remonstrants maandblad jaargang 23 nr. 1 januari 2012
Stilte
van de redactie
Stilte
ssische ziel
beide mannen daar, op de halte. Dan haalt Raspoetin een ge uitvoering van Rachmaninoff ’s Na alle festiviteiten vanbinnenzak de decembermaand fles wodka uit zijn en biedt die aan Bolivaris januari een n wij het Concertgebouw. De Rusaan. Die lijkt het Oosteuropese vocht lekker te vinden. uitgesproken stille maand. Een mooie aanleiding, vond t ons in hoge sferen gebracht. Wat Als de tram de Beethovenstraat in draait kunnen we nog k! Vergelijk deze klankende metredactie, het netom zien eens hoe Raspoetin en Bolivar, armen over schouders, een themanummer te wijden aan in de richting van de plaatselijke kroeg verdwijnen. Je deren uit het Liedboek der Kerken het onderwerp ‘stilte’. Het is een thema dat de laatste tijd kunt zeggen wat je wilt, maar als de Russische ziel het ut Russisch-Orthodox. Misschien Zuidamerikaanse temperamentstaat. ontmoet,Sara dan beleef je bijzonder in de belangstelling Maitlands boek eigenlijk. wel wat. Thuis gekomen, luisteren we nog een keer naar
•
Stilte als antwoord trok veelvanaandacht. Rachmaninoff. Kwestie in hoge sferen Haar blijven. zoektocht en de gure wind deren ons niet, terwijl naar stilte in een steeds luidruchtiger wordende wereld te wachten op een tram die niet komt. Christiane Berkvens-Stevelinck ging heeft de rails geblokkeerd. Ik in de remonstrantse gemeenten spreekt veelPredikant mensen aan. etekenis van de beweging, kan er ook Rotterdam en Breda Wij Jan Oegema, auteur van het kort gele mpathiseren, maar niet nu en niet interviewden zo! en uur voordat we in de verte een tram den verschenen essay De stille stem en coördinator van Bomvol. Gelukkig kunnen we er net zogeheten ‘Open klooster’. Ingrid Bal schrijft over de een veilige plaats waar ik mehet staande d ik aan de voorkant van het voertuig. Eindhovense ‘Werkplaats van de Stilte’, een collectief van nde mannen zitten achter elkaar. De ene n, de tweede op Simon Bolivar. Ze zien zes creatief ondernemers dat nieuwe vormen van stilte Als ze me zien, springen Raspoetin en exploreert. Zij zien stilte als de belangrijkste p om mij hun zitplaats aan tebeleving bieden. et elkaar aan de stok. Rusland tegen voorwaarde voor creatief en spiritueel leven. Ard Verkerke ankelijk 0-0: ze staan allebei en ik weet schrijft over Arvo Pärt, de componist wiens muziek te be doen. Ik durf niet eens te gaan zitten elkaar te lijf te gaan. Warmbloedig die schouwen is als een voortgaand gesprek tussen klank en er heeft al zijn telefoon in de hand om de De tram houdt zijn adem in want we zijn stilte. De Taakgroep Duurzame Ontwikkeling wijst ons n de tijd dat de politie arriveert om de sen, is het vast over enen. Ikin hun maak me Rentmeestertje op stilte in de natuur. : let niet op mij, ik hoef niet Marianne te zitten, ik IJspeert beschrijft de stille samenkomsten van n al weg. Het mag niet baten. De heren het Religieus Genootschap der Vrienden, de Quakers. mper, maar de stoom die uit hun oren mis te verstane lichaamstaal die iedereen dt menens. De vuisten staan al in de in een briljant idee krijgt. Hij haalt een nenzak en stelt voor, in neder-russischBolivar stemt in. Voetbalscheidsrechik nu. Kruis mag blijven zitten, munt ts afstaan. De euro vliegt door de lucht klap terecht op de handrug van Rashij mag blijven zitten. Maar dat doet hij namelijk uit. Net als Bolivar trouwens. e vechtjassen banen zich een weg naar zichtig geworden passagiers wijken uit. ivar stappen uit. De tram moet even stoplicht. Alle ogen zijn gericht op de jaargang 23 nr. 1 januari 2012
Verder vindt u een beschouwing over de moderne ervaring van het ‘zwijgen van God’ – bij het gelijknamige boek dat hierover verscheen. Opmerkelijk genoeg stelden de auteurs vast dat in de bijbel tegenover 98,5 % woorden die betrekking hebben op het spreken van God er slechts 1,5 % gewijd zijn aan Zijn zwijgen. Onze correspondent Yvonne Hiemstra ging op bezoek bij Bettine Siertsema, die een studie schreef over de geloofsbeleving van joden en chris tenen in de concentratiekampen. Was daar het zwijgen van God een centrale geloofservaring? De ego-documenten die zij onderzocht laten zien dat het beeld complexer is. Joep de Valk schrijft de overweging van dit nummer. Hij stelt vast dat er ‘twee stiltes’ zijn: ‘De lege stilte van gemis en verdriet. En de innerlijke stilte waarin wij kunnen luis teren, een raakpunt tussen het goddelijke en de mens.’
•
Bert Dicou Hoofdredacteur Het volgende nummer van AdRem verschijnt op 10 februari 2012
9
in dit nummer onder meer: 3 Korte berichten
12 Arvo Pärt, muziek en stilte
4 Stille stem, interview met Jan Oegema
14 De zwijgende God
7 Werkplaats van de stilte
16 De stilte bij de Quakers
8 Overweging
18 Korte berichten
9 Miniatuur
19 ’t Rentmeestertje
10 Herzberg
20 Het gezicht van...
colofon Redactie: Sigrid Coenradie, Bert Dicou (hoofdredacteur), Martijn Junte, Michel Peters (eindredacteur) enLilian Roos..Redactieadres: AdRem, p/a Nieuwegracht 27 a, 3512 LC Utrecht, tel. 030 2316970,
[email protected] Administratie (adreswijzigingen en andere mutaties):
[email protected], of via bovenstaand redactie adres. ING 4088342 t.n.v. AdRem Utrecht Website: www.remonstranten.org Kosten: gratis voor remonstranten, 30,- euro per jaar voor niet-remonstranten. Advertentiewerving: Eric Zinger, 026 3333181,
[email protected], tarieven op aanvraag verkrijgbaar. Uitgave: Boekencentrum Uitgevers Ontwerp: Marjorie Specht, www.ontwerpkantoor.nl Druk: Koninklijke BDU Barneveld ISSN 0925-238X © Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaande toestemming van de redactie.
korte berichten 10 maart 2012 Nieuwe Liefde Amsterdam Remonstrantse Beraadsdag
Uw Rijk Kome Tijdens de remonstrantse beraadsdag op 10 maart 2012 gaat het over grote idealen. Lukt het om deze concreet handen en voeten te geven? Ligt de verwerkelijking van de vrede en heelheid die kerken verkondigen in de nabije toekomst of niet? Is het Koninkrijk Gods uiteindelijk mensenwerk of is het onbegonnen werk? Wat kunnen we zelf doen om het verschil te maken en wat kun je beter overlaten of niet doen? Is het hier-ennu een bron van inzicht of kan de toekomst ook iets betekenen? Het wordt een dag met inleidingen, workshops, muziek en natuurlijk ook tijd voor ontmoeting. Met onder andere: lezing door theoloog/dichter Huub Oosterhuis over idealen. Workshops door: Bert Dicou en Sigrid Coenradie (Heilig. Gewoon nu), Florus Kruyne (Mind
fullness); leerhuis Uw Rijk Kome met theoloog Alex van Heusden; Joost Röselaers over religie en politiek; Tjaard Barnard en Christiane Berkvens-Stevelinck over idealen en idealisme van remonstranten door de eeuwen heen. En als afsluiting: IKON Vermoeden op locatie. Annemiek Schrijver in gesprek met theologe en filosoof Anneke van der Hoog. Anneke van der Hoog werkt aan een promotie-onderzoek over esoterie. Wat is er waar van alle gedachten over dat rijk dat zal komen?
•
Het volledige programma (voor zover bekend) is te lezen op www. remonstranten.org. Locatie: De Nieuwe Liefde – Da Costakade 102 – Amsterdam. Kosten: 20,- ( studenten en minder draagkrachtigen betalen 10,-) inclusief con sumpties en lunch. Opgave is mogelijk per e-mail naar
[email protected] of per telefoon 030 2316970.
Presentatie boek ‘Heilig. Gewoon nu’ Met theoloog van het jaar Frank Bosman Op vrijdag 10 februari van 14.00 tot 16.00 uur wordt het nieuwe boek van Bert Dicou en Sigrid Coenradie gepresenteerd. Frank Bos man, theoloog van het jaar, verzorgt een inleiding over ‘heiligen: een theologie van de hoop’. Hoe kan de theo logie van de hoop worden vormgegeven in een tijd waarin heiligen opereren in een vrije markt en permanent onder het vergrootglas van Bert Dicou & Sigrid Coenradie de moderne communicatie middelen opereren? Daarna volgt een interview van Frank Bosman met barones Alwine de Vos van Steenwijk over Joseph Wresinski’s theologie van de hoop in theorie en praktijk, in relatie tot ATD de Vierde Wereld. Vervolgens neemt barones Alwine de Vos van Steenwijk het nieuwe boek in ontvangst. Heilig. Gewoon nu is een boek over mensen die al dan niet vanuit hun geloof een sterk besef hebben dat onze wereld een betere wereld kan zijn en zich daarvoor inzetten. Het gaat uit van de visie dat ‘het heilige’ niet iets myste rieus is, ver buiten het bereik van gewone mensen, maar
juist gevonden wordt in het gewone, in onalledaagse keuzes gemaakt door mensen die niet bovengemiddeld vroom of bijzonder zijn. In het boek staan portretten in van notoire heiligen als Moeder Teresa, frère Roger, Albert Schweitzer en Nelson Mandela. Wat opvalt is dat zij zelf ronduit bescheiden zijn over wat zij konden doen. Voor geen van hen gold dat zij ‘een heilige’ wilden zijn. Wel wisten zij zeker dat er iets bijzonders van hen gevraagd werd, maar verder was het vooral een kwestie van gewoon maar ergens beginnen. In de tweede groep een aantal mensen van nu, die in dezelfde geest en niet zelden geïnspireerd door voorbeeldfiguren uit het verleden, keuzes hebben gemaakt om zich in te zetten voor hun omgeving. Zij zijn de klein schalige creatieve wereldverbeteraars van dit moment, en misschien wel de heiligen van de toekomst, die op hun beurt weer anderen zullen inspireren.
