Werkwijze en uitgangspunten provinciaal inspectieprogramma, overeenkomstig artikel 24 Besluit risico’s zware ongevallen 1999
Het provinciale inspectieprogramma Brzo ’99 2007-2011 is vastgesteld door: Gedeputeerde Staten van Limburg (voor inrichtingen waarvoor de provincie het bevoegd gezag Wet milieubeheer is), in overeenstemming met de Arbeidsinspectie, de gemeenten Eijsden, Heerlen, Leudal, Maastricht, Roermond, Sittard-Geleen, Stein, Venlo en Weert, Regio Noord- en Midden-Limburg, Sector Veiligheid, Regionale brandweer Zuid-Limburg en het Gemeenschappelijk Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek; De gemeentebesturen van Heerlen, Maastricht, Meerlo-Wanssum, Roerdalen, Roermond, Sittard-Geleen, Venlo en Venray (ieder voor inrichtingen waarvoor het betrokken bestuur bevoegd gezag Wet milieubeheer is), in overeenstemming met de Arbeidsinspectie, Regio Noord- en Midden-Limburg, Sector Veiligheid, Bestuur van de Regionale brandweer Zuid-Limburg en het Gemeenschappelijk Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek. Daarnaast is het provinciale inspectieprogramma Brzo’99 2007-2011 opgesteld c.q. vastgesteld in nauw overleg met de waterkwaliteits-beheerders Rijkswaterstaat Limburg, Waterschap Roer en Overmaas en het Waterschap Peel en Maasvallei. De waterkwaliteitsbeheerders zijn weliswaar geen bevoegde gezag in het kader van artikel 24 Brzo’99, maar hebben wel een rol als adviseur van het bevoegd gezag Wet milieubeheer.
Auteur:
Coördinator Handhaving Brzo 1999 Limburg, Ing. J.J.M.G. Schrijnemakers Versie: definitief
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 2 van 56
Voorwoord inspectieprogramma
De basis voor het provinciaal inspectieprogramma ligt in artikel 24 van het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 (hierna Brzo’99). Artikel 24 van het Brzo’99 bepaalt dat de betrokken overheid inzake de Wet milieubeheer, in overeenstemming met de betrokken Arbeidsinspectie en Burgemeester en Wethouders waar de inrichting is gelegen, een inspectieprogramma vaststelt. Dit document geeft een overzicht van de werkwijze en gehanteerde uitgangspunten voor de uitvoering van inspecties bij alle bedrijven in Limburg waarop het Brzo’99 van toepassing is en waarvoor Burgemeester en Wethouders of Gedeputeerde Staten op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit Milieubeheer bevoegd gezag zijn. In bijlage 2 van dit document is een overzicht opgenomen van de betreffende inrichtingen in Limburg (peildatum 1 januari 2007). Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen de bedrijven vallende onder het bevoegd gezag van respectievelijk Burgemeester en Wethouders van de afzonderlijke gemeenten en Gedeputeerde Staten van Limburg. Het bestuurlijk vastgestelde provinciale inspectieprogramma vormt het uitgangspunt voor de op te stellen provinciale jaarprogramma’s en de meerjareninspectieplannen op inrichtingsniveau in de periode 2007-2011 (de periode waarop dit provinciale inspectieprogramma betrekking heeft) voor alle inrichtingen in Limburg. De terminologie in dit document en de opbouw van dit provinciale inspectieprogramma is ontleend aan de Werkwijzer BRZO I, die voortkomt uit het verbeterprogramma BeteRZO dat geïnitieerd is door het ministerie VROM. De basis voor dit voorliggende provinciale inspectieprogramma wordt gevormd door het “Voorbeeld inspectieprogramma” d.d. 31 augustus 2006.
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 3 van 56
Onderlinge samenwerking ten behoeve van een gemeenschappelijk aanpak van het toezicht op het gestelde in het Brzo ’99 door de verschillende betrokken overheidsinstanties in Limburg
De betrokken partijen: Arbeidsinspectie Directie Major Hazard Control team Zuid; Bestuur van de Regionale Brandweer Zuid-Limburg; Gemeenschappelijk Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek; Gedeputeerde Staten van Limburg; Gemeente Eijsden; Gemeente Heerlen; Gemeente Leudal; Gemeente Maastricht; Gemeente Meerlo-Wanssum; Gemeente Roerdalen; Gemeente Roermond; Gemeente Sittard-Geleen; Gemeente Stein; Gemeente Venlo; Gemeente Venray; Gemeente Weert; Regio Noord- en Midden-Limburg, Sector Veiligheid; Rijkswaterstaat Limburg; Waterschap Roer en Overmaas; Waterschap Peel en Maasvallei. Overwegende het feit, dat: A. het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 (Brzo ‘99), aan de betrokken bevoegde gezagen in het kader van de Wet milieubeheer in Limburg, in samenspraak met de Arbeidsinspectie, directie Major Hazard Controle team Zuid en Burgemeester en Wethouders van de gemeente waarin de inrichting is gelegen, de verplichting oplegt één provinciaal inspectieprogramma vast te stellen, dat een planmatig en systematisch onderzoek van de in een Brzo-plichtige inrichting gebruikte systemen van technische, organisatorische en bedrijfskundige aard borgt (1 loket-gedachte); B. voornoemde partijen zich verantwoordelijk voelen voor het realiseren van een gemeenschappelijke werkwijze in Limburg, alsmede het hanteren van gelijkluidende uitgangspunten in relatie tot een adequaat handhavingsniveau op het gebied van het Brzo ’99 in Limburg en voldoen aan de landelijke Werkwijzer BRZO I, die voortkomt uit het verbeterprogramma BeteRZO, dat geïnitieerd is door het ministerie van VROM; C. voornoemde partijen bereid zijn bij de uitvoering van de Brzo-taken, ingebed in de uitvoering van de taken voortvloeiend uit de Wet milieubeheer, Arbeidsomstandighedenwet, Brandweerwet en Wet rampen en zware ongevallen, te voldoen aan de eisen “maatlat kwaliteitsambitie uitvoering Brzo”. Hebben betrokken partijen, met inachtneming van een ieders bevoegdheden, zich akkoord verklaard met het onderhavige provinciale inspectieprogramma Besluit risico’s zware ongevallen 1999 (periode 2007-2011) met als doelstelling een gemeenschappelijke aanpak van het toezicht (qua werkwijze en uitgangspunten) bij alle bedrijven in Limburg waarop het Brzo’99 van toepassing is. Teneinde voornoemde doelstelling (mede) te kunnen bereiken hebben partijen, die (vooralsnog), niet kunnen voldoen aan de eisen, Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 4 van 56
gesteld in de notitie “maatlat kwaliteitsambitie uitvoering Brzo”, zich bereid verklaard om in dat kader te kiezen voor uitbesteding1 of samenwerking ten behoeve van de betreffende taken waarbij zij de benodigde verbintenis aangaan voor tenminste 5 jaar. De hiervoor weergegeven afspraken inzake onderlinge samenwerking ten behoeve van een gemeenschappelijke aanpak van het toezicht op het gestelde in het Brzo’99 door de hierna weergegeven overheidsinstanties in Limburg en zoals uitgewerkt in het onderhavige Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 (periode 2007-2011) treedt in werking vanaf 1 april 2007.
Arbeidsinspectie, Directie Major Hazard Control vertegenwoordigd door
Gedeputeerde Staten van Limburg vertegenwoordigd door
directeur MHC, ir. R. in ’t Veld
gedeputeerde ir. H.T.J. Vrehen
Gemeente Eijsden namens het college van burgemeester en wethouders
Gemeente Heerlen namens het college van burgemeester en wethouders
de heer E.J.L. Pirson
burgemeester mr. A.M.G. Gresel
Gemeente Leudal namens het college van burgemeester en wethouders
Gemeente Maastricht namens het college van burgemeester en wethouders
loco-burgemeester Mr. A.J.M. Walraven
de heer ir. R.G.W.J. Nelissen
1
Uitbesteding is mogelijk aan een overheidsinstantie die aan de maatlat voldoet, zoals DCMR steunpunt of aan een zusterorganisatie (gemeente, provincie, brandweerkorps of milieudienst). Structurele uitbesteding aan een private organisatie voldoet niet aan de maatlat. Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 5 van 56
Gemeente Meerlo-Wanssum namens het college van burgemeester en wethouders
Gemeente Roerdalen namens het college van burgemeester en wethouders
burgemeester J. Hahn
burgemeester drs. R.J. Persoon (wnd)
Gemeente Roermond namens het college van burgemeester en wethouders
Gemeente Sittard-Geleen namens het college van burgemeester en wethouders
wethouder drs. G. IJff
burgemeester drs. G.J.M. Cox
Gemeente Stein namens het college van burgemeester en wethouders
Gemeente Venlo namens het college van burgemeester en wethouders
burgemeester drs. A.C. Barske
burgemeester drs. H.M.F. Bruls
Gemeente Venray namens het college van burgemeester en wethouders
Gemeente Weert namens het college van burgemeester en wethouders
loco-burgemeester L.J.G.M. Heldens
burgemeester mr. J.M.L. Niederer
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 6 van 56
Bestuur van het Gemeenschappelijk Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek vertegenwoordigd door
Bestuur van de Regionale Brandweer Zuid-Limburg vertegenwoordigd door
voorzitter G.J.M. J. Cox
vice-voorzitter mr. A.M.G. Gresel
Regio Noord- en Midden-Limburg, Sector Veiligheid vertegenwoordigd door
voorzitter drs. H.M.F. Bruls
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 7 van 56
Inhoudsopgave: Pagina Algemene doel, reikwijdte en uitgangspunten provinciale inspectieprogramma 1.1 Inleiding 1.2 Doel van het provinciale inspectieprogramma 1.3 Reikwijdte provinciale inspectieprogramma 1.4 Uitgangspunten provinciaal inspectieprogramma
9 11 12 13
2.
Inspecties
14
3.
Implementatie Maatlat en overige kwaliteitscriteria overheden in Limburg
16
4.
Planning en afstemming provinciale inspectieprogramma
17
1.
9
Bijlage: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Provinciale samenwerkingsmodel Limburg Brzo-bedrijven in Limburg Nadere detaillering uitvoering Brzo ’99 door betrokken overheden Selectiemethodiek provinciale inrichting “Site Chemelot” Selectiemethodiek overige provinciale inrichtingen Artikel 16 en artikel 24 Besluit risico’s zware ongevallen 1999 Verzendlijst provinciale inspectieprogramma Samenvatting handhavingsbeleid Arbeidsinspectie, directie Major Hazard Control Afkortingen en begrippen
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
19 20 21 41 44 47 49 53 55
Pagina 8 van 56
1
Doel, reikwijdte en uitgangspunten provinciale inspectieprogramma
1.1
Inleiding
Het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 (hierna te noemen het Brzo’99) is een uitwerking van de Seveso II-richtlijn (Richtlijn nr. 96/82/EG) en handelt over de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken. Het Brzo ’99 is sinds 19 juli 1999 in Nederland van kracht en is een coördinatiewetgeving. Het besluit verbindt vier wetten: de Wet milieubeheer, de Arbeidsomstandighedenwet, de Wet rampen en zware ongevallen en de Brandweerwet 1985. Tevens wordt advies uitgebracht in het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewater. Ingevolge het Brzo’99 vindt ook de uitvoering van de Major Accident Reporting System (MARS) regeling plaats, die verplichtingen omtrent het melden van zware ongevallen aan de Europese Commissie omvat. In het Brzo’99 zijn drempelwaarden opgenomen voor aanwezige hoeveelheden gevaarlijke stoffen op grond waarvan bepaald kan worden of het betreffende bedrijf onder het Brzo’99 valt. Op grond van deze drempelwaarde worden bedrijven verdeeld in 2 categorieën op basis van de aard en de hoeveelheid van de gevaarlijke stoffen die in het bedrijf aanwezig mogen zijn op grond van de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer. Om deze indeling in 2 categorieën te kunnen maken zijn een lage en een hoge drempelwaarde voor genoemde gevaarlijke stoffen. Overschrijding van de lage drempelwaarde (Bijlage 1, deel 1 of 2, tweede kolom) leidt er toe dat op de exploitant van de inrichting een aantal algemene verplichtingen van toepassing is. De kern daarvan vormt de verplichting tot het opstellen en voeren van een beleid ter preventie van zware ongevallen (Pbzo-beleid) en het invoeren en operationaliseren van een veiligheidsbeheerssysteem (VBS) voor het uitvoeren van dat beleid. Het Pbzo-beleid en het VBS vormen tezamen het veiligheidsmanagementsysteem (VMS) van de inrichting en is een basisvoorwaarde voor het voorkomen van zware ongevallen en het beperken van de gevolgen van deze ongevallen, als gevolg van de in de inrichting aanwezige gevaarlijke stoffen. Bedrijven die uitsluitend de lage drempelwaarde overschrijden, worden aangeduid als Pbzobedrijven. Overschrijding van de hoge drempelwaarde (Bijlage 1, deel 1 of 2, derde kolom) heeft tot gevolg dat de exploitant van de inrichting naast de algemene verplichtingen, zoals die voor de Pbzo-bedrijven gelden, tevens een veiligheidsrapport bij het bevoegd gezag ingevolge de Wet milieubeheer ter beoordeling in moet dienen. In het veiligheidsrapport moet informatie worden opgenomen over de werking van het veiligheidsbeheerssysteem, de organisatie van de inrichting met het oog op de preventie van zware ongevallen en het bedrijfsbrandweerrapport. Deze bedrijven worden aangeduid als VR-bedrijven. Uitvoering van het Brzo’99 heeft zoals eerder gezegd gevolgen voor gemeentelijke- en provinciale overheden, regionale brandweren en de Arbeidsinspectie. Zij moeten inzicht verwerven in de mogelijke risico’s en toezicht uitoefenen op bedrijven, teneinde te beoordelen of de drijver van de inrichting (de vergunninghouder in het kader van de Wet milieubeheer) zich houdt aan het gestelde in het Brzo’99. De drijver van de inrichting is veelal ook de werkgever. In die gevallen waarbij de drijver een ander is dan de werkgever van de inrichting, zijn de verplichtingen die gelden voor de drijver ook van toepassing op de werkgever. In concreto betekent dit dat de drijver van de inrichting/werkgever moet kunnen aantonen dat hij, gelet op de activiteiten in de inrichting, passende maatregelen tegen zware ongevallen heeft genomen, of in passende middelen heeft voorzien om de gevolgen van Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 9 van 56
eventuele zware ongevallen te beperken en of de gegevens en beschrijvingen in het veiligheidsrapport en in andere documenten de feitelijke situatie in de inrichting juist weergeven. Hierbij geldt een verplichting dat de betrokken overheidsdiensten hun activiteiten op elkaar afstemmen. Om de uitvoering van het Brzo’99 in Nederland te verbeteren is eind 2004 op initiatief van het ministerie van VROM het verbeterprogramma BeteRZO gestart. De verschillende bij het Brzo’99 betrokken overheidsorganen hebben aan dit verbeterprogramma meegewerkt. Een van de resultaten van dit programma is de in 2006 uitgebrachte ‘Werkwijzer BRZO I handboek voor overheden’. In deze Werkwijzer worden ondermeer de door de overheden uit toe voeren processen, de te leveren producten en kwaliteitscriteria vastgelegd en hulpmiddelen gegeven voor de realisatie daarvan. Ook zijn in deze werkwijzer richtlijnen weergegeven voor het opstellen van het inspectieprogramma. Het inspectieprogramma moet worden opgesteld op grond van artikel 24 van het Brzo’99. Staatssecretaris van Geel heeft in een brief van 14 juli 2006 opdracht gegeven uiterlijk 31 maart 2007 een nieuw inspectieprogramma vast te stellen, dat de wijze van toezicht en handhaving van de samenwerkende en betrokken overheden beschrijft en vastlegt bij die bedrijven waarop het Brzo’99 van toepassing is. In het inspectieprogramma moet verder worden aangegeven op welke wijze wordt voldaan aan de in het verbeterprogramma ontwikkelde kwaliteitseisen die zijn vastgelegd in de zogeheten notitie ‘Maatlat BRZO’. In de ‘Werkwijzer BRZO I handboek voor overheden’ is een checklijst opgenomen die aangeeft waaraan een inspectieprogramma op hoofdlijnen moet voldoen. Dit provinciale inspectieprogramma geeft een overzicht van de werkwijze en gehanteerde uitgangspunten voor de uitvoering van inspecties bij alle bedrijven in Limburg waarop het Brzo’99 van toepassing is. Het eerste gedeelte van het provinciale inspectieprogramma (Hoofdstuk 1 en 2) betreft een algemeen door alle overheden in Limburg onderschreven werkwijze en gehanteerde uitgangspunten voor de uitvoering van inspecties bij alle Brzo-plichtige bedrijven in Limburg. Het tweede gedeelte (hoofdstuk 3) van het provinciale inspectieprogramma betreft een nadere detaillering van werkwijze en gehanteerde uitgangspunten per betrokken overheid in het kader van de Wet milieubeheer in Limburg (specifiek maatwerk). Daarbij is onder andere vastgelegd het door hen vastgestelde handhavingsbeleid c.q. de gehanteerde handhavingsstrategie en de wijze waarop zij hun Brzo-inspectie doen c.q. laten uitvoeren in het geval zij niet kunnen voldoen aan de ‘Maatlat Brzo’. Het laatste gedeelte (hoofdstuk 4) betreft de planning en afstemming van het provinciale inspectieprogramma met alle betrokken overheden in Limburg. Het handhavingsbeleid in het kader van het Brzo is in Limburg gestoeld op drie pijlers. De eerste pijler is de Nota Handhavingsbeleid BRZO 1999 van de Arbeidsinspectie, Directie Major Hazard Control van het Ministerie van SZW, zoals dit in de Staatscourant nr. 145 op 31 juli 2003 is gepubliceerd (zie ook bijlage 8: Samenvatting handhaving door Arbeidsinspectie, directie MHC). De tweede pijler betreft een gezamenlijk handhavingsbeleid van de (regionale) brandweerkorpsen in Limburg, dat op dit moment nog in overleg met alle betrokken partners wordt besproken en in de loop van 2007 definitief zal worden vastgesteld. De derde en tevens laatste pijler is de op strategisch niveau, op 13 oktober 2004, in het bestuurlijk Provinciaal Milieuoverleg (B-PMO) vastgestelde “Gezamenlijke Sanctie- en Gedoogstrategie Limburg” en het op 22 februari 2006 in Thorn ondertekende bestuursconvenant ”Handhavingssamenwerking Limburg 2006-2010”, op het gebied van intensivering van de samenwerking. Daarnaast hebben betrokken overheden op operationeel niveau in het kader van de Wet milieubeheer in Limburg, voor wat betreft de Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 10 van 56
uitvoering van het Brzo’99, nadere afspraken vastgelegd en zijn deze per betrokken overheid weergegeven in bijlage 3. Al deze handhavingsdocumenten vormen de basis voor de uitvoering van het Brzo’99 in Limburg en geven hiermee verder invulling aan de “Implementatie Maatlat en overige kwaliteitscriteria door betrokken overheden in Limburg op het gebied van het Brzo’99”, zoals dit door de afzonderlijke betrokken overheden in het kader van de Wet milieubeheer is vastgelegd en nader is omschreven in de afzonderlijke paragrafen van hoofdstuk 3 “Implementatie Maatlat en overige kwaliteitscriteria door betrokken overheden in Limburg”.
