SOCIAL MEDIA IN DE WOONBRANCHE Nieuwegein, juli 2011 Jeroen Kleingeld
Inhoud 1.
Inleiding ................................................................................................................ 1
1.1
Aanleiding ....................................................................................................... 1
1.2
Respons ......................................................................................................... 1
2.
Resultaten werkgevers ............................................................................................. 2
3.
Resultaten werknemers............................................................................................ 5
4.
Conclusies en aanbevelingen .................................................................................. 10
4.1
Conclusies werkgevers .................................................................................... 10
4.2
Conclusies werknemers ................................................................................... 11
4.3
Aanbevelingen ............................................................................................... 11
0
1.
Inleiding
1.1
Aanleiding
WoonWerk, opgericht door de werkgeversorganisatie CBW-MITEX en de werknemersorganisaties FNV Bondgenoten en CNV Dienstenbond, stimuleert de arbeidsmarkt wonen met ondersteunende maatregelen. Inzicht verkrijgen in de huidige en toekomstige arbeidsmarktontwikkelingen is hierbij essentieel. Social media zijn niet meer weg te denken uit de huidige samenleving. Het is het gesprek van de dag en iedereen verdringt zich om er maar op tijd bij te zijn. Maar hoe zit dat binnen de
woonbranche? Zijn daar ook alle ondernemers de hele dag bezig om hun profiel aan te passen? Prijzen zij hun waar al aan op Twitter? Of zegt de ‘code of cunduct’ van het bedrijf dat we dat niet zouden moeten doen?
En hoe zit het met de werknemers? Zitten zij de hele dag op Facebook? Of hebben ze geen idee wat dat is? Op deze en andere vragen zal het onderliggende panelonderzoek antwoord geven. 1.2
Respons
WoonWerk heeft de beschikking over twee panels. Een panel met werkgevers uit de woonbranche en een panel met werknemers uit de woonbranche. Onderstaande tabel geeft de respons van beide panels weer. Door het hoge aantal panelleden in het werknemerspanel zijn
deze uitspraken volledig representatief voor de gehele woonbranche. Bij de werkgevers ligt de respons aanzienlijk lager, dus hier is meer voorzichtigheid geboden bij het doen van de uitspraken. Tabel 1.
Respons percentages
Panel
N*
n**
Responspercentage
Werkgeverspanel
407
83
20%
Werknemerspanel
2309
565
24%
*Het totale aantal panelleden in het bestand. **Het aantal panelleden dat deelnam aan dit onderzoek.
1
2.
Resultaten werkgevers
De onderstaande figuur geeft een overzicht van het gebruik van social media onder
werkgevers, zowel zakelijk als privé. De data uit figuur 1 komt niet uit dit onderzoek, maar uit de arbeidsmarktmonitor 2010, welke later dit jaar gepubliceerd zal worden. Hieraan deden 656 werkgevers mee. Deze data is representatief voor de gehele woonbranche. Figuur 1 laat zien dat privé vooral Hyves en Facebook populair zijn. Werkgevers gebruiken Twitter en LinkedIn vooral zakelijk. In totaal maakt 42% van de bevraagde werkgevers privé gebruik van social media en 33% doet er zakelijk iets mee. Maakt u zelf zakelijk/privé gebruik van social media? (Meerdere antwoorden mogelijk.)
Figuur 1. 60% 53%
51%
48%
50%
41%
39%
40% 33%
33%
28%
30%
Privé
24%
Zakelijk 20%
17%
21%
10% 1%
1%
3%
1% 1%
1% 0%
Myspace
Vimeo
0% Hyves
Facebook
Youtube
Linkedin
Twitter
Schoolbank Foursquare
Ongeveer 25% van de bevraagde bedrijven in de arbeidsmarktmonitor 2010 maakt zakelijk
gebruik van social media. Figuur 2 laat een overzicht zien van de voornaamste redenen om social media te gebruiken als bedrijf. Degenen die social media gebruiken lijken goed door te hebben dat het een middel is waarmee je niet alleen ‘zendt’ naar je doelgroep om
naamsbekendheid te krijgen, maar ook zeer geschikt is voor communicatie met je klanten. Figuur 2.
Wat is voor u de voornaamste reden om social media te gebruiken voor uw bedrijf?
