PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN BUITENSCHOOLSE OPVANG KINDERCENTRUM DE JINT
KINDERCENTRUM DE JINT VAN STICHTING WELZIJN MIDDELSEE Plataanstrjitte 2, 9051 RB Stiens 058-2570034 email:
[email protected] (centraal bureau P. Jurjensstrjitte 17, 9051 BR Stiens, tel: 058-2575220)
email:
[email protected]
1
Inhoudsopgave
Inleiding
3
Doelstelling en pedagogische visie
4
Opvoedingsdoelen
6
- veiligheid
6
- persoonlijke competentie
10
- sociale competentie
14
- het eigen maken van normen en waarden
16
Overige zaken
18
- personeelsbeleid
18
- intern begeleidster
18
- intake, het maken van afspraken en het wenbeleid
18
- vervoer
19
- oudercontacten
19
- observeren en signaleren
20
- gezondheid en veiligheid
20
- zieke kinderen op de buitenschoolse opvang
20
- huisregels
21
- vriendjes en vriendinnetjes meenemen naar de bso
22
- vakantieactiviteiten
22
- 4-ogenprincipe en de achterwachtregeling
22
- tevredenheidonderzoek
23
- oudercommissie
23
- klachtenregeling
23
2
INLEIDING Voor u ligt het pedagogische beleidsplan van het kindercentrum De Jint. Dit beleidsplan is geschreven voor ouders die al gebruik maken van onze opvang, ouders die opvang voor hun kind(eren) zoeken en onze pedagogische medewerk(st)ers. In het pedagogisch beleidsplan staan de uitgangspunten van onze dagelijkse omgang met de kinderen binnen onze BSO. We vertellen u wat we doen en waarom we het zo doen. Door regelmatige werkoverleggen en afstemming binnen het team van pedagogische medewerkster(s), maar zeker ook door vragen, opmerkingen en suggesties van ouders, is het pedagogisch beleidsplan continu een punt van aandacht en onderwerp van gesprek. Het pedagogisch beleidsplan wordt tevens besproken in de oudercommissie. In het kindercentrum De Jint maakt de buitenschoolse opvang gebruik van één groepsruimte voor de opvang van kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar. De buitenschoolse opvang is ondergebracht in een gebouw op het terrein van de obs De Jint te Stiens. Hierdoor kan tijdens de opvang gebruik gemaakt worden van het schoolplein van de obs De Jint. Daarnaast kunnen de kinderen ook gebruik maken van een leegstaand lokaal in de obs De Jint voor knutselactiviteiten. De buitenschoolse opvang beschikt over plaatsingsmogelijkheden voor maximaal 19 kinderen. De bso maakt gebruik van 1 groepsruimte, die tot 15.15 uur gebruikt wordt door de verlengde peuteropvang. Op de maandag-, dinsdag- en donderdagmiddag kan vanaf 15.15 uur gebruik gemaakt worden van de bso ruimte. Op de woensdag- en vrijdagmiddag kan vanaf 12.00 uur gebruik gemaakt worden van de bso ruimte op de locatie Kindercentrum De Zeeparels. De Stichting hanteert ten aanzien van de opvang in groepen (pedagogisch medewerkster - kind ratio en groepsgrootte) de landelijke normen uit de 3
Beleidsregels Kwaliteit bij de Wet kinderopvang. Alle pedagogisch medewerksters beschikken over minimaal een op de functie gericht mbo opleiding (vaak SPW niveau 3). De buitenschoolse opvang vangt kinderen op tijdens de schoolweken en de schoolvakanties. Ook opvang alleen tijdens de schoolvakanties is mogelijk.
Wel worden alle bso kinderen uit Stiens die vakantie opvang nodig hebben, tijdens de vakantieweken zoveel mogelijk op één locatie opgevangen. Dit is de locatie Kindercentrum De Zeeparels in Stiens. DOELSTELLING EN PEDAGOGISCHE VISIE De Stichting Welzijn Middelsee is een organisatie die professionele buitenschoolse opvang biedt. Daarbij voldoen wij aan de kwaliteitseisen die in de wet zijn vastgelegd. De wet verplicht ons goed te zorgen voor veiligheid en gezondheid van de kinderen. De buitenschoolse opvang biedt niet alleen een veilige en verantwoorde opvang maar ook opvoeding en begeleiding. In de omgang met de kinderen zijn pedagogische aspecten verweven. Een pedagogisch beleidsplan is geen statisch beleid. In teamvergaderingen met pedagogisch medewerkers (PM-ers) en de leidinggevende wordt gesproken over de concrete invulling van het pedagogisch beleidsplan. Zo kan het gebeuren dat er nieuwe afspraken bijkomen en oude afspraken bijgesteld worden. Daarnaast kan het zijn dat er nieuwe pedagogische inzichten ontwikkeld worden die opgenomen worden in het pedagogisch beleidsplan. Om die reden kan het pedagogisch beleidsplan jaarlijks bijgewerkt moeten worden. Bij nieuwe ontwikkelingen wordt het beleid eerder aangepast. Wij vinden het bovenal belangrijk dat het kind zich prettig voelt op de buitenschoolse opvang, dat het zich op zijn gemak voelt en met plezier naar 4
