Staeltje Natuur no.78 juni 2015
Inhoudsopgave Van de bestuurstafel ................................................................................................................ 3 In memoriam Fokko Abbas....................................................................................................... 4 U I T N O D I G I N G S T A E L D U I N D A G ........................................................................... 6 Neonicotinoïden, alias Bijengif ................................................................................................. 7 Een wandeling door het Staelduin ........................................................................................... 8 Bezoekersaantallen ...............................................................................................................10 Gefopt door Onkruid ..............................................................................................................11 Kinderpagina...........................................................................................................................12 Piekerpagina ...........................................................................................................................14 Een onverwacht cadeau .........................................................................................................15 Boomfeestdag ........................................................................................................................16 Activiteiten .............................................................................................................................17 Lepelaar - Platalea leucorodia ................................................................................................18 Oeverplanten langs de poel ...................................................................................................20 Veranderingen in de inrichting ...............................................................................................24 Informatie Vereniging "VRIENDEN VAN HET STAELDUINSE BOS" ..........................................25
Staeltje Natuur 78
1
Colofon Aan dit nummer werkten mee: Peter Adriaanse Jan Dahmeijer Tiny Dankier Diek van Drongelen Els en Gerrit Keizer Martijn Keizer Ben van Loon Tiny van der Meer Jaap Tromp Ada van der Wel Toeleveringsbedrijf Vlaardingen
Redactie-adres Gerrit en Els Keizer-Boogh Riemtale 2 3155 ND Maasland tel.: 010-5925298 e-mail:
[email protected] Het volgende nummer verschijnt begin januari 2016. Sluitingsdatum voor kopij is 15 november 2015. Inzending van artikelen, die verband houden met de doelstelling van onze vereniging, is zeer welkom.
Verdere informatie www.hetstaelduinsebos.nl http://www.facebook.com/hetstaelduinsebos
Wilt u het Staeltje Natuur digitaal ontvangen? Laat het ons weten op e-mailadres
[email protected]. Bij het onderwerp zet u: Staeltje digitaal. In het bericht lezen we graag uw naam, adres, telefoonnummer en als het even kan uw lidmaatschapsnummer. Een voorwaarde is wel, dat uw e-mailadres niet verandert, of dat u een adreswijziging stuurt als dat wel zo is. We sturen u dan ook de Nieuwsbrief toe. Als u alleen de Nieuwsbrief digitaal wilt ontvangen, laat dat ons dan ook via bovenstaand email adres weten. Vermeld dan duidelijk “Nieuwsbrief” in de onderwerpregel
2
Staeltje Natuur 78
Van de bestuurstafel
Ook in onze vereniging wordt veel werk verzet door vrijwilligers. Zij zijn op vele fronten actief. Zelf ben ik nauw betrokken bij de WNME-groep (Westlandse Natuur en Milieu Educatie). Zij verzorgen ieder jaar een voorjaars-en herfstexcursie voor de groepen 3, 4 en eventueel 5, evenals de GPS-tocht voor de groepen 7 en 8. Deze groep maakt met elkaar voor elk nieuw seizoen weer andere opdrachten en vragen, zodat de excursie iedere keer weer anders is. Dit gebeurt met veel enthousiasme en discussie. Ik ontvang via de WNME de aanvragen van de scholen en in overleg wordt iedereen ingezet op de data die ze beschikbaar zijn. Hun beloning is de enthousiaste reactie van de kinderen na afloop, of zoals een meester het zei: het was keigaaf. Ik krijg ook aanvragen voor speurtochten of voor het project “met een tas het bos in”. Dit zijn vaak scholen die op schoolkamp in de Staelduinhoeve verblijven. Ook hiervoor zijn weer vrijwilligers nodig om te begeleiden. Daarnaast is er de groep excursieleiders voor de diverse publieksexcursies, excursies voor andere scholen, verenigingen, scoutings, personeelsuitjes of familiefeestjes. Soms wil men ook koffie drinken na afloop, dit moet ook verzorgd worden.
We hebben ook de groep vrijwilligers die zorgen dat de tuin er pico bello uitziet, in ieder seizoen is het weer genieten in die tuin. Ook de groep die allerlei onderhoud verzorgt in en om het gebouw. Er wordt altijd wel weer iets nieuws verzonnen dat leuk is om ook te maken. Ook zijn het vrijwilligers die iedere keer weer een andere wisseltentoonstelling maken, heel creatief bezig zijn daarmee en ook de verdere inrichting van ons centrum verzorgen. De ledenadministratie, een hele klus, is ook weer vrijwilligerswerk. En tenslotte zijn er de mensen die iedere week als gastvrouw of –heer de balie bemannen. Niet onbelangrijk om de bezoekers te helpen met vragen of ze te vertellen wat je zoal bij ons kunt doen. Zonder al deze vrijwilligers kan een vereniging niet draaien. Ik heb geen enkele naam genoemd, een ieder draagt op zijn/haar eigen wijze een steentje bij naar vermogen. Het bestuur is dan ook ontzettend trots op alle vrijwilligers die bij ons actief zijn. Maar zonder u als trouwe leden van onze vereniging kunnen we ook niet. Zonder die financiën draait een vereniging niet. Dus we hebben elkaar nodig. Diek van Drongelen-Sevenhuijsen.
Staeltje Natuur 78
3
In memoriam Fokko Abbas 24 september 1933 - 21 mei 2015 We leerden Fokko kennen op 30 april 1985 in Maasland. Hij stond daar in de kraam van de Vrienden van het Staelduinse Bos en wij werden lid van deze vereniging. Toen we zeiden dat we wel iets wilden "doen", werd hij enthousiast en zo zagen we voor het eerst hoe hij mensen wist te binden. Het Staelduinse Bos met bezoekerscentrum d'Oude Koestal: ze zijn door Fokko's inspanning behouden gebleven. Door zijn trimgroep de Staelduinklitters is actie gevoerd om de aanleg van een golfbaan te voorkomen. Daarna was Fokko een van de oprichters van de huidige vereniging. Fokko bleef altijd het bos onder de aandacht brengen. Hij wilde graag het belang van natuurbehoud laten zien, en hoe bijzonder het Staelduinse Bos in de regio is. Hij was niet alleen oprichter en initiatiefnemer, hij bleef altijd de motor van de vereniging. Daarbij had hij een tomeloze energie om dingen te doen waarvan hij vond dat ze moesten gebeuren, was altijd strijdbaar. Fokko was zeer bedreven in mensen enthousiast maken en van alles te organiseren. Dat ging niet altijd even gestructureerd, maar door zijn enorme improvisatievermogen kwam het altijd goed. Een keer was op de starttijd de route van de Paasspeurtocht nog niet klaar, er stonden wel honderd mensen te popelen om te beginnen. Fokko sprak ze vanaf een huishoudtrap toe over het bos en de Vrienden tot alles klaar was en had daarbij de volle aandacht van zijn publiek.