Naamsbekendheid
37%
Communiceren met de consument
23%
Beeldvorming over bedrijf
15%
Adverteren
13%
Anders, namelijk:
7%
Luisteren naar de consument
4%
Vacatures uitzetten Personeel werven
1% 0% 0%
10%
20%
30%
40%
2
Aan het panelonderzoek hebben 83 werkgevers deelgenomen. De resultaten hierna zijn de antwoorden van die 83 respondenten uit het werkgeverspanel. Dit aantal betekent dat
voorzichtigheid geboden is met het doen van harde uitspraken. Ondanks dat worden in dit
hoofdstuk toch percentages gepresenteerd omdat ze wel een idee geven van hoe het ongeveer zit. De meeste werkgevers, 61% (18%+43%), vinden dat WoonWerk actief moet zijn op social media en is het eens met de stelling uit figuur 3. Ongeveer 3 op de 10 vindt het lastig om hier een
antwoord op te geven en is neutraal over de stelling. Slechts een klein percentage, 7%, vindt dat een organisatie als WoonWerk niet actief moet zijn op social media. Figuur 3 geeft het overzicht.
Stelling: Een organisatie als WoonWerk moet actief zijn op sociale media sites.
Figuur 3.
18%
0%
43%
10%
20%
Geheel mee eens
30%
Mee eens
31%
40%
50%
60%
Noch mee eens, noch mee oneens
70%
80%
Mee oneens
6% 1%
90%
100%
Geheel mee oneens
Figuur 4 geeft een overzicht van de toelichtingen die werkgevers hebben gegeven bij het antwoord zoals gegeven in figuur 3. De groene balken zijn toelichtingen waarom WoonWerk
wel op social media actief moet zijn, de rode balken redenen om niet actief te zijn. De meeste groene toelichtingen gaan over het bereiken van de jeugd, het verbeteren van het imago en dat je er als bedrijf simpelweg niet meer omheen kan. De voornaamste reden om het niet eens te zijn met de stelling is dat men de toegevoegde waarde niet inziet, 19% zegt dit. De overige ‘rode’ redenen hebben vooral te maken met onbekendheid. Figuur 4.
20% 15% 10% 5%
Toelichtingen waarom WoonWerk al dan niet op social media actief moet zijn.
19% 16% 11% 10% 10%
9%
7%
6%
4%
4%
4%
0%
3
Bijna alle werkgevers vinden dat social media als geheel wel past bij WoonWerk. Slechts een
klein percentage, 7%, geeft geen enkele social media site op in figuur 5. De meest passende social media zijn volgens werkgevers Twitter, Facebook en LinkedIn. Gemiddeld kruisen
werkgevers 2,48 social media site aan, WoonWerk zal dus volgens de werkgevers op meerdere social media sites tegelijk aanwezig moet zijn. Dit is in lijn met het beleid dat WoonWerk op dit moment voert met betrekking tot social media.
Welke social media sites vindt u passen bij WoonWerk? (Meerdere antwoorden mogelijk.)
Figuur 5.
80% 59%
60%
58%
56% 38%
40%
27%
20%
5%
3%
2%
2%
0%
Figuur 6 laat de belangrijkste redenen zien die werkgevers opgeven om WoonWerk te volgen op social media sites. Opvallend is dat de meeste antwoorden uitgaan van een ‘zenderontvanger-model’, waarbij informatie wereldkundig wordt gemaakt en de doelgroep de
boodschap hopelijk ontvangt. Dit terwijl social media bij uitstek geschikt zijn om in gesprek te raken met je doelgroep en of je klanten met elkaar te laten praten. Op het eerste gezicht lijkt
maar 17% in die richting te denken. Dit percentage zegt dat ‘geholpen worden met vragen’ een reden is om WoonWerk te volgen op social media, wat discussie lijkt te impliceren.
Jonathan Fokker1 zegt hierover het volgende: “Werkgevers zijn in de woonbranche over het
algemeen wat ouder en daarom wat minder interactief ingesteld. Ik geloof dat de branche
hierbij meer en meer de mogelijkheden van social media moet gaan zien. WoonWerk kan hier voorbeelden van geven en moet inspireren.” Figuur 6.
Wat zou voor u een reden zijn om WoonWerk te volgen? (Meerdere antwoorden mogelijk.)
Om nieuws te lezen uit de woonbranche.
58%
Om op de hoogte te blijven van activiteiten van WoonWerk.
52%
Om tips te krijgen hoe ik mijn werk beter kan doen.
18%
Om geholpen te worden met vragen waar ik mee zit.
17%
Geen reden
16%
Ben niet actief op social media, dus dat weet ik niet
3%
Reclame
1%
Voor vacatures
1% 0%
1
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Jonathan Fokker is bij WoonWerk freelance consultant voor wat betreft Social media en heeft in een expertinterview zijn toelichtingen
gegeven.
