J A A R V E R S L A G
Presteren met plezier en passie
Jaarverslag 2014 Stichting ROC van Twente, Gieterij 200, 7553 VZ Hengelo
Inhoudsopgave Voorwoord
6
Leeswijzer
8
Kengetallen
11
Missie en visie
25
2.4 Jaarresultaat
30
Integraal kwaliteitsplan
25
Urennorm
25
2.5 Extern toezicht
31
1.4 Interne audit
A Missie, visie, structuur en bestuur 1.
1.3 Basiskwaliteit
13
25
2. Onderwijsontwikkeling
26
2.1 Examinering
26
Kaderdocument ‘Onderwijskwaliteit en examinering’
26
1.2 Focus op Vakmanschap
13
Vervolgmeting 2014
14
Keuzegids mbo-studies
14
Centrale examinering taal en rekenen
14
Jaarverslagen Examinering MBO Colleges 26
Entreeopleidingen
14
Functies jaarverslag
Verkorten/intensiveren
15
Deskundigheidsbevordering examen functionarissen 27
Professionele ontwikkeling studie loopbaanbegeleiding 15
2. Structuur
16
3. Bestuur
17
Mandatering Governance Overlegvormen
Verklaring Bevoegd Gezag
27
Deugdelijke diplomering: notitie examen dossier 27 Taal en rekenen
28
18
2.2 Beoordeling in de praktijk van het beroep (Bpv)
28
18
Tevredenheid leerbedrijven
28
18
Bedrijfsopleidingen
29
Minder maar effectiever
29
B Bedrijfsvoering 1.
Addendum handboek examinering ‘Kwalificerend beoordelen op de werkplek’ 26
21
2.3 Landelijke ontwikkelingen en hun betekenis voor ROC van Twente
29
De kwaliteit van het mbo
29
Conclusie uit de management review 2014 22
Centrale examinering Nederlandse taal en rekenen
29
Rapportage ROC van Twente
Waar stopt onderwijs en waar begint zorg? 30
1.1 Planning & Control
21 24
Driejaarlijks Inspectieonderzoek
31
Verbeterplan
31
Onderzoeken Belastingdienst
31
Educatie 32 2.6 Internationalisering
32
2.7 Alumnibeleid krijgt vorm
33
Alumnibeleid 33 School Ex
34
2.8 Loopbaan en Burgerschap
35
2.9 Studiehandleiding aangepast
36
2.10 Lectoraat ‘Onderwijsarrangementen in maatschappelijke context’ – Lector dr. Henk Ritzen
36
2.11 Netwerkschool Twente: ontwikkelingen en borging
37
Zes pijlers van de Netwerkschool
37
2.12 Subsidieprojecten
38
2.13 Beroepskolom
40
Associate Degrees
40
Mbo-hbo doorstroom
40
Twents Aansluitingsnetwerk vmbo-mbo
41
Toptraject 42 2.14 Ouderbetrokkenheid
42
2.15 EVC Servicepunt
43
3
3. De focus op een passende opleiding voor alle studenten van ROC van Twente
45
3.1 Instroom: Toegankelijkheid
46
3.2 Doorstroom
47
5.6 Arbeidsmarktcommunicatie / werken bij ROC van Twente
Resultaten Loopbaancentrum
47
Schoolmaatschappelijk Werk
48
Rendement 48
Introductiebijeenkomsten 63 5.7 Formatieplanning / strategie
64
77
2.
79
Twents Arbeidsmarktperspectief 2020
65 65
Twenteboard 67 Samenwerking met het bedrijfsleven
53
Ondernemendheid en Ondernemerschap 68 in ROC van Twente
54
Flexibele schil (peildatum 31 december 2014) 54 5.2 Focus op professionele ontwikkeling ROC Academie
55 56
Leerwerkloket 67
Euregio: Interreg V (2014-2020)
Gesprekkencyclus (en overzicht gevoerde gesprekken)
58
Regeling werkoverleg
58
Jong! 58
67
69
7. Huisvesting & ICT
70
7.1 Huisvestingsbeleid ‘Een goed Fundament’
71
7.2 Facilitaire zaken
71
Scholing management en overige scholing 57
Klimaat
71
Inkoop
72
Omgevingsbewust
73
Arbo en Veiligheid
73
Roostering
73
7.3 ICT
73
59
8.
74
Fit in je loopbaan
60
8.1 Marketing
74
Gezonde school
60
8.2 Actuele informatievoorziening
75
8.3 Social Media / Webcare
75
8.4 Crisiscommunicatie in een veranderende samenleving
75
Nieuw en Ervaren 5.3 Arbobeleid
59
5.4 Medewerkerstevredenheid en -betrokkenheid
60
5.5 Organisatieontwikkeling
60
77
Financiële kaders
1.3 Gang van zaken gedurende het Verslagjaar
53
5.1 Samenstelling personeel
1.1
77
4. Studenttevredenheid
54
77
1.2 Financiële situatie op balansdatum
51
5. Personeel
1. Financiën
Uitkeringen 64
3.3 Uitstroom
Vergelijking met voorgaande jaren
C Financiële informatie
Mobiliteit 64
6. Aansluiting Onderwijs Arbeidsmarkt
Tevredenheidsonderzoek 48
4
63
Slagkracht in 2014
Specifieke regelingen
2.1 Taal en rekenen
79
Centrale examinering Nederlandse taal en rekenen
79
Resultaten van de pilotexamens en centrale examens
80
Benutting van de examenperiodes
80
3. Helderheid
81
3.1 Uitbestedingen
81
3.2 Investeren van publieke middelen in private activiteiten
81
3.3 Les- en cursusgelden niet betaald door de deelnemer zelf
82
3.4 Deelnemers die tijdens het schooljaar veranderen van opleiding 82 3.5 Horizontale, in de tijd verspreide, stapeling van diploma’s
82
3.6 Bedrijfsgerichte trajecten bbl
83
3.7 Geïntegreerde trajecten educatie en beroepsonderwijs
83
4. Toekomst
84
5. Continuïteit
87
5.1 Huisvestingsbeleid
89
5.2 Treasury
89
5.3 Mutaties in reserves, fondsen en voorzieningen
91
5.4 Financiële kaders
Jaarrekening 2014
1.2 Vergaderingen
101
1.3 Scholing Raad van Toezicht
101
91
1.4 Uitgangspunt van handelen Raad van Toezicht
103
5.5 Risicoprofiel
92
1.5 Bezoldiging Raad van Toezicht 2014
103
5.6 Meerjarenbegroting
93
A1.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2014
114
5.7 Alternatief scenario
93
1.6 Samenstelling en functioneren College van Bestuur
103
A1.2 Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2014
115 116
5.8 Overige rapportages
Bezoldiging leden College van Bestuur 103
93
D Klachtafhandeling en vertrouwenswerk
104
A1.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2014
1.8 Relatie met de Centrale Deelnemersraad
104
A1.4 Toelichting behorende bij de geconsolideerde jaarrekening 2014 117
95
1.9 Onderwerpen behandeld en te behandelen in de Raad van Toezicht 104
2. Vertrouwenswerk
96
1.10 Platform Raden van Toezicht
106
1.11 Opdracht accountant, overleg met de accountant
106
Pesten 97
1.12 Zelfevaluatie Raad van Toezicht
107
Vindbaarheid en interne afstemming
97
1.13 Klokkenluidersregeling
107
Verbeterpunten en actiepunten
97
1.14 Verantwoording interne werkwijze Raad van Toezicht
107
1.15 Branchecode ‘Goed bestuur in het MBO’
107
Meldingen 96
Vooruitziend 97
E Verantwoording Raad van Toezicht 2014
F Ondernemingsraad 2014
1. Verantwoording Raad van Toezicht 2014
99
Ondernemingsraad
1.1 Samenstelling Raad van Toezicht in 2014
99
G Centrale Deelnemersraad
Rooster van Aftreden
100
Nevenfuncties leden Raad van Toezicht 100 Commissies
100
Geconsolideerde jaarrekening 114
1.7 Relatie met de Ondernemingsraad
1. Klachtenafhandeling
Gemeenschappelijk overleg/ deskundigheidsbevordering 96
A1.
109
Centrale Deelnemersraad
111
Lijst van afkortingen
158
A1.5 Enkelvoudige balans per 31 december 2014
141
A1.6 Enkelvoudige staat van baten en lasten over 2014
142
A1.7 Toelichting behorende tot de enkelvoudige jaarrekening 2014
142
A1.8a Modelmatige weergave rapportage gegevens volgens wet normering bezoldiging topfunctionarissen 148 publieke en semipublieke sector Vaststelling jaarrekening
150
Begroting geconsolideerde staat van baten en lasten over 2015
150
Overige gegevens
151
-C ontroleverklaring van de onafhankelijke accountant
151
-S tatutaire bepalingen inzake resultaatbestemming
156
-C ontactgegevens
157
5
Voorwoord 2014 was een bijzonder jaar. Precies tien jaar daarvoor werd ROC van Twente opgericht. Tien jaar waarin we aan goed mbo-onderwijs en de (volwassenen) educatie hebben gewerkt, vanuit onze betrokkenheid bij Twente en al die mensen die er wonen.
58.780 studenten behaalden in die tien jaar hun diploma bij ons ROC. Soms na een vlotte studieloopbaan, soms na een studieloopbaan met hindernissen. Die laatste groep probeerden we altijd bij de ‘les’ te houden en dat proberen we nog steeds. Dit jaar daalde het aantal voortijdig schoolverlaters naar 4,2%, een landelijke toppositie waar we best trots op zijn.
6
Onze collega Jolien van Uden promoveerde op haar onderzoek ‘De docent als linking pin, een docent perspectief op leerlingbetrokkenheid’. Jolien is een goed voorbeeld van de lerende en nieuwsgierige organisatie die we zijn. Haar onderzoek biedt zowel ons als anderen uit binnen- en buitenland nieuwe aanknopingspunten om het onderwijs nog beter vorm te geven. Meer en meer aandacht gaat binnen onze instelling uit naar ouderbetrokkenheid, omdat betrokken ouders - evenals betrokken docenten - essentieel zijn voor het studiesucces van onze studenten. ROC van Twente kent veel betrokken docenten, één van hen is Judith Peinemann. Zij werd dit jaar door haar studenten voorgedragen voor de titel ‘Docent van het jaar’ en eindigde in de top drie. Chapeau Judith! In 2014 ging er veel aandacht uit naar de grote onderwijsontwikkelingen en de vraag hoe deze in te passen in ons onderwijs en in onze organisatie. Om goed uitvoering te kunnen geven aan de Entree-opleidingen, de invoering van de nieuwe kwalificatiedossiers en de wetgeving rondom doelmatige leerwegen zijn veranderingen doorgevoerd in onze organisatiestructuur. Bovendien is het Service- & Adviescentrum ingesteld dat onze MBO Colleges ondersteunt in tal van onderwijs-inhoudelijke, administratieve, en commerciële vraagstukken en hebben wij de Dienst Onderwijs & Kwaliteitszorg opnieuw vormgegeven zodat deze zich beter kan richten op complexe strategische en onderwijskundige vraagstukken. Organisatorische veranderingen om de kwaliteit van ons onderwijs verder te verbeteren en modern en innovatief onderwijs te bieden. De belangrijkste kwaliteitsfactor blijft evenwel de docent. Veel investeerden we het afgelopen jaar in de professionele ontwikkeling van onze medewerkers. We verwelkomden ook ruim 300 nieuwe jonge collega’s. In het kader van behoud en overdracht van kennis liepen nieuwe medewerkers een aantal maanden mee met
collega’s die hun pensioengerechtigde leeftijd naderen. Dit werd door jong en oud gewaardeerd en we zetten dit dan ook voort in 2015 en 2016. Zo werken we aan nieuwe teams, behoud van kwaliteit en het delen van kennis en ervaring. We zijn het ROC van Twente en dus sterk verbonden met onze regio. Deze verbondenheid met Twente is de afgelopen jaren onder andere tot uitdrukking gekomen in de talloze contacten met overheden, onderwijs organisaties en bedrijven en instellingen. We werkten mee aan het Twents Arbeidsmarktperspectief 2020 en gaven vorm aan het uitvoeringsprogramma ‘Met Dynamiek aan het werk’. Voorts participeerden we in de Twenteboard teneinde bij te dragen aan de ambitie om van Twente een Europees toonaangevende techno logische topregio te maken waarbij vanuit de maatschappelijke opgaven toekomstbestendig economisch rendement behaald wordt. Een belangrijk resultaat van de regionale samenwerking is het Centrum voor Innovatief Vakmanschap, waaruit TechWise Twente is ontstaan. Op basis van deze ervaringen hebben we met een grote groep bedrijven een investeringsplan voor de Procestechniek en de Bouw bij het Rijk ingediend. Twee sectoren die van belang
zijn voor onze regio. Ook de Twentse Zorgacademie mag in dit kader niet onvermeld blijven. Samen met onderwijspartners en bedrijven is gewerkt aan een zorg omgeving vol domotica waar toekomstige zorgmedewerkers vertrouwd raken met deze nieuwe aanpak, ouderen nieuwe mogelijkheden kunnen verkennen en bedrijven nieuwe producten in de praktijk kunnen toetsen. Dat de aandacht voor techniek loont, blijkt uit het grote aantal succesvolle vakkanjers, opgeleid door bedrijven en de samenwerkende techniekopleiders. Een aantal vakkanjers reist in 2015 af naar Brazilië voor de World Skills.
‘Internationals’ dus en die komen er meer en meer, wat vraagt om onderwijs waarin aandacht is voor leren in het buitenland: dichtbij in de Euregio en verder weg. Het afgelopen jaar telden we zo veel kampioenen dat ze niet meer in dit voorwoord passen. Op de digitale publieksversie van dit jaardocument is een speciale pagina ‘Hoogtepunten’ gemaakt waarop de vakkanjers, kampioenen en al die andere mensen die bijzondere prestaties leverden, apart belicht worden. Eind september is het driejaarlijkse Inspectie-onderzoek naar de Staat van de Instelling afgerond. De inspectie concludeert dat belangrijke onderdelen van onze instelling op orde zijn: de opbrengsten, de rendementen, liggen boven de inspectienorm, de voortijdige schooluitval is relatief laag, de financiën zijn op orde en heel belangrijk: de kwaliteit van het onderwijs is goed. In inspectietermen: ‘er zijn geen tot geringe risico’s’. Maar we kunnen ons nog wel verbeteren op het gebied van examinering en kwaliteitsborging. Daarom hebben we een verbeterplan opgesteld waarin we onze ambities voor de komende periode aangeven. We hebben er alle vertrouwen in dat de twee onvoldoendes zullen zijn weggewerkt bij het onderzoek naar kwaliteitsverbetering in 2015. De lat omhoog... daaraan hebben we ook in 2014 samen gewerkt. Voor die samenwerking bedanken we al onze partners in Twente en daarbuiten, in het bijzonder de vele bpv-bedrijven en instellingen. Samen met hen hebben onze collega’s zich iedere dag weer met hart en ziel ingezet voor goed en gedegen beroepsonderwijs. En natuurlijk bedanken we alle studenten en hun ouders voor het vertrouwen dat ze in ons stelden. Omdat ook wij graag blijven leren, nodigen we u niet alleen uit dit jaarverslag te lezen of de interactieve publieksversie op onze website door te nemen, maar vooral ook om te reageren.
John van der Vegt
Remco Meijerink
College van Bestuur
[email protected]
7
Leeswijzer In dit jaarverslag informeren wij u, alle belangstellenden en belanghebbenden bij onze instelling, over de ontwikkelingen die zich het afgelopen jaar bij ROC van Twente hebben voorgedaan. Daarbij leggen wij verantwoording af over het gevoerde beleid.
8
Tot de groepen van belanghebbenden rekenen wij: • onze studenten en hun ouders • het (regionale) bedrijfsleven • onze medewerkers • het ministerie van OCW • gemeentelijke en regionale overheden • toeleverende scholen voortgezet onderwijs • hbo-instellingen die onze gediplomeerde studenten inschrijven • collega-roc’s en MBO Raad • algemeen geïnteresseerden Hoe wij de dialoog met al deze in- en externe stakeholders vorm geven en benutten hebben wij in de daarvoor relevante hoofdstukken en (sub)paragrafen vermeld. Soms apart zoals in de subparagraaf Ouderbetrokkenheid op pagina 42 of de paragraaf waarin we onze relatie met het onderwijs beschrijven (De Beroepskolom / het Twents Aansluitingsnetwerk op pagina 40), soms in de context van grote Onderwijsontwikkelingen als in paragraaf B.3 De focus op een passende opleiding voor alle studenten van ROC van Twente op pagina 45.
Het verslag is als volgt opgebouwd: We beginnen met een aantal kerngegevens, waarin u overzichten en grafieken aantreft, die relevante gegevens over personeel, deelnemers en financiën weergeven. In hoofdstuk A gaan we in op de algemene instellingsgegevens, waaronder missie, visie, organisatiestructuur, bestuur en de verantwoording over Governance volgens de richtlijnen voor mbo-instellingen. Het hele document is getoetst aan deze richtlijnen. Governance komt expliciet aan bod in het verslag van onze Raad van Toezicht (hoofdstuk E, pagina 99-107).
stroom en uitstroom. In de paragrafen vier tot en met acht komen achtereenvolgens de volgende onderwerpen aan bod: studenttevredenheid, personeel, de aansluiting onderwijs arbeidsmarkt en de regio, huisvesting en ICT en de wijze waarop we onze slagkracht in 2014 vertaald hebben in een heldere dialoog in het kader van onze wens er voor Twente te zijn. In hoofdstuk C leggen we financiële verantwoording af. Naast een algemene beschouwing vindt u hier nadere informatie over de (specifieke) Regeling Taal en Rekenen. Hierna volgen de paragrafen Helderheid en Toekomst, die worden gevolgd door de afzonderlijke continuïteitsparagraaf (C.5 op pagina 87). In de hoofdstukken D, E, F en G van dit jaarverslag gaan we in op de afhandeling van klachten in het afgelopen jaar, behandelen we het vertrouwenswerk en hebben we de verslagen van onze Raad van Toezicht, ondernemingsraad en centrale deelnemersraad opgenomen.
9 Het tweede deel van dit Geïntegreerd Jaardocument bestaat uit de Jaarrekening.
Hoofdstuk B behandelt onze bedrijfsvoering. In paragraaf 1 beschrijven we welke maatregelen wij als bestuur hebben getroffen om de kwaliteit van ons onderwijs en van de overige aspecten van onze bedrijfsvoering te waarborgen. Paragraaf 2 behandelt de verschillende onderwijsontwikkelingen, te beginnen met examinering, gevolgd door de jaarresultaten, extern toezicht, educatie en vavo, internationalisering, alumnibeleid en diverse andere ontwikkelingen. Hier leest u wat de output van ons lectoraat was, maken we duidelijk welke ontwikkelingen gerealiseerd zijn dankzij de ons toegekende subsidie gelden en gaan we in op de doorstroom vmbo-mbo-hbo, het Toptraject en de eerder genoemde ouderbetrokkenheid. In Paragraaf B.3 focussen we op een passende opleiding voor alle studenten van ROC van Twente: instroom, door-
Tot slot treft u achter in dit document een lijst met afkortingen aan. Op www.rocvantwente.nl is het Geïntegreerd Jaardocument voor iedereen in te zien en is uitgebreidere informatie over onze opleidingen te vinden. Omdat wij ons realiseren dat een zo omvangrijk document niet voor iedere stakeholder even makkelijk is te lezen, is op dezelfde website een publieksversie met de belangrijkste punten uit het jaardocument 2014 opgenomen.
10
Kengetallen Studenten MBO (per 1 oktober bekostigd) 25.000 20.000
18.236
18.617
19.553
15.000
4.187 14.049
5.155 13.462
6.865 12.688
10.000
Personeel (peildatum 31 december) 21.163
8.780 12.383
5.000 0
2500 2000 1500
2022 1602
2010
1945
1937 1580
1562
1610
1000 500
2014 BOL
2013
2012
2011
0
BBL (inclusief deeltijd BOL)
2014
2013
aantal medewerkers
2012
2011
aantal fte
11
VSV in %
Jaarrendement per opleiding in % 100
8 7 6 5 4 3 2 1 0
80 60 40 20 0
2014 Niveau 1
2013 Niveau 2
2012 Niveau 3
2011
inspectienorm Niveau 4
2013-2014
2012-2013
ROC van Twente
2011-2012 Landelijk
2010-2011
12
Missie, visie, structuur en bestuur
1. Missie en visie In december 2011 heeft het College van Bestuur voor de periode 2012-2015 de strategienotitie ‘Presteren met Plezier en Passie’ vastgesteld. Het kader van waaruit onze organisatie het afgelopen jaar en de komende jaren opereert, bevat de volgende strategische uitgangspunten:
• Gedegen en goed georganiseerd onderwijs (een kwalitatief hoogwaardige onderwijsorganisatie en een veilige schoolomgeving, waarbinnen gedegen vakopleidingen worden aangeboden). • Prestaties verantwoorden en verbeteren (door systematisch onderzoek te doen onder studenten, bedrijven en werknemers maken wij onze prestaties inzichtelijk en kunnen we zo nodig de kwaliteit van het onderwijs verbeteren). • Uitblinken is presteren (alle studenten hebben talenten en kunnen boven zichzelf uitstijgen; die kans willen wij hen bieden). • De professionele lat gaat omhoog (de werkgever faciliteert de ambities van de werk nemers in de verdere professionele ontwikkeling, waarvoor hij of zij zelf in belangrijke mate verant woordelijk is). • Slagkracht tonen (door ondernemend te zijn, willen wij ook werk nemers van bedrijven scholen. De inhoudelijke meerwaarde van dergelijke trajecten staat bij ons voorop). • De Twentse aanpak (de snelle opmars van sociale media biedt kansen om de samenwerking met al onze regionale partners te intensiveren: noaberschap 2.0).
We hebben de strategische uitgangspunten meetbaar gemaakt aan de hand van een prestatiekaart, die we jaarlijks ter verantwoording voorleggen aan de Raad van Toezicht en intern gebruiken als referentiekader in de gesprekken tussen College van Bestuur en (MBO) Colleges.
1.2 Focus op Vakmanschap In 2014 hebben alle teams van de Colleges volop gewerkt aan de implementatie van wetswijzigingen als gevolg van het door de minister geïnitieerde actieplan Focus op Vakmanschap. De belangrijkste onderwijsveranderingen zijn in dit verband (a), de nominale verkorting van de studieduur van een aantal niveau 4 opleidingen van vier naar drie jaar, (b) de verhogingen van de urennorm van 850 naar 1000 uren en van 120 uren naar 200 uren voor respectievelijk de bol en bbl-opleidingen en (c) de start van de entreeopleiding: alle niveau 1 opleidingen in een nieuw concept. Een tweede grote operatie staat voor de deur: de invoering van de nieuwe kwalificatiedossiers. In het schooljaar 2016-2017 dienen alle opleidingen te gaan werken met nieuwe kwalificatiedossiers die door de minister worden vastgesteld. Komend schooljaar kan dit facultatief. Bij ROC van Twente starten drie Colleges komend schooljaar met enkele opleidingen volgens het nieuwe kwalificatiedossier. Een majeure wijziging ten opzichte van de huidige kwalificatiedossiers is dat we onze studenten een of meer keuze delen moeten gaan aanbieden die 15% van de opleiding beslaan. Aangezien dit een ingrijpende en complexe operatie is voor het gehele ROC hebben we vlak na de zomervakantie een stuurgroep in het leven geroepen die regie dient te gaan voeren op dit vraagstuk. Wij hechten eraan dat studenten in het mbo een opleiding kiezen die kans biedt op een baan. Om studenten hierover objectieve en betrouwbare informatie te geven is de landelijke Studiebijsluiter ontwikkeld in opdracht van het Ministerie OCW. Ook ons ROC heeft deelgenomen aan de ontwikkeling hiervan. De
13
studiebijsluiter wordt ingezet bij voorlichting (bijvoorbeeld op voorlichtingsmateriaal, websites). Hij geeft in één oogopslag informatie over arbeidsmarktrelevantie, studententevredenheid, kans op stage e.d. van een opleiding. Dat gebeurt in een vast format, waardoor de bijsluiter herkenbaar is als onafhankelijke informatie. De studiebijsluiter is vanaf 1 september 2014 te vinden bij onze bol-opleidingen op de website.
Vervolgmeting 2014 In het Actieplan Focus op Vakmanschap wordt expliciet verband gelegd tussen enerzijds de voorgestelde maatregelen en anderzijds de tevredenheid en het opleidingsrendement: de voorgestelde koers dient, zo betoogt de minister, uiteindelijk te leiden tot een hoger rendement (minder vsv) en een betere waardering van het onderwijs door studenten en bedrijfsleven. Resultaat 2014
Resultaat 2013
Waardering student JOB resp 2014 2012
7,06
6,82
Waardering medewerker
7,6**
7,6
Waardering bedrijven bpv
-
-
80,04%
77,29%
4,2%
4,4%
Indicator
14
Jaarresultaat opleidingen per schooljaar* % VSV per schooljaar
* Kolom 2014 betreft schooljaar 2013-2014 en kolom 2013 betreft schooljaar 2012-2013. ** Medewerkerstevredenheidsonderzoek vindt één keer in de twee jaar plaats.
Afgelopen schooljaar hebben we door middel van pilots ervaring opgedaan met een vragenlijst die de tevredenheid meet van de bedrijven. Dit heeft geresulteerd in een standaardvragenlijst die vanaf oktober door alle colleges gebruikt gaat worden. Onze bpv-begeleiders nemen deze lijst digitaal of op papier aan het einde van de stage mee. Volgend jaar worden aanpak en resultaten geëvalueerd. Met dit ROC- tevredenheidsonderzoek lopen wij vooruit op het voornemen van de minister, die op dit punt kwaliteits afspraken wil maken met alle ROC’s.
Keuzegids mbo-studies In december 2014 is de Keuzegids mbo-studies 2015 verschenen. De resultaten in deze gids berusten op onderwijsstatistieken en op resultaten van de JOB-Monitor (tevredenheid studenten) uit 2014. ROC van Twente staat met een gemiddelde score van 64 op een gedeelde 12e positie (van 43). Hiermee zijn we 14 posities gestegen ten opzichte van 2014. Dit resultaat is direct terug te voeren op de stijgende lijn
in de JOB-monitor. 41 opleidingen verdeeld over vijf vak gebieden – Laboratoriumtechniek, Onderwijsassistent, Hout & Meubilering, Ambachtelijke Techniek (ontwerpend meubelmaker), Procestechniek en Installatietechniek – kregen met 75 punten of hoger het predicaat Topopleiding. Zij mogen het Keuzegids Kwaliteitszegel gaan gebruiken. De opleiding Installatietechniek behaalde zelfs de eerste plaats.
Centrale examinering taal en rekenen Het aantal examens is ten opzichte van 2013 bijna verdubbeld: van 8.756 naar 14.682. In 2014 is het nieuwe Toetscentrum in de locatie Gieterij in gebruik genomen. De capaciteit van de examenruimtes maakt verdere groei tot 20.000 mogelijk. Ook is het mogelijk om in de vrije periodes intaketoetsen en examens voor VAVO te organiseren. Meer over de centrale examinering leest u op pagina 79 in paragraaf C 2 Specifieke regelingen.
Entreeopleidingen De entreeopleiding is in 2014 gestart in een matrixmodel, waarbij de verantwoordelijkheid is belegd bij het MBO College voor Oriëntatie & Ontwikkeling en docenten van verschillende MBO Colleges werkzaamheden verrichten. Het was de bedoeling dat dit experiment in mei werd geëvalueerd. Wij zien echter dat het matrixmodel niet goed werkt en gaan komend schooljaar met twee duide lijke modellen werken. Dit evalueren we in de tweede helft van 2016 om vervolgens een keuze te maken uit deze twee varianten (volledig onder aansturing van het MBO College voor Oriëntatie & Ontwikkeling of volledig onder aansturing van de verschillende MBO Colleges). Zie ook paragraaf B 5.5 ‘Organisatieontwikkeling’ op pagina 60.
Verkorten/intensiveren De intensivering van het onderwijs, de verhoging van de urennorm, in termen van meer begeleide onderwijstijd (‘lessen’) heeft forse gevolgen voor de opleidingen, het personeel en het gebruik van onderwijsruimtes.
Professionele ontwikkeling studieloopbaanbegeleiding Eind 2014 is het HPBO-project “Loopbaanleren, prepared for your future” afgesloten. Vier onderwijsteams uit het vmbo in Twente, vier onderwijsteams van ROC van Twente en vier teams vanuit het werkveld hebben deelgenomen aan het project, dat diverse producten ten behoeve van loopbaanleren heeft opgeleverd, die inmiddels voor het overgrote deel geïmplementeerd zijn. Het ministerie heeft de uitvoering van het Doorstart Stimuleringsproject LOB (mbo-diensten) verlengd tot en met december 2015. In het kader van dit project zijn twee docenten tot schoolcoach geschoold en in 2015 zullen nog eens twee schoolcoaches hun certificaat behalen. De schoolcoaches hebben in 2014, samen met acht al opgeleide co-trainers, aan 25 docenten de vervolg opleiding studieloopbaanbegeleiding gegeven. In de nieuwe strategienota is Loopbaanleren als ambitie opgenomen. De studieloopbaan van de student staat centraal en meerdere teams zullen dan ook de vervolgopleiding studieloopbaanbegeleiding volgen. In paragraaf B 3.2 op pagina 47 staat een uitvoerig overzicht van de behaalde resultaten op het gebied van loopbaanbegeleiding en in paragraaf 5.2 op pagina 55 gaan we dieper in op professionele ontwikkeling van onze medewerkers.
15
2. Structuur Na een aantal jaren van stabiliteit op directieniveau is de samenstelling van het B&M de afgelopen anderhalf jaar veranderd. Er zijn directeuren van plek gewisseld en enkele nieuwe van buiten gekomen. Verder kiezen we voor een sterker onderwijskundig leiderschap op leidinggevend niveau (teammanagers, directeuren en College van Bestuur).
Raad van Toezicht Ondernemingsraad
College van Bestuur
Centrale deelnemersraad
De dienst Onderwijs & Kwaliteitszorg is in augustus gestart in afgeslankte vorm en concentreert zich op strategische advisering op onderwijsvraagstukken en kwaliteitszorg. De overige taken en de medewerkers die deze uitvoeren, zijn tijdelijk ondergebracht bij de Colleges voor Oriëntatie & Ontwikkeling en Educatie. Dit in afwachting van een in 2015 te realiseren nieuwe eenheid waarin alle niet-onderwijstaken (EVC, Subsidies, Projecten, e.d.) ondergebracht worden. In deze eenheid wordt ook het accountmanagement ondergebracht, dat in 2014 nog verspreid is over de diverse (MBO) Colleges.
Bestuurssecretariaat en Juridische Zaken
16
(MBO) Colleges
Ondersteunende Diensten
College voor Educatie
Communicatie & Marketing
MBO College voor Bouw, Infra & Interieur
Facilitaire Zaken, Huisvesting & ICT
MBO College voor Commercie & Ondernemen
Financiën, Studentenadministratie & Control
MBO College voor Dienstverlening & Gastvrijheid
Onderwijs & Kwaliteitszorg
MBO College voor Gezondheidszorg
Personeel & Organisatie
MBO College voor Management & Organisatie MBO College voor Mens & Maatschappij MBO College voor Metaal, Elektro & Installatietechniek MBO College voor Oriëntatie & Ontwikkeling MBO College voor Sport, Onderwijs & Cultuur MBO College voor Transport, Logistiek & Mobiliteit MBO College voor Vormgeving, Mode & Media MBO College voor Zorg & Welzijn
De besluitvorming over het portfolio van de opleidingen is nu afgerond. De implementatie is gestart en zal grotendeels in de zomer van 2015 worden afgerond. We hebben een voorgenomen besluit genomen over het con centreren van studentgerichte activiteiten van de Colleges voor Oriëntatie & Ontwikkeling en Educatie binnen één College. Het vavo (VAVO Lyceum van Twente) is bij het besluit over het portfolio naar het MBO College voor Management & Organisatie gegaan. Inmiddels heeft de Ondernemingsraad een positief advies uitgebracht over bovenstaande organisatieaanpassingen. De entreeopleiding is per 1 augustus 2014 gestart in een matrixmodel, waarbij de verantwoordelijkheid is belegd bij het MBO College voor Oriëntatie & Ontwikkeling en docenten van verschillende MBO Colleges werkzaamheden verrichten. Meer over deze ontwikkelingen leest u in paragraaf 5.5 ‘Organisatieontwikkeling’ op pagina 60.
3. Bestuur Het College van Bestuur wordt (sinds 1 februari 2013) gevormd door John van der Vegt, voorzitter en Remco Meijerink, lid.
In het jaar 2014 heeft het College van Bestuur de portefeuilleverdeling geëvalueerd. Op grond van deze evaluatie is bovenstaande verdeling niet gewijzigd. Wel zijn als gevolg van de op handen zijnde herschikking van opleidingen (2015) enkele wijzigingen doorgevoerd daar waar het de verdeling van (MBO) Colleges betreft.
De bestuursleden van ROC van Twente hadden in 2014 de volgende nevenfuncties:
De portefeuille van John van der Vegt (links): • Personeel & Organisatie • Communicatie & Marketing • Onderwijszaken & Onderwijsinnovatie • Juridische Zaken • Contractactiviteiten • Externe contacten De portefeuille van Remco Meijerink (rechts): • Financiële Zaken • Facilitaire Zaken & Huisvesting • Kwaliteitszorg en Informatievoorziening • Planning & Control cyclus • Informatie- en communicatietechnologie (ICT) • Studentenzaken • Externe contacten
John van der Vegt, voorzitter: • Bestuur Scoren in de Wijk • Monitorcommissie Goed Bestuur PO Raad • Voorzitter bestuur POWI • Raad van Commissarissen Twentse Schouwburg/Wilminktheater • Twente Board • Raad van Toezicht Stichting 4 Oost • Stuurgroep Human Capital Agenda • Bestuur Stichting Hout & Meubel (SH&M) • Raad van Toezicht Skills Netherlands • Lid Sectorkamer techniek en gebouwde omgeving. Remco Meijerink, lid: • Bestuurslid Campus Business Center B.V. • Lid Raad van Toezicht Stichting Openbare Bibliotheek Twenterand • Lid Stuurgroep strategische informatievoorziening en benchmark MBO Raad • Lid financiële commissie van de vereniging MBO Raad en de stichting MBO Diensten • Lid Sectorkamer Zakelijke Dienstverlening & Veiligheid.
17
Voor het vervullen van deze nevenfuncties hebben de leden van het College van Bestuur geen inkomsten ontvangen. De Raad van Toezicht is vooraf geïnformeerd over deze nevenfuncties. De criteria verbonden aan nevenactiviteiten van het College van Bestuur, zijn opgenomen in de arbeidsovereenkomst van de leden van het College van Bestuur en luiden als volgt: - Behoudens voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Raad van Toezicht, is het de leden van het College van Bestuur niet toegestaan om naast de arbeidsovereenkomst met de Stichting betaalde dan wel onbetaalde werkzaamheden te verrichten. - De Raad van Toezicht kan voorwaarden aan haar goedkeuring verbinden. In elk geval waarin door de Raad van Toezicht toestemming wordt verleend, zal worden bepaald of de leden van het College van Bestuur de eventuele inkomsten uit andere werkzaamheden kunnen behouden, dan wel deze ten goede komen aan de Stichting. Indien nevenactiviteiten voortkomen uit de functie van bestuurder van de stichting, dan komen eventuele inkomsten uit die nevenactiviteiten ten goede aan de Stichting.
Mandatering
18
Het College van Bestuur is het ‘hoogste’ bestuursorgaan van ROC van Twente. Gelet op de inhoud van de statuten is het College eindverantwoordelijk voor het beleid en het beheer van de instelling. Vanzelf sprekend kan en wil het College deze eindverantwoordelijkheid in de praktijk niet volledig zelf tot uitvoering brengen. Gegeven de praktische noodzaak, maar ook de besturingsfilosofie van het ROC die uitgaat van ‘klein binnen groot’, wordt het formele instrument van het mandaat benut om de verantwoordelijkheid voor het beheer ook bij andere medewerkers te kunnen leggen. Hiertoe is een mandaatregeling vastgesteld. Deze mandaatregeling wordt jaarlijks geëvalueerd en daar waar nodig aangepast en bijgesteld.
Governance Per 1 augustus 2014 is de nieuwe branchecode ‘Goed bestuur in het MBO’ van kracht. Deze code is de opvolger van de code ‘Goed bestuur in de bve-sector’ die van 2009 tot medio 2014 gold. De branchecode bevat afspraken en handreikingen voor Raden van Toezicht, Colleges van Bestuur en de horizontale dialoog. De code is complementair aan de geldende wetgeving voor het mbo (de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB)). De afspraken in de branchecode zijn niet vrijblijvend. De code heeft de status van lidmaatschapseis voor aansluiting bij de Vereniging MBO Raad, waarbij ‘pas toe of leg uit’ van toepassing is. Als een instelling niet voldoet aan de eisen uit de code, legt de instelling in het Geïntegreerd Jaardocument uit waarom dat zo is. ROC van Twente voldoet in 2014 aan alle vereiste punten uit de code ‘Goed bestuur in de BVE sector’ c.q. de code ‘Goed bestuur in het MBO’.
Overlegvormen Zowel op centraal als decentraal niveau is sprake van horizontaal overleg met als doel het uitwisselen van informatie en het betrekken van (extern en intern) belanghebbenden. De belangrijkste dialogen zijn geformaliseerd. Externe dialogen • Decentraal: advies- en werkveldcommissies • Decentraal: bpv-contacten • Centraal: vakbondsoverleg • Centraal: bestuurlijk overleg met omliggende ROC’s (afstemming onderwijsaanbod) • Centraal: structureel overleg met hbo en wo • Centraal: structureel overleg met College Burgemeester & Wethouders Twentse gemeenten • Centraal: jaarlijks overleg met rectoren vmbo • Centraal: Twente Board • Centraal: Aansluitingsnetwerk vmbo-mbo (samenwerkingsverband tussen ROC, AOC en een aantal vo-scholen in de regio) • Centraal: bestuurlijk overleg SAXION en Windesheim • Centraal/decentraal: Twente Kwartier (maatschappelijke organisaties in Twente) • Centraal/decentraal: Platform Onderwijs, Werk en Inkomen (POWI) (samenwerkingsverband 14 gemeenten, ROC, Saxion, UWV en MKB) • Centraal/decentraal: decanendag (voor decanen vmbo) • Centraal/decentraal: landelijke overlegstructuren (waaronder MBO Raad) • Centraal/decentraal: bijeenkomsten Industriële Kring Twente • Centraal/decentraal: bijeenkomsten Kamer van Koophandel
De belangrijkste interne (vormen van) dialogen • Overleg Raad van Toezicht - College van Bestuur • Overleg Raad van Toezicht - College van Bestuur Ondernemingsraad • Overleg Raad van Toezicht - College van Bestuur Centrale Deelnemersraad • Schoolbezoeken Raad van Toezicht • Overleg College van Bestuur - Dagelijks Bestuur Ondernemingsraad • Overleg College van Bestuur - Ondernemingsraad • Overleg College van Bestuur - Centrale Deelnemersraad • Overleg College van Bestuur - individuele directeuren (MBO) Colleges • Voor- en najaarsoverleggen met directeur en teammanagers van (alle) (MBO) Colleges en Diensten • Bestuur & Management (College van Bestuur directeuren (MBO) Colleges) en Diensten) • Klankbordgroepen (verkennend en adviserend, voorportaal Bestuur & Management (B & M)) • Medewerkers Tevredenheids Onderzoek • JOB studenttevredenheidsonderzoek. • Overleg College van Bestuur - nieuwe collega’s (bijeenkomsten NiCo)
19
20
Bedrijfsvoering
1. Verklaring Bevoegd Gezag We hebben gekozen voor ‘klein binnen groot’ en in het verlengde daarvan voor veel professionele ruimte voor docententeams. De Diensten bestuderen de verschillende vraagstukken in nauw overleg en komen tot handreikingen voor de Colleges en teams. In de hierna volgende paragrafen is beschreven op welke wijze de beheersomgeving van ROC van Twente is ingericht. Op basis van deze beheersomgeving en onze ervaringen van afgelopen jaar zijn wij van mening dat wij, indien nodig, adequaat kunnen bijsturen en daardoor ook in voldoende mate in control zijn.
1.1 Planning & Control In 2014 hebben wij een herijkt Handboek Planning & Control opgesteld voor de jaren 2014 en 2015. De Planning & Control (PDCA)-cyclus heeft zich, ten opzichte van de beschrijving in het vorige handboek, ontwikkeld tot een meer inhoudelijk samenhangende cyclus, zodat de bedrijfskundige (kwaliteitszorg technische) organisatie in zijn geheel tot zijn recht komt. Diverse instrumenten binnen de cyclus zijn daarbij ingericht volgens een en het zelfde referentiekader, namelijk ‘Basiskwaliteit’. De Planning & Control cyclus belichaamt voor ROC van Twente de professionele handelingscyclus normeren, uitvoeren, toetsen en bijstellen (PDCA-cyclus). Deze cyclus van kwaliteit levert een bijdrage aan de te realiseren kwaliteit in de vorm van tevredenheid van onze klanten en stakeholders, een efficiënte organisatie en doelmatige inzet van middelen en de kwaliteit van onze processen en producten.
Legenda
Meerjarenstudentenprognose
Strategienota/ Prestatiekaart
P&C op ROC niveau
P&C op (MBO)College/ Dienstenniveau
Meerjaren formatieplan
P&C op Teamniveau
Meerjaren investeringsplan
P&C op (MBO)College/ Team niveau
Kaderbrief
Meerjaren Begroting/ Begroting (jaar)
(MBO-)College-/ diensten plan
Begroting
Kwartaalrapportage/ Kwaliteitsprofiel
Jaarverslag Audit
TeamActiviteitenPlan (TAP)
Zelfonderzoek basiskwaliteit
P&C cyclus ROC van Twente binnen het veld van Studenten, Bedrijven en andere Stakeholders
Managementreview
21
22
Belangrijke producten van de Planning & Control cyclus: • de strategienota: stelt op hoofdlijnen de doelstellingen vast die wij als ROC van Twente willen bereiken (verschijnt één maal per vier jaar); • de prestatiekaart: de kwantitatieve prestatienormen gebaseerd op de strategienota (deze wordt elk jaar herijkt); • de kaderbrief: geeft de belangrijkste procedures en richtlijnen voor de eerstvolgende (meerjaren-) plannen en (meerjaren-)begroting weer (één maal per jaar) • het (MBO) Collegeplan: hierin neemt elk (MBO) College zijn beleidsvoornemens voor de eerstvolgende twee jaar op. De plannen zijn in lijn met de strategienota en de kaderbrief. De voortgang op de realisatie van het (MBO) Collegeplan wordt verantwoord in de kwartaalrapportage. Als afgeleide van het (MBO) Collegeplan stellen teams binnen de (MBO) Colleges hun teamplannen vast (de frequentie is per (MBO) College bepaald); • de kwartaalrapportages: er wordt aan de hand van de zeven aspecten basiskwaliteit per (MBO) College en Dienst en op basis van het (MBO) Collegeplan/jaarplan gerapporteerd over het gevoerde beleid binnen het College en de Dienst en de door het College van Bestuur vastgestelde prestatieindicatoren. De kwartaalrapportages verschijnen vier keer per jaar. Een andere belangrijke informatiebron voor de kwartaalrapportages is het zelfonderzoek basiskwaliteit. Dit onderzoek vindt plaats op teamniveau; • het voor- en najaarsoverleg: overleg tussen College van Bestuur en (MBO) College over onderwijsinhoud en bedrijfsvoering, op zowel strategisch, tactisch als operationeel niveau; • het kwaliteitsprofiel per team: is een grafische weergave van kwantitatieve en kwalitatieve prestaties die het (MBO) College en de teams binnen het College in een kalenderjaar geleverd hebben. Het profiel is ingedeeld volgens de zeven aspecten van basiskwaliteit en is deels gestoeld op kwantitatieve gegevens en deels gestoeld op uitkomsten van het zelfonderzoek basiskwaliteit. Het zelfonderzoek dient niet alleen ten behoeve van de audit, maar is ook een informatiebron voor de kwartaalrapportages, het kwaliteitsprofiel en het volgen van diverse onderwijsontwikkelingen, zoals recent Focus op Vakmanschap; • de audit en managementreview: naast de meer inhoudelijke check op gevoerd beleid, wordt de kwaliteitszorg binnen ROC van Twente ook inhoudelijk gemonitord en verantwoord. Dit vindt op twee verschillende wijzen plaats, via een tweejaarlijkse audit en een jaarlijkse managementreview. Een keer in de twee jaar, in de oneven kalenderjaren, vindt er een audit plaats op de kwaliteit van onderwijs binnen ROC van Twente. Dit onderzoek vindt zoveel mogelijk proportioneel en risicogericht plaats, onder voorwaarde dat de verantwoordingsinstrumenten (zoals bijv. managementrapportages) van goede kwaliteit zijn. De managementreview heeft als doel de doeltreffendheid van het huidig kwaliteitssysteem te analyseren. De review vindt jaarlijks plaats.
Conclusie uit de management review 2014 ROC van Twente kent een evenwichtig en gedegen systeem van kwaliteitsborging dat rekening houdt met de dynamiek van het schooljaar. Basiskwaliteit blijkt een steeds beter bindmiddel te worden. Eigenaarschap voor borging van kwaliteit wordt gevoeld door (MBO) Colleges en diensten. Zij zijn binnen de kaders vrij bij de invulling van kwaliteitsborging. Wel dient de balans tussen de kaders en vrijheid goed in het oog te worden gehouden in verband met zicht en sturing op kwaliteit en de complexer wordende wet- en regelgeving. De Inspectie heeft in haar rapport ‘Staat van de Instelling’ de sturing op kwaliteit van het onderwijs en exami nering negatief beoordeeld. Aanleiding hiertoe is het ontbreken van samenhang tussen MBO Collegeplannen en team activiteitenplannen en onvoldoende SMART gestelde doelen. Als gevolg hiervan zijn voorstellen en acties ter verbetering van de kwaliteitsborging opgezet door het College van Bestuur. In 2015 zal verdere uitwerking plaatsvinden en zal blijken of de verbeterplannen tot het gewenste resultaat leiden. Naast de verbeterpunten genoemd door de Inspectie en de te ondernemen acties uit het Verbeterplan ‘De lat omhoog’ zijn verdere aandachtspunten voor de organisatie: • Het volledig rondmaken van de PDCA cyclus. Controle en vergelijking vindt plaats, maar het toetsen aan vastgestelde doelstellingen en het SMART opstellen van verbeteringen gebeurt onvoldoende. • Het volledig benutten van het professionaliserings budget; professionalisering van o.a. examen functionarissen vindt nog onvoldoende plaats. • Het betrekken van het bedrijfsleven bij inrichting van het onderwijs naar aanleiding van de verandering
van de urennormen en in verband met het gering aanbod van bpv-plaatsen. Nieuwe onderwijsvormen dienen te worden ingezet, opdat theorie en praktijk beter op elkaar kunnen worden aangesloten. • Het direct digitaal registreren van student- en personeelsgegevens, zoals de AMN test, slbgespreksverslagen en scholing van personeel. Meer attentie voor het volledig en deugdelijk doorlopen van de PDCA-cyclus door de verschillende lagen van de organisatie, zal het zicht op kwaliteit van onderwijs en organisatie verbeteren en zal leiden tot meer efficiënte en een effectieve invulling van vervolgmaatregelen voor de inrichting van het onderwijs.