4
Staeltje Natuur 78
Hij was een mensen-mens, vele van onze vrijwilligers werden door hem meegenomen naar het bos om te bewegen en naar de vergadering om onder de mensen te komen.Elke maand zat Fokko onze bemanningsvergadering voor, geen makkelijke taak om alle discussies te leiden, meningen op elkaar af te stemmen en soms ongenoegen te sussen. Mede door zijn inspanning is er een grote groep vrijwilligers, die allemaal voor hetzelfde doel werken. Voor de verbondenheid van de bemanning heeft hij zich altijd ingezet, bijvoorbeeld door het organiseren van bemanningsuitjes. Met z'n allen ergens heen, een collega bezoekerscentrum b.v., gezellig samen in busjes. De route was dan weleens punt van discussie, maar toen er een keer een paaltje aan het eind van zo'n anderhalve kilometer fietspad stond, moest zelfs Fokko toegeven dat hij verkeerd gereden was. Bij het besturen van een vereniging hoort de jaarvergadering, bij ons de ‘Staelduindag’. Een belangrijk agendapunt vormt dan het Jaarverslag, door Fokko steeds zeer zorgvuldig en uitvoerig vormgegeven. Alles wat er gebeurd was en iedereen die er iets mee te maken had, werd genoemd. Er mocht geen naam vergeten worden. Het is altijd volledig voorgelezen en daar gingen we goed voor zitten. Onze zoon kroop als klein kind eens bij hem op schoot, want dat hoorde zo bij voorlezen. Als redactie van het verenigingsblad kregen we vervolgens de handgeschreven volle bladen, om uit te puzzelen wat hij eigenlijk gezegd had. Gelukkig had hij de laatste jaren een computer. We moeten deze taak nu overnemen en gaan hem daarbij erg missen. Hij was heel hard voor zichzelf, wilde niet zeuren over pijntjes en ziektes. Samen in de auto naar een bestuursvergadering had hij het veel liever over zijn kinderen en kleinkinderen, want ze waren heel belangrijk voor hem. Wij hebben hem voor het laatst gezien op de Paasspeurtocht van dit jaar. Hij zou niet komen, maar kon het toch niet laten om te kijken of alles goed was. Hij liep die keer met een stok, wat voor ons heel bijzonder was om te zien. Toch hadden we toen niet kunnen voorzien dat hij na een zware hartaanval een maand later niet meer zou herstellen. Fokko was de constante factor in het bestuur, hij is vanaf 1971 onafgebroken secretaris geweest. We zullen nu op eigen benen verder gaan en zijn missie voortzetten. Fokko, we zullen je missen, maar niet vergeten. Gerrit en Els Keizer
Staeltje Natuur 78
5
UITNODIGING
STAELDUINDAG
Het bestuur heeft het genoegen u uit te nodigen tot het bijwonen van de jaarvergadering. Deze zal worden gehouden in d'Oude Koestal op
zaterdag 11 juli 2015 De aanvang van deze bijeenkomst is 14:00 uur.
AGENDA 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Opening door de voorzitter Notulen jaarvergadering 05-07-2014 Ingekomen post Jaarverslag penningmeester Verslag kascontrolecommissie, benoeming nieuw lid Jaarverslag secretaris Wijzigingen bestuur (*) Rondvraag Sluiting
(*) Door het overlijden van onze secretaris komt er een wijziging in de taakverdeling binnen het bestuur. Ook zal er een nieuw bestuurslid benoemd worden. Bij het schrijven van dit blad hebben we nog onvoldoende gegevens over de voordracht. Zie hiervoor de webpagina www.hetstaelduinsebos.nl/bestuur2015. Voor vragen kunt u ook telefonisch contact opnemen met de voorzitter: tel. 010-5925298. Vanaf 13:30 uur is er gelegenheid om binnen te lopen en alvast een kijkje te nemen in het bezoekerscentrum. De notulen van de jaarvergadering van 05-07-2014 zijn in het vorige Staeltje Natuur (no.77) gepubliceerd. Het financieel overzicht wordt op de vergadering uitgedeeld. Om 15:00 uur sluiten we de vergadering af. Daarna is er de gelegenheid om met elkaar een gezellige middag door te brengen in of rond het centrum. Uw Bestuur
6
Staeltje Natuur 78
Neonicotinoïden, alias Bijengif In de landbouw heeft men het probleem, dat de gewassen schade lijden door vraat van insecten. Dat is ook niet zo vreemd, daar er op een stuk land een monocultuur staat van een plant. Dat kunnen aardappelen, bonen, kool, sla e.d. zijn. Natuurlijk is zo’n akker een luilekkerland voor de vraat-insecten en dat is dan weer een probleem voor de teler. Deze moet met zijn gewas z’n geld verdienen en zorgen voor het voedsel voor de mensen. Om het hoofd bovenwater te houden, grijpt de teler naar een insectenbestrijder om zijn gewas te beschermen en daarmee zijn bedrijf. We hebben al veel bestrijdingsmiddelen gehad waar het bekendste DDT was. Veel van deze middelen zijn reeds verboden, omdat ze schadelijk voor de gezondheid van de mens zijn. Nog zelden werd overwogen om een middel te verbieden, omdat het schadelijk voor de natuur en voor de BIJEN was.
Neonicotinoïden is zo’n soort bestrijdingsmiddel. Daar dit middel de imkers trof, werd er alarm geslagen. Dat zorgde ervoor dat dit middel de naam Bijengif kreeg. Maar daarmee is het niet gedaan. Door dit gif wordt niet alleen de bij getroffen maar ook alle andere insecten, zoals onder andere de vlinders. Het gif komt ook in de grond en in de vogels en andere insecteneters, die hieraan dood gaan. De soortenrijkdom aan insecten en dieren gaat hierdoor hard achteruit.
Maar eigenlijk is het helemaal niet nodig om dit gif te gebruiken. De natuur is zelf in staat zich voldoende te verdedigen. Als een plant aangevallen wordt door insect, maakt het een chemische stof aan om zich tegen vraat te beschermen en met deze stof waarschuwt de plant de andere planten in de buurt om ook deze stof aan te maken. Zo beschermt de plant zichzelf. De teler kan er zelf ook wat aan doen door geen monocultuur te zaaien maar beschermende planten er tussendoor te zaaien. Bij de mensen, die er een groentetuintje op na houden, zijn dit soort trucjes al lang bekend. Je kunt bijvoorbeeld tussen de worteltjes rijen uien zaaien, die de vraat aan de worteltjes tegenhouden Ook het gebruik van natuurlijke vijanden kan uitkomst bieden, zoals het lieveheersbeestje tegen bladluis en de sluipwesp tegen rupsen en wantsen. Deze methode wordt al veel toegepast in de glastuinbouw. Als conclusie zou men kunnen zeggen dat we met het gebruik van gif “het kind met het badwater weggooien“. Dat wil zeggen dat we de natuur vergiftigen, de bestuiving door bijen onmogelijk maken en dat we de grond en de mens zelf ook vergiftigen. We zouden meer aan de natuur over moeten laten en de natuur zo mogelijk een handje helpen met het uitzetten van nuttige insecten en planten als afweer tegen vraat.
Staeltje Natuur 78
P.Adriaanse
7
Een wandeling door het Staelduin In het boekje “Het Westland wandelend geschetst met beknopte historische aantekeningen”, geschreven door E. van Naaldwijk en uitgegeven in Naaldwijk door E. van Bergen & Co in 1898, komt een wandeling voor door ‘s-Gravenzande. Het deel van de wandeling die door het Staelduin voert laten wij hieronder volgen. Er staan interessante wetenswaardigheden in over het toenmalige landgoed. Beschreven wordt een prachtig uitzicht vanaf de berg achter de huidige Koestal, kennelijk was de begroeiing toen nog niet zo hoog als nu. Verder was een groot deel van het landgoed toen kennelijk afgesloten voor publiek. Voor de leesbaarheid is de tekst in de hedendaagse spelling gezet. Staelduyn Aan het eind van de Heenweg gaan we de Maasdijk rechts op en komen recht voor een afsluiting waarop we lezen “Staelduyn”, enige ogenblikken later staan we voor een tweede afsluiting met hetzelfde opschrift. Ineens bevinden we ons in een heel andere natuur, rijk houtgewas, hoge bomen, waaronder het zo lekker en fris is, geen zonnestraaltje kan daar doordringen en zo rustig en kalm, nu en dan onderbroken door het suizen van het zomerkoeltje door de takken. Aan het einde van een lange laan, tegen een hoog duin, staat het huis Staelduynen, een flinke boerenhofstede.
