Pijler Nummer 2 -februari 2013
Vijf jaar Dienstencentrum Wisseling van de wacht bijRe-integratie Divisie Facilitair & Logistiek Defensie helpt werklozen met stageplek
3
Van de commandant Colofon
Inhoudsopgave
Geduld
Pijler is een uitgave van het Commando DienstenCentra, geproduceerd door het Dienstencentrum Defensiemedia. Hoofdredactie
4 Mijn Werkplek
Kapitein-ter-zee Jilles Goedknegt stapte in oktober 2012 over van Damen Naval Shipbuilding naar de baan van directeur van het Dienstencentrum Human Resources. Het bezorgde hem een cultuurschok.
Dave Coenen Eindredactie Jack Oosthoek Vormgeving Grafische Dienst, Audiovisuele Dienst
6 Nieuw hoofd Krijgsmachtpredikant
Defensie heeft een nieuw hoofd Krijgsmachtpredikant, Klaas Henk Ubels. De dominee in marine-uniform wil zich vooral verdiepen in de cultuur van de krijgsmachtdelen. “Het is belangrijk om helder te hebben met wie je precies samenwerkt.”
Terwijl de dienstverlening door het CDC in binnen- en buitenland onverminderd 24/7 doorgaat, blijft de voortgang in reorganisaties ver achter op de planning. Door het opschorten van het onderling overleg tussen Defensie en de bonden, lekt de energie om te veranderen weg. Ik vind dat erg jammer. Reorganisaties moet je kordaat, snel, herkenbaar en transparant uitvoeren. Leg de verandering goed uit en ga het vervolgens doen. Stuur bij waar nodig en heb vertrouwen in elkaar om het einddoel te bereiken. Zo'n instelling geeft energie.
Defensie, Den Haag Druk Deltahage, Den Haag
8 Wisseling van de wacht
Brigadegeneraal Leanne van den Hoek volgde eind januari ranggenoot Toine Beukering op als commandant van de Divisie Facilitair & Logistiek. Een dubbelinterview.
Oplage: 10.500 Redactieadres: Dienstencentrum Defensiemedia Kalvermarkt 38
12 Stageproject
Ouder dan 45 jaar en werkloos? Defensie werpt je een reddingsboei toe met het project ‘Van Stage naar Werk’. De deelnemers doen kennis en ervaring op die in het bedrijfsleven goed bruikbaar is.
2511 CB Den Haag Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon 06.22.41.28.91 (tijdelijk) email:
[email protected]
16 ‘Zenuwcentrum’ voor leiderschap aan de slag
Op de Trip van Zoutlandtkazerne in Breda zwaait op 1 maart de poort open van het nieuwe ‘zenuwcentrum’ voor leidinggeven bij Defensie, het Expertisecentrum Leiderschap. De eerste commandant, kolonel Liesbeth Rozenhart, licht een tipje van de sluier op.
Redactionele bijdragen van: Dave Coenen (Communicatie CDC), Suzan van der Weij (Divisie Vastgoed en Beveiliging), Cynthia den Blanken (Divisie Defensie Gezondheidszorg Organisatie), Wouter Kalkman (Divisie Facilitair & Logistiek), Petra Huijser (Divisie Personeel & Organisatie Defensie), Ferry Robbers (Nederlandse Defensie Academie). Overname van artikelen en foto’s is toegestaan na overleg met de redactie en onder bronvermelding. Aan artikelen
En verder: 3 Voorwoord commandant CDC, vice-admiraal Erik Kopp. 11 Kort Nieuws. 15 De rubriek Integer Geregeld. De Centrale Organisatie Integriteit Defensie presenteert een ludieke manier om integriteitkwesties bespreekbaar te maken. 18 Landmachtkolonel Wiebe Baron zwaait de komende drie jaar namens Nederland de scepter over het CIMIC Centre of Excellence in Enschede. Hij ziet reikhalzend uit naar de verhuizing naar Den Haag in 2014. 20 Foto van de Maand.
kunnen geen rechten worden ontleend. De
Voorpagina
inhoud van de Pijler weerspiegelt niet noodzakelijk de mening van het Ministerie
Brigadegeneraal Leanne van den Hoek is de nieuwe commandant van de Divisie Facilitair & Logistiek. Zij volgde brigadegeneraal Toine Beukering op.
van Defensie. De redactie behoudt zich het recht voor om ingezonden artikelen in te korten, niet, gedeeltelijk of gewijzigd te
De communicatie over de huidige stand van zaken van de reorganisaties is minimaal. Op het moment van dit schrijven valt weinig nieuws te vertellen. Voor u als medewerker duurt het allemaal heel lang. Uw geduld wordt danig op de proef gesteld. En wanneer u zelf niet aan het roer staat, lijkt het alsof er niet veel gebeurt. Het tegendeel is waar. Achter de schermen werken alle betrokkenen hard om de impasse tussen Defensie en de bonden op te lossen. Bij het CDC hebben we plannen klaarliggen om de reorganisaties weer zo snel als dat mag en kan een herstart te geven. Ik zal dan ook na het nieuwe startschot met volle vaart aan de gang gaan met de reorganisaties die nu stilliggen. Desondanks gaan sommige personeelswisselingen door. Zoals de benoeming van de nieuwe commandant van de divisie Facilitair & Logistiek, brigadegeneraal Leanne van den Hoek. Op pagina 8 vindt u een dubbelinterview met haar en de vertrokken commandant brigadegeneraal Toine Beukering. Ook Bronbeek krijgt per 28 februari een nieuwe commandant: kolonel Michiel Dulfert. Daarnaast viert Bronbeek dit jaar haar 150-jarig bestaan. Dat werd groots gevierd met als hoogtepunt het bezoek van Hare Majesteit de Koningin op 27 februari. U leest hierover een verslag in de komende Pijler. Ook de commandant van de directie Facilitair van de divisie Facilitair & Logistiek heeft afscheid genomen en sinds januari heeft kolonel Jan der Kinderen hier de leiding. Tenslotte vindt u op pagina 4 een interview met kapitein-ter-zee Jilles Goedknegt die sinds het najaar van 2012 directeur van het Dienstencentrum Human Resources is.
