publieksverslag 2010 Reflectie als middel; kwaliteit als doel
Voorwoord
Vensters voor Verantwoording
Algemeen 4 • Missie • Raad van Toezicht • Identiteitsgericht scholing van nieuwe collega’s
4 4 5
Effectief onderwijsbeleid
6
• Schoolplan 2011-2015 • Structurele samenwerkingsverbanden
6 6
Kwaliteitszorg
7
• Kwaliteit: blijven verbeteren als mentaliteit
7
Onderwijsprestaties lyceum-havo
8
• Algemene ontwikkelingen op de locatie • Talentklassen van invloed op profielkeuze
8 9
Onderwijsprestaties Winterdijk
10
• Winterdijk: een gewone mavo met extra zorgaanbod
10
Onderwijsprestaties Kanaalstraat
11
• Natuurlijk Leren 3.0 • Onderbouw vmbo-b en -k: 180 kinderen met plezier naar school
11
Onderwijsprestaties Praktijkonderwijs
14
• Praktijkonderwijs blijft in ontwikkeling
14
13
Bedrijfsvoering16 • Financiën • Personeel: eigen leerlingen als toekomstige docenten
16 17
Blik vooruit
19
Colofon19
Sinds 2010 staat de landelijke website www.schoolvo.nl online. Deze site is het concrete uitvloeisel van het project Vensters voor Verantwoording. Op deze site leggen de scholen voor voortgezet onderwijs uit het hele land verantwoording af over de uitvoering van hun beleid, hun activiteiten en resultaten per locatie. Binnen vier ‘Vensters’ geven zij over twintig onderwerpen schooleigen informatie. Via een link op www.degoudsewaarden.nl of via www.schoolvo.nl vindt u de Vensters van onze schoollocaties. Omdat de Vensters cijfermatig vrij volledig zijn, beperken wij ons in dit verslag waar nodig tot een toelichting per locatie op een aantal Venster-onderwerpen.
Uit de Vensters In de Vensters voor Verantwoording vindt u per locatie: • het aantal leerlingen per locatie en waar deze leerlingen vandaan komen (het voedingsgebied en marktaandeel); • onderwijsresultaten zoals het slaagpercentage, de doorstroom in de onderbouw, het aantal tussentijdse schoolverlaters, de examenresultaten en gemiddelde examencijfers; • de verantwoording van de onderwijstijd en de mate van lesuitval; • het onderwijs-, zorg- en veiligheidsbeleid; • kenmerken van leerlingen, zoals het aantal lwoo’ers per locatie; • informatie over de bedrijfsvoering: verantwoording van de schoolkosten/ouderbijdragen, de financiën en personeelsstatistieken.
De Goudse Waarden Reflectie als middel; kwaliteit het doel
Hierbij bieden wij u het jaarverslag over 2010 van de christelijke scholengemeenschap De Goudse Waarden aan. Wij willen u graag meenemen in een aantal belangrijke ontwikkelingen en resultaten van onze school. Ook op deze wijze willen wij ons verantwoorden naar een ieder die betrokken is bij De Goudse Waarden. ‘De Goudse Waarden – Reflectie als middel; kwaliteit het doel’ is de titel van dit verslag. Naast het verzorgen van goed onderwijs en het aanbieden van uitdaging en zorg voor onze leerlingen zijn wij in het afgelopen schooljaar nadrukkelijk bezig geweest met de vraag ‘Wat kan er beter?’ • Door de groei van het aantal leerlingen de afgelopen jaren, op met name de sector lyceum/havo, was het noodzakelijk om te kijken naar wat beter kan. Een groep, bestaande uit: docenten, afdelingsleiders en directie, heeft op 9 punten de sector doorgelicht en een heldere analyse geschetst en vervolgens verbeterpunten geformuleerd. Met het aanpakken van deze punten is in het nieuwe schooljaar een begin gemaakt.
• Een formaliteit, maar wel goed om te noemen is de afsplitsing van het praktijkonderwijs van De Goudse Waarden in het verslagjaar. Praktisch verandert er niets, maar door de zelfstandige status van het praktijkonderwijs van De Goudse Waarden is de bekostiging voor deze leerlingengroep aanzienlijk verbeterd. College van Bestuur Pieter Dijkshoorn, voorzitter Jos Berg, lid
Christelijke Scholengemeenschap De Goudse Waarden | 3
Missie Als instituut voor onderwijs en vorming willen we: • een werk- en leefgemeenschap zijn, waarin het evangelie van Jezus Christus norm en uitgangspunt is voor het denken en handelen;
• jonge mensen begeleiden op weg naar hun vol waardige rol in de samenleving, waarbij zij zich bewust zijn van hun persoonlijke verantwoordelijkheid tegenover God, de naaste, de natuur en de cultuur;
• onze leerlingen binnen onze mogelijkheden opleiden voor een diploma; • jongeren op onze school toerusten met kennis, inzichten en vaardigheden om in de samenleving te kunnen functioneren naar eigen aard en aanleg.
Raad van Toezicht Wij kijken met voldoening terug op 2010: een stabiel en rustig jaar waarin we in een goede verhouding met het College van Bestuur en op voldoende afstand toezicht hebben gehouden. Er is vijf keer gezamenlijk overleg gevoerd en tussendoor zijn er informele voortgangs gesprekken tussen de voorzitters van Raad van Toezicht (RvT) en College van Bestuur (CvB). Ook heeft de raad, zoals voorgenomen in 2009, een informeel gesprek gevoerd met de sectordirecties en met de medezeggenschapsraden van de locaties Heemskerkstraat en Kanaalstraat. Op deze manier houden we voeling met wat er in de organisatie leeft. Jaarlijks terugkerende agendapunten zijn het formatieplan, de begroting en de jaarrekening, het schoolplan. Dit jaar is er daarnaast aandacht besteed aan: • De christelijke identiteit van te benoemen docenten: bij het aantrekken van personeel is naast de kwaliteit als docent ook zijn geloofsbeleving van belang, wil De Goudse Waarden een christelijke school blijven. • Personeelszorg: de raad heeft geadviseerd om gezien de goede ervaringen met coachingstrajecten als het Nestor- en het Halverwege-project nu ook een project te starten om medewerkers jonger dan 30 jaar te begeleiden en te binden. • Kwaliteit: de RvT is blij met de benoeming van een
4 | Publieksverslag Reflectie als middel; kwaliteit als doel
•
•
•
•
kwaliteitsmedewerker, waardoor de focus op kwaliteit geborgd is en het kwaliteitsdenken in school kan toenemen. Taakstellend budget: de raad heeft het CvB de opdracht gegeven om een begroting te maken met geoormerkte budgetten, direct gekoppeld aan taken en resultaten. Strategische visie en integraal denken: de RvT stimuleert om breder en meer op de lange termijn te kijken, regionaal te denken en zaken meer in samenhang op te pakken. Tijdens een gesprek met het CvB stond de vraag centraal wat de school docenten en leerlingen te bieden heeft op de langere termijn. Zorgleerlingen: in verband met de ontwikkelingen rond Passend Onderwijs is de vraag hoeveel zorg leerlingen de school aan kan. Het CvB wil deze leerlingen optimaal begeleiden, maar ziet dat een hoog percentage zorgleerlingen belastend is voor het onderwijs. De raad heeft gesteld dat andere leerlingen niet mogen lijden onder de toenemende specifieke zorgvraag en dat onderwijskwaliteit gehandhaafd moet blijven. Huisvesting: het welzijn van leerlingen en medewerkers, de beperkte verbouwingsmogelijkheden, de leeftijd en de relatief hoge beheerskosten van de
schoolgebouwen zijn aanleiding voor de raad en het CvB om huisvesting en het beheer van de onderwijsgelden opnieuw bij de gemeente te agenderen.
