Speeltoestellen in de Kinderopvang Een onderzoek naar het veiligheidsniveau van speeltoestellen in kinderdagverblijven en peuterspeelzalen
Auteur:
ir. L. Lammers Senior Veiligheids- en trendonderzoeker Signalering Non-Food Productveiligheid
Projectnummer: zw04P004 Datum: november 2004
VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT Keuringsdienst van Waren, ZuidWest Postbus 3000 3330 DC Zwijndrecht Westelijke Parallelweg 4 Zwijndrecht Telefoon Telefax
078-611 2 100 078-611 2 200
Speeltoestellen Kinderopvang
november 2004
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING........................................................................................................................................................................2
2
WETGEVING ....................................................................................................................................................................3
3
ONGEVALSGEGEVENS................................................................................................................................................4
4
RESULTATEN MONITORING ....................................................................................................................................5 4.1 4.2
5
OPZET ............................................................................................................................... 5 RESULTATEN ....................................................................................................................... 5
CONCLUSIES................................................................................................................................................................10
VWA/KvW, Signalering Zuid-West, Liane Lammers
1
Speeltoestellen Kinderopvang
1
november 2004
INLEIDING
In maart 2004 is in Goes een kind om het leven gekomen door verstikking op een speeltoestel in een peuterspeelzaal. Dit was de directe aanleiding om de veiligheid van speeltoestellen bij kinderopvang te onderzoeken. Inspecties van kinderopvang waren sowieso al gepland voor 2004, maar door het dodelijk ongeval waar een speeltoestel bij betrokken was, is het onderzoek uitgebreid. Via een monitoringsactie is het veiligheidsniveau van speeltoestellen op peuterspeelzalen en kinderdagverblijven in kaart gebracht. Ook is op deze locaties een inschatting gemaakt van het kennisniveau en acceptatie van de regelgeving omtrent speeltoestellen. De resultaten van deze monitoring zullen, samen met de verzamelde ongevalscijfers, richting moeten geven aan toekomstige acties richting kinderopvang.
Een interieur van een kinderdagverblijf
VWA/KvW, Signalering Zuid-West, Liane Lammers
2
Speeltoestellen Kinderopvang
2
november 2004
WETGEVING
Een speeltoestel moet veilig zijn. Voor speeltoestellen op kinderdagverblijven en peuterspeelzalen geldt het WAS; het Warenwetbesluit attractie en speeltoestellen. Dit besluit stelt bepaalde veiligheidseisen, die gelden voor alle toestellen, of ze nu buiten of binnen staan. Ook een speeltoestel dat zelf is gemaakt, of een toestel dat eigenlijk als speelgoed voor huiselijk gebruik gemaakt is, valt onder dit besluit als ze worden aangetroffen op een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal. De wet stelt een aantal verplichtingen aan de beheerder van een speeltoestel: - De beheerder mag alleen speeltoestellen houden van een type dat is voorzien van een geldig certificaat van goedkeuring. Meestal zal de fabrikant het toestel al hebben laten typekeuren, en heeft het type een certificaat van goedkeuring. Is het toestel niet gecertificeerd, dan moet dit toestel alsnog gekeurd worden door een aangewezen keuringsinstantie. Deze regel geldt niet voor toestellen van voor 1997, omdat het betreffende besluit toen nog niet gold. De beheerder moet er wel van verzekerd zijn dat deze toestellen veilig zijn, maar ze hoeven niet gekeurd te zijn. - De beheerder moet de toestellen veilig (laten) installeren en goed onderhouden. De beheerder moet letten op deugdelijke montage en installatie; daarbij moet ook rekening gehouden met de omgeving. Dit betekent bijvoorbeeld dat er geschikt bodemmateriaal met voldoende valdemping moet worden gebruikt. Ook moet de beheerder regelmatig controleren of het toestel nog steeds veilig is en onderhoud (laten) verrichten als dat nodig is. - De beheerder moet een logboek opstellen, bijhouden en bewaren. Van elk speeltoestel moet een logboek worden bijgehouden. Hierin staan onder andere gegevens in van de keuringen of onderzoeken die hebben plaatsgevonden; ook wordt hierin informatie bijgehouden over onderhoud en ongevallen. Wanneer niet aan de wettelijke eisen wordt voldaan, zijn er verschillende maatregelen mogelijk. Gewoonlijk wordt er een beschikking opgemaakt; de beheerder heeft dan een bepaalde tijd om alsnog aan de wettelijke eisen te voldoen. Indien bij een volgende controle blijkt dat niet aan de eis uit de beschikking is voldaan, wordt er proces verbaal opgemaakt of een boete opgelegd. Wanneer er sprake is van een bijzonder onveilige situatie, kan een toestel buiten gebruik worden gesteld.