wilde vertellen wat het CDC in 2013 aan ondersteunende activiteiten levert en doet. En ik wilde graag horen hoe onze collega’s de dienst-verlening van het CDC ervaren. Tijdens deze bezoeken bleek dat de andere defensieonderdelen over het algemeen tevreden zijn over de ondersteuning door het CDC. Ik vind dat in deze tijd een pluim waard. Natuurlijk waren er punten die beter kunnen, die pakken we dan ook snel op. Daarnaast stel ik vast dat de defensieonderdelen de laatste jaren voor het uitvoeren van hun taken steeds afhankelijker zijn geworden van het CDC. Dit betekent voor ons dat we ons nog meer dan nu moeten richten op de operationele taakstelling van de andere defensie-onderdelen. Kortom, nog meer operationeel langszij komen bij de gebruiker. Tot slot. Ik heb sinds begin 2011 aan het roer van het CDC mogen staan. Eind april neemt iemand anders dat roer van mij over vanwege mijn Functioneel Leeftijdsontslag. Op 23 april neem ik afscheid van het personeel van het CDC en op 25 april vindt de commando-overdracht plaats. Op dit moment is niet bekend wie mij gaat opvolgen. Eigenlijk had ik graag gewild dat de reorganisatie bij het CDC bij mijn vertrek zou zijn afgerond. Dat ik de organisatie in rustiger vaarwater had kunnen overdragen. Dat is helaas niet het geval. U kunt echter in de resterende tijd onverminderd op mij rekenen, van afbouwen en rustig uitdrijven is geen sprake.
plaatsen. Adreswijzigingen:
Pijler Nummer 2 -februari 2013
Via intranet: P&O Selfservice
Vijf jaar Dienstencentrum Wisseling van de wacht bijRe-integratie Divisie Facilitair & Logistiek Defensie helpt werkloze 45-plussers vooruit met stageplek
Foto sergeant Eva Kleijn (AVDD).
De laatste drie maanden heb ik samen met de leden van de CDC-raad de raden van de andere defensieonderdelen bezocht. De reden van de bezoeken was dat ik persoonlijk
Erik Kopp Vice-admiraal Commandant CDC
4
5
Aan de andere kant is Goedknegt geen vreemdeling in personeelsland. In het verleden was hij hoofd Bureau Plaatsingen Operationele Dienst en plaatsvervangend hoofd van de afdeling Personeel van de toenmalige Commandant Zeemacht Nederland (CZMNED). Hij heeft affiniteit met personeelsfuncties en bestempelt zichzelf als teamplayer die graag in gezamenlijkheid iets voor elkaar
Mijn werkplek Elke maand komt in de Pijler een CDC’er aan het woord over zijn werk. Wat doet hij? Wat maakt hij mee? Wat vindt hij van zijn baan? Dit keer kapitein-ter-zee Jilles Goedknegt, sinds oktober 2012 directeur van het Dienstencentrum Human Resources in Enschede.
“Deze functie houdt veel meer in dan ik dacht” bokst. “Ik probeer naar mensen te luisteren en uit te leggen waarom ik maatregelen neem of nieuw beleid doorvoer. Dat lukt bij het DC HR tot nu toe redelijk, al houd je altijd andere meningen.”
De zeeman Goedknegt als landrot. Foto Rob Gieling.
“Ik kwam in de ‘alles is anders show’ terecht” Kan een marineofficier, gewend om de wilde wereldzeeën te bevaren, aarden in een bedrijvenpark in Oost Nederland? Ja, weet Goedknegt uit ervaring. Maar de overstap kostte de zeeman in hart en nieren wel moeite. Sterker nog, het was een cultuuromslag. Tekst: Jack Oosthoek
Toen Goedknegt zijn nieuwe plaatsing vernam, fronste hij de wenkbrauwen. Nooit van die functie gehoord… Toen hij zich oriënteerde ontdekte hij dat er bij het DC HR veel gebeurt en verandert. “De baan houdt veel meer in dan ik dacht.” Toch betekende die een cultuuromslag. Tot oktober 2012 was Goedknegt vanuit het Commando Zeestrijdkrachten bij Damen Naval Shipbuilding in Vlissingen betrokken bij de bouw van fregatten voor Marokko. Als trainingscoördinator en als proeftochtcommandant. Daarvoor zag hij als commandant van fregatten alle uithoeken van Europa. Een duidelijk ander leven dan de functie van eerste man van een dienstencentrum aan wal, op ‘lichtjaren’ afstand van de marine. “Ik kwam in de ‘alles is anders show’ terecht”, grapt Goedknegt. “Het
personeelsbestand van het DC HR bijvoorbeeld bestaat uit veel burgers en militairen van andere krijgsmachtdelen. Ik was gewend om alleen met marinemensen te werken. Nee, dat betekent niet dat ik de ene groep beter vind dan de andere. Elke groep heeft zijn eigenheid.”
Onder controle Om bij de les te raken, sprak Goedknegt in zijn eerste vier maanden veel met DC HR-personeel en ploos kilometers dossiers uit. Hij kent het naadje van de kous nu redelijk. “Iedereen kan me overal over aanspreken en ik probeer wat op te steken van de kritiek die er vanzelfsprekend is. Mijn komst is immers ook voor het personeel van het DC HR een verandering.”
Nog maar net aangetreden bij het DC HR kreeg Goedknegt (links naast de minister) Jeanine Hennis-Plasschaert op visite. Foto DC HR.
Redelijk vertrouwen Één van de taaiste klussen voor Goedknegt is het inpassen van het DC HR in de nieuw op te richten Divisie Personeel & Organisatie Defensie (DPOD) van het Commando DienstenCentra. Een manoeuvre die op termijn functies kost, zoveel is zeker. De kolonel moet het antwoord op veel prangende vragen op dit ogenblik schuldig blijven. Een vertrek van het DC HR uit Enschede is momenteel echter niet aan de orde. Verder start de DPOD medio 2013. Goedknegt ziet de toekomst met redelijk vertrouwen tegemoet. “Maar ik kan het natuurlijk niet iedereen naar de zin maken.”
Lust en leven Of Goedknegt toch niet liever aan het roer van een fregat had gestaan. Varen, daarvoor monsterde hij aan bij de Koninklijke Marine. “Dat is inderdaad mijn lust en mijn leven”, erkent hij. “Maar voor oudere marinemensen stopt dit als een nieuwe lichting officieren zich als commandant aandient. Ik was twee keer commandant van een fregat, met elke keer een aantrekkelijk vaarprogramma. Mij hoor je niet mopperen.”
