van nieuwe elementen mogelijk. De landschaps- en randenpakketten worden op basis van landschapstypen aan de gebieden toegekend. 3.2.3 Recreatief medegebruik Binnen het projectgebied is aandacht voor recreatief medegebruik. De vijf gemeenten kiezen ervoor om de pakketten behorende bij het recreatief medegebruik vrijwel overal open te stellen, aangezien nog onduidelijk is wie wel meedoet aan bijvoorbeeld een knooppunten netwerk en wie niet. Een uitzondering hierop zijn de gemeenten Vught en Heusden. Zij hebben enkele gebieden uitbegrensd voor recreatief medegebruik vanwege het huidige beleid dat op deze locaties is gelegen. In de gemeente Tilburg zijn nog enkele gebieden aangewezen waar recreatief medegebruik wel wenselijk is, maar een minder hoge prioriteit hebben dan de rest van de gemeente.
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
11
3.2.4 Duurzaam waterbeheer De basis voor het thema duurzaam waterbeheer binnen de stimuleringsregeling Groen Blauwe diensten is nog in ontwikkeling, waardoor het voor dit GUP niet is meegenomen. Wel is door de waterschappen het project ‘Actief randenbeheer’ opgezet. Grondeigenaren kunnen binnen deze regeling een vergoeding ontvangen voor het niet bemesten en spuiten van perceelsranden grenzend aan watervoerende sloten. Het project ‘Actief randenbeheer’ is vastgelegd in een Thematisch Uitvoeringsprogramma (TUP) van de waterschappen en de provincie. Doordat de blauwe diensten nog niet zijn ontwikkeld en Waterschap De Dommel de natte ecologische verbindingszones wil realiseren via aankoop bestaat haar belangrijkste rol binnen dit GUP uit het bijdragen aan de landschappelijke versterking van de beekdalen en het versterken van watervoerende sloten middels realisatie van natuurvriendelijke oevers en bloemrijke randen.
3.3 Pakketten Op basis van landschapskarakteristieken en beleid zijn aan de begrensde gebieden pakketcombinaties van landschaps- en randenpakketten gekoppeld. Voor de aanleg en onderhoud van elementen waarvoor geen pakket is opengesteld zijn in deze gebieden geen subsidiemogelijkheden. De pakketten staan beschreven in een toepassingswijzer. Hierin staan per voorkomend landschapstype/gebiedseenheid de karakteristieken, de gewenste landschapsontwikkelingen, de pakketten die hier thuishoren en hoe ze in het veld toegepast dienen te worden. De toepassingswijzer is weergegeven in bijlage 2. Per begrensd gebied zijn per gemeente de pakketten vastgesteld. Op basis van o.a. het beleid en aanwezige bijzondere landschapswaarde is tot de juiste pakketcombinatie gekomen.
3.4 Gebiedsprioritering Aan de aandachtsgebieden is een prioriteit gekoppeld. Er is onderscheid gemaakt in drie niveau’s: Hoge prioriteit (prioriteit I) Prioriteit (prioriteit II) Lage prioriteit (prioriteit III) Bij het prioriteren van de aandachtsgebieden is uitgegaan dat in alle aandachtgebieden het versterken van het landschap middels het Stimuleringskader belangrijk is. De meeste gebieden zijn dan ook begrensd als ‘prioritair’ (prioriteit II). Enkele aandachtsgebieden wijken hiervan af doordat ze minder prioriteit hebben omdat een gebied al het gewenste landschap heeft of juist een uitzonderlijk hoge prioriteit hebben omdat het een belangrijke verbinding vormt tussen twee natuurgebieden. Deze zijn dan begrensd met ‘hoge prioriteit’ of ‘lage prioriteit’. De prioritering zegt iets over de mate van belangrijkheid dat het landschap in dat gebied, middels het stimuleringkader wordt versterkt, wat consequenties heeft voor de verdeling van de budgetten.
3.5 Afstemming met gemeentelijke beleid & procedures De gemeenten en het waterschap dragen zorg dat dit uitvoeringsprogramma geen strijdigheden bevat met beleid en procedures. In dit plan is rekening gehouden met het huidige beleid en procedures. In enkele gemeenten wordt momenteel een nieuw bestemmingsplan opgesteld. Hierin zal rekening worden gehouden met dit uitvoeringsprogramma. Het waterschap draagt er zorg voor dat het is afgestemd met hun keur.
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
12
Streefbeeldenkaart
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
13
4 Uitvoeringsprogramma In dit hoofdstuk is vervolgens de vertaling gemaakt naar het uitvoeringsprogramma voor de komende 10 jaar. De gemeenten hebben hierbij de keuze gemaakt om de ambitie zoals deze is verbeeld op de Streefbeeldenkaart te volgen of hun ambitie aan te passen en meer in overeenstemming te brengen met het beschikbare budget. In dit hoofdstuk is de ambitie voor de komende 10 jaar gekwantificeerd in oppervlaktes natuur en financiën. Hierbij hoort de kaart uit bijlage1.
4.1 Ambities per gemeenten en waterschap 4.1.1 Gemeente Haaren Bestaande natuur: Gemeente Haaren heeft een ambitie dat alle aanwezige landschapselementen die in particulier eigendom (ca 10 ha) in 10 jaar middels het Stimuleringskader in beheer te hebben. Alle gebieden, met uitzondering van het stedelijk gebied en EHS, worden hiervoor opengesteld. Fijne dooradering: Voor de gemeente Haaren zijn de bestaande elementen belangrijk, maar de gemeente wil daarnaast zeker ook nieuwe elementen realiseren. Daarbij geeft de gemeente aan dat de gebieden buiten het Boomteeltontwikkelingsgebied daarbij het meest van belang zijn. Ten aanzien van de gebieden buiten het Boomteeltontwikkelingsgebied heeft de gemeente aangegeven dat enkele een hogere prioriteit hebben. Het gaat daarbij om het gebied ten noordwesten van Helvoirt, het gebied rond de Zandleij en het gebied De Ruiting. In de prioiriteit I gebieden wil de gemeente circa 3% nieuwe natuur realiseren in 10 jaar door middel van fijne dooradering. Voor prioriteit II gebieden geldt dat er 1% nieuwe natuur wordt nagestreefd. Hoofdaders: Binnen de gemeente Haaren ligt langs een deel van de Essche Stroom een EVZ, in de vorm van een droog kralensnoer. De gemeente geeft aan dat deze door het waterschap gerealiseerd wordt in samenhang met de realisatie van de natte EVZ langs de Essche Stroom. De gemeente stelt dan ook geen geld ter beschikking van de realisering van deze droge EVZ op grond van particulieren. Recreatief medegebruik: De ambitie van de gemeente is om binnen 10 jaar circa 10 km recreatief pad over particuliere grond te realiseren. 4.1.2 Gemeente Heusden Bestaande natuur: Gemeente Heusden heeft een ambitie dat alle aanwezige landschapselementen die in particulier eigendom (ca 5 ha) in 10 jaar middels het Stimuleringskader in beheer te hebben. Alle gebieden, met uitzondering van het stedelijk gebied en EHS, worden hiervoor opengesteld. Fijne dooradering: Het realiseren van nieuwe landschapselementen heeft voor Gemeente Heusden een hoge prioriteit. De gemeente wil haar totale buitengebied (m.u.v. EHS en het kassengebied) openstellen voor het realiseren van nieuwe landschapselementen. Ten zuiden van Heusden zijn twee gebieden aangewezen als prioritair gebied, wat inhoudt dat de ambitie om hier nieuwe elementen aan te leggen hoger ligt dan in de overige gebieden. In de prioiriteit I gebieden wil de gemeente circa 3% nieuwe natuur realiseren, waarvan een deel met fijne dooradering en een deel middels hoofdaders. Voor prioriteit II gebieden geldt dat er 1% nieuwe natuur wordt nagestreefd. Deze ambitie loopt over 10 jaar. Hoofdaders: Gemeente Heusden heeft multifunctionele hoofdaders (landschapszones) en natte ecologische verbindingszones (nat kralensnoer en moeraszone). De ambitie van de gemeente is om zoveel mogelijk van de hoofdaders te realiseren middels aankoop. De natte evz gelegen in het district van Waterschap De Dommel zullen alleen via aankoop worden gerealiseerd. De ambitie van gemeente voor de natte evz gelegen in het district waterschap Aa en Maas is om een klein deel, circa 5%, middels het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten te realiseren. Dit zelfde geldt voor de multifunctionele aders. De ambitie hiervoor is om circa 5% middels het Stimuleringskader te realiseren.
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
14
Recreatief medegebruik: De ambitie van de gemeente is om binnen 10 jaar circa 8 km recreatief pad over particuliere grond te realiseren. 4.1.3 Gemeente Oisterwijk Bestaande natuur: Gemeente Oisterwijk heeft een ambitie dat alle aanwezige landschapselementen die in particulier eigendom (ca 8 ha) in 10 jaar middels het Stimuleringskader in beheer te hebben. Alle gebieden, met uitzondering van het stedelijk gebied en EHS, worden hiervoor opengesteld. Fijne dooradering: Het realiseren van nieuwe landschapselementen heeft voor Gemeente Oisterwijk prioriteit. De gemeente wil haar totale buitengebied (m.u.v. EHS) openstellen voor het realiseren van nieuwe landschapselementen. Daarbij heeft het gebied tussen Oisterwijk en Tilburg prioiriteit I gekregen. Voor dit specifieke gebied heeft de gemeente een budget van de gemeente Tilburg gekregen. Dit budget is dan ook aan dit gebied gekoppeld. Doelstelling van de gemeente is hier in komende jaren 10ha nieuw groen te realiseren. Dit betekent een ambitie van 2% nieuw groen in dit gebied. In de rest van haar buitengebied heeft de gemeente er voor gekozen geen verdere prioriteiten te stellen. Wel wil de gemeente voorrang geven aan aanvragen voor nieuwe landschapselementen in de LOG-gebieden binnen haar grenzen. Het is echter uitdrukkelijk niet de bedoeling dat hier ook daadwerkelijk meer landschapselementen worden gerealiseerd dan in de overige gebieden. Hier geldt, evenals dat ook in de andere gebieden geldt, dat de gemeente hier 1% nieuwe groen nastreefd. Deze ambitie loopt over 10 jaar. Hoofdaders: Gemeente Oisterwijk heeft buiten enkele natte EVZ, die het waterschap middels aankoop wil realiseren geen hoofdaders binnen haar grenzen liggen. Recreatief medegebruik: De ambitie van de gemeente is om binnen 10 jaar circa 2 km recreatief pad over particuliere grond te realiseren. 4.1.4 Gemeente Tilburg Bestaande natuur: Gemeente Tilburg heeft een ambitie dat alle aanwezige landschapselementen die in particulier eigendom (ca 10 ha) in 10 jaar middels het Stimuleringskader in beheer te hebben. Alle gebieden, met uitzondering van het stedelijk gebied en EHS, worden hiervoor opengesteld. Fijne dooradering: Het realiseren van nieuwe landschapselementen heeft voor Gemeente Tilburg een hoge prioriteit. Om dit op een goede manier te kunnen doen stelt Tilburg een beperkt aantal gebieden hiervoor open. Ten opzichte van de streefbeeldenkaart worden alleen de gebieden met een prioriteit I opengesteld, aangevuld met gebieden rondom natuurgebied De Brand en rond Moerenburg. De gebieden die zijn aangewezen als I gebied, wordt circa 3% nieuwe natuur nagestreefd, waarvan een deel met fijne dooradering en een deel middels hoofdaders. Voor prioriteit II gebieden geldt dat er 1%nieuwe natuur nagestreefd. Deze ambitie loopt over 10 jaar. Hoofdaders: Gemeente Tilburg heeft natte (nat kralensnoer) en droge ecologische verbindingszones (droog kralensnoer). De ambitie van de gemeente is om zoveel mogelijk van de hoofdaders te realiseren middels aankoop. De natte evz gelegen in het district van Waterschap de Dommel zullen alleen via aankoop worden gerealiseerd. De ambitie van gemeente voor de natte evz gelegen in het district Waterschap Brabantse Delta is om een klein deel, circa 5%, middels het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten te realiseren. Ditzelfde geldt voor de droge evz, hiervan heeft de gemeente de ambitie om maximaal 5% middels het Stimuleringskader te realiseren. Recreatief medegebruik: De ambitie van de gemeente is om binnen 10 jaar circa 12 km recreatief pad over particuliere grond te realiseren.
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
15
4.1.5 Gemeente Vught Bestaande natuur: Gemeente Vught heeft een ambitie dat alle aanwezige landschapselementen die in particulier eigendom (ca 8 ha) in 10 jaar middels het Stimuleringskader in beheer te hebben. Alle gebieden, met uitzondering van het stedelijk gebied en EHS, worden hiervoor opengesteld. Fijne dooradering: Naast het in beheer leggen van bestaande elementen, heeft de gemeente ook een ambitie om nieuwe landschapselementen aan te leggen. De gemeente wil een groot deel van haar buitengebied, m.u.v. de EHS en de gebieden ten zuiden van Vught openstellen voor het realiseren van nieuwe landschapselementen. Vanwege hoge kosten die nieuwe elementen met zich mee brengen, is besloten niet alle gebieden hiervoor open te stellen. Ten opzichte van de streefbeeldenkaart is gekozen met name op prioriteit I gebieden in te zetten. In deze gebieden wordt 3% nieuwe natuur nagestreefd in 10 jaar, waarvan een deel met fijne dooradering en een deel middels hoofdaders. Hoofdaders: Gemeente Vught heeft enkele natte en droge ecologische verbindingszones. De ambitie van de gemeente is om zoveel mogelijk van de hoofdaders te realiseren middels aankoop. De natte evz gelegen in het district van Waterschap de Dommel zal alleen via aankoop worden gerealiseerd. De ambitie van gemeente voor de natte evz gelegen in het district waterschap Aa en Maas is om een klein deel, circa 5%, middels het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten te realiseren. Voor de droge ecologische verbindingzone geldt dat de ambitie is om deze voor maximaal 20% te realiseren middels het Stimuleringskader . Recreatief medegebruik: De ambitie van de gemeente Vught is om binnen 10 jaar circa 5 km recreatief pad over particuliere grond te realiseren. 4.1.6 Waterschap De Dommel EVZ: Waterschap de Dommel wil haar evz niet middels het Stimuleringskader te realiseren, maar alleen via aankoop. Watervoerende sloten: Middels het Stimuleringskader wil het waterschap bijdragen aan het versterken van watergangen middels de realisatie van natuurvriendelijke oevers (L13 en L14) en randenpakketten (R1, R2, R4 en R5) langs watervoerende sloten. Deze ambitie sluit aan bij het reeds bestaande ‘actief randenbeheer’. Middels het Stimuleringskader kan in bepaalde gebieden een kwaliteitsimpuls worden gegeven aan de randen in het kader van actief randenbeheer. Beekdalen: In de gebieden die bestaan uit beekdalen wil het waterschap ook de realisatie van poelen stimuleren. Bovengenoemde ambitie is alleen van toepassing op de gebieden die in het kader van deze regeling opengesteld zijn voor realisatie van nieuwe elementen en vallen binnen het district van waterschap De Dommel. 4.1.7 Waterschap Brabants Delta Het oostelijk deel van Tilburg valt binnen het district van Waterschap Brabantse Delta. EVZ: Het waterschap Brabantse Delta wil met dit GUP in spelen op de mogelijkheid om een deel van de natte ecologische verbindingszones middels particulier natuurbeheer te realiseren. Het gaat hierbij dan met name op delen die niet verworven kunnen worden of als versterking van de EVZ. De voorkeur blijft uitgaan om de evz middels aankoop te realiseren Actief randenbeheer: Het waterschap heeft als ambitie het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten in te zetten voor het realiseren van randenbeheer (actief randenbeheer) langs watervoerende sloten. Hiervoor is met alle waterschappen Brabant breed een TUP (Thematische Uitvoeringsprogramma) opgesteld, waardoor in dit GUP daarvoor niets wordt vastgelegd, maar wordt verwezen naar het TUP.
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
16
4.1.8 Waterschap Aa en Maas De gemeente Heusden valt grotendeels in het distict van Waterschap Aa en Maas. EVZ: De ambitie van Waterschap Aa en Maas is om een klein deel van haar EVZ, gelijk aan de inzet van de betreffende gemeenten (circa 5 %), middels het stimuleringskader te realiseren. Voor de realisatie van een corridor (onderdeel van een kralensnoer), gelegen langs de eigen waterloop, heeft het waterschap de voorkeur om de EVZ via aankoop te realiseren. Randvoorwaarde hierbij is dat die delen van de EVZ, die met een blauwe dienst gerealiseerd zouden worden, moeten passen binnen de totale inrichting, het beheer en het waterhuishoudkundige onderhoudsregime van de totale EVZ. Tevens dient de blauwe dienst voldoende bij te dragen aan de uiteindelijke doelstelling van de EVZ. Indien dit niet gewaarborgd kan worden, dient er geen blauwe dienst afgesloten te worden. Watervoerende sloten: Middels het stimuleringskader wil het waterschap bijdragen aan het versterken van watergangen middels de realisatie van natuurvriendelijke oevers (L13 en L14) en randenpakketten (R1, R2, R4 en R5) langs watervoerende sloten. Deze ambitie sluit aan bij het reeds bestaande ‘actief randenbeheer’. Middels het stimuleringskader kan in bepaalde gebieden een kwaliteitsimpuls worden gegeven aan de randen in het kader van actief randenbeheer. Poelen: In de directe omgeving van waterlopen van het waterschap wil het waterschap ook de realisatie van poelen stimuleren. Recreatief medegebruik: Het waterschap is voorstander van meervoudig ruimtegebruik. Daarom biedt het waterschap de mogelijkheid om de blauwe infrastructuur waar zij eigenaar van is, voor zover verantwoord, ook voor recreatief medegebruik te benutten. Uitgangspunt hierbij is dat het medegebruik niet leidt tot ongewenste neveneffecten als hinder, verstoring en extra onderhoudskosten. Het behoud en herstel van landschappelijke en cultuurhistorische waarden maken dit medegebruik aantrekkelijk. Praktijkvoorbeeld 1: paden in eigendom van het waterschap zijn in sommige gevallen een verbindende of een ontsluitende schakel voor een doorlopende wandelroute. Het waterschap zal deze paden openstellen voor recreatief medegebruik. Praktijkvoorbeeld 2: Indien een agrariër of particuliere grondeigenaar een doorlopende wandelroute wil openstellen voor recreatief medegebruik en daarvoor langs een insteeksloot van het waterschap een wandelpad wil aanleggen, dan zal het waterschap dit initiatief, middels het stimuleringskader, ondersteunen. Bovengenoemde ambities zijn alleen van toepassing op de gebieden die in het kader van deze regeling vallen binnen het beheersgebied van het Waterschap Aa en Maas.
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
17
4.2 Kwantitatief overzicht gewenste uitvoering In onderstaande tabel is aangegeven wat de gewenste hoeveel ‘natuur’ is, uitgedrukt in hectaren en kilometers per gemeente en waterschap. Hierbij is uitgegaan van de ambities zoals beschreven in paragraaf 4.1. Tabel 4.2 Globaal inzicht in de te realiseren gebiedsdoelen in hectaren of kilometers binnen 10 jaar
Bestaande natuur Bestaand groen Nieuwe natuur Fijne dooradering: Prioriteit 1 Prioriteit 2+ Prioriteit 2 Prioriteit 3 Hoofdaders: - Natte evz
- Droge evz - Multifunctioneel Recreatief medegebruik
Gemeente Haaren
Gemeente Heusden
Gemeente Tilburg
Gemeente Oisterwijk
Gemeente Vught
Waterschap Dommel
Oppervlak
Oppervlak
Oppervlak
Oppervlak
Oppervlak
10ha
5 ha
10ha
8ha
8ha
9,5ha 17,3ha 20,4ha 13,0ha 11,2ha 12,1ha 18,5ha 3,9ha 21,0ha 2,45 Geen nieuwe elementen, wel bestaand groen in beheer
Waterschap Aa en Maas
Oppervlak
Waterschap Brabantse Delta Oppervlak
-
-
-
0,8 ha oever 2 ha rand
-
Niet gekwantificeerd
Ca 5%
Niet gekwantificeerd
-
0ha
1,5ha
4ha
0ha
0,1ha
-
0ha 0ha
2,0ha
0,2ha -
0ha 0ha
0,5ha
-
Niet gekwanitificeerd -
5km
8km
12km
2km
5km
-
-
Oppervlak
-
4.3 Indicatief kostenoverzicht In onderstaande tabel zijn de indicatieve kosten weergeven die nodig zijn om de ambities uit paragraaf 4.1 en 4.2 te realiseren. Tabel 4.3: Indicatief kostenoverzicht per jaar, behorende bij ambitie te realiseren gebiedsdoelen: Gemeente Haaren
Gemeente Heusden
€ € Uitvoeringskosten bestaande natuur Bestaand groen €9.000 € 4.500 Uitvoeringskosten nieuwe natuur Fijne dooradering: Prioriteit 1 Prioriteit 2+ Prioriteit 2 Hoofdaders:
Recreatief medegebruik Overige kosten Specifieke kosten Scholingskosten Totaal jaarlijks budget Jaarlijks budget per gemeente of waterschap
€31.264
€ 44.968
Gemeente Tilburg
Gemeente Oisterwijk
Gemeente Vught
Waterschap Dommel
€
€
€
€9.000
€7.200
€61.390
Waterschap Aa en Maas
€
Waterschap Brabantse Delta €
€7.200
-
-
-
€27.172
€ 49.800
Niet gekwantificeerd -
Niet gekwantificeerd
€36.028 €0
€ 56.524 € 29.226
€12.912 €3.571
€35.438 €60.680 €0
€6.848
€ 10.956
€16.434
€2.740
€6.848
-
€15.025
€ 26.417
€18.670
€19.167
€10.510
€9.000
€2.003 €100.166
€ 3.522 € 176.114
€2.489 €124.468
€2.556 €127.777
€1.401 €70.068
€1.200 € 60.000
€46.678
€ 79.450
€56.896
€59.544
€32.486
€30.000
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
€5.787 €5.364
18
Van de totale jaarlijkse kosten is 83% uitvoeringskosten, 5% specifieke kosten en 2% scholingskosten. Voor de uitvoeringskosten is gerekend met een gemiddeld bedrag voor de kosten voor de inrichting, beheer en ondergrond voor de realisatie van landschaps- en randenpakketten en ecologische verbindingszone. Onder specifieke kosten vallen de veldcoördinatie, communicatie en monitoring en evaluatie.