de opvang komt. De pedagogisch medewerksters kijken daarom goed naar elk kind, wat heeft elk kind individueel nodig, en proberen daar het handelen op af te stemmen. Wij vinden het ook erg belangrijk om in te gaan op wat kinderen zelf aangeven of inbrengen. Naast het aanbieden van activiteiten door de pedagogisch medewerksters, worden kinderen ook gestimuleerd om zelf met concrete ideeën voor spel of activiteiten te komen. Kortom, kinderen moeten zich op de buitenschoolse opvang veilig kunnen voelen, zichzelf kunnen zijn en ruime mogelijkheden tot hun beschikking hebben (uitdaging) om te spelen, aan activiteiten deel te nemen en zich te ontwikkelen. In dit pedagogisch beleidsplan staat omschreven hoe pedagogisch medewerksters met de kinderen omgaan (het pedagogisch handelen) en wat de werkwijze op de buitenschoolse opvang is. Het pedagogisch beleidsplan wordt uitgewerkt aan de hand van vier pedagogische basisdoelen, deze vier doelen dienen ook als kader voor de Wet Kinderopvang die vanaf 1 januari 2005 haar intrede deed. Deze vier opvoedingsdoelen zijn: -
emotionele veiligheid
-
gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie
-
gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competentie
-
de kans om zich waarden en normen, de cultuur van een samenleving, eigen te maken; socialisatie
Aan de hand van een vijftal pedagogische middelen willen wij laten zien hoe wij werken aan deze opvoedingsdoelen. Dit zijn: de pedagogisch medewerkster-kind interactie, de fysieke omgeving (binnen en buitenruimte), de groep, het activiteitenaanbod en het spelmateriaal.
5
OPVOEDINGSDOELEN
1. Veiligheid Wij willen kinderen een gevoel van veiligheid bieden op de buitenschoolse opvang. In een veilige en vertrouwde omgeving kan een kind zichzelf zijn en voelt het zich prettig. Het bieden van veiligheid draagt bij aan het welbevinden van kinderen. Vanuit die basis zal een kind gaan spelen, ondernemen en ontdekken. Pedagogisch medewerkster-kind interactie Een goede band tussen kind en pedagogisch medewerkster vinden we erg belangrijk. Wij proberen dit te bereiken door met vaste pedagogisch medewerksters te werken, die ingeroosterd zijn op vaste dagen. Bij ziekte en vakantie worden de vaste pedagogisch medewerkers eerst benaderd om in te vallen, zodat de kinderen een vertrouwd gezicht blijven zien. Mocht dit niet mogelijk zijn dan wordt de vaste invalkracht ingezet. Er is 1 stamgroep en kinderen komen op vaste dagen, zodat ze altijd bekende leeftijdsgenootjes zien. De wijze van leidinggeven is bij de jongste kinderen anders dan bij de oudere kinderen. De jongste kinderen hebben nog veel directe begeleiding en zorg nodig. Bij oudere kinderen verandert dit geleidelijk aan in een meer indirecte vorm van leiding geven. De pedagogisch medewerkster schept een veilig klimaat waarbinnen kinderen zich prettig kunnen voelen en hun eigen gang kunnen gaan. Voordat kinderen geplaatst worden komen ze een dagdeel wennen op de buitenschoolse opvang. Vooral voor kinderen én ouders die voor het eerst met de buitenschoolse 6
opvang binnen onze stichting in aanraking komen is dit belangrijk. Kinderen die vanuit de verlengde peuteropvang komen en al een broer of zus hebben die de buitenschoolse opvang bezoekt zijn al wat vertrouwd met onze opvang. Zij komen al vaak mee om het oudere kind aan het einde van de dag op te halen. Maar ook deze kinderen komen een dagdeel wennen. De pedagogisch medewerksters treden de kinderen vanuit een positieve basishouding tegemoet. De medewerksters laten de kinderen merken dat ze welkom zijn, dat ze betrokken zijn bij het kind. Na een schooldag vinden we het belangrijk dat kinderen een hartelijke ontvangst krijgen op de groep, even vragen hoe het gaat, hoe het op school is geweest en kinderen de gelegenheid geven hun verhaal te doen. Aangezien de meeste kinderen van de bso vanaf de obs De Jint komen, zullen de kinderen meestal allemaal tegelijk binnenkomen. Sommige kinderen zullen door de pedagogische medewerksters uit de groep gehaald worden (groep 1 en 2) en andere kinderen mogen zelfstandig naar het gebouw van de bso komen. Daarnaast mogen ook de kinderen van de obs De Twilling gebruik maken van de bso Kindercentrum De Zeeparels. De overdracht van de informatie over de kinderen naar de ouders gebeurd tijdens het mondelinge contact bij het halen en brengen van de kinderen. Individuele ouders hebben recht op privacybescherming door zorgvuldige behandeling van alle (in vertrouwen) gegeven informatie. Ouders worden op de hoogte gesteld, indien er over hun kind contact en/of overleg gaat plaats vinden met derden, die niet aan het kindercentrum De Jint zijn verbonden, hierin valt te denken aan school, hulpverlengende instantie en dergelijke. Er wordt door de pedagogische medewerkster(s) geen vertrouwelijke informatie over kinderen en/of ouders aan andere kinderen, ouders en collega’s van kindercentrum De Jint gegeven. Op de buitenschoolse opvang komen ook Friestalige kinderen. Alle pedagogisch medewerksters beheersen de Friese taal in ieder geval passief.