Wat doet de directeur van het DC HR? “Veel papierwerk doornemen en de organisatie samen met de leden van het managementteam aansturen en laten functioneren”, legt Goedknegt uit. “Je neemt beslissingen en voert veranderingen en reorganisaties door. En je leest dossiers, veel dossiers. De voordelen van deze baan? Dat mijn kennis van Personeel & Organisatie en mijn netwerk groeien en ik leiding leer geven aan een ‘mix’ van personeel.” De mindere kanten? Hij is ‘boordplaatser’ en brengt elke avond alleen op een kamertje op de voormalige vliegbasis Twente door. Met een gezin in Julianadorp verre van ideaal. “Aan de andere kant”, weet Goedknegt, “maak’ je een plaatsing zelf. Ik loop elke dag met plezier rond.”
Wat doet het DC HR? Het Dienstencentrum Human Resources, gelegen naast stadion de Grolsch Veste van de voetbalclub FC Twente, is vraagbaak bij uitstek voor defensiepersoneel op het gebied van P&O-aangelegenheden. Wie belt of mailt, komt terecht bij één van de veertig medewerkers van het Informatiecentrum. Die doen er alles aan om de vragen te beantwoorden. Het DC HR kent ook een deskundigheids-centrum. Dat komt in actie als een medewerker van het infocentrum het antwoord op een vraag schuldig moet blijven. Tot slot is er het ondersteuningscentrum voor zaken die je niet via Selfservice in People Soft regelt. Zoals verandering van plaatsing.
6
7
Nieuw hoofd Krijgsmachtpredikant Klaas Henk Ubels:
“Geestelijk verzorgers hebben een unieke vertrouwenspositie” Dominee Klaas Henk Ubels (52) is sinds 1 januari het nieuwe hoofd Krijgsmachtpredikant. Ruim 22 jaar was Ubels bij de Koninklijke Marine en op vormingscentrum Beukbergen in Huis ter Heide actief als protestants geestelijk verzorger. In zijn nieuwe functie geeft hij leiding aan de
Dienst Protestantse Geestelijke Verzorging. “Bezinning is voor iedere militair, ongeacht geloofovertuiging, essentieel. Ik hoop hier de komende tijd meer aandacht voor te trekken.” Tekst: tweede luitenant Johanna van Waardenberg Foto’s: sergeant 1 Dave de Vaal
De Dienst Protestantse Geestelijke Verzorging is een onderdeel van het Commando DienstenCentra. Hij bestaat onder anderen uit dominees die vanuit de kerken geplaatst (‘gezonden’) zijn bij verschillende krijgsmachtdelen. Ze ondersteunen militairen bij geloof en zingeving en staan klaar voor levensvragen. Als hoofd Krijgsmachtpredikant houdt Ubels zich bezig met communicatie over levensbeschouwelijke onderwerpen. Ubels nam het stokje over van dominee Paul van der Meulen, die met Functioneel Leeftijdsontslag (FLO) ging. Nadat zijn vertrek bekend werd, solliciteerde Ubels. “Het is een mooie en eervolle eindfunctie. Met de ervaring die ik opdeed binnen Defensie hoop ik iets te betekenen voor de organisatie en dan vooral voor de mens die daar weer achter zit.”
Speciaal centrum Predikant Ubels wil de komende tijd de nadruk leggen op samenwerking. “De krijgsmacht heeft diverse geloofsrichtingen en de culturen van de krijgsmachtdelen verschillen. Hierdoor verloopt niet alle communicatie even soepel, maar ik geloof dat we veel bereiken als we de koppen bij elkaar steken”, legt hij uit. Als voorbeeld noemt hij een project in Den Helder. Op de marinebasis bouwt Defensie aan een speciaal centrum waar iedereen ruimte en rust
“Bezinning is voor iedere militair, ongeacht geloofovertuiging, essentieel” vindt om tot bezinning te komen. Het wordt een verzamelgebouw voor de geestelijke verzorging van Defensie. Ubels is één van de mensen die het project op poten zette. “Het wordt een bijzondere plek voor mensen van elke levensbeschouwing. In de architectuur zijn elementen van diverse geloofstromen verwerkt. Door intensieve samenwerking lukte dit goed. Dit soort projecten zetten we op en voeren we makkelijk uit als we met elkaar in gesprek gaan. Het zijn de dingen waar je uiteindelijk tevreden op terug kijkt.”
Luisterend oor De carrière van Ubels bij Defensie begon in 1990. Zijn enthousiasme voor de organisatie ontstond als klein kind door de verhalen van zijn vader. Die werkte ook als predikant bij de krijgmacht. “We zaten met zijn allen altijd geboeid te luisteren wanneer hij na zes weken weer
< Samenwerking is volgens Ubels een belangrijk element voor succes. Om die reden wil hij hier de komende tijd meer de nadruk op leggen.
Ubels in zijn militair tenue. Geestelijk verzorgers van de Koninklijke Marine hebben een rangonderscheidingsteken zonder galon. Zij zijn namelijk officieel geen militairen, maar worden enkel in rang gelijkgesteld met.
terug van oefening was”, vertelt het nieuwe hoofd Krijgsmachtpredikant. “Ik wist toen al dat werken voor Defensie totaal anders zou zijn dan als dominee in de kerkelijke gemeente.” Inhakend op ‘anders’ typeert Ubels militairen als doeners die doorgaan waar anderen stoppen. “Ik zag jonge jongens snel volwassen worden. In bepaalde situaties draait het in het militaire beroep om leven en dood en om goed en kwaad. Dit soort onderwerpen graven dieper dan andere vraagstukken. Het is daarom een kwestie van in gesprek gaan en laten zien dat er altijd een luisterend oor is. Als geestelijk verzorger bekleed je een unieke positie. Wij zijn geen maatschappelijk werkers, maar gaan simpelweg in gesprek over het leven en je rol als militair hierin en uiteindelijk als mens.”
Pieken en dalen Ubels wil ook de meerwaarde van de geestelijke verzorging aantonen. “Defensie hecht veel meer dan voorheen waarde aan de mens achter de medewerker. Dat merk je aan de waardering voor de dingen die wij doen. Je hoeft ook niet per sé te geloven om met ons in gesprek te gaan. We zien steeds vaker dat ook niet-gelovigen ons opzoeken.” Volgens de dominee zijn vooral uitzendingen een reden voor militairen om dieper na te denken over het leven. “Een werkomgeving als Defensie zorgt voor extreme intensivering van het leven. Je hebt met pieken en dalen te maken. Gelukkige momenten zijn euforisch, treurige momenten zwaar. Dit soort situaties zorgt ervoor dat een goed gesprek zorgt dat je dingen beter kunt relativeren.” De komende tijd wil het hoofd Krijgsmachtpredikant zich vooral verdiepen in de cultuur van de krijgsmachtdelen. Door zijn lange carrière bij de Koninklijke Marine had hij hiervoor nog geen gelegenheid. “Ik wil graag in gesprek gaan met verschillende mensen om een beter beeld te krijgen van de diverse werk- en leefomgevingen. In deze functie is het belangrijk om helder te hebben met wie je precies samenwerkt en hoe deze militairen in het leven staan.”
