INHOUD
Samenvatting en leeswijzer
3
1
Inleiding
4
2
Begripsbepalingen
5
3 3.1 3.2 3.3
Cultuurbeleid in breder perspectief Cultuurbeleid rijksoverheid 2009 – 2012 Cultuurbeleid provincie Noord-Holland 2009 – 2012 Het belang van de regio: West-Friesland
7 7 9 11
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Visie van de gemeente Enkhuizen Stadsvisie Coalitieakkoord 2010-2014 Een solide culturele basis en culturele versteviging Samen sterk
12 12 12 13 13
5 5.1 5.2
Een solide culturele basis Kwaliteit en continuïteit van cultuurparticipatie en educatie Overzicht actiepunten hoofdstuk 4 + financiële consequenties
14 16 17
6 6.1 6.2
19 19
6.3 6.4 6.5 6.6 6.7
Verstevigen van cultuur Ontsluiten van lokaal erfgoed ten behoeve van kennismaking Zorgen voor betaalbare en toegankelijke oefenruimtes en uitvoeringslocaties Beeldende kunst in buitenwijken realiseren Activiteiten op het gebied van beeldende kunst stimuleren Activiteiten op het gebied van film stimuleren Cultureel platform en de gemeente als regisseur Overzicht actiepunten hoofdstuk 5 + financiële consequenties
7
Samenvatting actiepunten en financiële consequenties
25
Bijlagen VNG Ringmodel Amendement cultuurbeleid PvdA, SP en Lijst Quasten Motie Cultuurhistorische collectie / Heroverweging Cultuurbeleid door CDA en VVD-D66, 30 juni 2009 Inspraaktabel concept cultuurnota: eerste ronde Inspraaktabel concept cultuurnota: tweede ronde
26 27 28
1 2 3 4 5
21 22 23 23 23 24
30 31 35
2
SAMENVATTING EN LEESWIJZER Om te voorkomen dat de termen kunst en cultuur en aanverwante begrippen in één adem genoemd worden zijn in hoofdstuk 2 begripsbepalingen opgenomen. De begripsbepalingen geven weer op wat voor manier gemeente Enkhuizen invulling geeft aan haar cultuurbeleid. De kaders voor deze nota worden bepaald door het cultuurbeleid van de rijksoverheid en de provincie Noord-Holland. De hoofdlijnennota van het rijk ‘Kunst van leven’ en de provinciale nota ‘Cultuur op de kaart’ worden uiteengezet in hoofdstuk 3, daarbij rekening houdende met de recente aanpassingen in het beleid. Ook wordt er aandacht besteed aan het belang van samenwerkingsverbanden en krachtenbundeling in regio West-Friesland. Vanuit het bredere perspectief wordt er in hoofdstuk 4 ingezoomd op de lokale Enkhuizense situatie en de visie van de gemeente. De Stadsvisie Enkhuizen 2030, alsmede het Coalitieakkoord 2010 – 2014 vormen op gemeentelijk niveau de kaders voor het cultuurbeleid. In alle overheidslagen is er sprake van noodzaak tot bezuinigingen. Hier zal in het Enkhuizense cultuurbeleid rekening mee gehouden moeten worden. Er zullen prioriteiten gesteld moeten worden, maar het is tegelijkertijd een uitdaging om de mogelijkheden te (blijven) zien binnen de veranderingen en beperkingen. Op basis van de startnotitie, de keuzenotitie, een consultatieronde met het culturele veld, een enquête onder inwoners en een concept-cultuurnota plus twee inspraakrondes zijn er grofweg twee prioriteiten vastgesteld voor het cultuurbeleid van de gemeente Enkhuizen voor de periode 2011 – 2014. Deze prioriteiten vormen de hoofdlijnen van deze nota. In hoofdstuk 5 wordt prioriteit 1 uitgewerkt: een solide culturele basis. Het (zoveel mogelijk) in stand houden van de huidige culturele infrastructuur staat bij deze prioriteit centraal. De focus ligt op cultuurparticipatie en –educatie, omdat de culturele ontwikkeling van de jeugd van Enkhuizen van groot belang is voor de algemene ontwikkeling, een stukje bewustzijn, maar ook een besef van de lokale rijkdom en historie. Hoofdstuk 5 wordt afgesloten met alle actiepunten onder deze prioriteit. Deze prioriteit zal zoveel mogelijk binnen de bestaande financiële kaders, ofwel het reguliere subsidieprogramma, gerealiseerd en waar mogelijk aangescherpt worden. De combinatiefuncties vormen een nieuwe ontwikkeling, maar ook de gemeentelijke bijdrage zal bestaan uit bestaande financiële budgetten, zoals de BOS-impuls en de NASB-gelden (voor sportactiviteiten). Hiervoor volgt nog een apart voorstel. Het opvangen van de eerstelijns taken cultuureducatie zal in regionaal verband gedekt moeten worden. De benodigde bijdrage van Enkhuizen bedraagt naar verwachting ongeveer € 15.000, waarvan € 6.475 ‘extra’ is voor het opvangen van de eerstelijns taken cultuureducatie, omdat de Kunstcompagnie wegvalt. De exacte kosten moeten nog uitgezocht worden door een regionale ambtelijke werkgroep. Prioriteit 2 wordt in hoofdstuk 6 nader beschreven: culturele versteviging. Hierin staat de kennismaking met lokaal cultureel erfgoed centraal, het zorgdragen voor betaalbare en toegankelijke oefenruimtes, het realiseren van beeldende kunst in de buitenwijken en tenslotte het stimuleren van activiteiten op het gebied van beeldende kunst en film. Ook dit hoofdstuk wordt afgesloten met alle 1 actiepunten onder deze prioriteit. De advies- en coördinatiefunctie, alsook de ontsluiting van de gemeentelijke cultuurhistorische collectie vormen een belangrijk onderdeel, waarvoor wordt geadviseerd € 50.000 te onttrekken aan de reserve kunst- en museumbeleid. Ook voor de realisatie van beeldende kunst in de buitenwijken zou € 17.500 uit deze reserve vrijgemaakt moeten worden. De overige speerpunten moeten gerealiseerd worden binnen de bestaande budgetten. In hoofdstuk 7 wordt een samenvatting gegeven van alle actiepunten met bijbehorende financiële consequenties. De prioritering van deze actiepunten is gebaseerd op bovenstaande hoofdlijnen voor het cultuurbeleid.
1
Er is een derde prioriteit vastgesteld: het stimuleren van cultuurtoerisme & creatieve industrie. Dit wordt opgenomen in de te ontwikkelen nota Economische zaken en toerisme.
3
1 INLEIDING Enkhuizen is een prachtige historische stad. Dit blijkt maar weer uit de recent gevonden 2 bodemvondsten tijdens graafwerkzaamheden voor de aanleg van een nieuw riool in de binnenstad. Onder een zeventiende-eeuws pand werden overblijfselen gevonden van de oudste huizen van de stad, uit periode 1225 tot 1260. Naast deze historische huizen werden beerputten, huisraad, metaal, aardewerk, slachtafval, versleten leren schoenen en een bijzondere gouden munt gevonden. Deze munt is zeldzaam omdat hij tussen 1509 en 1526 is geslagen in Londen ten tijde van koning Henry 3 VIII. Niet alleen in de bodem van Enkhuizen, maar ook in de stad zelf is er sprake van prachtige cultuurhistorische schatten, alsook een actief verenigingsleven. Zowel de cultuurhistorie als de belangstelling van vele inwoners voor kunst en cultuur nopen tot een goed gefundeerd lokaal cultuurbeleid. Overigens is voor de instandhouding van dit cultuurbeleid op enkele vlakken ook regionale samenwerking met andere Westfriese gemeenten noodzakelijk en gewenst, zowel voor de organisatie als financieel (delen van kosten en capaciteit). Door middel van samenwerking in de regio kan slagvaardiger en efficiënter te werk gegaan worden, ofwel: samen sterk. Deze nota bevat de grondslagen van het cultuurbeleid vanuit de rijksoverheid en de provinciale overheid, alsmede de gemeentelijke kaders. Ook worden de resultaten van de inspraak weergegeven met de prioritering naar aanleiding van de keuzenotitie cultuurbeleid en de financiële consequenties daarvan. Deze nota is het resultaat van vele opinies en gedachten, maar vooral van passie en interesse voor de culturele rijkdom van Enkhuizen.
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
2 3
In september 2010 http://www.gemeente.nu/web/Actueel/Ruimte-Milieu/Wonen/Wonen-Artikel/53317/Enkhuizen-vindt-oude-woningen.htm
4
2 BEGRIPSBEPALINGEN Cultuur De ruimste betekenis van cultuur is: alles wat door menselijk handelen is gemaakt, dus alles behalve de 'ongerepte' natuur. In een meer sociologische betekenis is cultuur de leefstijl van een samenleving, samengesteld uit een mix van subculturen met hun geloven, gewoonten en gebruiken. Aan de leefstijl van een groep of gemeenschap ontlenen mensen hun identiteit. Voor inzicht in de leefstijlen van het verleden kunnen we teruggrijpen op tradities, overleveringen en het materiële cultureel erfgoed. In de 4 klassieke, meest gebruikte definitie omvat cultuur de kunsten, cultureel erfgoed en de media. Kunst maakt in die zin deel uit van het meer omvattende begrip cultuur. Beide begrippen zijn niet eenduidig te definiëren. Cultuur wordt opgevat als bindende factor in een samenleving, maar daarvoor is een smeltkroes van subculturen noodzakelijk. Het Van Dale beschrijft cultuur als het geheel van geestelijke verworvenheden van een land, volk, etc., bijvoorbeeld woon- en eetcultuur. In een samenleving is namelijk nooit sprake van één cultuur en bestaan vele woon- en eetculturen naast elkaar. Verscheidenheid, veelzijdigheid en het dynamische karakter is juist wat het fenomeen cultuur en daarmee de huidige samenleving kenmerken. In Nederland en ook in Enkhuizen is een veelheid aan culturen aanwezig. Het begrip cultuur kan in dit kader in één adem met diversiteit genoemd worden. Het is daarom niet mogelijk of wenselijk om het begrip cultuur in te vullen. Definities sluiten namelijk factoren in, maar daardoor ontstaat ook uitsluiting van andere factoren. Juist de openheid en mogelijkheden die de diversiteit van cultuur met zich meebrengt dienen daarom hoog gehouden te worden. In Enkuizen uit zich dit bijvoorbeeld in het levend houden van de geschiedenis in combinatie met het anno nu. Kunst Kunst wordt bepaald door historische, sociologische en psychologische factoren. Het is geen vastomlijnd begrip, maar voortdurend in verandering. Kunst kan worden gezien als een verzamelbegrip voor het totaal aan kunstuitingen, zoals dat gegroeid is vanuit cultuurhistorische tradities. Nieuwe kunst wordt toegevoegd in een dynamische interactie van traditie en vernieuwing, vooral geleid door beeldbepalende kunstenaars en kunstprofessionals. Een andere invalshoek is esthetische kenmerken als grondslag van kunst te hanteren. De belangrijkste zijn vakmanschap (kundig gebruik van materialen en technieken), expressiviteit (uitdrukkingskracht, persoonlijk handschrift), het vermogen om een toeschouwer mentaal uit de alledaagse werkelijkheid te tillen 5 ('meta-bewustzijn') en een nieuwe kijk te bieden (creativiteit, oorspronkelijkheid, originaliteit). Het begrip kunst kent verschillende betekenissen, omdat het bijvoorbeeld voor het éne volk een andere waarde heeft dan voor het andere. Een amateur heeft een andere opvatting over wat kunst is, dan een professional. Ook jongere en oudere mensen kunnen verschillend over kunst denken, maar misschien ook juist opvattingen delen. Het bijzondere van kunst is dat de betekenis voor iedere persoon uniek is. Al deze opvattingen kenmerken het dynamische karakter van de kunsten en ook de verwikkelingen van kunst met de maatschappij. Kunst is iets wat bij mensen hoort, een menselijk product of concept, om te kunnen reageren op wat er speelt in de maatschappij of gewoon als ontspanning. Als onderwerp voor een dialoog is het fenomeen kunst boeiend en kan wederzijds nieuwe inzichten bieden. Het multidimensionele karakter van kunst maakt het mogelijk om de diversiteit van de samenleving te benaderen en te weerspiegelen. Ook formeel gezien is het begrip kunst divers. Afgebakende disciplines zijn beeldende kunst, beeldhouwkunst, erfgoed, podiumkunsten (theater, dans, opera, kleinkunst), architectuur, film, media en letteren. Steeds vaker worden deze disciplines gecombineerd tot interdisciplinair werk en is het onderscheid niet meer eenduidig te maken. Daarnaast wordt de hedendaagse kunst steeds conceptueler, omdat kunstenaars wetenschappelijke kennis integreren in hun werk. De kunsthistorische ontwikkelingen, alsmede maatschappelijke ontwikkelingen en vraagstukken zijn hierop van invloed geweest. Kunst is dus geen eiland, maar staat midden in de maatschappij en is in staat om andere realiteiten te tonen dan de huidige. Het denken in mogelijkheden staat centraal.