1.2
Doel van het provinciale inspectieprogramma
Dit provinciale inspectieprogramma vormt de basis voor alle betrokken bestuursorganen in Limburg om op bestuurlijk niveau afspraken te kunnen maken over de inhoudelijke en organisatorische uitgangspunten voor de uitvoering van het toezicht op het Brzo’99 door de verschillende betrokken bevoegde gezagsinstanties. Het gaat daarbij om de gezamenlijk te leveren producten en de bijbehorende kwaliteitscriteria, de wijze van organisatorische invulling (zoals verantwoordelijkheden) en de inhoudelijke uitgangspunten voor de uitvoering van de gezamenlijke taken. Het provinciale inspectieprogramma beschrijft in beginsel alle gezamenlijke taken van betrokken overheden in Limburg. Daarbij zijn in voorkomende gevallen ook nadere afspraken vastgelegd door betrokken overheden bij de toepassing van ieders eigen handhavingsbeleid in een onderlinge samenhang. Bij het opstellen en uitvoeren van het provinciale inspectieprogramma zijn de volgende bestuursorganen en ambtenaren betrokken (art. 24, 1 e en 2e lid Brzo’99): alle betrokken bevoegde gezagen Wet milieubeheer van Limburg waaronder de inrichting valt; de daartoe door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangewezen ambtenaar (de inspecteurs van de Arbeidsinspectie, directie Major Hazard Control (MHC); alle Burgemeester en Wethouders van de gemeenten waarin de inrichting is gelegen; alle wettelijke adviseurs in Limburg in het kader van het Brzo 1999 ic. Rijkswaterstaat directie Limburg, het Waterschap Roer en Overmaas en Waterschap Peel en Maasvallei. Het onderhavige provinciale inspectieprogramma vervangt alle voorgaande inspectieprogramma’s in Limburg als bedoeld in artikel 24 van het Brzo’99 en geldt voor een periode van vijf jaar (2007-2011) en wordt telkens éénmaal in de vijf jaar opnieuw opgesteld en vastgesteld. In overeenstemming met de ‘Werkwijzer BRZO I handboek voor overheden’ worden de volgende planningsinstrumenten gehanteerd: Meerjareninspectieplan (MIP) per Brzo-plichtige inrichting; Provinciale jaarprogramma Brzo-inspecties. Het MIP is een plan waarin voor elke inrichting voor een periode van vijf jaar de aantallen inspecties, de frequentie en de inhoud ervan op hoofdlijnen worden vastgelegd. Aangegeven wordt de momenten waarop wordt geïnspecteerd, de onderwerpen die worden geïnspecteerd en de overheidsdiensten die erbij betrokken zijn. Ook wordt het aantal geplande inspectiedagen op locatie van de inrichting aangegeven, rekening houdende met het toezichtsmodel uit de “werkwijzer BRZO I” én de in Limburg in 2003 ontwikkelde selectiemethodiek (bijlage 4 en 5). Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 11 van 56
Op basis van de MIP’s van de inrichtingen wordt een provinciaal jaarprogramma opgesteld. Hierin wordt aangegeven welke inrichtingen in Limburg in het betreffende jaar zullen worden geïnspecteerd. De MIP’s en het provinciale jaarprogramma worden jaarlijks, in overleg met de betrokken bevoegde gezagen (gezagsinstanties), in september opgesteld. In het provinciaal BRZO managementoverleg Limburg (bijlage 1, Provinciale samenwerkingsmodel Limburg) van oktober wordt jaarlijks het opgestelde provinciale jaarprogramma Brzo vastgesteld.
1.3
Reikwijdte provinciale inspectieprogramma
Het provinciale inspectieprogramma heeft betrekking op alle Brzo-plichtige inrichtingen die gevestigd zijn in Limburg. Voor de uitvoering van het Brzo’99 zijn in Limburg de volgende bestuursorganen verantwoordelijk: Burgemeester en Wethouders van de betrokken gemeenten of Gedeputeerde Staten van Limburg, zijnde het bevoegd gezag Wet milieubeheer voor het betreffend Brzobedrijf; de Minister van SZW; Burgemeester en Wethouders van de gemeenten waarin het Brzo-bedrijf is gelegen. Per 1 januari 2007 zijn in totaal 23 Brzo-plichtige inrichtingen in Limburg gevestigd. In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van de betreffende Brzo-inrichtingen per 1 januari 2007. Daarbij wordt opgemerkt dat de inrichting van Chemelot Site Permit b.v.(CSP), gelegen binnen de gemeenten Sittard-Geleen en Stein, bestaande uit een groot aantal clusters van fabrieken, wordt gezien als één Brzo-inrichting. Om de kwaliteit van het toezicht en de hieruit af te leiden toezichtsdruk te kunnen bepalen is de Brzo-inrichting opgedeeld in zogenaamde deelinrichtingen/site-users. Deze deelinrichtingen/site-users zijn samengesteld op basis van een logische ordening en afgeleid uit de organisatiestructuur van CSP en de aanwezige bedrijven binnen de inrichting van CSP. In bijlage 4 is, als onderdeel van de op 10 april 2003 door de werkgroep Brzo Limburg vastgestelde selectiemethodiek voor ‘site Chemelot’, een overzicht weergeven van de site-users (inclusief de daaronder vallende fabrieken met als peildatum 10 april 2003). Dit overzicht (dat inmiddels is achterhaald) wordt periodiek (bij optredende uitbreidingen/wijzigingen (van clusters) van fabrieken) geactualiseerd en meegenomen in het jaarlijks op te stellen Provinciaal jaarprogramma Brzo 1999, dat uiteindelijk door het provinciaal BRZO Managementoverleg Limburg wordt vastgesteld. De Burgemeester en het College van Burgemeester en Wethouders mandateren de uitvoering van het Brzo’99 en de hieraan gelieerde wetgeving (Wet rampen en zware ongevallen en Brandweerwet 1985) aan het Bestuur van het Gemeenschappelijk Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek of de directeur Sector Veiligheid van de Regio Noord- en Midden-Limburg. Per gemeente staat dit beschreven in bijlagen 3a tot en met 3l. Met de mandatering van de uitvoering behouden de gemeenten hun eigen bevoegdheden. Door de VR-plichtige bedrijven dient een zogenaamde Milieurisicoanalyse (MRA) te worden opgesteld. Als sprake is van een waterrelevantie dan kan de betreffende waterkwaliteitsbeheerder (Rijkswaterstaat Limburg, Waterschap Roer en Overmaas of Waterschap Peel en Maasvallei), in het kader van een zogenaamde initiële inspectie, deelnemen aan de inspectie in de rol van adviseur van het bevoegd gezag Wet milieubeheer. Voor wat betreft de inrichting van Chemelot Site Permit b.v. neemt ook het Waterschap Roer en Overmaas deel aan de jaarlijkse Brzo-inspecties. Tijdens het Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 12 van 56
vooroverleg over de voorbereiding van de jaarlijkse Brzo-inspecties worden afspraken gemaakt over de wijze waarop invulling gegeven wordt aan deelname door waterkwaliteitsbeheerders aan de inspecties.
1.4
Uitgangspunten provinciaal inspectieprogramma
De gezamenlijke uitvoering van het Brzo’99 door betrokken gezagsinstanties in Limburg vereist dat de communicatie tussen de overheden onderling, maar ook de communicatie naar bedrijven toe gecoördineerd verloopt. Het Brzo’99 heeft deze coördinerende en administratieve taken opgedragen aan het bevoegd gezag ingevolge de Wet milieubeheer. Daarbij is onder andere aan de orde: verspreiding van de ingediende veiligheidsrapporten; de organisatie en coördinatie van het overleg over alle aspecten van het veiligheidsrapport en de inspecties; hierbij is sprake van een gezamenlijk optreden van de bevoegde gezagsinstanties krachtens de Arbeidsomstandighedenwet, de Brandweerwet 1985, de Wet milieubeheer, de Wet rampen en zware ongevallen en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, met inbegrip van de gezamenlijke inspecties; Uitgangspunt bij de uitvoering van de Brzo-inspecties is dat een inspectieteam is samengesteld uit een kernteam van de 3 gezagsinstantie, die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de Brzo-inspecties. Afhankelijk van de te inspecteren onderwerpen kunnen specialistische inspecteurs van de verantwoordelijke gezagsinstanties hetzij van een andere betrokken overheidsinstantie worden toegevoegd aan het kernteam. Ook bestaat de mogelijkheid om een periodieke inspectie uit te breiden met een extra verdiepingsinspectie als de reguliere inspectie daartoe aanleiding geeft of andere betrokken overheidsinstanties een bepaald onderwerp in relatie tot het Brzo willen inspecteren. Het voor deze verdiepingsinspectie samengestelde team hoeft niet per definitie uit het kernteam te bestaan. Op die manier wordt vermeden dat per inspectie de inspectieteams te omvangrijk worden. Hiermee wordt, daar waar mogelijk, vastgehouden aan het principe van maximaal 3 inspecteurs per team. De provincie Limburg kent een systeem waarbij per inrichting een (gekwalificeerde) inspecteur (inclusief een back-up) is benoemd. De Arbeidinspectie hanteert een systeem waarbij per inrichting twee gekwalificeerde inspecteurs zijn benoemd in het kader van het Brzo’99, die beiden aan een inspectie kunnen deelnemen, afhankelijk van de complexiteit van de inrichting, de kwaliteit van het in de inrichting gehanteerde veiligheidmanagementsysteem en de noodzakelijk geachte continuïteit in toezicht ten behoeve de beschouwde inrichting. Verder hanteert de directie MHC van de Arbeidsinspectie de accountfunctie voor bepaalde landelijk opererende bedrijven, bedrijfstakken en bepaalde activiteiten met gevaarlijke stoffen. Doel van het account is het borgen van de kwaliteit en de uniformiteit van het overheidsoptreden binnen samenhangende groepen of categorieën van bedrijven binnen Nederland. Deze accountfunctie wordt ingezet bij grote bedrijven met meerdere vestigingen in Nederland (b.v. AKZO, DSM, Van der Sluys) en bij specifieke branches en groepen van bedrijven met vergelijkbare activiteiten met gevaarlijke stoffen (zoals opslag gevaarlijke stoffen in relatie tot de PGS-15). Vanuit het betrokken bedrijfsleven bestaat er een duidelijke behoefte aan een landelijke afstemming en uniformiteit in toezicht. Vanwege de landelijke organisatiestructuur kan de Arbeidsinspectie deze accountfunctie relatief gemakkelijk invullen en borgen. De accounttaken zijn aan senior MHC-inspecteurs Arbeidsinspectie Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 13 van 56
toebedeeld. In totaal beschikt de directie MHC over acht seniors verspreid over Nederland, waarbij 2 senior-inspecteurs per MHC-team. In beginsel wordt bij de inspectie uitgegaan van één inspectieteam per inrichting onder leiding van een inspectieleider, die binnen het team wordt benoemd aan de hand van de te inspecteren items. Een inspectieteam bestaat in beginsel uit drie inspecteurs die de betrokken gezagsinstanties vertegenwoordigen. Bij complexe Brzo-inrichtingen (vooralsnog alle VR-plichtige inrichtingen) en op basis van hiervoor genoemde criteria kan, door een gezagsinstantie, worden besloten om het aantal inspecteurs uit te breiden tot maximaal twee inspecteurs. Gedurende de looptijd van het provinciale inspectieprogramma dient zo snel mogelijk toegegroeid te worden naar een model waarin maximaal drie inspecteurs voor de gezagsinstantie aan de inspectie deelnemen, zulks in overeenstemming met het de ‘werkwijzer BRZO I handboek voor overheden’. Deze doelstelling dient in Limburg per 1 januari 2008 te worden bereikt. Ten einde dit doel te bereiken dienen alle Brzo-inspecteurs van een inspectieteam zo snel als mogelijk te voldoen aan de kwaliteitscriteria, zoals in de notitie “Maatlat BRZO’99 zijn gesteld, teneinde per 1 januari 2008 voldoende inspectievaardigheden te hebben ontwikkeld. De leider van het inspectieteam heeft tot taak de coördinatie van de voorbereiding, de uitvoering en de voortgang van de inspectie. Hij bevordert tevens een tijdige rapportage van de inspectieresultaten en bewaakt het bijwerken van het MIP en past deze zonodig aan in overleg met de andere gezagspartijen. De inspectieleider wordt per Brzo-inspectie gekozen uit één van de inspecteurs van de drie betrokken gezagsinstanties. De inspecteur, namens het bevoegd gezag Wet milieubeheer, is tevens verantwoordelijk voor de coördinerende en administratieve taken die voorvloeien uit het Besluit. In het geval de inspectie, daar waar de gemeente bevoegd gezag is in het kader van de Wet milieubeheer en de uitvoeringstaken in het kader van het Brzo’99 worden uitgevoerd door de Provincie Limburg als adviseur, geschiedt dit met behoud van de gemeentelijke bevoegdheden. In concreto betekent dit ook dat de coördinatie en de daarmee samenhangende administratieve taken voortvloeiende uit het Brzo’99, in nauw overleg met de betreffende gemeente zullen plaatsvinden. Uitgangspunt daarbij is en blijft dat de gemeente haar bevoegdheden blijft behouden in het kader van het Brzo’99.