•
Lokatie: Uithof – Utrecht (voor alle informatie, route en zaal zie www.remonstranten.org) Plaats en route: Boothzaal van de Universiteitsbibliotheek, Heidelberglaan 3, 3584 CS Utrecht. Bereikbaarheid per openbaar vervoer: met de trein naar Utrecht Centraal, dan stadsbus (GVU) lijn 11 of 12s naar de Uithof, halte “Heidelberglaan”, tegenover de bibliotheek. De Boothzaal is bovenaan de brede eerste trap, links. Organisatie: Remonstranten, i.s.m LUCE – centrum voor religieuze communicatie. Entrée: 5 euro. Opgave vooraf via:
[email protected] jaargang 23 nr. 1 januari 2012 3
jan oegema (1963) is uitgever en publicist. Eerder schreef hij o. a. over Koningin Beatrix, Titus Brandsma, Meister Eckhart, Anne Frank, Etty Hillesum, Ton Lathouwers en Lucebert. « Diepgaand en vernuftig.» oek de jong over Ziek van de zee. Paul Van Ostaijen en de mystiek «Een voortreffelijk boek.» arnon grunberg over Een vreemd geluk. De publieke religie rond Auschwitz
Jan oegema de stille stem
e vern is, dox heb je ekent », n n land, and van ortdingen, t is de moment
20 mm
niet-weten als levenshouding
en en geleden die en, hij ed van t hun en en pbaar ande, en enbare ter, ord, iketten, oep nheid en
thema stilte
Jan oegema
de stille stem
niet-weten als levenshouding
Spreken of schrijven over openheid is moeilijk vol te houden zonder dat spreken en schrijven zélf open te houden. Vanouds geldt «juist spreken » als een van de voorschriften van het achtvoudige pad, maar wat mij betreft wordt het tijd dat oude voorschrift uit te breiden. Juist spreken is niet alleen je onthouden van leugens, laster, onnodige grofheid en onzinnig gepraat. Juist spreken is ook je trainen in de fijnzinnigheid die je behoedt voor de stelligheid die in al het denken over het hoge en diepe, eerste en laatste op de loer ligt.
Jan Oegema is voor wie wel eens Trouw leest wellicht een bekende naam. In die krant heeft hij zich laten kennen als een zoeker in het gebied van religie en spiritualiteit. Steeds voorzichtig formulerend, tastend naar een geheel eigen verhouding tot dat gebied, lijkt hij er vooral op uit om niets en niemand uit te willen sluiten. Ook omdat hij zo kan putten uit allerlei religieuze tradities en zich van de gebruikelijke grenzen tussen stromingen weinig hoeft aan te trekken. 19-10-11 21:48
4 adrem remonstrants maandblad
Stille stem interv ie w me t J an oegem a Religieuze organisaties en instituten veracht, noch bemint hij. Het zijn eerder pleisterplaatsen van de geest. Mogelijk huizen er verwante zielen die hun eigen weg gaan en wie weet kruisen die de zijne. Zo schetst hij een beeld van een creatieve spiritualiteit, die het klassiek vrijzinnige adagium ‘zelf beslissen wat (nog) te geloven is’ voorbij is. Zo ook in zijn nieuwe boek: De stille stem: Niet weten als levenshouding. AdRem benaderde hem naar aanleiding van het verschijnen daarvan en ondervroeg hem over stilte en niet-weten, verbindende elementen in het kleurrijk universum van Jan Oegema. Je boek gaat op verschillende manieren over de kwaliteiten van stilte en niet-weten. Kun je allereerst vertellen wat stilte voor jou zelf betekent? In mijn leven is er altijd veel stilte geweest. Ik woon al heel lang alleen, ik heb geen auto, wel drie fietsen en een kano, ik lees veel en wandel veel. We zijn allemaal bewoners van verschillende werelden, ik werk bijvoorbeeld op de Zuidas en ben zowel organisator als uitgever. Maar een deel van mij wil in de stilte wonen. Stilte is niet alleen vogels in de duinen, blikkering van water, het licht in de vitrage van mijn woonkamer, stilte is allereerst afzondering. Sara Maitland legt in haar prach tige boek Stilte als antwoord uit dat stilte niet de afwezig heid van geluid is, maar de afwezigheid van menselijke taal, met inbegrip van spirituele taal. Dat herken ik. Een deel van mij wil ver weg bij al het gezellige, lieve, warme, verhevene, mooie, ook ver weg van het mooi geformu leerde.
dorheid en droogheid, maar ook van intens kijken, intens leven, intense liefde. Meister Eckhart benadrukt die ex tremiteit doordat hij stilte verbindt met Abgeschiedenheit, wat ik in mijn boek vertaal als afgesnedenheid, om aan te geven hoe ongemakkelijk Eckhart de stilte maakt. Eckhart wil je in een staat brengen waarin alle weten verstomt, waarin je alle controle kwijtraakt, omdat je ziel naar zijn idee alleen zo naar het wezenlijke kan toegroeien: in het verborgene, buiten je medeweten. Dat wat Eckhart God heid noemt – in zijn beleving is dat iets anders dan God – werkt in op een plek waar jij niet bij kunt. Kun je er wel bij, dan is daar de Godheid niet. Dat klinkt geheimzinnig. Dat is het vast ook. Stilte werkt op een manier die aan onze bewuste controle ontsnapt. Ik zal nooit vergeten hoe ik na een burn out maanden ver oordeeld was tot stilzitten. In mijn herinnering zat ik elke ochtend uren in een stoel wezenloos voor me uit te staren, niet in staat tot enige zinnige activiteit. Moeilijk om je elke dag weer aan die zinneloosheid over te geven. Geen grotere opgave dan overgave – vooral overgave aan gedwongen stil zijn. Toch was het alsof al het belangrijke gewoon doorging, onverstoorbaar, op een wijze die ik zou verstoren zodra ik er invloed op zou willen uitoefenen. Toen heb ik ten diepste begrepen wat de betekenis is van passiviteit, niet alleen psychologisch maar ook spiritueel. Mijn boek is ten dele in die uren van vreemde leegte ontkiemd.
Je herkent je in wat Maitland zegt. Geldt dat ook waar Maitland stilte gelijk stelt aan God? Klopt, Maitland maakt de stilte goddelijk, op een verbluffende en radicale manier. Maitland is lid van de Anglicaanse kerk, ze staat als chris ten dus in een traditie die het opperste belang hecht aan taal, openbaring, uitgesprokenheid. Maar met die traditie breekt ze. Of misschien liever: ze vernieuwt die traditie, zoals Meister Eckhart dat ooit deed. Voor Maitland is God een positieve, levende stilte, van nature onbreekbaar. Ze heeft een schitterende zin in haar boek: ‘In plaats van dat alle stilte wacht om te worden doorbroken, schreeuwt alle spraak het misschien wel uit […] om weer te worden opgenomen in de stilte, in de dood, in de nauwelijks waarneembare ruimte die opent naar de aanwezigheid van de eeuwigdurende stilte.’
Toch is De stille stem geen op zichzelf staand werk. De thema’s van het boek, schrijf je achterin, hebben een praktische toepassing gekregen in een zomerklooster: een tijdelijke leefgemeenschap waarin verstilling en ontmoeting centraal staan. Kun je iets vertellen over dit initiatief, over de activiteiten, over de eerste ervaringen? Het eerste open klooster vond plaats in de zomer van 2010, in België, het tweede de afgelopen zomer in Maarssen. Het is een beetje een reizend circus, we wisselen steeds van plek om te voorkomen dat dit weer het volgende instituutje wordt. Een groep van zo’n 20 mensen leeft twee weken lang met elkaar volgens een dagorde met drie getijden, waarin teksten worden gereci teerd en gezongen uit drie tradities: de joods-christelijke, de boeddhistische en de moderne literatuur. Vooral in de vespers reciteren we psalmen en soetra’s, naast heden daagse poëzie van dichters die niet op een uitgesproken manier religieus zijn.