Vrienden van De Goudse Waarden In 2010 is wegens te weinig animo afscheid genomen van de Vrienden van De Goudse Waarden. Deze vereniging is opgericht bij overgang naar de stichtingsvorm in 2007. De RvT betreurt het wel dat er zo weinig betrokkenheid is.
Samenstelling Raad van Toezicht De raad bestaat in 2010 uit: • De heer A.J. Cornelissen • Mevrouw I. van Dee • De heer A.W. Hokken • De heer D.J. Hogendoorn • De heer R. de Reuver • De heer K.G. van Smeden Secretaris René de Reuver is vanwege een beroeping in Den Haag gestopt. Er is nog geen geschikte opvolger gevonden. Van RvT-vergaderingen worden verslagen gemaakt. Deze zijn openbaar en op te vragen bij het secretariaat van het CvB. Namens de Raad van Toezicht, Dick Hogendoorn
Identiteitsgerichte scholing van nieuwe collega’s: inspirerend, dichtbij jezelf en praktisch De christelijke identiteit van een school krijgt vorm in het gedrag en de beleving van de mensen die er werken en leren. Een terugkerende zichtbare vorm van specifiek religieuze identiteit is (bijvoorbeeld) de dagopening. Iedere docent heef er mee te maken. Voor de een een mooi inspiratiemoment en een fluitje van een cent, voor de ander juist een persoonlijke drempel die je elke dag weer zwetend over moet. In 2010 heeft godsdienstdocent en lid van de commissie Identiteit Peter Slob een training Dagopeningen voor nieuwe collega’s ontwikkeld en gegeven. Slob: “We merken de vertrouwdheid met de christelijke traditie onder nieuwe docenten niet vanzelfsprekend is. Mensen weten niet goed wat ze moeten met de instructie voor dagopeningen ’lees en stukje uit de Zoutkorrel of Oase’.“ De training is geen test of je wel goed gelooft, maar biedt juist tips, tools en inspiratie. De eerste trainings middag was heel praktisch van aard. Zo’n 30 collega’s verdeeld over kleine groepjes hebben aan de hand van een instructie een dagopening voorbereid. Andere groepsgenoten kregen aparte kijkopdrachten om feedback te geven. Bij het centrale deel zijn ook directieleden betrokken geweest. Slob: “ We hebben kijkvragen geoefend bij de dagopening van Klaas Clemens. Pieter Dijkshoorn, Klaas en Dirk Roeleveld hebben vervolgens als gespreksleider bij de groepjes gezeten. Het is goed om je directieleden te zien op zo’n persoonlijk en ook kwetsbaar gebied.”
Inspireren De tweede middag was nog persoonlijker: uit welke bron haal jij je inspiratie? Wat laat je van je eigen spiritualiteit zien in de klas? Wat vind je echt belangrijk? De deel
nemers hebben gereedschap in handen gekregen om hun eigen gedrag te analyseren en hun waardenpatroon te ontdekken. Slob: “Er is bij deze groep behoefte aan meer duidelijkheid over de religieuze kaders van de school. De drie kernwaarden- aandacht, vertrouwen en verantwoordelijkheid- zijn daar een begin van. Het is onze uitdaging om de communicatie op dit gebied open te houden. Ook bij nieuw personeel, want veel jongeren zijn in een ander setting opgegroeid en hebben minder geleerd om op levensbeschouwelijk gebied te communiceren. Het zou mooi zijn als dat wel kon: zonder oordeel luisteren naar elkaar en je laten inspireren door je eigen collega’s.”
Commissie Identiteit In de commissie Identiteit is de behoefte ontstaan om de religieuze identiteit meer zichtbaar te maken naast andere aspecten van identiteit en cultuur. De commissie wil het breder agenderen in school en initieert werk vormen en activiteiten. In 2010 is voor de leerlingen actie voor Congo gestart als blijk van zorg voor de ander. Er is voor collega’s een identiteitsmiddag ge organiseerd en in coaching- en scholingstrajecten zoals Nestorproject komt ook identiteit aan de orde. Daarnaast zijn er nieuwe initiatieven besproken zoals een gebedsgroep, alfacursus voor collega’s en mogelijkheden vanuit de christelijke identiteit kijken naar inrichting van de gebouwen en de aanstelling van een inspirator.
Christelijke Scholengemeenschap De Goudse Waarden | 5
Schoolplan 2011-2015: aandacht, vertrouwen en v erantwoordelijkheid als basis In 2009 heeft het College van Bestuur (CvB) de eerste voorbereidingen getroffen voor het schoolplan 2011-2015. In 2010 is vervolgens met de schoolleiding een inventarisatie gemaakt van de inhoud en zijn alle doelen in een compact plan vervat. CvB-voorzitter Pieter Dijkshoorn stelt: “Dit is een boodschappenbriefje, geen dik schoolplan zoals vroeger. Het is een set concrete richtinggevende doelen, geformuleerd op CvB-niveau en gebaseerd op onze drie kernwaarden: aandacht, vertrouwen en verantwoordelijkheid.” Dit schoolplan op hoofdlijnen geeft op enkele a4´tjes in een matrix een overzicht weer van gestelde doelen, beoogde resultaten, deadlines, evaluatievormen en een taakverdeling. De thema´s waaraan het CvB concrete doelen heeft gekoppeld, zijn: leiderschap, beleid en strategie; onderwijs en leerlinggerichte zorg; competent personeel; middelen en kwaliteit. Dijkshoorn: “In 2011 worden op basis van deze richtlijnen de locatieplannen
en vervolgens de teamplannen ontwikkeld. Het is een ontwikkeltraject van vier tot vijf jaar met jaarlijks een update op basis van behaalde cijferresultaten, geleverd werk en afgeronde projecten.” De publieksversie van het plan komt eind 2011 beschikbaar.
Voornemens Enkele voornemens uit het plan zijn in 2010 al in gang gezet. Zo start bijvoorbeeld in september 2011 het sterk op Alfa’s gerichte tweetalig gymnasium (TTG)/vernieuwd gymnasium, met lessen Engels, Frans en Duits in de taal zelf. Dijkshoorn: “Een belangrijk doel is het recht blijven doen aan verschillen tussen leerlingen. We willen een brede scholengemeenschap blijven waar de leerlingenpopulatie een afspiegeling is van de basisscholen. We blijven zowel ruimte bieden aan leerlingen met extra capaciteiten en aan leerlingen met leervragen zoals autisme en dyslexie. Het gaat er ons om de leerlingen zoveel mogelijk kansen te bieden.”
Structurele samenwerkingsverbanden De Goudse Waarden maakt deel uit van diverse samenwerkingsverbanden om kennis en deskundigheid te bevorderen, werkzaamheden af te stemmen, te coördineren en te realiseren. Het gaat om:
Stichting Perspectief Acht scholen voor voortgezet onderwijs werken samen om hun personeelsbeleid verder te ontwikkelen en te verbeteren. Zie ook www.perspectiefscholen.nl
Samenwerkingsverband Leerlingenzorg Deze Stichting houdt zich hoofdzakelijk bezig met de
6 | Publieksverslag Reflectie als middel; kwaliteit als doel
afstemming, aanmelding en plaatsing van leerlingen met een indicatie voor lwoo of praktijkonderwijs.
Stichting Zorg en Stage Dit steunfonds stelt zich ten doel (maatschappelijke) stages voor scholieren te financieren, realiseren en begeleiden.
