Pedagogisch Beleidsplan van
Voorwoord_______________________________________________________ Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Christelijk Kinderdagverblijf (KDV) Het Kroontje. In dit beleidsplan verwoorden wij de visie en de doelstellingen. Het beleidsplan vormt een kader waarbinnen het kinderdagverblijf invulling geeft aan de opvang. De praktische uitwerking van het beleid en de afspraken over de dagelijkse gang van zaken zijn beschreven in het pedagogisch werkplan, die op de vestiging ter inzage ligt. Om daadwerkelijk een indruk te krijgen van het kinderdagverblijf, bent u van harte welkom om de sfeer te komen proeven. Er wordt graag tijd voor u vrijgemaakt om u een rondleiding te geven. KDV Het Kroontje werkt vanuit christelijke waarden en normen. In de praktijk betekent dit dat onze kijk op kinderen en kinderopvang geïnspireerd wordt door wat er in de Bijbel staat over hoe we met elkaar en onze omgeving omgaan. KDV Het Kroontje wil graag een veilige en zorgzame omgeving bieden, waar kinderen kunnen spelen, leren en ontdekken. Er worden christelijke waarden en normen meegegeven aan de kinderen, zoals liefde en respect voor elkaar en respect voor de natuur. De christelijke identiteit van KDV Het Kroontje en onze kijk op kinderen wordt helder verwoord in de vier uitgangspunten: ieder kind is kostbaar, ieder kind is uniek, ieder kind hoort er bij en ieder kind draagt bij binnen haar/zijn mogelijkheden. Daarnaast zijn de opvoedingsdoelen uit het Convenant Kinderopvang nader uitgewerkt, om de lezer een helder beeld te geven van hoe onze visie zich laat vertalen naar de praktijk. Het pedagogisch beleidsplan dient vooral als leidraad voor de pedagogisch medewerkers. Zij brengen de visie en doelstelling van KDV Het Kroontje dagelijks in de praktijk met de kinderen. Tijdens teamvergaderingen zal elke keer een onderdeel van het pedagogisch beleidsplan besproken worden. Op deze wijze willen we bereiken dat het pedagogisch beleidsplan een stabiele basis gaat vormen voor het werken met de kinderen op de groepen. Daarnaast informeert het pedagogisch beleidsplan ouders over de werkwijze en invulling van de opvang. Door onze pedagogische accenten en keuzes duidelijk in het pedagogisch beleidsplan te beschrijven, kunnen ouders kiezen voor opvang die overeenkomt met hun eigen waarden, normen en wensen t.b.v. de opvoeding. Ouders kunnen het pedagogisch beleidsplan opvragen bij het kinderdagverblijf of downloaden via de website van KDV Het Kroontje. Tenslotte is het pedagogisch beleidsplan ook ter inzage voor gemeentelijke instanties, zoals de GGD, als zij hun jaarlijkse controle uitvoeren. Het plan geeft openheid van zaken over hoe voldaan wordt aan de normen van de Wet Kinderopvang. Omdat de kwaliteitseisen in de kinderopvang steeds bijgesteld worden en wij als kinderdagverblijf de kwaliteit willen waarborgen, wordt het pedagogisch beleidsplan jaarlijks geëvalueerd en waar nodig bijgesteld.
Pedagogisch Beleidsplan KDV Het Kroontje - 2013
2
Inhoudsopgave____________________________________________________ Voorwoord
2
Visie en doelstelling
4
Van visie naar praktijk
7
Het bieden van veiligheid
8
Het ontwikkelen van persoonlijke competenties
12
Het ontwikkelen van sociale competenties
16
Waarden en normen
18
Observeren en signaleren
20
Huisreglement en andere zaken
21
Contacten met ouders
24
Slotwoord
26
Bijlage
27
Pedagogisch Beleidsplan KDV Het Kroontje - 2013
3
Visie en doelstelling________________________________________________ ALGEMEEN KDV Het Kroontje heeft tot doel kinderen in de leeftijd van 8 weken tot 4 jaar naast de thuissituatie een omgeving te bieden waarin zij in groepsverband opgevangen, verzorgd en begeleid worden door gekwalificeerde en betrokken pedagogisch medewerkers. Het kinderdagverblijf biedt een veilige, vertrouwde en daartoe speciaal ingerichte ruimte, waarin kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen en ontplooien tot zelfstandige en evenwichtige personen. DOELGROEP KDV Het Kroontje biedt dagopvang aan kinderen in de leeftijd van 8 weken tot 4 jaar en bestaat uit 2 verticale groepen. In principe kunnen alle kinderen bij ons worden opgevangen, ook kinderen met extra ontwikkelingsgerichte of gezondheid gerelateerde zorg. Binnen het kinderdagverblijf kijken we naar de mogelijkheden die de groep biedt, maar we zijn ons bewust van beperkingen hiervan: zo moeten de voorwaarden in de groep toereikend zijn om met name deze ‘kwetsbare’ kinderen goed te kunnen begeleiden. Wij kunnen bijvoorbeeld geen continue één op één begeleiding bieden. Daarnaast moet de deskundigheid van de pedagogisch medewerkers voldoende zijn om het kind te kunnen begeleiden (eventueel ondersteund door advisering van een externe deskundige). We staan ervoor open om met ouders van gedachten te wisselen over de verwachtingen en de opvangmogelijkheden van hun kind binnen het kinderdagverblijf. De groepsgrootte is vastgesteld aan de hand van de Beleidsregels Kwaliteit Kinderopvang. Regels ten aanzien van de groepsgrootte en de regels betreffende de verhouding tussen het aantal pedagogisch medewerkers en het aantal feitelijk aanwezige kinderen, kortom het pedagogisch medewerker/kindratio (PKR). IDENTITEIT KDV Het Kroontje is een christelijk kinderdagverblijf. Dit betekent dat het handelen van de pedagogisch medewerkers en hun visie op de kinderen gebaseerd is op christelijke waarden en normen, zoals elkaar liefhebben, respect hebben voor elkaar, het helpen van elkaar, vriendelijkheid, vergeven, eerlijk zijn, geduldig zijn, trouw zijn, zelfbeheersing hebben, het hebben van een positieve liefdevolle houding, en gebruikmaken van positieve opbouwende woorden, kinderen aanvaarden en respecteren als uniek persoon, etc. Hierdoor wordt een veilige en vertrouwde sfeer gecreëerd, welke het kind in staat stelt om zijn/haar eigen mogelijkheden en grenzen te ontdekken. De christelijke identiteit komt tevens tot uitdrukking in de keuze van verhalen, (knutsel)activiteiten en vieringen. Naast de gebruikelijke verhalen en kinderliedjes zullen er ook verhalen uit de kinderbijbel verteld worden en christelijke kinderliedjes met de kinderen gezongen worden. Er zal bewust met de kinderen naar de christelijke feesten zoals Kerst en Pasen toegeleefd worden en er zal stilgestaan worden bij de betekenis daarvan. Gezamenlijk bidden en danken voor het eten is ook een dagelijks gewoonte, waarmee we kinderen vertrouwd willen maken. Uiteraard is hiernaast ook voldoende ruimte voor niet-Bijbelse thema’s en activiteiten zoals: de seizoenen, sinterklaas, Koningsdag, dierendag, etc. De manier waarop de christelijke identiteit op KDV Het Kroontje wordt vormgegeven is in feite vergelijkbaar met die van een christelijke basisschool. KDV Het Kroontje heet ook kinderen welkom uit niet-christelijke gezinnen of met een andere religie die zich thuis voelen op de opvang van ons kinderdagverblijf.