23
Rapportage ROC van Twente Gedegen en goed georganiseerd onderwijs
Norm 2014
Werkelijk 2014
Vergelijk 2013*
Meetperiode
> 7,00 (5 beste ROC’s)
7,06 (10e landelijk)
6,82 (24e landelijk)
2014-2016
> 7,00
7,60
7,60
2013-2015
> 78,00 (beste 3 landelijk)
80,04
77,29 (4e landelijk)
01-10-2013 / 01-10-2014
KPI 5 - Klanttevredenheid ondersteunende diensten
> 7,00
7,31
7,31
2013-2015
KPI 6 - % Ziekteverzuim [%]
< 5,30
5,14
5,35
01-01-2014 / 01-01-2015
KPI 7 - Een leven lang leren, % studenten 30 plus [%]
> 10,00
6,85
12,30
31-12-2014
KPI 8 - % Jaarresultaat Entreeopleidingen [%]
> 70,00
77,83
79,66
01-10-2013 / 01-10-2014
KPI 9 - % Doorstroom naar HBO [%]
> 40,00
51,95
46,36
01-10-2013 / 01-10-2014
<5
4,20
4,40
01-10-2013 / 01-10-2014
KPI 11 - % Docentenstages (docenten lopen stage in bedrijf of instelling)
> 10,00
11,24
7,63
01-01-2014 / 01-01-2015
KPI 12 - % Onderwijzend personeel (beroepsgerichte vakken) met gecombineerde functie (docent versus praktijk)
> 3,00
13,34
8,35
01-01-2014 / 01-01-2015
> 50,00
75,00
55,80
01-01-2014 / 01-01-2015
< 2,00
-3,50
-0,50
2014
KPI 1 - Waardering studenten KPI 3 - Waardering medewerkers
Resultaat
Prestaties verantwoorden en verbeteren KPI 4 - % Jaarresultaat opleidingen
Uitblinken is presteren
24
KPI 10 - % Voortijdige schoolverlaters totaal [%] De professionele lat gaat omhoog
KPI 13 - % Medewerkers dat scholing heeft gevolgd (met certificaat of bewijs van deelname)
Slagkracht tonen KPI 14 - % Afwijking exploitatieres. t.o.v. begroting [%]
* Definitieve cijfers worden vastgesteld aan het eind van het jaar. Dit kan leiden tot mutaties met terugwerkende kracht.
Het aantal voortijdig schoolverlaters bij ROC van Twente is dit jaar opnieuw gedaald met 0,2% ten opzichte van het vorige jaar. Met 4,2% voortijdig schoolverlaters scoren we 1% lager dan het landelijk gemiddelde; een resultaat waarmee ROC van Twente in de landelijke top van ROC’s met het laagste percentage vsv staat. In de regio Twente, Stedendriehoek, Achterhoek en IJssel-Vecht heeft ROC van Twente de minste voortijdig schoolverlaters.
Legenda: = Uitstekend = Goed = Redelijk = Onvoldoende
1.3 Basiskwaliteit In 2014 is gewerkt aan het herzien van de vragenlijst die opgesteld is ten behoeve van basiskwaliteit van ROC van Twente. Basiskwaliteit is de ordening van de bedrijfs voering van het onderwijs op zeven thema’s die het ROC gekozen heeft om de kwaliteit van onderwijs te kunnen borgen. De zeven thema’s zijn: algemene bedrijfsvoering, naleving wettelijke vereisten, opbrengsten, tevredenheid studenten, tevredenheid bedrijven, tevredenheid medewerkers en professionele ontwikkeling. Met het verbeteren van het instrument ‘basiskwaliteit’ is ook een voorschot genomen op het verbeterde format voor de kwartaalrapportages. De onderwerpen binnen basiskwaliteit zijn verdeeld over de kwartalen, passend bij het ritme van de organisatie van het onderwijs. Op deze manier is de betrokkenheid in relatie tot belasting (het invullen van de vragenlijst) optimaal in balans. Ook is het format nu zo opgesteld dat het de (MBO) Colleges meer leidraad biedt bij het opstellen van de rapportages om tot een inhoudelijk rijkere rapportage te komen. Uit de rapportages van het derde kwartaal, blijkt dat het vernieuwde format inderdaad bijgedragen heeft aan de kwaliteit van de rapportages. Ze zijn beleidsrijker en bieden aanknopingspunten om tot verdere verdieping te komen. Inhoudelijk richten de rapportages zich vooral op kwaliteitsborging en examinering
Integraal kwaliteitsplan Het ministerie van OCW heeft voor de komende jaren een budget beschikbaar gesteld van circa € 200 miljoen per jaar om de kwaliteit van het mbo te verbeteren. ROC van Twente heeft besloten een binnen de organisatie breed gedragen kwaliteitsplan in te dienen om de kwaliteit
in de volle breedte te kunnen versterken. In november 2014 zijn de voorbereidingen gestart in bijeenkomsten, de eerste met directeuren en de tweede met de teammanagers. Tijdens deze bijeenkomsten zijn de landelijke contouren van het kwaliteitsplan toegelicht en is gesproken over de concrete invulling. Dit waren constructieve en inhoudelijke sessies waarin men over en weer elkaar met ideeën voedde. Iedereen is nu geïnformeerd en heeft gevoel gekregen bij de thema’s. Het ligt voor de hand dat we het op te stellen kwaliteitsplan in samenhang zien met ons eigen verbeterplan ‘De lat omhoog’ en onze nieuw op te stellen strategie.
Urennorm In 2014 heeft het College van Bestuur in twee gevallen toestemming verleend om van de urennorm af te wijken: voor de opleiding Onderwijsassistent en de opleidingen van het Johan Cruijff College.
1.4 Interne audit Bewustwording van het belang van een goed functionerende PDCA-cyclus in de eigen organisatie is een van de elementen van onze besturingsfilosofie. Belangrijk hierbij is de tweejaarlijkse audit. In 2015 wordt de volgende interne audit gehouden. Basis voor de audit vormde de zelfreflectie die gebaseerd is op het zelfonderzoek ‘Basiskwaliteit’ en het kwaliteitsprofiel (instrumenten die ook ingezet zijn om de kwartaalrapportages van input te voorzien). Deze twee uitkomsten samen worden gebruikt bij de selectie van de te auditen teams. Hierbij wordt gekeken naar de score op het profiel en het reflectieve vermogen van het team. Wanneer een van deze twee of beide aan de lage kant waren, wordt het team opgenomen in de selectie. Per (MBO)College wordt minimaal één team geselecteerd en bij de grotere Colleges worden maximaal twee teams geselecteerd. De focus van de audit ligt op de werking van ‘Basiskwaliteit’, waarbij ook gekeken wordt naar: a. de prioriteiten zoals aangegeven in de vorige auditrapportage te weten examinering, borging van kwaliteitszorg en registratie; b. de vertaling van de uitgangspunten van onze strategienota binnen de (MBO) Colleges; c. de analyse van rendementen en van tevredenheidsmetingen en van de vervolgacties hierop; d. de werking van de PDCA-cyclus; e. het eigenaarschap van borging van kwaliteit binnen (MBO) Colleges en teams. In 2014 hebben we ons gericht op het verder ontwikkelen van onze auditsystematiek om een nog beter beeld te krijgen van de kwaliteit van het onderwijs
25
2. Onderwijsontwikkeling 2.1 Examinering Kaderdocument ‘Onderwijskwaliteit en examinering’
26
Op 25 juli heeft de inspectie in een conceptrapport ‘Staat van de Instelling’ aangegeven wat de bevindingen zijn van het onderzoek. In oktober volgde het definitieve rapport. Examinering is bij twee van de vijf onderzochte opleidingen onvoldoende gebleken. Kwaliteitsborging op het niveau van de instelling is onvoldoende op het aspect sturing. In het kader van transparante(re) sturing van het College van Bestuur met betrekking tot de kwaliteit van onderwijs en examinering is als onderdeel van het verbeterplan het kaderdocument ‘Onderwijskwaliteit en examinering’ opgesteld. In dit kaderdocument zijn de volgende kwalitatieve ambities voor de examenkwaliteit opgenomen: • Bij ROC van Twente wordt binnen de school en in de beroepspraktijk onafhankelijk en objectief geëxamineerd. • Binnen ROC van Twente borgen we systematisch en aantoonbaar de kwaliteit van (a) de constructie, (b) de afname en (c) de beoordeling van examens. • Binnen ROC van Twente controleren we systematisch en aantoonbaar of de student aan de gestelde eisen voldoet alvorens hij of zij het diploma ontvangt. Bij elke examencommissie zijn bovenstaande afspraken expliciet te herkennen in het beoordelingsbeleid. In het jaarverslag Examinering legt de examencommissie hierover verantwoording af. Het verbeterplan is gericht op directe implementatie van de hiervoor genoemde ambities en zichtbare verbeteringen medio 2015. De inspectie verricht in de tweede helft van 2015 heronderzoek naar onder andere de examinering.
Addendum handboek examinering ‘Kwalificerend beoordelen op de werkplek’ Naar aanleiding van uitkomsten van de Staat van de Instelling van het ROC is een addendum ‘Kwalificerend beoordelen op de werkplek’ bij het handboek opgesteld. Dit addendum is vastgesteld door het College van Bestuur na bespreking in de klankbordgroep O&K/Beroepskolom (03-11-14). Het addendum heeft betrekking op het borgen van de (summatieve of kwalificerende) beoordeling in de praktijk.
Jaarverslagen Examinering MBO Colleges In de loop van 2014 is er op basis van de review van de jaarverslagen eind 2013 uitgebreid verslag gedaan
naar de colleges. De wens van de colleges is om een dergelijke terugkoppeling sneller en dus eerder te laten plaatsvinden. Op basis van de najaarsoverleggen zijn de volgende algemene punten naar voren gekomen. De weerbarstige controle op en borging van de examenkwaliteit in de praktijk van het beroep is voor een aantal opleidingen aanleiding om examens meer in de schoolcontext af te nemen. Ook het borgen van onafhankelijkheid en objectiviteit plaatst veel (sub)examencommissies voor problemen. Positieve ontwikkelingen hebben vooral betrekking op de interne examenorganisatie, waaronder het functioneren van en communiceren door examencommissies en de administratieve ondersteuning van de examenorganisatie. Op basis van de notitie ‘Stand van zaken examinering’ heeft het College van Bestuur besloten het jaarverslag examinering met ingang van 2015 (verslag over 2014) op basis van een kalenderjaar te laten opstellen door de examencommissies. Aanleiding hiervoor is het gegeven dat in het ROC structureel met een PDCA-cyclus gewerkt wordt. Dit betekent dat verslaglegging over het proces van examinering begint met de fase van planvorming. Het gaat daarbij om de periode waarin voor opleidingen de examenplannen worden opgesteld en vastgesteld conform het handboek examinering. Vaststelling van examenplannen door examencommissies vindt plaats uiterlijk 1 mei voorafgaand een nieuws schooljaar/cohort. Op basis van de review en terugkoppeling is ook besloten
om de inhoudsopgave van het jaarverslag aan te passen. Dit nieuwe format is eind 2014 ontwikkeld opdat het tijdig beschikbaar is in het voorjaar van 2015. De eerstvolgende volledig uitgelijnde cyclus van verslaglegging en bespreking vindt plaats in 2015, wanneer het College van Bestuur de jaarverslagen over het kalenderjaar 2014 bespreekt tijdens de voorjaarsoverleggen. De noodzakelijke overgangssituatie 2014-2015 bestaat uit een bespreking van jaarverslagen over kalenderjaar 2013 tijdens de najaarsoverleggen in 2014. Een aantal colleges heeft vanwege die overgang in 2014 gekozen voor het aanleveren van een addendum bij het eerder aangeleverde verslag 2012-2013 om daarmee de verslaglegging over 2013 volledig te maken. Dit betekent dat de jaarverslagen niet ingrijpend zijn aangepast op basis van de eerdere review en terugkoppeling.
Functies jaarverslag Ten behoeve van de verslaglegging over de toezichttaak van het College van Bestuur en de mate waarbij hier sprake is van voldoende en deugdelijk toezicht, zijn de functies van het jaarverslag vastgelegd in de notitie ‘Stand van zaken examinering’. Het jaarverslag examinering dient op: - (MBO) Collegeniveau ter reflectie op de examen organisatie van het (MBO) College, onderscheidenlijk de kwaliteit van het proces (de gang van zaken), het product (het exameninstrumentarium) en de professionaliteit (de deskundigheid van alle medewerkers en direct betrokkenen); - bestuurlijk niveau ter verantwoording van het mandaat van examencommissies, onderscheidenlijk de kwaliteit van de taken en verantwoordelijkheden
die examencommissies in naam van het College van Bestuur uitvoeren respectievelijk dragen; - regionaal en landelijk niveau ter verantwoording van de publieke functie van het ROC, onder scheidenlijk het vertrouwen van maatschappij en werkveld in de kwaliteit van de examinering en de deugdelijkheid van de diplomering. Op basis van de ‘beleidslijn publiek verslaglegging’ wordt de laatste functie voorlopig gewaarborgd door middel van deze afzonderlijke paragraaf uit het geïntegreerd jaarverslag.
Deskundigheidsbevordering examenfunctionarissen Colleges maken voortdurend werk van de deskundigheidsbevordering. Oogmerk is onder andere dat examencommissies beter en slagvaardiger functioneren vanuit hun verantwoordelijkheid voor het hele proces van examinering. In het ‘Plan van aanpak professionele ontwikkeling’ heeft het ROC de volgende indicator opgenomen: ‘In 2015 voldoen alle examenfunctionarissen aan de nog vast te stellen functie- eisen’. De noodzaak hiertoe wordt onderstreept door het feit dat de minister per 1 augustus 2016 de taken van de examencommissie in de WEB wil verduidelijken en daarbij ook nadere eisen formuleert voor examencommissies, daar ze meent te moeten constateren dat er de afgelopen jaren nauwelijks sprake van vooruitgang is geweest*. Professionalisering van examenfunctionarissen wordt ook expliciet vermeld in het kader van de kwaliteitsafspraken mbo**. In 2014 hebben onderstaande MBO Colleges gebruikgemaakt van additionele middelen die het ROC daarvoor beschikbaar heeft, door gebruik te maken van een training van de ROC Academie gericht op het bevorderen van de examendeskundigheid: het MBO College voor Gezondheidszorg (23 deelnemers). Het MBO College voor Metaal, Elektro & Installatietechniek (11 deelnemers). Het MBO College voor Vormgeving, Mode & Media heeft ingezet op training examenconstructie (10 deelnemers). Dit is geen volledig overzicht van de professionaliseringsinspanningen, omdat colleges daarnaast ook gebruikmaken van eigen middelen om training en scholing op het gebied van examinering bij derden in te kopen.
Deugdelijke diplomering: notitie examendossier De eind 2014 vastgestelde ‘Notitie examendossier’ is begin 2015 in het ROC verspreid. De notitie heeft betrekking op de eisen die worden gesteld aan deugdelijke diplomering op basis van wet- en regelgeving en het toezichtkader van de inspectie. Uit de review van de jaarverslagen van de colleges eind 2014
* Ruim baan voor vakmanschap: een toekomstgericht mbo (brief van de minister van OC&W van 2 juni 2014). ** Kwaliteitsafspraken mbo (brief van de minister van OC&W van 17 september 2014).
27
blijkt dat de er fors is geïnvesteerd in de controles en mechanismen die ertoe bijdragen dat van deugdelijke diplomering kan worden gesproken. Colleges zetten verder in op monitoring en borging van het gehele proces van kwalificatiedossier tot examendossier.
Taal en rekenen Centrale examinering Nederlandse taal en rekenen. Het verslag van taal en rekenen, inclusief de resultaten van de pilotexamens in 2014 vindt u in paragraaf C.2.1 op pagina 79.
2.2 B eoordeling in de praktijk van het beroep (Bpv) 28
In 2014 heeft ROC van Twente verschillende acties ondernomen om de stages (bpv) van de opleidingen op een hoger niveau te tillen.
Tevredenheid leerbedrijven Zo is in 2014 begonnen met het ROC-breed meten van de tevredenheid van de praktijkopleiders. Voorheen werden deze metingen al wel door de opleidingen gedaan, maar door de keuze voor één vragenlijst voor alle opleidingen, wordt het mogelijk om resultaten te vergelijken en krijgen we beter zicht in hoe het gaat in de teams. Hiermee lopen we vooruit op de aankondiging van het SBB dat in 2016 landelijk enquêtes onder praktijkopleiders wil gaan uitzetten. ROC’s zullen door de overheid deels worden bekostigd op basis van deze resultaten (tevredenheid leerbedrijven). Daarnaast biedt de informatie natuurlijk de mogelijkheid om net als met de JOB-resultaten daadwerkelijk de kwaliteit van de bpv en daarmee die van ons onderwijs te verbeteren.
Per stageperiode krijgt de praktijkopleider een vragenlijst voorgelegd, om de samenwerking met ROC van Twente, de begeleiding, de beoordeling en de inzet van de student op stage te beoordelen.
Bedrijfsopleidingen In het afgelopen jaar is er ook extra aandacht besteed aan de kwaliteit van de bpv in bedrijfsopleidingen (reguliere opleidingen die uitgevoerd worden in en opdracht van het leerbedrijf). Er zijn extra audits bij bedrijven gehouden en er is een analyse-instrument ontwikkeld voor bedrijfsopleidingen. Met behulp van dit instrument hebben alle opleidingen gecheckt of de kwaliteit van de bpv in de bedrijfsopleiding voldoende is. De bedrijfsopleidingen zijn gescand op wettelijke eisen en getoetst aan de beoor delingscriteria uit het toezichtkader van inspectie. Daar waar nodig zijn verbeteringen aangebracht.
Minder maar effectiever Met ingang van 2014 moet er meer begeleide onderwijstijd georganiseerd worden, waardoor er minder tijd voor beroepspraktijkvorming beschikbaar is. Dat is een consequentie van een pakket van maatregelen van de minister van Onderwijs onder de naam Focus op Vakmanschap. Mbo’ers in het eerste jaar hebben met ingang van schooljaar 2014-2015 150 tot 200 uur minder bpv en in het tweede en derde jaar gaat het om een verkorting van 50 tot 150 uur. Voor het bedrijfsleven is de vermindering van bpv-uren niet automatisch een vermindering van betrokkenheid bij het onderwijs. Begeleide onderwijstijd – die je ook lestijd kunt noemen – hoeft namelijk niet per se in de school vorm te krijgen. ROC van Twente ziet de meerwaarde van contact met het bedrijfsleven en is op zoek naar meer onderwijsvormen waarbij bedrijven een rol kunnen spelen,
buiten de bpv om. Daarnaast streven de MBO Colleges naar een verbeterde leeropbrengst van de bpv door theorie en praktijk beter op elkaar aan te laten sluiten. Op pagina 65 leest u meer over de samenwerking met het bedrijfsleven.
2.3 L andelijke ontwikkelingen en hun betekenis voor ROC van Twente De kwaliteit van het mbo Het ministerie van OCW heeft voor de komende jaren een budget beschikbaar gesteld van circa € 200 miljoen per jaar om de kwaliteit van het MBO te verbeteren. Voor ROC van Twente gaat dit naar verwachting om ongeveer € 7 miljoen per jaar (tot en met 2018). Om gebruik te maken van dit budget moet voor 30 april 2015 een integraal kwaliteitsplan opgesteld worden. Elk jaar dient uiterlijk 1 maart een tussenrapportage voor de minister te worden opgesteld en de eindrapportage dient in 2019 te worden opgeleverd. In het kwaliteitsplan komen de volgende thema’s aan de orde: • Professionalisering van management, van onderwijspersoneel en examenfunctionarissen en kwaliteitsverbetering van HRM-beleid. • Intensivering van het onderwijs in Nederlands en Rekenen. • Terugdringen van voortijdig schoolverlaten (VSV). • Het bevorderen van beschikbaarheid en kwaliteit van bpv-plaatsen. • Het stimuleren van excellentie, met daarbij ambitie en visie, uitvoerbaarheid en haalbaarheid, dit moet breed gedragen zijn binnen de instelling. • Het verbeteren van studiesucces (landelijk is nog het debat gaande over de definitie van ‘studiesucces’).
Centrale examinering Nederlandse taal en rekenen In december 2014 ontving ROC van Twente een uitgebreid schrijven van de minister betreffende de stand van zaken van de invoering van de referentieniveaus voor taal en rekenen in het vo en mbo. Het accent in de brief ligt op rekenen, waarbij de minister reageert op uitgebrachte adviezen van twee landelijke commissies (de Commissie Bosker en de Commissie Steur). Beide commissies adviseren om de resultaten van de rekentoets “mee te laten tellen voor het behalen van het diploma vanaf de al eerder vastgestelde school en studiejaren (voor het mbo 2016-2017)“ en tegelijkertijd “om een transitieperiode in stellen waarin scholen, docenten en leerlingen nog tijd krijgen om in te stappen toe te kunnen groeien naar het behalen van de referentieniveaus.” Meer tijd dus om het onderwijs op orde te krijgen en het niveau van leerlingen omhoog te krijgen. In het verlengde daarvan stelt de minister voor tijdens de transitieperiode het geven
29
van cijfers los te laten en in plaats daarvan te gaan werken met zogenoemde vaardigheidsscores en deze op de resultatenlijst te vermelden. Op dit moment beraden we ons op de vraag wat dit concreet betekent voor ons taal en rekenbeleid en in het bijzonder voor examinering en diplomering.
zorg en onderwijs markeert en hoe we hier in de praktijk van alledag mee omgaan.
In de gememoreerde brief staan tal van voorstellen die betrekking hebben op het rekenonderwijs en -examen. Maar bovenstaand voorstel, dat behoorlijk ingrijpend is, maakt het meeste los. Daar we bij invoering niet met een cijfer maar met een vaardigheidsscore (moeten) gaan werken, kunnen we geen cijfer maar slechts een vaardigheidsscore (o.i.d.) op de resultatenlijst opnemen én zal de slaag-/zakregeling voor de komende jaren moeten worden aangepast. Voor de generieke vakken is er immers sprake van een regeling die de vakken Nederlands, Engels en rekenen in samenhang beschouwt en uitgaat van cijfers (voor Nederlands, Engels en rekenen niet lager dan 5-6-6, in willekeurige volgorde). Op dit moment beraden we ons op dergelijke vragen en wat dit derhalve concreet betekent voor ons taal en rekenbeleid en in het bijzonder voor examinering en diplomering.
2.4 Jaarresultaat
Het verslag van taal en rekenen, inclusief de resultaten van de pilotexamens in 2014 vindt u in paragraaf C. 2 op pagina 79.
Jaarresultaten 2013-2014 (percentueel)* Niveau
2014
1
79,3%
77,8%
60,7%
2
75,3%
80,4%
56,5%
3
74,3%
70,7%
65,3%
81,5%
78,5%
64,2%
77,3%
77,1%
4
Waar stopt onderwijs en waar begint zorg? Eind 2014 heeft de minister een uitgebreide brief naar de kamer gestuurd waar zij in gaat op de kansen voor jongeren die zich in een kwetsbare positie bevinden. In feite betreft dit het vraagstuk: waar stopt onderwijs en waar begint zorg? Voor ROC van Twente geldt dat de extra begeleiding altijd gerelateerd dient te zijn aan onderwijs en gericht moet zijn op het behalen van een diploma. Is een student om wat voor reden dan ook (nog) niet ‘diplomarijp’ dan houdt het op. Hebben we alle registers op pedagogisch en didactisch gebied open getrokken en lukt het dan toch niet, dan gaan we samen zoeken naar mogelijkheden. ROC van Twente is op dit moment met de 14 gemeentes over deze thematiek in gesprek. De transitie jeugdzorg (het overdragen van de provinciale zorgtaken naar de gemeentes), de participatiewet en de wet werk en inkomen die allen 1-1-2015 zijn ingevoerd en de komst van de entree-opleiding per 1-8-2014, vormen hiervoor de concrete aanleiding. Gezamenlijk heeft de regio, Twente in dit geval, de verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat studenten die zich in een kwetsbare positie bevinden niet tussen wal en schip geraken en op de juiste plek terecht komen. Recent is in het overleg Raad van Toezicht - College van Bestuur - Ondernemingsraad ook gesproken over de vraag: ‘Waar eindigt onderwijs en waar begint zorg?’. De grenzen daartussen zijn wel aangegeven maar blijken in de praktijk verschillend te worden geïnterpreteerd. Er is een notitie in voorbereiding waarin wordt aangegeven op welke wijze ROC van Twente de grens tussen
Norm
Jaarresultaat 2014 (absoluut)* Niveau
30
2013
1
Gediplomeerd
Ongediplomeerd
695
181
2
2071
680
3
2349
811
4
2461
559
7576
2231
Jaarresultaat 2013 (absoluut)* Niveau
Gediplomeerd
1
681
Ongediplomeerd 194
2
3929
959
3
2278
946
4
2497
683
9385
2782
* Jaarresultaat 2014 is gebaseerd op schooljaar 2012-2013, jaarresultaat 2013 is gebaseerd op schooljaar 2011-2012. Definitieve cijfers worden vastgesteld aan het eind van het jaar. Dit kan leiden tot mutaties met terugwerkende kracht.
2.5 Extern toezicht Driejaarlijks Inspectieonderzoek Eind september is het driejaarlijkse Inspectie-onderzoek naar de Staat van de Instelling afgerond. De inspectie concludeert in een afgewogen en helder geschreven rapport dat belangrijke onderdelen van onze instelling op orde zijn: de opbrengsten en de rendementen liggen boven de inspectienorm, het voortijdig schooluitval is relatief laag, de financiën zijn op orde en last but not least de kwaliteit van het onderwijs is goed. In inspectietermen: ‘er zijn geen tot geringe risico’s’. Tevens constateert de inspectie een aantal tekortkomingen op het gebied van examinering en kwaliteitsborging. De ‘examinering’ is bij twee van de vijf onderzochte opleidingen als onvoldoende beoordeeld, waarbij het met name schort aan de borging van de kwaliteit van de examinering. De kwaliteitsborging is op instellingsniveau als onvoldoende beoordeeld: ‘De kwaliteitsborging ontbeert,’ in de ogen van de inspectie ‘een essentieel element: in de instellingsbrede en onderliggende plannen zijn geen kaderstellende doelen met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs opgenomen. Hierdoor ontbreekt het zicht op onderwijs- en examenkwaliteit’ (Inspectierapport, 2014, p.11). Met betrekking tot het kwaliteitsgebied ‘kwaliteitsborging’ onderscheidt de inspectie vier indicatoren waarvan er drie als voldoende zijn beoordeeld: beoordeling, verbetering en verankering en dialoog en verantwoording. Een indicator, te weten sturing, wordt echter als onvoldoende beoordeeld, waardoor, als gevolg van de gehanteerde beoordelingsmethodiek, ‘kwaliteitsborging’ als onvoldoende wordt aangemerkt.
Naar aanleiding van het voor ons negatieve oordeel door de inspectie over de opleiding Chauffeur personenvervoer - openbaar vervoer, is in 2014 onverplicht een plustraject aangeboden aan en uitgevoerd door de ‘lopende’ studenten. Reeds ingeschreven deelnemers zijn eind 2014 uitgestroomd met dit plustraject. Sinds het inspectie-onderzoek zijn nieuwe inschrijvingen tijdelijk stop gezet. Na het heronderzoek eind 2015 zullen wij, bij een positief oordeel, de opleiding weer opstarten in schooljaar 2016-2017. Een en ander is in een brief aan de inspectie kenbaar gemaakt.
Verbeterplan Doordat de sturing op de kwaliteit van het onderwijs op basis van beoogde doelen naar mening van de inspectie ontbreekt, heeft de inspectie ons verzocht een verbeterplan op te stellen waaruit blijkt op welke wijze dit schooljaar de sturing op de kwaliteit van het onderwijsproces en examinering op alle niveaus in de organisatie zal worden verbeterd. Dit verbeterplan is gereed en de reactie van de inspectie hierop is positief. In dit plan hebben we onze ambities voor de komende periode aangeven. We scharen onze ambities voorlopig onder vijf noemers, te weten (a) de inrichting van het onderwijs, (b) examinering, (c) studieloopbaanbegeleiding (d) bpv en (e) het gebruik van ICT in het onderwijsproces. De keuze van deze thema’s is gebaseerd op actuele onderwijsontwikkelingen op landelijk niveau (Focus op Vakmanschap, Visiebrief Minister, het Bestuursakkoord mbo 2014) en onze eigen strategie (Strategienota 2012-2015, ‘Presteren met Plezier en Passie’). In de volgende kwartaalrapportage gaan we in op de doorwerking van deze thema’s op alle lagen in de organisatie. Deze slag vindt op dit moment plaats. Eind 2015 komt de inspectie terug en vindt Onderzoek naar de Kwaliteitsverbetering, een OKV, plaats. Wij hebben er alle vertrouwen in dat de twee onvoldoendes dan zullen zijn weggewerkt.
Onderzoeken Belastingdienst Sinds 2013 wordt het ROC regelmatig geconfronteerd met verzoeken vanuit het werkveld om aanvullende informatie te verstrekken over in het verleden afgenomen opleidingstrajecten. Deze verzoeken komen voort uit de diverse controles die de Belastingdienst sinds eind 2012 uitvoert naar een correcte toepassing van de Wet Vermindering Afdrachtsbelasting (WVA). Diverse bedrijven en instellingen uit ons werkveld beschikken niet meer (volledig) over de vereiste administratieve bewijslast die nodig is voor het mogen toepassen van de WVA. Deze verzoeken leveren onze medewerkers veel extra werk op maar zorgen bovenal bij de betreffende bedrijven en instellingen voor onzekerheid, soms zelfs over hun voortbestaan. Wij proberen telkens onze partners uit het werkveld zo goed mogelijk te ondersteunen bij het beantwoorden van de vragen maar lopen wel tegen de grenzen aan van contractuele afspraken maar vooral de privacywetgeving. Twee partijen hebben aangegeven het ROC van Twente aansprakelijk te zullen stellen ingeval
31
zij door de Belastingdienst zullen worden verplicht om WVA terug te betalen. Op basis van een juridische en onderwijsinhoudelijke beoordeling door externe deskundigen zijn wij van mening dat er geen grond is voor een dergelijke aansprakelijkheidsstelling en wijzen wij deze dan ook op voorhand af. Tevens verwachten wij op basis hiervan geen nadelige significante financiële consequenties voor ROC van Twente.
Educatie
VAVO Lyceum van Twente In 2014 telden we 65 vavo-studenten meer dan in 2013. De toename is voor een deel te verklaren uit de economische crisis waardoor commerciële aanbieders het moeilijker hebben. Ook de duidelijker positionering als VAVO Lyceum van Twente draagt bij aan de stijging van het studentenaantal.
Deelnemers College voor Educatie en VAVO:
VAVO
Peildatum 1-10-2013
Peildatum 1-10-2014
2.6 Internationalisering
Traject
Bekostiging / schooljaar
2013/14
2014/15
Nieuwe regelgeving
Rijksbekostiging 109
146
In de beleidsnotitie Internationalisering ROC van Twente (2011 - 2015) zijn de internationale activiteiten gedefinieerd vanuit de perspectieven: student, docent en onderwijsteam. De focus van de internationaliseringsactiviteiten ligt op het ontwikkelen van de benodigde competenties bij studenten en docenten, zodat zij optimaal kunnen participeren in de euregionale en internationale economie, arbeidsmarkt en samenleving. Europese subsidie programma’s bieden de financiële basis voor deze inter nationale mobiliteit: vergoeding voor reis- en verblijfskosten. In 2014 zijn de nieuwe Europese programmalijnen 2014-2020 van start gegaan.
Educatie
NT1 Taal en Rekenen 1F/2F
32
Peildatum 1-9-2013
Peildatum 1-10-2014
405
420
Voltijd (incl. HAVO-schakel)
NT2 Staatsexamen
8
34
Deeltijd
123
119
NT2 Basisniveau
57
69
Totaal Rijksbekostiging
232
265
NT2 Alfabetisering
36
5
Commercieel Totaal overeenkomsten
0
27
506
555
Inburgering Gemeenten
VO Scholen 246
127
Voltijd (incl. HAVO-schakel)
44
35
7
303
Deeltijd
151
192
Totaal inburgering
253
430
Totaal VO Scholen
195
227
Totaal Educatie
759
985
Totaal VAVO
427
492
Particulier
Inburgering Het aantal particuliere inburgeringscursussen is onverwacht gestegen van zeven in september 2013 naar 303 in 2014. Dit wordt volledig verklaard door het groeiend aantal vluchtelingen uit de landen in het Midden-Oosten. Het aantal inburgeringscursussen via gemeenten is gedaald. Dit was verwacht door de afnemende gemeentelijke budgetten. Tijdens besprekingen met diverse gemeenten is opgemerkt dat de taakstelling met betrekking tot inburgeraars van de gemeente voor 2015 verdubbeld is. Hier is in de begroting 2015 al rekening mee gehouden.
Erasmus Plus (2014 - 2020) Voor de komende programmaperiode stelt Europa niet alleen meer geld dan ooit beschikbaar voor internationale mobiliteit van studenten en docenten – een toename van 40% wordt verwacht – ook zijn de uitvoeringsvoorwaarden verruimd. Studentenmobiliteit: de minimale verblijfsduur is teruggebracht tot twee weken (was drie). Docenten mobiliteit: minimaal twee dagen in een programma in Europa (was vijf). Bovendien naast de internationale docentenstage kan nu ook het volgen van een cursus
of het bezoeken van een conferentie in het buitenland – beide in het kader van professionalisering – in aanmerking komen voor vergoeding uit het Erasmus Plus budget. ROC van Twente heeft op basis van een kwalitatief sterke aanvraag en de goede realisatie in het verleden vanuit het Erasmus Plus Mobility programma in 2014 extra budget voor mobiliteit verworven: € 311.000; een stijging van 30% ten opzichte van 2013. Realisatie in 2014: er is een duidelijke toename van internationale mobiliteit te constateren, zowel bij studenten, 184* (+30%), als docenten 42 (+23%). Een positieve ontwikkeling die zich in 2015 naar verwachting zal voortzetten. In het kader van het Kwaliteitsplan (professionalisering) en het Excellentieplan (internationalisering) zijn nieuwe concrete mobiliteitsarrangementen geformuleerd, die naar verwachting door MBO Colleges overgenomen zullen worden. Daarnaast zal de promotie in 2015 een belangrijk aandachtspunt zijn: de informatievoorziening zowel langs digitale weg (Plaza) als ook fysiek via het netwerk van coördinatoren Internationalisering. De zichtbaarheid en toegankelijkheid dient versterkt te worden opdat nog meer kandidaten de weg weten te vinden. Interreg V (2014-2020) Op dit moment worden er incidenteel stages uitgevoerd bij Duitse bedrijven en instellingen in de Euregio. Contacten zijn opgebouwd vanuit meerdere branches met Berufskollegs, instellingen en bedrijven. In het kader van het Euregionale subsidieprogramma – Interreg V – dienen zich echter nieuwe Euregionale kansen aan. Meer over deze ontwikkelingen leest u in hoofdstuk B 6 Onderwijs en Arbeidsmarkt onder de kop Euregio op pagina 69.
Andere internationaliseringsactiviteiten in 2014 • Amerika Exchange: tien collega’s zijn een jaar lang gematcht met Amerikaanse collega’s van Community Colleges in vier staten en hebben intensieve uitwisselingsprogramma’s doorlopen, twee weken in de States, twee weken in het ROC. • Meerdere projecten op teamniveau rond inhoudelijke thema’s o.a: - L ean Six Sigma Healthcare Leonardo da Vinci TOI project, MBO College voor Gezondheidszorg. Doel: ontwerpen trainingsmodules en certificaten Lean Six Sigma op mbo level (Yellow Belt). - B uild Up skills: Leonardo da Vinci TOI project, MBO College voor Bouw, Infra & Interieur. Doel: ontwikkelen duurzaamheidscompetenties voor profielen in de bouw / Installatietechniek en trainingsprogramma’s voor (post-)initieel onderwijs. Vervolg met succes aangevraagd: BUStobe: Horizon 2020 project. - IMPULS: op Europees niveau delen van expertise loopbaanleren en werkplekleren. - A ctive ageing: studenten ouderenzorg maken kennis met zorgaanpak om ouderen actief te houden.
2.7 Alumnibeleid krijgt vorm Onderzoek onder afgestudeerden (alumni) maakt het voor opleidingen mogelijk inzicht te krijgen in: - wat studenten na de opleiding zijn gaan doen; - of ze achteraf gezien blij zijn met het diploma dat ze behaald hebben; - of theorie en/of praktijk aansluit bij hun huidige werk of studie; - of ze nog behoefte hebben aan bijscholing.
Alumnibeleid ROC van Twente leidt niet alleen op voor het behalen van een diploma maar tegelijkertijd ook voor het verwerven van een plaats op de regionale arbeidsmarkt of een vervolgopleiding. Om te zien in welke mate het studenten lukt om een plaatsje op de arbeidsmarkt of een vervolg opleiding te verwerven, is de afgelopen jaren een actief School-Ex programma uitgevoerd. ROC van Twente heeft in 2012 besloten geen centraal alumnibeleid te ontwikkelen, maar het alumnibeleid decentraal bij de (MBO) Colleges neer te leggen. De uitkomsten van het School-Ex programma kunnen
* De competentie ontwikkeling is gedocumenteerd d.m.v. de Europass , uitgereikt bij het diploma.
33
de basis vormen voor het alumnibeleid van de (MBO) Colleges. Elke opleiding kan haar eigen doelstelling formuleren ten aanzien van het te voeren alumnibeleid. Voor onderzoek en communicatie kan door de betreffende diensten ondersteuning worden geboden voor het ontwikkelen en uitvoeren van een eigen alumnibeleid. Zo is in 2014 een voorbeeld vragenlijst ontwikkeld voor alumni in de ROC-spiegel, die gebruikt en op eigen wensen aangepast kan worden. De uitvoering van een alumnionderzoek is bijvoorbeeld bij sport blijven steken in de aanloopfase, omdat niet alle voor het onderzoek noodzakelijke gegevens beschikbaar bleken. Zo ontbraken bijvoorbeeld e-mail adressen van studenten (eenmaal van school hebben ze geen schoolaccount meer) of de gegevens bleken niet te kloppen. Ook bleken veel studenten intern doorgestroomd te zijn naar een vervolgopleiding en daardoor geen alumni van ons ROC.
School Ex
34
Het School Ex programma kent zijn oorsprong in 2009: het mbo nam tijdens de crisis het initiatief voor het programma. In 2013 is het programma verweven in het Actieplan, waarbij het ministerie financiële middelen inzette om de respons te stimuleren. De respons: 5857 van de 6916 diplomakandidaten van het regulier onderwijs heeft een School Ex formulier ingevuld. Dit betekent dat er 5773 School Ex kandidaten (86,4%) voor bekostiging in aanmerking komen, omdat 84 VAVO kandidaten landelijk niet voor bekostiging in aanmerking komen. Vergeleken bij 2013 een verhoging van ruim 15%! Doorstuderen in het mbo Meer dan 50% van alle niveau 1 en 2 studenten, bijna 49% van de niveau 3 studenten en 0,8% van de niveau 4 studenten kiest in 2014 voor een mbo-vervolgopleiding binnen ROC van Twente, een stijging van 2,5%. Nog eens 3,1% (niveau 1), 4,6% (niveau 2), 3,9% (niveau 3) en 1,8% (niveau 4) studeert elders verder, hetzij in een bol-, hetzij in een bbl-opleiding. Van de vavo-studenten kiest 29,8% voor verder leren binnen ROC van Twente en 10,7% voor verder leren binnen een andere mbo-onderwijsinstelling. Doorstuderen in het hbo 1,4% van de niveau 3 studenten en 51,7% van de niveau 4 studenten leert verder in het hbo. Dat geldt ook voor 14,3% van de vavo-studenten. Conclusie: het aantal studenten dat doorstroomt is met 1,6% gedaald. Gelet op de veranderingen rondom de studiefinanciering in het hbo is het van belang deze ontwikkeling de komende jaren te blijven volgen.
Werk Bij het thema ‘werk’ valt op dat 26% van de jongeren een baan heeft: 1% meer dan in 2013. Opvallend is dat bij niveau 1 en 3 het percentage op ruim 31% uitkomt terwijl niveau 2 met 18,5% ruim onder het gemiddelde scoort. Dit betekent niet dat het aantal jongeren dat werk zoekt is gedaald. Integendeel, ook dit percentage is vergeleken met 2013 gestegen met 0.8% naar 9.5%, waarbij het percentage niveau 4 bovenaan staat met 11.5%. De overige studenten (5,2% niveau 1; 6,7% niveau 2; 5,9% niveau 3, 8,2% niveau 4 en 42,9% vavo) geven aan nog niet precies te weten wat ze moeten kiezen of zeggen iets anders te gaan doen. Het aantal studenten dat opgeeft het nog niet te weten is vergeleken met 2013 gedaald met 2.6% naar 5.2%. Dit is mogelijk het resultaat van de studieloopbaanbegeleiding die ROC van Twente breed inzet en/of andere activiteiten zoals bijvoorbeeld voorlichting en website De categorie “gaat iets anders doen” is vergeleken met 2013 licht gedaald naar 2.8%. Zoals uit een nadere analyse in december bleek studeert daarvan nog 35% door in binnen- en buitenland. Daarnaast geeft 10% aan te gaan reizen of emigreren en rond de 7% geeft aan een eigen bedrijf te gaan starten of om privéredenen niet verder te gaan. School Ex stopt Met ingang van 2015 is er geen apart School Ex- programma. Het programma maakte deel uit van het Actieplan Jeugdwerkloosheid dat de ministers van OCW en Sociale Zaken in maart 2013 lanceerden. Door begeleidings- en ombuiggesprekken te voeren met
studenten, werden ze gestimuleerd om door te leren en te kiezen voor een studie met arbeidsmarktperspectief. Voor 2013 en 2014 was hiervoor extra financiering. Vanaf januari is er geen extra financiering meer en is binnen ROC van Twente gekozen voor een andere werkwijze die aansluit bij het opleidingsverlaten. Nieuwe werkwijze De bestemmingsinformatie die eerder werd ingevuld op het School Ex formulier wordt vanaf 2015 op het Opleidingsverlatersformulier ingevuld. Nieuw is dat dit formulier gebruikt wordt voor alle opleidingsverlaters: gediplomeerd en ongediplomeerd. De zo verkregen informatie wordt beschikbaar gesteld via de Management Informatie-Tool.
2.8 Loopbaan en Burgerschap In 2012 is het ROC visiedocument ‘Loopbaan & Burgerschap’ vastgesteld. Dit document biedt een handelingskader voor (MBO) Colleges voor het onderdeel Loopbaan & Burgerschap. De actuele ontwikkelingen worden bijgehouden door de kenniskring Loopbaan & Burgerschap, die twee keer per jaar bijeenkomt en tussentijds docenten informeert over programmamogelijkheden, projecten, enz. Ook in 2014 hebben studenten allerlei maatschappelijke initiatieven ontplooid. Zo resulteerde de Slingerbeurs waaraan studenten van het MBO College voor Mens & Maatschappij een belangrijke bijdrage leverden, dit jaar in 336 matches tussen bedrijven en vrijwilligersorganisaties met een waarde van € 210.391. Op deze beurs worden projecten gematcht aan bedrijven die in het kader van mvo
35
een project willen ondersteunen en aan belangstellende vrijwilligers. Studenten en medewerkers konden hun voedselbijdrage in het kader van Samen voor de Voedselbank op twee locaties inleveren. In december boden onze studenten al het ingezamelde eten bij RTV Oost aan de Voedselbank aan. En ook studenten van de opleiding Sport & Bewegen leverden met de Ethiopië Experience een actieve bijdrage aan de Slingerbeurs. Verder controleerden studenten van het MBO College voor Transport, Logistiek & Mobiliteit de fietsen van basisschoolleerlingen die hun verkeersexamen moesten doen.
2.9 Studiehandleiding aangepast De Studiehandleiding is opgesplitst in de volgende onderdelen: 1. Het studentenstatuut 2. Het centrale examenreglement 3. Het opleidingsplan 4. Algemene informatie In de loop van 2013 zijn de onderdelen 1,2 en 3 vastgesteld door het College van Bestuur en gepubliceerd. Onderdeel 3 is door de (MBO) Colleges verzorgd en op papier dan wel digitaal aangeboden aan de studenten. De Studiehandleiding heeft een looptijd van twee jaar en wordt dus in 2015 opnieuw getoetst aan de actualiteit.
2.10 Lectoraat ‘Onderwijsarrangementen in maatschappelijke context’ – Lector dr. Henk Ritzen 36
Het lectoraat is een samenwerkingsverband tussen ROC van Twente en Saxion Universities of Applied Sciences. Het kennisdomein van het lectoraat (vsv) richt zich op studenten en docenten van ROC van Twente, de Twentse vmbo-scholen en het hbo (Saxion). In 2014 zijn vier medewerkers van ROC van Twente, drie van Saxion, één van Landstede en één van Erasmus aan het lectoraat verbonden. Zij verrichten binnen het lectoraat praktijkgericht onderzoek. Het betreft evaluatieonderzoek (gericht op beleidsuitvoering), ontwerponderzoek (gericht op ontwikkeling van onderwijsproducten), of experimenteel onderzoek (effectmetingen). Daarnaast begeleidt de lector ROC-medewerkers bij hun PhD-studie, of master thesis en Saxion- en UT-studenten bij hun (stage)onderzoek. Het onderzoek werd in 2014 in 12 teams van ROC van Twente uitgevoerd. Actieve participatie van het lectoraat in de onderwijsteams leidt tot verhoging van het kennis niveau van de onderwijsinstelling en tot verbetering van de competentieontwikkeling van de ROC-medewerkers. In onderstaande tabel wordt de output 2014 van het lectoraat (bijvoorbeeld ontwerpen, modellen, systemen, methoden, adviezen, innovaties van zaken of diensten, verbeteringen van processen of beleid, prototypes en spin offs) weergegeven.
Producten Lectoraat 2014 Afgerond proefschrift en succesvolle verdediging. The teacher as linchpin: The teacher’s perspective on student engagement. Enschede: Universiteit Twente, door dr. Jolien van Uden. Vier curricula voor kwetsbare studenten in het ROC met een rendement van 82% van studenten die zijn begeleid naar een nieuwe opleiding of werk. Vier onderwijsproducten voor loopbaanleren die binnen de beroepsopleidingen en in samenwerking met vmbo-scholen worden uitgevoerd. Verkregen subsidie om vmbo-leerlingen toe te leiden naar technische opleidingen in ROC van Twente. Titel project: Talent4Tech. Eén onderzoeksverslag Toptraject met context-, behoefteanalyse en literatuurstudie. Eén literatuurstudie ouderbetrokkenheid voor ROC van Twente als onderdeel van het strategisch ROC-beleid om ouders optimaal bij het beroepsonderwijs te betrekken. Vijf scholingsbijeenkomsten voor mbo-docenten die kwetsbare studenten onderwijzen. Eén ex ante beleidsonderzoek over de lint- en blokstage van studenten Verzorgende IG. Website en methodiek van e-coaching voor ouders van kwetsbare jongeren in ROC van Twente. In co-creatie ontwikkeld beleidsplan ‘Sterk Profiel III’ t.b.v. de gemeente Hengelo over de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt voor kwetsbare jongeren in Hengelo. Voor NRO een beschrijving van het thema ‘overgang mbo naar hbo’, tender najaar 2014 praktijkgericht onderzoek mbo. Elf wetenschappelijke artikelen (peer review). Tien professionele artikelen (review door de redactie). 30 presentaties o.a. keynotes en workshops. Zes onderzoeksrapportages voor ROC van Twente. Interviews en artikelen in dagbladen als inhoudelijk experts over het thema kwetsbare jongeren.