4.4 Doorkijk uitvoering 2009 – 2012 Gezien het beperkte beschikbare budget hebben de verschillende gemeenten keuzes moeten maken ten aanzien van het al dan niet open stellen van gebieden voor deze regeling. In deze paragraaf zijn de keuzes van de gemeenten verwoord. 4.4.1 Haaren In de eerste 4 jaar stelt de gemeente Haaren €30.000,= per jaar beschikbaar voor het Stimuleringskader . Dit is onvoldoende om de ambitie zoals die in tabel 4.3 staat te realiseren. De gemeente wil niet meer gebieden uitsluiten voor de aanleg van nieuwe elementen. Wel wil zij de komende vier jaar minder prioriteit leggen in de gebieden met prioriteit II, door pas later in het jaar, deze gebieden de kans te geven een aanvraag in te dienen. De beschikbare gelden worden verder onderverdeeld waarbij voor bestaande elementen €9.000,= beschikbaar is en voor recreatief medegebruik €7.000,=. Het overgebleven budget wordt ingezet over de gebieden met prioriteit I en II, dit is €16.900,=. Hiervoor geldt dat tot en met september alleen aanvragen vanuit prioriteit I gebied kunnen worden ingediend. Afhankelijk of er nog budget over is, kunnen vanaf 1 oktober ook aanvragen worden ingediend vanuit prioriteit 2 gebieden. 4.4.2 Heusden In de eerste 4 jaar stelt Heusden €45.000,= per jaar beschikbaar voor het Stimuleringskader . Dit is niet genoeg om de ambitie (zie tabel 4.3) te realiseren. De gemeente heeft een standpunt ingenomen dat de regeling overal inzetbaar moet zijn, waardoor voorlopig geen gebieden zullen worden uitgesloten voor de regeling. Afhankelijk van het animo zal het budget of de ambitie worden bijgesteld. Van de €45.000,= is €40.000,= gelabeld aan fijne dooradering, waarbij geen onderverdeling wordt gemaakt voor bestaande-, nieuwe elementen of recreatieve routes. De overige € 5.000,= wordt gelabeld aan de hoofdaders. 4.4.3 Gemeente Oisterwijk De gemeente Oisterwijk heeft in de komende 4 jaar een budget beschikbaar van €45.000,= . Dit is onvoldoende om de ambitie van de gemeente te kunnen financieren. De gemeente heeft dan ook besloten om de regeling in de gebieden aangeduid als heideontginning met prioriteit II vooralsnog niet in te zetten. Uitzondering daarop vormt het LOG dat eveneens in een heideontginningsgebied ligt. Hier wil de gemeente de regeling wel inzetten met prioriteit II. Het beschikbare budget reserveert voor de bestaande elementen €7.200,=. Een deel van het budget dat de gemeente Oisterwijk van Tilburg ontvangt wil zij labellen aan het gebied met prioriteit II+ (hier staat de gemeente voor de opgave om 2% nieuw groen te realiseren). Hiermee is een bedrag gemoeid van €24.900,=. Daarnaast wil de gemeente elke 2 jaar in staat zijn om een aanvraag voor recreatief medegebruik te kunnen honoreren. Dit betekent dat elke 2 jaar een bedrag beschikbaar is van €7.500,=. Het resterende bedrag wordt in de fijne dooradering in de overige gebieden gestoken. 4.4.4 Gemeente Tilburg De eerste 4 jaar stelt Tilburg € 50.000,= per jaar beschikbaar. Hiermee moet de gewenste ambitie zoals die in de bovenstaande paragraven is beschreven, grotendeels haalbaar zijn. Het uitvoeringsbudget is gelabeld aan de verschillende thema’s. Van de €50.000,= wordt €10.000,= gelabeld aan recreatie. Het overige budget is voorlopig aan de hand van de ambitie verdeeld over de overige onderwerpen. 4.4.5 Gemeente Vught In de eerste 4 jaar stelt gemeente Vught € 20.000,= per jaar beschikbaar voor het Stimuleringskader . Dit is niet genoeg om de ambitie (zie tabel 4.3) te realiseren. Toch wil de gemeente niet nog meer gebieden uitsluiten voor de aanleg van nieuwe elementen. Wel worden voor 2 gebieden minder pakketten opengesteld (Vug-ke/II => alleen landschapspakketten en vug-ol/I alleen randenpakketten). De gemeente wil in de 1ste jaren met name GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
19
inzetten op het in beheer nemen van bestaande elementen en later meer op de aanleg van nieuwe elementen. Daarnaast is gekozen om het ene jaar geld beschikbaar te stellen voor het realiseren van hoofdaders en het andere jaar voor recreatieve routes. 4.4.6 Waterschap De Dommel Het waterschap stelt de eerste 4 jaar een budget beschikbaar van €15.000,= per jaar. Dit bedrag wordt uitsluitend ingezet voor de realisatie van randen en natuurvriendelijke oevers, langs waterschapvoerende sloten in die gebieden die binnen het waterschapsdistrict zijn opengesteld voor de aanleg van nieuwe elementen. Daarnaast kan het geld ingezet worden voor de realisatie van poelen in beekdalen. 4.4.7 Waterschap Brabantse Delta Onder EVZ worden in dit verband alleen die EVZ’s verstaan die voortvloeien uit het provinciaal Waterhuishoudingsplan 2003-2006, die als in te richten natte evz zijn opgenomen op de bij het gebiedscontract behorende uitvoeringskaart. • Uitgangspunt is dat het Waterschap streeft naar een duurzame realisatie van deze evz’s. Dit betekent dat de prioriteit ligt bij grondverwerving. Blauwe diensten zijn daaraan ondersteunend. Om het proces van grondaankoop en/of uitvoering van de grondaankoopplannen niet te doorkruisen, wordt met het opstellen van het Stimuleringskader voor een evz gewacht totdat het proces van grondaankoop voldoende is gevorderd, dit ter beoordeling van het Waterschap. Het waterschap kan evenwel beslissen in gevallen het Stimuleringskader eerder open te stellen voor een evz. • De realisatie van evz’s is maatwerk. Het openstellen van het Stimuleringskader geschiedt daarop per specifieke evz op een door het waterschap te bepalen tijdstip. Het moment van openstellen is gekoppeld aan uitvoering van het gehele inrichtingsproject door het waterschap. Vooruitlopend op die openstelling kunnen logischerwijs geen overeenkomsten op basis van het gebiedscontract worden aangegaan. • De delen van de totale evz die met een blauwe dienst gerealiseerd zouden worden, moeten passen binnen de totale inrichting, het beheer en het waterhuishoudkundig onderhoudsregime van de totale evz. Hierbij is het behalen van de uiteindelijke doelstelling voor de evz niet of in duidelijk onvoldoende mate gehaald worden, wordt geen blauwe dienst afgesloten. • Bij het openstellen van het Stimuleringskader voor een specifieke evz wordt tevens door het waterschap bepaald welk deel van het beschikbaar budget daarvoor vrijgegeven wordt. 4.4.8 Waterschap Aa en Maas Het waterschap stelt de eerste 4 jaar een budget beschikbaar van € 4.000,= per jaar. Dit bedrag wordt uitsluitend ingezet voor de realisatie van EVZ’s (althans delen ervan), randen, natuurvriendelijke oevers en poelen langs watervoerende sloten, in die gebieden die binnen het waterschapsdistrict zijn opengesteld. Daarnaast kan het budget ingezet worden om recreatief medegebruik langs waterschapssloten te stimuleren. Opgemerkt kan worden dat de regeling voor het waterschap een instrument is om de waterschapsopgave bij inwoners meer bekendheid te geven, waardoor meer draagvlak ontstaat voor de opgave van het waterschap. Daarnaast speelt de regeling een rol bij de landschappelijke inkleding van waterschapsprojecten, aanvullende en ondersteunende maatregelen voor evz’s en randenbeheer.
4.4 Cursusprogramma Aan agrariërs en particulieren die deelnemen aan het Stimuleringskader wordt de mogelijkheid geboden om hun kennis en kunde op het vlak van natuur- en landschapsbeheer te vergroten. Voor de 5 deelnemende gemeenten betekent dit een op de wensen en behoeften van de deelnemer afgestemd cursusaanbod. Als basis is het provinciale cursusaanbod gebruikt dat is aangevuld op basis van de wensen en behoeften in de regio. De cursussen zijn uitgewerkt in een cursuswijzer die in bijlage 3 is opgenomen. Deze geeft aan voor welke cursus of bijscholing deelnemers in aanmerking komen.
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
20
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
21
5. Implementatie 5.1 Gebiedscontract Het Gebiedsgericht uitvoeringsprogramma beschrijft de ambitie voor natuur en landschap in de regio. In het gebiedscontract worden aan de hand van het beschikbare budget uitvoeringskeuzes gemaakt o.b.v. het GUP. In dit contract worden daarnaast taken en verantwoordelijkheden ten aanzien van de uitvoering door de betrokken partijen vastgelegd. Deze overeenkomst is voor alle partijen bindend. Naast de gemeenten betreft een dergelijke overeenkomst in ieder geval de provincie, het Waterschap, het Coördinatiepunt landschapsbeheer en Dienst Regelingen. Zoals in hoofdstuk 4 zal iedere gemeente individueel afspraken maken ten aanzien van taakstelling en budget. Deze worden ook opgenomen in het gebiedscontract. Ook kan een gemeente in andere opzichten accenten willen leggen, bijvoorbeeld door eigen beleidsmaatregelen die de uitvoering faciliteren. Naast bepalingen en voorwaarden die een gestandaardiseerde uitvoering en financiering moeten garanderen, laat een gebiedscontract partijen dus volop ruimte voor lokaal maatwerk. De deelnemende partijen zijn de gemeenten Vught, Tilburg, Heusden, Oisterwijk en Haaren, waterschap De Dommel, Waterschap Brabantse Delta, Waterschap Aa en Maas en Provincie Noord Brabant. De looptijd van het gebiedscontract is vier jaar. In principe wordt een contract eens per 4 jaar herzien, of eerder indien hier aanleiding toe is.
5.2 Veldcoördinator Het gebiedsgerichte karakter van het provinciale Stimuleringskader komt ook tot uitdrukking in de uitvoeringsorganisatie. De lokale partijen hebben inhoud gegeven aan het uitvoeringsprogramma dat recht doet aan de lokale omstandigheden, wensen en ambities en zijn vervolgens zelf verantwoordelijk voor een succesvolle uitvoering in het veld. Voor dit uitvoeringsprogramma worden de gemeenten, waterschap en provincie geacht om daartoe één of meerdere zogenaamde veldcoördinatoren aan te stellen, deze te scholen en te voorzien van de benodigde materialen. De kerntaken en verantwoordelijkheden van de veldcoördinatie bestaan uit het uitdragen van de regeling naar de doelgroepen en het functioneren van aanspreekpunt en begeleiden aan de keukentafel. Zie hiervoor ook de beleidsregel Stimuleringkader. De partners in het uitvoeringsprogramma bepalen zelf welke aanvullende werkzaamheden tot het takenpakket moeten gaan behoren. Ook bepalen zij het aantal coördinatoren dat nodig is en stellen een functieomschrijving op. De veldcoördinatoren worden op contractbasis aangesteld door de uitvoeringsorganisatie. In het gebiedscontract worden de afspraken geregeld met betrekking tot de aanstelling, functieomschrijving, het contract, de beoordeling en betaling van de coördinatoren.
5.3 Flankerend beleid De uitvoering van de maatregelen uit dit programma kan eventueel worden ondersteund door de inzet van andere instrumenten of specifiek (gemeentelijk) beleid. Hieronder staat een voorbeeld voor flankerend beleid voor aanlegvergunningen voor landschapselementen. Omschrijving Het aanleggen van landschapselementen kan gekoppeld zijn aan een aanlegvergunningstelsel en is daardoor gekoppeld aan een procedure en brengt vaak legeskosten met zich mee. a. Uitleg In de gemeentelijke bestemmingsplannen is het aanleggen van landschapselementen (houtopstanden, poelen) vaak gekoppeld aan een aanlegvergunningsstelsel (afhankelijk van de bestemming). Op het moment dat een vergunning wordt aangevraagd, vindt op verschillende aspecten een beoordeling plaats en wordt de aanvraag ter inzage gelegd (bezwaarprocedure). Gemeenten verrekenen kosten samenhangend met de vergunningsprocedure door bij de aanvrager legeskosten in rekening te brengen. b. Waarom uitwerken Het stimuleringskader beoogt (potentiële) deelnemers te stimuleren landschapselementen aan te leggen. Het is voor een deelnemer een weinig aantrekkelijke gedachte dat een initiatief tegen (overigens noodzakelijke) formele procedures en kosten aanloopt. Vanuit het stimuleringskader is het wenselijk de deelnemer zo snel mogelijk tot realisatie van zijn initiatief te kunnen laten overgaan tegen zo gering mogelijke kosten/inspanningen.
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
22
Beleid Om het aanleggen van elementen binnen het stimuleringskader aantrekkelijker te maken, dient een oplossing gevonden te worden voor de volgende knelpunten: 1. De kosten voor leges drukken op de schouders van de aanvrager 2. De inspanning voor het indienen van een verzoek voor vergunningverlening ligt bij de aanvrager 3. De doorlooptijd voor een vergunningsaanvraag is relatief lang Ad 1. Financiering legeskosten a) Voorkeursoptie: Een uitwerkingsrichting wordt gevonden in het kwijtschelden van de legeskosten. Door het kwijtschelden worden de administratieve lasten binnen een gemeente verminderd, waardoor de totale uitvoeringskosten lager uitvallen. Nadeel hierbij is dat de gemeente opdraait voor de gemiste inkomsten uit legeskosten. Om een en ander te kunnen effectueren kan aanpassing van de gemeentelijke legesverordening wenselijk/ noodzakelijk zijn. b)
Alternatief: De legeskosten welke normaliter in rekening worden gebracht bij de aanvrager, worden tot de uitvoeringskosten gerekend van het stimuleringskader. Op deze manier wordt de deelnemer niet aangeslagen, maar worden de kosten gefinancierd door gemeente en provincie in een nader overeen te komen verhouding. Binnen de regelingen van het Programma Beheer is op een vergelijkbare wijze voorzien in de financiering van de legeskosten. Legeskosten vormen een onderdeel van de kosten behorend bij de uitvoering van inrichtingsmaatregelen en worden tot de subsidiabele inrichtingskosten gerekend
Ad 2 en 3. Inspanningen voor het vergunningverzoek en doorlooptijd procedure a) Vastgehouden wordt aan de aanvraagprocedure die gekoppeld is aan het aanlegvergunningenstelsel. De veldcoördinator faciliteert (neemt de inspanningen over van) de aanvrager bij het verkrijgen van de juiste vergunningen. b)
In tal van regionale en gemeentelijke convenanten (gebiedscontracten) staan bepalingen opgenomen welke de aanvraagprocedure voor een aanlegvergunning overbodig maken en daarmee dus vele malen eenvoudiger en korter. Gebleken is echter dat deze bepalingen juridisch niet of nauwelijks in stand te houden zijn. Een versnelling van de procedure kan geregeld worden in het gemeentelijke bestemmingsplan. In het bestemmingsplan kan de termijn van inzage worden geregeld. Een kortere termijn, heeft een kortere procedure tot gevolg. Daarnaast wordt de procedure vereenvoudigd door nieuwe vergunningsaanvragen te bundelen en de ter inzage legging te beperken tot 2 momenten per jaar. Wanneer deze momenten worden afgestemd op het plantseizoen hoeft dit voor de aanvrager geen problemen op te leveren.
5.4 Communicatie Het Stimuleringskader Groen Blauw Diensten zal provinciaal worden uitgedragen, bijvoorbeeld door middel van brochures, nieuwsbrief en website met actuele informatie. In dit gebied zullen de lokale partijen de communicatie rond de start en uitvoering van de nieuwe regeling in de regio zelf verzorgen. Hiervoor zal bij het gebiedscontract een communicatieplan worden opgesteld. Dit plan dient als leidraad voor de communicatie tijdens de implementatie van het Stimuleringskader . De contractjaren worden in verschillende fases verdeeld, waarbij per fase de doelgroep, de ‘boodschap’ en het middel worden bepaald. In het plan wordt achtereenvolgens ingegaan op: doelgroepen en doelstellingen, communicatiestrategie oftewel aanpak op hoofdlijnen, in te zetten communicatiemiddelen en -activiteiten, planning en organisatie en wordt er een kostenindicatie bepaald.
5.5 Organisatie Aansturing veldcoördinator De veldcoördinator functioneert onder eindverantwoordelijkheid van de Provincie Noord-Brabant (1), maar wordt daarnaast ook gevoed door de gemeenten en waterschappen. Het Coördinatiepunt Landschapsbeheer functioneert hierbij als inhoudelijk adviseur voor de veldcoördinator. Dienst Regelingen wordt alleen aangestuurd door de Provincie (2.) De Veldcoördinator en Dienst Regelingen werken vervolgens samen ten aanzien van aanvragen, beschikkingen, controle en voortgang, etc. (3.) Hierop wordt in de overige stroomschema’s nog
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
23
teruggekomen. Dienst Regelingen op zijn beurt stuurt de Dienst Landelijk Gebied aan, die de controle van de uitvoering in het veld doet.
Stroomschema 1: Aansturing veldcoördinator
Opdrachtgever Waterschap(-pen)
Gemeenten
Provincie Noord-Brabant
1.
Coördinatiepunt Landschapsbeheer Brabant
2.
3.
Veldcoördinator
Dienst Regelingen
4.
Dienst Landelijk Gebied
Aanvraag beschikking De grondeigenaar en de veldcoördinator stellen (indien de grondeigenaar daar prijs op stelt) samen het inrichtingsplan op en vullen gezamenlijk de beschikking in (1.). Ter controle van de aanvraag, parafeert de veldcoördinator het aanvraagformulier. Vervolgens dient de grondeigenaar het aanvraagformulier en bijbehorende schets in bij de Dienst Regelingen (2.) Deze stuurt een bevestiging van de beschikking terug naar de grondeigenaar en een kopie hiervan gaat naar de veldcoördinator (3.). De volgende stap is dat de grondeigenaar de aanleg verzorgd en vervolgens het vaststellingsverzoek indient bij de Dienst Regelingen (4.) Deze controleert of de uitvoering conform afspraak is, waarna een bevestiging van vaststelling wordt opgestuurd en de afrekening plaats vindt (5.). Een kopie van de vaststelling wordt naar de veldcoördinator verstuurd. Stroomschema 2: Aanvraag beschikking
1. Grondeigenaar
veldcoördinator
2.
3.
4.
5.
3. 5.
Dienst Regelingen
Financiën GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
24
Ten aanzien van de financiën is onderscheid gemaakt tussen specifieke kosten en algemene kosten. Specifieke kosten De gemeenten en het waterschap betalen het vastgestelde bedrag aan de Provincie (1.), deze verdubbelt het bedrag en betaald de veldcoördinator en voor communicatie (2.) De rest van het bedrag, dat bedoelt is voor de feitelijke uitvoering gaat naar Dienst Regelingen (3.). Dienst Regelingen betaald van dit bedrag vervolgens de aanvragen uit het veld ten aanzien van inrichting, beheer en cursussen (4.) Algemene kosten De algemene kosten bestaande uit de kosten voor algemene provinciale communicatie, de notaris in kader van notariële aktes en de kosten van Dienst Regelingen worden betaald door de provincie. Stroomschema 3: Financiën Specifieke kosten:
Algemene kosten:
Gemeente (€ )
Provincie Noord-Brabant
Provincie Noord-Brabant (2 x € )
1. Waterschap (€ )
1. 2.
3. Dienst Regelingen
•Veldcoördinator •Communicatie
•Algemene communicatie •Notaris •Dienst Regelingen
4. Uitbetalingen:
• Inrichting • Beheer • Cursussen
Voortgangsrapportages van de veldcoördinator t.b.v. de uitvoering De veldcoördinator rapporteert aan de opdrachtgever, bestaande uit de gemeenten, het waterschap en de provincie (2.) Hiertoe ontvangt de veldcoördinator een overzicht van de aanvragen van de Dienst Regelingen (1.) Op basis van de rapportages kan de opdrachtgever vervolgens de veldcoördinator aansturen (3.) en indien gewenst het gebiedscontract aanpassen.
Stroomschema 4: Voortgangsrapportages veldcoördinator t.b.v. uitvoering
Opdrachtgever
2.
Dienst Regelingen
3.
veldcoördinator
1.
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
25
Beheer van het Gebiedscontract Het beheer van het gebiedscontract is een zaak van de gemeente. Als hier wijzigingen op doorgevoerd moeten worden ten aanzien van wijzigingen van pakketten, gebieden of budget zal de gemeente dit zelf aan moeten geven en aan moeten vragen bij de provincie (2.). Het gebiedscontract kan één maal per jaar, aan het einde van het kalenderjaar, aangepast worden. Wijzigingen moeten dan ook uiterlijk in november aangevraagd worden bij de provincie. Op deze manier is er voldoende tijd voor G.S. om hierover een besluit te nemen, zodat de wijziging vanaf 1 januari van kracht kan zijn. Van de gemeente mag verwacht worden dat zij de ambtelijke werkgroep (bestaande uit de gemeenten, het waterschap, de provincie en het Coördinatiepunt Landschap) informeert over de voorgenomen wijzigingen (1.). De werkgroep heeft hier echter geen zeggenschap over. Stroomschema 5: Beheer gebiedscontract
Ambtelijke werkgroep*
1.
Provincie (G.S.)
Gemeente
2.
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
26
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
27
Bijlage 1: Uitvoeringskaart
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
28
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
29
Bijlage 2: Toepassingswijzer
Toepassingswijzer Voor het toepassen van groene en blauwe diensten voor de gemeenten Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
30
Inleiding Dit is de Toepassingswijzer behorende bij het Gebiedsgericht Uitvoeringsprogramma voor de gemeenten Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught en vormt een aanvulling op de Uitvoeringskaart. Het eerste hoofdstuk bevat het totaaloverzicht van de verschillende pakketten uit het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten die zijn opengesteld voor de verschillende deelgebieden. Deze deelgebieden zijn vastgesteld in overleg met de ambtelijke projectgroep en de verschillende gemeentelijke locale werkgroepen. Elk deelgebied heeft een code gekregen op de kaart. Deze code is als volgt opgebouwd: [Gemeente] – [Landschapstype met nummer] / [Prioriteit] Voor de verschillende gemeenten zijn de afkortingen Haa voor Haaren, Heu voor Heusden en Ois voor Oisterwijk, Til voor Tilburg enVug voor Vught gebruikt. Landschapstype met nummer bestaat uit een aanduiding voor het landschapstype, bijvoorbeeld ke voor kampen en essen. Het nummer duidt op een mogelijke variant. De aanduiding -ke0 staat voor het landschapstype kampen en essen waarvoor bepaalde pakketten zijn opengesteld. De aanduiding -ke1 staat eveneens voor het landschapstype kampen en essen, maar wijkt enigszins af, waardoor enkele pakketten meer of minder zijn opengesteld. Het romeinse cijfer aan het einde van de code tenslotte geeft de prioriteit van het gebied aan: I betekent een hoge prioriteit, II betekent een normale prioriteit. In de volgende hoofdstukken wordt vervolgens telkens nader ingegaan op één bepaald landschapstype. In de eerste plaats wordt een korte beschrijving gegeven van kenmerken, ontstaansgeschiedenis en verschijningsvorm van het landschapstype. Vervolgens wordt per opengesteld pakket een omschrijving gegeven van de manier waarop een bepaald pakket zou moeten worden toegepast. Deze Toepassingswijzer is vooralsnog geen verplichting, maar geeft houvast aan veldcoördinator en grondeigenaar op welke manier recht wordt gedaan aan het landschap bij toepassen van een bepaald pakket.