4
http://www.cultuurnetwerk.nl/cultuureducatie/begrippen_en_definities.html, op citaat van Unesco Idem, op citaat van Ganzeboom, H.B.G. Henrichs, H. De Moede Muze, Cultuurnetwerk Nederland, 2001, Cultuur+Educatie 1, pp6-12
5
5
Cultuureducatie Cultuureducatie betreft alle vormen van educatie waarbij cultuur als doel of als middel wordt ingezet. Cultuureducatie is leren over, door en met cultuur. Deze omschrijvingen sluiten puur instrumenteel gebruik van cultuur, zoals het versterken van sociale cohesie, niet uit. Tegenover de instrumentele benadering van cultuur, aldus het inzetten van cultuur voor andersoortige doelen dan cultuur zelf, bestaat de intrinsieke benadering. In dit laatste geval staat de inzet en benadering van cultuur om zichzelf centraal. Het gaat in een dergelijk geval om de persoonlijke ervaring van kunst en cultuur en de toegevoegde waarden voor deze domeinen zelf. Uiteraard worden effecten op andere gebieden niet geschuwd – zoals een eventuele verbetering van de leerprestaties – maar dit vormt niet het doel. Meestal is er sprake van cultuurgerelateerde doelstellingen zoals het kennismaken met of verdieping in kunst, cultureel erfgoed en/of media. Ook het genieten, leren beoordelen, en zelf beoefenen horen 6 daarbij. Cultuureducatie is de verzamelnaam voor kunsteducatie, erfgoededucatie en media-educatie. Kunsteducatie De ruimste omschrijving van het begrip kunsteducatie is: alle vormen van educatie waarbij kunst en/of kunstzinnige middelen en technieken als doel of als middel worden gebruikt. Strikter gedefinieerd is kunsteducatie doelgericht leren omgaan met kunst, als persoonlijk uitdrukkingsmiddel en als cultureel fenomeen. Het doel van kunsteducatie is niet enkel het verwerven van kennis van kunstobjecten en kunstprocessen, maar tevens het bestuderen van wat deze objecten en processen bij de beschouwer 7 bewerkstelligen: een proces van reflectie op de werkelijkheid. Kunsteducatie is niet alleen studie en reflectie, maar ook kunstbeoefening. Actief, receptief, reflectief Bij kunsteducatie wordt onderscheid gemaakt in leerprocessen waarbij je zélf iets maakt, dan wel kijkt/luistert naar kunst. Dit wordt ook vaak aangeduid als actieve (of productieve) kunsteducatie tegenover receptieve kunsteducatie. In beide gevallen is reflectie en evaluatie een essentieel onderdeel van het leerproces. Bovendien blijken kunstbeoefening en kunstbezoek elkaar te versterken: je leert beter te schilderen door goed naar schilderijen te kijken, je krijgt beter inzicht in theater als je ook zelf ervaring hebt met acteren. Kunstzinnige bagage wordt in onze maatschappij, en dus ook in het overheidsbeleid, erkend als belangrijk onderdeel van de persoonlijke en algemene ontwikkeling van kinderen en volwassenen. Kunsteducatie kan mensen toerusten om naar eigen keuze die kunstzinnige bagage te verwerven en deel te nemen aan het culturele leven. Kunsteducatie stimuleert het vergroten van de kunstzinnige en creatieve vermogens. Dat verrijkt de persoonlijke 8 ontplooiing en is daarmee ook van belang voor de samenleving als geheel. Waterweken Enkhuizen 2009
6 7
8
http://www.cultuurnetwerk.nl/cultuureducatie/begrippen_en_definities.html Onderwijsraad, Onderwijs in Cultuur, 2006, p. 17, http://www.cultuurnetwerk.nl/cultuureducatie/begrippen_en_definities.html http://www.cultuurnetwerk.nl/cultuureducatie/begrippen_en_definities.html
6
3 CULTUURBELEID IN BREDER PERSPECTIEF Er is een aantal grote veranderingen doorgevoerd in de rolverdeling tussen rijk, provincie en gemeenten. Deze hebben betrekking op verantwoordelijkheden en geldstromen binnen het cultuurbeleid. In sommige gevallen worden verantwoordelijkheden overgeheveld van het rijk naar de provincie (dit geldt met name voor cultureel erfgoed), in andere gevallen heeft het rijk de verantwoordelijkheid overgedragen aan fondsen. De primaire verantwoordelijkheid voor kunst en cultuur in Nederland ligt bij het rijk en bij de gemeenten. De informatie in dit hoofdstuk is in grote lijnen ontleend aan de beleidsnota’s van het rijk en van de 9 provincie Noord-Holland. Grotendeels zijn deze nog actueel, maar de bezuinigingen hebben in alle overheidslagen de ambitieniveaus bijgesteld. Dit wordt zoveel mogelijk meegenomen in onderstaande uiteenzetting. 3.1 Cultuurbeleid rijksoverheid 2009 - 2012 Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft in het document Kunst van leven de hoofdlijnen voor het landelijke cultuurbeleid voor de periode 2009-2012 gepubliceerd. De waarde die de rijksoverheid hecht aan cultuur, cultuureducatie en cultuuroverdracht is groot. Culturele uitingen zijn in de eerste plaats waardevol in zichzelf, maar een bloeiende cultuur heeft ook een positief effect op andere terreinen, zoals economie, toerisme en welzijn. De kracht van cultuur en de invloed ervan op de samenleving worden meer en meer onderkend in een periode van toenemende pluriformiteit en individualisering. De rijksoverheid ondersteunt kunst en cultuur vanuit vier basisprincipes: 1 2 3 4
Het is collectief goed: iedereen moet de mogelijkheid hebben om te kunnen genieten van kunst en cultuur. Kunst en cultuur leiden tot externe effecten: culturele instellingen hebben een positief effect op de directe omgeving waarin ze gevestigd zijn (middenstand, toeristische aantrekkingskracht, opwaardering woonomgeving). Het betreft merit good: de gedachte dat in aanraking komen met kunst en cultuur een positieve uitwerking heeft op de vorming van mensen en dat daarom met name kinderen gestimuleerd moeten worden om cultureel actief te zijn, wordt breed gedragen. Conservering is van belang: voor het behoud van de eigen culturele identiteit en het bewaren daarvan voor het nageslacht, dienen bepaalde vormen van kunst en cultuur geconserveerd te worden.
Het kabinet heeft vijf thema’s benoemd waarop het landelijke cultuurbeleid wordt gestoeld: Tabel 1: Vijf thema’s landelijk cultuurbeleid 2009 – 2012 Excellentie Innovatie en e-cultuur Participatie Mooier Nederland Sterke cultuursector
Begeleiding en ontwikkeling van toptalent waarmee een internationaal concurrerend klimaat wordt gecreëerd dan wel gecontinueerd. Samenwerking en kruisbestuiving tussen sectoren en disciplines bevorderen wat moet leiden tot meer vernieuwing en experimenten. Digitalisering en medialisering spelen hierin een belangrijke rol. Bevorderen dat cultuur meer mensen bereikt: focus op educatie, amateurkunst, digitalisering en toegankelijkheid, en musea gratis voor kinderen tot en met twaalf jaar. Met ambitieus architectuurbeleid en modernisering van de monumentenzorg Nederland mooier maken. Verankering van de sector in de maatschappij bevorderen, met goed bestuur en die meer eigen inkomsten genereert.
9
Kunst van leven – hoofdlijnen cultuurbeleid, Ministerie van OCW, 22 juni 2007, en Cultuur op de Kaart – Cultuurnota 20092012, Provincie Noord-Holland, 9 september 2008
7
Regeerakkoord 2010 - 2014 De thema’s Innovatie en E-cultuur, Participatie en Sterke cultuursector zijn voor het gemeentelijk beleid het meest relevant. Echter, deze zijn onderhevig aan aanscherpingen op basis van de bezuinigingstaakstelling van het rijk. Een hoogwaardig kwalitatief aanbod blijft het uitgangspunt, met daarnaast een focus op ondernemerschap, publieksbereik en educatie. Er worden een nieuwe basisinfrastructuur en nieuwe subsidiesystematiek ingevoerd. Het uitgangspunt is dat de culturele basisinfrastructuur minder afhankelijk is van de overheid en meer gericht op publiek en private partners. Er zijn vijf criteria opgesteld om de subsidieaanvragen te kunnen beoordelen: • • • • •
Publiek: de instelling trekt voldoende bezoekers Ondernemerschap: eigen inkomsten staan in verhouding tot de subsidie Participatie en educatie: instelling is toegankelijk voor kinderen en jongeren De instelling beheert een rijkscollectie van (inter)nationale betekenis of biedt aanbod van (inter)nationale betekenis aan Focus op hoogwaardige geografische kernpunten in het land
Het Regeerakkoord 2010-2014 heeft dus consequenties voor het cultuurbeleid vanuit het rijk. Op grond van het Regeerakkoord zal er landelijk € 200 miljoen worden bezuinigd. Het rijk ziet geen taak meer voor de provincies met betrekking tot cultuur. Wel is uitgangspunt dat in alle regio’s een hoogwaardig cultureel aanbod blijft bestaan. Speerpunten en actuele ontwikkelingen van het nieuwe kabinet zijn: -
Monumentenzorg, waarbij vooral aandacht wordt besteed aan herbestemming van monumenten, evenals religieus erfgoed Actieve cultuurparticipatie, met name de beoefening van amateurkunst en volkscultuur en bibliotheekbezoek, maar de cultuurkaart (€ 15 per kaart) in het voortgezet onderwijs verdwijnt Meer ruimte voor het particulier initiatief, minder overheidsbemoeienis De BTW op podiumkunsten wordt verhoogd van 6% naar 19% De BTW op het werk van kunstenaars wordt verhoogd van 6% naar 19% Centra voor de kunsten dienen vanaf september 2011 19% BTW in rekening te brengen voor cursisten van 21 jaar en ouder
Speerpunten voor het cultuurbeleid op langere termijn – na 2012 – zijn: • • • • • •
Bezuinigingen op de middelen voor kunst en cultuur De cultuurkaart en de innovatie- en matchingregeling wordt geschrapt Met name de fondsen worden samengevoegd en omgevormd tot een cultureel investeringsfonds Het kabinet komt met een voorstel voor een "Geefwet" Culturele instellingen en kunstenaars worden meer ondernemend en gaan een groter deel van hun inkomsten zelf verwerven De creatieve industrie draagt door innovatie bij aan economische ontwikkeling
Actieve cultuurparticipatie blijft ook van belang, met name bij de beoefening van amateurkunst en volkscultuur en bij bibliotheekbezoek.
Waterweken Enkhuizen 2009
8
3.2 Cultuurbeleid provincie Noord-Holland 2009 - 2012 In aansluiting op het rijksbeleid 2009-2012 heeft de provincie Noord-Holland haar eigen plannen 10 geformuleerd in het visiedocument Cultuur op de kaart. Op 6 november 2010 hebben Provinciale Staten ingestemd met de voorstellen voor bezuinigingen en nieuwe beleidsaccenten in de Kaderbrief 2011. Gedeputeerde Staten hebben gekozen voor focus op de kerntaken op het gebied van ruimtelijke ordening en economie, verkeer en vervoer, en cultuurhistorie (met name cultureel erfgoed). Dit betekent onder meer dat er bezuinigd zal worden op cultuureducatie. De consequenties daarvan voor de Gemeente Enkhuizen worden verderop in deze nota besproken. Hoewel het visiedocument Cultuur op de kaart overeind blijft is de Kaderbrief leidend in de uitvoering van het provinciale cultuurbeleid. De provincie Noord-Holland heeft de volgende beleidsvisie voor de periode 2009-2012 geformuleerd: Bewoners en bezoekers bewust maken van het Noord-Hollandse verleden, hen meer laten deelnemen aan het culturele aanbod en een mooier Noord-Holland voor wonen, werken en recreëren bieden. Deze visie is vertaald in drie thema’s, die in de volgende subparagrafen kort worden weergegeven. De activiteiten binnen de thema’s Levend Verleden en Mooi Noord-Holland van Cultuur op de Kaart worden grotendeels voortgezet omdat ze passen binnen de provinciale kerntaak cultuurhistorie. Binnen het thema Genieten en Meedoen worden de wettelijke taken en de afspraken 11 met het Ministerie OCW en het Fonds voor Cultuurparticipatie gecontinueerd. Levend Verleden Met Levend Verleden wordt gedoeld op het behouden en promoten van het Noord-Hollands erfgoed (zowel materieel als immaterieel), waardoor meer Noord-Hollanders zich bewust worden van hun verleden en dit ook kunnen zien en bezoeken. Door een sterker bewustzijn van de gezamenlijk gedeelde geschiedenis voelen mensen zich meer verbonden met elkaar, met hun omgeving en met hun wortels. Het digitaal ontsluiten van in musea, archieven en depots opgeslagen erfgoed is noodzakelijk om bronnen uit het verleden breed toegankelijk te maken. De provincie richt zich op het verbinden van gedigitaliseerde collecties op provinciaal niveau om de toegankelijkheid verder te vergroten. Men wil bijzondere aandacht besteden aan immaterieel erfgoed, waarmee wordt gedoeld op tradities, gewoonten, gebruiken en verhalen, en streektalen en –drachten. Verder heeft de provincie de wettelijke taak om zorg te dragen voor het behoud en beheer van archeologische vondsten in een provinciaal depot en het behouden van monumenten. Naast een aantal geplande acties rondom monumentenzorg wordt er ook een nieuw, publieksvriendelijk provinciaal archeologisch depot 12 gebouwd. Ook investeert de provincie in de totstandkoming van een Noord-Hollands Digitaal Museum. Genieten en Meedoen Doel van dit thema is meer bewoners en bezoekers actief en passief te laten deelnemen aan kunst en cultuur. Dit heeft een positieve invloed op de individuele ontwikkeling, versterkt sociale cohesie en geeft betekenis aan regionale identiteit. Centraal staan de onderwerpen cultuureducatie, cultuurparticipatie en bibliotheken/regionale omroep. Gemeenten vormen een belangrijke partner in de uitvoering van dit beleid. Mooi Noord-Holland Met dit thema wil de provincie de ruimtelijke kwaliteit in Noord-Holland versterken door de inzet van culturele en historische waarden. Deze waarden moeten een volwaardige plek krijgen in ruimtelijke ordeningsopgaven. Belangrijkste instrument hierbij is culturele planologie. Verder maakt de provincie een cultuur(historische) informatiekaart die het cultuurtoerisme in Noord-Holland kan versterken, en er komt een cultuurhistorisch loket waarmee de provincie kennis en expertise naar de gemeenten wil overdragen.
