Stedenbouwkundige voorschriften
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 22 -
Leeswijzer voor tabel: De grafische plannen en de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften (kolom 1 weergegeven op een grijze ondergrond) hebben verordenende kracht. De toelichting bij de voorschriften (kolom 2) dient als richtinggevende interpretatie van de voorschriften gelezen te worden. Deze kolom is bijgevolg niet verordenend.
ALGEMENE BEPALINGEN VERORDENEND
TOELICHTING
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
EN VISIE
0.1. Werken en constructies in functie van openbaar nut en/of milieutechnische ingrepen
0.1. Werken en constructies in functie van openbaar nut en/of milieutechnische ingrepen.
Werken en constructies in functie van openbaar nut en milieutechnische ingrepen kunnen in alle zones toegelaten worden voor zover de schaal en bouwkarakteristieken (inplanting, gabarit, materiaalgebruik…) ervan geen fundamentele afbreuk doen aan de kwaliteit van de omgeving en de betreffende bestemmingszone.
Vb. wegeniswerken, rioleringswerken, pompinstallaties, leidingen elektriciteit en gas, elektriciteitscabine, waterbuffering, e.d.
0.2. Voorkomen
0.2. Voorkomen
Alle materialen en kleuren die worden gebruikt binnen dit plangebied moeten afgestemd worden op de aard, het karakter en de uitstraling van de site en de directe omgeving. Felle kleuren moeten geweerd worden. Alle zichtbare metselwerk in gevels en andere zichtbare constructies moeten in het wit geschilderd worden.
Afgestemd zijn op de aard, het karakter en de uitstraling van de directe omgeving: er dient minstens een link te zijn met de omgeving. Deze link kan complementair, tegenstellend, materieel, historisch, esthetisch en/of cultureel zijn.
Het materiaal, gebruikt voor alle gebouwen en constructies, moet constructief en esthetisch verantwoord zijn.
0.3. Stedenbouwkundige toelating
0.3. Stedenbouwkundige toelating Voor alle werken en constructies, dient er verplicht gewerkt te worden met een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning. GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 23 -
Er gelden geen vrijstellingen van aanvragen tot stedenbouwkundige vergunningen.
0.4. Windmolens en zonnepanelen
0.4. Windmolens en zonnepanelen
Binnen het plangebied zijn alle windmolens en windturbines verboden.
Bedoeld worden allerhande modellen windmolens met horizontale of verticale as ingeplant op zowel een gebouw of op een mast.
Zonnepanelen en/of zonneboilers zijn niet toegelaten, met uitzondering op een plat dak, met een hoogte tot maximum aan de dakrand.
Princiepstekening bij een afgeknot hellend dak.
Princiepstekening bij een plat dak.
0.5. Landschappelijke inpassing
0.5. Landschappelijke inpassing
Alle ingrepen, constructies en gebouwen dienen landschappelijk ingepast te worden. Een maximale harmonie met de omgeving moet nagestreefd worden en de eigenheid van de directe omgeving dient te worden gerespecteerd en zo mogelijk versterkt.
Landschappelijke inpasbaarheid kan bevorderd worden door een gerichte groenaanleg en verantwoord materiaalgebruik. Ook de onderlinge samenhang van de verschillende componenten binnen de site kan de landschappelijke inpasbaarheid bevorderen.
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 24 -
0.6. Bestaande bebouwing die afwijkt van de verordenende bepalingen
0.6. Bestaande bebouwing die afwijkt van de verordenende bepaling
Bestaande vergunde of vergund geachte gebouwen die afwijken van de gestelde verordenende bepalingen kunnen behouden blijven. Deze gebouwen kunnen binnen de bestaande afwijkingen verbouwd worden voor de bestaande vergunde functies die afwijken van de gestelde verordende bepalingen. Volume-uitbreidingen kunnen enkel voor de functies die voldoen aan de gestelde verordenende bepalingen.
0.7. Woon- en leefkwaliteit
0.7. Woon- en leefkwaliteit
Alle bebouwing onder de 1ste bouwlaag (zie 0.11. definities) dient te worden aangewend voor functies, ondergeschikt aan de woonfunctie.
Functies, ondergeschikt aan de woonfunctie kunnen zijn (niet limitatieve lijst): - garage - berging - hobbyruimte - kelder
0.8. Bijgebouwen
0.8. Bijgebouwen
Alle bijgebouwen zijn onderhevig aan de vergunningsplicht. Bijgebouwen < 12m² mogen in hout worden opgetrokken, maar dienen in het wit geschilderd te worden. Voor bijgebouwen > 12m² gelden de voorschriften van de respectievelijke bestemmingszones.
0.9. Fietsstalcomfort
0.9. Fietsstalcomfort
De fietsenstalling moet gemakkelijk toegankelijk zijn vanaf het openbaar domein en zich bevinden nabij de toegang van gebouwen. Er dienen voldoende fietsenstallingen voorzien te worden. Het aantal fietsenstallingen dient te worden afgestemd op de functie van het hoofdgebouw. GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 25 -
Het aantal fietsstallingen en de inplanting ervan dienen duidelijk vermeld te worden op het bouwplan van de stedenbouwkundige aanvraag. Toelichtend dient men de berekening van het aantal fietsplaatsen te verduidelijken. Het minimum aantal fietsstalplaatsen: - Bij woonfunctie: Minimum 2 per eerste slaapkamer + 1 extra per bijkomende slaapkamer; -
Bij andere functies dient 2% van de vloeroppervlakte voorzien te worden voor fietsstalling.
Ter illustratie: woning met drie slaapkamers = 4 fietsstalplaatsen ((1x2)+1+1) Ter illustratie: 2% van een vloeroppervlakte van 150m² = 3m² voorzien voor fietsstalling (dus 2 stalplaatsen mogelijk gezien de minimum afmetingen).
De minimum afmetingen van de standplaats zijn 1,75m lang en 0,70m breed. De standplaats dient minimaal verhard te worden met grind.
0.10. Water
0.10. Water
Voor de afvoer van hemelwater dient de voorkeur gegeven te worden aan de afvoerwijzen zoals hierna in afnemende graad van prioriteit vermeld: 1° opvang voor hergebruik; 2° infiltratie op eigen terrein; 3° buffering met vertraagd lozen in een oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater; 4° lozing in de regenwaterafvoerleiding (RWA) in de straat. Slechts wanneer de beste beschikbare technieken geen van de voornoemde afvoerwijzen toelaten, mag het hemelwater overeenkomstig de wettelijke bepalingen worden geloosd in de openbare riolering.
Er dient te worden voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
Alle ingrepen in functie van hergebruik, infiltratie en opvang van hemelwater dienen op eigen terrein te worden georganiseerd.