Stilte is dus verbonden met God, maar ook met de dood. Kennelijk ja. Stilte is een plek van extremen, van grootse
Is dat niet verwarrend, zulke ongelijke tradities naast en door elkaar? Soms wel, maar die verwarring heeft ook een pret jaargang 23 nr. 1 januari 2012 5
ik heb het moeilijk me t credo’s krij g ze niet ge makkel ijk ui tgesproken zeker niet in een publieke ambiance tig ontwrichtende kant, ze schept ruimte, ze neemt niet de ernst maar wel de absoluutheid weg. Dat samengaan van verschillende tradities helpt bij het creëren van een sfeer van openheid waarin elke deelnemer tot zijn recht kan komen. Tussen die deelnemers zitten dominees en trouwe kerkgangers, atheïstische boeddhisten en ongebonden spirituelen – maar allemaal hebben ze iets met stilte, allemaal verlangen ze naar de zachtheid en helderheid die daarin kunnen ontstaan. Dat vind ik mis schien wel het meest speciale van de open kloosters die ik tot dusver heb meegemaakt: dat je gedurende die weken die zachtheid en helderheid inderdaad voelt groeien, ook of juist in het onderlinge verkeer. Soms zijn daar strub belingen en confrontaties voor nodig, misschien kan dat niet anders als er zo veel achtergronden bij elkaar komen. De Remonstrantse Broederschap heeft in 2006 een nieuwe belijdenis aanvaard. Een van de drijfveren om tot een eigentijdse belijdenis te komen was onvrede met de stelling dat het in religieuze zaken beter is om te zwijgen, omdat de taal altijd tekort schiet. De auteur(s) van de belijdenis meenden dat het juist nodig is om van tijd tot tijd tot uitdrukking te brengen wat je beweegt. Niet om voor te schrijven of op te leggen wat er geloofd of gedacht moet worden, maar ‘als een vuurbaken’ dat een richting aangeeft en waarschuwt voor ondiepten en zandbanken, om de metafoor te volgen. Ik kan alleen maar diep buigen voor zo’n belijdenis en voor de mensen die daarvoor durven te staan. Ik kan alleen maar zeggen dat ik het moeilijk heb met credo’s, dat ik ze niet gemakkelijk uitgesproken krijg, zeker niet in een publieke ambiance. Ik ben aan mijn boek begonnen nadat ik had ontdekt dat ik daarin niet de enige ben. Er bestaat namelijk een groep mensen in religie en spiritualiteit die werktuigelijk een stap terug doen, zodra van hen verwacht wordt dat zij kleur bekennen en een geloofsformule uitspreken. Ik noem ze ‘mensen zonder eigenschappen’, naar een roman van Robert Musil. Volgens mij is dat een groep die over het algemeen slecht wordt waargenomen, misschien wel nog nooit eerder als zodanig is beschreven. Ik presen teer drie noviteiten in mijn boek, dit is er een van. Maar hoezo nieuw? Je hebt het volgens mij gewoon over ongebonden spirituelen. Of over vrijzinnigen. Nee, wat ik bedoel heeft in beginsel niets met vrijzinnig of ongebonden te maken. Mensen zonder eigenschappen tref je overal aan, in de tempels, maar ook daarbuiten. Dag Hammarskjöld, van 1953 tot 1961 secretaris van de Verenigde Naties en auteur van het postuum verschenen dagboek Merkstenen, was een diep spiritueel mens. Ik denk ook een diep gelovig mens, hoewel niet precies duidelijk is in hoeverre hij zich nog als christelijk beschouwde. Maar dat was nu juist het punt waar het bij hem niet om ging, niet 6 adrem remonstrants maandblad
om mócht gaan, om dat claimen of uitdragen van een dergelijke identiteit. Een biograaf vertelt over hem: ‘Waar een poging werd gedaan confessioneel beslag op hem te leggen, daar zag je hem niet meer. Hammarskjöld was geen vriend van zending bedrijven en sektarisme. Ook niet waar de sekten zichzelf wereldreligies noemen.’ Maar dan heb je het toch over iemand die ongebonden wil blijven? Nee, je hebt het over iemand die als de dood is om een bepaald soort geloofstaal op de lippen te nemen, vooral, nogmaals, in de publieke arena. Evengoed, Hammerskjöld ging tijdens zijn reizen vaak een synagoge, moskee, kerk of tempel binnen om stil te kunnen zijn. Hij heeft zich altijd verbonden geweten aan de christelijke traditie, en aan de mystici daarbinnen. Hij wil alleen niet op een bepaalde wijze naar buiten treden. En dat geldt voor tal van auteurs die ik in mijn boek noem: Václav Havel, Etty Hillesum, Cornelis Verhoeven, Abel Herzberg, Oek de Jong, de Amerikaanse dichteres Emily Dickinson.... en zo kan ik nog wel even doorgaan. Ik noem ze de familie van de familielozen, tot die familie behoor ik kennelijk. Belangrijkste van die familie is dat ze bij voorkeur geen etiketten wil, vooral geen etiketten op levensbeschouwelijk vlak. Hoe komt dat dan? Trouwens, je niet willen definiëren is ook een vorm van definiëren. Da’s natuurlijk waar, dat is en blijft een paradox. Een waar ik geen verklaring voor heb, ik kan alleen maar constateren dat er een groep mensen is die in dit opzicht anders is dan andere. Een groep waarvoor het claimen of uitdragen van een levensbeschouwelijke identiteit een uiterst hachelijke zaak is. Ik ben dit of dat, ik geloof zus of zo… gevraagd om zo’n formule uit te spreken, is het net alsof ze de dood in de ogen staren, alsof ze hun kop in een strop steken. Ik ben ervan overtuigd dat je der gelijke schroomvalligen ook onder remonstranten vindt. Misschien wel meer dan je denkt. Want als me iets opvalt nu mijn boek is uitgekomen: hoeveel herkenning het oproept, hoeveel mensen mij schrijven dat dit boek voor hen een thuiskomen is. En hoe kan het ook anders? Over de Chinese wijze en taoïst Lao Zi is ooit geschreven: ‘Hij legde zich erop toe om verborgen en naamloos te blijven.’ Wat voor hem geldt, heeft natuurlijk voor tallozen na hem gegolden. Alleen is dat nog nooit goed door theologen, sociologen en trendwatchers gezien.
•
Martijn Junte Predikant remonstrantse gemeente Eindhoven Jan Oegema, De stille stem. Niet-weten als levenshouding. Een essay over openheid. 223 blz, ISBN 978 90 4681 014 9. Prijs 19,95 euro.
thema stilte
De vorm va n stilte ‘Echte stilte bestaat niet, maar rust is wel te bereiken. Niet voor altijd maar wel voor een moment.’ In het najaar van 2009 deden vier studenten mee aan een kwalitatief onderzoek naar stilte van de Werkplaats van de Stilte uit Eindhoven. De uitspraak hierboven is van een student Bouwkunde die zijn bevindingen toelicht tijdens het afsluitende inter view. ‘Als ik een ruimte binnenloop zoals een kerk, dan voel ik direct een bepaald soort stilte. Veel mensen ervaren een kerk als iets dat met geloof te maken heeft. Maar de ervaring van de ruimte en de stilte heeft volgens mij meer met een bepaald soort aandacht te maken, een concentra tie. Dus veel meer dan de afwezigheid van geluid.’ Een studente Toegepaste Psychologie vertelt tijdens hetzelfde onderzoek haar verhaal: ‘Ik kom uit Polen, mijn ouders hebben me opgevoed met een heel ander tijdsbesef dan waarin ik nu leef. Mijn dagen hier zijn gevuld met acties. Eerst ga ik dit doen, dan nog even dat, vanavond dat. Vervolgens ben ik de hele dag bezig met waar ik naar toe moet, en weerhoudt het me ervan om te genieten van een vogel in de boom of aandacht voor een goed gesprek. Ik besef het, maar vind het heel moeilijk om me los te maken van die mechaniek. Daarom is mijn yogales zo fijn. Niet alleen met je lijf bezig zijn, maar ook dat iedereen die daar zit zich probeert los te maken van de waan van de dag. Alsof de gemeenschappelijke beleving me helpt bij mijn eigen proces naar een beter mens.” Het onderzoek had als doel inzicht te krijgen in de waarden en gebruiken van stiltebe leving in het dagelijkse leven van jonge mensen. Een week lang hielden ze een dagboek bij en legden vast op welke momenten van de dag hun behoefte aan stilte groot was, en wat ze dan deden. De behoefte onder jongen mensen aan momenten van stilte en reflectie is groot, zo bleek. Er wordt veel van ze verwacht, sociale media kosten extra aandacht en op de werkplek vragen momenten van afzondering veel discipline. De kerk als plek voor innerlijke beleving is in aanzien gedaald en een hedendaags en interreligieus alternatief is niet voor iedereen toegankelijk. Volgens het onderzoek zou stilte dagelijks en op ieder moment van de dag beschikbaar moeten zijn. Maar welke vorm heeft die stilte dan? Is het een ruimte in een gebouw of een app op je smartphone? Ben je er alleen of met anderen? Hoe ziet de plek er uit en
‘Creativiteit is onze innerlijke motor. Alle vormen van creatieve expressie proberen de wezenlijke kracht van het leven te vatten en te visualiseren. In die zin zijn alle vormen van kunst een aanbidding van God. Stilte is de voorwaarde.’ Jennifer Bruinendaal, ontwerper bij Werk plaats van de Stilte.
wat moet het voor je doen? Stilte vormgeven is een bijna onmogelijke opdracht. Of zijn er toch universele waarden waar nieuwe vormen op gebaseerd zou kunnen worden?
Voorwaarde voor creatief leven Hoe de stilte ook vorm krijgt in je eigen leven, het vraagt om vernieuwende inzichten en een hoop creativiteit. Het heeft geen zin om oude, traditionele vormen van stilte en bezinning af te doen als ouderwets, maar nieuwe vormen zouden moeten voortbouwen op de waarden van weleer. Zoals kantoormeubelmaker Ahrend die een stoel ontwerpt die is bedoeld voor een tijdelijke en doelbewuste afzondering van werknemers. Het ontwerp Kaigan is gebaseerd op de oude rieten strandstoel. Of de interreligieuze stilteruimte op de luchthaven als je op reis gaat en moet wachten op je vlucht. En ook, of misschien juist, in de digitale wereld zijn er vernieuwingen, zoals de software OmmWriter die andere programma’s tijdelijk in de wacht zet, zodat je zonder afleiding een tekst kan schrijven. Of een ‘tool’ waarmee je decibellen kunt meten met de microfoon van je mobiele telefoon. Het creatieve collectief Werkplaats van de Stilte onder zoekt deze nieuwe vormen van stiltebeleving. Martien Vissers, mede-initiatiefnemer legt uit: ‘Twee jaar geleden organiseerden we een debat over de relatie tussen kerk en museum, samen met YourSpace, het discussieplatform van het Van AbbeMuseum in Eindhoven. In de discussie kwam naar voren dat stilte de belangrijkste voorwaarde voor creatief en spiritueel leven was.’ Werkplaats van de Stilte bestaat uit zes creatief ondernemers die allemaal vanuit hun discipline iets willen bij drage aan stilte in de stad. Een schrijver, een ontwerper, een architect, een marketing expert, een voorlichter, een yoga docent, een filosoof; allemaal weten ze hoe belangrijk het is om stilte in hun leven te integreren. Tevens is er een groot netwerk van ontwerpers en creatief on dernemers die zich verbonden voelen met het thema. Op dit moment is een bedrijfsplan in de maak om opdrachten te zoeken om stilte in de stad een plek te geven. Stilte als product.
•
Ingrid Bal Werkzaam bij Werkplaats van de Stilte Links: www.werkplaatsvandestilte.nl www.ahrend.nl www.ommwriter.com
Een introductie van een Werkplaats van de Stilte Werkplaats van de Stilte ontwerpt dagelijkse momenten en plekken van stilte. Als collecjaargang 23 nr. 1 januari 2012 tief is de Werkplaats van de Stilte toegewijd aan het thema stilte en bezinning vanuit een hedendaags perspectief. Het initiëert en begeleidt projecten voor mensen en organisaties
7
overweging Januari is een stille maand. Voor wie een verlies te verwerken heeft, is het koud en leeg. De natuur confronteert ons met de leegte in onszelf, die lege stilte van gemis, die slapeloze nachten, waar niemand ons bij kan helpen. Waar is God dan?
stilte Twee soorten En daar kwam de Eeuwige voorbij.