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
31
1. Totaaloverzicht pakketten
Kruidenrijke zoom
Graslandflora- en faunarand
Akkerflora- en faunarand
Vluchtstroken voor weidevogels
L10 L11 L12 L13 L14
R1
R2
R3
R4
R5
Natuuroever nat grasland
Natuuroever riet
Weidevogelpoel
Amfibieënpoel
Hoogstamfruitboomgaard
Knotboom
Landschapsboom
Knip- en scheerheg
Struweelhaag
Randenpakketten
Klein bosje
Griendje
Hakhoutbosje
Elzensingel
Houtwal/singel
Landschapspakketten
Overig
Ecologische verbindingszones L1 L2 L3 L4 L5 L6 L7 L8 L9 L10 L11 L12 L13 L14 R1 R2 R3 R4 Droge evz Droog kralensnoer a a a a a a a a a Landschapszone a a a a a a a a a a a a a a Natte evz Nat Kralensnoer a a a a a a a a a Moeraszone a a a a a a a a a a Aanbeveling van landschaps- en randenpakketten zoals die in het stimuleringskader groen blauwe diensten zijn benoemd. Naast pakketten uit het
R5
stimuleringskader kunnen ook pakketten uit catalogus groenblauwe diensten worden toegepast. Keuze van pakketten is afhankelijk van locatie.
Recreatief medegebruik Agrarisch cultuurlandschap
W1
Onverharde weg met bloemrijke bermen en struweel
Onverharde weg met bloemrijke bermen en bomen
Onverharde weg met bloemrijke bermen
Wandelpad over boerenland
Recreatiepakketten
W2 W3 W4
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
32
Catalogus Groenblauwe diensten
Knotboom
Bloemrijke rand
Landschapsboom
Natuuroever nat grasland
Knip- en scheerheg
L9
Natuuroever riet
Struweelhaag
L8
Weidevogelpoel
Klein bosje
L7
Amfibieënpoel
Griendje
L6
Hoogstamfruitboomgaard
Hakhoutbosje
L5
Vluchtstroken voor weidevogels
-pl0/.. -bo0/..
L4
Akkerflora- en faunarand
-oe0/.. -oe1/.. -ko0/.. -sl0/..
L3
Graslandflora- en faunarand
-bd0/..
L2
Kruidenrijke zoom
-ol0/.. -ho0/.. -ho1/.. -ho2..
L1
Bloemrijke rand
-ke0/.. -ke/1.. -e0/..
Landschapstypes Oude zandontginning Kampen en essen Kampen en essen Essen Jonge zandontginning Grootschalig open landschap Heideontginning Heideontginning Heideontginning Beekdallandschap Open tot halfopen Rivierkleilandschap Oeverwal Oeverwal (schootsveld) Kom Slagenlandschap Overig Parklandschap Boomteeltontwikkelingsgebied
Elzensingel
Fijne dooradering Code
Randenpakketten
Houtwal/singel
Landschapspakketten
2.1 Kampen en essen (-ke0/..) Omschrijving In het oude ontginningenlandschap hebben de eerste bewoners zich gevestigd. Op hoge plaatsen langs rivieren en beken vestigden zich bewoners die de gronden daaromheen ontgonnen. De droge delen werden gebruikt als bouwland waardoor karakteristieke open akkers ontstonden. De natte delen werden gebruikt als hooiland, die zich kenmerkten door de kleinschalige strookvormige verkaveling (zie § 2.5 ‘Open tot halfopen beekdalland’). Later in de middeleeuwen ontstonden kleinschalige kampontginningen op grotere afstand van de rivier en beken. Dit kleinschalige landschap met vele houtsingels en andere kleinschalige landschapselementen heeft een onregelmatige blokvormige verkaveling (ca 200x200m) en verspreid liggende oude boerderijen. Nog later ontstonden ook regelmatiger en planmatiger verkavelde kampen. Het oude ontginningenlandschap is van oudsher een gevarieerd maar samenhangend landschap, waar verschillende landbouwkundige gebruiken, mate van geslotenheid en bodemgesteldheid voor komen. Pakketten voor groene en blauwe diensten L1: Houtwal-/singel L3: Hakhoutbosje
L5: Klein bosje
L6: Struweelhaag L8: Landschapsboom L9: Knotboom
L10: Hoogstamboomgaard L11: Amfibieënpoel
R1: Bloemrijke rand R2: Kruidenrijke zoom R3: Graslandflora- en faunarand R4: Akkerflora- en faunarand
Toepassingswijzer
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Langs perceelsgrenzen en sloten Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Bij droge omstandigheden (grondwatertrap ≥ V) In de hoek of aan einde/rand van een perceel Perceeldekkend mits ≤ 0,5 ha Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) In de hoek of aan einde/rand van perceel Perceeldekkend mits ≤ 0,5 ha Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Langs perceelsgrenzen en sloten Als solitair, groep of rij Op percelen en langs perceelsgrenzen en sloten Als solitair, groep of rij Op percelen en langs perceelsgrenzen en sloten Alleen soorten die passen bij drogere gronden (wel knoteik, geen knotwilg) Op perceel grenzend aan of in directe omgeving van erf In groep of rij van minimaal 10 stuks Alleen in aandachtsgebieden amfibieën Bij vochtige omstandigheden (grondwatertrap ≤ V) Binnen enkele honderden meters van andere poel of voortplantingswater In nabijheid van houtopstand (circa 25 meter) (Gedeeltelijk) gelegen in de zon Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur gelegen langs houtige opstand Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur in combinatie met grasland Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur in combinatie met akkerland
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
33
2.2 Kampen en essen (–ke1) Binnen het plangebied van de vijf gemeentes ligt een deel kampen en essenlandschap dat wat natter is dan het meest voorkomende type kampen en essen. Hier zijn bijvoorbeeld elzensingels geen onwaarschijnlijke verschijning. Besloten is om hier enkele natte pakketten extra open te stellen Pakketten voor groene en blauwe diensten L1: Houtwal-/singel L2: Elzensingel
L3: Hakhoutbosje
L4: Griendje
L5: Klein bosje
L6: Struweelhaag L8: Landschapsboom L9: Knotboom
L10: Hoogstamboomgaard L11: Amfibieënpoel
L13: Natuuroever riet L14: Natuuroever nat grasland R1: Bloemrijke rand R2: Kruidenrijke zoom R3: Graslandflora- en faunarand R4: Akkerflora- en faunarand
Toepassingswijzer
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Langs perceelsgrenzen en sloten Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Bij vochtige omstandigheden (grondwatertrap ≤ V) Langs perceelsgrenzen en sloten Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Bij droge omstandigheden (grondwatertrap ≥ V) In de hoek of aan einde/rand van een perceel Perceeldekkend mits ≤ 0,5 ha Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Bij vochtige omstandigheden In de hoek of aan einde/rand van perceel. Bij voorkeur tegen waterloop Perceeldekkend mits ≤ 0,5 ha Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) In de hoek of aan einde/rand van perceel Perceeldekkend mits ≤ 0,5 ha Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Langs perceelsgrenzen en sloten Als solitair, groep of rij Op percelen en langs perceelsgrenzen en sloten Als solitair, groep of rij Op percelen en langs perceelsgrenzen en sloten Alleen soorten die passen bij drogere gronden (wel knoteik, geen knotwilg) Op perceel grenzend aan of in directe omgeving van erf In groep of rij van minimaal 10 stuks Alleen in aandachtsgebieden amfibieën Bij vochtige omstandigheden (grondwatertrap ≤ V) Binnen enkele honderden meters van andere poel of voortplantingswater In nabijheid van houtopstand (circa 25 meter) (Gedeeltelijk) gelegen in de zon Langs (permanent) watervoerende sloten met ‘hoog’ waterpeil Bij voorkeur langs sloten die al riet bevatten Langs (permanent) watervoerende sloot met ‘hoog’ waterpeil Niet bij rietsloten Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur gelegen langs houtige opstand Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur in combinatie met grasland Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur in combinatie met akkerland
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
34
2.3 Essen (-e0/..) Omschrijving De karakteristieke open akkers staan bekend onder de naam es. Binnen het plangebied van de vijf gemeenten is op veel plekken sprake van een mengvorm van essen en kampen. Op enkele plekken is echter sprake van een grote aaneengesloten oude es. Het meest gave exemplaar is de Belverse akker in de gemeente Haaren. Aangezien deze zo overduidelijk aanwezig is in het landschap, is deze apart benoemd als es. Kenmerkend voor een es is het ontbreken van beplanting, met uitzondering van de rand, waar ook de bewoning plaats vindt. Ten aanzien van de open te stellen pakketten betekent dit dat het pakket houtwal niet is opengesteld. Pakketten voor groene en blauwe diensten L3: Hakhoutbosje
L5: Klein bosje
L6: Struweelhaag L8: Landschapsboom L9: Knotboom
L10: Hoogstamboomgaard R1: Bloemrijke rand R2: Kruidenrijke zoom R3: Graslandflora- en faunarand R4: Akkerflora- en faunarand
Toepassingswijzer
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Bij droge omstandigheden (grondwatertrap ≥ V) In de hoek of aan einde/rand van een perceel Perceeldekkend mits ≤ 0,5 ha Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) In de hoek of aan einde/rand van perceel Perceeldekkend mits ≤ 0,5 ha Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Langs perceelsgrenzen en sloten Als solitair, groep of rij Op percelen en langs perceelsgrenzen en sloten Als solitair, groep of rij Op percelen en langs perceelsgrenzen en sloten Alleen soorten die passen bij drogere gronden (wel knoteik, geen knotwilg) Op perceel grenzend aan of in directe omgeving van erf In groep of rij van minimaal 10 stuks Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur gelegen langs houtige opstand Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur in combinatie met grasland Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur in combinatie met akkerland
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
35
2.4 Grootschalig open landschap (-ol0/..) Omschrijving Het gebied op de kaart omschreven als “grootschalig open landschap” ligt onder de Naad van Brabant, oftwel de dekzandrug Waalwijk -’s-Hertogenbosch – Oss. Het gaat hier uitdrukkelijk om een zandgebied, maar wel een van oorsprong erg nat gebied, dat pas laat in gebruik is genomen door de landbouw. Kenmerkend is de moderne rechthoekige verkaveling en het gebruik als grasland. In die zin lijkt het landschap sterk op het landschap van de kommen in het rivierengebied, zoals dat er nu uit ziet. De ecologische waarde van het gebied is vooral gelegen in de functie voor weidevogels. Voor het gebied langs de dijk is aangegeven dat hier een hoge prioriteit ligt voor de aanleg van poelen voor weidevogels en amfibieën. Pakketten voor groene en blauwe diensten L11: Amfibieënpoel
Toepassingswijzer
R1: Bloemrijke rand
• • • • • • • • • •
Bij vochtige omstandigheden (grondwatertrap ≤ V) Binnen enkele honderden meters van andere poel of voortplantingswater In nabijheid van houtopstand (circa 25 meter) (Gedeeltelijk) gelegen in de zon Bij vochtige omstandigheden (grondwatertrap ≤ V) In open weidevogel gebied Minimaal 100 meter vanaf opgaande bomen of bebouwing Langs (permanent) watervoerende sloten met ‘hoog’ waterpeil Niet bij rietsloten Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden
R2: Kruidenrijke zoom
•
Bij voorkeur gelegen langs houtige opstand
R3: Graslandflora- en faunarand R4: Akkerflora- en faunarand
• • • • • • •
Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur in combinatie met grasland Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur in combinatie met akkerland In open gebied Minimaal 100 meter vanaf opgaande bomen of bebouwing Op perceel of langs perceelsgrenzen, sloten en weidevogelpoel
L12: Weidevogelpoel
L14: Natuuroever nat grasland
R5: Vluchtstroken voor weidevogels
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
36
2.5 Heideontginning (-ho0/..) Omschrijving Heideontginningen zijn woeste gronden die pas in de negentiende eeuw zijn ontgonnen. Grote delen hiervan zijn bebost ten behoeve van mijnbouw (en meestal later omgezet in akkers). Andere delen werden direct ontgonnen en in gebruik genomen als landbouwgrond met name ten behoeve van akkerbouw. Deze gebieden kennen grote rechte blokverkavelingen van ca 450x450m. Langs de rechte wegen liggen boerderijen die soms solitair, soms in linten zijn gebouwd. De bebouwing is vaak voorzien van erfbeplanting, afhankelijk van het al dan niet aanwezig zijn van woonbebouwing. De wegen met laanbeplanting, van vooral eiken; vormen het grofmazige raamwerk van het landschapschap. Het gebied ten zuidoosten van de Kampina bijvoorbeeld kan getypeerd worden als een heideontginning. Pakketten voor groene en blauwe diensten L1: Houtwal-/singel
L8: Landschapsboom
R1: Bloemrijke rand R2: Kruidenrijke zoom R3: Graslandflora- en faunarand R4: Akkerflora- en faunarand R5: Vluchtstroken voor weidevogels
Toepassingswijzer
• • • • • • • • • • • • • • •
Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Langs perceelsgrenzen en sloten Behouden ‘open’ percelen van circa 450m bij 450m Als solitair, groep of rij Op percelen en langs perceelsgrenzen en sloten Bij rij behouden ‘open’ percelen van circa 450m bij 450m Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur gelegen langs houtige opstand Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur in combinatie met grasland Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur in combinatie met akkerland In open gebied Minimaal 100 meter vanaf opgaande bomen of bebouwing Op perceel of langs perceelsgrenzen, sloten en weidevogelpoel
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
37
2.6 Heideontginning (-ho1/..) Omschrijving De heideontginningen rond Tilburg kennen naast de elementen die kenmerkend zijn voor dit landschap ook het hakhoutbosje. Dit type landschapselement hoort in eerste instantie vooral thuis bij de oude zandontginningen. Hier had het de functie om te voorzien in brand en geriefhout. Eikenbast is echter eveneens noodzakelijk voor sommige processen in de textielindustrie. Aangezien Tilburg een grote textielindustrie kende kwamen hier ook in de modernere heideontginningen op sommige plekken toch ook hakhoutbosjes voor. Vandaar dat er in de lokale werkgroep voor gekozen is dit pakket open te stellen. Pakketten voor groene en blauwe diensten L1: Houtwal-/singel
L3: Hakhoutbosje
L8: Landschapsboom
R1: Bloemrijke rand R2: Kruidenrijke zoom R3: Graslandflora- en faunarand R4: Akkerflora- en faunarand R5: Vluchtstroken voor weidevogels
Toepassingswijzer
• • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Langs perceelsgrenzen en sloten Behouden ‘open’ percelen van circa 450m bij 450m Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Bij droge omstandigheden (grondwatertrap ≥ V) In de hoek of aan einde/rand van een perceel Perceeldekkend mits ≤ 0,5 ha Als solitair, groep of rij Op percelen en langs perceelsgrenzen en sloten Bij rij behouden ‘open’ percelen van circa 450m bij 450m Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur gelegen langs houtige opstand Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur in combinatie met grasland Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur in combinatie met akkerland In open gebied Minimaal 100 meter vanaf opgaande bomen of bebouwing Op perceel of langs perceelsgrenzen, sloten en weidevogelpoel
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
38
2.7 Heideontginning (-ho2/..) Omschrijving Binnen de heideontginnningen rond Tilburg is een natte verbinding opgenomen in het beleid tussen Tilburg en de Brand. In deze zone is het wenselijk dat poelen en andere natte elementen worden aangelegd. Vandaar dat er voor gekozen is deze pakketten wel open te stellen ten behoeve van deze verbinding. Voor weidevogels is dit gebied dan ook niet interessant. De weidevogelpakketten zijn dan ook niet opengesteld. Pakketten voor groene en blauwe diensten L1: Houtwal-/singel
L2: Elzensingel
L3: Hakhoutbosje
L8: Landschapsboom
L11: Amfibieënpoel
R1: Bloemrijke rand R2: Kruidenrijke zoom R3: Graslandflora- en faunarand R4: Akkerflora- en faunarand
Toepassingswijzer
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Langs perceelsgrenzen en sloten Behouden ‘open’ percelen van circa 450m bij 450m Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Bij vochtige omstandigheden (grondwatertrap ≤ V) Langs perceelsgrenzen en sloten Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Bij droge omstandigheden (grondwatertrap ≥ V) In de hoek of aan einde/rand van een perceel Perceeldekkend mits ≤ 0,5 ha Als solitair, groep of rij Op percelen en langs perceelsgrenzen en sloten Bij rij behouden ‘open’ percelen van circa 450m bij 450m Alleen in aandachtsgebieden amfibieën Bij vochtige omstandigheden (grondwatertrap ≤ V) Binnen enkele honderden meters van andere poel of voortplantingswater In nabijheid van houtopstand (circa 25 meter) (Gedeeltelijk) gelegen in de zon Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur gelegen langs houtige opstand Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur in combinatie met grasland Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur in combinatie met akkerland
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
39
2.8 Open tot halfopen beekdallandschap (-bd0/..) Omschrijving Beekdalen kenmerken zich door een langgerekte laagte in het landschap met een (natuurlijke) waterloop min of meer op het laagste punt. De percelen, die van oudsher uit hooi- en weilanden bestaan, hebben een kleinschalig karakter met strookvormige verkaveling (ca 50x100m) dwars op de waterloop. Het open beekdallandschap wordt op enkele plaatsen onderbroken door een beekgeleidend bosje, veelal gelegen in een meander. Waar beekdalen een meer besloten karakter hebben komen lijnvormige houtopstanden voor, die eveneens dwars op de waterloop langs een perceelsgrens of sloot staan. De wegen met daaraan bebouwing liggen aan de rand van het beekdal en lopen evenwijdig aan de waterloop. Het belangrijkste beekdal binnen het plangebied is dat van de Essche Stroom (met meer bovenstrooms de Voorste en Achterste Stroom). Het Helvoirts Broek neemt binnen het beekdal een bijzondere plek in, vanwege het open karakter. Deze valt echter helemaal binnen de EHS. Pakketten voor groene en blauwe diensten L1: Houtwal-/singel L2: Elzensingel
L3: Hakhoutbosje
L4: Griendje
L5: Klein bosje
L8: Landschapsboom L9: Knotboom
L11: Amfibieënpoel
L13: Natuuroever riet L14: Natuuroever nat grasland R1: Bloemrijke rand R2: Kruidenrijke zoom R3: Graslandflora- en faunarand R4: Akkerflora- en faunarand
Toepassingswijzer
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Langs perceelsgrenzen en sloten, bij voorkeur dwars op beekloop Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Bij vochtige omstandigheden Langs perceelsgrenzen en sloten, bij voorkeur dwars op beekloop Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Bij droge omstandigheden In de hoek of aan einde/rand van een perceel Perceeldekkend mits ≤ 0,5 ha Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Bij vochtige omstandigheden In de hoek of aan einde/rand van perceel. Bij voorkeur tegen waterloop Perceeldekkend mits ≤ 0,5 ha In halfopen tot besloten beekdalen Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) In de hoek of aan einde/rand van perceel Perceeldekkend mits ≤ 0,5 ha Als solitair, groep of rij Op percelen en langs perceelsgrenzen en sloten, dwars op beekloop Bij voorkeur bij vochtige omstandigheden Als solitair of in een rij Op percelen of langs perceelsgrenzen en sloten Bij vochtige omstandigheden (niet bij grondwatertrap VI en VII) Binnen enkele honderden meters van andere poel of voortplantingswater In nabijheid van houtopstand (circa 25 meter) (Gedeeltelijk) gelegen in de zon Langs (permanent) watervoerende sloten met ‘hoog’ waterpeil Bij voorkeur langs sloten die al riet bevatten Langs (permanent) watervoerende sloten met ‘hoog’ waterpeil Niet bij rietsloten Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur gelegen langs houtige opstand Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur in combinatie met grasland Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur in combinatie met akkerland
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
40
2.9 Oeverwal (-oe0/..) Omschrijving De oeverwal is het meer zandige deel van het rivierengebied. Deze gebieden liggen van oorsprong het dichtst bij de rivier. Op het moment dat een rivier buiten haar oevers trad werd dicht bij de hoofdstroom het zwaarste materiaal afgezet waaronder het aanwezige zand, naarmate de stroomsnelheid verder van de hoofdstroom af lager werd, kregen ook kleinere deeltjes de kans te bezinken, de kleideeltjes. Op het moment dat het water vervolgens weer zakte klonk het gebied ongelijkmatig in, waarbij de gebieden met het grofste materiaal het minst zakten en de gebieden met het fijnste materiaal het meest. Hierdoor ontwikkelden de oeverwallen zich tot relatief hoog gelegen delen dicht langs de rivier. Hierop vond vervolgens als eerst bewoning en daarmee ook de eerste landbouw plaats. Het landschap ontwikkelde zich dan ook deels vergelijkbaar met de oude zandontginningen (kronkelige wegen, kleinschalige onregelmatige verkaveling, relatief veel houtige opstanden). Kenmerkend voor de oeverwallen is de aanwezigheid van veel (hoogstam) boomgaarden. In latere perioden is veel van het onderscheid tussen dit landschap en de grootschalige open komgebieden verdwenen. Op een aantal plaatsen functioneert de oeverwal dan ook als weidevogelgebied. Omdat dit laatste het geval is, is er in de lokale werkgroep voor gekozen zowel de typische oeverwalpakketten open te stellen als de weidevogelpakketten. Pakketten voor groene en blauwe diensten L1: Houtwal-/singel L2: Elzensingel
L3: Hakhoutbosje
L4: Griendje
L5: Klein bosje
L6: Struweelhaag L7: Knip- en scheerheg L8: Landschapsboom L9: Knotboom
L10:Hoogstamfruitboomgaard L11: Amfibieënpoel
L12: Weidevogelpoel
Toepassingswijzer
• • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Langs perceelsgrenzen en sloten Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Bij vochtige omstandigheden (grondwatertrap ≤ V) Langs perceelsgrenzen en sloten Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Bij droge omstandigheden (grondwatertrap ≥ V) In de hoek of aan einde/rand van een perceel Perceeldekkend mits ≤ 0,5 ha Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Bij vochtige omstandigheden In de hoek of aan einde/rand van perceel. Bij voorkeur tegen waterloop Perceeldekkend mits ≤ 0,5 ha Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) In de hoek of aan einde/rand van perceel Perceeldekkend mits ≤ 0,5 ha Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Langs perceelsgrenzen en sloten Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand)
• • • • • • • • • • • • • •
Als solitair, groep of rij Op percelen en langs perceelsgrenzen en sloten Als solitair, groep of rij Op percelen en langs perceelsgrenzen en sloten Alleen soorten die passen bij drogere gronden (wel knoteik, geen knotwilg) Op perceel grenzend aan of in directe omgeving van erf In groep of rij van minimaal 10 stuks Bij vochtige omstandigheden (grondwatertrap ≤ V) Binnen enkele honderden meters van andere poel of voortplantingswater In nabijheid van houtopstand (circa 25 meter) (Gedeeltelijk) gelegen in de zon Bij vochtige omstandigheden (grondwatertrap ≤ V) In open weidevogel gebied Minimaal 100 meter vanaf opgaande bomen of bebouwing
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
41
Pakketten voor groene en blauwe diensten R1: Bloemrijke rand R2: Kruidenrijke zoom R3: Graslandflora- en faunarand R4: Akkerflora- en faunarand R5: Vluchtstroken voor weidevogels
Toepassingswijzer
• • • • • • • • •
Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur gelegen langs houtige opstand Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur in combinatie met grasland Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur in combinatie met akkerland In open gebied Minimaal 100 meter vanaf opgaande bomen of bebouwing Op perceel of langs perceelsgrenzen, sloten en weidevogelpoel
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
42
2.10 Oeverwal (-oe1/..) Omschrijving Op de oeverwal is op een tweetal plekken sprake van een schootsveld. Dit is rond Heusden het geval en bij een nabijgelegen fort. Hier is het niet wenselijk dat pakketten opengesteld worden die de openheid van dit schootsveld belemmeren en daarmee andersom ook het zicht op de wallen beneemt. Kenmerkend voor deze gebieden zijn daarnaast de knip- en scheerhagen. Pakketten voor groene en blauwe diensten L6: Struweelhaag
Toepassingswijzer
• • •
Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Langs perceelsgrenzen en sloten Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand)
R1: Bloemrijke rand
• • • • • • • • • • • • •
Als solitair, groep of rij Op percelen en langs perceelsgrenzen en sloten Als solitair, groep of rij Op percelen en langs perceelsgrenzen en sloten Alleen soorten die passen bij drogere gronden (wel knoteik, geen knotwilg) Bij vochtige omstandigheden (grondwatertrap ≤ V) Binnen enkele honderden meters van andere poel of voortplantingswater In nabijheid van houtopstand (circa 25 meter) (Gedeeltelijk) gelegen in de zon Bij vochtige omstandigheden (grondwatertrap ≤ V) In open weidevogel gebied Minimaal 100 meter vanaf opgaande bomen of bebouwing Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden
R2: Kruidenrijke zoom
•
Bij voorkeur gelegen langs houtige opstand