10
Cultuur op de kaart, Provincie Noord-Holland, 9 september 2008 http://www.cultuuropdekaart.nl/#/cultuurnota-achtergrond 12 Verdere beleidsmatige informatie van de provincie op het gebied van archeologie en monumentenzorg is te vinden in de nota Cultuur op de Kaart, § 5.3.1 en § 5.4.1 11
9
Bezuinigingen vanaf 2011 Met ingang van 2011 moet de provincie Noord-Holland ruim € 65 miljoen bezuinigen. Verschillende uitvoeringsregelingen zijn in het kader van de bezuinigingstaakstelling door de provincie ingetrokken. Op het gebied van cultuur zijn dit de uitvoeringsregelingen programmering&publiek, vrijwilligers en publiek&promotie. De meest actuele subsidieregelingen worden weergegeven in onderstaande tabel. Tabel 2: Financiële ondersteuningsregelingen provincie Noord Holland (april 2011) Regeling Subsidieregeling 13 Amateurkunst
Voor wie Alleen door gemeenten aan te vragen.
Flitsregeling Amateurkunst 2010
Iedereen die actief is op het gebied van amateurkunst met uitzondering van NoordHollandse gemeenten en steunfunctieorganisaties.
Cultuureducatie: Flitsregeling basisscholen
Cultuurhistorische waarden: monumenten
Scholen voor primair onderwijs. Er dient samengewerkt te worden met tenminste één culturele instelling of één professionele kunstenaar. Scholen voor primair en voortgezet onderwijs in NoordHolland. Er dient samengewerkt te worden met tenminste één culturele instelling of één professionele kunstenaar OF met meerdere scholen en meerdere culturele instellingen of professionele kunstenaars. Gemeenten, instellingen, stichtingen en verenigingen die gericht zijn op monumentenzorg.
Cultuurhistorische waarden: molens
Eigenaren van molens die op de provinciale molenlijst staan.
Cultuureducatie: Samenwerkingsprojec ten Noord-Holland 2010 – 2012
Doel Activiteiten op het gebied van amateurkunst met als eindproduct een uitvoering of voorstelling, waarbij minimaal twee van de volgende doelen worden gerealiseerd:verbetering van de kwaliteit van de amateurs (1); versterking van de mogelijkheden waarop de amateurs zich aan het publiek kunnen presenteren (2); vergroting van de diversiteit van de deelnemende amateurs (3). Het bevorderen van de actieve participatie aan cultuur, het stimuleren van de samenwerking tussen amateurs en professionals met als doel dat dit zal leiden tot grotere deelname of tot meer diversiteit van deelnemers, publiek en aanbod van amateurkunst. Activiteiten waarmee de scholieren in aanraking komen met cultuur, erfgoed of media-educatie. Activiteiten waarmee de scholieren in aanraking komen met cultuur, erfgoed of media-educatie.
Er kan subsidie aangevraagd worden voor het in stand houden van monumentale objecten en beschermde dorps- en stadsgezichten. In aanmerking komen: woonhuizen, boerderijen, fabrieken, kerken of bijvoorbeeld een grenspaal die archeologisch waardevol is. In stand houden van de NoordHollandse molens.
13
De Uitvoeringsregeling Amateurkunst is in de plaats gekomen van de Deelverordening Cultuurparticipatie, waar het Actieplan Cultuurbereik onder viel.
10
3.3 Het belang van de regio: West-Friesland Het rijk en de provincie hechten beiden steeds meer waarde aan een lokale aanpak en instandhouding van het hoogwaardig culturele aanbod. Op lokaal niveau heeft men het beste zicht op de gang van zaken, de ontwikkelingen en de behoeften. De provincie heeft daarenboven de ambitie uitgesproken om cultuur sterker te verbinden met ruimte en economie en daarnaast meer gebiedsgerichte regionale samenwerking te stimuleren op het terrein van cultuur en cultuurhistorie. Gemeenten zelf zien de meerwaarde van samenwerkingsverbanden doorgaans goed in. Ook in WestFriesland is er reeds sprake van een aantal intergemeentelijke samenwerkingsverbanden onder andere op het gebied van cultuur. Het brengt krachtenbundeling, efficiency en kostenbesparingen met zich mee. Het biedt bijvoorbeeld kansen om vraag en aanbod op het gebied van cultuur regionaal op elkaar af te stemmen en aan te vullen. Een aantal gemeenten in West-Friesland zijn bijvoorbeeld bezig met de ontwikkeling van een regionale visie op het bibliotheekwerk. Deze concentreert zich op de vormgeving van het gemeentelijk opdrachtgeverschap. Naast deze regionale visie is er ruimte voor nadere invulling van de couleur locale, ofwel het lokale bibliotheekwerk. De bibliotheek in de ene gemeente zou zich bijvoorbeeld meer op de kernfunctie kunst en cultuur kunnen richten, waar een andere bibliotheek voornamelijk ontmoeting en debat faciliteert. Deze aanpak hangt af van de lokale situatie en behoeften. Een regionale aanpak zou zich, op basis van bovenstaand voorbeeld, kunnen richten op een gezamenlijke aanpak waar mogelijk, en biedt daarnaast ruimte voor lokale behoeften en invulling. Naast de ontwikkeling van een regionale visie op het bibliotheekwerk wordt er in regionaal verband nagedacht over de toekomst van cultuureducatie nu het steunpunt voor kunsteducatie – in WestFriesland: De Kunstcompagnie – door provinciale bezuinigingen wegvalt. Ook daar wordt onderzocht in hoeverre er een regionaal gecoördineerd aanbod ontwikkeld kan worden met ruimte voor lokale aanvullingen. Een nauw samenwerkingsverband tussen gemeenten, culturele organisaties en afnemers (zoals scholen) is in deze regionale ontwikkelingen van groot belang om draagvlak en inzet van alle belanghebbenden te kunnen genereren. Behalve de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden is er in West-Friesland sprake van meerdere belangrijke regionale ontwikkelingen. Zo is het project Westfriese Omringdijk een tweejarig traject wat de regio op de kaart zet en een impuls geeft aan de cultuur, het landschap en de streekproducten van West-Friesland. Dit komt het toerisme en de economie uiteraard ook ten goede. Dit project bestaat uit een samenwerkingsverband tussen KCNH (Kunst en Cultuur Noord-Holland), Ontwikkelbedrijf NoordHolland Noord en verschillende Westfriese gemeenten, waaronder de gemeente Enkhuizen. Het is voor Enkhuizen zeer interessant om aan te kunnen sluiten bij dit project voor de profilering van zowel de gemeente alswel de regio. Een andere Westfriese ontwikkeling is dat er door stichting Justerland nagedacht wordt over een jaarlijks terugkerend Westfries festival, waarbij vooral aangesloten wordt op het reeds bestaand aanbod en hoe dit onderling verbonden kan worden. Het biedt kansen om aan te sluiten bij regionale culturele agenda’s en daarbinnen Enkhuizen op de kaart te zetten: Enkhuizen in de regio en de regio in Enkhuizen.
Fotograaf: T. Bruggink
11
4 VISIE VAN DE GEMEENTE ENKHUIZEN In de visie van de gemeente Enkhuizen is cultuur een kwetsbaar en tegelijkertijd krachtig goed in onze samenleving. Kwetsbaar omdat cultuur ten opzichte van andere maatschappelijke gebieden niet altijd de aandacht krijgt die het verdient. Cultuur wordt vaak gezien als slagroom op de taart, als sluitpost op de begroting. Dit vanuit het idee dat het leuk is als het er is, maar dat het niet noodzakelijk is om te kunnen overleven. Leven zonder cultuur zal ongetwijfeld mogelijk zijn, maar weinig mensen zullen in een dergelijke maatschappij willen leven. Dat is waar cultuur haar kracht aan ontleent: het maakt het leven aangenamer, het daagt mensen uit en maakt ze wellicht gelukkiger. Om deze eigenschap wordt cultuur ook wel het cement van de samenleving genoemd; het werkt door in alle aspecten van ons leven en in alle gebieden van de maatschappij. Cultuur verdient het om serieus genomen te worden, want investeren in cultuur werkt als katalysator voor de ontwikkeling van allerlei andere aandachtsgebieden: -
Sociale cohesie en maatschappelijke betrokkenheid Veraangenamen van de leefomgeving Binnen- en buitenschoolse aandacht voor talentontwikkeling Ontwikkeling van sociale en creatieve competenties Bruisende creatieve industrie Aantrekkelijk vestigingsklimaat Meer tolerantie en soepeler integratie Cultuurtoerisme en citymarketing
4.1 Stadsvisie Waterweken 2009
In de Stadsvisie Enkhuizen 2030 wordt het belang van de historie van onze stad voor de toekomst benadrukt. Het draagt niet voor niets als ondertitel ‘historische toekomst.’ De stad kent een belangrijke en boeiende (VOC) historie die nog altijd zichtbaar is door de vele monumenten in de binnenstad, en waar de omvangrijke cultuurhistorische collectie die de gemeente in eigendom heeft een – nu nog – stille getuige van is. In richtinggevende uitspraken wordt geschreven dat Enkhuizen uitgaat van haar kernkwaliteiten en 14 haar cultuurhistorisch erfgoed en de unieke ligging aan het water benut. Ook wordt de binnenstad alleen vernieuwd op vlakken waar dit aansluit bij de cultuurhistorische waarden en waar dit leidt tot 15 kwaliteitsverbetering. Enkhuizen beschermt daarmee haar stadsgezicht zorgvuldig. Ook in de 16 ambitie om de toonaangevende toeristische trekpleister in West-Friesland te willen zijn in 2030 spelen de cultuur en cultuurhistorische waarden een belangrijke rol. 4.2 Coalitieakkoord 2010-2014 De Gemeente Enkhuizen wenst met haar cultuurbeleid aan te sluiten op de beleidsmatige ontwikkelingen die zich op landelijk en provinciaal niveau afspelen. Echter, de lokale politieke agenda kent ook een aantal speerpunten die specifiek zijn voor deze gemeente. In het Coalitieakkoord 20102014 wordt in programma 13: Kunst, Cultuur en Monumentenzorg aangegeven dat de (vast te stellen) cultuurnota leidend is voor het beleid. Daarnaast wordt aangegeven dat de gemeente het rijk geschakeerde sociaal-culturele leven wil behouden en waar mogelijk verbeteren, onder andere door te zorgen voor voldoende oefenruimten voor de sociaal-culturele verenigingen en organisaties. In een op te stellen accommodatienota zullen behoeften die leven en exploitatiemogelijkheden verder uitgewerkt worden. 14 15 16
Gemeente Enkhuizen, Stadsvisie Enkhuizen 2030, historische toekomst, maart 2010, p28 Ibidem Ibidem, p29
12
4.3 Solide culturele basis en culturele versteviging In de Keuzenotitie Cultuurbeleid is aan de raad voorgesteld om bij het formuleren van cultuurbeleid voor de periode 2011 – 2014 de prioriteit te geven aan het in stand houden en waar nodig aanvullen van de basis van het culturele voorzieningenniveau in Enkhuizen. Zeker gezien de financiële positie waarin de overheid de komende jaren verkeert is deze doelstelling op zichzelf al een ambitieuze. Aan de raad is een aantal beleidskeuzen voorgelegd, op basis van de uitkomsten van een digitale enquête en een werkconferentie gehouden met het culturele middenveld. De raad heeft ervoor gekozen om de voorgestelde prioritering in de Keuzenotitie als volgt te wijzigen bij het uitwerken van de conceptcultuurnota: Prioriteit 1 Een solide culturele basis 1 2 3
In stand houden diversiteit cultureel aanbod ten behoeve van participatie en educatie Waarborgen van kwaliteit en continuïteit in het primair onderwijs Verstevigen van de verbinding tussen buitenschoolse cultuurparticipatie en binnenschools aanbod
Prioriteit 2 Verstevigen van cultuur 1 2 3 4 5
Ontsluiten van lokaal erfgoed ten behoeve van kennismaking Zorgen voor betaalbare en toegankelijke oefenruimtes en uitvoeringslocaties Beeldende kunst in de buitenwijken realiseren Activiteiten op het gebied van beeldende kunst stimuleren Activiteiten op het gebied van film stimuleren
Prioriteit 3 Stimuleren cultuurtoerisme en creatieve industrie Deze derde prioriteit wordt, gezien de sterke link met het bevorderen van toerisme en citymarketing, wel als aandachtspunt genoemd maar niet verder uitgewerkt in de cultuurnota. Deze prioriteit zal als onderdeel geïntegreerd worden in de op te stellen nota Economische en Toeristische Visie. 4.4 Samen sterk Enkhuizen is een kleine gemeente met beperkte middelen en capaciteit om ambities op cultuur(historisch) gebied concreet te maken. Om handen en voeten te geven aan de beleidsvoornemens moet de gemeente zich ervan bewust zijn dat zij voor een deel afhankelijk is van externe partners. Het is essentieel om het principe `samen sterk’ maximaal te benutten om culturele bloei te bevorderen. Naast het intensiveren en onderhouden van de samenwerkingsverbanden met gemeenten in de regio, kunnen lokaal culturele instellingen betrokken worden bij totstandkoming en uitvoering van beleidsdoelstellingen. Ook kan er actief ondersteuning gezocht worden bij de provincie 17 Noord-Holland en eventuele landelijke organisaties, zoals de VNG of Kunsten ’92.
