postbus 150
Stichting Openbaar Onderwijs Jan van Brabant
5700 AD HELMOND tel. 0492-525246 fax 0492-546591 e-mail
[email protected] bankrelatie: NL69 INGB 0686 5972 73 KvK 17147263
BESTUURSVERSLAG 2014
VOORWOORD
Het Jan van Brabant College kiest er bewust voor het jaarverslag niet te verspreiden in een grote, gedrukte en glossy oplage. In een zich steeds verder ontwikkelende digitale wereld is het van belang de ‘nieuwe’ mogelijkheden ten volle te benutten. Duurzaamheid houdt ook in dat waar papier niet nodig is dit ook niet uitgereikt hoeft te worden. Het is wel belangrijk dat onze omgeving, ouders, leerlingen, personeel, overheden, instanties en ook bedrijven kunnen lezen hoe het Jan van Brabant College er voor staat op o.a. financieel, onderwijskundig en personeel gebied. Resultaten en kwaliteit tellen steeds zwaarder in onze huidige maatschappij waar sociale media, online kennisnetwerken en digitale media een steeds grotere rol spelen.
Dit bestuursverslag biedt een terugkijk op 2014 en daarnaast, in de continuïteitsparagraaf, een doorkijk en risicoanalyse t/m 2017. Via de website www.janvanbrabant.nl is dit verslag voor alle geïnteresseerden in te zien. Op de website kunt u ook kennisnemen van de schoolgidsen, schoolplannen en het strategisch beleid.
Voor meer algemene, onderwijs-gerelateerde achtergrondinformatie t.a.v. het Jan van Brabant College verwijs ik u naar www.onderwijsinspectie.nl en www.scholenopdekaart.nl. Ik wens u veel leesplezier toe. Lambèrt van Genugten voorzitter college van bestuur
[email protected]
Stichting Openbaar Onderwijs Jan van Brabant
blad 2
Algemene informatie Inleiding Voor u ligt het onderdeel bestuursverslag 2014, onderdeel van het Jaarverslag en de financiële jaarrekening 2014, waarin de inzet in het jaar 2014 wordt gepresenteerd. Vorm en inhoud van het gehele jaarverslag zijn conform de landelijke criteria, het voorliggende bestuursverslag zal na definitieve vaststelling op de website www.janvanbrabant.nl voor alle geïnteresseerde partijen zijn in te zien zijn. Het is een instrument in de horizontale verantwoording. Het bestuur van de Stichting Openbaar Onderwijs Jan van Brabant vindt het belangrijk dat er een goede communicatie is met allen die met het Jan van Brabant College verbonden zijn. Een goede relatie met onze stakeholders, in het bijzonder personeelsleden, leerlingen, ouders, de gemeente, zakelijke relaties en de directe omgeving is van groot belang. Het Jan van Brabant College kijkt terug op 2014 als een jaar waarin bij de afdelingen goede eindexamenresultaten werden geboekt: afdeling VWO 92%, afdeling HAVO 94%, afdeling MAVO Molenstraat 92% en afdeling MAVO Deltaweg 95%. Op de afdeling tweetalig VWO, met in 2014 de eerste lichting eindexamenkandidaten, slaagde zelfs 100 %. Anders dan verwacht werd de vestiging Molenstraat in 2014 geconfronteerd met een tegenvallend aantal aanmeldingen. De vestiging Deltaweg daarentegen kende een boven verwachting mooie aanmelding. De resultante is een stabilisatie in de omvang van het totale leerlingenbestand. In de meerjarendoorkijk en risicoanalyse zult u lezen dat bij ongewijzigd beleid het Jan van Brabant College in zwaar weer terecht kan komen. Vanaf 2015 zal er een grote uitstroom plaatsvinden, die naar het zich nu laat aanzien niet gecompenseerd zal worden door het huidige niveau van nieuwe aanmeldingen. Daarop anticiperend zijn ingrijpende maatregelen genomen die er in ieder geval toe geleid hebben dat er geen gedwongen ontslagen hoefden plaats te vinden. Dit betekent echter ook in dat het Jan van Brabant College zeer terughoudend is bij het aangaan van structurele personele verplichtingen, zeker waar ook minder risicovolle opties bestaan. Toch zullen we, van risicomijdend naar verantwoord risicozoekend beleid gaande, onze positie in Helmond op niveau moeten zien te houden. De financiën zijn in deze periode van crisis, bezuinigingen, ombuigingen en eisen m.b.t. resultaten en opbrengsten gelukkig goed op orde. Met betrekking tot onze bestaande gebouwen zijn bijna alle geplande renovaties doorgevoerd op een bij de actuele onderwijskundige ontwikkelingen passende wijze. Het ministerie van OC& W heeft eind 2014 de procedure gestart om de ‘slapende’ licentie “theoretische leerweg van het Jan van Brabant College, nevenvestiging De Groene Campus” in te trekken. Dit zal begin 2015 geëffectueerd worden. Het Jan van Brabant College heeft echter een overeenkomst met De Groene Campus op basis waarvan het Jan van Brabant College tot 2026 breed gebruik kan maken van de faciliteiten van De Groene Campus. Het Jan van Brabant college Molenstraat maakt nog gebruik van de sportvoorzieningen van Fitland Suytkade, i.p.v. de Citysporthal in het centrum. Fitland is fysiek verbonden met De Groene Campus. Eind 2014 zijn het Jan van Brabant College samen met OMO SG Helmond gesprekken gestart met het bestuur van Helicon Opleidingen om tot afkoop te komen van de huur m.b.t. huisvesting in De Groene Campus te komen. Wilt u meer weten over de opbrengsten c.q. onderwijsprestaties en wat de Inspectie van het Onderwijs van het Jan van Brabant College vindt, zie dan de opbrengsten en inspectieverslagen op www.onderwijsinspectie.nl met de volgende BRIN nummers: 00NE Jan van Brabant College vestiging Deltaweg, Jan van Brabant College nevenvestiging Wethouder Ebbenlaan 00NE nr. 02 en 14LF Jan van Brabant College vestiging Molenstraat en de www.scholenopdekaart.nl.