2.
Inspecties
Toezicht en handhaving maken integraal onderdeel uit van de uitvoering van het Brzo’99. Tijdens de beoordeling van het veiligheidsrapport (VR bedrijven, art. 16) kúnnen de betrokken gezagsinstanties besluiten tot een zogenaamde initiële inspectie, teneinde te komen tot een conclusie over de volledigheid en juistheid van het ingediende veiligheidsrapport. Zeker wanneer het nieuwe bedrijven en/of inrichtingen betreft waarbij sprake is van grote veranderingen. Bij een initiële inspectie door betrokken gezagsinstanties wordt nagegaan of de in het VR verstrekte gegevens kloppen met de werkelijkheid . Deze initiële inspecties, welke eveneens worden gezien als een inspecties in het kader van artikel 24 van het Brz’99, worden door de betrokken gezagsinstanties zoveel mogelijk gezamenlijk uitgevoerd, teneinde een definitieve beoordeling te kunnen geven over de volledigheid en juistheid van het VR. De initiële inspectie kan dan ook worden gezien als een 1e periodieke inspectie bij een Brzo-inrichting, nadat een VR is beoordeeld op juistheid en volledigheid. Daarnaast vinden periodieke inspecties (art. 24) plaats (bij zowel VR- als Pbzo-plichtige inrichtingen), conform de in Limburg in 2003 door de werkgroep Brzo Limburg vastgestelde selectiemethodiek (zie tevens bijlage 4 en 5) en kunnen in voorkomende gevallen (gezamenlijke) ad. hoc. inspecties plaatsvinden, waarbij wordt beoordeeld of het bedrijf Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 14 van 56
passende maatregelen heeft genomen om zware ongevallen, ten gevolge van gevaarlijke stoffen, te voorkomen en de middelen heeft om de gevolgen van zware ongevallen te beperken (art. 24). Bij de uitvoering van de inspecties wordt gebruik gemaakt van de in de werkwijzer BRZO I beschreven methodiek (www.brzo99.nl). In het Brzo’99 is de verplichting opgenomen dat door het bevoegde gezag inzake de Wet milieubeheer, in overeenstemming met de Arbeidsinspectie en Burgemeester en Wethouders waarin de inrichting geheel of in hoofdzaak is gelegen, een zodanig inspectieprogramma vaststelt dat daarmee een planmatig en systematisch onderzoek van de in de inrichting gebruikte systemen van technische, organisatorische en bedrijfskundige aard kan worden uitgevoerd (art. 24, 1e lid). In beginsel dienen de inrichtingen waarvoor een veiligheidsrapport moet worden ingediend jaarlijks te worden geïnspecteerd (art. 24, 5e lid). Van deze frequentie kan worden afgeweken op grond van een systematische evaluatie door de bevoegde overheidsinstanties van de kwaliteit van het in de inrichting toegepaste veiligheidmanagementsysteem en een evaluatie van de gevaren van zware ongevallen (art. 24, 6e lid). Het besluit om bij VR- en/of Pbzoplichtige inrichtingen al dan niet af te wijken van de jaarlijkse inspectiefrequentie wordt genomen door het provinciaal BRZO managementoverleg Limburg (zie tevens het provinciale samenwerkingsmodel Limburg, bijlage 1). Daarbij wordt rekening gehouden met enerzijds het ‘Toezichtmodel’ uit de ‘Werkwijzer BRZO I handboek voor overheden’ en anderzijds de resultaten van een voorgaande Brzo-inspectie én de binnen Limburg in 2003 ontwikkelde selectiemethodiek voor de provinciale inrichting “Site Chemelot” (bijlage 4) en de overige provinciale Brzo-inrichtingen (bijlage 5). Deze systematiek is ook verankerd in de meerjareninspectieplannen per inrichting (MIP’s). Het provinciale jaarprogramma voor de Brzo-inspecties wordt door betrokken overheden gezamenlijk opgesteld, waarbij iedere gezagsinstantie op basis van de beschikbare capaciteit en de aangewezen inspecteur(s) per inrichting aangeeft welke aantallen inspecties en prioritaire bedrijven in haar eigen jaarprogramma kunnen worden betrokken. Het concept provinciale jaarprogramma wordt jaarlijks in het 3e kwartaal opgesteld en vermeldt voor het komende jaar de te inspecteren inrichtingen in Limburg en de periode (maand) waarin de inspectie is gepland. Het provinciale jaarprogramma wordt jaarlijks, uiterlijk in oktober, door het ‘provinciaal BRZO managementoverleg Limburg’ vastgesteld. Aansluitend hierop worden de betreffende inrichtingen door het coördinerend bevoegd gezag geïnformeerd over de voorgenomen inspectie en de periode (maand) waarin de inspectie is gepland. Ruimschoots voor de geplande inspectie(s) worden door de leider van het inspectieteam, in overleg met het bedrijf en de overige (kern-)teamleden, de inspectiedata vastgesteld. Zoals eerder opgemerkt kunnen jaarlijks naast de initiële en de regulier geplande planmatige inspecties ook inspecties worden uitgevoerd naar aanleiding van: informatie of klachten van werknemers/derden (o.m. toezichthouders); een bedrijfsongeval; een uitdrukkelijk verzoek van één van de betrokken bestuursorganen.
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 15 van 56
3.
Implementatie Maatlat en overige kwaliteitscriteria overheden in Limburg
Voor de uitvoering van de verschillende Brzo taken is het van belang dat bij de verschillende betrokken organisaties voldoende personeel (zowel in kwantiteit als kwaliteit) aanwezig is. Uitgangspunt is daarbij dat voldaan wordt aan de eisen geformuleerd in de maatlat en in de eisen aan inspectieteams (welke zijn opgenomen in de ‘Werkwijzer BRZO I handboek voor overheden’). Het team van inspecteurs van de Arbeidsinspectie, Directie Major Hazard Control team Zuid voldoet aan de eisen van de maatlat. De Sector Veiligheid van de Regio Noord- en MiddenLimburg, het Gemeenschappelijk Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek en Provincie Limburg zullen in 2006 en 2007 hun ‘Brzo-inspecteurs’ zodanig opleiden, dat ook zij eind 2007 voldoen aan de landelijke “maatlat kwaliteitsambitie uitvoering Brzo”. Gelet op het feit dat de maatlateisen betrekking hebben op álle bij de Brzo inspecties betrokken instanties binnen Limburg en omdat niet alle betrokken gemeenten in Limburg zelfstandig kunnen voldoen aan de maatlat heeft de Provincie Limburg, tezamen met de provincies Noord-Brabant en Zeeland, een interprovinciale voorziening getroffen om blijvend de kwaliteit en kwantiteit van alle in te zetten inspecteurs in de drie provincies te behouden, te borgen en in geval van eventuele calamiteiten elkaar te ondersteunen. Daarbij heeft de Provincie Limburg op 6 oktober 2006 aan alle betrokken gemeenten in Limburg haar diensten, in het kader van de uitvoering van het Brzo, aangeboden voor een periode van 5 jaar. Daarbij is van de zijde van Provincie Limburg nadrukkelijk aangegeven dat de eigen verantwoordelijkheid, die elke gemeente in het kader van de Wet milieubeheer heeft, gewaarborgd blijft. De door de Provincie Limburg aangeboden diensten hebben daarbij betrekking op alle Brzotaken, tezamen met de Brzo-inspecteurs van de Arbeidsinspectie, Directie Major Hazard Control team Zuid en het Gemeenschappelijk Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek (namens de Regionale Brandweer Zuid Limburg) of de Regio Noord- en Midden-Limburg, Sector Veiligheid. Van dit aanbod maken de gemeenten Heerlen, Maastricht, Roerdalen, Roermond, Sittard-Geleen, Venlo en Venray voor de komende 5 jaar gebruik. De overige betrokken gemeente Meerlo-Wanssum, die coördinerend bevoegd gezag is in het kader van de Wet milieubeheer, maakt voor de komende 5 jaar gebruik van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE), dat eveneens voldoet aan de landelijke maatlat. Voor wat betreft de nadere detaillering van de uitvoering van inspecties door betrokken bestuursorganen in Limburg, de wijze waarop de mandatering, in het geval er werkzaamheden door een van de betrokken overheden worden uitbesteed, is geregeld én de wijze waarop betrokken bevoegde gezagen in het kader van de Wet milieubeheer hun handhavingsbeleid verder gestalte geven is verder uitgewerkt in bijlage 3a t/m 3n. De kennis en kunde van de betrokken inspecteurs wordt geborgd via intervisie en periodieke informatiebijeenkomsten (bijlage 1)
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 16 van 56
4.
Planning en afstemming provinciale inspectieprogramma
De gezamenlijke uitvoering van de inspecties in het kader van het Brzo’99 vraagt voor wat betreft de provinciale programmering om afstemming met de andere betrokken bevoegde gezagsinstanties in Limburg. Aard, omvang en frequentie van de inspecties zijn afhankelijk van uiteenlopende ontwikkelingen. Te weten: politieke keuzes, ontwikkelingen in wet- en regelgeving, zware ongevallen en casuïstiek, ontwikkelingen en/of essentiële wijzigingen bij de betrokken inrichtingen, zoals overnames en reorganisaties. Onderstaand schema geeft de samenhang weer van de in dit provinciale inspectieprogramma Limburg beschreven activiteiten en producten.
BRZO’99 referenties Wet en regelgeving
Provinciale Inspectieprogramma Limburg 2007-2011
Afwegingsgronden Calamiteiten/zwaar ongeval Info toezichthouder Bedrijfsontwikkelingen Systematische evaluatie Politieke keuzes
Procedures / Werkwijzer Brzo
Provinciale Jaarprogramma Limburg
Gezamenlijke Jaarlijkse actualisatie door betrokken overheden (Meerjaren) (M eerjaren-) inspectie Inspe ctieplan Plan (M eerjaren-) inspectie plan(Meerjaren-) inspectieplan
Afbeelding 1. Schematische weergave samenhang provinciale inspectieprogramma Limburg
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 17 van 56
Het samenwerkingsmodel tussen de betrokken overheden in Limburg dat hieraan ten grondslag ligt is weergegeven in bijlage 1 van dit provinciale inspectieprogramma. In het provinciale samenwerkingsmodel Limburg worden de verschillende overlegstructuren weergegeven waarbij het “provinciaal BRZO managementoverleg Limburg” fungeert als besluitvormend orgaan binnen Limburg. De te nemen besluiten worden voorbereid in het “provinciaal BRZO coördinatieoverleg”, waarmee alle genoemde activiteiten structureel worden gepland en gecoördineerd. In het “provinciaal BRZO managementoverleg Limburg” wordt jaarlijks in oktober geëvalueerd of het provinciaal vastgestelde inspectieprogramma Brzo’99 nog voldoet, dan wel bijstelling behoeft. Op operationeel niveau is de samenwerking gericht op gezamenlijke uitvoering van activiteiten en het functioneren van ‘1-loket’ voor burgers en bedrijven. Deze loketfunctie komt terug in verschillende procesbeschrijvingen van de ‘Werkwijzer BRZO I handboek voor overheden’. Binnen Limburg vervult de coördinator handhaving Brzo van de Provincie Limburg een spilfunctie in de opstelling en afstemming van één provinciaal inspectieprogramma Brzo’99 met alle andere betrokken overheden. Uitgangspunt is dat alle producten bij de uitvoering van het ‘Brzo ‘99 in Limburg totstandkomen volgens de procesbeschrijvingen uit de ‘Werkwijzer BRZO I handboek voor overheden’. In bijlage 3 is per bevoegd gezag in het kader van de Wet milieubeheer op detailniveau de wijze van samenwerking uitgewerkt, alsmede de wijze waarop in voorkomende gevallen per betrokken overheid de mandatering is geregeld en hoe de ‘Maatlat Brzo’ wordt geborgd.
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 18 van 56
Bijlagen Bijlage 1 Provinciaal samenwerkingsmodel Limburg
Deelnemers: Provincie Limburg (voorzitter, hoofd afdeling HM) Arbeidsinspectie, directie Major Hazard Control Gemeenschappelijk Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek Regio Noord-en Midden Limburg, sector Veiligheid Gemeente Heerlen Gemeente Maastricht Gemeente Meerlo-Wanssum Gemeente Roerdalen Gemeente Roermond Gemeente Sittard-Geleen Gemeente Venlo Gemeente Venray Frequentie: Tweemaal per jaar (april en november)
Planningsoverleg (breed overleg)
Deelnemers Smalle coördinatieoverleg: Provincie Limburg (voorzitter, Coördinator Brzo PL) Arbeidsinspectie, directie Major Hazard Control Gemeenschappelijk Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek Regio Noord-en Midden Limburg, sector Veiligheid Gemeente Heerlen Gemeente Maastricht Gemeente Meerlo-Wanssum Gemeente Roerdalen Gemeente Roermond Gemeente Sittard-Geleen Gemeente Venlo Gemeente Venray Brede overleg: aangevuld met gemeenten Eijsden, Leudal, Weert en adviseurs RWS en waterschappen Frequentie: Driemaal per jaar, zowel Brede als aansluitend Smalle overleg, in maart, juni en september. Tijdens overleg in september tevens afstemming planning voor het komende jaar. Deelnemers: alle Brzo-inspecteurs Regio Zuid Frequentie: tweemaal per jaar (voorjaar en najaar)
Inspectietea m
Inspectietea m
Inspectietea m
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Samenstelling multidisciplinair team: Volgens jaarplanning
Pagina 19 van 56
Bijlage 2 Brzo bedrijven in Limburg (Peildatum 1-1-2007) Gedeputeerde Staten bevoegd gezag Wet milieubeheer Bedrijf
Gemeente
BRZO'99 status Per 01-01-2007
Chemelot Site Permit B.V. (site Chemelot bestaande uit x-tal Clusters van fabrieken)
Sittard-Geleen en Stein
Chemical Warehouse
Maastricht
Chemson (voorheen allstab) 2
Roermond
Celanese b.v.
Sittard-Geleen
DSM Pharma Chemicals Venlo b.v.
Venlo
VR
Moxba Metrex b.v. 2
Heerlen
VR
Nuon Power b.v.
Leudal
NV Rotterdam Rijn Pijpleiding Maatschappij
Venlo
VR
Solvay Chemie b.v.
