RWZI ’s-Hertogenbosch MER samenvatting oplegnotitie
Samenvatting datum: 26 mei 2015
RWZI ’s-Hertogenbosch - renovatie MER samenvatting oplegnotitie Gegund ontwerp & Groen gas project
Projectnummer 000121
RWZI ’s-Hertogenbosch MER samenvatting oplegnotitie
Inhoud Aanleiding..............................................................................................................................4 Tussentijds-MER................................................................................................................4 Inhoud oplegnotitie.............................................................................................................4 Ontwerp renovatie RWZI ...................................................................................................4 Waterlijn ................................................................................................................................4 Voorbehandeling ................................................................................................................4 Biologische behandeling.....................................................................................................4 EssDe® ..............................................................................................................................5 DEMON® op het rejectiewater (afkomstig van de ontwatering van het uitgegist slib) ........5 Relevante milieu- en omgevingsaspecten............................................................................5 Sliblijn....................................................................................................................................5 Slibverwerking ...................................................................................................................5 Relevante milieu- en omgevingsaspecten............................................................................6 Slibgisting ..........................................................................................................................6 Mengsysteem slibgistingstanks ...........................................................................................6 Relevante milieu- en omgevingsaspecten............................................................................6 Wijzigingen in deelstroombehandeling ...................................................................................7 Relevante milieu- en omgevingsaspecten............................................................................7 Verwerking biogas .................................................................................................................7 Relevante milieu- en omgevingsaspecten............................................................................8 Ruimtelijke aspecten & effectenbeschrijving ..........................................................................8 Ruimtebeslag......................................................................................................................8 Verkeersontwikkeling.........................................................................................................8 Externe veiligheid...............................................................................................................8 Conclusie............................................................................................................................8 Plaatsgebonden risico .............................................................................................................8 Groepsrisico .......................................................................................................................8 Wijzigingen ten opzichte van het referentieontwerp............................................................9 Geluid ....................................................................................................................................9 Bouwwerkzaamheden.........................................................................................................9 Vergelijking met alternatieven ............................................................................................9 Luchtkwaliteit ........................................................................................................................9 Natuur ....................................................................................................................................9 Conclusie..........................................................................................................................10 Geur .....................................................................................................................................10 Conclusie..........................................................................................................................10
RWZI ’s-Hertogenbosch MER samenvatting oplegnotitie
Opmerkingen commissie m.e.r. tussentijdse MER ................................................................10 Milieugevolgen van de energieopwekking door slibverwerking ........................................10 Mitigerende maatregelen en best beschikbare technieken..................................................10 Inpassing in de omgeving .................................................................................................10 Milieugevolgen in de aanlegfase .......................................................................................11
RWZI ’s-Hertogenbosch MER samenvatting oplegnotitie
Aanleiding De huidige rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) ’s-Hertogenbosch zuivert sinds 1973 dagelijks het afvalwater van huishoudens en bedrijven uit de gemeente Vught, de gemeente Heusden en vrijwel de gehele gemeente ’s-Hertogenbosch. Een groot deel van de RWZI is verouderd en toe aan grootschalige revisie. Waterschap Aa en Maas heeft omwille van open communicatie met de omgeving in een vroegtijdig stadium een (tussentijdse) milieueffectrapportage (MER) opgesteld. Een milieueffectrapportage brengt de milieugevolgen van een voornemen in beeld voordat er een besluit over wordt genomen. Zo kan de overheid de milieugevolgen bij haar afwegingen betrekken. In het (tussentijds) MER zijn twee mogelijke ontwerpen beschreven en onderzocht. Deze referentieontwerpen zijn reeds beschreven in het (tussentijds) MER RWZI ’s-Hertogenbosch van 12 februari 2014, opgesteld door Royal HaskoningDHV. Mede op basis hiervan heeft Waterschap Aa en Maas de aanbesteding vorm gegeven. Op basis van een openbare aanbesteding is de opdracht gegund aan de Combinatie BesixHegeman. Het ontwerp waarvoor Waterschap Aa en Maas opdracht heeft gegeven wijkt enigszins af van de ontwerpen zoals beschreven in het (tussentijds) MER.
