1
STENA LINE BV
FEDERATIE VAN WERKNEMERS IN DE ZEEVAART
REGLEMENT
voor dienst aan boord van schepen van STENA LINE BV
Behorende bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor het zeevarend personeel in dienst van Stena Line BV, zoals van kracht sinds 1 mei 2001 tot en met 30 april 2003
Rotterdam, mei 2001
2 INHOUDSOPGAVE Artikel/lid A. Definities - Definities
Bladzijde
1
5
2 3 4 6 7 8 9 10 11 12.1 12.2 13
6 12 32 5 33 33 34 34 34 34 34 34 34
C. Arbeidsvoorwaarden - De aanstelling - Arbeid door officieren te verrichten - Veiligheid van opvarenden, schip en/of lading - Doorlopen van zeewacht c.q. te late aankomst HSS te Hoek van Holland - Indeling van gezellen dek- en machinedienst - Jongens
14 15 16 17 18 19
35 35 35 35 36 36
D. Arbeidstijdenregeling I. ALGEMENE BEPALINGEN - Vaar- en verlofsysteem/deeltijdarbeid - Aanvang arbeidsdag, rusttijden en onderbrekingen - Tijdstip aankomst, respectievelijk vertrek - Algemene bepalingen betreffende overwerk - Vast aantal overuren en bijslag - Geen afzonderlijke betaling toeslaguren e.d. - Bedienden Algemene Dienst woonachtig buiten Nederland - Overwerk en tarieven
20 21 22 23 24 25 26 27
36 38 39 39 39 40 40 40
28
40
29
40
30 31 32 33
41 41 41 42
B. Loonvoorwaarden - Indeling in loongroepen - Gagetabellen/voorindexeringsregeling gageverhoging/comp.bedieningsgeld - Verhoging Stena Line - Diplomaverhogingen - Diensttijdverhogingen - Gage na promotie - Pensioenpremie - Wijziging in de functie-inhoud - Tantièmes, gratificaties - Minimum maandgage koopvaardij - Voeding - Voedingsgeld - Verblijfstoelage
II. BEREKENING EN VERREKENING - Berekening van het overwerk - Verrekening van de gage, het overwerk, de toeslagen enz.
-
III. DIENST IN DE HAVEN OF OP DE REDE (HAVENDIENST) Normale arbeidsduur per etmaal Stille wachten in Nederland en/of in de thuishaven Stille wachten in het buitenland Stand-by blijven in het buitenland
32
3 IV. DIENST OP ZEE EN OP DAGEN VAN AANKOMST EN/OF VERTREK (ZEEDIENST) - Aantal benodigde officieren 34 - Normale arbeidsduur 35
E. Verlof - Vakantietoeslag - Verlof ter compensatie van de zaterdag en zondag - Periodiek verlof - Opbouw verlof tijdens ziekte - Extra verlof ouderen - Algemene bepalingen voor het verlenen van verlof / Afstapdagen Stena Discovery - Kort verzuim - Palliatief verlof
42 42
36 37 38.1a 38.1b 38.2
43 45 45 46 46
39 40 40a
46 47 47
41 42 43 44 45 46 47
47 47 48 48 50 51 51
48 49 50 51 52 53.1 53.2 54 55 56 57 58
51 51 51 52 52 52 52 52 52 53 53 53
59 60
53 53
H. Beëindiging van de individuele arbeidsovereenkomst I. ALGEMENE BEPALINGEN - Schriftelijke opzegging - Ziekte, militaire dienst of andere overheidsdienst - Afrekening - Getuigschrift - Afvloeiingsregeling
61.1 61.2 61.3 61.4 62
54 54 54 54 54
II. OPZEGGING VAN DE INDIVIDUELE ARBEIDSOVEREENKOMST - Opzeggingstermijnen - Pensionering
63 64
54 55
I. Beëindiging der collectieve arbeidsovereenkomst - Beëindiging der CAO
65
55
F. Bepalingen betreffende opleiding en studie - Bijscholing en volgen van cursussen - Opleiding scheepskok - Stagenemers - Studieverlof - Cursus scheepsmanagement - Vaarbevoegdheidsbewijzen - Examenkosten
G. Diverse bepalingen - Veiligheid, gezondheid, hygiëne - Uniformkleding, beschermende kleding - Vergoeding van reiskosten in Nederland - Spaarloonregeling - Conduiterapport - Kosten keuringen - Dag van medische keuring - Verzekering bagage - Bijdrage ziektekostenverzekering - Verlof bij ziekte enz. naaste verwanten - Doorbetaling gage tijdens het 1 e jaar van ziekte - WAO-uitkering, garantie - Wet Arbeid Gehandicapte Werknemers en terugdringen arbeidsongeschiktheidsvolume - Molestregeling
Bijlage I.
4 UITWERKING VAN DE NADERE OVEREENKOMSTEN INZAKE OPLEIDING STUDIE EN INRICHTING VAN DE RANGLIJSTEN
Bijlage II. OVERIGE BEPALINGEN - Regeling Arbeidsvoorziening Zeescheepvaart - Fusiegedragsregels - Aanbeveling betreffende het doen volgen van een brandweercursus - Aanbeveling inzake achtergebleven bezittingen
56
58
Bijlage III PROTOCOL VAN AFSPRAKEN M.B.T. NEDERLANDSE BEMANNING VERSUS ENGELSE BEMANNING
59
REGISTER
60
5 REGLEMENT voor de dienst aan boord van schepen van STENA LINE HOLLAND BV behorende bij de collectieve arbeidsovereenkomst zoals van kracht sinds 1 mei 2001. A. DEFINITIES. Artikel 1 1. a. Onder "schepelingen" wordt in dit reglement verstaan: de onder b bedoelde scheepsgezellen en de onder c bedoelde scheepsofficieren. b. Onder "scheepsgezellen", hierna te noemen “gezellen” , wordt in dit reglement verstaan: de functionarissen zoals vermeld in het functie-indelingsschema voor gezellen in de artikelen 2 onder a en 2A onder a. c. Onder "scheepsofficieren", hierna te noemen "officieren", wordt in dit reglement verstaan de functionarissen zoals vermeld in het functie-indelings schema voor officieren in de artikelen 2 onder b en 2A onder b. 2. Onder OBS wordt verstaan : On Board Services. Tot de OBS behoren de scheepsgezellen catering, shop en receptie, alsmede de managers OBS. 3. Onder "zondagen" worden mede begrepen de feestdagen, t.w. Nieuwjaarsdag, 2e Paasdag, Hemelvaartsdag, 2e Pinksterdag, Koninginnedag, de Nationale Feestdag (5 mei) en de kerstdagen. 4. Onder "maandgage" wordt verstaan: de in artikel 3 bedoelde gage. 5. Onder "daggage" wordt verstaan 1/365 x 12 x de maandgage. 6. Onder "voedinggeld per maand" wordt verstaan: 30 x het in artikel 12 genoemde voedinggeld voor een dag. 7. Onder "uurverdienste" wordt tot 1 januari 2002 verstaan: 1/197 x (de maandgage + het voedinggeld per maand + verhoging Stena Line). Vanaf 1 januari 2002 wordt hieronder verstaan: 1/197 x (de maandgage + het voedinggeld per maand). 8. Onder "etmaal" wordt verstaan : een periode van middernacht tot de volgende middernacht. 9. Onder "werk nodig voor een geregelde gang van zaken en veiligheid aan boord" wordt verstaan: - werk nodig om het schip als woon- en verblijfplaats van de bemanning en passagiers in goede orde te houden, de voedselvoorziening te verzekeren en storingen in de daarvoor aanwezige installaties te verhelpen (niet het uitvoeren van reparaties); - testen en controleren van de voorzieningen t.b.v. de veiligheid van opvarenden en/of schip; - controleren vrije doorgang vluchtroute; - het peilen van tanks anders dan voor laden en lossen of bunkeren; - het uitbrengen van de normale dagelijkse rapporten. 10. Onder "stille wacht in Nederland" wordt verstaan: het in opdracht in een Nederlandse haven aan boord blijven om - ongeacht of al dan niet daadwerkelijk dienst wordt gedaan - ter beschikking te zijn voor het uitvoeren van zowel onvoorziene als te voorziene werkzaamheden. 11. Onder "stille wacht in het buitenland" wordt verstaan: het in opdracht in het buitenland in de haven of op de rede aan boord blijven om - naast het volbrengen van de normale arbeidsduur en het eventueel verrichten van overwerk - ter beschikking te zijn voor het treffen van maatregelen, welke door onvoorziene omstandigheden noodzakelijk mochten worden en voor het uitoefenen van incidentele controle, welke is vereist om de veiligheid van opvarenden, schip en lading te waarborgen. 12. Onder "stand-by blijven" wordt verstaan: in het buitenland in opdracht in de haven of op de rede gedurende een bepaalde periode aan boord blijven om, buiten de normale arbeidsduur en uren besteed aan overwerk, ter beschikking te zijn voor het verrichten van verwachte werkzaamheden. 13. Onder "thuishaven" wordt verstaan: de haven waaruit het schip als regel de vaart uitoefent. 14. Onder "havendienst" wordt verstaan de dienst aan boord wanneer het schip het gehele etmaal in een haven ligt.
6 B. LOONVOORWAARDEN Artikel 2. INDELING IN LOONGROEPEN. De functies van de schepelingen zijn in loongroepen ingedeeld. Deze indeling is vastgelegd in de hierna volgende schema's. a.
Functie-indelingsschema gezellen tot 1 januari 2002.
Loongroep A
I dekdienst
II machine-dienst
III OBS
IV OBS
startfuncties, bv. lichtmatroos, bediende algemene dienst, minder dan 1 jaar diensttijd
B
bediende a/d koksmaat
C
handlanger 1)
D
ongediplomeerd matroos 1)
E
Gediplomeerd matroos
Motorman
F
ass. bootsman
aankomend scheepstechnicus
G
Bootsman
head housekeeper receptionist restaurant coördinator
H
scheepstechnicus 2)
zelfstandig werkend kok
winkelbediende kassier
algemeen passagiers bediende 1e bediende
I
(souschef de cuisine)
J
(chefkok)
Verklaring van de in het schema gebruikte verwijzingen: 1)
2) ()
Indien in het bezit van het op zijn functie betrekking hebbende einddiploma van de opleidingsschepen Pollux of Nederlander, van de LZS of LTS (afd. metaal, afd. houtbewerking, afd. kok, bakker, slager, banketbakker voor het OBS-personeel) wordt betrokkene ingedeeld in loongroep E. De scheepsgezel zonder de vereiste praktijktijd, maar in bezit van het schooldiploma scheepstechnicus wordt ingedeeld in de loongroep "F". Functie is niet meer in gebruik.
7 a2. Functie-indelingsschema gezellen Stena Discovery tot 1 januari 2002. Loon -
I dekdienst
II machine-dienst
III OBS
IV OBS
Roep A
startfuncties, bv. lichtmatroos, bediende algemene dienst, minder dan 1 jaar diensttijd
B
catering A.D. koksmaat messroom A.D. afwas A.D. retail A.D.
C D
handlanger 1)
pizza kok
nachtwacht MD
winkelbediende kassier
ass. deck supervisor 1) nachtwacht DD 1)
E
ass. deck supervisor nachtwacht DD
F
aankomend scheepstechnicus
G
deck supervisor
voorman
H
s c h e e p s t e c h n i c u s 2)
catering algemeen passagiers bediende restaurant manager
ass. front desk manager receptionist zelfstandig werkend kok
I
(souschef de cuisine)
J
(chefkok)
Verklaring van de in het schema gebruikte verwijzingen: 1)
2) ()
Indien in het bezit van het op zijn functie betrekking hebbende einddiploma van de opleidingsschepen Pollux of Nederlander, van de LZS of LTS (afd. metaal, afd. houtbewerking, afd. kok, bakker, slager, banketbakker voor het OBS-personeel) wordt b etrokkene ingedeeld in loongroep E. De scheepsgezel zonder de vereiste praktijktijd, maar in bezit van het schooldiploma scheepstechnicus wordt ingedeeld in de loongroep "F". Functie is niet meer in gebruik.
8 b. Functie-indelingsschema officieren tot 1 januari 2002. Loongroep ass.werktuigkundige 1) 5e werktuigkundige
G H I
3e stuurman 4e werktuigkundige
J1
2e stuurman vrachtschip met S3 3e werktuigkundige met A
J2
2e stuurman vrachtschip met S2 of S1 3e werktuigkundige met B of C
J3
Electriciën
K1
2e stuurman op schepen ingericht voor het vervoeren van meer dan 60 passagiers
K2
Onderhoudswerktuigkundige
L
1e stuurman 2e werktuigkundige
M N 1)
Hoofdwerktuigkundige Zie de aantekening onder de gagetabel voor officieren
Managers OBS catering services manager retail manager
Managers OBS Stena Discovery catering services manager retail manager
9 Artikel 2A. INDELING IN LOONGROEPEN. De functies van de schepelingen zijn vanaf 1 januari 2002 in de volgende loongroepen ingedeeld. a.
Functie-indelingsschema gezellen vanaf 1 januari 2002.
Loongroep
I dekdienst
II machine-dienst
III OBS
A
Startfuncties bv. Lichtmatroos, bediende algemene dienst, minder dan 1 jaar diensttijd
B1
bediende a/d dv
B2
bediende a/d koksmaat
C1 C2
handlanger 1)
D1 D2 D3
ongediplomeerd matroos 1)
E1
winkelbediende kassier algemeen passagiersbediende
E2 E3
Gediplomeerd matroos
motorman
Ass. Bootsman
aankomend scheepstechnicus
F1 F2 F3 F4 G1 receptionist restaurant coördinator
G2 G3 G4 G5
Bootsman
H1 H2
zelfstandig werkend kok scheepstechnicus 2)
I1 J1
(chefkok) 3)
Verklaring van de in het schema gebruikte verwijzingen: 1) Indien in het bezit van het op zijn functie betrekking hebbende einddiploma van de opleidingsschepen Pollux of Nederlander, van de LZS of LTS (afd. metaal, afd. houtbewerking, afd. kok, bakker, slager, banket bakker voor het OBS-personeel) wordt betrokkene ingedeeld in loongroep “E.3”. 2) De scheepsgezel zonder de vereiste praktijktijd, maar in bezit van het schooldiploma scheepstechnicus wordt ingedeeld in de loongroep "F4". 3) Functie is niet meer in gebruik
10 a2. Functie-indelingsschema gezellen Stena Discovery vanaf 1 januari 2002. Loon roep A
I dekdienst
II machine-dienst
III OBS
startfuncties, bv. lichtmatroos, bediende algemene dienst, minder dan 1 jaar diensttijd
B1
bediende A.D. dv
B2
bediende A.D. koksmaat
C1
pizza kok
C2
handlanger 1)
D1 D2 D3
ass. deck supervisor 1) nachtwacht DD 1)
E1
winkelbediende kassier catering algemeen passagiers bediende
E2 E3
ass. deck supervisor nachtwacht DD
nachtwacht MD
F1 F2 F3 F4
aankomend scheepstechnicus
G1 receptionist
G2 G3 G4 G5
Voorman deck supervisor
H1 H2
zelfstandig werkend kok Scheepstechnicus 2)
I1 J1
(chefkok)
Verklaring van de in het schema gebruikte verwijzingen: 1)
2)
Indien in het bezit van het op zijn functie betrekking hebbende einddiploma van de opleidingsschepen Pollux of Nederlander, van de LZS of LTS (afd. metaal, afd. houtbewerking, afd. kok, bakker, slager, banketbakker voor het OBS-personeel) wordt betrokkene ingedeeld in loongroep “E3”. De scheepsgezel zonder de vereiste praktijktijd, maar in bezit van het schooldiploma scheepstechnicus wordt ingedeeld in de loongroep ”F4”.
11
b. Functie-indelingsschema officieren vanaf 1 januari 2002. Loongroep ass.werktuigkundige 1) G1 G2 G3 5e werktuigkundige
G4 H I1 I1
3e stuurman 4e werktuigkundige 2e stuurman vrachtschip met S3 3e werktuigkundige met A
J1 J2
2e stuurman vrachtschip met S2 of S1 3e werktuigkundige met B of C
J3
elektriciën
K1
2e stuurm an op schepen ingericht voor het vervoeren van meer dan 60 passagiers onderhoudswerktuigkundige
K2 L1
1e stuurman 2e werktuigkundige
L2 M N1 1)
Hoofdwerktuigkundige Zie de aantekening onder de gagetabel voor officieren
Managers OBS catering services manager retail manager
Managers OBS Stena Discovery catering services manager retail manager
12 Artikel 3 GAGE De gage van een scheepsgezel wordt vastgesteld aan de hand van de hierna volgende gagetabel voor gezellen Stena Line. De gage van een scheepsofficier wordt vastgesteld aan de hand van de hierna volgende gagetabel voor officieren Stena Line.
COMPENSATIE BEDIENINGSGELD / BIJVERDIENSTEN. - Algemeen passagiersbedienden en restaurantcoördinatoren die op 31. 12. 1996 in dienst waren, ontvangen een (bedieningsgeld)toeslag op de gage ad ƒ. 1.483,31 bruto per maand inclusief vakantietoeslag. Deze toeslag wordt per 1 september 2000 verhoogd naar ƒ. 1.505,56, per 1 november 2001 naar f. 1.533,71. Per 1 januari 2002 wordt de toeslag omgezet in € 695,97. Per 1 mei 2002 wordt de toeslag verhoogd naar € 701,61 en per 1 november 2002 naar € 713,12. De verrekening hiervan zal per dag plaatsvinden. - Algemeen passagiersbedienden en restaurantcoördinatoren die na 31.12.1996 in dienst traden, ontvangen geen (bedieningsgeld)toeslag op de gage. Daar bovenvermelde (bedieningsgeld)toeslag een vervanging van het tot 1 juni 1996 betaalde bedieningsgeld betreft, wordt evenals bij het bedieningsgeld het geval was over de brutotoeslag n geen verhoging Stena Line berekend, n geen premie BPFK berekend, n wel loonheffing en premie ZFW/WW/WAO berekend. Evenals bij het bedieningsgeld het geval was wordt de toeslag niet doorbetaald tijdens ziekte. In tegenstelling tot hetgeen gebruikelijk was bij het bedieningsgeld, zal n de (bedieningsgeld)toeslag worden geïndexeerd met de percentages gageverhoging, zoals met de vakbond overeengekomen. n vakantietoeslag over de (bedieningsgeld)toeslag worden betaald.
13
Gagetabel voor gezellen Stena Line per 1 januari 2000 Loongroep 16 j. 17 j. 18 j. 19 j. 20 j. 21 j. 22 j. 23 eo
A 830,20 950,50 1094,90 1263,30 1479,90 1744,60 2045,40 2406,30
16 j. 17 j. 18 j. 19 j. 20 j. 21 j. aanvang 1 anc. 2 anc. 3 anc. 4 anc. 5 anc. 6 anc. 7 anc. 8 anc. 9 anc. 10 anc. 11 anc.
B
C
D
E
F
1428,90 1571,30 1854,70 2140,30 2425,80 2711,00 2853,90 2904,10 2955,00 3005,70 3056,40 3107,20 3157,90 3211,40
1449,70 1594,50 1882,00 2171,70 2461,20 2750,70 2895,30 2947,70 2999,90 3051,50 3103,60 3155,30 3207,30 3262,50
1470,70 1617,60 1909,50 2203,20 2497,10 2790,90 2937,70 2991,10 3044,40 3098,00 3151,20 3204,30 3258,60 3315,50
1491,80 1640,60 1936,70 2234,70 2532,80 2830,40 2979,90 3034,50 3088,80 3143,50 3198,10 3253,60 3310,30 3370,10 3429,50
1512,90 1664,10 1964,40 2266,70 2568,80 2871,10 3022,20 3069,90 3117,00 3164,50 3214,40 3266,90 3319,30 3377,30 3431,10 3486,10
G
H
I
J
3172,10 3225,80 3281,60 3339,30 3402,20 3466,20 3533,30 3606,90 3691,00 3770,80 3852,40 3927,60*
3211,20 3269,40 3330,30 3394,90 3462,60 3532,90 3611,10 3691,00 3770,80 3902,00
3358,80 3453,60 3556,80 3667,60 3783,90 3902,00 4022,50 4143,40 4266,90 4402,80
3523,80 3646,40 3772,00 3899,80 4029,20 4160,40 4294,30 4428,30 4562,50
G
H
I
J
3219,70 3274,20 3330,80 3389,40 3453,20 3518,20 3586,30 3661,00 3746,40 3827,40 3910,20 3986,50*
3259,40 3318,40 3380,30 3445,80 3514,50 3585,90 3665,30 3746,40 3827,40 3960,50
3409,20 3505,40 3610,20 3722,60 3840,70 3960,50 4082,80 4205,60 4330,90 4468,80
3576,70 3701,10 3828,60 3958,30 4089,60 4222,80 4358,70 4494,70 4630,90
*) Geldt uitsluitend voor de bootsman en de voorman machinedienst
Gagetabel voor gezellen Stena Line per 1 september 2000 Loongroep 16 j. 17 j. 18 j. 19 j. 20 j. 21 j. 22 j. 23 eo
A 844,50 966,90 1113,80 1285,10 1505,50 1774,70 2080,70 2447,90
16 j. 17 j. 18 j. 19 j. 20 j. 21 j. aanvang 1 anc. 2 anc. 3 anc. 4 anc. 5 anc. 6 anc. 7 anc. 8 anc. 9 anc. 10 anc. 11 anc.
B
C
D
E
F
1450,30 1594,90 1882,50 2172,40 2462,20 2751,70 2896,70 2947,70 2999,30 3050,80 3102,20 3153,80 3205,30 3259,60
1471,40 1618,40 1910,20 2204,30 2498,10 2792,00 2938,70 2991,90 3044,90 3097,30 3150,20 3202,60 3255,40 3311,40
1492,80 1641,90 1938,10 2236,20 2534,60 2832,80 2981,80 3036,00 3090,10 3144,50 3198,50 3252,40 3307,50 3365,20
1514,20 1665,20 1965,80 2268,20 2570,80 2872,90 3024,60 3080,00 3135,10 3190,70 3246,10 3302,40 3360,00 3420,70 3480,90
1535,60 1689,10 1993,90 2300,70 2607,30 2914,20 3067,50 3115,90 3163,80 3212,00 3262,60 3315,90 3369,10 3428,00 3482,60 3538,40
*) Geldt uitsluitend voor de bootsman en de voorman machinedienst
14
Gagetabel voor gezellen Stena Line per 1 januari 2001 Loongroep 16 j. 17 j. 18 j. 19 j. 20 j. 21 j. 22 j. 23 j.