Er ging een grote, krachtige windvlaag voor de Eeuwige uit,
die de bergen spleet en de rotsen aan stukken sloeg,
maar de Eeuwige bevond zich niet in die windvlaag. Na de windvlaag kwam er een aardbeving,
maar de Eeuwige bevond zich niet in die aardbeving. Na de aardbeving was er vuur,
maar de Eeuwige bevond zich niet in dat vuur. Na het vuur klonk het gefluister van een zachte bries. Toen Elia dat hoorde, sloeg hij zijn mantel voor zijn gezicht. Hij kwam naar buiten en ging in de opening van de grot staan, en daar klonk een stem die tot hem sprak: ‘Elia, wat doe je hier?’ (1 Koningen 19, 11b-13)
Elia maakt hetzelfde mee. In de voorafgaande tekst zijn al Yahweh’s profeten vermoord. Elia neemt het op tegen 400 Baälprofeten in een staaltje van godsvertrouwen. Hij laat het regenen na drie jaar droogte en jaagt vervolgens de 400 Baälprofeten over de kling. Dat komt hem duur te staan en hij moet vluchten de woestijn in, daar waar niemand gaat, ook zijn dienaar niet. Hij is door iedereen verlaten en ziet geen uitweg meer. Alleen een lege stilte. Hij gaat liggen onder een struik om te sterven. Maar engelen sporen hem aan om te blijven leven en zij voeden hem ook. Zoiets als die engelen - buren of vriendinnen die je in tijden van nood in leven houden. Elia haalt het tot de berg Horeb, en moet nog hevige stormen, aardschokken en vuur doorstaan, voordat hij het fluisteren van een zachte wind kan horen. Dan komt hij uit zijn schulp, uit de grot; hij gaat staan, neemt zijn plaats in, 8 adrem remonstrants maandblad
en zie, tot hem komt een stem. Hij hoort weer Gods stem. Letterlijk een geluid of stem, fluisterend en klein. Je kunt het alleen horen als je stil bent. Stil van binnen.
De christelijke mystiek kent de gedachte dat er in elk mens een stille ruimte is. Hier ligt ieders diepste zelf, de diepste verlangens en pijn. Theresa van Avila spreekt van de ‘zielenburcht’, Catherina van Sienna van een ‘innerlijke kloostercel’, de evangelist Matteus van een ‘binnenste schatkamer’ waarin God ons ziet. Mystiek is kennen met je hart. Erkennen dat de harde werkelijkheid een diepere dimensie heeft, die met het verstand onbereikbaar is. Door deze kracht van het hart te ontdekken – en dat kan alleen in de stilte – ontdekken wij dat er achter de harde werke lijkheid geen absurditeit en geen afgrond op de loer liggen, maar dat er zachte krachten, toewending en liefdevolle communicatie heersen. Uit deze ervaring ontstaat de moed om in situaties van verlies er weer bovenop te komen. Dezelfde mystici zeggen dat het niet eenvoudig is om die stille ruimte binnen te gaan. Toch is het niet voorbehou den aan een kleine groep godzoekers. Iedereen kan de zachte krachten achter de dingen ervaren. Zo ook Elia. Hij moet stormen van verzet, schokken van angst en vuur van wilskracht achter zich laten, voordat hij in staat is die stem, fluisterend en klein, te horen. Twee stiltes. De lege stilte van gemis en verdriet. En de innerlijke stilte waarin wij kunnen luisteren, een raakpunt tussen het goddelijke en de mens. Wensen wij onszelf toe dat we op de reis van de ene stilte naar de andere, van de lege naar de innerlijke, in leven gehouden worden door medemensen die ons voeden. En moge het zo zijn dat door gemis en verdriet heen, wij een stille onderstroom in onszelf kunnen ontdekken, een overgave aan het geheim achter alle dingen, dat wij God hebben leren noemen.
•
Joep de Valk Predikant in de remonstrantse gemeenten Waddinxveen en Delft Deze overweging is geïnspireerd door een workshop van Wim Reedijk over ‘Zuiver lezen. De Bijbel gelezen op de wijze van de vroegchristelijke woestijnvaders’. Wim Reedijk houdt op 16 februari om 14:30 uur over dit onderwerp een lezing bij de remonstrantse gemeente Eindhoven.
miniatuur
Russische ziel Na een prachtige uitvoering van Rachmaninoff ’s vespers verlaten wij het Concertgebouw. De Russische ziel heeft ons in hoge sferen gebracht. Wat een kerkmuziek! Vergelijk deze klanken met het zingen van liederen uit het Liedboek der Kerken en je wordt acuut Russisch-Orthodox. Misschien is dat een idee eigenlijk. De koude regen en de gure wind deren ons niet, terwijl we in gewijde stilte wachten op een tram die niet komt. De Occupy-beweging heeft de rails geblokkeerd. Ik zie heus wel de betekenis van de beweging, kan er ook enigszins mee sympathiseren, maar niet nu en niet zo! Het duurt ruim een uur voordat we in de verte een tram zien aankomen. Bomvol. Gelukkig kunnen we er net in. Op zoek naar een veilige plaats waar ik me staande kan houden, land ik aan de voorkant van het voertuig. Twee nors uitziende mannen zitten achter elkaar. De ene lijkt op Raspoetin, de tweede op Simon Bolivar. Ze zien er even eng uit. Als ze me zien, springen Raspoetin en Bolivar tegelijk op om mij hun zitplaats aan te bieden. Ze krijgen het met elkaar aan de stok. Rusland tegen Venezuela. Aanvankelijk 0-0: ze staan allebei en ik weet niet wat ik moet doen. Ik durf niet eens te gaan zitten want ze dreigen elkaar te lijf te gaan. Warmbloedig die lui. De bestuurder heeft al zijn telefoon in de hand om de politie te bellen. De tram houdt zijn adem in want we zijn al zo laat en tegen de tijd dat de politie arriveert om de vechtpartij te sussen, is het vast over enen. Ik maak me zo klein mogelijk: let niet op mij, ik hoef niet te zitten, ik ben er niet, ik ben al weg. Het mag niet baten. De heren verstaan elkaar amper, maar de stoom die uit hun oren komt is een niet mis te verstane lichaamstaal die iedereen begrijpt. Het wordt menens. De vuisten staan al in de lucht als Raspoetin een briljant idee krijgt. Hij haalt een euro uit zijn binnenzak en stelt voor, in neder-russischengels, te tossen. Bolivar stemt in. Voetbalscheidsrech ters veronderstel ik nu. Kruis mag blijven zitten, munt moet zijn zitplaats afstaan. De euro vliegt door de lucht en komt met een klap terecht op de handrug van Ras poetin. Hij wint, hij mag blijven zitten. Maar dat doet hij niet. Hij moet er namelijk uit. Net als Bolivar trouwens. De twee hoffelijke vechtjassen banen zich een weg naar de deur. De voorzichtig geworden passagiers wijken uit. Raspoetin en Bolivar stappen uit. De tram moet even wachten voor het stoplicht. Alle ogen zijn gericht op de
beide mannen daar, op de halte. Dan haalt Raspoetin een fles wodka uit zijn binnenzak en biedt die aan Bolivar aan. Die lijkt het Oosteuropese vocht lekker te vinden. Als de tram de Beethovenstraat in draait kunnen we nog net zien hoe Raspoetin en Bolivar, armen over schouders, in de richting van de plaatselijke kroeg verdwijnen. Je kunt zeggen wat je wilt, maar als de Russische ziel het Zuidamerikaanse temperament ontmoet, dan beleef je wel wat. Thuis gekomen, luisteren we nog een keer naar Rachmaninoff. Kwestie van in hoge sferen blijven.
•
Christiane Berkvens-Stevelinck Predikant in de remonstrantse gemeenten Rotterdam en Breda
jaargang 23 nr. 1 januari 2012 9
thema stilte
Over de kracht va n re lig ie en de groot sheid van
Herzberg
Het zwijgen van God, zo redeneerde de redactie, komt ongetwijfeld ook naar voren in de egodocumenten die zijn onderzocht door Bettine Siertsema in haar boek ‘Uit de diepten’. In deze studie worden alle gepubliceerde Nederlandse dagboeken en memoires over de nazi-concentratiekampen bijeen gebracht en met elkaar vergeleken, met speciale aandacht voor de theologische, ethische en literaire aspecten. Ze stemt van harte in met het interview, maar, zo waar schuwt ze op voorhand: ‘...al vermoed ik dat de resultaten van mijn onderzoek een andere uitkomst geven dan u verwacht (en dan ik verwachtte toen ik eraan begon). Maar er valt zo in elk geval wel veel over te zeggen’. En een boeiend gesprek was het, op haar werkkamer, 15 hoog op de Facul teit Filosofie aan de VU. Om te beginnen stelt Siertsema dat de uitkomst bij met name de christelijke auteurs was, dat zij bevestigd werden in het Gods- en mensbeeld dat ze al hadden. Dit is één van de, ook voor haarzelf, verrassende uitkomsten. Een overgrote meerderheid van met name de ‘beroepsge lovigen’ (predikanten, priesters e.d.) blijkt vast te kunnen houden aan hun vooroorlogse overtuiging. Siertsema verklaart dit vanuit het gegeven dat het geloof ook werkt als een soort verdedigingsmechanisme. Uit hoofde van hun ambt, dat zich niet verenigde met de principes van de nazi’s, kwamen zij immers vaak in de problemen. Om dan naderhand die overtuiging los te laten is heel lastig. Ook kwamen christelijke slachtoffers, anders dan de meeste joden, na de bevrijding terug in hun oude sociale systeem. Onder overlevenden van christelijke signatuur zijn er veel die Gods genade zien in het feit dat zij heb ben overleefd. De vraag die opkomt, en Siertsema geeft toe dat dit bij haar enige irritatie opriep gedurende haar onderzoek, is of je dit überhaupt in verband mag en kan brengen met genade. Christelijke overlevenden zagen hun overleven vaak in het licht van de taak die zij in dit leven nog hadden. Floris Bakels verwoordde in ‘Nacht und Nebel’ zijn gevoel dat God hem iets wilde leren. Ook Corrie ten Boom kan als voorbeeld worden genoemd van iemand die haar leven betekenis gaf vanuit dit perspectief. Dit lag bij joodse slachtoffers anders. Siertsema geeft als voorbeeld het verhaal van Primo Levi die, nadat de lijst van geselecteerden voor de gaskamer bekend was gemaakt en er paniek ontstond in de barak, het volgende optekende. In de barak zag hij een oude jood ‘bensjen’ en hij hoorde hem God danken voor het feit dat hij de dans 10 adrem remonstrants maandblad
ontsprongen was, terwijl een jonge vader van drie kinde ren wél geselecteerd was. Primo Levi stelt dan dat God dit gebed nimmer zou mogen aannemen. Het religieuze besef speelt hier dus duidelijk een andere rol.