R3: Graslandflora- en faunarand R4: Akkerflora- en faunarand
• • • • • • •
Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur in combinatie met grasland Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur in combinatie met akkerland In open gebied Minimaal 100 meter vanaf opgaande bomen of bebouwing Op perceel of langs perceelsgrenzen, sloten en weidevogelpoel
L7: Knip- en scheerheg L8: Landschapsboom L9: Knotboom
L11: Amfibieënpoel
L12: Weidevogelpoel
R5: Vluchtstroken voor weidevogels
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
43
2.11 Kom (–ko0/..) Omschrijving De kom is het lager gelegen gebied achter de oeverwal, bestaande uit zware klei. Deze gebieden zijn pas later ontgonnen, vanwege de natte ontoegankelijke ondergrond en de moeite die het kostte deze gebieden te bewerken. Na ontginning waren deze gebieden feitelijk vooral als grasland te gebruiken ten gevolge van de hoge grondwaterstanden. Her en der liggen enkele bosjes, vaak in de vorm van oude eendenkooien. Qua percelering is onderscheid te maken tussen het gebied ten zuiden en oosten van Herpt, dat een wat onregelmatiger verkaveling kent en de rest van het gebied waar de percelering bestaat uit smalle langwerpige strookverkaveling (slagenlandschap). Bewoning vond in het gebied in eerste instantie nauwelijks plaats. Op dit moment vindt in de kommen wel bewoning plaats, meestal als solitaire boerderijen met bijgebouwen. Rondom is veelal sprake van erfbeplanting ten behoeve van een aangenamer woonklimaat. Kenmerkende elementen in dit gebied zijn dijken, die de verschillende polders van elkaar scheiden. Op deze manier liepen niet meteen alle komgronden onder op momenten van hoog water. Pakketten voor groene en blauwe diensten L4: Griendje
L9: Knotboom L11: Amfibieënpoel
L12: Weidevogelpoel
L13: Natuuroever riet L14: Natuuroever nat grasland R1: Bloemrijke rand R2: Kruidenrijke zoom R3: Graslandflora- en faunarand R4: Akkerflora- en faunarand R5: Vluchtstroken voor weidevogels
Toepassingswijzer
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Bij vochtige omstandigheden In de hoek of aan einde/rand van perceel. Bij voorkeur tegen waterloop Perceeldekkend mits ≤ 0,5 ha Als solitair of in een rij Op percelen of langs perceelsgrenzen en sloten Bij vochtige omstandigheden (grondwatertrap ≤ V) Binnen enkele honderden meters van andere poel of voortplantingswater In nabijheid van houtopstand (circa 25 meter) (Gedeeltelijk) gelegen in de zon Bij vochtige omstandigheden (grondwatertrap ≤ V) In open weidevogel gebied Minimaal 100 meter vanaf opgaande bomen of bebouwing Langs (permanent) watervoerende sloten met ‘hoog’ waterpeil Bij voorkeur langs sloten die al riet bevatten Langs (permanent) watervoerende sloten met ‘hoog’ waterpeil Niet bij rietsloten Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur gelegen langs houtige opstand Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur in combinatie met grasland Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur in combinatie met akkerland In open gebied Minimaal 100 meter vanaf opgaande bomen of bebouwing Op perceel of langs perceelsgrenzen, sloten en weidevogelpoel
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
44
2.12 Slagenlandschap (-sl0/..) Omschrijving Het gebied in de gemeente Heusden tussen de kernen Drunen-Vlijmen en de oeverwal langs de Maas is van oorsprong een slagenlandschap. Dit landschapstype ontstond door vanaf een ontginningsbasis op regelmatige afstand lange sloten het natte moerasgebied in gegraven. Aan het einde van deze sloten werd vervolgens een verbindingssloot of wetering gegraven, min of meer parallel aan de ontginningsbasis. Op deze manier ontstonden lange smalle percelen. De wetering was vervolgens de basis voor de volgende “slag”. Het op deze manier ontgonnen gebied werd vervolgens hoofdzakelijk gebruikt als hooiland en weide en als de omstandigheden het echter toelieten als akkerland. Dit gold bijvoorbeeld voor het gebied het dichtst tegen de kernen Drunen en Vlijmen aan. Langs de sloten werd vaak beplanting aangebracht in de vorm van elzensingels. Grote delen van dit landschap zijn verdwenen als gevolg van grootschalige ruilverkavelingen en betere ontwateringstechnieken. Voor het drogere, meer zandiger gedeelte van dit landschap is er toch voor gekozen het landschapstype slagenlandschap te hanteren. Pakketten voor groene en blauwe diensten L1: Houtwal-/singel L2: Elzensingel
L4: Griendje
L5: Klein bosje
L6: Struweelhaag L8: Landschapsboom L9: Knotboom L11: Amfibieënpoel
L13: Natuuroever riet L14: Natuuroever nat grasland R1: Bloemrijke rand R2: Kruidenrijke zoom R3: Graslandflora- en faunarand R4: Akkerflora- en faunarand
Toepassingswijzer
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Langs perceelsgrenzen en sloten Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Bij vochtige omstandigheden (grondwatertrap ≤ V) Langs perceelsgrenzen en sloten Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Bij vochtige omstandigheden (grondwatertrap ≤ V) In de hoek of aan einde/rand van perceel. Bij voorkeur tegen waterloop Perceeldekkend mits ≤ 0,5 ha Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) In de hoek of aan einde/rand van perceel Perceeldekkend mits ≤ 0,5 ha Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Langs perceelsgrenzen en sloten Als solitair, groep of rij Op percelen en langs perceelsgrenzen en sloten Als solitair, groep of rij Op percelen en langs perceelsgrenzen en sloten Bij vochtige omstandigheden (grondwatertrap ≤ V) Binnen enkele honderden meters van andere poel of voortplantingswater In nabijheid van houtopstand (circa 25 meter) (Gedeeltelijk) gelegen in de zon Langs (permanent) watervoerende sloten met ‘hoog’ waterpeil Bij voorkeur langs sloten die al riet bevatten Langs (permanent) watervoerende sloten met ‘hoog’ waterpeil Niet bij rietsloten Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur gelegen langs houtige opstand Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur in combinatie met grasland Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur in combinatie met akkerland
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
45
2.13 Parklandschap (-pl0/..) Omschrijving De gebieden die op de kaart zijn aangewezen als parklandschap zijn gebieden, waar als gevolg van veel verschillende functies het landschap nauwelijks nog een eigen karakter heeft en waar niet verwacht mag worden dat het oorspronkelijke karakter hersteld kan worden. Tegelijk zijn dit gebieden die vaak een belangrijke functie hebben als uitloopgebied voor nabij gelegen kernen. Vanuit die optiek is versterking van de landschappelijke en ecologische waarden wel wenselijk. Voor deze gebieden is er dan ook gekozen alle pakketten open te stellen. Het is vervolgens aan de veldcoördinator en de gemeente om aanvragen van grondeigenaren te beoordelen en van deskundig advies te voorzien. Pakketten voor groene en blauwe diensten L1: Houtwal-/singel
Toepassingswijzer
• • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Langs perceelsgrenzen en sloten Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Bij vochtige omstandigheden (grondwatertrap ≤ V) Langs perceelsgrenzen en sloten Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Bij droge omstandigheden (grondwatertrap ≥ V) In de hoek of aan einde/rand van een perceel Perceeldekkend mits ≤ 0,5 ha Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Bij vochtige omstandigheden In de hoek of aan einde/rand van perceel. Bij voorkeur tegen waterloop Perceeldekkend mits ≤ 0,5 ha Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) In de hoek of aan einde/rand van perceel Perceeldekkend mits ≤ 0,5 ha Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand) Langs perceelsgrenzen en sloten Solitair in het landschap (niet grenzend aan andere houtopstand)
R1: Bloemrijke rand
• • • • • • • • • • • • • • • •
Als solitair, groep of rij Op percelen en langs perceelsgrenzen en sloten Als solitair, groep of rij Op percelen en langs perceelsgrenzen en sloten Alleen soorten die passen bij drogere gronden (wel knoteik, geen knotwilg) Op perceel grenzend aan of in directe omgeving van erf In groep of rij van minimaal 10 stuks Bij vochtige omstandigheden (grondwatertrap ≤ V) Binnen enkele honderden meters van andere poel of voortplantingswater In nabijheid van houtopstand (circa 25 meter) (Gedeeltelijk) gelegen in de zon Langs (permanent) watervoerende sloten met ‘hoog’ waterpeil Bij voorkeur langs sloten die al riet bevatten Langs (permanent) watervoerende sloten met ‘hoog’ waterpeil Niet bij rietsloten Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden
R2: Kruidenrijke zoom
•
Bij voorkeur gelegen langs houtige opstand
R3: Graslandflora- en faunarand R4: Akkerflora- en faunarand
• • • •
Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur in combinatie met grasland Langs perceelsgrenzen, sloten, poelen en houtopstanden Bij voorkeur in combinatie met akkerland
L2: Elzensingel
L3: Hakhoutbosje
L4: Griendje
L5: Klein bosje
L6: Struweelhaag L7: Knip- en scheerheg L8: Landschapsboom L9: Knotboom
L10:Hoogstamfruitboomgaard L11: Amfibieënpoel
L13: Natuuroever riet L14: Natuuroever nat grasland
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
46
2.14 Boomteeltontwikkelingsgebied (-bo0/..) Omschrijving Het boomteeltontwikkelingsgebied is een projectgebied waar de gemeente er voor gekozen heeft de boomteelt als functie te accepteren en deze economisch sterke bedrijfstak wil stimuleren. Op basis van deze bestemming wordt weinig animo verwacht van de bedrijven voor de aanleg van nieuwe landschapselementen. Tenzij dit noodzakelijk is vanuit de bedrijfsvoering (certificeringseisen van afnemers). Er is dan ook gekozen om beperkte middelen voor dit gebied in te zetten. Deze middelen zullen worden ingezet voor beheer en onderhoud van bestaande landschapselementen en niet voor de aanleg van nieuwe landschapselementen.
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
47
3. Toepassingswijzer hoofdaders 3.1 Droog kralensnoer Omschrijving Model Droog kralensnoer is geschikt voor dieren van droge leefgebieden, zoals dagvlinders, sprinkhanen, reptielen waaronder de levendbarende hagedis en kleiner zoogdieren zoals egel, wezel en diverse muizensoorten. De corridor bestaat hoofdzakelijk uit (hei)schraal grasland, bermen en/of braamstruweel en bos die onderbroken worden door open plekken. Toepassing Het Droog kralensnoer bestaat uit een brede corridor of uit een smallere corridor met stapstenen. De bouwstenen zijn grasland, struweel en bos. De minimale breedte is 10 tot 15 meter en de stapstenen liggen maximaal 1 kilometer uit elkaar en hebben een oppervlakte van 1 tot 2 hectare. Een droog kralensnoer mag niet onderbroken worden door bebouwing, akkers of intensief beheerde graslanden. Een onderbreking van 100 meter vormt een barrière. (zie Groene schakels, voorbeeldboek verbindingszones van de Provincie Noord Brabant) Voor de realisatie van (een deel van) de ecologische verbindingszone dient een inrichtingsplan te worden opgesteld. Bij de inrichting kan gebruik worden gemaakt van de pakketten uit het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten. Een aanbeveling van deze pakketten is weergegeven in hoofdstuk 1 van de toepassingswijzer. Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van pakketten uit de catalogus groenblauwe diensten. In dit kader zijn ook vlakdekkende elementen mogelijk. Bij de keuze van de pakketten en de toepassing ervan dient onder andere rekening te worden gehouden met het landschapstype waarin de evz is gelegen. De verantwoordelijkheid voor het opstellen van het inrichtingsplan ligt bij de gemeente. Het plan komt tot stand in overleg met de betreffende grondeigenaar.
3.2 Landschapszone Omschrijving Model Landschapszone is geschikt als verbindingzone voor de Das, kleine zoogdieren, vleermuizen, bos- en struweelvogels, amfibieën en vlinders. De landschapszone bestaat uit landbouwgebied, waarvan minimaal 10% van de oppervlakte bestaat uit natte en droge landschapselementen zoals houtwallen, bloemrijke slootkanten of poelen. Toepassing De landschapzone bestaat uit een zone met kleinschalig landschap. Naast diverse landschapelementen maken ook landbouw, bewoning en recreatie deel uit van deze zone. De bouwstenen zijn poel, (vochtig) grasland, struweel en bos. De gemiddelde breedte van de zone is 250 tot 500 meter. Voor de realisering van de verbindingszone dient gemiddeld per strekkende kilometer circa 2,5 tot 5 hectare ingericht te zijn met kleine landschapselementen. De zone mag over een lengte van maximaal 1 kilometer tot 100 meter smal zijn. (zie Groene schakels, voorbeeldboek verbindingszones van de Provincie Noord Brabant) Voor de realisatie van (een deel van) de landschapzone dient een inrichtingsplan te worden opgesteld. Bij de inrichting kan gebruik worden gemaakt van de pakketten uit het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten. Een aanbeveling van deze pakketten is weergegeven in hoofdstuk 1 van de toepassingswijzer. Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van pakketten uit de catalogus groenblauwe diensten. In dit kader zijn ook vlakdekkende elementen mogelijk. Bij de keuze van de pakketten en de toepassing ervan dient onder andere rekening te worden gehouden met het landschapstype waarin de evz is gelegen. De verantwoordelijkheid voor het opstellen van het inrichtingsplan ligt bij de gemeente. Het plan komt tot stand in overleg met de betreffende grondeigenaar. GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
48
3.3 Nat kralensnoer Omschrijving Model nat kralensnoer verbindt gebieden waarin soorten leven die natte en vochtige omstandigheden nodig hebben zoals amfibieën (kamsalamander en groene kikker), dagvlinders en libellen. Ook ruigte- en struweelvogels en kleine zoogdieren kunnen profiteren van deze verbinding. De corridor bestaat een landschap met veel poelen, houtwallen loofbosjes en overgangen naar weiland. Toepassing Het nat kralensnoer is opgebouwd uit een corridor met stapstenen die meestal langs een waterloop of beek is gelegen. De bouwstenen zijn poel, moeras, grasland, struweel en bos. De minimale breedte is 10 meter met daarin een mozaïek van (vochtig) grasland, struweel en natuurvriendelijke oevers. De stapstenen liggen maximaal 300 tot 400 meter uit elkaar en hebben een minimale grote van 0,5 tot 1,5 hectare bestaande uit poelen, vochtig grasland, struweel en bos. (zie Groene schakels, voorbeeldboek verbindingszones van de Provincie Noord Brabant) Voor de realisatie van (een deel van) een de ecologische verbindingszone dient een inrichtingsplan te worden opgesteld. Bij de inrichting kan gebruik worden gemaakt van de pakketten uit het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten. Een aanbeveling van deze pakketten is weergegeven in hoofdstuk 1 van de toepassingswijzer. Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van pakketten uit de catalogus groenblauwe diensten. In dit kader zijn ook vlakdekkende elementen mogelijk. Bij de keuze van de pakketten en de toepassing ervan dient onder andere rekening te worden gehouden met het landschapstype waarin de evz is gelegen. De verantwoordelijkheid voor het opstellen van het inrichtingsplan ligt bij het waterschap en de gemeente. Het plan komt tot stand in overleg met de betreffende grondeigenaar. 3.4 Moeraszone Omschrijving Model Moeraszone is een verbindingszone voor rietvogels, kleine zoogdieren zoals de waterspitsmuis en meervleermuis, amfibieën, libellen en juffers. Natuurlijke oeverzones en een goede waterkwaliteit vormen de belangrijkste onderdelen. Toepassing De Moeraszone bestaat uit een corridor langs een waterloop, met op grote afstand van elkaar stapstenen. bouwstenen zijn moeras, grasland, struweel en hier en daar wat bos. De zone ligt vrijwel altijd langs een waterloop of kreek. Natuurvriendelijke ingerichte, met riet en andere oeverplanten begroeide oeverzones vormen een aaneengesloten lint langs de waterloop met een breedte van minimaal 5 tot 10 meter. Verspreid langs de waterloop (gemiddeld 20 % van oeverlengte) komt opgaande begroeiing met inheemse bomen en/of struiken voor. De stapstenen zijn gevarieerde natuurgebiedjes met riet, openwater, nat grasland en verspreid struweel of bos. De stapstenen hebben een grote van 2 tot 4 hectare en liggen op een onderlinge afstand van 1 tot 2 kilometer. (zie Groene schakels, voorbeeldboek verbindingszones van de Provincie Noord Brabant) Voor de realisatie van (een deel van) een de ecologische verbindingszone dient een inrichtingsplan te worden opgesteld. Bij de inrichting kan gebruik worden gemaakt van de pakketten uit het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten. Een aanbeveling van deze pakketten is weergegeven in hoofdstuk 1 van de toepassingswijzer. Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van pakketten uit de catalogus groenblauwe diensten. In dit kader zijn ook vlakdekkende elementen mogelijk. Bij de keuze van de pakketten en de toepassing ervan dient onder andere rekening te worden gehouden met het landschapstype waarin de evz is gelegen. De verantwoordelijkheid voor het opstellen van het inrichtingsplan ligt bij het waterschap en de gemeente. Het plan komt tot stand in overleg met de betreffende grondeigenaar.
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
49
4. Toepassingswijzer recreatief medegebruik Omschrijving Om het recreatief medegebruik in het agrarisch cultuurlandschap te stimuleren zijn binnen van het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten vier recreatie pakketten beschikbaar. Het gaat hoofdzakelijk om het realiseren van wandelpaden en/of fietspaden, over agrarische grond en over onverharde wegen. Toepassing Voor wandelen over boerenland is het van belang dat collectief afspraken worden gemaakt in de vorm van een inrichtings- en beheersplan. Dit plan moet o.a. bevatten de route, de grondeigenaren, afspraken over inrichting/beheer/vergoedingen. Het is aan te bevelen de overige recreatiepakketten ‘onverharde wegen’ onderdeel te laten zijn van een doorgaande wandel- en/of fietsroute. Het verdient daarom de aanbeveling ook voor deze pakketten collectief afspraken te maken in de vorm van een inrichtings- en beheersplan. De gemeente is verantwoordelijk voor de wandel- en fietspaden, maar hoeft niet de initiatiefnemer dan wel beheerder te zijn. Pakketten voor groene en blauwe diensten W1: Wandelen over boerenland
Toepassingswijzer
• • • •
Over agrarische gronden Onderdeel van doorgaande wandelroutestructuur Combinatie met randenpakket wenselijk Onderdeel van doorgaande wandel- en/of fietsroutestructuur
W3: Onverharde weg met bloemrijke bermen
•
Onderdeel van doorgaande wandel- en /of fietsroutestructuur
W4: Onverharde weg met bloemrijke bermen
•
Onderdeel van doorgaande wandel- en/of fietsroutestructuur
W2: Onverharde weg met bloemrijke bermen
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
50
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
51
Bijlage 3: Cursusprogramma Inleiding Het cursusplan heeft als doel de (potentiële) gebruikers ervan te stimuleren tot deelname aan het landschapsbeheer door het overzichtelijk presenteren van het bestaande (praktijkgerichte) cursusaanbod. Het cursusplan functioneert daarmee als een soort cursuswijzer. In het cursusplan worden per pakket aangegeven welke relevante bestaande cursussen er zijn. Daarnaast wordt steeds aandacht besteed aan het Handboek Agrarisch Natuurbeheer (Landschapsbeheer Nederland, 1998), waarin relevante informatie over de verschillende natuur- en landschapselementen te vinden is. Als over een bepaald pakket aanvullende zinvolle literatuur bestaat, wordt die ook beschreven. Behalve de beschreven bestaande cursussen bieden vrijwel alle genoemde onderwijsinstellingen, maar ook het Coördinatiepunt landschapsbeheer van het Brabants Landschap maatwerk-cursussen aan, die worden afgestemd op de exacte behoeften van de doelgroep. Contactgegevens van alle genoemde organisaties en onderwijsinstellingen zijn in de laatste paragraaf opgenomen. (NB. Het onderstaande cursusplan is grotendeels overgenomen uit het cursusplan dat is opgesteld voor het Agrarisch Landschapsbeheer Brabantse Delta e.o. De prijzen van de cursussen zijn hier weggelaten omdat zij waarschijnlijk niet meer actueel zijn.) Cursussen & literatuur Algemeen Voor alle deelnemers, die het agrarisch natuur- en landschapsbeheer op een professionele wijze in hun bedrijfsvoering willen integreren is de Cursus “Erkend natuurbeheerder” een aanrader. Naam Aanbieder Korte inhoud
Cursuskosten Tijdsduur Cursuscode
Erkend natuurbeheer (ENB) PTC+ De cursus behandelt o.a. de ecologische beginselen, bodemgesteldheid en biotoopverbeterende maatregelen en bestaat uit de modules landschapselementen, recreatiebeheer, waterbeheer, begrazing, graslandbeheer, Arbowetgeving, financiële aspecten en juridische zaken. Integraal onderdeel is het uitwerken van een bedrijfsontwikkelingsplan volgens de systematiek: - Eindbeeld kennen - Beheersmaatregelen - Planning en acties - Financien - Verslaglegging - Bronnen Maatwerk - Afhankelijk van de vraag – indicatief €1.500,- (bij 12 cursisten) 28 dagdelen (14 dagen)
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
52
Naam Aanbieder Korte inhoud
Cursuskosten Tijdsduur Cursuscode
Erkend (agrarisch) natuurbeheer AOC oost De cursus behandelt o.a. de ecologische beginselen, bodemgesteldheid en biotoopverbeterende maatregelen en bestaat uit de modules landschapselementen, recreatiebeheer, waterbeheer, begrazing, graslandbeheer, Arbowetgeving, financiële aspecten en juridische zaken. Integraal onderdeel is het uitwerken van een bedrijfsontwikkelingsplan volgens de systematiek: - Eindbeeld kennen - Beheersmaatregelen - Planning en acties - Financien - Verslaglegging - Bronnen € 1.350,-- p.p. (bij 12 cursisten) 20 dagdelen
Daarnaast is het voor alle deelnemers zinvol het Handboek Agrarisch Natuurbeheer eens door te nemen (Uitgave Landschapsbeheer Nederland, 1998). Hierin staan niet alleen allerlei praktische gegevens over het beheer van de verschillende pakketten, maar worden in Hoofdstuk 2 “Agrarisch natuurbeheer” ook een aantal algemene begrippen uitgelegd. Houtige landschapspakketten Literatuur • Handboek agrarisch natuurbeheer Landschapsbeheer Nederland Cursussen Naam Aanbieder Korte inhoud Cursuskosten Tijdsduur Cursuscode
Naam Aanbieder Korte inhoud
Cursuskosten Tijdsduur Cursuscode
Gebruik en dagelijks onderhoud van motorkettingzagen SVZN € 690,-- p.p. GR0708
Motorkettingzagen en bosmaaiers MBO Boxtel (Helicon) Een zeer praktijkgerichte training. Naast veiligheidsinstructie wordt er tijdens de training ruim aandacht besteed aan het werken met motorkettingzagen en bosmaaiers en aan het dagelijks onderhoud ervan. Maximale groepsgrootte: 8 personen. € 630,-- p.p. 4 dagen
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
53
Naam Aanbieder Korte inhoud
Cursuskosten Tijdsduur Cursuscode
Naam Aanbieder Korte inhoud
Cursuskosten Tijdsduur Cursuscode Naam Aanbieder Korte inhoud
Cursuskosten Tijdsduur Cursuscode
Naam Aanbieder Korte inhoud
Cursuskosten Tijdsduur Cursuscode
Naam Aanbieder Korte inhoud Cursuskosten Tijdsduur Cursuscode
Naam Aanbieder Korte inhoud Cursuskosten
Aanleg en beheer landschappelijk groen IPC Groene Ruimte, Arnhem Theorie over de beheerprincipes van houtige begroeiingen; excursie waarin de natuurlijke processen worden behandeld; praktische opdrachten en uitgaande van eigen probleemsituaties wordt er met handgereedschap gewerkt in beplantingen € 270,-- p.p. 2 dagen HB3400
Natuurlijk beheer houtige begroeiingen en zoomen IPC Groene Ruimte, Arnhem Dit is een verzamelcursus waarbinnen verschillende cursusonderdelen naar wens worden gegeven. Keuze is uit onder andere: akkerrandbeheer, bosrandbeheer, oevers en natte begroeiingen en bermen en graslanden € 320,-- p.p. 2 dagen CC2002 Onderhoud houtwallen en erfbeplanting AOC – Oost - Gereedschapskennis - Plantenkennis - Snoeien van hagen - Snoeien van erfbeplanting - Snoeien van bomen - Afvalverwerking - Knotten (wilg, linde) € 410,- p.p. 2 avonden theorie en 2 dagen praktijk 12 F21
Aanleg en onderhoud van landschappelijke beplantingen Helicon opleiding MBO Velp De cursist krijgt inzicht in de betekenis van landschappelijke beplantingen in het landschap, welke ecologische processen een rol spelen en wat de richtlijnen zijn voor aanleg en beheer. Ook komen het uitvoeren van specifieke onderhoudsmaatregelen, in te zetten gereedschap en machines, het gebruik van inheemse soorten en het begrip “potentieel natuurlijke vegetatie” aan de orde. € 360,-- p.p. 3 dagen
Bosrandbeheer (onderdeel van Natuurlijk beheer houtige begroeiingen en zoomen) IPC Groene Ruimte, Arnhem Het verkrijgen van kennis over het aanleggen, vormen en beheren van bosranden. Het verkrijgen van kennis over het aanleggen, vormen, en beheren van bosranden. € 300,-- p.p. 2 dagen HB3403
Gebruik van Bosmaaiers SVZN € 470,-- p.p.