7
Medewerksters die Fries spreken benaderen Friestalige kinderen in hun eigen taal (als de kinderen dat op prijs stellen). De binnen- en buitenruimte De buitenschoolse opvang beschikt over een groepsruimte die gedeeld wordt met kinderen van de verlengde peuteropvang. Dit betekent dat eerst de verlengde peuteropvang in de groepsruimte plaats vindt en dat hierna de bso gebruik maakt van de ruimte. Daarnaast mag op dit moment ook nog gebruik gemaakt worden van het lege lokaal naar de stamgroep. Wel ligt het in de bedoeling dat deze groepsruimte op zeer korte termijn wordt ingericht voor het kinderdagverblijf voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Daarnaast kunnen de kinderen van de bso gebruik maken van het grote schoolplein van de obs De Jint. Afhankelijk van het weer en de animo wordt wel getracht om de kinderen zoveel mogelijk gebruik te laten maken van buitenactiviteiten op het schoolplein. Daarnaast kunnen de bso voor knutselactiviteiten of andere activiteiten ook nog gebruik maken van het leegstaande lokaal binnen de school De Jint. Vanuit de groepsruimte kunnen de pedagogisch medewerksters overzicht houden over de keuken, de toiletten en het schoolplein van de school.
De groep Er wordt gewerkt met één bso groep tot maximaal 19 kinderen. Het gaat hierbij om kinderen van 4 tot 13 jaar van voornamelijk van de obs De Jint. Flexibele kinderopvang is binnen het kindercentrum mogelijk. De ouders dienen hiervoor 1 week van te voren een werkrooster te overleggen. Dit dient schriftelijk te gebeuren. Aan de hand van dit werkrooster worden de kinderen ingedeeld en de personeelsbezetting bepaald. 8
De flexibele opvang kan ook op het aller laatste moment aangevraagd worden, mits het kind-leidster-ratio dit toelaat. Om een geborgen klimaat te behouden, waarbij kinderen zich veilig voelen, wordt op drukke bso dagdelen ervoor gekozen om vooral voor de oudere kinderen activiteiten buiten de stamgroep te organiseren. Dit zal voornamelijk activiteiten op het schoolplein zijn. Daarnaast kan gebruik gemaakt worden van het leegstaand lokaal in de school De Jint. Dit zullen voornamelijk knutselactiviteiten zijn als de groep te groot wordt. Wij proberen de keuzevrijheid van het kind wel zoveel mogelijk in acht te houden. Dit betekent dat kinderen zelf mogen kiezen of ze meedoen met een georganiseerde activiteit/spel. Georganiseerde activiteiten kunnen variëren van een potje voetbal tot handvaardigheid. Wel staat het buitenspelen bij ons hoog in het vaandel. Dus zodra het weer het toelaat wordt het buitenspelen of een groepsactiviteit in de buitenlucht gestimuleerd. Activiteiten en spelmateriaal De pedagogisch medewerkster geeft kinderen de ruimte om zelf en samen met anderen spel en activiteiten te ontwikkelen. De pedagogisch medewerksters laten vaak de kinderen zelf het spel bepalen, maar spelen daarbij een belangrijke rol. De medewerksters zijn voorwaardenscheppend bezig, maken het mogelijk dat kinderen hun spel kunnen spelen door ruimte te geven, (spel)materiaal aan te bieden. Er is veel ruimte voor eigen initiatief. Bij het aanbod van activiteiten door de pedagogisch medewerksters mogen kinderen zelf kiezen of ze meedoen. Wil een kind vaak niet meedoen aan groepsactiviteiten dan heeft de medewerkster een stimulerende rol, probeert het kind erbij te betrekken. Kinderen mogen zelf (spel)materiaal kiezen, zelfstandig gebruiken, maar ook weer opruimen! De pedagogisch medewerkster heeft daarbij een toezichthoudende rol. Wanneer kinderen steeds weer kiezen voor dezelfde vertrouwde activiteiten 9
of spel, zal de medewerkster helpen en stimuleren om nieuw materiaal te kiezen of eens met ander speelgoed te spelen. Zo nu en dan worden thema’s die behandeld worden met de Uk en Puk methode van de verlengde peuteropvang doorgevoerd in de activiteiten met de bso kinderen. 2. Persoonlijke competentie In omgang met de pedagogisch medewerksters en andere kinderen ontwikkelen kinderen persoonskenmerken als veerkracht, zelfstandigheid, zelfvertrouwen en creativiteit. Kinderen leren daardoor allerlei soorten problemen adequaat aan te pakken en leren zich aan te passen aan veranderende omstandigheden. Het kind leert en ontdekt wie het is, wat het kan, welke interesses het heeft, welke vaardigheden er nodig zijn in welke situaties. Wij willen dit stimuleren door uitdagend spelmateriaal aan te bieden, een binnen- en buitenruimte waarin voor kinderen wat te ontdekken is en door gevarieerde activiteiten aan te bieden.
