SAMENVATTING RTA RTA RTA RTA DIABETES DIABET ES DIABETES DIA DIABETES DIABET ES DIABETES DIA DIABETES DIABET ES DIABETES DIA
DIABETES Werkafspraken algemeen Consultatie Consultatie: Het adviseren van de huisarts over behandelopties en/of duiding geven van de diagnostiek. Bij consultatie blijft de huisarts ‘hoofdbehandelaar’. Bekijk de samenwerkingsovereenkomst voor vormen van consultatie, afspraken en definities.
Consultatie van de kaderhuisarts Consultatie van de kaderhuisarts door een huisarts heeft de voorkeur boven consultatie van de internist. De kaderhuisarts diabetes van de zorggroep is beschikbaar via (elektronische) communicatie voor consultatie.
Consultatie van de internist De internist is beschikbaar voor consultatie door een huisarts.
Consultatie diabetesverpleegkundige in het ziekenhuis Rechtstreekse consultatie van de diabetesverpleegkundige in het ziekenhuis is ongewenst. Een eventuele uitzondering bij technische vragen.
Besprekingen: casuïstiekbesprekingen door internist De internisten zijn bereid tot casuïstiekbesprekingen en bijeenkomsten met het doel dat specifieke patiënten de juiste zorg op de juiste plek krijgen. Deze bijeenkomsten worden door de eerste lijn, in samenspraak met de tweede lijn, georganiseerd.
DIABETES Werkafspraken algemeen Berichtgeving Huisartsen en specialisten houden de HASP richtlijn aan voor berichtgeving bij verwijzen en terugverwijzen. Indien relevant bij verwijzing aangeven of patiënt na advies terugverwacht wordt in eerste lijn. Verwijsbrief wordt verzonden via Zorgdomein. Ontslagbrief wordt verzonden via Edifact
Verwijzen naar specialist bij opname Bij diabetes gerelateerde opnames neemt de internist het hoofdbehandelaarschap over en indien nodig vervolgt de internist de patiënt (tijdelijk) poliklinisch (ook bij andere internistische ziekten, welke interfereren met de diabetes). Bij overname wordt de huisarts hier zo spoedig mogelijk van op de hoogte gesteld. Patiënt gaat tijdelijk voor diabeteszorg naar internist (internist wordt in consult gevraagd) bij opname ander specialisme (cardioloog, chirurg, neuroloog). Na ontslag ziet internist de patiënt alleen op de poli bij meerwaarde. Anders wordt na opname de zorg weer overgedragen aan de huisarts met een expliciet bericht aan de huisarts. Bij overname hoofdbehandelaarschap van internist, wordt dit duidelijk aan de huisarts gecommuniceerd en gemotiveerd (ook bij afronding behandeling).
Verwijzen naar specialist bij voetproblemen Bij een patiënt met acute voetproblemen neemt de huisarts altijd telefonisch contact op met de internist. Deze patiënten worden na overleg met spoed gezien. Bij chronische voetproblemen verwijst de huisarts bij voorkeur naar de revalidatiearts. De huisarts blijft hoofdbehandelaar diabetes.
Verwijzen naar specialist bij chronische nierschade Bij chronische nierschade kan de nefroloog geconsulteerd worden. Bij verwijzing naar nefroloog, blijft de huisarts hoofdbehandelaar diabetes. Bij nierinsufficiëntie bij een slecht ingestelde diabetes, wordt naar de internistendocrinoloog verwezen. De huisarts draagt het hoofdbehandelaarschap over.
DIABETES Werkafspraken algemeen Verwijzen naar specialist bij diabetische neuropathie Patiënten met diabetische neuropathie en slecht ingestelde diabetes worden verwezen naar de internist-endocrinoloog (de huisarts draagt het hoofdbehandelaarschap over). Bij een goed gereguleerde diabetes en pijnlijke neuropathie, verwijst de huisarts naar de pijnpoli en blijft hoofdbehandelaar diabetes. Een verwijzing naar neuroloog is aangewezen als de huisarts twijfelt over de oorzaak van de neuropathie.
Procedure van verwijzen naar internist Raadpleeg voor de afspraken en definities de samenwerkingsovereenkomst.