8
9
Commandantenwissel bij de Divisie Faclitair & Logistiek. Beukering en Van den Hoek zijn eensgezind: “Verandering is onze enige zekerheid.”
Grootste uitdaging Divisie Facilitair en Logistiek:
Diensten nog slimmer beleggen Tips voor zijn opvolger heeft hij niet. Brigadegeneraal Toine Beukering, de eind januari vertrokken commandant van de Divisie Facilitair & Logistiek, is er gerust op: “Ik weet zeker dat de divisie in goede handen is bij collega Leanne van den Hoek. Wij kennen elkaar al van de KMA. Ik had mij geen betere opvolger kunnen wensen.” Tekst: Leo de Rooij en eerste luitenant Joost Ploegmakers Foto’s: sergeant Eva Klijn (AVDD)
Beukering laat ‘zijn’ divisie met gemengde gevoelens achter. “Ik heb aan de ene kant veel zin in mijn nieuwe functie als souschef Internationale Militaire Samenwerking van de Bestuursstaf. Aan de andere kant vind ik het jammer dat ik mijn werk hier niet af kan maken. Ik geef de divisie nog niet helemaal ‘gereed’ over aan mijn opvolger. En dat doet een commandant nooit graag.” Terugblikkend op zijn commandantschap noemt Beukering als één van de hoogtepunten de oprichting van het FBD, het Facilitair Bedrijf Defensie. “De Operationele Commando’s vertelden dat ze niks hebben gemerkt van de invoering daarvan. Dat is denk ik het grootste compliment dat je kunt krijgen.” Het reorganiseren van het Dienstencentrum Internationale Ondersteuning Buitenland (DCIOD) ervoer Beukering als zwaar. “We haalden mensen terug uit het buitenland en zetten ze hier in Utrecht neer, waar ze enorm moesten wennen. Dat deed wel pijn.” Beukering heeft het altijd over ‘zijn mensen’, nooit over het personeel. “Een Franse kolonel drukte me eens op het hart dat er maar drie dingen belangrijk zijn: mensen, mensen en mensen. Als je goed voor je mensen zorgt, doen zij goed werk.”
Rijdende trein Dat is ook de opvatting van zijn opvolger, brigadegeneraal Leanne van den Hoek. “Ik wil zo snel mogelijk ‘zichtbaar’ worden binnen de organisatie, met mensen kennismaken. Ik stap hier op een rijdende trein. Er zijn veel
“Verandering is onze enige zekerheid” collega’s met kennis en ervaring, dus inwerken zal geen probleem zijn. Ik krijg vanzelf gevoel bij deze divisie.” De hele defensieorganisatie heeft momenteel met verandering te maken en dat geeft veel onrust. Beukering en Van den Hoek zijn eens-
gezind: “Het is nu eenmaal niet anders, daar moeten we mee leven. Verandering is onze enige zekerheid! Het beste dat wij kunnen doen, is aandacht houden voor onze dienstverlening. De Operationele Commando’s moeten op ons kunnen bouwen. De divisie F&L is zo klein als mogelijk en zo groot als nodig om voor een goede dienstverlening te zorgen.”
Beren op de weg Binnen Defensie ligt de prioriteit bij gereedstelling en operationele inzet. Als dienstverlener dient de divisie Facilitair & Logistiek daarom zo goedkoop, maar toch zo goed mogelijk te werken. “De Opco’s zijn voor hun gereedstelling en inzet afhankelijk van onze dienstverlening. Het is aan ons om ze daarin zo goed mogelijk te ondersteunen”, zegt Van den Hoek. “Voor de opco’s gaat het om de
kunst van het loslaten. Soms zien zij nog beren op de weg. We moeten in gesprek blijven en samen zoeken naar oplossingen. Of we de dienstverlening nu zelf verzorgen, via interdepartementale samenwerking of
“We moeten binnen Defensie af van het idee dat diensten gratis zijn” op basis van uitbesteding, mag voor de gebruikers niet uitmaken. De vraag is en blijft leidend. Het gaat er om diensten slimmer te beleggen.”
Vertrekkend commandant Beukering: “We moeten binnen Defensie af van het idee dat diensten gratis zijn”.
10
11
Kort & Krachtig Slimmer werken Waar is nog efficiencywinst te behalen, dát lijkt de uitdaging voor de komende jaren. Van den Hoek: “Ik zie nog mogelijkheden om slimmer te werken. Bijvoorbeeld aan de hand van interdepartementale samenwerking, waarbij je de vraag van meerdere ministeries bundelt en samen inkoopt, zoals we nu doen met dienstauto’s. Denk ook aan geïntegreerde dienstverlening, zoals meerdere activiteiten verenigd in één baan. Een baliemedewerker van het FBD zou bijvoorbeeld mobiele telefoons kunnen verstrekken. Daarmee bieden we de mensen gevarieerder werk, meer verantwoordelijkheid en is tegelijkertijd meer efficiency te behalen. Dat zien onze mensen ook zelf in en is een kwestie van wennen. We moeten wel, er zit soms nog ‘lucht’ in de organisatie. En overal hangt een prijskaartje aan.”
“Ik wil zo snel mogelijk ‘zichtbaar’ worden binnen de organisatie” Beukering onderschrijft dat volmondig. “We moeten binnen Defensie af van het idee dat diensten gratis zijn. Gratis bestaat niet. Er is geen bedrijf dat jouw huis gratis schildert. In het bedrijfsleven is het niet anders. Dat neemt niet weg dat je in je werk nog steeds kunt genieten. Het is jouw baan, dus maak het jezelf naar de zin.”
Als nieuwe commandant van de divisie benadrukt generaal Van den Hoek dat de Opco’s op de divisie moeten kunnen bouwen.