17
De bovensectorale belangenvereniging voor instellingen op het gebied van kunst, cultuur en erfgoed en daarmee een belangrijke informatiebron.
13
5 EEN SOLIDE CULTURELE BASIS Onderstaande uiteenzetting betreft het eerste punt onder de eerste prioriteit: het in stand houden van de diversiteit van het cultureel aanbod ten behoeve van participatie en educatie. De basis van lokaal cultuurbeleid voorziet in een brede kennismaking met cultuur voor alle inwoners. Zelf doen en cultuurbezoek zijn daarbij even belangrijk, het gaat erom dat mensen tot op zeker niveau aan cultuurparticipatie kunnen doen. De gemeente moet vooral toezien op het waarborgen van kwaliteit en diversiteit van aanbod en spreiding in het jaar via de subsidievoorwaarden. Het is bovendien van belang dat kennismaking met cultuur in al haar uitingsvormen voor alle kinderen en jongeren beschikbaar moet zijn. Dit is in de eerste plaats een verantwoordelijkheid die bij de scholen zelf ligt, maar de overheid kan daar in stimuleren door de professionele instellingen die cultuur toegankelijk maken te bewegen intensieve allianties met het onderwijs aan te gaan. Buitenschoolse cultuureducatie kan in het verlengde daarvan een meer intensieve kennismaking bieden, kinderen enthousiasmeren om hun talent te ontwikkelen en bijdragen aan een verdere verdieping van een culturele of kunstzinnige uitingsvorm. Om enig houvast te hebben bij het ontwikkelen van cultuurbeleid heeft de VNG een Ringmodel ontworpen, dat de diversiteit aan culturele disciplines en bijbehorend voorzieningenniveau relateert 18 aan inwoneraantal van een gemeente. In de keuzenotitie is aangegeven dat het VNG Ringmodel als leidraad van toepassing is bij het formuleren van de basis van wat we lokaal willen bieden. De gemeente Enkhuizen valt in de categorie < 30.000 inwoners. In tabel 4 is weergegeven welk voorzieningenniveau dan volgens het Ringmodel van toepassing is, en daarbij is weergegeven of en hoe hieraan in Enkhuizen invulling gegeven wordt. Zoals blijkt uit tabel 4 en ook werd geconstateerd in de werkconferentie met het culturele middenveld, is de basis behoorlijk goed gefundeerd in Enkhuizen. Het is van primair belang dat deze basis voor de komende beleidsperiode geconsolideerd wordt om inwoners de basale kennismaking met cultuur te kunnen blijven bieden. Actiepunt 1: Consolideren van de basis door in stand houden van het subsidieprogramma ter ondersteuning van activiteiten op het gebied van cultuurparticipatie en cultuur- en erfgoededucatie. Daarnaast is de perceptie van de gesprekspartners dat er ook meer van hetzelfde wordt aangeboden; dat het aanbod inhoudelijk soms nogal overlapt (met name op het gebied van evenementen en amateurkunst). De afstemming dient dan ook te worden verbeterd. Het is belangrijk dat de gemeente hierin goed de regie neemt. Een cultureel platform, een afstemming en eventuele bundeling van (culturele) agenda’s, maar ook het opstellen beleidsregels bieden hiervoor handvatten. Actiepunt 2: Om de gemeentelijke regierol goed te funderen, worden beleidsregels opgesteld ten behoeve van de beoordeling van subsidieaanvragen op het gebied van amateurkunst, kunstzinnige vorming en bibliotheekwerk. De kleinere Westfriese gemeenten zijn op dit moment bezig met de ontwikkeling van een regiovisie bibliotheekwerk om de opdrachtgeverrol van de gemeenten duidelijker te positioneren en te borgen. Hierbij wordt aangesloten bij de landelijke bibliotheekvernieuwing van de afgelopen 10 jaar. De kernfuncties van het regionale bibliotheekwerk zijn in de visie van de opdrachtgever ‘ontwikkeling en educatie,’ ‘kennis en informatie’ en ‘lezen en literatuur.’ Op lokaal niveau zullen de kernfuncties ‘kunst en cultuur’ en ‘ontmoeting en debat’ invulling moeten krijgen, omdat de specifieke kenmerken van de lokale situatie de couleur locale bepalen en vorm kunnen geven. De gemeente Enkhuizen gaat op lokaal niveau uit van de instandhouding van de bibliotheek met een focus op jeugd en senioren. Het instapniveau van de financiële bijdrage voor het bibliotheekwerk bedraagt minimaal € 11 (gemeenten onder 30.000 inwoners), € 12 (gemeenten tussen 30.000 en 90.000 inwoners) of € 15 (gemeenten boven 90.000 inwoners) per inwoner per jaar exclusief huisvestingskosten. Zie onderstaande overzichtstabel om een vergelijking tussen omliggende gemeenten mogelijk te maken. 18
Het VNG Ringmodel is opgenomen in bijlage 1, p27
14
Tabel 3: Financiële bijdrage aan het bibliotheekwerk van omliggende gemeenten
Opmeer Stede Broec Drechterland Enkhuizen
Reguliere subsidie zonder huisvestingslasten € 297.891 € 390.855 € 321.582 € 315.750
Aantal inwoners
Bijdrage per inwoner
11.500 21.300 19.282 18.151
€ 20,62 € 18,35 € 16,67 € 17,40
Actiepunt 3: In stand houden van de bibliotheek en uitwerken van de couleur locale.
Tabel 4: Voorzieningenniveau gemeenten < 30.000 inwoners volgens VNG Ringmodel Discipline Diverse
Voorziening Festivals
Podiumkunsten
Uitvoeringen voor de jeugd
Kamermuziek Oefenruimten Amateurkunst en cultuureducatie
Amateurkunstverenigingen Lespunt cultuureducatie Cultuur en school
Beeldende kunst en bouwkunst
Architectuur Vormgeving van de openbare ruimte Tentoonstellingsruimte
Cultureel erfgoed
Monumenten
Oudheidkamer Archieven Archeologie Media en letteren
Lokale media Openbare bibliotheek
Film
Incidentele filmvertoningen
In Enkhuizen Jazzfestival, Bevrijdingsfestival, Karavaan, Eire at the Top Kindertheater in de Drommedaris, uitvoeringen van De Cast en Toneelgroep de Drommedaris, muziekavonden in Jongerencentrum Cayen, de Gitaarsalon, Muziekkring Diverse koren, Zuiderzilt (in ZZM) Drommedaris, Nutszaal, IJsselzand, Nieuwe Doelen Diverse koren, theaterverenigingen, muziekkorpsen, schildervereniging Muziekschool Oostelijk West-Friesland, Blauwe Schuit, De Cast Stichting Cultuur en Basisonderwijs, Kunstcompagnie (steunfunctie tot 2012) > Rondje Cultuur, kunstmenu’s basisonderwijs, opleiden ICC-ers Monumentenbeleid, welstandsbeleid en vormgeving van de openbare ruimte. Reservering t.b.v. kunst in de openbare ruimte Westerkerk, Blauwe Zaal stadhuis, kunstuitleen De Waag, diverse galeries Open Monumentendag Viering 21 mei 1572 Beiaardbespelingen & beiaardcultuurbeleid Gemeentelijke erfgoedverordening Projectmatige restauratiewerkzaamheden Stadswandelingen (door Vereniging Oud Enkhuizen en het VVV) Bibliotheca Enchusana: Librije Westerkerk Oude stadsgevangenis Westfries Archief Gemeenschappelijke regeling archeologie i.s.m. gemeenten Hoorn en Medemblik Radio Enkhuizen, Kabelkrant, Enkhuizer TVkrant Jeugdbibliotheek Meeuwenlaan, Servicepunt i.o. in de binnenstad Filmhuis Enkhuizen (reguliere filmvertoningen)
15
5.1 Kwaliteit en continuïteit van cultuurparticipatie en educatie Onder deze paragraaf vallen het tweede en derde punt van de eerste prioriteit: het waarborgen van de kwaliteit en continuïteit in het primair onderwijs & het verstevigen van de verbinding tussen buitenschoolse cultuurparticipatie en binnenschools aanbod. De raad heeft bij de behandeling van de Keuzenotitie Cultuurbeleid een amendement van de PvdA, 19 SP en Lijst Quasten aangenomen. Hiermee wordt bij het beleidsvoornemen om de solide culturele basis te consolideren, de eerste prioriteit gelegd bij brede cultuurparticipatie en -educatie. Dit zorgt ervoor dat er aandacht is en blijft voor het genereren van draagvlak voor de culturele basis in Enkhuizen. Ook haakt dit speerpunt in op de tweede prioriteit: het verstevigen van cultuur. De samenstelling van het complete cultuureducatieve programma, ofwel het `kunstmenu’ voor de verschillende groepen in het primair onderwijs wordt tot juni 2011 verzorgd door het steunpunt cultuureducatie in WestFriesland, de Kunstcompagnie. Zoals beschreven in hoofdstuk 3.3 valt dit steunpunt weg door provinciale bezuinigingen. Om te voorkomen dat de regionale infrastructuur die in de afgelopen jaren is opgebouwd volledig afbrokkelt, en om de kwaliteit van cultureel aanbod in de school te kunnen blijven waarborgen, wordt er in regionaal verband een alternatief scenario voor invulling van deze eerstelijns taken opgesteld. Deze taken betreffen de organisatie en bemiddeling van het aanbod cultuureducatie voor de scholen, zoals het genoemde kunstmenu en de Rondjes Cultuur. De provincie blijft de tweedelijns taken cultuureducatie (advisering, scholing van ICC’ers en innovatieve projecten) organiseren in de vorm van Plein C, bureau voor cultuureducatie. De gemeente Enkhuizen participeert, samen met culturele en sportorganisaties, scholen en de organisatie voor natuur- en milieueducatie aan de vierde tranche ontwikkeling van Combinatiefuncties. Deze komen voort uit de Inzet van de Impuls Brede Scholen, Sport en Cultuur kan de menskracht opleveren die nodig is voor de continuering van de eerstelijns taken op het gebied van cultuureducatie. Deze impuls loopt van 2008 t/m 2012 en wordt uitgevoerd onder regie van de gemeenten. Gemeenten ontvangen een bijdrage van de rijksoverheid om combinatiefuncties te ontwikkelen die zowel binnen school, buiten school als bij een culturele (of sport) instelling ondergebracht worden. In het eerste jaar financiert de rijksoverheid 100%. In de jaren daarna betaalt het rijk structureel ca. 40%, gemeenten ca. 40% en scholen ca. 20%. Er zijn geen voorwaarden aan de Impuls verbonden, er hoeft geen aanvraag gedaan te worden en geen financiële verantwoording afgelegd te worden bij de rijksoverheid. Uiteraard is wel verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad. Afspraken – op hoofdlijnen – over de realisering van combinatiefuncties worden gemaakt in een gemeentelijke verklaring. Hiervoor wordt nog een separaat voorstel gedaan. Actiepunt 4: De eerstelijns taken op het gebied van cultuureducatie voortzetten in de vorm van de combinatiefuncties en regionale mogelijkheden op het gebied van cultuureducatie, zoals de opleiding van leerkrachten basisonderwijs tot Interne cultuur Coördinator.