Terugverwijzen van specialist naar huisarts Alle patiënten bij wie de situaties hebben geleid tot een verwijzing en niet meer aan de orde zijn of wanneer beter niet haalbaar is, worden zo spoedig mogelijk terug verwezen naar hun huisarts. De huisarts geeft in het HIS aan dat de internist hoofdbehandelaar is als de patiënt tijdelijk, langer dan drie maanden, of definitief door de internist wordt behandeld voor zijn diabetes. De huisarts ontvangt zo snel mogelijk een bericht van het ontslag of de beëindiging van de poliklinische behandeling.
Wanneer consulteren en/of verwijzen – Diagnostiek Indicatie Aanwijzingen voor ander type diabetes dan type 2 (o.a. LADA en MODY)
Huisarts* C/V** 1. Hoge initiële glucosewaarden bij BMI<27 C 2. Leeftijd < 25 jaar 3. Vroegtijdig falen orale diabetesmedicatie 4. Familielid met DM < 25 jaar, DM in 3 opeenvolgende generaties en verdenking op een autosomaal dominant overervingspatroon Glycemische instelling 1. Problemen bij het gebruik van (orale) bloedglucose C Moeilijk te reguleren DM type 2 verlagende middelen (co-morbiditeit, niet verdragen medicatie en hypoglycemieën). 2. Onvoldoende correctie postprandiale waarden Insulinetherapie Consulteert/zo nodig verwijst: 1. Beroep (piloot/chauffeur) 1.C 2. Grote zorgen over het spuiten en/of gewichtstoename 2.C 3. Recidiverende hypoglycemieën 3.V 4. 1(of 2x) daags regime : indien onvoldoende effect of bij 4.C/V relatief jonge, actieve patiënten met een onregelmatig leven overweegt huisarts basaal bolus schema (of verwijzing) Dreigende dehydratie en 1. Staakt bij dreigende dehydratie metformine en zn. Diuretica C/V hyperglycemie (bij koorts, braken en RAS-remmers of diarree) 2. Zorgt voor extra vochtinname 3. Bij insulinegebruik: zo nodig extra kortwerkend insuline (24-6 regel) 4. Wanneer desondanks dehydratie optreedt of niet goed te corrigeren hyperglycemie , verwijst de huisarts Ernstige hypo’s bij gebruik 1. Koolhydraatrijke drank V langwerkende glucose2. Indien niet mogelijk dan eerst 20-40 ml 50%verlagende medicatie indien glucoseoplossing i.v. of 1 mg glucagon sc/im, gevolgd door controle op recidief thuis niet koolhydraatrijke drank mogelijk is 3. Huisarts gaat na wat de oorzaak van de hypoglycemie is *wat doet de huisarts vóór verwijzing, **C=consultatie, V=verwijzen, ***wat doet de internist na verwijzing
Vermelden bij C/V BMI, familie anamnese, etniciteit
Internist *** Adviseert over (consequenties van) aanvullende diagnostiek
Medicatie, voorgeschiedenis, bijwerkingen/interacties beloop HbA1c en eventuele motivatie-problematiek Beloop van therapie, gewicht, HbA1c, overwegingen m.b.t. insuline, beschikbare dagcurves, dagboeken Specificatie waarom regulatie en vermeldt of en wanneer patiënt terugverwezen kan worden Informatie over diabetestherapie, kwaliteit van regulatie (recent HbA1c), de luxerende ziekte en bevindingen bij insturen
Adviseert t.a.v. strategie met patiënt en in eigen diabetesteam, waarna behandeling wordt ingezet Bespreekt alternatieven met patiënt en eigen diabetesteam, waarna de behandeling ingezet wordt
Recent HbA1c, thuismedicatie met recente wijzigingen, luxerende omstandigheden en mogelijkheden voor opvang thuis
Klinische observatie Parenterale glucosetoediening
Klinische observatie met zo nodig · I.v.-vochttoediening · Insulinetoediening · Kaliumsuppletie Diagnostiek en therapie luxerende ziekte
Wanneer consulteren en/of verwijzen – Risicofactoren Indicatie Risicofactoren Persisterend LDL > 2,5 mmol/l bij hoog risicoprofiel (>20%)* > 1 jaar. *Bij DM 15 jaar optellen bij gebruik SCORE tabel TC > 8 mmol/l TC/HDL ratio > 8 LDL > 5 mmol/l (na uitsluiten hypothyreoïdie, zwangerschap en alcoholisme) Triglyceriden nuchter > 6 mmol/l
Therapieresistente hypertensie (syst RR > 140 mmHg ondanks triple therapie bij mensen < 80 jaar en > 160 mmHg bij mensen > 80 jaar) (Ernstige) obesitas met sterk tot extreem verhoogd gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico
Huisarts* 1. Evalueert therapietrouw 2. Identificeert en behandelt bijdragende leefstijlfactoren 3. Intensiveert therapie 4. Overweegt familiaire hypercholesterolemie (FH) Facultatief doet huisarts onderzoek naar FH en/of start behandeling met een statine Huisarts bepaalt kansscore op FHC (bij een score > 6 genetisch onderzoek of verwijzing internist)
C/V** C
Vermelden bij C/V Voorgeschiedenis, actueel risicoprofiel, onbehandelde lipidenprofielen, de ervaring met eerdere interventies
Internist *** Diagnostiek naar andere oorzaken Advies aanvullende medicatie, ofwel accepteren van een LDL>2.5
V
Vermeldt het onbehandelde lipidenprofiel en familieanamnese (zo mogelijk de stamboom)
Sluit secundaire oorzaken uit Diagnosticeert en behandelt primaire dyslipidemie Geeft advies over behandeling
1.