Roermond
VR
Trespa International
Weert
VR
Umicore Nederland b.v.
Eijsden
VR
VR PBZO VR PBZO
PBZO
Burgemeester en Wethouders bevoegd gezag Wet milieubeheer Bedrijf
2
Gemeente
BRZO'99 status Per 01-01-2007
Scotts International b.v.
Heerlen
PBZO
Agro-Dyn b.v. 2
Heerlen
PBZO
Ciba Specialty Chemicals Maastricht b.v
Maastricht
Colortrend b.v.
Maastricht
Johnson Matthey b.v.
Maastricht
Tessenderlo Chemie Maastricht
Maastricht
PBZO
JEWA-GAS b.v.
Meerlo-Wanssum
PBZO
AKZO Nobel Funtional Chemicals b.v.
Roerdalen
VR
Van der Sluys Tankopslag b.v.
Roermond
VR
Scheuten Precision Technologies b.v.
Sittard-Geleen
PBZO
Isotron Nederland b.v.
Venlo
PBZO
Primagaz Nederland b.v.
Venray
PBZO
VR PBZO VR
Onder voorbehoud, waarbij in de loop van 2007 zal moeten blijken in hoeverre deze bedrijven (nog) (blijven) vallen onder het Brzo’99. Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 20 van 56
Bijlage 3A Nadere detaillering uitvoering Brzo’99 door gemeente Eijsden Binnen de gemeente Eijsden valt één inrichting onder het Brzo’99 (peildatum 1-1-2007, VRplichtig), waarvoor Gedeputeerde Staten van Limburg bevoegd gezag zijn in het kader van de Wet milieubeheer. Het betreft de inrichting Umicore Nederland b.v, gelegen aan Muggenweg 2 te 6245 AB Eijsden. Op 23 januari 2007, kenmerk nr. 657, hebben Burgemeester en Wethouders van de gemeente aan het bestuur van het Gemeenschappelijk Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek opdracht gegeven die taken uit te voeren die voortvloeien uit het Brzo’99, die in relatie staan met de Wet rampen en zware ongevallen en de Brandweerwet. Het college behoudt hierbij zijn bevoegdheden. Bij dit besluit zijn tevens de toezichthoudende ambtenaren van het Gemeenschappelijk Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek door het college van Burgemeester en Wethouders aangewezen als toezichthouders als bedoeld in artikel 25b van de Wet rampen en zware ongevallen. In concreto betekent dit dat de beoordeling van een eventueel veiligheidsrapport en de feitelijke uitvoering van Brzo-inspectie(s) binnen de gemeente geschiedt door een inspectieteam bestaande uit inspecteurs van Arbeidsinspectie, Directie Major Hazard Control team Zuid, Gemeenschappelijk Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek (namens de gemeente) en Provincie Limburg, zulks in overeenstemming met de ‘werkwijzer BRZO handboek voor overheden’ en de aan het inspectieteam gestelde eisen zoals verwoord in de ‘Maatlat Brzo’.
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 21 van 56
Bijlage 3B Nadere detaillering uitvoering Brzo’99 door gemeente Heerlen Binnen de gemeente Heerlen vallen mogelijk drie inrichtingen onder het Brzo’99 (peildatum 1-1-2007). Het betreft in deze de inrichting van Moxba-Metrex (VR-plichtig onder voorbehoud), gelegen aan Sourethweg 13, 6422 PC te Heerlen, waarvoor Gedeputeerde Staten van Limburg bevoegd gezag zijn in het kader van de Wet milieubeheer. Daarnaast liggen binnen de gemeente Heerlen de inrichtingen van Scotts International BV (Pbzo-plichtig), gelegen aan Nijverheidsweg 1-5, 6422 PD te Heerlen en Agro-Dyn (Brzoplichtig onder voorbehoud), gelegen aan de Oude Roderweg 4, 6422 PE te Heerlen, waarvoor Burgemeester en Wethouders van Heerlen bevoegd gezag zijn in het kader van de Wet milieubeheer.Ten aanzien van de inrichtingen Moxba-Metrex en en Agro-Dyn wordt op dit moment (peildatum 1 januari 2007) de kanttekening gemaakt dat, nog onvoldoende duidelijk is in hoeverre deze inrichtingen definitief onder de werkingssfeer van het Brzo’99 vallen. Tijdens inspecties in 2007 zal hierover meer helderheid worden verkregen. Op 30 januari 2007, agendanummer 2007/1406, hebben Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heerlen aan het bestuur van het Gemeenschappelijk Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek opdracht gegeven die taken uit te voeren die voortvloeien uit het Brzo’99, die in relatie staan met de Wet rampen en zware ongevallen en de Brandweerwet. Het college behoudt hierbij zijn bevoegdheden. Bij dit besluit zijn tevens de toezichthoudende ambtenaren van het Gemeenschappelijk Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek door het college van Burgemeester en Wethouders aangewezen als toezichthouder als bedoeld in artikel 25b van de Wet rampen en zware ongevallen. Ten aanzien van de inrichting, waarvoor Gedeputeerde Staten van Limburg bevoegd gezag zijn in het kader van de Wet milieubeheer het volgende. De beoordeling van een eventueel veiligheidsrapport en de feitelijke uitvoering van Brzoinspectie(s) binnen de gemeente geschiedt door een inspectieteam bestaande uit inspecteurs van Arbeidsinspectie, Directie Major Hazard Control team Zuid, het Gemeenschappelijk Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek (namens de gemeente) en Provincie Limburg, zulks in overeenstemming met de ‘Werkwijzer BRZO handboek voor overheden’ en de aan het inspectieteam gestelde eisen zoals verwoord in de ‘Maatlat Brzo’. Ten aanzien van de inrichtingen, waarvoor Burgemeester en Wethouders bevoegd gezag zijn in het kader van de Wet milieubeheer het volgende. Op 30 januari 2007, agendanummer 2007/1406, hebben Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heerlen het provinciale inspectieprogramma Besluit risico’s zware ongevallen 1999 voor de periode 2007-2011, vastgesteld, alsmede besloten de toezichtstaak in het kader van het Brzo 1999, voor wat betreft de gemeente, uit te besteden aan de Provincie Limburg voor een periode van 5 jaar. In concreto betekent dit dat de gemeente Heerlen haar werkzaamheden ten aanzien van de uitvoering van het Brzo’99 kosteloos, voor een periode van 5 jaar, uitbesteed aan de Provincie Limburg onder voorwaarden dat:
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 22 van 56
Bijlage 3B
(vervolg)
1. Burgemeester en Wethouders hun wettelijke bevoegdheden blijven behouden in het kader van het Brzo’99; 2. de gemeentelijke inrichting(en) jaarlijks wordt geïnspecteerd (tevens zoekt de gemeente aansluiting bij de door Arbeidsinspectie, Brandweer en Provincie Limburg ontwikkelde selectiemethodiek (bijlage 5); 3. het inspectieteam bestaat uit inspecteurs van de Arbeidsinspectie, Directie Major Hazard Control team Zuid, het Gemeenschappelijk Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek en Provincie Limburg; 4. de uitvoering van de gezamenlijke Brzo-inspectie zal plaatsvinden door één inspectieteam, zulks in overeenstemming met de ‘Werkwijzer BRZO I handboek voor overheden’ en de aan het inspectieteam gestelde eisen zoals verwoord in de ‘Maatlat Brzo’; 5. de uitvoering van de Brzo-taken geschiedt in overeenstemming met het verbeterprogramma ontwikkelde kwaliteitseisen, die zijn vastgelegd in de zogeheten ‘Maatlat Brzo’; 6. rekening wordt gehouden met de sanctie- en gedoognota milieuhandhaving, genaamd “Handhaven, een beginselplicht”, vastgesteld door Burgemeester en Wethouders op 1-2-2005 (inwerkingtreding 3-3-2005); 7. de voorbereiding, planning, uitvoering en nazorg van de controles(s) door het inspectieteam, zal in goed overleg met de gemeente Heerlen plaatsvinden, waarbij een gemeentelijke milieutoezichthouder/inspecteur bij de controles aanwezig zal zijn.
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 23 van 56
Bijlage 3C Nadere detaillering uitvoering Brzo’99 door gemeente Leudal Binnen de gemeente Leudal valt één inrichting onder het Brzo’99 (peildatum 1-1-2007, Pbzoplichtig), waarvoor Gedeputeerde Staten van Limburg bevoegd gezag zijn in het kader van de Wet milieubeheer. Het betreft de inrichting Nuon Power Buggenum b.v., gelegen aan Roermondseweg 55 te 6080 AA Haelen. Op 30 januari 2007, kenmerk ROEZ/LJ/02, hebben Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leudal ingestemd met het provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 (periode 2007-20110 en hebben zij aan de Regio Noord- en Midden-Limburg, Sector Veiligheid, Postbus 11 te Venlo opdracht gegeven die taken uit te voeren die voortvloeien uit het Brzo’99, die in relatie staan met de Wet rampen en zware ongevallen en de Brandweerwet. Het college behoudt hierbij zijn bevoegdheden. In concreto betekent dit dat de beoordeling van een eventueel veiligheidsrapport en de feitelijke uitvoering van Brzo-inspectie(s) binnen de gemeente geschiedt door een inspectieteam bestaande uit inspecteurs van Arbeidsinspectie, Directie Major Hazard Control team Zuid, Regio Noord- en Midden-Limburg, Sector Veiligheid (namens de gemeente) en Provincie Limburg, zulks in overeenstemming met de ‘werkwijzer BRZO I handboek voor overheden’ en de aan het inspectieteam gestelde eisen zoals verwoord in de ‘Maatlat Brzo’.
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 24 van 56
Bijlage 3D Nadere detaillering uitvoering Brzo’99 door gemeente Maastricht Binnen de gemeente Maastricht vallen vijf inrichtingen onder het Brzo’99 (peildatum 1-12007). Het betreft in deze de inrichting van Chemical Warehouse gelegen aan de Ankerkade 31, 6222 NL te Maastricht (Pbzo-plichtig), waarvoor Gedeputeerde Staten van Limburg bevoegd gezag zijn in het kader van de Wet milieubeheer. Daarnaast liggen binnen de gemeente Maastricht de inrichtingen Ciba Specialty Chemicals Maastricht b.v. (VR-plichtig), gelegen aan de Sortieweg 39, 6219 NT te Maastricht, Johnson Matthey b.v. (VR-plichtig), gelegen aan de Fregatweg 38, 6222 NZ te Maastricht, Colortrend b.v. (Pbzo-plichtig), gelegen aan de Ankerkade 101, 6222 NL te Maastricht en Tessenderlo Chemie Maastricht b.v. (Pbzoplichtig), gelegen aan de Ankerkade 111, 6222 NL te Maastricht waarvoor de Gemeente Maastricht bevoegd gezag is in het kader van de Wet milieubeheer. Op 9 februari 2007, kenmerk 2007-05457, hebben Burgemeester en Wethouders van de gemeente Maastricht het provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 (periode 2007-2011) bestuurlijk vastgesteld en aan het bestuur van het Gemeenschappelijk Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek opdracht gegeven die taken uit te voeren die voortvloeien uit het Brzo’99, die in relatie staan met de Wet rampen en zware ongevallen en de Brandweerwet. Het college behoudt hierbij zijn bevoegdheden. Bij dit besluit zijn tevens de toezichthoudende ambtenaren van het Gemeenschappelijk Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek door het college van Burgemeester en Wethouders aangewezen als toezichthouder, als bedoeld in artikel 25b van de Wet rampen en zware ongevallen. In concreto betekent dit dat de beoordeling van een eventueel veiligheidsrapport en de feitelijke uitvoering van Brzo-inspectie(s) binnen de gemeente geschiedt door een inspectieteam bestaande uit inspecteurs van Arbeidsinspectie, Directie Major Hazard Control team Zuid, Gemeenschappelijk Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek en Provincie Limburg, zulks in overeenstemming met de ‘Werkwijzer BRZO handboek voor overheden’ en de aan het inspectieteam gestelde eisen zoals verwoord in de ‘Maatlat Brzo’. Ten aanzien van de inrichtingen, waarvoor Burgemeester en Wethouders van de gemeente Maastricht bevoegd gezag zijn in het kader van de Wet milieubeheer het volgende. Op 23 oktober 2006, kenmerk SEB 2006-38252, hebben Burgemeester en Wethouders van de gemeente Maastricht aan het college van Gedeputeerde Staten van Limburg kenbaar gemaakt dat zij gebruik willen maken van de door Provincie Limburg getroffen interprovinciale voorziening. Op 9 februari 2007, kenmerk 2007-05457, hebben Burgemeester en Wethouders van de gemeente Maastricht het provinciale inspectieprogramma Besluit risico’s zware ongevallen 1999, voor de periode 2007-2011, vastgesteld, alsmede besloten de toezichtstaak in het kader van het Brzo 1999, voor wat betreft de gemeente, uit te besteden aan de Provincie Limburg voor een periode van 5 jaar. In concreto betekent dit dat de gemeente Maastricht haar werkzaamheden ten aanzien van de uitvoering van het Brzo’99 kosteloos, voor een periode van 5 jaar, uitbesteed aan de Provincie Limburg onder voorwaarden dat:
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 25 van 56
Bijlage 3D 1. 2.
3.
4.
5.
6. 7.
(vervolg)
Burgemeester en Wethouders hun wettelijke bevoegdheden blijven behouden in het kader van het Brzo’99; de gemeentelijke inrichtingen 1 maal per 2 jaar, danwel 1 maal per jaar worden geïnspecteerd conform, de door de Arbeidsinspectie, Brandweer en Provincie Limburg ontwikkelde selectiemethodiek (bijlage 5); het inspectieteam bestaat uit inspecteurs van de Arbeidsinspectie, Directie Major Hazard Control team Zuid, Gemeenschappelijk Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek en Provincie Limburg; de uitvoering van de gezamenlijke Brzo-inspectie zal plaatsvinden door één inspectieteam, zulks in overeenstemming met de ‘Werkwijzer BRZO I handboek voor overheden’ en de aan het inspectieteam gestelde eisen zoals verwoord in de ‘Maatlat Brzo’; de uitvoering van de Brzo-taken geschiedt in overeenstemming met het verbeterprogramma ontwikkelde kwaliteitseisen, die zijn vastgelegd in de zogeheten ‘Maatlat Brzo’; rekening wordt gehouden met het handhavings- en toezichtprotocol van de gemeente Maastricht; de voorbereiding, planning, uitvoering en nazorg van de inspectie(s) door het inspectieteam zal in goed overleg met de Gemeente Maastricht plaatsvinden, waarbij een gemeentelijke toezichthouder/inspecteur bij de inspecties aanwezig zal zijn.