8
Beklimmen wij het hoge duin, dan heeft men het mooiste panorama voor zich, dat men dromen kan. Onder zich bossen in allerlei tint en kleur, daarachter weelderige weiden met talrijk vee en hier en daar een boerenhofstede. Verderop loopt als een zilveren streep door het groen de Maas, waar voortdurend boten op- en afvaren. Nog verder zien we de kerktorens van Den Briel en Maassluis, kijkt men een andere richting uit dan ziet men achter het land Hoek van Holland en daarachter de oneindige waterplas. Hoe jammer, dat als gevolg van misbruik de eigenaar van Staelduynen het verboden heeft, zijn uitgestrekte eigendom te doorkruisen. Wij, die in de gelegenheid waren het te doen, verzekeren, dat er gedeelten zijn zo heerlijk schoon, dat men tevergeefs de weerga ervan zoeken zou. Laat ons hopen, dat de toekomstige bezoekers geen aanleiding geven om ook de toegang te verbieden tot het deel dat nu nog vrij mag worden bezocht, want ze zouden de liefhebbers van natuurschoon beroven van een onbeschrijflijk genot. Staelduynen is voor rijtuigen zeer gemakkelijk te bereiken. Wie dus een rijtoertje door het Westland maakt, verzuime niet, er eens aan te leggen.
Staeltje Natuur 78
Jan Dahmeijer
Bosuil - Strix aluco In het Staelduinse Bos komt de bosuil voor. De geplaatste foto van de jonge uil is daar dit voorjaar gemaakt. De streeknaam is "katuil". HERKENNING 37-43 cm. Forse uil, met een plomp lichaam, grote ronde kop en afgeronde vleugels. Gezicht omringd door krans van donkere veren; over de kop lopen 2 witte, verticale kruinstrepen. De donkere ogen zorgen voor een vriendelijke uitdrukking. Bovendelen doorgaans roodbruin, met een onderbroken baan van donkere en witte vlekken over de vleugels. Onderdelen lichtbeige met donkere strepen. Er bestaat ook een grijzere variant. Geleidelijke rui tussen mei en december. Vlucht De vlucht is snel, direct en geruisloos, vliegt vaak hoger dan andere uilen. Geluid De zang is het bekende hoeoeoehoe-hoeoeoe van het mannetje dat daarmee zijn territorium afbakent en dat ook tijdens de balts wordt gebruikt. Link zang mannetje: https://www.youtube.com/watch ?v=ru4ExqN7ZZw Het vrouwtje kent een schorre versie van deze zang. Beide roepen soms kie-wick.
VOORKOMEN De bosuilen doen het relatief goed met 4500-5500 broedparen (vergeleken met 2500-3000 broedparen in 1973-1977). De grootste vooruitgang werd geboekt in Noord-Brabant en Drenthe. De soort ontbreekt grotendeels op de Waddeneilanden, op de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden en in het noorden van Noord-Holland, Groningen en Friesland.
TREK Bosuilen zijn standvogels die hun territorium waarschijnlijk nooit verlaten. Jonge vogels zwerven in alle richtingen uit, maar zelden ver van het ouderlijk nest. In streken waar gebrek aan prooien is, kunnen ze verder trekken. LEEFGEBIED De bosuil komt voor in loof- en naaldbossen, bosschages in agrarische gebieden, parken en tuinen met oude bomen, maar ook in parken, op pleinen en begraafplaatsen in stadscentra, als er maar grote bomen zijn. De soort is uitsluitend ‘s nachts actief en overdag alleen na verstoring te zien. Hij rust in holle bomen, tegen een boomstam aangedrukt of tussen klimopranken en is dan moeilijk te ontdekken. De bosuil wordt op zijn rustplaats vaak lastig gevallen door zangvogels, die hij soms verjaagt. Hij jaagt vanaf een zitplaats, maar ‘bidt’ ook wel. Het voedsel bestaat grotendeels uit muizen, spitsmuizen en woelmuizen, maar hij eet ook insecten als kevers, vogels als spreeuw, vinken, lijsters en mussen, en kikkers en aardwormen. VOORTPLANTING Het nest is een natuurlijke holte in bomen of een nestkast. Het nest wordt agressief verdedigd, ook tegen menselijke indringers. De nestactiviteiten beginnen al vroeg, vanaf februari. Het vrouwtje broedt de 2-5 eieren in 28-30 dagen uit. De jongen worden de eerste twee weken door het vrouwtje verzorgd, terwijl het mannetje jaagt. Daarna jagen beide ouders. Na 25-30 dagen verlaten de jongen vaak al het nest en scharrelen dan als takkelingen in de buurt rond. Na 32-37 dagen vliegen ze uit, maar ze zijn daarna nog zo'n 3 maanden afhankelijk van hun ouders. Jaarlijks is er één legsel. GEVOELIGHEDEN De grootste bedreiging voor de bosuil vormt de havik. Waar de havik zich vestigt, verdwijnt de bosuil vaak. Jaap Tromp
Staeltje Natuur 78
9
Bezoekersaantallen
10 januari 08 februari 12 februari 3 maart 11 maart
14 maart 18 maart 25 maart 31 maart 01 april 01 april 08 april 09 april
10 april
Nieuwjaarsbijeenkomst Publieksexcursie Knoppen WNME-GPS tocht, De Driekleur uit ’s-Gravenzande, groep 8 Vitis Maasdijk met ouderen voor “koffie op locatie” Scholengemeenschap De Goudse Waarden uit Gouda, excursie in het Nederlands/Engels, VWO 4 met Franse leerlingen van een uitwisselingsprogramma,. Feestje van familie Batenburg Boomfeestdag, Bernadetteschool uit Naaldwijk, groep 6 WNME-GPS tocht, De Nieuwe Weg uit Poeldijk, groep 8 WNME-voorjaarsexcursie, Jozefschool uit Hoek van Holland, groep 5 en 6 WNME voorjaarsexcursie, De Nieuwe Weg uit Poeldijk, groep 3 Verjaardagfeestje van de fam. Raaphorst uit ’s-Gravenzande, met een tas het bos in WNME voorjaarsexcursie, Prins Willem Alexanderschool uit ’s-Gravenzande, groep 4 ANBO afd. Wemeldinge, koffiedrinken in de Koestal, daarna excursie met 34 personen.