19
Het amendement is bijgevoegd als bijlage 2, p28
16
Evenwel moet duidelijk zijn dat de gemeente niet automatisch bijspringt wanneer andere overheden bezuinigen. Wel zal er onder het motto ‘samen sterk’ op lokaal niveau, maar ook in regionaal verband onderzocht worden waar efficiënt en constructief samengewerkt kan worden. In het geval van cultuureducatie zal de gemeente in ieder geval de eerstelijns taken cultuureducatie trachten door te zetten via regionale samenwerking, lokale organisaties en de combinatiefuncties. Ook op andere culturele vlakken kan de gemeente niet automatisch de rijks- of provinciale bezuinigingen aanvullen, maar het denken in mogelijkheden – zonder daarbij direct aan financiële consequenties te denken – blijft daarbij centraal staan. In onderstaande tabel worden de organisaties uit het Ringmodel opgesomd die bijdragen aan de beschreven doelstellingen onder de eerste prioriteit. Tabel 5: Voorzieningen die een rol spelen bij de eerste prioriteit: Een solide culturele basis, met specifieke aandacht voor cultuureducatie en -participatie Discipline Diverse
Voorziening Festivals
Podiumkunsten
Uitvoeringen voor de jeugd (& voor volwassenen)
Amateurkunst en cultuureducatie
Amateurkunstverenigingen Lespunt cultuureducatie Cultuur en school
Media en letteren
Openbare bibliotheek
In Enkhuizen Jazzfestival, Bevrijdingsfestival, Karavaan, Eire at the Top Aanbod de Drommedaris, uitvoeringen van De Cast en Toneelgroep de Drommedaris, muziekavonden in Jongerencentrum Cayen, De Gitaarsalon, Muziekkring Diverse koren, theaterverenigingen, muziekkorpsen, schildervereniging Muziekscholen Oostelijk West-Friesland en Gerard Boedijn, Blauwe Schuit, De Cast, incidentele projecten erfgoededucatie Stichting Cultuur en Basisonderwijs, Rondje Cultuur, kunstmenu’s basisonderwijs, opleiden ICC-ers, bibliotheek Familiebibliotheek Meeuwenlaan, Servicepunt i.o. in de binnenstad
5.2 Overzicht actiepunten hoofdstuk 4 + financiële consequenties
Actiepunt 1: Consolideren van de basis door in stand houden van het subsidieprogramma ter ondersteuning van activiteiten op het gebied van cultuurparticipatie en cultuur- en erfgoededucatie. In het subsidieprogramma 2010 wordt aan cultuurparticipatie en cultuur- en erfgoededucatie in totaal € 492.050 besteed. Dit bedrag dient minimaal geconsolideerd te worden om het huidige niveau te handhaven.*
Actiepunt 2: Om de gemeentelijke regierol goed te funderen, worden beleidsregels opgesteld ten behoeve van de beoordeling van subsidieaanvragen op het gebied van amateurkunst, kunstzinnige vorming en bibliotheekwerk. Mogelijkerwijs hebben de te formuleren beleidsregels gevolgen voor de hoogte van de toe te kennen subsidiebedragen, maar dat is afhankelijk van hoe ze worden ingericht en daarom zijn eventuele financiële wijzigingen als gevolg van opgestelde beleidsregels in dit stadium niet bekend. Wel is ambtelijke capaciteit nodig en staat vast dat de nullijn gehanteerd wordt voor 2012.
17
Actiepunt 3: In stand houden van de bibliotheek en uitwerken van de couleur locale. De kernfuncties van het regionale bibliotheekwerk zijn in de visie van de opdrachtgever ‘ontwikkeling en educatie,’ ‘kennis en informatie’ en ‘lezen en literatuur.’ Op lokaal niveau zullen de kernfuncties ‘kunst en cultuur’ en ‘ontmoeting en debat’ invulling moeten krijgen, omdat de specifieke kenmerken van de lokale situatie de couleur locale bepalen en vorm kunnen geven. Uitgaande van het niveau van het subsidieprogramma 2010: € 355.000*
Actiepunt 4: De eerstelijns taken op het gebied van cultuureducatie voortzetten in de vorm van de combinatiefuncties en regionale mogelijkheden op het gebied van cultuureducatie, zoals de opleiding van leerkrachten basisonderwijs tot Interne cultuur Coördinator. De provincie Noord-Holland heeft in 2010 € 240.260 subsidie verleend aan de Kunstcompagnie. Daarvan werd zo’n 30% besteed aan de uitvoering van de eerstelijns taken, de overige 70% behelst de tweedelijns taken en de overhead. Concreet gezien zouden in de huidige situatie de 9 Westfriese gemeenten gezamenlijk verantwoordelijk worden voor de financiële dekking van de eerstelijns taken voor ongeveer € 72.000. Voor Enkhuizen zou dat neerkomen op een jaarlijks bedrag van € 6.475. Afhankelijk van het te ontwikkelen scenario zullen daar kosten bijkomen voor personeel en overhead. De gemeenten dragen naast de provinciale bijdrage gezamenlijk € 68.000 bij aan de Kunstcompagnie. Dit wordt waarschijnlijk gecontinueerd in een nieuwe structuur voor cultuureducatie in de regio. Voor Enkhuizen komt het in totaal neer op een jaarlijkse bijdrage van € 15.000, waarvan de genoemde € 6.475 ‘extra’ is vanwege het wegvallen van de Kunstcompagnie. De mogelijkheid tot het aanbod van de ICC-cursus is hierin een optie, net als de eventuele aanstelling van een overkoepelende ICC’er voor meerdere scholen. Na een bestuurlijke opdracht wordt de nieuwe structuur cultuureducatie in een ambtelijke werkgroep vormgegeven. Hierin zullen tevens de exacte financiële lasten voor de Westfriese gemeenten in kaart gebracht worden. De raming voor de toekomstige kosten overname van de eerstelijns taken cultuureducatie is grofweg € 15.000 (waarvan € 6.475 extra is en de overige € 8.525 reeds werd besteed aan de Kunstcompagnie). Daarnaast wordt deelgenomen aan de rijksimpuls Brede Scholen, Sport en Cultuur ten behoeve van inzet van combinatiefunctionarissen. * Hierbij moet rekening worden gehouden met het gegeven dat in deze weergave geen prijsindexatie is opgenomen waardoor er in de komende jaren minder activiteiten voor deze bedragen kunnen worden gerealiseerd. Het niveau van de culturele basis zal als gevolg van de inflatie per definitie lager worden indien er geen prijsindexatie wordt toegepast.
18
6 VERSTEVIGEN VAN CULTUUR In de keuzenotitie is aan de raad een aantal keuzes voorgelegd waarmee de solide culturele basis zou kunnen worden aangevuld en daarmee verstevigd: Verdieping in amateurkunst Dit zou kunnen worden gerealiseerd door meer diversiteit in het aanbod te stimuleren en dit binnen de eigen gemeente beschikbaar te stellen (met name beeldende kunstbeoefening en dans). Ook zou er zorg gedragen kunnen worden voor (meer) goed geoutilleerde, betaalbare atelier- en oefenruimtes of het meer laagdrempelig beschikbaar stellen van huidige accommodaties voor amateur kunstbeoefenaars. Verdieping in beeldende kunst en erfgoed Een verdieping in beeldende kunst kan worden gerealiseerd door actief, receptief of reflectief met deze discipline bezig te zijn. Een concreet voorbeeld in de realisatie van beeldende kunst in de openbare ruimte. Bij een verdieping in het cultureel erfgoed zouden het zorgdragen voor beheer, behoud, digitale en fysieke ontsluiting van cultuurhistorisch erfgoed op tijdelijke basis gerealiseerd kunnen worden. Een concreet voorbeeld is het organiseren van exposities aan de hand van thema’s op verschillende locaties binnen en/of buiten Enkhuizen. Verdieping in podiumkunsten en evenementen Dit kan gerealiseerd worden door het ondersteunen van regionalisering van de podiumfunctie en daarmee samenhangend de verhoging van het kwaliteitsniveau van het aanbod. Verdieping in cultuurtoerisme en creatieve industrie De verdieping in cultuurtoerisme en creatieve industrie zou plaats kunnen vinden door een integrale aanpak aan de hand van een permanent of seizoensgebonden thema en extra inzet op het gebied van netwerken, verbinden, en verbeteren van de kwaliteit van het aanbod. Met het aannemen van het amendement heeft de raad aangegeven dat de culturele ontwikkeling van de jeugd van Enkhuizen als eerste prioriteit aangemerkt moet worden, en dat de witte vlekken die in de basis werden geconstateerd (kennismaken met lokaal erfgoed en aanbod op het gebied van film) onder de tweede prioriteit in dit hoofdstuk komen te vallen. Dit, samen met een aantal zaken die in de consultatieronde naar voren kwamen. In volgorde van belangrijkheid zijn dat: 1 2 3 4 5
Ontsluiten lokaal erfgoed ten behoeve van kennismaking Zorgen voor betaalbare en toegankelijke oefenruimtes en uitvoeringslocaties Beeldende kunst in de buitenwijken realiseren Activiteiten op het gebied van beeldende kunst stimuleren Activiteiten op het gebied van film stimuleren
Deze onderwerpen vergen in meer of mindere mate aanvullende financiële middelen en verhoogde inzet van capaciteit. In de volgende paragrafen is elk onderwerp nader uitgewerkt, waar mogelijk inclusief financiële vertaalslag. 6.1 Ontsluiten van lokaal erfgoed ten behoeve van kennismaking Met het aannemen van de motie Cultuurhistorische Collectie / Heroverweging Cultuurbeleid van het CDA en VVD-D66 in de raadsvergadering van 30 juni 2009 heeft de gemeenteraad het college opgedragen om mogelijkheden voor ontsluiting te onderzoeken, inzicht te geven in voor cultuur beschikbare middelen, en voorstellen te doen voor mogelijke heroverweging van deze middelen ten 20 gunste van ontsluiting van het gemeentelijk erfgoed.
20
De motie is bijgevoegd als bijlage 2, p30
19
Tabel 6: Voorzieningen die een rol spelen bij de tweede prioriteit, punt 1: Ontsluiten lokaal erfgoed ten behoeve van kennismaking Discipline Cultureel erfgoed
Voorziening Monumenten
Oudheidkamer Archieven Archeologie
In Enkhuizen Open Monumentendag Viering 21 mei 1572 Beiaardbespelingen & beiaardcultuurbeleid Gemeentelijke erfgoedverordening Projectmatige restauratiewerkzaamheden Stadswandelingen (door vereniging Oud Enkhuizen en het VVV) Bibliotheca Enchusana: Librije Westerkerk Oude Stadsgevangenis Westfries Archief Gemeenschappelijke regeling archeologie
De aard van de stad en haar geschiedenis rechtvaardigen een punt waar inwoners en bezoekers kennis kunnen maken met het lokale erfgoed. Daaraan vooraf gaat echter de verantwoordelijkheid van de gemeente om zorg te dragen voor het beheer en behoud van dat erfgoed, zodat het in goede conditie bewaard blijft voor komende generaties. Om dit behoorlijk te doen is minimaal noodzakelijk: 1 2 3 4
Inzicht in de toestand en inhoudelijke kennis van de gemeentelijke cultuurhistorische collectie Continuïteit in het beheer van het gemeentelijk depot Budget om te kunnen conserveren en restaureren Invulling van een advies- en coördinatiefunctie, hetzij gemeentelijk hetzij via een externe partner
Bovenstaande randvoorwaarden zijn samenhangend; het één functioneert niet zonder het ander. Sinds 2010 is er beperkt toezicht op het depot en beheer van het object-registratiesysteem Adlib. Het jaarlijkse budget voor museale activiteiten biedt enige mogelijkheid om stukken te conserveren, en daarnaast is er een reservering voor museumbeleid. Momenteel worden de uitvoerende taken op het gebied van de gemeentelijke collectie uitbesteed aan het Westfries Museum, een organisatie die inhoudelijke expertise in huis heeft en een coördinerende functie vervult in het beheer en de conservering van de stukken. De minimale voortgang in de afgelopen tien jaar maakt duidelijk dat de capaciteit binnen de gemeentelijke organisatie ontoereikend is om gedegen sturing te geven aan dit proces. De vier uur per week die nu voor deze functie staan zijn niet voldoende. In 2008 is er een collectieplan opgesteld waarin op hoofdlijnen de samenstelling en betekenis van de collectie belicht worden en ook lacunes getraceerd. Het traject van beoordelen en selecteren wat daarna is ingezet, is nog steeds in proces. In 1990 is een algehele inventarisatie van de collectie afgerond. De a-collectie staat daarbij voor stukken waarvan de cultuurhistorische relatie met Enkhuizen of de Westfriese regio aantoonbaar is en de b-collectie bestaat uit stukken waarbij deze relatie afgeleid aantoonbaar is. De c-collectie bevat al het overige en is als het ware de bak ongesorteerd. Deze c-collectie bevat 2559 voorwerpen en maakt 40% van het totale bestand uit. Wat van de c21 collectie in de a- of b-collectie past gaat daarheen en het overige wordt afgestoten. Het proces van afstoting van niet-relevante stukken vergt nog veel (juridisch en administratieve) inzet. Belangrijk is om naast de behoud- en beheerfunctie, ontsluiting te realiseren van de waardevolle stukken die nu in het gemeentelijk depot (op de zolder van het Administratiekantoor) aanwezig zijn. 21
Kerkhoven, J. Jansen, M. Eindverslag project herprofilering historische collectie gemeente Enkhuizen, 2008
20
Het is jammer dat deze nu zo onzichtbaar zijn. Bovendien zijn de klimatologische omstandigheden in het depot niet optimaal, waardoor de kwaliteit van de stukken in de toekomst wordt bedreigd. Actiepunt 5: Een goede invulling realiseren van de advies- en coördinatiefunctie voor het gemeentelijk kunst- en cultuurdepot, alsmede voor de ontsluiting ervan. Er zijn initiatieven vanuit een aantal Enkhuizer inwoners en organisaties om een Historisch Informatiepunt op te richten, welke op een laagdrempelige wijze het lokale cultureel erfgoed toegankelijk zou kunnen maken. Binnen deze ontwikkeling lijkt er een uitstekende ruimte te bestaan om de stukken uit het gemeentelijke depot in de vorm van een wisselcollectie tentoon te stellen. Dit idee wordt verder uitgewerkt. Niet het gebouw, maar juist de uitkristallisering van de functie en de mogelijkheden om de ontsluiting van het erfgoed te realiseren staan hierbij centraal. Een bundeling van lokale en regionale krachten kan bijdragen aan de ontwikkeling van een Historisch Informatiepunt en de realisatie ervan. Naast het materiële erfgoed, zoals de gemeentelijke cultuurhistorische collectie, is er tevens sprake van immaterieel erfgoed. Hieronder vallen de minder tastbare bronnen zoals verhalen, tradities, feesten en liederen. Deze worden in ere gehouden door de wijze waarop mensen er in 22 de huidige tijd mee omgaan. In Enkhuizen zijn dit bijvoorbeeld de beiaardbespelingen, de viering van 15 mei 1572, de open monumentendag, de stadswandeling et cetera (zie tabel 6, p20).