0.11. Definities
0.11. Definities
Achtergevel gevel die geen voorgevel of zijgevel is. GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 26 -
Achtertuin gedeelte van het goed dat geen voortuin of zijtuin is. Bijgebouwen = gebouwen die los staan van het hoofdvolume. Deze bebouwing heeft een bestemming die aanvullend en/of ondersteunend is voor de hoofdbestemming. Bouwlaag Een bouwlaag is gelegen tussen de afgewerkte vloer en de afgewerkte plaat van de erboven liggende laag. De gelijkvloerse verdieping is de 1ste bouwlaag, de 1ste verdieping wordt de 2de bouwlaag genoemd. Een bouwlaag heeft normaliter een hoogte van max. 3 meter. Bouwlaag 3
De kelderverdiepingen worden niet als een bouwlaag beschouwd. Voor zone 1, 2 en 4 is de eerste bouwlaag (gelijkvloers) de bouwlaag die het horizontaal vlak, 1 meter boven het straatniveau/maaiveld snijdt. Voor zone 3 is de eerste bouwlaag (gelijkvloers) de bouwlaag die het horizontaal vlak 1 meter boven het niveau, gemeten in het midden tussen bouwlijn en rooilijn, snijdt. De ruimte onder het dak wordt beschouwd als een volwaardige bouwlaag indien de oppervlakte, met een vrije hoogte van 2.00m, meer is dan de helft van de vloeroppervlakte van de onderliggende bouwlaag. Dakaccent insprong en uitsprong ten opzichte van het hellend dakvlak in de eerste daklaag. Deze zijn achter de verticale lijnen van het gabarit gelegen.
Bouwlaag 2 Bouwlaag 1 Maaiveld/straatniveau
Het peil van het maaiveld wordt gemeten ter hoogte van de as van de weg, dit specifiek ter hoogte van het midden van de perceelsgrens die grenst aan het openbaar domein.
Dakkapel uitspringend venster dat het dakvlak onderbreekt, al dan niet voorzien van een kapje. Detailhandel = handel waarbij minder dan 300m² benut wordt als verkoopsruimte. Sanitair, opslagruimte en andere ondergeschikte functies worden daarbij niet in rekening gebracht. GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 27 -
Discotheken en dancings = alle dansgelegenheden met een vloeroppervlakte in de gelagzaal van meer dan 100 m² en/of alle dansgelegenheden die milieuvergunningsplichtig zijn conform Vlarem II. Gabarit profiel waarbinnen de hoofdvorm van een gebouw is gelegen. Dakaccenten, hoekaccenten, schouwen en geveluitsprongen als balkons, erkers, loggia’s, dakoversteken en dergelijke, kunnen buiten het gabarit uitspringen. Gesloten bebouwing = bebouwing zonder vrije zijgevels. De zijgevelgrenzen zijn de perceelsgrenzen. Halfopen bebouwing = bebouwing met 1 vrije zijgevel en één gevel, ingeplant op de zijkavelgrens. Hoekaccent uitsprong in het dakvlak ter hoogte van de hoek van hoekpercelen aan straathoeken in gesloten bebouwing of bij de hoeken van een gebouw bij open bebouwing. Kroonlijst = waar het verticaal vlak van de gevel, op de voorbouwlijn van dit gebouw, overgaat in het hellend vlak van het dak. Kroonlijsthoogte = de afstand, verticaal gemeten tussen het peil van het maaiveld en de kroonlijst. Nachtwinkels = kleinhandelszaken met openingstijden tussen 22:00 en 06:00. Nokhoogte = Het hoogste punt van een gebouw. (met uitzondering van afzuiginstallaties, antennes, schoorstenen e.d.). GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 28 -
Open bebouwing = bebouwing met alzijdig afgewerkte gevels ingeplant op een perceel waarop een alzijdig opgelegde bouwvrije strook wordt voorzien. Verbouwingen = aanpassingswerken doorvoeren binnen het bestaand bouwvolume van een constructie waarvan de buitenmuren minstens 60% behouden blijven. Voorgevel elke gevel gericht op de voorliggende weg, met uitzondering van garagewegen en voetwegen. Voorgevellijn de lijn die gevormd wordt door de voorgevel of voorgevels door te trekken tot op de zijperceelgrenzen van het goed. Voortuin gedeelte van het goed dat voor de voorgevellijn van het hoofdgebouw ligt. Zijgevel gevel aan de zijkant van het gebouw. Zijtuin gedeelte van het goed dat ter hoogte van een zijgevel ligt. Zonegrens Grenzen tussen zones 1, 2, 3 en 4 van het bestemmingsplan. Zorgwoningen Zorgwonen is een vorm van wonen waarbij voldaan is aan de bepalingen zoals vermeld in de VCRO.
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 29 -
WONEN (VCRO, art. 2.2.3. §1)
ARTIKEL 1: ZONE VOOR WONEN & CENTRUMFUNCTIES VERORDENEND
Art. 1
TOELICHTING
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 1.1. Bestemming
1.1. Bestemming
Binnen deze zone wordt een menging van wonen, kantoren, handel, horeca en hotel toegelaten. -
Enkel detailhandel is toegelaten. De woonfunctie kan gerealiseerd worden onder de vorm van eengezinswoningen en/of meergezinswoningen.
Kantoor, handel, horeca en hotelfuncties zijn enkel toegelaten indien er minstens één woongelegenheid aanwezig is. Bij meergezinswoningen dienen alle functies, anders dan wonen, te worden voorzien in de eerste bouwlaag (gelijkvloers). Alle locaties voor dansgelegenheden, dancings of discotheken en nachtwinkels worden uitgesloten. Exploitatie van 1ste en 2de klasse VLAREM-inrichting worden uitgesloten.
1.2. Inrichting
1.2. Inrichting
1.2.1.
1.2.1. Bebouwing
Bebouwing
volume en afmetingen:
Volume en afmetingen:
max. 3 bouwlagen + 2 bouwlagen in dak
Het dak kan afgewerkt worden met een nok (bijvoorbeeld bij 1 bouwlaag in het dak). Het dak kan ook afgeknot worden waarbij de dakranden maximaal 1m boven het afgewerkte horizontale dakvlak zijn gelegen.
Uitzondering : gearceerde zone = max 2 bouwlagen + 1 bouwlaag in dak
in een 2de daklaag kunnen geen autonome wooneenheden gerealiseerd worden. GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 30 -
max. bouwdiepte = 20m Verplichtend hellend dak met een helling tussen 40° en 60°. Specifieke bepalingen in functie van woonkwaliteit: Om woonkwalitatieve redenen dienen de woongelegenheden een minimale nuttige vloeroppervlakte te hebben van 50 m² per woongelegenheid. Bij meerdere woongelegenheden in hetzelfde gebouw geldt daarenboven een minimale gemiddelde nuttige vloeroppervlakte van 60 m². Elk slaapvertrek en elke leefruimte dient een minimale netto oppervlakte van 9 m² te hebben. Deze oppervlaktes dienen duidelijk vermeld te worden op het bouwplan van de stedenbouwkundige aanvraag. Voorkomen met uitzondering van de gearceerde zone
Voorkomen met uitzondering van de gearceerde zone
Alle gevels dienen opgetrokken in metselwerk. Hierbij dienen rode, nietbezande bakstenen te worden gebruikt met volgende afmetingen: M50: 190 x 90 x 50 M65: 190 x 90 x 65 M90: 190 x 90 x 90 Alle zichtbare metselwerk in gevels en andere zichtbare constructies moeten in het wit geschilderd worden
Andere zichtbare constructies : carports, serres, prieeltjes…
De dakbedekking dient te bestaan uit tegelpannen in een oranje-rode kleur. Gabarit bij open bebouwing.