C/V
Vermeldt onbehandelde waarden en resultaat van therapeutische interventies
Verricht diagnostiek naar secundaire en familiaire oorzaken Adviseert over aanvullende medicatie op basis van het risico op pancreatitis
C/V
Voorgeschiedenis, medicatie-overzicht, risicoprofiel en onbehandelde zowel als behandelde bloeddruk-registraties.
Sluit onvoldoende zout-beperking (natriumexcretie >100 mmol/24u) en secundaire oorzaken (endocrien, renaal en OSAS) uit Breidt medicatie uit
V
Voorgeschiedenis, BMI, comorbiditeit en ingestelde behandelingen
Sluit secundaire obesitas uit Behandeling zoals zeer laag calorisch dieet, intensieve gecombineerde leefstijlinterventie, initiatie incretine-gebaseerd behandelregime of barbarische chirurgie
Laat opnieuw nuchter triglyceridengehalte bepalen 2. Gaat oorzaken als onvoldoende ingestelde DM en overmatig alcoholgebruik na 3. Geeft leefstijladvies 4. Verwijst zo nodig naar een diëtist 5. Start simvastatine 40 mg 1. Sluit pseudoresistentie uit 2. Identificeert leefstijlfactoren en vermindert bloeddruk verhogende stoffen of medicatie 3. Overweegt secundaire hypertensie 4. Bij aanhoudend resistente hypertensie (6 mnd) verwijzing naar internist De huisarts kan verwijzen voor beoordeling indicatie bariatrische chirurgie bij: BMI ≥ 40 of BMI 35-40 én gangbare niet-chirurgische behandelingen niet het gewenste effect
*wat doet de huisarts vóór verwijzing, **C=consultatie, V=verwijzen, ***wat doet de internist na verwijzing
Wanneer consulteren en/of verwijzen – Complicaties
Indicatie Patiënten < 65 jaar en eGFR 45 tot 60 ml/min Patiënten > 65 jaar en eGFR 30 tot 45 ml/min
Huisarts* 1. Onderzoek urinesediment 2. Aanvullend laboratoriumonderzoek 3. Echografie urinewegen bij cystenieren in familie of aanwijzingen voor postrenale obstructie 4. Algemene adviezen en maatregelen (zout, gewicht, roken, medicatie, voorkomen dehydratie)
C/V** C
Patiënten > 65 jaar eGFR < 30 ml/min Patiënten < 65 jaar eGFR < 45 ml/min Toename micro-albuminurie
Idem aan bovenstaande kolom
V
Schrijft RAS-remmer voor (bij levensverwachting > 10 jaar) Consulteert internist bij optredende progressie
C
Macro-albuminurie
Verwijst, na uitsluiting van oorzaken zoals ontregelde diabetes, manifest hartfalen, urineweginfecties of een koortsende ziekte
Diabetisch voetulcus
1. 2. 3.
Huisarts behandelt uitsluitend een niet plantair, oppervlakkig, neuropathisch ulcus zonder tekenen van PAV Beperkte cellulitis, dan antibiotica Als ulcus na 2 weken niet genezen is, dan verwijzen
C/V
Neuropathie
Huisarts is alert op andere neuropathieën en zorgt voor preventieve maatregelen en voor adequate pijnstilling
C/V
Zwangerschapswens of zwangerschap
1.