Pedagogisch Beleidsplan KDV Het Kroontje - 2013
4
De christelijke grondslag van KDV Het Kroontje heeft tevens consequenties voor het vaste personeel dat wij aannemen. Zij dienen een christelijke levensovertuiging te hebben die aansluit op onze visie. PEDAGOGISCHE VISIE In onze ogen zijn en blijven de ouder(s)/verzorger(s) eerstverantwoordelijke(n) voor hun kind; zij dragen de opvoedingsverantwoordelijkheid. Wij zijn van mening dat het gezin de plaats is waar de opvoeding moet plaatsvinden. In aanvulling op de opvoeding kan het kinderdagverblijf een opvoedingsondersteunende rol hebben. Wij hebben er daarom ook voor gekozen om in onze doelstelling niet het woord opvoeding te gebruiken, maar de woorden opvangen, verzorgen en begeleiden. Onze visie op de zorg en begeleiding van kinderen wordt zoveel mogelijk ontleend aan de principes die de Bijbel ons mee geeft. Onze uitgangspunten hebben wij als volgt verwoord: Ieder kind is kostbaar Kinderen zijn een kostbaar geschenk van God. Ouders vertrouwen de zorg van hun kind aan ons toe. Dit ziet KDV Het Kroontje als een bijzondere taak en wil hier op een goede manier invulling aan geven. Dit betekent ten eerste dat de kinderen de praktische zorg krijgen die ze nodig hebben: voeding, verschoning en een bedje om te slapen. Belangrijker nog is dat deze zorg op een liefdevolle manier geboden wordt. Pedagogisch medewerkers kennen de kinderen goed en zijn voldoende gekwalificeerd. Zij bouwen een band met de kinderen op. Ieder kind is bij ons welkom en wordt gezien en gehoord. Voor het optimaal kunnen ontwikkelen en ontplooien is een veilige en vertrouwde ruimte nodig. KDV Het Kroontje biedt daar dan ook een speciaal ingerichte ruimte voor, geheel aangepast aan kinderen in ontwikkeling. Ieder kind is uniek Ieder kind is uniek, geschapen door God met zijn of haar persoonlijkheid en talenten. Het kind mag leren deze gaven te gebruiken. In de opvang staat de ontwikkeling van de eigen persoonlijkheid, talenten en kwaliteiten van het kind centraal. Pedagogisch medewerkers hebben daarom aandacht voor de interesses van de kinderen. De kinderen mogen aangeven waar hun wensen en voorkeuren liggen bij de keuze voor activiteiten. Tegelijk willen we de kinderen ook uitdagen om nieuwe activiteiten uit te proberen om zich nieuwe vaardigheden eigen te maken. Het activiteitenaanbod is dan ook gevarieerd zodat kinderen zich breed kunnen ontwikkelen, denk aan: geluid- en beweegspelletjes, knutselactiviteiten, verkleden en rollenspellen, gezelschapsspellen, dans en muziek, buitenspelen, etc. Ieder kind hoort erbij Kinderen komen niet als eenling ter wereld; zij maken deel uit van een gezin. In het gezin wordt voor elkaar gezorgd, wordt meegeleefd met elkaar en waarden en normen met elkaar gedeeld. KDV Het Kroontje wil deze gemeenschapszin voortzetten in de opvang. Op onze locatie is gekozen om met een verticale groep te werken, waar broertjes en zusjes op één groep worden opgevangen en waar zowel groot als klein een plek hebben. Net als in het gezin worden kinderen geleerd om rekening te houden met elkaar en elkaar te helpen. Ieder kind draagt bij Pedagogisch Beleidsplan KDV Het Kroontje - 2013
5
Kinderen dragen bij door mee te helpen met kleine taken, door elkaar te helpen en door netjes om te gaan met ruimte en materiaal. Wij maken allen deel uit van Gods schepping. Daarom hebben wij de verantwoordelijkheid om goed om te gaan met onze middelen en onze leefomgeving. Dit noemen wij ‘goed rentmeesterschap’.
Pedagogisch Beleidsplan KDV Het Kroontje - 2013
6
Van visie naar praktijk_______________________________________________ Nu onze visie op kinderen en kinderopvang helder is, kan een vertaalslag worden gemaakt naar de praktijk. In dit deel wordt beschreven tot welke doelstellingen onze visie leidt en hoe dit zich laat zien in de dagelijkse invulling van de opvang. In de Wet Kinderopvang wordt onder andere aangegeven wat de overheid verstaat onder kwaliteit in de kinderopvang: ‘Verantwoorde kinderopvang is opvang die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige omgeving’. Voor de pedagogische onderbouwing van de Wet kinderopvang, is gekozen voor de vier opvoedingsdoelen van professor J.M.A. Riksen – Walraven. Deze vier opvoedingsdoelen zijn: 1. 2. 3. 4.
Het bieden van emotionele veiligheid. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. De kans bieden om zich waarden en normen, de “cultuur” van een samenleving, eigen te maken.
Deze doelstellingen sluiten goed aan bij de pijlers van KDV Het Kroontje: ieder kind is kostbaar, ieder kind is uniek, ieder kind hoort erbij en ieder kind draagt bij.