Stichting Openbaar Onderwijs Jan van Brabant
blad 3
Missie, kernactiviteiten en burgerschap De Stichting is verantwoordelijk voor het openbaar voortgezet onderwijs in de gemeente Helmond en de directe regio. Wij stellen ons ten doel het openbaar onderwijs te bevorderen voor een zo breed mogelijke doelgroep, daarbij strevend naar kwaliteit. T.a.v. de interne en externe kwaliteitszorg participeert het Jan van Brabant College in een auditproject binnen het Onafhankelijk Regionaal Interscholair Onderwijs Netwerk (ORION) en is het Jan van Brabant College ‘te volgen’ op www.onderwijsopdekaart.nl: de horizontale verantwoording wordt daar langs digitale weg ontsloten. Het Europees Platform is de instantie die de audits en de visitaties verzorgt bij de TTO afdelingen van het Jan van Brabant College. Het Jan van Brabant College gaat zorgvuldig om met klachten van leerlingen, ouders en personeelsleden en heeft daarvoor o.a. vijf interne en één externe vertrouwenspersonen aangesteld. Daarnaast is het Jan van Brabant College aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie voor het Openbaar Onderwijs. De LKC is te bereiken bij de Stichting Onderwijsgeschillen in Utrecht, www.onderwijsgeschillen.nl . Op ORION niveau is een regionale klachtencommissie ingesteld. Jan van Brabant College valt als openbaar onderwijs onder bestuurs- en ambtenarenrecht. Derhalve is het Jan van Brabant college nog niet aangesloten bij de regionale klachtencommissie van ORION. Het Jan van Brabant College staat voor kwalitatief goed onderwijs op openbare grondslag met respect voor algemeen geaccepteerde waarden en normen in een veilig en pedagogisch verantwoord klimaat. Met leerlinggericht onderwijs en leerlinggerichte begeleiding krijgen leerlingen kansen een diploma te halen dat past bij hun mogelijkheden en waarmee ze goed toegerust zijn voor het vervolgonderwijs. Mede in het kader van burgerschapsvorming participeert het Jan van Brabant College in het platform sociale cohesie met als doel bevordering van integratie waar nodig en preventief om problemen te voorkomen. Hierin hebben naast de gemeente zitting het onderwijs, politie, maatschappelijk werk en de besturen van moskeeën. Het Jan van Brabant College neemt de maatschappelijke verantwoording die door de omgeving, stakeholders zoals de wijken, aan het Jan van Brabant gevraagd wordt zeer serieus. Burgerschap en sociale integratie staan hoog in het vaandel van het Jan van Brabant College. De scholen Onder de Stichting Openbaar Onderwijs Jan van Brabant ressorteren twee zelfstandige scholen die samen het Jan van Brabant College vormen. Op 1 oktober 2014 telden deze beide scholen samen 1821 leerlingen. Het Jan van Brabant College vestiging Molenstraat is een scholengemeenschap voor MAVO/VMBO-T, HAVO, VWO en Tweetalig VWO (en Tweetalig Havo per 1 augustus 2012) met 1175 leerlingen per 1 oktober 2014. Het Jan van Brabant College vestiging Deltaweg is een categoriale MAVO/VMBO-T, GL, LWOO (Leerweg ondersteunend Onderwijs), EOA (Eerste Opvang Anderstaligen) met per 1 oktober 2014 574 leerlingen op de vestiging Deltaweg en 72 leerlingen op de nevenvestiging Wethouder Ebbenlaan (De Cajuit). De eindverantwoordelijkheid voor het Jan van Brabant College ligt bij het College van Bestuur. Elk van de afzonderlijke scholen wordt geleid door een vestigingsdirecteur, ondersteund door afdelingsleiders. Passend Onderwijs Als een van de drie in Nederland is het SWV VO/VVO Helmond-Peelland per 1 augustus 2013 een pilot gestart om uitvoering te geven aan de Wet op Passend. Op gemeentelijk niveau, maar ook in de regio, dient er een goede afstemming te komen tussen primair onderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs en moeten ook goede afspraken gemaakt worden om verantwoord invulling te kunnen gaan geven aan de opdracht om kinderen op realistische afstand van huis passend onderwijs en zorg binnen het onderwijs te kunnen bieden.