Inschrijving TMPT op 1 maart open Even voorstellen Brigadegeneraal Leanne van den Hoek (1958) vervulde tijdens haar carrière onder meer leidinggevende functies in het operationeel-logistieke en personele vakgebied. Zo was zij in 2001 de eerste vrouwelijke bataljonscommandant, toen zij het commando over 200 Bevoorradings- en Transportbataljon overnam. Daarna werd zij directeur van het Instituut Keuring en Selectie van Defensie en richtte vanuit die functie de Bedrijfsgroep Personele Diensten van het Commando DienstenCentra op. Vanaf november 2005 was Van den Hoek commandant van het Personeelscommando van het Commando Landstrijdkrachten. In die functie gaf zij de aanzet tot de reorganisatie van de personele diensten. Medio 2007 zond Defensie haar als contingentscommandant naar Afghanistan uit. Na terugkomst werd zij chef-staf Commando Landstrijdkrachten. In deze rol voerde ze onder meer een nieuwe structuur en werkwijze in. Van den Hoek gaf daarnaast leiding aan het tijdelijke programmabureau Sourcing, dat onder meer richtlijnen en kaders geeft om bij ondersteunende activiteiten een afweging te kunnen maken tussen zélf doen, samenwerken en uitbesteden. Een ervaring die erg goed van pas komt in haar nieuwe baan als commandant Divisie Facilitair & Logistiek.
De Tweedaagse Militaire Prestatietocht vindt dit jaar op 7 en 8 mei plaats op het Infanterieschietkamp Harskamp op de Veluwe. De TMPT is een soort survivaltocht voor beroeps- en reservemilitairen. Hij gaat over twaalf onderdelen, meedoen gebeurt in teamvorm. Belangstellenden kunnen zich vanaf 1 maart inschrijven op www.tmpt. nl. Sluitingsdatum 22 april. Er is ruimte voor maximaal 275 equipes van elk twee militairen. Voor dames en deelnemers van 45 jaar en ouder gelden aparte eisen. De organisatie van de TMPT is in handen van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reserve-Officieren, geassisteerd door de LO/Sportorganisatie Koninklijke Landmacht en het Bureau Internationale Militaire Sport (BIMS). Meer informatie op www.tmpt.nl.
Defensieacademie start nieuwe masteropleiding De Faculteit Militaire Wetenschappen van de Nederlandse Defensie Academie start in september een wetenschappelijke masteropleiding Military Strategic Studies. De opleiding is bedoeld voor burgers en militairen.
vraagstukken bij militair optreden en management in het krijgsbedrijf. De rol van inlichtingen en inlichtingenorganisaties in het veiligheidsbeleid en bij militair optreden staat eveneens op het programma.
De master, te geven in het Engels, behandelt de rol van de krijgsmacht bij politieke- en veiligheidsvraagstukken. Aan bod komen onder meer de burgeroorlog destijds op de Balkan en het optreden in Afghanistan. Maar ook juridische en ethische
De master kent drie afstudeerrichtingen: War Studies, Militairy Management & Logistics en Intelligence & Security. Daarnaast zijn er de keuzevakken Cyberwarfare, de rol van (social) media en Strategische Concepten. Aan het einde van de studie doen de studenten
(verplicht) mee aan een seminar over onderzoeksmethoden en aan een thesis. De opleiding is op basis van zelfstudie en duurt twee jaar. Deeltijdstudenten mogen er zes jaar over doen. De colleges vinden elke vrijdag plaats op de KMA in Breda. De opleiding staat open voor militairen en burgers met een bacheloropleiding en vijf jaar werkervaring in de militaire organisatie. Andere geïnteresseerden met een bacheloropleiding zijn ook welkom. De master start met
maximaal 45 studenten, onder wie vijftien studenten van buiten Defensie. Over de hoogte van het collegegeld beslist de NLDA nog. Meer informatie op de website van de NLDA. Belangstellenden maken hun interesse kenbaar via
[email protected].
12
13
Defensie helpt met stageproject
“Dit had ik drie jaar geleden niet verwacht”” Na een proef startte Van Stage naar Werk op 1 juni 2011. Defensie werkt samen met de uitkeringsinstantie UWV, drie uitzendbureaus en de werkgeversorganisatie VNO-NCW. Het ministerie stelt jaarlijks honderd stageplaatsen beschikbaar. Deze ‘meeloopstages’ duren maximaal zes maanden. De deelnemers komen in aanmerking voor functies als huismeester, bij onderhoudsdiensten, in magazijnen en in de catering. Dit gebeurt vooralsnog bij het Commando DienstenCentra, de Defensie
Via het project ‘Van Stage naar Werk’ doen langdurig werklozen zes maanden lang werkervaring en werkritme op bij Defensie. Als alles goed gaat krijgen ze na afloop het getuigschrift ‘Geschikt’. Dat maakt ze volgens projectleider Maurice Goudsmith, plaatsvervangend commandant van het Facilitair Bedrijf Defensie (FBD), interessant voor het bedrijfsleven. Door de stage zit het met hun kennis en ervaring immers wel goed.
“Bijna de helft van de deelnemers vond werk” Materieel Organisatie en het Commando Luchtstrijdkrachten. Een aantal locaties daarvan is namelijk ‘erkend leerbedrijf’. Tijdens de stage bemiddelen uitzendbureaus in de regio Breda en Utrecht de kandidaten naar een betaalde baan.
Voortvarend Om bij Defensie aan de slag te kunnen, hebben de stagiaires een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) nodig. Ze zijn Nederlander, beheersen de taal goed en zijn minimaal drie dagen per week beschikbaar. Specifieke ervaring is geen must. Volgens projectleider Goudsmith loopt het project voortvarend.
“Hoewel nog niet alle honderd plekken gevuld zijn, beloven de resultaten veel. Tot nu toe stelden we 65 stageplaatsen beschikbaar. Bijna de helft van de deelnemers vond daarna werk. Circa 32 45-plussers lopen nog stage.”
Met de pet Meedoen aan van Stage naar Werk is geen vrijblijvende zaak. Wie een stagecontract ondertekent verplicht zich om zich voor honderd procent in te zetten. Gooi je er met de pet naar? Dan kan het UWV je op je uitkering korten. “Dat kwam twee keer voor”, weet Goudsmith. “Hoewel ze de consequenties vooraf kenden, bleef één persoon zomaar weg. Een ander stopte er al na een dag mee. Zij moeten hun arbeidsethos duidelijk aanpassen.”
