Algemene informatie Titel OWE
Sociaal Recht
Code OWE
SORE
Onderdelen
SORE-1AA (Arbeidsrecht) SORE-1AS (Sociaal Zekerheidsrecht)
Eigenaar OWE
SORE-1AA: de heer mr. C.S. Lo Manto (MNTC) SORE-1AS: mevrouw mr. M. Le Fèbre (FBRM)
Opleiding
HBO-Rechten
Studiejaar
2011-2012
Doelgroep: variant(en) VT / DT / DU / E
E-learning
Cluster
E
Niveau van de OWE (1, 2, 3)
2
Studiepunten
7,5
Studielast in sbu’s
210 sbu’s
Ingangseisen
Geen
Beroepstaak
Rechtsvinding Sociaal Recht
Samenhang ESO-ABR1B
Samenhang ESO-SZR1D
Doelen en inhoud
Competenties
Periode (1-4)
1 & 2 en 3&4
Doorlooptijd
2 perioden
Deze onderwijseenheid wordt aangeboden in het eerste semester (E-cluster) van het derde studiejaar van de opleiding HBO-Rechten en bouwt voort op de eerste kennismaking met de onderwijseenheid Burgerlijk Recht bestaande uit de modules Goederenrecht, Verbintenissenrecht en Burgerlijk procesrecht. De onderwijseenheid bereidt voor op de onderwijseenheid procedeercollege, alsmede e de stage in het 3 studiejaar. De onderwijseenheid Sociaal Recht bestaat uit arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht. Het arbeidsrecht maakt deel uit van het burgerlijk recht. Het socialezekerheidsrecht maakt deel uit van het bestuursrecht. Het bestuursrecht vormt een deel van het publiekrecht (naast het staats- en het strafrecht) en is een integrerend onderdeel hiervan. SORE-1AA 1. Rechtstoepassing (juridisch analyseren) 2. Geven van advies op basis van een juridische analyse (adviseren) 3. Behartigen van juridische belangen van anderen door rechtsbijstand te verlenen, te onderhandelen en te bemiddelen (vertegenwoordigen) 4. Vaststellen van de rechtsverhouding van een of enkele personen binnen juridische kaders met meeweging van juridische argumenten en maatschappelijke factoren (beslissen) 6. Aanleggen en beheren van juridische dossiers, bewaken van de doorloop en de samenhang , afsluiten en overdragen ervan (dossier managen) SORE-1AS De volgende (landelijke) specifieke competenties staan in deze onderwijseenheid centraal: 1. Juridisch analyseren Formuleren en oplossen van rechtsvragen op basis van analyse van juridisch relevante feiten en juridische bronnen. Voordat een jurist een beroepsproduct maakt, formuleert hij de juridisch relevante vragen bij een casuspositie. Hij gaat daarbij methodisch en gestructureerd te werk omdat hij beschikt over onderzoeksvaardigheden. Voor het op systematische wijze oplossen van deze vragen verzamelt en selecteert hij de van toepassing zijnde juridische bronnen zoals wetgeving en jurisprudentie. Juridisch analyseren omvat het proces van verzamelen, selecteren, kwalificeren en analyseren van feiten en juridische bronnen. Een jurist doorloopt het volledige proces om te komen tot goed beroepsproduct. 2. Adviseren Geven van advies op basis van juridische analyse. Een jurist geeft mondelinge en schriftelijke adviezen. Deze adviezen worden gegeven na een juridische kwalificatie en analyse. Hiermee wordt bedoeld dat de jurist alle juridische en
pagina 1 van 8 pagina’s
feitelijke gegevens verzamelt, de standpunten van partijen weegt en de van toepassing zijnde rechtsbronnen gebruikt. 4. Beslissen Vaststellen van de rechtsverhouding van een of enkele personen binnen juridsche kaders met meeweging van juridische argumenten en maatschappelijke factoren. Een jurist werkt aan de totstandkoming van besluiten namens cliënten of namens de organisatie voor wie hij werkt. Bij dit beroepshandelen betrekt de jurist naast juridische argumenten ook de belangen van de personen of de instelling voor wie hij werkt en waar nodig ook maatschappelijke factoren en belangen van anderen. Bij het vastleggen van de rechtsverhouding gaat het bijvoorbeeld om besluiten in de publiekrechtelijke sfeer (vergunningen) en om besluiten in de privaatrechtelijke sfeer (contracten). SORE-1AA Deze onderwijseenheid bestaat uit twee modules Socialezekerheidsrecht en Arbeidsrecht. Het eerste rechtsgebied wordt in een aparte module