Gemeenschapszin In de eerste plaats blijkt dat hier het sterke gevoel van gemeenschapszin een enorme invloed heeft. Waar het christendom het accent legt bij het individu (de relatie God en het subject), daar legt het jodendom het accent bij het collectief (Gods relatie met zijn volk). Het accent lag bij joodse slachtoffers vaak bij het nog kunnen uitvoeren van de rituelen, hoe klein en kwetsbaar ook. Met gevaar voor eigen leven was het voor sommigen van grote waarde bijvoorbeeld toch een gebedsriem te bemachtigen. Als je slachtoffer bent van een systeem dat er op gericht is je te ontdoen van je menselijkheid, dan kunnen kleine handelingen je doen ervaren dat je nog subject bent. Dan blijkt godsdienst een enorme kracht te zijn. Een ander aspect dat hier speelt is de worsteling met de vraag naar rechtvaardigheid en de rol van God. Het godsbeeld ná Auschwitz is wel degelijk veranderd, stelt Siertsema. Het betekent een afbraak van het beeld van een God die naar eigen believen in zou grijpen in deze wereld. En dat God mensen zou kunnen behoeden of doen sterven. Bepaalde joodse auteurs ageerden hier fel tegen. Etty Hillesum stelde de mens verantwoordelijk voor God. Siertsema merkt op dat Hillesum weliswaar een sterke persoonlijkheid moet zijn geweest, maar dat zij soms ook hard kon oordelen over mensen die niet dezelfde innerlijke kracht hadden als zij. Abel Herzberg Wat dit aspect betreft benadrukt iertsema, zonder iets af te doen aan andere overleven S den, de grootsheid van Abel Herzberg. Hij fungeerde als aanklager en later als rechter in het kamp Bergen-Belsen bij interne kampprocessen. Later beschrijft Herzberg voorbeelden van rechtspraak die onder zeer complexe
omstandigheden plaatsvond. Hij kan in sommige situa ties niet anders dan veroordelen, maar hij gaat niet voor bij aan de moreel verzachtende omstandigheden waarin mensen leefden en de motieven voor hun handelen. Hij heeft, meer dan Hillesum, begrip voor de overlevingsdrift en wat bijvoorbeeld honger met een mens kan doen. Siertsema steekt haar bewondering voor Herzberg niet onder stoelen of banken: ‘In 1946 al heeft Herzberg zijn zeven opstellen in Amor Fati gebundeld. Hij veroordeelde medestanders van het Nazi-regime, maar hij verviel nimmer in haat. Dat vind ik zó ongelooflijk groots’. Op de vraag of God zwijgt, antwoordt Siertsema door te stellen dat ‘niet spreken’ in deze context in verband moet worden gebracht met het niet ingrijpen van God. ‘Je kunt niet zonder meer zeggen dat het concept van het spreken van God heeft afgedaan. Het ‘spreken’ betreft hier eerder het áánspreken van het menselijk geweten. Maar in religieus opzicht komt dan wel de vraag naar voren wat God of godsdienst dan méér is dan louter het eigen geweten’. Ook hier passen woorden van Herzberg. Hij ziet God niet zozeer als een persoonlijke God, maar als een abstract principe van het onderscheid tussen goed en kwaad. Er is tóch een instantie nodig, buiten de mens gelegen, die nét dat stukje verder reikt dan mensen zelf kunnen. Hij beschrijft in zijn dagboek een hardvochtige Duitse kampverpleger die, als hij beseft dat de oorlog verloren is, zelfmoord pleegt. Herzberg schrijft hier dan over het diepe verlangen dat hem drijft. De hoop dat hij – de ver pleger - voor de troon der Gerechtigheid zal komen, waar
alle slachtoffers als getuigen à charge zullen verschijnen. Zo blijft het verlangen naar een uiteindelijke rechtvaardig heid fungeren als iets dat in verband wordt gebracht met het bestaan van God. Herzberg blijft daar mee bezig, hij probeert een weg te vinden tussen het Godsbeeld van zijn jeugd – dat persoonlijker en concreter was – en zijn Gods beeld van na de oorlog – dat meer abstract is geworden. Tot slot vraag ik Siertsema wat zij voor zichzelf heeft ontdekt door deze studie op zich te nemen. Ze denkt na, en zegt uiteindelijk: ‘Ik heb meer begrip gekregen voor met name ook wat ik dan maar gemakshalve noem die ’superchristenen’ die zo vasthielden aan hun Gods- en mensbeeld. Toch zat ook vaak in hun slachtoffer-zijn de zelfkritiek besloten. De vraag naar de eigen morele verantwoordelijkheid. De aanvankelijke irritatie die ik had maakte gaandeweg plaats voor respect. En ik heb ontdekt dat het mensbeeld van iemand nog wel zo interessant is als het godsbeeld. Het maakt verschil als je vanuit je traditie leert om te gaan met zelfreflectie van je eigen handelen ten opzichte van je naaste. Ook daarin kan een religieuze traditie zeer krachtig zijn.’
•
Yvonne Hiemstra Predikant van de Verenigde Christelijke Gemeente in Dokkum Bettine Siertsema, Uit de diepten. Skandalon, 2007. 680 pagina’s. Aanbiedingsprijs 19,50 euro ISBN 9789076564425
Holocaust monument in Berlijn
jaargang 23 nr. 1 januari 2012 11
thema stilte
Muziek en
een nadere bescho uw ing
In dit artikel wil ik u iets vertellen over leven en muzikale ontwikkeling van de componist Arvo Pärt. Tegelijkertijd denk ik hardop na over de samenhang van muziek en stilte. Arvo Pärt Arvo Pärt is in 1935 geboren in Estland. Hij voelt zich al vroeg aangetrokken tot muziek en is zeer getalenteerd; hij zingt en speelt piano. Tijdens zijn muzikale opleiding op het conservatorium van Tallinn komt hij in aanraking met het zogenaamde serialisme. In die muziektheorie/-filosofie zijn alle twaalf tonen (de zeven opeenvolgende witte toetsen op een piano of orgel plus de vijf tussenliggende zwarte toetsen) in het octaaf even belangrijk. Componisten als Schönberg, Webern, Boulez en Stockhausen schrijven muziekwerken volgens de regels van het serialisme. Dat levert vaak muziek op van een hoog academisch gehalte met grote voor- en te genstanders (piep-knormuziek). Deze steriele democratie (elke toon is even belangrijk) van het serialisme spreekt Pärt aan vanwege het avontuur en het revolutionaire karakter. De uitdrukkingskracht van zijn muziek blijft echter voorop staan. Estland is van 1940-1991 onderdeel van de Sovjet Unie. Vanwege het gure politieke klimaat vertrekt Pärt in 1980 naar Oostenrijk. Kort daarna verhuist hij naar Berlijn waar hij nu nog steeds woont en werkt. Het oeuvre van Pärt valt grofweg in twee delen uiteen. De periode van het serialisme (tot ongeveer halverwege de jaren 70) en de periode van de tintinnabuli-muziek, in welke stijl Pärt nu nog steeds componeert. Het is vooral deze laatste stijl die hem bekend en geliefd heeft gemaakt bij een breed publiek met werken als Spiegel im Spiegel, Fratres en Magnificat. Pärt maakte eind jaren 60 - begin jaren 70 een creatieve crisis door, daarbij ‘geholpen’ door de strenge verbiedende Sovjetoverheid. In die periode ontmoet hij ook zijn vrouw Nora en bekeert hij zich tot het Russisch-orthodoxe geloof. Pärt kan zijn creatieve compositie-ei onvoldoende kwijt. Eind jaren 60 stokt zijn hand boven de lege notenbalken. Het blijkt een stilte na en vóór de ‘storm’ want in 1976 verschijnt heel veel werk, waarvan de voorbereiding onge twijfeld in de voorgaande jaren heeft plaatsgevonden.