Positieve wending Het was Goudsmith zelf die het project Van Stage naar Werk zes jaar geleden in het leven riep. “Langdurig werkzoekenden vinden vaak moeilijk een baan”, legt hij uit. “Hoe langer je eruit bent, hoe moeilijker je een nieuwe betrekking vindt. Ik maakte van dichtbij mee wat werkloosheid en langdurig thuiszitten voor iemand betekent.” Vervolgens ontstond bij Goudsmith het idee op om iets voor langdurig werklozen te doen. “Het gat in hun CV en het ontbreken van werkritme maakt hen vaak onaantrekkelijk voor een nieuwe werkgever. Een stage kan hier een positieve wending aan geven. Defensie zei ja op mijn verzoek om mee te werken.”
Tekst: Jopke Rozenberg-van Lisdonk en eerste luitenant Wouter Helders Foto’s: sergeant Ruud Mol (AVDD)
Projectleider Maurice Goudsmith is ervan overtuigd dat het project de kansen van deelnemers op de arbeidsmarkt vergroot. Foto sergeant Ruud Mol (AVDD).
Op dit moment lopen circa 32 45-plussers stage. (Archieffoto).
14
15
Integer geregeld Ambassadeurs Hoewel het ministerie veel doet voor Van Stage naar Werk, drijft het project op vrijwilligers die er hun vrije tijd aan opofferen. Zij coachen stagiaires en onderhouden contacten met het UWV, de uitzendbureaus en VNO-NCW. Volgens Goudsmith is het project goed voor de public relations van Defensie. De stagiaires keren als een soort ambassadeur van het ministerie terug in de maatschappij. Het mes snijdt dus aan twee kanten. De stagiaires werken niet alleen voor Defensie, ze vertellen na hun stage bij hun nieuwe werkgever een positief verhaal over het ministerie.” Over zijn eigen aandeel in het project is Goudsmith bescheiden. “Ik ben slechts een middel om dit voor elkaar te krijgen.”
Uitbreiden Van Stage naar Werk eindigt in 2015. “Mocht Defensie het voor die tijd meer als last dan als lust ervaren, dan kunnen we er elk moment mee stoppen”, vertelt Goudsmith. “Maar zoals gezegd loopt het op dit moment goed. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Rijkswaterstaat tonen interesse om stageplaatsen beschikbaar te stellen. Wat mij betreft breidt het project uit. Dan kunnen we een veel bredere doelgroep helpen.”
Rekening Het UWV betaalt de rekening voor Van Stage naar Werk. De werkloosheidsuitkeringen van de deelnemers lopen tijdens de stage gewoon door. Defensie vergoedt slechts reiskosten en verrekent die achteraf met het UWV.
“Lekker hardgelopen vanmiddag” Meer informatie Van Stage naar Werk is bedoeld voor mensen van buiten Defensie en dus niet voor interne werknemers. Meer informatie op het intranetportaal van het CDC > Facilitair Bedrijf Defensie > project Van Stage naar Werk, op www.servicepuntdefensie.nl en Twitter@naarwerk.
Menno Nab Menno Nab werkte jarenlang als uitvoerder in de bouw. De crisis maakte dat een groot bouwproject in Almere zijn laatste werd. Drie jaar lang zat hij thuis. Tot hij een klein half jaar geleden via het project ‘Van Stage tot Werk’ een tijdelijke functie kreeg aangeboden bij Defensie. Nu werkt hij als huismeester in de Trip van Zoudtlandkazerne in Breda. Nab: “Ik verricht hand- en spandiensten, zoals het uitvoeren van kleine reparaties, het controleren van brandblusapparatuur en het regelen van vergaderzalen.” Volgens Nab was het project nuttig voor zijn werkervaring en zijn kansen op de arbeidsmarkt. “Mijn stage hier loopt ten einde, maar ik krijg al mijn eerste gesprek voor een nieuwe baan. Dat had ik drie jaar geleden niet gedacht.” Menno Lap bemachtigde een stageplek als huismeester. Hij werkt sinds 27 augustus 2012 op de Trip van Zoudtlandtkazerne en op de Seeligkazerne in Breda.
Frans Loonen Frans Loonen werkte als timmerman decennia lang in de bouw. Met de malaise in de bouwsector kwam een einde aan zijn carrière. Na acht maanden thuis zitten vond ook hij via het project ‘Van Stage tot Werk’ een functie bij Defensie. Als huismeester werkt hij sinds zes weken op wisselende locaties als de Koninklijke Militaire Academie en Trip van Zoudtlandkazerne.
Elke maand stellen de Centrale Adviseurs Integriteit Defensie (CAID), Liesbeth de Stoppelaar en majoor Marcel Hendriksen, en de Functionaris Integriteitzorg (FIZ) mr. Nynke Wygman, een onderwerp over integriteit aan de kaak.
De Centrale Organisatie Integriteit Defensie vond een ludieke manier om integriteitkwesties bespreekbaar te maken. Met een set kaarten met op elke kaart één dilemma, brengt zij onder de aandacht wat er speelt. Om de kaarten te introduceren, belicht de organisatie op deze pagina een dilemma vanuit verschillende gezichtspunten. Een collega Twittert: “Lekker hardgelopen vanmiddag.” Maar hij was vandaag toch ziek thuis? Zo op het eerste oog misschien voor veel mensen geen dilemma. Toch zijn varianten denkbaar. Je informeert bijvoorbeeld je leidinggevende. Die leest het bericht en vertelt de persoon in kwestie dat hij niet handig was. Als een soortgelijk voorval al eerder voorkwam bij hem, kiest de chef misschien voor een confronterende aanpak en een sanctie. Is het de eerste keer? Dan stelt hij zich mogelijk milder op. De collega op zijn beurt wil misschien weten hoe de leidinggevende aan de informatie komt en ontdekt dat jij hem inlichtte. Wat betekent dat voor de sfeer tussen jou en hem?
Niet zeuren Loonen: “Het is de eerste keer dat ik voor een groot bedrijf werk. Best spannend. Zeker omdat ik niet gewend ben met zoveel procedures te werken.” Het werken bij Defensie bevalt hem goed. “De prima begeleiding en collegialiteit verrassen me positief. Hoewel defensiemedewerkers voorrang krijgen, hoop ik na mijn stage een baan te kunnen vinden binnen deze organisatie.”
Een andere mogelijkheid is dat je je leidinggevende er buiten houdt en met collega’s erover praat. De oh’s en ah’s zijn niet van de lucht. Iedereen vindt het ongehoord. Of je collega’s halen de schouders op en zeggen dat dit nu eenmaal voorkomt. En dat zij zichzelf soms ook schuldig maken aan
dergelijke onzorgvuldigheden en dat jij niet moet zeuren. Heeft dat gevolgen voor de sfeer tussen jullie?