VWA/KvW, Signalering Zuid-West, Liane Lammers
3
Speeltoestellen Kinderopvang
3
november 2004
ONGEVALSGEGEVENS
Jaarlijks worden gemiddeld 90 peuters tot en met 3 jaar behandeld op een spoedeisende hulp afdeling van een ziekenhuis, nadat ze gewond zijn geraakt bij een ongeval waarbij een speeltoestel is betrokken in een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf. Dit gegeven is afkomstig uit een analyse van Stichting Consument en Veiligheid. Op verzoek van de VWA/ KvW is gekeken naar ongevallen met speeltoestellen bij kinderen tot en met 3 jaar in kinderdagverblijven en peuterspeelzalen. De belangrijkste conclusies uit deze analyse worden hier herhaald. “Het gemiddelde aantal van 90 ongevallen waarbij een speeltoestel betrokken is geweest, is 8% van alle ongevallen in een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal (1.000). Vooral de oudere peuters van 2 en 3 jaar raken gewond door een dergelijk ongeval. Zes van de tien ongevallen vinden plaats in het kinderdagverblijf. Bijna driekwart van de ongevallen is een val van een speeltoestel (72%), bijvoorbeeld een val van de glijbaan (53%). Bijna tweederde van de ongevallen gebeurt met een glijbaan (64%), op afstand gevolgd door het klimrek (17%). Bijna de helft van de letsels is een hoofdletsel (47%), zoals een hoofdwond (21%). Ruim eenderde van de kinderen raakt gewond aan schouder, arm of hand (38%). Er zijn geen dodelijke ongevallen van kinderen tot en met 3 jaar waarbij een speeltoestel betrokken is geweest geregistreerd in het Letsel Informatie Systeem of in de Doodsoorzakenstatistiek. In de Krantenknipselregistratie komen wel enkele dodelijke ongevallen met speeltoestellen bij peuters voor. “
VWA/KvW, Signalering Zuid-West, Liane Lammers
4
Speeltoestellen Kinderopvang
november 2004
4
RESULTATEN MONITORING
4.1
Opzet
Het doel van deze monitoring was het in kaart brengen van het veiligheidsniveau van speeltoestellen bij kinderopvang in Nederland. Bij de Kamer van Koophandel staan ruim 4100 kinderdagverblijven en peuterspeelzalen ingeschreven. Vanaf juni tot oktober 2004 zijn steekproefsgewijs in totaal 149 locaties door het hele land bezocht; 60 kinderdagverblijven en 89 peuterspeelzalen. Op deze locaties zijn in totaal 310 speeltoestellen aangetroffen. Naast het beoordelen van de toestellen, is door de controleurs ook een inschatting gemaakt van de kennis en acceptatie van de regelgeving op deze locaties. In de resultaten worden de volgende vragen beantwoord: Welke speeltoestellen worden gebruikt in de kinderopvang? Wordt er voldaan aan de wettelijke eisen voor speeltoestellen? En hoe groot is de kennis en accepatie van de regelgeving? 4.2
Resultaten
4.2.1
Welke speeltoestellen worden gebruikt in de kinderopvang?
Op kinderdagverblijven en peuterspeelzalen zijn gemiddeld 2 speeltoestellen per locatie te vinden. Het aantal aangetroffen toestellen per locatie is in onderstaand figuur weergegeven. > 4 toestellen [12%] 4 toestellen [13%] 3 toestellen [12%] 2 toestellen [17%] 1 toestel [40%] 0 toestellen [6%] 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
Fig.: Aantal toestellen per locaties
Enkele speeltoestellen
VWA/KvW, Signalering Zuid-West, Liane Lammers
5
Speeltoestellen Kinderopvang
november 2004
Van de toestellen staat 40% binnen, en 60% buiten. In 1997 is het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen in werking getreden. Van de aangetroffen toestellen is 38% aangeschaft voor 1997, en 48% na 1997. Van 14% van de toestellen was dit onbekend bij de aangesproken persoon. Naast de reguliere speeltoestellen, zijn er ook toestellen aangetroffen die op markt zijn gezet als speelgoed (18% van alle toestellen). Sommige van deze ‘speelgoed’ speeltoestellen komen door hun grootte en verschijning overeen met reguliere toestellen. Ze worden ook beschouwd als speeltoestel, omdat ze in dit geval niet voor huiselijk gebruik maar in een openbare ruimte worden gebruikt. Het onderscheid tussen speelgoed en speeltoestel kan moeilijk zijn als het toestel klein is. Daarom is een onderscheid in grootte aangebracht in de monitoring. Als alleen de speelgoed speeltoestellen worden beschouwd van meer dan 1 meter hoogte, betreft dit 7% van alle aangetroffen speeltoestellen.