Techniekgilde Mobiliteitscentrum voor werkgevers, werknemers en scholieren/onderwijsinstellingen in de metaal-, electroen installatietechniek van de regio Midden-Holland. Info: www.techniekgilde.nl
Waarden De ontwikkeling van het schoolplan loopt gelijk op met de lijn van het kwaliteitsdenken (zie pag 7) en de lijn van het waardenbewustzijn. De Goudse Waarden heeft in 2010 meegewerkt aan de ontwikkeling van een Waardenvenster dat in 2011 voor alle scholen beschikbaar is. Dit venster waarin de beleving en toepassing van de waarden in school zichtbaar worden gemaakt, is een aanvulling op de Vensters voor Verantwoording. Een van de uitkomsten is de formulering van de drie DGW-kernwaarden: aandacht, vertrouwen en verantwoordelijkheid. Dijkshoorn: “De digitale vragenlijst van dit venster maakt het gesprek over normen en waarden mogelijk en draagt bij aan verdere bewustwording en het uitdragen en voorleven van de betekenis ervan. En dat is best een spannende uitdaging.”
Het ID College De opleidingen Bakkerij en Horeca werken samen met het ID College en stemmen onderwijsprogramma’s in de beroepskolom op elkaar af, zodat er een naadloze doorstroom van vmbo naar mbo plaatsvindt. Zie ook www.idcollege.nl
Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs en MEE Deze netwerken zijn belangrijke partners specifiek van het praktijkonderwijs (pro). Het Landelijk werkverband is gesprekspartner bij onderwijskundige vernieuwing en professionalisering en behartigt daarnaast de belangen van het pro. MEE biedt informatie, advies, bemiddeling en ondersteuning in de leerlingenbegeleiding. www.praktijkonderwijs.nl www.meemiddenholland.nl
Kwaliteit: blijven verbeteren als mentaliteit De schoolresultaten zijn zichtbaar in cijfers, zoals slagingspercentages, examencijfers en de cijfers die laten zien hoe vlot en op welk niveau leerlingen hun schoolperiode doorlopen. Deze informatie staat in de Vensters voor Verantwoording. Deze gegevens geven een score aan maar zeggen minder over de ontwikkelingen die de school doormaakt en of het onderwijs optimaal is. Vanuit een toenemend kwaliteitsbewustzijn, zet De Goudse Waarden in 2010 verdere stappen op het terrein van kwaliteitsmanagement.
gevolgd met toetsen in de brugklas, het derde jaar en in het voorexamenjaar. In 2010 is meer structuur aangebracht in de kwaliteits cyclus: afdelingenplannen zijn geëvalueerd in het onderwijsjaarverslag en bijgesteld voor komend jaar. De volgende stap is de ontwikkeling van een format met SMART-doelstellingen en het vaker houden van tussen evaluaties, waardoor snellere bijstelling mogelijk is. Hierbij gaan kwaliteit, het nastreven van de organisatiedoelen en klantvriendelijkheid hand in hand.
Kwaliteitsmanagement
Het nieuwe schoolplan voor 2011-2015 is SMART geformuleerd en met de sectordirecties zijn werk afspraken gemaakt over de invulling ervan op locatie. Hierbij gaat het om de vertaling van de kwaliteitseisen en de kernwaarden naar optimaal en passend gedrag van de docent in de klas. Een eigen opleidingsfunctionaris verzorgt interne scholingstrajecten voor docenten, bijvoorbeeld over leiderschap. CvB-voorzitter Dijkshoorn: “Resultaten en kwaliteit zijn direct te beïnvloeden met ander gedrag van de leerkracht en het management. Nieuw gedrag lokt ander gedrag uit bij de leerlingen. We geven onszelf een 7,5 maar we willen naar een acht.”
Kwaliteitsmanagement blijft voortdurend in ontwikkeling en moet steeds meer een vaste gewoonte worden: elke keer als (sector)directie of unitleider met de plan-docheck-act-cirkel de school in. Evaluaties zijn in 2010 in veel plannen opgenomen en het kwaliteitsdenken is in de sectoren en secties besproken. Een voorbeeld hiervan is de invoering van het versterkt taalonderwijs. Dit taalbeleid is in 2010 voor zes jaar opgezet en de resultaten zullen de komende zes jaar nauwkeurig worden
Voorbereiding Het voornemen is dat vanaf 2011 een beleidsmedewerker kwaliteit gedurende het schooljaar onderzoek gaat doen
Certificering De Goudse Waarden heeft in 2010 twee belangrijke keurmerken behaald: • het keurmerk Veilige School (VRIS) • het Keurmerk Opleidingsschool voor opleiding van docenten.
naar resultaten en bevorderingspercentages. Met deze informatie kan De Goudse Waarden de beste balans vinden tussen leerlingen kansen geven om op te stromen naar een hoger opleidingsniveau dan bijvoorbeeld een CITO-score aangeeft en goede doorstroomresultaten als school.
Onderzoek • Op de Heemskerstraat is door het Katholiek Pedagogisch Centrum (KPC) een risicoanalyse met een bijbehorend plan gemaakt dat handreikingen doet om als groeiende school goed in te kunnen spelen op in- en externe veranderingen. • Vanwege de ontwikkelingen rond passend onderwijs heeft de school bij ouders en leerlingen onderzocht hoeveel we aan problematieken aan kunnen en willen.
Christelijke Scholengemeenschap De Goudse Waarden | 7
In het cursusjaar 2010-2011 zijn we erin geslaagd enkele voornemens op het gebied van onderwijs en zorg daadwerkelijk uit te voeren. • Nadat de talentklassen in klas 1 en 2 succesvol zijn ingevoerd, hebben wij de afgelopen cursus de talentklas van de derde klas ingevuld. Vanuit de talentklassen onderbouw wordt in dit derde leerjaar een brug geslagen naar de profielen in de bovenbouw. Het onderbouw traject wordt halverwege de derde klas afgesloten met een meesterproef. • In het kader van versterking van het onderwijs aan leerlingen die speciale zorg nodig hebben, zijn wij in de brugklas gestart met de trajectgroep.
8 | Publieksverslag Reflectie als middel; kwaliteit als doel
Uit de eerste resultaten blijkt dat wij met de nieuwe opzet deze leerlingen beter kunnen begeleiden. • 2010-2011 was ook het jaar waarin we gestart zijn met Chinees als eindexamenvak vwo en met het programma DELF. Met Chinees doen wij mee aan een landelijke pilot. Het is gestart als “gewoon” vak in VWO 4. DELF staat voor: Diplôme d’Etudes en Langue Francaise. Het is een apart traject voor Frans. Leerlingen volgen een extra programma buiten het reguliere rooster en doen mee aan centrale examens, afgenomen ergens in het land.
Als de leerling slaagt, dan krijgt hij een internationaal erkend diploma. Aangevend het niveau van het Frans. Alle leerlingen van de eerste lichting zijn met hele mooie resultaten geslaagd. • Wat de onderwijsontwikkeling betreft hebben wij veel geïnvesteerd in de voorbereiding van het Twee Talig Gymnasium. (TTG). Enerzijds in scholing van docenten en anderzijds in ontwikkeling van het lesprogramma. Dit alles gebeurt in nauw overleg met het Europees Platform. Met de deskundige docenten en een stevig les programma starten wij nu met TTG in één brugklas.
Talentklassen van invloed op profielkeuze Drie jaar geleden startte locatie Heemskerkstraat met de talentklassen vanuit de gedachte dat als je iets doet wat je boeit, je meer energie krijgt en meer leert. Elke leerling kiest een Talentklas voor twee jaar. Samen met gelijkgestemde jaargenoten vormen ze nieuwe groepen voor die twee uur per week. In de Talentklassen draait het om het aanleren van vaardigheden. Naast samen werken, reflecteren, onderzoek doen en presenteren biedt elke richting eigen specifiek vaardigheden onderwijs: • Da Vinci-klas: techniek • Sportklas: organisatie, spelprincipes • Kunst en Cultuur-klas: expressie • Wereldklas: communicatie In 2010 kreeg de Talentklas voor het eerst gestalte in het derde jaar.