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 26 van 56
Bijlage 3E
Nadere detaillering uitvoering Brzo’99 door gemeente Meerlo-Wanssum Binnen de gemeente Meerlo-Wanssum valt één inrichting onder het Brzo’99 (peildatum 1-12007, Pbzo-plichtig), waarvoor Burgemeester en Wethouders bevoegd gezag zijn in het kader van de Wet milieubeheer. Het betreft de inrichting van JEWA-Gas b.v., gelegen aan Stayerhofweg ongenummerd, 5861 EJ te Wanssum. Het huidige kantooradres aan de Oude Kerkstraat 3 in Wanssum zal in de loop van 2007 komen te vervallen. Op 27 februari 2007, hebben Burgemeester en Wethouders van de gemeente MeerloWanssum het provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 (periode 2007-2011) vastgesteld en aan de Regio Noord- en Midden-Limburg, Sector Veiligheid, Postbus 11 te Venlo opdracht gegeven die taken uit te voeren die voortvloeien uit het Brzo’99, die in relatie staan met de Wet rampen en zware ongevallen en de Brandweerwet. Het college behoudt hierbij zijn bevoegdheden. Daarnaast hebben Burgemeester en Wethouders van de gemeente Meerlo-Wanssum bij besluit van 19 december 2006 (vastgesteld onder nummer 1 van 2007 onder 2.1), kenbaar gemaakt dat zij, bij de uitvoering van het Brzo’99, gebruik maken van de diensten van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven. Dit betekent concreet dat de gemeente Meerlo-Wanssum haar werkzaamheden, ten aanzien van de uitvoering van het Brzo’99, voor een periode van 5 jaar uitbesteedt aan het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven onder voorwaarden dat: 1. Burgemeester en Wethouders hun wettelijke bevoegdheden blijven behouden in het kader van het Brzo’99; 2. de gemeentelijke inrichting één keer per jaar wordt geïnspecteerd, waarbij tijdens de inspectie ook milieuaspecten worden meegenomen; 3. het inspectieteam bestaat uit inspecteurs van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven, Regio Noord- en Midden-Limburg, Sector Veiligheid en de Arbeidsinspectie, Directie Major Hazard Control, team Zuid; 4. de uitvoering van de gezamenlijke Brzo-inspectie zal plaatsvinden door één inspectieteam, zulks in overeenstemming met de ‘Werkwijzer BRZO I handboek voor overheden’ en de aan het inspectieteam gestelde eisen zoals verwoord in de ‘Maatlat Brzo’; 5. de uitvoering van de Brzo-taken geschiedt in overeenstemming met het verbeterprogramma ontwikkelde kwaliteitseisen, die zijn vastgelegd in de zogeheten ‘Maatlat Brzo’; 6. rekening wordt gehouden met de naleving- en santiestrategie, vastgesteld door Burgemeester en Wethouders van de gemeente Meerlo-Wanssum op 11 april 2005; 7. rekening wordt gehouden met het periodiek op te stellen inspectieprogramma op uitvoeringsniveau.
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 27 van 56
Bijlage 3F
Nadere detaillering uitvoering Brzo’99 door gemeente Roerdalen Binnen de gemeente Roerdalen valt één inrichting onder het Brzo’99 (peildatum 1-1-2007, VR-plichtig), waarvoor Burgemeester en Wethouders bevoegd gezag zijn in het kader van de Wet milieubeheer. Het betreft de inrichting van Akzo Nobel Functional Chemicals, gelegen aan Lispenweg 6, 6075 CE te Herkenbosch. Op 30 januari 2007, kenmerk A1/3, hebben Burgemeester en Wethouders van de gemeente Roerdalen aan de Regio Noord- en Midden-Limburg, Sector Veiligheid, Postbus 11 te Venlo opdracht gegeven die taken, namens de gemeente, uit te voeren die voortvloeien uit het Brzo’99 en in relatie staan met de Wet rampen en zware ongevallen en de Brandweerwet. Het college behoudt hierbij zijn bevoegdheden. Daarbij zijn tevens de toezichthoudende ambtenaren van de sector Veiligheid van Noord-Midden Limburg door het college van Burgemeester en Wethouders aangewezen als toezichthouder als bedoeld in artikel 25b van de Wet rampen en zware ongevallen. Op 30 januari 2007, kenmerk A1/3, hebben Burgemeester en Wethouders van de gemeente Roerdalen het provinciaal inspectieprogramma Besluit risico’s zware ongevallen 1999 voor de periode 2007-2011 vastgesteld en ingestemd met de uitbesteding van uitvoeringstaken in het kader van het Brzo’99 aan Provincie Limburg voor de periode 2007-2011. In concreto betekent dit dat de gemeente Roerdalen haar werkzaamheden ten aanzien van de uitvoering van het Brzo (het beoordelen van het veiligheidsrapport en het inspecteren) kosteloos uitbesteed, voor een periode van 5 jaar, aan de Provincie Limburg onder voorwaarden dat: 1. burgemeester en wethouders hun wettelijke bevoegdheden blijven behouden in het kader van het Brzo; 2. de gemeentelijke inrichting zal jaarlijks worden geïnspecteerd naar analogie van de door Arbeidsinspectie, Brandweer en Provincie Limburg ontwikkelde selectiemethodiek (bijlage 5) en het toezichtsmodel; 3. aan het inspectieteam, bestaande uit inspecteurs van de Arbeidsinspectie, Directie Major Hazard Control, team zuid, Regio Noord- en Midden-Limburg, Sector Veiligheid en Provincie Limburg, zal een toezichthouder van de gemeente wordt toegevoegd; 4. de uitvoering van de gezamenlijke Brzo-inspectie zal plaatsvinden door één inspectieteam, zulks in overeenstemming met de ‘Werkwijzer BRZO I handboek voor overheden’ en de aan het inspectieteam gestelde eisen zoals verwoord in de ‘Maatlat Brzo’; 5. de uitvoering van de Brzo-taken geschiedt in overeenstemming met het verbeterprogramma ontwikkelde kwaliteitseisen, die zijn vastgelegd in de zogeheten “Maatlat Brzo; 6. rekening wordt gehouden met het handhavingsbeleid “Handhavingsbeleidsnota milieu 2005-2006 gemeente Roerdalen”,vastgesteld door Burgemeester en Wethouders op 11 januari 2005;
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 28 van 56
Bijlage 3G Nadere detaillering uitvoering Brzo’99 door gemeente Roermond Binnen de gemeente Roermond vallen op dit moment (peildatum 1-1-2007) drie inrichtingen onder het Brzo’99. Het betreft in deze de inrichtingen Chemson, gelegen aan de Schepersweg 3, 6049 CV te Roermond (VR-plichtig) en Solvay Chemie, gelegen aan de Schepersweg 1, 6049 CV te Herten (VR-plichtig), waarvoor Gedeputeerde Staten van Limburg bevoegd gezag zijn in het kader van de Wet milieubeheer én de inrichting van Van der Sluijs Tankopslag (VR-plichtig), gelegen aan Schipperswal 29-31, 6041 TC te Roermond, waarvoor de gemeente Roermond het bevoegd gezag is in het kader van de Wet milieubeheer. Ten aanzien van de inrichting Chemson wordt op dit moment (peildatum 1 januari 2007) de kanttekening gemaakt dat deze inrichting nog VR-plichtig is en normaliter in de loop van 2007 een geactualiseerd VR moet indienen, zulks ter beoordeling van de betrokken overheden. Echter, wegens onduidelijkheid bij het bedrijf over de toekomstplannen en het feit dat de opslag van gevaarlijke stoffen binnen de inrichting in 2006 zodanig is gereduceerd, is het niet ondenkbaar dat Chemson in 2007 niet meer Brzo-plichtig is. In de loop van 2007 zal hierover meer helderheid worden verkregen. Op 23 januari 2007, kenmerk RU/2007/UIT/239, hebben Burgemeester en Wethouders van de gemeente Roermond aan de Regio Noord- en Midden-Limburg, Sector Veiligheid, Postbus 11 te Venlo opdracht gegeven die taken uit te voeren die voortvloeien uit het Brzo’99, die in relatie staan met de Wet rampen en zware ongevallen en de Brandweerwet. Het college behoudt hierbij zijn bevoegdheden. Daarbij zijn tevens de Brzo-adviseurs van Regio Noord- en Midden-Limburg, sector Veiligheid, door het college van Burgemeester en Wethouders aangewezen als toezichthouder, als bedoeld in artikel 25b van de Wet rampen en zware ongevallen. Ten aanzien van de inrichtingen, waarvoor Gedeputeerde Staten van Limburg bevoegd gezag zijn in het kader van de Wet milieubeheer het volgende. De beoordeling van een eventueel veiligheidsrapport en de feitelijke uitvoering van Brzoinspectie(s) binnen de gemeente geschiedt door een inspectieteam bestaande uit inspecteurs van Arbeidsinspectie, Directie Major Hazard Control team Zuid, de Regio Noorden Midden-Limburg, Sector Veiligheid (namens de gemeente) en Provincie Limburg, zulks in overeenstemming met de ‘Werkwijzer BRZO handboek voor overheden’ en de aan het inspectieteam gestelde eisen zoals verwoord in de ‘Maatlat Brzo’. Ten aanzien van de inrichting, waarvoor Burgemeester en Wethouders bevoegd gezag zijn in het kader van de Wet milieubeheer het volgende. Op 9 november 2006, kenmerk RU/2006/UIT/05, hebben Burgemeester en Wethouders van de gemeente Roermond aan het college van Gedeputeerde Staten van Limburg kenbaar gemaakt dat zij gebruik willen maken van de door Provincie Limburg getroffen interprovinciale voorziening. Op 23 januari 2007, kenmerk RU/2007/UIT/239, hebben Burgemeester en Wethouders van de gemeente Roermond het provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 (periode 2007-2011) vastgesteld en hebben zij tevens de Brzo-inspecteurs van Provincie Limburg aangewezen als toezichthouder. Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 29 van 56
Bijlage 3G
(vervolg)
In concreto betekent dit dat de gemeente Roermond haar werkzaamheden ten aanzien van de uitvoering van het Brzo’99 en in het bijzonder de Wet milieubeheer kosteloos, voor een periode van 5 jaar, uitbesteed aan de Provincie Limburg onder voorwaarden dat: 1. Burgemeester en Wethouders hun wettelijke bevoegdheden blijven behouden in het kader van het Brzo’99; 2. de gemeentelijke inrichting 1x/2 jaar wordt geïnspecteerd conform, de door de Arbeidsinspectie, Regio Noord- en Midden-Limburg, Sector Veiligheid en Provincie Limburg ontwikkelde selectiemethodiek (bijlage 5); 3. het inspectieteam bestaat uit inspecteurs van de Arbeidsinspectie, Directie Major Hazard Control team Zuid, Regio Noord- en Midden-Limburg, Sector Veiligheid, gemeente Roermond en Provincie Limburg; 4. de uitvoering van de gezamenlijke Brzo-inspectie zal plaatsvinden door één inspectieteam, zulks in overeenstemming met de ‘Werkwijzer BRZO I handboek voor overheden’ en de aan het inspectieteam gestelde eisen zoals verwoord in de ‘Maatlat Brzo’; 5. de uitvoering van de Brzo-taken geschiedt in overeenstemming met het verbeterprogramma ontwikkelde kwaliteitseisen, die zijn vastgelegd in de zogeheten ‘Maatlat Brzo’; 6. rekening wordt gehouden met het handhavingsprogramma 2006 van de gemeente Roermond vastgesteld door Burgemeester en Wethouders op 26 september 2006;
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 30 van 56
Bijlage 3H Nadere detaillering uitvoering Brzo’99 door gemeente Sittard-Geleen Binnen de gemeente Sittard-Geleen vallen drie inrichtingen onder het Brzo’99 (peildatum 11-2007). Het betreft in deze de inrichting van Chemelot Site Permit b.v., postadres: Mijnweg 2, 6167 AC te Geleen (VR-plichtig) en Celanese b.v., gelegen aan De Asselen Kuil 20, 6161 RD te Geleen (Pbzo-plichtig), waarvoor Gedeputeerde Staten van Limburg bevoegd gezag zijn in het kader van de Wet milieubeheer. Daarnaast ligt binnen de gemeente Sittard-Geleen de inrichting Scheuten Precision Technologies b.v.(peildatum 1-1-2007, Pbzo-plichtig), gelegen aan Nusterweg 66, 6136 XB te Sittard, waarvoor het college van Burgemeester en Wethouders het bevoegd gezag zijn in het kader van de Wet milieubeheer. Namens de gemeente Sittard-Geleen voert het gemeenschappelijk Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek alle Brzo-uitvoeringstaken, in het kader van de Wet rampen en zware ongevallen en de Brandweerwet, uit. Een en ander is, middels een Gemeenschappelijke Regeling Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek 2004, die is aangegaan door de gemeenten Beek, Schinnen, Stein en Sittard-Geleen, vastgesteld door de Raad van de gemeente Sittard-Geleen op 3 november 2004. In concreto betekent dit dat de beoordeling van een eventueel veiligheidsrapport en de feitelijke uitvoering van Brzo-inspectie(s) binnen de gemeente geschiedt door een inspectieteam bestaande uit inspecteurs van de Arbeidsinspectie, Directie Major Hazard Control team Zuid, het Gemeenschappelijk Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek (namens de gemeente) en de Provincie Limburg, zulks in overeenstemming met de ‘Werkwijzer BRZO handboek voor overheden’ en de aan het inspectieteam gestelde eisen zoals verwoord in de ‘Maatlat Brzo’. Ten aanzien van de inrichting, waarvoor Burgemeester en Wethouders bevoegd gezag zijn in het kader van de Wet milieubeheer het volgende. Op 30 januari 2007, kenmerk 07/101731, hebben Burgemeester en Wethouders van de gemeente Sittard-Geleen het provinciale inspectieprogramma Brzo 1999 (periode 20072011), vastgesteld, alsmede besloten gebruik te willen maken van de door Provincie Limburg getroffen interprovinciale voorziening. In verband hiermee hebben Burgemeester en Wethouders van de gemeente Sittard-Geleen op 27 februari 2007 besloten de betreffende Brzo-inspecteurs van provincie Limburg, op grond van artikel 18.4 Wet milieubeheer, aan te wijzen als toezichthouder. In concreto betekent dit dat de gemeente Sittard-Geleen haar werkzaamheden ten aanzien van de uitvoering van het Brzo’99 kosteloos, voor een periode van 5 jaar, uitbesteed aan de Provincie Limburg onder voorwaarden dat: 1. Burgemeester en Wethouders hun wettelijke bevoegdheden blijven behouden in het kader van het Brzo’99; 2. de gemeentelijke inrichting 1x/2 jaar wordt geïnspecteerd conform, de door de Arbeidsinspectie, Brandweer en de Provincie Limburg ontwikkelde selectiemethodiek (bijlage 5);
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 31 van 56
Bijlage 3H 3.
4.
5.
6.
(vervolg)
het inspectieteam bestaat uit inspecteurs van de Arbeidsinspectie, Directie Major Hazard Control team Zuid, het Gemeenschappelijk Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek, gemeente Sittard-Geleen en Provincie Limburg; de uitvoering van de gezamenlijke Brzo-inspectie zal plaatsvinden door één inspectieteam, zulks in overeenstemming met de ‘Werkwijzer BRZO I handboek voor overheden’ en de aan het inspectieteam gestelde eisen zoals verwoord in de ‘Maatlat Brzo’; de uitvoering van de Brzo-taken geschiedt in overeenstemming met het verbeterprogramma ontwikkelde kwaliteitseisen, die zijn vastgelegd in de zogeheten ‘Maatlat Brzo’; rekening wordt gehouden met het handhavingsprogramma 2006 van de gemeente Sittard-Geleen vastgesteld door Burgemeester en Wethouders op 9 mei 2006;
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 32 van 56
Bijlage 3I
Nadere detaillering uitvoering Brzo’99 door gemeente Stein Binnen de gemeente Stein bevindt zich althans gedeeltelijk de inrichting van Chemelot Site Permit b.v., postadres Mijnweg 2, 6167 AC te Geleen (VR-plichtig), waarvoor Gedeputeerde Staten van Limburg bevoegd gezag zijn in het kader van de Wet milieubeheer. Namens de gemeente Stein voert het gemeenschappelijk Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek alle Brzo-uitvoeringstaken, in het kader van de Wet rampen en zware ongevallen en de Brandweerwet, uit. Een en ander is, middels een Gemeenschappelijke Regeling Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek 2004, die is aangegaan door de gemeenten Beek, Schinnen, Stein en Sittard-Geleen, vastgesteld door de Raad van de gemeente Stein op 13 juli 2004. In concreto betekent dit dat de beoordeling van het veiligheidsrapport en de feitelijke uitvoering van Brzo-inspectie(s) binnen de gemeente geschiedt door een inspectieteam bestaande uit inspecteurs van Arbeidsinspectie, Directie Major Hazard Control team Zuid, het Gemeenschappelijk Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek en de Provincie Limburg, zulks in overeenstemming met de ‘Werkwijzer BRZO handboek voor overheden’ en de aan het inspectieteam gestelde eisen zoals verwoord in de ‘Maatlat Brzo’.