‘Speelgoed’ speeltoestellen (18% van alle toestellen) Ook is een groot aantal van de toestellen zelf gebouwd (18%), door bijvoorbeeld een timmerman of een handige ouder.
Voorbeeld van een zelfgebouwd toestel
Samenvattend zijn de percentages van aangetroffen soorten speeltoestellen in onderstaand figuur weergegeven.
Zelfbouw [18%] Speeltoestellen [64%] 'Speelgoed' speeltoestellen, > 1m [7%] 'Speelgoed' speeltoestellen, < 1m [11%] 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Fig.: Soorten toestellen
VWA/KvW, Signalering Zuid-West, Liane Lammers
6
Speeltoestellen Kinderopvang
november 2004
Peuterspeelzalen zijn overigens vaak gehuisvest in een lokaal van een basisschool, en gebruiken ook toestellen van het schoolplein of het gymlokaal. Opvallend was ook het aantal toestellen dat speciaal ontwikkeld is voor kinderdagverblijven en peuterspeelzalen. Deze worden ingekocht bij leveranciers van meubilair en leermiddelen voor de kinderopvang. Onderstaande foto’s tonen een voorbeeld van zo’n type toestel dat vaak is aangetroffen.
Type toestel dat vaak is aangetroffen.
Van de toestellen is ook de valhoogte vastgelegd. Van de meeste toestellen was dit minder dan 1 meter.
valhoogte < 1m
valhoogte 1-2 m
valhoogte 2-3 m 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Fig.: Valhoogte van de aangetroffen toestellen
VWA/KvW, Signalering Zuid-West, Liane Lammers
7
Speeltoestellen Kinderopvang
4.2.2
november 2004
Wordt er voldaan aan de wettelijke eisen voor speeltoestellen?
Welke verplichtingen een beheerder van een speeltoestel precies heeft, is omschreven in hoofdstuk 3. Eén van de verplichtingen is het opstellen, bijhouden en bewaren van een logboek per speeltoestel. Van niet meer dan 20% van de toestellen was het logboek aanwezig en ingevuld. Ook mag de beheerder alleen speeltoestellen houden van een type dat is voorzien van een geldig certificaat van goedkeuring. Deze regel geldt niet voor toestellen van voor 1997, omdat de betreffende wet toen nog niet gold. Van alle toestellen van na 1997 was maar 50% van de toestellen gekeurd door een keuringsinstantie. Opgedeeld per soort toestel zijn dit de percentages: - Van de ‘speelgoed’ speeltoestellen (na ’97), was 4% gekeurd. - Van de reguliere speeltoestellen (na ’97) was 73% gekeurd. - Van de 54 aangetroffen zelf gebouwde speeltoestellen was er maar 1 gekeurd (2%). Bij 41% van alle aangetroffen toestellen is één of meer tekortkomingen aangetroffen. De aangetroffen tekortkomingen zijn de volgende: • Bij 24% van alle toestellen is verstikkingsgevaar door verstrikking aangetroffen. Dit is aangetoond met de zogenaamde ‘toggle’ , een meetmiddel waarmee verstrikkingsgevaar wordt vastgesteld. • Bij 14% van alle toestellen is gevaar voor beknelling van lichaamsdelen aangetroffen. • Bij 3% van alle toestellen is een betonnen of stenen ondergrond bij een valhoogte van meer dan 1 meter aangetroffen. • Bij 15% van alle toestellen is een onveilige situatie opgetreden door achterstallig onderhoud van de toestellen. • Bij 10% van alle toestellen is een ander gevaar aangetroffen (bijvoorbeeld snijgevaar of obstakels in valzone).
Verstikking door verstrikking van b.v. koordjes: bij 24% van de toestellen bleef de toggle haken
VWA/KvW, Signalering Zuid-West, Liane Lammers
8
Speeltoestellen Kinderopvang
november 2004
Er is geen onderscheid tussen kinderdagverblijven of peuterspeelzalen wat betreft het percentage toestellen met tekortkomingen (beide 41%). Het percentage toestellen met één of meer tekortkomingen is ook voor de diverse groepen berekend: - Van de ‘speelgoed’ speeltoestellen was dit 42%. - Van de reguliere speeltoestellen had 38% één of meer tekortkomingen. - Van de zelfbouw toestellen had 52% één of meer tekortkomingen.
4.2.3
Hoe groot is de kennis en acceptatie van regelgeving?