Schakeljaar Teamleider bovenbouw havo Evelyn Hagenaars maakt deel uit van de werkgroep die de Talentklassen doorontwikkelt. “Het derde jaar is een schakeljaar tussen onderen bovenbouw. Een belangrijk jaar waarin de leerlingen hun profiel kiezen. De Talentklassen helpen de leerling zich bewust te worden van hun mogelijkheden en hun passies en onze bedoeling en verwachting is dat ze hierdoor gemakkelijker een passend profiel met de juiste vakkencombinatie kunnen kiezen.” In 2010 is in de eerste periode van het jaar het talent programma afgerond met een Meesterproef. Deze complexe opdracht is een mini-profielwerkstuk vergelijkbaar met het werkstuk dat de leerlingen later maken in hun eindexamenjaar. De presentatie van de Meesterproef aan ouders en medeleerlingen is goed verlopen en in de evaluatie heel positief beoordeeld. Hagenaars: “We hebben per talentklas vier verschillende soorten opdrach-
ten gemaakt, die elk gekoppeld zijn aan een van de vier profielen. Zo kunnen leerlingen ontdekken welk vraagstuk of onderwerp ze het meest inhoudelijk interesseert. Het werkstuk moet het gesprek over hun keuzeproces op gang brengen. Of dat ook feitelijk gebeurt, moeten we nog evalueren.”
Kwaliteit De talentklassen zijn vanuit een duidelijke visie opgezet en ze worden elk jaar weer geëvalueerd onder leerlingen en personeel. Hagenaars: “Bij de start hebben we ondersteuning gehad vanuit Stichting Leerplan ontwikkeling. Dat heeft ons scherp gehouden. Nu checken we jaarlijks of het geheel nog klopt en in lijn is met het visiestuk en de onderwijsdoelen. Zo hebben we dit jaar onderzoek gedaan naar de opdrachten van de Meesterproef en daaruit is gebleken dat de vraagstelling moet worden aangescherpt en de begeleiding beter kan. Ook de handleiding van de leerlingen en de organisatie van het geheel kan beter.“ Om de jaarlijkse aanpassingen te realiseren, krijgen docenten ontwikkeluren.
Ontwikkeling Een talentprogramma in de bovenbouw is de volgende stap. Hagenaars: “De exameneisen en het examen programma beperken de mogelijkheden voor een profieltalentklas sterk, maar we zijn nu toch bezig om talentklasruimte te scheppen. Het liefst willen we in het derde jaar al gaan ‘streamen’ om te werken aan een doorlopende leerlijn.” Bij ‘streaming’ ronden de leerlingen de vakken af die ze niet kiezen, om zich alvast meer te verdiepen in hun gekozen vakken van de tweede fase. Door praktische oorzaken is dat in 2010 nog niet gerealiseerd. Hagenaars: “Jammer dat het niet lukte, maar we pakken het op voor volgend jaar. Als je zoiets ontwikkelt, moet het wel meteen goed lukken.”
Christelijke Scholengemeenschap De Goudse Waarden | 9
Winterdijk: een gewone mavo met extra zorgaanbod De kleine locatie ligt verscholen aan de Winterdijk. Het is een vmbo-t school waar in 2010 420 leerlingen les hebben. De meeste beginnen er hun opleiding en ronden deze bijna allemaal na vier jaar af. Een enkeling blijkt beter te passen in het vmbo-k en sommige leerlingen komen hier na enkele jaren havo. ‘We zijn een gewone mavo met een plekje voor kinderen die extra zorg nodig hebben’, zo stelt directeur vmbo Krijn Redert.
schakelklasleerlingen. De andere weten wat er met deze leerlingen aan de hand is. De schakelklasleerlingen doen met alles mee, werkweken, feesten en toneelvoorstellingen. We hebben gezien hoe een autistische jongen een ongelofelijke drempel over is gegaan en voor een volle zaal zijn verhaal doet. Dat we zover zouden komen! Dat raakt ons als team.” De aparte klas kan bestaan dankzij de omvang van de scholengemeenschap. De financiering blijft een punt, omdat leerlingen met een ASS problematiek vaak geen financiële ‘rugzakken’ meer krijgen.
Zorg
Dyslexie
“De locatie is geen zorgschool”, voegt Redert meteen toe. Locatieoverstijgend zorgcoördinator Maria Bos heeft in 2010 het zorgprofiel onderzocht en welke zorgvragen locatie Winterdijk aan kan. Redert: “Ieder team heeft daar eigen ontwikkelpunten uitgehaald. Zo wil het onderbouwteam de rol van de mentor versterken als spil in de begeleiding.” In dit kader hebben alle mentoren in 2010 een coachingstraining gevolgd. Belangrijk, want er zijn in de afgelopen jaren veel jonge docenten aangesteld.
Er zijn leerlingen met leer- en ontwikkelingsuitdagingen zoals ADHD, ADD en dyslexie. Redert: “We werken steeds meer met handelingsplannen. Dyslexie nemen we zeer serieus: we houden een secure screening en intake vóór de brugklas. Er is in 2010 een dyslexiecoach aangesteld die leerlingen en ouders begeleidt en adviseert. Daarnaast zijn er steeds meer laptops voor dyslecten. en Een voorleesprogramma voor alle talen maakt het leren ook eenvoudiger voor ze.“
Schakelklas In de schakelklas krijgen dertien onderbouwleerlingen met ASS problematiek (autisme, pdd-nos et cetera) les in hun rustige gestructureerde lokaal. In 2010 zijn voor de eerste keer schakelklasleerlingen naar de reguliere derde klassen over gegaan. In de schakelklas is al gewerkt aan het verder ontwikkelen van de zelfstandigheid van de leerlingen. Voor de ouders is het soms een flinke opgave om hun kind meer los te laten. De leerlingen krijgen in de derde klas hulp van een zelf gekozen persoonlijke begeleider en ze kunnen ze even terug naar het Schakellokaal om hun rust te hervinden. En dat werkt. Redert is trots op de respectvolle manier waarop alle leerlingen met elkaar omgaan. “In iedere klas is er plek voor twee
10 | Publieksverslag Reflectie als middel; kwaliteit als doel
Portfolio Net als bij het Natuurlijk Leren op de Kanaalstraat en in het mbo leggen de leerlingen op de Winterdijk ook steeds meer hun voortgang vast in een portfolio. Portfolio’s waren al gebruikelijk bij de Talentklassen, maar worden nu ook steeds meer ingezet bij reguliere vakken. Redert: “De ouderavonden beginnen hier al in de middag en ouders komen met hun kind. We nemen zo nodig per afspraak een half uur de tijd, zodat elke leerling ook zijn portfolio aan zijn ouders kan laten zien.”
Lerende school Een professionele en persoonlijke ontwikkeling staat bij de docenten hoog op de agenda. Alle docenten mogen jaarlijks trainingen volgen bij Het Werklab, het interne opleidingscentrum van De Goudse Waarden. Redert: “Naast de mentortraining hebben de docenten een coachingstraining bij de Werkplaats gevolgd. We zijn een lerende school: iedereen leert hier!”
Natuurlijk Leren 3.0 Vmbo-basis en -kader Op de Kanaalstraat zijn in de bovenbouw van het vmbo-basis en -kader in 2002 al de eerste units begonnen met de overstap naar het Natuurlijk Leren (NL). En in de loop van de jaren zijn de teams steeds dichter bij hun ideaal gekomen: dat leerlingen wíllen leren, vanuit hun eigen motivatie. NL staat nooit stil, omdat het onderwijs is gekoppeld aan de ontwikkelingen in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo), bij stagebedrijven en in de maatschappij. Sectordirecteur Cor Hoogendoorn is nog steeds blij met de overstap: “Het mooie is dat deze verandering helemaal in de school is gecreëerd en actueel blijft door jaarlijkse evaluaties. Ten opzichte van 2002 zitten we nu al in Natuurlijk Leren 3.0.”