Pedagogisch Beleidsplan KDV Het Kroontje - 2013
7
Het bieden van veiligheid____________________________________________ IEDER KIND IS KOSTBAAR Kinderen zijn kostbaar. Daarom wil KDV Het Kroontje opvang bieden in een veilige en gezonde omgeving. Het bieden van een veilige opvoedingsomgeving bestaat uit twee aspecten: Fysieke veiligheid: zorg dragen voor een gezonde en veilige omgeving, waar kinderen kunnen spelen zonder blootgesteld te worden aan ongezonde en onveilige factoren. Emotionele veiligheid: zorg dragen voor een vertrouwde omgeving, waar kinderen zichzelf kunnen zijn en zich geliefd en gerespecteerd weten. FYSIEKE VEILIGHEID Veiligheid en gezondheid KDV Het Kroontje zet zich actief in voor veiligheid en gezondheid. KDV Het Kroontje werkt met protocollen, waarin duidelijk is beschreven hoe medewerkers veilig en gezond horen te handelen op de groep. We zien er op toe dat medewerkers goed op de hoogte zijn van de protocollen en dat deze op de juiste manier worden uitgevoerd op de groep. De GGD controleert jaarlijks of de opvanglocatie voldoet aan alle veiligheid- en gezondheidseisen. Groepsindeling De opvang vindt plaats in stamgroepen. Dat wil zeggen dat kinderen ingedeeld zijn in een vaste groep, zodat zij zoveel mogelijk dezelfde kinderen en pedagogisch medewerkers om zich heen hebben. Voor dagopvang gelden de volgende regels: • Maximaal 12 kinderen van 0 tot en met 4 jaar . De verhouding tussen het aantal kinderen en aantal pedagogisch medewerkers is als volgt: • Eén pedagogisch medewerker per vier aanwezige kinderen tot 1 jaar; • Eén pedagogisch medewerker per vijf aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; • Eén pedagogisch medewerker per zes aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; • Eén pedagogisch medewerker per acht aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep, zoals op KDV Het Kroontje het geval is, moet een gemiddelde berekend worden voor de vaststelling van het aantal kinderen per pedagogisch medewerker volgens het toegevoegde schema in bijlage 1 en artikel 3 van de 'Beleidsregels Kwaliteit Kinderopvang' (ter inzage op de vestiging). Bij KDV Het Kroontje komt dit in principe neer op maximaal 6 aanwezige kinderen per pedagogisch medewerker. Een kind op twee stamgroepen In oktober 2012 is vanuit het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) een veranderende wettelijke regeling met betrekking tot kwaliteitseisen voor kinderopvang en peuterspeelzalen vastgesteld. Eén van de gevolgen van deze ministeriële regeling is dat, met toestemming van de ouders de (extra) opvang tijdelijk in één andere groep dan de stamgroep van het kind kan plaatsvinden (bijvoorbeeld in het geval van een lagere bezetting waarbij stamgroepen worden samengevoegd).
Pedagogisch Beleidsplan KDV Het Kroontje - 2013
8
Wat betekent dat voor u? • Vanaf 1 januari 2013 kunnen wij uw kind op 2 stamgroepen plaatsen als dat noodzakelijk is. • Dit kan alleen als u hiervoor vooraf schriftelijk toestemming heeft gegeven. • U geeft toestemming via het toestemmingsformulier op locatie. • Vanaf het moment dat u toestemming heeft gegeven, kan uw kind naast de eigen stamgroep ook op de andere stamgroep worden geplaatst als u bijvoorbeeld extra dagen wilt inkopen. Meer informatie: Klik hier voor meer informatie http://wetten.overheid.nl/BWBR0031613/geldigheidsdatum_19-022013, artikel 5.13. Huisvesting KDV Het Kroontje vindt het van groot belang dat de opvang plaatsvindt in een veilige en gezonde omgeving met voldoende ruimte voor het aantal kinderen in de opvang. Een kind maakt gedurende de week gebruik van maximaal twee stamgroepruimtes; activiteiten in het kader van open deurenbeleid kunnen buiten deze ruimtes plaatsvinden. Deze ruimtes voldoen aan de eisen van de Wet Kinderopvang. Ook de aangrenzende buitenruimte voldoet aan deze eisen en is een toegankelijke en veilige speelruimte, waar kinderen met veel plezier spelen.
Het open deurenbeleid De kinderen verlaten de stamgroep wanneer beide groepen tegelijk gaan buitenspelen (of bijvoorbeeld alleen een bepaalde leeftijdsgroep van beide groepen naar buiten gaat) of wanneer zij tijdelijk op de andere groep spelen, bijvoorbeeld vanwege gezamenlijke knutselactiviteiten en spelletjes met leeftijdgenoten (in principe alleen wanneer er geen leeftijdsgenootjes op de eigen groep aanwezig zijn) of om een feest (bijvoorbeeld verjaardag van een kind of pedagogisch medewerker) mee te vieren. Wanneer de bezetting van een groep kleiner is dan normaal, wordt de stamgroep soms voor een gehele dag verlaten. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn tijdens vakantieperioden. De vaste pedagogisch medewerker gaat dan met de groep mee. Wanneer er maximaal 14 kinderen over twee groepen verdeeld aanwezig zijn in het kinderdagverblijf, worden de kinderen van beide groepen samengevoegd. Bij een aantal tussen de 14 en 18 kinderen kan door de pedagogisch medewerkers bekeken worden of een kindje van stamgroep wisselt voor een dag, bijvoorbeeld aan de hand van de combinatie van kinderen. De continuïteit voor de kinderen wordt ook bij het verlaten van de stamgroep gewaarborgd. Door de kleinschaligheid van het kinderdagverblijf kennen de kinderen beide groepen en de pedagogisch medewerkers van beide groepen. Achterwacht Om te voorkomen dat een pedagogisch medewerker in het geval van een calamiteit alleen staat, is er geregeld dat er te allen tijde een volwassene binnen 15 minuten (aanrijdtijd ambulance) ter plekke kan zijn: de achterwacht. Concreet staat dit beschreven in het pedagogisch werkplan. Personeel Alle pedagogisch medewerkers (incl. de invalkrachten) zijn in het bezit van minimaal een SPW 3 (of gelijkwaardig) diploma, het verplichte (Kinder) EHBO-diploma en een Verklaring Omtrent het Gedrag. Vier ogen principe Na alle zorgelijke en negatieve gebeurtenissen op kinderdagverblijven, zijn de medewerkers van KDV Het Kroontje alleen maar meer waakzaam geworden op het welzijn van de kinderen. De opvang moet een meerwaarde hebben voor de ontwikkeling van het kind en ieder kind alleen maar goed doen. Naar aanleiding van een zedenzaak in Amsterdam heeft de commissie Gunning in haar rapport Pedagogisch Beleidsplan KDV Het Kroontje - 2013
9
de term ‘vier ogen principe’ geïntroduceerd. Het vier ogen principe betekent dat er altijd iemand moet kunnen meekijken of meeluisteren als een pedagogisch medewerker alleen met de kinderen is. Het vier ogen principe is voor convenantpartijen (Brancheorganisatie en BOink) de basis voor veiligheid in de kinderopvang. Binnen KDV Het Kroontje werken we dit principe als volgt uit: 1. Een professioneel werkklimaat, waarbij werknemers elkaar op hun gedrag aanspreken. In ons pedagogisch werkplan is de landelijke meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld opgenomen, met een apart onderdeel over het signaleren van kindermishandeling door een beroepskracht. 2. Het samenvoegen van stamgroepen aan het begin en het einde van de dag. In het pedagogisch werkplan staat beschreven hoe dit in de dagelijkse praktijk plaatsvindt. 3. Boventallige inzet, als extra paar ogen, van pedagogische medewerkers in opleiding en de aanwezigheid van de leidinggevende. 4. Bouwkundige voorzieningen ter verbetering van transparantie binnen het kinderdagverblijf. Zo zijn de groepsruimtes aangepast door het plaatsen van ramen in de tussendeuren en de deur naar de toiletruimte.