Door de controleurs is een persoonlijke inschatting gemaakt van de aanwezige kennis en acceptatie van de regelgeving, op basis van de gesprekken. Kent men het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen, en weet men welke verplichtingen een beheerder van een speeltoestel heeft? Ziet men de noodzaak in van regelgeving? Het resultaat is in onderstaande figuren weergegeven.
goed matig slecht weet niet 0%
10%
20%
30%
40%
50%
Fig.: Door controleurs ingeschatte kennis van regelgeving
goed matig slecht weet niet 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Fig.: Door controleurs ingeschatte acceptatie van regelgeving Een veel gehoorde opmerking was dat de veiligheid van het spelen op de toestellen gewaarborgd wordt door het toezicht van de leidsters (‘we staan er altijd naast’). Ook gaf men aan bedolven te worden onder de vele inspecties van brandweer, Arbo, en GGD.
VWA/KvW, Signalering Zuid-West, Liane Lammers
9
Speeltoestellen Kinderopvang
5
november 2004
CONCLUSIES
Jaarlijks worden gemiddeld 90 peuters tot en met 3 jaar behandeld op een spoedeisende hulp afdeling van een ziekenhuis, nadat ze gewond zijn geraakt bij een ongeval waarbij een speeltoestel is betrokken in een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf. Er staan ruim 4100 kinderdagverblijven en peuterspeelzalen ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Gemiddeld zijn er 2 speeltoestellen per locatie aangetroffen tijdens de monitoringsactie. Naar schatting gaat het hier dus om ruim 8000 speeltoestellen. Bij 41% van de aangetroffen toestellen is één of meer technische tekortkomingen aangetroffen. Ter vergelijking: bij speeltoestellen in gemeenten is dit jaar op 24% van de locaties een beschikking vanwege een technische tekortkoming opgemaakt. De meest aangetroffen tekortkoming was het gevaar voor verstikking door verstrikking van bijvoorbeeld koordjes. Bij 24% van alle toestellen bleef de zogeheten toggle haken; een meetmiddel waarmee verstrikkingsgevaar wordt aangetoond. Door de controleurs werd de kennis van regelgeving gemiddeld als matig ingeschat, terwijl de acceptatie van de regelgeving als goed werd ingeschat. Men ziet het belang in van de regels, maar kent de verplichtingen van de beheerder van een speeltoestel niet altijd. Met dit gegeven kan rekening worden gehouden in de communicatie naar de branche. Dat de verplichtingen van de beheerder van een speeltoestel niet altijd bekend zijn, blijkt ook uit de volgende cijfers. Maar 20% van de aangetroffen toestellen is voorzien van een ingevuld logboek. Van alle toestellen van na 1997 was maar 50% gekeurd door een keuringsinstantie. In de kinderopvang worden niet alleen reguliere speeltoestellen gebruikt. Een deel (18%) van de speeltoestellen zijn zelfgebouwd door een timmerman of een handige ouder. Van de aangetroffen zelfbouw toestellen was er maar één gekeurd. Bij ruim de helft van deze zelfbouw toestellen is een tekortkoming aangetroffen. Ook werden er opvallend veel ‘speelgoed’ speeltoestellen aangetroffen; 18% van alle toestellen bestond uit kunststof toestellen die als speelgoed op de markt zijn gezet. Deze toestellen zijn door de fabrikant bedoeld voor huiselijk gebruik en ook niet gekeurd als speeltoestel. Het onderscheid tussen speelgoed en speeltoestel is niet altijd duidelijk, vooral als het toestel klein is. Daarom is een onderscheid in grootte gemaakt in de monitoring. Als alleen de speelgoed speeltoestellen worden beschouwd van meer dan 1 meter hoogte, is dit 7% van alle aangetroffen speeltoestellen.
VWA/KvW, Signalering Zuid-West, Liane Lammers
10
Speeltoestellen Kinderopvang
november 2004
Er zijn ook speeltoestellen die speciaal voor kinderdagverblijven en peuterspeelzalen ontwikkeld zijn. Het type op bijgaande foto, of varianten ervan, is op opvallend veel locaties aangetroffen. Deze heeft niet altijd een certificaat van goedkeuring, en er is vaak sprake van verstikkingsgevaar door verstrikking en valgevaar door de beklimbare balustrade Het type wordt door meerdere fabrikanten op de markt gebracht.
Concluderend kan gezegd worden dat het veiligheidsniveau van speeltoestellen in kinderopvang relatief laag is. Ook wordt niet vaak voldaan aan de verplichtingen die een beheerder van een speeltoestel heeft; en bestaat de indruk dat men niet voldoende bekend is met deze verplichtingen.
VWA/KvW, Signalering Zuid-West, Liane Lammers
11