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 33 van 56
Bijlage 3J Nadere detaillering uitvoering Brzo’99 door gemeente Venray Binnen de gemeente Venray valt één inrichting onder het Brzo (peildatum 1-2007), Pbzoplichtig, waarvoor Burgemeester en wethouders bevoegd gezag zijn in het kader van de Wet milieubeheer. Het betreft de inrichting van Primagaz Nederland B.V. gelegen aan de Nijverheidsstraat 2, 5804 AR Venray. Op 13 maart 2007, kenmerk Bw070142 / I07.001317, hebben Burgemeester en Wethouders van de gemeente Venray aan de Regio Noord- en Midden-Limburg, Sector veiligheid, Postbus 11 te Venlo opdracht gegeven die taken uit te voeren die voortvloeien uit het Brzo ’99, die in relatie staan met de Wet rampen en zware ongevallen en de Brandweerwet. Het college behoudt hierbij zijn bevoegdheden. Daarbij zijn tevens de toezichthoudende ambtenaren van de Regio Noord- en Midden-Limburg, Sector Veiligheid door het College van Burgemeester en Wethouders aangewezen als toezichthouder, als bedoeld in artikel 25 b van de Wet rampen en zware ongevallen. Daarnaast hebben Burgemeester en Wethouders van de gemeente Venray bij besluit van 13 maart 2007, kenmerk Bw070142 / I07.001317, het provinciale inspectieprogramma Brzo 1999 voor de periode 2007-2011 vastgesteld, alsmede kenbaar gemaakt dat zij bij de uitvoering van het Brzo ’99 en rekening houdend met het bestuurlijk vastgestelde provinciale inspectieprogramma Brzo 1999, periode 2007-2011, gebruik maken van de diensten van provincie Limburg. Dit betekent concreet dat de gemeente Venray haar werkzaamheden ten aanzien van de uitvoering van het Brzo’99 (waaronder het uitvoeren van de inspecties) voor een periode van 5 jaar uitbesteedt aan de provincie Limburg onder de voorwaarden dat: 1. Burgemeester en Wethouders hun wettelijke bevoegdheden blijven behouden in het kader van het Brzo’99; 2. de gemeentelijke inrichting éénmaal per twee jaar wordt geïnspecteerd; 3. het inspectieteam bestaat uit inspecteurs van de provincie Limburg, de Sector Veiligheid van de Regio Noord- en Midden-Limburg en de Arbeidsinspectie, Directie Major Hazard Control team Zuid ; 4. de uitvoering van de gezamenlijke Brzo-inspectie zal plaatsvinden door één inspectieteam, zulks in overeenstemming met de “Werkwijzer Brzo I handboek voor overheden” en de aan het inspectieteam gestelde eisen zoals verwoord in de “maatlat Brzo”; 5. de uitvoering van de Brzo-taken geschiedt in overeenstemming met de in het kader van het verbeter programma ontwikkelde kwaliteitseisen, die zijn vastgelegd in de zogenaamde “maatlat Brzo”; 6. rekening wordt gehouden met de naleving- en sanctiestrategie, vastgesteld door Burgemeester en Wethouders op 20 december 2005.
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 34 van 56
Bijlage 3K
Nadere detaillering uitvoering Brzo’99 door gemeente Venlo Binnen de gemeente Venlo vallen drie inrichtingen onder het Brzo’99 (peildatum 1-1-2007). Het betreft de inrichtingen van DSM Pharma Chemicals (VR-plichtig), gelegen Grubbenvorsterweg 8, 5928 NX Venlo en Rotterdam Rijn Pijpleiding Maatschappij (VRplichtig), gelegen Manegeweg 9, 5916 NB Venlo, waarvoor Gedeputeerde Staten van Limburg bevoegd gezag zijn in het kader van de Wet milieubeheer. Daarnaast zal zich binnen de gemeente Venlo, in de loop van 2007, de inrichting Isotron Nederland b.v. (Pbzo-plichtig), gelegen aan Faunalaan 38, gaan vestigen, waarvoor het college van Burgemeester en Wethouders bevoegd gezag, in het kader van de Wet milieubeheer, is. Op 30 januari 2007 (verzonden op 6 februari 2007),kenmerk 07-1626, hebben Burgemeester en Wethouders van de gemeente Venlo aan de Regio Noord- en Midden-Limburg, Sector Veiligheid, Postbus 11 te Venlo opdracht gegeven die taken uit te voeren die voortvloeien uit het Brzo’99, die in relatie staan met de Wet rampen en zware ongevallen en de Brandweerwet. Het college behoudt hierbij zijn bevoegdheden. Daarbij zijn tevens de toezichthoudende ambtenaren van Regio Noord- en Midden-Limburg, sector Veiligheid, door het college van Burgemeester en Wethouders aangewezen als toezichthouder als bedoeld in artikel 25b van de Wet rampen en zware ongevallen. Ten aanzien van de inrichtingen, waarvoor Gedeputeerde Staten van Limburg bevoegd gezag zijn in het kader van de Wet milieubeheer het volgende. De beoordeling van een eventueel veiligheidsrapport en de feitelijke uitvoering van Brzoinspectie(s) binnen de gemeente geschiedt door een inspectieteam bestaande uit inspecteurs van Arbeidsinspectie, Directie Major Hazard Control team Zuid, de Regio Noorden Midden-Limburg, Sector Veiligheid (namens de gemeente) en Provincie Limburg, zulks in overeenstemming met de ‘Werkwijzer BRZO handboek voor overheden’ en de aan het inspectieteam gestelde eisen zoals verwoord in de ‘Maatlat Brzo’. Ten aanzien van de inrichting, waarvoor Burgemeester en Wethouders bevoegd gezag zijn in het kader van de Wet milieubeheer geldt het volgende. Bij brief van 26 november 2006, kenmerk BLMIL/Wm 19244, heeft het hoofd van de afdeling Milieu van de gemeente Venlo ambtelijk al kenbaar gemaakt gebruik te willen maken van de door Provincie Limburg getroffen interprovinciale voorziening. Dit standpunt is door het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Venlo op 30 januari 2007 (verzonden op 2 februari 2007), kenmerk BLMIL/07/02538, 07-1626, overgenomen. Daarnaast hebben Burgemeester en Wethouders van de gemeente Venlo bij het besluit van 30 januari 2007 (verzonden op 2 februari 2007), kenmerk BLMIL/07/02538, 07-1626, het provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999, voor de periode 2007-2011, vastgesteld In concreto betekent dit dat de gemeente Venlo haar werkzaamheden ten aanzien van de uitvoering van het Brzo’99 kosteloos, voor een periode van 5 jaar, uitbesteed aan de Provincie Limburg onder de voorwaarden dat:
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 35 van 56
Bijlage 3K 1 2
3
4
5
6
(vervolg)
Burgemeester en Wethouders hun wettelijke bevoegdheden blijven behouden in het kader van het Brzo’99; de gemeentelijke inrichting jaarlijks wordt geïnspecteerd (aan te geven door de gemeente, dan wel dat de gemeente aansluiting zoekt bij de door de Arbeidsinspectie, Regionale brandweer en Provincie Limburg ontwikkelde selectiemethodiek (bijlage 5); het inspectieteam bestaat uit inspecteurs van de Arbeidsinspectie, Directie Major Hazard Control team Zuid, de Sector Veiligheid van de Regio Noord- en MiddenLimburg, de gemeente Venlo en Provincie Limburg; de uitvoering van de gezamenlijke Brzo-inspectie zal plaatsvinden door één inspectieteam, zulks in overeenstemming met de ‘Werkwijzer BRZO I handboek voor overheden’ en de aan het inspectieteam gestelde eisen zoals verwoord in de ‘Maatlat Brzo’; de uitvoering van de Brzo-taken geschiedt in overeenstemming met de in het verbeterprogramma ontwikkelde kwaliteitseisen, die zijn vastgelegd in de zogeheten.‘Maatlat Brzo’. rekening wordt gehouden met het door Burgemeester en Wethouders jaarlijks vast te stellen handhavingsprogramma Milieu.
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 36 van 56
Bijlage 3L
Nadere detaillering uitvoering Brzo’99 door gemeente Weert Binnen de gemeente Weert valt één inrichting onder het Brzo’99 (peildatum 1-1-2007, Pbzoplichtig), waarvoor Gedeputeerde Staten van Limburg bevoegd gezag zijn in het kader van de Wet milieubeheer. Het betreft de inrichting Trespa International b.v, gelegen aan Wetering 20, 6002 SM te Weert. Op 21 februari 2007 hebben Burgemeester en Wethouders van de gemeente Weert ingestemd met het provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 voor de periode 2007-2011 en hebben zij aan de Regio Noord- en Midden-Limburg, Sector Veiligheid, Postbus 11 te Venlo opdracht gegeven die taken uit te voeren die voortvloeien uit het Brzo’99, die in relatie staan met de Wet rampen en zware ongevallen en de Brandweerwet. Het college behoudt hierbij zijn bevoegdheden. Daarbij zijn op 6 maart 2007 de toezichthoudende ambtenaren van Regio Noord- en Midden-Limburg, Sector Veiligheid, door het college van Burgemeester en Wethouders aangewezen als toezichthouder, als bedoeld in artikel 25b van de Wet rampen en zware ongevallen. In concreto betekent dit dat de beoordeling van een eventueel veiligheidsrapport en de feitelijke uitvoering van Brzo-inspectie(s) binnen de gemeente geschiedt door een inspectieteam bestaande uit inspecteurs van Arbeidsinspectie, Directie Major Hazard Control team Zuid, Sector Veiligheid van de Regio Noord- en Midden-Limburg (namens de gemeente) en Provincie Limburg, zulks in overeenstemming met de ‘werkwijzer BRZO I handboek voor overheden’ en de aan het inspectieteam gestelde eisen zoals verwoord in de ‘Maatlat Brzo’.
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 37 van 56
Bijlage 3M
Nadere detaillering uitvoering Brzo’99 door Provincie Limburg Binnen de provincie Limburg vallen 10 inrichtingen onder het Brzo’99, waarvoor Gedeputeerde Staten van Limburg het bevoegd gezag zijn in het kader van de Wet milieubeheer. Hierbij wordt de kanttekening gemaakt dat Chemelot Site Permit b.v., (gevestigd Mijnweg 2, 6167 AC te Geleen) gelegen is binnen de gemeenten Sittard-Geleen en Stein en bestaat uit een groot aantal fabrieken, gezien wordt als één inrichting, waarvoor een overkoepelend VR is opgesteld. Tot dit overkoepelend VR voor de ‘Chemelot-inrichting’ behoren een aantal Installatie Veiligheidsrapporten (I-VR-en), die deel uitmaken van deel II van het overkoepelend VR. Deze I-VR-en hebben betrekking op een x-aantal geïden-tificeerde deelinrichtingen, die bestaan uit logisch geclusterde fabrieken van de te onderscheiden siteusers (o.a. DSM, SABIC, Limburgse vinyl Maatschappij, EdeA e.a.). Een overzicht van alle bedrijven die vallen onder het bevoegd gezag van provincie Limburg in het kader van de Wet milieubeheer is weergegeven in bijlage 2. Het handhavingsbeleid van de provincie Limburg is op operationeel niveau gebaseerd op respectievelijk het door GS van Limburg op 13 december 2002 vastgestelde beleidsdocument “Zó zijn onze manieren”, de op 7 december 2004 vastgestelde sanctie- en gedoognota “Handhaven, tenzij” (in werking getreden per 1 januari 2005) en het op 14 november 2006 door GS vastgestelde toezicht- en handhavingsbeleid “Toezicht houden en handhaven op basis van risicoanalyse”. Voor de uitvoering van het Brzo-toezicht wordt (vanaf eind 2007) voldaan aan de in het verbeter-pogramma ontwikkelde kwaliteitseisen, die zijn vastgelegd in de zogeheten ‘Maatlat Brzo’. Bovendien worden de uitgangspunten van het Brzo handhavingsbeleid jaarlijks vertaald in een Handhavingsuitvoeringsprogramma provincie Limburg. Voor de uitvoering van het Brzo, zowel voor de provinciale als de gemeentelijke inrichtingen (daar waar de betreffende gemeente bevoegd gezag is in het kader van de Wet milieubeheer én zij gebruik maken van de door de provincie Limburg geboden provinciale voorziening), zijn binnen de provincie Limburg 5 fte beschikbaar. Daarbij is één veiligheidskundige beschikbaar binnen de afdeling Vergunningen en Subsidies, specifiek belast is met onder andere de beoordeling van kennisgevingen, aanwijzing dominobedrijven, beoordeling van (installatie)veiligheidsrapportages (VRbedrijven) op juistheid en volledigheid, zulks in samenwerking met de overige beoordelende instanties. Daarbij kunnen de beoordelende instanties gezamenlijk besluiten tot de uitvoering van een initiële inspectie teneinde na te gaan of de door het bedrijf verstrekte gegevens kloppen met de werkelijkheid (artikel 16). Voor de uitvoering van Brzo-inspecties (artikel 24), zijn 4 inspecteurs binnen de afdeling Handhaving en Monitoring beschikbaar en 2 inspecteurs van de afdeling Handhaving en Monitoring vanaf eind 2006 in opleiding.
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 38 van 56
Bijlage 3M
(vervolg)
In beginsel worden alle Brzo-plichtige inrichtingen jaarlijks geïnspecteerd (artikel 24, 5e lid). Bij een aantal nader aangegeven bedrijven wordt, in overeenstemming met artikel 24, 6e lid van het Brzo, hiervan gemotiveerd afgeweken en wordt verwezen naar de door bevoegde overheidsinstanties in Limburg in 2003 ontwikkelde selectiemethodiek. Voor wat betreft de ontwikkelde en door bevoegde overheidsinstanties in 2003 vastgestelde selectiemethodiek voor alle bedrijven gesitueerd op Site Chemelot en alle overige provinciale inrichtingen, vallende onder het Brzo, wordt verwezen naar respectievelijk bijlage 4 en 5. Jaarlijks wordt een provinciaal jaarprogramma Brzo 1999 opgesteld en na afstemming met alle betrokken overheden vastgesteld door het provinciaal BRZO Managementoverleg Limburg. Daarnaast worden de geplande planmatige inspectieonderwerpen per inrichting vastgelegd in een meerjareninspectieplan (MIP), zulks in gezamenlijk overleg met de andere betrokken gezagsinstanties. De uitvoering van alle Brzo-taken (zowel qua procesbeschrijving als qua inspectie) geschiedt in beginsel door één inspectieteam, zulks in overeenstemming met de ‘Werkwijzer BRZO I handboek voor overheden’ en de aan het inspectieteam gestelde eisen zoals verwoord in de ‘Maatlat Brzo’. Op 27 februari 2007, kenmerk 2007/7430, hebben Gedeputeerde Staten van Limburg het provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999, voor de periode 2007-2011, bestuurlijk vastgesteld.