A 877,70 1004,90 1157,60 1335,70 1564,60 1844,50 2162,50 2544,10
16 j. 17 j. 18 j. 19 j. 20 j. 21 j. aanvang 1 anc. 2 anc. 3 anc. 4 anc. 5 anc. 6 anc. 7 anc. 8 anc. 9 anc. 10 anc. 11 anc.
B
C
D
E
F
1475,00 1622,00 1914,50 2209,30 2504,10 2798,50 2945,90 2997,80 3050,30 3102,70 3154,90 3207,40 3259,80 3315,00
1496,40 1645,90 1942,70 2241,80 2540,60 2839,50 2988,70 3042,80 3096,70 3150,00 3203,80 3257,00 3310,70 3367,70
1518,20 1669,80 1971,00 2274,20 2577,70 2881,00 3032,50 3087,60 3142,60 3198,00 3252,90 3307,70 3363,70 3422,40
1539,90 1693,50 1999,20 2306,80 2614,50 2921,70 3076,00 3132,40 3188,40 3244,90 3301,30 3358,50 3417,10 3478,90 3540,10
1561,70 1717,80 2027,80 2339,80 2651,60 2963,70 3119,60 3168,90 3217,60 3266,60 3318,10 3372,30 3426,40 3486,30 3541,80 3598,60
G
H
I
J
3274,40 3329,90 3387,40 3447,00 3511,90 3578,00 3647,30 3723,20 3810,10 3892,50 3976,70 4054,30*
3314,80 3374,80 3437,80 3504,40 3574,20 3646,90 3727,60 3810,10 3892,50 4027,80
3467,20 3565,00 3671,60 3785,90 3906,00 4027,80 4152,20 4277,10 4404,50 4544,80
3637,50 3764,00 3893,70 4025,60 4159,10 4294,60 4432,80 4571,10 4709,60
G
H
I
J
3335,60 3392,20 3450,70 3511,50 3577,60 3644,90 3715,50 3792,80 3881,30 3965,30 4051,10 4130,10*
3376,80 3437,90 3502,10 3569,90 3641,00 3715,10 3797,30 3881,30 3965,30 4103,10
3532,00 3631,70 3740,30 3856,70 3979,00 4103,10 4229,80 4357,10 4486,90 4629,80
3705,50 3834,40 3966,50 4100,90 4236,90 4374,90 4515,70 4656,60 4797,70
*) Geldt uitsluitend voor de bootsman en de voorman machinedienst
Gagetabel voor gezellen Stena Line per 1 november 2001 Loongroep 16 j. 17 j. 18 j. 19 j. 20 j. 21 j. 22 j. 23 j.
A 897,40 1027,50 1183,60 1365,70 1599,80 1885,90 2211,10 2601,30
16 j. 17 j. 18 j. 19 j. 20 j. 21 j. aanvang 1 anc. 2 anc. 3 anc. 4 anc. 5 anc. 6 anc. 7 anc. 8 anc. 9 anc. 10 anc. 11 anc.
B
C
D
E
F
1502,60 1652,30 1950,30 2250,60 2550,90 2850,80 3001,00 3053,90 3107,30 3160,70 3213,90 3267,40 3320,80 3377,00
1524,40 1676,70 1979,00 2283,70 2588,10 2892,60 3044,60 3099,70 3154,60 3208,90 3263,70 3317,90 3372,60 3430,70
1546,60 1701,00 2007,90 2316,70 2625,90 2934,90 3089,20 3145,30 3201,40 3257,80 3313,70 3369,60 3426,60 3486,40
1568,70 1725,20 2036,60 2349,90 2663,40 2976,30 3133,50 3191,00 3248,00 3305,60 3363,00 3421,30 3481,00 3544,00 3606,30
1590,90 1749,90 2065,70 2383,60 2701,20 3019,10 3177,90 3228,20 3277,80 3327,70 3380,10 3435,40 3490,50 3551,50 3608,00 3665,90
*) Geldt uitsluitend voor de bootsman en de voorman machinedienst
15
Gagetabellen voor gezellen Stena Line per 1 januari 2002 Loongroep
B1
B2
C1
C2
D 1
D2
D3
E1
E2
E3
F1
F2
F3
F4
16 jaar
681,90
738,10
748,70
825,90
701,80
759,40
837,70
770,20
811,80
849,30
721,90
781,00
823,10
861,10
17 jaar
749,80
810,80
822,60
906,40
771,90
834,40
819,30
846,20
891,40
932,10
794,10
858,20
903,90
945,10
18 jaar
885,00
955,50
969,40 1066,30 911,10
983,40
1081,50
997,40
1049,60 1096,70
937,40
1011,50
1064,40
1112,10
19 jaar
1021,30 1101,30 1117,30 1227,30 1051,20 1133,40 1244,80 1149,50 1208,90 1262,30 1081,60
1165,80
1226,00
1280,10
20 jaar
1157,50 1247,10 1265,10 388,30 1191,60 1283,50 1408,20 1301,70 1368,20 1428,10 1225,80
1320,10
1387,40
1448,00
21 jaar
1293,60 1392,70 1413,00 1549,20 1331,80 1433,50 1571,60 1453,60 1527,20 1593,50 1370,00
1474,40
1549,00
1616,10
0 anc.
1361,80 1465,60 1486,80 1629,60 1401,80 1508,50 1653,20 1530,00 1607,10 1676,60 1442,10
1551,50
1629,70
1700,10
1 anc.
1385,80 1491,30 1513,50 1658,70 1427,30 1535,70 1682,80 1557,90 1636,40 1707,00 1565,90
1575,90
1655,30
1726,60
2 anc.
1410,00 1517,20 1540,20 1687,70 1452,70 1562,90 1712,50 1585,60 1665,30 1737,10 1487,40
1600,00
1680,50
1752,90
3 anc.
1434,30 1543,20 1566,60 1716,40 1478,30 1590,30 1742,30 1613,50 1694,60 1767,60 1510,00
1624,30
1705,80
1779,20
4 anc.
1458,40 1569,00 1593,20 1745,40 1503,70 1617,50 1771,80 1641,40 1723,80 1797,90 1533,80
1649,70
1732,50
1807,00
5 anc.
1482,70 1595,00 1619,50 1774,10 1529,10 1644,60 1801,40 1669,70 1753,40 1828,70 1588,90
1676,50
1760,60
1836,20
6 anc.
1506,90 1620,90 1646,10 1803,00 1554,90 1672,30 1831,50 1698,70 1783,70 1860,30 1583,90
1703,30
1788,60
1865,30
7 anc.
1532,40 1648,20 1674,30 1833,70 1582,10 1701,30 1863,10 1729,30 1815,80 1893,60 1611,60
1732,90
1819,60
1897,60
8 anc.
1759,50 1847,40 1926,50 1637,20
1760,40
1848,30
1927,40
9 anc.
1663,50
1788,50
1877,70
1958,00
16
Gagetabel voor gezellen Stena Line per 1 januari 2002 (vervolg) G1
G2
G3
G4
G5
H1
H2
I1
J1
0 anc.
1513,60 1628,10 1709,80 1783,40 1840,70
1730,80 1805,20
1887,30 2203,50
1 anc.
1539,30 1655,60 1738,60 1813,30 1871,50
1761,80 1837,50
1940,00 2264,30
2 anc.
1565,90 1684,00 1768,30 1844,30 1903,30
1794,50 1871,40
1997,40 2326,60
3 anc.
1593,40 1713,50 1799,20 1876,40 1936,40
1828,90 1907,30
2058,90 2390,10
4 anc.
1623,440 1745,60 1832,80 1911,40 1972,40
1865,10 1944,90
2123,60 2454,20
5 anc.
1654,00 1778,30 1867,00 1946,90 2009,10
1902,70 1984,00
2189,20 2519,40
6 anc.
1686,00 1812,50 1902,90 1984,30 2047,50
1944,50 2027,50
2256,10 2585,80
7 anc.
1721,10 1850,10 1942,20 2025,10 2089,60
1987,20 2071,90
2323,40 2652,30
8 anc.
1761,30 1893,10 1987,20 2071,90 2137,80
2029,90 2116,30
2392,10 2718,90
9 anc.
1799,40 1933,80 2029,90 2116,30 2183,50
2099,90 2189,20
2467,60
10 anc.
1838,30 1975,50 2073,50 2161,70 2230,30
11 anc.
2203,50 2273,30
17
Gagetabellen voor gezellen Stena Line per 1 mei 2002 Loongroep
B1
B2
C1
C2
D 1
D2
D3
E1
E2
E3
F1
F2
F3
F4
16 jaar
687,40
744,10
754,80
832,60
707,50
765,60
844,50
776,40
818,40
856,20
727,70
787,30
829,80
868,10
17 jaar
755,90
817,40
829,30
913,70
778,20
841,20
926,70
853,10
898,60
939,70
800,50
865,20
911,20
952,80
18 jaar
892,20
963,20
977,30
1074,90
918,50
991,40
1090,30 1005,50 1058,10 1105,60
945,00
1019,70 1073,00 1121,10
19 jaar
1029,60 1110,20 1126,40 1237,20 1059,80 1142,60 1254,90 1158,80 1218,70 1272,50 1090,40 1175,20 1235,90 1290,50
20 jaar
1166,90 1257,20 1275,30 1399,50 1201,30 1293,90 1419,60 1312,20 1379,30 1439,70 1235,70 1330,80 1398,60 1459,70
21 jaar
1304,10 1404,00 1424,40 1561,70 1342,60 1445,10 1584,30 1465,40 1539,60 1606,40 1381,10 1486,30 1561,50 1629,20
0 anc.
1372,80 1477,50 1498,80 1642,80 1413,20 1520,70 1666,60 1542,40 1620,10 1690,20 1453,80 1564,10 1642,90 1713,90
1 anc.
1397,00 1503,40 1525,80 1672,10 1438,90 1548,10 1696,40 1570,50 1649,70 1720,80 1476,80 1588,70 1668,70 1740,60
2 anc.
1421,40 1529,50 1552,70 1701,40 1464,50 1575,60 1726,40 1598,40 1678,80 1751,20 1499,40 1613,00 1694,10 1767,10
3 anc.
1445,90 1555,70 1579,30 1730,30 1490,30 1603,20 1756,40 1626,60 1708,30 1781,90 1522,20 1637,50 1719,60 1793,60
4 anc.
1470,20 1581,70 1606,10 1759,50 1515,90 1630,60 1786,20 1654,70 1737,80 1812,50 1546,20 1663,10 1746,50 1821,60
5 anc.
1494,70 1607,90 1632,60 1788,50 1541,50 1657,90 1816,00 1683,20 1767,60 1843,50 1571,50 1690,10 1774,90 1851,10
6 anc.
1519,10 1634,00 1659,40 1817,60 1567,50 1685,80 1846,30 1712,50 1798,10 1875,40 1596,70 1717,10 1803,10 1880,40
7 anc.
1544,80 1661,60 1687,90 1848,60 1594,90 1715,10 1878,20 1743,30 1830,50 1908,90 1624,70 1746,90 1834,30 1913,00
8 anc.
1773,80 1862,40 1942,10 1650,50 1774,70 1863,30 1943,00
9 anc.
1677,00 1803,00 1892,90 1973,90
10 anc. 11 anc.
18
gagetabel voor gezellen Stena Line per 1 mei 2002 (vervolg) Loongroep
G1
G2
G3
G4
G5
H1
H2
I1
J1
0 anc.
1525,90 1641,30 1723,60 1797,80 1855,60 1744,80 1819,80 1902,60 2221,30
1 anc.
1551,80 1669,00 1752,70 1828,00 1886,70 1776,10 1852,40 1955,70 2282,60
2 anc.
1578,60 1697,60 1782,60 1859,20 1918,70 1809,00 1886,60 2013,60 2345,40
3 anc.
1606,30 1727,40 1813,80 1891,60 1952,10 1843,70 1922,70 2075,60 2409,50
4 anc.
1636,50 1759,70 1847,60 1926,90 1988,40 1880,20 1960,70 2140,80 2474,10
5 anc.
1667,40 1792,70 1882,10 1962,70 2025,40 1918,10 2000,10 2206,90 2539,80
6 anc.
1699,70 1827,20 1918,30 2000,40 2064,10 1960,30 2043,90 2274,40 2606,70
7 anc.
1735,00 1865,10 1957,90 2041,50 2106,50 2003,30 2088,70 2342,20 2673,80
8 anc.
1775,60 1908,40 2003,30 2088,70 2155,10 2046,30 2133,40 2411,50 2740,90
9 anc.
1814,00 1949,50 2046,30 2133,40 2201,20 2116,90 2206,90 2487,60
10 anc.
1853,20 1991,50 2090,30 2179,20 2248,40
11 anc.
2221,30 2291,70
19
Gagetabellen voor gezellen Stena Line per 1 november 2002 Loongroep
B1
B2
C1
C2
D 1
D2
D3
E1
E2
E3
F1
F2
F3
F4
16 jaar
698,70
756,30
767,20
846,30
719,10
778,20
858,30
789,10
831,80
870,20
739,60
800,20
843,40
882,30
17 jaar
768,30
830,80
842,90
928,70
791,00
855,00
941,90
867,10
913,30
955,10
813,60
879,40
926,10
968,40
18 jaar
906,80
979,00
993,30
1092,50
933,60
1007,70 1108,20 1022,00 1075,50 1123,70 960,50 1036,40 1090,60 1139,50
19 jaar
1046,50
1128,40
1144,90
1257,50
1077,20 1161,30 1275,50 1177,80 1238,70 1293,40 1108,30 1194,50 1256,20 1311,70
20 jaar
1186,00
1277,80
1296,20
1422,50
1221,00 1315,10 1442,90 1333,70 1401,90 1463,30 1256,00 1352,60 1421,50 1483,60
21 jaar
1325,50
1427,00
1447,80
1587,30
1364,60 1468,80 1610,30 1489,40 1564,80 1632,70 1403,80 1510,70 1587,10 1655,90
0 anc.
1395,30
1501,70
1523,40
1669,70
1436,40 1545,60 1693,90 1567,70 1646,70 1717,90 1477,60 1589,80 1669,80 1742,00
1 anc.
1419,90
1528,10
1550,80
1699,50
1462,50 1573,50 1724,20 1596,30 1676,80 1749,00 1501,00 1614,80 1696,10 1769,10
2 anc.
1444,70
1554,60
1578,20
1729,30
1488,50 1601,40 1754,70 1624,60 1706,30 1779,90 1524,00 1639,50 1721,90 1796,10
3 anc.
1469,60
1581,20
1605,20
1758,70
1514,70 1629,50 1785,20 1653,30 1736,30 1811,10 1547,20 1664,40 1747,80 1823,00
4 anc.
1494,30
1607,60
1632,40
1788,40
1540,80 1657,30 1815,50 1681,80 1766,30 1842,20 1571,60 1690,40 1775,10 1851,50
5 anc.
1519,20
1634,30
1659,40
1817,80
1566,80 1685,10 1845,80 1710,80 1796,60 1873,70 1597,30 1717,80 1804,00 1881,50
6 anc.
1544,00
1660,80
1686,60
1847,40
1593,20 1713,40 1876,60 1740,60 1827,60 1906,20 1622,90 1745,30 1832,70 1911,20
7 anc.
1570,10
1688,90
1715,60
1878,90
1621,10 1743,20 1909,00 1771,90 1860,50 1940,20 1651,30 1775,50 1864,40 1944,40
8 anc.
1802,90 1892,90 1974,00 1677,60 1803,80 1893,90 1974,90
9 anc.
1704,50 1832,60 1923,90 2006,30
10 anc. 11 anc.
20
gagetabel voor gezellen Stena Line per 1 november 2002 (vervolg) Loongroep
G1
G2
G3
G4
G5
H1
H2
I1
J1
0 anc.
1550,90 1668,20 1751,90 1827,30 1886,00 1773,40 1849,60 1933,80 2257,70
1 anc.
1577,20 1696,40 1781,40 1858,00 1917,60 1805,20 1882,80 1987,80 2320,00
2 anc.
1604,50 1725,40 1811,80 1889,70 1950,20 1838,70 1917,50 2046,60 2383,90
3 anc.
1632,60 1755,70 1843,50 1922,60 1984,10 1873,90 1954,20 2109,60 2449,00
4 anc.
1663,30 1788,60 1877,90 1958,50 2021,00 1911,00 1992,90 2175,90 2514,70
5 anc.
1694,70 1822,10 1913,00 1994,90 2058,60 1949,60 2032,90 2243,10 2581,50
6 anc.
1727,60 1857,20 1949,80 2033,20 2098,00 1992,40 2077,40 2311,70 2649,40
7 anc.
1763,50 1895,70 1990,00 2075,00 2141,00 2036,20 2123,00 2380,60 2717,70
8 anc.
1804,70 1939,70 2036,20 2123,00 2190,40 2079,90 2168,40 2451,00 2785,90
9 anc.
1843,70 1981,50 2079,90 2168,40 2237,30 2151,60 2243,10 2528,40
10 anc.
1883,60 2024,20 2124,60 2214,90 2285,30
11 anc.
2257,70 2329,30
21
Gagetabellen voor gezellen Stena Line per 1 mei 2003 Loongroep
B1
B2
C1
C2
D 1
D2
D3
E1
E2
E3
F1
F2
F3
F4
16 jaar
704,70
762,80
773,80
853,60
725,30
784,90
865,70
795,90
839,00
877,70
746,00
807,10
850,70
889,90
17 jaar
774,90
837,90
850,10
936,70
797,80
862,40
950,00
874,60
921,20
963,30
820,60
887,00
934,10
976,70
18 jaar
914,60
987,40
1001,80 1101,90
941,60
1016,40 1117,70 1030,80 1084,70 1133,40
968,80
1045,30 1100,00 1149,30
19 jaar
1055,50 1138,10 1154,70 1268,30 1086,50 1171,30 1286,50 1187,90 1249,40 1304,50 1117,80 1204,80 1267,00 1323,00
20 jaar
1196,20 1288,80 1307,30 1434,70 1231,50 1326,40 1455,30 1345,20 1414,00 1475,90 1266,80 1364,20 1433,70 1496,40
21 jaar
1336,90 1439,30 1460,30 1601,00 1376,30 1481,40 1624,10 1502,20 1578,30 1646,70 1415,90 1523,70 1600,70 1670,10
0 anc.
1407,30 1514,60 1536,50 1684,10 1448,80 1558,90 1708,50 1581,20 1660,90 1732,70 1490,30 1603,50 1684,20 1757,00
1 anc.
1432,10 1541,20 1564,10 1714,10 1475,10 1587,00 1739,00 1610,00 1691,20 1764,00 1513,90 1628,70 1710,70 1784,30
2 anc.
1457,10 1568,00 1591,80 1744,20 1501,30 1615,20 1769,80 1638,60 1721,00 1795,20 1537,10 1653,60 1736,70 1811,50
3 anc.
1482,20 1594,80 1619,00 1773,80 1527,70 1643,50 1800,60 1667,50 1751,20 1826,70 1560,50 1678,70 1762,80 1838,70
4 anc.
1507,20 1621,40 1646,40 1803,80 1554,10 1671,60 1831,10 1696,30 1781,50 1858,00 1585,10 1704,90 1790,40 1867,40
5 anc.
1532,30 1648,40 1673,70 1833,40 1580,30 1699,60 1861,70 1725,50 1812,10 1889,80 1611,00 1732,60 1819,50 1897,70
6 anc.
1557,30 1675,10 1701,10 1863,30 1606,90 1728,10 1892,70 1755,60 1843,30 1922,60 1636,90 1760,30 1848,50 1927,60
7 anc.
1583,60 1703,40 1730,40 1895,10 1635,00 1758,20 1925,40 1787,10 1876,50 1956,90 1665,50 1790,80 1880,40 1961,10
8 anc.
1818,40 1909,20 1991,00 1692,00 1819,30 1910,20 1991,90
9 anc.
1719,20 1848,40 1940,40 2023,60
10 anc. 11 anc.
22
gagetabel voor gezellen Stena Line per 1 mei 2003 (vervolg) Loongroep
G1
G2
G3
G4
G5
H1
H2
I1
J1
0 anc.
1564,20 1682,50 1767,00 1843,00 1902,20 1788,70 1865,50 1950,40 2277,10
1 anc.
1590,80 1711,00 1796,70 1874,00 1934,10 1820,70 1899,00 2004,90 2340,00
2 anc.
1618,30 1740,20 1827,40 1906,00 1967,00 1854,50 1934,00 2064,20 2404,40
3 anc.
1646,60 1770,80 1859,40 1939,10 2001,20 1890,00 1971,00 2127,70 2470,10
4 anc.
1677,60 1804,00 1894,00 1975,30 2038,40 1927,40 2010,00 2194,60 2536,30
5 anc.
1709,30 1837,80 1929,50 2012,10 2076,30 1966,40 2050,40 2262,40 2603,70
6 anc.
1742,50 1873,20 1966,60 2050,70 2116,00 2009,50 2095,30 2331,60 2672,20
7 anc.
1778,70 1912,00 2007,10 2092,80 2159,40 2053,70 2141,30 2401,10 2741,10
8 anc.
1820,20 1956,40 2053,70 2141,30 2209,20 2097,80 2187,00 2472,10 2809,90
9 anc.
1859,60 1998,50 2097,80 2187,00 2256,50 2170,10 2262,40 2550,10
10 anc.
1899,80 2041,60 2142,90 2233,90 2305,00
11 anc.