Stichting Openbaar Onderwijs Jan van Brabant
blad 4
Onder de paraplu van het SWV VO/VSO Helmond-Peelland en het SWV VO/VSO Eindhoven-De Kempen en met o.a. de gemeenten Eindhoven en Helmond zijn afspraken met betrekking tot het terugdringen van voortijdig schoolverlaten vastgelegd in een convenant. Interessant is te zien hoe de ontwikkelingen gekoppeld aan de in-te-voeren wet Passend Onderwijs, waarbij de Leerlinggebonden financiering (voorheen LGF-financiering/rugzakjes) rechtstreeks naar het samenwerkingsverband gaat, zich verhouden met de dagelijkse intensieve zorgpraktijken c.q. ondersteuningspraktijken van de afzonderlijke scholen en hun onderwijsondersteunings (zorg)profielen. Bestuursakkoord en Nationaal Onderwijsakkoord De VO-raad, de werkgeversvereniging van het Voortgezet Onderwijs, is een werkgeversvereniging die zorgt voor een collectieve belangenbehartiging op het gebied van arbeidsvoorwaarden en de daaraan gerelateerde bekostigingsaspecten. OC&W en de VO-raad zijn een Nationaal Onderwijs Akkoord (NOA) overeengekomen als vervolg op het Bestuursakkoord VO 2012-2015. De gemaakte afspraken sluiten aan bij kwaliteitsverbetering en professionalisering en het verbeteren van de prestaties van leerlingen. Enkele afspraken uit het akkoord zijn: -
-
-
Leerlingen behalen goede prestaties op de kernvakken Nederlands, Engels en Wiskunde en worden breed gevormd. De leerprestaties van alle leerlingen dienen bij deze vakken aantoonbaar te verbeteren. Scholen werken systematisch aan het maximaliseren van prestaties van leerlingen, dat wil zeggen opbrengstgericht. De school evalueert jaarlijks de kwaliteit van haar opbrengsten. De school evalueert regelmatig ook het onderwijsproces. Leraren signaleren verschillen tussen leerlingen- niet alleen de gemiddelde leerlingen, maar ook cognitief zwakkere en sterkere leerlingen – en gaan hier op een adequate wijze mee om. Op scholen is sprake van een ambitieuze leercultuur waar excellentie wordt gestimuleerd en hoogbegaafdheid wordt ondersteund. Op scholen is sprake van een lerende cultuur waarin het niet alleen draait om het leren van leerlingen, maar ook om het leren van docenten en schoolleiders (professionalisering). Goed HRM (Human Resource Management) is daarvoor een voorwaarde. Zie hiervoor o.a. actieplan ‘Leraar 2020 – een krachtig beroep!’.
De plannen met betrekking tot deze akkoorden worden verder uitgewerkt in de formatieplannen op vestigingsniveau. De plannen mogen niet leiden tot risicovolle, structurele verplichtingen, maar wel tot een aanzienlijke en schoolbrede kwaliteitsverbetering. Interne overlegstructuren, netwerken, samenwerkingsstructuren, verenigingen Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad bestaande uit 9 personen, verdeeld over de beide vestigingen. Twee Medezeggenschapsraden, voor elke afzonderlijke vestigingen een, met een verschillend aantal leden, gekozen na twee/driejaarlijkse verkiezingen. Platform ORION (Onafhankelijk Interscholair Onderwijs Netwerk); website www.orionscholen.nl Samenwerkingsverband Zorg VO/VSO Helmond-Peelland; website www.swv-peelland.nl Overleg structuur Stedelijk Overleg Voortgezet Onderwijs (SOVOH) van OMO SG Helmond, Jan van Brabant College en Praktijkschool Helmond. Stichting Overleg Helmondse Schoolbesturen (OHS), een overlegorgaan van het Helmondse basisonderwijs, speciaal (voortgezet) onderwijs en het voortgezet onderwijs, www.ohs-helmond.nl OOGO Op Overeenstemming Gericht Overleg tussen gemeente Helmond en het onderwijsveld. OOGO Op Overeenstemming Gericht Overleg tussen de gemeenten Peel 6.1 en de samenwerkingsverbanden PO en VO/VSO Helmond-Peelland. VOS/ABB Vereniging voor Openbaar en Algemeen Toegankelijk Onderwijs; website www.vosabb.nl . VO-raad is een vereniging van schoolbesturen en ruim 600 scholen in het voortgezet onderwijs en is werkgeversvereniging (voert overleg met werknemersorganisaties over de arbeidsvoorwaarden); www.-vo-raad.nl.
Stichting Openbaar Onderwijs Jan van Brabant
1.
blad 5
Raad van Toezicht
De instandhouding van de openbare scholen voor voortgezet onderwijs is in Helmond met ingang van 1 augustus 2002 opgedragen aan de Stichting Openbaar Onderwijs Jan van Brabant. De Stichting heeft haar zetel in de gemeente Helmond. De Stichting heeft als doel het geven van openbaar onderwijs aan de scholen die onder haar gezag (zullen) vallen, met inachtneming van artikel 42 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs. De Stichting is opgericht voor onbepaalde tijd. De Stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nr. 17147263. Sinds 1 augustus 2002 is er geen rechtstreekse relatie meer met de gemeente. Het bestuur van de Stichting Openbaar Onderwijs Jan van Brabant heeft per 1 januari 2011 het toen vigerende bestuursmodel omgezet in een model Raad van Toezicht (RvT) en College van Bestuur (CvB), dit in verband met de wet ‘goed onderwijs, goed bestuur’, die in werking is getreden op 