2.11 Netwerkschool Twente: ontwikkelingen en borging
Beter onderwijs tegen dezelfde of lagere kosten was een uitgangspunt van de Netwerkschool, vijf jaar lang de op Netwerkschoolmodel gebaseerde plannen uitvoeren. (Dit uitgangspunt is gerealiseerd).
De Netwerkschool begon in 2006 als een gedachte- experiment, waarbij betrokkenen, onder leiding van de Argumentenfabriek, brainstormden over de ideale school. Eind mei 2010 werd het startschot gegeven voor de uitvoering van de plannen. De Netwerkschool is geen modelschool, maar een model om na te denken over de inrichting van een mbo-school. Centraal staat een slimme en flexibele organisatie van het competentiegericht onderwijs. Dit betekent ook: slimmer werken voor onderwijsprofessionals en managers. ROC van Twente – MBO College Bouw, Infra & Interieur – heeft vanaf 2010 met veel plezier en vol overgave deelgenomen aan het landelijke project NetWerkSchool.
Het projectplan NWS, zoals vastgesteld op 18 november 2010 door de stuurgroep NWS ROC van Twente, werd uitgangspunt voor de vaststelling van de te behalen resultaten van het project NWS. Eind 2014 werd het project afgerond. Het definitieve rapport verschijnt in het voorjaar van 2015.
Zes pijlers van de Netwerkschool De Netwerkschool heeft een andere insteek dan de traditionele school. Dit ‘anders’ vertaalt zicht in zes pijlers: Wat zijn de kernwaarden 1. Tijd: de Netwerkschool is het hele jaar van de Netwerkschool ROC van Twente en open; leerlingen en medewerkers nemen, welke werkhouding net als elders in de maatschappij, in overleg hoort hierbij? vakantiedagen op. 2. Aandacht: er is altijd persoonlijke aandacht voor de studenten (studiebegeleider, leerlingvolgsysteem). 3. Maatwerk: studenten volgen modules in hun eigen tempo (zittenblijven kan niet). 4. Netwerk: de school werkt nauw samen met het bedrijfsleven, de buurt en oud-studenten. 5. Cultuur: de Netwerkschool heeft een expliciete organisatiecultuur (flexibel en servicegericht). 6. Maatschappelijk rendement: studentenbedrijven leveren diensten aan de omgeving van de school.
37
2.12 Subsidieprojecten In 2014 maakten beschikbare subsidies het mogelijk de nodige projecten te continueren of op te starten.
38
Verschillende organisaties vanuit de 3 O’s (Overheid- Ondernemers-Onderwijs) in de regio Twente hebben hun krachten gebundeld om meer mensen enthousiast te krijgen voor leren en werken in de technische branche. In dit kader is ook een Regionaal Investerings Fonds MBO aanvraag gehonoreerd voor Centrum Innovatief Vakmanschap (CIV) Techwise Twente op het terrein van mechatronica. Onder aanvoering van ROC van Twente zijn gedurende 2014 de voorbereidingen getroffen om nog een tweetal Centra voor Innovatief Vakmanschap in 2015 te gaan opstarten, te weten: Praktijk Centrum Proces Technologie (PCPT) voor nieuw vakmanschap voor de proces-, food- en feedtechnologie en Bouwen aan de Toekomst met technologische ontwikkelingen als BIM (bouwwerk informatie model), SE (systems engineering) en RVGO (resultaatgericht vastgoed onderhoud). Ook in 2014 hebben de Leonardogelden bijgedragen aan een stijging van het aantal studenten en docenten dat aan internationale mobiliteit gedaan heeft in de vorm van internationale stage, study visits of gezamenlijke projecten met buitenlandse partners. Verder zijn we in 2014 met het project Innovatieagenda Ouderenzorg Twente gestart. Dit betreft een ZonMW subsidie project. De innovatieagenda Ouderenzorg Twente 2014-2016 richt zich op de aanpassing, het testen (= ontwikkelen) en implementatierijp maken van een drietal belangrijke en inspirerende clusters van ‘producten’ die vanuit NPO beschikbaar zijn voor gebruik in het MBO-
onderwijs binnen het MBO College voor Gezondheidszorg. ROC van Twente is vanuit de Human Capital Agenda (HCA) Twente het uitvoeringsprogramma ‘Met dynamiek aan het werk’ gestart. De Twentse Zorg Academie (TZA) heeft in Enschede het Living Lab geopend hier gaat het om allerhande slimme (ict) noviteiten/toepassingen die het o.a. mogelijk maken om als oudere langer thuis te wonen. Dit is mede mogelijk geworden door subsidie vanuit de innovatiesprong Twente. Ook zijn er circa 100 startende ondernemers / zzp’ers geholpen bij hun opstart en hebben ruim 500 studenten via presentaties, simulaties en workshopdeelnames hun ondernemendheid kunnen bevorderen. En dan zijn er nog projecten als: • De gezonde kantine • Lean Six Sigma in Healthcare • Loopbaanleren • Scoren door bewegen 55+ • Scholen inspireren Scholen • Technische Teams van de Toekomst (zie ook paragraaf 5.5 pagina 60) die in 2014 konden blijven draaien of in gang zijn gezet dankzij een financiële (start)subsidie. Het lopend project Toptechniek in Bedrijf gaat het laatste jaar in. De prestatieafspraken hebben als centraal doel: meer leerlingen / studenten kiezen voor “techniek”. De conclusies van het afgelopen jaar luiden: • Vier MBO Colleges van ROC van Twente zijn aangemerkt als Colleges voor Techniek. De prestatieafspraak om te komen tot jaarlijkse hogere Instroom
van 50 studenten in Techniek is haalbaar gebleken in de zgn. “harde Techniek”, in dit segment is sprake van een stijging van ongeveer 5% per jaar. • Uitbreiding van de VMBO Carrousel naar meer betrokken vmbo-scholen is meer dan verwacht gerealiseerd. Deelname van bedrijven en deelname door leerlingen is groot. • De uitstroom van studenten vanuit mbo naar hbo richting Techniek is gestegen. De effecten hiervan zijn echter pas meetbaar in 2018. • De activiteiten van het deelproject Speciale doelgroepen (meiden in Techniek en Allochtonen in Techniek) hadden tot doel meer scholen te laten participeren. ‘Meisjes in Techniek’ slaagde er in vier scholen te laten participeren (in plaats van de beoogde vijf). • Macrodoelmatigheid: In Rijssen is het Bouwgilde (Bouw en infra) gerealiseerd. Een gezamenlijke praktijklocatie van 3 vmbo scholen (3 verschillende denominaties) met het Opleidingscentrum (OCT) en ROC van Twente. • In Rijssen-Holten worden in samenwerking met het 12 bedrijven, een aantal vmbo scholen en ROC van Twente opleidingen aangeboden voor de opleiding Transport & Logistiek (met ingang van augustus 2015). Een monitorrapportage en een reflectie op de voortgang door middel van een Peerreview in 2014 leverde input voor het laatste jaar (c.q. de borging van de activiteiten).
De reactie van Bèta techniek op de monitor van ROC van Twente: elingen meegeven aan
n willen we als aanbev
unte De volgende aandachtsp
olg:
de regio voor het verv
is in het monitorrapportage en geboekt. Dit blijkt uit de ige vorm komende heeft mooie resultaten het programma in huid ien gez Aan ht. elic 1. De Tib-regio Twente toeg zodat de resultaten een r jullie ook nader viteiten goed te borgen governancegesprek doo en wij jullie om de acti iser adv t, loop e eind zomer ten en. duurzaam vervolg krijg en jullie om best practice. Wij adviser komend voor andere regio’s een het op de bijeenkomst die voor het programma en is kan nte Dit Twe en. o ring regi erva De 2. n door het delen van jullie en te verspreiden. deze successen te dele positieve media-uiting iseerd, maar ook door half jaar worden georgan
39
Subsidie
Looptijd
Erasmus+
2014-2016
€ 311.000,-
Regio Twente HCA innovatiesprong
2014-2017
€ 1.100.000,-
Regio Twente HCA innovatiesprong en Provincie Overijssel
2014-2017
RIF-MBO
40
Subsidiebedrag
Project
(Eerste) resultaten
Studenten en docenten mobiliteit
De mobiliteit is 35% gestegen.
Twents Arbeidsmarkt perspectief 2020
Living Lab (zorg, langer thuis wonen). Ondernemendheid bevorderen. 1ste pilot Solliciteren in het Duits is gestart.
€ 600.000,-
Centrum Innovatief Vakmanschap
Gestart.
€ 300.000,-
TechWise Twente
Associate Degrees Het Mbo-Platform Overijssel (Deltion, Landstede, ROC van Twente, AOC Groene Welle, AOC Oost en het Cibap) heeft in 2014 het project Ad Academy Zwolle/ Twente verder in gang gezet. Er is een projectmanager benoemd die voorstellen zal doen over de realisering. Er wordt dan bepaald welke Associate Degrees (hbo niveau 5 opleidingen) kansrijk zijn en arbeidsmarktrelevant voor Overijssel. Vanaf februari 2015 wordt begonnen met de realisatie van de Associate Degrees.
€ 1.256.000,-
EU - MBO
2014
€ 25.000,-
Provincie
2014-2015
People to People MBO
Dutch Build-up Skills
In het kader van duurzaamheid nieuwe curricula ontwikkelen voor bouw, elektro- en installatietechniek.
€ 100.000,-
AD Academie
Associate Degree opleidingen opstarten in Overijssel.
2014
€ 245.000,-
Scholen inspireren Scholen
Euregionale samenwerking tussen scholen op gebied van sport.
2014
€ 6.000,-
De Gezonde school
Aangepast kantinebeleid t.a.v. voeding.
ZonMW
2014
€ 85.000,-
Innovatieagenda ouderenzorg
Gestart met implementatie.
ZonMW
2013-2016
€ 90.000,-
Scoren door bewegen 55+
€ 88.000,-
Scoren met Eilermark
Actieve deelname van wijkbewoners uit o.a. Enschede-Zuid en specifieke doelgroepen als Vrouwen uit de wijken Pathmos en Wesselerbrink.
€ 89.000,-
On the move in West
OCW
2.13 Beroepskolom
2013-2016
€ 875.000,-
Technische Teams van de Toekomst
Onderzoek naar welke kennis, vaar digheden en competenties er op de lerarenopleidingen ontwikkeld moeten worden bij de toekomstige docenten voor technische mbo-opleidingen.
Voor ROC van Twente betekent dit dat Ad Mechatronica, MBO College voor Metaal, Elektro & Installatietechniek en Ad Officemanagement, MBO College voor Management & Organisatie in beeld komen. De bedoeling is dat het eerste jaar van een Associate Degree opleiding zal worden uitgevoerd bij een van de mbo-instellingen en het tweede jaar bij een hbo-instelling.
Mbo-hbo doorstroom In het kader van de doorstroom zijn bij diverse opleidingen trajecten geweest die de doorstroom bevorderen. Onder andere bij Elektrotechniek, Werktuigbouw bij het MBO College voor Metaal, Elektro & Installatietechniek en Laboratorium- en procestechniek bij het MBO College voor Vormgeving, Mode &Media, Economie bij het MBO College voor Commercie & Ondernemen en bij Onderwijs assistent bij het MBO College voor Sport, Onderwijs & Cultuur. Ook hebben er meeloopdagen plaats bij Saxion. Hier konden studenten zich individueel voor opgeven. Op grond van de School Ex cijfers blijkt dat in 2014 de doorstroom vanuit het mbo naar hbo circa 1100 studenten is geweest.
In 2014 hebben de MBO Colleges met niveau 4 opleidingen aangegeven dat in geval van doorstroom naar een vervolgopleiding in het hbo het van belang is te weten hoe het de studenten vergaat. Aangezien het gros van onze niveau 4 studenten naar SAXION gaat, is met deze hbo-instelling contact gezocht om inzicht te krijgen in het studiesucces van onze oud niveau 4 studenten die daar nu een opleiding volgen. In de volgende rapportage melden we de uitkomsten. Alle hierboven genoemde ontwikkelingen geven aan dat de beroepskolom vmbo-mbo-hbo naast landelijk beleid, ook binnen ROC van Twente een speerpunt van strategisch beleid is.
Twents Aansluitingsnetwerk vmbo-mbo Het Twents Aansluitingsnetwerk vmbo-mbo is het regionale samenwerkingsverband van de vmbo-scholen, AOC-Oost en ROC van Twente, dat als doel heeft de aansluiting tussen vmbo mbo te verbeteren. Hiertoe worden intensieve contacten onderhouden; zowel op directieniveau als met de leden van de decanenkringen. Beleidsthema’s In 2014 zijn in het driemaandelijks directeurenoverleg de volgende (beleids-) thema’s besproken: - De invoering van de entree-opleiding en de consequenties die dat heeft voor de aansluiting; - De vernieuwing van de beroepsgerichte examenprogramma’s in het vmbo; - Focus op vakmanschap in het mbo; - Passend onderwijs inclusief de overdracht van leerling gegevens; - Loopbaanoriëntatie ; - De voortgang van de diverse projecten vanuit het gezamenlijk opgestelde activiteitenplan. Omdat deze grote veranderingen veel impact zullen hebben op
de overstap van leerlingen van vmbo naar mbo, blijkt elkaar wederzijds informeren meer dan ooit nodig. Kennisuitwisseling In het kader van de vernieuwing van het beroepsonderwijs in zowel het vmbo als het mbo, hebben er een drietal bijeenkomsten plaatsgevonden waarin informatie-uitwisseling, kennisdeling en ontmoeting tussen vmbo en mbo centraal stonden. De eerste bijeenkomst was op directieniveau, op de tweede bijeenkomst ontmoetten leidinggevenden elkaar en de derde bijeenkomst was vooral gericht op docenten. Er hebben waardevolle discussies plaatsgevonden, die zich in essentie richtten op de vraag: “Wat heeft de vmbo-leerling nodig om succesvol te kunnen zijn op het mbo”. Ook in 2015 zullen twee tot drie centrale bijeenkomsten worden georganiseerd, om zo de reeds ontstane contacten te onderhouden en te versterken. Projecten In 2014 zijn er in het kader van loopbaanoriëntatie twee grote projecten voor leerlingen uitgevoerd: Het eerste betrof het project KOM. Dit staat voor Kijken Op het Mbo en biedt leerlingen uit leerjaar 3 en 4 van het vmbo de mogelijkheid om een dagje mee te lopen of een activiteit bij te wonen bij één van de beroepsopleidingen in het mbo. Ten opzichte van vorig jaar is het aanbod voor leerlingen vergroot en de lay-out van de keuzegids aantrekkelijker gemaakt. Na afloop van de periode zijn de deelnemende leerlingen geënquêteerd over hun bevindingen. 65% heeft daarbij aangegeven dat de activiteit hen geholpen heeft bij het maken van hun opleidingskeus. Tijdens de evaluatie met betrokkenen in vmbo en mbo heeft het vmbo de waardering uitgesproken voor het feit dat de deuren van ROC van Twente open staan voor de vmbo-leerling. Daarnaast heeft opnieuw een grote groep (ruim 900) leerlingen uit klas 4tl gebruik gemaakt van de mogelijkheid om het mbo te bezoeken voor het maken van hun sectorwerkstuk. Na een centrale startbijeenkomst waarin hen veel verteld is over het mbo, hebben zij een aantal dagdelen kunnen meelopen op de opleiding van hun keuze om zich een goed beeld te vormen en zo te kijken of de opleiding bij hen past. Het andere project in het kader van loopbaanoriëntatie was gericht op de mentoren van het vmbo. 24 mentoren hebben de training “het leren voeren van loopbaanreflectiegesprekken” gevolgd. Via het principe van train de trainer zijn zij in staat om deze training, gebaseerd op de vijf loop baancompetenties van dr. Marinka Kuijpers, lector Haagse Hogeschool, uit te rollen in hun eigen school.
41
Daarnaast hebben ruim 50 mentoren deelgenomen aan de door het Aansluitingsnetwerk georganiseerde scholing ”Kennismaken met het mbo”. Dit jaarlijks terugkerende aanbod voorziet nog steeds in een behoefte van mentoren om hun kennis over het mbo te vergroten en zo hun rol als studieloopbaanbegeleider nog beter vorm en inhoud te kunnen geven.
Toptraject Het Toptraject heeft de ambitie om het studiesucces van vmbo-t-leerlingen te vergroten door ze bewust te maken dat de route via het havo naar het hbo weliswaar korter is, maar wellicht niet past bij hun behoefte aan praktisch onderwijs en meer uitdaging. Het is de taak van ROC van Twente om die praktijkgerichtheid en uitdaging (nog) meer dan thans het geval is te organiseren en aan te bieden op niveau 4.
42 Het Toptraject is een heel groot onderwijsvernieuwingstraject, waarin per deelproject (vo, mbo, hbo en leerlijn techniek) er deelprojectplannen zijn met daarin concrete doelen en activiteiten. Essentieel zijn het doorlopende LOB-programma en de doorlopende leerlijn techniek, de praktijkgerichtheid in het vmbo-t (thans vaak heel mager), de verdieping en verzwaring in de kernvakken die essentieel zijn voor een succesvolle hbo-carrière (zoals Nederlands, wiskunde en in het mbo Engels), het aan laten sluiten van het pedagogisch didactisch klimaat tussen de verschillende scholen (inclusief warme overdracht).
2.14 Ouderbetrokkenheid In 2014 is de literatuurstudie over ouderbetrokkenheid bij ROC van Twente afgerond. Ouderbetrokkenheid wordt
binnen de literatuurstudie opgevat als onderwijsondersteunend gedrag van ouders. Zo kunnen ouders hun kinderen relationeel ondersteunen tijdens de opleiding van hun kind, wat belangrijk blijkt voor een afgeronde, goede schoolloopbaan. Daarnaast wordt ingezet op de verbetering van de communicatie met de ouders. In 2014 is in samenwerking met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen gestart met een pilot ‘E-coach voor ouders’. In 2014 namen 317 ouders aan dit project deel. Zij worden begeleid door 43 docenten die binnen ons ROC zijn opgeleid als e-coach. Doel is ouders helpen om de opleiding van hun kind succesvol af te ronden. De pilot waarin ouders direct worden betrokken bij het intakegesprek van hun kind is in 2014 voortgezet.
2.15 EVC Servicepunt In het vorig jaarverslag valt te lezen dat het EVC Service punt voor 2014 drie belangrijke speerpunten benoemt: uitbreiding van de acquisitie, intensiveren van de keten samenwerking, en niet in de laatste plaats: nadrukkelijke aandacht voor de PDCA-cyclus. Mede dankzij de inzet van een accountmanager is het aantal EVC-procedures ten opzichte van 2013 met een factor 3 gestegen. EVC-procedures worden op verzoek van bedrijven/organisaties meestal groepsgewijs uitgevoerd. Echter ook individuele kandidaten weten ons te vinden. De reden dat men het EVC Servicepunt benadert om een procedure te doorlopen is veelal gelegen in het feit dat het EVC Servicepunt onderdeel uitmaakt van ROC van Twente. Individuele aanvragen komen vaak binnen
via ‘mond-tot-mond-reclame’. De groei van het aantal EVC-aanvragen komt in 2014 voor een groot deel uit de sector techniek, zowel uit de metaal-elektro industrie als uit de procesindustrie. Zo voeren we EVC-procedures uit in samenwerking met bedrijven als Nedtrain, Parker Hannifin en AKZO Nobel. Het aantal aanvragen uit de welzijnssector groeit licht. Naast uitbreiding van het aantal EVC-procedures is ook het aantal contacten met bedrijven flink toe genomen. Moesten aanvankelijk EVC-aanbieder en opleidingen nadrukkelijk gescheiden worden: tegenwoordig wordt samenwerking tussen de EVC-aanbieder en opleidingen (indien EVC-kandidaten hun ervaringscertificaat willen verzilveren) steeds meer gestimuleerd. Dit is in 2014 ook opgepakt door het EVC Servicepunt. In het najaar heeft het EVC Servicepunt een enquête uitgezet met als doel inzage te krijgen in de verzilvering en aansluitende opleidingstrajecten. De eerste uitkomst laat zien dat de wijze waarop dit per college opgepakt wordt, verschilt. Om verwachtingen van EVC-kandidaten (en bedrijven) te managen zal in 2015 gekeken worden hoe met deze verschillen om te gaan. Daarnaast hebben de kwaliteit en borging van de EVC-procedures veel aandacht gekregen. Evaluaties vinden structureel plaats, verbeterplannen worden geschreven en uitgevoerd. Daarnaast is het aantal portfoliobegeleiders en assessoren gegroeid. Er is veel tijd en energie gestoken in het (bij)scholen van deze medewerkers. Handleidingen en gebruikte instrumenten zijn bijgewerkt, enz. Eind 2014 is de kwaliteit van EVC, de procedure en de organisatie hiervan zodanig dat met vertrouwen de audit, die in januari 2015 zal plaatsvinden, tegemoet wordt gezien. Het bewaken en optimaliseren van de PDCA-cyclus en de zorg voor de kwaliteit van onze medewerkers (in het bijzonder de ZZP’ers onder hen) zal ook in 2015 onze volle aandacht krijgen. Daarnaast willen we in 2015 onze ketensamenwerking verder uitbouwen en hierbij zoeken naar optimale afstemming.
43
44
3. De focus op een passende opleiding voor alle studenten van ROC van Twente De start van het passend onderwijs in ROC van Twente Het passend onderwijs is per 1 augustus 2014 (wettelijk) ingevoerd in het onderwijs en de ondersteunings structuur van ROC van Twente. In de jaren ervoor heeft ROC van Twente voorbereidingen getroffen vanuit een heldere visie en een vastgesteld beleidskader. In die visie betekent de invoering van het passend onderwijs het versterken van het pedagogisch- didactische klimaat, met andere woorden het passend onderwijzen. De focus ligt op het versterken van de rol van de docent in de onderwijsleersituatie en het activeren van de jongeren in hun eigen ontwikkeling. Ook is ingezet op de versterking van de rol van de teamdeskundige; zij ondersteunen en adviseren hun team en de studieloopbaanbegeleiders in het klassenmanagement, en ondersteunen de jongeren in hun ontwikkeling. Doelgroep ROC van Twente heeft gekozen voor een smalle invoering van het passend onderwijs. Dit betekent dat de doelgroep waarop het passend onderwijs zich richt vooralsnog bestaat uit de studenten die behoren tot de ‘oude’ cluster 3 en cluster 4, en de ring van studenten hieromheen die niet gediagnosticeerd zijn maar wel een ondersteuningsvraag hebben door gedragsproblematieken, lichamelijke beperkingen en chronische ziektes. Deze keuze is gemaakt om pragmatische redenen: beheersbaarheid van het invoeringsproces en de financiële geldstromen. Voor de toekomst zien we de doelgroep verbreden naar alle studenten die een extra onderwijsbegeleidingsvraag hebben (de brede doelgroep). Het spreekt vanzelf dat deze overige studenten met een extra onderwijsbegeleidingsvraag ook nu de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben om hun opleiding met succes af te ronden. Overgang v(mb)o - mbo In het jaarlijks geëvalueerde en vastgestelde instroombeleid van ROC van Twente zijn de aanpassingen die de wet passend onderwijs stelt voor het mbo doorgevoerd voor de intake voor schooljaar 2014-2015, waaronder de onderwijsovereenkomst en het addendum passend onderwijs, het Ontwikkelplan passend onderwijs.
Het Overdrachtsformulier VMBO-MBO van het Twents Aansluitingsnetwerk (het OVM) sluit in samenwerking met de deelnemende vmbo-scholen aan op het genoemde Ontwikkelplan passend onderwijs. Dit betekent een meer doelgerichte overdracht van ontwikkelvraag van de jongeren en de gewenste ondersteuning in het mbo. Het begeleidingsprofiel in het kader van het passend onderwijs van ROC van Twente is openbaar gemaakt via de website.
45
Middelen in kader van passend onderwijs De regeling LGF eindigt in 31 juli 2014. Er is een overgangsbudget vastgesteld van 1 augustus 2014 31 december 2014 en dat is vastgesteld op € 881.450,-. Deze middelen zijn naar rato (in combinatie met % doelgroep) verdeeld over de (MBO) Colleges en het Loopbaancentrum. Professionele ontwikkeling In 2014 zijn 12 docententeams geschoold in het omgaan met verschillen in de klas, het klassenmanagement. In totaal betekent dat vanaf 2013 15 teams geschoold zijn. Het uitgangspunt van de scholing is aan te sluiten bij de ontwikkeling van het docententeam (maatwerktrajecten). Tegelijkertijd zijn 58 (27 in 2014) teamdeskundigen geschoold in hun rol van adviseur en ondersteuner van docententeams en jongeren. Op verzoek van de teamdeskundigen is eind 2014 gestart met een intensief intervisietraject. Professionele ontwikkeling studieloopbaanbegeleiding In 2014 zijn 47 docenten getraind in de rol van studieloopbaanbegeleider door deelname aan de basisopleiding Studieloopbaanbegeleiding, en 50 (10 in 2014) studieloopbaanbegeleiders hebben inmiddels de vervolgtraining gedaan.
46 Het totaal aantal docenten dat de basisscholing studieloopbaanbegeleiding heeft gevolgd, komt hiermee op 844, gerekend vanaf 2008. In de vervolgtraining studieloopbaanbegeleiding vindt verdieping plaats voor de ervaren studieloopbaan begeleider. Deze scholing is gevolgd door 50 docenten. Hierin wordt de methode ‘Oplossingsgericht werken’ aangereikt. De beide trainingen behoren vanaf voorjaar 2013 tot het vaste aanbod van de ROC Academie.
3.1 Instroom: Toegankelijkheid Warme overdracht: extra aandacht voor aspirant studenten uit het vmbo (TWAN) De aangesloten vmbo-scholen Twents AansluitingsNetwerk hebben voor 559 aspirant studenten een ‘warme overdracht’ aangevraagd middels het Overdrachtsformulier VMBO-MBO (OVM). Dit is 12,5% van het totaal aan binnengekomen OVM-formulieren (4482). Dat betekent in ieder geval dat de intaker van de gewenste beroepsopleiding naar aanleiding van de onderwijsbegeleidingsvraag op het OVM-formulier contact opneemt met de school waar deze aspirant student vandaan komt.
De acht voornaamste redenen – en vaak een combinatie daarvan – voor de vraag om extra aandacht voor de aspirant student bij een intake zijn: 1. Studiehouding/-vaardigheden 147 2. Huiselijke omstandigheden 105 3. Gedrag 97 4. Sociale vaardigheden 75 5. Aanwezigheid 70 6. Gezondheid 61 7. Sociaal-emotionele ontwikkeling 42 8. Taalachterstand 26 Warme overdacht in de samenwerking met het praktijk onderwijs We hebben met de scholen voor praktijkonderwijs in Twente gezamenlijke niveau 1 opleidingen opgezet om de doorstroom van leerlingen van het praktijkonderwijs naar niveau 1 beter te laten verlopen en om te voorkomen dat leerlingen van het praktijkonderwijs (PrO), eenmaal in het mbo, uitvallen. Door de invoering van de entree opleidingen per 1 augustus 2014 is besproken of en hoe dit convenant met het praktijkonderwijs voortgezet gaat worden. Gezien de goede resultaten tot nu toe, spreken alle partijen, inclusief de ouders, zich uit voor continuïteit. Echter, dit zal door de ontwikkelingen in het kader van de invoering van het passend onderwijs en de gevolgen daarvan voor het praktijkonderwijs weer kritisch bekeken worden. Warme overdracht in de samenwerking met het vso Aspirant studenten uit het vso regio Twente behoren tot de bijzondere doelgroepen. Zij melden zich aan met een kenmerk op het aanmeldingsformulier. Hierdoor wordt het belang van een warme overdracht direct zichtbaar voor
de intakers in de opleidingen, die deze intake veelal direct samen met de teamdeskundige oppakken. Medewerkers van het Loopbaancentrum monitoren van aanmeldingen tot inschrijving. Daarnaast is in 2014 de samenwerking met het VSO De Kapstok Leerwerktrajecten gecontinueerd. De Kapstok voert in samenwerking met de Entree- opleidingen de Entree-opleiding uit voor de zeer kwetsbare jongeren. De komende 2 schooljaren 2014-2015 en 2015-2016 worden onder deze samenwerkingsovereenkomst ook nog leerlingen opgeleid naar een niveau 2 opleiding. Dit in nauwe samenwerking met de MBO Colleges van ROC van Twente.
Resultaten Loopbaancentrum In 2014 zijn 1.194 ingeschreven studenten begeleid door het Loopbaancentrum. Afgezet tegen de gehele studentenpopulatie van ROC van Twente heeft de ondersteuning van het Loopbaan-centrum op circa 6,5% van het totaal betrekking. Ten opzichte van 2013 is het aantal studenten dat is begeleid met 6% gedaald, m.n. op het gebied van studie en handicap en adviesgesprekken. Het aantal individuele begeleidings trajecten voor deze studenten bedraagt 1.397 omdat bij een aantal studenten sprake is van meervoudige problematiek.
Aantal begeleide studenten per (MBO) College in de afgelopen 4 jaar 200 150
3.2 Doorstroom
Studieloopbaanbegeleiding tweede lijn De begeleiding in de 2e lijn wordt verzorgd door het Loopbaancentrum (individuele begeleiding) en het team Trajecten & Projecten van het MBO College voor Oriëntatie & Ontwikkeling (groepsgerichte begeleiding).
2012 50
2013 2014 o) av
e)
(v ie
at
Ed
g
nt
w
ik
ke
lin
uc
a/ (a k
& ra nf
uw ,I
tre en
r ie te In
ob M &
gi
Bo
Lo O
rië
nt
at
Tr a
ie
&
ns
O
po
r t,
ur
it te ili
ni ch k ie st
st In &
tro ek El
l, aa et
ek
ur la al
w er nd
O t, or Sp M
tie
& ijs
dh on ez
G
te
C
ds
ul
zo
tu
rg
jn ei
W & rg
Zo
ts aa M
& s
el
ap ch
M & en
zi
pi
j
ia ed
en m e od ,M
vi ge m
Vo r
M
ng
& e ci er
m om C
ne er nd
O
G & ng
ni le
er tv ns
D
ie
an
ag
em
en
t&
O
as
rg
tv
an
r ij
is
he
at
ie
id
0
M
Verzuimpreventie Het tijdig signaleren van (ongeoorloofd) verzuim bij studenten is een belangrijk instrument in het tegengaan van voortijdig schoolverlaten. In 2014 zijn bij het digitale verzuimloket van DUO 698 meldingen gedaan van ongeoorloofd verzuim. De verzuimmeldingen hebben in 49% van de gevallen betrekking op leer- en kwalificatieplichtigen tot 18 jaar en in 40% van de gevallen op 18 tot 23-jarigen. Daarnaast bestaan de meldingen uit 11% beginnend en signaalverzuim tot 18 jaar.
2011
100
Bij 70% van de begeleidingsvragen gaat het om complexe persoonlijke problematieken. Daarnaast wordt in 17% van de gevallen een beroep gedaan op het Loopbaancentrum voor beroepskeuze-onderzoeken, capaciteitentesten en persoonlijkheidsonderzoeken. De vraag naar begeleiding in het kader van Studie en Handicap bedraagt 4% van het totaal.
47
Daarnaast zijn er door het Loopbaancentrum: • 855 studenten doorverwezen naar het team Trajecten & Projecten van het MBO College voor Oriëntatie & Ontwikkeling; • 607 screeningsgesprekken beroepskeuzeonderzoek gevoerd*; • 262 studenten doorverwezen naar het Toets-, Taal- en Rekencentrum van het College voor Educatie; • 19 studenten besproken in Zorg- en Adviesteams; • 24 studenten doorverwezen naar de woonvoorziening Kamer-Raad van Humanitas Onder Dak; • 68 studenten gekoppeld aan het mentoringproject; • 23 studenten doorverwezen naar de jeugdarts van de GGD. • 491 pasjes onderwijsvoorzieningen verstrekt, waarvan 456 voor dyslexie, 10 voor dyscalculie en 25 voor overige faciliteiten; Van de verwezen studenten volgt 94% een bol-opleiding. Relatief veel van deze bol-studenten zijn afkomstig uit niveau 4 (41% van het totaal aantal begeleide studenten). Voor niveau 3 geldt 31%, voor niveau 2 geldt 27% en voor niveau 1 geldt 1%. Van de verwezen studenten in de BBL is 51% afkomstig uit niveau 3 en 39% van niveau 2.
48
Schoolmaatschappelijk Werk De subsidieregeling Schoolmaatschappelijk Werk van het ministerie van OC&W maakt het mogelijk om studenten met psychosociale problemen te begeleiden of door te verwijzen naar gespecialiseerde hulp. ROC van Twente heeft voor 2014 hiervoor een bedrag van € 646.455,55 ontvangen. In 2014 hebben de schoolmaatschappelijk werkers in het Loopbaancentrum 348 studenten begeleid. Dit is ruim een derde van het totaal aantal doorverwezen studenten voor jeugdhulpverlening.
Rendement Mede door de begeleiding van het Loopbaancentrum blijven (risico)studenten langer ingeschreven bij ROC van Twente, om hun (start)kwalificatie te kunnen behalen. Het rendement van de begeleiding in 2013 bedraagt op 1 oktober 2014 85,4%. Het jaar daarvoor was het rendement 86,2%.
Tevredenheidsonderzoek In 2014 heeft het jaarlijkse tevredenheidsonderzoek plaatsgevonden bij de begeleide studenten door het Loopbaancentrum. Dit onderzoek bestond uit twee delen; direct na afloop van het begeleidingstraject en een half jaar later. Dit heeft een gemiddelde waarderingscijfer van 8,0 opgeleverd. Zorg- en Adviesteams mbo Voor de regiogemeenten Enschede, Hengelo, Almelo en Oldenzaal zijn Zorg- en Adviesteams voor het mbo actief. De vaste overlegpartners hierin zijn: Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Enschede-Haaksbergen, Algemeen Maatschappelijk Werk Carintreggeland, Algemeen Maatschappelijk Werk Noordwest Twente, Jeugdgezondheidszorg GGD Regio Twente en Leerplicht/ RMC. Politie Twente neemt deel als de ingebrachte casuïstiek daar aanleiding toe geeft. Studiefonds ROC van Twente De Stichting Studiefonds ROC van Twente heeft als belangrijkste doelstelling: Het verstrekken van een bijdrage in de studiekosten van studenten en deelnemers van ROC van Twente, die door omstandigheden niet (meer) over de middelen beschikken om hun studie aan het ROC op een goede wijze voort te zetten of af te ronden en de benodigde middelen niet via een andere reguliere weg kunnen verkrijgen. De uiteindelijke toekenning is ter beoordeling van het bestuur. De leden van het bestuur worden benoemd door het College van Bestuur van ROC van Twente.
* Het Loopbaancentrum en het team Trajecten en Projecten maken gebruik van twee screeningsmedewerkers voor de aanvragen beroepskeuzeonderzoek. Het doel is de verwezen studenten direct op het juiste traject te kunnen plaatsen, waardoor de student doelgerichte begeleiding krijgt en tijd en geld bespaard wordt.
Sinds 2009 werken het Studiefonds en het Loopbaan centrum samen, in die zin dat aanvragen voor het Studie-
ie
Ed
ik
uc
ke
at
lin
g
ur r ie
w nt O
at
ie
&
nf w ,I
ns
O
po
rie
nt
ou B
,L rt
te
ra
k tie is
og
&
M &
& ijs w
er
In
ob
ul
ili
tu
te
it
ur
ia C
M nd
rt po S
Tr a
l,
M
et
aa
D
ed
at
& e ,O
vi ge m
Vo r
M
od ,M
ng
en
ag an
is an
rg
t&
O
tie la al
st
em
In &
tro ek El
ie
ek ni ch
te
tv as
G &
ng ni le
er tv ns ie
he rij
m ne er
nd O &
e ci er
id
en
rg zo
ei dh
on ez m om
C
Voorlichtingen binnen de MBO Colleges Zowel in het schooljaar 2013-2014 als in het schooljaar 2014-2015 zijn voorlichtingslessen in de MBO Colleges gegeven met als thema ‘Hoe ga je met je geld om’. Aantal klassen per MBO College waar de voorlichting gegeven is: 16 14 12 10 8 6 4 2 0
2013-2014
w nt O
& ie
ie at uc
Ed
lin ke
ik
te In
& ra nf O
rie
nt
at
w ,I
g
ur r ie
te ili ob
M B
ou
is og
,L rt po
ns
it
ur tu & k tie
w er
nd ,O rt
po
Tr a
S
ul C &
ijs
e od
,M ng vi
ge m
ia M
&
an rg O
t& en Vo r
ed
at is
ni ch te
ag an M
ie
ek
id la al st
In &
tro ek El
l, aa et
M
tie
as G
& ng ni
le er tv
ns ie
he rij
tv
ne er
nd O &
e ci er
m om C
m
zo ds
ei
ez G
em
rg
j pi on
aa M &
s
dh
ts
ch
ap
zi el W & rg Zo
en
en
2014-2015
M
Elf aanvragen zijn door student / gezin zelf opgelost (tegemoetkoming ouders DUO). Zes studenten hebben gebruik gemaakt van een laptop van het Studiefonds. Zeventien aanvragen werden teruggenomen c.q. geseponeerd.
ds
ap ch
s
G
&
Zo
M
rg
aa
&
ts
W
el
zi
pi
jn
j
2014
jn
Bij tien aanvragen zorgde het betreffende (MBO) College op initiatief van het Studiefonds voor een oplossing. Via het Studiefonds zijn tien aanvragen door externe instanties gehonoreerd, terwijl het Studiefonds zelf 22 aanvragen voor eigen rekening heeft genomen waarvan vijf aanvragen in samenwerking met (MBO) Colleges en vier in samenwerking met externe instanties.
2013
D
Resultaten 2014 In het boekjaar 2014 heeft het Studiefonds 76 aanvragen in behandeling genomen. Dit is een stijging van 77% ten opzichte van 2013. Hiervan zijn uiteindelijk 42 aanvragen gehonoreerd.
12 10 8 6 4 2 0
en
Inmiddels heeft de samenwerking tussen het Studiefonds en het Loopbaancentrum zich in 2014 zodanig verder ontwikkeld dat partijen samen invulling geven aan de bekendheid van het Studiefonds onder personeel en studenten van het ROC in de vorm van voorlichtingen en de ondersteuning die het Loopbaancentrum in dit verband kan bieden bij een eventuele aanvraag. Het bestuur beoogt hiermee de bekendheid en de toegankelijkheid van het Studiefonds te vergroten, opdat zo veel mogelijk studenten van het ROC die in financiële zin hulp nodig hebben via het Studiefonds ook daadwerkelijk hulp wordt geboden.
Aantal aanvragen Studiefonds per MBO College:
M
fonds in eerste instantie worden beoordeeld via het loket van het Loopbaancentrum.
49
Externe Mentoring 2014 De communicatie tussen de diverse afdelingen van ROC van Twente en de medewerkers van Externe Mentoring is verder verbeterd. Collega’s weten de medewerkers van Externe Mentoring beter te vinden. Het aantal verwijzingen is daardoor gestegen. Helaas hebben we wel moeten constateren dat het aantal koppelingen dat voortvloeit uit deze verwijzingen, relatief gezien, is gedaald. Een van de oorzaken hiervan is dat de student voor het intakegesprek te weinig informatie krijgt over Externe Mentoring. Hierdoor is deze niet altijd voldoende op de hoogte van wat mentoring inhoudt, wat kan leiden tot niet reageren op uitnodigingen. Ook gebeurt het dat de student het na het intakegesprek laat afweten omdat hij of zij dan hoort dat mentoring op vrijwillige basis is (een student kan nooit gedwongen worden tot het nemen van een externe mentor, wel kan het met klem worden geadviseerd!). De student laat het soms zelfs afweten nadat er een koppeling met de externe mentor is georganiseerd door simpelweg niet meer te reageren. Dit zijn ongewenste situaties die we graag willen voorkomen. Samen met de afdeling PR en Communicatie zijn wij op zoek naar nieuwe vormen van informatieverstrekking aan studenten en collega’s. In 2014 waren er 80 studenten gekoppeld aan een externe mentor; in 2013 waren dat er 70. De verwijzingsvragen waren niet anders dan in de jaren daarvoor: veel vragen rondom planning en structuur (vooral bij jongens) en veel vragen rondom zelfvertrouwen (vooral bij meisjes).
50 Mentoring en huiswerkbegeleiding Nieuw ontwikkeld (maar nog niet geïmplementeerd) is ‘De Keukentafel’, een vorm van externe mentoring waarbij een kleine groep studenten met vergelijkbare ondersteuningsvragen/problemen rondom huiswerk op vaste tijden terecht kunnen bij speciale (vaste) mentoren. De verder implementatie volgt in 2015. Mentoring en Kamer-raad Zeer recent zijn er opnieuw gesprekken geweest met medewerkers van Kamer-raad, een tijdelijke woonvoorziening voor jongeren die niet thuis kunnen wonen. Uiteindelijk is vastgesteld dat Externe Mentoring bij Kamer-raad jongeren past, maar dan op de reguliere manier: via een aanmelding van het Loopbaancentrum, waarna één op één begeleiding volgt (ook op het gebied van huiswerk ondersteuning). Afgesproken is verder dat beide organisaties aandacht besteden aan het bekend maken van ‘externe mentoren’. Inhoudelijk zijn de vragen niet erg veranderd. Mannelijke studenten vragen hulp bij het aanbrengen van structuur en plannen. Bij vrouwelijke studenten zijn de gevolgen van gebrek aan zelfvertrouwen op school en in de bpv veelal reden om een externe mentor te vragen. In 2014 zijn er 65 studenten uit Almelo verwezen naar Externe Mentoring.
Internationale uitwisseling Denemarken Vorig jaar is een grote groep mentoren op werkbezoek naar Denemarken geweest. Dit leverde niet heel veel nieuwe inzichten op het gebied van mentoring op. Wel bleken de Denen zo enthousiast over onze werkwijze, dat zij een tegenbezoek brachten. We hebben een aantal van onze mentoren gevraagd deel te nemen aan deze uitwisseling, die succesvol was. In juni 2015 gaat een groep van ongeveer 30 externe mentoren naar Londen voor een werkbezoek bij een aantal mentorprojecten aldaar.
3.3 Uitstroom Werkwijze melden Voortijdig Schoolverlaten (RMC*) Als studenten tot 23 jaar worden uitgeschreven zonder startkwalificatie, dan is ROC van Twente verplicht een ordelijke overdracht aan de gemeentelijke trajectbegeleiding te waarborgen door een RMC-melding. Het gemeentelijk RMC-punt heeft rechtstreeks contact met de verantwoordelijke directeur van het MBO College over de wettelijke verplichting van het melden en de kwaliteit van de melding. In 2013-2014 zijn er voorlopig 590 voortijdig schoolverlaters door DUO vastgesteld, die allen via een geautomatiseerde procedure zijn gemeld bij de betreffende gemeenten. Het gaat hierbij om 4,2% van het totaal aantal studenten tot 23 jaar. Traject/project
Intern ROC
Extern
Totaal
% binnen ROC
Assist / Scoren door Scholing
104
40
144
72,22%
Bijspijker academie
48
9
57
84,21%
Invoegstrook
116
22
138
84,06%
Just-in-time traject (JIT)
95
40
135
70,37%
Last minute traject
73
15
88
82,95%
Studieberoepskeuzetrajecten
214
53
267
80,15%
Training Zelfvertrouwen
91
23
114
79,82%
Eindtotaal
741
202
943
78,58%
In het schooljaar 2013-2014 zijn 943 studenten verwezen naar het MBO College voor Oriëntatie en Ontwikkeling voor deelname aan maatwerktrajecten en groepsgerichte begeleiding (vergelijk 882 in 2012-2013, 841 in 2011-2012 en 765 in 2010-2011). Toelichting Van de 138 studenten uit het Invoegtraject is ruim 72% van de studenten in het schooljaar 2013-2014 uitgestroomd naar de gekozen mbo-opleiding; 28% van de studenten stroomde uit wegens andere redenen als zwangerschap, overstap naar ander ROC, langdurig verzuim.
* RMC: regionaal meld- en coördinatiepunt voortijdig schoolverlaten.
Van de 135 studenten die begeleid werden in de JIT- trajecten is 70% terug of doorgestroomd naar een opleiding binnen ROC van Twente; 30% van de studenten stroomt uit wegens andere redenen als zwangerschap, overstap naar ander ROC, langdurig verzuim. In het schooljaar 2013-2014 zijn 144 studenten/deel nemers verwezen naar Scoren door Scholing en Assist. Van hen zijn met ingang van het schooljaar 2014-2015 104 studenten ingeschreven op een beroepsopleiding van ROC van Twente.
51
52
4. Studenttevredenheid
Vergelijking met voorgaande jaren In vergelijking met voorgaande jaren is de waardering op alle onderwerpen in meer of mindere mate gestegen. Bij negen van de vijftien onderwerpen is de stijging beperkt tot 0.1 of minder. De overige zes onderwerpen zijn tussen de 0.12 en 0.54 punt gestegen. De grootste verbetering ten opzichte van 2012 is die bij het onderdeel Beperking (0.54), gevolgd door SLB-begeleiding (0.39) en Sfeer en Veiligheid (0.29).
ei
d
k ili
gh
aa
ve
ns .I
er
G
ep
pr
ki
at an
is F. B
er
en
ie
n ge .O E
fe .S H
r ig
e
vo
or
zi
eg -b LB
ve
2014
D
.O
rg
en
ei el
le .S C
in
di
B B k
B kp er W 8. B
ng
L
L O
ie
ge ta
7. S B
om C 6.
B
nt te
pe
er nd O
5. B
s
d tij ijs w
lit ci fa
ijs w
er nd
O 4. B
te ei
di ei el
eg
eb di
tu S 3. B
n
ng
g ts
To e
m
2.
ra B
og pr
se
n/
in
a m
ie at m or nf .I A
es
2012
ng
2010
4,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0
1. L
Goede resultaten mede dankzij een bijzonder goede respons. De feedback van onze studenten leert ons dat we ons nog kunnen verbeteren op de volgende punten: • de omgang met klachten; • het doorgeven van roosterwijzigingen en • het organiseren van rustige werkplekken. Verder moet er nog wat gedaan worden om de tevredenheid van studenten in bedrijfsgroepen te meten.
Grafiek 1: resultaten ROC van Twente 2010, 2012, 2014
B
In het voorjaar van 2014 is de nieuwe JOB monitor uitgevoerd en heeft ROC van Twente een resultaat van 7,06 behaald, wat een stijging van 0,24 betekent. Dit betekent dat we in de JOB Monitor 2014 zijn gestegen naar de tiende plaats van alle mbo-instellingen (ROC’s, AOC’s en vakscholen). Voor een plaats bij de Top 5 had onze score 7,09 moeten zijn, een minimaal verschil dat we voor een volgend JOB hopen te overbruggen. In vergelijking met uitsluitend ROC’s staat ROC van Twente met dit resultaat op een gedeelde zesde plaats.