Versterkt taal- en rekenonderwijs In 2010 heeft het vmbo in opdracht van de overheid in alle jaren extra geïnvesteerd in versterkt taal- en rekenonderwijs. Door meer aanbod te creëren in de workshops en de basisvaardigheden meer te verplichten in de prestaties oefenen de leerlingen voortdurend en vaak ongemerkt hun taal en rekenvaardigheden.
VM2 Een andere vorm van samenwerking met het mbo is de pilot VM2. De leergang VM2 is een (al dan niet verkort) leertraject, bedoeld om uitval van leerlingen terug te dringen bij de overstap van vmbo naar mbo. Leerlingen kunnen hun mbo-diploma (niveau 2) halen op de vertrouwde Kanaalstraat. Bij Techniekleerlingen is VM2 niet echt aangeslagen. Hoogendoorn: “Techniekleerlingen kiezen vanouds massaal voor de BBL-leerweg, waar ze meer dan de helft van hun tijd werken in de praktijk. Het VM2-traject is gericht op de BOL-leerweg, waar leerlingen maar zo’n 20 procent van hun tijd stage lopen en vooral op school leren.” Bij Zorg&Welzijn en Administratie is VM2 geslaagd.
Verbinding met exameneisen In 2010 is er veel geïnvesteerd in buitenschools leren en stages, omdat deze werkvormen de motivatie vergroten. Hoogendoorn ziet als volgende stap de betere mix van stage-ervaringen met de lesstof op school.”De verbinding is nu nog een zoektocht. De veertien weken stage per jaar zijn nu vooral een kennismaking met bedrijven en het leren werken.”
Contacten met het mbo De competentiegerichte manier van leren en werken in het NL sluit goed aan op de werkwijze op het vervolgonderwijs. De afgelopen jaren is de doorgaande leerlijn vmbo-mbo toch wat weggezakt en zijn de onderlinge contacten verwaterd, constateert Hoogendoorn: “We merkten dit bijvoorbeeld bij de loopbaanoriëntatie in de theoretische leerweg. In 2010 hebben we daarom een verbeterplan gemaakt waarin het mbo en de bedrijfs- en maatschappelijke stage een belangrijke rol spelen in het keuzetraject.”
Christelijke Scholengemeenschap De Goudse Waarden | 11
Zorgstage lopen bij de buren Jolanda de Bruijn is praktijkopleider en stagecoördinator bij Zorgpartners Midden Holland, een regionale koepel van verpleeg en verzorgingshuizen. Jaarlijks lopen zo’n 5 leerlingen uit het vmbo-b/k stage op Gouwestein, het centrum naast de vmbo-locatie Kanaalstraat. “We hebben expres voor scholen gekozen die onze buren zijn, vanwege de korte lijntjes en meer uitwisseling. Onze bewoners eten af en toe ook in het schoolrestaurant. Vmbo-stagiaires zijn belangrijk voor ons. Vmbo’ers zijn onze toekomstige collega’s. En we hopen dat de stagiaires kiezen voor de zorgsector na zo’n leuke leerzame stage. De jongeren leren hier een wereld kennen van oude mensen die soms weinig meer kunnen. Dit heeft vaak een grote impact op ze. Ze ontdekken hier ook dat er in het centrum allerlei verschillende mensen werkzaam zijn: in de huishouding, het restaurant, de receptie, de kapper, het winkeltje en natuurlijk op de zorg- en verpleegafdelingen. Er gaat een wereld voor ze open. Een stagiaire extra aanacht kan besteden aan een bewoner. Jong en oud ontmoeten elkaar en kletsen even of doen een spelletje. Dat is waardevol. Die leerlingen geven bewoners nieuwe energie! “
12 | Publieksverslag Reflectie als middel; kwaliteit als doel
Zakri : ‘Vmbo-stagiaires doen in hun stages wat wij ook doen’ Achmed Zakri is de projectcoördinator van Factor-G, de regionale organisatie voor maatschappelijke ondersteuning. Factor-G ondersteunt bewoners die zich inzetten voor prettige, veilige en leefbare wijken. Daarnaast richt ze zich op peuterspeelzaalwerk, jeugd- en jongerenwerk, inburgering, re-integratie en buurtbemiddeling. Er komen bij Factgor-G stagiaires over de vloer van vmbo tot en met hbo. Zakri: “We bieden stagiaires onze deskundigheid we hebben een voorbeeldfunctie en we geven aan hoe je elkaar kunt helpen, hoe je moet omgaan met elkaar en met de doelgroepen. Hoe leg je contact en hoe ga je om met onbegrip of agressiviteit? Vmbo-stagiaires van De Goudse Waarden doen in hun stages wat wij ook doen: mee met de ambulant werker om op zoek te gaan naar hangjongeren en het gesprek aan te gaan. Dat past goed bij wat de leerlingen Sport, Dienstverlening en Veiligheid moeten leren.” Leerlingen helpen ook mee activiteiten organiseren, schoonmaken en administratief werk en ze denken mee in het teamoverleg. Zo leren ze werken. Zakri: “Ze maken kennis met onze aanpak en werkstijl. We zijn vrijer en niet zo streng, maar wel duidelijk, eerlijk, gedisciplineerd en respectvol. We helpen elkaar. Gelijkwaardigheid en regels vormen de basis in de omgang. Tijdens de stage stimuleren we stagiaires om na te denken over hun taak in de maatschappij. Zo krijgen ze een goede bagage mee en na afloop weten ze ons ook weer te vinden met hun vragen. De stagiaires kunnen als ambassadeurs prima het verhaal vertellen over hoe het hier gaat!”
Onderbouw vmbo-b en -k: 180 kinderen met plezier naar school Op de Kanaalstraat is in 2003 het Natuurlijk Leren (NL) ingevoerd in de bovenbouw om leerlingen met een andere manier van onderwijs geven tot leren aan te zetten. Grote kleurrijke open unitruimtes zijn nu de plek om de hele dag al doende te leren. Sinds het schooljaar 2009-2010 werkt de onderbouw vmbo-basis en -kader ook volgens het Nieuwe Leren. Dat verloopt goed, al blijft deze werkwijze voortdurend in ontwikkeling. “Je bent nooit klaar, zoals in een reguliere onderwijssituatie, waarin je vooral een bestaande methode volgt,” stelt Pieter van der Windt, unitleider onderbouw vmbo-basis en -kader.
Overgangsrapport Het NL werkt in alle jaren met een portfolio, waarin de leerling zelf de voortgang, aan de hand van leer- en ontwikkelingslijnen, en de resultaten weergeeft. “We kunnen hun motivatie en inzet beter meten dankzij de prestaties en het portfolio van een heel jaar. We voorkomen zo dat leerlingen de laatste twee maanden hun cijfer weer ophalen, maar de stevige basis missen. Zo meten we meer dan alleen kennis! Een portfolio zonder rapportcijfers was wel heel erg wennen voor iedereen. Om voldoende duidelijkheid te creëren bij de overgang naar de derde, geven we voor de kernvakken Nederlands, wiskunde en Engels nu wel cijfers.” Typisch NL is de diagnostische of repeterende toets vooraf, die uitwijst wat een leerling al weet en wat hij dus nog gaat leren. Van der Windt: “Zo leren leerlingen alleen wat ze nog niet weten. Ze winnen tijd en blijven beter gemotiveerd.”