1 augustus 2010. Deze wet verplicht de besturen om een scheiding aan te brengen tussen bestuur en toezicht. • De Stichting Openbaar Onderwijs Jan van Brabant kent per 1 januari 2011 een RvT en een CvB. De RvT bestaat uit minimaal drie en maximaal zeven leden, op 1 januari 2015 vijf leden, doch altijd een oneven aantal. De leden van de Raad van Toezicht worden benoemd door de gemeenteraad van Helmond en wel als volgt (bij maximaal vijf leden): maximaal twee leden worden benoemd op bindende voordracht van de oudergeleding van de GMR; de gehele GMR wordt in de gelegenheid gesteld tot het doen van een bindende voordracht van een lid; maximaal twee leden worden benoemd op bindende voordracht van de RvT. De leden van het CvB worden benoemd door de RvT. Het CvB kan bestaan uit maximaal drie leden. De RvT stelt het aantal leden vast. De RvT heeft het aantal leden van het CvB bepaald op één lid. De keuze voor een eenhoofdig CvB is mede ingegeven door de omvang van het Jan van Brabant College. Het CvB en de beide vestigingsdirecteuren vormen samen het directieteam. Taken van de Raad van Toezicht De Raad van Toezicht heeft de volgende taken: Goedkeuring van het strategisch beleidsplan Jan van Brabant College, de begroting en het rapport betreffende het jaarverslag van de Stichting Openbaar Onderwijs Jan van Brabant dat bestaat uit de financiële jaarrekening en het bestuursverslag. Toezicht op het naleven van ‘goed onderwijs, goed bestuur’ De RvT legt in het jaarverslag van de Stichting Openbaar Onderwijs Jan van Brabant verantwoording af van zijn toezichtstaak De RvT is de formele werkgever van het CvB. Binnen de voor de stichting geldende statuten en reglementen vormt het CvB het bevoegd gezag van de stichting, zoals bedoeld in de onderwijswetgeving. De verhouding tussen RvT en CvB wordt geregeld in de statuten. De verhouding tussen CvB en vestigingsdirecteuren evenals (op hoofdlijnen) tussen de vestigingsdirecteuren en het middenmanagement worden geregeld in het managementstatuut. De medezeggenschap is geregeld in de desbetreffende medezeggenschapsreglementen. De huidige RvT telt vijf leden. Zij houdt toezicht op de bestuurder, toetst belangrijke beleidsbeslissingen, moet goedkeuring verlenen aan begroting en jaarrekening en vraagt achteraf om rekening en verantwoording. De raad van toezicht kent een rooster van aftreden. Om de taken optimaal uit te oefenen heeft de RvT een aparte auditcommissie ingesteld die zich richt op belangrijke kwaliteitsindicatoren zoals financiën, onderwijs (kwaliteit, resultaten en opbrengsten), personeel en organisatie. De auditcommissie vergadert om de drie maanden met o.a. de bespreking van de financiële maraps (managementrapportages), KPI (Kritieke Prestatie Indicatoren) modellen, concept begrotingen, begrotingswijzigingen, concept bestuursverslag, concept-financiële jaarrekening, bouw- en
Stichting Openbaar Onderwijs Jan van Brabant
blad 6
beheerszaken. De RvT kent ook een uit twee personen bestaande remuneratiecommissie die de werkgeversrol in relatie tot het CvB invult en de zelfevaluatie organiseert en een agendacommissie verantwoordelijk voor de planning en invulling van de vergaderingen RvT. De remuneratiecommissie houdt de planningsgesprekken, functionerings- en beoordelingsgesprekken, mede naar aanleiding van de KPI’s, met het College van Bestuur. De RvT heeft in 2014 zesmaal vergaderd, evenals de agendacommissie. De agendacommissie komt twee weken voor de reguliere vergaderingen RvT bij elkaar om de agenda voor te bereiden. De auditcommissie is vijf keer bij elkaar gekomen en de remuneratiecommissie heeft twee bijeenkomsten belegd. In de vergaderingen en bijeenkomsten van de RvT is invulling gegeven aan bovengenoemde taken en taken vermeld in de statuten. Aandacht is besteed aan de relatie met de stakeholders en de zelfevaluatie RvT. In de vergaderingen van de RvT worden er regelmatig thema’s behandeld zoals Passend Onderwijs, de verhouding RvT en CvB, actuele onderwijsprocessen, innovaties in onderwijs, toekomstige ontwikkelingen m.b.t. het Jan van Brabant College, strategisch beleid, imago, kwaliteit etc. De RvT laat zich elk jaar op de hoogte stellen van o.a. de aanmeldingen in maart en ook van de aanmeldingen bij de andere VO-scholen in de regio. Dit zelfde geldt ook voor de eindexamenresultaten. Verder worden de analyses m.b.t. deze aanmeldingen uitvoerig besproken. De vestigingsdirecteuren worden jaarlijks uitgenodigd om een kijk in hun school te geven. Hierbij wordt gebruik gemaakt van ‘Onderwijs op de Kaart’ (voorheen Vensters voor Verantwoording), een instrument waarin de kwaliteitsgegevens zoals resultaten doorstroomgegevens, tevredenheid ouders in een oogopslag te zien zijn. De RvT bespreekt in zijn vergaderingen ook de actuele bevindingen, verslagen en arrangementen van de Inspectie van het Onderwijs m.b.t. de twee vestigingen en nevenvestiging van het Jan van Brabant College. 2.
