Pestprotocol Basisschool St. Martinus Dit pestprotocol heeft als doel:
Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen kinderen en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aanspreken op deze regels en afspraken. Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen stellen we alle kinderen in de gelegenheid om met veel plezier naar school te gaan!
Het probleem dat pesten heet: “Pesten is het op systematische wijze verrichten van lichamelijke, mondelinge of schriftelijke, maar zeker ook digitale handelingen tegenover iemand die zich daartegen niet kan verdedigen”. (Duwen, slaan, schoppen, uitschelden, roddelen, uitsluiten) Plagen mag wel, pesten niet. Wanneer is het nog plagen en wanneer wordt het pesten? Het is plagen wanneer:
de machtsverhouding gelijk is het slachtoffer zich kan verdedigen het af en toe gebeurt, niet systematisch er geen sprake is van mishandeling of schade
Pesten komt voor in alle groepen van de basisschool. Signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn: Altijd een bijnaam, nooit bij de eigen naam noemen Zogenaamde leuke opmerkingen maken over een klasgenoot Een klasgenoot voortdurend ergens de schuld van geven Briefjes doorgeven/SMS/what’s App/face book/twitter Beledigen Opmerkingen maken over kleding Isoleren Buiten school opwachten, slaan of schoppen Op weg naar huis achterna rijden Naar het huis van het slachtoffer gaan Bezittingen afpakken Schelden of schreeuwen tegen het slachtoffer Lichamelijke klachten. Digitaal pesten Deze lijst kan nog verder worden uitgebreid: je kunt het zo gek niet bedenken of volwassenen en dus ook leerlingen hebben het bedacht. Leerkrachten en ouders moeten daarom alert zijn op de manier waarop kinderen met elkaar omgaan en duidelijk stelling nemen wanneer bepaalde gedragingen de norm overschrijden. Hoe ga je om met pesten op school? Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aan willen pakken. Daar zijn wel enkele voorwaarden aan verbonden: Pesten moet als probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: leerlingen (gepeste kinderen, pesters en zwijgende groep), leerkrachten en de ouders/verzorgers (hierna genoemd: ouders). De school moet proberen pestproblemen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, moet het onderwerp pesten met de kinderen bespreekbaar worden gemaakt, waarna met hen regels worden vastgesteld. Als pesten optreedt, moeten leerkrachten (in samenwerking met de ouders) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen. Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, moet de school beschikken over een directe aanpak. Wanneer het probleem niet op de juiste wijze wordt aangepakt of de aanpak niet het gewenste resultaat oplevert dan is de inschakeling van een pest coördinator/
vertrouwenspersoon nodig. De vertrouwenspersoon kan het probleem onderzoeken, deskundigen raadplegen en het bevoegd gezag adviseren. De pest coördinator is mevr. Marga Colaris. Zij is bekend bij de leerlingen. Leerlingen en ouders kunnen haar persoonlijk, via de mail of via een brief in de daarvoor bestemde brievenbus benaderen. Hoe willen wij daarmee omgaan? De pest coördinator/vertrouwenspersoon stelt zich ieder schooljaar voor in alle groepen en via Isy aan de ouders. Vervolgens stellen we regelmatig een onderwerp centraal in de kring. Onderwerpen als veiligheid, omgaan met elkaar, rollen in een groep, aanpak van ruzies etc. komen aan de orde. Andere werkvormen zijn ook denkbaar, zoals: spreekbeurten, rollenspellen, regels met elkaar afspreken over omgaan met elkaar en groepsopdrachten. Zo staat SEO (Sociaal Emotionele Ontwikkeling) structureel in iedere groep op het lesrooster. Met behulp van de soemokaarten (methodiek SEO) proberen we kinderen aan het denken te zetten. Het voorbeeldgedrag van de leerkrachten (en thuis de ouders) is van groot belang. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar verschillen worden aanvaard en waar ruzies niet met geweld worden opgelost maar uitgesproken. Agressief gedrag van leerkrachten, ouders en de leerlingen wordt niet geaccepteerd. Leerkrachten horen duidelijk stelling te nemen tegen dergelijke gedragingen. Een effectieve aanpak om pesten te stoppen of binnen de perken te houden, is het afspreken van regels voor de leerlingen. Regel 1 Het inschakelen van de leerkracht wordt niet opgevat als klikken. Vanaf groep 1 leren we kinderen: “Je mag niet klikken, maar … als je wordt gepest of als je ruzie met een andere hebt en je komt er zelf niet uit, dan moet je hulp aan de leerkracht vragen. Dit wordt niet gezien als klikken”. Regel 2 Een medeleerling heeft ook de verantwoordelijkheid om het probleem bij de leerkracht aan te kaarten. Alle leerlingen zijn immers verantwoordelijk voor een goede sfeer in de groep. Regel 3 Samenwerken zonder bemoeienissen: school en gezin halen voordeel uit een goede samenwerking en communicatie. Dit neemt niet weg dat iedere partij moet waken over haar eigen grenzen. Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat ouders naar school komen om eigenhandig een probleem voor hun kind op te lossen. Ouders, leerkrachten en directie lossen het probleem in overleg op. Indien nodig kan ook hier de vertrouwenspersoon ingeschakeld worden. Om pestgedrag onder de aandacht te brengen hangen er diverse posters/foto’s op school van gewenste situaties. De posters/foto’s zorgen voor een bewustwordingsproces waardoor leerlingen aangezet worden tot nadenken over onderlinge relaties met medeleerlingen. Daarnaast wordt er in de bovenbouw aandacht besteed aan What’s App. Binnen de groepen worden hierover afspraken gemaakt. Deze afspraken worden ook teruggekoppeld naar de ouders.