aangeboden in dezelfde onderwijseenheid. Dit duidt enerzijds op het grote belang van het sociale zekerheidsrecht voor onze samenleving, terwijl anderzijds de gelijktijdige behandeling met arbeidsrecht de mogelijkheid biedt om de samenhang en raakvlakken tussen beide sociaal rechtelijke vakken aan te geven. De module Arbeidsrecht bouwt voort op de eerste kennismaking met de onderwijseenheden Inleiding Privaatrecht (IRP) en Inleiding Vermogensrecht e (IVR), Inleiding Staats- en Bestuursrecht (ISB) (alle drie het 1 jaar), en e e Verbintenissenrecht (VBR) (2 studiejaar) en het Socialezekerheidsrecht (SZR) (3 studiejaar). De student wordt ingewijd in de beginselen van het arbeidsrecht op niveau 2. De volgende onderwerpen komen aan bod: typering van de arbeidsovereenkomst, soorten arbeidsovereenkomsten, de totstandkoming, vorm en inhoud van de arbeidsovereenkomst (beginsel van goed werkgever en goed werknemerschap, verschillende bedingen in de arbeidsovereenkomst), de aansprakelijkheid van werkgever en werknemer, de zieke werknemer, het ontslagrecht met inbegrip van het arbeidsprocesrecht en internationale aspecten van de arbeidsverhoudingen.
Algemene omschrijving
Dit houdt in dat naast de regeling in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (arbeidsovereenkomstenrecht) en aanverwante regelgeving (zoals arbeidsomstandigheden regelingen) ook bij internationale regelgeving (zoals verdragen en Europese verordeningen) die op het nationale arbeids(proces)recht van invloed is wordt stilgestaan. De casuïstiek is meervoudig en redelijk complex van aard. Het bestaat uit meerdere arbeidsrechtelijke onderwerpen met verschillende feiten en omstandigheden. De student bezit de basiskennis en -inzicht om met die kennis en door het zelf stellen van nadere vragen stellen de casus op te lossen. SORE-1AS Analyseren, kwalificeren en oplossen van juridische problemen op het gebied van het socialezekerheidsrecht. 1. korte geschiedenis van sociaal zekerheidsstelsel en basisbegrippen van het sociaal zekerheidssysteem 2. werkloosheid: WW 3. ziekte: ZW 4. arbeidsongeschiktheid: WAO/ Wet WIA 5. ouderen (AOW), nabestaanden (Anw) en kinderen (AKW) 6. zorg: Zvw 7. bijzondere ziektekosten: AWBZ 8. toeslag (TW), bijstand (WWB) en jongeren (WIJ en Wet WAJONG) 9. maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 10. rechtsbescherming De student heeft inzicht in de structuur, context en de daarbij behorende leerstukken/jurisprudentie van het sociaal zekerheidsrecht alsmede in de toepassing hiervan in de sociaalzekerheidsrecht praktijk. De student is in staat leerstukken cq. jurisprudentie op het terrein van het sociaal
pagina 2 van 8 pagina’s
zekerheidsrecht toe te passen op een praktijkcasus. Het schrijven van een juridische uiteenzetting over een arbeidsrechtelijke stelling en/of onderwerp Beschrijving en doel van dit beroepsproduct De student schrijft individueel een juridische uiteenzetting van een arbeidsrechtelijke stelling en/of onderwerp. De student maakt gebruik van de verworven kennis en competenties. Hierbij staan de adviserende en zelfsturende competenties op de voorgrond. De eerstgenoemde omdat van de student wordt verwacht dat bij de beoordeling van de stelling gemotiveerd naar een conclusie en/of standpunt werkt waaraan een analyse vooraf is gegaan. De laatstgenoemde omdat niet alleen reeds verworven kennis moet worden toegepast, maar de student ook zelfstandig en individueel op zoek moet naar de kennis die nodig is om het gevraagde product (paper/uitwerken van een stelling) op te kunnen opleveren. Ook worden hogere eisen aan de schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid gesteld, waarbij op correct taalgebruik zonder interpunctie-, stijl-, spelling- en/of grammaticafouten wordt gelet. Bij het schrijven van de juridische uiteenzetting van de arbeidsrechtelijke stelling en/of onderwerp zal de student op dit niveau de volgende de volgende vier stappen moeten worden genomen: 1. 2. 3. 4.