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
54
Tijdsduur Cursuscode
GR0707
Hoogstamboomgaard Literatuur • Handboek agrarisch natuurbeheer Landschapsbeheer Nederland Cursus Naam Aanbieder Korte inhoud
Cursuskosten Tijdsduur Cursuscode
Cursus Hoogstamfruit Stichting Landschapsbeheer Zeeland De geschiedenis van de hoogstamfruitboom - de waarden van hoogstamfruitboomgaarden - de aanplant van hoogstamfruitbomen - de snoei van hoogstamfruitbomen € 65,-- p.p. (min. 8 cursisten) Twee informatieavonden van elk drie uur en één praktijkdag van zes uur
Poelen Literatuur • Handboek agrarisch natuurbeheer landschapsbeheer Nederland • Boek: “Poelen” Landschapsbeheer Nederland “Poelen” besteedt aandacht aan de geschiedenis van de in Nederland voorkomende kleine stilstaande wateren: hoe zijn ze ontstaan en waar komen ze nog (of weer) voor. Daarnaast leest u over de waarde die poelen hebben voor allerlei planten- en diersoorten, met name amfibieën. In Poelen krijgt u antwoord op vragen als: Op welke wijze kan je een nieuwe poel graven of een oude in ere herstellen? Welk onderhoud vraagt een poel en hoe kan die het beste worden uitgevoerd? Het tachtig pagina's tellende boek is voorzien van 120 foto's en tekeningen. Poelen besluit met een zeer complete lijst van organisaties die je nodig kan hebben wanneer je met een poel aan de slag gaat. Cursussen Naam Aanbieder Korte inhoud Cursuskosten Tijdsduur Cursuscode
Natuurlijk beheer graslanden en bermen (onderdeel van Natuurlijk beheer houtige begroeiingen en zoomen) IPC Groene Ruimte, Arnhem Waarom beheer en waarom natuurlijk beheer; wat wil ik bereiken; wat zijn de kosten; voedselrijkdom; maaibeheer en indicatiesoorten € 135,-- p.p. 1 dag
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
55
Naam Aanbieder Korte inhoud Cursuskosten Tijdsduur Cursuscode
Aanleg en beheer poelen AOC – Oost € 210,-- p.p. 1 avond en 1 dag F22
Natuuroevers Literatuur • Handboek agrarisch natuurbeheer Landschapsbeheer Nederland Cursussen Naam Aanbieder Korte inhoud Cursuskosten Tijdsduur Cursuscode
Natuurlijk beheer oevers en natte begroeiingen (onderdeel van Natuurlijk beheer houtige begroeiingen en zoomen) IPC Groene Ruimte, Arnhem Voedselrijkdom; maaibeheer; indicatiesoorten; aanleg en biotoopverbetering amfibieën € 135,-- p.p. 1 dag
Randenpakketten Literatuur • Handboek agrarisch natuurbeheer Landschapsbeheer Nederland Cursussen Naam Aanbieder Korte inhoud Cursuskosten Tijdsduur Cursuscode
Naam Aanbieder Korte inhoud Cursuskosten Tijdsduur Cursuscode
Natuurlijk beheer graslanden en bermen (onderdeel van Natuurlijk beheer houtige begroeiingen en zoomen) IPC Groene Ruimte, Arnhem Waarom beheer en waarom natuurlijk beheer; wat wil ik bereiken; wat zijn de kosten; voedselrijkdom; maaibeheer en indicatiesoorten € 135,-- p.p. 1 dag
Akkerrandenbeheer (onderdeel van Natuurlijk beheer houtige begroeiingen en zoomen) IPC Groene Ruimte, Arnhem Het verkrijgen van kennis over het aanleggen, vormen en beheren van bosranden. Het verkrijgen van kennis over het aanleggen, vormen, en beheren van bosranden. € 150,-- p.p. 2 dagen
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
56
Overige cursussen Literatuur • Handboek agrarisch natuurbeheer Landschapsbeheer Nederland Cursussen Naam Aanbieder Korte inhoud Cursuskosten Tijdsduur Cursuscode
Motorkettingzagen IPC Groene Ruimte, Arnhem Uitvoeren van verschillende motorkettingzaagtechnieken € 260,-- p.p. 1 dag CJ1001
Naam Aanbieder Korte inhoud
Cursus Streekeigen Erven Stichting Landschapsbeheer Zeeland Cursus is gericht op het Zeeuwse boerenerf, historie, karakteristiek, planten. Aan het einde van de cursus kan een plan gemaakt worden van uw eigen erf. € 75,-- p.p. 3 avonden en een zaterdag
Cursuskosten Tijdsduur Cursuscode
Naam Aanbieder Korte inhoud Cursuskosten Tijdsduur Cursuscode
Naam Aanbieder Korte inhoud Cursuskosten Tijdsduur Cursuscode
Naam Aanbieder Korte inhoud
Cursuskosten Tijdsduur Cursuscode
Naam Aanbieder Korte inhoud
Landbouw en Natuurbeheer PTC + In het individuele traject wordt de deelnemer ondersteunt in het ontwikkelen van een toegespitst ondernemingsplan voor het leveren van groene diensten. € 275,-- p.p. (bij 12 cursisten) 3 dagdelen
ENB Module: Landschapsbeheer PTC + Opstellen Bedrijfsnatuurplan inclusief 6-jarig beheerplan met een financiële begroting en werkplanning voor de uitvoering waarbij de doelstellingen als uitgangspunt fungeren. € 525,-- p.p. (bij 12 cursisten) 6 dagdelen
ENB Module: Ontwikkeling kruidenrijk grasland PTC + Om een productiegrasland om te zetten in een kruidenrijk grasland waar minimaal 15 soorten in voor komen zal er nagedacht moeten worden: verschraling, hoe om te gaan met probleemonkruiden, beheersplan opstellen, herkennen van ontwikkelingsstadia € 525,-- p.p. (bij 12 cursisten) 3 dagen
ENB Module: Weidevogelbeheer PTC + Cursus omvat inpasbaarheid binnen bedrijf, herkenning en gedrag van weidevogels, planten samenstelling, checklist gebruik
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
57
Cursuskosten Tijdsduur Cursuscode
€ 525,-- p.p. (bij 12 cursisten) 5 dagdelen
Naam Aanbieder Korte inhoud
ENB Module: Begrazing als middel bij natuurontwikkeling PTC + Opstellen Bedrijfsnatuurplan inclusief een financiële begroting en werkplanning voor de uitvoering waarbij de doelstellingen als uitgangspunt fungeren. € 525,-- p.p. (bij 12 cursisten)
Cursuskosten Tijdsduur Cursuscode
Naam Aanbieder Korte inhoud
Cursuskosten Tijdsduur Cursuscode
Naam Aanbieder Korte inhoud
Cursuskosten Tijdsduur Cursuscode
ENB Module: Recreatiebeheer PTC + In deze module wordt door een groep agrarische ondernemers de mogelijkheden verkend om de streek beter toegankelijk te maken voor routestructuren voor wandelen, fietsen, skaten en paardrijden. € 525,-- p.p. (bij 12 cursisten) 6 dagdelen
Aanvullende cursusmogelijkheid Nog nader te bepalen door de gemeenten evt. in samenwerking met Brabants Landschap Een extra cursus in de vorm van een workshop of excursie die door de deelnemende gemeenten zelf kan worden ingevuld naar keuze. Bijvoorbeeld een dagexcursie t.b.v. snoeien van landschapselementen. De gemeente(-n) organiseren een dag waarop de aan het GUP deelnemende grondeigenaren kunnen inschrijven. Nader te bepalen 1 dagdeel of hele dag
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
58
Cursusaanbieders & informatiebronnen Coördinatiepunt Landschapsbeheer van het Brabants Landschap Postbus 80 5076 ZH Haaren Tel.: 0411-622775 Fax: 0411-623691 e-mail:
[email protected] website: www.brabantslandschap.nl Landschapsbeheer Nederland Postbus 9756 3506 GT Utrecht Tel.: 030-2345010 Fax: 030-2310315 e-mail:
[email protected] website: www.landschapsbeheer.nl Stichting Landschapsbeheer Zeeland (SLZ) Postbus 286 4460 AR GOES Tel.: 0113-230936 Fax: 0113-250955 e-mail:
[email protected] Website: www.landschapsbeheer.com/zeeland AOC Oost Training & Projecten regio Achterhoek Tel.: 0314 37 59 88 Fax: 0314 37 59 89 e-mail:
[email protected] website: www.aoc-oost.nl Helicon MBCS VELP Postbus 109 6880 AC Tel.: 026-3840310 Fax: 026-3840315
[email protected] website: www.helicon.nl PTC+ Vestiging Horst Postbus 6048, 5960 AA Horst Tel.: 077-3998888 Fax: 077-3983733 E:
[email protected] website: www.ptcplus.nl
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
59
IPC Groene Ruimte Hoofdvestiging Schaarsbergen Postbus 393 6800 AJ Arnhem Tel.: 026 35 50 100 Fax: 026 44 55 629 E-mail:
[email protected] website: www.ipcgroen.nl Prinsentuin College, Breda Postbus 6855 4802 HW Breda Tel.: 076 – 5723940 Fax: 076 – 572 39 41 E-mail:
[email protected] Website: www.prinsentuin.nl
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
60
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
61
Bijlage 4: Project- en lokale werkgroepen Projectgroep
Organisatie
Naam
Adres
Provincie Noord-Brabant
Robin van Dijk
Coördinatiepunt Landschapsbeheer
Emiel Rijken
Gemeente Heusden
Wouter van der Haven
Gemeente Oisterwijk
Job Wittens
Gemeente Haaren
Lidia Verduijn
Gemeente Tilburg
Nico Korporaal
Gemeente Tilburg
John Verstappen
Gemeente Vught
Mark Kuijsten
Waterschap De Dommel
Jeanette van Boerdonk
Duinboeren
E. Anssems
RMB
W. Janssen
RMB
G. van de Heuvel
Bureau Praedium
Geert van der Veer
Bureau Praedium
Annemiek van Beek
Bureau Praedium
John Jansen
Postbus 90151 5200 MC ‘s-Hertogenbosch Postbus 80 5076 ZH Haaren Postbus 41 5250 AA Vlijmen Postbus 10.101 5060 GA Oisterwijk Postbus 44 5076 ZG Haaren Postbus 90155 5000 LH Tilburg Postbus 90155 5000 LH Tilburg Postbus 10100 5260 GA Vught Postbus 10001 5280 DA Boxtel Postbus 91 5000 MA Tilburg Postbus 88 5430 AB Cuijk Postbus 88 5430 AB Cuijk Postbus 69 5460 AB Veghel Postbus 69 5460 AB Veghel Postbus 69 5460 AB Veghel
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
62
Werkgroep Oisterwijk Gemeente Oisterwijk Job Wittens Postbus 10.101 5060 GA Oisterwijk
St. behoud leefbaarheid Molenakkers Wim Mols Broekzijde 14 5066 PG Moergestel
Vogelwerkgroep Midden Brabant Landgoed Rozephoeve P. Busink Schoutbackstraat 8 5037 MJ Tilburg
Wijnand Francke Wageningsestraat 43 6671 DA Zetten
Heemkundekring Kleine Meijerij Noud Smits De Hoefkens 21 5066 BX Moergestel
Steenuilenwerkgroep John Rozema Kerkacker 11 5061 KP Oisterwijk Natuurmonumenten Frans Kapteijns
IVN Jan Zandbergen Mgr. Verhoevenlaan 27 5061 BD Oisterwijk ZLTO Wim van Haaren Reedijk 9 5066 CS Moergestel Brabants particulier grondbezit Rene de Bont Postbus 38 4286 ZG ALMKERK ZLTO Toine Verhoeven Kerkhovensestraat 60 5061 PJ OISTERWIJK Recroo Ernst Jonkers Oirschotysebaan 8a 5062 TE Oisterwijk Buurtraad Heukelom Dre van Hal Spoordijk 3 5059 AP Heukelom Verkuijlen advies Peer Verkuijlen Gastenhuis 18 5473 CT Heeswijk-Dinther
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
63
Haaren Gemeente Haaren Lidia Verduijn Postbus 44 5076 ZG Haaren Heemkundekring De Kleine Meierij H.G.N.M. van Helvert Plataanlaan 6 5076 ED Haaren Stichting LNMH John Vermeer/ Frans van Keulen Hoge Raam 5 5268 KK Helvoirt De Duinboeren Jo van Balkom/ mw. L. van Hulten Emiel Anssems Gijzelsestraat 3a 5268 KM Helvoirt ZLTO afdeling De Leije Patrick van den Hurk Johan Peijnenburg Oude Bosschebaan 22 5074 RD Biezenmortel Stichting Belverse Versroute Robert van de Zanden/dhr. R. Simons Belversestraat 5 5076 PV Haaren Bewonersgroep De Ruiting P. Houtman/dhr. V.d. Sande De Ruiting 3 5296 KE Esch Pergama Landjuweel Familie van Herk Roonsestraat 20 5076 PM Haaren Dhr. T. van Tuijl Dr. Landmanstr. 12 5268 CG Helvoirt Dhr. A. v.d. Brand Udenhoutseweg 6 5268 CG Helvoirt
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
64
Tilburg Gemeente Tilburg Nico Korporaal Postbus 90155 5000 LH Tilburg IVN Afdeling Tilburg T.a.v. Jos Bertens Hoge Wal 120 5043 AT Goirle Stichting Stadsbomen Tilburg Bram van Beurden Dalenstraat 3 5043 EB Tilburg Ecologisch Adviesbureau Cools T.a.v. Joost Cools Antonie van Diemenstraat 20 5018 CW Tilburg BMF T.a.v. Ben van Dinther Postbus 591 5000 AN Tilburg IVN Beheergroep Tilburg T.a.v. Bert Haans Dr. Cuijpershof 46 5041 LB Tilburg Buro Coördinaat T.a.v. Loek Hilgers Goorstraat 6 5051 DH Goirle Staatsbosbeheer T.a.v. Ralf Joosse Postbus 330 5000 AH Tilburg TWM Gronden T.a.v. Jaap van Kemenade Postbus 158 5000 AD Tilburg Waterschap Brabantse Delta T.a.v. Guus de Laat Natuurmonumenten T.a.v. Lex Querelle Middelstraat 1 5176 NH De Moer
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
65
Waterschap De Dommel T.a.v. Marion Rensink Postbus 10.001 5280 DA Boxtel ZLTO T.a.v. Patrick van der Rijdt Postbus 91 5000 MA Tilburg ZLTO afdeling Tilburg-Oisterwijk T.a.v. P. Wouters Kees Fonken Bleukweg 15 5032 PN Tilburg Ravon T.a.v. Arnold van Rijsewijk Van Bijlandtstraat 40 5046 MC Tilburg Werkgroep Behoud Moerenburg T.a.v. P.R.A.M. Roborgh Bosscheweg 61 5015 AA Tilburg KNNV T.a.v. Marie-Cécile van de Wiel Spoorlaan 434 5000 AX Tilburg VZZ T.a.v. Erik Korsten Carré 130 5017 JG Tilburg Postbus 5520 4801 DZ Breda
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
66
Vught Gemeente Vught Marc Kuijsten/ Bas Bloks Postbus 10100 5260 GA Vught Weidevogelgroep Duinboeren Cromvoirt Contactpersoon: Dhr. R van den Boer Beatrixlaan 24 5261 VE VUGHT Natuurmonumenten t.a.v. dhr. F. Mandigers Postbus 494 5600 AL Eindhoven Stichting Natuur en Milieugroep Vught Postbus 2142 5260 CC Vught ZLTO De Leije Contactpersoon: Dhr. J Scherders Ruidigerdreef 8 5266 AZ Cromvoirt Brabantse Milieufederatie Postbus 591 5000 AN Tilburg Brabants Particulier Grondbezit Postbus 38 4286 ZA Almkerk Gemeente Vught Mw. I. Spijkers Postbus 10100 5260 GA Vught Gemeente Vught Dhr. H. Schmidt Postbus 10100 5260 GA Vught
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
67
Heusden Gemeente Heusden Wouter v.d. Haven Postbus 41 5250 AA Vlijmen Waterschap Aa en Maas t.a.v. dhr. W. Athmer Postbus 5049 5201 GA ’s Hertogenbosch ZLTO t.a.v. E. van Helvoirt ZLTO Oostelijke Langstraat t.a.v. dhr. F. van Hulten Overstortweg 10 5151 AD Drunen Natuur- en Milieuvereniging Heusden t.a.v. secretariaat Vennestraat 33 5151 CA Drunen Heemkundekring Onsenoort Postbus 1 5253 ZG Nieuwkuijk IVN Breitnerstraat 1 5143 HN Waalwijk Overlegplatform Duinboeren Gijzelsestraat 3a 5268 KM Helvoirt Vereniging Natuurmonumenten t.a.v. dhr. Mandigers Postbus 9955 1243 ZS ’s-Graveland Staatsbosbeheer Regio Zuid t.a.v. Ing. G. Jonkman Postbus 330 5000 AH Tilburg Gemeente Heusden Team OOR, Willam Peters Postbus 41 5250 AA Vlijmen Heusdens Bureau voor Toerisme Mw. B. de Hart
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
68
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
69
Bijlage 5: Beleids- en projectplannen Beleid- & projectplannen Provinciaal beleid Streekplan 'Brabant in Balans' Reconstructieplan Meierij Gebiedsplan Wijde Biesbosch Gemeentelijk en regionaal beleid Landschapsbeleidsplan Groenbeleidsplan Structuurvisie (plus) Beeldkwaliteitsplan Groene mal Groene mal+ Bestemmingsplan buitengebied Buitengebied nota van uitgangspunten Beleid deel- en projectgebieden Meierij in Stelling (Elshoutse Zeedijk) Natte EVZ's Kavelruil de Margriet Structuurschets Mariënkroon Visie Essche stroom Overig Beleidsplan Recreatie en Toerisme Verkenningennotitie Meierij (landsch. en cult-hist)
Haaren
Heusden
Oisterwijk
Tilburg
Vught
Waterschap
2002 2005
2002
2002 2005
2002 2005
2002 2005
2002 2005 2005
2005 1995/1998 2003 2004 2003
2003 2007
2006
2002 2006
2001
2001
'88/'91/'96 2006 2006 2006 2006 2007
2001
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
2004 2001
2001
70
GUP Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, januari 2009
71
Verklaring:
UITVOERINGSKAART 2019
Fijne Dooradering .. /II Normale prioriteit .. /I Hoge prioriteit
Oude zandontginning
ke0 /I ke0 /II ke1 /I
Heu-oe1 /II
Heu-oe0 /II
Heu-ko0 /II
ke1 /II
Heu-ko0 /II
e0 /II Jonge zandontginning
Heu-ko0 /II
oI0 /I
Heu-sl0 /II
oI0 /II ho0 /I
Heu-pl0 /II Heu-pl0 /II
ho0 /II Heu-pl0 /I
ho1 /I
Heu-oI0 /I
ho1 /II
Heu-oI0 /I Heu-oI0 /II
Heu-oI0 /II
Vug-ol /I
ho2 /I
Haa-ho0 /II
Beekdallandschap
Haa-ho0 /II
Heu-ke0 /II
bd0 /I
Vug-ke0 /II
bd0 /II Haa-ke0 /II
Rivierenlandschap
oe0 /II oe1 /II
Haa-ke0 /II
Haa-ke0 /I
Haa-ke0 /I
ko0 /II
Til-ke0 /II
sl0 /II Til-ke1 /I
Haa-ke0 /II
Vug-ke1 /I Haa-bd0 /II
Til-ke1 /I Til-ke0 /II
Haa-ho0 /II
Haa-ke0 /II
Haa-ke0 /II
Haa-ho0 /II
Til-ke0 /II
Til-ho1 /I
Haa-ke0 /I
Haa-e0 /II Til-ke1 /I Til-ke0 /II
Haa-bd0 /I
Haa-ke0 /II Haa-bd0 /II
Overige gebieden
pl0 /I pl0 /II pl /II Hoofdaders
Haa-bd0 /I
Til-ho2 /I Ois-ke0 /I
Til-ke0 /I
Landschapszone Moeraszone
Ois-ho0 /I
Nat kralensnoer Droog kralensnoer Multifunctionele ader
Ois-pl /II
Ois-ke0 /I
Til-ke1 /I Til-ke0 /II
Til-ho1 /I Til-bd0 /I Til-ke0 /I
Til-ke1 /I
Ois-bd0 /I
Overig
Ois-ke0 /II
Til-ke0 /II
Ecologische Hoofdstructuur 2006
Til-bd0 /I
Bebouwing
Ois-ke0 /II
Til-bd0 /I
Ois-bd0 /II Ois-ke0 /II
Ois-ke1 /II Til-ho1 /II
Ois-ke0 /II
Topografische grens Gemeentegrens
Ois-ho0 /II
Gebiedsgericht Uitvoeringsprogramma voor de gemeenten Heusden, Vught, Haaren, Oisterwijk en Tilburg
Til-pl0 / I Ois-ho0 /II Ois-ho0 /II Ois-ke0 /II
Ois-ho0 /II
'RENSWOUDE- 2009
Bureau Praedium Marshallweg 5 Postbus 69 5460 AB Veghel T: 0413 385 820 F: 0413 385 829 E:
[email protected]
Schaal: 1: 100 000 Datum: 14 januari 2009
Renswoude Dienstverlening / Advies Raadhuisstraat 1-3 5473 GJ Heeswijk-Dinther T: 0413 293941 E:
[email protected]
0
500
Meters
Topografische ondergrond: 'Top10vector
Gebiedscontract bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant, in het gebied Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught
Veghel, januari 2009
In opdracht van de Gemeenten Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught, Waterschap De Dommel en Provincie Noord Brabant
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
Pagina 2 van de 37
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
Gebiedscontract Midden-Brabant
Dit gebiedscontract heeft betrekking op de ‘Uitvoeringskaarten aandachtsgebieden gebiedscontract 2009-2012’ zoals deze zijn weergegeven in de bijlagen. Het betreft het grondgebied van de gemeenten Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught. De totstandkoming van dit contract is afgeleidt van het Gebiedsgericht Uitvoeringsprogramma d.d. januari 2009. Dit contract geeft nadere regels voor de uitvoering van het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten NoordBrabant d.d………..