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 39 van 56
Bijlage 3N
Nadere detaillering uitvoering Brzo’99 door Regionale Brandweer Zuid-Limburg Op 19 oktober 2006 heeft het regionaal managementteam van de Regionale Brandweer Zuid-Limburg besloten de uitvoering van Brzo-taken (beoordeling veiligheidsrapport en de uitvoering van de initiële inspecties), in relatie tot de Wet rampen en zware ongevallen en de Brandweerwet, door het bestuur, met behoud van de eigenstandige bevoegdheid, per 1 januari 2007 opgedragen aan het Gemeenschappelijk Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek. In concreto betekent dit dat de beoordeling van een eventueel veiligheidsrapport en de feitelijke uitvoering van de initiële Brzo-inspectie binnen de regio Zuid-Limburg geschiedt door een inspectieteam bestaande uit inspecteurs van Arbeidsinspectie, Directie Major Hazard Control team Zuid, het Gemeenschappelijk Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek (namens de betrokken gemeenten in Zuid-Limburg en de regionale brandweer Zuid-Limburg) en Provincie Limburg, zulks in overeenstemming met de ‘Werkwijzer BRZO handboek voor overheden’ en de aan het inspectieteam gestelde eisen zoals verwoord in de ‘Maatlat Brzo’.
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 40 van 56
Bijlage 4 Selectiemethodiek provinciale inrichting “site Chemelot” (vastgesteld door de werkgroep Brzo Limburg op 10 april 2003) Selectiemethodiek planmatige Brzo inspecties In het kader van het Besluit risico's zware ongevallen moeten inrichtingen (bedrijven) met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen bij overschrijding van de lage drempelwaarde een preventiebeleid voor zware ongevallen opstellen en voor de realisatie hiervan een veiligheidsbeheerssysteem invoeren. Bedrijven die de hoge drempelwaarde overschrijden moeten aanvullend hierop ook nog een veiligheidsrapport opstellen. DSM Limburg bv (momenteel Chemelot) heeft een dergelijk veiligheidsrapport opgesteld. Voor de detailbeschrijvingen maakt men gebruik van de zogenaamde Installatie Veiligheidsrapporten (I-VR'en) die voortvloeien uit de voormalige arbeidsveiligheidsrapporten. Deze I-VR'en moeten minimaal 5 jaarlijks geactualiseerd worden. Volgens het Brzo dienen Brzo - inrichtingen jaarlijks geïnspecteerd te worden. Chemelot wordt gezien als een Brzo - inrichting. Mede gezien de grote hoeveelheid fabrieken wordt gekeken naar een spreiding van de uit te voeren inspecties per fabriek of cluster van fabrieken. In dit kader is getracht een gemotiveerde spreiding aan te brengen in de inspecties. Hiervoor zijn een aantal statische criteria opgesteld waarmee een basisplan kan worden opgesteld. Deze criteria zijn: Het aanwijsgetal (een maat voor het gevaar van de plant) De complexiteit van de fabriek (opslag, proces of multi purpuse) De gevoeligheid voor de omgeving (op basis van de kwantitatieve risico analyse verplichting) Aan de bovenstaande criteria worden waarden toegekend die leiden tot een basisfrequentie van de inspectie in het kader van het Brzo. Aanvullend op deze indeling kan ad-hoc besloten worden een fabriek of een cluster van fabrieken frequenter te inspecteren. Middels een aantal flexibele criteria, ter beoordeling van de betrokken overheden, kan besloten worden een fabriek of cluster van fabrieken eerder dan gepland te inspecteren (het daarop volgende jaar). De betreffende fabriek of cluster van fabrieken worden dan opgenomen in het jaarplan voor het eerstvolgende jaar. Onderstaand wordt in bijlage 1 de clustering van de fabrieken aangegeven (peildatum 10 april 2003) en de bepaling van de inspectiefrequentie. Bijlage 2 geeft de onderbouwing voor de selectie van de inspectiefrequentie. Bij toekomstige wijzigingen/uitbreidingen van clustering van fabrieken op site Chemelot zal de inspectiefrequentie opnieuw worden bepaald aan de hand van deze selectiemethodiek en leidend zijn bij de periodieke opstelling van het provinciaal jaarprogramma Brzo 1999.
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 41 van 56
Bijlage 1: Selectietabel inspectiefrequentie Chemelot Business Unit
I-VR cluster
Aanwijsgetal
Totaal
A
C
O
Totaal
(A)
Inspectie frequentie (per * jaar)
ACN
AGRO
SABIC
ACN 1
174,52
ACN 2
133,0
TKP
1,689
HCN ringleiding
5,913
DAB
15,353
NaCN
2,447
ZAV
-
BCH
0,026
ACH
7,642
SZF 4
61,128
SZF 5
125,36
NF2
0,677
NH3 ringleiding
355,51
opslag en verlading
887,45
AFA 2
94,336
AFA 3
94,958
Logistiek Opslagen
1146,198
leidingen
445,985
Verlading CKWV
315
1
1
1
3
3
25
0
2
0
2
5
187
1
2
1
4
3
1243
2
0
1
3
3
189
1
1
1
3
3
1592
2
0
1
3
3
176
1
2
1
4
3
5 3
176,31
Haven Stein
DFI
DME
VSA
4,371
4
0
1
0
1
PPF 3
56,453
122
1
1
1
3
PPF 6
65,314
NAK-4
990,089
990
2
1
0
3
NAK3
605,589
711
2
1
0
3
3 3
BUFA
84,105
MTBE
21,417
LDPEF 3
91,03
182
1
1
0
2
5
LDPEF 4
91,076
HDPEF
92,432
92
0
1
0
1
5
NIFA
42,571
43
0
2
0
2
5
CZZF
0,874
SULFA
-
HPO-ANON
12,656
158
1
1
1
3
3
HSO-EV
144,03
TKP
1,705
Stanyl
6,518
7
0
1
0
1
5
PVC
150,734
151
1
1
1
3
3
SP-Geleen
81,947
82
0
2
0
2
5
Melaf 2
27,65
258
1
2
1
4
3
Melaf 4
16,974
UF 2
213,437
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 42 van 56
Business Unit
I-VR cluster
Aanwijsgetal
Totaal
A
C
O
Totaal
Inspectie
(A)
frequentie (per * jaar)
Elastomers
184
1
1
1
3
3
6,877
7
0
1
0
1
5
LDPEF 2
87,623
88
0
1
0
1
5
UHMWPE
6,528
7
0
1
0
1
5
Chemelot
-
-
-
-
-
-
Ad hoc
EPT 1 / 2 / TKP
101,36
EPT 3
82.65
HSC
Aspartaam
DEX-plastomers
DIS
Bijlage 2: Onderbouwing selectie inspectiefrequentie. Waardering statische criteria: Criterium
Onderverdeling
Waarde
Aanwijsgetal (A)
A< 100 100 A 500 A > 500
0 1 2
Complexiteit (C)
Opslag / leidingen Proces installatie Multipurpose / verscheidenheid plants
0 1 2
Niet QRA plichtig Wel QRA plichtig
0 1
Gevoeligheid omgeving (O)
Flexibel criterium: veiligheidsperformance De veiligheidsperformance wordt onder anderen bepaald door de volgende aspecten: Performance VBS aspecten Brzo Ongewone voorvallen (meldingen, ongevallen) Naleefgedrag van de Wm voorschriften Ervaringen naar aanleiding van de uitgevoerde inspectie ect.. Op basis van deze aspecten wordt aan de hand van de bedrijvenlijst (clusters I-VR'en) gezamenlijk door de beoordelende overheden bepaald of een bedrijf extra aandacht verdient. Indien hier positief op gereageerd wordt dat betekent dit dat bij het betreffende bedrijf in het daarop volgende jaar een Brzo inspectie zal worden gehouden. De inspectie van dit bedrijf wordt opgenomen in het jaarplan voor het eerstvolgende jaar. Indeling inspectiefrequentie: Score
Inspectiefrequentie
0–2 3–4 5
1 * 5 jaar 1 * 3 jaar 1 * 2 jaar
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 43 van 56
Bijlage 5 Selectiemethodiek overige provinciale inrichtingen in Limburg (vastgesteld door de werkgroep Brzo Limburg op 24 september 2003) Selectiemethodiek planmatige Brzo inspecties In het kader van het Besluit risico's zware ongevallen moeten inrichtingen (bedrijven) met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen bij overschrijding van de lage drempelwaarde een preventiebeleid voor zware ongevallen opstellen en voor de realisatie hiervan een veiligheidsbeheerssysteem invoeren. Bedrijven die de hoge drempelwaarde overschrijden moeten aanvullend hierop ook nog een veiligheidsrapport opstellen. Volgens het Brzo dienen Brzo - inrichtingen waarop paragraaf 3 van toepassing is (art. 24 lid 5 van het Brzo) jaarlijks geïnspecteerd te worden. Het betreft in dit geval de VR-plichtige bedrijven. Pbzo bedrijven hoeven in dit kader dus niet jaarlijks bezocht te worden. Zowel VR plichtige bedrijven als voor de Pbzo plichtige is de selectiemethodiek toegepast. Er is getracht een gemotiveerde spreiding aan te brengen in de inspecties. Hiervoor zijn een aantal statische criteria opgesteld waarmee een basisplan kan worden opgesteld. Deze criteria zijn: Het aantal installaties (A) Het aantal business units (B) De complexiteit (C) Kwaliteit integriteit installaties (D) Omgevingsfactoren (E) Bedrijfsbrandweer (F) Wijzigingen (G) Kwaliteit veiligheidsbeheerssysteem (H) Aan de bovenstaande criteria worden waarden toegekend die leiden tot een basisfrequentie van de inspectie in het kader van het Brzo. Aanvullend op deze indeling kan ad-hoc besloten worden een inrichting frequenter te inspecteren. Middels een aantal flexibele criteria, ter beoordeling van de betrokken overheden, kan besloten worden een inrichting eerder dan gepland te inspecteren (het daarop volgende jaar). De betreffende inrichting wordt dan opgenomen in het jaarplan voor het eerstvolgende jaar. Onderstaand wordt in bijlage 1 de bepaling van de inspectiefrequentie voor inrichtingen in Limburg (peildatum 24 september 2003, met uitzondering van de inrichting ‘Site Chemelot’) nader uitgewerkt. Bijlage 2 geeft de onderbouwing voor de selectie van de inspectiefrequentie. Bij eventueel nieuwe Brzo-plichtige inrichtingen in Limburg (na de peildatum 24 september 2003, met uitzondering van de inrichting ‘site Chemelot’), danwel optredende wijzigingen/uitbreidingen van reeds bekende Brzo-plichtige inrichtingen in Limburg, zal de inspectiefrequentie opnieuw worden bepaald aan de hand van deze selectiemethodiek en leidend zijn bij de periodieke opstelling van het provinciaal jaarprogramma Brzo 1999.
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 44 van 56
Bijlage 1: Selectietabel inspectiefrequentie inrichtingen Inrichting
A
B
C
D
E
F
G
H
Totaal
Inspectie frequentie (per * jaar)
Trespa International bv
1
1
1
0
0
0
1
1
5
2
Honeywell Fluorine Products
0
0
1
0
0
0
1
1
3
2
DSM Pharmaceutical Products
1
1
1
0
0
0
1
0
4
2
Rotterdam-Rijn Pijpleiding
0
0
0
0
1
0
0
1
2
3
Allstab
0
0
1
0
0
0
0
1
2
3
Chemical Warehouse
0
0
0
0
1
0
0
1
2
3
Vinamul
0
0
1
0
1
0
1
1
4
2
Solvay
0
0
1
0
1
0
1
1
4
2
Nuon Power (Demcolec)
0
0
1
0
1
0
0
1
3
2
Europe BV
Maatschappij
Bijlage 2: Onderbouwing selectie inspectiefrequentie. Waardering statische criteria: Criterium
Onderverdeling
Waarde
Het aantal installaties (A)
Een installatie Meerdere installaties
0 1
Het aantal business units (B)
Een organisatie Meerder organisaties
0 1
Opslag Proces
0 1
Goed Redelijk Slecht / twijfelachtig
0 1 2
De complexiteit (C) Kwaliteit integriteit installaties (D)
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 45 van 56
Omgevingsfactoren (E)
Geen Nabijheid woonkernen / kwetsbare objecten / Domino-effecten
0 1
Niet aangewezen Wel aangewezen
0 1
Geen Regelmatig
0 1
Goed Redelijk Slecht / twijfelachtig
0 1 2
Bedrijfsbrandweer (F) Wijzigingen (G) Kwaliteit veiligheidsbeheerssysteem (H)
Flexibel criterium: veiligheidsperformance De veiligheidsperformance wordt onder anderen bepaald door de volgende aspecten: Performance VBS aspecten Brzo Ongewone voorvallen (meldingen, ongevallen) Naleefgedrag van de Wm voorschriften Ervaringen naar aanleiding van de uitgevoerde inspectie etc. Op basis van deze aspecten wordt aan de hand van de bedrijvenlijst gezamenlijk door de beoordelende overheden bepaald of een inrichting extra aandacht verdient. Indien hier positief op gereageerd wordt dat betekent dit dat bij het betreffende bedrijf in het daarop volgende jaar een Brzo inspectie zal worden gehouden. De inspectie van dit bedrijf wordt opgenomen in het jaarplan voor het eerstvolgende jaar. Indeling inspectiefrequentie: Score
Inspectiefrequentie
0-2 3–5 6
1 * 3 jaar 1 * 2 jaar 1 * 1 jaar
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 46 van 56
Bijlage 6 Artikel 16 Besluit risico's zware ongevallen 1999 (gewijzigd op 21 augustus 2006, gepubliceerd in Staatsblad 2006 417)
1.
2.
3.
4.
5. 6.
De in artikel 15, derde lid, genoemde bestuursorganen en de daartoe door Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangewezen ambtenaar, bedoeld in artikel 32 van de Arbeidsomstandighedenwet, beoordelen het veiligheidsrapport en stellen door tussenkomst van het bevoegd gezag degene die de inrichting drijft, binnen zes maanden na de ontvangst van het veiligheidsrapport schriftelijk in kennis van hun conclusies naar aanleiding van het veiligheidsrapport. De in het eerste lid bedoelde termijn kan eenmaal met ten hoogste drie maanden worden verlengd. Van deze verlenging wordt door tussenkomst van het bevoegd gezag mededeling gedaan aan degenen die de inrichting drijft. De in het eerste lid bedoelde beoordeling vindt plaats nadat onderzocht is of het veiligheidsrapport voldoet aan artikel 10, eerste lid, aan bijlage III en aan het gestelde krachtens artikel 10, tweede lid. Indien een van de in het eerste lid bedoelde bestuursorganen of de daar bedoelde ambtenaar van oordeel is dat het veiligheidsrapport onvolledig is verzoekt dat bestuursorgaan of die ambtenaar, door tussenkomst van het bevoegd gezag, binnen acht weken na de ontvangst van het veiligheidsrapport om aanvullende inlichtingen te verstrekken binnen een bij het verzoek te stellen termijn van ten hoogste zes weken. De in het eerste lid bedoelde termijn van zes maanden wordt opgeschort met ingang van de dag dat het in de eerste volzin bedoelde verzoek is gedaan tot op de dag waarop de aanvullende inlichtingen zijn verstrekt of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken. Het bevoegd gezag stelt de in het eerste lid bedoelde bestuursorganen en de daar bedoelde ambtenaar van het verzoek in kennis. Degene aan wie een verzoek als bedoeld in het vierde lid is gedaan, is verplicht daaraan binnen de bij dat verzoek gestelde termijnen te voldoen. Bij de conclusies, bedoeld in het eerste lid, en het verzoek, bedoeld in het vierde lid, bewaakt en bevordert het bevoegd gezag vanuit zijn coördinerende rol de eenduidigheid, onderlinge samenhang en tijdigheid van die conclusies of dat verzoek en neemt daartoe de noodzakelijke initiatieven.