Onverstandig Als de twitterende collega terug is op zijn werk spreek je hem aan. Social media leggen nu eenmaal veel bloot. Dat komt omdat mensen daar te pas en te onpas over hun bezigheden berichten. Het is op z’n minst dus onverstandig van de collega om een dergelijk bericht te twitteren en om tijdens zijn ziekte hard te lopen. Dat demotiveert jullie als team en bovendien zadelt hij jullie op met werk, dat door zijn afwezigheid bleef liggen. Of: weet jij met welke aandoening de collega thuiszit? Bij een burn-out bijvoorbeeld is hardlopen zinvol. Ook dan is het verstandig om in contact te blijven met de wereld om je heen, inclusief je collega’s. In dit geval is het dus goed wat de persoon in kwestie doet. Hij werkt aan zijn herstel en daarmee aan zijn terugkeer naar het werk.
de sfeer negatief. Maar als je het vraagt vanuit oprechte belangstelling, kom je vaak tot verrassende gesprekken en nieuwe inzichten. Misschien maakt dat het op den duur makkelijker om over dilemma’s te praten en een juiste keuze te maken. Wie weet vind je een gelegenheid om het uit te proberen? Wij horen graag hoe het bevalt!
15 Een collega twittert : ‘lekker hardgelopen vanmiddag…’, maar deze collega was toch ziek thuis vandaag?? Informeer jij je leidinggevende?
Oprechte belangstelling Bovenstaand voorbeeld laat zien dat je vaak meer informatie nodig hebt dan je op het eerste oog dacht. Alleen zo kom je tot een juist moreel oordeel. Vertoont een collega gedrag waar je een mening over hebt, dan verdient het aanbeveling om je af te vragen waarom hij zoiets doet. Wat bedoelt hij ermee? Hoe verklaart hij zijn gedrag? We vinden het vaak lastig om een collega indringende vragen te stellen. Dat beïnvloedt
Commando DienstenCentra
Kader Wat zou jij doen? De COID is benieuwd naar je mening. Laat het weten via CLVP.
[email protected]
16
17
Centrum voor leiderschap gooit poort open
Nieuwe ronde, nieuwe kansen reau Leiderschap van de Commandant der Strijkdrachten. “De reorganisaties bij Defensie treffen ook onze sector”, legt Rozenhart uit. “Wij gaan terug van 42 naar 28 arbeidsplaatsen. Om die reden waren we genoodzaakt te zoeken naar een andere vorm dan decentrale bureaus voor leiderschap. Het ECLD is hier het resultaat van.
“Het is belangrijk dat dit centrum 'zichtbaar' wordt en dat dit zo blijft”
Het ECLD-team. V.l.n.r. hoofd Bedrijfsbureau adjudant Richard Hesterman, hoofd ECLD Ruben Geerts, hoofd afdeling Begeleiding Karla Mennen en commandant ECLD kolonel Liebseth Rozenhart.
Alle leiderschapsdeskundigen onder één dak. Op de Trip van Zoutlandtkazerne in Breda smelten op korte termijn de bureaus Leiderschap van de krijgsmachtsdelen en directies samen tot het Expertisecentrum Leiderschap Defensie (ECLD). Tekst: tweede luitenant Johanna van Waardenberg Foto’s: sergeant 1 Joyce Rutjes (AVDD)
Het nieuwe kennis- en begeleidingscentrum ondersteunt leidinggevenden, burgers en militairen, in hun ontwikkeling. “Ons doel is iedereen binnen de organisatie te informeren over wat goed leiderschap is”, vertelt de eerste commandant van het ECLD, kolonel Liesbeth Rozenhart (KLu). In het nieuwe expertisecentrum, een onderdeel van de Nederlandse Defensie Academie, zijn alle zeven leiderschapsbureaus van de krijgsmacht ondergebracht. Plus het Stafbu-
Het centrum streeft naar nauwe samenwerking met alle eenheden binnen Defensie, die een rol spelen bij de selectie van leidinggevend personeel. Ook ondersteunt zij de eenheden bij hun ontwikkeling. Geholpen door
< Rozenhart: “Is de theorie van leidinggeven essentieel, de praktijk weegt ook zwaar.”
een pool van ruim tweehonderd deskundigen. Zij begeleiden leidinggevenden bij het uitbreiden van hun communicatieve vaardigheden of bijvoorbeeld bij timemanagement. Dat is het goed indelen van je agenda en prioriteiten stellen”, vertelt Rozenhart.
Enthousiast
Rozenhart wijst erop dat Defensie de visie op leidinggeven momenteel herziet. De visie biedt eenduidigheid in het denken en spreken over leiderschap en over leiderschapsontwikkeling voor héél Defensie.
Lijntjes langer
Het is de bedoeling dat de deskundigen Volgens Rozenhart weet Defensie veel af van het van het ECLD op de hoogte blijven van de onderwerp leiderschap. “Als geld geen rol behoeften en wensen over leiderschap. speelt, ben je snel geneigd om buiten de orga- Zo kunnen zij constant inspelen op de nisatiemuren te kijken. Wij onderzoeken wat ontwikkelingen. "Het is belangrijk dat ons we zélf in huis hebben. De samenwerking tuscentrum ‘zichtbaar’ wordt en dat dit zo sen leiderschapsbureaus en klankbordgroepen blijft. Iedereen behoort te weten wat wij bewijst hoeveel kennis medewerkers van Defen- doen en waarvoor je bij ons terecht kunt. sie over leiderschap bezitten. En ook hoe enWe moeten dus meer dan in het verleden thousiast ze zijn om deze te delen. Kennis en er- netwerken en met mensen praten", vertelt varing delen met collega’s geeft een goed Rozenhart. gevoel. Je kunt iets betekenen voor elkaar, maar ook voor de organisatie”, weet Rozenhart. Volgens haar biedt het nieuwe centrum veel kansen. “Door alle expertise onder één dak te brengen, kun je gezamenlijk naar uitdagingen kijken en één ‘leiderschapstaal’ ontwikkelen.”
“We moeten meer netwerken dan in het verleden”
Rozenhart benadrukt dat je op verschillende manieren leiding geeft en dat er niet één, ideale manier is. “Vanzelfsprekend is de theorie en de visie op papier essentieel. De praktijk weegt echter ook zwaar. Het personeel moet de vruchten plukken van het beleid voor leiderschap bij Defensie.”