V
2.
Verwijst naar internist voor aanpassing medicatie (tijdig staken statines en antihypertensiva) Verwijst bij zwangerschapsdiabetes, naar het multidisciplinaire behandelteam tweede lijn
*wat doet de huisarts vóór verwijzing, **C=consultatie, V=verwijzen, ***wat doet de internist na verwijzing
Vermelden bij C/V Voorgeschiedenis, medicatie-overzicht en eerdere gegevens over de urine en nierfunctie (en laboratoriumonderzo ek) Idem aan bovenstaande kolom
Voorgeschiedenis, medicatie en historie urine, nierfunctie Voorgeschiedenis, medicatie, overzicht en historie urine en nierfunctie Voorgeschiedenis, toegepaste medicatie, recent HbA1c, klachten en lokale behandeling Voorgeschiedenis, medicatie, recent HbA1c en klachten Voorgeschiedenis en medicatie-overzicht
Internist *** Overleg over: aanvullende diagnostiek, behandeling bij co-morbiditeit, aanvullende maatregelen ter voorkoming verdere achteruitgang nierfunctie Maatregelen ter preventie van metabole en cardiovasculaire complicaties Zie boven. Maatregelen ter voorkoming van verdere nierfunctieverslechtering en late complicaties Behandeling van symptomen zoals oedeem Adviseert over aanvullende diagnostiek en aanpassing medicatie Overweegt andere diagnose dan diabetische nefropathie Aanpassing medicatie Behandelt patiënt bij voorkeur in samenspraak met het voetenteam van het ziekenhuis
Nadere diagnostiek naar polyneuropathieën en behandeling 1.
2.
Preconceptioneel advies en begeleiding zwangerschap in samenwerkingsverband gynaecoloog Endocriene behandeling door het multidisciplinaire diabetesteam (ook bij uitblijven van insulinebehandeling)
DIABETES Contactpersonen en websites Huisartsen Janneke Spitsbaard-Velmans Kaderhuisarts diabetes Huisartsen Utrecht Stad
[email protected];
[email protected] Mariska Brinkers Kaderhuisarts diabetes PreventZorg,
[email protected] Bertien Hart Kaderhuisarts diabetes Julius Gezondheidscentra Leidsche Rijn
[email protected] Diana Rietdijk Kaderhuisarts diabetes Ketenzorg NU,
[email protected]
Contactpersoon eerste lijn Anne-Jet Kok, diabetesverpleegkundige, M. 06-13 47 20 66
Internisten UMC Utrecht, T. 0800-80 99, centrale verwijzerslijn Harold de Valk of Karin Kaasjager, anders dienstdoende internist www.umcutrecht.nl Diakonessenhuis Utrecht, T. 088-250 55 55, huisartsenlijn Rob Gallas of Alex Muller, anders dienstdoende internist www.diakonessenhuisutrecht.nl St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein, T. 088-320 47 20, huisartsenlijn of T. 088-320 32 00 , 24 uurs huisartsenlijn Fred Storms of Wilbert Jellema, anders dienstdoende internist www.antoniusziekenhuis.nl
Colofon Transmuraal platform Deze samenvattingskaart is in opdracht van het Transmurale platform tot stand gekomen. De deelnemers aan de samenwerkingsovereenkomst “Zorg op de juiste plek” zijn: Zorggroepen Coöperatie Huisartsen Utrecht Stad Huisartsen Coöperatie Zeist Stichting Leidsche Rijn Julius Gezondheidscentra Stichting Gezondheidscentra Utrecht Ketenzorg NU PreventZorg Stichting Wijkgezondheidszorg Doorslag Stadscentrum (Gezondheidscentrum De Roerdomp) Stichting Ketenzorg Kanaleneiland Noord-Zuid Stichting Zorg in Houten Coöperatie Eerstelijns Medisch Centrum Nieuwegein Ziekenhuizen Universitair Medisch Centrum Utrecht Diakonessenhuis Utrecht St. Antonius ziekenhuis Versie: Januari 2016
Redactie en vormgeving ZO9 communicatie & organisatie www.zo9.nl
Contactadres HUS Postbus 7 3500 AA Utrecht www.huisartsenutrechtstad.nl