ONDERGETEKENDEN, te weten: de Provincie Noord-Brabant, rechtsgeldig vertegenwoordigd door gedeputeerde dhr. O. Hoes, gemachtigd door Commissaris van de Koningin mw. J.R.H. Maij-Weggen de gemeente Haaren, rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder dhr. J. Brenninkmeijer, gemachtigd door Burgemeester F.H.G.M. Ronnes de gemeente Heusden, rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder dhr. B. van der Poel, gemachtigd door Burgemeester H.P.T.M. Willems de gemeente Oisterwijk, rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder dhr. L. van den Bosch, gemachtigd door Burgemeester J.F.M. Janssen (waarnemend) de gemeente Tilburg, rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder mw. M. Moorman, gemachtigd door Burgemeester R. Vreeman de gemeente Vught, rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder dhr. B. Brands, gemachtigd door Burgemeester R.J. v.d Mortel het waterschap De Dommel, rechtsgeldig vertegenwoordigd door Dhr. M.J.C.M. Arts, Lid van het Dagelijks Bestuur, gemachtigd door Watergraaf dhr. P. Glas het waterschap Brabantse Delta, rechtsgeldig vertegenwoordigd door Dijkgraaf dhr. J.A.M. Vos het waterschap Aa en Maas, rechtsgeldig vertegenwoordigd door dhr. J.H. Keijzers, lid van het dagelijks bestuur van genoemd waterschap, gemachtigd door Dijkgraaf dhr L. Verheijen Stichting het Noord Brabants Landschap, rechtsgeldig vertegenwoordigd door directeur dhr. J. Baan. Hierna te noemen; de gebiedspartijen
OVERWEGENDE: dat het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant in het gebied Midden-Brabant beoogt kwaliteit van natuur en landschap in het agrarische buitengebied te verhogen. De regeling draagt bij aan de duurzame ontwikkeling van het platteland in landschappelijk, ecologisch, hydrologisch, recreatief en sociaal-economisch opzicht. Het is daarmee een op uitvoering gerichte uitwerking van de Reconstructieplannen De Meierij, Kempenland en Wijde Biesbosch.
Pagina 3 van de 37
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
dat het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant het landelijk gebied een kwaliteitsimpuls beoogt te geven door enerzijds een vergoeding te bieden voor diensten die verder gaan dan het ondernemersbelang en die bedrijfseconomisch reëel en interessant is en anderzijds door het treffen van flankerende maatregelen die het natuur-, water- en landschapsbeheer effectiever maken. dat het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten de meervoudige kwaliteitsimpuls van het landelijk gebied realiseert door behoud en versterking van natuur- en landschapsstructuren en bijzondere cultuurhistorische waarden, door het realiseren van de nieuwe opgaven voor duurzaam waterbeheer, en door het vergroten van de mogelijkheden om van het landelijk gebied te genieten.
KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN: 1. FINANCIERING Artikel 1 De gebiedspartijen stellen een totaal budget van € 1.640.000,-- ter beschikking ten behoeve van het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant gedurende de looptijd van dit contract. Deze financiering is als volgt verdeeld: a Gemeenten in totaal € 760.000,- te weten: - Haaren € 120.000,-- Heusden € 180.000,-- Tilburg € 200.000,-- Oisterwijk € 180.000,-- Vught € 80.000,-b
Waterschap Aa en Maas € 16.000,--* Waterschap De Dommel € 60.000,-Waterschap Brabantse Delta € 8.000,-
c
Provincie Noord-Brabant
€ 844.000,-
Artikel 2 a. De gebiedspartijen zijn verantwoordelijk voor het nakomen van de betalingscondities zoals genoemd in artikel 15 t/m 19 van het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant, ten aanzien van de in artikel 1 van dit gebiedscontract overeengekomen bijdragen. b. De vastgestelde bijdrage in uitvoering, scholing en specifieke operationele kosten worden door iedere gebiedspartij afzonderlijk uiterlijk op 31 januari van het uitvoeringsjaar op een, nog nader te bepalen, rekeningnummer gestort. Artikel 3 1. De verdeling van de beschikbare financiële middelen naar de verschillende onderdelen van het gebiedscontract vinden als volgt plaats: a. Uitvoeringskosten minimaal 83%, zijnde € 1.401.040,-b. Specifieke kosten maximaal 15 %, zijnde € 253.200,-c. Cursuskosten minimaal 2%, zijnde € 33.760,-2. De specifieke kosten worden als volgt verdeeld a. Veldcoördinatie 75%, zijnde maximaal € 189.900,-b. Communicatie 15%, zijnde maximaal € 37.980,-c. Evaluatie 10%, zijnde maximaal € 25.320,--
* Mits goedkeuring van het financieringsvoorstel door het Algemeen Bestuur van het Waterschap op 6 maart 2009 Pagina 4 van de 37
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
Artikel 4 1. Het in artikel 1 door de gemeente beschikbaar gestelde budget is gelabeld aan het grondgebied van deze gemeente met uitzondering van het bepaalde in artikel 6. 2. Gebiedspartijen kunnen aanvullende eisen stellen aan de in bijlage 4 vermelde verdeling van het budget over de verschillende aandachtsgebieden. 3. Gebiedspartijen kunnen de budgeteisen aanpassen. Tot aanpassing wordt uiterlijk 30 november van het jaar voorafgaand aan het betreffende aanvraagjaar besloten. 4. Aanpassingen van de budgeteisen gelden voor het volgende aanvraagjaar, gebiedspartijen kunnen hiervan afwijken indien zij besluiten om de betreffende aanpassing op een afwijkend tijdstip in te voeren. Artikel 5 In afwijking van artikel 19 van het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant geldt: 1. Mocht aan het einde van het jaar van uitvoering het beschikbare budget niet zijn uitgeput, dan schuift het resterende budget door naar het uitvoeringsbudget voor het daarop volgende jaar. 2. Voor de specifieke en cursuskosten geldt dat wanneer het beschikbare budget niet is uitgeput het resterende bedrag ten goede komt aan het uitvoeringsbudget van het volgende jaar. 3. Wanneer aan het einde van de periode het beschikbare budget niet is uitgeput dan nemen de betrokken financiers gezamenlijk een besluit wat met het resterende budget wordt gedaan. 2. SPECIFIEKE EN OPERATIONELE KOSTEN Artikel 6 De specifieke kosten, zoals vermeld in artikel 3, lid 2 worden naar rato van het aandeel in de totale financiering van dit gebiedscontract verdeeld. De daadwerkelijke inzet van de veldcoördinatie, communicatie, evaluatie zal eveneens naar rato worden verdeeld. 3. LOOPTIJD Artikel 7 Het gebiedscontract gaat in op XXX 2009 en loopt tot en met XXX 2012. (Nader te bepalen, is afhankelijk van snelheid vaststellingsprocedure.) 4. UITVOERING Artikel 8 De provincie is verantwoordelijk voor het afgeven van beschikkingen ter zake subsidieverlening in het kader van het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant. Artikel 9 Beschikkingen voor subsidietoekenning die op grond van dit gebiedscontract aan aanvragers zijn afgegeven zijn bindend voor de gebiedspartijen. Zij garanderen de financiële verplichting voor deze beschikkingen gedurende het tijdvak voor de betreffende dienst overeenkomstig het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten NoordBrabant. Artikel 10 De werving en selectie van de veldcoördinatie geschiedt namens de gebiedspartijen door een vertegenwoordiging van provincie en gebiedspartijen. Voor de directe aansturing en opleiding van de veldcoördinator is de provincie verantwoordelijk. Zij rapporteert hierover periodiek aan de gebiedspartijen. Artikel 11 De functieomschrijving en het takenpakket van de veldcoördinatie is in overeenstemming met bijlage 5 van dit gebiedscontract.
Pagina 5 van de 37
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
Artikel 12 De gebiedspartijen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de inzet van het budget ten behoeve van voorlichting, communicatie en PR op regionaal niveau. Artikel 13 Gebiedspartijen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor een correcte uitvoering van de afspraken in onderhavig contract. Om deze afspraken te monitoren wordt een stuurgroep bestaande uit verantwoordelijke bestuurders van de verschillende gebiedspartijen ingesteld. Deze stuurgroep wordt ondersteund door een ambtelijke werkgroep. De taken van de stuurgroep zijn als volgt: 1. Monitoren of alle gebiedspartijen de afspraken uit het gebiedscontract naleven. 2. Wijzigen van de uitvoeringskaarten, waarbij rekening wordt gehouden met de wijze waarop aandachtsgebieden in verschillende gemeenten op elkaar aansluiten. 3. Gezamenlijke besluitvorming over de besteding van middelen voor communicatie en evaluatie. 5. DIENSTVERLENING Artikel 14 De diensten welke, op grond van dit gebiedscontract, verleend kunnen worden zijn: 1. onderhoud van bestaande landschapelementen in de aandachtsgebieden op het grondgebied van de betrokken gemeenten. 2. aanleg en onderhoud van nieuwe landschapselementen en randen in de aandachtsgebieden binnen de betrokken gemeenten. 3. aanleg en onderhoud van hoofdaders (lees: natte en droge ecologische verbindingszones) binnen de betrokken gemeenten. 4. aanleg en onderhoud van wandelpaden in de aandachtsgebieden binnen de gemeenten. 6. CURSUSSEN EN TRAINING Artikel 15 De cursussen en trainingen welke zijn opgenomen in het provinciale cursusprogramma zoals vermeld in bijlage H van het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten zijn opengesteld voor dienstverleners van groene en/of recreatieve diensten in het gebied van Midden-Brabant. Artikel 16 Het in artikel 3, lid 1, sub c beschreven budget voor cursussen en trainingen is opgebouwd uit een budget per gemeente voor de kosten van cursussen en trainingen. Dit gemeentelijke budget is leidend bij de toekenning van een bijdrage aan een dienstverlener. De vestigingsplaats van de dienstverlener is hierbij bepalend onder welk gemeentelijk budget deze dienstverlener valt. 7. WIJZIGINGEN VAN DE UITVOERINGSKAARTEN Artikel 17 1. De in de bijlagen van dit contract opgenomen uitvoeringskaarten zijn bij dit gebiedscontract van toepassing. 2. De gebiedspartijen zijn eigenaar van deze uitvoeringskaarten en gezamenlijk verantwoordelijk voor het actualiseren ervan. 3. Jaarlijks bepalen de gebiedspartijen of de bestaande uitvoeringskaart wordt aangepast. 4. Gebiedspartijen kunnen de uitvoeringskaarten conform vorig lid aanpassen. Tot aanpassing wordt uiterlijk 30 november van het jaar voorafgaand aan het betreffende aanvraagjaar besloten. 5. Aanpassingen op de uitvoeringskaarten gelden voor het volgende aanvraagjaar. Gebiedspartijen kunnen hiervan afwijken indien zij besluiten om de betreffende aanpassing op een afwijkend tijdstip in te voeren. 8. RAPPORTAGE
Pagina 6 van de 37
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
Artikel 18 1. Uiterlijk 4 weken na sluiten van het aanvraagjaar wordt door het Centraal Administratiekantoor een Eindejaarsrapportage opgeleverd aan de betrokken gebiedspartijen (zoals beschreven in artikel 1g van de regeling). In deze rapportage zijn minimaal de volgende gegevens opgenomen: a. Inhoudelijk: aantal aanvragen, aangevraagde en gerealiseerde oppervlakte per pakket per aandachtsgebied en per gemeente en aantal en soort cursussen/trainingen, aantal cursusdagen per aanvrager per gemeente. b. Financieel: totale verleende subsidie, totale vastgestelde subsidie, resterend budget, eventuele budgetverschuivingen per gemeente. 2. Ten behoeve van de beoordeling of de uitvoeringskaart voor het volgende aanvraagjaar moet worden aangepast, wordt voor 15 september een voortgangsrapportage opgeleverd met aangevraagde oppervlakte per pakket per aandachtsgebied. 3. Indien de veldcoördinatie of een gebiedspartij gedurende het aanvraagjaar signaleert dat het animo voor een bepaalde dienst het doel van deze dienst voorbij dreigt te streven, kan een tussentijdse voortgangsrapportage worden gevraagd. Deze rapportage kan aanleiding geven de betreffende uitvoeringskaart, conform artikel 17 en 20 van dit gebiedscontract te wijzigen. 4. De eindejaar- en voortgangsrapportages bestaan uit een cijfermatige en cartografische component. 5. Uiterlijk 8 weken na sluiten van het aanvraagjaar wordt door Centraal Administratiekantoor een rapportage opgeleverd aan de betrokken financiers. In deze rapportage zijn minimaal de volgende gegevens opgenomen: a. Taken veldcoördinatie: aantal gewerkte uren, aantal bedrijfsbezoeken, aantal informatiebijeenkomsten, aantal succesvolle aanvragen t.o.v. geïnteresseerden . b. Fysieke controles: aantal controles in het veld, aantal geconstateerde afwijkingen, aantal gecorrigeerde/gesanctioneerde aanvragen n.a.v. de controleresultaten. 6. Uiterlijk 8 weken na sluiten van het aanvraagjaar wordt door de veldcoördinator een rapportage opgeleverd aan de betrokken financiers. In deze rapportage zijn minimaal de volgende gegevens opgenomen: a. Taken veldcoördinatie: aantal gewerkte uren, aantal bedrijfsbezoeken, aantal informatiebijeenkomsten, aantal succesvolle aanvragen t.o.v. geïnteresseerden .
9. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN Artikel 19 Toetreding van nieuwe partijen tot dit gebiedscontract kan plaatsvinden indien de gebiedspartijen besluiten om deze toetreding toe te staan. De voorwaarden voor toetreding worden bij dat besluit bepaald. Artikel 20 Dit gebiedscontract kan worden gewijzigd met algehele instemming van de gebiedspartijen. Artikel 21 a. de bepalingen van dit gebiedscontract zijn in overeenstemming met de (inter)nationale wet- en regelgeving. b. In het geval één of meer bepalingen van dit contract ten gevolge van enige bepaling van (inter)nationale weten/of regelgeving geheel of gedeeltelijk ongeldig blijkt / blijken en/of niet zonder inbreuk op een dergelijke bepaling kan worden nagekomen, heeft dit feit geen invloed op (de uitvoering van) de andere bepalingen van het contract, c. gebiedspartijen zullen zo spoedig mogelijk met elkaar in overleg treden teneinde (een) aanvulling(en) en/of wijziging(en) van het contract overeen te komen die past / passen in de geest van het contract en zoveel mogelijk aansluit(en) bij het bepaalde in de betrokken bepaling(en). Artikel 22 In geval er tussen gebiedspartijen een geschil ontstaat naar aanleiding van dit contract, ook wanneer dat slechts door een der gebiedspartijen als zodanig worden beschouwd, zal de bevoegde rechter hiervan bij uitsluiting kennisnemen. Alvorens echter een geschil aldus zal worden beslecht, zullen gebiedspartijen zich inspannen om in goed overleg tot minnelijke oplossing van het geschil te komen.
Pagina 7 van de 37
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
Aldus overeengekomen en getekend in negenvoud op (datum XXX) te (Plaatsnaam XXX), Noord-Brabant. de Provincie Noord-Brabant, rechtsgeldig vertegenwoordigd door gedeputeerde dhr. O. Hoes, gemachtigd door Commissaris van de Koningin mw. J.R.H. Maij-Weggen --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------de gemeente Haaren, rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder dhr. J. Brennikmeijer, gemachtigd door Burgemeester dhr. F.G.H.M. Ronnes -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------de gemeente Heusden, rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder dhr. B. van der Poel, gemachtigd door Burgemeester dhr. H.P.T.M. Willems -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------de gemeente Oisterwijk, rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder dhr. L. van den Bosch, gemachtigd door Burgemeester dhr. J.F.M. Janssen (waarnemend) -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------de gemeente Tilburg, rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder mw. M. Moorman, gemachtigd door Burgemeester dhr. R. Vreeman -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------de gemeente Vught, rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder dhr. B. Brands, gemachtigd door Burgemeester dhr. R.J. v.d. Mortel -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Het waterschap De Dommel, rechtsgeldig vertegenwoordigd door M.J.C.M. Arts, Lid Dagelijks Bestuur, gemachtigd door Watergraaf dhr. P. Glas -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Het waterschap Aa en Maas, rechtsgeldig vertegenwoordigd door dhr. J.H. Keijzers, lid van het dagelijks bestuur van genoemd waterschap, gemachtigd door Dijkgraaf dhr L. Verheijen -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Het waterschap Brabantse Delta, rechtsgeldig vertegenwoordigd door Dijkgraaf dhr. J.A.M. Vos ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Pagina 8 van de 37
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
Stichting het Noord Brabants Landschap, rechtsgeldig vertegenwoordigd door directeur dhr. J. Baan ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Aldus overeengekomen en getekend in negenvoud op ….. te …………….
Provincie Noord-Brabant Gemeenten Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught Waterschap Aa en Maas, De Dommel en Brabantse Delta Stichting het Noord Brabants Landschap
Pagina 9 van de 37
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
Pagina 10 van de 37
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
Bijlagen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Uitvoeringskaarten gemeenten Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught Pakkettentabel Budgetverdeling financiers per jaargang Betalingsregime per financier Budgeteisen per gemeente Functieomschrijving en takenpakket van de veldcoördinatie Samenstelling stuurgroep en ambtelijk werkgroep Communicatieplan
Pagina 11 van de 37
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
Pagina 12 van de 37
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
Bijlage 1: Uitvoeringskaarten gemeenten Haaren, Heusden, Oisterwijk, Tilburg en Vught
Pagina 13 van de 37
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
Pagina 14 van de 37
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
Status: definitief Versie: januari 2009
Bijlage 2: Pakkettentabel
L10 L11 L12 L13 L14
Vluchtstroken voor weidevogels
L9
Akkerflora- en faunarand
L8
Graslandflora- en faunarand
L7
Kruidenrijke zoom
Knotboom
L6
Bloemrijke rand
Landschapsboom
L5
Natuuroever nat grasland
Knip- en scheerheg
L4
Natuuroever riet
Struweelhaag
L3
Weidevogelpoel
Klein bosje
L2
Amfibieënpoel
Griendje
L1
Hoogstamfruitboomgaard
Hakhoutbosje
Landschapstypes Oude zandontginning Kampen en essen Kampen en essen (nat) kampen en essen Essen Jonge zandontginning -ol0/.. Grootschalig open landschap vug-ol0/.. Grootschalig open landschap -ho0/.. Heideontginning -ho1/.. Heideontginning -ho2.. Heideontginning Beekdallandschap -bd0/.. Open tot halfopen Rivierkleilandschap -oe0/.. Oeverwal -oe1/.. Oeverwal (schootsveld) -ko0/.. Kom -sl0/.. Slagenlandschap Overig -pl0/.. Parklandschap -bo0/.. Boomteeltontwikkelingsgebied
Elzensingel
Fijne dooradering Code
Randenpakketten
Houtwal/singel
Landschapspakketten
R1
R2
R3
R4
R5
-ke0/.. -ke1/.. vug-ke0/.. -e0/..
Ecologische verbindingszones L1 L2 L3 L4 L5 L6 L7 L8 L9 L10 L11 L12 L13 L14 R1 R2 R3 R4 Droge evz Droog kralensnoer a a a a a a a a a Landschapszone a a a a a a a a a a a a a a Natte evz Nat Kralensnoer a a a a a a a a a Moeraszone a a a a a a a a a a Aanbeveling van landschaps- en randenpakketten zoals die in het stimuleringskader groen blauwe diensten zijn benoemd. Naast pakketten uit het stimuleringskader kunnen ook pakketten uit catalogus groenblauwe diensten worden toegepast. Keuze van pakketten is afhankelijk van locatie.