4
3.
Resultaten werknemers
De werknemers in de woonbranche zijn voor wat betreft het gebruik niet veel anders dan
Nederland. Hyves is (nog) de grootste, Facebook wint terrein en YouTube is ook een vaste waarde. Gemiddeld kruisen de gebruikers 2,5 social media site aan. Figuur geeft het overzicht. Welke social media gebruik je? (Meerdere antwoorden mogelijk.)
Figuur 7. 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
62%
56%
52%
28%
24%
23% 4%
2%
1%
1%
Figuur 8 laat zien dat het privégebruik van social media bij werknemers veel hoger ligt dan het bedrijfsmatige gebruik van hun werkgevers, zie figuur 9, twee keer zo hoog zelfs. Bijna twee
derde (69%) van de werknemers maakt privé gebruik van social media. Met het klimmen van de
leeftijd zie je dat het gebruik van social media weliswaar afneemt, maar het omslagpunt ligt pas bij 56 jaar. Tot die leeftijd is men net zo actief als bijvoorbeeld dertigers dat zijn. Figuur 8.
Maak je privé gebruik van social media?
31% Ja
Nee
69%
Ruim de helft (57%) van de werknemers zegt dat hun werkgever geen gebruik maakt van social media. Iets minder dan een derde van de bevraagde werknemers werkt bij een bedrijf dat
gebruik maakt van social media (30%) en de rest (12%) weet het niet. De 30% in figuur 9 wijkt iets af van de 33% zakelijk gebruik op pagina 2, wat te verklaren is doordat de resultaten hier indirect zijn gevraagd. Figuur 9.
Maakt het bedrijf waar je werkt gebruik van sociale media? Ja
12% 30%
Nee
57%
Weet niet
5
De vergelijking van figuur 1, 8 en 9 laat zien dat werkgevers minder bekend zijn met social media dan werknemers. Jonathan Fokker geeft een interessante analyse hierover. Hij zegt:
“Werkgevers kunnen gebruik maken van de netwerken die de werknemers hebben op social
media. Via LinkedIn bijvoorbeeld, kan je als werkgever verbonden zijn met je medewerkers.
Wanneer je een nieuwe medewerker zoekt, kan je de netwerken van je medewerkers bekijken voor interessante kandidaten.”
Daarnaast kan je als werkgever gebruik maken van de kennis die de werknemers hebben op
het gebied van social media. Ze gebruiken social media veel privé en daarom kunnen ze hier meestal prima mee overweg. Als werkgever zou je je werknemers de ruimte kunnen geven om
(in de winkel) relaties op te bouwen met klanten via Twitter of vragen te beantwoorden via Facebook.
Het geven van deze “vrijheid” aan de medewerkers is voor veel werkgevers wel een eng idee. Wat voor informatie gaan ze dan de wereld insturen? Heb ik hier nog wel controle op? Gaan zakelijk en privé niet door elkaar heen lopen op deze manier?
Door met elkaar afspraken te maken over wat wenselijk en onwenselijk gedrag is op sociale media kan je deze angst prima wegnemen. Maar ga in deze gedragscode niet te ver en
realiseer je dat hier dezelfde regels gelden als in het ‘offline’ leven. Realiseer je daarbij ook dat je met social media goed gebruik kan maken van de authenticiteit en intrinsieke motivatie van je werknemers en al te veel rigide regelgeving dit in het geheel niet ten goede komt. Met dit in het achterhoofd, kan de werkgever met een gerust hart gebruik maken van de creativiteit, kennis en inzet van de medewerkers, wat het bedrijf als geheel ten goede komt!
TIP VOOR WERKGEVERS: Probeer gebruik te maken van de kennis die je werknemers hebben op het gebied van social media. Ga eens in gesprek en kijk of je wat van elkaar kunt leren!
6
De meeste werknemers (39%) hebben Hyves als meest gebruikte website, op de voet gevolgd door Facebook, dat door 25% als meest gebruikte wordt opgegeven. Zie ook figuur 10. Welke van de sociale media gebruik je het meest?
Figuur 10. 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
39%
25% 13%
11%
8% 2%
Hyves
Facebook
Youtube
LinkedIn
Twitter
Schoolbank
Vervolgens is alle werknemers gevraagd hoe vaak men de meest bezochte site bezoekt. Figuur 11 laat zien dat dagelijks gebruik het meest voorkomt bij Twitter, 84% zit dagelijks op Twitter.