Gabarit bij open bebouwing
Het gabarit bij open bebouwing wordt voor de afgewerkte gevels bepaald door: 1. Verticale bouwlijnen die vertrekken vanaf het maaiveld met een maximum hoogte gelijk aan het aantal bouwlagen maal 3 meter. Hierin zijn het aantal opgelegde bouwlagen begrepen. 2. Vanaf deze verticale bouwlijnen met een bijkomende verticale variabele hoogte van maximum 1,75 m vertrekken onder minimum 40° - maximum 60° de bouwlijnen van de dakconstructie. GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 31 -
3. De afstand vanaf de bovenkant van de afgewerkte hoogst opgelegde bouwlaag tot de bovenkant van de afgewerkte tweede daklaag bedraagt maximaal 6 meter. Hierin zijn maximaal twee bouwlagen begrepen. 4. De bouwlijn van de dakconstructie wordt met dezelfde helling doorgetrokken over het niveau van de bovenplaat van de hoogste bouwlaag niet gelegen in de dakconstructie. Deze uitsprong mag niet meer bedragen dan 1,50 meter uit de verticale bouwlijnen van de gevels. 5. Deze gabariten kunnen slechts gewijzigd worden wanneer het terreinprofiel van het te bouwen perceel en van de aanpalende percelen dit vereisen. 6.
Bijkomende architecturale accenten kunnen toegelaten worden als het ontwerp daardoor een architecturale meerwaarde krijgt.
Dakaccenten 1.
De voorgestelde dakaccenten moeten daadwerkelijk een positieve bijdrage leveren aan de architecturale kwaliteiten van het bouwproject en van de omgevende bebouwing;
2.
De architecturale kwaliteiten van deze dakaccenten worden beoordeeld door de bevoegde overheid(heden) en dienen desgevallend aangepast aan hun richtlijnen terzake. Dakaccenten dienen te voldoen aan de voorwaarden gesteld in het burgerlijk wetboek inzake zichten en lichten.
3. Dakaccenten mogen niet in het achterdakvlak aangebracht worden indien de achtergevel geen architecturaal volwaardig uitgewerkte gevel is. 4. De totale breedte van de verticale vlakken van de dakaccenten in het dak dient in lengte beperkt tot de 2/3 van de totale dakbreedte gemeten op de bovenzijde van de vloerplaat van de daklaag waarvoor de verticale vlakken dienen. Ieder dakaccent heeft een maximale overmeten breedte van 3.5 m. 5. Dakaccenten kunnen niet boven de nok uitspringen. 6.
Boven de eerste daklaag kunnen enkel dakkapellen met een maximale overmeten breedte van 2,00 m voorzien worden over de helft van de dakvlakbreedte zoals bedoeld in punt 4 hiervoor. Deze
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 32 -
bedienen enkel de slaapvertrekken en daarbij voorzieningen. Dakvlakramen worden niet toegelaten.
horende
Voorgevel: A: De aaneengesloten voorgevelbreedte hetzelfde dakvlak is maximaal 24 m.
Voorgevel: gevel uitkijkend op de Albert I-laan en
achtergevelbreedte
in
B: Voor grotere projecten op percelen breder dan 34 meter (37 meter voor hoekpercelen), met uitzondering in de gearceerde zone, zullen bijgevolg meerdere gebouwen moeten opgetrokken worden, met voor elk gebouw een verschillende architectuur of zullen de gevelvlakken moeten gemoduleerd worden. Moduleren van gevelvlakken moet gebeuren door: 1) over 1/4e met een maximum van 24 m van de voorgevelbreedte mogen slechts twee bouwlagen + één bouwlaag in het dak voorzien worden. 2) de afstand tot de rooilijn over deze in B1 voormelde 1/4e van de gevelbreedte bedraagt minimum 11 m. 3) de afstand van de totale achtergevel tot de achterkavelgrens bedraagt minimum 8 m. 4) de bouwdiepte van B1 is maximaal 15 m C: Voor de gearceerde zone: Verticale modulering van de bebouwing wordt opgelegd met een maximale gevelbreedte van 10 m per module. Per module gevelbreedte dient een andere architectuur, gevelsteen en kleur van dakbedekking te worden gebruikt.
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
A: percelen vanaf een breedte van 34m (37m voor hoekpercelen) kunnen gebouwen hebben met een voorgevelbreedte van 24m. B: Voor grotere projecten op percelen groter dan 34 meter (37 meter voor hoekpercelen) zullen bijgevolg meerdere gebouwen moeten opgetrokken worden en/of zullen de gebouwen moeten gemoduleerd worden.
De modulatie van de zone B1 wordt verduidelijkt onder de titel ‘inplanting’.
C: Gearceerde zone:
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 33 -
Inplanting
Inplanting De afstand tussen de gevels van verschillende gebouwen of perceelsgrenzen wordt gemeten vanuit de gevelvlakken en niet vanuit de geveluitsprongen.
Bij geval A (zie hierboven) afstand tot de rooilijn = min. 8 meter afstand tot de zonegrens = min. 8 meter afstand tot de zijkavelgrens = min. 5 meter
Bij geval A
Vb. ingeval van twee aparte gebouwen voor één project op één perceel Bij geval B, voor percelen breder dan 34m (37 meter indien hoekperceel)
Bij geval B, voor percelen breder dan 34m
Afstand tot de rooilijn = min. 8 meter Afstand tot de rooilijn gebouwdeel voorzien in B1 is minimum 11 m Aftand tot de achterkavelgrens = minimum 8 m Afstand tot de zijkavelgrens = minimum 5 m
Voor grotere projecten op percelen breder dan 34m (37 meter indien hoekperceel) zullen bijgevolg meerdere gebouwen moeten opgetrokken worden en/of zullen de gebouwen moeten gemoduleerd worden. Moduleren van gevelvlakken kan gebeuren door het creëren van verticale onderbrekingen door bv. ander materiaalgebruik, accidenteren van het gevelvlak, andere structuur, ander kleurgebruik…
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 34 -
Situatie B1: Afzonderlijke gebouwen
Bij meerdere gebouwen dient elk gebouw zijn eigen architectuur en uitstraling te bezitten, waardoor er een eenheid in verscheidenheid kan ontstaan.
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 35 -
Situatie B2: Aaneengesloten gebouwen
Door de volumeverschillen tussen de verschillende gebouwdelen, mag de aaneengesloten bebouwing in éénzelfde architectuur opgetrokken worden.
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 36 -
Situatie B3: Aaneengesloten gebouwen
Door de volumeverschillen tussen de verschillende gebouwdelen, mag de aaneengesloten bebouwing in éénzelfde architectuur opgetrokken worden.
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 37 -
Bij geval C, voor de gearceerde zone
Bij geval C, voor de gearceerde zone
Afstand tot de rooilijn gewestweg = minimum 3 meter op niveau van het maaiveld Afstand tot de rooilijn gemeenteweg = minimum 8 meter Afstand tot de achterkavelgrens = minimum 8 meter Afstand tot de zijkavelgrens = 0 meter
De afstand tussen de gevels van verschillende gebouwen of perceelsgrenzen wordt gemeten vanuit de gevelvlakken en niet vanuit de geveluitsprongen.