Pedagogisch medewerkster - kind interactie De buitenschoolse opvang is vrije tijd voor de kinderen. Wij bieden het kind een uitnodigende omgeving, spelmogelijkheden en activiteiten. De pedagogisch medewerkster gaat in op de initiatieven van het kind. Aan de inbreng van de kinderen zelf hechten wij veel waarde. We letten daarbij op wat het kind zelf kan en bouwen daarop voort. De taak van de medewerksters is ondersteunend en voorwaardenscheppend. Het kind maakt zelf keuzes en wij willen deze keuzes respecteren. Dat betekend niet dat de leiding kinderen gewoon hun gang laat gaan, er wordt ook structuur en houvast geboden. Er zijn duidelijke regels voor het gebruik van (spel)materiaal en de omgang met elkaar. In de vorm van huisregels staan o.a. deze regels ook op papier. Kinderen werken aan hun zelfvertrouwen en creativiteit als ze bijvoorbeeld zelf een playbackshow of disco, of een toneelstuk organiseren. Of ze richten een winkeltje in waarin ze bijvoorbeeld koekjes en limonade verkopen. Daarnaast worden de kinderen gestimuleerd om bijvoorbeeld “huishoudelijk” klusjes te doen, zoals drinken inschenken, de ruimte versieren, stoelen en tafels klaar zetten etc.). 10
De binnen - en buitenruimte Kinderen in de basisschoolleeftijd willen spannende, leuke, gevarieerde activiteiten doen, maar hebben daarnaast ook de behoefte om vrij te zijn en met hun vrienden en vriendinnen te kletsen en juist “niets te hoeven”. Op de groepen is een gevarieerd aanbod van spel- knutselmateriaal, geschikt voor de verschillende leeftijden. Wij vinden buitenspelen belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Kindercentrum De Jint beschikt over een groot schoolplein. Op een schoolplein is een ruime zandbak en een klim- en klauterobject aanwezig. Ook is er voldoende ruimte om te rennen en met de skelters te rijden. De buitenschoolse opvang beschikt over zowel rustige speelplekken als vrije ongeorganiseerde plekken waarin kinderen alleen of met elkaar naar hartenlust kunnen spelen. Het spreekt voor zich dat wij onveilige spelsituaties willen vermijden. In de huisregels staan een aantal regels vermeld die hierop betrekking hebben en ook in onze risico-inventarisatie worden mogelijke gevaren gesignaleerd. Door met verantwoord materiaal te werken, goede afspraken te maken en regels op te stellen trachten we mogelijke risico’s tot een minimum te beperken. De grotere kinderen willen ook buiten het hek spelen, de wijk in, of ze spreken af met een vriendje/vriendinnetje. Dit kan ook op de buitenschoolse opvang. Hier worden met de ouders duidelijke afspraken over gemaakt. De groep In een groep kunnen kinderen zich oefenen in het verkrijgen van zelfvertrouwen, zelfstandigheid, maar ook op creatief gebied. Doordat kinderen zelf kunnen kiezen uit activiteiten en ook zelf activiteiten aandragen ontdekken ze hun mogelijkheden en interesses. 11
Door samen te spelen leren kinderen omgaan met winnen en verliezen, leren ze met lastige situaties om te gaan, ze leren grenzen te verleggen en mogelijkheden te ontdekken (iets proberen wat je eerst niet durft). Kinderen leren in de omgang met anderen wie ze zijn en wat ze kunnen. Creatief, moedig, hulpvaardig, handig met de computer, sportief, humoristisch, maar ook bijvoorbeeld een slecht verliezer, angstig in onbekende situaties, brutaal of overmoedig. Activiteiten en spelmateriaal Wij bieden een grote variatie aan spelmateriaal en activiteiten, zowel binnen als buiten, die aansluiten bij de verschillende leeftijden, sekse en ontwikkelingsfasen van de kinderen. Bij het aanbieden van activiteiten en spelmateriaal staan de onderstaande ontwikkelingsgebieden centraal. Bij elk ontwikkelingsgebied worden spelvormen en activiteiten genoemd die bijdragen aan de ontwikkeling van het betreffende ontwikkelingsgebied. 1.Lichamelijke ontwikkeling. -
klim- en klautermateriaal buiten
-
skelters, fietsen, duw- en loopkarren, stelten en skeelers
-
playbacken (dansen) bewegen op muziek
-
strijkkraaltje, puzzels, knutselactiviteiten, lego etc. (fijne motoriek)
-
activiteiten als voetballen, spellencircuits/ behendigheidscircuits buiten, hutten bouwen, timmeren
-
zandbak (graven, scheppen, bouwen)
-
computerspelletjes (fijne motoriek)
2. Sociaal- emotionele ontwikkeling -
vrij spel, samen of alleen, met b.v. auto’s, poppen, keukentje, winkeltje
-
verkleedkleren, kap/make-up tafel
-
knutselactiviteiten als b.v. verven of tekenen waarin kinderen emoties/gevoelens in kwijt kunnen 12
-
spelen met zand en water
-
toneelspel, playbackshows
-
gezelschapsspelen
-
met name bij de vrije spelmomenten ontwikkelen kinderen sociale vaardigheden als omgaan met conflicten, onderhandelen, samenwerken en elkaar helpen/troosten, kinderen ervaren emoties als woede, frustratie, blijdschap, saamhorigheid
3. Verstandelijke en ontwikkeling en taalontwikkeling -
lego, blokken, puzzels
-
computerspelletjes, gezelschapsspelen
-
boeken
-
in zowel vrij als geleid spel wordt een beroep gedaan op de verstandelijke vermogens van kinderen, kinderen leren verbanden leggen, krijgen inzicht in (spel)materialen, leren spelvormen te begrijpen en kunnen ze hanteren (b.v. gezelschapsspellen, computerspellen)
-
door spelvormen en activiteiten leren kinderen spelregels hanteren (voetbal, gezelschapsspellen e.d.)