Aanpak van pestgedrag: Leerling: We passen binnen school de volgende regels toe:
Leerkracht: 1. Ga in gesprek met de pester en de gepeste. Betrek, indien nodig, de groep hierbij. Onderneem de nodige sancties tegen de pester en las een time-out in. 2. Bij forse overtredingen (zie signalen van pesterijen pag. 1, die herhaaldelijk of via vast patroon aanwezig zijn of extreem gedrag) wordt een Gedragskaart mee naar huis gegeven en deze moet door de ouders ondertekend worden en bij de leerkracht worden ingeleverd. Op deze gedragskaart noteert de leerkracht het ongewenste gedrag van de leerling en de vervolgstappen die worden ondernomen bij herhaling van dit wangedrag. Bij herhaling van het ongewenste en ongeoorloofde gedrag door de leerling worden de ouders uitgenodigd voor een gesprek op school of worden ze telefonisch op de hoogte gesteld. De Gedragskaarten worden bewaard in het dossier van de leerling en er wordt een vermelding in het leerling journaal gemaakt. 3. Als de ouders geen respons geven op de uitnodiging voor een gesprek of het gezag van de leerkracht ondermijnen door het ontkennen van het probleemgedrag van hun kind, zullen zij dwingend worden uitgenodigd voor een gesprek met de directeur. 4. Als alle andere maatregelen zijn ondernomen en geen effect hebben gehad komt een eventuele schorsing van de leerling ter sprake. Begeleiding van de gepeste leerling:
Medeleven tonen en luisteren en vragen: hoe en door wie wordt er gepest. Nagaan hoe de leerling zelf reageert, wat doet hij/zij voor, tijdens en na het pesten. Huilen of heel boos worden is juist vaak een reactie die een pester wil uitlokken. De leerling in laten zien dat je op een andere manier kunt reageren. Zoeken en oefenen van een andere reactie bijvoorbeeld je niet afzonderen. Het gepeste kind in laten zien waarom een kind pest. Nagaan welke oplossing het kind zelf wil. Sterke kanten van de leerling benadrukken.
Praten met de ouders van de gepeste leerling en de ouders van de pester(s). Het gepeste kind niet over beschermen, bijvoorbeeld naar school brengen of “Ik zal het de pesters wel eens gaan vertellen”. Hiermee plaats je het gepeste kind juist in een uitzonderingspositie waardoor het pesten zelfs nog toe kan nemen.
Begeleiding van de pester: (N.B.: dit is even belangrijk als de begeleiding van de gepeste leerling)
Praten en zoeken naar de reden van het ruzie maken cq pesten (baas willen zijn, jaloezie, verveling). Laten inzien wat het effect van zijn/haar gedrag is voor de gepeste. Excuses laten aanbieden. Belonen (schouderklopje) als de leerling zich anders opstelt. In laten zien welke sterke (leuke) kanten de gepeste heeft. Pesten is verboden in en om de school: wij houden ons aan deze regel; straffen als het kind wel pest – belonen (schouderklopje) als het kind zich aan de regels houdt. Kind leren niet meteen kwaad te reageren, leren beheersen, de stop-eerst-nadenkenhouding of een ander manier van gedrag aanleren. Contacten tussen ouders en school: elkaar informeren en overleggen. Inleven in het kind: wat is de oorzaak van het pesten? Inschakelen van hulp: sociale vaardigheidstraining, CJG, huisarts, GGD.
Adviezen aan de ouders van onze school: Ouders van gepeste kinderen: Houd de communicatie met uw kind open, blijf in gesprek met uw kind. Als pesten niet op school gebeurt, maar op straat, probeert u contact op te nemen met de ouders van de pester(s) om het probleem bepreekbaar te maken. Pesten op school kunt u het beste direct met de leerkracht bespreken. Door positieve stimulering en zgn. “schouderklopjes” kan het zelfrespect vergroot worden of weer terug komen. Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een teamsport. Steun uw kind in het idee dat er een einde aan het pesten komt. Ouders van de pesters: Neem het probleem van uw kind serieus. Raak niet in paniek, elk kind loopt kans pester te worden. Probeer achter de mogelijke oorzaak te komen. Maak uw kind gevoelig voor wat het anderen aandoet. Besteed extra aandacht aan uw kind. Stimuleer het kind tot het beoefenen van een teamsport. Corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag van uw kind. Maak uw kind duidelijk dat u achter de beslissing van de school staat. Alle andere ouders: Neem de ouders van het gepeste kind serieus. Stimuleer uw kind om op een goede manier met andere kinderen om te gaan. Corrigeer uw kind bij ongewenst gedrag en benoem goed gedrag. Geef zelf het goede voorbeeld. Leer uw kind voor anderen op te komen. Leer uw kind voor zichzelf op te komen. Toeschouwers: Voor zowel ouders als leerlingen geldt, dat bij toeschouwen rondom pestproblematiek een gesprek aangegaan zal worden. Leerkrachten en ouders uit de medezeggenschapsraad onderschrijven gezamenlijk dit pestprotocol.
Beek, november 2015
Gedragskaart
Handtekening ouder(s):