Bedrijfsopleidingen Aan de JOB monitor hebben uitsluitend studenten deelgenomen die lessen volgen op onze eigen locaties. We meten dus niet de tevredenheid van studenten die elders lessen volgen, zoals bij bedrijfsopleidingen. Hiervoor is eerder gekozen omdat een groot aantal vragen in de JOB (o.a. geschiktheid van het gebouw, beperkingen, vinden leerwerkplek, inspraak) niet aansluit bij de situatie van deze leerlingen. Toch wil het College van Bestuur graag weten hoe (on)tevreden deze studenten zijn. Voor deze studenten is nu de “JOBMonitor bedrijfsgroepen“ in de ROC spiegel gemaakt (sjabloon). Hierin staan zoveel mogelijk dezelfde vragen als in JOB. Om studenten te motiveren tot het invullen van de enquête, wordt er (net als in de landelijke JOB) een Ipod van 8 GB uitgeloofd. Het College van Bestuur verzoekt de directeuren/teammanagers van de bedrijfsopleidingen erop toe te zien dat deze enquête onder zoveel mogelijk studenten wordt afgenomen.
53
5. Personeel 5.1 Samenstelling personeel
Studenten MBO (per 1 oktober bekostigd)
Op25.000 31 december 2014 werkten er 2.022 mensen bij ROC van Twente, samen goed voor 21.163 en 22 fte. 1.602 fte’s (inclusief tijdelijk personeel). Dit is een stijging met 85 personen 19.553 18.617 20.000 18.236 Het aantal fte in tijdelijke dienst is toegenomen: van 138 fte eind 2013 naar 200 fte in 15.000 2014. De toename4.187 van het aantal mensen in tijdelijke dienst verklaard door 5.155 6.865 wordt vooral 8.780 14.049 13.462bol-studenten in de 10.000 relatief grote stijging van het aantal combinatie met 12.383 de intensivering 12.688 van het onderwijs. 5.000
54
ROC van 0 Twente heeft 885 mannen in dienst en 1137 vrouwen. Bij het (Assisterend) 2012 Onderwijsgevend2014 Personeel (AOP) 2013 is de verhouding nagenoeg gelijk. Bij2011 het Onderwijs ondersteunend en Beheerspersoneel (OBP) werken relatief meer vrouwen (65%). Bij het BOL BBL (inclusief deeltijd BOL) AOP is er tussen de verschillenden opleidingen een minder evenwichtige verdeling. Dan blijken er grote verschillen in de verhouding man/vrouw te bestaan, vooral als het gaat om branches waarin hetzij mannen, hetzij vrouwen van oudsher de boventoon voeren.
FlexibeleJaarrendement schil (peildatum per 31 december opleiding2014) in %
Er werkten in totaal 200 fte’s in de flexibele schil: 100 • 26 fte’s via een tijdelijke dienstverband bij ROC van Twente; • 1480 fte’s payroll- en uitzendkrachten; • 160 fte’s via de ‘ROC van Twente Flex BV’. 60 Medewerkers in dienst van deze Flex BV werken onder vrijwel dezelfde primaire arbeidsvoorwaarden als medewerkers in vaste dienst van ROC van Twente. Hierdoor voorkomen we 40 risico’s op het gebied van de toekenning van een eventuele WW-uitkering als het (tijdelijke) 20 dienstverband eindigt. 0
2014 2013 2012 2011 inspectienorm De afgelopen jaren is het aantal flex-medewerkers substantieel toegenomen. De organisatie is echter in rustiger vaarwater terechtgekomen, studentenprognoses voor de Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 komende vier jaar laten geen grote veranderingen zien en ook het aantal contracten in de bedrijfsgroepen is teruggelopen. Om die reden is het onze ambitie om het aantal flexcontracten te vermin-
Personeel (peildatum 31 december) 2500 2000
2022 1602
1500
2010
1945
1937 1580
1610
1562
1000 500 0
2014
2013
2012
aantal medewerkers
600 8 500 7 400 6 5 300 4 200 3 100 2 10 0
2011
aantal fte
Dienstverband aantal medewerkers m/v VSV in % 576
553
330 181
181
131 50
Vast
vrouw 2013-2014
Vast
man 2012-2013
Tijdelijk
vrouw 2011-2012
20
Tijdelijk
man 2010-2011
(Assisterend) Onderwijsgevend personeel ROC van Twente Landelijk Ondersteunend en Beheerspersoneel
Aandeel ‘OP’ functies per salarisschaal in fte 573
600
deren en eerder over te gaan tot vaste aanstellingen. Dit zal bijdragen aan een hogere stabiliteit binnen de onderwijsteams en meer rechtszekerheid bieden voor medewerkers. Voor tijdelijke werkzaamheden zal een flexibele schil noodzakelijk blijven.
500 400
353
5.2 Focus op professionele ontwikkeling
300 200 100 0
72
49
17
5
7
8
4
1
1
9
10
11
64
LB
LC
LD
In deze grafiek zijn LIO niet meegenomen. Wel meegenomen zijn de functies volgens de PDD familie, als volgt gedefinieerd: trajectbegeleiders, onderwijsassistenten, (sr) instructeurs en (sr) docenten / (tc).
Leeftijdsopbouw in fte per 31-12-2014 1,2% 12,5%
15 < 25 jaar 25 < 35 jaar
40,2%
17,5%
35 < 45 jaar
De kwaliteit en effectiviteit van ROC van Twente staat of valt met de kwaliteit en professio naliteit van onze medewerkers. In onze strategienota Presteren met Plezier en Passie is dit vertaald in het motto de professionele lat gaat omhoog. Het uitgangspunt is dat onze medewerkers zich blijven ontwikkelen. Er is ook een professionele noodzaak om dat te doen: het vakgebied wijzigt, studenten veranderen, het onderwijs ondergaat aanpassingen en de samenleving stelt nieuwe eisen. Dat we onze medewerkers daarbij ondersteunen en hen stimuleren spreekt vanzelf. Presteren met Plezier en Passie lukt niet zonder hun ambities. De continue ontwikkeling van onze medewerkers is verankerd in de gesprekkencyclus. Dit is een belangrijk instrument voor verdere professionele ontwikkeling. De gesprekkencyclus wordt verderop inhoudelijk nader toegelicht. In het verlengde van Focus op Vakmanschap en als uitwerking van ons uitgangspunt de professionele lat gaat omhoog is er een Plan van Aanpak Professionele Ontwikkeling opgesteld dat namens de Minister door MBO15 is goedgekeurd. Het plan voorziet in een aantal concrete activiteiten op het gebied van scholing en ontwikkeling, maar ook het bevorderen van een professionele cultuur, versterken van onderwijskundig leiderschap en HR-beleid. Voor de uitvoering van dit plan zijn door de Minister extra gelden beschikbaar gesteld. Het plan heeft een looptijd tot 2015.
45 < 55 jaar 28,6%
55 jaar en ouder
Het Plan van Aanpak richt zich in eerste instantie op de professionele ontwikkeling van onderwijspersoneel waaronder examinering, taal/rekenen, ICT in het onderwijs en intervisie. Tevens richt het zich op kwaliteitsverbetering van het HR-beleid, verbeteren van de instroom routes voor nieuwe docenten en het professionaliseren van examenfunctionarissen.
55
Uit de monitoring van het Plan van Aanpak door MBO15 kwam naar voren dat we behoorden tot de voorhoede op het gebied van professionele ontwikkeling. Met drie andere ROC’s is in opdracht van MBO15 en onder leiding van De Argumentenfabriek gewerkt aan het beschrijven van drie fasen van professionaliteit bij mbo-scholen. Dit heeft geresulteerd in het boek ‘Weet, denk, doe’. Binnen onze instelling gebruiken we het boek om tot een norm voor een Twents Professioneel Team te komen. Een norm die leidend is bij verdere teamontwikkeling, met daarbij de ambitie van meer eigen verantwoordelijkheid van de onderwijsprofessionals voor de kwaliteit van het onderwijs.
56
Binnen het Plan van Aanpak is ook veel aandacht voor het vergroten van de professionele cultuur binnen ROC van Twente en het versterken van het onderwijskundig leiderschap. Er is een MD-traject voor directeuren en College van Bestuur. Voor de teammanagers wordt er door de ROC Academie diverse trainingen en bijeenkomsten georganiseerd, zoals: 9 teammanagers volgen de masteropleiding Onderwijskundig leiderschap, die zich richt op: onderwijsleiderschap, ondernemen, onderzoeken en reflecteren. 35 medewerkers maakten in 2014 gebruik van de lerarenbeurs. 20 maakten gebruik van de subsidie zij-instroom.
ROC Academie De ROC Academie heeft haar activiteiten op het gebied van scholing verder uitgebreid en daarbij voor een groot deel gebruik gemaakt van de kennis en didactische kwaliteiten van eigen ROC-medewerkers. In totaal zijn 78 verschillende soorten trainingen, workshops of overige
studiebijeenkomsten verzorgd, waar 2606 deelnemers (1236 medewerkers)* aan hebben deelgenomen. Het aanbod van de ROC Academie hield onder andere in: AMN Beleidsnotities schrijven Breinleren CGI Coaching Communicatietrainingen Covey Engels Examenconstructie/-deskundigheid Google Apps for Education / Ipads in het onderwijs Grip op je werkdruk Groepsdynamica Intervisie Lezingen o.a. door Emiel van Doorn, Jolien van Uden, Manon Ruijters Mindfulness Nederlands NLP basistraining Officetrainingen Ondernemend Onderwijs Passend Onderwijs Prezi Projectmanagement Rekenen SLB Social Media toepassingen Tijd voor iets anders Timemanagement Verbale en Fysieke Weerbaarheid
De deelnemers in het afgelopen jaar kwamen uit alle colleges en diensten van ons ROC. ROC Academie aantal aangeboden cursussen
2012
2013
2014
44
94
78
aantal deelnemers
1090
1948
2606
aantal medewerkers*
746
1081
1236
* Aantal medewerkers: aantal unieke medewerkers. Een aanzienlijk aantal medewerkers heeft namelijk verschillende cursussen gevolgd.
Scholing management en overige scholing De ROC Academie organiseert diverse trainingen en bijeenkomsten voor teammanagers: - facultatieve lezingenreeks - intervisie Ook het scholingsprogramma voor nieuwe medewerkers, zoals genoemd in de handreiking nieuwe medewerkers, is voortgezet. Op teamniveau is een start gemaakt met de registratie van geplande en gerealiseerde scholing per medewerker. Dit dient ter borging van ons scholingsbeleid, het optimaliseren van de inzet van de beschikbare middelen en het faciliteren van de medewerker bij het maken en onderhouden van zijn of haar portfolio. Er is een toename merkbaar van het aantal medewerkers dat een hbo bachelor of master is gaan volgen. Veelal wordt er gekozen voor een (tweede) lerarenopleiding, pedagogiek, de master Leren & Innoveren, de master SEN of de master Onderwijskundig Leiderschap. Ook de BVE/PDG-opleiding wordt vaak gekozen. In 2013 hebben ruim 20 collega’s het Maatwerktraject BVE met succes afgerond. Overzicht lerarenbeurs/zij-instroom - ± 30 medewerkers hebben gebruik gemaakt van de lerarenbeurs; bevoegde docenten die een professionaliseringstraject hebben gevolgd (dit kunnen meer medewerkers zijn daar wij alleen de medewerkers in beeld hebben waarvoor ook subsidie studieverlof is aangevraagd). - 25 medewerkers hebben PDG gedaan (18 met zij-instroomsubsidie en 7 zonder) - t wee medewerkers hebben verkort traject 2e graads lerarenopleiding gevolgd (met subsidie zij-instroom) - zes medewerkers hebben PDD (instructeurs diploma) gevolgd (zonder subsidie)
57
Gesprekkencyclus (en overzicht gevoerde gesprekken) ROC van Twente hecht veel waarde aan de gesprekkencyclus. De cyclus van doelstellings-, functio nerings- en beoordelingsgesprek wordt gemeten over een rapportageperiode van 3 jaar. De gesprekken stimuleren de interactie tussen medewerker en leidinggevende. De afspraken die gemaakt worden geven richting aan enerzijds de ontwikkeling van de medewerker en anderzijds over de doelen en resultaten die in het komende twee jaar door de medewerker zouden moeten worden gerealiseerd. De gesprekken en afspraken moeten bijdragen aan ons kerndoel, namelijk het geven van kwalitatief goed onderwijs. In 2014 is 68,74% van alle gesprekken gehouden. Bij de meting wordt geen rekening gehouden met verlies vanwege functiewisselingen leidinggevenden, nieuwe medewerkers of langdurig zieken. Ieder kwartaal vindt monitoring plaats op het aantal gehouden gesprekken. Dit is een onderdeel van de kwartaal rapportages. Daarnaast is het een vast onderwerp in de voor- en najaarsoverleggen van het College van Bestuur met de directeuren en teammanagers. In de meetperiode 2012-2013-2014 heeft 68,74% van de medewerkers 3 gesprekken of meer gehad.
58
Gesprekkencyclus
2012
2013
2014
35% 30%
31
25% 20% 15% 10%
24
21 14
22
16
22 15
17
5% 0%
Doelstellingsgesprek
Functioneringsgesprek
Beoordelingsgesprek
Er is een stijgende lijn in het aantal gehouden gesprekken waar te nemen. De cyclus is nadrukkelijk onderdeel van de kwaliteits- en collegeplannen en wordt per kwartaal gemonitord.
Regeling werkoverleg Vanaf april 2012 werkt ROC van Twente met de ‘Regeling Werkoverleg’. De ‘Regeling Werkoverleg’ is een onderdeel van het ‘Professioneel Statuut’ (PS). In het PS is de zeggenschap van onderwijs medewerkers en teams gewaarborgd. Het uitgangspunt van het PS is dat onderwijsmedewerkers zich in
teamverband actief intercollegiaal opstellen. Dit komt tot uiting in gestructureerd werkoverleg. In de regeling werkoverleg worden afspraken gemaakt over de wijze waarop de betrokkenheid van de professionele medewerkers, bij de totstandkoming van beleid op de terreinen waar hun beroepsuitoefening betrekking op heeft, wordt geregeld. In de regeling werkoverleg zijn afspraken vastgelegd over samenstelling, frequentie en inhoud van het werkoverleg. Hierbij is het uitgangspunt dat er een goede afstemming komt tussen de zeggenschap van de professionele medewerkers en medezeggenschap van de ondernemingsraad. In 2013 is de invoering van de ‘Regeling Werkoverleg’ positief geëvalueerd. In 2014 is actie ondernomen bij enkele achterblijvers.
Jong! Bij ROC van Twente werken ruim 400 jonge professionals (40-) in diverse disciplines en vakgebieden. Ieder van hen levert een bijdrage aan de ontwikkeling van ons ROC. Om jonge medewerkers de kans te geven een netwerk op te bouwen, bekend te worden met de verschillende disciplines en zich persoonlijk te ontwikkelen binnen ROC van Twente, is in 2011 het jongerennetwerk ‘Jong! ROC van Twente’ opgericht. Per jaar zijn enkele bijeenkomsten met externe gasten over actuele onderwerpen als: • sociale media; • pedagogisch tact; • puberbrein; • generatieverschillen en generatieleren; • etc. Maar ook gaat Jong! jaarlijks in gesprek met het College van Bestuur. Zo’n 16 collega’s nemen dan deel aan
een ronde-tafel-sessie, waarin diverse thema’s worden besproken. Naast de inhoudelijke bijeenkomsten vindt er eenmaal per jaar een Jong! ROC van Twente-diner plaats bij de collega’s van de Cas Spijkers Academie. Opbrengsten: - uitwisseling docenten en medewerkers ondersteuning; - klankbordsessie met College van Bestuur; - kennisdeelsessies voor medewerkers, zoals Puberbrein, Generatiekloof, enz.; - ontwikkeling NiCo-route (route voor nieuwe collega’s).
Nieuw en Ervaren Een deel van een ingesteld ‘Innovatiebudget’ bestaat uit extra middelen om te voorzien in een inwerkprogramma voor nieuwe docenten waarbinnen overdracht plaatsvindt door de vertrekkende – ervaren – docent. Het project biedt de mogelijkheid om ervaren docenten maximaal 6 maanden voor hun vertrek al te vervangen.
• er is vertrouwenswerk (zie pagina 96); • er is, gezien de actualiteit, extra aandacht voor het thema Sociale Veiligheid; • er is specifieke aandacht voor verzuimpreventie en duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Zie ook Huisvesting / Arbo en veiligheid (pagina 73).
Verzuim onder de landelijke norm (ontwikkeling per kwartaal)
Ontwikkeling verzuim per kwartaal 5,60% 5,37%
5,40% 5,20%
5,12%
5,35%
5,24%
5,14% 5,01%
5,07%
59
4,98%
5,00% 4,80%
5.3 Arbobeleid Ons Arbobeleid is gericht op het realiseren van veilige locaties waar het goed werken en leren is. In dit kader hebben we de volgende voorzieningen: • er is een arboadviescommissie per locatie; • er zijn twee centrale preventiemedewerkers; • er worden regelmatig Risico- Inventarisaties en Evaluaties (RI&E’s) gehouden. Op grond hiervan worden verbeteringen via een plan van aanpak uitgevoerd. Op alle grote locaties is een RI&E uitgevoerd en een plan van aanpak tot verbetering opgesteld. Er is een begin gemaakt om op de kleine(re) locaties ook een RI&E uit te voeren.
4,60% kw1
kw2
kw3
2013
kw4
kw1
kw2
kw3
kw4
2014
De grafiek is gebaseerd op voortschrijdende cijfers (dus een berekening per kwartaal over een heel jaar) in plaats van afzonderlijke cijfers per kwartaal.
Daarna is het cijfer tot en met kwartaal drie 2013 licht gaan stijgen tot 5.37. Hierna is de daling weer ingezet en zijn we in kwartaal vier rond de 5% gebleven. Dit is mede het resultaat van een actief verzuim- en gezondheidsbeleid. In dit beleid is ook veel aandacht voor gezondheidsbevordering en verzuimpreventie. Het aanbieden van de Vitaliteitscan aan medewerkers is daar een voorbeeld van.
Fit in je loopbaan ROC van Twente wil een gezonde, vitale en veilige school zijn voor zowel studenten als voor medewerkers. Gezonde studenten en medewerkers dragen bij aan een beter leer- en werkklimaat. Dat leidt tot betere prestaties en een hogere tevredenheid. In 2011 is gestart met het programma ‘Fit in je loopbaan’ dat gericht is op preventie en duurzame inzetbaarheid. In de afgelopen jaren is een integrale benadering opgebouwd met specifieke aandacht voor de BRAVO-thema’s: meer Bewegen, niet Roken, matig met Alcohol, gezonde Voeding, goede Ontspanning en aandacht voor Ontwikkeling. Medewerkers kunnen deelnemen aan diverse bewegings- en sport activiteiten, maar ook aan een Vitaliteitscan waarin de Workability index (WAI) is opgenomen. Dit jaar is besloten om de Vitaliteitsscan te blijven aanbieden. Dit betekent dat jaarlijks een derde van onze medewerkers kan deelnemen en dus elke drie jaar ‘op herhaling’ kan. Verder worden via de ROC Academie cursussen aangeboden als Stoppen met Roken en stressreductietrainingen als Mindfulness. Tijdige begeleiding naar een andere functie en een actief re-integratiebeleid maken eveneens deel uit van dit programma. Voorts is de gesprekkencyclus er ook op gericht om het onderwerp ‘Fit in je Loopbaan’ met medewerkers te bespreken.
60
‘Fit in je loopbaan’ komt voort uit het in 2009 gestarte ‘Masterplan Bewegen en Sport’, waarin Studentensport, Bedrijfssport, Topsport, NK’s voor het mbo en leefstijltesten zijn opgenomen.
Gezonde school Op een van onze nieuwste locaties is het project Gezonde School 2.0 gestart wat tot doel heeft alle activiteiten op het gebied van gezondheid en vitaliteit die ROC-breed ontwikkeld zijn op één locatie ten uitvoer te brengen. Er wordt gewerkt aan een samenhangend pakket en een integrale benadering van gezondheid, vitaliteit en veiligheid voor studenten en medewerkers.
5.4 Medewerkerstevredenheid en -betrokkenheid In de strategienota voor de periode 2012-2015 ‘Presteren met Plezier en Passie’ wordt ingegaan op de indicatoren aan de hand waarvan ROC van Twente de komende jaren verantwoording zal afleggen over de prestaties. Een van die indicatoren is de mate waarin onze medewerkers tevreden zijn over en betrokken zijn bij hun werk, hun team en hun organisatie. Het meest recente tweejaarlijkse onderzoek onder medewerkers vond plaats in 2013. Een relatief hoge respons van 79,3% toont de betrokkenheid van medewerkers. De algehele tevredenheid is met
een 7,6 hoog ten opzichte van Benchmark MBO en betekent bovendien een stijging van 0,3 punt ten opzichte van de vorige meting. Naar aanleiding van de uitkomsten van het MTO stelde het College van Bestuur de volgende drie concern brede verbeterpunten vast: 1. De arbeidsomstandigheden: het klimaat. 2. Teamvorming en aanspreken. 3. Professionele ontwikkeling en waardering. Dit gaf een positieve stimulans om door te gaan op de eerder ingeslagen weg om de kracht van teams en de bijbehorende professionele cultuur te versterken. Op een aantal punten zijn ROC breed gerichte acties ondernomen op het gebied van arbeidsomstandigheden. Zo is er een programma gestart om werkdruk te verminderen en om verbeteringen in het klimaat (temperatuur beheersing, luchtcirculatie etc) op onze locaties door te voeren. Borging van de verschillende verbeterpunten gebeurt onder andere via de voor- en najaarsoverleggen tussen College van Bestuur en de verschillende (MBO) Colleges. Medio april 2015 zal er wederom een medewerkers tevredenheidsonderzoek plaatsvinden. Net als voorgaande jaren wordt de enquête uitgezet via het onafhankelijke bureau Effectory.
5.5 Organisatieontwikkeling Het project ‘Technische Teams van de Toekomst’ is in de afrondende fase van een driejarig experiment. We kijken terug op een succesvolle samenwerking tussen ROC van Twente en de Hogescholen Saxion en Windesheim bij
61
de invoering van een Educatieve Minor waarin techniekstudenten via de minor de bevoegdheid BVE behaalden. Op deze wijze hebben we techniekstudenten aan het begin van hun loopbaan in de techniek al kunnen interesseren voor het lesgeven in het mbo. Het experiment wordt afgesloten met een vervolgmeting via de professionaliteitsscan zodat de vorderingen van zes technische teams in beeld worden gebracht. Tevens maakt een afsluitend onderzoek van het ECBO deel uit van de afronding begin 2015. Na een aantal jaren heeft de functie van seniordocent/teamcoördinator meewerkend docent met leiding gevende taakelementen zich ontwikkeld tot die van teammanager. Via dialoogsessies zijn de meningen van circa 150 docenten, leidinggevenden en OR leden leidend geweest voor het besluit dat waarborgen biedt voor de blijvende betrokkenheid op de onderwijspraktijk en eisen stelt aan onderwijskundig leiderschap. De entreeopleiding is in eerste instantie gestart onder regie van één directeur die de beschikking had over docenten van alle betrokken MBO Colleges. In praktijk bleek dat de samenhang daardoor onder druk kwam waardoor de organisatievorm is bijgesteld. Thans wordt gewerkt met twee varianten die in 2016 worden geëvalueerd waarna voor één model wordt gekozen.
62
De wijziging van de kwalificatiedossiers heeft geleid tot een herordening van de portfolio, waarbij opleidingen anders worden gegroepeerd. De veranderingen worden doorgevoerd in 2015 en 2016. Door de afbouw van de verplichte winkelnering bij de besteding van de WEB-budgetten is de formatie van Educatie verder gekrompen. Volgens een eerder vastgesteld scenario is de bovenformativiteit volledig binnen enkele maanden binnen de bestaande formatie opgevangen. De krimp van Educatie is aanleiding geweest samen te gaan met het MBO College voor Oriëntatie & Ontwikkeling. De dienst Onderwijs & Kwaliteitszorg is gesplitst in een deel dat zich richt op strategische beleidsvorming en onderwijskwaliteit enerzijds en een Service- & Adviescentrum voor de MBO Colleges met een hoge diversiteit van expertises. In het met instemming van de OR vastgestelde meerjarenformatiebeleid zijn uitgangspunten geformuleerd rond een aantal ratio’s: Verhouding LB/LC, ondersteunend/pedagogisch-didactisch personeel, docent/ student. In de uitwerking zal dit leiden tot een geleidelijke verschuiving ten gunste van het percentage docenten binnen het personeelsbestand. De gebruikelijke LC functie van docent met extra taken wordt komende jaren via natuurlijk verloop afgebouwd tot 25%. Tegelijkertijd wordt voorzien in een opbouw van een functie op LC niveau van eveneens 25% waarin juist de waardering van extra kwaliteit op het gebied van lesgevende taken tot uitdrukking wordt gebracht.
Het komen tot een zorgvuldige transparante beoor delingssystematiek op grond waarvan die extra waardering kan worden vastgesteld, wordt komend jaar voorbereid. Besluitvorming over de invoering van het gestructureerd vragen van feedback op de lessen bij studenten via docentenevaluaties is afgerond. Tevens is besloten tot de ontwikkeling van een 360° feedbacksysteem voor alle medewerkers om zo de gesprekkencyclus kwalitatief te versterken. Zo wordt invulling geven aan een hogere professionele lat en worden medewerkers verder uitgedaagd om hun talenten te tonen.
5.6 A rbeidsmarktcommunicatie / werken bij ROC van Twente Er is extra gerichtheid op het anticiperen op de ontwikkelingen op de (in- en externe) arbeidsmarkt. Deze pro actieve benadering maakt het mogelijk onze arbeidsmarktpositie te versterken. Dat is noodzakelijk om ook bij de eventuele krapte op de arbeidsmarkt en de uitstroom van medewerkers op grond van leeftijd, goed gekwalificeerd personeel te kunnen blijven aanstellen. Onze participatie in werkgeversnetwerken is erop gericht om de mobiliteit van medewerkers op de Twente arbeidsmarkt te vergroten. Via deze netwerken bevorderen we ook de deelname aan stages en detacheringen. Op de interne arbeidsmarkt van ROC van Twente is de mogelijkheid toegevoegd om te ruilen van werkplek. Dit om het eigen initiatief van medewerkers te stimuleren. Ook is er een project geweest (jouw baan/mijn baan) waarbij de ondersteunende diensten op de dag van de leraar mee konden helpen in de klas. Het ROC is deelnemer aan het regionale initiatief de Loopbaanvierdaagse, waarbij gekeken kan worden of het gras bij de buren groener is. P&O heeft in 2014 wederom met succes deelgenomen aan de Banen- en loopbaanbeurs. Onder de ruim 3500 bezoekers waren veel mensen die belangstelling hebben voor werken bij ROC van Twente. Op grond daarvan is besloten ook de komende jaren aan deze beurs deel te nemen. In totaal heeft ROC van Twente 263 vacatures gesteld, waarvan er 184 in de categorie OP vielen en 79 in OBP. De meest voorkomende kanalen waarlangs vacatures zijn gesteld, zijn de website van ROC van Twente en de social
media voor externe kandidaten. In 2014 is wederom een gezamenlijke personeelsadvertentie in dagblad Tubantia geplaatst, waarin ruim 30 vacatures werden gepresenteerd.
Aantal vacatures OP / OBP in 2014 100 90 80 70 60 50 40 30 20
63
10 0
jan
feb
mrt
apr
OP (totaal 184)
mei
jun
OBP (totaal 79)
jul
aug
sep
okt
nov
dec
OP: instructeur, (sr) docent, teamcoördinator OBP: overige medewerkers
De komende vier jaar ligt het zwaartepunt op de vacatures voor docenten wiskunde/rekenen, economie, Nederlands en Engels.
Introductiebijeenkomsten Naar aanleiding van eerdere informatieve introductiebijeenkomsten, is er een nieuwe impuls aan deze bijeenkomsten voor nieuwe medewerkers gegeven. De huidige opzet is kleinschaliger (en daardoor frequenter) en persoonlijker. Samen met het College van Bestuur gaan een 25-tal nieuwe medewerkers aan tafel om aan de hand van een spel op informele wijze kennis te maken met ROC van Twente als organisatie en werkgever.
5.7 Formatieplanning / strategie ROC van Twente heeft een meerjarenformatieplan en stelt dit jaarlijks bij. Dit is een onderdeel van de planning & control cyclus. Het meerjarenformatieplan wordt afgeleid van de meerjarenstudentenprognose en houdt rekening met de meerjarenbegroting. Op die manier wordt sturing gegeven aan het tijdig onderkennen van mogelijke formatieve risico’s voor de continuïteit. In het verslagjaar is het meerjarenformatieplan voor de periode 2015-2018 opgesteld. In het meerjaren formatiebeleid wordt naast het hanteren van vastgestelde interne uitgangspunten voor de formatie, ook rekening gehouden met landelijke en regionale ontwikkelingen die invloed (kunnen) hebben op de toekomstige formatiebehoefte. Het meerjarenformatiebeleid is in 2013 geformuleerd voor de komende jaren en in 2014 zo goed als ongewijzigd voortgezet. De conclusie is dat ROC van Twente in de nabije toekomst geen grote knelpunten verwacht in de formatie planning; de organisatie houdt rekening met de uitstroom in de komende jaren en hanteert een flexibele schil tussen 5 en 15% om fluctuaties in formatiebehoefte op te kunnen vangen.
64
Mobiliteit ROC van Twente voert een proactief mobiliteitsbeleid ter voorkoming van boventalligheid. We slagen er met behulp van de verschillende instrumenten in het aantal medewerkers dat instroomt in sociale verzekeringswetten, zo laag mogelijk te houden. Goed werkgeverschap betekent voor ons in de eerste plaats ‘investeren’ in mensen. Ons beleid is dan ook gericht op professionele ontwikkeling van medewerkers en een juiste match tussen mogelijkheden en werkzaamheden. Naast een gericht plan voor verdere professionele ontwikkeling, zijn wij gericht op duurzame inzetbaarheid. Dit is in overeenstemming met het overheidsbeleid, dat gericht is op arbeids participatie, langer doorwerken, effectieve re-integratie en op trajecten van-werk-naar-werk. Het in voorgaande jaren ingezette specialisme voor Loopbaan & Ontwikkeling heeft een impuls gegeven aan de facilitering van medewerkers om meer eigen regie te nemen bij hun eigen loopbaan. Daarnaast zijn in samenspel tussen een Personeelscommissie, leidinggevenden en betrokken medewerkers oplossingen gevonden om snel te anticiperen op ontwikkelingen in de interne arbeidsmarkt en vraag en aanbod van functies en medewerkers goed op elkaar af te stemmen.
Resultaten 2014 • 18 medewerkers zijn aangemeld bij de personeelscommissie. • 22 medewerkers zijn in 2014 weer in de reguliere sterkte opgenomen. • Daarnaast zijn in het tweede kwartaal 14 mede werkers van het College voor Educatie als bovenformatief aangemerkt, waarvan er in hetzelfde kwartaal 10 zijn herplaatst. De overige 4 zijn binnen het reguliere proces van de personeelscommissie opgenomen. • 73 medewerkers hebben een gesprek met de loopbaanadviseur gehad.
Uitkeringen In 2014 ontvingen in totaal veertien (oud-)medewerkers een WW-uitkering, een bovenwettelijke WW-uitkering of een samenloopuitkering WAO/WW. Binnen dit aantal van veertien zijn vijf uitkeringen beëindigd en vijf nieuwe ontstaan. Het totale bedrag dat hiermee is gemoeid, bedraagt € 134.626,-. Elf medewerkers hebben een IVA uitkering gekregen in 2014 en drie medewerkers een WGA uitkering.
6. Aansluiting Onderwijs Arbeidsmarkt wents Arbeidsmarktperspectief T 2020 In 2013 is Regio Twente een prestatieovereenkomst aangegaan met ROC van Twente voor een aantal projecten die deel uitmaken van het uitvoeringsprogramma ‘Met dynamiek aan het werk’, de uitwerking van het strategisch kader Twents Arbeidsmarktperspectief 2020 en Dynamisch Vakmanschap. Dit uitvoerings programma heeft een looptijd van vier jaar. In de prestatieovereenkomst zijn de volgende projecten opgenomen: • Startersondersteuning ROZ Twente • Startersondersteuning Centrum voor Jong Ondernemerschap • Ondernemerschap en ondernemendheid, ROC van Twente • Leerlingbouwplaats 2.0 • Participatielijnen • Zorg en Technologie • Regiovisie
65
Voortgang volgens ‘stoplichtmodel’ Startersondersteuning ROZ Twente
De participatielijnen
Het verzorgen van 25 begeleidingstrajecten richting de start van een eigen bedrijf. Het laten starten van 13 ondernemers in de kansrijke sectoren zoals geformuleerd in de HCA.
Het Twentse bedrijfsleven, de Twentse instellingen en het mboonderwijs zijn duurzaam in dialoog met elkaar zodat er voldoende mensen worden opgeleid om te kunnen voldoen aan de vraag van het bedrijfsleven. Aan de pilots hebben 50 mensen deelgenomen met een relatieve afstand tot de arbeidsmarkt en 15 deelnemers aan de pilot hebben aansluitend werk gevonden.
Startersondersteuning Centrum voor Jong Ondernemerschap Er wordt uitgegaan van deelname circa 20 deelnemers aan dit initiatief voor eind 2014. Dit kunnen deelnemers uit Rijssen-Holten zijn, maar ook vanuit de (sub) regio is deelname denkbaar en de bedoeling. Project Ondernemerschap in het onderwijs
66
Voortgang volgens ‘stoplichtmodel’
- 5 individuele studenten per jaar begeleiden i.v.m. opstarten eigen onderneming - 10 studentenbedrijven per jaar begeleiden - 1 leergang ondernemen (ZZP) voor alumni - ondernemendheid bevorderen bij 500 studenten Leerlingbouwplaats 2.0 Gedurende de looptijd van het project zullen minimaal 25 leerlingen bij het project betrokken zijn. Het precieze aantal is afhankelijk van het niveau van de leerlingen en hun opleiding. Het realiseren van een bouwplan als het Centrumplan Daarlerveen kent een aantal beoordelingsmomenten voor de leerlingen in het kader van hun opleiding. Afhankelijk van de voortgang van de bouw en hoe ver de leerlingen in hun opleiding zijn, wordt door de opleidingsbedrijven bepaald welke leerlingen er worden ingezet voor het project. Regionale Banen- en Loopbaanbeurs Het organiseren van een regionale beurs waarbij de 3 O’s vertegenwoordigd zijn om de beroepsbevolking in Twente (te verwachten bezoekersaantal = 5500): te informeren over de mogelijkheden van Leren en Werken, het vacatureaanbod te presenteren, informatie en advies te geven, workshops aan te bieden, in gesprek te laten gaan over het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt.
Regiovisie -5 0 jong volwassenen worden doorverwezen naar opleidingen met potentie op Twentse arbeidsmarkt - Maandelijkse overzichten met stand van zaken - 1 centraal coördinatie/meld punt Zorg en Technologie -T rainings- en opleidingsruimte voor participerende instellingen wordt gebruikt door nieuwe toekomstige of zittende medewerkers - Nieuw opgeleide technische zorgmedewerkers - Een living lab Communicatie Vanuit deze middelen wordt alles betaald wat met communicatie voor het uitvoeringsprogramma “Met dynamiek aan het werk” voor TWAM2020 te maken heeft. Programmamanagement ROC van Twente heeft de opdracht voor het programmamanagement aangenomen voor die projecten waar het de leidende partner is. Overige projecten worden door de Regio Twente of de door haar aangewezen partij gemonitord.
Niet gerealiseerd
Deels gerealiseerd
In ontwikkeling
Totaal gerealiseerd
Twenteboard De Twenteboard, bestaande uit vertegenwoordigers van bedrijfsleven, onderwijs- onderzoeksinstellingen en overheden in Twente heeft op 12 december het actieplan ‘Twente Werkt!’ opgesteld. Dit actieplan behelst vijf actielijnen die betrekking hebben op respectievelijk de versterking van de HTSM-sector, de groei van het MKB in onze regio, de nieuwe bedrijvigheid, de duurzame arbeidsmarkt en werk door investeringen. Als ROC van Twente zullen wij dit jaar een bijdrage leveren aan de actielijn Duurzame Arbeidsmarkt, waarbij we er onder meer naar streven 250 werkzoekenden in Duitsland aan een baan te helpen. Ook willen we via deze actielijn de onnodige bureaucratie te lijf gaan: werkzoekenden en werkgevers moet zonder tussen komst van UWV en werkgevers elkaar snel kunnen vinden. Dit gaan we realiseren onder het motto ‘Werkplein 2.0’ realiseren.
Leerwerkloket Het Leerwerkloket Twente is in oktober 2010 ontstaan vanuit het samenwerkingsverband in Twente. De opdracht tot effectuering is door het Platform Onderwijs Werk en Inkomen bij de partners UWV en ROC van Twente neer gelegd. Een samenwerkingsverband waarin met verschillende culturen en verwachtingen wordt samengewerkt. Het Leerwerkloket kan de synergie van de partners die een bijdrage leveren aan het Leerwerkloket overbruggen. De dienstverlening van het Leerwerkloket, gericht op de klanten van UWV, de klanten van Werkplein Twente, is de afgelopen jaren voor 90% ingezet voor de doelgroep van de gemeenten en voor 10% voor de UWV- doelgroep. In 2014 bijvoorbeeld werden 1100 adviesgesprekken gevoerd, 300 onderwijstrajecten ingezet en is op verschillende plaatsen en voor heel diverse doelgroepen voor lichting georganiseerd.
Vanaf september 2014 participeert AOC-Oost ook in de dienstverlening en draagt via cofinanciering bij aan het LWL. De gemeente Enschede heeft tot nu toe indirect, een financiële bijdrage aan het Leerwerkloket geleverd middels financiering vanuit de WEB en “oude scholingsmiddelen”. Het Leerwerkloket is voor 2014 - 2016 meegenomen in de regionale ESF aanvraag in de arbeidsmarktregio. ‘Investeren in kennis loont’ De stuurgroep heeft in 2014 toegewerkt naar een Position Paper Leerwerkloket Twente’ met de titel ‘Investeren in kennis loont’. Dit om de dienstverlening van het Leerwerkloket Twente structureel en duurzaam in te bedden in de ketensamenwerking tussen ROC van Twente, AOC Oost, UWV, en de 14 Twentse gemeenten.
Samenwerking met het bedrijfsleven De samenwerking tussen MBO Colleges en bedrijfsleven/ non-profitorganisaties heeft in 2014 onder meer geleid tot: - De pilot waarin het MBO College voor Oriëntatie & Ontwikkeling samen met Asito een groep van 29 schoonmaakmedewerkers heeft opgeleid. Tijdens deze facilitaire opleiding op niveau 1 hebben de studenten geleerd om veilig en ergonomisch te werken. Asito heeft de schoonmaakkrachten samen met ROC van Twente een opleiding willen bieden die niet alleen schoonmaak in zich heeft. Ook onderwerpen als de Nederlandse taal, rekenen en maatschappelijke oriëntatie komen aan bod. Hiermee behaalt de medewerker niet alleen een erkend schoonmaakvakdiploma, maar ook een officieel mbo-diploma. Een startpunt voor verdere ontwikkeling. - De intentieverklaring om tot een Twentse Zorgacademie te komen. In deze TZA zullen onderwijs, non-profitorganisaties en bedrijfsleven samen gaan werken. Zo kunnen burgers samen met studenten laagdrempelig kennismaken met nieuwe technieken, die onder andere het zelfstandig blijven wonen ondersteunen en zorg personaliseren. De Twentse Zorgacademie is een samenwerkingsverband van allerlei bij zorg, onderwijs en domotica betrokken partijen: Livio, Loohuis Installatietechnieken B.V., Loohuis Communicatie en IT B.V., Loohuis Beveiliging en Domotica B.V., Gemeente Enschede, Roessingh Research and Development, Saxion en ROC van Twente. Daarnaast leveren diverse Twentse leveranciers en organisaties een bijdrage in de vorm van producten, technologie, communicatie en beveiliging. Studenten in de zorg, welzijn, techniek en bouw kunnen een stageplaats krijgen bij de TZA. Ook biedt de samenwerking burgers de kans te leren omgaan met technologie. Daarnaast kunnen verzorgenden, verpleegkundigen, vrijwilligers en mantelzorgers kennismaken met en geschoold worden in de modernste technieken en technologieën.
67
- Samenwerking leerbedrijven Techniek. TechWise Twente: TechWise Twente brengt techniek, innovatie, onderwijs en bedrijfsleven bij elkaar. Verschillende organisaties vanuit de regio Twente hebben hun krachten gebundeld om meer mensen enthousiast te krijgen voor leren en werken in de technische branche. TechWise Twente is een Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) waarbinnen onder nemers, wetenschappers, docenten en studenten samen werken aan het bevorderen van de kwaliteit van het technisch onderwijs. Deze publiek-private samenwerkingsverbanden richten zich op de topsector High Tech Systems en Materials (HTSM) die in de regio Twente sterk vertegenwoordigd is. De landelijke Centra voor Innovatief Vakmanschap zijn onderdeel van Toptechniek in bedrijf. De verschillende partijen benadrukken dat de kracht van het project zit in de samenwerking tussen de partners binnen onderwijs, overheid en bedrijfsleven. De bij dit project betrokken partners vanuit het bedrijfsleven zijn: Eaton, Niverplast, Voortman Automatisering, Norma, Safan, Schuitemaker, Teunis, Aebi Schmidt Nederland en IMS (WWINN). Verder doen mee: ROC van Twente, Stodt, SMEOT, REMO, Technologie Kring Twente, Uneto VNI, OBM Twente BV, Kenteq, Saxion en VMO.
68
Ondernemendheid en Ondernemerschap in ROC van Twente Ondernemerschap/ondernemendheid richt zich op drie perspectieven: 1. Ondernemerschap/ondernemendheid in de opleiding. 2. Ondernemende student/de student als ondernemer. 3. ROC van Twente als ondernemende werkgever en partij. De hierboven genoemde drie perspectieven hebben geleid tot ideeën, voorstellen en concrete activiteiten die betrekking hebben op het bevorderen van een ondernemende cultuur binnen ROC van Twente. Het gaat hierbij om zowel ‘business gedreven’ activiteiten voor en door studenten als wel om het bevorderen van een ‘ondernemende attitude’ van personeel en studenten. Kernwoorden hierbij zijn: flexibiliteit, initiatiefrijkheid, kansen zien en (aan)pakken en een externe oriëntatie. Deze cultuur zal zijn uitwerking moeten hebben op HRM-beleid. Actieve studentbedrijven onder en met begeleiding van ROC ROC van Twente wil studenten in een labomgeving de gelegenheid bieden om, volgens een onderwijskundig concept te starten met een eigen bedrijf, dan wel zich daarop voor te bereiden. Deze realisatie van studentbedrijven wordt o.a. uitgevoerd in samenwerking met bedrijfsadviseurs van het ondernemerscentrum H164 c.q. het ROZ.
In 2014 waren ruim 175 studenten vanuit diverse MBO Colleges actief in studentbedrijven. Inmiddels hebben een kleine twintig studenten het geleerde benut. Zij runnen na het behalen van hun diploma hun eigen bedrijven en met succes. Activiteiten gericht op ondernemerschap/ondernemendheid: Er zijn diverse leergangen voor alumni van ROC van Twente ontwikkeld: - Leergang Ondernemen doe je zo - Leergang Ondernemen in de bouw doe je zo - Leergang Ondernemen in de zorg - Masterclass Ondernemerschap (in 51 gevallen afgesloten met het Europese examen EBC*L) In totaal namen bijna 280 studenten en alumni deel aan de trajecten. ROC Stars: studenten laten schitteren De creatieve opleidingen van ROC van Twente hebben hun krachten gebundeld in het productiehuis ROC-Stars. Studie projecten in opdracht van het bedrijfsleven. ROC Stars Agency: impresariaat voor jong podiumtalent ROC Stars Agency verwerft opdrachten voor eenmalige (podium)optredens voor studenten van de opleiding Artiest. De artiesten in opleiding worden door het Agency begeleid en gedetacheerd. Daarnaast fungeert het Agency als stageplaats voor de Artiesten in opleiding. Boekingen verrichten, offreren, bevestigen en organisatorisch begeleiden en afhandelen alsmede de financieel/fiscale afhandeling ervan behoren tot het takenpakket van het Agency. Week van het Ondernemen Ruim 240 studenten namen in 2014 deel aan de Masterclasses Ondernemerschap voor studenten van het ROC als
voorbereiding op de Week van het Ondernemen 2014, waaraan 300 studenten en docenten deel namen. In 2015 vindt opnieuw een Week van het Ondernemen plaats.
Euregio: Interreg V (2014-2020) Op dit moment worden er incidenteel stages uitgevoerd bij Duitse bedrijven en instellingen in de Euregio. Contacten zijn opgebouwd vanuit meerdere branches met Berufskollegs, Instellingen en bedrijven. In het kader van het Euregionale subsidieprogramma – Interreg V – dienen zich echter nieuwe euregio nale kansen aan. Ontwikkelingen binnen de branches (stijgende vraag in Duitsland, bijvoorbeeld in de kinderopvang, en verpleging, maar ook het tekort aan vakkrachten in bijvoorbeeld technische bedrijven) zijn aanleiding om grensoverschrijdende mogelijkheden beter te gaan benutten. De regionale arbeidsmarkt-onderwijs agenda ‘Twente Werkt!’ stuurt – met name om de stijgende werkloosheid (NL) tegen te gaan – ook nadrukkelijk op deze nieuwe kansen. Duidelijk is dat hier belangrijke uitdagingen liggen, niet alleen voor het onderwijs, maar ook op bestuurlijk en politiek niveau, wat betreft het afstemmen van wet- en regelgeving (minimumloon, zorgverzekering, werkloosheids- en pensioensregelingen, etc.) en voor het beroepsonderwijs de diploma-erkenningsvraagstukken. ROC van Twente is doende om met onderwijspartners (Deltion College, Graafschap College), de Regio Twente, Regio Achterhoek, het programmamanagement van de Euregio een stevige basis te leggen voor een structureel grensoverschrijdend initiatief onder Interreg V: de Lerende Euregio Noord. Het aanbieden van keuzedelen, waarin Duits, interculturele ontwikkeling en beroepsgerichte oriëntatie centraal staan, het bieden van gezamenlijke deelopleidingen bij Duitse onderwijspartners en bpv bij bedrijven en instellingen in de Euregio maken deel uit van de ambities. Het streven is in elk geval om o.a vanuit de ontwikkelingen op het grensvlak beroepsonderwijs / arbeidsmarkt tot succesvolle concrete acties te komen. Een voorbeeld daarvan is het concept Euregionale bbl-opleiding uit de Twente Werkt! Agenda*. In de brede beleidsnotitie ‘Internationalisering ROC van Twente (2011 - 2015)’ zijn de internationale activiteiten gedefinieerd vanuit de perspectieven: student, docent en onderwijsteam. Meer hierover en over de daaruit voortkomende internationaliseringsactiviteiten leest u in paragraaf 2.6 ‘Internationalisering’ op pagina 32.