Huiswerk Die tijdwinst is nog groter, omdat de leerlingen de hele dag zonder de gebruikelijke leswisselingen en start/afronding van de lessen op hun eigen unit werken, huiswerk is
feitelijk niet nodig. Van der Windt: “Het leek ons heerlijk voor de leerlingen om thuis te komen en niets te hoeven, alleen maar een potje voetballen of iets gezelligs af te spreken met leeftijdgenoten. Daar zat echter ook het punt van de ouders: de meeste vriendjes hebben wel huiswerk en huiswerk is nuttig volgens hen.” Nu is er ‘huiswerkarm’ onderwijs. Het beetje huiswerk is er om bij te spijkeren of als verdiepingsstof voor de leerling die daar behoefte aan heeft. En die zijn er.
Meesterproef De meesterproef is de afronding van de onderbouw, waarbij alle geleerde vaardigheden uit klas 1 en 2 in een complexe opdracht aan bod komen. Het is ook de afronding van het loopbaanoriëntatie-programma in klas 2 en de beroepsopdracht is gericht op de afdeling die de leerling gekozen heeft. De vakdocent uit bovenbouw beoordeelt mede hoe de leerlingen bijvoorbeeld een menu koken voor ouders of een technisch werkstuk maken. Van der Windt: “De samenwerking met de bovenbouw is hierdoor meer geïntensiveerd. Docenten in de onderbouw beseffen nu beter wat hun vak inhoud in de bovenbouw, zodat ze leerlingen nog beter kunnen voorbereiden op hun nieuwe afdelingskeuze.”
Prestaties bij elk kerndoel Het onderwijs voldoet met de prestaties, workshops en lessen van het NL aan de wettelijke kerndoelen, blijkt uit eigen onderzoek. In 2011-2012 gaat het team het kwaliteitsdenken en -handelen nog verder ontwikkelen. Van der Windt: “Het moeilijkste is om 180 kinderen met plezier naar school te laten gaan en dat krijgen we voor elkaar. Dat is echt een compliment aan mijn team. Er lopen hier kinderen rond die steeds meer zichtbaar worden door de manier van samenwerken, het presenteren, verantwoordelijkheid nemen en het dagelijkse groepsgesprek. Je kunt hier onmogelijk een grijze muis blijven en zo staat de ontwikkeling en groei het kind echt centraal.”
Christelijke Scholengemeenschap De Goudse Waarden | 13
Praktijkonderwijs blijft in ontwikkeling Op de locatie Kanaalstraat is het Praktijkonderwijs (pro) van De Goudse Waarden gevestigd. Pro is voor kinderen die in andere vormen van voortgezet onderwijs niet tot hun recht zouden komen. Hier leren ze in vier tot vijf schooljaren in hun eigen tempo zelfstandig leren, leven en werken. Ze benutten hun kansen beter dankzij een heldere dagstructuur en intensieve begeleiding van hun docenten. Door stages vanaf het tweede leerjaar groeien leerlingen stapsgewijs toe naar een baan. Pro-leerlingen volgen naast een algemeen vormende vakken zoals Nederlands, Engels en wiskunde ook beroepsgerichte vakken. Deze beroepsgerichte programma’s volgen ze op de vmbo-afdelingen aan de Kanaalstraat.
Loskoppeling onderbouw lwoo en pro Tot september 2010 was Flits de afdeling voor de onderbouw lwoo (leerwegondersteunend onderwijs) en de eerste twee jaren van het pro. Dick de Lange is de
teamleider van deze leerlingen. Hij legt uit waarom in 2010 is gekozen om lwoo en pro los te koppelen. “Vijf jaar geleden hebben we deze groepen samengevoegd in Flits, omdat het praktijkonderwijs op dat moment niet goed genoeg draaide. Dat is door de samenvoeging helemaal goed gekomen. Nu zijn zo’n 80 lwoo’ers en 40 pro-leerlingen in de onderbouw. We zagen dat dit grote aantal van lieverlee meer onrust veroorzaakte. Ook merkten we dat de lwoo-kinderen meer actie willen en aankunnen, flexibeler werken en graag kiezen voor een eigen invulling van het leren. Pro-leerlingen hebben een andere aanpak nodig.” Sinds september hebben leerjaar een en twee van pro les op één verdieping en volgen de lwoo’ers onderwijs op een andere verdieping. Ook de structuur van de lesindeling is veranderd. De Lange: “De keuzevrijheid het Natuurlijk Leren draagt bij aan de motivatie van de leerlingen. In het lwoo kiezen leerlingen de helft van de lessen kiezen zelf per week. Bij pro kiezen de leerlingen onder begeleiding van hun mentor een hele lessencyclus en leggen deze voor zes weken vast. Dit geeft ze houvast en veiligheid: ze weten wat er van ze verwacht wordt. De leerlingen kiezen de workshops voor de theoretische vakken aan het begin van het seizoen en wij maken de verdeling over de periodes om gelijkmatigheid in de groepsgrootte te krijgen. Zo vergroten we rust en aandacht en we dragen daarmee bij aan de onderwijskwaliteit.”
Aansluiting onder- en bovenbouw De onderbouw van het pro kan nu ook beter aanhaken bij de bovenbouw en er is onderlinge afstemming over de groeilijnen en de rapportage. Het begrip ‘groeilijnen’ is ingevoerd in plaats van leer- en ontwikkelingslijnen. De Lange: “De leerlingen konden het verschil tussen leer- en ontwikkelingslijnen niet goed onderscheiden, daarom
14 | Publieksverslag Reflectie als middel; kwaliteit als doel
hebben we het nu over groei- en vaklijnen. Groeilijnen gaan over vaardigheden en competenties: daar moet je beter in worden. Daarnaast zijn er de vaklijnen voor bijvoorbeeld Nederlands, Engels en wiskunde.
Leren werken tijdens pro-stage Jaarlijks heeft Multinorm International B.V. in Waddixveen zo’n vijf stagiaires uit het voortgezet onderwijs. Een tot twee komen van het Praktijkonderwijs van De Goudse Waarden. Ze doen inpak-, tel- of assemblagewerk. Teun de Waal, directeur van Multinorm én oud-techniekdocent, vindt het niet meer dan normaal dat zijn bedrijf stageplekken biedt. “Als je wat beperkt bent in je mogelijkheden is dat niet zo’n punt, maar lui zijn is wel erg. Je moet dus leren werken, je aan afspraken houden, op tijd komen, je werkpapiertje inleveren voor je loon, enzovoort. En dat kan bij ons.”
Zelf verdiend “Soms blijft een leerling na een stage hier nog een jaar of wat werken. Het werkniveau past goed bij deze jongens en een enkeling ontwikkelt zich zelfs tot monteur. Ze verdienen hier het minimumjeugdloon. Het is leuk om zelf geld verdiend te hebben voor als het straks vakantie is. Dat hoort ook bij het leer- en werkproces.”
Pro-diploma Er is en komt geen landelijk diploma voor Praktijkonderwijs, maar er is wel behoefte aan bij leerlingen, ouders en scholen. In 2010 heeft het team samen met andere pro-scholen in Zuid-Holland voorbereidingen getroffen om toch een afronding te ontwikkelen. De Lange “Op initiatief van een Haagsche school is het plan ontwikkeld dat leerlingen een route doorlopen om een pro diploma te halen en een portfolio te maken dat geëxamineerd gaat worden door een eigen en een externe docent. Docenten van het pro-team hebben in dit kader in 2010 de assessorentraining gelopen en er zijn meetbare exameneisen geformuleerd. Zo borgen we de kwaliteit.” De pro-leerlingen kunnen op De Goudse Waarden nu al wel het AKA halen. Dat is een een mbo-opleiding op niveau 1, het assistentenniveau. Het voordeel is dat ze die opleiding in hun vertrouwde omgeving volgen, waardoor ze het AKA ook bijna altijd allemaal halen. De Lange: “Voor deze leerlingen geldt: als je dingen met de bekende mensen doet, dan kom je verder.”