10 mei 22 mei
WNME voorjaarsexcursie, De Aventurijn uit Maasdijk, groep 3 Publieksexcursie Vogels WNME voorjaarsexcursie, De Aventurijn uit Maasdijk, groep 4 WNME voorjaarsexcursie, De Driekleur Wilhelmina uit ’s-Gravenzande, groep 3 Teamdag Haagse Hogeschool, vergadering WNME voorjaarsexcursie, Willemsschool uit Monster, groep 3 Hockeyvereniging Naaldwijk, klootschieten WNME voorjaarsexcursie, Prins Willem Alexanderschool uit ’s-Gravenzande, groep 4 Publieksexcursie Vogels WNME-GPS tocht, Ichthusschool uit Monster, groep 8
22 mei
WNME-GPS tocht, De Aventurijn uit Maasdijk
26 mei
WNME voorjaarsexcursie, Daltonschool uit Poeldijk, groep 3/4
12 april 17 april 17 april 20 april 22 April 23 april 29 april
Totaal
10
Staeltje Natuur 78
42 personen 35 personen 21 kinderen en 2 leiding 18 personen 36 leerlingen en 4 leiding 18 personen 50 kinderen 26 kinderen en 1 leiding 22 kinderen en 6 leiding 28 kinderen en 8 leiding 9 kinderen 24 kinderen en 4 leiding 45 personen
25 kinderen en 8 leiding 13 personen 29 kinderen en 8 leiding 29 kinderen en 10 leiding 16 personen 26kinderen en 8 leiding 24 personen 23 kinderen en 6 leiding 6 personen 28 kinderen en 1 leiding 24 kinderen en 2 leiding 24 kinderen en leiding ------------------711 personen
Het aantal kinderen van de scholen uit Westland is weer het leeuwendeel van de bezoekers. De GPS tochten zijn in trek bij de oudere groepen. Een bijzondere excursie was het bezoek van de Goudse Waarden op 11 maart. Hier werd het verhaal in het Engels en in het Frans verteld, waarbij de leerlingen van de Nederlandse school de tekst soms vertaalden naar het Engels, zodat de Franse leerlingen het allemaal goed begrepen. Geweldig gedaan van de excursieleiders Hieronder vindt u de bezoekersaantallen tijdens de gewone openingstijden van het centrum in de tweede helft van 2014.
Maanden 2014 jan t/m juni juli augustus september oktober november december Totalen
Woensdag 218 58 49 68 157 0 75 550
Weekend 5054 184 346 450 844 746 244 7868
Totaal 2014 5272 242 395 518 1001 746 319 8418
Totaal 2013 3962 191 315 656 1705 372 484 7685
Als we de totalen van de groepsbezoeken er bij tellen, komen we uit op een totaal aantal mensen dat ons centrum in 2014 heeft bezocht van 10375. Dit aantal is te danken aan het grote aantal mensen dat aan de Paasspeurtocht heeft meegedaan en het grote aantal mensen dat het centrum in groepsverband bezocht
Gefopt door Onkruid Wel 10 jaar heb ik in Bolnes gewoond, dat ligt stijf tegen Slikkerveer aan. In het vorig Staeltje Natuur stond, dat er een film zou worden vertoond over Huize Ten Donck, dat in Slikkerveer staat. Dat wilde ik wel zien. Dus op 15 april stapten mijn man en ik op de fiets om vanuit De Lier in het Staelduinse bos in de Oude Koestal te gaan kijken. Onderweg op de fiets zie ik altijd van alles: Deze keer langs het fietspad allemaal een soort ‘paddenstoeltjes’; klein maar het zag er echt zo uit. Ik heb er één geplukt en meegenomen, want dan wil ik ook graag weten wat het is (zie foto). In de Oude Koestal waren twee mensen:
Gastheer en Gastvrouw; zij zouden het vast wel weten. Maar helaas, zij wisten het ook niet. Er was nog een heer, die in boekjes ging zoeken. Toen heb ik maar foto’s gemaakt en zou later gaan zoeken. Het is leuk films te bekijken over onderwerpen die je interesseren. Fijn dat het Staelduinse Bos daar gelegenheid voor geeft. Na de film kwamen we beneden en ja hoor, het was gevonden. Niks paddenstoel, het was Heermoes. Het ergste kruid dat je in de tuin kan krijgen, want je krijgt het nooit meer weg. Dit was weer heel leerzaam. En zo ziet een volwassen plant er uit: (zie foto)
Staeltje Natuur 78
Tiny Dankier
11
Kinderpagina
VLEERMUIZEN IN HET STAELDUINSE BOS In het Staelduinse Bos ligt een oud bunkercomplex dat onderdeel was van de verdediging in de oorlog. Ook liggen hier en daar betonnen platen. Dit zijn overblijfselen van munitieloodsen. In de bunkers is er, door de dikke muren, een vrij constante luchtvochtigheidsgraad en temperatuur. Het is daardoor een populaire woonplaats voor vleermuizen geworden. Dit gebied van het Staelduinse Bos is dan ook een vleermuisreservaat. In dit reservaat overwinteren een aantal soorten in winterslaap. Er zijn verschillende meningen over het aantal soorten dat voorkomt maar het zijn er waarschijnlijk zes. In ieder geval komen grootoorvleermuizen, meervleermuizen en watervleermuizen voor.
ZOOGDIEREN DIE KUNNEN VLIEGEN Vleermuizen kunnen vliegen net als vogels maar het zijn zoogdieren. Net als alle zoogdieren hebben ze een harige vacht. Ze leggen geen eieren maar baren hun kinderen. De vleermuis is dus een zoogdier dat kan vliegen. Het is het enige zoogdier dat dit kan. Ze kunnen vliegen met behulp van vliezen tussen de vingers. Het geheel vormt de vleugels. De vleugel is een elastisch vel met spieren en bloedvaten. Ze kunnen niet zo goed vliegen als vogels, want ze hebben andere vleugels. De nek van een vleermuis is heel flexibel. Als de vleermuis hangt, kan hij zijn kop zo draaien dat hij je kan aankijken. De vleermuizen zijn vooral insecteneters. Omdat er 's winters nauwelijks insecten rondvliegen, houden de in Nederland voorkomende soorten een winterslaap. Dit doen ze dan bijvoorbeeld in de bunkers van het Staelduinse Bos. Als vleermuizen niet vliegen dan hangen ze aan hun achterpoten met opgevouwen vleugels. Zo slapen ze. De poten van een vleermuis gaan automatisch op slot zodat ze niet kunnen vallen. De duim gebruikt de vleermuis om te klimmen.
12
Staeltje Natuur 78
Men denkt dat een vleermuis ondersteboven hangt zodat hij makkelijk weg kan vliegen. Een vleermuis kan namelijk niet zo goed lopen en opstijgen zou dan een probleem kunnen zijn. Op deze manier hoeft hij zich maar te laten vallen en z’n vleugels open te slaan om te kunnen vliegen.
SUPER OREN Vleermuizen zijn echte nachtdieren. De meeste zien niet goed maar kunnen wel heel erg goed horen. Als vleermuizen vliegen stoten ze ultrasone geluiden uit, die geluiden kaatsen tegen voorwerpen aan. De echo die terugkomt wordt opgevangen door de vleermuis. Daaraan kan hij precies horen waar de voorwerpen zijn, hoe groot ze zijn en wat het precies is. Dit heet echolocatie. Het voorwerp kan een huis of een persoon zijn maar ook een smakelijk mugje. Hij hoort dit pas op een paar meter afstand en moet dus snel reageren.
HET JAAR VAN DE VLEERMUIS Lente De winterslaap is voorbij en op warme dagen in februari en maart kun je al vleermuizen zien vliegen. Ze blijven nog wel in de buurt van hun winterverblijf. Zomer Begin juni gaan de vrouwtjes samen naar een plek om kinderen te krijgen. Zo’n groep bestaat uit twintig tot honderden vleermuizen. De mannetjes leven dan in kleine groepjes of alleen. Eind juni worden de jongen geboren en gaan de vrouwtjes weer uit elkaar. Een vrouwtje krijgt maar een kind en soms een tweeling, Herfst In augustus gaan de mannetjes op zoek naar een leuk vrouwtje. De paartijd is begonnen. Het vrouwtje bewaart de zaadjes van het mannetje tot na de winterslaap. Ze bereiden zich ook voor op de winterslaap. Ze eten dan heel veel om lekker rond en vet te worden. Aan het eind van de herfst zoeken ze hun winterplaats op. Winter In de winter zijn er te weinig insecten om te eten daarom houden de vleermuizen een winterslaap. Deze duurt minstens vier maanden. Soms worden ze wakker en vliegen dan wat. Voor de winterslaap zoeken ze een koude plek maar wel een plek waar het niet vriest. Tijdens de winterslaap daalt hun temperatuur van 37 graden tot de temperatuur in hun omgeving zo’n 2-11 graden. Hun hartslag en ademhaling gaat dan heel langzaam. Vleermuizen in hun winterslaap bewegen niet meer en ze voelen koud aan, het lijkt wel of ze dood zijn.