* Twente Werkt!; Actielijn 3 het bieden van reëel perspectief op arbeid; activiteit d: Arbeidsmarktoffensief in Duitsland met behulp van de marktsector
69
7. Huisvesting & ICT
70
7.1 Huisvestingsbeleid ‘Een goed Fundament’ Het Meerjaren huisvestingsplan 2014-2018 is in 2014 concreet ten uitvoer gekomen. De extra uren in het kader van Focus op Vakmanschap zijn conform de ambitie gerea liseerd binnen de bestaande eigendoms- en huurlocaties. Hiertoe is de bezetting en benutting verder geoptimaliseerd, bijvoorbeeld door een betere spreiding van contact uren over periodes in het onderwijs en betere benutting van de beschikbare capaciteit van 8.30 tot 17.30 uur. In Rijssen is het opleidingsaanbod verbreed met opleidingen van het MBO College voor Commercie & Ondernemen. Hiervoor zijn op een bestaande huurlocatie enkele extra ruimtes gehuurd. In Zwolle hebben wij de huurlocatie bij Deltion verruild voor een huurlocatie bij IT Performance House. De samenwerking met branchepartners heeft in Enschede geresulteerd in het delen van de opleidingslocatie van SBB voor de bouwopleidingen, een scholingslocatie voor stratenmakers in de winterperiode in Holten en mede gebruik van de locatie van de Schilders^sCool in Hengelo voor de schildersopleidingen. De huurlocatie Hazemeijer Hengelo voor de opleidingen Podium- en Evenemententechniek is opgezegd en zal per augustus 2015 worden verlaten. Het onderwijs verhuist grotendeels naar de eigendomslocatie Wierdensestraat in Almelo. De nieuwe Entree-opleidingen zijn in 2014 gestart op de goed bereikbare bestaande locaties van ROC van Twente verspreid over het verzorgingsgebied. Binnen de locaties heeft een herverdeling van ruimtes tussen de (MBO) Colleges plaatsgevonden, waardoor een verdere optimalisatie van gebruik is bereikt. Het huisvestingsbeleid zal de komende jaren verder ten
uitvoer worden gebracht, waarbij aan de hand van ratio’s een evenwichtigere verdeling van ruimtes tussen de verschillende (MBO) Colleges zal worden gerealiseerd. Mede door de acties volgend uit het huis vestingsbeleid zijn de huisvestingslasten, waaronder de afschrijvingen van gebouwen en de financieringslasten, in 2014 gedaald met € 671.000,- ten opzichte van 2013 (van € 22.279.000,- naar € 21.608.000,-).
7.2 Facilitaire zaken Klimaat In 2013 wees het Medewerkerstevredenheidsonderzoek uit dat het klimaat op de locaties niet als goed werd ervaren. Vervolgens is hier nader onderzoek naar gedaan. Op basis van de rapportages van dit onderzoek zijn in 2014 gerichte maatregelen genomen om het klimaat op de locaties te verbeteren. Hiertoe is op diverse plaatsen CO2-gestuurde ventilatie aangebracht evenals aanvullende voorzieningen voor koeling/verwarming. Ook in 2015 zal het klimaat nauwgezet gemonitord worden en zullen waar nodig aanvullende maatregelen worden getroffen om het klimaat verder te verbeteren. Energieteam Door concrete maatregelen van het energieteam zoals het aanbrengen van tourniquetdeuren op de locatie Gieterij in Hengelo en aanpassen van diverse installaties zijn wederom forse extra besparingen gerealiseerd op energiekosten. Locatie Hengelo, Gieterij Almelo, Wierdensestraat Almelo, Sumpel Hengelo, Gieterij Almelo, Wierdensestraat Almelo, Sumpel Hengelo, Gieterij Almelo, Wierdensestraat Almelo, Sumpel Hengelo, Gieterij Almelo, Wierdensestraat Almelo, Sumpel
Jaar 2011 2011 2011 2012 2012 2012 2013 2013 2013 2014 2014 2014
Minder verbruik elektra* 17% 11% 8% 20% 20% 18% 29% 19% 21% 32% 23% 23%
Minder verbruik gas/warmte* 46% 33% 17% 39% 21% 20% 46% 12% 12% 63% 39% 22%
* Besparing t.o.v. 2010 in de grootste drie eigendomslocaties van ROC van Twente.
71
Inkoop
72
In 2014 zijn (verlengde) contracten afgesloten met: • ATMP Consultancy (hertaxatie inventaris) • Bedrijfsfitness Online (bedrijfsfitness) • Boverhoff (sloop Hengelosestraat Enschede) • Buro & Zo (meubilair) • Cormet (catering) • Covely (verbouwingen) • Croon (verbouwingen) • Deltics (vervanging storage) • Digidoc (docentenevaluaties) • Dura Vermeer (verbouwingen) • Hecla (narrowcasting) • Hegeman (verbouwingen) • Initial (sanitaire voorzieningen) • Kayser (bedrijfskleding) • Konica Minolta (follow me printing) • Lassche & Keizer (verbouwingen) • Loohuis (verbouwingen) • Lulof/MediaCenter/De Bondt/Zalsman (drukwerk) • Plus Delta (MBO Beter) • Randstad (examinatoren) • Rent a Plant (binnenbeplanting) • SITA (afval) • Staples (kantoorbenodigdheden) • Strukton (verbouwingen) • Unica (verbouwingen) • Vincent Scheffer (verbouwingen) • Watercompany (waterkoelers) • Xafax (betaald printen) Inkooptrajecten die in 2014 gestart zijn: • Audiovisuele Middelen • Accountantsdiensten • Back-up voorziening
• Computerwerkplekken • Verzekeringen ROC van Twente past bij zijn inkoopproces daar waar mogelijk de duurzaamheidscriteria van AgentschapNL toe. Daarin wordt beschreven aan welke criteria producten, diensten en werken moeten voldoen om duurzaam genoemd te worden.
Omgevingsbewust ROC van Twente is zich bewust van haar plaats in de omgeving. Door goede samenwerking met partners als buurt- en winkeliersverenigingen, gemeentes, politie en brandweer wil het ROC een goede buur zijn en haar verantwoordelijkheid nemen. In 2014 hebben diverse gezamenlijke acties geleid tot het terugdringen van de overlast rond de locaties, maar dit blijft een punt van aandacht.
Arbo en Veiligheid Onder leiding van de Arbostuurgroep zijn binnen de verschillende locaties Arboadviescommissies actief. De vertegenwoordigers van onderwijs en ondersteuning in deze commissies werken gezamenlijk aan de uitvoering van de ‘plannen van aanpak’ en het actualiseren hiervan. In 2014 is bijzondere aandacht geschonken aan veiligheid in de verschillende werkplaatsen d.m.v. goede instructie van docenten en studenten, periodieke keuringen van machines en apparaten en juist gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Waar nodig zijn de ontruimingsplannen van de locaties geactualiseerd. De in totaal 260 BHV-ers zijn in 2014 allemaal geschoold. In diverse communicatie wordt regelmatig aandacht geschonken aan veiligheid op de locaties, waarbij de focus ligt op bewustwording en preventie.
ROC van Twente werkt aan een sfeer van openheid en onderling respect. Dit doen we door een even wichtige spreiding van verschillende opleidingen over locaties, duidelijke regels en aanspreken waar nodig. ROC van Twente kiest er bewust voor om geen poortjes en dergelijke toe te passen. Op locaties Wierdensestraat Almelo, Gieterij Hengelo en Wethouder Beversstraat Enschede wordt het veiligheidsgevoel verder positief beïnvloed door de eigen Beveiligingsdienst.
Roostering De dienst Facilitaire Zaken, Huisvesting & ICT verzorgt in nauwe samenwerking met de onderwijsteams de roostering op de locaties. Door de gevormde roosterteams is de continuïteit van roostering geborgd. Samen met het onderwijs blijven we werken aan een verbetering van de roosters voor studenten en docenten en een minimum aan tussenuren en lesuitval. Voor de publicaties van de roosters maken wij gebruik van onze Intranetomgeving Plaza2.0 en van een Roosterapp voor Smartphones en tablets. In 2014 zijn beide omgevingen verder verbeterd en afgestemd op wensen van studenten en docenten. De verbetering in de bezetting en benutting van onderwijsruimtes is mede gerealiseerd door een verdere optimalisatie van het roosterproces en een nauwere samenwerking met het onderwijs.
7.3 ICT De basiskwaliteit van ICT heeft in 2014 verder aandacht gekregen. Vanuit de klantwensen is het online portaal Plaza 2.0 verder uitgebouwd, inclusief documentmanagement. Het delen van bestanden binnen teams is hierdoor nog beter mogelijk. Daarnaast is follow-me printing ingevoerd, waardoor een print opdracht op iedere gewenste multifunctionele printer binnen ROC van Twente kan worden opgehaald. De klanttevredenheidsscore is mede door deze succesvolle implementaties gehandhaafd op een 7,5 gemiddeld. Ook aan voor de klant minder zichtbare zaken is het afgelopen jaar hard gewerkt. Zo is de continuïteit verder geborgd door modernisering en vervanging van het opslagsysteem. ICT van ROC van Twente scoort in de financiële benchmark van FSR ondanks het hoge niveau en de hoge klantwaardering onder het gemiddelde van de ROC’s.
73
8. Slagkracht in 2014 Een open en duurzame dialoog onderhouden en daar waar nodig aangaan, was ook in 2014 onze belangrijkste taak. Daarbij richten we ons op toekomstige studenten (jong en oud), hun ouders, onderwijspartners, overheid, bedrijfsleven en non-profitorganisaties. De ontwikkeling op het gebied van mobiele toepassingen gaat zo snel, dat een langetermijnstrategie voor communicatie- en marketingvraagstukken grofmazig moet zijn, omdat deze voortdurend moet worden bijgesteld. Die tendens is een universele en vraagt om een ‘moderne’ communicatiepartner. In dat kader hebben vrijwel alle teamleden deelgenomen aan voor hen relevante scholing, training en kennisdeelsessies.
74
Daarnaast bestaat behoefte aan meer ondersteuning bij strategische vraagstukken waaronder het vormgeven van de nieuwe strategie voor ROC van Twente, waarmee in 2014 een begin is gemaakt. Deze krijgt in 2015 gestalte in de vorm van de nieuwe strategienota. Deze ontwikkeling heeft geleid tot een herinrichting van de Dienst Communicatie & Marketing. De directeur draagt een deel van de taken over aan twee nieuwe senioradviseurs. De laatsten hebben geen lijnfunctie maar zijn primus inter pares in het team.
8.1 Marketing In 2014 is het marketingconcept ‘Selfmade’ gelanceerd in de vorm van een mediacampagne die aan vankelijk uitsluitend op jongeren in de gebieden aan de rand van Twente was gericht. Gebieden waar andere ROC’s actief werven en waar niet iedereen op de hoogte bleek van het aanbod van ROC van Twente. In deze campagne tonen we zelfbewuste mbo-studenten in relatie tot dat wat zij presteren. De campagne kreeg nog meer gezicht door de inzet van talloze studenten bij gratis pop-up lessen, het inrichten van een pop-up etalage, e.d. Omdat de campagne een mooie gelegenheid geeft onze studenten te laten zien, is ervoor gekozen het Selfmadeconcept verder uit te bouwen. Kijk en vergelijk: de studiebijsluiter In 2014 is de studiebijsluiter aan alle bol-opleidingen op de website toegevoegd. Deze geeft een beeld van de scores van een opleiding van een school in vergelijking met dezelfde opleiding bij een andere school. De cijfers uit de tabel zijn aangeleverd door SBB in opdracht van het ministerie, en geven een
onafhankelijk beeld van o.a. studenttevredenheid, werkgelegenheid en kans op stage. ROC van Twente was een van de deelnemers aan de ontwikkel- en pilotgroep ‘Studiebijsluiter’ en hiermee een van de eerste vijf mbo- instellingen die de bijsluiter presenteerde. In 2015 wordt de bijsluiter ook gepubliceerd bij de bbl-opleidingen op de website. Namens Communicatie & Marketing zat er een vertegenwoordiger in de ontwikkel- en pilotgroep. Hiervoor werd samengewerkt met de Dienst Financiën, Studentenadministratie & Control voor de controle van de cijfers. De professionele lat omhoog In het verlengde van het in 2013 opgestelde arbeidsmarktcommunicatieplan, hebben de Dienst Personeel & Organisatie en de Dienst Communicatie & Marketing de website www.werkenbijrocvantwente.nl gemaakt om nieuwe medewerkers te kunnen werven, solliciteren te vergemakkelijken en tegelijkertijd relevante informatie te geven. Prestaties verantwoorden en verbeteren De effectiviteit van de inzet van marketing- en communicatiemiddelen wordt voortdurend getoetst om tot verdere verbetering te komen. Dat gebeurt met digitale tools als Google Analytics en CloseAlert, maar ook aan de hand van enquêtes, e.d.
8.2 Actuele informatievoorziening In 2014 is de voorlichting voor de ca. 80 collega’s uit de MBO Colleges die voorlichting op v(mb)o-scholen verzorgen, verder geprofessionaliseerd. De jaarlijkse bijeenkomst voor voorlichters werd goed bezocht en de
voorlichters toolkit wordt volop gebruikt. Teneinde de behoeften van de vmbo-scholen nog beter in beeld te krijgen worden de vmbo-scholen in de regio op regelmatige basis persoonlijk bezocht door de coördinator Voorlichting en vertegenwoordigers van het Studie Informatiepunt (STIPT). Klein binnen groot Om (potentiële) studenten en anderen een kijkje in de keuken te laten nemen anders dan op een open dag of via website of documentatie, is een virtuele rondleiding gemaakt voor de Gieterij in Hengelo. Deze pilot is goed ontvangen en in 2015 worden virtuele tours van de locaties in Almelo en Enschede gemaakt. Plaza 2.0: dashboard voor werk of studie In het cursusjaar 2014 is het nieuwe intranetportaal – Plaza 2.0 – beschikbaar gekomen. Het gebruik van dit medium is toegenomen.
8.3 Social Media / Webcare ROC van Twente maakt gebruik van sociale media als formeel strategisch communicatiemiddel. In de ‘Notitie Social Media’ en in het ‘Social Media Plan’ zijn de uitgangspunten geformuleerd voor het gebruik van deze social media kanalen. Het Webcareteam volgt dagelijks alle uitingen en maakt zo adequaat reageren mogelijk. Excessen in boodschappen worden teruggekoppeld naar het onderwijs; aan de ene kant levert dit belangrijke signalen op over een student of een opleiding waar acties op kunnen worden ondernomen, aan de andere kant is het zo mogelijk de student of docent mediawijs te maken. Een goed relatienetwerk en de mogelijkheid tot snelle toegang tot informatie staan voorop.
8.4 Crisiscommunicatie in een veranderende samenleving In 2014 is het ‘Crisiscommunicatieplan’ vernieuwd en ter goedkeuring aan het College van Bestuur voorgelegd (goedkeuring in 2015). Wanneer zich een noodsituatie, ramp of onverwachte gebeurtenis voordoet, treedt het crisiscommunicatieplan in werking en wordt er een calamiteitenteam gevormd. Het crisiscommunicatieplan / draaiboek biedt handvatten en richtlijnen in het geval van een crisis, waarbij communicatie het belangrijkste gegeven zal zijn. Het calamiteitenteam neemt maatregelen en onderhoudt de contacten met de diverse autoriteiten.
75
76
Financiële informatie
1. Financiën Dit verslag is gebaseerd op de jaarrekening 2014. Het dient dan ook gelezen te worden in samenhang met de toelichting op de jaarrekening en de overige in het jaarverslag opgenomen financiële gegevens.
1.1 Financiële kaders ROC van Twente kent een aantal financiële kaders. Zij zijn gerelateerd aan onze strategische ambities én aan het risicoprofiel. De belangrijkste financiële kaders zijn: • de solvabiliteit is minimaal 30 procent; • de liquiditeit is structureel hoger dan 5 procent van de baten; • de rentabiliteit is – gecorrigeerd voor effecten van voorfinanciering – positief; • de personeelslasten bedragen – gecorrigeerd voor effecten van voorfinanciering – maximaal 72 procent van de baten.
1.2 Financiële situatie op balansdatum De solvabiliteit bedraagt per balansdatum 44,1 procent (vorig jaar 42,0 procent). We verwachten dat de solva biliteit de komende jaren bij ongewijzigd beleid groeit naar 50 procent. De verhouding tussen onze vlottende activa en vlottende passiva (current ratio) is 1,05. De kredietfaciliteit waar wij uit hoofde van het geïntegreerde middelenbeheer bij het Ministerie van Financiën een beroep op kunnen doen, is niet in de vlottende passiva meegenomen.
Deze heeft een omvang van circa 11 miljoen euro. Dankzij deze – wettelijk gegarandeerde – faciliteit zijn wij in staat de liquiditeitspositie die wij moeten aanhouden uit hoofde van mogelijke tegenvallers en/of risico’s, zo laag mogelijk te houden.
1.3 Gang van zaken gedurende het Verslagjaar Het exploitatieoverschot over het boekjaar bedraagt circa 4,3 miljoen euro tegenover een begroot tekort van 0,8 miljoen euro. Dit verschil laat zich als volgt verklaren: • De baten zijn circa 3,4 miljoen euro hoger uitgevallen als gevolg van: - hogere realisatie rijksbijdrage (+ 1,3 miljoen euro); - hogere realisatie overige overheidsbijdragen (+ 0,4 miljoen euro); - hogere baten in opdracht van derden (+ 1,4 miljoen euro); - hogere overige baten (+ 0,3 miljoen euro). De hogere rijksbijdragen zijn veroorzaakt door hogere lumpsumvergoedingen, additioneel ontvangen VSV gelden, en extra gelden voor overgangsbekostiging LGF en zij-instroom. De hogere baten in opdracht van derden zijn behaald door meer overige doorberekeningen aan derden, omzet overige subsidies en baten contractonderwijs. • De lasten zijn circa 1,7 miljoen euro lager uitgevallen als gevolg van: - een daling van de personele lasten van 0,8 miljoen euro; - een daling van de afschrijvingen van 0,8 miljoen euro; - een stijging van de huisvestingslasten van 0,7 miljoen euro; - een daling van de overige lasten van 0,8 miljoen euro;
77
78
De daling in de afschrijvingen is met name veroorzaakt door lagere afschrijvingen ten aanzien van ICT. De huisvestingslasten zijn hoger uitgevallen doordat er een extra voorziening is gevormd voor asbest sanering aan de Hengelosestraat. De daling van de overige kosten is onder andere gerealiseerd door het ‘on hold’ zetten van een aantal projecten. Daarnaast zijn de kosten van wachtgeld lopende het boekjaar lager uitgevallen dan begroot, mede dankzij een adequaat intern herplaatsingsbeleid. Zie voor de cijfers de Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2014 (A1.2 op pagina 115).
• Het aantal studenten in het beroepsonderwijs is op 1 oktober 2014 gedaald naar circa 18.200. Dit is een daling van ongeveer 400 studenten ten opzichte van het schooljaar daarvoor. Wij verwachten dat we de komende jaren circa 18.500 studenten zullen hebben. • De rentabiliteit – uitgedrukt in een percentage van de totale baten – bedraagt over 2014 circa 2,8% positief. Hiermee wordt voldaan aan ons financiële kader dat aangeeft dat de rentabiliteit in beginsel positief dient te zijn. • De kasstroom uit operationele activiteiten bedroeg over het verslagjaar circa 18,3 miljoen euro positief. • De kasstroom uit investeringsactiviteiten over de genoemde periode is per saldo 4,7 miljoen euro negatief. Dit betreft investeringsuitgaven voor bouwkundige aanpassingen in een aantal van onze gebouwen en investeringen in ICT. • De kasstroom uit financieringsactiviteiten over de genoemde periode bedroeg 5,0 miljoen euro negatief. Dit betrof een reguliere aflossing. Onze gehele leningenportefeuille valt onder het geïntegreerd middelenbeheer van het Ministerie van Financiën. • In de verslagperiode steeg het aantal fte’s per ultimo van 1.580 naar 1.602. Wij streven ernaar om een deel van de formatie flexibel te houden. Dit om goed te kunnen reageren op ontwikkelingen rondom het open bestel in de educatie- en inburgeringmarkt én de mogelijke ontwikkelingen in het beroepsonderwijs. De tijdelijke formatie bedraagt ultimo boekjaar 200 fte (12,5%) van de gehele formatie. Uitgedrukt in relatie tot de baten hebben wij als norm gesteld dat de personeelslasten – gecorrigeerd voor effecten van voorfinanciering – niet meer dan 72% van de baten mogen bedragen. Hier werd in 2014 aan voldaan.
2. Specifieke regelingen 2.1 Taal en rekenen entrale examinering Nederlandse taal en C rekenen Met betrekking tot de invoering van de referentieniveaus voor Nederlandse taal en rekenen bij alle beroeps opleidingen op niveau 2, 3 en 4 heeft ROC van Twente een aardige staat van dienst opgebouwd als het gaat om centrale examinering. Vanaf 2010 is ingezet op het initiëren en organiseren van zogenaamde pilotexamens voor deze beide vakgebieden. Voorbereiden op de pilot- en instellingsexamens* betekent voor de teams een intensivering van de lesactiviteiten en bovenal inzetten op professionalisering. Omdat de beheersing van deze generieke vaardigheden van groot belang is voor het uiteindelijke studiesucces, in dit geval het behalen van een diploma, wordt stevig ingezet op de verbetering van deze vaardigheden. Een eerste stap in dat proces is het gebruik van de zogenaamde AMN-test als verplichte diagnostische instaptoets voor nieuwe studenten. Op basis van deze toets kan voor iedere nieuwe student een maatwerkbenadering worden uitgestippeld en kan er gericht aandacht worden geschonken aan studenten met achterstanden en beperkingen. Deelnemen aan pilotexamens betekent voor de hele ROC-organisatie dat ze zich optimaal voorbereidt op de definitieve invoering van de centrale examens. Definitieve invoering betekent hier dat de resultaten voor Neder-
landse taal en rekenen meewegen in de slaag-/zakbeslissing voor iedere student. Op dat moment worden de ingevoerde verplichte referentieniveaus beschouwd als verplichte generieke examenonderdelen die mede bepalen of een student geslaagd is of niet. Een optimale organisatorische voorbereiding houdt voor ROC van Twente een noodzakelijke kwaliteitsslag in, omdat vanaf 2014-2015 en in de jaren daarna voor duizenden studenten examens moeten worden georganiseerd. Deelnemen aan pilotexamens betekent voor de teams dat zij studenten aanmelden voor de centrale afname van een deel van het vakgebied Nederlandse taal (lezen en luisteren) en voor het gehele vakgebied rekenen. Voor de aanmelding, planning, afname en alle administratieve taken ten aanzien van de logistiek en interne en externe gegevensuitwisseling functioneert sinds 2013 een speciaal daarvoor ingericht Servicepunt Centrale Examinering. Door de toename van het aantal af te nemen examens en de grote hoeveelheid werk die dit met zich mee bracht is het servicepunt begin 2014 uitgebreid tot drie medewerkers, die verantwoordelijk zijn voor het hele proces. Op elk examenmoment zijn twee medewerkers van het servicepunt aanwezig om eventuele problemen op de examenlocaties in Hengelo en Almelo op te lossen. Hierbij gaat het veelal om studenten die niet op de lijst voorkomen omdat ze kort voor het examenmoment van klas of opleiding veranderd zijn. Er wordt continu gewerkt aan de verbetering van het examenproces. In 2014 is vooral werk gemaakt van de examinering door studenten met een beperking en van de surveillance tijdens de examens. De procedures voor aanmelding van studenten met dyslexie, dyscalculie of een andere beperking die aangepaste examinering vraagt, zijn verbeterd en worden nu door alle MBO Colleges gevolgd. Een volgende stap is de registratie in PeopleSoft van studenten met een beperking. Zodra dit geregeld is, hoeven MBO Colleges studenten met een beperking niet meer apart aan te melden. De gegevens worden dan rechtstreeks uit PeopleSoft ingelezen. Tijdens de examens wordt sinds oktober 2014 (examenvenster P2) gewerkt met externe surveillanten. Via Randstad Uitzendbureau wordt gebruik gemaakt van de surveillantenpool die ook voor de Universiteit
* Pilotexamens staan voor de landelijk georganiseerde centrale examens; instellingsexamens staan voor de door de eigen instelling ontwikkelde examens voor Nederlandse taal en rekenen.
79
Twente en Saxion Hogescholen wordt ingezet. Hierdoor worden de MBO Colleges ontzien en kunnen de docenten tijdens examenuren voor andere taken worden ingezet. De surveillanten hebben een korte interne scholing gehad, waardoor ze het examen van begin tot eind kunnen begeleiden. Ook kunnen ze kleine problemen oplossen. Voor eventuele grotere problemen is een directe telefoonlijn met het servicepunt beschikbaar.
Resultaten van de pilotexamens en centrale examens Het kalenderjaar 2014 heeft drie examenvensters gekend; P3 en P4 in schooljaar 2013-2014 en P2 in schooljaar 2014-2015. Voor P3 en P4 geldt dat alle examens Nederlands en rekenen pilotexamens waren. In P2 was Nederlands 3F een verplicht centraal examen; de andere examens waren nog pilot examens. In totaal zijn op de twee examenlocaties (Gieterij Hengelo en Thorbeckelaan Almelo) 14.682 examens afgenomen met onderstaande resultaten: Vak
80
Aantal examens Aantal voldoendes
Aantal onvoldoendes
Gemiddeld cijfer
Landelijk
Ned 2F
4.401
3.602 (81,8%)
799
(18,2%)
6,8
6,7
Ned 3F
3.820
2.567 (67,2%)
1.253 (32,8%)
6,2
6,2
Rek 2F
3.170
1.533 (48,4%)
1.637 (51,6%)
5
5
Rek 3F
3.291
1.072 (32,6%)
2.219 (67,4%)
5
5
Totaal
14.682
Het aantal examens is ten opzichte van 2013 bijna verdubbeld: van 8.756 naar 14.682. De capaciteit van de examenruimtes maakt verdere groei tot 20.000 mogelijk. Ook is het mogelijk om in de vrije periodes intaketoetsen en examens voor VAVO te organiseren. Het resultaat voor Nederlands 3F toont een lichte stijging ten opzichte van 2013: van 5,9 naar 6,2. Dit resultaat komt vooral door een hogere score in P2 (6,5). Dit was de eerste examenperiode waarin het cijfer voor Nederlands 3F meetelt voor de slaag-/zakbeslissing. Nederlands 2F toont een lichte daling ten opzichte van 2013: van 7,0 naar 6,8. Rekenen blijft op ROC van Twente net als in de rest van Nederland wel een punt van zorg. Ondanks de grotere aandacht voor het vak komt het gemiddelde cijfer niet boven de 5 uit. Lastig is in dit verband dat we niet weten of deze 5 een 4,6 of een 5,4 is, aangezien de rapportage bij rekenen uit een afgerond getal bestaat.
Het percentage onvoldoendes voor 2F (51,6%) en vooral voor 3F (67,4%) geeft aan dat extra aandacht voor het vak rekenen noodzakelijk blijft. Niet duidelijk is of het grote aantal onvoldoendes wellicht toch te wijten is aan het feit dat rekenen nog niet meetelt voor de slaag-/zak beslissing.
Benutting van de examenperiodes In 2014 steeg het aantal deelnemers van 4.059 in P3 (jan/feb) via 4903 in P4 (mrt/apr) naar 5.720 in P2 (okt/nov). De trend van 2013 met meer aanmeldingen in P2 en P4 en minder aanmeldingen in P3 zet door.
3. Helderheid In deze paragraaf leggen we verantwoording af over de juiste toepassing van de bekostigingsvoorwaarden. We doen dit op basis van de onderwerpen van de nota ‘Helderheid in de bekostiging van het beroepsonderwijs en volwasseneneducatie’.
3.1 Uitbestedingen
3.2 Investeren van publieke middelen in private activiteiten
Bij uitbestedingen gaat het om het uitbesteden van bekostigd onderwijs aan een al dan niet bekostigde instelling of organisatie tegen betaling voor de geleverde prestatie. In het kader van het bekostigde onderwijs heeft ROC van Twente tegen betaling onderwijsactiviteiten uitbesteed aan de volgende instellingen of organisaties: • Ocaro (Economie) • Retail training.nl (Economie) • AVOMA (Techniek) • Edelbroek Consult (Techniek) • Stichting Zet (Techniek) • SBK Advies en Trainingen BV te Helmond (Techniek) • Diverse Verkeersscholen (Techniek) ROC van Twente houdt toezicht op de inhoud en de kwaliteit van de opleiding. De aard en reikwijdte van de uitbestedingen zijn contractueel vastgelegd.
Bij investeringen in private activiteiten wordt de rijksbijdrage ingezet in een privaatrechtelijke rechts persoon, of worden publieke middelen anderszins geïnvesteerd in private activiteiten die niet behoren tot de kerntaak van de instelling. ROC van Twente heeft in 2014 geen publieke middelen aangewend voor activiteiten die niet behoren tot de kerntaak van de instelling. In alle gevallen hebben de investeringen plaatsgevonden in het kader van het realiseren van de doelstellingen van het beroepsonderwijs. ROC van Twente heeft vanuit die publieke taak in 2014 geparticipeerd in de volgende samenwerkingen, vormgegeven in privaatrechtelijke rechtspersonen: • Campus Business Center BV te Hengelo: hierin wordt geparticipeerd vanuit onze mede verantwoordelijkheid het ondernemerschap onder jonge mbo’ers te stimuleren. • ROC van Twente Flex BV te Hengelo: met ingang van 1 april 2009 is hierin een deel van onze tijdelijke arbeidscontracten ondergebracht. • Coöperatie Scholingsboulevard Enschede: deze is opgericht door het Stedelijk Lyceum, Bonhoeffer College en ROC van Twente om een goede aansluiting van vmbo op het mbo te bevorderen en daardoor voortijdig schoolverlaten te voorkomen. Het onderwijsconcept voorziet in een samenwerking tussen de bovenbouw van de opleiding vmbo-bbl en mbo niveau 2. In 2012 is duidelijk geworden dat duurzame voortzetting ongewenst is, gegeven de structurele verliesgevende exploitatie. In dit kader is in december 2012 de liquidatie / ontmanteling in gang gezet. De coöperatie is eind december 2014 geliquideerd. • Coöperatie CIVO: dit is een samenwerking tussen het ROC Aventus, Saxion Hogeschool en ROC van Twente. Via deze coöperatie worden de verpleegkundige vervolgopleidingen aangeboden. • Coöperatie Centrum voor Innovatief Vakmanschap Techwise Twente U.A.: dit is een samenwerking tussen de Vereniging Regionale Elektro en Metaalopleidingen West-Twente, Stichting Metaal en Electro Opleidingen Twente, Stichting STODT, de Vereniging Verenigde Maakindustrie Oost,
81
Stichting Technologie Kring Twente en de Stichting ROC van Twente. De Coöperatie heeft als doel voldoende technisch personeel te werven en op te leiden om technologische innovaties in het bedrijfsleven mogelijk te maken (HTSM-techniek). • Coöperatie Vereniging SSC-PS U.A.: dit is een samenwerking tussen ROC van Twente, Noorder poort en Alfa-college. De Coöperatie heeft als doel het gezamenlijk beheren en onderhouden van een software platform ten behoeve van de bedrijfsvoering van regionale opleidingscentra. De coöperatie kan ook overeenkomsten met derden aangaan die het zelfde doel nastreven.
3.4 D eelnemers die tijdens het schooljaar veranderen van opleiding
3.3 Les- en cursusgelden niet betaald door de deelnemer zelf Het is niet ons beleid les- of cursusgelden voor eigen rekening te nemen. Indien deelnemers niet zelf hun cursusgeld hebben betaald maar dit door derden is geschied, dan ligt hier in alle gevallen een schriftelijke machtiging aan ten grondslag. In 2014 hebben wij geen gelden voor eigen rekening genomen anders dan afboekingen van oninbare vorderingen ten bedrage van circa 8.100 euro. Per balansdatum staat er voor circa 0,2 miljoen euro aan vorderingen op les- en cursusgelden open. Per 1 maart 2015 staat hiervan nog 0,1 miljoen euro open. Ten aanzien van oude vorderingen geldt een stringent incassobeleid.
82
februari
oktober t/m december
3.5 H orizontale, in de tijd verspreide, stapeling van diploma’s
300 273
150
239
226
200 192
222
230
182
100
103
50 0
69
2014 uitstroom met diploma
2013
Deelnemers worden in alle gevallen ingeschreven en voor bekostiging in aanmerking gebracht op de opleiding die op dat moment daadwerkelijk wordt gevolgd. Het is niet te voorkomen dat deelnemers tussentijds van opleiding veranderen. In deze gevallen wordt intern aan alle administratieve verplichtingen voldaan. Op basis van de twee teldata (01-10-2014 en 01-02-2015) zijn in totaal 753 deelnemers veranderd van opleiding (851 vorig jaar).
Uitstroom deelnemers
Uitstroom deelnemers
250
Uitstroom deelnemers relatief kort na 1 oktober en 1 februari Het is niet ons beleid deelnemers kort na 1 oktober en 1 februari uit te schrijven. Wij hebben de lijst met deelnemers op verzoek beschikbaar, waarbij de reden van uitstroom per deelnemer wordt vermeld.
69
42
2014 uitstroom zonder diploma
2013 instroom
94
Per deelnemer tellen wij maximaal één diploma per kalender jaar voor bekostiging mee. Het komt echter voor dat deelnemers, gespreid in de tijd, meer dan eens gediplomeerd worden, waarbij het diploma vervolgens opnieuw voor bekostiging in aanmerking wordt gebracht. In 2014 is van 20 deelnemers (vorig jaar 30) een diploma bekostigd waarvan in 2013 – op hetzelfde niveau – een diploma voor bekostiging in aanmerking is gebracht. Dit is in alle gevallen gebeurd binnen de kaders van de geldende wet- en regelgeving.
3.6 Bedrijfsgerichte trajecten bbl ROC van Twente ontwikkelt bedrijfsgerichte trajecten bbl waarin met het bedrijfsleven en not-for-profit instellingen wordt samengewerkt om adequaat te kunnen inspelen op de regionale behoefte. Het betreft in alle gevallen deelname aan een reguliere in het Crebo geregistreerde opleiding met het oogmerk het traject met succes (diploma) af te ronden. Meerkosten worden alleen dan in rekening gebracht als sprake is van een extra inspanning op verzoek van het bedrijf of de instelling.
3.7 Geïntegreerde trajecten educatie en beroepsonderwijs Wij stimuleren deelnemers die zijn ingeschreven bij het College voor Educatie, om ook een beroepsopleiding te volgen. Hierdoor vergroten zij hun kansen op de arbeidsmarkt. In 2014 is hoofdzakelijk sprake geweest van opeenvolgende trajecten: 85 deelnemers (vorig jaar 92) zijn na afronding van het educatietraject ingestroomd in een reguliere beroepsopleiding. Van 52 deelnemers (vorig jaar 55) is er gelijktijdig sprake geweest van twee bekostigingsstromen (dit betreft zowel Educatie als VAVO). Inzake de inschrijving in de beroepsopleiding is aan alle relevante bekostigingseisen voldaan.
83
4. Toekomst Langzaam maar zeker loopt de huidige strategieperiode 2012 -2015 ten einde. In 2015 gaan we de balans opmaken. Ook gaan we met de Raad van Toezicht en een brede vertegenwoordiging van binnen en buiten onze organisatie vooruit kijken en ons opnieuw bezinnen op de vraag op welke wijze wij het onderwijs voor de komende vijf jaar vorm moeten gaan geven, hoe we de aansluiting met de arbeidsmarkt houden en waar onze strategische speerpunten behoren te liggen. Dit zal eind 2015 uitmonden in een nieuwe strategienota voor de periode tot en met 2020.
In 2015 zetten we de puntjes op de “i” als het gaat om de basiskwaliteit. Doel is om uiterlijk eind 2015 de twee onderdelen die nog onvoldoende zijn (onderwijs- en examenprocessen en de kwaliteitsborging) in alle teams op orde te hebben.
84 Daarnaast staan professionele ontwikkeling en onderwijsinnovatie op de agenda. Dit alles is vervat in ons verbeterplan ‘De lat omhoog’. Hierin staan vijf thema’s centraal: 1. Inrichting van het onderwijs 2. Examinering 3. Studieloopbaanbegeleiding 4. Bpv 5. Gebruik ICT in het onderwijsproces We willen teams uitdagen en faciliteren in de realisatie van deze vernieuwingen. In dit kader hebben we een innovatiebudget in de begroting van 2015 opgenomen. Daarnaast hebben we ruimte gemaakt om eerder jonge medewerkers aan te stellen die door oudere medewerkers worden ingewerkt.
Naar aanleiding van het bestuursakkoord MBO 2014 zullen wij, aansluitend op ons verbeterplan, in het voorjaar 2015 een kwaliteitsplan opstellen waarin wij vastleggen hoe wij invulling geven aan de kwaliteitsafspraken met onze minister. Om bovenstaande strategische doelstellingen te kunnen behalen, is menskracht en denkkracht nodig. Wij hebben in 2015 bijna € 7 miljoen aanvullend beschikbaar voor kwaliteit, professionele ontwikkeling en innovatie. Een deel hiervan betreft landelijk budget. Voor een ander deel putten wij uit onze eigen reserves. Innovatie passend bij het arbeidsmarktprofiel van onze regio vraagt ook om fysieke investeringen. Na de eerdere opzet van het Johan Cruyff College en de Cas Spijkers Academie maken we dit jaar investeringen mogelijk in een eigentijdse leeromgeving voor Mechatronica (TechWise Twente) en de zorgopleidingen (Twentse Zorgacademie). Qua financiën is 2015 een gezond jaar, ondanks het ogenschijnlijk tekort. Door een deel van het aanvullend beschikbare budget voor kwaliteitsverbetering, professionele ontwikkeling en innovatie te financieren vanuit onze algemene reserves, accepteren wij voor 2015 een begroot tekort van € 2,1 miljoen. Wij laten met deze begroting zien dat ROC van Twente de komende jaren kan inzetten op kwaliteit en toch een solide en gezonde financiële huishouding kan voeren.
Begroting 2015 (in duizenden euro’s) 3
Baten
3.1
Rijksbijdragen
3.2
Overige overheidsbijdragen en subsidies
2.110
3.3
Lesgelden
1.779
3.4
Baten werk in opdracht van derden
2.708
3.5
Overige baten
4.340
141.615
Totaal baten 4
Lasten
4.1
Personele lasten
4.2
Afschrijvingen
4.3
Huisvestingslasten
4.4
Overige lasten
Totaal lasten
5
152.552
85 116.878 12.087 9.969 13.042 151.976
Saldo baten en lasten
576
Financiële baten en lasten
-2.651
Resultaat
-2.075
86
5. Continuïteit Voor ROC van Twente gelden drie hoofdthema’s bij de meerjaren formatieplanning: • matching overformatie Educatie; • verhouding LB:LC naar 1:1 en terugbrengen formatie ondersteuning (in relatie tot gezonde verhouding onderwijs); • ondersteuning => minimaal 70% onderwijs en maximaal 30% ondersteuning. In het meerjarenformatieplan zijn ook de effecten van Focus op Vakmanschap doorgerekend. Door het aanstaande natuurlijk verloop in ons personeel zijn we flexibel genoeg om schommelingen in studentenaantallen adequaat op te vangen. Eventueel met gebruikmaking van tijdelijke contracten in onze flexibele schil. Naast de voortzetting van het bestaande personeelsbeleid wordt extra aandacht besteed aan de instroom van nieuw personeel en overdracht van kennis en ervaring van vertrekkende medewerkers. Via het Innovatiebudget zijn hiervoor additionele middelen beschikbaar, € 1,25 miljoen. Deze middelen dienen te worden aangewend voor een goede inwerkperiode en begeleiding van nieuwe docenten. Het onderwijsteam zorgt daarbij voor een geïnitieerde aanvraag. Deze aanvraag is gebaseerd op een plan matige aanpak van het personeelsverloop. Hiermee wordt de kwaliteit van het onderwijs aan het team gelaten. Ten opzichte van schooljaar 2010 / 2011 – waarin wij het grootste aantal inschrijvingen uit onze historie kenden – zijn de studentenaantallen de afgelopen jaren weer
gedaald naar een ‘normaler’ niveau. Uit de actuele meerjaren studentenprognose blijkt dat het aantal studenten voor ons ROC stabiel blijft tussen de 18.500 en 19.000. De demografische ontwikkelingen voor Twente tonen aan dat onze doelgroep (15-20 jarigen) tot en met 2020 een lichte groei kent, waarna deze tot 2030 weer in aantal afneemt. Ingevolge de moeilijke economische situatie van de laatste jaren is sprake van een verschuiving van bbl naar bol. Hierdoor is de gewogen studentwaarde in 2015 hoger dan in 2014. De samenstelling van het aantal studenten heeft zich verder conform verwachting ontwikkeld. Er is sprake van een verdere afname van het aantal studenten in de bedrijfsgroepen (beroepsbegeleidende leerweg). Kijkend naar onze aangegane verplichtingen inzake huisvesting zien wij, bij gelijkblijvend aantal studenten, geen problemen. Kengetal (stand 31/12)
2014
Begroting 2015
Verwachting 2016
Verwachting 2017
108
109
103
103
Pedagogisch / didactisch
1.062
1.066
1.070
1.069
Ondersteunende functies
432
431
425
419
1.602
1.606
1.598
1.591
14.049
14.331
14.210
14.166
Personele bezetting Management / Directie
Totaal personeel Studentenaantallen 1/10 BOL BBL Totaal studenten
4.187
4.128
4.240
4.301
18.236
18.459
18.450
18.467
De rijksbijdrage ROC van Twente voor het bekostigingsjaar 2015 wordt voor het eerst berekend met gebruikmaking van de nieuwe rekenregels van het Ministerie OC&W. Beoogd wordt de allocatie van de rijks middelen voor het mbo over de betrokken instellingen te verbeteren. Met het verkorten van mbo-leerroutes wordt tevens bevorderd dat studenten zoveel mogelijk aan het begin direct op het juiste niveau en in de juiste leerweg worden ingeschreven. Het doel is de studenten een zo efficiënt mogelijke leerroute (ook richting het hbo) te bieden. Beoogd wordt ook, dat studenten op het hoogst haalbare niveau uitstromen.
87
Staat / Raming van Baten en Lasten (in duizenden euro’s) 2014
Begroting 2015
Verwachting 2016
Verwachting 2017
136.267
141.615
142.200
140.400
Overige overheidsbijdragen en subsidies
2.850
2.110
2.000
2.000
Lesgelden
1.838
1.779
1.800
1.800
Baten werk in opdracht voor derden
6.939
2.708
2.500
2.400
Overige baten
3.256
4.340
4.400
4.400
151.150
152.552
152.900
151.000
108.403
116.878
115.500
113.000
Afschrijvingen
11.500
12.087
12.400
12.500
Huisvestingslasten
10.464
9.970
9.300
9.200
Baten Rijksbijdrage
Totaal baten Lasten Personele lasten
88
Overige lasten
13.707
13.041
14.500
14.300
Totaal lasten
144.074
151.976
151.700
149.000
7.076
576
1.200
2.000
Financiële baten en lasten
-2.856
-2.651
-2.400
-2.200
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
4.220
-2.075
-1.200
-200
42
0
0
0
4.262
-2.075
-1.200
-200
Saldo Baten en lasten
Resultaat deelnemingen Totaal resultaat
In de begroting 2015 en verder is rekening gehouden met de landelijke kwaliteitsgelden ingevolge het bestuurs akkoord MBO 2014. Voor 2015 is bijna € 7 miljoen ingerekend, waarvan € 2 miljoen wordt geput uit onze algemene reserves. Hiertoe is besloten om met de uit voering van ons kwaliteitsplan te kunnen beginnen. Door te putten uit onze algemene reserves ontstaat een tekort van € 2,1 miljoen. In lijn met ons beleid is het reguliere exploitatieresultaat voor 2015 sluitend. Bij het begroten van de kwaliteitsgelden hebben we voorzichtigheid betracht door het budget voor kwaliteitsgeld en innovatie pas toe te kennen na inhoudelijke toetsing van de kwaliteitsplannen van de MBO Colleges. De jaren 2015 en 2016 kennen een piek in de Rijks bekostiging door volledig inrekenen van de kwaliteitsgelden. De jaren daarna zullen onze baten naar verwachting dalen en in 2019 weer uitkomen op het niveau van 2013. Deze daling laat zich verklaren door een lagere lumpsumfinanciering als gevolg van het ingezette landelijke beleid ten aanzien van macrodoelmatigheid en door verkorting van de opleidingsduur. De verwachte daling wordt enigszins getemperd door de verschuiving van bbl naar bol. Binnen het macrobudget vinden verschuivingen plaats tussen diverse doelsubsidies en zijn in het actieplan Focus op Vakmanschap maatregelen gedefinieerd die effecten zullen hebben op de verdeling van de middelen over de diverse onderwijsinstellingen. Het negatief effect van Cascade bedraagt naar verwachting op basis van de huidige inzichten € 1,5 miljoen. Door het flexibele deel van onze kosten kunnen we meebewegen met de dalende baten en blijven we in staat om een sluitende exploitatie te voeren.
Het afgelopen jaar hebben wij gesprekken gevoerd met alle gemeenten in Twente. Op basis van deze gesprekken is het gelukt om voor de komende drie jaar met alle gemeenten een contractverlenging af te spreken. Daarnaast wordt de sterke verbetering van het resultaat veroorzaakt door een hogere Rijksbekostiging VAVO en de forse groei bij inburgering. Momenteel wordt op basis van het voortschrijdend inzicht en actuele ontwikkelingen gewerkt aan een update van de in 2013 opgestelde meerjarenbegroting voor het College voor Educatie.
5.1 Huisvestingsbeleid
Wij hebben reeds eerder bericht over de talrijke veranderingen waarmee College voor Educatie geconfronteerd werd. Dit betrof onder andere de gewijzigde financiering van het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo), de verwachte lagere WEB budgetten en de marktwerking ten aanzien van het Educatie budget. Eind 2013 heeft het College voor Educatie de meerjarenbegroting ‘Een realistische kijk op de toekomst’ vastgesteld. Hieruit bleek dat Educatie tot en met 2016 geen sluitende begroting zou kunnen overleggen. Naar aanleiding van deze vaststelling zijn maatregelen getroffen, die voor 2015 resulteren in een begrotingsoverschot van € 20.000. Het eind 2013 gepresenteerde realistische scenario ging nog uit van een negatieve exploitatie voor 2015 van € 650.000. Op basis van principe afspraken met de gemeenten is voor 2015 rekening gehouden met 100% van het WEB-budget, waar in het realistische scenario nog uit was gegaan van 50% van dat budget.
Na onze verhuizing naar de Wethouder Beversstraat in 2013 verwachten wij de komende jaren geen grotere verhuizingen of investeringen in vastgoed. De totale huisvestingslasten zijn voor 2015 begroot op € 21,3 miljoen (2014: € 21,5 miljoen). In 2013 hebben reeds een aantal verhuisoperaties plaatsgevonden volgens ons meerjaren huisvestingsplan. Door het sluiten van de gehuurde locaties is de bezetting op de andere (eigendoms-) locaties verbeterd. De voorgenomen beëindiging van huurcontracten van enkele andere locaties, zoals Lansinkveste en Piet Heinstraat, is echter nog niet gerealiseerd. Educatie heeft in 2015 meer omzet en werk dan verwacht. De openstelling van Lansinkveste heeft hier direct mee te maken. Dit is een bedrijven- en kantorencentrum tegenover onze locatie de Gieterij te Hengelo. Wij zijn flexibel om hier een aantal ruimten te kunnen huren. De groei van het aantal bol studenten maakt het op dit moment niet mogelijk de in de Piet Heinstraat gevestigde VAVO te verplaatsen naar een eigendomslocatie. In onze meerjarenramingen houden wij rekening met een verdere reductie van de kosten. Deze daling wordt mede bereikt door het (vervroegd) aflossen van leningen. In de begroting 2015 en de komende jaren zijn geen ontvangsten ingerekend voor de verkoop van het onderwijsgebouw aan de Hengelosestraat te Enschede. Gezien de beperkte ontwikkelingsmogelijkheden van het bestaande gebouw is besloten om het pand te slopen om zo verkoop van het bouwterrein te bespoedigen. Wij zijn momenteel bezig het aanwezige asbest op een verantwoorde wijze te verwijderen, zodat daarna tot sloop kan worden overgegaan.