Tussentijds-MER Waterschap Aa en Maas heeft , via Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Brabant, aan de commissie m.e.r. verzocht advies uit te brengen op het tussentijds-MER. Op 22 mei 2014 (rapportnummer 2511–44) heeft de commissie m.e.r. een tussentijds advies uitgebracht.
Inhoud oplegnotitie In deze oplegnotitie worden de afwijkingen van het in opdracht gegeven ontwerp (vanaf hier genoemd gegund ontwerp) ten opzichte van het referentieontwerp besproken en getoetst op milieu- en omgevingsgevolgen. Verder wordt er ingegaan op de opmerkingen die zijn gegeven op het tussentijds-MER door de commissie m.e.r. Indien in dit document op onderdelen geen afwijking is opgenomen ten opzichte van het referentieontwerp komt het gegund ontwerp overeen met het referentieontwerp.
Ontwerp renovatie RWZI De renovatie van de RWZI is onder te verdelen in de Waterlijn, de Sliblijn en de verwerking van biogas.
Waterlijn Voorbehandeling De behandeling van het binnenkomend afvalwater alsmede de verwerking van de daarbij vrijkomende reststromen wijzigt niet. Wel wijzigt de locatie van het ontvangstwerk. De locatiewijziging is meegenomen in het onderzoek naar de milieuaspecten.
Biologische behandeling In het referentieontwerp is uitgegaan van de zuiveringstechnologie Nereda®, het gegund ontwerp gaat uit van de zuiveringstechnologie EssDe® in combinatie met een Demon®installatie.
RWZI ’s-Hertogenbosch MER samenvatting oplegnotitie
EssDe® Een groot deel van het energieverbruik van een conventionele zuiveringsinstallatie komt door de oxidatie van stikstof (ammonium). In de eerste stap van het EssDe® proces wordt koolstof vergaand verwijderd, zodat het beschikbaar is voor biogasproductie. De tweede stap in de behandeling van afvalwater wordt verrijkt met de-ammonificerende bacteriën uit de Demon®-reactor. Met deze techniek wordt de-ammonificatie in de waterlijn geïntroduceerd, en wordt de stikstof die in de eerste stap niet wordt afgevangen, energiezuinig verwijderd in de waterlijn.
DEMON® op het rejectiewater (afkomstig van de ontwatering van het uitgegist slib) De eerste stap bestaat uit het oxideren van een deel van het ammonium tot nitriet door nitrificerende bacteriën. Vervolgens laat een tweede groep bacteriën, de deammonificerende bacteriën, ammonium en nitriet met elkaar reageren tot stikstofgas. Het DEMON-proces maakt het mogelijk om deze bacteriegroepen in één reactor te laten groeien, ondanks de verschillende eisen die ze stellen aan hun leefomgeving. Voor de belangrijkste voordelen van dit proces wordt verwezen naar de oplegnotitie op pagina 3. Hieronder wordt in een tabel aangegeven wat de wijzigingen in het proces van de waterlijn zijn. Proces Waterlijn
Basiszuivering
Processtappen Referentieontwerp Gegund ontwerp actiefslib reactoren actiefslib reactoren compressoren compressoren nabezinktanks nabezinktanks influentbuffer korrelreactoren Demon-reactor
Wijziging één extra Geen twee extra geen influentbuffer geen korrelreactoren Twee reactoren (oude BABE en één nieuwe)
Tabel 1 Wijzigingen in proces waterlijn De locatie van de compressor wijzigt ook. In het referentieontwerp werd rekening gehouden met een nieuw compressorgebouw. In het gegund ontwerp wordt uitgegaan van plaatsing in het bestaande compressorgebouw. De conform het gegund ontwerp gekozen locaties van de toegevoegde onderdelen is weergegeven in bijlage 2 van de oplegnotitie.