EMOTIONELE VEILIGHEID Een kind dat zich veilig voelt, voelt zich goed en heeft energie om te leren en zich te ontwikkelen. Om emotionele veiligheid te waarborgen zijn structuur en voorspelbaarheid belangrijk, zoals een vaste groepsindeling (zie boven beschreven), vaste medewerkers en een duidelijk dagritme. Vaste pedagogisch medewerkers Kinderen zijn in de eerste plaats gehecht aan hun ouder(s)/verzorger(s), broertjes, zusjes en evt. naaste familieleden. Op de opvang kunnen kinderen een band opbouwen met de pedagogisch medewerker en met elkaar als kinderen onderling. De aanwezigheid van vaste en vertrouwde pedagogisch medewerkers is bevorderlijk voor de veerkracht van kinderen en is de basis om een goede relatie tussen kind en pedagogisch medewerker te kunnen laten ontstaan. In KDV Het Kroontje zijn op beide groepen vaste pedagogisch medewerkers werkzaam. Doordat de kinderen van beide groepen met halen en brengen over het algemeen samen op de groep verblijven, zijn de pedagogisch medewerkers en de kinderen van beide groepen vertrouwd met elkaar. In geval van ziekte en vakantie worden de vaste pedagogisch medewerkers bijgestaan door collega’s die een dag extra willen werken of door invalkrachten uit onze eigen invalpool. Ook deze invalkrachten zijn (doordat we gebruik maken van een beperkte invalpool en een kleinschalig kinderdagverblijf zijn), bekend met en vertrouwd bij de kinderen. In het zeldzaam voorkomende geval dat er echter niemand uit onze invalpool beschikbaar is, doen wij een beroep op het uitzendbureau. Dagindeling In KDV Het Kroontje hanteren we met de kinderen een duidelijk dagritme om hen op deze wijze duidelijkheid en structuur te kunnen bieden. 07.30-09.00 uur 09.30 uur 10.00-11.30 uur 11.30 uur 12.30 uur 15.00 uur
Binnenkomen Sapje drinken en koekje eten Speel- en ontdektijd Lunch Slaaptijd Drinken en cracker/fruit eten
Pedagogisch Beleidsplan KDV Het Kroontje - 2013
10
15.30 uur Speel- en ontdektijd 16.30-18.30 uur Ophalen Baby’s en zo nodig ook dreumesen, hebben hun eigen ritme wat flesvoeding en slapen betreft. Er wordt gekeken naar de individuele behoeftes van het kind en de mogelijkheden binnen de opvang. Tussen het vaste programma door is er ruimte voor eigen spel en activiteiten of worden er gerichte activiteiten aangeboden, zoals knutselen, voorlezen, zingen en spelletjes, vaak rond het thema dat in die periode aan de beurt is. Bij mooi weer gaan we lekker naar buiten. Op vaste tijden en naar behoefte worden de kinderen verschoond en/of gaan ze op het potje of naar het toilet. De dagindeling is nader uitgewerkt in het pedagogisch werkplan. Er zijn vaste breng- en haaltijden
Brengtijden zijn van:
07.30 - 09.00 uur
Haaltijden zijn van:
16.30 - 18.30 uur
Deze vaste breng- en haaltijden zullen de rust, structuur en continuïteit van de groep zoveel mogelijk waarborgen en garanderen. Pedagogisch medewerkers wijzen ouder(s)/verzorger(s) op deze tijden en op het belang ervan voor het organiseren van activiteiten en de rust en structuur in de groep. Wennen/de wenperiode Een goede start vormt voor het kind en de ouder(s)/verzorger(s) een veilige basis voor het verder verblijf op het kinderdagverblijf. Vandaar dat wij veel waarde hechten aan een zorgvuldige wenperiode. Wij vragen ouder(s)/verzorger(s) daarom in de beginperiode tijd vrij te maken om de eerste keer samen met het kind een uurtje te komen kennismaken in de groep en met de pedagogisch medewerkers. Vanuit de veilige aanwezigheid van de ouder(s)/verzorger(s) kan het kind de nieuwe situatie verkennen. Vervolgens worden er twee wenafspraken gepland, waarbij ouder(s)/verzorger(s) na de overdracht niet meer aanwezig is/zijn en hun kind laten wennen. De eerste wendag duurt een ochtend; de tweede wendag duurt tot + 15.00u. De ervaring leert dat deze gewenningsperiode voor de meeste kinderen goed verloopt, maar afhankelijk van de leeftijd en het karakter van het kind kan de duur van de wenperiode worden aangepast. Thema’s We werken met thema’s. We gebruiken thema’s die aansluiten op de belevingswereld van de kinderen. De ruimte wordt naar het desbetreffende thema ingericht. Thema’s worden tevens gebruikt ter oriëntatie op de buitenwereld. Voorbeelden van thema’s kunnen zijn: de seizoenen, Sinterklaas, Kerst, Pasen en Koningsdag. Thema’s en alles wat hierom heen hangt die angst kunnen veroorzaken bij een kind, worden gemeden. Binnen- en buitenruimten Er zijn ruimten waar vaste activiteiten plaatsvinden. Tussen de verschillende ruimten is een balans tussen rust en actie, stilte en geluid, alleen en samen, spannend en veilig. De eigen groepsruimte is een herkenbare en vertrouwde plek voor het kind. Het materiaal is zodanig opgesteld, dat kinderen zelf de mogelijkheid hebben te kiezen en ook zelfstandig kunnen gebruiken. Pedagogisch medewerkers stimuleren, helpen en adviseren het kind bij het kiezen van nieuw, spannend en/of Pedagogisch Beleidsplan KDV Het Kroontje - 2013
11
uitdagend materiaal. Ze weten waar het kind goed in is, wat het leuk vindt en wat zijn/haar mogelijkheden en uitdagingen zijn. We vinden het belangrijk dat de kinderen iedere dag (naar gelang het weer het toelaat) even naar buiten gaan om hun energie kwijt te kunnen. Het buitenspelmateriaal is onder andere aangepast aan de behoeftes van kinderen op lichamelijk en motorisch gebied.