5.2 Treasury Ons treasurybeleid is beschreven in het treasurystatuut. Het treasurystatuut is herzien in 2014. De kaders van het treasurybeleid van ROC van Twente zijn: • duurzame financiering van ROC van Twente tegen minimale kosten (rendementsdoelstelling); • het beschermen van vermogens- en renteresultaten tegen ongewenste financiële risico’s; • het optimaliseren van de renteresultaten binnen de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut.
89
90
ROC van Twente voert een zodanig financieel beleid en beheer dat zijn voortbestaan in financieel opzicht is gewaarborgd. De balansstructuur (solvabiliteit) en liquiditeit spelen hierbij een belangrijke rol. In het statuut is mede de administratieve organisatie vastgelegd, waarmee wordt gewaarborgd dat de treasuryactiviteiten op een recht matige en doelmatige wijze worden uitgevoerd. Hierbij is functie-scheiding tussen uitvoering, autorisatie, admini stratie en controle aangebracht. Aan de basis van het treasurystatuut lag het financieringsplan, dat is opgesteld in het kader van de financiering van de (strategische) huisvestingsplannen. Onze eerdergenoemde financiële kaders (zie ook pagina 77) zijn onder andere hiertoe opgesteld. Met het oog op de financiering van onze huisvestingsplannen is in het verleden voor circa 96 miljoen euro aan financiering vastgelegd bij het Ministerie van Financiën. Dit betreft 14 leningen van elk € 5 miljoen die diverse looptijden en renteherzieningsmomenten hebben, een lineair lening van € 15,3 miljoen (inmiddels volledig afgelost) en een lening van € 6,5 miljoen. Aanvullend zijn nog twee leningen van elk € 2 miljoen afgesloten. Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van de opgenomen leningen. Bij onze leningen is sprake van een vast rentepercentage tot aan het moment van rente herziening. De leningen worden in eerste instantie aangehouden tot het einde van de looptijd. Ons beleid is om – indien de liquiditeitspositie dit toelaat – onze leningen bij een renteherzieningsmoment nominaal en boetevrij vervroegd af te lossen. Door deze extra aflossing wordt de solvabiliteit verbeterd en de rentelast in de komende jaren verlaagd. We hebben tot 2014 € 15 miljoen vervroegd afgelost. In 2015 zullen we ook een lening van € 5 miljoen vervroegd aflossen. Voor de jaren
2016 en 2017 hebben we in onze calculaties rekening gehouden met een vervroegde aflossing van € 10 miljoen. Onze liquiditeitspositie zal ondanks deze extra aflossing komende jaren niet onder vastgestelde minimumgrenzen komen en zelfs in een ongunstig scenario blijven we nog ruim boven de minimumgrenzen.
Balans (in duizenden euro’s) 2014
Begroting 2015
Verwachting 2016
Verwachting 2017
131.108
122.100
116.900
109.600
5.897
5.700
5.400
5.200
137.005
127.800
122.300
114.800
35.704
29.800
29.100
31.400
172.709
157.600
151.400
146.200
Activa Vaste Activa Materiële Vaste Activa Financiële Vaste Activa
Vlottende Activa Totaal Activa Passiva Eigen vermogen Algemene Reserve
71.627
71.100
69.800
69.500
Bestemmingsreserve Publiek
1.640
0
0
0
Bestemmingsreserve Privaat
2.984
3.100
3.200
3.300
76.251
74.200
73.000
72.800
3.900
1.500
1.500
1.500
Langlopende schulden
58.500
49.500
46.500
41.500
Kortlopende schulden
34.058
32.400
30.400
30.400
172.709
157.600
151.400
146.200
Voorzieningen
Totaal Passiva
De rente op onze huidige leningen varieert tussen 3,24 en 4,75 procent. Stichting ROC van Twente heeft als beleid dat het in eerste instantie niet is toegestaan om derivaten toe te passen. Derivaten worden uitsluitend toegepast ter vermindering van renterisico’s en indien ze een aantoonbare meerwaarde hebben boven conventionele instrumenten en methodieken. Indien wij van mening zijn dat deze meerwaarde er is, wordt de accountant ter toetsing om advies gevraagd. Na positief advies van de accountant dient het College van Bestuur ter goedkeuring een aanvraag in bij de Raad van Toezicht. ROC van Twente maakt op dit moment geen gebruik van derivaten. Voor nadere toelichting op financiële instrumenten en bijbehorende risico’s verwijzen wij naar de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 2014 (A1.4 op pagina 117).
5.3 Mutaties in reserves, fondsen en voorzieningen In 2013 is er een bestemmingsreserve publiek deel gevormd. Als publieke activiteit wordt aangemerkt de aanvullende bekostiging OCW op grond van het Herfstakkoord 2013, dat eind december van het jaar is ontvangen. Deze gelden zullen worden aangewend voor het jaar 2015. In 2009 heeft een segmentatie plaatsgevonden van het eigen vermogen in een publiek deel en een privaat deel. Als private activiteiten worden aangemerkt alle contractactiviteiten die worden bekostigd uit private middelen. Hieronder vallen contracten met bedrijven, zorginstellingen, particulieren, etc. Jaarlijks wordt de winst / het verlies op deze activiteiten toegevoegd dan wel onttrokken aan de bestemmingsreserve Privaat. Activiteiten die door landelijke, provinciale of locale overheden worden bekostigd worden aangemerkt als publiek. De activiteiten binnen Educatie worden in lijn hiermee tot onze publieke activiteiten gerekend. Naar aanleiding van het voor ons negatieve oordeel door de inspectie over de opleiding Chauffeur Personenvervoer - Openbaar Vervoer, is in 2014 onverplicht een plustraject aangeboden aan en uitgevoerd door de ‘lopende’ studenten. Reeds ingeschreven deelnemers zijn eind 2014 uitgestroomd met dit plustraject. Sinds het inspectie-onderzoek zijn nieuwe inschrijvingen tijdelijk stop gezet. Na het heronderzoek eind 2015 zullen wij, bij een positief oordeel, de opleiding weer opstarten in schooljaar 2016-2017. Een en ander is in een brief aan de inspectie kenbaar gemaakt. Voor de (komende) sloopwerkzaamheden en asbestverwijderingswerkzaamheden aan de Hengelosestraat te Enschede is eind 2013 een voorziening gevormd. De verwachting is dat de werkzaamheden eind 2015 zijn afgerond. De voorziening komt daarmee te vervallen vanaf 2016.
5.4 Financiële kaders ROC van Twente kent een aantal financiële kaders. Zij zijn gerelateerd aan onze strategische ambities én aan het risicoprofiel. De belangrijkste financiële kaders zijn: • de solvabiliteit is minimaal 30 procent; • de liquiditeit is structureel hoger dan 5 procent van de baten • de rentabiliteit is – gecorrigeerd voor effecten van voorfinanciering – positief; • de personeelslasten bedragen – gecorrigeerd voor effecten van voorfinanciering – maximaal 72 procent van de baten.
91
Om de robuustheid van de financiële kaders, het financieel beleid en onze financiële positie te beoordelen, is inzicht in het risicoprofiel en het meerjarenperspectief van de organisatie noodzakelijk.
5.5 Risicoprofiel Het risicoprofiel van een instelling wordt enerzijds bepaald door de risico’s die inherent zijn aan de activiteiten en de bedrijfsvoering van de instelling en anderzijds door de kwaliteit van de interne beheersing alsmede de mate waarin de instelling in staat is zijn kosten op korte termijn aan te passen aan de bedrijfsactiviteiten (de neerwaartse flexibiliteit van de uitgaven).
92
Wij onderkennen op dit moment geen risico’s die een bedreiging vormen voor de continuïteit van de instelling. Wel zien wij op termijn een aantal risico’s zoals de daling van studentaantallen, de opbrengsten van Educatie na 2017, de wijziging van de bekostigingssystematiek en de ontwikkelingen in de bouw- en technieksector. Echter, deze risico’s zijn op te vangen door het natuurlijk verloop van personeel de komende jaren in combinatie met onze flexibele schil. Daarnaast wordt het ROC sinds 2013 regelmatig geconfronteerd met verzoeken vanuit het werkveld om aanvullende informatie te verstrekken over in het verleden afgenomen opleidingstrajecten. Deze verzoeken komen voort uit de diverse controles die de Belastingdienst sinds eind 2012 uitvoert naar een correcte toepassing van de Wet Vermindering Afdrachtsbelasting (WVA). Diverse bedrijven en instellingen uit ons werkveld beschikken niet meer (volledig) over de vereiste administratieve bewijslast die nodig is voor het mogen toepassen van de WVA. Deze verzoeken leveren onze
medewerkers veel extra werk op maar zorgen bovenal bij de betreffende bedrijven en instellingen voor onzekerheid, soms zelfs over hun voortbestaan. Wij proberen telkens onze partners uit het werkveld zo goed mogelijk te ondersteunen bij het beantwoorden van de vragen maar lopen wel tegen de grenzen aan van contractuele afspraken maar vooral de privacywetgeving. Twee partijen hebben aangegeven het ROC van Twente aansprakelijk te zullen stellen ingeval zij door de Belastingdienst zullen worden verplicht om WVA terug te betalen. Op basis van een juridische en onderwijsinhoudelijke beoordeling door externe deskundigen zijn wij van mening dat er geen grond is voor een dergelijke aansprakelijkheidsstelling en wijzen wij deze dan ook op voorhand af. Tevens verwachten wij op basis hiervan geen nadelige significante financiële consequenties voor ROC van Twente. In 2015 stellen wij onze nieuwe strategie op voor 2016 tot en met 2019. Hierin zullen wij een aparte risicoparagraaf opnemen.
Het reële scenario laat voor de jaren 2015, 2016 en 2017 een tekort zien. Dit tekort creëren wij bewust aangezien we ten laste van onze reserves additioneel investeren in innovatie en kwaliteit. Over de jaren 2015 tot en met 2017 betreffen dit bedragen van respectievelijk € 2,0 miljoen, € 1,5 miljoen en € 1,0 miljoen. De komende jaren stijgt onze solvabiliteit naar 54% (jaar 2019). Dit percentage ligt binnen de signaleringsgrenzen van het Ministerie (minimaal 30% en maximaal 60%). De stijging van onze solvabiliteit wordt met name verklaard door de aflossingen op onze langlopende schulden. In verband met de huidige onzekerheden in ons risicoprofiel zullen we in de loop van 2016 beoordelen welke ruimte de solvabiliteit biedt voor additionele investeringen in het onderwijs.
5.6 Meerjarenbegroting
Kortom, wij concluderen conform voorgaand jaar, dat in het ongunstige scenario waarin een cumulatief effect is doorgerekend van dalende studentenaantallen onze weerstandscapaciteit en onze financiële buffers toereikend zijn en ons in staat stellen onze bedrijfsvoering aan te passen aan de gewijzigde marktomstandigheden.
In de meerjarenbegroting 2015 - 2019 zijn de maatregelen uit het actieplan Focus op Vakmanschap en Kwaliteits impuls verwerkt. Tevens hebben wij in de scenario’s onze verwachtingen inzake Educatie- en inburgeringactiviteiten en contractactiviteiten betrokken. Met betrekking tot het reële scenario geven onze meerjaren prognoses aan dat de solvabiliteit verder zal stijgen. De liquiditeit zal zich de komende jaren structureel (ruim) boven de door ons gestelde ondergrens begeven (gemiddeld tussen circa € 27,5 en 34 miljoen). In deze prognoses is geen rekening gehouden met de verkoop van ons onroerend goed aan de Hengelosestraat.
5.7 Alternatief scenario In het ongunstige scenario zijn wij uitgegaan van de situatie dat de studentenaantallen afnemen met 2,5% (circa 500 studenten). De lumpsum neemt als gevolg hiervan af. ROC van Twente heeft de komende jaren te maken met een grote uitstroom van personeel en beschikt over een grote flexibele schil. Ook in het ongunstige scenario is derhalve sprake van voldoende financiële sturingsmogelijkheden ten aanzien van de personele lasten om de neerwaartse ontwikkeling van het resultaat te absorberen. Het effect op de liquiditeit en solvabiliteit blijft binnen aanvaardbare grenzen.
5.8 Overige rapportages In hoofdstuk B1 op pagina 21 en verder vindt u de rapportage over de aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem. Het risicoprofiel is opgenomen in de paragraaf over continuïteit op pagina 87. De rapportage van de Raad van Toezicht is opgenomen in een apart hoofdstuk op pagina 98.
93
94
Klachtafhandeling en vertrouwenswerk
1. Klachtenafhandeling ROC van Twente hanteert sinds 1 januari 2005 de ‘Handleiding Klacht en Bezwaar’. Deze handleiding behelst alle reglementen van de diverse klacht-, bezwaar- en beroepscommissies waarop zowel de deelnemers alsook de medewerkers een beroep kunnen doen. Binnen onze organisatie zijn ter behandeling van deze klachten (klacht, bezwaar of beroep) de volgende commissies ingesteld: • Interne Geschillencommissie • Commissie Ongewenste Omgangsvormen • Commissie van Beroep voor de Examens • Commissie Studentenzaken Alle commissies worden ondersteund door het secretariaat Klacht en Bezwaar.
In 2014 zijn bij het secretariaat Klacht en Bezwaar in totaal 35 geschriften ingediend, vier meer dan in 2013. Deze zijn vervolgens conform de reglementen uit de handleiding doorgeleid. Het betrof/betroffen: • Eén klacht op grond van het reglement van de Commissie Ongewenste Omgangsvormen. Deze is met tussenkomst van de centrale vertrouwenspersoon doorgeleid naar de directeur van het MBO College, die deze heeft afgehandeld. • Acht geschriften op grond van het reglement van de Commissie van Beroep voor de Examens. In
één geval heeft dit geleid tot een niet-ontvankelijk verklaring door de Commissie van Beroep voor de Examens. Eén beroepschrift heeft geleid tot een behandeling middels een hoorzitting. Naar aanleiding van hetgeen tijdens de hoorzitting is besproken, is het beroep ingetrokken en heeft de Commissie het dossier gesloten. Afhandeling van de verdere geschriften heeft niet geleid tot een beroep bij deze Commissie. • 26 geschriften op grond van het reglement van de Commissie Studentenzaken. In drie gevallen heeft dit geleid tot een hoorzitting bij de Commissie. De Commissie heeft één beroep gegrond verklaard. Twee beroepen zijn ongegrond verklaard. Twintig geschriften zijn doorgeleid naar de desbetreffende directeur of teamcoördinator. In vier gevallen heeft de teamcoördinator de klacht of het beroep afgewikkeld; in de overige gevallen heeft de directeur hiertoe actie ondernomen. Afhandeling van de doorgeleide geschriften heeft niet geleid tot een beroep bij deze Commissie. In twee gevallen is na het indienen van het geschrift een reactie van de indiener uitgebleven, waardoor het beroep niet verder in behandeling is genomen. Vanuit de Landelijke Ombudslijn MBO zijn er in 2014 geen klachten naar het secretariaat Klacht & Bezwaar doorgeleid. De Commissie van Beroep Bve heeft in 2013 één beroep in behandeling genomen, waarvan de uitspraak in 2014 heeft plaatsgevonden. Het beroep is ongegrond verklaard. Bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs is tevens in 2014 een advies uitgebracht op een klacht die in 2013 in behandeling is genomen. De Landelijke Klachtencommissie Onderwijs achtte de klacht ongegrond. Naast de klachten die zijn ingediend bij het secretariaat Klacht en Bezwaar, zijn ook decentraal klachten ontvangen die door middel van een daartoe ontwikkeld klachtenformulier door het College van Bestuur en de (MBO) Colleges zijn geregistreerd. In totaal zijn via deze weg 92 klachten ontvangen die in samenspraak met betrokkenen zijn afgehandeld. De klachten hadden onder meer betrekking op onderwijsinhoud, in- of uitschrijving, schorsing, bpv en lesgeld of andere schoolkosten. Geen enkele klachtafhandeling heeft geleid tot een gerechtelijke procedure.
95
2. Vertrouwenswerk In 2014 zijn vijf nieuwe vertrouwenscontactpersonen aangesteld ter vervanging van vertrekkenden. Op 31 december 2014 waren er 25 vertrouwenspersonen, inclusief de centrale vertrouwenspersoon.
Gemeenschappelijk overleg/deskundigheidsbevordering • In vier plenaire bijeenkomsten zijn onder meer vindbaarheid, interne afstemming en casuïstiek aan de orde geweest (met accent op de rolverantwoordelijkheid en -afbakening van het vertrouwenswerk). • De externe vertrouwenspersoon verzorgde een workshop over wet- en regelgeving inzake vertrouwenswerk en gespreksvoering aan de hand van casuïstiek. • Vier vertrouwenscontactpersonen bezochten twee congressen over pestgedrag/cyberpesten.
96
Meldingen In 2014 is 68 maal een beroep gedaan op een vertrouwens(contact)persoon: 44 maal door medewerkers, 18 maal door studenten, twee maal door ouders, twee maal door derden. Hiervan behoorden 15 zaken niet strikt tot een van de gebieden van het vertrouwenswerk. In deze gevallen zijn de betreffenden wel doorverwezen naar een in- of externe functionaris met verantwoordelijkheid in het aandachtsgebied. In 28 gevallen werd doorverwezen naar of gebruik gemaakt van de inzet van loopbaancentrum, interne beveiligingsmedewerker, studieloopbaanbegeleider, leidinggevende of anderszins. Bij deze zaken ging het om financiële of persoonlijke problemen, huiselijk geweld en dergelijke. Van de 44 meldingen door medewerkers gingen er 16 over leidinggevenden en zeven over een andere medewerker. Bij vier van deze 44 meldingen voelde een medewerker zich onvoldoende gesteund door de leidinggevende(n) in een situatie waarin sprake was van ongewenste omgangsvormen, pesten, agressie door een student. In 13 gevallen heeft de externe vertrouwenspersoon advies uitgebracht of zich actief met de zaak bemoeid. In 11 gevallen ging het om verzoeken van een medewerker inzake ongewenste omgangsvormen door leidinggevende(n). In contact tussen externe vertrouwenspersoon en P&O adviseurs en/of directeuren
bleken er verschillen van uitleg over/inzicht in actuele Arbo wetgeving te bestaan. Geconcludeerd is dat regelmatig en nader contact hierover gewenst is. Afspraken hiervoor zijn gemaakt met de dienst Personeel & Organisatie (advies) en Bestuur & Management. De meldingen betroffen alle aandachtsgebieden van het vertrouwenswerk: - pesten (24) - discriminatie (17) - (seksuele) intimidatie (2) - agressie en geweld (8) - overige ongewenste omgangsvormen (15) Vijf meldingen hebben – na overleg met teamcoördinator/directeur – geleid tot disciplinaire maatregelen voor studenten (schriftelijke waarschuwing, schorsing en/of overplaatsing of gebouwverbod). Hierover heeft één student een klacht ingediend bij de interne klachten commissie, die de student in het ongelijk stelde. Er zijn geen zaken gemeld waarvoor een verplichte incidentregistratie geldt. In drie gevallen heeft de melder op advies van de vertrouwenspersoon melding/aangifte gedaan bij de politie. Er is geen ondersteuning vanuit vertrouwenswerk geweest bij het indienen van een klacht.
Pesten Zowel onderwijzend personeel, leidinggevenden als vertrouwenscontactpersonen hebben herhaaldelijk aangegeven het lastig te vinden adequaat met nieuwe vormen van pestgedrag via social media om te gaan. De docent die zijn of haar (persoonlijke) telefoonnummer deelt, loopt daarbij een risico. Hiervoor bestaat nog geen leidraad. In 2014 is het pesten in klassensituaties verschillende malen met succes aangepakt. Daarbij hebben we over langere tijd met meerdere disciplines samengewerkt, een aanpak die effectief bleek. Het aangepaste pestprotocol is vastgesteld in drie varianten: voor studenten, voor medewerkers en voor medewerkers in de omgang met studenten. Tijdens de landelijke week tegen het pesten zijn de pestprotocollen gelanceerd en werd de aftrap voor het anti-pest programma voor eerstejaarsgroepen gegeven. In het voorjaar van 2015 wordt dit programma geëvalueerd. Het aantal malen dat vertrouwenswerk voorlichting heeft gegeven, wordt in die evaluatie meegenomen. Drie opleidingsteams/MBO Colleges huren externe partijen in om met studenten te werken aan een veilige groep c.q. omgaan met pesten. Zij hebben hiervoor geen motivatie gegeven.
Vindbaarheid en interne afstemming De subsite is vernieuwd en daarmee toegankelijker geworden. Er staat een ‘studentvriendelijke versie’ van het pestprotocol op. De centrale vertrouwenspersoon en externe vertrouwenspersoon hebben namens het vertrouwenswerk nader
kennis gemaakt met/ presentaties gegeven aan het College van Bestuur, de OR, P&O adviseurs en in het overleg Bestuur & Management. Dit gebeurt voortaan elk jaar naar aanleiding van het jaarverslag.
Verbeterpunten en actiepunten • Jaarlijks gesprek van vertrouwenswerk met College van Bestuur, Bestuur & Management, en de Ondernemingsraad. • Omzetten van afleidbare tendensen naar actiepunten uitgezet. Zo is bijv. het lesprogramma SpeakUp tot stand gekomen. • Jaarlijks contact tussen vertrouwenswerk en personeelsadviseurs is wenselijk o.a. voor blijvende afstemming over wat wel/geen vertrouwenswerk is in personele zaken.
Vooruitziend Op basis van de huidige ontwikkelingen zal in 2015 verder aandacht besteed dienen te worden aan: • Verdere professionalisering van vertrouwenspersonen en andere functionarissen in het bijzonder ten aanzien van pestaanpak. • Communicatie met College van Bestuur en Bestuur & Management over algemene ontwikkelingen rondom “personele zaken” die op de grens van vertrouwenswerk/arbeidsconflict plaatsvinden. • Advisering ten aanzien van de omgang met social media, beschikbaar stellen van privételefoon nummers door docenten aan studenten, etc.
97
98
Verantwoording Raad van Toezicht 2014
1. Verantwoording Raad van Toezicht 2014 De Raad van Toezicht van ROC van Twente houdt (integraal) toezicht op het beleid van het College van Bestuur en de algemene gang van zaken binnen ROC van Twente. De Raad van Toezicht staat het College van Bestuur met raad ter zijde en fungeert als klankbord. Het jaar 2014 was voor ROC van Twente opnieuw een goed jaar. De Raad van Toezicht is blij met de scores op het gebied van VSV (voortijdig schoolverlaters), de diplomaresultaten, de doorstroom richting het hbo, de verbeterde onderwijskwaliteit, scholing ten behoeve van medewerkers en niet te vergeten: de toegenomen studenttevredenheid. Bovendien is ROC van Twente een financieel gezonde instelling. De Raad van Toezicht is zich zeer wel bewust van het feit dat de inzet van alle medewerkers van ons ROC ook in het jaar 2014 weer heeft bijgedragen aan het welzijn van ROC van Twente. De Raad van Toezicht dankt hen voor hun inzet, enthousiasme en betrokkenheid, die verdere ontwikkeling en profilering van ROC van Twente mogelijk maken.
Deze verantwoording bevat de volgende onderdelen: 1. Samenstelling Raad van Toezicht 2014 • Rooster van Aftreden • Nevenfuncties leden Raad van Toezicht • Commissies Raad van Toezicht 2. Vergaderingen Raad van Toezicht 3. Scholing Raad van Toezicht 4. Uitgangspunten van handelen Raad van Toezicht 5. Bezoldiging Raad van Toezicht 6. Samenstelling, functioneren en bezoldiging College van Bestuur 7. Relatie met de Ondernemingsraad 8. Relatie met de Centrale Deelnemersraad 9. Onderwerpen behandeld en te behandelen in de Raad van Toezicht 10. Platform Raden van Toezicht 11. Overleg met en opdracht aan de accountant 12. Zelfevaluatie 13. Klokkenluidersregeling 14. Verantwoording interne werkwijze Raad van Toezicht 15. Code ‘Goed bestuur in de BVE sector’
1.1 Samenstelling Raad van Toezicht in 2014 De Raad van Toezicht van de Stichting ROC van Twente was in 2014 als volgt samengesteld: • de heer Ir. P. van Buuren MBA (eigenaar Vanbuuren Beheer BV); • de heer H.F.X. Geerdink MPM (bestuurder Victas); • mevrouw I.W.G. Harmelink MBA-H (Raad van Bestuur Zorgaccent) (per 28 mei 2014 uitgetreden); • de heer Drs. A.H. Hilbers (lid Raad van Bestuur Waterland Ziekenhuis Purmerend) (per 20 oktober 2014 toegetreden); • mevrouw Drs. W.M. van Ingen (voorzitter Raad van Bestuur Nijsingh Advocaten-Notarissen N.V.) • de heer J.A.N. Mos (directeur Personeel & Organisatie Apollo Vredestein B.V.). (per 17 februari 2014 uitgetreden); • de heer Ing. R.B.J. Nijhuis (directeur Stork Thermeq BV) (per 19 maart 2014 toegetreden); • de heer G. Stemerding (voormalig bestuurder AOB) (zetel recht voordracht Ondernemingsraad); • mevrouw Ir. W. Toering-Keen (lid Raad van Bestuur GGN (Groep Gerechtsdeurwaarders Nederland); per 4 mei 2015 statutair directeur Kienhuis Hoving). Zoals uit bovenstaand overzicht blijkt, zijn in het jaar 2014 twee leden van de Raad van Toezicht afgetreden: mevrouw I.W.G. Harmelink en de heer J.A.N. Mos. Deze twee vacatures zijn via publieke werving
99
Nevenfuncties leden Raad van Toezicht Nevenfuncties van mevrouw W.M. van Ingen: • Voorzitter Raad van Toezicht Fanny Blankers Koen Games • Lid Raad van Commissarissen Enexis • Vice-voorzitter Industriële Kring Twente • Vice-voorzitter Raad van Commissarissen Woonbeheer Borne • Voorzitter Raad van Toezicht Kennispoort Zwolle e.o. • Lid Raad van Commissarissen van Twence
100
(advertentie in regionaal dagblad en via Linked-in) en aan de hand van een profiel dat van de Onder nemingsraad en de Centrale Deelnemersraad een positief advies heeft ontvangen, ingevuld door de heren R.B.J. Nijhuis en A.H. Hilbers.
Rooster van Aftreden De leden van de Raad van Toezicht hebben een zittingstermijn van vier jaar met de mogelijkheid van één herbenoeming voor nog eens vier jaar. Het Rooster van Aftreden van de Raad van Toezicht per 31 december 2014 is als volgt: Lid Raad van Toezicht
Infunctietreding
Herbenoemd
Termijn
Aftredend
P. van Buuren
30 juni 2008
25 februari 2013
Tweede
juni 2016
H. Geerdink
30 juni 2008
25 februari 2013
Tweede
juni 2016
G. Stemerding
5 september 2011
Eerste
5 september 2015
W. Toering
29 oktober 2012
Eerste
29 oktober 2016
W. van Ingen
13 juni 2013
Eerste
13 juni 2017
R. Nijhuis
19 maart 2014
Eerste
19 maart 2018
L. Hilbers
20 oktober 2014
Eerste
20 oktober 2018
Nevenfuncties van de heer A.H. Hilbers: • lid Raad van Commissarissen ARBE Dienstverlening • Raad van Toezicht en Auditcommissie Ziekenhuisgroep Twente te Almelo/Hengelo • Raad van Toezicht Bibliotheek Hengelo Nevenfuncties van mevrouw W. Toering: • Penningmeester Universiteitsfonds Twente • Voorzitter Raad van Advies Heuver B.V. • Lid Jury Twentse Zakenvrouwverkiezing Nevenfunctie van de heer R.B.J. Nijhuis: • Voorzitter Bestuur Bureau Hengelo Voor het overige hebben onze leden Raad van Toezicht geen relevante nevenfuncties.
Commissies Binnen de Raad van Toezicht is een tweetal commissies actief. Deze commissies vervullen hun taak zoals beschreven in het Bestuursreglement ROC van Twente.
Audit Commissie Raad van Toezicht (Deze bestaat uit twee leden van de Raad van Toezicht). De Audit Commissie heeft in het jaar 2014 twee maal (in juni en december 2014) constructief overleg gevoerd met het College van Bestuur, de directeur van de dienst Financiën, Studentenadministratie & Control en de accountant van ROC van Twente. Aan de orde kwamen onder andere: planning- en controlcyclus documenten, verslaglegging en verantwoording daarover, huisvesting, jaarrekening, begroting, deelnemingen, vermogensbeheer en -positie, verhouding publiek-privaat, voorfinanciering, investeringen, rendement, formatie en kwartaalrapportages. Van de overleggen van de Audit Commissie zijn verslagen gemaakt. Deze verslagen zijn inhoudelijk behandeld in de reguliere vergadering van de Raad van Toezicht. Remuneratiecommissie (Deze bestaat eveneens uit twee leden van de Raad van Toezicht). De Remuneratiecommissie heeft in november 2014 het functioneren van de leden van het College van Bestuur – individueel functioneren en functioneren als team – geëva lueerd. Hierbij is de volgende procedure gehanteerd: • Zelfevaluatie De beide leden van het College van Bestuur hebben een beknopte zelfevaluatie geschreven en aangeleverd. • Consultatie Raad van Toezicht In een interne vergadering van de Raad van Toezicht zijn de leden van de Raad van Toezicht geconsulteerd. • Consultatie directeuren Er is gesproken met een aantal directeuren (zowel directeuren (MBO) Colleges als Dienstdirecteuren). Voorafgaand aan deze gesprekken hebben de directeuren van de (MBO) Colleges en de Diensten een vragenlijst ingevuld. Met de leden van het College van Bestuur zijn bij de benoeming per 1 februari 2013 doelstellingen overeengekomen. Deze
doelstellingen zijn vervat in de prestatie-indicatoren die voor de periode 2012-2015 zijn vastgesteld (de prestatie-indicatoren zijn gekoppeld aan de strategienotitie van ROC van Twente). De Raad van Toezicht heeft kunnen vaststellen dat de doelstellingen voor het jaar 2014 zijn gerealiseerd. De uitkomsten van de gesprekken met het College van Bestuur zijn schriftelijk vastgelegd.
1.2 Vergaderingen De Raad van Toezicht heeft in het jaar 2014 als volgt vergaderd: • vijf maal met reguliere agenda, in aanwezigheid van het College van Bestuur; • twee maal met de leden van de Ondernemingsraad en het College van Bestuur; • één maal met de leden van de Centrale Deelnemersraad en het College van Bestuur; • twee maal uitsluitend met de leden van de Raad van Toezicht (interne vergadering). De vergaderingen Raad van Toezicht met reguliere agenda beginnen met een half uur vooroverleg zonder College van Bestuur. In dit half uur wordt de agenda van de vergadering voorbereid, worden de onderwerpen afgestemd en wordt afgesproken wie namens de Raad van Toezicht het woord voert. Naast genoemde vergaderingen hebben de leden van de Raad van Toezicht in het jaar 2014 een zogenaamd Scholenbezoek afgelegd (bij het MBO College voor Oriëntatie & Ontwikkeling). Tijdens dit ‘scholenbezoek’ hebben de leden van de Raad van Toezicht een aantal lessen bijgewoond en uitvoerig gesproken met docenten en studenten.
1.3 Scholing Raad van Toezicht Op 25 september 2014 hebben de leden van de Raad van Toezicht (evenals in het jaar 2013) een opleidingsmodule van de Toezicht Academie MBO gevolgd. Tijdens deze scholingsdag zijn onder meer de volgende onderwerpen behandeld: • functioneren / evalueren Raad van Toezicht (aan de hand van een vooraf ingevulde vragenlijst). • Code Goed Bestuur (de nieuwe code zoals deze per 1 augustus 2014 is ingevoerd); • strategisch beleid voor de komende jaren; • onderwijskwaliteit; • portfoliobeleid in afstemming met de omgeving; • rolverdeling Raad van Toezicht - College van Bestuur; • voorbereiding Raad van Toezicht vergaderingen en rol die Commissies daarin kunnen vervullen; • informatievoorziening Raad van Toezicht;
101
102
• relatie Raad van Toezicht en communicatie met intern betrokkenen binnen ROC; • rol Raad van Toezicht bij externe communicatie, publieke verantwoording en relaties met externe stakeholders. De scholingsdag was van grote meerwaarde; naar aanleiding van de gevoerde discussies zijn goede (voortgangs)afspraken gemaakt. Reden waarom voor het jaar 2015 opnieuw een scholingsdag is gepland. De Raad van Toezicht is blij met het kwalitatieve oordeel zoals de Toezichtacademie/Cap Gemini deze aan het einde van de scholingsdag heeft geuit richting de Raad van Toezicht: - binnen de Raad van Toezicht is sprake van een hoge mate van cohesie; - de voorzitter vervult haar taak op een uitstekende manier; - de verhoudingen Raad van Toezicht - College van Bestuur zijn goed; - de Raad van Toezicht is bijzonder rolvast en legt een grote beheersing aan de dag om niet bestuurlijk operationeel in te stappen.
1.4 U itgangspunt van handelen Raad van Toezicht De Raad van Toezicht is een toezichthoudend orgaan dat handelt binnen onderstaande kaders: • Wet Educatie en Beroepsonderwijs; • Branchecode Goed bestuur in het MBO; • Statuten ROC van Twente; • Bestuursreglement ROC van Twente. De (functionele) afbakening van de taken en de bevoegdheden van Raad van Toezicht en (de individuele leden van) het College van Bestuur zijn geregeld en geborgd
in deze documenten. De regelmatige controle op de naleving van de Branchecode Goed Bestuur in het MBO – hierbij worden ook kernwaarden als cultuur, gedrag, bestuurlijk vermogen, leiderschap en professionaliteit behandeld – leert dat ROC van Twente in 2014 voldeed aan het gestelde in de Code.
1.5 Bezoldiging Raad van Toezicht 2014 In 2014 hebben de leden van de Raad van Toezicht conform de adviesregeling ‘honorering toezichthouders MBO 2013’ de volgende honorering ontvangen: voorzitter: € 12.000,lid: € 9.000,De commissieleden hebben geen separate vergoeding ontvangen.
1.6 S amenstelling en functioneren College van Bestuur (werkgeversrol Raad van Toezicht)
Bezoldiging leden College van Bestuur
103
Het inkomen van het College van Bestuur is in 2014 binnen de wettelijk vastgestelde norm gebleven (volgens de WNT 2014). Het inkomen bedroeg voor de voorzitter (12 maanden dienstverband) en het lid (12 maanden dienstverband) respectievelijk: € 172.380,- en € 126.025,- (in deze bedragen zijn de kosten voor de leaseauto meegenomen).
Representatiekosten
J.H. van der Vegt
R. Meijerink
€ 250,- per maand
€ 250,- per maand
Reiskosten binnenland
Nihil
Nihil
Reiskosten buitenland
Nihil
Nihil
Overige kosten Totaal
Nihil
Nihil
€ 3.000,-
€ 3.000,-
De (informatie) relatie tussen de Raad van Toezicht en het College van Bestuur (ten dele beschreven in het Bestuursreglement) was transparant en open; er was sprake van wederzijds vertrouwen. In elke reguliere vergadering van de Raad van Toezicht werden de door het College van Bestuur genomen besluiten voorgelegd en toegelicht.
1.7 Relatie met de Ondernemingsraad Eén lid van de Raad van Toezicht (zetel op voordracht Ondernemingsraad) overlegt regelmatig met de OR. Daarnaast voert de Raad van Toezicht twee maal per jaar een overleg met de voltallige Ondernemingsraad. In de overleggen die in het jaar 2014 zijn gevoerd, is onder meer gesproken over: • samenstelling, rol, functie en zaken Ondernemingsraad en Raad van Toezicht • wederzijdse verwachtingen • speerpunten voor de komende jaren • strategie voor de komende jaren • onderwijs in relatie tot zorg: ‘waar stopt onderwijs en waar begint zorg’? • positionering Entreeopleiding Bekostiging Ondernemingsraad 2014 Met de facilitering van de ondernemingsraad is 4,94 fte gemoeid. Uitgaande van een gemiddelde personele last, betekent dit een jaarbedrag van € 307.300.
104
1.8 R elatie met de Centrale Deelnemersraad De Raad van Toezicht voert jaarlijks een overleg met de Centrale Deelnemersraad. Dit gesprek heeft in op 19 mei 2014 plaatsgevonden. In het overleg met de studenten is onder meer gesproken over: • rol, functie en zaken: - Raad van Toezicht - College van Bestuur - Centrale Deelnemersraad • onderzoek ‘Staat van de Instelling’ • docentenevaluaties • de kwaliteit van het onderwijs De agenda voor het overleg met de Centrale Deelnemersraad is opgesteld door de leden van de Deelnemersraad. De voorzitter van de Centrale Deelnemersraad zat de vergadering voor. Bekostiging Centrale Deelnemersraad De Centrale Deelnemersraad heeft in 2014 € 6.167,15 aan kosten gemaakt.
1.9 Onderwerpen behandeld en te behandelen in de Raad van Toezicht (geen uitputtend overzicht)
Thema’s De agenda van de vergaderingen van de Raad van Toezicht wordt deels opgesteld volgens een vast stramien (waarbij jaarlijks de strategische koers, kwaliteit onderwijs, personeelsbeleid, bedrijfsvoering en algemene performance aan de orde komen) en deels op basis van actuele externe en interne ontwikkelingen. De Raad van Toezicht streeft ernaar gedurende het jaar een aantal thema’s te behandelen, al dan niet toegelicht door een directeur of door studenten. In het jaar 2014 zijn onder meer de volgende (bestuurlijke) thema’s uitvoerig aan de orde geweest: • strategisch huisvestingsplan 2015-2018; • onderzoek ‘Staat van de Instelling’; • marktanalyse (randen voedingsgebied); • positionering Entreeopleiding; • onderzoek onder eerstejaars studenten; • informatieveiligheid (wat vinden wij noodzakelijk qua veiligheidsniveau); • Kaderbrief 2015 (uitgangspunten voor de begroting 2015); • Treasury statuut (aanpassing); • organisatieverandering: - herijking (MBO) Colleges voor Oriëntatie & Ontwikkeling en Educatie - herijking Contractactiviteiten - herijking enkele onderdelen Onderwijs & Kwaliteitszorg - herschikking (MBO) Colleges per 1 augustus 2015 - opheffing MBO College voor Zorg & Welzijn (vanwege geringe omvang); • ontwikkelingen binnen de opleidingen Techniek (in verband met terugloop aantal studenten).
Verder is regelmatig gesproken over het onderzoek van de Onderwijsinspectie naar de opleiding Chauffeur Personen vervoer (Chauffeur Openbaar Vervoer); deze opleiding werd door ROC van Twente uitgevoerd bij Connexxion. De Inspectie heeft in 2013 de conclusie getrokken dat deze opleiding niet voldoet aan de eisen van de WEB. ROC van Twente bestrijdt deze conclusie. Naar de mening van ROC van Twente is sprake van een opleidingstraject dat voldoet aan de vigerende wet- en regelgeving. Reden waarom ROC van Twente een gerechtelijke procedure is gestart. In de vergaderingen van de Raad van Toezicht is de stand van zaken ten aanzien van dit dossier regelmatig besproken. Verder is met de Raad van Toezicht overlegd over aanpak en inzet in dit dossier. Tenslotte stond het onderwerp ‘landelijk onderzoek WVA (Wet Vermindering Afdracht)’ op de agenda van de Raad van Toezicht. De (mogelijke) effecten die dit landelijke onderzoek op ROC van Twente heeft, zijn daarbij onderwerp van gesprek geweest. Jaarrekening en begroting In het jaar 2014 heeft de Raad van Toezicht (in aanwezigheid van de accountant) de jaarrekening en het accountantsverslag over 2013 en de begroting voor 2015 inclusief de meerjarenbegroting goedgekeurd. Kwartaal- en bestuursrapportages 2014 Na overleg met de Audit Commissie en vervolgens de Raad van Toezicht is besloten de kwartaalrapportages een andere vorm en inhoud te geven: - meer beleidsrijk en meer inhoudelijk; - meer aandacht voor kwaliteit van het onderwijs (dit mede vanwege het feit dat de Raad van Toezicht geen Onderwijscommissie heeft);
- opnemen kwalitatieve indicatoren; - goed onderscheid tussen interne en externe ontwikkelingen en de bestuurlijke implicaties van deze ontwikkelingen; - verantwoorden (80%) en vooruit blikken (20%); - meer inhoudelijke samenhang tussen planningsdocumenten, strategienotitie en jaarplan; - opnemen van een risicoanalyse. De Raad van Toezicht is door middel van de kwartaal- en bestuursrapportages periodiek geïnformeerd over de ontwikkeling van ROC van Twente op onderwijskundig, financieel en personeel gebied. Belangrijk onderdeel van de rapportages vormt de prestatiekaart met de prestatie indicatoren behorende bij de Strategienotitie ROC van Twente 2012-2015. In deze Strategienotitie is een aantal ambities opgenomen. De Raad van Toezicht heeft begin 2012 de behoefte uitgesproken aan een instrument om deze ambities concreet te maken (hoe zetten we waarden om in concreet gedrag). Daarmee wordt de instelling gestimuleerd de ambities ook daadwerkelijk waar te maken en kunnen de ambities daarnaast worden gemonitord. Reden waarom binnen de Raad van Toezicht ‘prestatie-indicatoren behorende bij de strategienotitie’ zijn vastgesteld. Via de kwartaalrapportages monitort de Raad van Toezicht de (ontwikkeling van de) prestatie indicatoren. Aandachtspunten en thema’s 2015 Voor de komende jaren zal de Raad van Toezicht de volgende aandachtspunten en thema’s centraal stellen bij het toezicht: - strategie 2016-2020; - herijking prestatiekaart en prestatie indicatoren - portfoliobeleid, herijking (MBO) Colleges - uitkomst tevredenheidsonderzoek onder medewerkers - uitkomst tevredenheidsonderzoek onder bpv-bedrijven - meerjarenformatiebeleid en -plan (2015-2018) - horizontale dialoog (de omgang met vo, hbo, bedrijfsleven en bpv-bedrijven) - invoering kwalificatiedossiers - kwaliteitsplan en inzet innovatiegelden - alumnibeleid (hoe doen onze studenten het in het hbo en op de arbeidsmarkt) - onderwijs in relatie tot zorg: ‘waar stopt onderwijs en waar begint zorg’ - teamontwikkeling: Twents Professioneel Team - duurzame inzetbaarheid / aandacht voor oudere medewerkers
105
1.10 Platform Raden van Toezicht Sinds 2005 bestaat er binnen het mbo een Platform Raden van Toezicht. Dit Platform is geen rechtspersoon zoals een vereniging met leden, maar een open netwerk met wisselende deelname vanuit de instellingen. Met ruim 160 deelnemers heeft het Platform een bereik naar alle raden van toezicht. Het Platform Raden van Toezicht richt zich op: - informatie over relevante beleidsontwikkelingen in het mbo - gedachtewisseling over voor toezichthouders relevante onderwerpen - professionalisering van toezichthouders - afspraken over collectief optreden, waar dat nodig is in het gezamenlijke belang
106
De bijeenkomsten van het Platform Raden van Toezicht zijn ook in het jaar 2014 weer bijgewoond door een van de leden van de Raad van Toezicht van ROC van Twente. Enkele onderwerpen die in het afgelopen jaar in het Platform zijn behandeld: - toezicht op het onderwijs - beloningsdiscussie - WNT 2 - CAO voor bestuurders
1.11 O pdracht accountant, overleg met de accountant De Raad van Toezicht heeft gedurende het jaar 2014 meermalen overleg gevoerd met de accountant: - de Audit Commissie voert twee maal per jaar een overleg met de accountant over onder meer de
jaarrekening en de begroting. In dit overleg worden ook overige van belang zijnde c.q. actuele financiële ontwikkelingen besproken. - de accountant is één maal per jaar te gast in de vergadering van de Raad van Toezicht, namelijk bij de behandeling van de jaarrekening. Opdracht accountant In december 2011 heeft de Raad van Toezicht besloten de opdracht voor de controle van de jaarrekening van ROC van Twente te verlengen met maximaal drie maal één jaar (boekjaren 2012, 2013 en 2014). In het jaar 2014 zijn de voorbereidingen gestart voor een nieuwe aanbesteding van de accountant (het contract met de huidige accountant is bijna 7 jaar oud). Vanaf boekjaar 2015 wordt de opdracht opnieuw aanbesteed.
1.12 Zelfevaluatie Raad van Toezicht Tijdens de scholingsdag van de Raad van Toezicht op 25 september 2014 heeft de Raad van Toezicht uitvoerig stilgestaan bij het functioneren van de Raad van Toezicht (functioneren individuele leden, functioneren Raad van Toezicht als geheel). Op grond van de evaluatie zoals deze in 2014 heeft plaatsgevonden, zijn onder meer de volgende afspraken gemaakt: - Behoefte aan meer informatie wordt veelal gevoed vanuit twijfel. De Raad van Toezicht vraagt in derge lijke gevallen niet om aanvullende documenten maar checkt of het College van Bestuur in control is (hebben analyses, audits, interne benchmarks plaatsgevonden). - Hoe monitort het College van Bestuur? Hoe stuurt het College van Bestuur de managementlaag? Hoe
weet de Raad van Toezicht dat het College van Bestuur in control is? Deze vragen worden in het jaar 2015 besproken met het College van Bestuur. - De Raad van Toezicht wordt in een vroegtijdig stadium betrokken bij de nieuwe strategie van ROC van Twente. - De Audit Commissie is nog teveel gericht op verantwoording en resultaten; de Audit Commissie zal een meer toekomstgerichte insteek hanteren.
1.13 Klokkenluidersregeling In het kader van de branchecode ‘Goed bestuur in de BVE sector’ (per medio 2014: ‘Goed bestuur in het MBO’) heeft de Raad van Toezicht een aantal jaren geleden de Klokkenluidersregeling ROC van Twente goedgekeurd. Van deze regeling is in het jaar 2014 geen gebruik gemaakt.
1.14 Verantwoording interne werkwijze Raad van Toezicht De Raad van Toezicht heeft op een constructieve wijze vergaderd. Er zijn geen inhoudelijke meningsverschillen ontstaan, noch is er gestemd over goedkeuringen en vaststellingen.
1.15 Branchecode ‘Goed bestuur in het MBO’ De Code ‘Goed bestuur in de BVE sector’/per 1 augustus 2014: Code ‘Goed bestuur in het MBO’ bevat afspraken en handreikingen voor Raden van Toezicht, Colleges van Bestuur en de horizontale dialoog. Deze afspraken zijn niet vrijblijvend. Er kan alleen van worden afgeweken wanneer er goede argumenten voor zijn. Instellingen die willen afwijken, leggen daarover verantwoording af in het geïntegreerd jaar document. ROC van Twente voldoet in 2014 aan alle punten uit de code ‘Goed bestuur in het MBO’.
107
108
Ondernemingsraad 2014
Ondernemingsraad De Ondernemingsraad van ROC van Twente bestaat uit 16 leden. Deze 16 leden vertegenwoordigen de (MBO) Colleges en de ondersteunende Diensten.
Een aantal jaren geleden is de facilitering van de OR tijdelijk verhoogd in verband met de invoering van de WOR en de overgang van MR naar OR. De OR heeft hiermee gedurende een aantal jaren de mogelijkheid en de faciliteiten gekregen om een goede structuur en werkwijze te ontwikkelen. Inmiddels is sprake van een OR-structuur die door middel van onderdeel commissies ook is ingebed in de MBO Colleges. Reden waarom het College van Bestuur in 2014 het besluit heeft genomen de facilitering van de OR per 1 januari 2015 naar het oorspronkelijke niveau terug te brengen (leden OR: 0,23 fte – leden DB OR: 0,43 fte – leden onderstructuur: 1 uur per week per lid).