< Het ECLD geeft regelmatig workshops aan leidinggevenden.
18
19
Landmachtkolonel Baron nieuwe directeur CIMIC Center of Excellence
“Militairen denken niet meer apart aan CIMIC” Voor een organisatie die zich richt op samenwerking met civiele autoriteiten en organisaties vormt een uithoek geen ideale locatie. Daarom is de nieuwe directeur, kolonel Wiebe Baron, blij dat het CIMIC Center of Excellence (CCOE) de voormalige Vliegbasis Twente verlaat. “Straks in Den Haag zitten we midden tussen de mensen en organisaties waarmee wij zaken doen.” Tekst: eerste luitenant Joost Ploegmakers Foto’s: sergeant Henry Westendorp (AVDD)
“Dit is een fantastische functie. Vooral omdat ik een goedlopend bedrijf overneem”, zegt de landmachtmilitair Baron, een dag nadat hij het commando overnam van de Duitse kolonel Hans-Jürgen Kasselmann. De komende drie jaar is hij de directeur van het CCOE, een kenniscentrum voor civiel militaire samenwerking. De
< Baron in gesprek met een Duitse en Nederlandse militair. “Dat internationale werk is een leuk element van deze functie.”
NAVO initieerde het concept drie jaar geleden. Baron: “Wij werken voor de lidstaten van het bondgenootschap. Niet voor niets draaien er bij ons op hun verzoek veel pilots. We experimenteren bijvoorbeeld met mobiele trainingsteams. Daarbij komen cursisten niet naar ons toe, maar zoeken onze docenten hen in de verschillende NAVO-landen op, en zelfs daarbuiten. Dat internationale werk is trouwens een leuk element van deze functie.”
Grootste spelers Lopend door het gebouw waar Baron werkt kom je inderdaad diverse nationaliteiten tegen. Burgers en militairen met de Nederlandse en Duitse nationaliteit, waarbij Duitsers de overhand hebben. Beide landen vormen de grootste ‘spelers’ in het CIMIC Center of Excellence. Ze brengen het meeste geld in het laatje en plaatsen er het meeste personeel. Nederland en Duitsland leveren om en om de directeur en zorgen voor diens plaatsvervanger. Zes sponsoring nations ondersteunen het CCOE. Naast ons land en de Bondsrepubliek betreft het Denemarken, Slovenië, Polen en Hongarije. Behalve NAVO-landen sturen andere landen en internationale organisaties personeel naar Enschede voor
< Baron op zijn werkplek in Enschede. “Ik neem een goedlopend bedrijf over.”
CIMIC cursussen (Civil Military Cooperation). Ook lopen er stagiaires uit verschillende landen voor een afstudeerproject rond. Geen wonder dat de voertaal Engels is.
Vier takken Het CCOE valt administratief onder het Dienstencentrum Internationale Ondersteuning Buitenland (DCIOD) van het Commando DienstenCentra. Daar ligt ook de commandovoering. Het centrum bestaat uit vier ‘takken’: Opleiden & Trainen, Concept- en Doctrineontwikkeling, Planning & Coördinatie en Ondersteuning. “Deze brengen CIMIC-kennis aan de man”, vat
“Ik zag veel CIMIC-projecten aan mij voorbij komen” Baron samen. “Dat doen ze door het ontwikkelen van concepten, het schrijven van doctrines en publicaties en het opleiden van militairen voor CIMIC. De NAVO accrediteert onze opleidingen. Dat garandeert een hoge
kwalificatie en standaard.” Een belangrijke slag sloeg de CIMIC-wereld al eerder. Baron: “Dit centrum maakt deel uit van de gangbare militaire besluitvormingsprocessen. Militairen denken niet meer apart aan CIMIC, zoals in de Balkanperiode. Toen dachten ze: ‘oh ja, we moeten daar ook nog iets mee’. CIMIC is ingeburgerd.” Baron zelf heeft veel praktijkervaring met civiel militaire samenwerking. “Als militair jurist behandelde ik in het verleden onderwerpen uit dit domein en gaf juridisch advies. Ik zag veel CIMIC-projecten aan mij voorbij komen.”
Netwerk uitbreiden Baron beschouwt de verhuizing naar de Frederikkazerne in Den Haag, zomer 2014, als ‘een mooie uitdaging’. Sterker nog, die is voor het kenniscentrum essentieel. “In Den Haag”, weet de kolonel, “zitten we midden tussen de mensen en organisaties waarmee wij samenwerken. Dan kunnen we ons netwerk uitbreiden en onderhouden. Mijn ultieme doel is dat er bij het CCOE afgevaardigden werken van organisaties waarmee wij nauwe banden onderhouden. Zo bundel je de kennis intern. Neem een
non-gouvernementele organisatie (ngo) als Artsen zonder Grenzen. Die weet dat haar personeel in conflictgebieden met militairen moet samenwerken.”
Wat is CIMIC? CIMIC staat voor Civil Military Cooperation. Een eenheid behoort tot het ‘gereedschap’ van de militaire commandant en ondersteunt een opdracht of missie. Zo werkt de krijgsmacht tijdens een operatie vaak samen met burgerorganisaties en de lokale bevolking. Daarnaast krijgen militairen in inzetgebieden met lokale bestuurders, plaatselijke politie-eenheden en (inter)nationale hulporganisaties te maken. Om effectief op te treden houdt de krijgsmacht rekening met deze groep. Een commandant kan CIMIC benutten om te weten te komen welke gevolgen acties hebben voor de lokale bevolking en voor burgerorganisaties. Tot slot stemt de CIMIC-organisatie militaire plannen en activiteiten af met die civiele organisaties.
Foto van de maand Hoog bezoek afgelopen maand voor de bemanning van Hr.Ms. Johan de Witt. Niemand minder dan prinses Máxima kwam in Den Helder aan boord om de sfeer te proeven. Het amfibisch transportschip zet medio 2013 koers naar de wateren bij Somalië voor de anti-piraterijmissie van de Europese Unie. Begeleid door commandant Zeestrijdkrachten viceadmiraal Mathieu Borsboom, stak de aanstaande vorstin haar
licht ook op bij andere eenheden, waaronder het fregat Hr.Ms. Evertsen. Ze liet zich informeren over werken bij de marine en de gevolgen daarvan voor het privéleven van het personeel. Tot slot maakte de prinses met een landingsvaartuig van het Korps Mariniers een vaartocht door de Helderse marinehaven. Foto sergeant Ruud Mol (AVDD).