Staeltje Natuur 78
13
Piekerpagina
Is het gelukt met alle opdrachten in de vorige aflevering? Ik hoop het. Ook deze keer heb ik weer een paar leuke uitdagingen voor jullie gevonden. Succes!! GELUIDEN MAKEN EN HOREN Een vleermuis moet goed kunnen horen, want anders vindt hij zijn voedsel niet. De dieren op de volgende plaatjes maken geluid. Wie hoor jij……….?
Niet bij alle plaatjes heb ik het geluid van de dieren gezet. Kun jij de andere verzinnen? Natuurlijk is dit niet de echte naam van het geluid dat de dieren maken. Leeuwen ……..brullen Paarden………hinniken Varkens……………….. Weet jij de rest? Moeilijk hè? Misschien is dit spel leuk voor de vakantie. Probeer het maar eens uit! KNUTSELEN MET VLEERMUIZEN Totempaal Teken zelf een aantal vleermuizen. Plak ze achter een WC- of keukenrol. Versier het met wol, zilverpapier, verf en gekleurd papier.
Hihihihi,hihihi…………………………….
Gggrrrooooaaaar, grooaarr…………… Mehhh, mehhh, mehhh………………… Miiauauw, miiauwwww………………… Iekk,ieiek,iek…………………………….. Boeh, boeoeh,boeh…………………….. Oeoehoeo,oeoehoe…………………….. Knorr,kknorr…………………………….. Tetteretet,teteterretet………………. Kwaakk,kkwwaak………………………..
14
Succes en een fijne vakantie ! Ada
Staeltje Natuur 78
Een onverwacht cadeau Soms word je als vereniging flink verrast. Op 17 april gebeurde dat met een mooi cadeau. Onze oud-vrijwilligster Sylvia Bol kwam naar de Koestal om haar verjaardagscadeau aan te bieden. Op haar 50e verjaardag vroeg ze haar gasten om een gift voor de vereniging i.p.v. de gebruikelijke cadeaus. In een gegraveerde glazen laars waren alle goede gaven verzameld, dit was wel € 382,05 ! De grote laars was samen met een klein borrellaarsje prachtig verpakt in een doos met ons logo, dit was nog aangevuld met een lekkere "Boswandeling" en bijenbolletjes voor de tuin. Een blije penningmeester nam het geheel in ontvangst, samen met nog enkele bestuursleden. Hij gaf, na een korte toespraak met hartelijke felicitaties, Sylvia een aandenken aan deze dag: drie houten kaarsenhouders, gemaakt door één van onze vrijwilligers. Dit soort giften zijn altijd zeer welkom, want de vereniging krijgt geen subsidies meer van gemeenten. Door onze ANBI-status zijn giften vrijgesteld van belastingen, zowel voor gever als voor ontvanger. Dit geldt voor extra giften bij de contributie, giften bij speciale gelegenheden als dit of giften in de vorm van een legaat.
Staeltje Natuur 78
15
Boomfeestdag Op woensdag 18 maart gingen de groepen 6 van de Bernadetteschool uit Naaldwijk voor een leeruitstap naar het Staelduinse Bos. Het was die dag Boomfeestdag, daarom ging het vandaag over bomen. Gelukkig waren er weer heel veel ouders die ons wilden brengen. We keken naar bomen, leerden er over en maakten tussen twee bomen een spinnenweb. Sommige kinderen hadden een gedichtje gemaakt. Dat mochten ze tussen de spinnenwebben voorlezen. Daarna gingen we weer naar het Bezoekerscentrum. Daar kregen we limonade en een stroopwafel. Dat ging er best wel in.
Daarna gingen we het bos in
We werden verwelkomd in het Staelduinse Bos.
Elke groep maakte tussen twee bomen een spinnenweb Daar werd uitgelegd hoe alles ging
16
Staeltje Natuur 78
Het gedichtje dat Brett voorlas: Hier en daar zie je ze alweer komen. Zomaar spontaan vanuit de grond. De paddenstoelen komen boven In allerlei formaten, maar meestal wel rond.
Daarna werden er eigengemaakte gedichtjes over het bos voorgelezen
Ook de elfenbankjes zijn te zien, hier in mijn tuin staan er al veel Ze maken met de afgevallen bladeren De herfst wel tot een mooi geheel.
Alle vrijwilligers van het Staelduinse Bos en onze ouders: hartelijk bedankt.
Het gedichtje van Jenny: In het Staelduinse Bos staan heel veel bomen Daar kun je heerlijk van wegdromen Het bos staat erg vol en we hebben daar veel lol. Bedankt dat we mochten komen, genieten van alle bomen.
Ben van Loon, Bernadetteschool (zie ook: http://www.bernadetteschool.nl/index. php?section=4&category=6a&page=539)
Activiteiten Voor een actueel overzicht van de activiteiten in de komende maanden verwijzen wij u graag naar onze website http://www.hetstaelduinsebos.nl/agenda.html
Staeltje Natuur 78
17
Lepelaar - Platalea leucorodia Naam Witte reiger met platte snavel, dat is de betekenis van zijn wetenschappelijk naam. Als je de lepelvormige snavel van een lepelaar ziet, begrijp je direct waar zijn Nederlandse naam vandaan komt. Veel streeknamen hebben ook betrekking op zijn typisch gevormde snavel: Lepelbek, Leppelgoes, Lepeloar, Lepelreiger en Lepeldief. De naam Schoffelaar of Schofler verwijst naar de bewegingen waarmee hij met zijn snavel door het water 'schoffelt' en zo voedsel uit het water zeeft. Voedsel Zijn zwarte snavel is ongeveer 25 cm lang en het platte uiteinde 4,5 cm breed. Op de punt bevindt zich bij de volwassen vogels een oranje-gele vlek die voor elke vogel uniek is. In de snavel is een soort zeefmembraan aanwezig. Door een bundeling van zenuwen is het een zeer gevoelig instrument. Wadend door water dat niet dieper mag zijn dan 30 centimeter, maait hij er driftig mee heen en weer. De belangrijkste prooi bestaat uit stekelbaarsjes. Daarnaast eet hij ook andere kleine vissen, garnalen en kreeftjes, waterinsecten en -larven. Soms ook algen, stukken waterplanten en ander plantmateriaal. Lepelaars keren steeds terug naar dezelfde voedselgebieden. Deze gebiedskennis wordt overgedragen op hun nakomelingen. Broeden Een lepelaar zit wat grootte betreft tussen de blauwe reiger en de ooievaar in, meestal meten de mannetjes rond de 110 cm en de vrouwtjes 95 cm. Hij is het mooist in de broedtijd. Het witte verenkleed kleurt dan beige rond de hals en nek, er verschijnt een oranje vlek op de keel, waar de veren tijdelijk ontbreken en de grote afhangende kuif op het achterhoofd maakt het plaatje helemaal af.