Relevante milieu- en omgevingsaspecten Ten opzichte van het referentieontwerp neemt het gegund ontwerp minder ruimte in beslag. De innovatieve manier waarop de RWZI gerenoveerd wordt zorgt ervoor dat er minder ruimte gebruikt hoeft te worden op de locatie. De verschillen en de effecten worden hieronder verder uitgewerkt.
Sliblijn Slibverwerking De ontvangst van het extern slib geschiedt op dezelfde wijze als in het referentiemodel. Er wordt één slibindikker geplaatst in plaats van twee. De andere wordt ingericht als slibbuffer voor uitgegist slib.
RWZI ’s-Hertogenbosch MER samenvatting oplegnotitie
Proces Sliblijn
Slibverwerking
Processtappen Referentieontwerp Gegund ontwerp retourslibgemaal retourslibgemaal slibindikking (gravitair) slibindikking (gravitair) slibindikking (mechanisch) slibbuffer (overslag naar eindverwerking)
slibindikking (mechanisch) slibbuffer (overslag naar eindverwerking)
slibbuffertank slibbuffertank (voor ontvangst extern slib)
slibbuffertank slibbuffertank (voor ontvangst extern slib) Demon-reactor
korrelslibbuffer
Wijziging Geen Één slibindikker (gravitair) in plaats van twee Geen Geen
Geen Geen
Geen korrelslibbuffer Nieuw (zie ook waterlijn)
Tabel 2 Wijzigingen in de slibverwerking
Relevante milieu- en omgevingsaspecten De wijziging van het aantal slibindikkers heeft een beperkt milieueffect op het gebied van geluid en geur. De wijziging wordt meegenomen in het geluid- en geuronderzoek ten behoeve van de MER.
Slibgisting In het referentieontwerp werd rekening gehouden met drie slibgistingstanks met elk een volume van 4.000 m3. Door een optimalisatie van de bedrijfsvoering is het niet noodzakelijk een derde slibgistingstank te realiseren. Het principe van thermofiele slibgisting blijft behouden. In tegenstelling tot het referentieontwerp is geen eigen stoomopwekking voor het slibgistingsproces noodzakelijk. In het gegund ontwerp wordt dan ook niet uitgegaan van stoomopwekking.
Mengsysteem slibgistingstanks Het mengsysteem wordt uitgevoerd conform het DIGESTMIX®-systeem. Het DIGESTMIX® systeem mengt de inhoud van de vergistingstank door het slib steeds vanuit het bovenste gedeelte van de slibgistingstanks mee te nemen en vervolgens langs de onderzijde terug in de reactor te sturen. Proces Sliblijn
Slibgisting
Processtappen Referentieontwerp Gegund ontwerp Slibgistingstank Slibgistingstank CV-ketel
-
Warmtelevering
Warmtelevering
Wijziging 2 slibgistingstank in plaats van 3 Geen extra warmte nodig geen
Tabel 3 Wijzigingen in de slibgisting
Relevante milieu- en omgevingsaspecten Door het reduceren van het aantal slibgistingstank treden wijzigingen op in de geur- en geluidsemissies. Deze wordt meegenomen in de verschillende onderzoeken.
RWZI ’s-Hertogenbosch MER samenvatting oplegnotitie
Wijzigingen in deelstroombehandeling De deelstroombehandeling van het slib geschiedt op dezelfde wijze als in het referentieontwerp. De centrifuge wordt voorzien boven op de slibbuffer (ontvangst station extern slib) in plaats van in het slibbehandelingsgebouw. Er wordt in het gegund ontwerp geen struviet geproduceerd. Proces Sliblijn
Nabehandeling
Processtappen Referentieontwerp Gegund ontwerp Slibontwatering Slibontwatering Slibbuffer, overslag Slibbuffer, overslag Deelstroombehandeling Deelstroombehandeling - Struviet - Demon (Annamox) - Annamox
Wijziging Locatie geen Geen struvietwinning
Tabel 4 Wijzigingen in nabehandeling
Relevante milieu- en omgevingsaspecten Het verschuiven van de slibontwatering heeft gevolgen voor de geluidsemissie. Dit wordt meegenomen in het geluidsonderzoek.