2277,10 2349,30
23 Gagetabel officieren Stena Line per 1 januari 2000 Loongroep
G
Aanvang na 1 jaar na 2 jaar na 3 jaar na 4 jaar na 5 jaar na 6 jaar na 7 jaar na 8 jaar na 9 jaar na 10 jaar na 11 jaar na 12 jaar na 13 jaar
3172,10 3225,80 3281,60 3339,30 3402,20 3466,20 3533,30 3606,90 3691,00 3770,80
H 3211,20 3269,40 3330,30 3394,90 3462,60 3532,90 3611,10 3691,00 3770,80 3902,00
I
J1
J2
J3
K1
K2
L
M
3358,80 3453,60 3556,80 3667,60 3783,90 3902,00 4022,50 4143,40 4266,90 4402,80
3523,80 3646,40 3772,00 3899,80 4029,20 4160,40 4294,30 4428,30 4562,50 4696,70
3523,80 3646,40 3772,00 3899,80 4029,20 4160,40 4294,30 4428,30 4562,50 4696,70 5013,70 a 5171,50 a 5328,50 a 5485,60 a
3523,80 3646,40 3772,00 3899,80 4029,20 4160,40 4294,30 4428,30 4562,50 4696,70 4830,60 4985,80
4072,70 4228,50 4386,30 4542,80 4700,00 4857,30 5013,70 5171,50 5328,50 5485,60 5647,20 c
4072,70 4228,50 4386,30 4542,80 4700,00 4857,30 5013,70
5122,70 5321,50 5520,90 5720,00 5918,80 6118,10 6317,60 6516,40 6716,00 6914,80 7114,80 b
6519,90 6774,60 7026,70 7271,20 7512,20 7753,70 7995,00 8236,50 8478,10 8719,50 8961,10
N 7241,30 7499,90 7758,80 8017,70 8275,60 8533,90 8793,40 9051,90 9310,50 9569,00 9827,50
a) Deze gages zijn inclusief de diplomaverhoging van 4% voor het bezit van diploma B resp. S2. Indien de 3e werktuigkundige resp. 2e stuurman in het bezit is van het diploma C resp. S1 wordt een diplomaverhoging van 4% toegekend. b) Geldt uitsluitend voor 1e stuurlieden. c) Geldt uitsluitend voor 2e stuurlieden in het bezit van het volledige vaarbevoegdheidsbewijs S1. - Bezitters van het zeevaartdiploma A alsmede degenen die de zeevaartopleiding middelbaar maritiem officier (diploma’s A en S3) hebben voltooid, vangen tenminste aan in de gageschaal I. - Voor officieren beneden de rang van 2e stuurman en 3e werktuigkundige in het bezit van de bevoegdheid in de tegendiscipline geldt tenminste de volgende gageschaal: aanvang 3553,60 na 1 jaar 3655,60 na 2 jaar 3765,70 na 3 jaar 3880,40 Behoudens eerdere promotie stromen deze officieren na 4 jaar door naar de eerstvolgende gage, behorend bij hun eigen discipline. - Wtk’s in het bezit van een vaarbevoegdheid lager dan diploma A vangen aan als 5e wtk in gageschaal G. - De aanvangsgage van de assistent werktuigkundige (die nog in opleiding is voor het diploma vaarbevoegdheid MM of hoger en die het takenboek nog moet bijhouden) bedraagt 2742,10. Na 1 jaar diensttijd: 2792,40. Na 2 jaar diensttijd wordt de ass. wtk, nog niet in het bezit van diploma MM, ingedeeld in loongroep G, aanvang.
24
Gagetabel officieren Stena Line per 1 september 2000 Loongroep
G
Aanvang na 1 jaar na 2 jaar na 3 jaar na 4 jaar na 5 jaar na 6 jaar na 7 jaar na 8 jaar na 9 jaar na 10 jaar na 11 jaar na 12 jaar na 13 jaar
3219,70 3274,20 3330,80 3389,40 3453,20 3518,20 3586,30 3661,00 3746,40 3827,40
H 3259,40 3318,40 3380,30 3445,80 3514,50 3585,90 3665,30 3746,40 3827,40 3960,50
I
J1
J2
J3
K1
K2
L
M
3409,20 3505,40 3610,20 3722,60 3840,70 3960,50 4082,80 4205,60 4330,90 4468,80
3576,70 3701,10 3828,60 3958,30 4089,60 4222,80 4358,70 4494,70 4630,90 4767,20
3576,70 3701,10 3828,60 3958,30 4089,60 4222,80 4358,70 4494,70 4630,90 4767,20 5088,90 a 5249,10 a 5408,40 a 5567,90 a
3576,70 3701,10 3828,60 3958,30 4089,60 4222,80 4358,70 4494,70 4630,90 4767,20 4903,10 5060,60
4133,80 4291,90 4452,10 4610,90 4770,50 4930,20 5088,90 5249,10 5408,40 5567,90 5731,90 c
4133,80 4291,90 4452,10 4610,90 4770,50 4930,20 5088,90
5199,50 5401,30 5603,70 5805,80 6007,60 6209,90 6412,40 6614,10 6816,70 7018,50 7221,50 b
6617,70 6876,20 7132,10 7380,30 7624,90 7870,00 8114,90 8360,00 8605,30 8850,30 9095,50
N 7349,90 7612,40 7875,20 8138,00 8399,70 8661,90 8925,30 9187,70 9450,20 9712,50 9974,90
a) Deze gages zijn inclusief de diplomaverhoging van 4% voor het bezit van diploma B resp. S2. Indien de 3e werktuigkundige resp. 2e stuurman in het bezit is van het diploma C resp. S1 wordt een diplomaverhoging van 4% toegekend. b) Geldt uitsluitend voor 1e stuurlieden. c) Geldt uitsluitend voor 2e stuurlieden in het bezit van het volledige vaarbevoegdheidsbewijs S1. - Bezitters van het zeevaartdiploma A alsmede degenen die de zeevaartopleiding middelbaar maritiem officier (diploma’s A en S3) hebben voltooid, vangen tenminste aan in de gageschaal I. - Voor officieren beneden de rang van 2e stuurman en 3e werktuigkundige in het bezit van de bevoegdheid in de tegendiscipline geldt tenminste de volgende gageschaal: aanvang 3606,90 na 1 jaar 3710,40 na 2 jaar 3822,20 na 3 jaar 3938,60 Behoudens eerdere promotie stromen deze officieren na 4 jaar door naar de eerstvolgende gage, behorend bij hun eigen discipline. - Wtk’s in het bezit van een vaarbevoegdheid lager dan diploma A vangen aan als 5e wtk in gageschaal G. - De aanvangsgage van de assistent werktuigkundige (die nog in opleiding is voor het diploma vaarbevoegdheid MM of hoger en die het takenboek nog moet bijhouden) bedraagt 2783,20. Na 1 jaar diensttijd: 2834,30. Na 2 jaar diensttijd wordt de ass. wtk, nog niet in het bezit van diploma MM, ingedeeld in loongroep G, aanvang.
25
Gagetabel officieren Stena Line per 1 januari 2001 Loongroep
G
Aanvang na 1 jaar na 2 jaar na 3 jaar na 4 jaar na 5 jaar na 6 jaar na 7 jaar na 8 jaar na 9 jaar na 10 jaar na 11 jaar na 12 jaar na 13 jaar
3274,40 3329,90 3387,40 3447,00 3511,90 3578,00 3647,30 3723,20 3810,10 3892,50
H 3314,80 3374,80 3437,80 3504,40 3574,20 3646,90 3727,60 3810,10 3892,50 4027,80
I
J1
J2
J3
K1
K2
L
M
N
3467,20 3565,00 3671,60 3785,90 3906,00 4027,80 4152,20 4277,10 4404,50 4544,80
3637,50 3764,00 3893,70 4025,60 4159,10 4294,60 4432,80 4571,10 4709,60 4848,20
3637,50 3764,00 3893,70 4025,60 4159,10 4294,60 4432,80 4571,10 4709,60 4848,20 5175,40 a 5338,30 a 5500,30 a 5662,60 a
3637,50 3764,00 3893,70 4025,60 4159,10 4294,60 4432,80 4571,10 4709,60 4848,20 4986,50 5146,60
4204,10 4364,90 4527,80 4689,30 4851,60 5014,00 5175,40 5338,30 5500,30 5662,60 5829,30 c
4204,10 4364,90 4527,80 4689,30 4851,60 5014,00 5175,40
5287,90 5493,10 5699,00 5904,50 6109,70 6315,50 6521,40 6726,50 6932,60 7137,80 7344,30 b
6730,20 6993,10 7253,30 7505,80 7754,50 8003,80 8252,90 8502,10 8751,60 9000,80 9250,10
7474,80 7741,80 8009,10 8276,30 8542,50 8809,20 9077,00 9343,90 9610,90 9877,60 10144,50
a) Deze gages zijn inclusief de diplomaverhoging van 4% voor het bezit van diploma B resp. S2. Indien de 3e werktuigkundige resp. 2e stuurman in het bezit is van het diploma C resp. S1 wordt een diplomaverhoging van 4% toegekend. b) Geldt uitsluitend voor 1e stuurlieden. c) Geldt uitsluitend voor 2e stuurlieden in het bezit van het volledige vaarbevoegdheidsbewijs S1. - Bezitters van het zeevaartdiploma A alsmede degenen die de zeevaartopleiding middelbaar maritiem officier (diploma’s A en S3) hebben voltooid, vangen tenminste aan in de gageschaal I. - Voor officieren beneden de rang van 2e stuurman en 3e werktuigkundige in het bezit van de bevoegdheid in de tegendiscipline geldt tenminste de volgende gageschaal: aanvang 3668,20 na 1 jaar 3773,50 na 2 jaar 3887,20 na 3 jaar 4005,60 Behoudens eerdere promotie stromen deze officieren na 4 jaar door naar de eerstvolgende gage, behorend bij hun eigen discipline. - Wtk’s in het bezit van een vaarbevoegdheid lager dan diploma A vangen aan als 5e wtk in gageschaal G. - De aanvangsgage van de assistent werktuigkundige (die nog in opleiding is voor het diploma vaarbevoegdheid MM of hoger en die het takenboek nog moet bijhouden) bedraagt 2830,50. Na 1 jaar diensttijd: 2882,50. Na 2 jaar diensttijd wordt de ass. wtk, nog niet in het bezit van diploma MM, ingedeeld in loongroep G, aanvang.
26
Gagetabel officieren Stena Line per 1 november 2001 Loongroep
G
Aanvang na 1 jaar na 2 jaar na 3 jaar na 4 jaar na 5 jaar na 6 jaar na 7 jaar na 8 jaar na 9 jaar na 10 jaar na 11 jaar na 12 jaar na 13 jaar
3335,60 3392,20 3450,70 3511,50 3577,60 3644,90 3715,50 3792,80 3881,30 3965,30
H 3376,80 3437,90 3502,10 3569,90 3641,00 3715,10 3797,30 3881,30 3965,30 4103,10
I
J1
J2
3532,00 3631,70 3740,30 3856,70 3979,00 4103,10 4229,80 4357,10 4486,90 4629,80
3705,50 3834,40 3966,50 4100,90 4236,90 4374,90 4515,70 4656,60 4797,70 4938,90
3705,50 3834,40 3966,50 4100,90 4236,90 4374,90 4515,70 4656,60 4797,70 4938,90 5272,20 a 5438,10 a 5603,20 a 5768,50 a
J3 3705,50 3834,40 3966,50 4100,90 4236,90 4374,90 4515,70 4656,60 4797,70 4938,90 5079,70 5242,80
K1
K2
L
M
N
4282,70 4446,50 4612,50 4777,00 4942,30 5107,80 5272,20 5438,10 5603,20 5768,50 5938,30 c
4282,70 4446,50 4612,50 4777,00 4942,30 5107,80 5272,20
5386,80 5595,80 5805,60 6014,90 6224,00 6433,60 6643,40 6852,30 7062,20 7271,30 7481,60 b
6856,10 7123,90 7388,90 7646,20 7899,50 8153,50 8407,20 8661,10 8915,30 9169,10 9423,10
7614,60 7886,60 8158,90 8431,10 8702,20 8973,90 9246,70 9518,60 9790,60 10062,30 10334,20
a) Deze gages zijn inclusief de diplomaverhoging van 4% voor het bezit van diploma B resp. S2. Indien de 3e werktuigkundige resp. 2e stuurman in het bezit is van het diploma C resp. S1 wordt een diplomaverhoging van 4% toegekend. b) Geldt uitsluitend voor 1e stuurlieden. c) Geldt uitsluitend voor 2e stuurlieden in het bezit van het volledige vaarbevoegdheidsbewijs S1. - Bezitters van het zeevaartdiploma A alsmede degenen die de zeevaartopleiding middelbaar maritiem officier (diploma’s A en S3) hebben voltooid, vangen tenminste aan in de gageschaal I. - Voor officieren beneden de rang van 2e stuurman en 3e werktuigkundige in het bezit van de bevoegdheid in de tegendiscipline geldt tenminste de volgende gageschaal: aanvang 3736,80 na 1 jaar 3844,10 na 2 jaar 3959,90 na 3 jaar 4080,50 Behoudens eerdere promotie stromen deze officieren na 4 jaar door naar de eerstvolgende gage, behorend bij hun eigen discipline. - Wtk’s in het bezit van een vaarbevoegdheid lager dan diploma A vangen aan als 5e wtk in gageschaal G. - De aanvangsgage van de assistent werktuigkundige (die nog in opleiding is voor het diploma vaarbevoegdheid MM of hoger en die het takenboek nog moet bijhouden) bedraagt 2883,40. Na 1 jaar diensttijd: 2936,40. Na 2 jaar diensttijd wordt de ass. wtk, nog niet in het bezit van diploma MM, ingedeeld in loongroep G, aanvang.
27
Gagetabel officieren Stena Line per 1 januari 2002 Loongroep
G1
G2
G3
G4
G5
H1
H2
I1
J1
J2
J3
K1
K2
L1
N1
Aanvang
1513,60 1628,10 1709,80 1783,40 1840,70 1730,80 1805,20 1887,30 1979,00 1979,00 1979,00
2284,10
2284,10 2547,00
3598,40
na 1 jaar
1539,30 1655,60 1738,60 1813,30 1871,50 1761,80 1837,50 1940,00 2047,10 2047,10 2047,10
2370,70
2370,70 2645,70
3726,80
na 2 jaar
1565,90 1684,00 1768,30 1844,30 1903,30 1794,50 1871,40 1997,40 2117,00 2117,00 2117,00
2458,50
2458,50 2744,70
3855,30
na 3 jaar
1593,40 1713,50 1799,20 1876,40 1936,40 1828,90 1907,30 2058,90 2188,00 2188,00 2188,00
2545,40
2545,40 2843,50
3983,80
na 4 jaar
1623,40 1745,60 1832,80 1911,40 1972,40 1865,10 1944,90 2123,60 2259,90 2259,90 2259,90
2632,80
2632,80 2942,20
4111,70
na 5 jaar
1654,00 1778,30 1867,00 1946,90 2009,10 1902,70 1984,00 2189,20 2332,90 2332,90 2332,90
2720,30
2720,30 3041,10
4239,90
na 6 jaar
1686,00 1812,50 1902,90 1984,30 2047, 50 1944,50 2027,50 2256,10 2407,30 2407,30 2407,30
2807,20
2807,20 3140,10
4368,70
na 7 jaar
1721,10 1850,10 1942,20 2025,10 2089,60 1987,20 2071,90 2323,40 2481,80 2481,80 2481,80
2894,90
3238,70
4497,00
na 8 jaar
1761,30 1893,10 1987,20 2071,90 2137,80 2029,90 2116,30 2392,10 2556,40 2556,40 2556,40
2982,20
3337,70
4625,40
na 9 jaar
1799,40 1933,80 2029,90 2116,30 2183,50 2099,90 2189,20 2467,60 2631,00 2631,00 2631,00
3069,60
3436,40
4753,60
na 10 jaar
2807,20 a 2705,50 3159,40 c
na 11 jaar
2894,90 a 2791,70
na 12 jaar
2982,20 a
na 13 jaar
3069,60 a
3535,70 b 4881,90
28
Gagetabel officieren Stena Line per 1 m ei 2002 Loongroep
G1
G2
G3
G4
G5
H1
H2
I1
J1
J2
J3
K1
K2
L1
N1
Aanvang
1525,90 1641,30 1723,60 1797,80 1855,60 1744,80 1819,80 1902,60 1995,00 1995,00 1995,00
2302,60
2302,60 2567,60
3627,50
na 1 jaar
1551,80 1669,00 1752,70 1828,00 1886,70 1776,10 1852,40 1955,70 2063,70 2063,70 2063,70
2389,90
2389,90 2667,10
3757,00
na 2 jaar
1578,60 1697,60 1782,60 1859,20 1918,70 1809,00 1886,60 2013,60 2134,10 2134,10 2134,10
2478,40
2478,40 2766,90
3886,50
na 3 jaar
1606,30 1727,40 1813,80 1891,60 1952,10 1843,70 1922,70 2075,60 2205,70 2205,70 2205,70
2566,00
2566,00 2866,50
4016,10
na 4 jaar
1636,50 1759,70 1847,60 1926,90 1988,40 1880,20 1960,70 2140,80 2278,20 2278,20 2278,20
2654,10
2654,10 2966,00
4145,00
na 5 jaar
1667,40 1792,70 1882,10 1962,70 2025,40 1918,10 2000,10 2206,90 2351,80 2351,80 2351,80
2742,30
2742,30 3065,70
4274,20
na 6 jaar
1699,70 1827,20 1918,30 2000,40 2064,10 1960,30 2043,90 2274,40 2426,80 2426,80 2426,80
2829,90
2829,90 3165,50
4404,10
na 7 jaar
1735,00 1865,10 1957,90 2041,50 2106,50 2003,30 2088,70 2342,20 2501,90 2501,90 2501,90
2918,30
3264,90
4533,40
na 8 jaar
1775,60 1908,40 2003,30 2088,70 2155,10 2046,30 2133,40 2411,50 2577,10 2577,10 2577,10
3006,40
3364,70
4662,90
na 9 jaar
1814,00 1949,50 2046,30 2133,40 2201,20 2116,90 2206,90 2487,60 2652,30 2652,30 2652,30
3094,50
3464,20
4792,10
na 10 jaar
2829,80 a 2727,40 3185,00 c
na 11 jaar
2918,30 a 2814,30
na 12 jaar
3006,40 a
na 13 jaar
3094,50 a
3564,30 b 4921,40
29
Gagetabel officieren Stena Line per 1 november 2002 Loongroep
G1
G2
G3
G4
G5
H1
H2
I1
J1
J2
J3
K1
K2
L1
N1
Aanvang
1550,90 1668,20 1751,90 1827,30 1886,00 1773,40 1849,60 1933,80 2027,70 2027,70 2027,70
2340,40
2340,40 2609,70
3687,00
na 1 jaar
1577,20 1696,40 1781,40 1858,00 1917,60 1805,20 1882,80 1987,80 2097,50 2097,50 2097,50
2429,10
2429,10 2710,80
3818,60
na 2 jaar
1604,50 1725,40 1811,80 1889,70 1950,20 1838,70 1917,50 2046,60 2169,10 2169,10 2169,10
2519,00
2519,00 2812,30
3950,20
na 3 jaar
1632,60 1755,70 1843,50 1922,60 1984,10 1873,90 1954,20 2109,60 2241,90 2241,90 2241,90
2608,10
2608,10 2913,50
4082,00
na 4 jaar
1663,30 1788,60 1877,90 1958,50 2021,00 1911,00 1992,90 2175,90 2315,60 2315,60 2315,60
2697,60
2697,60 3014,60
4213,00
na 5 jaar
1694,70 1822,10 1913,00 1994,90 2058,60 1949,60 2032,90 2243,10 2390,40 2390,40 2390,40
2787,30
2787,30 3116,00
4344,30
na 6 jaar
1727,60 1857,20 1949,80 2033,20 2098,00 1992,40 2077,40 2311,70 2466,60 2466,60 2466,60
2876,30
2876,30 3217,40
4476,30
na 7 jaar
1763,50 1895,70 1990,00 2075,00 2141,00 2036,20 2123,00 2380,60 2542,90 2542,90 2542,90
2966,20
3318,40
4607,70
na 8 jaar
1804,70 1939,70 2036,20 2123,00 2190,40 2079,90 2168,40 2451,00 2619,40 2619,40 2619,40
3055,70
3419,90
4739,40
na 9 jaar
1843,70 1981,50 2079,90 2168,40 2237,30 2151,60 2243,10 2528,40 2695,80 2695,80 2695,80
3145,20
3521,00
4870,70
na 10 jaar
2876,30 a 2772,10 3237,20c
na 11 jaar
2966,20 a 2860,50
na 12 jaar
3055,70 a
na 13 jaar
3145,20 a
3622,80 b 5002,10
30
Gagetabel officieren Stena Line per 1 mei 2003 Loongroep
G1
G2
G3
G4
G5
H1
H2
I1
J1
J2
J3
K1
K2
L1
N1
Aanvang
1564,20 1682,50 1767,00 1843,00 1902,20 1788,70 1865,50 1950,40 2045,10 2045,10 2045,10
2360,50
2360,50 2632,10
3718,70
na 1 jaar
1590,80 1711,00 1796,70 1874,00 1934,10 1820,70 1899,00 2004,90 2115,50 2115,50 2115,50
2450,00
2450,00 2734,10
3851,40
na 2 jaar
1618,30 1740,20 1827,40 1906,00 1967,00 1854,50 1934,00 2064,20 2187,80 2187,80 2187,80
2540,70
2540,70 2836,50
3984,20
na 3 jaar
1646,60 1770,80 1859,40 1939,10 2001,20 1890,00 1971,00 2127,70 2261,20 2261,20 2261,20
2630,50
2630,50 2938,60
4117,10
na 4 jaar
1677,60 1804,00 1894,00 1975,30 2038,40 1927,40 2010,00 2194,60 2335,50 2335,50 2335,50
2720,80
2720,80 3040,50
4249,20
na 5 jaar
1709,30 1837,80 1929,50 2012,10 2076,30 1966,40 2050,40 2262,40 2411,00 2411,00 2411,00
2811,30
2811,30 3142,80
4381,70
na 6 jaar
1742,50 1873,20 1966,60 2050,70 2116,00 2009,50 2095,30 2331,60 2487,80 2487,80 2487,80
2901,00
2901,00 3245,10
4514,80
na 7 jaar
1778,70 1912,00 2007,10 2092,80 2159,40 2053,70 2141,30 2401,10 2564,80 2564,80 2564,80
2991,70
3346,90
4647,30
na 8 jaar
1820,20 1956,40 2053,70 2141,30 2209,20 2097,80 2187,00 2472,10 2641,90 2641,90 2641,90
3082,00
3449,30
4780,20
na 9 jaar
1859,60 1998,50 2097,80 2187,00 2256,50 2170,10 2262,40 2550,10 2719,00 2719,00 2719,00
3172,20
3551,30
4912,60
na 10 jaar
2901,00 a 2795,90 3265,00 c
na 11 jaar
2991,70 a 2885,10
na 12 jaar
3082,00 a
na 13 jaar
3172,20 a
3654,00 b 5045,10
31 Gagetabel voor managers OBS per 1 januari 2000 Functie
minimum gage
maximum gage
catering services manager
6871,10
8560,50
retail manager
3942,40
5294,10
Gagetabel voor managers OBS per 1 september 2000 Functie
minimum gage
maximum gage
catering services manager
6974,20
8688,90
retail manager
4001,50
5373,50
Gagetabel voor managers OBS per 1 januari 2001 Functie
minimum gage
maximum gage
catering services manager
7092,80
8836,60
retail manager
4069,50
5464,80
Gagetabel voor managers OBS per 1 november 2001 Functie
minimum gage
maximum gage
catering services manager
7225,40
9001,80
retail manager
4145,60
5567,00
Gagetabel voor managers OBS per 1 januari 2002 Functie
minimum gage
maximum gage
catering services manager
3278,70
4084,80
retail manager
1881,20
2526,20
Gagetabel voor managers OBS per 1 mei 2002 Functie
minimum gage
maximum gage
catering services manager
3305,30
4117,90
retail manager
1896,40
2546,70
32 Gagetabel voor managers OBS per 1 november 2002 Functie
minimum gage
maximum gage
catering services manager
2700,00
3600,00
retail manager
2000,00
3000,00
Deze gages zijn "all-in", dus inclusief verhoging Stena Line en vergoeding voor overwerk. Bij door de maatschappij te beoordelen goed functioneren, zal jaarlijks op de 1e van de maand, waarin de benoeming heeft plaatsgevonden, de gage met 3% worden verhoogd tot het maximum is bereikt. Artikel 4. VERHOGING STENA LINE De maandgage wordt tot 1 januari 2002 verhoogd met de onderstaande percentages van de (maandgage + voedingsgeld), met dien verstande, dat ten aanzien van het personeel van de OBS voor de berekening van deze verhoging gagetabel A. wordt gehanteerd. Deze percentages bedragen: deck supervisor/bootslieden 2e stuurlieden nachtwacht DD en matrozen 4e werktuigkundigen nachtwacht MD 3e werktuigkundigen electriciëns scheepstechnicus handlanger md 3e stuurlieden 3e stuurlieden 5e werktuigkundigen motorlieden assistent deck supervisor
20% 16,5% 16,5% 16,5% 16,5% 16,5% 16,5% 16,5% 16,5% 16,5% 16,5% 16,5% 16,5%
assistant bootsman aankomend scheepstechnicus restaurantmanager zelfstandig werkende koks catering A.P.B. receptionisten bedienden A.D. winkelbedienden restaurantcoördinatoren hoofdwerktuigkundigen 2e werktuigkundigen 1e stuurlieden (chefkoks)
16,5% 16,5% 12% 12% 7% 7% 7% 7% 7% 7% 4% 4% 4%
16,5%
( ) Functie is niet meer in gebruik.