Tintinnabuli Pärts nieuwe stijl wordt gekenmerkt door een techniek, die hij later de tintinnabuli-techniek heeft genoemd. Tintinnabuli betekent ‘kleine tinkelende klok’. Uitgangspunt is de klank van een klok. Een klein expe 12 adrem remonstrants maandblad
riment dat u zelf kunt uitvoeren kan dit verduidelijken (do try this at home!). Neem een kleine klok, bijvoorbeeld een tafelbel of handbel en sla hem aan. U kunt het ook horen als u een toon aanslaat op een piano en die laat doorklinken door het pedaal in te drukken. Als u de klok/ piano laat klinken hoort u één toon. Maar als u goed luistert, hoort u in die ene toon ook veel andere tonen, zogenaamde boventonen. De rijkdom van die ene toon met al zijn boventonen gebruikt Pärt als bouwstenen voor een compositie. Daar voegt hij dan één of enkele melodiestemmen aan toe. Volgens bepaalde patronen laat Pärt die klokklanken en de melodiestemmen op elkaar
stilte
van de mu zi e k va n A rvo P ä r t Pärt gebruikt vaak maar een paar noten. Hij zegt daar over: ‘Ik heb gemerkt dat het voldoende is als één noot prachtig wordt gespeeld. Die ene noot, of een stille slag, of een moment van stilte, troost me.’ Less is more. De tintinnabu li-stijl heeft een vrij strakke, eenvoudige en herkenbare structuur die ook rust en innerlijke stilte kan oproepen. Luister ‘ns naar zijn Missa sillabica. De muziek van Pärt ademt het zoeken en het hopen te vinden. Bij hem geen gezwollen taal van een over het paard getilde of zijn onze kerheid overschreeuwende kunstenaar, maar weldadige nederigheid.
reageren. Die patronen zijn een soort randvoorwaarden waar de compositie aan moet voldoen waarbinnen de componist nog wel vrijheid heeft om keuzes te maken. Pärt zelf geeft ook nog een diepere betekenis aan het begrip tintinnabuli: ‘Tintinnabuli is een gebied dat ik soms betreed als ik op zoek ben naar antwoorden – in mijn leven, mijn muziek, mijn werk. In mijn donkere momenten ben ik ervan overtuigd dat alles buiten dat ene geen betekenis heeft. Het complexe en veelzijdige verwart me en zet me aan tot het zoeken naar eenheid. Wat is het, dat ene, en hoe kan ik het vinden? Sporen van dat perfecte ene verschijnen in vele vormen – en alles wat onbelangrijk is valt weg.(…)’. Ook zegt Pärt: ‘De melodiestem betekent altijd de subjectieve wereld, het dagelijks egoïstisch leven van zonde en lijden; de tintinnabuli-stem is de objectieve werkelijkheid van vergevingsgezindheid. De melodiestem wordt, ondanks dat hij lijkt te wandelen/dwalen, altijd stevig vastgehouden door de tintinnabuli-stem. Het is een vorm van dualisme maar de 2 stemmen zijn in wezen 1 stem: een tweevoudige eenheid. 1+1+1. Ik vind dit de kern van de stijl.’
Muziek en stilte Muziek en stilte kun je opvatten als elkaar uitsluitende verschijnselen: de stilte is verdwenen als muziek klinkt. Zonder stilte geen muziek. Maar wat is muziek? Is muziek alleen het geluid van klinkende stem men of instrumenten of is elk geluid, een lopende motor of een bromvlieg, ook muziek? En wat te denken van de stilte die zo diep is dat je op den duur je eigen bloed door je lijf hoort pompen?
Stilte speelt een belangrijke rol in de muziek van Pärt. Twee uitspraken van Paul Hillier, de biograaf van Pärt (Arvo Pärt, Oxford, 1997) en dirigent van veel van zijn koorwerken, onderstrepen dat: ‘Alle muziek ontstaat uit stilte tot welke het vroeger of later zal terugkeren’ en ‘Hoe we leven hangt af van onze verhouding tot de dood; hoe we muziek maken hangt af van onze relatie met stilte.’ Stilte in Pärts muziek is bijvoorbeeld te vinden in de vorm van een muzikale rust, dat is een moment in een muziekstuk waarin tijdelijk geen noten klinken. Heel veel hangt af van de manier waarop de musici zo’n rust ‘spelen’. Als de rust wordt gebruikt als een moment om uit te rusten kan de gewenste spanning ongewenst worden doorbroken. Muziek kan je rustig, stil maken of juist doen verlangen naar stilte. We laten ons tempo bepalen door agenda en uurwerk. Het lezen van een gedicht, het doen van een tukkie, het werken in de tuin kan een weldadige invloed hebben op onze geest en lichaam. Dat geldt wat mij betreft ook voor luisteren naar of het maken van muziek. Pärts muziek ‘zingt’, ook als het instrumentale muziek betreft. Bij uitvoering in het juiste tempo, dat is meestal niet zo snel, kan dat een weldadige fysieke rust tot gevolg hebben. Er ontstaat ruimte waardoor het ademen en zingen wordt bevorderd. Als zanger is het me vaak over komen dat ik moe aan een repetitie begon en na afloop uitgerust huiswaarts keerde.
•
Ard Verkerk Lid van de gemeente Waddinxveen, ambtenaar bij de gemeente Rotterdam en professioneel zanger. jaargang 23 nr. 1 januari 2012 13
thema stilte
Als God zwijgt In het toneelstuk Wachten op Godot van Samuel Beckett wachten twee zwervers op een figuur (Godot, een nauwelijks verhulde verwijzing naar God), die nooit op komt dagen. Toch blijven die twee hardnekkig wachten. Het is één van de voorbeelden uit het moderne theater, dat het stilzwijgen van God verbeeldt. Daarnaast vormen voorbeelden van films en literatuur de illustratie van wat de auteurs onder het zwijgen van God verstaan.
“Als God zwijgt moeten mensen spreken.” Charles Wackenheim God mag dan wel zwijgen, dat betekent nog niet dat hij afwezig is, stellen Marjo Korpel en Johannes de Moor in ‘De Zwijgende God’. En ook klopt het niet dat God in bij belse tijden weliswaar gesproken heeft, maar nu voor al tijd zou zwijgen. In dit boek, dat eerder in een Engelse en (meer) wetenschappelijke versie verscheen, onderzoeken ze de geschiedenis van Gods zwijgen, in het oude Nabije Oosten (inclusief Griekenland) en in de Bijbel. Wat be doelden schrijvers wanneer ze zeiden dat onder bepaalde omstandigheden God er het zwijgen toe deed? Omdat het zwijgen van God veronderstelt dat er gesprek mogelijk is (geweest) tussen God en mens onderzoeken ze ook op welke wijze men in bijbelse tijden veronderstelde dat goden spraken. Naast de vele voorbeelden uit de cultuur, maakt de kennismaking met teksten uit bijvoorbeeld de Egyptische en Babylonische cultuur dit boek interessant. De vele citaten illustreren de verschillende manieren waarop het zwijgen dan wel het spreken van God en goden aan bod komt. Als oudtestamentische wetenschappers zijn Korpel en De Moor goed bekend met de religieuze wereld van het oude Oosten, de context waarin de godsdienst van Israël ontstond. Voor een goed begrip van de laatste is het noodzakelijk je te verdiepen in de omringende culturen en hun religies. Zo ontstaat er oog voor het verband tus sen de ‘menselijke en de goddelijke factor in het spreken en zwijgen van God en goden’ (63). De Bijbel is één van de bronnen, soms opmerkelijk verschillend, maar vaker even opmerkelijk in overeenstemming met oud oosters bronnenmateriaal. 14 adrem remonstrants maandblad
God spreekt Wat blijkt? In de bijbel en literatuur uit het Nabije Oosten zwijgt God zelden. Integendeel, God spreekt juist veelvuldig. De schrijvers hebben het geturfd: tegenover 98,5 % woorden die betrekking hebben op het spreken van God, zijn er slechts 1,5 % gewijd aan Zijn zwijgen. Ondanks deze opmerkelijke cijfers is het onderwerp de moeite waard. Het zwijgen van God spreekt immers veel meer tot onze verbeelding. De schrijvers constateren dat in onze tijd het spreken van God op allerlei manieren problematisch is geworden voor mensen. Zo wordt er bijvoorbeeld in de succesvolle roman Nachttrein naar Lissabon verslag gedaan van het nogal fatalistische moderne leven door een van de hoofdpersonen: ‘Niemand is voor een ander bestemd. Niet alleen omdat er geen voorzienigheid en ook verder niemand is die het zou kunnen arrangeren. Nee: omdat er tussen mensen gewoon geen onvermijdelijkheden zijn die verder reiken dan toevallige behoeften en de enorme macht der gewoonte’ (Mercier 2011, 404). De schrijvers keren zich tegen dit soort berusting in een leven dat be heerst wordt door willekeur. Met hun onderzoek willen ze diegenen die Gods zwijgen als uiterst frustrerend ervaren – en wie is dat bij tijd en wijle niet? – bemoedigen. God spreekt via mensen Als het gaat om de manier waarop God zwijgt dan wel spreekt, raken we aan de vraag naar de aard van deze communicatie. Spreken van God wordt altijd bemiddeld door mensen. In de bijbel zijn profeten, priesters en schrijvers woordvoerders van God. De concepten die daarvoor worden gebruikt in de religieuze taal, zijn vormen van menselijke beeldspraak die niettemin ‘verwijzen naar iets dat werkelijk is’, zo stellen de auteurs (p. 55). De werkelijkheid achter de woorden én achter de stilte is principieel ongrijpbaar. Elke beschrijving stuit zo op haar eigen grenzen. Maar, anders dan vele theologen en kunstenaars, willen de auteurs Gods stilte niet beantwoorden met stille mystiek en aanbidding van de kant van de mens.
moeten mensen spreken
Marjo Korpel en Johannes de Moor, De Zwijgende God, Skandalon Vught 2011, 328 pag., prijs 28,50 euro. ISBN 9789490708313
“Het zwijgen van God. Dat is misschi en wel mijn grootste angst. ” Jan Siebelink God spreekt mensentaal Een titel als De Zwijgende God komt voort uit de gedachte dat we God kunnen be schouwen als een mens. Mensvormige beelden van God kenmerken alle spreken over God. Omdat mensen alleen over goden kunnen spreken in menselijke begrippen, onderzoeken de schrijvers ook de redenen van het zwij gen tussen mensen. Ze maken daarbij een onderscheid tussen zwijgen vanwege overtredingen, vanwege ontzag of angst, vanwege geduld of wijsheid, vanwege onvermo gen en vanwege slaap. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen teksten uit het oude Nabije Oosten en die uit de (Hebreeuwse) Bijbel. Anders dan de andere goden zwijgt de bijbelse God niet omdat Hij bang zou zijn, of zwak of zou slapen. De eerste mogelijkheid, dat God zou zwijgen als straf vanwege de overtredingen van mensen, wijzen Korpel en De Moor met klem af. Het beeld van een God die zwijgt als oordeel, doet onrecht aan de slachtoffers van bijvoorbeeld een aardbeving of een tsunami. De auteurs onderscheiden dan ook onbegrijpelijke redenen voor Gods zwijgen. Hier ligt de hamvraag waar vandaag de dag zoveel mensen mee worstelen – waarom God blijft zwijgen bij het leed in de wereld? Het blijkt een vraag van alle tijden. De auteurs laten zien hoe het Jodendom uiteindelijk de godsdienst van het Woord van God werd (p. 205). In een godsdienst waar het Woord van God zo centraal komt te staan, is de ervaring van het zwijgen van God des te problematischer. Toch ontstond zowel binnen
als buiten Israël de overtuiging dat volhardend spreken van de mens het zwijgen van de goden kon doorbreken, bijvoorbeeld bij Job. Het wachten van de zwervers op Godot zal uiteindelijk worden beloond, is de belofte.