Verwerking biogas Ten opzichte van het referentieontwerp wordt er geen biogastankstation gebouwd (m.u.v. een kleine afleverinstallatie voor het eigen wagenpark) op het terrein van Waterschap Aa en Maas en vervalt de LNG opslag. Mogelijk wordt deze afleverinstallatie in de toekomst ook gebruikt voor het tanken van het bestaande slibtransport. In het referentieontwerp is gekozen voor cryogene zuivering. Door voortschrijdend inzicht heeft cryogene zuivering niet meer de voorkeur en is dan ook komen te vervallen. Er wordt nog een keuze gemaakt tussen één van de overige drie opwerkingstechnieken. De groene zone langs de Treurenburg waar in het referentieontwerp het biogastankstation was gepland blijft in stand waardoor er minder houtopstand moet worden gekapt. Ten behoeve van de aanleg van een tijdelijke bouwweg wordt wel enige houtopstand gekapt. Volgens de huidige planning zal in 2015 de omgevingsvergunning voor het biogasproject worden aangevraagd bij het bevoegd gezag. Proces Sliblijn
Energieconversie
Processtappen Referentieontwerp Gegund ontwerp Gashouder Gashouder (2) Gaszuivering Gaszuivering Gasverwerking Gasverwerking
biogastankstation
Biogastankstation (eigen wagenpark)
LNG opslag
CBG opslag (eigen wagenpark) Groengasinstallatie Fakkel
Groengasinstallatie Fakkel
Tabel 5 Wijzigingen energieconversie
Wijziging Extra gashouder geen Wijziging van opwerkingsmethode, onbekend Tankstation voor derden wordt naar Afvalstoffendienst verplaatst. Kleine opslagcilinder Geen Geen
RWZI ’s-Hertogenbosch MER samenvatting oplegnotitie
Relevante milieu- en omgevingsaspecten Het belangrijkste milieu- en omgevingsaspect is het verplaatsen van het biogastankstation van RWZI ’s-Hertogenbosch naar de Afvalstoffendienst. Hiermee vervallen op jaarbasis 13.250 transportbewegingen hetgeen meegenomen wordt in het luchtkwaliteit- en geluidsonderzoek. Door het vervallen van een LNG opslag, de plaatsing van een extra gashouder en de reductie van het aantal slibgistingstanks ten opzichte van het referentieontwerp treden wijzigingen op ten aanzien van de externe veiligheid. Dit wordt meegenomen in de kwantitatieve risicoanalyse ten behoeve van de MER.
Ruimtelijke aspecten & effectenbeschrijving Ruimtebeslag Doordat het biogastankstation gebouwd wordt op het terrein van de Afvalstoffendienst, in tegenstelling tot het referentieontwerp, wordt de aanwezige verharding niet uitgebreid ten behoeve van de ontsluiting van het biogasstation. Daarnaast wordt er aan de energieconversie geen installatie voor cryogene gasopwerking toegevoegd. Ook het toepassen van een andere zuiveringstechnologie heeft impact op het ruimtebeslag. Opgemerkt moet worden dat in het tussentijds MER geen rekening is gehouden met de realisatie van de gasopwerking en het biogastankstation. In vergelijking met de huidige situatie neemt het ruimtebeslag in het gegund ontwerp af met 1.120 m2.