Kroniek van Enkhuizen
Actiepunt 6: Activiteiten op het gebied van monumenten en immaterieel erfgoed continueren.
6.2 Zorgen voor betaalbare en toegankelijke oefenruimtes en uitvoeringslocaties Oefenruimtes zijn nodig om cultuurparticipatie van mensen die zelf een kunstvorm beoefenen mogelijk te maken. Uit de consultatieronde met het veld en uit de beleidspraktijk is gebleken dat met name amateurverenigingen niet tevreden zijn over de mogelijkheden om betaalbaar te kunnen oefenen in een ruimte die zich daarvoor leent. Het gaat daarbij vooral om koren, toneel- en muziekverenigingen. Er zijn twee knelpunten geconstateerd: 1
2
De (commerciële of non-profit) zaalverhuurder besluit om de prijzen voor zaalhuur te verhogen. De verenigingen moeten vervolgens deze kosten opvangen, maar zitten al aan de bovengrens van redelijke contributie. De andere voornaamste inkomstenbron is gemeentelijke subsidie, maar volgens de verordening zijn alleen activiteiten subsidiabel en niet de exploitatiekosten. Echter, er zijn in de praktijk meerdere organisaties die (historisch gegroeide) huurcompensatie via subsidie ontvangen. Zowel verenigingen als particuliere beoefenaars (met name muzikanten) geven aan dat er een tekort is aan betaalbare, goed geoutilleerde oefenruimtes.
22
http://www.icn-kennisdossiers.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=108:thema-maatschappij-immaterieelerfgoed&catid=47:thema-maatschappij&Itemid=109
21
De belangrijkste zaalverhuurders voor amateurkunst beoefenaars zijn de Drommedaris, de Nieuwe Doelen, IJsselzand en de Nutszaal. De eerste drie accommodaties ontvangen zelf ook gemeentelijke subsidie, de laatste wordt commercieel geëxploiteerd. In het coalitieakkoord is aangegeven dat de gemeente wil zorgen voor voldoende oefenruimten voor de sociaal culturele verenigingen en organisaties. Uit de nota accommodatie- en vastgoedbeleid moet 23 blijken wat het benodigde aantal ruimten en de beste exploitatie zullen zijn. 6.3 Beeldende kunst in de buitenwijken realiseren Volgens het VNG Ringmodel kan een kleine gemeente op het gebied van beeldende kunst investeren in architectuur, vormgeving van de openbare ruimte en tentoonstellingsruimten. Tabel 7: Voorzieningen die een rol spelen bij de tweede prioriteit, punt 3: Beeldende kunst in de buitenwijken realiseren. Discipline Beeldende kunst en bouwkunst
Voorziening Architectuur Vormgeving van de openbare ruimte Tentoonstellingsruimte
In Enkhuizen Geen architectuurbeleid Reservering t.b.v. kunst in de openbare ruimte Westerkerk, Blauwe Zaal stadhuis, diverse galeries
In Enkhuizen leeft vooral de ambitie (zowel gemeentelijk als bij verscheidene organisaties) om vormgeving van de openbare ruimte verder in te vullen. Met name de wijken buiten de vesting komen in aanmerking voor verfraaiing. Om dit te bewerkstelligen is een aantal randvoorwaarden noodzakelijk: Budget Een adviescomité van inhoudelijk deskundigen / kunstenaars Een plan van aanpak Er is een subsidieaanvraag gedaan door de stichting De Maagd van Enkhuizen om beeldende kunst in de buitenwijken te realiseren voor een bedrag van € 17.500. De gemeenteraad heeft op 9 maart 2009 besloten om toekenning van dergelijke aanvragen aan te houden tot na vaststelling van deze cultuurnota. In het kader van de bezuinigingen, maar ook de status van de huidige beelden in de openbare ruimte lijkt het ook verstandig om de inventarisatie, het onderhoud, de verzekering, de beveiliging en het zichtbaar maken van de bestaande beelden te verbeteren. Vanwege de actuele koperdiefstallen en vernielzucht zijn beelden in de openbare ruimte kwetsbaar. Daarnaast zijn de beelden niet altijd even zichtbaar en zou de sociale controle verbeterd kunnen worden. Dit, bijvoorbeeld door schoolklassen een beeld te laten ‘adopteren.’ Actiepunt 7: Verbeteren van het onderhoud, de beveiliging, de verzekering en het beter zichtbaar maken van de kunst in de openbare ruimte.
Actiepunt 8: Realisatie van nieuwe beeldende kunst in de buitenwijken.
23
Gezien het voornemen om deze problematiek integraal in de accommodatienota mee te nemen vloeien er geen actiepunten uit voort voor het cultuurbeleid. Het is van belang om in dat proces wel aansluiting te zoeken met cultuur- en subsidiebeleid. Financiële gevolgen van accommodatiebeleid zijn in dit stadium nog niet te overzien. Dit beleid is nog in ontwikkeling.
22
6.4 Activiteiten op het gebied van beeldende kunst stimuleren Naast de beeldende kunst in de openbare ruimte vormen de activiteiten op het gebied van beeldende kunst een apart speerpunt. De gemeente vindt het belangrijk om volwassenen en jeugd breed kennis te laten maken met verschillende vormen van beeldende kunst: schilderkunst, fotografie, videokunst et cetera, waarbij participatie en educatie hand in hand gaan. Dat betekent niet alleen kijken, maar vooral ook zelf doen en zelf ervaren. In het binnenschoolse culturele aanbod kan de gemeente vooral een stimulerende rol op zich nemen. In het buitenschoolse aanbod, bij culturele organisaties en verenigingen, kan in overleg bepaald worden welke activiteiten op het gebied van beeldende kunst ontwikkeld of doorgezet kunnen worden met het oog op samenhang en spreiding. Dit valt onder actiepunt 2 en zal – waar relevant – onder de aandacht gebracht worden (bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van combinatiefuncties).
6.5 Activiteiten op het gebied van film stimuleren Ook de kennismaking van volwassenen en jeugd met de discipline film worden als belangrijk ervaren. Het aanbod op het gebied van film werd echter als gemis ervaren tijdens de consultatieronde met het veld. Als modern medium (actief), maar ook als hedendaagse kunstdiscipline (passief) is het goed denkbaar dat deze discipline meer aandacht verdient binnen het culturele aanbod van Enkhuizen. Naast het Filmhuis Enkhuizen zou het binnen- en buitenschoolse aanbod op het gebied van film gestimuleerd kunnen worden. Ook dit valt onder actiepunt 2 en zal – waar relevant – onder de aandacht gebracht worden (bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van de combinatiefuncties).
6.6 Cultureel Platform en de gemeente als regisseur Het culturele veld heeft duidelijk haar behoefte kenbaar gemaakt. Zij wil dat de gemeente zorgt voor het bevorderen van samenwerking en verbinding, daarin een coördinerende rol vervult en fungeert als aanjager van ontwikkelingen die zich voordoen. De gemeente maakt daarin als regisseur duidelijke keuzen op basis van het cultuurbeleid: wat doen we wel en wat niet en wie moet dat gaan uitvoeren, of juist niet (meer)? Dit is ook vervat in actiepunt 2. Het Cultureel Platform kan hier – in samenwerking met de gemeente – een rol in vervullen. Het overzicht, de samenhang en spreiding zijn daarbij belangrijke factoren. Het ontwikkelen van een overkoepelend thema kan daarbij van dienst zijn. Het veld heeft er dan ook voor gepleit om de verdiepingen thematisch te benaderen: de gemeente kiest voor een bepaalde periode een inhoudelijk thema en stuurt aan op invulling van het culturele aanbod conform het gekozen thema. Vanuit verschillende invalshoeken (educatie, evenementen, erfgoed, podiumkunsten) wordt bij het centrale thema aangehaakt. Voor het profileren van de stad zou dat een goede ontwikkeling zijn en daarnaast voorkomt een dergelijke aanpak versnippering en overlap. Het ontwikkelen van een publieksversie van deze cultuurnota zou daarvoor een belangrijke aanzet kunnen vormen. In deze publieksversie zou, in samenspraak met het culturele veld en andere belanghebbende, een thema gekozen moeten worden, waar een ieder zich aan wil conformeren. Actiepunt 9: Het ontwikkelen van een publieksversie van deze cultuurnota met als leidraad een te kiezen gedragen thema in samenspraak met het culturele veld.
23
6.7 Overzicht actiepunten hoofdstuk 5 + financiële consequenties
Actiepunt 5: Een goede invulling realiseren van de advies- en coördinatiefunctie voor het gemeentelijk kunst- en cultuurdepot, alsmede voor de ontsluiting ervan. Voorgesteld wordt om een bedrag van € 50.000 te reserveren vanuit de reserve Kunst- en Museumbeleid.
Actiepunt 6: Activiteiten op het gebied van monumenten en immaterieel erfgoed continueren. In het subsidieprogramma 2010 wordt vanuit cultuur € 10.000 besteed aan activiteiten die behoud of ontsluiting van monumenten of immaterieel erfgoed ten doel hebben. Daarnaast wordt er op incidentele basis budget ingezet ten gunste van restauratieprojecten, dit varieert per jaar.
Actiepunt 7: Verbeteren van het onderhoud, de beveiliging, de verzekering en het beter zichtbaar maken van de kunst in de openbare ruimte. De beelden in de openbare ruimte vallen onder twee beleidsterreinen, te weten cultuur (afdeling samenleving) en stedelijk beheer. Er bestaat een inventarisatie van de dertig beelden in de openbare ruimte, waarvan één tot de rijkscollectie behoort. De beelden worden binnenkort getaxeerd, waarna keuzen gemaakt moeten worden in het wel of niet verzekeren (of ophogen van de verzekering) van de bestaande beelden. Na de taxatie moet een beheer- en onderhoudsplan opgesteld worden.
Actiepunt 8: Realisatie van nieuwe beeldende kunst in de buitenwijken. Het budget is beschikbaar doordat in de afgelopen jaren een reservering is opgebouwd om kunst in de openbare ruimte te realiseren (in de reserve kunst- en museumbeleid, jaarlijks wordt hierin een dotatie gedaan van € 32.000). Vooralsnog is er € 17.500 beschikbaar voor de stichting De Maagd van Enkhuizen.