Financiële situatie op 31 december 2014
Analyse verschil begroot-werkelijk verslagjaar 2014 Het begrote exploitatieresultaat voor het verslagjaar 2014 was – € 85.000,- (negatief). Het werkelijke resultaat over deze periode bedraagt + € 170.000,De belangrijkste oorzaken voor dit resultaat zijn de extra baten bij de verkoop van de financiële activa van € 43.000, de subsidies van het samenwerkingsverband ad € 175.000, die niet waren begroot, en de meevallende energie lasten. Opgemerkt dient te worden dat het Jan van Brabant College onder meer onderwijs verzorgt in twee monumentale panden uit respectievelijk 1867 en 1902. Qua onderhoud zijn deze gebouwen onevenredig duur, wat niet overeenkomt met inkomsten aan de materiële kant. De inkomsten aan de materiële kant dalen bij een afname van het leerlingenaantal. Echter, de verplichtingen qua gebouwen, onderhoud, energie, schoonmaak zijn vaak gebaseerd op lange termijn contracten. 3.1 Ratio's Liquiditeit: In 2014 bedroeg het kengetal liquiditeit (CFI) van het bestuur 3,76. In 2013 was dit 4,23. De liquiditeit geeft de mate aan waarin het bestuur in staat is op korte termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. De liquiditeitspositie geeft de toestand op 31 december 2014 weer; er is dus sprake van een momentopname. Voor een goede liquiditeit moet dit getal altijd boven de 1,00 liggen omdat er geen andere activa zijn die op korte termijn in contanten kunnen worden omgezet. Op grond van dit uitgangspunt is in de situatie Stichting Openbaar Onderwijs Jan van Brabant sprake van ruim voldoende liquiditeit. Solvabiliteit: Bij solvabiliteit gaat het erom in hoeverre een bestuur op langere termijn, ook in tijden van tegenspoed, aan haar verplichtingen kan voldoen. Er wordt dan gekeken in welke mate tegenover alle bezittingen van de stichting schulden staan. Dit is solvabiliteit 1. In 2013 bedroeg de solvabiliteit 1 van het bestuur exclusief voorzieningen 69 % en in 2014 70 %. De solvabiliteit is goed (bedrijfseconomische norm is minimaal 50 %)
Stichting Openbaar Onderwijs Jan van Brabant
blad 7
Rentabiliteit De rentabiliteit geeft aan hoe effectief met de opbrengsten wordt omgegaan. Bij dit kengetal wordt gekeken naar de verhouding tussen het resultaat uit de gewone bedrijfsvoering en de totale opbrengsten. Rentabiliteit was in 2013 4,53 en in 2014 1,37. Bij rentabiliteit kijkt men vooral in welke mate baten en lasten van de stichting met elkaar in evenwicht zijn. Kapitalisatiefactor (weerstandvermogen) Het kengetal weerstandsvermogen is op advies van de commissie Don vervangen door de term kapitalisatiefactor. Vanaf 2010 wordt ook rekening gehouden met de grootte van de instellingen, tot uitdrukking gebracht door de hoogte van het totale jaarbudget dat het bevoegd gezag ter beschikking staat. Het Jan van Brabant College behoort met ca. € 12.107.000,- ‘omzet’. nog net tot de categorie grotere instellingen/besturen. De grens is € 12.000.000 ! De kapitalisatiefactor geeft aan hoe de beschikbare reserves zich verhouden tot de exploitatie. Reserves aanhouden om onvoorziene zaken m.b.t. huisvesting en personeel te kunnen opvangen en tegelijkertijd reserves aanhouden om beleid richting toekomst aan te kunnen. Wellicht nog belangrijker is het vroegtijdig kunnen anticiperen op krimp/groei van het leerlingenaantal. Met de kapitalisatiefactor kan bekeken worden wat de verhouding is tussen het eigen vermogen en de totale baten en in hoeverre een bestuur zich een tekort kan permitteren in relatie tot de opgebouwde reserves. De kapitalisatiefactor wordt dus gehanteerd om te signaleren of een onderwijsinstelling zijn kapitaal al dan niet efficiënt benut. Hier wordt het totaal vermogen afgezet tegen de totale lasten. Voor 2013 geeft dit een kengetal van 52 % en voor 2014 geeft dit een kengetal van 54 %. Personeelslasten afgezet tegen de totale lasten geeft voor 2013 een kengetal van 78,69 % en voor 2014 79 %. De materiële lasten afgezet tegen de totale lasten geeft voor 2013 een getal van 21,31 % en voor 2014 21%. 3.2 Voorzieningen Het Jan van Brabant College heeft een tweetal voorzieningen: onderhoud en jubilea. De onderhoudsvoorziening beoogt een kostenegalisatie voor de uitgaven van groot planmatig onderhoud aan. Uit de voorziening jubilea wordt de betreffende gratificatie uitgekeerd bij jubilea. 3.3 Treasury management Op 14 mei 2003 heeft het bestuur een treasury statuut vastgesteld. Het treasury-beleid past binnen de kaders van de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen houdende regels over het beleggen en beheren van publieke middelen. Bij het aantrekken en uitzetten van alle benodigde dan wel overtollige middelen wordt gehandeld in overeenstemming met de in deze regeling gestelde verplichtingen. Dit treasury statuut is medio april 2007 opnieuw vastgesteld. Er mag op geen enkele wijze risicovol belegd worden. Het bestuur heeft als beleid dat de opbrengsten van de uitstaande beleggingen op de vervaldatum, minimaal de nominale waarde bedragen. De inleg van de beleggingen en obligaties dient gegarandeerd te zijn. Wilt u zich verdiepen in de financiële achtergronden en die vergelijken met andere scholen dan kunt u terecht bij www.minocw.nl / www.duo.nl www.scholenopdekaart..nl 3.4
Continuïteitsparagraaf
Kengetallen Jan van Brabant College breed
Kengetal (stand 31/12) Personele bezetting in FTE - Management / Directie - Onderwijzend Personeel - Overige medewerkers Leerlingaantallen
2014 9,8 102,12 23,7 1821
2015 * 9,8 100 23,7 1720
2016 * 9,8 100 23,7 1700
2017 * 9,8 100 23,7 1610 * prognose
Stichting Openbaar Onderwijs Jan van Brabant
blad 8
Balans Activa VASTE ACTIVA Immateriële VA Materiële VA Financiële VA TOTAAL VASTE ACTIVA
2015 *
2016 *
2017 *
1.424.846
1.358.045
1.301.886
1.210.918
1.424.846
1.358.045
1.301.886
1.210.918
VLOTTENDE ACTIVA
6.255.416
6.188.824
5.385.033
4.488.609
TOTAAL ACTIVA
7.680.262
7.546.869
6.686.919
5.699.527
5.377.009
5.310.008
4.467.776
3.479.120
720.592
654.200
636.482
637.746
1.582.661
1.582.661
1.582.661
1.582.661
7.680.262
7.546.869
6.686.919
5.699.527 * prognose
2014 12.079.894
2015 * 12.377.300