De analyse van de stelling en/of het onderwerp zelf en de daarin aan de orde zijnde rechtsvra(a)g(en) Het vinden en analyseren van de toepasselijke rechtsregel(s) Het toepassen van de geldende rechtsregel(s) op de stelling en/of het onderwerp Het formuleren, beargumenteren, uiteenzetten van het antwoord/ conclusie en/of standpunt op de aan de orde zijnde rechtsvra(a)g(en) in de vorm van het uiteindelijke beroepsproduct (de paper)
Inhoud (onderwerpen) Beroepsproducten
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
arbeidsovereenkomst en andere overeenkomsten mbt werk tegen betaling internationale aspecten arbeidsverhoudingen vorm en inhoud arbeidsovereenkomst totstandkoming arbeidsovereenkomst goed werkgever- en werknemerschap werkgeversaansprakelijkheid de zieke werknemer arbeidsomstandigheden (bijzondere) bedingen in de arbeidsovereenkomst ontslagrecht collectief arbeidsrecht
Het geven van juridisch gefundeerde adviezen door het oplossen van de redelijk complexe casus over de arbeidsrechtelijke positie van werknemer en werkgever en verdere (on)mogelijkheden. (individueel schriftelijk tentamen) Beschrijving en doel van dit beroepsproduct De student dient een meervoudig en redelijk complexe juridische vraagstukken op het terrein van het arbeidsrecht te analyseren, te kwalificeren en op te lossen. Voor het vinden van deze oplossing zullen op dit niveau de volgende vier stappen moeten worden genomen: 1. 2. 3. 4.
De analyse van de casus zelf en de daarin aan de orde zijnde rechtsvra(a)g(en) Het vinden en analyseren van de toepasselijke rechtsregel(s) Het toepassen van de geldende rechtsregel(s) in de casus Het formuleren van het antwoord op de in de casus aan de orde zijnde rechtsvra(a)g(en) in de vorm van het uiteindelijke beroepsproduct (juridisch onderbouwd advies of beslissing)
pagina 3 van 8 pagina’s
Inhoud (onderwerpen) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
arbeidsovereenkomst en andere overeenkomsten mbt werk tegen betaling internationale aspecten arbeidsverhoudingen vorm en inhoud arbeidsovereenkomst totstandkoming arbeidsovereenkomst goed werkgever- en werknemerschap werkgeversaansprakelijkheid de zieke werknemer arbeidsomstandigheden (bijzondere) bedingen in de arbeidsovereenkomst ontslagrecht collectief arbeidsrecht arbeidsprocesrecht
Casuïstiek (schriftelijk tentamen) Beschrijving en doel van dit beroepsproduct Door middel van het beantwoorden van open vragen over de leerstof dient de student te laten zien dat hij de betroffen kennis beheerst, en in voorkomende gevallen deze kan toepassen op casus uit de praktijk Inhoud (onderwerpen) 1. korte geschiedenis van sociaal zekerheidsstelsel en basisbegrippen van het sociaal zekerheidssysteem 2. werkloosheid: WW 3. ziekte: ZW 4. arbeidsongeschiktheid: WAO/ Wet WIA 5. ouderen (AOW), nabestaanden (Anw) en kinderen (AKW) 6. zorg: Zvw 7. bijzondere ziektekosten: AWBZ 8. toeslag (TW), bijstand (WWB) en jongeren (WIJ en Wet WAJONG) 9. maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 10. rechtsbescherming Het geven van juridisch gefundeerde adviezen door het oplossen van de redelijk complexe casus over de arbeidsrechtelijke positie van werknemer en werkgever en verdere (on)mogelijkheden. (schriftelijk tentamen) Juridisch analyseren (competentie 1.) De student is in staat om in een meervoudig en redelijk complexe arbeidsrechtelijke casus een analyse te maken van de aan de orde zijnde rechtsvragen. De student kan vervolgens de bijbehorende rechtsregels selecteren en analyseren om zo een weergave te geven van het geldend recht met betrekking tot de in de casus opgeworpen rechtsvragen.