De betaling van deze verhoging vindt plaats ter vervanging van de betaling van toeslag- en overuren, zoals omschreven in het rapport inzake gagetoeslag SMZ d.d. 11 september 1987. Dit rapport is gehecht aan de tussen Stena Line en de FWZ afgesloten mantel-CAO. Met ingang van 1 januari 2002 wordt de verhoging Stena Line verwerkt in de gagetabel. Artikel 5. DIPLOMAVERHOGINGEN. De gages voor de 2e werktuigkundige 2e stuurman 3e werktuigkundige 3e stuurman
in het bezit van het diploma C; in het bezit van het diploma S1; (zie voetnoot "a" onder gagetabel) in het bezit van het diploma B; (zie voetnoot "a" onder gagetabel) in het bezit van het diploma S2;
zijn 4% hoger dan de gages vermeld in de gagetabel. Deze verhoging gaat in gevallen van aansluitend studeren, als genoemd in artikel 44 lid 3, eerst in nadat het studieverlof is beëindigd.
Artikel 6.
33 DIENSTTIJDVERHOGINGEN. 1. Voor elk jaar dat de schepeling in dezelfde rang of functie onafgebroken in dienst bij de rederij is, wordt hem een diensttijdverhoging toegekend tot het maximum genoemd in de gagetabel. 2. Tijdelijke werkzaamheid in hogere rang of functie geldt niet als onderbreking van de onafgebroken dienst in de aangegeven rang of functie; tijdelijke werkzaamheid in lagere rang of functie geldt evenmin als onderbreking. 3. Wanneer de dienst met toestemming der rederij wordt onderbroken en een gage of uitkering wordt genoten, worden de diensttijden voor en onmiddellijk na de onderbreking geacht aaneen te sluiten. 4. Eveneens worden de diensttijden geacht aaneen te sluiten indien een schepeling wederom een dienstverband aangaat met de rederij binnen 12 maanden nadat zijn voorgaand dienstverband met die rederij is beëindigd, anders dan op eigen verzoek. 5. Voor de toepassing van dit artikel wordt, onverminderd het bepaalde in lid 4, de officier die in een bepaalde rang bij een rederij in dienst treedt geacht bij deze rederij in onafgebroken dienst te zijn gedurende de helft van de in dezelfde rang reeds voorheen bij andere rederijen volbrachte diensttijd, echter nimmer langer dan 5 jaren. Op grond van de aldus berekende onafgebroken dienst wordt bepaald hoeveel diensttijdverhogingen hem bij de aanvang van zijn dienstverband worden toegekend, alsmede op welk tijdstip zijn eerstvolgende diensttijdverhoging zal ingaan. 6. Voor Nederlandse gezellen wordt ter bepaling van de gages de diensttijd op buitenlandse schepen behaald, gelijkgesteld aan die welke is behaald op Nederlandse schepen. 7. Voor managers OBS geldt een afwijkende regeling. Artikel 7 GAGE NA PROMOTIE. 1. Wanneer een gezel van 22 jaar of ouder of een officier ingevolge promotie in een hogere loongroep wordt ingedeeld, begint betrokkene met de aanvangsgage in de loongroep en zal de zogenaamde anciënniteitsdatum behorend bij de loongroep vóór promotie van kracht blijven, met dien verstande, dat de gage in de nieuwe loongroep met zoveel daarbij behorende diensttijdverhogingen wordt vermeerderd, dat de gage ná promotie hoger is, dan de gage vóór promotie, waarna bij het bepalen van de eerstvolgende anciënniteitsdatum rekening wordt gehouden met het aantal dagen, dat in de oude loongroep was opgebouwd na de laatstelijk toegekende anciënniteit en mits de maximum gage in de oude loongroep nog niet was bereikt. Vervolgens wordt na elk jaar diensttijd de volgende diensttijdverhoging in die loongroep toegekend. 2. Wordt een scheepsgezel van jonger dan 22 jaar in een andere loongroep geplaatst dan ontvangt hij de voor zijn leeftijd geldende gage in die groep. De jaarlijkse leeftijdverhogingen worden hierna op de gebruikelijke wijze toegepast. 3. Bij verandering van functie binnen eenzelfde loongroep behoudt de schepeling de reeds verworven diensttijdverhogingen in die groep. 4. Wanneer een tweede werktuigkundige promotie maakt tot hoofdwerktuigkundige, wordt zijn maandgage (verhoogd met diplomaverhoging) behorende bij de rang van tweede werktuigkundige (schaal L) fictief verhoogd met het door hem op het moment van promotie verdiende bedrag aan vaste overwerkvergoeding per maand, waarna inschaling plaatsvindt in de naastbijgelegen en hogere gageschaal zonder overwerkvergoeding voor hoofdwerktuigkundigen (schaal M zonder OWV). De vaste overwerkvergoeding per maand op het moment van promotie wordt als volgt berekend : m.s. Stena Hollandica n 24 weken maal 8 vaardagen is 192 vaardagen; n 192 maal het dagbedrag aan vaste overwerkvergoeding per vaardag op het moment van promotie is de vaste overwerkvergoeding op jaarbasis; Stena Discovery vanaf 01.01.1999 n (365-63) maal 6/9 vaardagen is 201 vaardagen; n 201 maal het dagbedrag aan vaste overwerkvergoeding per vaardag op het moment van promotie is de vaste overwerkvergoeding op jaarbasis n de vaste overwerkvergoeding op jaarbasis gedeeld door 12 is de vaste overwerkvergoeding per maand. N.B. Voor degenen die recht hebben op minder dan 9 weken periodiek verlof geldt een van het bovenstaande afwijkende berekening. Stena Discovery vanaf 01.01.2002 n 24 maal 8 vaardagen is 192 vaardagen; n 192 maal het dagbedrag aan vaste overwerkvergoeding per vaardag op het moment van promotie is de vaste overwerkvergoeding op jaarbasis n de vaste overwerkvergoeding op jaarbasis gedeeld door 12 is de vaste overwerkvergoeding per maand. 5. Wanneer een eerste stuurman promotie maakt tot kapitein wordt - voor zover als mogelijk - op overeenkomstige wijze gehandeld, als hiervoor onder 4. is gesteld voor de promotie van een tweede werktuigkundige tot hoofdwerktuigkundige.
34 Artikel 8. PENSIOENPREMIE. Het deel der pensioenpremie hetwelk ten laste van de werknemer komt, wordt op de gage gekort.
Artikel 9. WIJZIGING IN DE FUNCTIE-INHOUD. Partijen bij de CAO zullen zich periodiek beraden over het indelen in een loongroep van functies waarvan de inhoud zich heeft gewijzigd dan wel van functies die nog niet zijn opgenomen in de in artikel 2, genoemde schema's.
Artikel 10. TANTIÈMES, GRATIFICATIES. 1. Aan alle schepelingen kunnen boven de gages tantièmes en/of gratificaties worden toegekend. 2. Partijen worden met eventueel in te stellen premie-tantiemes en/of gratificatieregelingen in kennis gesteld.
Artikel 11. MINIMUM MAANDGAGE KOOPVAARDIJ 1. Indien de maandgage als bedoeld in art. 1, lid 4 volgens de gagetabel A van een scheepsgezel of de maandgage van een officier lager is dan de minimum maandgage koopvaardij, dan treedt deze minimum maandgage koopvaardij daarvoor in de plaats. 2. Op basis van de formule: 1,11 x het wettelijk minimum (jeugd) maandloon - het voedingsgeld per maand = de minimum maandgage koopvaardij wordt de minimum maandgage koopvaardij berekend. Artikel 12. VOEDING. 1. De rederij zorgt voor goede en verantwoorde voeding. VOEDINGGELD. 2. De schepeling heeft voor elke dag, dat hij aanspraak heeft op gage en de rederij hem niet de hoofdmaaltijd verstrekt, recht op voedingsgeld ten bedrage van de fiscale waarde hiervan (per 1-1-2000 f. 8,55 per 1-12001 f. 8,59 per 1-1-2002 € 4,05 per 1-1-2003 € 4,35). Artikel 13. VERBLIJFTOELAGE. 1. De schepeling heeft recht op een verblijfstoelage indien hij in opdracht van de rederij in Nederland werkzaamheden verricht, overeenkomstig onderstaande tabel:
per 1-01-2001 per 1-01-2002
Gezellen f 10,00 € 4,80*
Officieren f 14,80 € 7,10*
* Het eerste moment van betaling conform deze bedragen zal echter pas plaatsvinden met de presentie januari/ betaling februari 2002 in euro’s. 2.
3.
De schepeling heeft echter slechts recht op de helft van de verblijfstoelage: a.op de dag dat hij in Nederland aankomt of vanuit Nederland vertrekt; b.op de dag dat hij in opdracht van de rederij - anders dan aan boord van een schip - werkzaamheden moet verrichten in een periode, die korter is dan 4 uren. De schepeling heeft geen recht op de verblijfstoelage gedurende de dagen, waarop hij in een Nederlandse haven verblijft met een schip waarmede hij in die haven is aangekomen en voor hem de dienst aan boord aldaar niet eindigt. In deze periode zijn mede begrepen de dagen van aankomst in en van vertrek uit die haven. C. ARBEIDSVOORWAARDEN.
35
Artikel 14. DE AANSTELLING. 1. De individuele arbeidsovereenkomst wordt schriftelijk aangegaan voor onbepaalde tijd, onder vermelding van de datum waarop het dienstverband begint, alsmede van de rang/functie waarin de schepeling zal dienstdoen. 2. Indien, in afwijking van het bepaalde in lid 1, de rang/functie waarin de schepeling zal gaan dienstdoen niet in de individuele arbeidsovereenkomst is vermeld, dient deze in een aan de schepeling te verstrekken aanstellingsbrief te worden vastgelegd. 3. In afwijking van het gestelde in lid 1 kan een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd worden aangegaan. Partijen zullen overleg plegen in het geval dat Stena Line overweegt een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, langer dan één jaar aan te bieden. Herhaling van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met dezelfde persoon is mogelijk. Indien er sprake is van meer dan drie opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd met tussenpozen van minder dan drie maanden of in het geval de totale duur van de arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd meer dan drie jaar bedraagt, zal vervolgens een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd worden aangeboden. Een eenmalige arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van 3 jaar of langer kan eenmalig met maximaal 3 maanden worden verlengd. Tenzij de termijn van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd op korter dan één maand wordt gesteld dient de einddatum uiterlijk één maand tevoren expliciet schriftelijk te worden bevestigd, bij gebreke waarvan de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd op de afloopdatum wordt gewijzigd in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan niet worden aangegaan voor een rang/functie die door middel van (eventueel tijdelijke) promotie kan worden vervuld. In afwijking van het voorgaande wordt een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor een positie "tussen de rangen" na afloop niet omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Op verzoek van werknemerspartijen bij de CAO, doch niet meer dan twee maal per jaar, zal door de rederij een overzicht van de arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd worden verstrekt. 4. Bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst kunnen de volgende proeftijden bedongen worden. n Bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd maximaal 2 maanden n Bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd langer dan 2 jaar : maximaal 2 maanden n Bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd korter dan 2 jaar : maximaal 1 maand n Bij een arbeidsovereenkomst voor een bepaald project/een bepaalde situatie (bijv. ziekte) : maximaal 1 maand. 5. Eén exemplaar van de individuele arbeidsovereenkomst behoudt de rederij, het andere ontvangt de schepeling. 6. De schepeling stelt zich op eerste aanwijzing onmiddellijk beschikbaar om te worden gemonsterd op een door of namens de rederij aan te wijzen schip, hetwelk door de rederij of een daarmee gelieerde rederij wordt gereed. De rederij is bevoegd de schepeling over te plaatsen naar een ander schip dan waarop hij werd gemonsterd. Artikel 15. ARBEID DOOR OFFICIEREN TE VERRICHTEN. Aan officieren wordt geen arbeid opgedragen, welke niet strookt met de positie, welke zij aan boord bekleden; zulks ter beoordeling van de kapitein. Artikel 16. VEILIGHEID VAN OPVARENDEN, SCHIP EN/OF LADING. Alle bepalingen betreffende de arbeidsduur en de diensttijden kan de kapitein buiten toepassing stellen, wanneer de veiligheid van opvarenden, schip en/of lading dit naar zijn oordeel noodzakelijk maakt. Artikel 17. DOORLOPEN VAN ZEEWACHT (zie artikel 20 en artikel 39) De kapitein is bevoegd gezellen en officieren van de dekdienst en/of van de machinedienst ook na aankomst in een haven of op de rede zeewacht te doen lopen, wanneer de veiligheid van opvarenden, schip en/of lading dit naar zijn oordeel noodzakelijk maakt. In bijzondere omstandigheden kan de kapitein scheepsgezellen OBS bij d e zeewacht indelen. Indien van deze bevoegdheid wordt gebruik gemaakt, wordt dit met de reden, die hem daartoe noopte, in het scheepsdagboek vermeld. In de hierboven bedoelde gevallen is voor de tot het lopen van zeewacht aangewezen schepelingen de arbeidstijdenregeling geldend voor de zeedienst van toepassing.
36 DOORLOPEN VAN ZEEWACHT C.Q. TE LATE AANKOMST HSS TE HOEK VAN HOLLAND In het geval de kapitein gebruik maakt van zijn bevoegdheid om na aankomst van de HSS te Hoek van Holland door (een gedeelte van) de bemanning zeewacht te laten lopen, c.q. in het geval van te late komst van de HSS te Hoek van Holland zullen de volgende richtlijnen van toepassing zijn. 1. Indien de zeewacht vóór 02.00 uur eindigt, c.q. het schip vóór 02.00 uur aankomt, zullen de betrokken bemannings -leden hun vaar- en verlofschema op de gebruikelijke wijze vervolgen. 2. Indien de zeewacht nà 02.00 uur eindigt, c.q. het schip (naar verwachting) ná 02.00 uur aankomt (de gezagvoerder dient dit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk om 21.00 uur aan kantoor door te geven), wordt het dienstschema als volgt aangepast. n Ploeg A na 02.00 uur binnen n Ploeg B vaart in de daaropvolgende ochtenddienst uit n Ploeg A vaart in de daarop volgende middagdienst uit n Ploeg B vaart in de daaropvolgende ochtenddienst uit en n vervolgens wordt het normale schema weer vervolgd. n Ploeg B (de ploeg welke 24 uur af is) dient in verband hiermee bereikbaar te zijn. Een uitzondering op het bovenstaande kan gemaakt worden in het geval de zeewacht tussen 02.00 en 02.30 uur eindigt c.q. het schip tussen 02.00 en 02.30 uur binnenkomt. In een dergelijk geval kan besloten worden dat dezelfde ploeg de daaropvolgende morgen uitvaart, met dien verstande dat het tijdstip van vertrek dan met zoveel minuten wordt verlaat ( max. 30 minuten) als het schip ná 02.00 uur ‘s nachts is binnengekomen. De gezagvoerder neemt terzake een beslissing voor de gehele bemanning. Artikel 18. INDELING VAN GEZELLEN DEK- EN MACHINEDIENST. De indeling van de scheepsgezellen bij de zeewachten of bij de dagdienst en de aanwijzing tot het doen der verschillende diensten in de haven geschiedt door de kapitein of namens deze door de betrokken chef van dienst. Artikel 19. JONGENS. Vervallen. D. ARBEIDSTIJDENREGELING. 1. ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 20 VAAR- EN VERLOF SYSTEEM (zie artikel 17 en artikel 39) Alle schepen 1. Rouleren tussen de HSS en het vrachtschip / de vrachtschepen zal - eventueel met uitzondering van een zeer beperkt aantal personeelsleden - in principe niet plaatsvinden. Na verloop van tijd is overplaatsing op individuele basis tussen de HSS en het vrachtschip / de vrachtschepen wel mogelijk. 2. Het tekort aan opgebouwd verlof dat bij toepassing van dit rouleren ontstaat, komt voor rekening van de maatschappij. Compensatie van dit tekort aan opgebouwd verlof vindt plaats d.m.v. bijtelling van een als volgt vast te stellen hoeveelheid verlof per vaardag. Stena Discovery: het tekort aan opgebouwd verlof per jaar gedeeld door gemiddeld 201 (192 m.i.v. 1.1.2002) vaardagen per jaar. m.s. Stena Hollandica: het tekort aan opgebouwd verlof per jaar gedeeld door gemiddeld 192 vaardagen per jaar (bij 8 vaardagen per cyclus; in het geval van minder vaardagen per week uiteraard ook minder vaardagen per jaar). Zowel bij de vaststelling van het aantal negatieve verlofdagen bij varen op de Stena Discovery als bij varen op de Stena Hollandica is hierbij rekening gehouden met een gemiddelde van 40 werkdagen periodiek verlof e.d. op jaarbasis. In het geval er sprake is van meer of minder dan 201 c.q. 192 vaardagen per jaar, wordt er - ongeacht de oorzaak - meer of minder negatief verlof per jaar gecompenseerd. In het geval van tijdelijke waldienst (max. 2 weken), bijv. werkzaamheden in dok en het volgen van een cursus, zal de compensatie van negatieve verlofopbouw op dezelfde wijze plaatsvinden als bij het verrichten van dienst aan boord. In het geval men echter volgens de bovenvermelde vaar- en verlofsystemen dienst heeft gedaan, c.q. verlof heeft genoten en het verloftegoed bij ontslagname (op eigen verzoek van de zeevarende, of bij ontslag wegens dringende redenen) in de loop van het jaar, een negatief saldo vertoont als gevolg van het op voorhand en op schriftelijk verzoek van de zeevarende verleende verlof, zal het teveel genoten (negatief) verlof worden verrekend via de eindafrekening. Bij pensionering geldt deze verrekeningsbepaling niet. 3. Bij bovenvermelde vaar- en verlofsystemen is rekening gehouden met 40 werkdagen periodiek verlof
37
4.
e.d. op jaarbasis. Aan degenen, die meer dan 40 werkdagen periodiek en ander vast verlof (geen compensatieverlof) hebben (zgn. leeftijdverlof e.d.) zal boven het in de leden 2 en 7 vermelde periodiek verlof op jaarbasis, extra periodiek verlof worden toegekend. Bij de bepaling van de grootte van de bovenrol voor ziekte, wordt uitgegaan van het gemiddeld ziekteverzuim per functie/per jaar. In het geval van een excessief hoog ziekteverzuim moet een beroep kunnen worden gedaan op de eigen medewerkers die met verlof zijn. Hierbij wordt uitgegaan van een maximale oproepfrequentie van 7 reizen van 24 uur per jaar, waarbij deze extra reizen gecompenseerd zullen worden op het moment dat het ziekteverzuim beneden het gemiddelde op jaarbasis ligt. Er zal naar worden gestreefd dit verlof binnen zes maanden na het ontstaan te verlenen.