Pedagogisch Beleidsplan KDV Het Kroontje - 2013
12
Het ontwikkelen van persoonlijke competenties__________________________ IEDER KIND IS UNIEK Kinderen hebben ieder hun eigen karakter en talenten. Het ontwikkelen van persoonlijke competenties is het bevorderen van persoonskenmerken, zoals flexibiliteit, creativiteit, zelfvertrouwen, zelfstandigheid, veerkracht en probleemoplossend vermogen. Kinderen moeten zich deze vaardigheden eigen maken net zoals praten, denken en bewegen. Door na te doen, uit te proberen en uitgedaagd te worden, worden al deze vaardigheden ontwikkeld. Elk kind is uniek en ontwikkelt zich op zijn eigen manier en tempo. Pedagogisch medewerkers proberen deze ontwikkelingen te stimuleren. In de leeftijd van 0 tot 13 jaar maken kinderen belangrijke ontwikkelingen door. Hun leefwereld wordt steeds groter: van afhankelijke zuigeling en peuter wordt het een zelfstandig kind. Kinderen leren dagelijks nieuwe vaardigheden. Dit gebeurt bij kinderen vaak spelenderwijs. Juist in het ontspannen spelen en in de vrije omgang met leeftijdsgenootjes, leren zij voortdurend nieuwe vaardigheden en competenties. Kinderen ontwikkelen zich door verschillende soorten competenties eigen te maken: • • • • • • •
Emotionele competenties Sociale competenties Motorisch – zintuiglijke competenties Cognitieve competenties Taal en communicatieve competenties Morele competenties Expressieve en beeldende competenties
EMOTIONELE COMPETENTIES Kinderen vormen een beeld van zichzelf. Het gevoel er te mogen zijn en vertrouwen hebben in anderen ontstaat vooral in relaties met de personen om hen heen. Voorbeelden van emotionele competenties: - steun zoeken en zich laten troosten door de pedagogisch medewerker - bewustwording van de eigen voorkeuren en smaken - vertrouwen in eigen kunnen - lekker in zijn/haar vel zitten en plezier hebben in de omgang met anderen Pedagogische medewerkers besteden hier aandacht aan door een liefdevolle houding naar de kinderen toe te hebben, zodat zij zich welkom en geaccepteerd voelen. De pedagogisch medewerker kent de kinderen van de groep goed, weet waar ieders talenten liggen en geeft kinderen de ruimte om hun talenten verder te ontplooien. Successen en mijlpalen van de kinderen worden gevierd. SOCIALE COMPETENTIES Ook het vermogen om goed met anderen om te kunnen gaan, ontstaat in relatie met andere personen. Hier wordt nader op ingegaan in het volgende deel: ‘Ontwikkelen van sociale competenties’. Pedagogisch Beleidsplan KDV Het Kroontje - 2013
13
MOTORISCH-ZINTUIGELIJKE COMPETENTIES Kinderen hebben de behoefte om zelf dingen te kunnen ondernemen. Zelfstandigheid vergt oefening en ontwikkeling. Voorbeelden van motorisch – zintuiglijke competenties: - grof motorische vaardigheden, zoals rollen, kruipen, lopen, rennen, springen, glijden schommelen, dansen - evenwicht bewaren - fijn motorische vaardigheden, zoals grijpen en pakken, tekenen, puzzelen, knutselen - plezier in bewegen, gevaar onderkennen - bouwen en uitvinden - plezier in zintuiglijke ervaringen, zoals ruiken, proeven, voelen, horen en zien Het is aan de pedagogisch medewerker om voldoende afwisseling te bieden in het spel- activiteiten aanbod, zodat kinderen deze competenties goed kunnen ontwikkelen. Er wordt een goede balans gezocht tussen ‘rustige’ en ‘drukke’ activiteiten, tussen bewegingsspellen en activiteiten aan tafel. Voorop staat het plezier dat kinderen hebben in de activiteit. COGNITIEVE COMPETENTIES Kinderen verruimen hun wereld door nieuwe ontdekkingen. Zij willen de wereld om hen heen begrijpen: hun sociale wereld, hun gevoelswereld, de natuur en de dingen. Belangrijke competenties hierbij zijn: - ontdekkingsdrang - zoeken naar verbanden tussen gebeurtenissen, oorzaak en gevolg, logisch denken - ordenen, meten, tellen, verzamelen van vertrouwde dingen/materialen - geconcentreerd spelen en vasthouden aan een plan, doorzettingsvermogen - het begrijpen en benoemen van emoties, zowel van zichzelf als van anderen Kinderen leren spelenderwijs. Al spelend krijgen kinderen meer grip op hun omgeving en inzicht in hoe dingen werken. De pedagogisch medewerker speelt hier op in door veel te benoemen voor de kinderen: verwoorden wat er gebeurt en vragen stellen aan de kinderen over hun ervaringen. Zo wordt het dagelijks spelen van kinderen tegelijk ook een leermoment. Naast ‘vrij’ spelen, worden er ook gerichte activiteiten ingepland in het dagprogramma. Activiteiten zoals geheugenspelletjes, samen tellen, voorlezen, richten zich specifiek op de cognitieve ontwikkeling van kinderen. TAAL EN COMMUNICATIEVE COMPETENTIES Taal is het belangrijkste hulpmiddel om uiting te geven aan gedachten en gevoelens. Competenties die kinderen ontwikkelen zijn: - klanken nabootsen - verruimen van de woordenschat - verbanden/vergelijkingen kunnen noemen - abstract taalbegrip, het kunnen redeneren over iets dat niet zichtbaar is - vertellen over de toekomstige- of verleden tijd - (begrijpend) lezen - schrijven - non – verbale communicatie, niet alleen wat je zegt, maar ook hoe je het zegt Pedagogisch Beleidsplan KDV Het Kroontje - 2013
14