Leerdoelen per beroepsproduct
Adviseren (competentie 2.) De student kan op basis van een analyse van de meervoudig en redelijk complexe arbeidsrechtelijke casus adviseren omtrent een mogelijke of voorlopige beslissing dan wel een motivering opstellen van een definitieve beslissing. Beslissen (competentie 4.) De student is in staat om naar aanleiding van de gemaakte analyse een afweging te maken van de in het geding zijnde feiten en omstandigheden en kan vervolgens tot een juridisch juiste beslissing en/of beoordeling te komen. Het opstellen van diverse (proces)stukken in arbeidsrechtelijke zaken, zoals dagvaarding, verzoekschrift, pleitnotitie, beëindigingsovereenkomst, adviesnotitie. Juridisch analyseren (competentie 1.) De student is in staat om in een meervoudig en redelijk complexe arbeidsrechtelijke casus een analyse te maken van de aan de orde zijnde rechtsvragen. De student kan vervolgens de bijbehorende rechtsregels selecteren en analyseren om zo een weergave te geven van het geldend recht met betrekking tot de in de casus opgeworpen rechtsvragen.
pagina 4 van 8 pagina’s
Adviseren (competentie 2.) De student kan op basis van een analyse van de meervoudig en redelijk complexe arbeidsrechtelijke casus adviseren omtrent een mogelijke of voorlopige beslissing dan wel een motivering opstellen van een definitieve beslissing. Vertegenwoordigen (competentie 3.) De student kan optreden als belangenbehartiger voor personen rn organisaties. Het behartigen van deze belangen kan bestaan uit procesvertegenwoordiging, onderhandelen, bemiddelen en conflictbeheersing. De belangenbehartiging kan mondeling of schriftelijk gebeuren en daarbij maakt de jurist eventueel gebruik van technieken uit mediation Beslissen (competentie 4.) De student is in staat om naar aanleiding van de gemaakte analyse een afweging te maken van de in het geding zijnde feiten en omstandigheden en kan vervolgens tot een juridisch juiste beslissing en/of beoordeling te komen van de rechtsverhoouding. Casuïstiek (schriftelijk tentamen) Juridisch analyseren (competentie 1) De student is in staat om in een casus op het gebied van het socialezekerheidsrecht de aan de orde zijnde rechtsvragen te formuleren. De student kan vervolgens de relevante feiten selecteren, Ook zoekt de studenten relevante juridische bronnen, zoals wetgeving en jurisprudentie, om zo een analyse en oplossing te geven van de in de casus opgeworpen rechtsvragen. Adviseren (competentie 2) De student is in staat om op basis van een juridische analyse advies te geven. Deze adviezen worden gegeven na een juridische kwalificatie en analyse. Hiermee wordt bedoeld dat de student alle juridische en feitelijke gegevens verzamelt, de standpunten van partijen weegt en de van toepassing zijnde rechtsbronnen gebruikt. Beslissen (competentie 4) De student is in staat om de rechtsverhouding van een of enkele personen binnen de juridische kaders van het sociale zekerheidsrecht met meeweging van juridische argumenten en maatschappelijke factoren vast te stellen. Naast juridische argumenten, betrekt de student ook de belangen van personen en/of instellingen bij zijn of haar beroepshandelen. Bovendien houdt de student rekening met maatschappelijke factoren en belangen van anderen. Werkvormen en activiteiten
Hoor- werkcollege,
Software
Niet van toepassing.
Overig materiaal
Niet van toepassing.
Voorgeschreven en aanbevolen literatuur SORE-1AA Titel
Auteur
Opmerking
Arbeidsrecht in de praktijk Genderen D.M. Arbeidswetgeving 2010Asscher- Vonk I.P. 2011
Details Voor details zie Literatuurlijst Voor details zie Literatuurlijst
Voorgeschreven en aanbevolen literatuur SORE-1AS Titel Hoofdzaken socialezekerheidsrecht SDU Wettenverzameling sociaalzekerheidsrecht 2011
Auteur
Opmerking
Details
Noordam F.M.
Voor details zie Literatuurlijst
Noordam F.M., Vonk G.J.