m.s. Stena Hollandica 5. Op het m.s. Hollandica wordt dienst gedaan volgens het week-op/week-af systeem (8 werkdagen, 6 verlofdagen). 6. In het week-op/week-af systeem zal op jaarbasis 24 weken aan boord worden dienst gedaan en 28 weken vrijaf gegeven worden, waarvan 5 weken periodiek verlof, op te nemen in een onafgebroken periode van 3 weken en een onafgebroken periode van 2 weken. 7. Scheepsgezellen die afkomstig zijn uit Spanje, Portugal of de Republiek Kaapverdië en per 1-1-1991 in dienst zijn zullen op het m.s. Stena Hollandica dienstdoen volgens de volgende vaar/verlofsystemen: a. Indien zij in Nederland woonachtig zijn: week-op/week-af. Hierbij wordt de mogelijkheid geboden van een periode van drie en een periode van twee weken periodiek verlof of één aaneengesloten periode van zes weken periodiek verlof. b. Indien zij in Spanje, Portugal of de Republiek Kaapverdië woonachtig zijn: vijf maanden onafgebroken aan boord, gevolgd door 2,5 maand verlof. 8. Bij de invulling van het werkschema op het m.s. Stena Hollandica wordt uitgegaan van de volgende uitgangspunten: - Een aaneengesloten periode van 8 uur rust per etmaal tussen 12.00 uur van de ene dag en 12.00 uur van de daaropvolgende dag. - Onvoorziene omstandigheden voorbehouden een werktijd van 8 uur en maximaal 2,5 uur overwerk per etmaal. - Voor het personeel van de dek- en machinedienst een 4 uur op en 8 uur af wachtsysteem. Het personeel van de dek- en machinedienst zal op zaterdag en zondag in principe maximaal 8 uur worden ingezet. 9. Onvoorziene omstandigheden voorbehouden, zal op het m.s. Stena Hollandica tot tenminste 1 april 2000 het week op/af-systeem van kracht blijven, met dien verstande dat er van uitgegaan zal worden, dat men maximaal 1 week (8 werkdagen) aan boord dienst zal doen, gevolgd door 1 week (6 verlofdagen) verlof. Stena Discovery (HSS) 10. Op de Stena Discovery zal per 1 januari 2002 een nieuw vaar- en verlofschema worden ingevoerd, te weten de ‘verhouding 8 op / 6 af’ met als vertrekpunt het rooster 6 op / 6 af, wat neerkomt op gemiddeld 192 vaardagen per jaar. Om dit nieuwe vaar- en verlofschema te kunnen uitvoeren, dienen zeevarenden tijdens een periode van 6 dagen af ingeroosterd te kunnen worden om te varen met dien verstande dat een dergelijke inroostering beperkt blijft tot maximaal twee dagen ter vervanging van een collega, die vakantie geniet dan wel een cursus volgt. Bij calamiteiten, zoals bijvoorbeeld ziekte, kan een dergelijke inroostering uitgebreid worden tot in principe maximaal 3 dagen. Wanneer het aantal actieve dagen van een zeevarende in een jaar op meer of minder dan 192 dagen uitkomt, zal hiermee in het daarop volgende jaar in de planning rekening gehouden worden. Het negatieve verlof van 21 dagen, dat vanaf 1 januari 2001 ook op de Discovery van toepassing is als gevolg van het nieuwe vaar- en verlofschema, zal niet meer in het reglement genoemd worden. Wel blijft de huidige systematiek van het per kalenderdag een vast percentage terugverdienen van het negatief verlof van 0,0575 (21/365) gehandhaafd. Het periodiek verlof wordt dus niet met het negatief verlof uitgebreid. 11. Op de Stena Discovery wordt t/m 31.12.1998 dienst gedaan volgens het 2 weken op / 1 week af (14 dagen varen / 7 dagen verlof)-systeem. Gedurende de 2 weken op is er sprake van 7 cycli van avonddienst - ochtenddienst - 24 uur af (dag op/dag af).
M.i.v. 1 ja half jaar worden geëvalueerd. 12. Op de Stena Discovery wordt m.i.v. 1 januari 1999 dienstgedaan volgens een 6 dagen op / 3 dagen af (6 dagen varen / 3 dagen verlof)-systeem. Gedurende de 6 dagen op is er sprake van 3 cycli van avonddienst - ochtenddienst - 24 uur af (dag op/dag af). M.i.v. 1 januari 2002 wordt dienst gedaan volgens de verhouding 8 dagen op / 6 dagen af, wat neerkomt op gemiddeld 192 vaardagen per jaar. Het rooster 6 dagen op / 6 dagen af dient hierbij als vertrekpunt. Tijdens een periode van 6 dagen af kunnen zeevarenden ingeroosterd worden. Deze inroostering blijft bij vervanging van een collega die
38 vakantie geniet of een cursus volgt, beperkt tot maximaal twee dagen. Bij calamiteiten, zoals bijvoorbeeld ziekte, kan de inroostering uitgebreid worden tot in principe maximaal drie dagen. Wanneer het aantal actieve dagen van een zeevarende in een jaar op meer of minder dan 192 dagen uitkomt, zal hiermee in de planning van het daarop volgende jaar rekening worden gehouden. De rederij verzorgt tussen de avond- en ochtenddienst de overnachting in het "bemanningshotel" aan de wal te Hoek van Holland. 13. Door degenen, die volgens het in lid 10 vermelde vaar- en verlofsysteem dienst doen, kan het volgende periodiek verlof per jaar worden opgenomen. n 9 weken door degenen, die op 01.12.1996 reeds in dienst waren. n 6 weken + 1 extra dag verlof per dienstjaar - met een maximum van 5 dagen - door degenen, die nà 01.12.1996 in dienst zijn getreden. 14. Ter uitvoering van het in lid 10 en lid 11 vermelde vaar- en verlofsysteem worden drie bemanningsploegen plus bovenrol ingezet. Met betrekking tot het personeel van de OBS is de basisbezetting van de ploegen van 1-1-1999 gekoppeld aan een passagiersaantal van maximaal 1000 in plaats van aan de totale passagiers) vervoerscapaciteit. De hierdoor beschikbaar komende personeelsleden kunnen op vrijwillige basis volgens een afwijkend - vast - schem a worden ingedeeld. Deze afwijkende schema’s zullen na een jaar worden geëvalueerd. 15. Scheepsgezellen, die afkomstig zijn uit en woonachtig zijn in Spanje, Portugal of de Republiek Kaapverdië zullen op het Stena Discovery dienst doen volgens de volgende vaar- en verlofsystemen: a. Vijf maanden onafgebroken het zgn. dag-op/dag-af systeem, waarbij sprake is van avonddienst ochtenddienst - 24 uur af, gevolgd door 2,5 maand verlof. Hierbij verzorgt de rederij niet alleen de overnachting tussen de avond- en ochtenddienst, maar ook tijdens de 24 uur af in het "bemanningshotel" aan de wal te Hoek van Holland. 16. In afwijking van het bepaalde in de leden 10, 11 en 12 geldt voor de hoofdkassiers en accommodatietechnici op het Stena Discovery het volgende. a. De hoofdkassiers aan boord van het Stena Discovery zullen tot nader order gedurende 48 weken per jaar dienst doen volgens het week-op/week-af-systeem (7 dagen varen / avonddienst + 7 dagen verlof). Het periodiek verlof per jaar bedraagt 5 weken (waaronder 1 week af). Van het uit dit systeem voortvloeiende negatief verlof zullen 24 dagen door betrokkenen worden gecompenseerd door middel van de aanwending van overuren. Hierbij zal - met terugwerkende kracht tot 02.06.1997 - de zgn. tijd-voor-tijd systematiek worden gehanteerd. Het resterende negatief verlof neemt Stena Line voor haar rekening. b. De accommodatie-technici kunnen een keus maken uit: - De onder lid 14 a. ten behoeve van de hoofdkassiers vermelde overeengekomen regeling, waarbij in het geval van een tekort aan t.v.t.-uren e.e.a. zal worden aangevuld d.m.v. inlevering van PVdagen of - Een systeem van 8 dagen varen / 6 dagen verlof gedurende 48 weken per jaar. Het uit dit systeem voortvloeiende negatief verlof neemt Stena Line voor haar rekening.
DEELTIJDARBEID. Stena Line zal zich in principe positief opstellen ten opzichte van het varen in deeltijd door zeevarenden. Verzoeken hiertoe zullen op individuele basis beoordeeld worden. Bij deze beoordeling zullen criteria, zoals het van toepassing zijnde vaar- en verlofschema, de functie, het aantal medewerkers per functie e.d. een rol spelen.
Artikel 21. AANVANG ARBEIDSDAG, RUSTTIJDEN EN ONDERBREKINGEN. 1. De kapitein, of namens deze de betrokken chef van dienst, regelt de aanvang van de arbeidsdag, de duur van de rusttijden, alsmede de onderbrekingen voor het gebruik der maaltijden. Als onderbreking gelden slechts perioden van tenminste een half uur. 's Morgens en 's middags worden de schepelingen in de gelegenheid gesteld gedurende een redelijke tijd koffie of thee te gebruiken. 2. In afwijking van de dagen maandag t/m zaterdag worden op zondag de werkzaamheden zoveel mogelijk beperkt tot hetgeen noodzakelijk is. Hieronder is bijvoorbeeld te verstaan hetgeen verband houdt met het waarnemen en het overgeven van de wachten, hetgeen nodig is voor de bediening en verzorging van de bemanning en passagiers en hetgeen nodig is voor de goede gang van huis houdelijke zaken aan boord. Artikel 22. TIJDSTIP AANKOMST, RESPECTIEVELIJK VERTREK. 1. Een schip is aangekomen op het tijdstip, waarop het is afgemeerd, of ten anker gekomen, op de plaats van bestemming.
39 2.
3.
Een schip is vertrokken op het tijdstip, waarop het is ontmeerd, of anker-op is gegaan, tenzij dit is geschied met de bedoeling om binnen een afstand van 20 mijl opnieuw af te meren, of ten anker te gaan (z.g. verhalen of verstomen). De havendienst gaat in te 00.00 uur van de dag volgende op de dag, waarop het schip is aangekomen. De zeedienst gaat in te 00.00 uur van de dag, waarop het schip vertrekt. Artikel 23.
ALGEMENE BEPALINGEN BETREFFENDE OVERWERK. 1. Een ieder aan wie de kapitein overwerk opdraagt, dient dit te verrichten. 2. Tot betaling van overwerk kan (kunnen) geen aanleiding geven: a. het waarnemen van de stille wachten en het "stand-by" blijven; b. werkzaamheden die, ter voorkoming van onmiddellijk gevaar voor opvarenden, schip en/of lading, naar het oordeel van de kapitein, niet kunnen worden uitgesteld tot de volgende werkdag; c. het normale - incidentele - toezicht op de gewone onderhoudswerkzaamheden die door de scheepsgezellen worden verricht en het normale - incidentele - toezicht, nodig bij de gewone gang van zaken aan boord, hetwelk de officieren uit hoofde van hun functie behoren te houden. Artikel 24. VAST AANTAL OVERUREN EN BIJSLAG. 1. De overwerk c.q. toeslagregelingen krachtens de artikelen 27, 30 en 35 zijn niet van toepassing op de functies : - hoofdwerktuigkundige; - 2e werktuigkundige; - 1e stuurman; - onderhoudswerktuigkundige/elektricien a/b van het Stena Discovery. - manager OBS 2. Met inachtneming van het bepaalde in lid 4 worden als compensatie voor alle gemaakte overuren en toeslagen toegekend: Aan boord van het m.s. Stena Hollandica - aan de 1e stuurman in dienst van de rederij een vast aantal overuren van 50 per maand, zomede een bijslag van 5% van (de maandgage + voedingsgeld per maand); - aan de 2e werktuigkundige in dienst van de rederij een vast aantal overuren van 46 per maand, zomede een bijslag van 5% van (de maandgage + voedingsgeld per maand). - aan zowel de onderhoudswerktuigkundigen als de elektriciens een vaste overwerkvergoeding op basis van 46 overuren per maand. Aan boord van de Stena Discovery: - De vóór 02.06.1997 reeds in bovenvermelde functies aangestelde zeevarenden behouden hun bovenvermelde (oude) rechten, met dien verstande, dat schrijven van overwerk naast de vaste overwerkvergoeding niet (langer) mogelijk is. - De van 02.06.1997 af in bovenvermelde functies aangestelde zeevarenden zullen een vaste overwerkvergoeding op basis van 17 uur per maand ontvangen alsmede een bijslag van 5% van (de maandgage + voedinggeld per maand). Het vast aantal overuren en de bijslag worden uitsluitend toegekend over de dagen waarop betrokkene, met het oogmerk dienst te doen aan boord van een schip - niet zijnde een opliggend schip - aanwezig is. Voor het vaste aantal overuren wordt per uur uitbetaald 150% van de uurverdienste. Vanaf 1 juni 2000 is bovenop de vaste overwerkvergoeding van 17 uur per maand voor de 1 e stuurman en 2e werktuigkundige een zogenoemde ‘ toeslag specifieke situatie Discovery’ van toepassing van 27 uur voor de 1e stuurman en 23 uur voor de 2 e werktuigkundige. Hiermee is de totale vergoeding voor de Stena Discovery gelijk getrokken met die van de Stena Hollandica, te weten 50 uur voor de 1 e stuurman en 46 uur voor de 2e werktuigkundige 3. De beloning van de hoofdwerktuigkundige is inclusief de eventuele extra uren die hij maakt. 4. De beloning van de manager OBS is inclusief eventueel overwerk, toeslaguren en de verhoging Stena Line. 5. Voor de dienst op schepen in aanbouw kunnen in overleg tussen partijen afwijkende regelingen worden getroffen. 6. Indien de hoofdwerktuigkundige als bedoeld in lid 1 bij de zeewachten is ingedeeld, of de 1e stuurman, of de 2e werktuigkundige op zee boven de 8-uren zeewacht, extra zeewacht moet vervullen ten gevolge van ziekte of een ongeval van wachtbevoegde officieren wordt hem voor het aantal extra wachturen overwerkvergoeding op grond van het bepaalde in artikel 27 lid 2, toegekend. Artikel 25.
40 GEEN AFZONDERLIJKE BETALING TOESLAGUREN E.D. Voor zover de dienst aan boord nog niet is geëindigd c.q. aangevangen vindt er geen afzonderlijke betaling plaats voor: 1. toeslaguren; 2. overuren - liggende binnen de eerste acht gewerkte uren - op dagen van aankomst en/of vertrek. De vergoeding voor deze uren is begrepen in de in art. 4 genoemde percentages.
Artikel 26. BEDIENDEN ALGEMENE DIENST WOONACHTIG BUITEN NEDERLAND. De artikelen 4 en 25 vinden geen toepassing ten aanzien van de bedienden algemene dienst die buiten Nederland woonachtig zijn. Voor hen geldt het bepaalde in de artikelen 30 en 35. Artikel 27. OVERWERK EN TARIEVEN. 1. Overwerk is werk dat - met inachtname van het bepaalde in het artikel 21, lid 2 - wordt verricht nadat de normale arbeidsduur is volbracht. 2. Voor een uur overwerk wordt betaald op: a. werkdagen: voor elk der eerste 2 overuren: 135% van de uurverdienste; voor elk der volgende overuren: 150% van de uurverdienste; b. zaterdagen: voor elk der overuren: 150% van de uurverdienste; c. zondagen: voor elk der overuren: 200% van de uurverdienste. II. BEREKENING EN VERREKENING. Artikel 28 BEREKENING VAN HET OVERWERK. De berekening van het overwerk geschiedt per uur, waarbij een overblijvend gedeelte van een uur geldt voor een vol uur, behalve wanneer de werkzaamheden worden verricht in onmiddellijke aansluiting aan de normale arbeidsduur. In dit geval wordt de voortgezette arbeid berekend per half uur waarbij een overblijvende periode van minder dan 30 minuten geldt voor een half uur. Artikel 29 VERREKENING VAN DE GAGE, HET OVERWERK, DE TOESLAGEN ENZ. 1. De verrekening van de gage, het overwerktegoed, de toeslagen en andere geldelijke vergoedingen geschiedt maandelijks overeenkomstig een bij de rederij gevolgde vaste gewoonte. De rederij brengt geen verandering in de door haar gevolgde vaste gewoonte dan nadat hierover overleg heeft plaats gevonden tussen partijen bij de CAO. 2. Onverminderd het bepaalde in het vorig lid kan overwerk ter tijd voor tijd verrekening worden gereserveerd, indien de rederij en de schepeling daarmee instemmen, of indien bijzondere omstandigheden zich voordoen en met het oog daarop tussen partijen bij de CAO een regeling is getroffen. 3. Heeft "tijd-voor-tijd"-verrekening van het overwerktegoed plaats, dan wordt de geldelijke waarde van het tegoed voor elke dag vrijaf, verminderd met 1 x de op het moment van verrekening geldende daggage bedoeld in artikel 1, lid 6, vermeerderd met het in artikel 12 lid 2 genoemde voedingsgeld, alsmede, tot 1 januari 2002, met de in artikel 4 vermelde verhoging Stena Line.
41 III. DIENST IN DE HAVEN OF OP DE REDE. (HAVENDIENST) Artikel 30 NORMALE ARBEIDSDUUR PER ETMAAL. 1. Tijdens havendienst op dagen wanneer het schip gedurende een geheel etmaal in de haven ligt, is de normale arbeidsduur per etmaal op: a. werkdagen: 8 uren, als regel liggende tussen 06.00 uur en 18.00 uur; b. zaterdagen en zondagen: 0 uren. 2. De normale arbeidsduur vangt aan op het tijdstip waarop voor het eerst in het etmaal werk wordt gevorderd en eindigt zodra 8 uren werk zijn verricht. 3. In de thuishaven vangt het werk bij voorkeur niet voor 08.00 uur aan. 4. Voor werk gevorderd tijdens de normale arbeidsduur wordt een toeslag gegeven indien het wordt verricht voor 06.00 uur of na 18.00 uur. De toeslag bedraagt 60% van de uurverdienste indien artikel 25 niet van toepassing is. Artikel 31 STILLE WACHTEN IN NEDERLAND EN/OF IN DE THUISHAVEN. 1. In Nederlandse havens mag aan de officier en de scheepsgezel dek- en machinedienst het waarnemen van stille wacht worden opgedragen. 2. De eerste stille wacht na aankomst zal uiterlijk ingaan : twee uren na het tijdstip van aankomst, doch op werkdagen niet eerder dan 10.00 uur. De in dit lid bedoelde eerste stille wacht zal tenminste 6 uren duren; hiervan kan naar redelijkheid, rekening houdend met de belangen van de betrokkenen, worden afgeweken. 3. De stille wacht wordt op toerbeurt gelopen. 4. De door de officier resp. scheepsgezel dek- en machinedienst waar te nemen stille wacht zal een aaneengesloten periode van 24 uren duren. Hiervan kan worden afgeweken in verband met het tijdstip van aankomst en/of vertrek van het schip, dan wel, indien dit voor de officier niet ongunstiger is. 5. Iedere periode van 24 uren stille wacht zal, tenzij dit door het vertrek van het schip niet mogelijk is, door een periode van tenminste 24 uren vrijaf worden gevolgd. 6. 24 Uren stille wacht geven recht op één kalenderdag vrijaf. 24 Uren stille wacht op zaterdag geven recht op een extra halve kalenderdag vrijaf. 24 Uren stille wacht op zondag geven recht op een extra kalenderdag vrijaf. Stille wachten die korter duren dan 24 uur worden proportioneel vergoed. 7. Indien de hoofdwerktuigkundige of de eerste stuurman met het waarnemen van de stille wacht is belast, heeft hij recht op de hiervoor geldende vergoeding. Artikel 32 STILLE WACHTEN IN HET BUITENLAND. 1. De schepelingen zijn gehouden aan boord te blijven zolang zij geen toestemming van de kapitein hebben om aan de wal te gaan. Wordt een gevraagde toestemming geweigerd, dan moet de kapitein de redenen in het scheepsdagboek vermelden. 2. In elke buitenlandse haven moet stille wacht worden gelopen, tenzij de veiligheid van opvarenden, schip en/of lading op andere wijze voldoende gewaarborgd is. In dit geval kan het lopen van stille wacht achterwege blijven. 3. Stille wacht wordt gelopen vanaf het tijdstip van aankomst van het schip tot aan het vertrek. De beslissing géén stille wacht te lopen geldt voor dezelfde periode, doch kan in bijzondere gevallen tussentijds worden herzien. 4. De stille wacht wordt op toerbeurt gelopen. 5. De door de officier of schepeling dek- en machinedienst waar te nemen stille wacht zal een aaneengesloten periode van 24 uren duren. In verband met de tijd van aankomst of van vertrek van het schip kan deze periode worden verkort of verlengd, doch een eventuele verlenging mag niet meer bedragen dan 12 uren. 6. Alle uren van de stille wacht worden vergoed, uitgezonderd de uren van de normale arbeidsduur en de uren waarvoor overwerkvergoeding is verschuldigd. 7. Op maandag tot en met zaterdag wordt elk op toerbeurt waargenomen uur stille w acht vergoed met 30% van de uurverdienste. Op zondag worden drie uren op toerbeurt waargenomen stille wacht gecompenseerd met één uur vrijaf in Nederland.
42 8.
9.
10.
De vergoeding voor elk uur buiten toerbeurt waargenomen stille wacht bedraagt op: a. werkdagen : 67,5% van de uurverdienste; b. zaterdagen: 75 % van de uurverdienste; c. zondagen : 100 % van de uurverdienste. De hoofdwerktuigkundige en de eerste stuurman behoeven alleen bij de stille wacht te worden betrokken als zij minder dan drie officieren onder zich hebben, die met het waarnemen van de stille wacht kunnen worden belast. Indien de hoofdwerktuigkundige of de eerste stuurman met het waarnemen van de stille wacht is belast, heeft hij recht op de hiervoor geldende vergoeding. Eventueel door deze officieren gedurende hun stille wacht gemaakte overuren worden niet in mindering gebracht op het aantal te vergoeden stille wacht uren. Artikel 33
STAND-BY BLIJVEN IN HET BUITENLAND. 1.