18
Lepelaars broeden in moerassige gebieden, in dichte rietkragen of in moeilijk bereikbare bomen en struiken. Op de Waddeneilanden ook vaak op de grond omdat daar geen vossen zijn. Van takken, riet en gras wordt een fors en stevig nest gebouwd. Na uitvoerige baltsrituelen en diverse paringen legt het lepelaarvrouwtje gemiddeld vier eieren. Na 24 tot 28 dagen, meestal zo halverwege april, worden de eerste jongen geboren. Bij de geboorte hebben lepelaars nog niet de kenmerkende lepelvormige snavel. Ook de kleur verandert nog van licht naar donker. Jongen De jongen worden de eerste twee weken alleen met heel fijn voedsel gevoerd. Maar na vier weken eten de jongen al hele vissen. Met zes weken verlaten ze het nest en blijven dan nog een week op de takken zitten om hun vleugels oefenen voor ze daadwerkelijk uitvliegen. Ze zijn te herkennen aan zwarte vleugelpunten. Lepelaars kunnen 28 jaar oud worden.
Koloniebroeder 'Onze' lepelaar komt voor in de kustgebieden van West-Europa. De populatie wordt geschat op tienduizend vogels. Ruim de helft hiervan verblijft in Nederland. Hierdoor zijn onze waterrijke gebieden van internationaal belang voor de soort. Er broedden in 2011 zo'n 2300 paren in Nederland, waarvan een ruime
Staeltje Natuur 78
meerderheid op de Waddeneilanden, gevolgd door het Zwanenwater, het IJsselmeergebied (Oostvaardersplassen en Lepelaarplassen) en het Deltagebied (Quackjeswater in Voornse Duin). Lepelaars zijn koloniebroeders. De nesten liggen veelal op één tot twee meter van elkaar. De locatie van een kolonie wordt mede bepaald door de aanwezigheid van een geschikt voedselgebied binnen een straal van 20 tot 30 kilometer, vandaar dat de lepelaars vanuit het Quackjeswater ca. 30 km zuidelijker naar de polders in Midden-Delfland komen om te foerageren.
Stille vogels Lepelaars maken niet veel geluid. De jongen maken zachte, piepende en zuchtende geluiden en wanneer volwassen lepelaars op het nest verstoord worden, laten ze een soort gegrom horen. Bij opwinding klapperen ze in de broedtijd met de snavels, waarbij ze hun kuiven overeind zetten. Vogeltrek De Nederlandse lepelaars beginnen jaarlijks tussen augustus en oktober aan de lange en barre trektocht van zo'n 4200 kilometer naar het zuiden. Tussen eind januari en april komen ze hier weer terug. Ze vliegen vrij langzaam met regelmatige vleugelslagen en af en toe een glijvlucht; groepen vliegen meestal in linie.
Kwaadspreker De lepelaar staat al sinds de middeleeuwen symbool voor kwaadspreker; hij haalt zijn snavel door de bagger. Het afgeleide woord 'lepelen' staat voor iemand die van drank houdt, of meer van uitgebreid tafelen. Afgebeeld bij een vrouw staat de lepelaar met zijn lange snavel symbool voor onkuis gedrag. De lepelaar is afgebeeld in het gemeentewapen van Jisp. Volgens overlevering zouden de vogels vroeger in die plaats als huisdier zijn gehouden. De plaatselijke vissers droegen er, door geregelde aanvoer van verse vis, zorg voor dat de vogels niet verhongerden. Bescherming Dat er nog lepelaars zijn in ons land is te danken aan de inzet waarmee natuurbeschermers als Jac.P. Thijsse de vogels en hun leefgebieden geholpen hebben én natuurlijk aan de vindingrijkheid van de vogels zelf. Een mooi voorbeeld van dat laatste is het uitwijken van broedende lepelaars naar de Waddeneilanden als reactie op de komst van de vos in het Zwanewater en het Naardermeer. Ook de vestiging in Nederlands nieuwste stuk 'oernatuur' in Flevoland geeft aan dat de lepelaars, mits ze maar enige ruimte krijgen, Nederland niet willen verlaten. In Nederland is de Werkgroep Lepelaar zeer actief. Ook worden lepelaars geringd zodat via waarnemingen van vogelaars hun belangrijkste trekroutes kunnen worden vastgelegd. Tiny van der Meer P.S. Ook in slootjes nabij het Staelduinse Bos is de lepelaar soms te zien.
Staeltje Natuur 78
19
Oeverplanten langs de poel Riet Riet behoort tot de grassenfamilie en is het grootste gras dat inheems is in onze omgeving. Meestal groeit het aan waterkanten, maar je ziet riet ook in bossen met natte bodems in beek- en rivierdalen. Riet breidt zich op drie manieren uit: door zaad, door diep in de onderwaterbodem doordringende wortelstokken en door forse, meterslange uitlopers, horizontale stengels waarbij op de knopen nieuwe planten ontstaan.
De hoog opschietende blauwgrijze planten kunnen 1-3 m hoog worden. Ze staan vaak diep in het water, waar ze dan hele kragen vormen. Deze rietkragen kunnen langs de hele oever van een water staan De onderwaterdelen worden van zuurstof voorzien door holten en luchtkanalen. De stengel staat stijf rechtop en het grijsgroene blad is 1-4 cm breed en tot 50 cm lang. De rand van de bladeren is fijn getand en zeer scherp. Je kunt je aan rietbladeren dus makkelijk snijden. Op de grens van de bladschede en de bladschijf zit een tongetje in een krans van haartjes. Ook is riet goed te erkennen aan de zogenaamde duivelsbeet, een golving dwars over het blad waar het opgerolde blad voor het uitvouwen tegen een knoop in de stengel zat gedrukt. De planten zijn helemaal kaal, behalve in de bloempluim.
20
De plant bloeit van juli tot oktober met een 15-40 cm lange, sterk vertakte, pluim, purperkleurig of bruinachtig, die eerst rechtop staat en later aan de top kan gaan overhangen. Riet staat dan karakteristiek te wuiven in de wind. De aartjes zijn tot 1,5 cm lang, bevatten twee tot zes bloempjes en zijn erg harig. Tijdens de bloei zie je de bloemetjes open staan en hangen de 2 mm lange helmknoppen naar buiten. Pollen wordt afgegeven aan de lucht. Na bevruchting groeit het vruchtbeginsel uit tot een graanvrucht. Aan het eind van de herfst sterven de bovengrondse delen af met uitzondering van de stijve stengels. Die worden nog gebruikt om daken mee te dekken. De oogst vindt bij voorkeur plaats vanaf het ijs. Rietmaaiers zorgen er altijd voor dat de afgemaaide stengels tot boven het wateroppervlak blijven uitsteken. Als ze onder water komen te staan, lopen de holtes en luchtkanalen vol water, waardoor het riet letterlijk verdrinkt en afsterft. Lisdodde De meeste mensen zullen grote bruine sigaren van de grote lisdodde wel herkennen van slootranden langs de weg. Het zijn de uitgebloeide bloemen, die een dikke vacht van zaadpluis hebben. Ook op schoolplaten en in stripverhalen wordt de plant vaak getekend: het is het symbool voor een moerasachtige begroeiing. In heel Nederland komt grote lisdodde voor op vochtige vaak voedselrijke plekken langs sloten, vennen en in rietmoerassen. Het zaadpluis zorgt ervoor dat de plant zich goed kan verspreiden, door de lucht en via het water. Ook blijven de zaden tot
Staeltje Natuur 78
wel vijf jaar levensvatbaar, waardoor de grote lisdodde vaak als een van de eerst grote planten weer opduikt in herstelde moerasgebieden. De grote lisdodde heeft veel verschillende volksnamen.