Per 10lm dient elk gevelvlak zijn eigen architectuur en uitstraling te bezitten, waardoor er een eenheid in verscheidenheid kan ontstaan. Moduleren van gevelvlakken kan gebeuren door het creëren van verticale onderbrekingen door bv. ander materiaalgebruik, accidenteren van het gevelvlak, andere structuur, ander kleurgebruik…
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 38 -
Voor alle gevallen – A, B (B1-B2-B3) en C: Afwijkingen omtrent de minimale afstand tot de achterkavelgrens zijn niet toegelaten. Vrijstaande constructies zijn niet toegelaten bij meergezinswoningen
Voor alle gevallen – A, B (B1-B2-B3) en C:
Modulering op de gevels : - Balkons zijn toegelaten onder volgende voorwaarden: Voor geval A en B (B1-B2 en B3): * Maximale uitsprong van 1,50 meter diepte (gemeten ten opzichte van de gelijkvloerse gevellijn) ter hoogte van de voorgevel en achtergevel. * Maximale uitsprong van 1,00 meter diepte (gemeten ten opzichte van de gelijkvloerse gevellijn) ter hoogte van de zijgevels Voor geval C: * Maximale uitsprong van 1,00 meter diepte (gemeten ten opzichte van de gelijkvloerse gevellijn) ter hoogte van de voorgevel en zijgevels. * Maximale uitsprong van 1,50 meter diepte (gemeten ten opzichte van de gelijkvloerse gevellijn) ter hoogte van de achtergevel. De voorwaarden hierover gesteld in het Burgerlijk Wetboek dienen nageleefd te worden. De balkons zijn enkel voorzien van borstweringen. - Geveluitsprongen (bvb. erkers, schouw…) zijn in de voorgevel enkel toegelaten vanaf de 2de bouwlaag.
De afstand tussen de gevels van verschillende gebouwen of perceelsgrenzen wordt gemeten vanuit de gevelvlakken en niet vanuit de geveluitsprongen.
De geveluitsprongen hebben een diepte van maximaal 0,30 meter en een breedte van maximaal 1 meter.
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 39 -
De diepte van een geveluitsprong kan niet gecombineerd worden met de diepte van een balkon.
Vrijstaande constructies bij eengezinswoningen: bijgebouwen
Vrijstaande constructies bij eengezinswoningen: bijgebouwen
- Van het hoofdgebouw vrijstaande, niet voor verblijf bestemde bijgebouwen zijn te voorzien in de zij- en/of achtertuin - Inplanting op minstens 3 m van de perceelgrenzen in de zijtuin en achtertuin. - Het is toegelaten om de constructie op te trekken op de zijperceelsgrens, mits akkoord van de aanpalende buren. - Het is toegelaten om de constructie op te trekken op 1 m van de achterperceelsgrens, mits akkoord van de aanpalende buren. - In de voortuin zijn bijgebouwen verboden. - De totale oppervlakte blijft beperkt tot maximaal 40 m² per goed met inbegrip van alle bestaande vrijstaande bijgebouwen - De hoogte is beperkt tot een kroonlijsthoogte van 3 meter en een nokhoogte van 4,50 m - De constructies dienen verplicht in het wit geschilderd te worden.
Het kan hier gaan over een tuinhuis, poolhouse, vrijstaande carport, vrijstaande garage, serre, e.d. …
Niet overdekt zwembad, siervijver zwemvijver - Inplanting ervan op minstens 3 m van de zijperceelgrenzen en op minstens 1 meter van de achterperceelgrens. - Mits akkoord van de aanpalende buren kan de te respecteren afstand tot de zijperceelgrens 1 meter bedragen. - In de voortuin zijn deze niet toegelaten. - Deze constructies hebben geen bouwvolume, - Ze komen niet hoger dan 1,50 meter boven het maaiveld. GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 40 -
1.2.2.
1.2.2. Verhardingen
Verhardingen
Van alle niet-bebouwde perceelsdelen mag maximaal 50% verhard worden. Alle verhardingen moeten uitgevoerd worden in kleinschalige materialen.
Vb. kleinschalige materialen op een zandbed, grasdals, kiezels,…
1.2.3.
1.2.3. Groen
Groen
Bij elke aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning dient een informatief beplantingsplan te worden gevoegd. Dit informatief beplantingsplan geeft duidelijkheid omtrent: - de inkleding van de vergunningsplichtige handeling in zijn omgeving; - de plantensoort; - de beoogde beplantingshoogte; - de plantafstand.
Het beplantingsplan moet duidelijkheid verschaffen inzake: - plantenkeuze (streekeigen planten, heesters en bomen verdienen voorkeur); - inplanting plantgoed; - beoogde beplantingshoogtes; - …
De groeninkleding dient te bestaan uit: - verzorgd streekeigen groen; - menging van planten, heesters en bomen.
1.3.
Ontsluiting
1.3. Ontsluiting
Per openbare weg mag slechts één ontsluiting worden georganiseerd naar het gebouw met een maximale breedte van 6 meter.
Een ontsluiting (op- en afrit) heeft een indicatieve breedte van maximaal 6m.
Bij hoekgebouwen is het toegelaten om twee ontsluitingen te voorzien: -
één ontsluiting ter hoogte van de voorgevel
-
één ontsluiting ter hoogte van de zijgevel.
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 41 -
1.4. Parkeervoorzieningen
1.4. Parkeervoorzieningen
Bij eengezinswoningen zijn parkeervoorzieningen enkel toegelaten buiten de bouwvrije strook (8 meter ten opzichte van de rooilijn).
Bij het ontbreken van voldoende parkeerplaatsen is het gemeentelijk belastingsreglement op het ontbreken van parkeerplaatsen van toepassing.
Bij meergezinswoningen is de aanleg van bovengrondse parkeerplaatsen verboden. De in- en uitritten tot de ondergrondse garages hebben een helling van maximum 4%, over een afstand van 5 m, vanaf de rooilijn.
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 42 -
WONEN (VCRO, art. 2.2.3. §1)
ARTIKEL 2: ZONE VOOR WONEN, VRIJE BEROEPEN & HOTELFACILITEITEN VERORDENEND
Art. 2
TOELICHTING
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 2.1.
2.1. Bestemming
Bestemming
Binnen deze bestemmingszone worden enkel de volgende functies toegelaten: 1) Woonfunctie; 2) Vrije beroepen; 3) Hotelfunctie. Vrije beroepen zijn toegelaten op de gelijkvloerse verdieping. Vrije beroepen zijn hier enkel : artsen, tandartsen, notarissen, advocaten en dierenartsen.
2.2.
Inrichting
2.2 Inrichting
2.2.1.
Bebouwing
2.2.1. Bebouwing
Volume en afmetingen: Max. 3 bouwlagen + 1 bouwlaag in het dak maximum bouwdiepte: 20 m
Het dak kan afgewerkt worden met een nok. Het dak kan ook afgeknot worden waarbij de dakranden maximaal 1m boven het afgewerkte horizontale dakvlak zijn gelegen.