De taalontwikkeling bij kinderen begint al vroeg. Pasgeboren baby’s zijn al heel gevoelig voor klanken en intonaties. Pedagogisch medewerkers zijn zich hiervan bewust en benaderen jonge kinderen met een zachte, vriendelijke stem. Er wordt veel met en tegen de kinderen gepraat. Door voorwerpen en handelingen te benoemen, leren kinderen verbanden zien en krijgen ze meer grip op hun omgeving. Peuters en kinderen in de schoolleeftijd kunnen al veel meer gesprekken aangaan. Tijdens het tafelmoment mogen kinderen hun verhaal doen. De pedagogisch medewerker stelt vragen en vraagt door. Kinderen leren ook om naar elkaar te luisteren en interesse te tonen voor het verhaal van een ander. MORELE COMPETENTIES Kinderen willen er graag bij horen en verlangen naar goedkeuring. Ze zijn ontvankelijk voor regels en gezamenlijke rituelen. Ze leren gehoorzamen en leren zich te beheersen. Voorbeelden van morele competenties: - emoties op een acceptabele manier uiten - het besef dat het eigen handelen iets teweeg kan brengen in de omgeving - verantwoordelijkheid en schuldbesef tonen - gehoorzaamheid - respect voor diversiteit De pedagogisch medewerker houdt de kinderen de christelijke waarden en normen voor, en is een voorbeeld voor de kinderen. Dit onderwerp wordt nader uitgediept in het deel ‘normen en waarden – ieder kind draagt bij’. EXPRESSIEVE EN BEELDENDE COMPETENTIES De behoefte om zich uit te drukken in woorden en beelden hoort bij onze, door God gegeven, natuur/aanleg. Competenties die kinderen hierbij ontwikkelen zijn: - dans en beweging - zingen en muziek maken - tekenen, verven en beeldende uitingen - gevoel voor schoonheid Er is ruimte voor kinderen om zich op allerlei manieren te uiten, bijvoorbeeld door muziek te maken, samen te zingen en d.m.v. knutselactiviteiten. VOORSCHOOLSE EDUCATIE (VVE) Uit onderzoek blijkt dat het bezoeken van een goed kinderdagverblijf, langdurige positieve effecten kan hebben op de sociale en persoonlijkheidsontwikkeling van kinderen, en op hun taalontwikkeling en schoolprestaties (Riksen-Walraven, 2000). Wij willen daarom situaties creëren, waarin kinderen de ruimte krijgen zich op ieder ontwikkelingsgebied te ontplooien. De pedagogisch medewerkers spelen hierin een belangrijke rol. Zij kunnen de condities scheppen voor spel, bijvoorbeeld door materialen en activiteiten aan te bieden die aansluiten bij het ontwikkelingsniveau en de interesses van het kind. De verbale ondersteuning hierbij is van essentieel belang voor o.a. het vergroten van de woordenschat van het kind. In de toekomst willen we de mogelijkheden onderzoeken van een passend VVE-programma (Voorschoolse en Vroegschoolse Educatie), zodat de pedagogisch medewerkers geschoold worden Pedagogisch Beleidsplan KDV Het Kroontje - 2013
15
om alle kinderen, en dus ook kinderen met kans op een taal- en/of ontwikkelingsachterstand optimaal en gericht te begeleiden. Hierbij hopen we bij te dragen aan een goede start op de basisschool voor elk kind.
Pedagogisch Beleidsplan KDV Het Kroontje - 2013
16
Het ontwikkelen van sociale competenties______________________________ IEDER KIND HOORT ERBIJ Bij de sociale ontwikkeling gaat het erom hoe het kind met anderen omgaat en hoe het kind zichzelf ziet in relatie tot anderen. Kinderen krijgen steeds meer inzicht in zichzelf en in hun relaties met anderen. Jonge kinderen zijn nog voornamelijk op hun ouders of verzorgers gericht. Pas in de peuter- en kleutertijd ontstaat er meer aandacht voor leeftijdsgenootjes. Hun wereld wordt groter en dat leidt er toe dat zij zich sociaal steeds verder kunnen ontwikkelen. Zij leren zichzelf beter kennen, ook als persoon, los van het gezin waar zij uit komen. Tijdens het spelen met leeftijdsgenoten leren zij zich verplaatsen in anderen, ruzies op te lossen en verschillen te overbruggen. Voorbeelden van sociale competenties: - hulp vragen en ontvangen - gevoel van erbij horen, verbondenheid met anderen - anderen aanvoelen en rekening houden met elkaars gevoelens - samen spelen - bijdragen aan het geheel en helpen SOCIALE ONTWIKKELING 0 tot 4 jaar: Baby’s en peuters zijn veelal op zichzelf gericht. Zij kunnen nog niet goed met anderen spelen. Dit komt omdat hun inlevingsvermogen nog niet ontwikkeld is. Zij begrijpen (nog) niet dat een ander kind pijn heeft als je hem duwt, of verdriet heeft als er speelgoed wordt afgepakt. Vanaf zo’n drie jaar richten zij hun blik steeds meer op leeftijdgenoten. Zij ontdekken dat het leuk is om met elkaar op te trekken en ontlenen plezier in het samen spelen. Wel zoeken zij nog veel steun en troost bij vertrouwde volwassenen. GEMEENSCHAPSZIN Kinderen maken in de eerste plaats deel uit van en gezin. Hier leren zij verbondenheid met elkaar te voelen, voor elkaar te zorgen en worden samen waarden en normen gedeeld. Buiten het gezin maken kinderen deel uit van grotere gemeenschappen, denk aan: familie, een kinderdagverblijf, peuterspeelzaal, de kerkgemeenschap, en later ook een school, een sport- of hobbyvereniging. Tenslotte maken kinderen deel uit van de maatschappij. Ook de opvang vormt een plek waar kinderen deel uitmaken van een groep. KDV Het Kroontje vindt de gemeenschapszin erg belangrijk in de opvang. Daarom worden kinderen geplaatst in eigen stamgroepen met een vaste pedagogisch medewerker. Hierdoor krijgen kinderen de kans om vriendschappen met elkaar aan te gaan. Het gezamenlijk tafelmoment en het eten aan tafel zijn belangrijke momenten van samenzijn. Kinderen kunnen hun verhaal kwijt en er wordt samen gebeden en gedankt. Mijlpalen en feestdagen, zoals verjaardagen, worden uitgebreid gevierd met elkaar. Behulpzaamheid is ook een manier waarop de saamhorigheid wordt bevorderd. Kinderen van verschillende leeftijden zitten bij elkaar in de groep, dus er is voldoende gelegenheid voor de oudere kinderen om de jongste kinderen te helpen. Kinderen worden ook gevraagd om te helpen bij kleine taken, zoals het dekken en afruimen van de tafel of het opruimen van materiaal. Dit gebeurt op een ontspannen, niet-dwingende manier: behulpzaamheid wordt gewaardeerd, maar niet opgedrongen.