De meeste namen zijn te linken aan het gebruik van de bloeiwijze van de plant in de keuken, als ragebol of als tondel. Andere namen verwijzen naar gelijkenissen met menselijke lichaamsdelen. Nog steeds wordt deze plant als helofyt veel ingezet in de waterzuivering waar deze een natuurlijk filter vormt en het water ontdoet van afvalstoffen. Deze overblijvende oever- en moerasplanten hebben ondergronds wortelstokken waaruit de jonge scheuten omhoog komen en bereiken een hoogte tot 2,5 m. Grote lisdodde breidt zich voornamelijk uit door het laten uitgroeien van de wortelstokken. Een jonge grote lisdodde plant kan in een jaar wel uitgroeien tot een omtrek van 3 meter. De kenmerkende "rietsigaar" is de bloem van de plant. Op de ronde scheut ontwikkelen zich bovenin twee bloeiwijzen: bovenin bestaan de mannelijke bloemetjes alleen uit meeldraden. Ze zijn vaak met elkaar vergroeid en staan zo dicht opeen dat de aar volledig dicht lijkt. Direct onder de aar met mannelijke bloemen 20 cm lange en even brede aar met uitsluitend vrouwelijke bloemen. Deze aar is tijdens de bloei groenig en wordt later bruin tot
zwart. De ook zeer dicht op elkaar staande vrouwelijke bloemen groeien tenslotte uit tot een soort nootje. Het vruchtbeginsel staat op een steeltje dat lang behaard is. Dit moet met een goede loep bekeken worden. De witte haren spelen een rol bij de verspreiding van de zaden door de wind. In het najaar, de winter en het vroege voorjaar zie je het vele zaadpluis dat van de vrouwelijke bloemen nog aan de planten zitten. De planten bloeien in juni en juli en staan veel in kleine poelen, zoals bijvoorbeeld door de mens gemaakt zijn bij onze autosnelwegen. Het zijn vaak beschutte plekken. De grote lisdodde is algemeen in de waterrijke gebieden van ons land. Als je de soort aantreft in vennen en andere plassen die eigenlijk zeer arm aan mineralen zouden moeten zijn, dan is dat een teken dat het water verrijkt wordt bijvoorbeeld door inspoelend water uit omringende landbouwgebieden. Staat ze in laagveenplassen dan is dat op plekken waar organisch materiaal aanspoelt. De meerjarige planten hebben een lange levensduur en produceren erg veel zaad. Deze combinatie van eigenschappen is heel opmerkelijk in de natuur, want meestal zijn planten, die veel zaad produceren kortlevend of zelfs eenjarig. Gele lis De gele lis is een opvallende oeverplant langs onze rivieren, plassen, meren en ook grotere vijvers. De soort, die hoort tot de lissenfamilie of Iridaceae, staat in de verlandingszone en soms op droogvallende maar goed vochtige blijvende bodem. Met ondergrondse wortelstokken breidt de soort zich uit. Uit de wortelstokken komen de lange smalle in elkaar gevouwen blauwgroene bladeren te voorschijn die onderaan paarsig kleuren. In een doorsnede is te zien dat de zwaardvormige bladeren om elkaar gevouwen groeien met daarin de luchtkanalen, waarmee ze lucht tot onder de waterspiegel brengen in de onderwater staande en ondergrondse delen.
Staeltje Natuur 78
21
Na de bevruchting verwelken de bloemen snel en groeien de vruchtbeginsels uit tot doosvruchten met drie rijen gladde, platte bruine zaden. Deze zaden drijven goed, waardoor ze over een flinke afstand op het water vervoerd kunnen worden. Waterlelie De witte waterlelie hoort tot de waterleliefamilie en siert van mei tot augustus met zijn witte bloemen plassen, rivierarmen, rivieroevers en kanalen met een waterdiepte tot zo'n 3 meter.
Aan de bloemstengel en zijn zijassen ontstaat een aantal bloemen. Elk bloemgroepje is aanvankelijk omgeven door een tweekleppige bloeischede. De grote zwavelgele drietallige bloemen zijn bijzonder van vorm. De grote bloemen zijn ongeveer 10 cm in doorsnee. De bouw van de bloemen is zeer bijzonder en erg fraai. Het meest in het oog springen de drie buitenste bloemdekbladen. Ze zijn breed spatelvormig met een naar buiten gekromde plaat. De drie binnenste bloemdekbladen staan rechtop en zijn zeer smal. Alle zes bloemdekbladen staan op een korte buis boven het onderstandig vruchtbeginsel. De stijltakken vallen op: ze staan schuin omhoog, zijn bladachtig verbreed en aan het uiteinde hebben ze twee lobben. Waar de lobben uit elkaar wijken zit het stempel. De meeldraad met helmknoppen staat voor de stijltak. Onderin de bloem is nectar te vinden en insecten met een lange tong, zoals hommels, kunnen die bereiken. De bloem bloeit eerst mannelijk. Een bezoekende hommel krijgt dan het stuifmeel of pollen mee op zijn rug. De volgende dag is de bloem in de ontvankelijke vrouwelijke fase. De helmhokken zijn hun pollen kwijt en de stijltak met stempel buigt naar voren zodat een hommel op zoek naar nectar onderin de bloem met zijn rug, die pollen kan bevatten van bezoek aan een andere mannelijk bloeiende bloem, langs de stempel strijkt en daar pollen achterlaat.
22
De bijna cirkelronde bladeren zitten verspreid aan in de onderwaterbodem wortelende wortelstokken. Veel bladeren drijven net als de bloemen op het wateroppervlak. Ze hebben een diep hartvormige ingesneden voet en de rand van de grote bladeren is gaaf. De drijvende bladeren zijn meer gegolfd dan die van de verwante gele plomp.
De bloemen kunnen variëren van 6 tot wel 18 cm. Soms zie je in de bloemen ook een wat rode kleuring optreden. Kweekvarianten kunnen soms bijna helemaal rood zijn. Op de brede bloembodem staan vier kelkbladen en veel kroonbladen ingeplant, net als veel meeldraden die in een spiraal staan. Het halfonderstandig vruchtbeginsel is veelhokkig en heeft aan de bovenzijde een brede schijf met streepvormige, zittende stempels. In het midden van de enigszins trechtervormig naar beneden gebogen
Staeltje Natuur 78
schijf zit een kegelvormige knobbel. Na bevruchting door insecten die op het pollen afkomen, ontstaat hieruit een boltot flesvormige, besachtige vrucht die heel veel zaden bevat. De vrucht laat door rotting los van de steel, valt uit elkaar en de zaden in hun slijmige massa drijven op het water en worden verspreid door golfslag, wind, maar ook doordat waterdieren ze eten en op die manier verspreiden.
ontwikkelen zich als een wortelrozet lange lijnvormige bladeren. Deze blijven onderwater en in snel stromend water maakt de plant alleen maar van dit soort lange lintvormige bladeren. Ook gaat de plant niet bloeien in snel stromend water.