Uitdaging Ook hier nemen Korpel en De Moor duide lijk stelling. In een epiloog geven de schrijvers aan hoe de uitkomsten van belang kunnen zijn voor een eigentijdse visie op het zwijgen van God. Ze nemen daarbij een van de resultaten uit hun onderzoek als basis: God spreekt via mensen. ‘Zeggen dat God zwijgt, komt erop neer dat Zijn boodschappers niet tot spreken in Zijn naam in staat zijn’, beweren ze in de epiloog. Als het dan zo is dat van mensen gevraagd wordt God ter sprake te brengen, is dan Zijn zwijgen uiteindelijk een menselijke probleem, luidt de verrassende conclusie aan het eind van deze studie (p. 276). Als we ervaren dat God zwijgt, moeten mensen voor God spreken en opkomen voor recht en gerechtig heid. Met verwijzing naar Etty Hillesum schrijven ze dat de mens God moet helpen. Dit boek benadrukt keer op keer dat Gods zwijgen een appèl is aan mensen om zelf te spreken en te handelen. Dat wil zeggen de schepping verder te brengen. Gods spreken, noch Zijn zwijgen, is immers eenrichtingsverkeer. Het nodigt de mens uit in een ‘interactief en creatief proces’.
•
Sigrid Coenradie Predikant in de remonstrantse gemeente Oosterbeek jaargang 23 nr. 1 januari 2012 15
thema stilte
De stilte bij de De stilte is een onmisbaar onderdeel van de Quakertraditie, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de stilte niet bij alle Quakergroepen in de wereld een even belangrijke rol speelt. Wereldwijd is er een grote diversiteit onder Quakers, waarbij zij die in stilte samenkomen een minderheid vormen. Wat de functie van stilte is in de samenkomst, wordt goed zichtbaar in de manier waarop Quakers besluiten nemen.
Wie op een zondagochtend een stille samenkomst van de Quakers bezoekt, treft daar een kring zwijgende mensen aan. Midden in de kring staat een tafeltje met daarop de bijbel, in verschillende talen en vertalingen, en een exemplaar van het boek ‘Quaker Faith & Practice’. Bij de Nederlandse Quakers ontbreekt ook het boekje ‘Leven uit het Innerlijk Licht’ niet. Het kan een heel uur stil zijn, maar meestal wordt de stilte doorbroken door een of enkele gesproken bijdragen. Dat kan een kort getuige nis zijn, waarbij soms wat voorgelezen wordt, of het uitspreken van een gebed. Bij hoge uitzondering wordt er wel eens wat gezongen. Na iedere bijdrage volgt er een periode van stilte, waarin de woorden kunnen bezinken. Een eventuele volgende spreker mag hetzelfde thema opnemen en er wat aan toevoegen, maar het is niet de bedoeling dat er een discussie ontstaat. Dat mag wel na afloop van de Quakerwijdingssamenkomst, die eindigt door elkaar de hand te geven. Iedere deelnemer mag spreken, mits hij/zij zich daartoe geroepen voelt. Zo’n bijdrage mag niet van tevoren op schift gesteld zijn.
Ondogmatisch De Quakers vormen een ondogmati sche geloofsgemeenschap, die officieel Religieus Genoot schap der Vrienden heet. De geuzennaam Quakers wordt meer gebruikt in de communicatie naar buiten toe. De naam Vrienden is ontleend aan de woorden van Jezus uit Johannes 15:12‑17. De Quakerlevenswijze wordt geken merkt door soberheid, maatschappelijke betrokkenheid en de onvoorwaardelijke afwijzing van geweld. Dat laatste wordt het vredesgetuigenis genoemd. Quakers hebben niet alleen geen vastgestelde geloofsbelijdenis, maar ook geen ambtsdragers of uiterlijke sacramenten. De Quakerbeweging is een van de radicale godsdienstige en politieke groeperingen, die ten tijde van de Engelse burgeroorlog in de zeventiende eeuw zijn ontstaan en de enige die is blijven bestaan. De eerste Quakers, onder wie George Fox (1624-1691), protesteerden tegen de in hun ogen afvallige Anglicaanse Kerk. Het protest betrof onder andere de ‘tienden’, kerkelijke belasting van tien procent, waarmee de geestelijkheid werd betaald. 16 adrem remonstrants maandblad
Stilte als levensbehoefte Voor de meeste Quakers hoort de stilte bij de eerste levensbehoeften, met de woor den van William Penn (1644-1718) uit 1699: True silence ... is to the spirit what sleep is to the body, nourishment and refreshment. (Ware stilte is voor de geest wat slaap is voor het lichaam, voedsel en verkwikking). De meeste deelne mers aan een Quakersamenkomst zullen erkennen dat de gezamenlijkheid een extra dimensie geeft aan de stilte. De onderlinge verbondenheid speelt daarbij ook een rol. De stille wijdingssamenkomsten van de Quakers zijn in principe erediensten zonder orde van dienst. Daarom heten ze ongeprogrammeerd (unprogrammed meetings for worship). Sinds de negentiende eeuw zijn er echter ook geprogrammeerde Quakerdiensten. Deze zijn ontstaan onder invloed van de opwekkingsbeweging en lijken in veel opzichten op protestantse diensten, alleen wordt er nooit gedoopt of Avondmaal gevierd. Na de preek volgt een periode van ‘open worship’, waarin alle deelnemers mogen spreken, zoals in de ongeprogrammeerde Quaker samenkomst. De stilte is voor veel Quakers een middel om te zoeken naar iets wat richting geeft aan hun leven. Van dat ‘iets’ geloven ze dat het een goddelijke oorsprong heeft. Qua kers spreken wel over ‘Dat van God in ieder mens’. Die woorden zijn ontleend aan een bekende opdracht van George Fox: Weest voorbeelden, in alle landen, op alle plaatsen, eilanden en tussen de volken, waar je ook komt, opdat je je houding laat spreken tot alle soorten mensen. Zo zul je dan met vreugde over de aarde wandelen, terwijl je dat van God in ieder mens aanspreekt (slot van de zendbrief vanuit de gevangenis in Cornwall, 1656). In een van zijn mystieke ervaringen of ‘openingen’, die hij beschreven heeft in zijn dagboek, had George Fox het Licht door ieder mens heen zien schijnen. Later herkende hij hierin het waarachtige Licht dat ieder mens verlicht. Johannes 1:9 werd daarom door de eerste Quakertheoloog Robert Barclay (1648 ‑1690) de Quakertekst genoemd. Fox gebruikte verschillende andere uitdrukkingen om
Quakers
een Quakerwijdingssamenkomst eindigt door elkaar de hand te geven Dat van God mee aan te duiden, zoals Innerlijke Chris tus, Innerlijke Leraar, Zaad, Maat (Measure) en Heilige Geest. Met het woord Measure benadrukte Fox dat een ieder het Licht slechts in beperkte mate is gegeven.
samen. Die samenhang wordt Gospel Order genoemd: de door George Fox ontwikkelde kerkorde volgens het evangelie.
onafhankelijk van Schrift of ritueel, neemt een belang rijke plaats in in de Quakertraditie, maar er worden twee voorwaarden aan verbonden: 1. Mystiek mag geen vlucht uit de werkelijkheid zijn, maar moet juist de maatschappelijke betrokkenheid vergroten. Zoals William Penn schreef in 1682: True godliness don’t turn men out of the world but enables them to live better in it and excites their endeavours to mend it… (Ware vroomheid keert mensen niet van de wereld af, maar stelt hen in staat er beter in te leven, en moedigt hen juist aan te streven naar een verbetering van die wereld). Kenmerkend is het aan George Fox toege schreven advies: Let your lives speak (Laat jullie leven spreken).
De maandvergadering is de lokale groep of gemeente, waarin besluitvorming plaatsvindt. Dit gebeurt in een zogenoemde zakenvergadering, die oorspronkelijk maandelijks gehouden werd. De Engelse benaming meeting for worship for business geeft aan dat de zaken vergadering in principe een eredienst is, waarin geza menlijk gezocht wordt naar Leiding. Er is geen voorzit ter, maar een schrijver, die het proces bewaakt en het gezamenlijk gevoelen over een bepaald onderwerp (in het Engels the sense of the meeting) probeert te verwoor den in zogenaamde ‘minuten’ (minutes) Deze minuten worden tijdens de vergadering, in stilte, geschreven en goedgekeurd. Net als in de stille eredienst wordt discipline betracht bij het spreken en naar elkaar luisteren. Wanneer geen gezamenlijk gevoelen ontstaat, wordt het nemen van een besluit uitgesteld.
2. De individuele ervaring van Leiding moet getoetst worden aan de gezamenlijke ervaring van de groep, willen er consequenties aan verbonden worden. De Quakers kennen een eigen methode van besluitvor ming en hun organisatiestructuur hangt daarmee
Marianne IJspeert Marianne IJspeert is Quaker en als zodanig predikant van twee kleine doopsgezinde gemeenten in Noord-Holland. Zij schreef het deeltje over de Quakers in de serie Wegwijs, kerken en groeperingen, uitgegeven door Kok in 2006.
Innerlijke ervaring De mystieke of innerlijke ervaring,
•
jaargang 23 nr. 1 januari 2012 17
korte berichten
Boeken
Colleges
Rick Timmermans, Hunkeren naar rust. Pelgrimeren door de Regel van Benedictus. Jonge journalist is gegrepen door het kloosterleven en beschrijft op persoonlijke en journalistieke wijze over het monastieke leven en de spirituele en praktisch kanten van de regel van Benedictus. Ten Have 2011. Prijs 14.95 euro. ISBN 978 90 259 6151 0
Remonstranten in tijden van Verlichting (eind 17de tot eind 19de eeuw) Zes colleges op donderdagmiddagen van 15.15 tot 17.00 uur te Leiden.