Kwaliteitsdenken Het onderwijs op de Praktijkschool is net als alle afdelingen op de Kanaalstraat opgebouwd volgens het Natuurlijk Leren. De Lange stelt dat de ontwikkeling van die leerstijl en het werken aan de kwaliteit ervan nooit stil staan: “Het lessysteem is samen ontwikkeld en door de docenten zelf gecreëerd. We blijven kritisch op wat werkt en wat niet. Prestaties die we 2 jaar geleden geschreven hebben en toen goed vonden, zijn we nu toch aan het herschrijven, verbeteren of vervangen. We maken de afgelopen jaren daarbij ook graag gebruik van de verfrissende inbreng van docentstagiaires die zijn blijven hangen na afronding van hun studie. Als opleidingsschool halen we die investering er royaal weer uit en het enthousiasme en de nieuwe ideeën brengen het team een nieuw elan.”
Nu ook groene vingers ontwikkelen Leerlingen in het praktijkonderwijs kunnen sinds september 2010 zich ook scholen in het groen: docent Sebastiaan van Doorn heeft een leergang groenonderwijs ontwikkeld. In september is hij met z’n leerlingen begonnen op het terrein achter de school. Ze hebben een stuk grasveld ontgonnen, de heggen gesnoeid, de border onderhouden en groente gezaaid. Inmiddels zijn de eerste wortelen al geoogst, zijn de buxusstekken uitgezet en staat het aardappelveldje er mooi bij.
ideeën, bijvoorbeeld om met straattegels patroontjes leggen op de vloer. Aan de andere kant hebben de leerlingen voortdurend begeleiding nodig, omdat zelfstandig werken moeilijk voor ze is.” Met deze schoolervaring kunnen de leerlingen straks eenvoudig onderhouds- of seizoenswerk doen bij hoveniers of tuinderijen.
Vieze handen Van Doorn heeft de leerlijn zelf ontwikkeld in de lijn van het Nieuwe Leren: “Je gaat die tuin in met vooraf bedachte lessen en prestaties, zodat de leerlingen kunnen kiezen en al doende ontwikkelt de aanpak zich. De reactie van de leerlingen is boven verwachting enthousiast. Ze moesten eerst wel even wennen aan vieze handen, zoals bij het poten en penen uitgraven.” In de prestaties is er al wat aandacht komen voor integratie met theorievakken: uitleg over details van de plant bij vermeerdering en een verslagje schrijven over werkzaamheden. Rekenen komt terug in het uitrekenen van de opbrengst van gezaaid goed. Die koppeling moet zich nog verder ontwikkelen.
Straten Omdat dit vak nogal weersafhankelijk is, heeft Van Doorn met zijn leerlingen een lokaal verbouwd van tien bij vijf meter. Er is zo een droge ruimte voor een klasje van tien leerlingen, de groepsgrootte in het pro. “Ze hebben zelf het lokaal helemaal leeggehaald en hele dagen lopen opruimen, verven en weer inrichten. Leerlingen vinden het fijn om zo bezig te zijn. Als je ze vrij laat komt er soms heel veel uit. Ze komen met
Christelijke Scholengemeenschap De Goudse Waarden | 15
Financiën Het financiële beleid is er enerzijds op gericht om voorwaarden te scheppen voor het geven van voortgezet onderwijs en anderzijds om te zorgen voor de continuïteit van de organisatie. Gezien de huidige politieke en economische ontwikkelingen (recessie, bezuinigingen) zet De Goudse Waarden in op een defensief financieel beleid om de continuïteit en de financiële gezondheid van de school te kunnen waarborgen. Het volledige financiële jaarverslag is verkrijgbaar via de centrale administratie van De Goudse Waarden: ca@ degoudsewaarden.nl. In de Vensters voor Verantwoording en op de website http://oic.cfi.nl/ geeft het CFI namens het ministerie van OCenW informatie over deelnemers, personeel en financiën van onderwijsinstellingen. Klik naar instellingsinformatie, vul De Goudse Waarden en Gouda in en klik op zoeken. U ziet de informatie per locatie weergegeven.
Project Dijkgraef Leerlingen van De Goudse Waarden worden nauw betrokken bij het woonproject Dijkgraef aan de Winterdijk. Jos Berg, lid van het College van Bestuur: “Toekomstige bewoners kunnen gebruikmaken van uiteenlopende services die de school biedt. Voorbeelden zijn: reparaties in huis of auto; de hond uitlaten; de woning stofzuigen of een kapper aan huis regelen. Via de receptie van het nog te bouwen wooncomplex worden deze verzoeken doorgegeven aan de scholieren, die er vervolgens mee aan de slag gaan.” Meer info: www.de-dijkgraef.nl.
16 | Publieksverslag Reflectie als middel; kwaliteit als doel
Weerstandsvermogen (Eigen vermogen t.o.v. totale baten) Kapitalisatiefactor (Een nieuw kengetal, geïntroduceerd door de commissie Don en gebaseerd op het Balanstotaal minus de vaste activa t.o.v. de totale baten) Solvabiliteit (Eigen vermogen t.o.v. totale vermogen) Liquiditeit (current ratio) (Liquide middelen en vorderingen t.o.v. kortlopende schulden)
2007 2008 2009 2010 46,1% 47,6% 40,1% 32,8% 67,0% 54,4% 47,9%
56,0% 1,54
56,0% 1,86
69,5% 1,33
64,6% 0,92
STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2010 Begroting Werkelijk Werkelijk Begroting 2010 2010 2009 2011 € € € € BATEN Rijksbijdragen OCenW 16.505.500 17.642.233 16.721.039 17.680.600 Overige overheidsbijdragen 45.900 107.205 88.860 72.500 Overige baten 1.373.600 1.225.187 1.073.929 1.366.200 Totaal baten 17.925.000 18.974.625 17.883.828 19.119.300 LASTEN Personele lasten 13.883.700 16.014.975 14.890.272 15.428.900 Afschrijvingslasten 538.300 577.699 520.015 578.300 Huisvestingslasten 2.120.500 1.473.967 2.331.045 1.383.000 Overige instellingslasten 1.926.800 2.315.627 2.293.965 1.963.000 Totaal lasten 18.469.300 20.382.268 20.035.297 19.353.200 Saldo baten en lasten 544.300 - 1.407.643 - 2.151.469 - 233.900 Saldo financiële baten en lasten 321.000 236.947 346.935 300.000 Exploitatiesaldo 223.300 - 1.170.696 - 1.804.534 - 66.100 Overige lasten (betaald uit ouderbijdragen, onderdeel overige instellingslasten) Uitgaven 128.900 139.084 153.310 127.200 Inkomsten 105.600 111.105 100.403 104.800
Het boekjaar 2010 wordt afgesloten met een nadelig saldo ad. € 1.170.696 tegenover een begroot nadelig saldo van € 223.300 (waaronder de in de begroting begrote baten vanuit de reserves). De overschrijding wordt grotendeels veroorzaakt door een zeer forse stijging van het aantal leerlingen voor het schooljaar 2010-2011. Omdat we de bekostiging van deze leerlingen pas vanaf kalenderjaar 2011 ontvangen, is er in 2010 sprake van vijf maanden voorfinanciering van extra exploitatielasten. Dit lopen we weer in bij een daling van het aantal leerlingen. De exploitatielasten zien we onder andere terug in de personeelslasten (salariskosten, kosten voor scholing), de kosten voor onderhoud en schoonmaak en uitgaven voor overige materiële lasten.