Actiepunt 9: Het ontwikkelen van een publieksversie van deze cultuurnota met als leidraad een te kiezen en gedragen thema in samenspraak met het culturele veld. Het ontwikkelen van de publieksversie zal ambtelijke capaciteit kosten en dient opgenomen te worden in het afdelingsplan voor de afdeling Samenleving. Dit traject kan een mooi startpunt zijn om het Cultureel Platform weer nieuw leven in te blazen.
24
7 SAMENVATTING ACTIEPUNTEN EN FINANCIËLE CONSEQUENTIES Actiepunt
Financiële raming per jaar
Dekking
Prioriteit 1: Een solide culturele basis 1. Consolideren van de basis door in stand houden van het subsidieprogramma ter ondersteuning van activiteiten op het gebied van cultuurparticipatie en cultuuren erfgoededucatie. 2. Om de gemeentelijke regierol goed te funderen, worden beleidsregels opgesteld ten behoeve van de beoordeling van subsidieaanvragen op het gebied van amateurkunst, kunstzinnige vorming en bibliotheekwerk. 3. In stand houden van de bibliotheek en uitwerken van de couleur locale. 4. De eerstelijns taken op het gebied van cultuureducatie voortzetten in de vorm van combinatiefuncties en regionale mogelijkheden op het gebied van cultuureducatie, zoals de opleiding van leerkrachten basisonderwijs tot Interne Cultuur Coördinator.
€ 492.050
200 uur
€ 355.000
Reguliere subsidieprogramma
Ambtelijke capaciteit, op te nemen in het afdelingsplan voor de afdeling Samenleving.
Regulier subsidieprogramma
€ 15.000
Naar verwachting is ongeveer € 6.475 extra benodigd voor de instandhouding van de eerstelijns taken cultuureducatie (hierover volgt een apart voorstel). De overige € 8.525 valt binnen het reguliere subsidieprogramma
€ 50.000
Reserve kunst- en museumbeleid
Prioriteit 2: Verstevigen van cultuur 5. Een goede invulling realiseren van de advies- en coördinatiefunctie voor het gemeentelijk kunst- en cultuurdepot, alsmede voor de ontsluiting ervan. 6. Activiteiten op het gebied van monumenten en immaterieel erfgoed continueren. 7. Verbeteren van het onderhoud, de beveiliging, de verzekering en het beter zichtbaar maken van de kunst in de openbare ruimte.
€ 10.000 + incidentele uitgaven € 2000 voor de taxatie, overige kosten zijn nog niet in kaart te brengen
8. Realisatie van nieuwe beeldende kunst in de buitenwijken.
€ 17.500
9. Het ontwikkelen van een publieksversie van deze cultuurnota met als leidraad een te kiezen en gedragen thema in samenspraak met het culturele veld.
200 uur
Regulier subsidieprogramma
€ 2000 uit de Reserve kunst- en museumbeleid. De overige kosten vallen onder het budget stedelijk beheer Reserve kunst- en museumbeleid Ambtelijke capaciteit, op te nemen in het afdelingsplan voor de afdeling Samenleving. Vormgeving en printwerk zullen zoveel mogelijk binnen de gemeente worden uitgevoerd.
25
BIJLAGEN
26
Bijlage 1 VNG Ringmodel
De culturele infrastructuur van gemeenten in ringen
film
27
Bijlage 2 Amendement PvdA, SP en Lijst Quasten
28
29
Bijlage 3 Motie Cultuurhistorische collectie / Heroverweging cultuurbeleid
30
Bijlage 4 Inspraaktabel concept cultuurnota: eerste ronde Respondent
Onderwerp
Reactie college
Peter van der Linde
- Heeft met veel belangstelling de cultuurnota bestudeerd. - Geeft aan dat De Cast gevonden wordt door lager en middelbaar onderwijs. - Pleit ervoor dat De Cast opgenomen wordt in tabel 4 onder ‘amateurkunstverenigingen,’ ‘lespunt cultuureducatie’ en ‘cultuur en school.’ - Deze aanvullingen kunnen meegenomen worden naar tabel 5. - Theaterschool de Cast biedt ondersteuning aan CKV lessen van het voortgezet onderwijs en gaat in overleg met de ICC van het basisonderwijs een lesprogramma realiseren.
De Cast is opgenomen in tabel 4, p15 onder ‘lespunt cultuureducatie.’ Ze is niet expliciet opgenomen onder ‘amateurkunstverenigingen,’ omdat ze valt onder ‘theaterverenigingen.’ Ze is ook niet opgenomen onder ‘cultuur en school,’ omdat hieronder de overkoepelende organisaties voor cultuureducatie vallen. Bovenstaande geldt tevens voor tabel 5, p17.
- Stelt dat de cultuurnota nog sterk het karakter van een inventarisatie draagt, maar wat mist er? In tabel 4 en 5 mist onder podiumkunsten: de Gitaarsalon en de Muziekkring. - De nota wekt de indruk dat moderne(re) kunst iets voor moderne(re) wijken is. - Raadt een zekere prudentie aan in het principe dat de gemeente geen tekorten bij organisaties aanvult als gevolg van rijks- of provinciale bezuinigingen, omdat niet altijd helder is wat de gevolgen voor de plaatselijke samenleving kunnen zijn. - Stelt voor om onder 6.2 de behoefte aan betaalbare oefenruimten aan te vullen met ‘betaalbare en toegankelijke oefenruimten en uitvoeringslocaties. - Is van mening dat er zowel aan de bibliotheek, als aan het muziekonderwijs te weinig aandacht wordt besteed, welke rol spelen zij in het culturele beleid? - Stelt dat de bibliotheek niet alleen een plaats zou moeten zijn waar informatiedragers kunnen worden geraadpleegd, maar dat er ook gelegenheid is voor ontmoeting met en uitwisseling van kennis en cultuur. Dit vergt hele andere accommodaties dan nu bestaan aan het Kwakerspad en de Meeuwenlaan, maar ook een heel andere sfeer. De WMOraad suggereert één goed functionerend bibliotheekcentrum in Enkhuizen in stand te houden in plaats van twee te kleine locaties, die beide niet voldoen. Combinaties met een brede school, een regionale scholengemeenschap of andere instellingen zijn een optie. - Trekt de investering in de Drommedaris in twijfel. Acht een investering van 1,2 miljoen in
De Gitaarsalon en Muziekkring zijn opgenomen in tabel 4, p15 en tabel 5, p17. De inleiding is herschreven. Uit de ‘oude’ inleiding zou opgemaakt kunnen worden dat moderne(re) kunst iets voor moderne(re) wijken is. Er is gepoogd deze indruk weg te halen. Op p17 staat vermeld dat de gemeente in principe niet bijspringt wanneer andere overheden bezuinigen. Hiermee is enige prudentie in acht genomen. Onder 6.2, p21 is het zorgen voor betaalbare oefenruimten aangepast tot het ‘zorgen voor betaalbare en toegankelijke oefenruimten en uitvoeringslocaties.’ Het bibliotheekwerk moet nader uitgewerkt worden. Het muziekonderwijs valt onder de amateurkunsten, combinatiefuncties en cultuurparticipatie- en educatie, maar wordt inderdaad niet expliciet benoemd. De investering in de Drommedaris heeft als
Stg. Enkhuizer Kindertheater de Cast
Kees van Zijverden Voorzitter WMOraad Enkhuizen
31
de instandhouding van een monument te onderbouwen, maar niet als investering in goede, doelmatige en een gunstig gelegen culturele ruimte.
Lies Turksma Voorzitter Comité 21 mei 1572
Saskia Vroom Kunstcompagnie
Jan Sparreboom Adviseur historische informatie, bedrijfsvoering en collectiebeheer Cultureel Erfgoed Noord-Holland
doel zowel het monument, alsook de functie als culturele instelling te bewaren. De stichting streeft naar bredere openingstijden en grotere toegankelijkheid van het pand voor inwoners en toeristen.
- Spreekt uit dat het Comité 21 mei 1572 in aanmerking mag blijven komen voor subsidie om jaarlijks het historisch feit te gedenken dat de burgerij van Enkhuizen zich op 21 mei 1572 – zonder bloedvergieten heeft bevrijd van de Spaanse overheersers. Zij koos voor De Prins van Oranje.
Dit heeft geen consequenties voor de definitieve cultuurnota.
- Geeft aan dat de cultuurnota een degelijke analyse van de kansen en mogelijkheden bevat die de stad Enkhuizen te bieden heeft. - Geeft aan dat het waarborgen van een steunfunctie cultuureducatie een gepasseerd station is, daar de subsidies van alle provinciale steunfuncties in twee jaar tijd afgebouwd worden. - Is van mening dat het genoemde bedrag voor de opleiding van meerdere ICC’ers in het basisonderwijs te gering is. - Stelt tevens dat het draagvlak bij de scholen zelf moet liggen. In het verleden is gebleken dat reisafstand en tijdgebrek dit in de weg hebben gestaan. - Draagt als idee aan: een ICC-cursus op maat in Enkhuizen. - Constateert tevens dat de toekomstige taken mogelijk uitgevoerd kunnen worden door een combinatiefunctionaris. - Suggereert de gemeente om meer regie te nemen, partijen bij elkaar te brengen en een tijdpad te maken.
De instandhouding van het steunpunt cultuureducatie is verwijderd uit prioriteit 1. De opleiding van ICC’ers zal met de basisscholen besproken moeten worden op het gebied van verwachtingen en haalbaarheid. De combinatiefuncties zijn in ontwikkeling. Daarnaast wordt er regionaal onderzocht of en hoe de eerstelijns taken op het gebied van cultuureducatie doorgezet kunnen worden.
- Meldt dat de bezuinigingen van de provincie een ongunstig effect op deze nota en de prioriteiten - door de raad gesteld – hebben. - Stelt dat het laten kennismaken met cultureel erfgoed te weinig steun krijgt bij de raad. - Is van mening dat de gemeente haar eigen invloed onvoldoende uitoefent bij haar pogingen om met de collectie de bevolking te bereiken en beveelt aan hierover afspraken te maken met het Westfries Museum om daar een zekere, minimale basis voor te leggen - Is van mening dat de opmerkingen over het depot onterecht en onjuist zijn. - Geeft aan dat het hem opvalt dat het onderzoek van Jaap Kerkhoven naar de waarde van de collectie (2008) ongenoemd blijft, terwijl het juist zoveel goede suggesties geeft voor het beter bekend en bemind
Er zijn afspraken gemaakt met het Westfries Museum over mogelijke herhuisvesting van de collectie, over mogelijkheden tot ontsluiting en over het beheer. Dit zal verder uitgewerkt worden in 2011. De opmerkingen over het depot zijn genuanceerd tot ‘bovendien zijn de klimatologische omstandigheden in het depot niet optimaal, waardoor de kwaliteit van de stukken wordt
32
maken van de collectie.
Jaap Kerkhoven Is als lid van de werkgroep cultuurhistorie betrokken bij de cultuurhistorische collectie van de gemeente Enkhuizen en heeft in 2008 in opdracht van B&W een historische waardebepaling ervan uitgevoerd
Thade van Doesburgh Voorzitter stg. Portret van Enkhuizen
Melanie Hollinger
- Reageert in het bijzonder op hoofdstuk 5 van de cultuurnota. - Kan zich niet vinden in de volgende vaststelling: “Bovendien zijn de klimatologische omstandigheden in het depot volkomen ongeschikt…” Het depot is met overheidsgelden tot stand gebracht, het heeft evidente beperkingen, maar uw passage leest alsof het een berging op zolder is. - Acht het onverstandig dat enkele jaren terug de depotbeheerder van zijn functie is gezet en is van mening dat in die functie zeker opnieuw moet worden voorzien. - Geeft de voorkeur aan het reserveren van budget conservering en restauratie i.p.v. collectiebeheer. - Vraagt zich af bij welke concrete stukken of collectieonderdelen het onherstelbaar verval dreigt? - Is van mening dat er afspraken met het WFM moeten worden gemaakt over de toegankelijkheid van de gehele collectie, met name de uit esthetisch oogpunt minder belangrijke stukken in het depot die niet uit die bloeitijd stammen. - Wil in de cultuurnota opnemen dat bij het ontsluiten van lokaal erfgoed de collectie als geheel wordt.
bedreigd’ op p21. Het onderzoek van de heer Jaap Kerkhoven is opgenomen in hoofdstuk 6.1, p20. De opmerkingen over het depot zijn genuanceerd tot ‘bovendien zijn de klimatologische omstandigheden in het depot niet optimaal, waardoor de kwaliteit van de stukken wordt bedreigd’ op p20 Over het beheer, behoud en de ontsluiting van de collectie wordt momenteel nagedacht (in samenwerking met het Westfries Museum). Er wordt in eerste instantie uitgegaan van het ontsluiten van de collectie in gedeelten, mogelijk in combinatie met het nieuw te ontwikkelen Historisch Informatiepunt.