Specifieke bepalingen in functie van woonkwaliteit: Om woonkwalitatieve redenen dienen de woongelegenheden een minimale nuttige vloeroppervlakte te hebben van 50m² per woongelegenheid. Bij meerdere woongelegenheden in hetzelfde gebouw geldt daarenboven een minimale gemiddelde nuttige vloeroppervlakte van 60m². Elk slaapvertrek en elke leefruimte dient een minimale netto oppervlakte van 9 m² te hebben. GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 43 -
Deze oppervlaktes dienen duidelijk vermeld te worden op het bouwplan van de stedenbouwkundige aanvraag. Voorkomen Alle gevels dienen opgetrokken in metselwerk. Hierbij dienen rode, nietbezande bakstenen te worden gebruikt met volgende afmetingen : M50: 190 x 90 x 50 M65: 190 x 90 x 65 M90: 190 x 90 x 90 Verplichtend hellend dak met een helling tussen 40° en 60°. Alle zichtbare metselwerk in gevels en andere zichtbare constructies, moeten in het wit geschilderd worden
Andere zichtbare constructies : carports, serres, prieeltjes…
De dakbedekking dient te bestaan uit tegelpannen in een oranje-rode kleur. Gabarit bij open bebouwing. Het gabarit bij open bebouwing wordt voor de afgewerkte gevels bepaald door: 1. Verticale bouwlijnen die vertrekken vanaf het maaiveld met een maximum hoogte gelijk aan het aantal bouwlagen maal 3 meter. Hierin zijn het aantal opgelegde bouwlagen begrepen. 2. Vanaf deze verticale bouwlijnen met een bijkomende verticale variabele hoogte van maximum 1,75 m vertrekken onder minimum 40° - maximum 60° de bouwlijnen van de dakconstructie. 3. De afstand vanaf de bovenkant van de afgewerkte hoogst opgelegde bouwlaag tot de bovenkant van de afgewerkte tweede daklaag bedraagt maximaal 6 meter. Hierin zijn maximaal twee bouwlagen begrepen. 4. De bouwlijn van de dakconstructie wordt met dezelfde helling doorgetrokken over het niveau van de bovenplaat van de hoogste bouwlaag niet gelegen in de dakconstructie. Deze uitsprong mag niet meer bedragen dan 1,50 meter uit de verticale bouwlijnen van de gevels. 5. Deze gabariten kunnen slechts gewijzigd worden wanneer het GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 44 -
terreinprofiel van het te bouwen perceel en van de aanpalende percelen dit vereisen. 6.
Bijkomende architecturale accenten kunnen toegelaten worden als het ontwerp daardoor een architecturale meerwaarde krijgt.
Dakaccenten 1. De voorgestelde dakaccenten moeten daadwerkelijk een positieve bijdrage leveren aan de architecturale kwaliteiten van het bouwproject en van de omgevende bebouwing; 2. De architecturale kwaliteiten van deze dakaccenten worden beoordeeld door de bevoegde overheid(heden) en dienen desgevallend aangepast aan hun richtlijnen terzake. Dakaccenten dienen te voldoen aan de voorwaarden gesteld in het burgerlijk wetboek inzake zichten en lichten. 3. Dakaccenten mogen niet in het achterdakvlak aangebracht worden indien de achtergevel geen architecturaal volwaardig uitgewerkte gevel is. 4. De totale breedte van de verticale vlakken van de dakaccenten in het dak dient in lengte beperkt tot de 2/3 van de totale dakbreedte gemeten op de bovenzijde van de vloerplaat van de daklaag waarvoor de verticale vlakken dienen. Ieder dakaccent heeft een maximale overmeten breedte van 3.5 m. 5. Dakaccenten kunnen niet boven de nok uitspringen . 6. Boven de eerste daklaag kunnen enkel dakkapellen met een maximale overmeten breedte van 2 m over de helft van de dakvlakbreedte zoals bedoeld in punt 4 hiervoor voorzien worden. Deze bedienen enkel de slaapvertrekken en daarbij horende voorzieningen. Dakvlakramen worden enkel in het achterdakvlak aanvaard en de lengte is beperkt tot de helft van de dakvlakbreedte zoals bedoeld in punt 4 hiervoor. Voorgevel :
Voorgevel : A: De homogene aaneengesloten voorgevelbreedte en achtergevelbreedte in hetzelfde dagvlak kan maximaal 24 m zijn.
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
A: Gevel uitkijkend op de Elisalaan.
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 45 -
B: Voor grotere projecten op percelen groter dan 34m (of 37m voor hoekpercelen) zullen bijgevolg meerdere gebouwen moeten opgetrokken worden met voor elk gebouw een verschillende architectuur of zullen de gevelvlakken moeten gemoduleerd worden. Moduleren van gevelvlakken moet gebeuren door: 1) over 1/4e met een maximum van 24 m van de gevelbreedte mogen slechts twee bouwlagen + één bouwlaag in het dak voorzien worden. 2) de afstand tot de rooilijn over deze in B1 vermelde 1/4e van de gevelbreedte bedraagt minimum 11 meter. 3) de afstand van de totale achtergevel tot de achterkavelgrens bedraagt minimum 8 meter. 4) de bouwdiepte van B1 is maximaal 15 meter.
B:
vb. ingeval van twee aparte gebouwen voor één project op één perceel De modulatie van de zone B1 wordt verduidelijkt onder de titel ‘inplanting’.
Inplanting
Inplanting
Bij geval A: afstand tot de rooilijn = minimum 8 meter afstand tot de zonegrens = minimum 8 meter afstand tot de zijkavelgrens = minimum 5 meter
Bij geval A:
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 46 -
Bij geval B: Afstand tot de rooilijn = minimum 8 meter Afstand tot de rooilijn gebouwdeel voorzien in B1 is minimum 11 m Aftand tot de achterkavelgrens = minimum 8 meter Afstand tot de zijkavelgrens = minimum 5 meter
Bij geval B: Voor grotere projecten op percelen breder dan 34 m (37 meter indien hoekperceel) zullen bijgevolg meerdere gebouwen moeten opgetrokken worden en/of zullen de gebouwen moeten gemoduleerd worden. Moduleren van gevelvlakken kan gebeuren door het creëren van verticale onderbrekingen door bv. ander materiaalgebruik, accidenteren van het gevelvlak, andere structuur, ander kleurgebruik… Situatie B1: Afzonderlijke gebouwen
Bij meerdere gebouwen dient elk gebouw zijn eigen architectuur en uitstraling te bezitten, waardoor er een eenheid in verscheidenheid kan ontstaan.
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 47 -
Situatie B2: Aaneengesloten gebouwen
Door de volumeverschillen tussen de verschillende gebouwdelen, mag de aaneengesloten bebouwing in éénzelfde architectuur opgetrokken worden.
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 48 -
Situatie B3: Aaneengesloten gebouwen
Voor alle gevallen A en B (B1, B2 en B3):
Voor alle gevallen A en B (B1, B2 en B3): Afwijkingen omtrent de minimale afstand tot de achterkavelgrens zijn niet toegelaten. Vrijstaande constructies zijn niet toegelaten bij meergezinswoningen.
Het kan hier gaan over een tuinhuis, poolhouse, carport, serre, vrijstaande garage, e.d. …
Modulering op de gevels: - Balkons zijn toegelaten onder volgende voorwaarden: * Maximale uitsprong van 1,50 meter diepte (gemeten ten opzichte van de gelijkvloerse gevellijn) ter hoogte van de voorgevel en achtergevel. * Maximale uitsprong van 1,00 meter diepte (gemeten ten opzichte van de gelijkvloerse gevellijn) ter hoogte van de zijgevels
Modulering op de gevels:
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
vrijstaande
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 49 -
De voorwaarden hierover gesteld in het Burgerlijk Wetboek dienen nageleefd te worden. De balkons zijn enkel voorzien van borstweringen. - Geveluitsprongen (bvb. erkers, schouw…) zijn in de voorgevel enkel toegelaten vanaf de 2de bouwlaag.
De afstand tussen de gevels van verschillende gebouwen of perceelsgrenzen wordt gemeten vanuit de gevelvlakken en niet vanuit de geveluitsprongen.
De geveluitsprongen hebben een diepte van maximaal 0,30 meter en een breedte van maximaal 1 meter.
De diepte van een geveluitsprong kan niet gecombineerd worden met de diepte van een balkon.