2016 * 11.897.465
2017 * 11.897.289
28.100
30.000
30.000
30.000
350.035 12.458.029
165.000 12.572.300
165.000 12.092.465
165.000 12.092.289
PASSIVA EIGEN VERMOGEN Algemene reserve Bestemmingsreserve publiek Bestemmingsreserve privaat Bestemmingsfonds publiek Bestemmingsfonds privaat VOORZIENINGEN LANGLOPENDESCHULDEN KORTLOPENDESCHULDEN TOTAAL PASSIVA
2014
Staat / Raming van Baten en Lasten BATEN Rijksbijdrage Overige overheidsbijdragen en subsidies College-, cursus- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten TOTAAL BATEN
Stichting Openbaar Onderwijs Jan van Brabant
LASTEN Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten TOTAAL LASTEN
blad 9
2014 9.803.812 260.914 858.501 1.485.668 12.408.895
2015 * 10.076.000 281.800 875.500 1.453.500 12.686.800
2016 * 10.417.782 271.159 890.500 1.389.256 12.968.697
2017 * 10.553.000 305.968 890.500 1.384.477 13.133.945
49.134
-114.500
-876.232
-1.041.656
Saldo financiële bedrijfsvoering
121.614
47.500
34.000
53.000
Saldo buitengewone baten en lasten TOTAAL RESULTAAT
170.748
-67.000
-842.232
-988.656
0
0
0
0
Saldo Baten en lasten
Incidentele baten en lasten in totaal resultaat
* prognose Op basis van bovenstaande kengetallen, baten en lasten gebaseerd op prognoses met betrekking tot de afname van het leerlingenaantal wordt in de continuïteitsparagraaf verder in gegaan wat hiervan de consequenties kunnen en wat mogelijke maatregelen zouden kunnen zijn. ‘In control’ is een actueel onderwerp voor raden van toezicht en besturen in het onderwijs. In de nu volgende risicoanalyse wordt ingegaan op het financiële beleid en de verwachte effecten daarvan in de jaren volgend op het verslagjaar 2014. Daarbij wordt toegelicht waarom het bestuur een aanzienlijke financiële buffer noodzakelijk en gerechtvaardigd acht. De Raad van Toezicht heeft uit zijn midden een auditcommissie ingesteld die vooraf over o.a. jaarbegroting, management rapportages (maraps), meerjarenbegroting, concept jaarverslag, risicoanalyses, begrotingswijzigingen, eventuele beleggingen, grote structurele en incidentele investeringen in o.a. gebouwen, beheer en infra structuur (waaronder ict). De auditcommissie wordt altijd om advies gevraagd over de maraps, begrotingen, jaarverslag en risicoanalyses. De beleidsvraagstukken met een financiële paragraaf worden daarom altijd voorzien van een advies ten behoeve van de Raad van Toezicht. De terugloop van het leerlingenaantal en de daaraan gerelateerde afname van inkomsten was en is regelmatig agendaonderwerp in de Raad van Toezicht. De maatregelen, hieronder verder beschreven, hebben de instemming van de Raad van Toezicht. Het gemiddelde aantal basisschoolleerlingen per leerjaar in Helmond daalt gestaag van 1286 leerlingen in 2014 naar 1157 leerlingen in 2029 (bron: Leerlingenprognose 2014-2029 Gemeente Helmond, afdeling onderzoek en statistiek). De laatste jaren blijkt ook een steeds groter aantal leerlingen uit stad voortgezet onderwijs te gaan volgen in de regio bij o.a. een categoriaal gymnasium en vier scholengemeenschappen in een rustige plattelandsomgeving. In de regio Zuidoost Brabant dient, op basis van huidige demografische onderzoeken, terdege rekening gehouden te worden met krimp en daarom ook in onze regionale voedingsgebieden. Uit regionale en landelijke onderzoeken blijkt dat er op niet al te lange termijn een afname van leerlingen te zien is van tussen de 15 % en 30 % (zie bronnen DUO- onderzoek), vooral op het platteland. Als resultante wordt verwacht dat de vraag naar voortgezet onderwijs Helmond ongeveer gelijk zal blijven. Het Jan van Brabant College met zijn twee vestigingen en een nevenvestiging bevindt zich daarbij in een zeer concurrerende omgeving. Binnen een straal van vijf kilometer zijn er drie HAVO/VWO scholen en vijf scholen met o.a. een MAVO/VMBO-T afdeling. Concreet betekent dit voor het Jan van Brabant College dat er per 1 augustus 2015 reeds 130 leerlingen meer uitstromen dan er instromen. Deze terugloop van leerlingen vraagt consistent beleid en als
Stichting Openbaar Onderwijs Jan van Brabant
blad 10
zelfstandig bestuur met een beperkte omvang van nu nog ca. 1.800 leerlingen vraagt dit een financieel standvastig en spaarzaam beleid. Het bestuur heeft daarom nu al bezien hoe hier adequaat en afdoende op geanticipeerd kan worden om ontslagen op termijn te voorkomen. Dit kan o.a. ‘opgevangen’ worden door meer personeelsleden in te huren op uitzendbasis en weloverwogen personeelsleden op payroll-basis in te zetten. Inhuur van personeelsleden (via uitzendbureau of op payroll-basis) en tijdelijke aanstellingen zonder uitzicht op een vaste aanstelling zullen ter overbrugging de continuïteit van het onderwijsproces moeten garanderen. Met de GMR is afgesproken dat er vooralsnog geen sociaal plan opgesteld wordt, omdat op basis van bovenstaande maatregelen, die wel extra kosten met zich brengen en dus interen op de reserves betekenen, verwacht mag worden dat gedwongen ontslagen voorkomen worden. Hierbij dient wel aangetekend te worden dat de leerling prognoses dan wel gehaald dienen te worden. De terugloop van het aantal leerlingen heeft niet alleen gevolgen voor de personele lumpsum (personele inkomsten), maar ook voor de materiële inkomsten (leermiddelen, facilitair, schoonmaak, beheer, onderhoud gebouwen etc.). De materiële inkomsten nemen, naar evenredigheid van het aantal leerlingen af, maar dit geldt zeker niet voor de kostenkant. Daarbij heeft het Jan van Brabant College negen verschillende gebouwen voor twee scholen en een nevenvestiging eerste opvang anderstaligen. Een rijksmonument uit 1867 en een voormalige kerk uit 1902 vragen extra investeringen voor onderhoud en beheer. De door de overheid gestelde marges met betrekking tot het weerstandsvermogen bieden voor het Jan van Brabant College nog voldoende ruimte om de krimp en alle daaraan gekoppelde gevolgen op te vangen vanuit de reserves c.q. buffer. In deze context en met genoemd perspectief is de buffer zeer wel verantwoord en noodzakelijk. Vanaf 2018 wordt er stabiliteit in het leerlingentotaal verwacht en rest er een reële buffer.