God Aan weer in de winkel Het remonstrants religieus dagboek God Aan verscheen in 2010 en was binnen een jaar uitverkocht. Nu ligt het weer in de winkel als paperback-editie voor het zachte prijsje van 19,90 euro. Een ideaal cadeau!
• 9 februari drs. Lense J. Lijzen – Joannes Clericus, een Zwitsers remonstrant tussen kerk en Verlichting;
Ontmoetings- en oefendag voor contactleden
• 1 maart dr. Simon Vuijk – remonstranten in een revolutionaire tijd (eind 18de eeuw);
Op zaterdag 24 maart 2012 van 10.00 – 16.00 uur orga niseert de Landelijke Taakgroep Contactleden (LTC) de landelijke ontmoetings- en oefendag voor contactleden. Plaats: Geertekerk, Utrecht. Er is dit jaar één contactle dendag. Het thema is: Binding met de gemeente. Mogelijkheden voor contactwerk in de toekomst. Men kan zich nu al opgeven bij het landelijk bureau, tel. 030-2316970, of e-mail
[email protected]. Kosten: 10 euro (incl. koffie, thee, broodjes), te betalen ter plaatse. Aanmelden is mogelijk tot 14 dagen voor de bijeenkomst. Na aanmel ding ontvangt men kort voor 24 maart een programma met routebeschrijving.
• 2 februari 2012 prof. dr. Th. Marius van Leeuwen – Philippus van Limborch, voorvechter van tolerantie;
• 16 februari prof. dr. Ernestine G.E. van der Wall – een polemiek over kerk en verdraagzaamheid (Nozeman en de ‘Socratische oorlog’);
• 8 maart dr. E.G.E. van der Wall – de opkomst van het modernisme; • 15 maart dr. Th.M. van Leeuwen – de remonstranten kiezen voor de moderne theologie (C.P. Tiele c.s.). Nadere informatie en opgave: Marijke Tolsma, coördinator Remonstrants Seminarium m.tolsma@ religion.leidenuniv.nl; tel 071 527 25 91 (donderdagen); of via het Landelijk Bureau:
[email protected]; tel 030 231 69 70. Kosten: 100 euro, te voldoen op giro 140938 t.n.v. Remonstrantse Broederschap, Utrecht, o.v.v. Colleges voor Belangstellenden 2012.
Irshad Manji en Tofik Dibi bij de remonstranten Irshad Manji was op dinsdag 6 december onverwacht te gast in de Geertekerk in Utrecht. De avond werd geor ganiseerd door de website Nieuwemoskee.nl, in samen werking met de remonstranten in Utrecht. Irshad Manji stelde nadrukkelijk dat het in religie niet dient te gaan om identiteit, maar om integriteit. Haar Nederlandse geest verwant Tofik Dibi preekte op 4 december bij de remonstranten en vrijzinnig protestanten in Amsterdam. Manji zet zich in voor modernisering van de Islam. Haar boeken over de Islam zijn beststellers. Van ‘The trouble with Islam today’ werden miljoenen exemplaren verkocht. In haar nieuwste boek ‘Allah, liberty and love’ pleit ze voor ‘morele moed’ om het geloof te doordenken en waar nodig bij te sturen. Irshad Manji krijgt flinke kritiek van orthodoxe en fundamentalistische moslims. Op 7 december werd een lezing van haar en Dibi in de Balie nog verstoord door radicale moslims die de twee hervormingsgezinde theologen het zwijgen wilden opleg gen. Beide gaven aan door te zullen gaan met hun oproep
18 adrem remonstrants maandblad
om de Islam te hervormen en menselijker te maken. Irshad Manji: ‘godsdienst gaat over inspiratie niet over straf of het naspreken van wat mensen uit naam van God beweren. De Islam kan een religie van liefde en vrijheid zijn als moslims dat willen’.
’t Rentmeestertje
HET GELUID VAN DE STILTE In de jaren zeventig van de vorige eeuw bezongen Simon and Garfunkel ‘the Sound of Silence’. ‘Oudere jongeren’ zullen zich dat zeker nog herinneren. Het geluid van de stilte vind ik een mooie gedachte. Het is het geluid van het ruisen van de wind door de bomen of het zingen van een vogel bij het vallen van de nacht. Die stilte zorgt ervoor dat je zintuigen zich meer bewust worden van Gods schepping en de verantwoordelijkheid die wij hebben om die schepping in stand te houden. Stilte is steeds meer een schaars goed geworden. We moeten in ons dichtbevolkte land de plekken koesteren waar we de stilte nog kunnen beleven. Stilte kun je ook in jezelf zoeken door je af te sluiten voor de waan van de dag. In onze westerse samenleving lijkt de behoefte van mensen om zich te ontworstelen aan de drukte van het bestaan steeds groter te worden. Veel mensen vinden hun stilte in meditatie.
Er zijn diverse kloostergemeenschappen die retraites aanbieden. Overigens is er ook in onze Remonstrantse Broederschap een lange traditie van retraites. Wil je het zoeken in de natuur, kijk dan eens op internet op www.beleefdestilte.nl of google op ‘stiltegebieden’. Je vindt daar informatie over stiltegebieden in Nederland. Overigens bezong een andere favoriet van deze ‘oudere jongere’, Neil Diamond, ‘the Beautiful Noise of the Street’, maar dat is misschien een thema voor een volgende AdRem. ’t Rentmeestertje komt uit de koker van de taakgroep Duurzame Ontwikkeling. Voor een nadere uitwerking en toelichting zie de website www.remonstranten.org, onder de buttonbalk ‘Remonstranten geven online’, rechts op de homepage. Contactpersoon: Casper Ebeling Koning, tel. 06 54 95 1911,
[email protected]
jaargang 23 nr. 1 januari 2012 19
het gezicht van...
Willemien de Boer Aan de keukentafel in haar boerderij in Delft spreek ik Willemien de Boer, de voorzitter van de gemeente Delft. Ze is 43 jaar oud, heeft een vriend en twee kinderen. Een praktisch mens en een bezige bij is ze. ‘Wij hebben deze boerderij met meerdere partijen gekocht en daarna gesplitst. Hij was betaalbaar door grond te verkopen waar nu huizen op zijn gebouwd. Ik rommel met plezier in en om het huis: bijen houden, taarten bakken, jam van mispels maken. (Boven in huis op een kleed liggen ze te rotten, zie ik. Voor het beste resultaat wordt me verzekerd). We zijn beschikbaar voor crisisopvang van pleegkinderen.’ Vroege jaren ‘Ik ben opgegroeid in Maarssen in een Nederlands – Hervormd gezin. Mijn moeder was streng christelijk, mijn vader was vrijmetselaar. Ik volgde cursussen over de gnosis en over Oespenski. Na de afron ding van de PABO ben ik op mijn twintigste naar India vertrokken, om een jaar te werken in een kintertehuis in New Delhi en te reizen. In het tehuis werd ik verliefd op de fysiotherapeut, een hindoe. We hebben 7 jaar een re latie gehad nadat hij naar Engeland was verhuisd. Terug in Nederland heb ik weer mijn christelijke pad vervolgd, en na de breuk met Bhagat heb ik op mijn 28e belijdenis gedaan in de Hervormde kerk. Toen ben ik ook Godge leerdheid gaan studeren aan de VU. Met name de vakken interreligieuze dialoog en godsdienstfilosofie spraken mij aan. Mijn eerste echte baan was als pastoraal medewerker bij een grote instelling voor verstandelijk gehandicapten in Nootdorp. Daarnaast werkte ik tien jaar lang als onder wijsbegeleider voor het Ikos Den Haag en Rotterdam dat godsdienstonderwijs verzorgt op openbare basisscholen. Op het moment geef ik twee dagen levensbeschouwing op het Stanislascollege van de Jezuïeten hier in Delft.’
Iedereen kan altijd mee eten, ook onverwacht. Het is soms een zoete inval hier, daar wordt ik gelukkig van. Dat thema komt ook terug in de belijdenistekst die ik heb geschreven toen ik lid werd in Delft. (zie kader). Ik houd niet van de schreeuwerigheid van onze maatschappij, maar kan juist genieten van kleine, verfijnde initiatieven. Ik herinner me een prachtig stuk over Hildegard van Bingen van theater groep De Kern. Wende Snijders heeft me geraakt, evenals de theaterproductie In Holland van De Appel. Boos word ik van de mediacratie in Nederland, die alleen aandacht heeft voor de dingen die fout gaan, schandalen, negatieve zaken. De media doen Nederland veel schade, denk ik. Ik wil naar het positieve kijken en dat stimuleren.’
•
Michel Peters Coördinator communicatie bij de remonstranten
Binnengelokt ‘In 2001 werd Martha, onze oudste dochter gedoopt in de Laurenskerk in Rotterdam. Tijdens de Open Kerk op zaterdag heeft Ruut Coelman me een jaar later bij de remonstranten in Delft naar binnen gepraat. Het was een openbaring om daar te komen. Ik deed al snel mee aan kringen en kinderwerk, was lid van de bezoekcommissie. Ik kon er mijn ei kwijt, kreeg de ruimte om verhalen te vertellen, genoot van de liederen die we zongen en vond de preken van Bert Dicou en Tom Mikkers inspirerend. Ook het standpunt van de remon stranten over het homo-huwelijk maakte me trots. Ik heb me nu laten strikken als voorzitter van de kerkenraad. Een zware klus wel, ook omdat we geen secretaris heb ben. Ik vind het leuk om te organiseren en om de tent draaiende te houden, maar moet beter leren te delegeren. Mijn stijl is om mensen de ruimte te geven, naar ze te luisteren, me in te leven in hun beweegredenen. Ik sta niet snel op de barricaden, maar ben trouw en heb een lange adem. Deze kerk gaat me aan het hart.’
Inspiratie ‘Er zijn, er echt zijn is mijn levensopdracht. Niemand buitensluiten, dat vind ik echt remonstrants. Bij ons thuis staat ook altijd ‘een extra bord voor Elia’ op tafel.
20 adrem remonstrants maandblad
‘Ik geloof in JHWH de Aanwezige wat een naam! Ik zal er zijn […] Ik geloof in onze aanwezigheid hier en nu het is niet voor niets ik geloof dat ik ook aanwezig moet zijn er echt moet zijn echt moet zijn en daarom wil ik hier echt zijn: als lid