-
bij alle spelvormen en activiteiten ontwikkelen kinderen zich op het gebied van taal, zowel in het Fries als in het Nederlands
4. Creatieve ontwikkeling -
kinderen kunnen hun creativiteit kwijt in allerlei soorten spelvormen, materialen en activiteiten. Maar kinderen leren ook creatief te zijn in het oplossen van vraagstukken en problemen. De medewerkster probeert de fantasie van kinderen te prikkelen door veel verschillende spelmaterialen en activiteiten aan te bieden en stimuleert de inbreng van eigen ideeën van de kinderen. Gedacht kan worden aan:
-
knutselactiviteiten
-
zand en water
-
fantasiespellen: verkleden, rollenspelen, toneel, dans, playbacken, hutten bouwen
-
lego, blokken
13
5. Ontwikkeling van zelfstandigheid/zelfredzaamheid -
leiding stimuleert de zelfstandigheid van kinderen door ze zelf (spel)materialen te laten kiezen en die na gebruik ook weer te laten opruimen. Activiteiten worden aangeboden, maar kinderen mogen zelf kiezen of ze daar aan willen deelnemen. Uiteraard worden kinderen gestimuleerd om (spel)activiteiten te ondernemen, om ze ervaringen op te laten doen en om kinderen het plezier van samen bezig te zijn te laten ontdekken
-
meehelpen met huishoudelijke taakjes: tafel afruimen na het eten enz.
-
afhankelijk van de leeftijd en ontwikkelingsfase van het kind wordt er door de leiding afspraken met het kind én de ouders gemaakt over wat het wel en niet mag/aankan. Alleen naar huis, zelfstandig naar vriendjes gaan of naar sport, een boodschap halen voor de bso e.d. een aantal van deze afspraken komen op de afsprakenkaart van het kind te staan
-
de eigen inbreng van kinderen wordt door de leiding zeer gewaardeerd en gestimuleerd. De leiding zal altijd proberen daar op in te spelen, door bijvoorbeeld een vakantie activiteit aan te passen/te wijzigen, of een knutselactiviteit op te zetten/te wijzigen
-
bij kleine ruzies wordt er niet direct ingegrepen, maar geprobeerd om de kinderen zelf naar goede oplossingen te laten zoeken.
3. Sociale competentie De buitenschoolse opvang biedt veel mogelijkheden voor interacties en groepsprocessen. Kinderen leren hoe ze met anderen om kunnen gaan in verschillende situaties: in een kleine of grote groep kinderen, of met één ander kind, tijdens vrij spel of in een gestructureerde activiteit. Met leeftijdsgenootjes, of jongere/ ouders kinderen. De leiding speelt hierbij een belangrijke rol; het in goede banen leiden van de interacties tussen de kinderen, zodat kinderen positieve ervaringen opdoen in de omgang met anderen. 14
Pedagogisch medewerkster-kind interactie De buitenschoolse opvang is een ontmoetingsplaats voor kinderen van voornamelijk de obs De Jint te Stiens. Daarnaast zijn natuurlijk ook kinderen buiten het dorp welkom om gebruik te maken van de buitenschoolse opvang kindercentrum De Jint. Kinderen spelen en communiceren met elkaar, sluiten vriendschappen, maar er ontstaan ook conflicten. De pedagogisch medewerkster is gericht op positieve interactie en heeft een voorbeeldfunctie. De medewerkster stimuleert positieve contacten tussen de kinderen onderling. Omgaan met elkaar, samen spelen en ondernemen wordt gestimuleerd. Dit kan door groepsactiviteiten aan te bieden, met kinderen op stap te gaan in de vakanties (zwembad, kinderboerderij) maar ook door kinderen de ruimte te bieden om contacten op te doen. Kinderen moeten niet steeds gestoord worden in hun spel door anderen kinderen of leiding. De leiding ‘bewaakt’ de spelmomenten. De medewerkster zal terughoudend zijn bij het ontstaan van conflicten of meningsverschillen tussen kinderen onderling. We vinden het belangrijk dat kinderen leren hoe ze deze conflicten kunnen oplossen. De medewerkster houdt in de gaten of kinderen er zelf uitkomen en grijpt in wanneer dit nodig is. De medewerkster probeert dan op een rustige en open manier het conflict op te lossen.