4.
Leerlingengegevens en opbrengsten 01-10-2013
01-10-2014
564
666
Vestiging Molenstraat
1.239
1.175
Totaal
1.803
1.821
Vestiging Deltaweg
De prognoses uit 2014 en de definitieve telling per 1 oktober 2014 lieten nog een minimale stijging zien die mede verklaard werd uit het kwalitatief en gevarieerd aanbod van het Jan van Brabant College. In 2013 was er al de terugval van ca. 1840 leerlingen (2011) naar 1.799 leerlingen. Een lichtpunt is de stijging van het aantal aanmeldingen voor het Tweetalig Onderwijs (TTO). Een analyse heeft duidelijk gemaakt dat de afname van het leerlingenaanbod in de regio en in bepaalde wijken, wisselende adviezen aan leerlingen groep 8, concurrentie, aanbod, belevingsperikelen, groeipijnen etc. mede oorzaken van deze tegenvallende aanmelding zijn geweest. Een ‘nieuw elan’, ‘met flair en spirit’ opereren, strategisch denken en handelen en kwalitatief goed onderwijs zullen de basis moeten zijn om ons onderwijsmarktaandeel weer op het gewenste niveau te krijgen. Dat de aanmelding effecten heeft op het absolute leerlingaantal en daarmee consequenties voor de formatie op korte termijn en de begrotingen op korte en langere termijn moge duidelijk zijn.
Stichting Openbaar Onderwijs Jan van Brabant
blad 11
Onderstaand treft u een overzicht aan van de definitieve aanmeldingen vanaf 2006: vestiging Molenstraat (gemiddeld 223): 2006: 190 2007: 178 2008: 243 2009: 234 2010: 290 2011: 290 2012: 231 2013: 186 2014: 169
vestiging Deltaweg (gemiddeld 126): 2006: 110 2007: 114 2008: 111 2009: 145 2010: 110 2011: 123 2012: 84 2013: 177 2014: 161
Indien we deze zeer variërende aanmeldingsaantallen van de afgelopen jaren en die van 2015 doortrekken naar de volgende jaren, resulteert dat in de volgende prognose tot 2018. Hierbij dient de kanttekening geplaatst te worden dat de prognoses vaak lager of hoger kunnen uitvallen i.v.m. bijvoorbeeld een extreem hogere of lagere aanmelding. De 4-jaren prognose is dan de volgende: Totaal 1 oktober 2014 1 oktober 2015 1 oktober 2016 1 oktober 2017 1 oktober 2018
Molenstraat 1175 telling 1060 980 960 950
Deltaweg 646 telling 660 720 650 650
Totaal 1821 telling 1720 prognose 1700 1610 1600
De onderwijsprestaties, de in- en doorstoomgegevens en de examenresultaten zijn door de Inspectie voor de vestiging Molenstraat en voor de vestiging Deltaweg als voldoende gewaardeerd. De beide vestigingen voldeden ook aan de gestelde criteria met betrekking tot onderwijstijd. Percentages geslaagden in 2014: Molenstraat VMBO-T 98 % HAVO 94% VWO 92 % (TTO 100 %) Deltaweg VMBO-T 95 % Verdere informatie over onderwijskundige gegevens, zoals in- en doorstoomgegevens, examenresultaten en de opbrengstenkaarten van onze beide scholen kunt u vinden op: www.onderwijsinspectie.nl, www.duo.nl, in de schoolgidsen en op de schoolwebsite www.janvanbrabant.nl. en op www.scholenopdekaart.nl 5.
Personeel
De omvang van het personeelsbestand in bruto-fte's per 31 december 2014: Peildatum 31 december 2014 (excl. ingehuurde krachten en vervangers)
31-12-2013 Voorzitter College van Bestuur Ondersteuning financiën en beheer Ondersteuning P en O Directie Middenmanagement Onderwijzend Personeel Onderwijs Ondersteunend Personeel Totaal
1,00 0,59 1,14 2,00 6,80 99,94 21,64 133,11
31-12-2014 1,00 0,60 1,19 2,00 6,80 102,12 21,90 135,61
Stichting Openbaar Onderwijs Jan van Brabant
blad 12
De leeftijdsopbouw van het personeelsbestand per 31 december 2014 leeftijd 00-24 25-34 35-44 45-54 55-59 60-67 totaal
bovenschools m v
vestigingsdirecteuren m v
1 1 1 1 1 2
1 2
2
afdelingsleiders/OP en OOP m v 2 1 19 26 13 18 13 23 19 11 10 3 76 82
In het verslagjaar 2014 zijn 13 medewerkers uit dienst gegaan. In 2014 zijn in totaal 11 nieuwe medewerkers in dienst getreden. Met extra inspanning zijn wij er in 2014 toch in geslaagd alle openstaande vacatures in te vullen. Het Jan van Brabant College is er zich van bewust dat een duidelijk personeelsbeleid perspectief dient te bieden, maar dat kan soms ook leiden tot vroegtijdig ontslag. Het bestuur is financieel verantwoordelijk voor werkloosheid van haar ex-personeel. Er is een risicoverdeling van de werkloosheidskosten: 75 procent voor het collectieve deel en 25 procent voor rekening van de werkgever. De overheid draagt 2% bij in de lump sum om de vervanging bij ziekte te bekostigen. De ‘25 %-regeling’ zet nog meer druk op de werkgever om proactief te helpen, na ontslag, bij re-integratie naar ander werk.