Gezien de aard van het platform ligt dat voor de hand, maar 84% ‘heavy users’ is desondanks veel. De netwerksite Facebook mag ook tevreden zijn, meer dan helft van de werknemers die Facebook het meest gebruiken, doet dit dagelijks. Hyves lijkt toch wat in populariteit af te
nemen, 29% komt dagelijks op de site, terwijl het qua opzet bijna hetzelfde in elkaar zit als Facebook, dat veel meer dagelijkse gebruikers heeft.
LinkedIn heeft met 28% beduidend minder ‘heavy users’. Dit is te verklaren door het feit dat LinkedIn zich niet zo leent voor ‘laagdrempelig reageren’. Het reageren op elkaars status
updates, foto’s en opmerkingen maakt dat gebruikers al snel dagelijks ‘even gaan kijken’ op de site.
Eenzelfde verklaring kan ook worden gegeven voor de lagere gebruiksfrequentie bij YouTube. Het reageren op elkaar wordt nog nauwelijks gedaan. Algemeen wordt YouTube nog vooral
gebruikt om content te consumeren in plaats van er op te reageren, iets wat registratie vereist.
Het zou in de toekomst wel goed kunnen dat - vooral met de integratie van YouTube in Facebook – dit zou kunnen veranderen. Hoe vaak bezoek je de site die je het meest gebruikt?
Figuur 11. Twitter
84%
Facebook
8%
54%
Hyves
29%
LinkedIn
20% 28%
28%
Schoolbank
8%
Youtube 0% Dagelijks
21%
7%
20%
Enkele keren per week
33%
26% 30%
40% Eens per week
12% 50%
5% 2% 2%
16%
33%
26% 10%
5%
40%
25%
7%
0%4%
60%
Eens per 2 weken
12%
16% 70%
80%
Eens per maand
90%
100%
Minder vaak
TIP VOOR WERKGEVERS: Twitter en Facebook lenen zich goed voor het verspreiden van dagelijkse berichten!
7
Figuur 12 laat voor de drie meest gebruikte social media zien wat respondenten zoal doen op
die sites. Verruit de meeste ‘consumeren’ social media. Dat wil zeggen dat men leest en bekijkt en hoogstens reageert op een foto of filmpje. In de figuur zijn dit de rode en de groene balken. Een andere groep gebruikers houdt eigenlijk alleen maar de status update bij, de blauwe
balken. De paarse en oranje balken, die de mensen vertegenwoordigen die daadwerkelijk
content leveren op social media, zijn relatief ondervertegenwoordigd in de woonbranche, zoals in de volgende paragraaf ook zal blijken. Figuur 12.
Wat doe je zoal op de site die je het meest gebruikt? (eerdere antwoorden mogelijk)
80% 70%
62%
60%
57%
60% 50%
Het bijhouden van mijn status update / mijn pagina op sociale media sites. (conversationalists) Reageren op status updates van anderen. (critics)
72%
51% 48%
56% 60%
49%
Lezen van blogs, foto's/ video's bekijken, reviews lezen. (spectators) Blog schrijven, foto's en filmpjes uploaden. (creators)
40% 30% 21% 16% 11%
20% 10%
4%
1%
Profiel en bestaande contacten onderhouden. (joiners)
20% 20% 20%
19% 13% 13%
Reviews schrijven, reageren op blogs, deelnemen aan fora. (critics)
4%
0% Hyves
Facebook
Informatie verzamelen via RSS, tags toevoegen aan webpagina's en foto's. (collectors).
Twitter
De groepen uit figuur 12 zijn bepaald door Forrester2, die met zijn ‘Social technographics tool’ in verschillende landen waaronder Nederland het gebruik van social media in kaart heeft gebracht. In figuur 12 staan in de legenda achter de uitleg termen geschreven die
overeenkomen met de categorieën op de horizontale as van figuur 13. In onderstaande figuur zijn de data die Forrester heeft verzameld in Nederland vergeleken met de woonbranche. Figuur 13.
Forrester’s Social Technographics 66%
70% 60% 50% 40%
47% 40% 32%
34%
31% 40%
30%
22%
10%
7%
21%
19%
20% 7%
9% 2%
Woonbranche Forester
0%
Wat meteen opvalt is dat de woonbranche wat minder actief is dan je op basis van de Forrester-data zou verwachten en dat er relatief weinig mensen zijn die ‘creëren’ op social
media. Het grootste deel zijn ‘consumenten’. Dit is in figuur 13 te zien aan het relatief lage percentage ‘critics’ en ‘creators’, de twee categorieën die content creëren.