- Acht de cultuurnota als belangrijke stap in het bespreekbaar en kenbaar maken van de gemeentelijke koers op cultureel gebied, omdat het meer energie mobiliseert dan de gemeente zelf. - Geeft de aanbeveling een cultuurthema te ontwikkelen aan de hand van bijvoorbeeld een verbindende slagzin of een inspirerend historisch figuur. - Adviseert de gemeente tevens een publieksversie van de nota uit te brengen. - Adviseert om explicieter te zijn over de beoogde eindtoestand en criteria van succes. - Suggereert de sanering van de depot- en BKR-collectie expliciet te noemen in de nota, compleet met target dates en een beoogde eindtoestand. - Mist een indicatie als het gaat om de samenwerking met bestaande nietbestuurlijke organisaties.
Na vaststelling van de cultuurnota wordt nagedacht over een ‘publieksversie’ met een breed gedragen thema. Via beleidsregels en prestatie-afspraken zullen scherpere criteria met gesubsidieerde instellingen vastgelegd worden. Over het beheer, behoud en de ontsluiting van de collectie wordt momenteel nagedacht (in samenwerking met het Westfries Museum). Onder de paragraaf ‘samen sterk,’ p13 is de ambitie tot samenwerking met verschillende organisaties, waaronder de culturele, verwoord.
- Acht het als problematisch dat de nota Economische zaken en Toerisme nog moet
Er zal voor gewaakt worden dat de nota
33
Bestuurslid Stichting Themaweken Enkhuizen
-
-
-
Klaas Koeman Voorzitter Oud Enkhuizen
verschijnen, waaronder prioriteit drie geschaard is: stimuleren van cultuurtoerisme en creatieve industrie. Denkt dat het gevaar bestaat dat cultuurgerelateerde zaken die bij de nota EZT aan de orde komen niet meer opgenomen kunnen worden in de cultuurnota. Denkt dat er tegengestelde belangen kunnen opspelen: wat goed is voor een Enkhuizer hoeft niet persé goed te zijn voor een toerist. Vraagt hoe culturele en economische doelstellingen in beide nota’s worden opgenomen en hoe dit doorwerkt in subsidieaanvragen, kortom: hoe wordt de eenheid bewaard? Vanuit cultuurtoerisme en vanuit culturele organisaties is er behoefte aan een overzicht van uitvoeringen, evenementen e.d. In de cultuurnota staat dat het culturele aanbod enigszins eenzijdig is en daarom witte vlekken meer aandacht zullen krijgen, maar vanuit cultuurtoerisme is ook te overwegen dat Enkhuizen zich juist profileert. Of is dit nu een voorbeeld van tegengestelde belangen?
- Merkt, namens de stichting, op dat in tabel 5 de stadswandelingen ontbreken, die door vereniging Oud Enkhuizen en het VVV worden georganiseerd (6-8 per jaar, van gemiddeld 100 belangstellenden per keer). - Zou graag onder het kopje monumenten in tabel 5 een opmerking over bouwhistorisch onderzoek plaatsen. Voor grote monumenten is dit gebruikelijk, maar de vereniging heeft dit ook een aantal keer uitgevoerd bij kleinere monumenten (een bouwhistorische verkenning of uitgebreider onderzoek) in samenwerking met dhr. G. Vermeer van de Universiteit van Amsterdam. Geadviseerd wordt dit ad hoc beleid om te zetten in structureel beleid, omdat niet alleen cultuurhistorisch waardevolle informatie ontdekt wordt, maar tevens de gemeente en eigenaar van een monument beter geïnformeerd bij de Monumenten Plannencommissie restauratieverzoeken in kunnen dienen. - Is van mening dat de opmerking over het ontbreken van een oudheidskamer geen recht doet aan de vrijwilligers die reeds jaren de oude stadsgevangenis inrichten, open houden en archeologische vondsten in wisselexposities tentoonstellen.
economische zaken de cultuurnota niet bijt, maar juist aanvult. Via nog op te stellen beleidsregels zal de eenheid in subsidieaanvragen bewaard worden, alsook het overzicht van het (gesubsidieerde) aanbod.
De stadswandelingen, georganiseerd door de vereniging Oud Enkhuizen en het VVV zijn opgenomen in tabel 4, p15 en tabel 6, p20. Er is nog te weinig zich op de haalbaarheid van het structureren van bouwhistorisch onderzoek bij monumenten. De Oude Stadsgevangenis is opgenomen in tabel 4, p15 en tabel 6, p20 onder ‘oudheidkamer.’
34
Bijlage 5 Inspraaktabel concept cultuurnota: tweede ronde Respondent
Onderwerp
Reactie college
Kees van Zijverden
- Spreekt de zorg uit over de invloed van de komende bezuinigingen en betreurt dat de mogelijke nadelige gevolgen niet in deze nota zichtbaar worden gemaakt. Wat de WMOraad betreft verdienen mogelijke nadelige gevolgen voor het bibliotheekwerk, de muziekschool en de toegankelijkheid van accommodaties de aandacht. - Heeft vernomen dat de alinea over de Drommedaris uit de nota verdwenen is, maar benadrukt nogmaals graag dat in de visie van de WMO-raad dat een dergelijke kostbare investering effectiever zou kunnen worden ingezet. - Geeft aan dat actiepunt 3 in hoofdstuk 6 in overeenstemming gebracht dient te worden met actiepunt 3 in hoofdstuk 4. - Geeft aan dat bij de inventarisatie van oefenruimten podiumkunsten op pagina 22 ‘IJsselzand’ ontbreekt.
In hoofstuk 5.2, onder actiepunt 2, op p17 is opgenomen dat de nullijn in het subsidieprogramma wordt gehanteerd in 2012. De gevolgen voor de daaropvolgende jaren zijn nog niet bekend. Wel wordt vanuit de beleidskaders van het rijk en de provincie duidelijk dat er meer taken bij de gemeente neergelegd worden, maar daarvoor geen extra geld beschikbaar is. Hier moet verstandig mee omgegaan worden, bijvoorbeeld door samenwerkingsverbanden te versterken. Het college heeft notie genomen van de bedenkingen over de restauratie en optimalisering van de Drommedaris. De raad spreekt zich hierover uit op 10 mei 2011. Actiepunt 3 uit het vorige concept staat in de nieuwe versie onder hoofdstuk 5, p15, maar is in overeenstemming gebracht met de samenvatting van actiepunten in hoofdstuk 7, p25. IJsselzand is toegevoegd aan tabel 4, p15 en ook in het tekstuele deel op p22, objectief gezien is IJsselzand inderdaad een oefenruimte. Het college heeft notie genomen van de visie van de WMO-raad op het lokale bibliotheekwerk en neemt dit mee bij de uitwerken van de couleur locale.
- Is van mening dat dit concept op een heldere wijze de context voor het gemeenschappelijk cultuurbeleid voor 2011-2014 weergeeft. - Meent dat de doelstelling van de Stichting
De landelijke en provinciale doelstellingen staan weliswaar nog overeind, maar zijn sterk
Voorzitter WMOraad Enkhuizen
Dr. A.M.Th. Leerintveld & J. Keppel
35
Bestuur van de Stichting Librije Westerkerk Enkhuizen
Librije Westerkerk Enkhuizen: instandhouding, beheer en presentatie van de stadsbibliotheek Enkhuizen op verschillende plaatsen past in de nota, maar daar niet genoemd wordt. Dit zijn de drie landelijke thema’s die Enkhuizen als meest wezenlijk beschouwd, maar ook twee thema’s van de provincie: Levend Verleden & Genieten en Meedoen. Daarnaast draagt de Librije bij aan de ambities die neergelegd zijn in de Stadsvisie Enkhuizen 2030, maar ook de verbreding van de basis voor cultuurtoerisme en citymarketing. - Stelt voor dat de Stichting Librije Westerkerk Enkhuizen opgenomen wordt in hoofdstuk 5 van de concept nota onder het kopje: Verdieping in beeldende kunst en erfgoed en de daaruit voortvloeiende doelstelling van het ontsluiten van lokaal erfgoed ten behoeve van kennismaking. - Stelt voor om de activiteiten van de Stichting Librije Westerkerk Enkhuizen in bescheiden vorm op te nemen in hoofdstuk 6 met de samengevatte actiepunten, namelijk onder prioriteit 1, punt 1 en prioriteit 2, punt 7.
in ambitieniveau gedaald als gevolg van de bezuinigingen. Daarnaast zijn deze doelstellingen opgenomen in de hoofdstukken die de kaders voor Enkhuizen schetsen, waar vanaf hoofdstuk 4 de specifieke Enkhuizense situatie pas aan bod komt. In plaats van het specifiek benoemen van de Stichting Librije Westerkerk Enkhuizen onder doelstellingen en actiepunten waar andere organisatie ook niet worden benoemd is de Librije Westerkerk: Bibliotheca Enchusana opgenomen in tabel 4, p15 onder cultureel erfgoed en tevens in tabel 6, p20.
Esther Wagenaar
- Stelt dat de concept beleidsnota cultuur al deels achterhaald is, omdat de provinciale en rijksdoelstellingen qua ambitieniveau aangepast zijn op de bezuinigingen. - Is van mening dat de Samenvatting & Leeswijzer helder en duidelijk is, het geeft de doelstellingen en prioriteiten goed weer. - Geeft aan dat niet alleen de BTW op de podiumkunsten verhoogd is naar 19% , maar ook over het werk van kunstenaars wordt in plaats van 6% nu ook 19% BTW geheven. Vanaf september 2011 dienen Centra voor de kunsten aan haar cursisten vanaf 21 jaar tevens 19% in rekening te brengen. - Wat houden de begrippen kunst en cultuur in, maar ook kunst- en cultuureducatie? Deze worden nu in één adem genoemd. - Is van mening dat het opnemen van de maatregel dat de gemeente de wegvallende financiën van rijk en provincie niet opvangt niet op deze manier verwoord zou moeten worden, omdat het weinig inhoud heeft. Er wordt voorgesteld om vanuit de gemeentelijke behoeften en prioriteiten te onderzoeken of er andere financieringsmogelijkheden zijn voor belangrijke activiteiten die dreigen te verdwijnen. - Brengt in dat het goed is dat de Stadsvisie en het Coalitieakkoord als twee aparte visies benoemd worden. - Merkt op dat de van tevoren beschreven prioriteiten in de rest van het stuk worden losgelaten. Er wordt voorgesteld om de
Het cultuurbeleid van het rijk en de provincie zijn aangepast op basis van de actuele ontwikkelingen, zoals de bezuinigingen, in hoofdstuk 3, p7. De veranderingen in de BTW-regels zijn toegevoegd onder het kopje Regeerakkoord 2010-2014, p8. Er zijn begripsbepalingen opgenomen in een nieuw hoofdstuk, hoofdstuk 2, p5. Er is een nuancering aangebracht in de beschrijving van het niet automatisch overnemen van wegvallende financiën vanuit het rijk of de provincie. Vanuit gemeentelijk behoeften en prioriteiten zou per casus bekeken moeten worden hoe er op efficiënte wijze met wegvallende financiën omgegaan kan worden. Dit is als actiepunt verwijderd. Zie hiervoor hoofdstuk 5.1, p17. De actiepunten zijn opnieuw bekeken en
Directrice van De Blauwe Schuit te Hoorn
36
doelstellingen en actiepunten niet alleen vanuit de financiën, maar ook op basis van de inhoud prioriteit te geven. De prioritering zou dus helderder kunnen, ook omdat bepaalde actiepunten op elkaar in grijpen. De verbanden tussen de actiepunten zouden gezocht kunnen worden. - Gaat in op de termen actief, receptief en reflectief en mist in dit verband het onderscheid in de nota. Er hangen verschillende prijskaartjes aan deze vormen van cultuurparticipatie en de combinatiefuncties bieden de mogelijkheid om de actieve participatie uit te breiden. - Geeft aan dat het belang van de regio gemist wordt. - Punt 5.4 is heel vaag, wat is bijvoorbeeld ‘moderne’ kunst?
indien relevant samengevoegd. De actiepunten zijn op een meer heldere wijze opgehangen aan de gestelde prioriteiten. Zo zijn twee voormalige actiepunten op het gebied van cultuureducatie samengevoegd, omdat ze op elkaar inhaken. Zie hiervoor actiepunt 4, p16. Naast het actiepunt over de realisatie van kunst in de buitenwijken is het verbeteren van de huidige beelden in de openbare ruimte op verschillende vlakken als actiepunt toegevoegd. Zie hiervoor actiepunten 7 en 8, p22 De termen actief, receptief en reflectief zijn opgenomen in de begripsbepalingen in hoofdstuk 2. De combinatiefuncties zijn, vanwege het belang, opgenomen in de hoofdtekst in plaats van in een voetnoot. Zie hiervoor hoofdstuk 5.1, p17. Het belang van de regio is opgenomen in een nieuwe paragraaf onder hoofdstuk 3: Cultuur in breder perspectief, zie hiervoor hoofdstuk 3.3: Het belang van de regio: WestFriesland, p11. Paragraaf 6.4 is enigszins aangepast. Het begrip ‘modern’ is er uitgehaald, omdat dit te vaag en veelomvattend is. Zie hiervoor hoofdstuk 6.4, p23.
37
38