2.
Indien een officier of een scheepsgezel van de dek- en machinedienst gedurende één of meerdere uren stand-by moet blijven, is hiervoor per uur een vergoeding verschuldigd van: a. op werkdagen : 67,5% van de uurverdienste; b. op zaterdagen : 75 % van de uurverdienste; c. op zondagen : 100 % van de uurverdienste. Indien de periode van "Stand-by blijven", tezamen met de onmiddellijk er aan voorafgaande en/of onmiddellijk er op volgende gewerkte uren, minder dan 4 uren bedraagt, worden 4 standby-uren vergoed, op welke 4 uren in mindering worden gebracht de in deze periode gewerkte uren. IV. DIENST OP ZEE EN OP DAGEN VAN AANKOMST EN/OF VERTREK (ZEEDIENST). Artikel 34
AANTAL BENODIGDE OFFICIEREN. Met uitzondering van bepaalde omstandigheden moeten op zee de voor het driewachtenstelsel benodigde officieren aan boord zijn. Wanneer echter door het ontbreken van één of meer officieren geen drie wachten worden gelopen, ondergaat daardoor de in artikel 35 bepaalde normale arbeidsduur per etmaal geen verandering. Aan boord van de HSS doen de officieren gedurende een ‘roundtrip’ (Hoek van Holland - Harwich v.v.) onafgebroken - met uitzondering van een schafttijd van minimaal een half uur- dienst c.q. lopen wacht. Artikel 35 NORMALE ARBEIDSDUUR. 1. Tijdens zeedienst is de normale arbeidsduur, zaterdagen en zondagen inbegrepen, 8 uren. De normale arbeidsduur vangt aan op het tijdstip waarop voor het eerst in het etmaal werk wordt gevorderd en eindigt zodra 8 uren werk zijn verricht. De dag van aankomst en/of vertrek wordt als zeedienst aangemerkt. 2. Indien tijdens de normale arbeidsduur op a. werkdagen voor 06.00 uur of na 18.00 uur b. zaterdagen c. zondagen werk wordt gevorderd, bestaat, indien artikel 25 niet van toepassing is, met inachtneming van het bepaalde in lid 3, recht op een toeslag. Op werkdagen en zaterdagen bedraagt deze toeslag 60% en op zondagen 100% van de uurverdienste. 3. De volgende werkzaamheden komen echter niet voor toeslag in aanmerking en zijn derhalve niet in de vaste toeslagpercentages inbegrepen : a. hetgeen - naar het oordeel van de kapitein - ter voorkoming van onmiddellijk gevaar voor opvarenden, schip en/of lading niet kan worden uitgesteld tot de volgende werkdag; b. hetgeen nodig is voor de goede gang van huishoudelijke zaken aan boord, waaronder begrepen de bediening e n de verzorging van de opvarenden; c. hetgeen nodig is voor en dat verband houdt met het waarnemen van de wachten; d. hetgeen nodig is voor en dat verband houdt met aankomst en/of vertrek van het schip en het embarkeren en/of debarkeren van passagiers.
43 E. VERLOF Artikel 36 VAKANTIETOESLAG. 1. De schepeling heeft voor elke maand dienstverband aanspraak op een vakantie-toeslag. Gedeelten van een maand worden proportioneel in aanmerking genomen. De vakantietoeslag wordt twee keer per jaar uitbetaald, t.w. in juni (over de voorafgaande periode december t/m mei) en in december, over de voorgaande periode juni t/m november. De vakantietoeslag bedraagt 8% van de in de maand van uitbetaling geldende (maandgage + voedingsgeld + tot 1 januari 2002 verhoging Stena Line). De minimum vakantietoeslag bedraagt : Per 1 januari 2000 voor
per maand
per jaar
16 jarigen
120,40
1445,30
17 jarigen
132,40
1589,20
18 jarigen
156,50
1878,50
19 jarigen
180,60
2167,30
20 jarigen
204,70
2456,40
21 jarigen
228,80
2745,50
22 jarigen en ouder
240,90
2890,00
per maand
per jaar
16 jarigen
122,20
1467,00
17 jarigen
134,40
1613,00
18 jarigen
158,80
1906,70
19 jarigen
183,30
2199,80
20 jarigen
207,80
2493,20
21 jarigen
232,20
2786,70
22 jarigen en ouder
244,50
2933,40
Per 1 september 2000 voor
Per 1 januari 2001 voor
per maand
per jaar
16 jarigen
124,30
1491,90
17 jarigen
136,70
1640,40
18 jarigen
161,50
1939,10
19 jarigen
186,40
2237,20
20 jarigen
211,30
2535,60
21 jarigen
236,10
2834,10
22 jarigen en ouder
248,70
2983,30
44
Per 1 november 2001 voor
per maand
per jaar
16 jarigen
126,60
1519,80
17 jarigen
139,30
1671,10
18 jarigen
164,50
1975,40
19 jarigen
189,90
2279,00
20 jarigen
215,30
2583,00
21 jarigen
240,50
2887,10
22 jarigen en ouder
253,40
3039,10
per maand
per jaar
16 jarigen
57,40
689,70
17 jarigen
63,20
758,30
18 jarigen
74,60
896,40
19 jarigen
86,20
1034,20
20 jarigen
97,70
1172,10
21 jarigen
109,10
1310,10
22 jarigen en ouder
115,00
1379,10
per maand
per jaar
16 jarigen
57,90
695,30
17 jarigen
63,70
764,40
18 jarigen
75,20
903,70
19 jarigen
86,90
1042,60
20 jarigen
98,50
1181,60
21 jarigen
110,00
1320,70
22 jarigen en ouder
115,90
1390,30
Per 1 januari 2002 in euro voor
Per 1 mei 2002 in euro . voor
45 Per 1 november 2002 in euro Voor
2.
per maand
per jaar
16 jarigen
58,80
706,70
17 jarigen
64,70
776,90
18 jarigen
76,40
918,50
19 jarigen
88,30
1059,70
20 jarigen
100,10
1201,00
21 jarigen
111,80
1342,40
22 jarigen en ouder
117,80
1413,10
Voorzover de vakantietoeslag is begrepen in de uitkeringen krachtens de Ziektewet en de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering, bestaat geen aanspraak op deze toeslag jegens de rederij over dagen waarop genoemde uitkeringen worden toegekend. Artikel 37
VERLOF TER COMPENSATIE VAN DE ZATERDAG EN ZONDAG. 1. Voor elke zaterdag en voor elke zondag waarop de schepeling i.v.m. zijn dienstbetrekking buiten Nederland verblijft, wordt hem per dag een werkdag compensatieverlof toegekend. 2. Voor elke zaterdag en voor elke zondag waarop de schepeling in Nederland moet dienstdoen - anders dan het waarnemen van stille wacht - wordt hem per dag een werkdag compensatieverlof toegekend. 3. Indien een schepeling op een zaterdag en/of zondag moet reizen tussen zijn woonplaats en het schip waarop hij dienst moet gaan doen, respectievelijk waarop hij dienst heeft gedaan, wordt hem daarvoor een werkdag verlof toegekend. Dit verlof wordt echter niet toegekend indien : a. reeds uit andere hoofde voor die dag(en) aanspraak op verlof bestaat; b. het reizen een gevolg is van het wonen van de schepeling buiten Nederland. 4. Op schriftelijk verzoek van de schepeling dan wel met diens schriftelijke toestemming, kan compensatieverlof op voorhand worden verleend, hetwelk later kan worden verrekend met het alsdan gekweekte tegoed aan compensatieverlof. Artikel 38 PERIODIEK VERLOF. 1.a.
De schepeling heeft recht op periodiek verlof als volgt: bij een onafgebroken dienstverband van
hoofdwerktuigkundige 1e stuurman 2e werktuigkundige
overige officieren en gezellen
aantal werkdagen per jaar *) 0 tot 5 jaren
35
29
5 tot 10 jaren
36
30
10 tot 15 jaren
37
31
15 tot 20 jaren
38
32
20 tot 25 jaren
39
33
25 en meer jaren
40
34
In verband met de bijzondere dienstuitoefening heeft de schepeling daarenboven recht op 11 werkdagen extra verlof.
46 1.b. opbouw verlof tijdens ziekte. Tijdens ziekte wordt gedurende de gehele ziekteperiode de component periodiek verlof toegekend in het geval de zeevarende zijn werkzaamheden hervat binnen twee jaar na aanvang van de ziekte. In het geval er sprake is van werkhervatting voor minder dan 100% zal het periodiek verlof naar rato worden toegekend en verleend. Indien de arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid na een periode van twee jaar wordt ontbonden, blijft de toekenning beperkt tot de laatste 6 maanden van het dienstverband. EXTRA VERLOF OUDEREN. 2. Aan oudere schepelingen wordt extra periodiek verlof toegekend op de volgende basis *) : op 53-jarige leeftijd 1 werkdag op 54-jarige leeftijd 3 werkdagen op 55-jarige leeftijd 5 werkdagen op 56-jarige leeftijd 6 werkdagen op 57-jarige leeftijd 7 werkdagen op 58-jarige leeftijd 9 werkdagen op 59-jarige leeftijd 10 werkdagen 3. Aan de schepeling zal in het jaar voorafgaande aan het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd maximaal vijf werkdagen extra vrijaf met behoud van gage worden toegekend in geval van het bijwonen van een cursus ter voorbereiding op de pensionering. De aan het bijwonen van bedoelde cursus verbonden kosten zullen worden vergoed tot maximaal € 165,40. * Voor een gedeelte van het jaar naar evenredigheid. Artikel 39 ALGEMENE BEPALINGEN VOOR HET VERLENEN VAN VERLOF (zie artikel 17 en artikel 20). 1. Het verlof bestaat uit periodiek verlof (waaronder zgn. diensttijdverlof), extra verlof m.i.v. de bijzondere dienstuitoefening, extra ouderenverlof, compensatieverlof en verlof ter compensatie van de feestdagen, extra verlof, extra ouderenverlof. 2. In geval van niet te vermijden onderbreking of verschuiving van de ingangsdatum van het verlof, zal de rederij de daaruit voortvloeiende, aantoonbare, schade naar redelijkheid en billijkheid vergoeden. Tijdens periodiek verlof is men niet oproepbaar en tijdens het overige verlof wel. (Zie art. 20 lid 4). 3. Het tijdvak van het verlof wordt in onderling overleg binnen de desbetreffende tak van dienst geregeld. De schepeling heeft eventueel het recht om het tijdvak van het verlof door de rederij vast te laten stellen. 4. Op het verloftegoed van degene die tijdens de week-op 's nachts na 24.00 uur niet meer heeft gewerkt en die na binnenkomst afstapt en daarna de volgende dag uiterlijk om 10.00 uur weer opstapt zal één verlofdag in mindering worden gebracht. Een en ander laat eerder overeengekomen regelingen met betrekking tot extra varen c.q. extra verlof in verband met pieken in het ziekteverzuim en/of pieken in het passagiersvervoer onverlet. 5. De rederij verstrekt de schepeling maandelijks een opgave van het verloftegoed. AFSTAPDAGEN STENA DISCOVERY. a.
b.
Verlof op verzoek van de werknemer en in overleg met de werkgever. In het geval een ochtenddienst (en derhalve niet de daaraan voorafgaande avonddienst) verlof wordt genoten, zal - ook in het geval de daaraan voorafgaande avonddienst over 00.00 uur is doorgelopen één dag verlof worden afgeschreven. In het geval de dienst echter na 02.00 uur eindigt en men vervolgens de rest van deze dag geen dienst heeft, zal er geen verlof worden afgeschreven. Verlof op aanwijzing van de werkgever. In het geval van annulering van een reis als gevolg van slecht weer, technische problemen of iets dergelijks is het volgende van toepassing. Zo mogelijk en zo nodig zal er e en training / cursus (bijv. met het oog op de veiligheid) worden gehouden of zullen er (dringende) werkzaamheden, welke niet kunnen worden uitgesteld, worden verricht. In een dergelijk geval zal er uiteraard geen verlof worden afgeschreven n Indien er geen training / cursus wordt gehouden c.q. er geen dringende werkzaamheden dienen te worden verricht zal aan de betrokken zeevarenden de keuze worden gelaten tussen het verrichten van onderhoudswerkzaamheden e.d. of het (vrijwillig) opnemen van verlof. n Indien men kiest voor het opnemen van verlof, zal er verlof worden afgeschreven conform hetgeen hierboven onder lid a. is vermeld. n Bij annulering van reizen gedurende een langere periode (bijv. in verband met een niet geplande docking) zal de rederij in contact treden met de vakbond, teneinde te bespreken op welke wijze hiermee omgegaan zal worden. Artikel 40
47 KORT VERZUIM. 1. De schepeling heeft boven zijn eventuele aanspraken op verlof in de hierna te noemen gevallen - indien hij daarbij aanwezig is of deze bijwoont - recht op vrijaf met behoud van gage over het daarbij vermelde aantal werkdagen: I 4 dagen i.v.m. het overlijden van de echtgenoot of echtgenote of één van de inwonende kinderen; II 3 dagen i.v.m. het overlijden van één van de niet-inwonende kinderen of behuwd-kinderen; III 2 dagen i.v.m. het overlijden van één der ouders, schoonouders of grootouders; IV 2 dagen bij zijn huwelijk; V 1 dag i.v.m. het huwelijk van een kind en bij het huwelijk of overlijden van een broer, zuster, zwager of schoonzuster. VI 1 dag i.v.m. de bevalling van de echtgenote.
2.
Bestuurs - en kaderleden van één der contracterende werknemersorganisaties hebben, wanneer hun organisatie daarom verzoekt, jaarlijks recht op vier werkdagen en overige leden drie werkdagen vrijaf met behoud van gage, voor het bijwonen van (een) door hun organisatie belegde vergadering(en). Voor het bijwonen van bovengenoemde vergaderingen wordt derhalve geen verlof afgeschreven.
Artikel 40a PALLIATIEF VERLOF In overleg met de rederij kan de schepeling in staat gesteld worden palliatief verlof op te nemen. De regeling dient in overeenstemming te zijn met de bedrijfscultuur.
F. BEPALINGEN BETREFFENDE OPLEIDING EN STUDIE. Artikel 41 BIJSCHOLING EN VOLGEN VAN CURSUSSEN. D e rederij zal - mede teneinde de veiligheid ter zee te vergroten - zo goed als mogelijk is bevorderen dat schepelingen de kennis die noodzakelijk is voor de uitoefening van hun functie aan boord, op een zo hoog mogelijk peil houden; danwel uitbreiden met kennis omtrent de nieuwe ontwikkelingen in hun beroep. Indien daartoe, naast het raadplegen van vakliteratuur, ook het volgen van schriftelijke of mondelinge herhalings of bijscholingscursussen naar de mening van de rederij gewenst, danwel noodzakelijk is , zal zij dit onder de aandacht van de schepelingen brengen en deze aanmoedigen om zich voor het volgen van een dergelijke cursus op te geven. De rederij zal, wanneer een schepeling zich voor het volgen van een mondelinge cursus, als in de aanhef van dit artikel bedoeld, wenst in te schrijven, met het verlenen van zijn verlof zoveel als mogelijk is rekening houden met de aanvangs- en de einddatum van de cursus. Een verzoek om in de gelegenheid te worden gesteld een dergelijke cursus te mogen volgen, zal zo spoedig mogelijk worden ingewilligd, waarbij rekening moet worden gehouden met reeds door andere schepelingen gedane verzoeken en het bestand aan schepelingen bij de rederij. Wanneer de rederij een schepeling opdraagt om een op het beroep gerichte applicatiecursus, danwel een door de rederij georganiseerde bedrijfs - of scholings cursus, of -bijeenkomst te volgen, wordt de tijd die hiermede is gemoeid niet in mindering gebracht op zijn tegoed aan verlof. De kosten van dergelijke cursussen worden gedragen door de rederij. Indien een dergelijke cursus of bijeenkomst op een zaterdag en/of op een zondag wordt bijgewoond wordt hiervoor geen verlof afgeschreven. Artikel 42 OPLEIDING SCHEEPSKOK. 1. Een door de rederij vast te stellen aantal, daartoe in overleg tussen de werkgever en de werknemersorganisaties geschikt geachte, scheepsgezellen OBS zal in de gelegenheid worden gesteld de te Rotterdam gevestigde, 5 weken durende, cursus voor scheepskok te volgen. 2. Gedurende de opleiding ontvangt de deelnemer een uitkering gelijk aan zijn gage + voedingsgeld. Voorts ontvangt hij vergoeding van reiskosten op basis van artikel 50. De aan de cursus verbonden kosten zijn voor rekening van de rederij. 3. Indien de scheepsgezel na het diploma te hebben behaald, niet bereid is de dienst te hervatten of die dienst binnen één jaar na hervatting weer beëindigt, is hij verplicht het gehele gedurende zijn studietijd ontvangen bedrag aan de rederij terug te betalen.
48 Artikel 43 STAGENEMERS. 1. Ten behoeve van de opleiding tot officier kunnen boven de normale bemanningssterkte stagenemers worden gemonsterd, om hen de voorgeschreven vaartijd c.q. praktijktijd te laten behalen. Dit zal geen invloed hebben op het aantal te monsteren schepelingen. 2. De voorwaarden, waaronder stagenemers worden gemonsterd, zijn vermeld in een afzonderlijke regeling tussen de partijen bij de CAO. 3. Indien een officier als mentor is aangewezen en hij de hem toegewezen stagenemers zo mogelijk in overeenstemming met de verstrekte richtlijnen heeft begeleid (behulpzaam zijn bij het bijhouden van de takenboeken ten behoeve van de zeevaartdiploma's), zal de rederij hem een premie toekennen als compensatie voor de aan deze begeleiding bestede tijd. De hoogte van de premie is afhankelijk van het aantal dagen waarop de begeleiding heeft plaatsgevonden en zal zijn gebaseerd op het bedrag van € 46,06 per maand. De premie is echter onafhankelijk van het aantal stagenemers dat door een zelfde mentor wordt begeleid. Artikel 44 NOOT: Ondanks de gedateerdheid van de letterlijke inhoud van dit artikel geven partijen er de voorkeur aan om de teksten met betrekking tot de studieverlofregelingen vooralsnog in het reglement te handhaven. STUDIEVERLOF 1. Op hun schriftelijk verzoek wordt zo spoedig mogelijk studieverlof verleend aan stuurlieden en werktuigkundigen die willen studeren voor het diploma als tweede of eerste stuurman Grote Handelsvaart, respectievelijk het diploma B of C als scheepswerktuigkundige en die tenminste twee jaar onafgebroken bij dezelfde rederij in dienst zijn. Voor de toepassing van dit artikel wordt de officier, die als officier bij een rederij in dienst treedt, geacht bij deze rederij in onafgebroken dienst te zijn gedurende de helft van de reeds voorheen bij andere rederijen volbrachte diensttijd, echter nimmer langer dan één jaar. 2. Indien de rederij het studieverlof niet op de door de officier aangevraagde datum kan verlenen zal zij dit de officier schriftelijk mededelen en - zo mogelijk in overleg met hem - een datum vaststellen, waarop het verlof wel kan ingaan. Deze datum zal zo enigszins mogelijk niet later zijn dan zes maanden, doch in geen geval later dan negen maanden, na de datum, waarop het verzoek om studieverlof door de rederij is ontvangen, of indien het verzoek wordt ontvangen voordat de vereiste vaartijd is behaald, na de datum waarop de voor het diploma vereiste vaartijd door de officier is behaald. De definitieve datum, waarop het studieverlof zal ingaan, deelt de rederij de officier tijdig en schriftelijk mede. 3. Indien een officier het verzoek indient tot aansluitend studeren ter voorbereiding op het afleggen van twee of meer examens, zal zo enigszins mogelijk aan dit verzoek worden voldaan. Indien aan dit verzoek, in verband met het personeelsbestand, niet kan worden voldaan, zal dit de officier schriftelijk worden medegedeeld, onder vermelding van het (de) examen(s) waarvoor hem wel studieverlof wordt verleend. Indien de officier voor dit (deze) examen(s) is geslaagd, kan door hem opnieuw studieverlof worden aangevraagd voor het (de) nog niet door hem afgelegde examen(s). Elk volgend studieverlof zal hem zo enigszins mogelijk niet later dan zes maanden - en in geen geval later dan negen maanden - na de datum waarop het wordt aangevraagd worden verleend. 4. De officier meldt de rederij zo spoedig mogelijk de uitslag van elk door hem afgelegd examen. 5.a. Behoudens in de gevallen als in dit lid onder b. bedoeld, kunnen gedurende het voor elk af te leggen examen verleende studieverlof achtereenvolgend de volgende drie perioden worden doorlopen: Periode A., zijnde de periode waarin geen gage, doch de in lid 7 genoemde studie-uitkering wordt genoten. De studie-uitkering is gelijk aan de gage, vermeerderd met het voedingsgeld per maand. De periode A. telt mede voor het bepalen van het aantal toe te kennen Diensttijdverhogingen, voor het te verlenen periodiek verlof en voor het berekenen van de vakantietoeslag. Slaagt de officier voor een examen, voordat hij zijn gehele studie-uitkering heeft genoten, dan heeft hij slechts recht op studie-uitkering tot en met de dag, waarop hij is geslaagd. Periode B., zijnde de periode waarin - voorzover nodig - de officier achtereenvolgens zijn tegoed aan periodiek- en compensatieverlof zal worden verleend. Gedurende de periode B. wordt gage plus voedingsgeld genoten. De periode B. telt mede voor het bepalen van het aantal diensttijdverhogingen, voor de opbouw van periodiek verlof en voor het berekenen van de vakantietoeslag. Periode C., zijnde de periode waarin geen gage en ook geen studie-uitkering wordt ontvangen. De periode C. telt niet mede voor het bepalen van het aantal diensttijdverhogingen, voor de opbouw van periodiek verlof en voor het berekenen van de vakantietoeslag. Bij onderbreking der dienst terzake van studie met toestemming der rederij, worden de dienstperioden bij dezelfde rederij voor en onmiddellijk na periode C. van het studieverlof geacht aaneen te sluiten.