2
http://www.forrester.com/empowered/tool_consumer.html
8
Figuur 14 laat zien dat onder niet-gebruikers slechts 33% (25%+8%) overtuigd is van het nut van social media voor WoonWerk. Daarnaast kan 49% geen goed oordeel geven over deze
stelling. Voor een gedeelte is dit onbekendheid met het concept, alhoewel alle respondenten is uitgelegd wat social media zijn en er zoveel aandacht aan is gegeven de afgelopen tijd dat een gedeelte van deze groep eigenlijk probeert te zeggen dat ze niet weten wat WoonWerk op
social media zou moeten doen. Dit betekent niet dat WoonWerk het niet zou moeten doen, alleen deze groep weet niet waarom. Stelling: “Een organisatie als WoonWerk moet actief zijn op social media sites.”
Figuur 14.
Niet-gebruiker
8%
25%
Gebruiker
23%
0% Geheel mee eens
9%
49% 33%
35%
10%
6% 3%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Mee eens Noch mee eens, noch mee oneens Mee oneens Geheel mee oneens
Gebruikers zijn positiever, ruim de helft (23%+33%) vindt dat WoonWerk actief moet zijn op social media. Hier is de groep die het niet weet met 35% een stuk kleiner, hoewel nog steeds groot. Een vergelijking naar leeftijd heeft hier geen verschillen opgeleverd.
Figuur 15 laat de verschillende opgegeven redenen zien om WoonWerk te volgen op een social media site, uitgesplitst naar gebruik van social media. De gebruikers – links in de figuur – geven iets meer redenen op - 1,85 gemiddeld - dan de niet-gebruikers, die 1,45 reden opgeven. Wat verder duidelijk wordt is dat men voornamelijk om ‘traditionele redenen’
WoonWerk zou volgen. Men ziet social media vooral als aanvulling op bestaande ‘zenderontvanger’ vormen van communicatie. Hetzelfde kwam ook al naar voren in de bespreking van de resultaten van de werkgevers. Figuur 15.
Wat zou voor jou een reden zijn om WoonWerk te volgen op een social media site? (Meerdere antwoorden mogelijk)
80%
Om nieuws te lezen uit de woonbranche.
71%
70% 60%
55%
Om op de hoogte te blijven van activiteiten van WoonWerk. Om geholpen te worden met vragen waar ik mee zit. Om tips te krijgen hoe ik mijn werk beter kan doen.
52%
50% 40% 30%
28%
32% 24%
23%
20% 10%
14% 13% 5%
1% 1% 1%
5% 3%
0% Gebruiker
Niet gebruiker
Ik zie niet in waarom ik WoonWerk zou moeten volgen. Ik wil niets met social media doen. Weet niet. In contact komen met anderen/ ervaringen uitwisselen.
9
4.
Conclusies en aanbevelingen
In dit hoofdstuk worden de belangrijkste resultaten op een rijtje gezet. Vervolgens wordt
gekeken wat WoonWerk en de werknemers en werkgevers in de woonbranche kunnen met de bevindingen uit dit rapport. 4.1
Conclusies werkgevers
De resultaten uit de arbeidsmarktmonitor laten zien dat er grote verschillen zijn tussen het
privé en het zakelijk gebruik van social media onder werkgevers. In figuur 16 nogmaals het overzicht. De figuur laat zien dat privé vooral Hyves en Facebook populair zijn in de vrije tijd en werkgevers zakelijk vooral Twitter en LinkedIn gebruiken. In totaal maakt 42% van de bevraagde werkgevers privé gebruik van social media en 33% doet er zakelijk iets mee. Maakt u zelf zakelijk/privé gebruik van social media? (Resultaten arbeidsmarktmonitor 2010)
Figuur 16.
(meerdere antwoorden mogelijk) 60% 53%
51%
48%
50%
41% 40% 33% 30%
39% 33%
28%
Privé
24%
Zakelijk 20%
17%
21%
10% 1%
1%
3%
1% 1%
1% 0%
Myspace
Vimeo
0% Hyves
Facebook
Youtube
Linkedin
Twitter
Schoolbank Foursquare
Aan het panelonderzoek hebben 83 werkgevers deelgenomen. Dit aantal betekent dat
voorzichtigheid geboden is met het doen van harde uitspraken. Ondanks dat worden in dit hoofdstuk toch percentages gepresenteerd omdat ze wel een idee geven van hoe het ongeveer zit.