Pedagogisch Beleidsplan KDV Het Kroontje - 2013
17
ROL VAN DE PEDAGOGISCH MEDEWERKERS Een goede kind- pedagogisch medewerker relatie ligt aan de basis van kwalitatief goede opvang. Elk kind heeft hechtingsfiguren in zijn/haar leven nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen. Pedagogisch medewerkers zijn zich bewust van hechting bij kinderen en gaan hier zorgvuldig mee om. Kinderen gebruiken hun lichaam bij het uiten en verwerken van hun gevoelens, dit noemen we ‘non-verbale communicatie’ of ‘lichaamstaal’. Pedagogisch medewerkers zijn hier alert op. Zij kennen de kinderen goed en kunnen aan een kind aflezen of er iets aan de hand is. Niet alle kinderen kunnen hun gevoelens goed onder woorden brengen. De pedagogisch medewerker helpt hen daarbij door te benoemen wat hij/zij bij het kind ziet, bijvoorbeeld: “ik zie dat je een beetje stil bent, ben je misschien verdrietig?” De pedagogisch medewerker heeft de taak om het samenzijn aan te sturen. Pedagogisch medewerkers begeleiden de groep zodanig dat ieder kind tot zijn recht komt en bewaken de groepssfeer. Tijdens de gezamenlijke momenten, zoals aan tafel, kunnen de kinderen vertellen wat ze hebben meegemaakt. Van de andere kinderen wordt verwacht dat ze luisteren en elkaar uit laten praten. Hierbij wordt rekening gehouden met de leeftijd van de kinderen. Van een kind van twee verwachten we niet dezelfde sociale vaardigheden als een kind van vier. Ook wordt rekening gehouden met de verschillende karakters en persoonlijkheden. Het ene kind heeft wat meer stimulans en tijd nodig om voor zichzelf op te komen en te delen dan een ander kind.
Pedagogisch Beleidsplan KDV Het Kroontje - 2013
18
Waarden en normen________________________________________________ IEDER KIND DRAAGT BIJ Waarden zijn de grondbeginselen die ons vertellen wat wel of niet belangrijk is in het leven, wat wel of niet wenselijk is, wat wel of niet goed is. Voorbeeld van waarden: eerlijkheid, trouw, respect. Normen zijn de geschreven en ongeschreven regels en afspraken die gebaseerd zijn op de waarden. Bijvoorbeeld: ‘ik mag een kindje niet slaan, want daar doe ik het verdriet mee’, ‘ik ruim de spullen op waarmee ik heb gespeeld’. MORELE ONTWIKKELING De leeftijd van drie/vier jaar is een belangrijke periode voor het ontwikkelen van het ‘moreel besef’, weten wat goed is en wat niet goed is volgens de normen van de omgeving. Er zijn verschillende fasen in de morele ontwikkeling: 0 tot 3 jaar: Baby’s en dreumesen hebben nog geen begrip van goed en slecht. Zij zullen dus ook niet begrijpen waarom iets niet mag. Dat is lastig omdat vooral dreumesen erg impulsief zijn en van alles willen uitproberen. Om te voorkomen dat zij zichzelf of anderen pijn doen, zal de verantwoordelijke volwassene steeds alert moeten zijn en ingrijpen. Een kind op deze leeftijd straffen heeft geen zin, omdat zij niet begrijpen dat zij iets ‘verkeerds’ doen. Wel kan er geoefend worden met het aangeven van regels en het gebruik van een duidelijke stemintonatie om aan te geven wat er van het kind wordt verwacht. 3 tot 4 jaar: Op deze leeftijd kunnen kinderen nog niet goed redeneren waarom de regels zijn zoals ze zijn. Zij richten zich meer op de regel zelf en op de persoon die de regels stelt. Om zich aan de regels te kunnen houden, zijn ze gevoelig voor corrigeren en beloning. Als ze gecorrigeerd worden, weten ze dat iets niet goed is en mag het dus niet. Krijgen ze een beloning, dan is het goed en mag het dus wel. Op deze leeftijd is het dus belangrijk om duidelijkheid te bieden: niet te veel regels, duidelijke regels en consequent aanspreken als een regel wordt overtreden. Daarnaast prijzen en belonen als ze het goed doen. WAARDEN EN NORMEN OP DE OPVANG KDV Het Kroontje ziet het als de taak van de ouders om hun kind op te voeden volgens de eigen waarden en normen. Maar omdat kinderen op de opvang deel uitmaken van een groep en relaties aangaan met leeftijdsgenoten en met de pedagogisch medewerkers, is het nodig om omgangsregels te hanteren. Wanneer kinderen op de opvang zijn, vinden we het belangrijk dat kinderen elkaar respecteren en accepteren. Elk kind mag er zijn met zijn eigen gevoelens, gedragingen en behoeften. We helpen kinderen de onderlinge verschillen te zien en te waarderen, ook als die anders zijn dan zij gewend zijn. Er zijn ook regels vastgelegd over hoe kinderen om dienen te gaan met de ruimte en het spelmateriaal (zie pedagogisch werkplan). Deze zijn er niet om kinderen in een keurslijf te dwingen, maar om ervoor te zorgen dat kinderen veilig met elkaar kunnen spelen en ieder kind de ruimte krijgt om zich te ontplooien. Ieder kind draagt bij aan de sfeer en het plezier op de groep. Bij de uitleg van de regels wordt rekening gehouden met de leeftijd van het kind. Zoals hiervoor werd beschreven, maken kinderen een morele ontwikkeling door. Jonge kinderen hebben een andere uitleg van regels nodig dan oudere kinderen. Wanneer de waarden/normen van ouder(s)/verzorger(s) afwijken van die van onze organisatie zullen we proberen daar rekening mee te houden en in te passen in de regels. Pedagogisch Beleidsplan KDV Het Kroontje - 2013