Vrijstaande constructies bij eengezinswoningen: bijgebouwen - Van het hoofdgebouw vrijstaande, niet voor verblijf bestemde bijgebouwen zijn te voorzien in de zij- en/of achtertuin - Inplanting op minstens 3 m van de perceelgrenzen in de zijtuin en achtertuin. - Het is toegelaten om de constructie op te trekken op de zijperceelsgrens, mits akkoord van de aanpalende buren. - Het is toegelaten om de constructie op te trekken op 1 m van de achterperceelsgrens, mits akkoord van de aanpalende buren. - In de voortuin zijn bijgebouwen verboden. GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 50 -
- De totale oppervlakte blijft beperkt tot maximaal 40 m² per goed met inbegrip van alle bestaande vrijstaande bijgebouwen - De hoogte is beperkt tot een kroonlijsthoogte van 3 meter en een nokhoogte van 4,50 m - De constructies dienen verplicht in het wit geschilderd te worden. Niet overdekt zwembad, siervijver zwemvijver - Inplanting ervan op minstens 3 m van de zijperceelgrenzen en op minstens 1 meter van de achterperceelgrens. - Mits akkoord van de aanpalende buren kan de te respecteren afstand tot de zijperceelgrens 1 meter bedragen. - In de voortuin zijn deze niet toegelaten. - Deze constructies hebben geen bouwvolume, - Ze komen niet hoger dan 1,50 meter boven het maaiveld. 2.2.2.
Verhardingen
2.2.2. Verhardingen
Van alle niet-bebouwde perceelsdelen mag maximaal 50% verhard worden. Alle verhardingen moeten uitgevoerd worden in kleinschalige materialen.
Vb. kleinschalige materialen op een zandbed, grasdals, kiezels,…
2.2.3.
2.2.3. Groen
Groen
Bij elke aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning dient een informatief beplantingsplan te worden gevoegd. Dit informatief beplantingsplan geeft duidelijkheid omtrent: - de inkleding van de vergunningsplichtige handeling in zijn omgeving; - de plantensoort; - de beoogde beplantingshoogte; - de plantafstand.
Het beplantingsplan moet duidelijkheid verschaffen inzake - plantenkeuze (streekeigen planten, heesters en bomen verdienen voorkeur); - inplanting plantgoed; - beoogde beplantingshoogtes; - …
De groeninkleding dient te bestaan uit: - verzorgd streekeigen groen; - menging van planten, heesters en bomen. GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 51 -
2.3.
2.3. Ontsluiting
Ontsluiting
Per openbare weg mag slechts één ontsluiting worden georganiseerd naar het gebouw met een maximale breedte van 6 meter.
Een ontsluiting (op- en afrit) heeft een indicatieve breedte van maximaal 6 meter.
Bij hoekgebouwen is het toegelaten om twee ontsluitingen te voorzien: 3.
één ontsluiting ter hoogte van de voorgevel
4.
één ontsluiting ter hoogte van de zijgevel.
Rechtstreekse toegang voor gemotoriseerd verkeer, via de Elisalaan, is niet toegelaten met uitzondering van de percelen die enkel palen aan de Elisalaan.
Omwille van de verkeersveiligheid worden geen bijkomende erfontsluitingen op de Elisalaan toegelaten.
2.4.
2.4. Parkeervoorzieningen
Parkeervoorzieningen
Bij eengezinswoningen zijn parkeervoorzieningen enkel toegelaten buiten de bouwvrije strook (8 meter ten opzichte van de rooilijn). Bij meergezinswoningen is de aanleg van bovengrondse parkeerplaatsen verboden.
Bij het ontbreken van voldoende parkeerplaatsen is het gemeentelijk belastingsreglement op het ontbreken van parkeerplaatsen van toepassing.
De in- en uitritten tot de ondergrondse garages hebben een helling van maximum 4%, over een afstand van 5 m, vanaf de rooilijn.
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 52 -
WONEN (VCRO, art. 2.2.3. §1)
ARTIKEL 3: RESIDENTIËLE WOONZONE VERORDENEND
Art. 3
TOELICHTING
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 3.1. Bestemming
3.1. Bestemming
Binnen deze zone is enkel de woonfunctie toegelaten.
uittreksel VCRO Bijzonderheden inzake zorgwonen Art. 4.2.4. §1. In zoverre de verwezenlijking van een ondergeschikte wooneenheid met het oog op de creatie van een vorm van zorgwonen vergunningsplichtig is, wordt deze vergunningsplicht van rechtswege omgezet in een meldingsplicht, op voorwaarde dat de ondergeschikte wooneenheid verwezenlijkt wordt binnen het bestaande bouwvolume van de woning.
Enkel eengezinswoningen zijn toegelaten. Zorgwoningen worden beschouw als eengezinswoningen.
Per woning mogen max. 3 gastenkamers verhuurd worden. Hierbij wordt geen enkele vorm van openbaar café of restaurant toegelaten. Per kamer dat verhuurd wordt dient 1 parkeerplaats op eigen terrein voorzien te worden.
Indien in een woning meer dan 3 gastenkamers verhuurd worden, dient dit afgebouwd te worden naar max. 3. Besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003 tot vaststelling van de lijst van toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen Woning voorzien van gastenkamers (bed&breakfast, gastenkamers,...) is vergunbaar op als aan al de volgende voorwaarden voldaan is: - niet meer dan 8 gastenkamers - geen enkele vorm van openbaar restaurant of café - de aanvraag wordt voor voorafgaand advies voorgelegd aan Toerisme Vlaanderen. - gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat. - het gebruiken als gastenkamers is mogelijk zonder ingrijpende werken. Eetgelegenheid voor de B&B-gebruikers, verbruiksruimte, is wel toegelaten.
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
in
de
vorm
van
een
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 53 -
Vergunningsplichtige werken in functie van bestaande vergunde meergezinswoningen, anders dan onderhouds-, instandhoudings- en renovatiewerken, zijn verboden. Vergunningsplichtige werken in functie van externe wetgeving zijn wel toegelaten.
3.2. Inrichting
3.2 Inrichting
3.2.1.
3.2.1. Percelen
Percelen
Bij verkaveling van het terrein hebben de percelen een minimale grootte van minstens 850 m²
Verkavelen of verdelen van grond waarbij één of meerdere van de percelen kleiner worden dan 850 m² wordt niet toegestaan.
3.2.2.
3.2.2. Bebouwing
Bebouwing
Binnen deze zone is uitsluitend open bebouwing toegelaten. Volume en afmetingen: Maximaal 2 bouwlagen + 1 in dak max. kroonlijsthoogte :6 m max. nokhoogte : 14 m min. dakhelling : 40° max. dakhelling : 50°
Volume en afmetingen:
Geen plat dak
Voorkomen: Alle gevels dienen opgetrokken in metselwerk. Hierbij dienen rode, nietbezande bakstenen te worden gebruikt met volgende afmetingen : M50: 190 x 90 x 50 M65: 190 x 90 x 65 M90: 190 x 90 x 90
Voorkomen: Deze beperkingen worden opgelegd, daar het de bedoeling is de gevels wit te schilderen.
Alle zichtbare metselwerk in gevels en andere zichtbare constructies moeten in het wit geschilderd worden
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 54 -
Inplanting: afstand tot de rooilijn = minimum 8 meter afstand tot de zijkavelgrens = minimum 5 meter afstand tot de achterkavelgrens = minimum 5 meter
Inplanting:
3.2.3.