Verkeersontwikkeling Omdat het biogastankstation niet wordt geplaatst komt het aantal transportbewegingen dat samenhangt met het LBG station te vervallen. De overige verkeersstromen blijven in het gegund ontwerp gelijk met het referentieontwerp. Deze wijziging is verwerkt in het geluidonderzoek en luchtkwaliteitsonderzoek ten behoeve van de MER. Doordat het biogasstation is vervallen blijft de groene zone langs de Treurenburg intact.
Externe veiligheid Het wijzigen van het aantal slibgistingstanks, het vervallen van het biogasstation en daarmee het vervallen van de LNG opslag heeft gevolgen voor de externe veiligheid. De gevolgen zijn opgenomen in de oplegnotitie.
Conclusie Door Royal Haskoning DHV is een kwantitatieve risico analyse opgesteld. Deze is in de oplegnotitie bijgevoegd als bijlage 3.
Plaatsgebonden risico In figuur 3.1 van de oplegnotitie is het plaatsgebonden risico, ten gevolge van de activiteiten conform het gegund ontwerp bij RWZI ‘s-Hertogenbosch, in de vorm van zogenaamde risicocontouren gegeven. Risicocontouren verbinden locaties met eenzelfde risico met elkaar. Opgemerkt wordt dat het plaatsgebonden risico onafhankelijk is van de daadwerkelijke aanwezigheid van personen.
Groepsrisico Binnen het invloedsgebied bevinden zich geen objecten waar structureel personen aanwezig zijn.
RWZI ’s-Hertogenbosch MER samenvatting oplegnotitie
Wijzigingen ten opzichte van het referentieontwerp De belangrijkste wijziging in het gegunde ontwerp ten opzichte van het referentieontwerp is het opwerken tot groen gas door de opslag en verlading van vloeibaar biogas. Het externe risico voor het referentieontwerp werd vrijwel geheel bepaald door deze opslag. Het externe risico (en het invloedsgebied) voor het gegunde ontwerp is vele malen kleiner.
Geluid Wijzigingen ten opzichte van referentieontwerp die relevant zijn voor geluid (vergelijking met pagina 128 van het MER): Verplaatsing van enkele procesonderdelen (zoals ontvangstwerk, slibcentrifuge, compressor) Twee extra nabezinktanks en één actiefslibtank Geen opwerking van biogas tot LBG Geen tankstation voor derden (Afvalstoffendienst) Geen stoomopwekking Wel opwerking van biogas tot opgewerkt biogas Kleinschalig CBG afleverstation binnen hekwerk RWZI in plaats van LBG-tankstation Wel compressor ten behoeve van transport biogas naar derden.
Bouwwerkzaamheden Tijdens de bouwwerkzaamheden zal enige hinder ontstaan. Deze wordt beperkt door het toepassen van schroefpalen in plaats van heistellingen. Overigens is slechts op één onderdeel (buffertank uitgegist slib samen met de ontvangst silo’s) fundatie noodzakelijk, de overige onderdelen (zoals de nabezinktanks en de actiefslibtank) worden op staal gefundeerd. De (geluids)effecten ten aanzien van het bouwverkeer zijn meegenomen in het opgestelde akoestisch onderzoek ten behoeve van de MER. Overige effecten ten aanzien van de bouwwerkzaamheden zijn niet te verwachten.
Vergelijking met alternatieven Het verschil in de maximale geluidniveaus tussen het referentieontwerp en het conventioneel alternatief wordt voornamelijk veroorzaakt door de ligging van de parkeerplaats en de biogasinstallatie; het verschil tussen het referentieontwerp en het gegunde ontwerp hangt samen met het feit dat er in laatstgenoemd scenario extra reflecties optreden in het verplaatste ontvangstwerk. Het conventionele alternatief is niet innovatief en neemt meer ruimte in beslag. De combinatie BESIX-Hegeman brengt met het referentieontwerp innovatie in om de RWZI te renoveren.