15
4. Het eigen maken van normen en waarden Bij het opvoeden van kinderen speelt het overbrengen van waarden en normen een belangrijke rol. Kinderen maken zich de cultuur eigen van een gezin, en in bredere zin van de samenleving. Op de buitenschoolse opvang maakt het kind kennis met een bredere cultuur dan het gezin. De pedagogisch medewerksters zijn zich bewust van hun voorbeeldfunctie, in de manier waarop ze met de kinderen en de volwassenen omgaan. In hoe ze hun werk uitvoeren en gedrag goed- en afkeuren laten ze zien welke normen en waarden voor hen en op de opvang belangrijk zijn. pedagogisch medewerkster - kind interactie De medewerksters op de buitenschoolse opvang proberen kinderen normen en waarden bij te brengen die wij belangrijk vinden en die in onze gehele samenleving als belangrijk worden ervaren. Op de buitenschoolse opvang staan de volgende aspecten centraal: -
respect hebben voor elkaar
-
rekening houden met elkaar
-
elkaar helpen als dat nodig is
-
elkaar niet kwetsen of pijn doen
De medewerksters zijn zich ervan bewust dat ze een voorbeeldfunctie hebben. Zowel in hun gedragingen als in hun taalgebruik. De pedagogische medewerkers stimuleren het identiteitsbesef door bijvoorbeeld ieder kind altijd bij naam te noemen. Er wordt door de pedagogisch medewerker dan ook geen brabbeltaal gesproken of nagepraat. Wij hebben afspraken gemaakt over de aanpak van gedrag van kinderen wat door ons niet geaccepteerd word. Kinderen worden altijd op ongewenst gedrag aangesproken, er wordt direct contact gezocht met het kind. Afhankelijk van de leeftijd kan er bestraft worden. Kinderen worden dan even op de bank gezet (time out). Nadien wordt er altijd even met het kind besproken wat er is voorgevallen. In onze huisregels staan de omgangsregels die wij hanteren duidelijk omschreven, deze worden jaarlijks geëvalueerd en eventueel aangepast.
16
De binnen- en buitenruimte Met de betrekking tot de verschillende ruimtes zijn ook gedragsregels, afspraken opgesteld. Er zijn regels opgesteld over wat kan en mag in elke ruimte. Bijvoorbeeld: eten en drinken vindt plaats aan tafel, kinderen mogen alleen buiten voetballen, wij verwachten dat kinderen de toiletten netjes achterlaten enz. De groep Kinderen weten heel goed welke normen en waarden belangrijk zijn in de groep. Dat wil niet zeggen dat ze zich er altijd aan houden, bijvoorbeeld: elkaar pijn doen. De pedagogisch medewerkster zal in dat geval met de betrokken kinderen bespreken wat er is voorgevallen, het is dan voor iedereen een leermoment. Vaak komt het voor dat kinderen elkaar corrigeren. Tijdens groepsactiviteiten komen kinderen in aanraking met regels, afspraken, maar ook met bepaalde normen en waarden. Hoe wordt een spel gespeeld, mogen regels gewijzigd of aangepast worden? Hoe wordt een jonger kind of bijvoorbeeld een minder goede voetballer in het voetbalspel opgenomen? Voelen de oudere kinderen zich verantwoordelijk voor de kleintjes? Helpen ze elkaar, zorgen ze voor elkaar. Als medewerksters proberen wij dit proces te begeleiden door goed te observeren en betrokken te zijn bij de kinderen. Activiteiten en spelmateriaal Door het aanbieden van bepaalde activiteiten en spelmateriaal proberen wij een bijdrage te leveren aan het socialisatieproces van het kind. Het vieren van feesten bijvoorbeeld kan veel betekenen voor de saamhorigheid in de groep. Samen zingen voor het jarige kind, met elkaar de traktatie bewonderen en ervan genieten. Met elkaar genieten van de gezelligheid van kerst: lichten dimmen, lichtjes in de kerstboom, (nep) kaarsjes op tafel tijdens het eten. Dit alles bevordert de onderlinge saamhorigheid en solidariteit. Ook veel spelmateriaal kan kinderen helpen om normen en waarden eigen te maken. Met de poppen wordt er vadertje en moedertje gespeeld, er wordt voor het kind gezorgd, het eten wordt klaargemaakt en wanneer het kind zich pijn doet wordt er getroost. Kinderen oefenen verschillende rollen bij het winkeltje spelen of bij het spelen met de verkleedkleren. 17
Overige zaken: Personeelsbeleid Wij werken met voldoende en goed opgeleid personeel. Elke pedagogisch medewerkster werkt op vaste dagen. Naast de uren op de groep heeft elke medewerkster een aantal taakuren tot haar beschikking. Het aantal taakuren is afhankelijk van het aantal dagen dat de leidster werkt. Deze taakuren kan de medewerkster gebruiken voor o.a. teamvergaderingen, het bijwonen en organiseren van feesten, oudergesprekken en het volgen van cursussen. Intern Begeleidster Vanaf april 2009 is er binnen onze stichting een intern begeleidster (IB’er) werkzaam. De IB’er houdt zich bezig met: De ontwikkeling van het zorgbeleid en de zorgstructuur Ondersteuning bieden bij team- en kindbesprekingen Het onderhouden van contacten met externe (zorg)instanties Oudercontact Pedagogisch medewerksters begeleiden in de ontwikkeling van hun vaardigheden m.b.t. de omgang met kinderen die extra aandacht of speciale aandacht behoeven. Ook neemt de intern begeleidster deel aan het Preventie Advies Team (PAT). Het PAT is een samenwerkingsverband van beroepskrachten in de gemeente Leeuwarderadeel die in hun werk dagelijks met kinderen in aanraking komen (o.a. jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar en 4-19 jaar, GGD, de kinderopvang, het peuterwerk en het maatschappelijk werk). De deelnemers denken mee over de manieren om het probleem rond een kind te verhelpen. Intake gesprek, het maken van afspraken en het wenbeleid Vóór de eerste plaatsingsdag maakt de pedagogische medewerkster van kindercentrum De Jint met de ouders een afspraak voor een intakegesprek. Een aantal praktische zaken worden vastgelegd in het intakeformulier (bereikbaarheid ouders, huisarts e.d.) en zaken rond de gezondheid en het gedrag van het kind en er wordt uitleg gegeven over hoe er op de opvang gewerkt wordt.