Onverharde weg met bloemrijke bermen
Onverharde weg met bloemrijke bermen en bomen
Onverharde weg met bloemrijke bermen en struweel
Recreatief medegebruik Agrarisch cultuurlandschap
Wandelpad over boerenland
Recreatiepakketten
W1
W2
W3
W4
Pagina 15 van de 37
R5
Catalogus Groenblauwe diensten
Vluchtstroken voor weidevogels
Overig
Akkerflora- en faunarand
Graslandflora- en faunarand
Kruidenrijke zoom
Bloemrijke rand
Natuuroever nat grasland
Natuuroever riet
Weidevogelpoel
Amfibieënpoel
Hoogstamfruitboomgaard
Knotboom
Landschapsboom
Knip- en scheerheg
Struweelhaag
Randenpakketten
Klein bosje
Griendje
Hakhoutbosje
Elzensingel
Houtwal/singel
Landschapspakketten
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
Bijlage 3: Budgetverdeling financiers per jaargang Gebied Haaren
Jaargang 2009 2010 2011 2012
Gemeente Waterschap € 30,000 € 30,000 € 30,000 € 30,000
Heusden
2009 2010 2011 2012
€ € € €
45,000 45,000 45,000 45,000
Tilburg
2009 2010 2011 2012
€ € € €
50,000 50,000 50,000 50,000
Oisterwijk
2009 2010 2011 2012
€ € € €
45,000 45,000 45,000 45,000
Vught
2009 2010 2011 2012
€ € € €
20,000 20,000 20,000 20,000
Waterschap De Dommel
2009 2010 2011 2012
€ € € €
15,000 15,000 15,000 15,000
Waterschap Aa en maas
2009 2010 2011 2012
€ € € €
4,000 4,000 4,000 4,000
Waterschap Brabantse Delta
2009 2010 2011 2012
€ € € €
8,000 -
Totaalbedag gebiedscontract Aandeel gemeenten Aandeel waterschap Aandeel provincie
Pagina 16 van de 37
Provincie Totaal € 30,000 € 60,000 € 30,000 € 60,000 € 30,000 € 60,000 € 30,000 € 60,000 Subtotaal € 240,000 € 45,000 € 90,000 € 45,000 € 90,000 € 45,000 € 90,000 € 45,000 € 90,000 Subtotaal € 360,000 € 50,000 € 100,000 € 50,000 € 100,000 € 50,000 € 100,000 € 50,000 € 100,000 Subtotaal € 400,000 € 45,000 € 90,000 € 45,000 € 90,000 € 45,000 € 90,000 € 45,000 € 90,000 Subtotaal € 360,000 € 20,000 € 40,000 € 20,000 € 40,000 € 20,000 € 40,000 € 20,000 € 40,000 Subtotaal € 160,000 € 15,000 € 30,000 € 15,000 € 30,000 € 15,000 € 30,000 € 15,000 € 30,000 Subtotaal € 120,000 € 4,000 € 8,000 € 4,000 € 8,000 € 4,000 € 8,000 € 4,000 € 8,000 Subtotaal € 32,000 € 8,000 € 16,000 € - € € - € € - € Subtotaal € 16,000 € 1,688,000 € 760,000 € 84,000 € 844,000
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
Status: definitief Versie: januari 2009
Bijlage 4: Betalingsregime per financier Jaargang
Financier
2009
Gemeente Haaren Gemeente Heusden Gemeente Tilburg Gemeente Oisterwijk Gemeente Vught Waterschap De Dommel Waterschap Aa en Maas Waterschap Brabantse Delta Provincie Gemeente Haaren Gemeente Heusden Gemeente Tilburg Gemeente Oisterwijk Gemeente Vught Waterschap De Dommel Waterschap Aa en Maas Waterschap Brabantse Delta Provincie Gemeente Haaren Gemeente Heusden Gemeente Tilburg Gemeente Oisterwijk Gemeente Vught Waterschap De Dommel Waterschap Aa en Maas Waterschap Brabantse Delta Provincie Gemeente Haaren Gemeente Heusden Gemeente Tilburg Gemeente Oisterwijk Gemeente Vught Waterschap De Dommel Waterschap Aa en Maas Waterschap Brabantse Delta Provincie
2010
2011
2012
Totaalbedrag per jaar
2009
2010
2011
2012
30.000 45.000 50.000 45.000 20.000 15.000 4.000 8.000 217.000 30.000 45.000 50.000 45.000 20.000 15.000 4.000 0 209.000 30.000 45.000 50.000 45.000 20.000 15.000 4.000 0 209.000
434.000
418.000
Pagina 17 van de 37
418.000
30.000 45.000 50.000 45.000 20.000 15.000 4.000 0 209.000 418.000
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
Status: definitief Versie: januari 2009
Bijlage 5: Budgeteisen per gemeente Een motivatie cq toelichting op onderstaand tabel staat beschreven in hoofdstuk 4.4 van het Gebiedsgericht Uitvoeringsprogramma , januari 2009.
GEBIED
JAAR
UITVOERINGSBUDGET Bestaande elementen
Haaren
Heusden
Tilburg
Oisterwijk
Vught
Waterschap De Dommel
Waterschap Aa en maas
Waterschap Brabantse Delta
2009 2010 2011 2012 2009 2010 2011 2012 2009 2010 2011 2012 2009 2010 2011 2012 2009 2010 2011 2012 2009 2010 2011 2012 2009 2010 2011 2012 2009 2010 2011 2012
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
49,800 49,800 49,800 49,800 74,700 74,700 74,700 74,700 83,000 83,000 83,000 83,000 74,700 74,700 74,700 74,700 33,200 33,200 33,200 33,200 24,900 24,900 24,900 24,900 6,640 6,640 6,640 6,640 13,280 -
€ € € €
9,000 9,000 9,000 9,000
€ € € € € € € € € € € €
9,000 9,000 9,000 9,000 7,200 7,200 7,200 7,200 14,400 7,200 3,600 3,600
BUDGETVERDELING Nieuwe elementen Fijne dooradering Hoofdaders Prioriteit 1 Prioriteit 2 Prioriteit 2+ € 33,800 * € - € € 33,800 * € - € € 33,800 * € - € € 33,800 * € - € € 66,400 ** € - € 8,300 € 66,400 ** € - € 8,300 € 66,400 ** € - € 8,300 € 66,400 ** € - € 8,300 € 47,400 € 10,000 € - € € 42,400 € 8,000 € - € 7,000 € 47,400 € 10,000 € - € € 42,400 € 8,000 € - € 7,000 € - € 42,600 € 24,900 € € - € 35,100 € 24,900 € € - € 42,600 € 24,900 € € - € 35,100 € 24,900 € € 13,200 € - € - € € 18,200 € - € - € 7,800 € 24,000 € - € - € € 21,800 € - € - € 7,800
Recreatief medegebruik € 7,000 € 7,000 € 7,000 € 7,000 (zie **) (zie **) (zie **) (zie **) € 16,600 € 16,600 € 16,600 € 16,600 € € 7,500 € € 7,500 € 5,600 € € 5,600 € -
Financiering van randen en natuurvriendelijke oevers langs watervoerende sloten
Finaciering van EVZ's (althans delen ervan), randen, natuurvirendelijke oevers en poelen langs watervoerdende sloten. Financiering van recreatief medegebruik langs waterschapsloten. Financiering van realisatie natte EVZ's vermeld in Provinciaal Waterhuishoudingsplan 2003-2006***
* B u d ge t in te z e tte n v o o r p riorite it I en II ge b ie d en . V o o r pr ioir ite it II ge b ie d en g e ldt d a t aa n v r ag e n al lee n m o g e lijk z ijn v an a f 1 o kt o be r (m its e r n og b u dg e t is ). * * B u d g et in te ze tte n v o o r be s ta a nd e e n n ie u w e ele m e nte n en re c re a tie f m e d eg e b ruik . Is g e en v e rd elin g g em a a k t. * ** In d ie n b u d g et n ie t w or d t uitg e p ut, w o rd t d e z e d o o rg e s c h o ve n n a a r h e t jaa r e ro p . D e ze a c tie k an e lk ja ar, to t 2 0 1 2, w o rd en h e rh a a ld .
Pagina 18 van de 37
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
Bijlage 6: Functieomschrijving en takenpakket van de veldcoördinatie Takenpakket veldcoördinatie in het gebied van Midden Brabant Tijdens de opzet van het uitvoeringsprogramma voor het gebied Midden Brabant, is een aantal expliciete taken voor het veldloket genoemd. Het takenpakket van de veldcoördinatie bestaat dan ook uit: Voorlichting o voorlichting over Stimuleringskader in de volle breedte (flankerend beleid) o persoonlijke voorlichting aan de keukentafel o informatie over Programma Beheer en "eerste hulp" bij aanvraag Begeleiding o bij eerste toetsing aanvraag (voorwaarden, beschikbaar budget/ taakstelling, bestemmingsplan, vereiste vergunningen) o bij de inhoudelijke uitwerking van een aanvraag en het inrichtingsplan o voor akkoord paraferen van een aanvraag Adviseren en assisteren bij de invulling van de afspraken zoals deze zijn gemaakt in het convenant o Organiseren evaluatie- en voortgangsbespreking Vanuit flankerend beleid en instrumentarium: o Coördineren verlening ontheffingen voor het stookverbod o Assisteren deelnemer bij verkrijgen van de benodigde (aanleg) vergunningen o Assisteren deelnemer bij het ondertekenen kwalitatieve verplichting of verkrijgen bestemmingsplanwijziging o Uitdragen reële boodschap inzake de (on)mogelijkheden van “nieuw groen, vrij groen” en de wijze hoe deze zijn ingepast in het Stimuleringskader . o Signaleren kansen voor deelname aan het Stimuleringskader bij uitgifte van pachtgronden van overheidsinstanties o Signaleren van kansen door het ruilen van gronden Vanuit het communicatieplan (bij ongewijzigd vaststellen): o Organiseren van start- en informatiebijeenkomsten o Redactie regionale nieuwsbrief en persberichten o Organiseren themamiddagen, excursies en voorlichtingsbijeenkomsten Vanuit het cursusplan (bij ongewijzigd vaststellen): o Bundelen cursusaanmeldingen en schakelen met cursusaanbieders
Profiel van de veldcoördinatie In de tekst van het Stimuleringskader staan de volgende kwalificaties weergegeven voor de veldcoördinatie: De veldcoördinatie begrijpt de doelgroep De veldcoördinatie spreekt de taal van de doelgroep De veldcoördinatie is geen provinciaal ambtenaar Voorgesteld wordt om hieraan de volgende kwalificaties toe te voegen: Primaire kwalificaties: Beschikt over goede organisatorische eigenschappen Beschikt over goede communicatieve vaardigheden Is in staat een netwerk op te bouwen en te onderhouden Heeft MBO+ werk- en denkniveau (MBO+) Secundaire kwalificaties: Heeft kennis van zowel het agrarisch bedrijf als van natuur- en landschap Heeft geen 9 tot 5 mentaliteit Is flexibel en werkt efficiënt en zelfstandig
Pagina 19 van de 37
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
Komt afspraken na en is in staat een vertrouwensband met de mensen in de streek op te bouwen Heeft gevoel voor bestuurlijke verhoudingen Is vanuit een bestaande organisatie inzetbaar Heeft kennis van bestaande (rijks-)regelingen op het gebied van agrarisch natuur- en landschapsbeheer Heeft kennis van het reconstructieproces Heeft enkele jaren werkervaring
Pagina 20 van de 37
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
Bijlage 7: Samenstelling stuurgroep en ambtelijke werkgroep Stuurgroep: De stuurgroep zal worden samengesteld a.d.h.v. de verschillende bestuurders die het gebiedscontract ondertekenen en is verantwoordelijk voor de onderstaande taken: 1. Monitoren van na te leven afspraken 2. Wijzigen van uitvoeringskaarten 3. Gezamenlijke besluitvorming besteding middelen t.b.v. communicatie en evaluatie. Samenstelling ambtelijke werkgroep: Ambtelijke vertegenwoordiging van de gebiedspartijen, zijnde: - de Provincie Noord-Brabant, dhr. Robin van Dijk - de gemeente Haaren, mw. Lidia Verduijn - de gemeente Heusden, dhr. Wouter van der Haven - de gemeente Oisterwijk, dhr. Job Wittens - de gemeente Tilburg, dhr. Nico Korporaal - de gemeente Vught, dhr. Bas Bloks - het waterschap De Dommel, mw Jeannette van Boerdonk - het waterschap Aa en Maas, mw Gytha van Bentveld - het waterschap Brabantste Delta, dhr Patrick de Rooij - coördinatiepunt Landschapsbeheer, dhr. Emiel Rijken eventueel aangevuld met overige gebiedspartners
Pagina 21 van de 37
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
Pagina 22 van de 37
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
Pagina 23 van de 37
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
Bijlage 8: Communicatieplan
Communicatieplan Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten regio Midden Brabant Gemeenten Haaren, Heusden, Tilburg, Oisterwijk, Vught
Opdrachtgever Uitvoerder Product Document Datum Plaats
: Gemeenten Haaren, Heusden, Tilburg, Oisterwijk en Vught, Waterschap de Dommel en Provincie Noord Brabant : Bureau Praedium (gebaseerd op communicatieplan Imagro) : Communicatieplan : Definitieve document : 28 januari 2009 : Veghel
Pagina 24 van de 37
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
Inhoudsopgave
1. Inleiding __________________________________________________________________26 2. Communicatiedoelgroepen en -doelstellingen ___________________________________27 2.1 Communicatiedoelgroepen ________________________________________________________27 2.2 Communicatiedoelstellingen _______________________________________________________28
3. Communicatiestrategie / aanpak op hoofdlijnen__________________________________30 4. Communicatiemiddelen & - activiteiten _________________________________________32 4.1 Partners Stimuleringskader _______________________________________________________33 4.2 Grondeigenaren in het projectgebied (zowel agrariërs als particulieren) __________________32
5. Planning & organisatie ______________________________________________________34 5.1 Fasering ________________________________________________________________________34 5.2 Planning communicatiemiddelen en -activiteiten ______________________________________34 5.3 Organisatie______________________________________________________________________35
6. Kostenindicatie ____________________________________________________________36
Pagina 25 van de 37
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
1. Inleiding De gemeenten Haaren, Heusden, Tilburg, Oisterwijk en Vught, waterschap De Dommel en waterschap Brabantse Delta, waterschap Aa en Maas willen samen in hun buitengebieden landschaps- en natuurwaarden versterken. Hiervoor is ondermeer wenselijk dat op gronden van particulieren eigenaren en agrariërs maatregelen worden genomen zoals het aanleggen en beheren van landschapselementen. Om dit te stimuleren hebben de vijf gemeenten gezamenlijk een regeling opgesteld voor het subsidiëren van landschapselementen in het buitengebied. Hiervoor hebben zij gebruik gemaakt van het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten van de provincie Noord-Brabant. Met deze regeling ontvangen de gemeenten cofinanciering van de provincie Noord Brabant. Om deze regeling operationeel te maken is door de gemeenten Haaren, Heusden, Tilburg, Oisterwijk en Vught en het Waterschap de Dommel in samenwerking met de provincie Noord-Brabant een gebiedsgericht uitvoeringsprogramma opgesteld. Het Stimuleringskader als geheel zal provinciaal worden uitgedragen, bijvoorbeeld door middel van brochures, een nieuwsbrief en een website met actuele informatie. De samenwerkende gebiedspartijen besteden communiceren richting hun doelgroepen over de wijze waarop de regeling in die regio van toepassing is. Een communicatieplan geeft hier inzicht in en maakt deel uit van het uitvoeringsprogramma. Naar verwachting wordt begin 2009 het gebiedscontract ‘Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten deelgebied Haaren, Heusden, Tilburg, Oisterwijk en Vught’ ondertekend. Vanaf dat moment kan met de uitvoering van de regeling worden gestart. Dit communicatieplan dient als handvat voor de communicatie in de streek. In het plan staat aangegeven met welke boodschap gecommuniceerd wordt en welke communicatieacties worden ingezet. De concrete invulling zal gedurende het uitvoeringstraject worden bepaald, waardoor het mogelijk blijft in te spelen op actuele ontwikkelingen. Leeswijzer In dit plan gaan wij achtereenvolgens in op: - doelgroepen en doelstellingen (hoofdstuk 2); - communicatiestrategie / aanpak op hoofdlijnen (hoofdstuk 3); - in te zetten communicatiemiddelen en -activiteiten (hoofdstuk 4); - planning en organisatie (hoofdstuk 5); - kostenindicatie (hoofdstuk 6).
Pagina 26 van de 37
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
2. Communicatiedoelgroepen en -doelstellingen 2.1 Communicatiedoelgroepen De belangrijkste communicatiedoelgroepen zijn: 1. Partners Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten deelgebied Haaren, Heusden, Tilburg, Oisterwijk en Vught 2. Grondeigenaren in het projectgebied 1. Grondeigenaren in het projectgebied Agrariërs in projectgebied Particuliere grondeigenaren in projectgebied 2. Partners Stimuleringskader Midden - Brabant In eerste instantie gaat het om de partijen die ook het gebiedsconvenant en de gebiedscontracten gaan ondertekenen, te weten: Provincie Noord-Brabant Gemeente Haaren Gemeente Heusden Gemeente Tilburg Gemeente Oisterwijk Gemeente Vught Waterschap De Dommel Waterschap Brabantse Delta Waterschap Aa en Maas Coördinatiepunt Brabants Landschapsbeheer Daarnaast zijn ook de Duinboeren en Coördinatiepunt Brabant Landschapsbeheer een belangrijke uitvoerende partner en zijn vanaf het begin bij het project betrokken en ook een rol kunnen spelen bij de uitvoering. Het coördinatiepunt Brabants Landschapsbeheer, is wel medeondertekenaar, maar leveren geen financiële bijdrage. 3. Intermediairs In mindere mate zijn de volgende doelgroepen ook van belang : • Bewoners van de streek (gemeenten Haaren, Heusden, Tilburg, Oisterwijk en Vught) • (agrarische)natuurverenigingen • Pers (lokale-, regionale pers & vakpers voor doelgroep grondeigenaren) • Andere gebieden (die aan slag gaan met het provinciale Stimuleringskader )
Pagina 27 van de 37
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
Status: definitief Versie: januari 2009
2.2 Communicatiedoelstellingen Communicatiedoelstellingen worden zo veel mogelijk geformuleerd op het gebied van Kennis, Houding en Gedrag. In deze paragraaf formuleren wij per communicatiedoelgroep de communicatiedoelstellingen. Dit zijn doelstellingen, uitgaande van een uitvoeringsperiode van vier jaar. Agrariërs in projectgebied Op basis van ervaringen uit bijeenkomsten met lokale werkgroepen en uit ervaringen in andere gebieden is het volgende vast te stellen: • Een minimale hoeveelheid kennis aanwezig over agrarisch natuurbeheer (over natuurbeheer zelf, maar ook over regelingen, rendementen etc). • Er nog beperkt is gecommuniceerd over het Stimuleringskader en diens doelstellingen, laat staan over de in ontwikkeling zijnde subsidieregelingen ter ondersteuning van deze ontwikkeling. Op basis van de lokale werkgroep, waarin de agrarische ondernemers in zijn vertegenwoordigd zijn specifiek de volgende elementen naar voren gekomen: - Angst voor grenzen en planologische schaduwwerking met name op lange termijn (ook in relatie met aanleg van elementen bij de buurman) - Veelheid aan verschillende regelingen (door bomen het bos niet meer zien, wat is in welke regeling van toepassing, waar moet je voor welke regeling aankloppen) - Vraagtekens of de hoogte van vergoedingen interessant genoeg is (met name voor boomteelt) - Lange traject en kosten die nodig zijn voor het verkrijgen van benodigde vergunningen - Betrouwbaarheid van de overheid of hun subsidies veilig worden gesteld. - Naar inschatting is het aantal voorstanders of ondernemers dat positief staat ten opzichte van zaken als verbreding en Stimuleringskader Groen Blauwe diensten groter dan het aantal tegenstanders. Kennis:
Houding: Gedrag:
80% van de agrariërs in het projectgebied is op de hoogte van het Stimuleringskader en weet dat er verschillende mogelijkheden zijn om aan de slag te gaan met groene en blauwe diensten (op basis van een financiële vergoeding). 50% van de agrariërs in het projectgebied staat positief tegenover het project en de mogelijkheden die dit voor hen biedt. 35% van de agrariërs verkent actief de mogelijkheden voor het leveren van groene en/of blauwe diensten op hun bedrijf, door contact op te nemen met de veldcoördinator.
Particuliere grondeigenaren in projectgebied Naar verwachting is het kennisniveau van de particuliere grondeigenaren over agrarisch natuurbeheer en het Stimuleringskader nog geringer dan de kennis van de agrariërs. Mede omdat de particuliere grondeigenaren niet beschikken over een eigen organisatie (met eigen informatiekanalen) zoals de agrariërs die hebben met de ZLTO. Kennis:
Houding: Gedrag:
70% van de particuliere grondeigenaren in het projectgebied is op de hoogte van de doelstellingen van het Stimuleringskader en weet dat er verschillende mogelijkheden zijn om aan de slag te gaan met groene en blauwe diensten (op basis van een financiële vergoeding). 40% van de particuliere grondeigenaren in het projectgebied staat positief tegenover het project en de mogelijkheden die dit voor hen biedt. 25% van de particuliere grondeigenaren verkent actief de mogelijkheden voor het leveren van groene en/of blauwe diensten op hun grond
Pagina 28 van de 37
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
Partners Stimuleringskader Het draagvlak onder de partners is groot en de wens om ook daadwerkelijk over te kunnen gaan op uitvoering is duidelijk aanwezig. Kennis: Houding: Gedrag:
Alle partners van het Stimuleringskader zijn goed op de hoogte van de ‘in-s en out-s’ van het project (doelstellingen, opzet, status van uitvoering etc.). Alle partners zijn op de hoogte van het project en staan hier positief tegenover. Alle partners leveren een actieve bijdrage aan de uitvoering van het project, o.a. door het vergroten van het draagvlak voor het project in hun eigen organisatie, c.q. bij hun eigen achterban door informatie te verstrekken over het project.
Pagina 29 van de 37
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
3. Communicatiestrategie / aanpak op hoofdlijnen Eén kernboodschap De houding van de communicatiedoelgroepen ten opzichte van het project is nogal uiteenlopend. Zo ook de te bereiken doelstellingen. Er wordt geadviseerd om in dit geval te werken met één kernboodschap die aansluit bij de behoeften van de verschillende doelgroepen. Als we kijken naar het Stimuleringskader dan geldt het volgende. Naar verwachting vallen verbeteringen van de omgevingskwaliteit in principe bij alle communicatiedoelgroepen in goede aarde. Iedereen wil immers graag wonen en/of werken in een mooie, aantrekkelijke omgeving. De kernboodschap luidt in onze ogen dan ook als volgt: “Het Stimuleringskader leidt tot kwaliteitsverbetering van het landschap en dus van uw woon- en/of werkomgeving. Ook biedt het kansen voor neveninkomsten voor grondeigenaren en draagt het bij aan verfraaiing van gebied wat meer kansen kan bieden voor recreatie en toerisme. En tot slot levert het ook indirecte baten op zoals een plezierige woon- en werkomgeving en een stijgende waarde van onroerend goed.” Gedifferentieerde doorvertaling van kernboodschap Een bekend communicatiemodel is het drieluik kennis – houding – gedrag. Kern van dit model is dat als we gedrag willen beïnvloeden, we moeten zorgen voor een positieve houding en daarvoor is het beschikken over goede en relevante kennis cruciaal. Maar wat is goede en relevante kennis? Dat wordt voor een belangrijk deel bepaald door de belangen die de doelgroep heeft! En omdat deze verschillend zijn voor de doelgroepen in dit project zal ook de boodschap gedifferentieerd moeten zijn. Waarbij uiteraard voor alle boodschappen geldt dat ze uiteindelijk aan moeten sluiten bij de kernboodschap dat het Stimuleringskader leidt tot kwaliteitsverbetering van het landschap en dus van de eigen woon- en/of werkomgeving. Doelgroep Agrariërs
Particuliere grondeigenaren
Communicatieboodschap Binnen het Stimuleringskader zijn verschillende mogelijkheden voor het verkrijgen van een financiële vergoeding voor groene en blauwe diensten. Mogelijk biedt één van deze regelingen ook voor uw bedrijf mogelijkheden! De regelingen binnen het Stimuleringskader bieden mogelijkheden om actief bezig te zijn met het landschap en bij te dragen aan de kwaliteitsverbetering van het landschap. Bovendien staat hier een financiële vergoeding tegenover.