Personeelsbeleid
In het integrale personeelsbeleid van De Goudse WaarZiekteverzuim den ligt de nadruk steeds meer op ontwikkeling en groei, Het ziekteverzuim is in 2010 licht gestegen naar 5,68% op het denken in competenties en het rekening houden (2009: 4,84%). Dit heeft vooral te maken met privé- met leeftijdsfasen. Als gevolg van het leeftijdsbewust gerelateerd langdurig verzuim, waar we als school weinig personeelsbeleid is er meer aandacht voor de individuele tot geen invloed op hebben. medewerker. Het frequente overleg van het Sociaal Medisch Team en de samenwerking met de arbodienst dragen bij aan een Het leeftijdsfasenbewuste personeelsbeleid is erop gedegen verzuimbeleid. Leidinggevenden zijn toegerust gericht een uitdagende en prettige werkomgeving te om het verzuimproces zelfstandig aan te sturen en hun scheppen. Zo is het project Halverwege een waardevol medewerkers hierin te begeleiden. ontwikkelingstraject voor ervaren docenten tussen de 40 Ziekteverzuim is een vast agendapunt binnen de en 50 jaar. Inmiddels is de laatste groep met dit project commissie Personeel & Organisatie. gestart. De focus wordt nu verlegd naar de leeftijdscategorie van de dertigers en de vijftigers. Daarnaast is er intensieve begeleiding van startende docenten. Voortdurend denken we na over de benodigde scholing van de individuele medewerkers. Immers, zonder scholing staat een school stil. In de begroting wordt jaarlijks geld toegekend aan het personeelsbudget om individuele en teamgerichte competenties verder te ontwikkelen. Coaching heeft een vaste plaats gekregen in de school en komt steeds dieper in de organisatie te liggen. Hierbij staat de relatie leerling-docent centraal.
INSTROOM PERSONEEL 2010 Leeftijdsklasse Man Vrouw Totaal < 20 0 4 4 20 - 29 6 33 39 30 - 39 2 5 7 40 - 49 7 6 13 50 - 59 1 3 4 60 - 64 1 2 3 Totaal 17 53 70
LEEFTIJDSOPBOUW EN VERDELING MAN-VROUW Leeftijdsklasse Man Vrouw Totaal < 20 0 4 4 20 - 29 19 46 65 30 - 39 24 31 55 40 - 49 32 40 72 50 - 59 54 46 100 60 - 64 20 8 28 Totaal 149 175 324
UITSTROOM PERSONEEL 2010 Leeftijdsklasse Man Vrouw Totaal FPU 8 0 8 Invaliditeitspensioen 0 0 0 Ouderdomspensioen 0 0 0 Overlijden 0 0 0 Uitstroom 22 27 49 Wachtgeld/WW 0 0 0 Totaal 30 27 57
Christelijke Scholengemeenschap De Goudse Waarden | 17
Eigen leerlingen als toekomstige docenten De Goudse Waarden maakt deel uit van het samenwerkingsverband Stichting Perspectief. Met zeven andere scholen werkt DGW onder andere samen op het gebied van personeelsbeleid en personeelswerving. Een van de initiatieven is ‘Opleiden met Perspectief’ waarin eigen havo- en vwo-leerlingen na een stevig assessment worden opgeleid tot tweedegraads docent. Zo willen De Goudse Waarden en de andere scholen het verwachte personeelstekort voorkomen. Drie leerlingen van de Heemskerkstraat zijn nu in opleiding.
Baangarantie De acht scholen bieden de opleiding als scholencluster aan in samenwerking met Archimedes/Hogeschool Utrecht. Perspectief betaalt het collegegeld en de boeken, zorgt voor betaalde stages en biedt baan garantie na het succesvol afronden van de opleiding. Sinds de start in september 2009 zijn 25 oud-leerlingen hun opleiding begonnen. In 2010 zijn drie leerlingen geworven voor de bètavakken, Nederlands, Frans en Duits opleidingsplaatsen, want daar verwachten de scholen een tekort. Naast vakinhoudelijke, didactische en pedagogische scholing leren de studenten ook wat het betekent om les te geven op een christelijke school.
Inspirerende docenten Marja Hoogendam van De Goudse Waarden is een van de twee coördinatoren van Opleiden met Perspectief. Volgens Marja verloopt de werving op elke school weer anders. De populariteit van het leraarsvak is hierbij een belangrijke factor. Op De Goudse Waarden gaat Marja zelf de klassen af: “Als ik bovenbouwklassen benader voor dit project, is er meestal eerst een storm van kritiek. Welke puber wil er nou voor de klas? Toch kent elke leerling wel één of meer inspirerende docenten die als voorbeeld dienen en die het docentenvak promoten.
18 | Publieksverslag Reflectie als middel; kwaliteit als doel
Als wij als docenten collectief uitstralen dat we ons werk echt leuk vinden, werkt dat aanstekelijk. De aanstaande docenten moeten voelen dat het leuk is om met leerlingen te werken.”
Lerende omgeving Naast de werving organiseert ze de stages en de evaluaties onder de schoolopleiders en studenten. Ook is ze betrokken bij de beoordeling van de studenten (“zo spannend, volgend jaar studeert onze eerste student
af”). In school zijn vakdocenten de werkplekbegeleiders. Zij hebben de eerste verantwoordelijkheid in de begeleiding van de studenten. Marja: “Docenten en schoolleiders kunnen met dit project veel invloed uitoefenen op de kwaliteit van hun nieuwe collega’s. De werkvloer moet daarvoor zelf kwaliteit bieden: goede collegiale docenten die samen een lerende omgeving willen vormen. Dat is de beste basis.”
Blik vooruit Op De Goudse Waarden blijft onderwijs in ontwikkeling en daarom zijn er ook volop plannen voor de komende jaren. • Nadat wij al een aantal jaar het vak Chinees als keuzevak hebben aangeboden, participeren wij nu, met nog negen scholen voor voortgezet onderwijs in een pilot om ervaring op te doen met het vak Chinees als moderne vreemde taal. Onze leerlingen krijgen zo de kans kennis te maken met de taal van deze opkomende wereldmacht. Deze ontwikkelingen, waarbij leerlingen uitgedaagd worden met het oog op hun toekomst, past in onze visie op onderwijs. • De overstap van vmbo-t naar mbo is voor veel leerlingen een behoorlijk grote verandering. Wij zoeken naar mogelijkheden om de leerlingen van klas 3 en 4 vmbo-t beter voor te bereiden op het mbo. Ook de overstap van vmbo-t naar havo is de wens van een groep leerlingen die net hun vmbo-t diploma behaald hebben. Veel van deze leerlingen halen ook hun havo diploma twee jaar daarna. Toch willen wij onderzoeken hoe wij deze overstap beter kunnen stroomlijnen. • Passend onderwijs en nieuwe onderwijskundige inzichten stellen ons voor de uitdaging om werk te maken van onderwijs op maat.
Colofon
Teksten
Drukwerk
Copyright © Gouda 2011
CSG De Goudse Waarden Interviews: Caroline van Amerongen www.cvateksten.com
Twigt Grafisch Facilitair, Waddinxveen, www.twigt.nl
Dit publieksverslag 2010 is een uitgave van CSG De Goudse Waarden te Gouda, www.degoudsewaarden.nl
Eindredactie: Communicatie De Goudse Waarden
Proclaimer We hebben veel zorg en aandacht besteed aan de samenstelling van deze uitgave. We staan open voor uw feedback.
Fotografie Vincent van der Hoven, www.vinzie.nl Henk van Houwelingen
Christelijke Scholengemeenschap De Goudse Waarden | 19
De Goudse Waarden Christelijke scholengemeenschap voor praktijkonderwijs / vmbo / havo / atheneum en (tweetalig) gymnasium Kanaalstraat 31 | 2801 SH Gouda | T (0182) 78 16 24 | F (0182) 51 17 89 E
[email protected] | www.degoudsewaarden.nl