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 47 van 56
Artikel 24 Besluit risico's zware ongevallen 1999 (gewijzigd op 21 augustus 2006, gepubliceerd in Staatsblad 2006 417)
1.
2.
3.
4. 5. 6.
7.
Het bevoegd gezag stelt op grond van de gegevens, bedoeld in de artikelen 6, eerste lid, 10, eerste lid, en 26, eerste lid, in overeenstemming met de daartoe door Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangewezen ambtenaar, bedoeld in artikel 24 van de Arbeidsomstandighedenwet 1998, en burgemeester en wethouders van de gemeente waarin de inrichting geheel of in hoofdzaak is gelegen, een zodanig inspectieprogramma vast dat daarmee een planmatig en systematisch onderzoek van de in de inrichting gebruikte systemen van technische, organisatorische en bedrijfskundige aard kan worden uitgevoerd. Bij een inspectie wordt in ieder geval gecontroleerd of hetgeen in de inrichting wordt aangetroffen in overeenstemming is met de verplichtingen die voortvloeien uit de artikelen 5, 6, 10 en 26, teneinde na te gaan of: a. degene die de inrichting drijft kan aantonen dat hij passende maatregelen heeft getroffen om zware ongevallen te voorkomen; b. degene die de inrichting drijft kan aantonen dat hij in passende middelen heeft voorzien om de gevolgen van zware ongevallen op en buiten het bedrijfsterrein te beperken; c. de verstrekte gegevens en informatie de situatie in de inrichting trouw weergeven. Na iedere inspectie als bedoeld in het tweede lid stelt het bestuursorgaan dat, of de aangewezen ambtenaar die de inspectie heeft uitgevoerd een rapport op dan wel, indien de inspectie door meer dan één bestuursorgaan, al dan niet tezamen met de aangewezen ambtenaar, is uitgevoerd, stellen deze een gezamenlijk rapport op. Een exemplaar van het rapport wordt gezonden aan degene die de inrichting drijft. Indien het rapport daartoe aanleiding geeft, wordt dit binnen een redelijke termijn na de inspectie met degene die de inrichting drijft, besproken. Binnen een jaar na de inwerkingtreding van dit besluit stelt het bevoegd gezag voor de eerste maal een inspectieprogramma vast als bedoeld in het eerste lid. Een inspectie als bedoeld in het tweede lid wordt met betrekking tot een inrichting waarop paragraaf 3 van toepassing is, tenminste eenmaal per jaar uitgevoerd. Het vijfde lid is niet van toepassing indien het bevoegd gezag het in het eerste lid bedoelde inspectieprogramma, heeft vastgesteld op grond van een systematische evaluatie van de gevaren van zware ongevallen. Bij het opstellen van een gezamenlijk rapport, bedoeld in het derde lid, bewaakt en bevordert het bevoegd gezag vanuit zijn coördinerende rol de eenduidigheid en onderlinge samenhang van het rapport en tijdige toezending aan degene die de inrichting drijft en neemt daartoe de noodzakelijke initiatieven.
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 48 van 56
Bijlage 7
Verzendlijst inspectieprogramma
BETROKKEN OVERHEDEN IN LIMBURG: Departement van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Arbeidsinspectie Directie Major Hazard Control Postbus 940, 6040 AX te Roermond Directeur MHC, ir. R. in ‘t Veld Hoofdinspecteur MHC team Zuid Teamleider MHC-Zuid en betrokken MHC-inspecteurs Gemeente Eijsden Postbus 39, 6245 ZG te Eijsden Burgemeester M.H.E. Pelzer Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eijsden De heer E.J.L. Pirson van het Team VROM Hoofd gemeentelijke brandweer Gemeente Heerlen Postbus 1, 6400 AA te Heerlen Burgemeester mr. A.M.G. Gresel Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heerlen Bureauhoofd en betrokken inspecteurs van de afdeling Bouwen-Wonen-Milieu Hoofd gemeentelijke brandweer Gemeente Leudal Postbus 3008, 6093 ZG te Heythuysen Burgemeester (wnd.) J.F.J. Zuidgeest loco-burgemeester Mr. A.J.M. Walraven Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leudal Hoofd Ruimtelijke Ontwikkeling en Economische Zaken en betrokken toezichthouders Hoofd gemeentelijke brandweer Gemeente Maastricht Randwijcksingel 22, 6229 EE te Maastricht Burgemeester drs. G.B.M. Leers Burgemeester en Wethouders van de gemeente Maastricht Hoofd van de afdeling Milieu en Bedrijf en betrokken inspecteurs Hoofd gemeentelijke brandweer Gemeente Meerlo-Wanssum Postbus 1400, 5864 ZG te Meerlo-Wanssum Burgemeester J. Hahn Burgemeester en Wethouders van de gemeente Meerlo-Wanssum Hoofd van de afdeling milieubeheer Hoofd gemeentelijke brandweer
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 49 van 56
Gemeente Roerdalen Postbus 6099, 6077 ZH te Odiliënberg Burgemeester (wnd.) R.J. Persoon Burgemeester en Wethouders van de gemeente Roerdalen Productgroepmanager Bouwen, Wonen en Economie en betrokken inspecteur Hoofd gemeentelijke brandweer Gemeente Roermond Postbus 900, 6040 AX te Roermond Burgemeester H.M.J.M. van Beers Wethouder drs. G. IJff Burgemeester en Wethouders van de gemeente Roermond Hoofd van de afdeling bouwtoezicht en betrokken inspecteurs Hoofd gemeentelijke brandweer Gemeente Sittard-Geleen Postbus 18, 6130 AA te Sittard Burgemeester drs. G.J.M. Cox Burgemeester en Wethouders van de gemeente Sittard-Geleen Teamleider afdeling Handhaving en betrokken toezichthouders Gemeente Stein Postbus 15, 6170 AA te Stein Burgemeester drs. A.C. Barske Burgemeester en Wethouders van de gemeente Stein Hoofd van dienst Intergemeentelijke Milieudienst Beek-Nuth-Stein Gemeente Venray Postbus 500, 5800 AM Venray Burgemeester drs. J.F.H.A.B. Waals Loco-burgemeester L.J.G.M. Heldens Burgemeester en Wethouders van de gemeente Venray Hoofd van het team Handhaving en betrokken toezichthouder Hoofd gemeentelijke brandweer Gemeente Venlo Postbus 3434, 5902 RK te Venlo Burgemeester drs. H.M.F. Bruls Burgemeester en Wethouders van de gemeente Venlo Hoofd van de afdeling Milieu en betrokken toezichthouders Hoofd gemeentelijke brandweer Gemeente Weert Postbus 950, 6000 AZ te Weert Burgemeester mr. J.M.L. Niederer Burgemeester en Wethouders van de gemeente Weert Hoofd afdeling Milieu en Bouwzaken en betrokken toezichthouders Hoofd gemeentelijke brandweer
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 50 van 56
Provincie Limburg Postbus 5700, 6202 MA te Maastricht Gedeputeerden voor respectievelijk Handhaving, Veiligheid en Vergunningen Hoofd Afdeling Handhaving en Monitoring Bureauhoofd Toezicht en Handhaving en coördinator Regio Zuid en betrokken Brzoinspecteurs Bureauhoofd Advies en Onderzoek en betrokken Brzo-inspecteurs Hoofd afdeling Vergunningen en Subsidies en betrokken Brzo-inspecteur Hoofd afdeling Milieu en Duurzame Ontwikkeling Kabinet van de Commissaris van de Koningin Afdeling Facilitair t.a.v de bibliotheek Afdeling Bestuursstaf en Externe betrekkingen Regio Noord- en Midden-Limburg, Sector Veiligheid Postbus 11, 5900 AA te Venlo Voorzitter van het Dagelijks Bestuur, drs. H.M.F. Bruls Directeur Veiligheid en betrokken Brzo-inspecteurs Bestuur van de Regionale Brandweer Zuid-Limburg Postbus 35, 6269 AW te Margraten Voorzitter van het Dagelijks Bestuur, drs. G.B.M. Leers Vice-voorzitter van het dagelijks Bestuur, mr. A.M.G. Gresel Hoofd Operatiën Preparatie en Opleidingen Gemeenschappelijk Brandweerbureau Westelijke Mijnstreek Postbus 51, 6130 AB te Sittard Voorzitter van het Dagelijks Bestuur, drs. G.J.M.J. Cox Directeur afdeling Preparatie en betrokken Brzo-inspecteurs
BETROKKEN WETTELIJKE ADVISEURS IN LIMBURG: Rijkswaterstaat, Directie Limburg Postbus 25, 6200 MA te Maastricht Hoofd afdeling Vergunningen Hoofd afdeling Handhaving Betrokken toezichthouders Waterschapsbedrijf Limburg Postbus 314, 6040 AH te Roermond Unithoofd Vergunningen en Handhaving Betrokken toezichthouder Waterschap Roer en Overmaas Postbus 185, 6130 AD te Sittard Hoofd afdeling Beheer Waterschap Peel en Maasvallei Postbus 3390, 5902 RJ te Venlo Hoofd afdeling OBT
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 51 van 56
OVERIGE BETROKKEN INSTANTIES: Samenwerkingsknooppunt Limburg Postbus 5700, 6202 MA te Maastricht Openbaar Ministerie Functioneel Parket, Handhavingseenheid ’s-Hertogenbosch, locatie Maastricht Postbus 1987, 6201 BZ te Maastricht Milieuofficier Projectbureau LAndelijk regieTeam BRZO p/a Infomil Postbus 93144, 2509 AC te ‘s-Gravenhage Projectmanager Provincie Noord-Brabant Postbus 90151, 5200 MC te ‘s-Hertogenbosch Hoofd afdeling Handhaving Brzo-coördinator Provincie Zeeland Postbus 6001, 4330 LA te Middelburg Hoofd afdeling Handhaving Brzo-coördinator Ministerie VROM Project-directie externe veiligheid IPC postcode 637, Postbus 30945, 2500 GX te ‘s -Gravenhage Hoofd afdeling Handhaving VROM-Inspectie regio Zuid Postbus 850, 5600 AW te Eindhoven Directeur/inspecteur Regio Zuid
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 52 van 56
Bijlage 8 Handhaving door Arbeidsinspectie directie MHC Referentie: Nota Handhavingsbeleid Brzo 1999, gepubliceerd in de Staatscourant 31 juli 2003, nr. 145/ pagina 11.Te benaderen via www.arbeidsinspectie.nl ; handhavingsbeleidsnota’s. Samenvatting In de Nota Handhavingsbeleid Brzo 1999 is vastgelegd hoe de Arbeidsinspectie directie Major Hazard Control (MHC) zorgt, door toezicht en handhaving, voor de naleving van de relevante wet- en regelgeving en de uitvoering van het beleid dat betrekking heeft op de interne veiligheid; Vele onderwerpen betreffen echter niet alleen zaken die voor de AI van belang zijn, maar raken tevens het toezichts- en handhavingsgebied van de andere betrokken diensten.Uitgangspunt van de Brzo regelgeving is: iedere dienst heeft en behoudt de eigen verantwoordelijkheid met betrekking tot de toezichts- en handhavingstaken, overlegt met en/of informeert de andere partners over alle (Brzo) activiteiten, zodat de acties in de richting van het bedrijf altijd zijn afgestemd. Het overgrote deel van de overtredingen van artikelen in de Arbowet zijn onder het sanctioneringssysteem van bestuurlijke boete gebracht. Een aantal artikelen zijn echter onder het strafrechtelijke sanctioneringssysteem blijven vallen, waaronder artikel 6 Arbowet. In de Arbowet is onder dit artikel het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 (Brzo’99) geplaatst. Het niet naleven van het bepaalde bij of krachtens dat artikel is dus een overtreding (of een misdrijf). Een en ander betekent dat in bedrijven die onder de werkingssfeer van het Brzo’99 vallen geen bestuurlijke boetes gegeven kunnen worden wanneer het overtredingen betreft ten gevolge waarvan zware ongevallen met gevaarlijke stoffen zouden kunnen optreden. Dit betekent dat alle zaken die te maken hebben met het beheerssysteem dat het bedrijf onderhoudt, ter voorkoming of beperking van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen, strafrechtelijk worden afgedaan. Te weten een waarschuwing of eis tot naleving, eventueel gevolgd door een Proces-verbaal. Bij zaken welke bestuursrechtelijk zouden moeten worden afgedaan zullen deze in de meeste situaties worden overgedragen aan inspecteurs van de Arbo-directies van de Arbeidsinspectie. Dit heeft geen invloed op de volledige bevoegdheid van de MHC-inspecteur ten aanzien van de Arbowet, maar is bedoeld om stagnatie in het ‘Brzo gerelateerde werk’ te voorkomen. Inrichtingen vallende onder het Brzo’99 worden administratief goed gescheiden van de overige bedrijven, om te voorkomen dat bepaalde overtredingen door de ene inspecteur (in het kader van project x) met boete-oplegging wordt aangepakt en door een andere MHC inspecteur via het strafrecht. Richtlijnen zoals de CPR 20 (toekomend PGS 6) en de Europese “Guidelines on a major accident prevention policy and safety management system, as required bij council directive 96/82/EC (Seveso II)” zijn voorschriften en aanbevelingen waarop niet gehandhaafd kan worden. Voor de juiste invulling van het gestelde in de wetgeving kunnen er echter wel waarschuwingen (op concrete voorschriften) of eisen (op niet concrete voorschriften) worden gesteld, welke gerelateerd zijn aan invulling van deze voorschriften met behulp van voornoemde richtlijnen. Dit is derhalve wel handhaafbaar.
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 53 van 56
Overtredingen dienen in principe onmiddellijk na constatering daarvan aan de werkgever te worden gemeld en vervolgens dient aangegeven te worden op welke wijze de overtredingen zullen worden opgeheven en welk handhavingstraject daarbij gevolgd gaat worden. In veel gevallen zal, uit praktische overwegingen, het bovenstaande plaatsvinden na afloop van een inspectie of een VR beoordeling. In sommige gevallen kan de aanpak van geconstateerde overtredingen hierop niet wachten en zullen onmiddellijk acties ondernomen moeten worden. Ook met betrekking tot de afstemming met de andere betrokken gezagsinstanties over de te nemen maatregelen geldt dat voortvarend optreden noodzakelijk is. Dit in verband met de geloofwaardigheid van de termijn die in een eis wordt gehanteerd. Op het in gebreke blijven bij het uitvoering geven aan de invulling van het gestelde in het Brzo’99 kan er een handhavingstraject worden ingezet. Hiervoor worden de wettelijke termijnen in acht genomen bij de door het bedrijf aan te bieden documenten. Verder kan er worden gekozen, in navolging van het niet of niet goed uitvoeren van het gestelde, voor waarschuwingen of eisen tot het inzetten van zwaardere handhavingsinstrumenten zoals een proces-verbaal. Nadere informatie is te vinden op de website van de Arbeidsinspectie.
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 54 van 56
Bijlage 9 Brzo’99 EC EU/EG MARS MHC NIM PBZO VBS VMS VR Wm
Afkortingen en begrippen
Besluit risico’s zware ongevallen 1999 Europese Commissie Europese Unie/ Europese Gemeenschap Major Accident Reporting System Major Hazards Control Nieuwe InspectieMethodiek Preventiebeleid zware ongevallen Veiligheidsbeheerssysteem Veiligheidmanagementsysteem Veiligheidsrapport Wet milieubeheer
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 55 van 56
Provinciaal inspectieprogramma Brzo 1999 periode 2007-2011 Inwerkingtreding 1 april 2007
Pagina 56 van 56