18
Het kan gebeuren dat er extra afspraken gemaakt worden, bijvoorbeeld wanneer het kind zelfstandig naar huis of sportclub gaat. Deze afspraken worden vastgelegd op de zogenaamde afsprakenkaart die elk kind vanaf de start van de opvang krijgt. Deze afspraken kunnen natuurlijk veranderen, kinderen worden ouder en zelfstandiger. Dan worden er nieuwe afspraken gemaakt door ouders, kind en medewerksters. Voor de eerste plaatsingsdag wordt er een wenafspraak gemaakt. De buitenschoolse opvang is een nieuwe situatie voor het kind. Het vraagt tijd en goede begeleiding om het kind te laten wennen. De medewerkster zal in de wenperiode het kind veel individuele aandacht geven om het kind zo snel mogelijk een vertrouwd gevoel te geven.
Vervoer Het grotendeel van de kinderen voor de buitenschoolse opvang kindercentrum De Jint komen van de naastgelegen school obs De Jint. De jongste kinderen worden door de pedagogische medewerkster bij de buitendeur van de school of groepsruimte opgewacht Oudere kinderen kunnen ook zelfstandig naar de opvang komen. Afspraken die ouders met de medewerkster hierover maken worden vastgelegd op de afsprakenkaart. Mochten er kinderen van buiten Stiens gebruik willen maken van de buitenschoolse opvang, dan zal er taxivervoer ingezet worden. De taxi rijdt alleen naar scholen binnen de gemeente Leeuwarderadeel. Oudercontacten Een goede communicatie en informatie-uitwisseling met de ouders vinden wij erg belangrijk. Wij vinden het belangrijk dat ouders goed op de hoogte zijn van wat er zich op de opvang afspeelt. Bij het halen van de kinderen is er altijd tijd voor een gesprekje. Speciale voorvallen worden altijd aan de ouders gemeld. Gaan kinderen zelfstandig naar huis dan wordt er eventueel telefonisch 19
contact opgenomen met de ouders. Ook wij verwachten van ouders dat ze ons op de hoogte houden van bijzonderheden rond het kind. Tweemaal per jaar kunnen ouders zich opgeven voor een oudergesprek. In deze gesprekjes wordt besproken hoe het met het kind gaat op de opvang. Natuurlijk is er altijd gelegenheid om tussendoor een afspraak voor een gesprek te maken als dat nodig is. Observeren en signaleren De pedagogisch medewerksters zijn voortdurend bezig met het observeren van de kinderen. Vaak gaat dit al automatisch, het is een onderdeel van het werk. Wij vinden het erg belangrijk dat kinderen zich goed bij ons voelen, het welbevinden van kinderen staat centraal. Ook zijn de medewerksters alert op mogelijke problemen of stagnaties in de ontwikkeling van kinderen. Wanneer een medewerkster opvallend of afwijkend gedrag signaleren dan wordt dat direct met de ouders besproken. Gezondheid en veiligheid Wij voeren een verantwoord veiligheids- en gezondheidsbeleid. De Wet Kinderopvang eist dat elke aanbieder van kinderopvang over een risico-inventarisatie en evaluatie beschikt. Zoals al is vermeld eerder in dit beleidsplan hebben wij een risicoinventarisatie uitgevoerd op het gebied van veiligheid en gezondheid. Jaarlijks wordt deze RIE geëvalueerd.
Zieke kinderen op de buitenschoolse opvang Het kan voorkomen dat een kind ziek op de opvang komt vanuit school of dat het tijdens de opvang ziek wordt. Als een kind ziek is/wordt en de pedagogisch medewerkster is van mening dat het kind beter niet op de opvang kan blijven dan worden de ouders gebeld zodat het kind opgehaald kan worden. 20
Wij gaan ervan uit dat een kind ziek is als het hangerig en lusteloos is, over pijn klaagt, een herkenbare kinderziekte heeft en/of temperatuursverhoging heeft (boven de 38 graden). De buitenschoolse opvang is niet berekend op de opvang van zieke kinderen en ook voor het kind zelf is het niet prettig. Een kind mag pas weer komen als de ziekteverschijnselen zijn verdwenen en het zich niet meer ziek voelt. Indien er sprake is van een besmettelijke ziekte worden de andere ouders op de hoogte gesteld. In principe gaan de ouders met een ziek kind naar de huisarts. Alleen bij ongelukjes die eerste hulp behoeven of als er acuut gevaar dreigt, schakelt de leiding direct een huisarts in. Op elke groep is een lijst met de telefoonnummers van de huisartsen (en ook de noodnummers). Indien nodig gaat een medewerkster en een tweede persoon met het kind mee naar de huisarts. Er is altijd minimaal één pedagogisch medewerkster aanwezig die in het bezit is van het BHV diploma (bedrijfshulpverlening). Jaarlijks gaan deze medewerksters op nascholing. Huisregels Om kinderen verantwoorde en veilige opvang te kunnen bieden hebben we op de buitenschoolse opvang een aantal huisregels opgesteld. Deze huisregels zijn ook een onderdeel van de risico-inventarisatie. We vinden het belangrijk dat pedagogisch medewerksters, stagiaires, ouders en kinderen op de hoogte zijn van deze regels en afspraken en er zich ook aan houden. Nieuwe ouders krijgen de huisregels bij de start van de plaatsing uitgereikt en eventuele wijzigingen of aanvullingen worden vermeld in de nieuwsbrieven van de buitenschoolse opvang. Met de kinderen bespreken we de regels op het moment dat ze aan de orde zijn. Jaarlijks, of zo nodig vaker, worden de huisregels geëvalueerd. De huisregels hebben betrekking op gedragsregels en regels met betrekking tot veiligheid. Er zijn regels opgesteld die te maken hebben met de ruimte waarin kinderen aanwezig zijn en tevens hanteren we regels die te maken hebben met de omgang met elkaar (kinderen- pedagogisch medewerkster -ouders).