De Ondernemingsraad heeft de volgende docu menten ter advisering ontvangen en afgehandeld: - opleidingsportfolio; - herijking College voor Educatie, MBO College voor Oriëntatie & Ontwikkeling en delen van de ondersteunende dienst Onderwijs & Kwaliteitszorg; - herinrichting MBO College voor Management & Organisatie; - uitbreiding onderwijsaanbod Rijssen en Enschede (Commercie & Ondernemen); - uitbreiding onderwijsaanbod Rijssen (Transport, Logistiek & Mobiliteit); - verhuizing opleidingen beschermings- en afwerkingstechnieken; - begroting 2015; - aangepaste werk- en verlofkaart OBP; - samenvoeging opleidingen Podium- en Evenementen Techniek en Artiest; - Kaderbrief 2015; - docentenevaluaties; - informatieveiligheidsbeleid; - procedure afwijking urennorm en nieuwe urennorm bol-opleidingen; - voorlopige positionering Entreeopleiding (definitieve positionering volgt in 2017).
De volgende thema’s waren de hoofdthema’s voor het jaar 2014: - docentenevaluatie; - herijking functie senior docent / teamcoördinator.
De Ondernemingsraad heeft de volgende docu menten ter instemming ontvangen en afgehandeld: - gezondheids- en inzetbaarheidsbeleid; - pestprotocol voor medewerkers / medewerkers
De Ondernemingsraad komt twee maal per maand in overleg bijeen. Het Dagelijks Bestuur heeft twee maal een overleg gevoerd met een van de leden van de Raad van Toezicht (zetel met recht van voordracht OR). In het jaar 2014 hebben twee overleggen Raad van Toezicht - College van Bestuur - Ondernemingsraad plaatsgevonden.
in omgang met studenten; - functie seniordocent/teamcoördinator; - integriteitscode; - meerjarenformatieplan 2014-2017; - beloningsbeleid (aanpassing); - gedragsregels alcoholgebruik; - procedure werving, selectie, beoordeling en benoeming senior docent/teamcoördinator; - vakantiekader. Daarnaast zijn er documenten ter advisering en instemming aangeboden die niet in 2014 zijn afgehandeld: - meerjarenformatiebeleid 2015-2018; - aanbesteding Arbodienstverlening; - werktijdenregeling. Verder ontving de Ondernemingsraad diverse documenten ter kennisname. Voor 2015 zullen onder andere de volgende onder werpen op de agenda staan: - strategie 2016-2020; - medewerkersonderzoek; - uitvoering docentenevaluaties; - LC functies; - aanbesteding Arbodienstverlening; - teamontwikkeling: Twents Professioneel Team; - duurzame inzetbaarheid/ oudere medewerkers; - duurzaamheid (energie).
109
110
Centrale Deelnemersraad
Centrale Deelnemersraad De Centrale Deelnemersraad – geïnstalleerd in het jaar 2011 – bestaat uit de vertegenwoordigers van de studenten van de verschillende (MBO) Colleges van ROC van Twente. Halverwege het jaar 2014 verliet de voorzitter ons ROC. De vice-voorzitter heeft tegelijkertijd zijn functie neergelegd. Na verkiezing zijn een nieuwe voorzitter en vice-voorzitter benoemd. De Centrale Deelnemersraad wordt begeleid door een directeur van ROC van Twente en krijgt secretariële ondersteuning vanuit de ondersteunende diensten.
De Centrale Deelnemersraad manifesteert zich op haar eigen ingerichte website en op social media. Daarnaast is de CDR op verschillende locaties aanwezig tijdens de Open Dagen. En de raad bezoekt diverse studentenraden en docententeams binnen de MBO Colleges. Studenten die participeren in de Centrale Deel nemersraad hebben een vergoeding voor de bijgewoonde vergaderingen ontvangen. Zij ontvangen ook een verklaring waaruit blijkt dat zij gedurende een bepaalde periode werkzaamheden In 2014 is door de Centrale Deelnemersraad onder meer gesproken over: • Plaza 2.0, het nieuwe internetportaal voor studenten; • ROC van Twente als gezonde school; • verbeterplan naar aanleiding van het inspectierapport Staat van de Instelling ROC van Twente; • roosterwijzigingen en studieruimtes; • opleidingsportfolio. In 2014 heeft de Centrale Deelnemersraad onderzoek verricht naar klachtenafhandeling en cijferregistratie
binnen ROC van Twente. Het onderzoeksverslag is ter behandeling overhandigd aan het College van Bestuur. De Centrale Deelnemersraad heeft een positief advies gegeven over en ingestemd met: • het instroombeleid en de instroomprocedure 2014-2015; • pestprotocol voor studenten; • pestprotocol voor medewerkers; • afwijking urennorm Johan Cruyff College; • reglement Schorsen en Verwijderen. De Centrale Deelnemersraad heeft geadviseerd over: • printtegoeden voor studenten; • samenvoeging onderwijsteams; • docentenevaluaties. De Centrale Deelnemersraad heeft zich onder meer ingezet voor JOB Monitor. Het responspercentage voor ROC van Twente is mede door de inspanningen van de Centrale Deelnemersraad heel hoog te noemen. In april 2014 is de Centrale Deelnemers-
raad door JOB verkozen als eerste studentenraad van de maand. Op 17 maart 2014 heeft een overleg Centrale Deelnemersraad, College van Bestuur en Onder nemingsraad plaatsgevonden. Op 19 mei 2014 heeft een overleg tussen Raad van Toezicht, College van Bestuur en Centrale Deelnemersraad plaatsgevonden. De Centrale Deelnemersraad overlegt twee maal per kalenderjaar met het College van Bestuur. Deze overleggen hebben op 23 juni 2014 en 20 oktober 2014 plaatsgevonden.
111
112
Jaarrekening
Inhoudsopgave
A1.
Geconsolideerde jaarrekening
114
A1.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2014
114
A1.2 Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2014
115
A1.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2014
116
A1.4 Toelichting behorende bij de geconsolideerde jaarrekening 2014
117
A1.5 Enkelvoudige balans per 31 december 2014
141
A1.6 Enkelvoudige staat van baten en lasten over 2014
142
A1.7 Toelichting behorende tot de enkelvoudige jaarrekening 2014
142
A1.8a Modelmatige weergave rapportage gegevens volgens wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector
148
Vaststelling jaarrekening
150
Begroting geconsolideerde staat van baten en lasten over 2015
150
Overige gegevens
151
-C ontroleverklaring van de onafhankelijke accountant
151
-S tatutaire bepalingen inzake resultaatbestemming
156
-C ontactgegevens
157
113
A1. Geconsolideerde jaarrekening A1.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2014 (na verwerking voorstel resultaatverdeling, in duizenden euro’s)
1
Activa
2014
2013
Vaste activa 1.2 1.3
Materiële vaste activa Financiële vaste activa
131.108 5.897
137.005
137.723 6.079
143.802
Vlottende activa 114
1.5 1.7
Vorderingen Liquide middelen
2.344 33.360
35.704
Totaal activa
2
Passiva
2.1
Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserve (publiek) Bestemmingsreserve (privaat)
2.3
Voorzieningen
2.4 2.5
2.817 24.720
27.537
172.709
171.339
2014
71.627 1.640 2.984
2013
76.251
67.466 1.640 2.883
71.989
3.900
4.119
Langlopende schulden
58.500
63.500
Kortlopende schulden
34.058
31.731
172.709
171.339
Totaal passiva
A1.2 Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2014 (voor resultaatbestemming, in duizenden euro’s)
2014 3
Baten
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en subsidies Lesgelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten
136.267 2.850 1.838 6.939 3.256
Lasten
4.1 4.2 4.3 4.4
Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
108.403 11.500 10.464 13.707
Totaal lasten Saldo baten en lasten 5
Financiële baten en lasten
Resultaat 6 7
Belastingen Resultaat deelnemingen
Nettoresultaat
0 42
2013
135.026 2.470 1.838 5.522 2.931 151.150
Totaal baten 4
Begroting 2014
131.684 3.906 2.315 5.714 3.535 147.787
109.191 12.281 9.729 14.525
147.154
104.946 11.855 10.778 15.724
115
144.074
145.726
143.303
7.076
2.061
3.851
-2.856
-2.870
-3.271
4.220
-809
580
42 4.262
0 0
0 -809
0 48
48 628
A1.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2014 (in duizenden euro’s)
Kasstroom uit operationele activiteiten
2014
Saldo baten en lasten Aanpassingen voor: - afschrijvingen - mutaties voorzieningen
7.076
3.851
11.500 -219
11.855 1.919
Mutaties in werkkapitaal - vorderingen - schulden
473 2.345
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest
49 -2.923
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 116
2013
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Investeringen in deelnemingen en/of samenwerkingsverbanden Mutaties overige vorderingen financiële vaste activa
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden
Totaal kasstroom uit financierings activiteiten Netto kasstroom Liquide middelen
Liquide middelen einde boekjaar Liquide middelen begin boekjaar
Mutatie liquide middelen
18.357
2.818 21.175 -2.874
2.025 1.105
44 -3.315
18.301
-5.021 136 -8 232
0 -5.000
-4.661
-5.000
17.625
3.130 20.755 -3.271 17.484
-3.630 626 -8 232
0 -13.560
-2.780
-13.560
8.640
1.144
33.360 24.720
24.720 23.576
8.640
1.144
A1.4 Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening 2014
Algemeen
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling
Juridische vorm en voornaamste activiteiten De stichting ROC van Twente, gevestigd te Hengelo (Ov.), Gieterij 200, is een onderwijsinstelling voor middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneducatie.
Activa en passiva zijn opgenomen tegen nominale waarde, tenzij anders staat vermeld. ROC van Twente neemt een actief alleen in de balans op: ● als het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen ROC van Twente toekomen; ● de waarde ervan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld volgens de Regeling jaar verslaggeving onderwijs. In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 660 onderwijsinstellingen) van toepassing zijn en met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen. De grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten.
Een verplichting wordt in de balans opgenomen als: ● het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard gaat met een uitstroom van middelen en ● de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Toepassing van artikel 402 Boek 2 BW De financiële gegevens van ROC van Twente zijn in de geconsolideerde jaarrekening verwerkt. Derhalve vermeldt de staat van baten en lasten van ROC van Twente conform artikel 402 Boek 2 BW slechts het aandeel in het resultaat van organisaties waarin wordt deelgenomen na belastingen en het overige resultaat na belastingen. Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.
De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben.
117 Baten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, de functionele valuta van ROC van Twente. Alle financiële informatie in euro’s is afgerond op het dichtstbijzijnde duizendtal.
Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronder stellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. De waarderingsgrondslag van voor zieningen is naar de mening van het management het meest kritisch voor het weergeven van de financiële positie en vereist schattingen en veronderstellingen.
118
Grondslagen voor consolidatie De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van het ROC van Twente en haar groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend dan wel waarover de centrale leiding bestaat. Groepsmaatschappijen zijn deelnemingen waarin de onderneming een meerderheidsbelang heeft, of waarop op een andere wijze een beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend. Bij de bepaling of beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend, worden financiële instrumenten betrokken die potentiële stemrechten bevatten en direct kunnen worden uitgeoefend. Participaties die zijn verworven uitsluitend met het doel om ze binnen afzienbare termijn weer te vervreemden, worden niet geconsolideerd. Nieuw verworven deelnemingen worden in de consolidatie betrokken vanaf het tijdstip waarop beleids bepalende invloed kan worden uitgeoefend. Afgestoten deelnemingen worden in de consolidatie betrokken tot het tijdstip van beëindiging van deze invloed. In de geconsolideerde jaarrekening zijn de onderlinge schulden, vorderingen en transacties geëlimineerd, evenals de binnen de groep gemaakte winsten. De groepsmaatschappijen zijn integraal geconsolideerd, waarbij het minderheidsbelang van derden afzonderlijk tot uitdrukking is gebracht. In de jaarrekening zijn de cijfers van ROC van Twente Flex B.V. te Hengelo (100% belang) meegeconso lideerd. Financiële instrumenten Stichting ROC van Twente kent de volgende financiële instrumenten: verstrekte leningen aan deelnemingen en verbonden partijen, handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en te betalen posten. Zij heeft geen afgeleide financiële instrumenten. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Indien echter financiële instrumenten
bij de vervolgwaardering worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, worden direct toerekenbare transactiekosten direct verwerkt in de winst-en-verliesrekening. In contracten besloten financiële instrumenten die niet worden gescheiden van het basiscontract, worden verwerkt in overeenstemming met het basiscontract. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd. Verstrekte leningen en overige vorderingen Verstrekte leningen worden opgenomen tegen de reële waarde. De overige vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Dit gebeurt op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waarderingsverliezen. Overige financiële verplichtingen Financiële verplichtingen die geen deel uit maken van een handelsportefeuille worden tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd op basis van de effectieve rentemethode. Materiële vaste activa Investeringen, met uitzondering van ICT, met een waarde groter dan € 5.000 worden geactiveerd. Aanschaffingen lager dan dit grensbedrag worden direct ten laste van de exploitatie gebracht. Investeringen in ICT worden ongeacht de omvang van de investering geactiveerd. Gebouwen en terreinen De gebouwen en terreinen, inventaris en apparatuur, andere vaste bedrijfsmiddelen, materiële vaste bedrijfs
activa in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs minus cumulatieve afschrijvingen verminderd met de cumulatief bijzondere waardeverminderingen. Investeringssubsidies worden in mindering gebracht op de kostprijs van de materiële vaste activa. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op terreinen, materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. Overheidssubsidies worden in mindering gebracht op de kostprijs van de activa waarop de subsidies betrekking hebben. De componentenmethode wordt toegepast voor gebouwen, hierbij gelden de volgende afschrijvings termijnen: Gebouw
afschrijvingstermijn
Casco
in 30 jaar
Afbouw
in 15 jaar
Inbouw / vaste inrichting
in 10 jaar
Technische installaties (zoals water en elektra)
in 30 jaar
Technische installaties (zoals lift, keuken en roltrap)
in 10 jaar
Terrein- en parkeervoorzieningen
in 10 jaar
Investeringen in huurpanden
in 5 jaar
Onderhoudsuitgaven worden slechts geactiveerd indien zij de gebruiksduur van het object verlengen.
Inventarissen en apparatuur Nieuwe investeringen worden opgenomen tegen aanschafwaarde. Lineaire afschrijving vindt plaats op basis van de geschatte economische levensduur. Voor investeringen in computerapparatuur geldt een afschrijvingstermijn van 3 jaar. Buiten gebruik gestelde activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde. Financiële vaste activa Deelnemingen Deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode op basis van de nettovermogenswaarde. Bij de bepaling van de nettovermogenswaarde wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van ROC van Twente. Deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd. Wanneer ROC van Twente garant staat voor de schulden van de betreffende deelneming wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening wordt primair ten laste van de vorderingen op deze deelneming gevormd en voor het overige onder de voorzieningen ter grootte van het aandeel in de door de deelneming geleden verliezen, dan wel voor de verwachte betalingen door ROC van Twente ten behoeve van deze deelneming. Deelnemingen waarin geen invloed van betekenis wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of duurzaam lagere bedrijfswaarde. De leningen aan niet geconsolideerde deelnemingen worden opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs onder aftrek van noodzakelijk geachte waardeverminderingen. De overige financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. Rentebaten uit leningen u/g worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost. Eventuele winsten of verliezen worden verantwoord onder financiële baten en lasten. Rentebaten uit leningen worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost. Eventuele winsten of verliezen worden verantwoord onder financiële baten en lasten. Bijzondere waardeverminderingen of vervreemding van vaste activa Vaste activa met een lange levensduur moeten worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen als zich wijzigingen of omstandigheden voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. Is de boekwaarde van een actief hoger dan de geschatte waarde, wordt een bedrag voor impairment ten laste van het resultaat geboekt voor het verschil tussen de boekwaarde en de actuele waarde van het actief.
119
Activa die beschikbaar zijn voor verkoop worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere actuele waarde, onder aftrek van verkoopkosten. Voor materiële en financiële vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogste van
120
de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Als het niet mogelijk is de realiseerbare waarde te bepalen voor een individueel actief, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort.
Wanneer de boekwaarde van een actief (of een kasstroom genererende eenheid) hoger is dan de realiseerbare waarde, wordt een bijzonder waardeverminderings verlies verantwoord voor het verschil tussen de boek waarde en de realiseerbare waarde. Indien sprake is van een bijzonder waardeverminderingsverlies van een kasstroomgenererende eenheid, wordt het verlies allereerst toegerekend aan goodwill die is toegerekend aan de kasstroomgenererende eenheid. Een eventueel restant verlies wordt toegerekend aan de andere activa van de eenheid naar rato van hun boekwaarden. Verder wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er enige indicatie is dat een in eerdere jaren verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies is verminderd. Als een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt de realiseerbare waarde van het betreffende actief (of kasstroom genererende eenheid) geschat. Terugneming van een eerder verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies vindt alleen plaats als sprake is van een wijziging van de gehanteerde schattingen bij het bepalen van de realiseerbare waarde sinds de verantwoording van het laatste bijzonder waardeverminderingsverlies. In dat geval wordt de boekwaarde van het actief (of kasstroomgenererende eenheid) opgehoogd tot de geschatte realiseerbare waarde, maar niet hoger dan de boekwaarde die bepaald zou zijn (na afschrijvingen) als in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief (of kasstroomgenererende eenheid) zou zijn verantwoord. Vervreemding van vaste activa Voor verkoop beschikbare vaste activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde.
Vlottende activa Vorderingen Vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid. Een dergelijke voorziening wordt bepaald op basis van beoordeling van de inbaarheid van de individuele vorderingen. Liquide middelen De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Deze staan ter vrije beschikking, tenzij anders is vermeld. Eigen vermogen Onder het eigen vermogen worden de algemene reserves, de bestemmingsreserves en de bestemmingsfondsen gepresenteerd. De algemene reserve bestaat uit de reserves die ter vrije beschikking staan van ROC van Twente. Indien een beperktere bestedingsmogelijkheid door ROC van Twente is aangebracht, dan is het aldus afgezonderde deel van het eigen vermogen aangeduid als bestemmingsreserve. Indien de beperktere bestedingsmogelijkheid door derden is aangebracht, dan wordt dit deel aangemerkt als bestemmingsfonds.
121 Voorzieningen Onder de voorzieningen worden de personele voorziening en de overige voorzieningen gepresenteerd. Zij zijn opgenomen tegen nominale waarde, tenzij anders gepresenteerd. Toevoegingen aan voorzieningen vinden plaats ten laste van de staat van baten en lasten. Uitgaven vinden rechtstreeks plaats ten laste van de voorzieningen. Een voorziening in verband met verplichtingen als bedoeld in artikel 2:374 lid 1, eerste volzin BW wordt uitsluitend opgenomen indien op de balansdatum aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a. de rechtspersoon heeft een verplichting (in rechte afdwingbaar of feitelijk); b. het is waarschijnlijk dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen noodzakelijk is; c. er kan een betrouwbare schatting worden gemaakt van de omvang van de verplichting. Voorziening personele en wachtgeldverplichtingen Dit betreft de nominale waarde van de toekomstige te betalen uitkeringen aan medewerkers inzake WGA en Wachtgeld in het kader van het eigen risico dragerschap van ROC van Twente.
Voorziening jubilea De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. Dit betreft de contante waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op gedane toezeggingen en leeftijd. Langlopende schulden Schulden met een resterende looptijd van meer dan één jaar worden aangeduid als langlopend. Het aflossingsbedrag van het lopende jaar wordt onder de kortlopende schulden opgenomen. Langlopende schulden worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode.
122
Kortlopende schulden Schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar worden aangeduid als kortlopend. Schulden worden niet gesaldeerd met activa. Overlopende passiva betreffen vooruitontvangen bedragen (waaronder geoormerkte bijdragen) en nog te betalen bedragen ter zake van lasten die aan een verstreken periode zijn toegekend. Van bedragen die voor meerdere jaren beschikbaar zijn gesteld, wordt het nog niet bestede gedeelte op deze post aangehouden. Vrijval ten gunste van de staat van baten en lasten geschiedt naar rato van de besteding. Het saldo van de projecten in opdracht van derden leidt tot een schuld op de balans. Het saldo wordt per project bepaald. Kortlopende schulden worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. Personeelsbeloningen/pensioenen ROC van Twente kent een toegezegde pensioenregeling, die is ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds (ABP). Deze kan op basis van RJ 271 worden geclassificeerd als een toegezegde bijdrageregeling. Dit betekent dat de over het boekjaar verschuldigde premies als kosten worden verantwoord. De risico’s van loonontwikkeling, prijsindexatie en beleggingsrendement op het fondsvermogen zullen mogelijk leiden tot toekomstige aanpassingen in de jaarlijkse bijdragen aan het pensioenfonds. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de pensioenlasten in de staat van baten en lasten. Leasing Het ROC van Twente kan financiële en operationele leasecontracten afsluiten. Een leaseovereenkomst waarbij de voor- en nadelen verbonden aan het eigendom van het leaseobject geheel of nagenoeg geheel door de lessee worden gedragen, wordt aangemerkt als een financiële lease. Alle andere leaseovereenkomsten classificeren als operationele leases. Bij de leaseclassificatie is de economische realiteit van de transactie bepalend en niet zozeer de juridische vorm.
Het ROC van Twente heeft geen financiële lease contracten afgesloten. Operationele leases Als het ROC van Twente optreedt als lessee in een opera tionele lease, wordt het leaseobject niet geactiveerd. Leasebetalingen inzake de operationele lease worden lineair over de leaseperiode ten laste van de winst-en- verliesrekening gebracht. Bepaling reële waarde De reële waarde van een financieel instrument is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en van elkaar onafhankelijk zijn.
Opbrengstverantwoording Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van de basisbekostiging worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Overige overheidsbijdragen en -subsidies worden aanvankelijk in de balans opgenomen als vooruitontvangen baten zodra er redelijke zekerheid bestaat dat zij zullen worden ontvangen en dat de groep zal voldoen aan de daaraan verbonden voorwaarden. Subsidies ter compensatie van door de groep gemaakte kosten worden systematisch als opbrengsten in de winst-en-verliesrekening opgenomen in dezelfde periode als die waarin de kosten worden gemaakt. Subsidies ter compensatie van de
groep voor de kosten van een actief worden systematisch in de winst-en-verliesrekening opgenomen gedurende de gebruiksduur van het actief.
opbrengsten slechts verwerkt tot het bedrag van de gemaakte projectkosten dat waarschijnlijk kan worden verhaald. Verwachte verliezen op projecten worden onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening opgenomen.
Lesgelden De lesgelden worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben, waarbij ervan uitgegaan is dat reguliere onderwijstaken gelijkmatig over het schooljaar zijn gespreid. Baten werk in opdracht van derden Opbrengsten van werk in opdracht van derden (contract onderwijs) worden in de staat van baten en lasten als baten opgenomen voor een bedrag gelijk aan de kosten als vast staat dat deze kosten declarabel zijn. Een eventueel positief resultaat wordt genomen naar rato van het stadium van voltooiing van de transactie op verslagdatum (de zogeheten percentage of completion methode). Het stadium van voltooiing wordt bepaald aan de hand van beoordelingen van de verrichte werkzaamheden. Voor een eventueel verwacht negatief resultaat wordt een voorziening getroffen. Zodra een betrouwbare schatting kan worden gemaakt van het resultaat van een onderhanden project, worden de projectopbrengsten en -kosten als opbrengsten en kosten in de winst-en-verliesrekening verwerkt naar rato van de verrichte prestaties per balansdatum. De mate waarin prestaties van een onderhanden project zijn verricht wordt bepaald aan de hand van de tot de balansdatum gemaakte projectkosten in verhouding tot de geschatte totale projectkosten. Indien het resultaat van een onderhanden project niet betrouwbaar kan worden bepaald, worden de project
Aandeel in het resultaat van organisaties waarin wordt deelgenomen Het aandeel in het resultaat van ondernemingen waarin wordt deelgenomen omvat het aandeel van de groep in de resultaten van deze deelnemingen. Resultaten op transacties, waarbij overdracht van activa en passiva tussen de groep en de niet-geconsolideerde deelnemingen en tussen niet-geconsolideerde deelnemingen onderling heeft plaatsgevonden, zijn niet verwerkt voor zover deze als niet gerealiseerd kunnen worden beschouwd. De resultaten van deelnemingen die gedurende het boekjaar zijn verworven of afgestoten worden vanaf het verwervingsmoment respectievelijk tot het moment van afstoting verwerkt in het resultaat van de groep. Belastingen Hierbij gaat het om de over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare winstbelastingen en latente belastingen. Deze belastingen worden in de staat van baten en lasten opgenomen, behalve als deze betrekking hebben op posten die rechtstreeks in het eigen vermogen worden opgenomen. In het laatste geval wordt de belasting in het eigen vermogen verwerkt. De over het boekjaar verschuldigde en verrekenbare belasting is de naar verwachting te betalen belasting over de belastbare winst over het boekjaar. Deze is berekend aan de hand van de geldende belasting tarieven en eventuele correcties op de over voorgaande jaren verschuldigde belasting. Voor latente belastingen wordt een voorziening getroffen voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen ten behoeve van de financiële verslaggeving en de fiscale boekwaarde van die posten. Een actieve belastinglatentie wordt alleen opgenomen als het waarschijnlijk is dat er in de toekomst belastbare winsten beschikbaar zullen zijn die voor de realisatie van het tijdelijke verschil kunnen worden aangewend. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode.
123
1. Activa 1.2
Materiële vaste activa
(in duizenden euro’s)
Het verloop van de materiële vaste activa is als volgt weer te geven:
1.2.1* Gebouwen en terreinen
1.2.2 Inventaris en apparatuur
1.2.4 In uitvoering en vooruitbetalingen
Totaal
- aanschafprijs - cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen
179.542 52.351
36.373 26.028
187 -
216.102 78.379
Boekwaarde
127.191
10.345
187
137.723
2.070 0 0 8.288
3.088 281 145 3.212
5.021 -5.158 -
5.021 0 281 145 11.500
120.973
10.085
50
131.108
- aanschafprijs - cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen
181.612 60.639
39.181 29.096
50 -
220.843 89.735
Boekwaarde
120.973
10.085
50
131.108
Stand per 1 januari 2014:
Mutaties in de boekwaarde:
124
- investeringen - overboeking (ingebruikname) - desinvesteringen op aanschafwaarde - desinvesteringen op afschrijvingswaarde - afschrijvingen
Saldo Stand per 31 december 2014:
* Toelichting 1.2.1 Gebouwen en terreinen in eigendom ultimo 2014. De waarde onroerend zaak hiervan is hiernaast per locatie weergegeven op basis van de meest recente beschikking.
Locatie-adres Plaats WOZ waarde (x € 1.000) De Sumpel 4 Almelo 13.938 Thorbeckelaan 2A grond ** Almelo - Thorbeckelaan 184 Almelo 2.635 Wierdensestraat 65 Almelo 32.894 Van Galenstraat 19 v/h Ariënsplein Enschede 1.090 Hengelosestraat 381 Enschede 2.906 Gieterij 200 Hengelo 64.449 117.912
Peildatum 01-01-2013 ** waarde is meegenomen in de Wierdensestraat 65 01-01-2014 01-01-2014 01-01-2014 01-01-2014 01-01-2014
1.3
Financiële vaste activa
(in duizenden euro’s)
Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt weer te geven: 1.3.2* Andere deelnemingen
1.3.4** Vorderingen op deelnemingen
1.3.5 Vorderingen op OCW
1.3.7*** Overige vorderingen
Totaal
0
519
0
5.560
6.079
42 -42
8 42
-
232 -
8 232 42 0
0
569
0
5.328
5.897
Stand per 1 januari 2014:
Mutaties: - investeringen en verstrekte leningen - desinvesteringen en afgeloste leningen - resultaat deelnemingen - overboeking negatieve deelnemingswaarde
Stand per 31 december 2014:
125
* Toelichting 1.3.2 De post andere deelnemingen betreft de negatieve deelnemingswaarde Campus Business Center BV die in mindering is gebracht op de post vorderingen op deelnemingen (1.3.4). ** Toelichting 1.3.4 De post vorderingen op deelnemingen betreft onder andere een lening verstrekt aan Campus Business Center BV met een hoofdsom van € 170,2 duizend verstrekt in 2004 en € 160,0 duizend in 2006. In 2010 is een achtergestelde lening verstrekt ad € 57,5 duizend (bijstorting door aandeel houders naar rato deelneming in de BV). Verder is in 2010 een geldlening verstrekt ad € 189,0 duizend welke preferent is ten opzichte van de bestaande en toekomstige vorderingen van de huisbankier van de vennootschap binnen Campus Business Center BV. De totale vordering uit hoofde van niet-ontvangen rente bedraagt per 31 december 2014 € 107,3 duizend. Het rentepercentage over de verstrekte leningen bedraagt 3 maands Euribor + 1,5%. Aflossing vindt plaats indien de exploitatie van Campus Business Center BV dit toelaat. Een en ander ter beoordeling door de Algemene vergadering van Aandeelhouders.
In 2014 heeft geen aflossing plaatsgevonden. Het 20% belang in Campus Business Center BV bedraagt per 31 december 2014 € 115 duizend negatief. Het verloop in 2014 is als volgt: (in duizenden euro’s)
Campus Business Center BV
Stand per 1 januari 2014 - vordering uit hoofde van verstrekte leningen - waarde deelneming Saldo 01-01-2014 Mutaties in 2014 - rente toevoeging - resultaat deelneming Stand per 31 december 2014 - vordering uit hoofde van verstrekte leningen - waarde deelneming Saldo 31-12-2014
676 -157 519 8 42 50 684 -115 569
*** Toelichting 1.3.7 De post overige vorde ringen betreft vooruit betaalde huur voor een periode van 25 jaar ingaande 1 januari 2013. ROC van Twente heeft met de gemeente Enschede afspraken gemaakt over het gebruiksrecht van één van de panden (Wethouder Bevers straat 165 te Enschede). Jaarlijks zal € 232 duizend als periode kosten verantwoord worden.
Vlottende activa 1.5
126
Vorderingen
2014
(in duizenden euro’s)
1.5.1 1.5.2
Debiteuren OCW/LNV
1.5.7
Personeel Omzetbelasting Vennootschapsbelasting Overige Overige vorderingen
18 19 0 222
1.5.8
Vooruitbetaalde kosten Overige Overlopende activa
958 140
1.5.9
Af: voorzieningen wegens oninbaarheid
2013 1.412 0
259
1.098
2.072 0 42 94 0 37
173
829 148
977
425
405
2.344
2.817
In de vorderingen is geen bedrag opgenomen met een looptijd langer dan 1 jaar. Onder 1.5.7 Overige vorderingen is een bedrag van € 216 duizend opgenomen in verband een schadeclaim bij de verzekeringsmaatschappij voor brandschade in 2014 aan het pand Wierdensestraat te Almelo. Het bedrag is in februari 2015 door de verzekeringsmaatschappij uitgekeerd.
1.6
Vorderingen
1.7
(in duizenden euro’s) 2014
2013
Stand per 1 januari Onttrekking Vrijval respectievelijk dotatie
405 10 30
220 18 203
Stand per 31 december
425
405
Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt:
1.7.1 1.7.2
Liquide middelen
(in duizenden euro’s)
Kasmiddelen Tegoeden op bank- en girorekeningen
2014
2013
12 33.348
15 24.705
33.360
24.720
Alle liquide middelen zijn direct opvraagbaar; de rentevergoeding is gebaseerd op eonia fixing. Eonia fixing (european overnight index average) is het eendaags-renteniveau voor het eurogebied.
127
2. Passiva 2.1*
2.1.1
128
Eigen Vermogen
(in duizenden euro’s) Algemene reserve Algemene reserve
Stand per 1 januari 2014
Resultaat
Overige mutaties
Stand per 31 december 2014
67.466
4.161
-
71.627
2.1.2** Bestemmingsreserve (publiek) Bestemmingsreserve
1.640
2.1.3*** Bestemmingsreserve (privaat) Bestemmingsreserve
2.883
Het eigen vermogen van ROC van Twente bestaat uit de algemene reserve en de bestemmingsreserve publiek en privaat. Het eigen vermogen dient als buffer voor het opvangen van tegenvallers in de exploitatie en is daarnaast van belang voor de financiering van de instelling. Om deze redenen dient het eigen vermogen een bepaalde minimum omvang te hebben, die afhankelijk is van het risicoprofiel van ROC van Twente.
73.267
101
-
2.883 71.989
Totaal groepsvermogen
* Toelichting 2.1
1.640 69.106
** Toelichting 2.1.2 In 2013 is er een bestemmings reserve (publiek) gevormd. Als publieke activiteit wordt aangemerkt de aanvullende bekostiging OC&W op grond van het Herfstakkoord 2013. Deze gelden zullen worden aangewend ter dekking van het innovatiebudget 2015.
2.984 2.984
4.262
0
76.251
*** Toelichting 2.1.3 Als private activiteiten worden aangemerkt alle contractactiviteiten die worden bekostigd uit private middelen. Hieronder vallen contracten met bedrijven, zorginstellingen, particulieren, etc. Voor het jaar 2014 resulteert dit in een positief resultaat en toename van 101 duizend op de bestemmingsreserve (privaat). Activiteiten die door landelijke, provinciale of locale overheden worden bekostigd, worden aangemerkt als publiek. De activiteiten binnen Educatie worden in lijn hiermee tot onze publieke activiteiten gerekend.
2.3
Voorzieningen
(in duizenden euro’s)
2.3.1 Personeelsvoorzieningen*
2.3.3 Overige voorzieningen**
Totaal
Stand per 1 januari 2014: Dotaties Onttrekkingen
1.411 424 324
2.708 637 956
4.119 1.061 1.280
Stand per 31 december 2014:
1.511
2.389
3.900
Kortlopend deel < 1 jaar Langlopend deel > 1 jaar
323 1.188
2.389
2.712 1.188
** Toelichting 2.3.3
* Toelichting 2.3.1 De personeelsvoorzieningen bestaan uit:
1. voorziening personele en werkloosheids verplichtigen 2. voorziening jubilea
2014
Kortlopende deel < 1 jaar
Specificatie overige voorzieningen: 2013
438 1.073
189 134
503 908
1.511
323
1.411
Voorziening personele en werkloosheidsverplichtingen Deze bestaat uit de toekomstige uitgaven voortvloeiende uit pre-fpu, fpu suppletie verplichtingen en verplichtingen betreffende werkloosheidsuitkeringen. Voorziening jubilea De jubileumvoorziening heeft betrekking op uitkeringen aan medewerkers op basis van de duur van het dienstverband, en is grotendeels langlopend. De voorziening jubilea is gewaardeerd tegen de contante waarde van de toekomstige verplichtingen en gebaseerd op de volgende uitgangspunten: - gemiddelde indexatie van brutosalaris van 2,4% (2013: 2,0%) - gemiddelde disconteringsvoet van 4,5% (2013: 4,5%)
1. overige voorziening huisvesting 2. o verige voorziening in verband met terugvordering rijksbijdrage
Overige voorziening huisvesting Voor de (komende) sloopwerkzaamheden aan de Hengelose s traat te Enschede, die in 2015 worden afgerond, is eind 2014 de voorziening opgehoogd in verband met hogere asbestsaneringskosten. Overige voorziening in verband met terugvordering rijksbijdrage In verband met een negatief onderzoeksrapport naar de opleiding Chauffeur Personenvervoer - Openbaar Vervoer heeft de Inspectie een terugvordering opgelegd aan ROC van Twente in 2013. ROC van Twente heeft toen een voor ziening getroffen van 2,3 miljoen euro. ROC van Twente bestrijdt een wezenlijk deel van de conclusies van het onderzoek waarop de sanctie is gebaseerd en bestrijdt derhalve ook de sanctie. Aangezien ROC van Twente hierover niet tot overeenstemming is gekomen met de onderwijsinspectie is een gerechtelijke procedure gestart. Dit is een intensief en langdurig traject en een rechterlijke uitspraak wordt nu pas in de loop van 2016 verwacht. Het
2014 524 1.865
Kortlopende deel < 1 jaar 524 1.865
2013 408 2.300
2.389
2.389
2.708
onderwijstraject is onverplicht aangepast en geïntensi veerd naar de eisen van de onderwijsinspectie. Voor de extra kosten die met deze aanpassingen gepaard gaan, het risico op afgeleide claims en de kosten van juridi sche bijstand is een voorziening getroffen. In 2014 zijn de kosten die gerelateerd waren aan het aanpassen van het onderwijstraject in mindering gebracht op de voorziening. Naar aanleiding van het voor ons negatieve oordeel door de inspectie over de opleiding chauffeur-personenvervoer is in 2014 onverplicht een plustraject aangeboden aan en uitgevoerd door de ‘lopende’ studenten. Reeds inge schreven deelnemers zijn eind 2014 uitgestroomd met dit plustraject. Sinds het inspectie-onderzoek zijn nieuwe inschrijvingen tijdelijk stop gezet. Na het heronderzoek eind 2015 zullen wij, bij een positief oordeel, de opleiding weer opstarten in schooljaar 2016-2017. Een en ander is in een brief aan de inspectie kenbaar gemaakt. De voorziening is getroffen op basis van de best mogelijke inschatting van de verwachte uitstroom van middelen.
129
2.4
Langlopende schulden
(in duizenden euro's) Leningnummer
2.4.5*
Stand per 1 januari 2014
Aangegane leningen 2014
Aflossingen 2014
Stand per 31 dec. 2014
Looptijd > 1 jaar
Looptijd > 5 jaar
Rentevoet
63.500
0
5.000
58.500
2.000
56.500
div.
63.500
0
5.000
58.500
2.000
56.500
Overige / Min. van Financiën
* Toelichting 2.4.5
130
Hypothecaire lening Ministerie van Financiën Het Ministerie van Financiën heeft een hypotheek verstrekt voor oorspronkelijk groot € 70 miljoen, € 21,8 miljoen in 2008 en € 4 miljoen in 2009. Hierbij is hypothecaire zekerheid verleend op de nieuwbouw in Almelo en Hengelo. De lening is in diverse tranches verdeeld. Elke tranche heeft een vaste rente tot het moment van renteconversie, welke vooraf vastgesteld is door het Ministerie van Financiën. Elke tranche kent één moment van renteconversie gedurende de looptijd.
Leningnummer 459 458 457 456 455 454 453 452 451 450 449 1045 1489 1855
Stand per 1 januari 2014
Aangegane leningen 2014
5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 6.500 2.000 5.000 68.500
-
Aflossingen 2014
Stand per 31 dec. 2014
5.000
5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 6.500 2.000 0
5.000
63.500
In bovenstaande opstelling wordt onder het kopje Aflossingen 2014 het kortlopende deel van de leningen weergegeven, dat komend jaar wordt afgelost en onder de kortlopende schulden staat vermeld. Het betreft de vervroegde aflossing groot € 5 miljoen op lening 459 van begin maart 2015. De jaarlijkse contractuele aflossing voor 2014 bedroeg groot € 5 miljoen. De stand van de leningen eind 2014 bedraagt € 63,5 miljoen en is in onderstaande tabel per separate tranche weergeven en toegelicht.
Looptijd > 1 jaar
Looptijd > 5 jaar
5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 6.500 2.000 2.000
56.500
Rentevoet
Hoofdsom oorspronkelijk
Einddatum
4,10 4,19 4,27 4,33 4,40 4,45 4,49 4,54 4,58 4,61 4,63 4,75 3,24 1,03
5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 6.500 2.000 5.000
02-03-2015 28-03-2020 28-04-2021 28-05-2023 28-06-2024 28-07-2026 28-08-2028 28-09-2029 28-10-2031 28-11-2032 28-12-2034 01-02-2038 03-10-2016 28-11-2014
2.5 2.5.1* 2.5.2
Kortlopende schulden
(in duizenden euro's)
2.5.3
Kredietinstellingen Vooruitgefactureerde en ontvangen termijnen projecten en contractonderwijs Crediteuren
2.5.7 2.5.8
Loonheffing Premies sociale verzekeringen Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden ter zake van pensioenen
2.5.9**
Overige Overige kortlopende schulden
2014
3.705 1.289
486
410 2.582 4.008 327 3.954 76 1.288 5.608
Vooruitontvangen college en lesgelden Vooruitontvangen subsidies OCW/LNV geoormerkt Vooruitontvangen subsidies OCW/LNV niet-geoormerkt Rekening-courant stagefondsen, boekenfondsen e.d. Vakantiegeld- en dagen Accountants- en administratiekosten Rente 2.5.10*** Overige Overlopende passiva
2013 5.000
5.000
1.286 2.646
536 2.939
4.994 1.393
486
18.253
3.713 811
693
836 2.569 3.300 347 3.206 75 1.306 4.871
34.058
* Toelichting 2.5.1 Hierna staat vermeld de aflossingsverplichting voor langlopende schulden korter dan 1 jaar. ** Toelichting 2.5.9 De kredietfaciliteit in rekening-courant bij Agentschap van de Generale Thesaurie (Ministerie van Financiën) bedraagt 31 december 2014 € 11,3 miljoen. De rente is gebaseerd op het daggeldtarief.
4.524 1.529
693
131
16.510 31.731
*** Toelichting 2.5.10 Hieronder is opgenomen voor een bedrag van 4 miljoen euro voor de terugvordering van de Inspectie in verband met het onderzoek naar de opleiding Chauffeur Personenvervoer - Openbaar Vervoer (zie ook 2.3.3). Het betreft hier een correctie op de rijksbijdragen van 2011, 2012, 2013 en 2014. In 2013 was hiervoor een bedrag opgenomen van € 3,7 miljoen. In 2014 is er een bedrag toegevoegd van € 0,3 miljoen voor de correctie in de rijksbijdrage 2014. ADV sparen In de loop van 2014 is deze schuldpositie verminderd met € 78 duizend zodat een schuld van bijna € 481 duizend resteert. Onder de kortlopende schulden zijn geen schulden opgenomen met een looptijd langer dan 1 jaar.
G1
Verantwoording van subsidies waarvan het overschot vrij besteedbaar is Toewijzing
132
(Regeling OCW-subsidies art.13, lid 2 sub a)
Bedrag van de toewijzing
Kosten t/m verslagjaar
De activiteiten zijn ultimo verslagjaar conform de subsidiebeschikking geheel uitgevoerd en afgerond
Omschrijving
Kenmerk
Datum
Bekwaamheid & Professionaliteit 2012
467005-2
2012
938.060
938.060
Bekwaamheid & Professionaliteit 2013
493137
2013
1.427.298
966.798
N
Lerarenbeurs voor scholing 2013
550096-1
2013
106.244
99.788
N
Lerarenbeurs voor scholing 2014
2014/2/374327
2014
180.556
66.517
N
Zij instroom BVE 2013
501616-1
2013
179.000
179.000
Zij instroom BVE 2014
2014/2/364485
2014
400.000
213.000
N
Professionalisering en bekwaamheid 2014
2013/2/350334
2014
1.402.606
0
N
4.633.764
2.463.163
in euro’s
in euro’s
J
J
G2 Verantwoording van subsidies die volledig verplicht besteed moeten worden aan het in de subsidiebeschikking omschreven doel (Regeling OCW-subsidies art.13, lid 2 sub b) Aflopend per ultimo verslagjaar Omschrijving Bestrijding VSV en RMC Voort. School VSV2 en RMC Prestatiesubsidie VSV 2013 Taal-rekenen 2013 Schoolmaatschappelijk werk 2014
Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Omschrijving
Toewijzing Kenmerk 137530 U 52068 U 64563 M 77479 M 2014/2/352643
Kenmerk
Datum 2012 2012 2013 2014 2014
** Van de ontvangen doelsubsidies inzake VSV 2012-2013 regionaal programma ad € 2.000.000 is bij wijze van voorschot € 151.295 in 2013 en 2014 uitgekeerd aan de projectpartners van Stichting ROC van Twente.
Ontvangen t/m verslagjaar
1.485.714 840.936 767.000 2.134.491 646.446 5.874.587
in euro’s
2009 2011 2012 2013 2014
Toewijzing
Voort. School VSV2 2012 - 2015 plusvoorziening * 49199 M Experimenteel Onderzoek VSV 84014 M VSV 2012-2013 regionaal programma ** 2012/48828 U Taal rekenen 2014 BVE/161166 MBO investeringen RIF4 (TechWise) *** MBO/602732
* Van de toegewezen doelsubsidies inzake Voort.School VSV 2012-2015 plusvoorziening ad € 4.200.000 heeft € 1.979.685 betrekking op Stichting ROC van Twente. Van de ontvangen subsidie ad € 4.200.000 is bij wijze van voorschot € 1.332.979 in 2012, 2013 en 2014 uitgekeerd aan de projectpartners van Stichting ROC van Twente.
Datum
Bedrag van de toewijzing
in euro’s
Totale kosten
in euro’s
Te verrekenen ultimo verslagjaar
-1.485.714 -840.936 -767.000 -2.134.491 -646.446 -5.874.587
1.485.714 840.936 767.000 2.134.491 646.446 5.874.587
0 0 0 0 0 0
in euro’s
Bedrag van de toewijzing
Saldo 01-01-14
Ontvangen t/m verslagjaar
Kosten in verslagjaar
Totale kosten 31-12-14
Saldo nog te besteden ultimo verslagjaar
4.200.000 200.000 2.000.000 2.018.807 1.256.000 9.674.807
-1.049.810 -77.718 -313.647 0 0 -1.441.175
-4.200.000 -150.000 -2.000.000 -2.018.807 -314.000 -8.682.807
929.239 80.193 932.685 1.700.000 0 3.642.117
2.679.429 102.475 1.619.038 1.700.000 0 6.100.942
-1.520.571 -47.525 -380.962 -318.807 -314.000 -2.581.865
in euro’s
in euro’s
in euro’s
in euro’s
in euro’s
in euro’s
*** Voor de uitvoering van het project Techwise Twente is een aparte Coöperatieve Vereniging U.A. opgericht. (zie hiervoor ook het “Overzicht verbonden partijen” van dit jaarverslag). De projectperiode voor de RIF subsidie is begonnen op 1 september 2014. De Coöperatieve Vereniging zal, als zelfstandige juridische entiteit, een eigen jaarrekening opstellen. Het ROC van Twente is de penvoerder van de Coöperatieve Vereniging tijdens de subsidieperiode welke zal duren tot en met 31 augustus 2018. Ontvangen subsidiebedragen worden op aangeven van de Coöperatieve Vereniging overgemaakt naar de rekening van die Coöperatieve Vereniging. Ultimo 2014 heeft de Coöperatieve Vereniging nog geen subsidiebedragen van het ROC van Twente geclaimd.