3.2.3. Afsluitingen
Afsluitingen
Toegelaten afsluitingen : - een bakstenen muurtje, in het wit te schilderen, met een maximale hoogte van 50 cm; - een levende haag en/of levend groenscherm met een maximale hoogte van 2 m en ingeplant volgens de voorwaarden van het Burgerlijk Wetboek; - een wit geschilderde afsluiting bestaande uit verticale betonbalken met éénzijdig afgerond bovenvlak waarin horizontale betonbalken met een éénzijdig afgerond bovenvlak rusten.
De levende haag en/of groenscherm kan versterkt worden met palen en draad die niet zichtbaar zijn van op de straat.
Waar de hoogte van de hagen en/of groenschermen het zicht op kruispunten hindert, dient de hoogte te worden beperkt in functie van de zichtbaarheid
Een beperking van de hoogte tot maximaal 80 cm laat bestuurders van auto’s en fietsers toe om ongehinderd de verkeerssituatie op het kruispunt te zien.
Poorten kunnen geïntegreerd worden in de afsluiting.
De afmetingen van de poorten dienen conform te zijn met de afmetingen van de afsluiting.
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 55 -
3.2.4.
3.2.4. Bijgebouwen en andere constructies
Bijgebouwen en andere constructies
Alle bijgebouwen dienen dezelfde verschijningsvorm te hebben als het hoofdvolume. Dus alle gevels van de bijgebouwen moeten ook in het wit geschilderd worden.
De verschijningsvorm wordt o.m. bepaald door bouwtypologie, materiaalgebruik, gabariet, dakvorm en kleurgebruik.
Uitzondering: - Bijgebouwen kleiner dan 12m² mogen in hout opgetrokken worden, op voorwaarde dat deze in het wit geschilderd worden; - Carports mogen in hout opgetrokken worden, op voorwaarde dat deze in het wit geschilderd worden. Vrijstaande, niet voor verblijf bestemde bijgebouwen - Deze constructies kunnen niet voor wonen gebruikt worden. - Inplanting op minstens 3 m van de perceelgrenzen in de zijtuin en achtertuin. Bij constructies kleiner dan 12m² wordt een minimale afstand van 1m t.o.v. de perceelsgrens toegelaten. - In de voortuin zijn bijgebouwen verboden. - De totale oppervlakte blijft beperkt tot maximaal 40 m² per goed met inbegrip van alle bestaande vrijstaande bijgebouwen - De hoogte is beperkt tot een kroonlijsthoogte van 3 meter en een nokhoogte van 4,50 m
Vrijstaande, niet voor verblijf bestemde bijgebouwen Het kan hier gaan over een tuinhuis, poolhouse, vrijstaande carport, vrijstaande garage, serre…
Niet overdekt zwembad, siervijver zwemvijver - Inplanting ervan op minstens 1 m van de perceelgrenzen in zijtuin en achtertuin. - In de voortuin zijn deze niet toegelaten. - Deze constructies hebben geen bouwvolume, - Ze komen niet hoger dan 1,50 meter boven het maaiveld,
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 56 -
3.2.5.
Overdrukzone ‘Modernistische bebouwing’ en Callebout-woningen
Volgende voorschriften zijn niet van toepassing binnen deze overdrukzone en voor wat betreft de Callebout-woningen aangeduid met het symbool : 3.2.2. bebouwing
3.2.5. Overdrukzone ‘Modernistische bebouwing’ en Calleboutwoningen Symbool overdrukzone ‘Modernistische bebouwing’: Symbool Callebout-woningen:
Binnen de overdrukzone ‘Modernistische bebouwing’ bevindt zich een samenhangend geheel van enkele woningen waarvan het karakter en de typologie dient te worden behouden.
Bij alle ingrepen dient de authenticiteit te worden bewaakt de authenticiteit van de wijk wordt onder meer bepaald door de configuratie van de wegenis, de open bebouwing, de architectuur, de inrichting van de niet-bebouwde delen,….
Ook wat betreft de Callebout-woningen (
Specifiek behoud van de bestaande (oorspronkelijke) bebouwing
) dient het karakter en de
typologie te worden behouden. Callebout-woningen ( ) kunnen niet gesloopt worden, behoudens bij overmacht (brand, natuurverschijnselen, e.a.). Verbouwingen, renovaties en herstellingen dienen te gebeuren met het oog op het behoud van de eigenheid van de woningen. Verbouwingen, renovaties en herstellingen dienen in functie te staan van het authentieke karakter van de bebouwing en het architecturaal geheel.
Onder behoud van de eigenheid dient te worden begrepen dat de architectuur, de uitstraling, het voorkomen, het materiaal- en kleurgebruik van de oorspronkelijke bebouwing maximaal moet behouden en/of gerespecteerd worden. Bij initiatieven met betrekking tot de Callebout-woningen ( ) dienen de ontwerpen terug gekoppeld te worden naar Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen.
Bij volledige herbouw dient de oorspronkelijke situatie terug te worden hersteld.
Volledige afbraak is enkel verantwoord indien de veiligheid en leefkwaliteit voor bewoners en/of omwonenden niet langer kan gegarandeerd worden.
Binnen de overdrukzone ‘Modernistische bebouwing’ en wat betreft de Callebout-woningen ( ), is een plat dak of licht afhellend lessenaarsdak verplicht. Wat betreft de Callebout-woningen ( ) dient het materiaalgebruik in de lijn te zijn met de visie van architect Callebout: (witgeschilderde) baksteen, hout, glas. Ook belangrijk is bij de Callebout-woningen de duinachtige tuininrichting te behouden en te respecteren. GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Geen nivelleringen. Gebruik van sleedoorn, duindoorn, helmgras,…
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 57 -
3.3. Parkeervoorzieningen
3.3. Parkeervoorzieningen
Alle nodige parkeervoorzieningen voor de residenten dienen te worden voorzien op het privaat terrein, horend bij de woning
Richtinggevend wordt aangenomen dat minstens twee auto’s op privaat domein moeten kunnen gestald worden.
Een andere bestemming toekennen aan garages is niet toegelaten.
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 58 -
WONEN (VCRO, art. 2.2.3. §1)
ARTIKEL 4: ZONE VOOR RIJBEBOUWING VERORDENEND
Art. 4
TOELICHTING
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 4.1. Bestemming
4.1. Bestemming
Binnen deze bestemmingzone wordt enkel woonfunctie toegelaten. Uitzondering: voor het hoekpand Elisalaan – Albert I-laan en Artanlaan (aangeduid met een asterix, * ), wordt een hotelfunctie toegelaten of een handelsfunctie enkel op het gelijkvloers.
Beeldbepalend hoekpand.
Vrije beroepen worden enkel toegelaten op de gelijkvloerse verdieping.
Vrije beroepen zijn hier enkel: artsen, tandartsen, notarissen, advocaten en dierenartsen.
4.2. Inrichting
4.2. Inrichting
4.2.1. Bebouwing
4.2.1. Bebouwing
Volume en afmetingen : Max. 3 bouwlagen + 1 bouwlaag in dak.