21
Vriendjes en vriendinnetjes meenemen naar de bso Natuurlijk mogen de kinderen ook zo nu en dan vriendjes en vriendinnetjes meenemen naar de bso. Dit wordt in overleg met de medewerksters gedaan, de groepsgrootte moet het toelaten. Het is niet de bedoeling dat steeds dezelfde kinderen een vriendje/ vriendin meenemen, iedereen moet aan de beurt kunnen komen. Deze kinderen gaan niet met de taxi mee! Ze kunnen eventueel gebracht worden door de ouders en het is belangrijk dat deze ouders telefonisch bereikbaar zijn. Vakantieactiviteiten Tijdens de vakanties worden de twee bso locaties in Stiens geclusterd. Dit houdt in dat de vakantie opvang op één locatie plaats vindt, namelijk in het kindercentrum De Zeeparels. De bso kinderen van de andere locaties worden tijdens de schoolvakanties op deze locatie opgevangen. In de schoolvakanties wordt getracht zoveel mogelijk speciale vakantieactiviteiten te georganiseerd. Deze activiteiten worden van te voren aangekondigd en vaak in overleg met de kinderen opgesteld. Er worden op de opvang activiteiten georganiseerd als: koekjes bakken, tshirts verven, spelcircuits, playbackshows, hutten bouwen, maar we maken ook uitstapjes naar het zwembad, de kinderboerderij, de stad, naar de film e.d. 4-ogenprincipe en de achterwachtregeling Over het algemeen staan er tenminste twee pedagogische medewerksters op de groep. Voor de momenten dat er toch slechts één pedagogisch medewerkster op de bso aanwezig is, wordt zoveel mogelijk een stagiaire ingeschakeld. Hierdoor wordt voorkomen dat de pedagogische medewerkster alleen op de groep 22
staat. Daarnaast fungeert de bso locatie De Zeeparels in Stiens ook als achterwacht voor de bso De Jint, wanneer er geen personeel meer in de obs De Jint aanwezig is. Mocht er zich een calamiteit voordoen dan kan er direct een beroep op het personeel van de school of de pedagogische medewerksters van de andere locatie gedaan worden.
Tevredenheidonderzoek De buitenschoolse opvang toetst één maal in de twee jaren de tevredenheid van de ouders met betrekking tot de opvang aan de hand van een tevredenheidonderzoek. De uitkomsten van deze onderzoeken gebruiken we om de kwaliteit en het beleid van onze opvang te optimaliseren en actualiseren. Oudercommissie Voor het kindercentrum De Jint heeft de Stichting een oudercommissie geïnstalleerd. Hierin nemen ouders van de buitenschoolse opvang, het peuterwerk en de verlengde peuteropvang zitting. De oudercommissie behartigt de gemeenschappelijke belangen van ouders en kinderen en denkt mee over het beleid van de Stichting. Hiertoe heeft de oudercommissie een aantal adviesbevoegdheden. Klachtenregeling Als gevolg van de Wet Klachtrecht is binnen De Stichting Welzijn Middelsee een klachtenregeling vastgesteld. De meeste ouders zijn tevreden over de opvang die de Stichting biedt. Toch kan het voorkomen dat u ontevreden bent over de opvang of over een ander aspect van onze organisatie. Het 23
beste is de klacht eerst met de direct betrokkene te bespreken of met de manager kinderopvang. Maar een ouder kan ook rechtstreeks een klacht indienen bij de interne klachtenregeling of de stichting Klachtencommissie Kinderopvang (sKK). De interne klachtenregeling en Skk zijn bedoeld voor ouders van de buitenschoolse opvang, de kinderopvang en het peuterwerk en omvat de procedure rondom het behandelen van een klacht. Vanaf 1 januari 2009 is onze Stichting aangesloten bij de sKK voor het in behandeling nemen van klachten van onze oudercommissie door de Klachtenkamer Oudercommissies Kinderopvang (KKOC). Voor meer informatie kunt u terecht bij de manager kinderopvang of een kijkje nemen op onze website www.welzijnmiddelsee.nl.
Januari 2014 24