Voor de overige communicatiedoelgroepen is geen aparte communicatieboodschap geformuleerd. Voor de projectpartners geldt dat zij vooral geïnformeerd willen worden over het project en de voortgang ervan. Dit geldt ook voor de laatste doelgroep: de andere gebieden. De boodschap aan de pers is afhankelijk van de doelgroep van de pers die wordt benaderd. Is het vakpers voor de agrarische sector dan moet de communicatieboodschap aansluiten bij de boodschap voor de doelgroep grondeigenaren. Maar is het regionale pers dan is aansluiting bij de boodschap voor bewoners eerder op zijn plek. De boodschap voor de bewoners in de omgeving is gericht op dat Stimuleringskader een bijdrage levert aan het versterken en verfraaien van het (recreatief en cultuurhistorisch) landschap in hun directe woonomgeving. Hiervoor zullen zij meeliften op de communicatie richting de grondeigenaren. Gezien de verschillende standpunten en belangen van de communicatiedoelgroepen is het belangrijk dat de doorvertaling van de kernboodschap per doelgroep direct aansluiting vindt bij de belangen van de desbetreffende doelgroep. In het onderstaande overzicht staat per doelgroep een groslijst van belangen weergegeven. Belangen die de doelgroep heeft als je praat over het buitengebied, over het landschap. Belangrijk is om daarbij twee dingen te realiseren: - niet alle individuen uit een doelgroep zullen dezelfde waarde hechten aan de genoemde belangen;
Pagina 30 van de 37
Status: definitief Versie: januari 2009
-
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
voor de meeste agrarische ondernemers en particuliere grondeigenaren geldt dat zij ook bewoner zijn, dus de belangen van deze doelgroep gelden ook voor hen.
Belangen per doelgroep Agrarische ondernemers Inkomensvorming op bedrijfsniveau Kosten-baten verhouding grond Duurzame toekomstmogelijkheden Maatschappelijke legitimatie Gelijkmatige arbeidsinzet
Particuliere grondeigenaren Kosten-baten verhouding grond Eenvoudig onderhoud Beleven Bezig zijn met en in natuur Samenwerking met boeren in omgeving
Bezig zijn met en in natuur Agrarische structuurverbetering
Gefaseerde aanpak Het accent van de communicatie zal in eerste instantie liggen op de agrariërs en de particuliere grondeigenaren. Het is namelijk belangrijk dat deze groepen in beweging komen en concreet aan de slag gaan. Hun activiteiten zullen de doelstellingen van het Stimuleringskader concreet maken. Zij zorgen voor de voorbeelden en succesverhalen die vervolgens richting de bewoners gecommuniceerd kunnen worden. Ook binnen de doelgroep grondeigenaren zal sprake zijn van fasering. Het bekende spreekwoord ‘Als het eerste schaap over de dam is, volgen er meer’ zal zeker opgaan voor een project als het Stimuleringskader . Het is dus zaak om in eerste instantie te starten bij de voorlopers onder de grondeigenaren als je het hebt over groene en blauwe diensten. Denk aan de leden van de agrarische natuurvereniging, of eigenaren en grondeigenaren die op dit moment al aan de slag zijn met agrarisch natuur- en landschapsbeheer (bijv. via Programma Beheer). Een volgende stap in de communicatie, is het benaderen van die grondeigenaren die pas instappen als er al een aantal voorbeelden zijn. Voor de communicatie richting deze groep spelen praktische resultaten en ervaringen van collega-grondeigenaren een belangrijke rol. Onder het motto ‘zien doet geloven’ moet aangetoond worden dat er daadwerkelijk zaken gerealiseerd worden, dat projecten tot stand komen en dat er ook echt successen worden geboekt. Dan is er tot slot nog een groep die sceptisch staat tegenover nieuwe concepten. Deze mensen stappen pas over als er gedegen resultaten zijn en al veel bedrijven en mensen aan het concept van Groen Blauwe diensten deelnemen. Gezien de beperkte looptijd van het communicatieactieplan (4 jaar) stellen wij voor om de energie vooralsnog niet voor deze groep in te zetten. Mogelijk dat hier in het laatste jaar meer aandacht voor komt. Uiteraard krijgt deze groep via de media en via mailings naar grondeigenaren informatie, maar daarbij blijft het voorlopig. Grofweg ziet de fasering van de communicatie-inspanningen er als volgt uit: Communicatiedoelgroep Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Projectpartners Grondeigenaren (agrariërs en particulieren) - voorlopers - ‘middenmoot’ * - achterhoede * * * Bewoners van de streek * * * Pers * = indirecte benadering via aandacht in de media
Pagina 31 van de 37
Jaar 4
*
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
Vanaf het begin: Successen vieren Het communiceren van successen en resultaten werkt stimulerend. ‘Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten deelgebied Haaren, Heusden, Tilburg, Oisterwijk en Vught’, weer 500 meter houtsingel gerealiseerd! Zeldzame das gesignaleerd in bloemrijk weiland van boer Pieterse! Drie oude hakhoutbosjes in ere hersteld!’ Successen vieren geeft energie, het geeft betrokkenen het gevoel dat er resultaten worden geboekt en het spreekt tot de verbeelding. Veel mensen willen deel uitmaken van een succes. Deze, bijna natuurlijke, drang levert weer nieuwe deelnemers en ambassadeurs op. De successen zijn bij uitstek geschikt om te gebruiken als voorbeelden, om te bekijken en te bezoeken in het veld met excursies. Ook bieden de successen wellicht mogelijkheden voor voorbeeldprojecten. Dit kan zijn op individueel niveau: wat kan een grondeigenaar realiseren binnen de regelingen in het Stimuleringskader ? Hoe kan een agrariër zaken inpassen in zijn bedrijfsvoering? Maar er zijn ook voorbeeldprojecten denkbaar op hoger schaalniveau: wat kunnen grondeigenaren samen realiseren? Hoe kunnen zij plannen op elkaar afstemmen en wat voor meerwaarde levert dit op voor natuur en landschap? Welke kansen ontstaan er nog meer, bijvoorbeeld op het gebied van recreatie en educatie? Daarnaast speelt ook de media een belangrijke rol in het vieren van successen. Via kranten, radio en televisie worden de verschillende doelgroepen aangesproken. Het veelvuldig communiceren van successen versterkt de boodschap, immers de kracht van een boodschap zit in de herhaling. Mensen moeten het gevoel krijgen: Daar gebeuren nog eens goede dingen. Die club zet zich écht in voor onze leefomgeving. Daar wil ik ook bijhoren! Eenduidige aanpak Wij stellen voor om de communicatie op een eenduidige wijze te organiseren. Dit betekent dat met de huisstijl wordt aangesloten bij de stijl van het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten die reeds door de provincie is ontwikkeld. Hiermee krijgt de communicatie een herkenbare uitstraling waardoor de impact van de communicatie groter zal zijn. Uiteraard is het wel belangrijk dat de deelnemers als afzender van het project herkenbaar blijven Benutten van diverse beïnvloeders en ingangen Met name voor de doelgroep grondeigenaren is het van belang om gebruik te maken van bestaande structuren en communicatiemiddelen van directe beïnvloeders. Daarbij speelt in ieder geval belangenorganisatie ZLTO een grote rol. Maar ook de Agrarische Natuurvereniging en de organisatie voor Brabants Particulier Grondbezit zijn belangrijke partijen. Voor bewoners zijn locale natuur- en milieugroepen belangrijke partijen, maar ook organisaties als Brabants Landschap en het IVN zijn goede ingangen. En natuurlijk bieden ook de communicatiekanalen en -middelen van gemeenten en provincie goede ingangen naar de verschillende doelgroepen. Centrale rol voor veldcoördinator In het provinciale Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten is voorzien in een veldcoördinator (mogelijk zijn dit meerdere personen). Deze persoon is een belangrijke sleutelpersoon tussen de projectpartners en de communicatiedoelgroepen. Hij/zij is aanspreekpunt in het gebied voor alles wat te maken heeft met het Stimuleringskader . Zo draagt de veldcoördinator de doelstellingen van het Stimuleringskader uit, informeert mensen (m.n. grondeigenaren) in het gebied over de mogelijkheden, ondersteunt hen bij het keuzeproces omtrent deelname etc. De veldcoördinator heeft daarnaast ook een belangrijke signalerende functie voor de projectpartners. Wat leeft er in het veld? Waarvoor is animo? Waar liggen kansen en waar juist knelpunten? Wat zijn succesverhalen? Waar liggen kansen voor voorbeeldprojecten? Et cetera. Deze veldcoördinator heeft een centrale en cruciale rol in het project. Hij/zij is grotendeels verantwoordelijk voor het behalen van resultaten. De veldcoördinator is immers het eerste aanspreekpunt voor de grondeigenaren. Om deze taak optimaal te kunnen vervullen is het belangrijk dat de veldcoördinator: - onafhankelijk is - vertrouwen heeft bij met name de doelgroep grondeigenaren - gemakkelijk toegang heeft tot deze doelgroep - de taal spreekt van deze doelgroep - meelevend, enthousiasmerend en creatief is.
Pagina 32 van de 37
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
4. Communicatiemiddelen & - activiteiten Om de geformuleerde doelstellingen te bereiken kunnen verschillende communicatiemiddelen en – activiteiten worden ingezet. In dit hoofdstuk geven wij per doelgroep een overzicht van de te organiseren activiteiten en in te zetten middelen. Insteek is dat ze laagdrempelig en low profile zijn, maar wel creatief en effectief. Per middel of activiteit is een korte toelichting gegeven. 4.2 Grondeigenaren in het projectgebied (zowel agrariërs als particulieren)
De veldcoördinator speelt een centrale rol in de communicatie, met name richting de grondeigenaren. Belangrijk is dat deze persoon snel toegang heeft tot de doelgroep en ook de taal van de doelgroep spreekt. Daarnaast moet hij natuurlijk beschikken over de nodige kennis, informatiebronnen en faciliteiten. Deze worden eigenlijk allemaal provinciebreed ontwikkeld (denk aan handboek, leaflets per pakket, berekeningen). Eigenlijk zijn de wenskaarten alleen gebiedsspecifiek. De veldcoördinator speelt ook een belangrijke rol bij het identificeren van successen en voorbeeldprojecten. -
Keukentafelgesprekken. Grondeigenaren kunnen met de veldcoördinator hun eigen specifieke (bedrijfs-)situatie doorspreken. Wat zijn de mogelijkheden? Wat zijn de consequenties? Is het inpasbaar in mijn bedrijfsvoering? Dit kan gebeuren op persoonlijke afspraak maar ook tijdens inloopspreekuren. Grondeigenaren kunnen dan zonder afspraak binnenlopen voor een gesprek met de veldcoördinator.
-
Startmailing. Mailing bij start van het project in vorm van een brief eventueel met leuke attentie (gepaste creativiteit, b.v. zakje zaad van akkerkruiden) om project onder de aandacht te brengen en om informatiepunten kenbaar te maken (in ieder geval naam en contactgegevens veldcoördinator).
-
Mailing naar intermediairs. Zoals gezegd zijn er voor de grondeigenaren een aantal belangrijke intermediairs, zoals ZLTO en Brabants Particulier Grondbezit. Zij worden in ieder geval bij aanvang van het project via een mailing op de hoogte gesteld. Verder informatievoorziening verloopt in ieder geval via persberichten etc. Mocht het project daar aanleiding toe geven, dan zal een extra mailing naar de intermediairs worden verzonden.
-
Informatiebijeenkomsten / excursies. Doel van deze bijeenkomsten en excursies is om het project onder de aandacht te brengen, (inhoudelijke) informatie te verstrekken en mensen kennis te laten maken met de mogelijkheden. Maar nadrukkelijk ook om mensen te inspireren om eigen mogelijkheden te gaan verkennen voor deelname en om ervaringen uit te wisselen. In de invulling van de bijeenkomsten en excursies zal hier duidelijk rekening mee worden gehouden. Dus niet veel ‘droge voorlichtende kost van een goedwillende ambtenaar’ maar enthousiaste verhalen van collega-grondeigenaren, bezoeken aan voorbeeldprojecten, informatie over de achterliggende doelen, verhalen over de resultaten en de meerwaarde!
-
Nieuwsbrief. Ontwikkelen van een digitale nieuwsbrief met daarin de voortgang, nieuwsfeiten en activiteiten. In eerste instantie kan deze brief naar de lokale werkgroepleden (en achterban van deze leden) worden gestuurd. Daarnaast kunnen mensen zich blijven aanmelden voor de nieuwsbrief.
-
Persberichten en artikelen. Regelmatig ontvangt de pers persberichten en artikelen over het project. Bijvoorbeeld naar aanleiding van de ondertekening van het gebiedsconvenant, de afronding van de wensenkaarten, de officiële start van het project, de eerste uitvoeringsmaatregelen, geboekte resultaten of georganiseerde activiteiten.
Pagina 33 van de 37
Status: definitief Versie: januari 2009
-
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
Persexcursie. Op het moment dat er een aansprekend succes geboekt wordt of een aansprekend voorbeeldproject is geformuleerd zal de pers op locatie worden uitgenodigd en geïnformeerd. De planning hiervan is afhankelijk van de voortgang van het project.
OPTIONEEL: -
Projectwebsite. Een projectwebsite is een ideaal middel voor informatieverstrekking. Op de website kunnen naast basisinformatie over het project ook actualiteiten geplaatst worden.
Daarnaast wordt uiteraard ook gebruik gemaakt van de algemene communicatiemiddelen die ontwikkeld zijn in het kader van de provinciebrede implementatie van het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten: samenvatting, folder, eventuele website en het handboek voor de veldcoördinator. Deze middelen zijn onmisbaar voor de veldcoördinator en zullen ook worden ingezet bij mailings, bijeenkomsten, excursies etc. Mogelijkerwijs bieden de initiatieven aanleiding voor extra communicatiemiddelen of activiteiten. Bijvoorbeeld een inhoudelijke cursus natuurbeheer of de inrichting van een voorbeeldbedrijf. Mocht dit het geval zijn dan zullen deze middelen / activiteiten natuurlijk ook nadrukkelijk worden ingezet. 4.1 Partners Stimuleringskader
-
Stimuleringskader -update. Maandelijks digitaal bericht met de laatste ontwikkelingen en de vorderingen van het project. De veldcoördinator is verantwoordelijk voor de inhoud en de verzending van deze berichten.
OPTIONEEL: -
Projectkalender. Deze digitale kalender biedt inzicht in de stand van zaken van het project, de diverse activiteiten die gepland staan en voorgenomen communicatieacties. De kalender kan eventueel (deels) gebruikt worden in de communicatie richting ander doelgroepen. Zo is de kalender voor bewoners interessant als deze wordt aangevuld met informatie over wanneer waar iets te ‘beleven’ is op het gebied van landschap.
Daarnaast ontvangen de projectpartners ter kennisname afschriften van verzonden persberichten, mailings, uitnodigingen voor bijeenkomsten en excursies.
Pagina 34 van de 37
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
5. Planning & organisatie Een exacte planning is op dit moment nog niet te maken omdat nog niet duidelijk is wanneer het project echt van start zal gaan. Wel is het mogelijk om een volgorde van activiteiten aan te geven, gekoppeld aan de onderscheiden fases in de strategie. Zo zal de communicatie na de start van het project zich eerst richten op de grondgebruikers. Zij moeten immers aan de slag. Pas als op dit vlak resultaten zijn geboekt is het zinvol om de communicatie richting de bewoners in te zetten. 5.1 Fasering Jaar 1 – Opstart en resultaten generen Ingeschatte doorlooptijd: 1 jaar (januari 2009 –december 2009) Doel van deze fase is om het project op te starten en snel resultaten te boeken. De communicatie in deze fase zal met name gericht zijn op de voorlopers. Deze staan naar verwachting al in de startblokken waardoor het mogelijk moet zijn om snel de eerste successen te kunnen boeken en proefprojecten te genereren. Jaar 2: Verbreding communicatie onder grondgebruikers Ingeschatte doorlooptijd: 1 jaar (januari 2010 – december 2010) In deze fase wordt de communicatie verbreed naar de grote groep grondgebruikers. Hierbij wordt de zomer en het najaar vooral gebruikt om mensen te enthousiasmeren via voorlichtingsbijeenkomsten en excursies. De winter kan dan door de veldcoördinator maximaal gebruikt worden voor gesprekken aan de keukentafel met grondgebruikers, met hopelijk als resultaat veel nieuwe contacten en afgesloten pakketten. Ook kunnen dan voorbeeldprojecten worden ontwikkeld. Afhankelijk van hoe vlot e.e.a. verloopt kan in de tweede helft van deze fase gestart worden met de benadering van de pers. Vanaf jaar 3: Verbreding communicatie Ingeschatte doorlooptijd: 1,5 jaar (juli 2010 – december 2011) In deze fase zal de communicatie richting de grondgebruikers doorgaan. Zij het dat het accent zal liggen op collectieve communicatie (groepsbijeenkomsten, excursies, bijeenkomsten partners in voorbeeldprojecten) en minder op persoonlijke communicatie aan de keukentafel van ondernemers.
5.2 Planning communicatiemiddelen en -activiteiten In het onderstaande overzicht staat een indicatieve planning weergegeven. Daarbij staat per fase aangegeven op welke doelgroep(en) we inzetten en welke communicatiemiddelen we daarbij in stelling willen brengen. Uit dit overzicht blijkt een aantal verschuivingen in de tijd.
Pagina 35 van de 37
Status: definitief Versie: januari 2009
Communicatiedoelgroep Grondeigenaren
Projectpartners
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
Communicatiemiddelen en activiteiten Keukentafelgesprekken Startmailing Mailing naar intermediairs Informatiebijeenkomsten / excursies Nieuwsbrief Persberichten en artikelen Stimuleringskader -update
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
De detailuitwerking van deze grove tijdsplanning wordt gemaakt zo gauw bekend is wanneer het project van start gaat. Daarbij zal rekening worden gehouden met zaken als plantseizoen (communicatiehoogtepunten gelijk laten vallen met de momenten waarop successen kunnen worden getoond) en begrotingscycli van gemeenten en provincie. Dit kan ertoe leiden dat bepaalde activiteiten op een ander moment worden georganiseerd, anders worden ingevuld of komen te vervallen. 5.3 Organisatie Er wordt voorgesteld om een communicatiecoördinator te benoemen. Dit kan eventueel dezelfde persoon zijn als de veldcoördinator, maar ook iemand deskundig op het gebied van communicatie. In dit laatste geval is het van belang dat de communicatiecoördinator zeer nauw zal samenwerken met de veldcoördinator. De communicatiecoördinator (al of niet dezelfde persoon als de veldcoördinator) heeft de volgende taken: - Organisatie inloopbijeenkomsten - Verzorgen mailings, persberichten, input voor artikelen etc. - Verzorgen van digitale nieuwsbrief - Organisatie informatiebijeenkomsten / excursies - Identificeren successen ten behoeve van inzet voor verschillende communicatiemiddelen en -activiteiten De veldcoördinator (al dan niet dezelfde persoon als de communicatiecoördinator) heeft de volgende taken: - Verzorgen maandelijkse Stimuleringskader -update - Keukentafelgesprekken - Geven van voorlichting tijdens bijeenkomsten en excursie - Inhoudelijke input leveren Uiteraard werkt de communicatiecoördinator en de veldcoördinator bij de uitvoering van deze taken ook nauw samen met de communicatiemedewerkers van de partners uit het project. Nadat bekend is wie de rol van communicatiecoördinator zal vervullen kunnen hierover exacte afspraken worden gemaakt (hoe verloopt contact, wie doet wat, et cetera). De communicatiecoördinator legt verantwoording af in de werkgroep Stimuleringskader projectpartners zitting hebben.
Pagina 36 van de 37
waarin de
Status: definitief Versie: januari 2009
Gebiedscontract Midden - Brabant bij het Stimuleringskader Groen Blauwe Diensten Noord-Brabant
6. Kostenindicatie In het onderstaande overzicht staat een indicatief bedrag per communicatiemiddel. Dit is nadrukkelijk een indicatie. Voor een nauwkeurige begroting zijn nadere specificaties nodig zoals aantallen, formaten, invullingen etc. De genoemde indicaties gelden voor de totale doorlooptijd van het gebiedscontract (dus voor 4 jaar). De communicatiecoördinator zal gedurende 4 jaar worden ingezet, waarbij is uitgegaan van maximaal 1 dag per maand. Deze uren zijn verdeeld over de onderstaande activiteiten. Communicatiemiddel / -activiteit
Arbeid
Totaal
€ 1.000
Overige kosten € 2.000,-
Mailing naar intermediairs grondeigenaren (minimaal 2 keer in 4 jaar) Informatiebijeenkomsten/excursies (minimaal 2 keer per jaar) Digitale nieuwsbrief Inzet communicatiemiddelen gemeenten + provincie (coördinatie hiervan) Persberichten + artikelen t.b.v. free publicity (minimaal 3 á 4 per jaar) Afstemming communicatiewerkzaamheden met veldcoördinator (om tot optimale inzet middelen te komen en maatwerk te kunnen verrichten) Totaal (excl. BTW)
€ 3.000
€ 2.000,-
€4.500,-
€10.000 € 2.000
€ 5.000 € 750
€15.000 € 2.500.-
€ 7.500
€ 730,=
€ 8.000,=
€ 27.500,=
€10.480,=
€ 37.980,=
Optioneel Projectwebsite Projectkalender (4 per jaar)
€ 2.000 € 1.500
€ 5.000
€ 7.000 €1.500,=
€ 4.000
€ 3.000,-
€ 4.000
De kosten voor de communicatietaken van de veldcoördinator: • Stimuleringskader -update projectpartners (maandelijks) • Keukentafelbesprekingen • Presenteren Stimuleringskader op bijeenkomsten zijn niet opgenomen in deze begroting. Deze vallen onder de reguliere taken van de veldcoördinator. Voor de veldcoördinator is een budget gereserveerd van circa 10% van het totaal beschikbare budget. Hieruit dienen bovengenoemde taken uit gefinancierd te worden.
Pagina 37 van de 37
Verklaring:
GEBIEDSCONTRACT 2009 - 2012
Fijne Dooradering
HEUSDEN
.. /II Normale prioriteit .. /I Hoge prioriteit
Oude zandontginning
ke0 /I ke0 /II ke1 /I
Heu-oe1 /II
ke1 /II e0 /II Jonge zandontginning
Heu-oe0 /II
oI0 /I
Heu-ko0 /II
oI0 /II ho0 /I
Heu-ko0 /II
ho0 /II ho1 /I ho1 /II ho2 /I
Heu-ko0 /II
Beekdallandschap
Heu-sl0 /II
bd0 /I bd0 /II Rivierenlandschap
Heu-pl0 /II
oe0 /II oe1 /II
Heu-pl0 /II
ko0 /II sl0 /II Overige gebieden
Heu-pl0 /I
pl0 /I
Heu-oI0 /I
pl0 /II pl /II
Heu-oI0 /I Heu-oI0 /II
Heu-oI0 /II
Vug-ol /I
Hoofdaders Landschapszone Moeraszone
Haa-ho0 /II
Nat kralensnoer Droog kralensnoer
Heu-ke0 /II
Haa-ho0 /II
Vug-ke0 /II
Multifunctionele ader
Overig Ecologische Hoofdstructuur 2006
Haa-ke0 /II
Bebouwing Topografische grens Gemeentegrens Gebiedsgericht Uitvoeringsprogramma voor de gemeenten Heusden, Vught, Haaren, Oisterwijk en Tilburg
Haa-ke0 /II
Til-ke0 /II 'RENSWOUDE- 2009
Haa-ke0 /I
Haa-ke0 /I
Bureau Praedium Marshallweg 5 Postbus 69 5460 AB Veghel T: 0413 385 820 F: 0413 385 829 E:
[email protected]
Schaal: 1: 100 000 Datum: 14 januari 2009
Renswoude Dienstverlening / Advies Raadhuisstraat 1-3 5473 GJ Heeswijk-Dinther T: 0413 293941 E:
[email protected]
0
500
Meters
Topografische ondergrond: 'Top10vector