133
G3 Verantwoording van overige subsidies die besteed zijn in het boekjaar 2014 Toewijzing Omschrijving Technische teams van de toekomst
Datum
Bedrag van de toewijzing
Saldo 01-01-14
Ontvangen t/m verslagjaar
Besteding in verslagjaar
Totale besteding 31-12-14
Saldo nog te besteden ultimo verslagjaar
in euro’s
in euro’s
in euro’s
in euro’s
in euro’s
in euro’s
11/79479 U
2012
825.000
-141.904
-825.000
341.904
825.000
0
65135 M
2012
695.241
0
-695.241
1.564
695.241
0
483875-1
2012
1.250.000
-150.000
-1.250.000
39.375
39.375
-1.210.625
56941 M
2013
716.962
-473.532
-716.962
446.647
716.962
0
564092
2013
150.000
-150.000
-150.000
50.000
50.000
-100.000
59122
2013
616.285
-483.480
-616.285
616.285
616.285
0
School -ex 2.0 2014
2014/2/386413
2014
474.827
0
-474.827
97.215
97.215
-377.612
Prestatiesubsidie VSV 2014 - 2015
2013/2/342872
2013
150.000
0
-150.000
0
0
-150.000
Visueel gehandicapten 2014
2014/2/352643
2014
18.900
0
-18.900
18.900
18.900
0
Overgangsbekostiging LGF
2014/2/374327
2014
881.450
0
-881.450
881.450
881.450
0
5.778.665
-1.398.916
-5.778.665
2.493.340
3.940.428
-1.838.237
Leerlinggebonden financiering 2012/2013 Prestatiebox MBO 2013 VSV * Leerlinggebonden financiering 2013/2014 * Prestatiesubsidie VSV 2013 - 2014 School -ex 2013-2014
134
Kenmerk
(Regeling OCW-subsidies art.13, lid 2 sub b)
* Doorlopend tot in een volgend verslagjaar.
Overige subsidieverstrekkers: Verantwoording van subsidies die volledig verplicht besteed moeten worden aan het in de subsidiebeschikking omschreven doel A. Doorlopend tot in een volgend verslagjaar
Toewijzing
Omschrijving
Jaar
Kenmerk
Netwerkschool
2010-2014
20010002
Programmalijn 1: VMBO en 2012-2015 MBO techniek, Toptechniek in Bedrijf
BO.12.1545/AKN
Professionaliseringsversneller
HvN/0087
2013-2014
Ba.
Bb.
C.
Da.
Begrote project kosten
Subsidietoewijzing
Subsidie toewijzing (%van A)
Daad werkelijke projectkosten
1.680.000
100%
1.680.000
637.500
100%
56.741
100%
in euro’s
2.374.241
in %
Db.
Subsidievaststelling
Subsidievaststelling (% van C. tot max Bb)
Te verrekenen/ nog te besteden
1.996.714
100%
1.680.000
0
637.500
1.061.281
100%
637.500
0
56.741
56.741
100%
56.741
0
2.374.241
3.114.736
2.374.241
0
in euro’s
in euro’s
in %
in euro’s
in euro’s
135 Op verzoek van de subsidieverstrekkers van de projecten Netwerkschool, Programmalijn1: VMBO en MBO techniek, Toptechniek in bedrijf en Professionaliseringsversneller leggen wij in deze toelichting ook verantwoording af voor de bestedingen in het kader van deze projecten.
Financiële instrumenten Algemeen Stichting ROC van Twente maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die ROC van Twente blootstellen aan markt-, kasstroom-, krediet- en liquiditeitsrisico’s. Deze financiële instrumenten betreffen in alle gevallen posten die in de balans zijn opgenomen, zoals vorderingen en schulden. Om deze risico’s te beheersen heeft het ROC van Twente een beleid inclusief een stelsel van limieten en procedures opgesteld om de risico’s van onvoorspelbare
ongunstige ontwikkelingen op de financiële markten en daarmee de financiële prestaties van de stichting te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan de organisatie verschuldigde betalingen, blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. ROC van Twente maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten).
Kredietrisico De stichting loopt kredietrisico over leningen en vorderingen opgenomen onder financiële vaste activa, handels- en overige vorderingen en liquide middelen. Het maximale kredietrisico dat de organisatie loopt bedraagt € 1.671 duizend, bestaande uit debiteuren € 1.412 duizend en overige vorderingen € 259 duizend. Het kredietrisico is geconcentreerd bij 6 tegenpartijen (of economisch verbonden tegenpartijen) voor een totaalbedrag van € 705 duizend. De hoogste vordering bedraagt € 217 duizend en betreft uitkering van de verzekeringsmaatschappij inzake geleden brandschade in 2014. Met deze tegenpartijen bestaat een lange relatie; zij hebben altijd tijdig aan hun betalingsverplichtingen voldaan. De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren zijn niet geconcentreerd bij grote debiteurenrelaties. De kredietrisico’s inzake de vorderingen op deelnemingen en de overige vorderingen worden eveneens gering geacht.
136
Renterisico en kasstroomrisico Het beleid van het ROC van Twente is om haar financieringen aan te trekken bij het ministerie van financiën. Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. De leningen hebben een vaste rente tot het moment van renteconversie. Elke tranche kent gedurende de looptijd één moment van renteconversie. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. Stichting ROC van Twente maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen. Prijsrisico Gezien het karakter van de instelling is het prijsrisico gering. Liquiditeitsrisico De organisatie bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Het management ziet erop toe dat voor de stichting steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft om steeds binnen de gestelde lening convenanten te blijven. Reële waarde De reële waarde van in de balans opgenomen financiële instrumenten verantwoord onder kasmiddelen, kortlopende vorderingen en kortlopende schulden benadert de boekwaarde daarvan.
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen - ROC van Twente heeft een terugkoopoptie eindigend op 01-08-2018 jegens STODT voor 2.336 m2 BVO tegen een prijs van € 4 miljoen (locatie Gieterij 200 te Hengelo). Na deze datum heeft ROC van Twente een terugkoopverplichting indien STODT wenst te vervreemden. - ROC van Twente heeft zich garant gesteld jegens de Stichting Waarborgfonds BVE voor maximaal 2% van de jaarlijkse rijks bijdrage indien laatstgenoemde niet aan haar borgstellings verplichtingen kan voldoen. - Als gevolg van de lease van personenauto’s bedraagt de contractuele verplichting ultimo balansdatum € 83 duizend, waarvan voor het jaar 2015 de verplichting € 78 duizend bedraagt en de verplichting tussen 1 en 5 jaar bedraagt € 5 duizend. - Inzake de huur van 2 kantoorruimtes aan de Lansinkesweg 14 te Hengelo zijn aan Lansinkveste BV twee bankgaranties afgegeven ter waarde van circa € 10 duizend. - De meerjarige verplichtingen uit huurovereenkomsten worden hierna toegelicht.
Fiscale eenheid ROC van Twente vormt samen met ROC van Twente Flex BV een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. De omzetbelasting is in elk van de entiteiten opgenomen voor dat deel dat de desbetreffende vennootschap als zelfstandig belastingplichtige verschuldigd zou zijn, rekening houdend met voor de omzet belasting geldende fiscale faciliteiten.
Meerjarige verplichtingen uit huurovereenkomsten M.H. Tromplaan 28, Enschede Van Galenstraat 19, Enschede (doorgang entree en medegebruik kantine) Drienerlolaan, Enschede (Sportcomplex) Colosseum 65, Enschede (Grolsch Veste) Spinnerstraat 29, Enschede Piet Heinstraat 4, Enschede Weth. Beversstraat 165, Enschede Parkweg 1, Hardenberg Tuindorpstraat 61, Hengelo* Gieterij 200, Hengelo (Hijsch parkeerterrein) Gieterij 200 P2 Mensinkweg 6, Nijverdal Steenstraat 105, Oldenzaal Reggesingel 52, Rijssen Reggesingel 54, Rijssen Parkweg 1 6, Hardenberg Lansinkesweg 4, Hengelo Bornsedijk 105, Oldenzaal Oude Almeloseweg 1, Oldenzaal Colosseum 65, Enschede (Vriendenkring FCT) Industriestraat 120, Enschede (Parkeerterrein) Meerjarige overige verplichtingen Asito (schoonmaak gebouwen) Strukton (onderhoud gebouwen) Initial (sanitaire voorzieningen Sita (afvalverwerking) RAET (salarisverwerking & HR) Cormet (catering) op basis van omzet Konica Minolta (huur copiers) * overeenkomst opgezegd per expiratiedatum
Aantal m2
Expiratiedatum
Verlengingstermijn
Huurlast (€) < 1 jaar
Huurlast (€) > 1 jaar
1064
31 jul 2016 1 jan 2016 31 jul 2019 30 jun 2025 31 aug 2016 31 aug 2020 31 dec 2037 30 nov 2016 31 okt 2015 31 okt 2015 1 mrt 2019 31 aug 2019 31 dec 2015 31 jul 2016 31 dec 2023 30 nov 2016 31 dec 2015 31 jul 2015 31 jul 2016 30 jul 2026 30 nov 2034
1 jaar 1 jaar 1 jaar 5 jaar 1 jaar 5 jaar onbepaald 1 jaar 5 jaar 1 jaar 1 jaar 5 jaar 1 jaar onbepaald 5 jaar 1 jaar van rechtswege 1 jaar 1 optiejaar
247.000 130.000 180.000 651.000 77.000 165.000 231.700 11.000 112.000 154.000 92.000 18.000 42.000 14.000 150.000 14.850 86.000 26.000 36.000 9.000 7.200
145.000 65.000 630.000 2.604.000 51.300 600.000 926.800 10.000
3330 997 1782 4000 96 650 5992 725 422 106 1302 96
Expiratiedatum 31 jul 2018 31 dec 2020 1 okt 2019 31 mrt 2020 31 dec 2018 31 jul 2016 31 dec 2018
Verplichting (€) < 1 jaar 1.500.000 300.000 68.000 22.500 163.000 560.000 236.000
Verplichting (€) > 1 jaar 7.100.000 1.600.000 338.000 120.000 1.042.000 280.000 708.000
Huurlast (€) > 5 jaar
3.560.000 100.000 4.170.600
292.000 64.000 7.000 600.000 13.600 86.000 21.000 36.000 29.000
600.000
50.000 108.000
Verplichting (€) > 5 jaar 800.000 38.000
137
3. 3.1
138
Baten
(in duizenden euro’s)
3.1.1
Rijksbijdragen Rijksbijdrage sector BVE Rijksbijdrage OCW
3.1.2
Geoormerkte OCW subsidies Niet-geoormerkte OCW subsidies Overige subsidies OCW
3.1.3
Terugvordering rijksbijdragen
3.2 3.2.1
Overige overheidsbijdragen en -subsidies Gemeentelijke bijdragen educatie Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies Gemeentelijke bijdragen en subsidies
3.3 3.3.2
Lesgelden Wettelijke cursusgelden sector BVE
3.4 3.4.1 3.4.3
Baten werk in opdracht van derden Contractonderwijs Inburgeringscontracten Contractonderwijs Overige*
3.5 3.5.1 3.5.2 3.5.5. 3.5.6
Overige baten Verhuur Detachering personeel Deelnemersbijdragen Overige
2014 123.094 5.847 7.679
Begroting 2014
123.094
13.526
122.897 5.561 6.568
-353 136.267 2.629 221
2.850
4.170
2.769 4.170 6.939 278 461 1.907 610 3.256
122.897
12.129
124.452 4.755 6.147
0 135.026 2.300 170
1.838 1.838 2.438 331
2013
2.470
2.916
2.606 2.916 5.522 309 529 1.748 345 2.931
10.902 -3.670 131.684
3.615 291
1.838 1.838 2.356 250
124.452
3.906
2.315 2.315 2.405 579 2.730
2.984 2.730 5.714 354 597 2.203 381 3.535
* Onder rubriek 3.4.3 is in 2014 een bedrag van € 1.851 duizend (2013: € 1.593 duizend) aan baten uit hoofde van subsidieprojecten begrepen, niet zijnde subsidies van het Ministerie van OCW.
4. 4.1
Lasten
(in duizenden euro’s)
4.1.1
Personeelslasten Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Lonen en salarissen
4.1.2
Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overig Overige personele lasten
4.1.3
Af: Uitkeringen
2014 77.696 9.921 11.604 424 3.818 5.464
Begroting 2014
99.221
9.706 108.927 524 108.403
70.867 9.050 10.585 636 11.772 6.331
2013
90.502
18.739 109.241 50 109.191
74.960 8.668 11.633 101 5.153 5.017
95.261
10.271 105.532 586 104.946
139
Personeelsbestand
Gedurende het boekjaar 2014 bedroeg het gemiddeld aantal werknemers bij de groep 1.918 (2013: 1.937 medewerkers). Omgerekend naar fte’s (fulltime employees) waren in 2014 gemiddeld 1.542 fte’s in dienst (2013: 1.567 fte’s). Hiervan waren geen personen (2013: geen personen) werkzaam buiten Nederland. Deze personeelsomvang (gemiddeld aantal personen) is als volgt onder te verdelen naar verschillende personeels categorieën: 2014 2013 OP 1.356 1.366 OBP 562 571 Totaal
1.918
1.937
Pensioenen
De medewerkers van Stichting ROC van Twente hebben een pensioenregeling die is ondergebracht bij het ABP Pensioenfonds. Deze pensioenregeling betreft een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling. Indexatie (aanpassing met prijsstijging) van de toegekende aanspraken en rechten vindt uitsluitend plaats indien en voor zover de middelen van het pensioenfonds daartoe ruimte laten en het pensioenfonds daartoe heeft besloten. Indien de omstandigheden bij het pensioenfonds daar aanleiding toe geven kan het bestuur besluiten tot het korten van aanspraken. Eind januari 2014 meldt pensioenfonds ABP in een persbericht dat de verlaging van pensioenen voor 2014 geschrapt wordt, nu de dekkingsgraad aan het einde van het vierde kwartaal 2013 op 105,9% staat, 1,7 procentpunt boven de minimaal vereiste grens, nog steeds dicht bij de minimumgrens. Het ABP heeft wel besloten om de verlaging van het pensioen van vorig jaar met 0,5% per 01 april 2014 teniet te doen. Aan het einde van het vierde kwartaal 2014 staat de dekkingsgraad op 101,1%. Een dalende tendens die geen ruimte biedt voor indexatie.
Vanaf 2015 gelden nieuwe regels voor de pensioenfondsen. Die moeten zorgen voor stabielere pensioenen, meer transparantie en een eerlijkere verdeling van de kosten en baten over de generaties. De nieuwe regels schrijven ook een nieuwe methode voor om de financiële positie te bepalen. De beleidsdekkingsgraad wordt door de pensioenfondsen gebruikt, dit is de som van de laatste 12 maandelijkse dekkingsgraden gedeeld door 12 maanden. De beleidsdekkingsgraad ultimo 2014 bedraagt 104,7%. Het pensioenfonds ABP verlaagt in 2015 de pensioenpremie met 2 procentpunten. Voor de premiebetalende deelnemers betekent de premieverlaging dat ze ongeveer 1 procent van het salaris minder aan premie betalen. De pensioenen worden in 2015 niet geïndexeerd, aangezien de dekkingsgraad daar geen ruimte voor geeft. Omdat de financiële situatie onvoldoende blijft, moet het ABP voor 01-072015 een nieuw herstelplan indienen bij de toezichthouder, De Nederlandse Bank (DNB). Het oude herstelplan vervalt namelijk door de nieuwe regels en pas als het nieuwe is goedgekeurd zal het bekend worden gemaakt.
4.2
2014
4.2.2
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Materiële vaste activa
4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7
Huisvestingslasten Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige
3.133 276 1.523 1.739 2.311 962 520
4.4 4.4.1 4.4.2. 4.4.3. 4.4.4
Overige lasten Administratie-en beheerslasten* Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige
7.438 4.862 490 917
11.500
11.500
4.4.1.1 honorarium onderzoek jaarrekening 4.4.1.2 honorarium andere controleopdrachten 4.4.1.3 honorarium fiscale adviezen 4.4.1.4 honorarium andere niet-controle dienst
5. 5.1 5.4
2014
3.028 228 1.446 1.941 2.409 788 -111
8.625 4.759 30 1.111
13.707
Begroting 2014
2013
106 76
98 70
182
12.281
10.464
140 * toelichting 4.4.1 specificatie accountantskosten:
Begroting 2014
2013
12.281
9.729
14.525
11.855
11.855
3.668 230 1.506 1.966 2.356 726 326
10.778
9.212 4.690 203 1.619
15.724
200 168
Financiële baten en lasten
(in duizenden euro’s) Rentebaten Rentelasten
2014 49 2.905
Begroting 2014
-2.856
0 2.870
2013
-2.870
44 3.315
-3.271
Transactie met verbonden partijen Van transacties met verbonden partijen is sprake als er een relatie bestaat tussen de onderneming, haar deelnemingen en hun bestuurders en leiding gevende functionarissen. Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-zakelijke grondslag.
A1.5 Enkelvoudige balans per 31 december 2014 (na verwerking voorstel resultaatverdeling, in duizenden euro’s)
1
Activa
2014
2013
Vaste activa 1.2 1.3
Materiële vaste activa Financiële vaste activa
131.108 6.047
137.155
137.723 5.669
143.392
Vlottende activa 1.5 1.7
Vorderingen Liquide middelen
2.342 32.467
34.809
Totaal activa
2
Passiva
2.1
Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserve (publiek) Bestemmingsreserve (privaat)
2.3
Voorzieningen
2.4 2.5
2.814 24.677
27.491
171.964
170.883
2014
71.627 1.640 2.984
141
2013
76.251
67.466 1.640 2.883
71.989
3.900
4.119
Langlopende schulden
58.500
63.500
Kortlopende schulden
33.313
31.275
171.964
170.883
Totaal passiva
A1.6 Enkelvoudige staat van baten en lasten over 2014 (voor resultaatbestemming, in duizenden euro’s)
2014 Aandeel in resultaat van maatschappijen waarin wordt deelgenomen Overig resultaat
Nettoresultaat
142
Begroting 2014
2013
48
0
48
4.214
-809
580
4.262
-809
628
A1.7 Toelichting behorende bij de enkelvoudige jaarrekening 2014 Algemeen De enkelvoudige jaarrekening maakt deel uit van de geconsolideerde jaarrekening 2014 van de organisatie. Ten aanzien van de enkelvoudige staat van baten en lasten van de organisatie is gebruik gemaakt van de vrijstelling ingevolge artikel 2:402 BW. Voor zover posten uit de balans en staat van baten en lasten hierna niet nader zijn toegelicht, wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde balans en staat van baten en lasten.
Financiële instrumenten In de enkelvoudige jaarrekening worden financiële instrumenten gepresenteerd op basis van hun juridische vorm.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling De grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gelijk aan die voor de geconsolideerde balans en staat van baten en lasten, met uitzondering van het volgende:
Resultaat deelnemingen Het aandeel in het resultaat van organisaties waarin wordt deelgenomen is het aandeel van ROC van Twente in de resultaten van ROC van Twente Flex BV en Campus Business Center BV. Resultaten op transacties – waarbij overdracht van activa en passiva tussen ROC van Twente en deze deelnemingen en tussen deze deelnemingen onderling heeft plaatsgevonden – zijn niet verwerkt voor zover deze als niet gerealiseerd kunnen worden beschouwd.
Deelnemingen in groepsmaatschappijen In de enkelvoudige balans worden deelnemingen in groepsmaatschappijen gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode op basis van de nettovermogenswaarde. Zie voor een uitwerking hiervan de grondslagen voor financiële vaste activa in de geconsolideerde jaarrekening.
1. Activa 1.3
Financiële vaste activa
(in duizenden euro’s)
Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt weer te geven:
Stand per 1 januari 2014:
Mutaties: - investeringen en verstrekte leningen - desinvesteringen en afgeloste leningen - waardeverminderingen - resultaat deelnemingen - overboeking negatieve deelnemingswaarde
Stand per 31 december 2014:
* Toelichting 1.3.2 De (negatieve) deelnemings waarde van ROC van Twente Flex BV en Campus Business Center BV zijn in mindering gebracht op de leningen en vorderingen van resp. ROC van Twente Flex BV en Campus Business Center BV, welke in de post vorderingen op deelnemingen (1.3.4) wordt verantwoord. Eind 2014 heeft ROC van Twente Flex BV een positieve deelnemingswaarde van € 3 duizend, derhalve vindt geen mindering plaats op de vordering op de deelneming. Het resultaat over 2014 van ROC van Twente Flex BV bedraagt € 6 duizend.
1.3.2* Andere deelnemingen
1.3.4** Vorderingen op deelnemingen
1.3.5 Vorderingen op OCW
1.3.7 Overige vorderingen
Totaal
0
109
0
5.560
5.669
49 -46
8 -553 46
-
232 -
8 -321 0 49 0
3
716
0
5.328
6.047
** Toelichting 1.3.4 De post vorderingen op deelnemingen betreft onder andere een lening verstrekt aan Campus Business Center BV met een hoofdsom van € 170,2 duizend verstrekt in 2004 en € 160,0 duizend in 2006. In 2010 is een achtergestelde lening verstrekt ad € 57,5 duizend (bijstorting door aandeelhouders naar rato deel neming in de BV). Verder is in 2010 een geldlening verstrekt ad € 189,0 duizend welke preferent is ten opzichte van de bestaande en toekom stige vorderingen van de huisbankier van de vennootschap binnen Campus Business Center BV. De totale vordering uit hoofde van niet-ontvangen rente bedraagt per 31 december 2014 € 107,3 duizend. Het rentepercentage over de verstrekte leningen bedraagt 3 maands Euribor + 1,5%. Aflossing vindt plaats indien de exploitatie van Campus Business Center BV dit toelaat. Een en ander ter beoordeling door de Algemene vergadering van Aandeelhouders. In 2014 heeft geen aflossing plaatsgevonden. Het 20% belang in Campus Business Center BV bedraagt per 31 december 2014 € 115 duizend negatief.
Het verloop in 2014 is als volgt: (in duizenden euro’s)
Campus Business Center BV
Stand per 1 januari 2014 - vordering uit hoofde van verstrekte leningen - vordering uit hoofde van rek. courant verhouding - waarde deelneming Saldo 01-01-2014 Mutaties in 2014 - rente toevoeging - mutaties rek.courant verhouding - resultaat deelneming Stand per 31 december 2014 - vordering uit hoofde van verstrekte leningen - vordering uit hoofde van rek courant verhouding - waarde deelneming Saldo 31-12-2014
676 -157 519 8 42 50 684 -115 569
ROC van Twente Flex BV
Totaal
-406 -3 -409
110
553 3 556
606
147 0 147
716
143
Overzicht verbonden partijen (in duizenden euro’s)
Meerderheidsdeelneming (BV of NV) Naam
Juridische vorm
Statutaire Code Eigen vermogen zetel activiteiten* 31-12-2014
ROC van Twente Flex
BV
Hengelo
4
Resultaat 2014
Verklaring art. 2:403 BW
Deelname %
Consolidatie
3
6
Nee
100%
100%
3
6
Naam
Juridische vorm
Omschrijving doelstelling
Samenstelling van bestuur en directie
ROC van Twente Flex
BV
Het verlenen van personeelsdiensten, waaronder arbeidsbemiddeling, re-integratie, her-, om- en bijscholing
ROC van Twente
Naam
Juridische vorm
Statutaire Code Eigen vermogen zetel activiteiten* 31-12-2014
Arbeid,Training en Scholing ROC van Twente Ethiek in Beroepsonderwijs en Volwasseneducatie
Stg. Stg.
Hengelo Hengelo
Beslissende zeggenschap (stichting of vereniging) 144
1 4
Resultaat 2014
Verklaring art. 2:403 BW
Deelname %
Consolidatie
0 0
Nee Nee
100% 100%
Nee** Nee***
0 0
Overige verbonden partijen (minderheidsbelang en geen beslissende zeggenschap) Naam
Juridische vorm
Statutaire Code zetel activiteiten*
Omvang zeggenschap ROC van Twente
Campus Business Center Prove2move Centraal Instituut voor Verpleegkundige Vervolgopleidingen Centrum voor Innovatief Vakmanschap TechWise Twente Coöperatieve vereniging SSC-PS-U.A.
BV Coöp U.A. Coöp U.A. Coöp U.A. Coöp U.A.
Hengelo Hengelo Hengelo Hengelo Hengelo
20% van nominaal aandelenkapitaal 1 van 3 bestuursleden 1 van 3 bestuursleden 1 van 6 bestuursleden 1 van 3 bestuursleden
* Code activiteiten: 1 = contractonderwijs 2 = contractonderzoek
3 = onroerende zaken 4 = overig
4 4 4 4 4
** Deze stichting stond in voorgaande jaren vermeld als Twente Plus ATS; in de geconsolideerde jaarrekening zijn geen gegevens opgenomen aangezien haar betekenis te verwaarlozen is voor het geheel. (artikel 2:407 lid 1 BW)
*** De omvang zeggenschap ROC van Twente in deze stichting is in de loop van 2011 gewijzigd naar 100%; de stichting is momenteel in ruste.
Vlottende activa 1.5
Vorderingen
2014
(in duizenden euro’s)
1.5.1 1.5.2
Debiteuren OCW/LNV
1.5.7
Personeel Omzetbelasting Overige Overige vorderingen
16 19 222
1.5.8
Vooruitbetaalde kosten Overige Overlopende activa
958 140
1.5.9
Af: voorzieningen wegens oninbaarheid
2013 1.412 0
257
1.098
2.072 0 39 94 37 829 148
170
977
425
405
2.342
2.814
2014
2013
12 32.455
14 24.663
32.467
24.677
In de vorderingen is geen bedrag langer dan 1 jaar begrepen.
1.7 1.7.1 1.7.2
Liquide middelen
(in duizenden euro’s)
Kasmiddelen Tegoeden op bank- en girorekeningen
Alle liquide middelen zijn direct opvraagbaar; de rentevergoeding is gebaseerd op eonia fixing. Eonia fixing (european overnight index average) is het eendaags-renteniveau voor het eurogebied
145
2. Passiva 2.1*
2.1.1
146
Eigen Vermogen
(in duizenden euro’s) Algemene reserve Algemene reserve
Stand per 1 januari 2014
Resultaat
Overige mutaties
Stand per 31 december 2014
67.466
4.161
-
71.627
2.1.2** Bestemmingsreserve (publiek) Bestemmingsreserve
1.640
2.1.3*** Bestemmingsreserve (privaat) Bestemmingsreserve
2.883
Het eigen vermogen van ROC van Twente bestaat uit de algemene reserve en de bestemmingsreserve publiek en privaat. Het eigen vermogen dient als buffer voor het opvangen van tegenvallers in de exploitatie en is daarnaast van belang voor de financiering van de instelling. Om deze redenen dient het eigen vermogen een bepaalde minimum omvang te hebben, die afhankelijk is van het risicoprofiel van ROC van Twente.
73.267
101
-
2.883 71.989
Totaal eigen vermogen
* Toelichting 2.1
1.640 69.106
** Toelichting 2.1.2 In 2013 is er een bestemmings reserve (publiek) gevormd. Als publieke activiteit wordt aangemerkt de aanvullende bekostiging OC&W op grond van het Herfstakkoord 2013. Deze gelden zullen worden aangewend ter dekking van het innovatiebudget 2015
2.984 2.984
4.262
0
76.251
*** Toelichting 2.1.3 Als private activiteiten worden aangemerkt alle contractactiviteiten die worden bekostigd uit private middelen. Hieronder vallen contracten met bedrijven, zorginstellingen, particulieren, etc. Voor het jaar 2014 resulteert dit in een positief resultaat en toename van 101 duizend op de bestemmingsreserve (privaat). Activiteiten die door landelijke, provinciale of lokale overheden worden bekostigd worden aangemerkt als publiek. De activiteiten binnen Educatie worden in lijn hiermee tot onze publieke activiteiten gerekend.
2.5
Kortlopende schulden
(in duizenden euro's)
2.5.1 2.5.2 2.5.3
Kredietinstellingen Vooruitgefactureerde en ontvangen termijnen OHW Crediteuren
2.5.7 2.5.8
Loonheffing Omzetbelasting Premies sociale verzekeringen Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden ter zake van pensioenen
2.5.9
Overige Overige kortlopende schulden
2.5.10
Vooruitontvangen college en lesgelden Vooruitontvangen subsidies OCW/LNV geoormerkt Vooruitontvangen subsidies OCW/LNV niet-geoormerkt Rekening-courant stagefondsen, boekenfondsen e.d. Vakantiegeld- en dagen Accountants- en administratiekosten Rente Overige De overlopende passiva
2014
2013 5.000 1.286 2.646
3.452 0 1.169
486
410 2.832 3.758 327 3.724 75 1.288 5.585
4.621 1.275
486
17.999 33.313
Onder de kortlopende schulden zijn geen schulden opgenomen met een looptijd langer dan 1 jaar.
5.000 536 2.939 3.549 0 757
693
836 3.848 2.021 346 3.066 75 1.306 4.868
4.306 1.435
693
147
16.366 31.275
A1.8a WNT: Modelmatige weergave rapportage gegevens volgens wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector Vermelding topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen (met dienstbetrekking)
Naam
148
Functie
Voorzitter
Ingang dienst verband
Einddatum dienst verband
Omvang dienst verband
Beloning
Belastbare onkostenvergoeding
Voorziening beloning op termijn
(J/N)
vanaf
tot
Uitkeringen beëindiging dienstverband Motivatie
in FTE
in euro’s 2014
in euro’s 2014
in euro’s 2014
in euro’s 2014
H.W. Meijerink
Lid College van Bestuur
N
01-02-13
-
1
126.025
nihil
18.515
-
*
J.H. van der Vegt
Voorzitter College van Bestuur
J
01-02-13
-
1
172.380
nihil
27.186
-
* / **
* Tot de beloning van de bestuurders wordt tevens gerekend dat zij de beschikking hebben over een lease auto, waarvan de fiscale bijtelling € 11.856 resp. € 12.155 bedraagt. Deze is opgenomen in de kolom ‘Beloning’.
** Tot de beloning van de voorzitter van het College van Bestuur wordt tevens gerekende dat hij een tegemoetkoming ontvangt van € 3.725 voor tijdelijke huisvesting.
Vermelding topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen (zonder dienstbetrekking)
Naam
-
Functie
-
Voorzitter
Ingang dienst verband
Einddatum dienst verband
Omvang dienst verband
Beloning
Belastbare onkostenvergoeding
Voorziening beloning op termijn
(J/N)
vanaf
tot
-
-
-
Uitkeringen beëindiging dienstverband Motivatie
in FTE
in euro’s 2014
in euro’s 2014
in euro’s 2014
in euro’s 2014
-
-
-
-
-
Beloning
Belastbare onkostenvergoeding
Voorziening beloning op termijn
-
Vermelding toezichthouders (lid van het hoogste toezichthoudende orgaan)
Naam
mevr. W.M. van Ingen dhr. P. van Buuren dhr. H.F.X. Geerdink dhr. I.W.G. Harmelink dhr. A.H. Hilbers dhr. J.A.N. Mos dhr. R.B.J. Nijhuis dhr. G. Stemerding mevr. W. Toering-Keen
Functie
voorzitter Raad van Toezicht lid Raad van Toezicht lid Raad van Toezicht lid Raad van Toezicht lid Raad van Toezicht lid Raad van Toezicht lid Raad van Toezicht lid Raad van Toezicht lid Raad van Toezicht
Ingang Einde functie functie Voorzitter vervulling vervulling
Omvang dienst verband
Uitkeringen beëindiging dienstverband Motivatie
(J/N)
vanaf
tot
in FTE
in euro’s 2014
in euro’s 2014
in euro’s 2014
in euro’s 2014
J N N N N N N N N
13-06-13 30-06-08 30-06-08 01-11-11 20-10-14 01-11-11 19-03-14 05-09-11 29-10-12
28-05-14 17-02-14 -
-
12.000 9.000 9.000 3.750 1.500 0 7.500 9.000 9.000
-
-
-
-
Vermelding niet topfunctionarissen (andere functionarissen van wie de bezoldiging c.q. de ontslagvergoeding de norm overschrijdt)
Naam
-
Functie
-
Voorzitter
Ingang dienst verband
Einddatum dienst verband
Omvang dienst verband
(J/N)
vanaf
tot
in FTE
-
-
-
-
Beloning
Belastbare onkostenvergoeding
Voorziening beloning op termijn
Uitkeringen beëindiging dienstverband Motivatie
in euro’s 2014
in euro’s 2014
in euro’s 2014
in euro’s 2014
-
-
-
-
-
De toelichting inzake de WNT op basis van het model is achterwege gelaten, omdat geen van de bestuurders en medewerkers over 2014 de WNT maximale jaargrens van € 199.905 heeft overschreden.
149
Vaststelling jaarrekening
Begroting geconsolideerde staat van baten en lasten over 2015 (voor resultaatbestemming, in duizenden euro’s)
150
Datum vaststelling jaarrekening
Hengelo, 18 juni 2015
voorzitter College van Bestuur
drs. J.H. van der Vegt MPM
lid College van Bestuur
drs. H.W. Meijerink RA
voorzitter Raad van Toezicht lid Raad van Toezicht lid Raad van Toezicht lid Raad van Toezicht lid Raad van Toezicht lid Raad van Toezicht lid Raad van Toezicht
mw. drs. W.M. van Ingen ir. P. van Buuren MBA H.F.X. Geerdink MPM A.H. Hilbers R.B.J. Nijhuis G. Stemerding mw ir. W. Toering-Keen
begroting 2015 3
Baten
3.1 3.2 3.3 3.4
Rijksbijdragen Gemeentelijke vergoedingen Omzet contracten Overige baten
143.394 2.110 2.708 4.340 152.552
Totaal baten 4
Lasten
4.1 4.2 4.3 4.4
Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
116.878 12.087 9.969 13.042 151.976
Totaal lasten
576
Saldo baten en lasten 5
6 7
Financiële baten en lasten
-2.651
Resultaat
-2.075
Belastingen Resultaat deelnemingen
Nettoresultaat
0 0
0 -2.075
Overige gegevens
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Raad van Toezicht van Stichting ROC van Twente
Verklaring over de jaarrekening 2014
De basis voor ons oordeel
Ons oordeel
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014 vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’.
Wij hebben de jaarrekening 2014 van Stichting ROC van Twente (de stichting) te Hengelo gecontroleerd. Naar ons oordeel: • geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting ROC van Twente op 31 december 2014 en van het resultaat en de kasstromen over 2014 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs; • voldoen de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2014 in alle van materieel belang zijnde aspecten aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014. De jaarrekening bestaat uit: 1 de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2014; 2 de geconsolideerde en enkelvoudige staat van baten en lasten over 2014; 3 het geconsolideerde kasstroomoverzicht en 4 de toelichting met een overzicht van de belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen.
Wij zijn onafhankelijk van Stichting ROC van Twente zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Materialiteit Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel. • De materialiteit voor getrouwheid is bepaald op EUR 3,0 miljoen, deze materialiteit is gebaseerd op 2% van de totale baten; • De materialiteit voor de financiële rechtmatigheid is gebaseerd op 3% van de totale publieke middelen zoals voorgeschreven in paragraaf 2.1.3. van het
151
Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014. Op basis hiervan hebben wij de materialiteit voor de financiële rechtmatigheid van de jaarrekening als geheel bepaald op EUR 4,1 miljoen. In paragraaf 2.1.3 van het Onderwijsaccountantsprotocol zijn tevens een aantal specifieke controle- en rapportagetoleranties opgenomen, die wij hebben toegepast. Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die naar onze mening voor de gebruikers van de jaarrekening om kwalitatieve redenen materieel zijn. Wij zijn met de Raad van Toezicht overeengekomen dat wij aan de raad tijdens onze controle niet-gecorrigeerde geconstateerde afwijkingen boven de EUR 150 duizend rapporteren alsmede kleinere afwijkingen, die naar onze mening om kwalitatieve redenen relevant zijn.
152
Reikwijdte van de groepscontrole Stichting ROC van Twente staat aan het hoofd van een groep van entiteiten. De financiële informatie van deze groep is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Stichting ROC van Twente. Gegeven onze eindverantwoordelijkheid voor het oordeel zijn wij verantwoordelijk voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de groepscontrole. Daarbij voeren wij zelf alle in dat kader noodzakelijke werkzaamheden uit en maken daarom geen gebruik van het werk van andere accountants. De groep bestaat uit Stichting ROC van Twente en ROC van Twente Flex B.V. Wij hebben daarmee voldoende en geschikte controle-informatie met betrekking tot de financiele informatie van de groep verkregen om een oordeel te kunnen geven over de jaarrekening.
De kernpunten van onze controle In de kernpunten van onze controle beschrijven wij zaken die naar ons professionele oordeel het meest belangrijk waren tijdens onze controle van de jaarrekening.
De kernpunten van onze controle hebben wij met Raad van Toezicht gecommuniceerd, maar vormen geen volledige weergave van alles wat is besproken. Wij hebben onze controlewerkzaamheden met betrekking tot deze kernpunten bepaald in het kader van de jaarrekeningcontrole als geheel. Onze bevindingen ten aanzien van de individuele kernpunten moeten in dat kader worden bezien en niet als afzonderlijke oordelen over deze kernpunten. De aanbestedingswet- en regelgeving en de naleving daarvan is complex De aanbestedingswet- en regelgeving is uitgebreid en complex. In het kader van onze controle op de financiële rechtmatigheid hebben wij derhalve bijzondere aandacht gegeven aan het vaststellen van de naleving van in het kader van de financiële rechtmatigheid relevante bepalingen van deze wet- en regelgeving. Wij hebben door middel van gevoerde gesprekken en inspectie van relevante documentatie de opzet en het bestaan van interne beheersingsmaatregelen van Stichting ROC van Twente die de toepassing van de aanbestedingswet- en regelgeving dienen te waarborgen in het kader van de controle van de jaarrekening geëvalueerd. Daarbij is onder meer aandacht besteed aan een door de instelling opgestelde aanbestedingskalender, het contractregister en een analyse van de inkoopcontracten die ten grondslag liggen aan de daadwerkelijke bestedingen van de instelling. Stichting ROC van Twente heeft na afloop van het boekjaar 2014 alle bestedingen over 2014 geanalyseerd op een juiste marktbenadering overeenkomstig de aanbestedingswet- en regelgeving en heeft daarbij geen afwijkingen geconstateerd. Wij hebben op basis van deelwaarnemingen, door middel van gevoerde gesprekken met inkopers, de leiding van de instelling en inspectie van relevante documentatie geen afwijkingen geconstateerd.
De verwerking van de uitkomsten van het onderzoek van de Onderwijsinspectie en het mede daaraan gerelateerde WVA-vraagstuk is complex en vergt inschattingen De verwerking van de uitkomsten van het onderzoek van de Onderwijsinspectie en het mede daaraan gerelateerde WVA-vraagstuk is complex en vergt inschattingen van ROC van Twente. Zoals vermeld in het jaarverslag op pagina 31, 32, 92, 93 en 105 en in de jaarrekening op pagina 129, 131 en 156 heeft een onderzoek van de Onderwijsinspectie in 2013 naar de opleiding Chauffeur openbaar vervoer geresulteerd in een voor ROC van Twente negatief oordeel ten aanzien van het voldoen aan de vereisten in het kader van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs. ROC van Twente heeft een inschatting gemaakt van de financiële effecten van de uitkomsten van dit onderzoek van de Inspectie. Deze effecten zijn voor zover inschatbaar verwerkt in de jaarrekening voor een totaalbedrag van EUR 5,9 miljoen (EUR 4,0 miljoen onder kortlopende schulden en EUR 1,9 miljoen in de voorziening). Gerelateerd aan het uitgevoerde onderzoek van de Onderwijsinspectie heeft onder meer de Belastingdienst onderzoeken uitgevoerd naar de toepassing van de Wet Vermindering Afdracht (WVA) bij relaties van ROC van Twente. Op grond hiervan hebben twee partijen aangegeven ROC van Twente aansprakelijk te zullen stellen ingeval zij door de Belastingdienst zullen worden verplicht om WVA terug te betalen. Daarnaast zijn opmerkingen gemaakt over de uitgevoerde procedure binnen ROC van Twente. ROC van Twente verwacht op basis van juridische en onderwijsinhoudelijke beoordeling door haar externe deskundigen geen significante nadelige financiële consequenties. Wij hebben onder andere door middel van gevoerde gesprekken met de leiding van ROC van Twente en het toezichthoudend orgaan, inspectie van beschikbare relevante documentatie zoals de onderzoeksrapporten, de rapporten van de door ROC van Twente ingeschakelde externe deskundigen en tevens een door ons aanvullend opgevraagde toelichting van de externe juridische expert van ROC van Twente de inschattingen van ROC van Twente voor verwerking van eventuele financiele
consequenties in de jaarrekening getoetst. Hierbij hebben wij vastgesteld dat deze in overeenstemming met de van toepassing zijnde verslaggevingsregels zijn verantwoord en toegelicht.
Verantwoordelijkheden van het College van Bestuur en de Raad van Toezicht voor de jaarrekening Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en het getrouw weergeven van de jaarrekening en voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. In dit kader is het College van Bestuur verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het College van Bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude. Bij het opmaken van de jaarrekening moet het College van Bestuur afwegen of de instelling in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemd verslaggevingsstelsel moet het College van Bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het College van Bestuur het voornemen heeft om de stichting te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het College van Bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderneming haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening. De Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de stichting.
153
Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel, als bedoeld in artikel 2.5.3, lid 4 van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle fouten en fraude ontdekken. Voor een nadere beschrijving van onze verantwoordelijkheid ten aanzien van de controle van de jaarrekening verwijzen wij naar de bijlage.
154
Verklaring betreffende overige door wet- of regelgeving gestelde vereisten Verklaring betreffende het jaarverslag en de overige gegevens Wij vermelden op basis van de wettelijke verplichtingen onder de Regeling jaarverslaggeving onderwijs (betreffende onze verantwoordelijkheid om te rapporteren over het jaarverslag en de overige gegevens): • dat wij geen tekortkomingen hebben geconstateerd naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en paragraaf 2.2.3 Jaarverslag van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014 is opgesteld, en of de door de Regeling jaarverslaggeving onderwijs vereiste overige gegevens zijn toegevoegd; • dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.
Benoeming Wij zijn vóór 2008 benoemd door de Raad van Toezicht van Stichting ROC van Twente als accountant van Stichting ROC van Twente. Wij zijn in 2012 herbenoemd en zijn tot en met het boekjaar 2014 de externe accountant. Enschede, 18 juni 2015 KPMG Accountants N.V.
J.F.G. Morsink RA
Bijlage bij de controleverklaring Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, het Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit: • het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controleinformatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing; • het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle van de jaarrekening en de financiële rechtmatigheid met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de onderwijsinstelling;. • het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving, de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het College van Bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan; • het vaststellen dat de door het College van Bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderwijsinstelling haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten.
• Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een instelling haar continuïteit niet langer kan handhaven; • het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen, en • het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Wij communiceren met de Raad van Toezicht onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing. Wij bevestigen aan de Raad van Toezicht dat wij de relevante ethische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd. Wij communiceren ook met de raad over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze afhankelijkheid kunnen beïnvloeden en over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen. Wij bepalen de kernpunten van onze controle van de jaarrekening op basis van alle zaken die wij met de Raad van Toezicht hebben besproken. Wij beschrijven deze kernpunten in onze controleverklaring, tenzij dit is verboden door wet- of regelgeving of in buitengewoon zeldzame omstandigheden wanneer het niet vermelden in het belang van het maatschappelijk verkeer is.
155
Statutaire bepalingen inzake resultaatbestemming
Ingevolge de Wet educatie en beroepsonderwijs wordt het resultaat van het verslagjaar verrekend met de reserve van ROC van Twente.
156
Het ROC van Twente heeft over het verslagjaar 2014 een positief resultaat behaald van € 4.262 duizend. Het positieve resultaat uit private activiteiten ter grootte van € 101 duizend wordt ten gunste van de bestemmingsreserve Privaat gebracht. Tenslotte resteert € 4.161 duizend positief van het resultaat dat ten gunste van de Algemene reserve wordt gebracht. Dit voorstel is reeds in de jaarrekening verwerkt.
Gebeurtenis na balansdatum Op 19 februari 2015 heeft ROC van Twente van een instelling een aanzegging tot een mogelijke aansprakelijkheid ontvangen die zijn oorzaak vindt in een WVA onderzoek door de Belastingdienst. Het door de instelling geschatte maximale risico bedraagt € 3,5 miljoen. Op basis van een juridische en onderwijsinhoudelijke beoordeling door externe deskundigen zijn wij van mening dat er geen grond is voor een dergelijke aansprakelijkheidsstelling en wijzen wij deze op voorhand af. Wij hebben hier dan ook geen verplichting voor opgenomen in onze jaarrekening.
Contactgegevens
Naam rechtspersoon
Stichting ROC van Twente
Postadres rechtspersoon
Postbus 636 7550 AP Hengelo
Bezoekadres rechtspersoon Gieterij 200 7553 VZ Hengelo Telefoon 074-8525000 Fax 074-8525010 Internetsite www.rocvantwente.nl E-mailadres
[email protected] Bestuursnummer 41462 Brinnummer
27YU
KvK 08126099 Naam contactpersoon
Drs. D.P.E. van Zijl RA
KPMG Accountants NV Accountantskantoor Adres accountantskantoor Postbus 574 7500 AN Enschede Telefoon 053-4832525
157
Lijst van afkortingen AKA Arbeidsmarkt Gekwalificeerd Assistent
158
HBO Hoger Beroepsonderwijs
ROZ Regionale Organisatie Zelfstandigen
HRM Human Resource Management
SIB Stichting Innovatie Beroepsonderwijs
AOB Algemene Onderwijsbond
AOC Agrarische Opleidingscentra
ICT Informatie- en communicatietechnologie
AOP Assisterend Onderwijzend Personeel
ASS Autistisch Spectrum Stoornis
IVA Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten JIT Just in Time
TTOA T wente Taskforce Technologie Onderwijs Arbeidsmarkt
SLB Studieloopbaanbegeleiding SOVA Sociale Vaardigheden TSE Twente School of Education
BBL Beroepsbegeleidende Leerweg
BBN Branchepromotie Beroepsonderwijs Nederland
JOB Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs
KCH Kennis Centrum Handel
V(S)O Voortgezet (Speciaal) Onderwijs
LGF Leerlinggebonden Financiering
VAVO Voortgezet Algemeen Volwassenenonderwijs
VBPV V oorbereiding op de Beroepspraktijkvorming
VMBO Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs
VO Voortgezet Onderwijs
BIO Beroepen in het Onderwijs
BOL Beroepsopleidende Leerweg
BPV Beroepspraktijkvorming
BVE Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie
CAO Collectieve Arbeidsovereenkomst
MTO Medewerkers Tevredenheid Onderzoek
OBP Ondersteunend Beheerspersoneel OCW Onderwijs, Cultuur & Wetenschap
CE Certificeerbare Eenheid
CGO Competentiegericht Onderwijs
CITO Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling
CIVO C entraal Instituut voor Verpleegkundig vervolg Onderwijs
CREBO Centraal Register Beroepsopleidingen
CVE Commissie van de Eindexamens
DUO Dienst Uitvoering Onderwijs
EBC*L European Business Competence* Licence
ELO Elektronische Leeromgeving
EVC Erkenning Verworven Competenties
FTE Fulltime Equivalent
GDW G ezondheidszorg, Dienstverlening en Welzijn
LIO Leraar in opleiding MBO Middelbaar Beroepsonderwijs MR Medezeggenschapsraad
OLC Open Leercentrum OP Onderwijzend Personeel OPDC Orthopedagogisch Didactisch Centrum OR Ondernemingsraad
OSG Onderwijs Service Groep
OVM Overdrachtsformulier
VOG Verklaring Omtrent Gedrag VP Verpleegkunde
VSV Voortijdig Schoolverlaters
WAO Wet Arbeidsongeschiktheid
WEB Wet Educatie en Beroepsonderwijs
WGA Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten
PASS Project Autistisch Spectrum Stoornis
WW Werkloosheidswet
POWI Platform Onderwijs, Werk en Inkomen
ZAT Zorg- en Adviesteams
PROO Programmaraad Onderwijs Onderzoek
ZZP Zelfstandige Zonder Personeel
RI&E Risico Inventarisaties en Evaluaties
RMC Regionale Meld- en coördinatiefunctie
ROC Regionaal Opleidingen Centrum