De rechtopstaande blad- en bloemstelen zijn rolrond en van binnen vind je vier luchtkanalen die zorgen voor transport van zuurstof naar de ondergrondse wortelstokken. Witte waterlelie tref je aan in stilstaand tot zwak stromend water. Sterke stroming verdraagt de plant niet. Je vindt de witte waterlelie in bijna heel Europa en aangrenzende delen van Azië en Noord Afrika. In ons land vind je ze vaak samen met de gele plomp in laagveenplassen, petgaten, brede sloten, niet meer gebruikte kanalen en langs de oevers van langzaam stromende rivieren, bijvoorbeeld in de Maas bij Maastricht en de Oude Waal bij Nijmegen. In de Middeleeuwen werd de witte waterlelie beschouwd als een teken van kuisheid; monniken en nonnen aten dan ook de wortelstok en zaden, omdat gedacht werd dat deze delen van de plant lustremmende stoffen zouden bevatten. Pijlkruid De opvallende pijlvormige bladeren die boven het stilstaande of traag stromend water van sloten of plassen uitsteken zijn afkomstig van pijlkruid uit de waterweegbreefamilie. Ook de bloeiwijzen van deze waterplant steken aan lange driekante stengels boven het water uit. Deze stengels ontspruiten aan een korte dikke wortelstok die in de onderwaterbodem zit. De planten maken vanuit de wortelstok lange uitlopers die wel een meter lang kunnen worden en die eindigen in een knol. Deze uitlopers zijn 1 cm in middellijn. Aan de wortelstok
In rustig stromend, stilstaand of ondiep water ontwikkelt de plant ook een wortelrozet met lang gesteelde bladeren die heel verschillend van vorm kunnen zijn. De eerste typen bladeren zijn drijvende bladeren met een eironde tot wat langwerpige bladschijf. De voet van deze bladeren varieert van afgerond tot min of meer pijlvormig. De bladeren die het meest kenmerkend zijn en in het begin hiervoor beschreven zijn omdat ze zo opvallend zijn, ontstaan pas daarna. Ze staan rechtop en hebben de pijlvorm waaraan pijlkruid zijn naam te danken heeft. De vorm van de pijl kan ook weer variëren, maar altijd hecht de bladschijf aan midden tussen de twee naar achteren stekende bladdelen of de pijl nou smal of breed is. De nerven ontspringen aan dit aanhechtingspunt en wijzen naar voren naar de top van het blad en naar achteren de twee pijlpunten in. Aan deze "luchtbladeren" is pijlkruid het beste te herkennen. In de zomer bloeit pijlkruid en aan een lange driekantige stengel ontstaan boven water kransen van drietallige bloemen. Meestal staan er drie bloemen in zo'n krans en elke bloem staat in de oksel van
Staeltje Natuur 78
23
een schutblaadje. De bloemen zijn eenslachtig, maar beide typen zitten aan dezelfde stengel. Het is dus een eenhuizige plantensoort. De bloemen zijn drietallig en hebben zowel drie kelkbladen als drie kroonbladen. De kroonbladen zijn wit van kleur maar het onderste gedeelte waarmee ze vastzitten aan de bloembodem is paars. Dit gedeelte is de nagel van het kroonblad. De plaat, het vlakke witte deel is 1 cm lang en 1,5 cm breed. De bovenste kransen met bloemen zijn bloemen met veel meeldraden. Deze meeldraden zijn eveneens dieppaars gekleurd. Deze mannelijke bloemen hebben ook een slanke wat langere steel. De meeldraden rijpen pas wanneer de vrouwelijke bloemen die onder in de bloeiwijze staan uitgebloeid en bevrucht zijn. Deze vrouwelijke bloemen zijn iets
kleiner dan de mannelijke en hebben een korte plompe steel, waardoor ze meer zittend zijn in de kransen. Ze hebben veel bovenstandige vruchtbeginsels, die in een bolvormig hoofdje staan. Na bevruchting door stuifmeel van een plant die mannelijk bloeit groeien de vruchtbeginsels uit tot afgeplatte, gevleugelde en eironde vruchtjes. Deze zijn een halve cm groot en hebben een rechtopstaand snaveltje van 1 mm. Zo'n bolvormig geheel van vruchten is ook opvallend aan de stengel. Pijlkruid, die eigenlijk door zijn habitus, dat is het uiterlijk, als plantensoort het midden houdt tussen een waterplant en een oeverplant gedijt het best in ondiep, langzaam stromend zoet water. Gegevens ontleend aan www.FloravanNederland.nl
Veranderingen in de inrichting Als je als bezoeker de hal van het centrum binnenloopt, kun je zien dat er het een en ander is veranderd. Aan de linkerzijde wordt de gehele geschiedenis van de vereniging op een andere manier gepresenteerd. Tot eind vorig jaar was daar een wand met foto’s en kopieën van krantenknipsels, een statisch geheel. Deze wand is nu vervangen door een wand met daarin opgenomen een video/foto presentatie van de geschiedenis. In ca. 5 minuten wordt de bezoeker langs de belangrijkste momenten van de vereniging geleid.
Daarnaast zijn er een behoorlijk aantal foto’s te zien, die de meer recente gebeurtenissen tonen. In de hal hebben de "Vogel van de Maand" en de "Boom van de Maand" een andere plaats en meer ruimte gekregen.
De seizoenspanelen, die 4 keer per jaar wisselden gaan nu wat vaker veranderen. We houden ons niet meer strak aan de seizoenen, maar laten de inhoud van de panelen meelopen met de seizoenen, dus halverwege de zomer blikken we alvast een beetje vooruit naar de herfst TTC
24
Staeltje Natuur 78
Informatie Vereniging "VRIENDEN VAN HET STAELDUINSE BOS" BESTUUR Voorzitter Secretaris Penningmeester Algemeen leden
Bezoekerscentrum Internet Alg. informatie en afspraken groepen
G. Keizer R. van Scherpenzeel M. Aalbrecht D. van Drongelen-Sevenhuijsen C.D. Hendriks J.M. Storm-Paalvast d'Oude Koestal in het Staelduinse Bos Peppellaan 4, 2691 ND 's-Gravenzande www.hetstaelduinsebos.nl www.facebook.com/hetstaelduinsebos
0174-417 351
D. van Drongelen of e-mail naar
[email protected]
0174-631 427
Correspondentieadres C.D.Hendriks, v.Houtenstraat 2, 2672 DP Naaldwijk Redactieadres G en E. Keizer, Riemtale 2, 3155 ND Maasland 010-5925 298 Ledenadministratie M.J. Keizer, Riemtale 2, 3155 ND Maasland 010-5925 298 E-mail
[email protected]
U steunt ons vanaf minimaal € 7,50 per jaar, extra giften hierbij zijn zeer welkom. Het lidmaatschap loopt van 1 januari t/m 31 december. Als u lid wordt na 1 oktober bent u automatisch lid voor het volgende jaar. Opzeggen kan per e-mail of schriftelijk voor 1 november, anders loopt het lidmaatschap automatisch door in het volgend kalenderjaar. Bankrelatie
IBAN: NL02 ABNA 0476 891 809 t.n.v. ver. Vrienden van het Staelduinse Bos
BIC: ABNA NL2A Honselersdijk
De Belastingdienst heeft de vereniging aangewezen als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Schenkingen, giften en nalatenschappen zijn voor u fiscaal aftrekbaar en de vereniging hoeft geen belasting te betalen over het binnengekomen bedrag. Alle informatie vindt u op onze website bij www.hetstaelduinsebos.nl/contact.html#ANBI RSIN/Fiscaal nummer ANBI: 8137.44.519 Eigenaar van het bos
K.v.K.no. 40397221
Beheerder Staelduinse Bos
Stichting Het Zuid-Hollands Landschap Oude Delft 116, 2611 CG Delft 010-272 2222 www.zuidhollandslandschap.nl e-mail:
[email protected] F. Spreen, Peppellaan 2, 2691 NG, 's-Gravenzande (kantoor bos 06-5177 3176)
Regiokantoor Kuststreek
Monsterseweg 162, 2553 RM Den Haag (bezoek alleen op afspraak)
Rooster zittingsperioden bestuur 1. G. Keizer 2. C.D. Hendriks 3. D. van Drongelen-Sevenhuijsen 4. R. van Scherpenzeel 5. M. Aalbrecht 6. J.M. Storm-Paalvast ISSN – 0920 - 2277
070-397 4981 e-mail:
[email protected]
gekozen 11-07-09 11-07-09 26-06-10 30-06-12 06-07-13 06-07-13
Staeltje Natuur
Staeltje Natuur 78
25