49 5.b. Voor een tweede of volgend studieverlof voor een zelfde examen wordt geen studie-uitkering gegeven, tenzij de onderbreking van het eerste studieverlof op verzoek van de rederij geschiedde en de studie-uitkering met gage werd verrekend. 6. Indien een officier afstand doet van zijn recht op studie-uitkering, dan dient hij dit schriftelijk, in tweevoud, voor het begin van het studieverlof aan de rederij mede te delen. De rederij ondertekent mede het verzoek; één exemplaar ontvangt de officier terug. Het studieverlof begint in dit geval met periode B. De officier kan, uiterlijk drie weken na het begin van het studieverlof, schriftelijk op zijn besluit terug komen. Ook de herroeping van het besluit wordt schriftelijk door de rederij bevestigd. 7. Het aantal maanden studie-uitkering en de terugroeptermijnen - zijnde de periode waarbinnen de officier niet of slechts onder bepaalde, hierna nader aan te geven, voorwaarden uit studieverlof mag worden teruggeroepen - bedragen: bij studie voor het examen voor :
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
aantal maanden studie-uitkering
terugroeptermijnen
diploma 2e stuurm. GHV
7
9
diploma 1e stuurm. GHV
7
9
diploma B
12
16
diploma C
13
16
De terugroeptermijn moet worden gerekend vanaf de eerste dag van het studieverlof. Indien de officier binnen de terugroeptermijn door de rederij uit studieverlof wordt teruggeroepen, ontvangt hij over de tijd welke in studieverlof werd doorgebracht alsnog gage plus voedingsgeld. Op het te ontvangen bedrag aan gage plus voedingsgeld kan de rederij het uitbetaalde bedrag aan studie-uitkering in mindering brengen. Het in periode B. verleende verlof blijft als verleend beschouwd. Tussentijdse beëindiging van het studieverlof door de rederij is niet toegestaan gedurende de eerste vier maanden na ommekomst van de terugroeptermijn. Indien inwilliging van een verzoek om studieverlof door de rederij zes maanden of langer werd aangehouden, kan het niet binnen de met vier maanden verlengde terugroeptermijn door de rederij worden beëindigd. Indien een studieverlof door de rederij - met inachtname van het in lid 9. bepaalde - tussentijds wordt beëindigd en de officier een nieuw studieverlof aanvraagt, zal hem dit met voorrang en in geen geval later dan na negen maanden worden verleend. Gedurende dit nieuwe studieverlof ontvangt de officier betaling, zoals geregeld in lid 5, inclusief de studie-uitkering. Tussentijdse terugroeping is tijdens dit tweede studieverlof voor een zelfde examen niet toegestaan. Indien een officier slaagt binnen de voor hem geldende terugroeptermijn, zal hem boven de in lid 7 genoemde studie-uitkering een premie worden uitgekeerd van één maand gage, zoals deze gold op de dag waarop de officier voor het examen slaagde, c.q. de laatste dag waarop de officier betaling genoot. Bij het vaststellen van het recht op deze premie worden de vakantiemaanden juni, juli en augustus niet als studietijd meegerekend. Het studieverlof eindigt wanneer de officier: a. is geslaagd voor het (de) examen(s) waarvoor het verlof is verleend; b. door de rederij wordt teruggeroepen met inachtname van hetgeen in lid 9 terzake van de terugroeping is bepaald; c. daartoe de wens te kennen geeft. Indien de rederij een officier uit studieverlof besluit terug te roepen na verloop van de met vier maanden verlengde terugroeptermijn, zal zij dit zo tijdig mogelijk aan de officier mededelen. Bij het nemen van bedoeld besluit zal rekening worden gehouden met het tijdstip, waarop de officier examen kan doen. Indien een officier verzoekt zijn studieverlof tussentijds te mogen beëindigen en de rederij aan dit verzoek gevolg geeft, zal de dienstperiode, liggende tussen het eerste en het tweede studieverlof voor het afleggen van hetzelfde examen, als een onderbreking van één studieverlof worden beschouwd. Deze onderbreking blijft buiten beschouwing bij het vaststellen van de maximum studieduur en van de termijn tot beoordeling van het recht op de premie voor snel afstuderen, als genoemd in lid 11. De studie-uitkering, de premie als bedoeld in lid 11., het tijdens de periode A. opgebouwde periodiek verlof en de vakantietoeslag worden door de officier aan de rederij terugbetaald in de volgende gevallen: Indien de officier is geslaagd en hij, I geen gevolg wenst te geven aan het uitdrukkelijk verlangen van de rederij dienst te doen in tenminste
50 dezelfde rang die hij bekleedde bij het ingaan van het studieverlof; zijn dienst in tenminste de rang welke hij bij het ingaan van het studieverlof bekleedde, beëindigt binnen drie jaar na het einde van het studieverlof. Hierbij worden als dienst niet beschouwd de perioden A. en C. van een volgend studieverlof; III binnen de hiervoor onder II. genoemde periode van drie jaar door de rederij wordt ontslagen om dringende redenen, als bedoeld in artikel 436 Wetboek van Koophandel en artikel 1639p Burgerlijk Wetboek. 16. De studie-uitkering, het tijdens de periode A. opgebouwde periodiek verlof en de vakantietoeslag worden door de officier aan de rederij terugbetaald in de volgende gevallen: Indien de officier niet geslaagd zijnde: I na afloop van de met vier maanden verlengde terugroeptermijn geen gevolg wenst te geven aan de opdracht van de rederij om dienst te gaan doen in tenminste dezelfde rang die hij bekleedde bij het ingaan van het studieverlof; II zijn dienst beëindigt binnen drie jaar na het einde van het studieverlof. Hierbij worden als dienst niet beschouwd de perioden A. en C. van een volgend studieverlof; III binnen de hiervoor onder II. genoemde periode van drie jaar door de rederij wordt ontslagen om dringende redenen, als bedoeld in artikel 436 Wetboek van Koophandel en artikel 1639p Burgerlijk Wetboek. 17. Indien een officier terugbetalingsplichtig is, zal de grootte van het terug te betalen bedrag proportioneel worden vastgesteld op basis van het aantal maanden, dat na het beëindigen van het studieverlof is dienst gedaan. Hierbij worden als dienstdoen niet beschouwd de perioden A. en C. van een volgend studieverlof. Partijen bij de CAO bevelen aan om, indien terugbetaling niet ineens plaats vindt, een schriftelijk vast te leggen regeling te treffen, waarbij de terugbetaling in een redelijk aantal termijnen wordt overeengekomen. Gedurende het eerste jaar na beëindiging van de Individuele Arbeidsovereenkomst (IAO) zal van de officier geen rente worden gevorderd. Het daarna eventueel nog verschuldigde bedrag zal worden omgezet in een persoonlijke lening tegen niet meer dan de wettelijke rente. 18. Is na beëindiging van een studieverlof plaatsing bij de rederij niet dadelijk mogelijk en heeft de officier geen verlof tegoed, dan dient hem vanaf de datum waarop hij weer voor dienstdoen beschikbaar is gage plus voedingsgeld te worden uitbetaald. 19. De officier, die tijdens de terugroeptermijn arbeidsongeschikt wordt heeft, voor zover hij geen rechten kan ontlenen aan artikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek, recht op ziekengeld als ware hij verplicht verzekerd ingevolge de Ziektewet bij de Bedrijfsvereniging voor de Koopvaardij. De rederij is gehouden daartoe een vrijwillige verzekering Ziektewet bij voornoemde Bedrijfsvereniging te sluiten op basis van het dagloon- Ziektewet, dat voor hem gold op de laatste dag van zijn voorafgaande verplichte verzekering. De rederij is voorts gehouden voor dezelfde termijn voor de officier een vrijwillige verzekering ingevolge de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering te sluiten bij voornoemde Bedrijfsvereniging, voor zover dit ingevolge deze wet mogelijk is. Als basis voor deze verzekering geldt betrokkene's dagloon ingevolge vorenbedoelde vrijwillige verzekeringziektewet met inachtneming van het voor de uitvoering van de WAO geldende maximum. Voor de vrijwillige verzekering- Ziektewet komt de premie geheel ten laste van de rederij. De premie voor de vrijwillige verzekering ingevolge de WAO wordt op dezelfde wijze opgebracht als die ingevolge de verplichte verzekering WAO. De tijd, waarover een uitkering krachtens de Ziektewet en/of de WAO wordt toegekend, zal niet als studieverlof worden gerekend. Deze opschorting van het studieverlof kan ten hoogste twee jaren duren. 20. De maatschappij is bevoegd, in overleg met de werknemersorganisaties, een andere regeling toe te passen, welke echter geen ongunstiger bepalingen mag bevatten, dan die in dit artikel genoemd. * * Zie Nadere Overeenkomst inzake opleiding, studie en inrichting van de ranglijsten. II
Artikel 45 CURSUS SCHEEPSMANAGEMENT. Indien een officier voldoet aan de daarvoor geldende vaartijdeisen en naar de mening van de rederij over de capaciteiten beschikt om een functie te vervullen waarvoor wettelijk de hoogste vaarbevoegdheid vereist wordt, dan zal hij voor rekening van de rederij - op een in overleg met de rederij vast te stellen tijdstip - kunnen deelnemen aan de door de rijksoverheid gesubsidieerde cursus scheepsmanagement . Indien de officier na het afsluiten van de cursus niet bereid is de dienst te hervatten of die dienst binnen twee jaar na hervatting weer beëindigt, is hij verplicht de met die cursus verband houdende kosten naar rato aan de rederij terug te betalen. Wanneer de officier op eigen verzoek de cursus wenst te volgen dan dient hij dit in overleg met de rederij te doen in eigen tijd, doch zal de rederij hem een vergoeding toekennen van maximaal € 453,78 in de te maken kosten voor deze cursus. Artikel 46 VAARBEVOEGDHEIDSBEWIJZEN De kosten verbonden aan de verkrijging van de door de Overheid ingestelde "Vaarbevoegdheidsbewijzen" komen
51 ten laste van de reder. Artikel 47 EXAMENKOSTEN Stena Line zal de examengelden voor de benodigde zeevaartdiploma's vergoeden in het kader van de studieverlofregeling onder voorwaarde dat wanneer hier mogelijkheden voor komen in het Opleidings - en Ontwikkelingsfonds voor de Zeescheepvaart, deze bijdragen voor rekening van genoemd fonds komen. G. DIVERSE BEPALINGEN. Artikel 48 VEILIGHEID, GEZONDHEID, HYGIËNE Zie Arbo-wetgeving en VGW-commissie. Artikel 49 UNIFORMKLEDING, BESCHERMENDE KLEDING. 1. De maatschappij verstrekt uniformkleding en beschermende kleding overeenkomstig maatschappijreglement. 2. De schepeling is aansprakelijk voor het juiste gebruik en het in goede staat houden van de uniform - en beschermende kleding. Artikel 50 VERGOEDING VAN REISKOSTEN IN NEDERLAND. 1.a. Onder reiskosten worden verstaan: Kosten voor de op de meest doelmatige en economische wijze van reizen tussen de plaats waar de aan d e schepeling opgedragen werkzaamheden door hem worden verricht en zijn woonplaats. De reiskosten worden vergoed op basis van 2e klasse trein en/of streekvervoer, ongeacht of van deze vervoermiddelen wordt gebruik gemaakt. b. Onder reiskosten worden niet verstaan: Kosten van plaatselijk openbaar vervoer en kosten gemaakt t.b.v. het reizen in het buitenland van en naar de woonplaats. 2. De schepeling, die in verband met zijn werkzaamheden reist, heeft recht op de volgende vergoeding van reiskosten: Stena Discovery a. op de dagen van aankomst en/of op de dag van vertrek uit de Nederlandse thuishaven, echter tot een maximum van 100 maal per jaar een enkele reis en maximaal het belastingvrij te betalen gedeelte van de reiskostenvergoeding bij het reizen gedurende 4 of meer dagen per week zoals jaarlijks gepubliceerd door de belastingdienst (reiskostenforfait). De maximale vergoeding per enkele reis per vaardag bedraagt derhalve : maximum reiskostenforfait per maand x 12/100. b. op de dag van aankomst in en op de dag van vertrek uit andere Nederlandse havens dan de thuishaven, indien hem reeds 100 maal per jaar een enkele reis is vergoed op grond van het onder a. gestelde; echter tot een maximum van de reiskosten van de plaats van aankomst, c.q. vertrek, tot de thuishaven; c. op alle andere dagen waarop hij in verband met zijn dienstbetrekking moet reizen, b.v. als men met verlof zijnde wordt opgeroepen voor het maken van één of meer extra reizen. d. De nachtwachten ontvangen bovenop de reguliere vergoeding een extra vergoeding van de helft van het
3.
aantal nachtdiensten maal een enkele reis, indien er door hen geen gebruik wordt gemaakt van het overnachten in het bemanningsverblijf. m.s. Stena Hollandica a. op de dag van aankomst in en op de dag van vertrek uit de Nederlandse haven, echter tot een maximum per jaar van 24 maal bij aankomst en 24 maal bij vertrek;; b. op de dag van aankomst in en op de dag van vertrek uit andere Nederlandse havens dan de thuishaven, indien hem reeds 24 maal de reiskosten zijn vergoed op grond van het onder a. gestelde; echter tot een maximum van de reiskosten van de plaats van aankomst, c.q. vertrek, tot de thuishaven; c. op alle andere dagen waarop hij in verband met zijn dienstbetrekking moet reizen, b.v. als men met verlof zijnde wordt opgeroepen voor het maken van één of meer extra reizen. Mocht een schip een zodanige ligplaats hebben dat het niet of slechts met veel vertraging of moeilijkheden mogelijk is van een plaatselijk openbaar vervoermiddel gebruik te maken, dan zal de rederij indien deze niet zelf voor vervoer aansluitend op het openbaar vervoer heeft gezorgd, de door de schepeling gemaakte reiskosten naar redelijkheid vergoeden.
52 Artikel 51 SPAARLOONREGELING In overleg met de Ondernemingsraad zal Stena Line een spaarloonregeling voor haar personeel verzorgen, waarbij periodiek een deel van het brutoloon (in 2002 max. € 788,- en in 2003 max. € 613,-per jaar) wordt ingehouden en op een geblokkeerde spaarrekening wordt gestort. Deelname aan de regeling geschiedt op vrijwillige basis. Wijzigingen in de regeling zullen schriftelijk aan de werknemersorganisaties worden medegedeeld. Artikel 52 CONDUITERAPPORT. Met iedere schepeling wordt door zijn hoofd van dienst op regelmatige basis gesprekken gevoerd conform het ‘Systeem Beoordeling en Functioneringsgesprek’, waarvoor de Ondernemingsraad haar instemming heeft verleend. Artikel 53 KOSTEN KEURINGEN. 1. De kosten verbonden aan de medische keuringen en eventuele herkeuringen van de gezichts - en gehoororganen komen voor rekening van de rederij. DAG VAN MEDISCHE KEURING. 2. De dag van de jaarlijkse medische keuring wordt niet als verlofdag gerekend. Artikel 54 VERZEKERING BAGAGE. Voor de periode gedurende welke de schepeling aan boord dienst doet, waaronder mede begrepen het reizen naar en van het schip, zal de rederij voor haar rekening een collectieve verzekering afsluiten tegen de gevolgen van diefstal, beschadiging en vermissing van de persoonlijke eigendommen van de schepeling c.q. deze risico's voor eigen rekening nemen. De in de verzekering genoemde voorwaarden zullen ter kennis van de schepeling worden gebracht. Artikel 55 BIJDRAGE ZIEKTEKOSTENVERZEKERING. De schepeling wiens loon ligt boven de desbetreffende in de Ziekenfondswet genoemde loongrens en die niet verplicht verzekerd is, ontvangt van de rederij een financiële tegemoetkoming voor het in de particuliere sfeer treffen van voorzieningen ter bestrijding van eventuele ziektekosten. De tegemoetkoming bedraagt per 1 januari 2001 : bij een gage tot f 6795,-- per maand 100%, met een minimum van f 60,00 per maand bij een gage tussen f 6795,-- en f 7550,-- per maand: 75% ) met een minimum bij een gage tussen f 7550,-- en f 8315,-- per maand: 50% ) van ƒ 50,00 bij een gage tussen f 8315,-- en f 9075,-- per maand: 25% ) per maand van het maximale werkgeversdeel van de premie in de verplichte ziekenfondsverzekering, waarbij zal worden uitgegaan van een minimum van 2,5% van het maximum premieloon. Bij een gage hoger dan f 9075,-- is de rederij niet verplicht een tegemoetkoming te verstrekken. De tegemoetkoming bedraagt per 1 januari 2002 : bij een gage tot € 3175, -- per maand 100%, met een minimum van € 27,23 per maand bij een gage tussen € 3175,-- en € 3528,-- per maand: 75% ) met een minimum bij een gage tussen € 3528,-- en € 3885,--- per maand: 50% ) van € 22,69 bij een gage tussen € 3885,-- en € 4241,-- per maand: 25% ) per maand van het maximale werkgeversdeel van de premie in de verplichte ziekenfondsverzekering, waarbij zal worden uitgegaan van een minimum van 2,5% van het maximum premieloon. Bij een gage hoger dan € 4241,-- is de rederij niet verplicht een tegemoetkoming te verstrekken. Artikel 56 VERLOF BIJ ZIEKTE ENZ. NAASTE VERWANTEN. Ingeval van ernstige ziekte met mogelijk levensgevaar, respectievelijk ingeval van overlijden van een naast familielid is de rederij gehouden alle medewerking te verlenen de schepeling met verlof te laten gaan. Onder een
53 naast familielid van de schepeling wordt in dit artikel verstaan: echtgeno(o)t(e), kind, vader of moeder. Artikel 57 DOORBETALING GAGE TIJDENS HET 1 E JAAR VAN ZIEKTE. In overeenstemming met de desbetreffende wettelijke bepalingen kunnen zich gedurende het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid als gevolg van ziekte v.w.b. de doorbetaling van gage de volgende situaties voordoen. a. Dek - en machinedienst Gedurende het eerste jaar van ziekte wordt aan het personeel van de dek- en machinedienst de gage vermeerderd met voedinggeld, verhoging Stena Line (tot 1-1-2002) en vakantietoeslag volledig voor rekening van de werkgever doorbetaald. b.
OBS. Zolang het percentage ziekteverzuim van het personeel van de OBS, gemeten over een kalenderjaar, beneden de 6% ligt, wordt gedurende het eerste jaar van ziekte de gage vermeerderd met voedinggeld, verhoging Stena Line (tot 1-1-2002) en vakantietoeslag volledig voor rekening van de werkgever doorbetaald. In het geval het percentage ziekteverzuim van het personeel van de OBS, gemeten over een kalenderjaar 6% of hoger is, blijft m.i.v. 1 januari van het daarop volgende jaar het bovenstaande van toepassing, m.d.v. dat : • bij degenen, die zich in het voorafgaande kalenderjaar niet ziek hebben gemeld, een extra dag verlof zal worden bijgeschreven. • bij de tweede en derde ziekmelding in het dan lopende kalenderjaar een zgn. wachtdag voor rekening van de betreffende werknemers komt. NOOT: Partijen zijn overeengekomen om vooralsnog geen invulling te geven aan de inhoud van dit artikel met betrekking tot het OBS-gedeelte. Reden hiervoor is het bedrijfsbreed per 1 januari 2003 geïntroduceerde ‘Reglement incentives in het kader van het ziekteverzuimbeleid’. Artikel 58
WAO-UITKERING, GARANTIE. De rederij garandeert voor hen die volledig arbeidsongeschikt zijn gedurende het eerste WAO-jaar de gage incl. verhoging Stena Line (tot 1-1-2002), vermeerderd met voedingsgeld en vakantiegeld. Artikel 59 NOOT:Partijen zijn zich ervan bewust dat de letterlijke inhoud van dit artikel is achterhaald. Niettemin zijn partijen overeengekomen dat de intentie blijft om conform dit artikel te handelen. WET ARBEID GEHANDICAPTE WERKNEMERS EN TERUGDRINGEN ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVOLUME. 1. Partijen bij de CAO benadrukken gezamenlijk het belang van de per 1 juli 1986 in werking getreden Wet Arbeid Gehandicapte Werknemers (WAGW) en bevelen derhalve aan, voor zover dat redelijkerwijze in het vermogen van de rederijen in de zeescheepvaart ligt, om met inachtneming van de door de Scheepvaartinspectie Inspectie Verkeer en Waterstaat Divisie Scheepvaart aan zeevarenden gestelde medische eisen : n te bevorderen dat gehandicapte officieren en gezellen gelijke kansen hebben met betrekking tot deelname aan het arbeidsproces als niet-gehandicapte officieren en gezellen; n de nodige voorzieningen te treffen gericht op het behoud, het herstel of het bevorderen van de arbeidsgeschiktheid. 2. In verband met de tripartite gemaakte afspraken in het najaarsoverleg 1990 terzake de terugdringing van het arbeidsongeschiktheidsvolume zijn door het Algemeen Overlegorgaan Koopvaardij (AOK) regels/richtlijnen vastgesteld. Deze regels/richtlijnen worden geacht deel uit te maken van dit reglement. Artikel 60 MOLESTREGELING. In het geval de schepen worden ingezet in gebieden zoals bedoeld in "de Molestregeling 1967", dan zal de rederij zich bij de "Vereniging Zeerisico 1967" verzekeren tegen het risico van ongevallen als bedoeld in het "Reglement voor de Molestregeling 1967". De premie voor deze verzekering komt geheel ten laste van de rederij. De rederij
54 draagt er zorg voor dat een exemplaar van het reglement voor de Molestregeling 1967, voor de schepeling aan boord ter inzage ligt.