WoonWerk en de woonbranche kunnen eigenlijk niet meer achterblijven en kunnen veel winnen door actief te worden of nog actiever te worden op social media. Slechts 7% van de werkgevers vindt dat WoonWerk niet actief moet zijn op social media. 61% vindt dat WoonWerk wel actief moet zijn en 31% weet het niet. De redenen om actief te zijn, zijn voornamelijk dat social media een effectieve manier is om de doelgroep te bereiken en dat het de manier is om jongeren te bereiken, aldus de werkgevers in de woonbranche.
Werkgevers vinden LinkedIn, Twitter en Facebook de meest passende platforms voor
WoonWerk. WoonWerk zal zich moeten focussen op deze drie platforms. Circa een derde van de werkgevers maakt bedrijfsmatig gebruik van social media. Redenen die werkgevers opgeven om WoonWerk te gaan volgen op deze sites gaan voornamelijk over nieuwsverspreiding en bekendmaken van activiteiten van WoonWerk.
10
4.2
Conclusies werknemers
Onder de werknemers in de woonbranche maakt 69% privé gebruik van social media. Met het klimmen van de leeftijd neemt het gebruik iets af, maar pas bij 56 en ouder. Wat betreft
gebruik van social media zijn de werknemers in de woonbranche niet veel anders dan de rest van Nederland. Hyves is populair, maar Facebook lijkt haar snel in te halen en ook YouTube is een vaste waarde. Figuur 17 geeft nogmaals het overzicht.
Welke social media gebruik je? (meerdere antwoorden mogelijk)
Figuur 17. 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
62%
56%
52%
28%
24%
23% 4%
2%
1%
1%
Forrester’s Social Technographics laat zien dat werknemers in de woonbranche iets minder ‘actief’ zijn dan de gemiddelde Nederlander. Werknemers lezen vooral op social media en
zorgen zelf niet zo veel voor eigen content. Op de stelling: ‘Een organisatie als WoonWerk
moet actief zijn op social media sites, antwoordt 33% van de niet-gebruikers van social media positief, bij de gebruikers is dat 56%. Redenen om WoonWerk te volgen op social media zijn:
nieuws te lezen uit de woonbranche, op de hoogte blijven van activiteiten van WoonWerk en in mindere mate geholpen te worden met vragen. Ook hier verwachten de werknemers vooral dat WoonWerk informatie verschaft op social media. 4.3
Aanbevelingen
Nog niet alle werkgevers lijken overtuigd te zijn van de mogelijkheden van social media, slechts een derde maakt er zakelijk gebruik van. Er valt hier nog veel te winnen, want social
media zijn niet meer weg te denken uit het medialandschap. Over het geheel genomen is de woonbranche nog vrij traditioneel in haar communicatie- en marketingmix. We hebben gezien dat de werknemers in de woonbranche voor wat betreft social media al een stuk verder zijn, het gebruik ligt veel hoger. Dit biedt mogelijkheden tot kennisdeling en
samenwerking tussen werkgevers en werknemers. Zo kunnen ondernemers zeer goed gebruik maken van de kennis van werknemers bij de keuze of en welke social media ingezet kunnen worden in een bedrijf.
Daarnaast kunnen werknemers betrokken worden bij het aanleveren en managen van content
op social media. De kracht en relevantie van social media hangt immers af van de content. Een werkgever heeft vaak niet voldoende tijd om alles zelf te doen en werknemers staan doorgaans dichter bij de klant. Social media bieden voor de werknemers kansen om klantrelaties op te
bouwen, positief te spreken over het assortiment en de winkel et cetera. Net als in het ’offline’ contact met klanten zul je hier een gedragscode voor op moeten stellen, maar probeer dit niet te rigide te maken, anders verlies je al snel de authenticiteit van je medewerkers.
11
Communicatie is meer en meer beeldgericht. YouTube biedt vele kansen om goedkoop en
effectief te communiceren met beeld. Bijvoorbeeld door het maken van instructiefilmpjes, een beroepenfilmpje voor een vacature of een felicitatiefilmpje voor een jarige.
12
647
227
PROFESSIONALISERING & ARBEIDSMARKT WOONBRANCHE
Symfonielaan 1 | 3438 EW Nieuwegein Tel.: 030 - 60 20 170
[email protected] E-mail: info
Postbus 7207 | 3430 JE Nieuwegein Fax: 030 - 60 20 179 www.werkeninwonen.nl