Verzuimcijfers (excl. zwangerschap) periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014
Man Vrouw Totaal
Verzuimpercentage Deze periode Gemiddeld¹ 2,43 3,00 1,88 3,42 2,19 3,18
Verzuimfrequentie Deze periode Gemiddeld¹ 1,32 1,35 1,76 1,52 1,54 1,43
Gemiddelde verzuimduur Deze periode Gemiddeld¹ 5,79 12,87 10,69 5,19 8,61 9,09
¹ = het 12 maandelijks voortschrijdend gemiddelde, berekend over de 12 maanden voorafgaand aan de opgevraagde periode Verzuimpercentages kort-middellang
Man Vrouw Totaal
kort 0,80 1,27 1,00
Verzuimpercentage middel 0,47 0,25 0,37
Berekeningsgrondslag
Man Vrouw Totaal
Gemiddelde personeelssterkte 76,4 59,3 135,7
lang 1,17 0,36 0,82
Stichting Openbaar Onderwijs Jan van Brabant
6.
blad 13
Toekomstige ontwikkelingen
Ondernemerschap, duurzaamheid, internationalisering, ambitie, gepersonaliseerd werken, innovatie, technologie/bèta, Brainportschool, excellentie, kwaliteit, onderzoekend denken, school als laboratorium, uitdagend leren, diversiteit, differentiatie, cultuur, openheid, benutten onderwijsondersteunend Internet en sociale media en eigenstandigheid vormen een aantal ‘kernwaarden’ waarin het Jan van Brabant zich verder kan onderscheiden en profileren. In de komende tijd zullen wij ons intensief bezighouden met een aantal zaken die hieronder beschreven zijn zoals het uitwerken van het Bestuursakkoord en Nationaal Onderwijs Akkoord VO-raad – OC en W, vertaald naar het Jan van Brabant College. Dit akkoord geldt voor alle scholen voor voortgezet onderwijs in Nederland. De uitwerking van dit akkoord met betrekking tot meer rendement op de kernvakken Nederlands, Engels en Wiskunde, het opbrengstgericht werken, gepersonaliseerd leren, differentiatie, excellentie, rekenen en professionalisering. Voor leerlingen VWO 4, 5 en 6 is er extra geld beschikbaar om de leerprestaties van de 20 % best presterende VWO -leerlingen aantoonbaar te laten stijgen. Dit sluit goed aan bij het stabiliseren en borgen van het programma Hi-level met daarin het project Junior Masterclass (Molenstraat) ten behoeve van onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen in Helmond. De uitdaging kan ook liggen in het bieden van extra vakken zoals Chinese taal en cultuur. De veranderende rol van de leraar staat steeds meer op de landelijke onderwijs agenda. De laatste jaren zijn in hoog tempo kennis- en informatiebronnen door de digitale media ontsloten. Hoe gebruiken we sociale media en hoe hanteren we digitale bronnen binnen het onderwijs? Leerlingen worden steeds vaardiger in het gebruik van de sociale en digitale media. Hoe maken we het onderwijs toekomstbestendig? Hoe bereiden we de leraar hier op voor? Dit houdt in ieder geval in dat de ICT infrastructuur op beide vestigingen, mede in relatie tot het werken met devices, virtualisatie, elektronische leeromgeving en de sociale media, op en top in orde moet zijn. Het ORION ICT beleidskader dient als uitgangspunt voor de visie Jan van Brabant College. Het Jan van Brabant zal zich via pilots (invoer devices) gaan voorbereiden op deze ontwikkelingen. Vakken zoals product ontwerpen en het programma producten en dienstverlening (technologie) bieden veel ruimte om te experimenteren met o.a. 3-D printers. Het Jan van Brabant College zal naast de boeken steeds meer of in de toekomst volledig digitale ‘content’ gaan aanbieden en de sociale media als onderdeel van het onderwijsproces een plaats te geven. 7.
Slot
Op advies van de commissie Don wordt bij de beoordeling van de financiële positie uitgegaan van twee aspecten, namelijk het vermogensbeheer en het budgetbeheer. Bij de beoordeling van het vermogensbeheer gaat het om de vraag of de stichting het beschikbare kapitaal voldoende inzet voor het onderwijs. Bij de beoordeling van het budgetbeheer gaat het om de vraag wat de capaciteit is van de stichting om de risico’s van tegenvallers op korte of middellange termijn op te vangen. Uit deze beoordeling kunnen nog geen definitieve conclusies worden getrokken. Zie schrijven Inspectie van het Onderwijs december 2014 ‘Onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2014 december 2014. De cijfers m.b.t. de kapitalisatiefactor en het weerstandsvermogen zouden op zich voldoende moeten zijn om de ‘lastige jaren’ 2015, 2016 en 2017 goed te kunnen doorstaan. Het Jan van Brabant College staat voor een pittige opgave: enerzijds moeten er ingrijpende maatregelen worden genomen om op lange termijn ook financieel gezond te blijven, anderzijds mag de kwaliteit van het onderwijs niet worden aangetast. Het Jan van Brabant College heeft een rijke historie, kent de eigen kracht en kwaliteit en zal in deze opdracht slagen.
Helmond, juni 2015 Namens de Stichting Openbaar Onderwijs Jan van Brabant
drs. L.M.M. van Genugten voorzitter college van bestuur