H. BEËINDIGING VAN DE INDIVIDUELE ARBEIDSOVEREENKOMST. I. ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 61 SCHRIFTELIJKE OPZEGGING. 1. De opzegging van de arbeidsovereenkomst dient schriftelijk te geschieden. ZIEKTE, MILITAIRE DIENST OF ANDERE OVERHEIDSDIENST. 2. De rederij mag niet opzeggen gedurende de tijd, dat de schepeling ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid, noch gedurende de tijd, dat de schepeling verhinderd is zijn arbeid te verrichten, omdat hij, anders dan met het oogmerk om de krijgsdienst of andere overheidsdienst bij wijze van beroep te verrichten, een verplichting naleeft, hem opgelegd door de wet, of voortvloeiende uit een verbintenis door hem jegens de overheid aangegaan ten aanzien van 's lands verdediging of ter bescherming van de openbare orde, tenzij deze ongeschiktheid of verhindering ten minste twee jaren heeft geduurd. AFREKENING 3. Bij het einde van het dienstverband is de schepeling gerechtigd tot een geldelijke vergoeding van nog niet genoten verlofdagen. Over het contant verrekende compensatie verlof wordt periodiek verlof berekend. Ter bepaling van het aantal dagen periodiek verlof wordt het aantal te verrekenen werkdagen compensatieverlof eerst met behulp van de factor 7/5 in kalenderdagen omgezet. Indien de berekening van het aantal verlofdagen met een 1/2 dag of een groter gedeelte van 1 dag sluit, wordt daarvoor een gehele dag gerekend; gedeelten van minder dan een 1/2 dag worden verwaarloosd. De vergoeding bedraagt : voor elke werkdag niet genoten verlof 7/5 x 12/365 x (de maandgage + het voedingsgeld per maand + tot 1 januari 2002 verhoging Stena Line). Voorts heeft de schepeling recht op betaling van de hem nog toekomende vakantietoeslag. Deze wordt proportioneel berekend over de periode dienstverband waarover nog geen vakantietoeslag was verrekend. Deze periode wordt vermeerderd met het aantal kalenderdagen compensatieverlof dat contant wordt verrekend. De aldus uit te betalen vakantietoeslag wordt berekend tegen de bij de uitdiensttreding geldende (maandgage + voedingsgeld per maand + tot 1 januari 2002 verhoging Stena Line). GETUIGSCHRIFT 4. Bij het einde van de arbeidsovereenkomst is de schepeling gerechtigd tot een getuigschrift op de voet van artikel 7:656 B.W. Artikel 62 AFVLOEIINGSREGELING Indien de rederij als gevolg van een fusie, een reorganisatie of inkrimping het personeelsbestand moet verminderen, hebben de daardoor getroffen schepelingen recht op een uitkering krachtens een afvloeiingsregeling.
II. OPZEGGING VAN DE INDIVIDUELE ARBEIDSOVEREENKOMST Artikel 63 OPZEGGINGSTERMIJNEN 1. De individuele arbeidsovereenkomst voor bepaalde en voor onbepaalde tijd kan worden beëindigd door elk der partijen met inachtneming van de opzeggingstermijnen, zoals vermeldt in de Wet Flexibiliteit en Zekerheid. Deze luiden - kort samengevat - als volgt: De door de werkgever in acht te nemen opzegtermijn bedraagt bij een arbeidsovereenkomst die op d e dag van opzegging: a. korter dan vijf jaar heeft geduurd: één maand; b. vijf jaar of langer, maar korter dan tien jaar heeft geduurd: twee maanden; a. tien jaar of langer, maar korter dan vijftien jaar heeft geduurd: drie maanden; b. vijftien jaar of langer heeft geduurd; vier maanden.
55 Indien de werkgever opzegt met toestemming van het Centrum voor Werk en Inkomen, wordt zijn opzegtermijn met één maand verkort. De opzegtermijn van de schepeling bedraagt één maand, tenzij deze termijn schriftelijk verlengd is. Bij verlenging mag de opzegtermijn van de schepeling niet langer zijn dan zes maanden. De opzegtermijn van de werkgever is bij verlenging minimaal twee keer zo lang als die van de schepeling. De termijn van opzegging bedraagt voor zowel de schepeling als de rederij tenminste één maand. 2.
Gedurende de proeftijd is zowel de schepeling als de rederij bevoegd de dienstbetrekking zonder opzegging of zonder inachtneming van de voor opzegging geldende bepalingen te doen beëindigen. Artikel 64
PENSIONERING. Vanaf de leeftijd van 57,5 jaar kan de schepeling, die aan de voorwaarden van de regeling voldoet deelnemen aan de flexibele pensioenregeling van het Bedrijfspensioenfonds voor de Koopvaardij. Uiterlijk drie maanden voor het bereiken van de datum waarop de schepeling pensioengerechtigd wordt zal hij schriftelijk op de hoogte worden gesteld van de situatie na pensionering. Het dienstverband eindigt zonder nadere opzegging op de datum waarop de schepeling pensioengerechtigd wordt. De rederij zal geen schepeling van 60 jaar of ouder in dienst houden dan wel nemen.
I. BEËINDIGING DER COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST. Artikel 65 In geval van beëindiging der collectieve arbeidsovereenkomst, bij welke dit reglement een bijlage vormt, zonder dat die overeenkomst aanstonds door een nieuwe wordt vervangen, blijven op de dan lopende individuele arbeidsovereenkomsten de bepalingen van dit reglement van toepassing totdat het dienstverband is beëindigd.
56 Bijlage I. Uitwerking van de Nadere Overeenkomst inzake opleiding, studie en inrichting van de ranglijsten, geldend voor Stena Line Holland BV, hierna te noemen "de maatschappij". Deze uitwerking maakt deel uit van de Nadere Overeenkomst afgesloten tussen Stena Line Holland BV enerzijds en de Federatie van Werknemersorganisaties in de Zeevaart, mede namens de Vervoersbond C.N.V., anderzijds. Artikel 1 - Studie De bepalingen van de artikelen zoals genoemd in het reglement betreffende opleiding en studie zijn voor de maatschappij slechts van toepassing voor zover in dit artikel niet anders is aangegeven. 1. De maatschappij stelt voor de beide disciplines jaarlijks een studieplan voor een periode van 5 jaren op. Hierin wordt voor alle in dienst zijnde officieren, voor zover zij nog niet in het bezit zijn van het hoogste voor hun discipline geldende zeevaartdiploma, het aanvangstijdstip en maximale duur van de eerstvolgende studieperiode voor het eerstvolgende hoger zeevaartdiploma vastgelegd. De studieplannen zullen jaarlijks ter kennis worden gebracht aan alle officieren en de F.W.Z. 2. De volgorde waarin studieverlof wordt verleend, wordt door de maatschappij bepaald aan de hand van de volgorde op de ranglijst en de vastgestelde, onder punt 3 genoemde, sleutel van verdeling over de verschillende diploma's. 3. Over het gehele jaar gerekend, zullen er bij de technische discipline gelijktijdig tenminste 4 studerenden zijn en bij de nautische discipline tenminste 1. Buiten het zgn. hoogseizoen zal de gelegenheid bestaan voor herhaald studieverlof en/of studie voor het diploma A voor de technici en voor herhaald studieverlof voor de nautici. 4. De maximaal toegestane studieduur voor een diploma is de som van de reglementaire terugroeptermijn, de extra periode van vier maanden en één extra maand. 5. De maatschappij zal niemand uit studieverlof terugroepen en evenmin toestaan dat een officier binnen de gestelde maximum termijn, zonder het hoger diploma te hebben behaald, de dienst hervat. Slechts indien naar het oordeel van de maatschappij en de F.W.Z., executabele redenen aanwezig zijn, zal een dergelijk verzoek van een officier toch kunnen worden gehonoreerd. 6. Het aaneengesloten studeren voor meer dan één zeevaartdiploma, zal op verzoek van de officier worden toegestaan. 7. Een weigering om op het daartoe volgens het studieplan vastgestelde tijdstip te gaan studeren, zal, als sanctie, de permanente terugstelling op de ranglijst met één plaats tot gevolg hebben. Artikel 2 - Ranglijsten 1. 2. 3.
4.
5.
6.
7. 8.
De maatschappij kent twee doorlopende ranglijsten, nam elijk één voor kapiteins en stuurlieden en één voor hoofdwerktuigkundigen en werktuigkundigen. De plaats op de ranglijst wordt bepaald door de diensttijd bij de maatschappij in een functie waaraan de Wet op de Zeevaartdiploma's de bevoegdheid toekent als de officier zelfstandig wacht te mogen lopen. Wordt een officier tijdelijk gepasseerd op de ranglijst - b.v. door snellere studie en daaruit volgende tijdelijke promotie - dan komt hij terug op zijn oorspronkelijke plaats op de ranglijst na het behalen van het vereiste diploma. a. Een officier wordt voor het eerst op de ranglijst geplaatst op het tijdstip waarop hij, in het bezit zijnde van één van de volgende diploma's : voor wtk's het voorlopig diploma V.D., het diploma A.S.W. of een hoger diplom a, voor de stuurlieden het diploma S III of hoger, in dienst treedt van de maatschappij. b. De H.T.S. opgeleide officieren worden op de ranglijst geplaatst op basis van de datum waarop ook zij hun eerste vaarbevoegdheidsdiploma behalen, uiteraard indien zij op dat tijdstip in dienst van de maatschappij zijn. a. De datum van indiensttreding is gedurende de gehele carrière van doorslaggevende betekenis voor de volgorde van promotie tot de hogere rangen. De onderlinge volgorde op de ranglijst blijft in beginsel dan ook gehandhaafd. b. Slechts indien er sprake is van zgn. niet executabele redenen - vast te stellen in overleg tussen maatschappij en de F.W.Z. - zal, bijvoorbeeld wegens weigering om te gaan studeren, de oorspronkelijke plaats op de ranglijst voor een officier verloren gaan. De sanctie bestaat in deze gevallen uit permanente terugzetting op de ranglijst met één plaats. Met betrekking tot promotie tot kapitein, houdt de maatschappij zich het recht voor in bijzondere gevallen van promotie volgens de ranglijst af te wijken. Een dergelijke afwijking zal slechts plaatsvinden indien duidelijke en aantoonbare redenen aanwezig zijn, welke naar het oordeel van de maatschappij de betrokken officier ongeschikt maken tot het voeren van het gezag aan boord van zijn schepen. Deze redenen zullen steeds tijdig ter kennis worden gebracht aan de betrokken officier en de F.W.Z. De maatschappij zal geen officieren tussen de rangen aannemen. De ranglijst zal openbaar zijn en jaarlijks opnieuw worden bijgewerkt en uitgegeven.
57 Artikel 3 - Tijdelijk dienstdoen in een hogere rang 1. 2.
3. 4.
5.
6.
Voor het dienstdoen in een hogere rang zal, als regel de hoogst op de ranglijst geplaatste officier, in de daarop volgende rang, worden aangewezen. Bij de betaling voor het dienstdoen in een hogere rang zal v.w.b. de verhouding varen en verlof op de Stena Discovery de factor 2 : 1 en op de Stena Hollandica de factor 1 : 1 worden aangehouden. Voorbeeld: na 4 dagen varen in een hogere rang op de Stena Discovery, zullen - ongeacht of er sprake is van een aansluitende verlofperiode - ook 2 dagen verlof in de hogere rang worden betaald. Indien een officier in totaal gedurende een periode van zes maanden in een hogere rang heeft dienstgedaan, volgt de definitieve aanstelling in de hogere rang. Voor het vaststellen van de periode, van dienst in de hogere rang, worden alle kalenderdagen waarin de hogere rang wordt dienstgedaan, bijeengeteld. Een incidenteel voorkomende periode van dienst in de hogere rang van maximaal 14 kalenderdagen, wordt hierbij niet medeberekend. Van een incidentele periode is slechts sprake, indien gedurende een periode van minimaal twee maanden en 15 kalenderdagen na deze periode, geen dienst gedaan wordt in de hogere rang. Indien een ander dan de volgens de ranglijst daarvoor in aanmerking komende officier, gedurende de periode langer dan de onder punt 3 aangegeven periode tijdelijk in de hogere rang heeft dienstgedaan, volgt zo spoedig mogelijk de definitieve aanstelling van de hoogst op de ranglijst geplaatste officier. Indien een andere dan de hoogst op de ranglijst geplaatste officier gedurende een periode langer dan de toegestane limiet tijdelijk in een hogere rang heeft dienstgedaan, behoudt deze officier na hervatting van de dienst in de aanges telde rang de gage verbonden aan de hogere rang.
De nadere overeenkomst is van kracht sedert 1 maart 1982. Aan de bepalingen van deze uitwerking kunnen geen aanspraken ontleend worden liggende voor de ingangs datum.
58 Bijlage II OVERIGE BEPALINGEN REGELING ARBEIDSVOORZIENING ZEESCHEEPVAART Voor wat betreft de werkgelegenheid voor zeevarenden zullen partijen bij de CAO de Regeling Arbeidsvoorziening Zeescheepvaart 2002, naleven. FUSIEGEDRAGSREGELS Partijen bij de CAO zijn het er over eens dat in alle gevallen die hiertoe aanleiding geven, de rederij zich op de hoogte dient te stellen van en zich dient te laten leiden door het door de Sociaal Economische Raad - in 1975 herziene - besluit : "GEDRAGSREGELS in acht te nemen bij het voorbereiden en uitbrengen van een openbaar bod op aandelen en het tot stand komen van fusies van ondernemingen". AANBEVELING Betreffende het doen volgen van een brandweercursus Partijen bij de CAO zijn van mening, dat het geven van brandweercursussen aan schepelingen tot de taak van de overheid behoort. In afwachting van de overheidsmaatregelen in deze, wordt aanbevolen de schepelingen reeds thans zoveel mogelijk in de gelegenheid te stellen een brandweercursus op kosten van de rederij te volgen. Hierbij zal voor de officieren dienen te worden uitgegaan van de uitgebreide en voor de scheepsgezellen van de beperkte brandweercursus. AANBEVELING Achtergebleven bezittingen Omdat de wet op dit gebied in onvoldoende mate voorziet, heeft overleg tussen partijen bij de collectieve arbeidsovereenkomst ertoe geleid, dat Stena Line de volgende gedragsregels zal opvolgen : Indien een schepeling in het buitenland achterblijft, is de kapitein verplicht de bezittingen, die aan boord worden aangetroffen op te slaan nadat daarvan, ten overstaan van twee opvarenden, een inventarislijst is opgemaakt. Deze lijst dient door de twee opvarenden, alsmede door de kapitein, te worden ondertekend. De rederij draagt zorg dat de bezittingen binnen een redelijke termijn ter beschikking van betrokkene, zijn echtgenote of andere belanghebbende of, indien het een minderjarige schepeling betreft, zijn ouders of voogd, worden gesteld. Bezittingen die niet binnen een maand nadat zij ter beschikking zijn gesteld zijn afgehaald, kunnen door de rederij op kosten van de eigenaar worden opgeslagen. Mocht blijken, dat het achtervaren te wijten is aan de schuld of nalatigheid van de schepeling, dan is de rederij gerechtigd eventueel gemaakte kosten voor vervoer, c.q. opslag van de bezittingen in rekening te brengen aan betrokkene, c.q. deze te doen verrekenen met zijn eventueel tegoed aan gage of andere uitkeringen uit hoofde van verlof, overwerk enz., rekening houdende met de wettelijke bepalingen te dien aanzien. Bezittingen die binnen een jaar na de beschikbaarstelling niet zijn afgehaald, kunnen door de rederij, hetzij worden verkocht waarna de opbrengst onder aftrek van de gemaakte kosten ten gunste van de betrokken schepeling worden gestort bij de kas der gerechtelijke consignatien, hetzij worden vernietigd. De rederij noch de kapitein dragen verantwoordelijkheid voor de staat, waarin de goederen zich bevinden.
59 Bijlage III PROTOCOL van afspraken m.b.t. Nederlandse bemanning versus Engelse bemanning. Op 24.09.1996 werd door Stena Line Holland BV enerzijds en de Federatie van Werknemersorganisaties in de Zeevaart anderzijds, met het oog op de introductie m.i.v. 02.06.1997 van een zgn. HSS op de route Hoek van Holland-Harwich, m.b.t het onderwerp Nederlandse bemanning versus Engelse bemanning, het volgende overeengekomen. 1.
Op het vrachtschip onder Nederlandse vlag zal - met uitzondering van 5 Nederlandse koks (2 per ploeg) - een Engelse OBS-bemanning worden geplaatst tegen met de Engelse vakbonden overeengekomen arbeidsvoorwaarden, waarbij de FWZ op een nog nader overeen te komen wijze betrokken zal worden. Deze Engelse OBS-bemanning zal bestaan uit reeds op 02.06.1997 in dienst zijnde Engelse zeevarenden.
2.
Partijen zullen nader overleg voeren over welke arbeidsvoorwaarden van toepassing zullen zijn in het geval in de plaats van de reeds op 02.06.1997 in dienst zijnde Engelse zeevarenden, andere Engelse zeevarenden in de OBS van het onder Nederlandse vlag varende vrachtschip dienst gaan doen.
3.
Met het Engelse OBS-personeel op het vrachtschip onder Nederlandse vlag zal een zgn. tweede arbeidsovereenkomst worden aangegaan.
In aansluiting op het bovenstaande werd op 29.09.1998 door bovenvermelde partijen bij deze CAO het volgende overeengekomen. Toepassingsgebied CAO. Ten behoeve van de OBS aan boord van het m.s. Stena Hollandica zullen in principe Engelse zeevarenden, welke reeds op 02.06.1997 in dienst waren en waarop de met de FWZ overeengekomen arbeidsvoorwaarden niet van toepassing zijn, worden ingezet. In het geval geen Engels OBS-personeel meer beschikbaar is, d at op die datum reeds in dienst was, zal personeel worden ingezet, waarop met de FWZ overeengekomen arbeidsvoorwaarden van toepassing zullen zijn. Een uitzondering op dit laatste wordt gemaakt v.w.b. de zgn. "temps", welke met het oog op pieken in het verlof, het ziekteverzuim e.d. voor korte invalbeurten kunnen worden ingezet.
60
REGISTER Artikel
Bladzijde
Aankomst en vertrek. Tijdstip van - ....................... Aanstelling. De - ......................................... Aantal benodigde officieren ............................... Aanvang van de arbeidsdag, rusttijden en onderbrekingen.... Achtergebleven bezittingen, aanbevelingen inzake .......... Afrekening................................................. Afvloeiingsregeling ....................................... Arbeid door officieren te verrichten ...................... Arbeidsduur. Normale - per etmaal..........................
22 14 34 21 61.3 62 15 30/35
39 35 42 38 58 54 54 35 41/42
Bagage. Verzekering van - ................................. Bedienden Algemene Dienst buiten Nederland ................ Beëindiging der collectieve arbeidsovereenkomst............ Brandweercursus, aanbeveling betreffende het doen volgen .. van een ................................................... Bijscholing en cursussen ..................................
54 26 65
52 40 55
41
58 47
Conduite-rapport ..........................................
52
52
Deeltijdarbeid ............................................ Definities ................................................ Diensttijdverhogingen ................................... Diplomaverhogingen ........................................ Doorlopen van zeewacht ....................................
20 1 6 5 17
36-38 5 33 32 35
Examenkosten ..............................................
47
51
Fusiegedragsregels ........................................
58
Gage na promotie .......................................... Gagetabellen .............................................. Getuigschrift .............................................
7 3 61.4
33 12-32 54
Indeling in loongroepen ................................... Indeling van gezellen dek- en machinedienst ...............
2 18
6 36
Jongens ...................................................
19
36
Keuring, dag van medische ................................. Kort verzuim .............................................. Kosten keuringen ..........................................
53.2 40 53.1
52 47 52
Minimum maandgage koopvaardij.............................. Molestregeling ............................................
11 60
34 53
Nadere overeenkomst inzake opleiding etc...................
56
Opzegging bij ziekte, militaire dienst of andere over-..... heidsdienst ............................................... Opzegging. Schriftelijke -................................. Opzeggingstermijnen ....................................... Overwerk. Algemene bepalingen betreffende - ............... Overwerk en tarieven ...................................... Overwerk. Vast aantal overuren en bijslag .......................... Overwerk. Wijze van berekening van het ....................
61.2 61.1 63 23 27 24 28
54 54 54 39 40 39 40
Pensionering .............................................. Premies, pensioen..............................
64 8
55 34
61 Ranglijst ................................................. Regeling Arbeidsvoorziening zeescheepvaart ................ Reiskosten. Vergoeding van - in Nederland .................
50
56 58 51
Scheepskok, opleiding ..................................... Scheepsmanagement, cursus .................................. Spaarloonregeling ......................................... Stagenemers ............................................... Stand-by blijven in het buitenland ........................ Stille wacht in het buitenland ............................ Stille wacht in Nederland en/of in de thuishaven .......... Studieverlof...............................................
42 45 51 43 33 32 31 44
47 50 52 48 42 41 41 48
Tantièmes en gratificaties ................................ Toeslaguren. Geen afzonderlijke betaling van ..............
10 25
34 40
Uniformkleding, beschermende kleding .....................
49
51
Vaarbevoegdheidsbewijzen .................................. Vakantie. Opbouw - tijdens ziekte ......................... Vakantietoeslag ........................................... Vast aantal overuren en bijslag ........................... Veiligheid, gezondheid, hygiëne ........................... Veiligheid van opvarenden, schip en/of lading ............. Verblijfstoelage ........................................... Verhoging Stena Line ...................................... Verlof. Ter compensatie van de zaterdag en de zondag ...... Verlof bij ziekte enz. naaste verwanten ................... Verlof. Extra - voor ouderen .............................. Verlof. Periodiek ......................................... Verlof(tegoed). Algemene bepalingen voor het verlenen van . Verrekening van de gage, het overwerk, de toeslagen enz.... Voeding ................................................... Voedingsgeld ...............................................
46 38.1b 36 24 48 16 13 4 37 56 38.2 38.1a 39 29 12.1 12.2
51 46 43 39 51 35 34 32 45 53 46 45 46 40 34 34
WAO-uitkering - garantie .................................. Week-op/week-af systeem ................................... Wet Arbeid Gehandicapte Werknemers en terugdringen arbeidsongeschiktheidsvolume .............................. Wijziging functie-inhoud ..................................
58 20
53 36
59 9
53 34
Zeewacht. Doorlopen van - ................................. Ziektekostenverzekering. Bijdrage in - .................... Ziektewetuitkering - Aanvulling ...........................
17 55 57
35 52 53