Voor details zie Literatuurlijst
pagina 5 van 8 pagina’s
Toetsing per beroepsproduct Het geven van juridisch gefundeerde adviezen door het oplossen van de Beroepsproduct redelijk complexe casus over de arbeidsrechtelijke positie van werknemer en werkgever en verdere (on)mogelijkheden. Toetscode SORE1AA.1_D Naam toets
Arbeidsrecht - schriftelijk
Toetsvorm
Schriftelijk
Aard
Individueel
Weging
3,5
Cijfer (minimum) of
5.5
Periode
1, 3
Duur
120 min.
Hulpmiddelen
Wetteksten
Herkansing Opnemen in tentamenrooster, of: organisatie in eigen beheer docent?
2 en 4 Ja Nee
Toetscode
Het opstellen van diverse (proces)stukken in arbeidsrechtelijke zaken, zoals dagvaarding, verzoekschrift, pleitnotitie, beëindigingsovereenkomst, adviesnotitie. SORE1AA.5_D
Naam toets
Arbeidsrecht - inleveropdracht
Toetsvorm
Schriftelijk
Aard
Individueel
Weging
1
Beroepsproduct
Cijfer (minimum) of
5.5
Periode
2 en 4
Duur
n.v.t.
Hulpmiddelen
Verplichte en aanbevolen literatuur en jurisprudentie en de wetteksten
Herkansing/ reparatie Opnemen in tentamenrooster, of: organisatie in eigen beheer docent?
In overleg met docent Nee Ja
Beroepsproduct
Casuïstiek
Toetscode
SORE1AS.1_D
Naam toets
Sociaal Zekerheidsrecht
Vorm
Schriftelijk
Aard
Individueel
Weging
3.5
Cijfer (minimum) of
5.5
Periode
2 en 4
Duur
120 minuten
Hulpmiddelen
Wettenbundel 2011-2012 (niet geannoteerd)
Herkansing Opnemen in tentamenrooster
3 en 5 Ja
pagina 6 van 8 pagina’s
Eigen beheer
Nee
Toetscode
Beoordelingscriteria
SORE1AA.1_D
Juridische correctheid en volledigheid. Toepassen van kennis.
SORE1AA.5_D
Juridische correctheid en volledigheid. Juridische kennis. Presenteren van processtukken. Taalvaardigheid.
SORE1AS.1_D
Juridische correctheid en volledigheid
Toetsmatrijzen (percentage indicatief) SORE1AA.1_D
% punten op kennis
% punten op toepassen
% punten bij toets
10
90
20-30
10
90
5-10
10
90
20-30
10
90
20-30
Ontslagrecht
10
90
20-30
Collectief arbeidsrecht
10
90
5-10
Arbeidsprocesrecht
10
90
20-30
% punten op kennis
% punten op toepassen
% punten bij toets
10
90
20-25
10
90
20-25
Ontslagrecht
10
90
20-25
Arbeidsprocesrecht
10
90
20-25
Taalvaardigheid
0
100
15-20
SORE1AS.1_D
% punten op kennis
Uitvoering arbeidsovereenkomst Internationale aspecten arbeidsverhoudingen Inhoud arbeidsovereenkomst Werkgeversaansprakelijkheid
SORE1AA.5_D Uitvoering arbeidsovereenkomst Inhoud arbeidsovereenkomst
Korte geschiedenis van sociaal zekerheidsstelsel en basisbegrippen van het sociaal zekerheidssysteem Werknemersverzekeringen: • Werkloosheid (WW) • Arbeidsongeschiktheid (ZW, WAO/Wet WIA) Volksverzekeringen: • Ouderen (AOW) • Nabestaanden (Anw) • Kinderen (AKW) • Zorg (Zvw) • Bijzondere ziektekosten
% punten op toepassen
10
pagina 7 van 8 pagina’s
% punten bij toets 10
45
45
20
20
(AWBZ) Sociale voorzieningen: • toeslag (TW) • bijstand (WWB) • jongeren (WIJ en Wet WAJONG) • maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Overig: • rechtsbescherming Totaal
10
20
20
5
5
90
100
Les- / Contacturen Onderwijsweken 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
Roostercode(s) SORE-1AA
SORE-1AS
2 uur: blok 2 uur: blok 2 uur: blok 3 uur: blok 3 uur: blok 3 uur: blok
Overige informatie Wijzigingen t.o.v. vorig jaar Datum waarop de OWE niet meer aangeboden wordt en overgangsregeling
Niet van toepassing.
Bonuspuntenregeling
Niet van toepassing.
pagina 8 van 8 pagina’s