Volume en afmetingen
Uitzondering: voor het hoekpand Elisalaan – Albert I-laan en Artanlaan (aangeduid met een asterix, * ), max. 3 bouwlagen + 2 bouwlagen in het dak. Verplichtend hellend dak met een helling tussen 40° en 60°. Specifieke bepalingen in functie van woonkwaliteit: Om woonkwalitatieve redenen dienen de woongelegenheden een minimale nuttige vloeroppervlakte te hebben van 50m² per woongelegenheid. Bij meerdere woongelegenheden in hetzelfde GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 59 -
gebouw geldt daarenboven een minimale gemiddelde nuttige vloeroppervlakte van 60m². Elk slaapvertrek en elke leefruimte dient een minimale netto oppervlakte van 9 m² te hebben. Deze oppervlaktes dienen duidelijk vermeld te worden op het bouwplan van de stedenbouwkundige aanvraag. Voorkomen : De dakbedekking dient te bestaan uit tegelpannen in een oranje-rode kleur. Alle zichtbare metselwerk in gevels en andere zichtbare constructies moeten in het wit geschilderd worden. Gabarit bij gesloten bebouwing. Het gabarit bij gesloten bebouwing wordt bepaald door: 1. Verticale bouwlijnen die vertrekken vanaf het maaiveld met een maximum hoogte gelijk aan het opgelegde aantal bouwlagen maal 3 meter. Hierin zijn het aantal opgelegde bouwlagen begrepen. 2. Vanaf deze verticale bouwlijnen vertrekken onder minimum 40° maximum 60° de bouwlijnen waarbinnen zich de dakhuid bevindt. 3. De afstand vanaf de bovenkant van de afgewerkte hoogst opgelegde bouwlaag tot de bovenkant van de afgewerkte tweede daklaag bedraagt maximaal 6 meter. Hierin zijn maximaal twee bouwlagen begrepen. 4. Deze gabariten kunnen slechts gewijzigd worden wanneer het terreinprofiel van het te bouwen perceel en van de aanpalende percelen dit vereisen. 5. Bijkomende architecturale accenten kunnen toegelaten worden als het ontwerp daardoor een architecturale meerwaarde krijgt. 6. De dakconstructie dient op een esthetische manier aan te sluiten aan de aanpalende dakconstructies.
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 60 -
Dakaccenten 1. 2.
3. 4.
5. 6.
De voorgestelde dakaccenten moeten daadwerkelijk een positieve bijdrage leveren aan de architecturale kwaliteiten van het bouwproject en van de omgevende bebouwing; De architecturale kwaliteiten van deze dakaccenten worden beoordeeld door de bevoegde overheid(heden) en dienen desgevallend aangepast aan hun richtlijnen terzake. Dakaccenten dienen te voldoen aan de voorwaarden gesteld in het burgerlijk wetboek inzake zichten en lichten. Dakaccenten mogen niet in het achterdakvlak aangebracht worden indien de achtergevel geen architecturaal volwaardig uitgewerkte gevel is. De totale breedte van de verticale vlakken van de dakaccenten in het dak dient in lengte beperkt tot de 2/3 van de totale dakbreedte gemeten op de bovenzijde van de vloerplaat van de daklaag waarvoor de verticale vlakken dienen. Ieder dakaccent heeft een maximale overmeten breedte van 3.5 m. Dakaccenten kunnen niet boven de nok uitspringen . Boven de eerste daklaag kunnen enkel dakkapellen met een maximale overmeten breedte van 2,00 m over de helft van de dakvlakbreedte zoals bedoeld in punt 4 hiervoor voorzien worden. Deze bedienen enkel de slaapvertrekken en daarbij horende voorzieningen. Dakvlakramen worden enkel in het achterdakvlak aanvaard en de lengte is beperkt tot de helft van de dakvlakbreedte zoals bedoeld in punt 4 hiervoor.
Voorgevel: Verticale modulering van de bebouwing wordt opgelegd met een maximale gevelbreedte van 10 m per module. Per module gevelbreedte dient een andere architectuur, gevelsteen en kleur van dakbedekking te worden gebruikt.
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 61 -
Inplanting: Bouwlijn : zie plan. afstand tot de achterkavelgrens = min. 5 m
Inplanting:
Afwijkingen omtrent de minimale afstand tot de achterkavelgrens zijn toegelaten mits motivatie en mits andere reglementeringen worden gevolgd.
vb. burgerlijk wetboek inzake zichten en lichten
Vrijstaande constructies zijn niet toegelaten bij meergezinswoningen 4.2.2
Vrijstaande bijgebouwen en andere constructies
- Van het hoofdgebouw vrijstaande, niet voor verblijf bestemde bijgebouwen zijn te voorzien in de zij- en/of achtertuin - Inplanting op minstens 3 m van de perceelgrenzen in de zijtuin en achtertuin. - Het is toegelaten om de constructie op te trekken op de zijperceelsgrens, mits akkoord van de aanpalende buren. - Het is toegelaten om de constructie op te trekken op 1 m van de achterperceelsgrens, mits akkoord van de aanpalende buren. - In de voortuin zijn bijgebouwen verboden. - De totale oppervlakte blijft beperkt tot maximaal 40 m² per goed met inbegrip van alle bestaande vrijstaande bijgebouwen - De hoogte is beperkt tot een kroonlijsthoogte van 3 meter en een nokhoogte van 4,50 m - De constructies dienen verplicht in het wit geschilderd te worden.
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
4.2.2. Vrijstaande bijgebouwen en andere constructies Het kan hier gaan over een tuinhuis, poolhouse, vrijstaande carport, vrijstaande garage, serre, …
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 62 -
Niet overdekt zwembad, siervijver zwemvijver - Inplanting ervan op minstens 3 m van de zijperceelgrenzen en op minstens 1 meter van de achterperceelgrens. - Mits akkoord van de aanpalende buren kan de te respecteren afstand tot de zijperceelgrens 1 meter bedragen. - In de voortuin zijn deze niet toegelaten. - Deze constructies hebben geen bouwvolume, - Ze komen niet hoger dan 1,50 meter boven het maaiveld. 4.2.3 Verhardingen Van alle niet-bebouwde perceelsdelen mag maximaal 50% verhard worden.
4.2.3. Verhardingen
Alle verhardingen moeten uitgevoerd worden in kleinschalige materialen. 4.2.4 Groen Bij elke aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning dient een informatief beplantingsplan te worden gevoegd. Dit informatief beplantingsplan geeft duidelijkheid omtrent: - de inkleding van de vergunningsplichtige handeling in zijn omgeving; - de plantensoort; - de beoogde beplantingshoogte; - de plantafstand.
4.2.4. Groen Het beplantingsplan moet duidelijkheid verschaffen inzake - plantenkeuze (streekeigen planten, heesters en bomen verdienen voorkeur); - inplanting plantgoed; - beoogde beplantingshoogtes; - …
De groeninkleding dient te bestaan uit: - verzorgd streekeigen groen; - menging van planten, heesters en bomen.
4.3. Ontsluiting
4.3. Ontsluiting
Per openbare weg mag slechts één ontsluiting worden georganiseerd naar het gebouw met een maximale breedte van 6 meter.
Een ontsluiting (op- en afrit) heeft een indicatieve breedte van maximaal 6 meter.
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 63 -
4.4. Parkeervoorzieningen
4.4. Parkeervoorzieningen
Bij meergezinswoningen is de aanleg van bovengrondse parkeerplaatsen verboden. De in-uitritten tot de ondergrondse garages hebben een helling van maximum 4%, over een afstand van 5 m, vanaf de rooilijn.
GEOMEX bvba RUP_38016_2.14_00001_00001
Bij het ontbreken van voldoende parkeerplaatsen is het gemeentelijk belastingsreglement op het ontbreken van parkeerplaatsen van toepassing.
Nieuwpoort – GRUP Groenendijk Noord - Simli ONTWERP
17 december 2013 O.ref.: 09R003 - 64 -