Luchtkwaliteit Wijzigingen van emissiebronnen ten opzichte van het referentie ontwerp: - Extern transport is verminderd met 52 vrachtwagenbewegingen per dag - Geen eigen warmteproductie. Voor de conclusies ten aanzien van het luchtkwaliteitsonderzoek wordt verwezen naar de oplegnotitie op pagina 18 en 19.
Natuur In het referentieontwerp verdwijnen soorten die hun broed-, foerageer- en/of verblijfplaats vinden in de stukken bos aan weerszijden van de ingang en het gerooide struweel binnen het RWZI-gebied. Nu het biogastankstation op het terrein van de Afvalstoffendienst wordt geplaatst, zal er minder houtopstand worden gekapt.
RWZI ’s-Hertogenbosch MER samenvatting oplegnotitie
Conclusie Door Besix is het Ecologisch onderzoek (bijlage 6 van het MER) geactualiseerd. De resultaten van het ecologisch onderzoek hebben uitgewezen dat er vervolgonderzoek noodzakelijk is voor vleermuizen. Tevens zijn er op voorhand reeds diverse vleermuiskasten opgehangen. Ook wordt rekening gehouden met de nestlocaties van broedvogels. De maatregelen en de planning worden opgenomen in een ecologisch werkprotocol. In overeenstemming met het werkprotocol worden de werkzaamheden uitgevoerd.
Geur Wijzigingen ten opzichte van het referentieontwerp: Geen verwerking waternavel Extra beluchtingstank en nabezinktanks Voor de overige wijzigingen die een invloed kunnen hebben op de geuremissie wordt verwezen naar bijlage 7 bij de oplegnotitie.
Conclusie Door Royal Haskoning DHV is een geuronderzoek opgesteld waarbij het gegund ontwerp wordt getoetst aan de relevante wet- en regelgeving alsmede wordt de vergelijking gemaakt met het referentieontwerp.
Opmerkingen commissie m.e.r. tussentijdse MER Milieugevolgen van de energieopwekking door slibverwerking De opmerkingen gingen over de eventuele gevolgen die struvietverwijdering heeft op de effluentkwaliteit. In het gegund ontwerp is er voor gekozen om geen struviet meer te winnen. De andere opmerkingen voor het aspect energieopwekking hadden betrekking op geluidhinder. Door het vervallen van het tankstation is de geconstateerde onduidelijkheid in het aantal transportbewegingen achterhaald.
Mitigerende maatregelen en best beschikbare technieken De commissie adviseerde om een duidelijk overzicht te geven over mogelijke milieugevolgen en welke gevolgen er worden verwacht voor de aspecten geur, geluid en waterkwaliteit. In de opgestelde rapporten met betrekking tot de aspecten geur en geluid is een afweging gemaakt of voldaan wordt aan BBT en dus impliciet welke reducerende maatregelen worden doorgevoerd in het project.
Inpassing in de omgeving De commissie heeft geadviseerd om te motiveren waarom : De parkeerplaatsen en het LBG-station zijn gespiegeld; De materiaalopslag wordt verplaatst; De groenstrook en opgaande begroeiing aan de huidige westgrens niet kan worden ontzien In het gegund ontwerp is het LBG-station (tankstation) komen te vervallen. De parkeerplaatsen blijven gehandhaafd en dienen vanwege veiligheidsredenen buiten het hekwerk van de RWZI te blijven. De materiaalopslag wordt verplaatst om een logische verkeersroute te creëren. De materiaalopslag moet in de directe nabijheid van het ontvangstwerk worden gepositioneerd.
RWZI ’s-Hertogenbosch MER samenvatting oplegnotitie
De groenstrook en de opgaande begroeiing aan de westgrens van het terrein wordt in het gegund ontwerp ontzien. De werkzaamheden vinden plaatsen binnen het bestaande hekwerk van de RWZI.
Milieugevolgen in de aanlegfase De milieugevolgen tijdens de aanlegfase beperken zich tot geluid. In de oplegnotitie en het onderliggende akoestisch onderzoek is aandacht besteed aan de akoestische gevolgen.