19
BELONEN EN CORRIGEREN Juist omdat het moreel besef nog erg in ontwikkeling is, hebben kinderen veel behoefte aan duidelijkheid over wat wel en niet mag. Deze duidelijkheid wordt geboden door belonen en corrigeren. Kinderen worden geprezen als zij het goed doen, goed mee doen en rekening houden met elkaar. Complimenten en aanmoedigingen vergroten het zelfvertrouwen van het kind. Duidelijkheid bieden houdt ook in het corrigeren van negatief gedrag. Soms willen kinderen even dwars zijn, hun ongenoegen uiten of weten ze eenvoudig geen andere manier om iets op te lossen. In dat geval zal de pedagogisch medewerker eerst achterhalen wat de oorzaak is van het gedrag. Verveelt een kind zich, lukt iets niet en raakt het kind daardoor gefrustreerd, of heeft het even zijn dag niet? Vaak kan probleemgedrag eenvoudig opgelost worden door te praten met het kind en wat extra aandacht te geven. Er zijn echter situaties die vragen om een strengere aanpak bijvoorbeeld een kind met zijn gedrag een gevaar vormt voor zichzelf of anderen. De pedagogisch medewerker grijpt dan als volgt in: -
Het kind wordt uit de situatie gehaald en apart genomen. Het kind mag vertellen wat er is gebeurd. De pedagogisch medewerker maakt dat niet het kind zelf wordt afgewezen, maar dat het gedrag niet wordt geaccepteerd en waarom. Het kind wordt gevraagd zijn excuses te maken. De pedagogisch medewerker laat weten dat hij/zij niet ‘boos’ is en het kind mag weer gaan spelen. Bij de overdracht laat de pedagogisch medewerker aan de ouders weten wat er is gebeurd en hoe de situatie is aangepakt.
Bij langdurige gedragsproblemen zal de pedagogisch medewerker een gesprek aangaan met de ouders om het probleem te bespreken en naar een goede oplossing te zoeken. Eén van de mogelijkheden is om het kind te laten observeren door een pedagoog of andere deskundige. Deze kan het gedrag in kaart brengen en aanwijzingen geven over hoe met het kind om te gaan. Soms kan het nodig zijn ouders te adviseren andere meer gespecificeerde hulp te zoeken.
Pedagogisch Beleidsplan KDV Het Kroontje - 2013
20
Observeren en signaleren____________________________________________ Geen enkel kind ontwikkelt zich op dezelfde manier. Ieder kind volgt zijn of haar eigen tempo en kan daarom niet zomaar naast een meetlat worden gelegd. KDV Het Kroontje vindt het echter belangrijk om goed naar kinderen te kijken: zitten kinderen lekker in hun vel, hebben ze plezier in het spel, komen ze voldoende toe aan het leren van nieuwe competenties. Door hier gericht naar te kijken, krijgt de pedagogisch medewerker een duidelijk beeld van het kind en kan worden vastgesteld of er punten van zorg zijn in de ontwikkeling van het kind. De pedagogisch medewerker kan dan extra aandacht besteden aan deze punten tijdens de opvang. Voor het observeren van de kinderen zullen wij de volgende methode hanteren: het Ontluikings Volgsysteem voor Baby’s, het Ontluikings Volgsysteem voor Peuters en de Peuterestafette. Als bijvoorbeeld duidelijk wordt dat het kind verlegen is en daardoor geen aansluiting vindt bij de andere kinderen, kan de pedagogisch medewerker het kind meer betrekken bij de groep en het samenspelen stimuleren. Wanneer een kind een taalachterstand heeft zijn wij gekwalificeerd om het kind activiteiten aan te bieden om de taal te stimuleren, de ene keer zullen dit activiteiten binnen de groep zijn de andere keer wordt het kind apart genomen. Dit zal uiteraard eerst met ouders besproken worden. Wanneer de pedagogisch medewerker vermoedt dat er ernstigere problemen zijn in de ontwikkeling van het kind, wordt dit met de leidinggevende besproken. Er kan worden gekozen om een gerichte observatie uit te laten voeren door een pedagoog of andere deskundige. Deze kan het probleem in kaart brengen en een handelingsplan opzetten. Dit vindt altijd in goed overleg met de ouders plaats. Indien er noodzaak bestaat tot extra/speciale begeleiding van een individueel kind, zal overlegd worden met de ouder(s)/verzorger (s) of dit haalbaar is. De expertise hiervoor hebben we in het contact met het MOC ‘t Kabouterhuis in Hoofddorp. De gehele werkwijze rond observeren en signaleren wordt beschreven in het pedagogisch werkplan.
Pedagogisch Beleidsplan KDV Het Kroontje - 2013
21
Huisreglement en andere zaken_______________________________________ - Wanneer een kind door een ander dan een van de ouder(s)/verzorger(s) of op een ander tijdstip wordt gehaald of gebracht, moet dit aan de pedagogisch medewerkers gemeld worden. Pedagogisch medewerkers mogen een kind namelijk niet aan een ''onbekende'' meegeven en zullen dat dan ook niet doen. - Voor 09.00 uur dient doorgeven te worden dat het kind door ziekte of andere bijzonderheden niet komt. - Als het kind ziek is, kan het niet naar het kinderdagverblijf. Mocht de ziekte zich op het kinderdagverblijf openbaren, dan bellen wij de ouder(s)/verzorger(s) met het verzoek het kind zo snel mogelijk op te halen. - Als er in het gezin van een van de kinderen een besmettelijke ziekte heerst, dient dit door gegeven te worden aan de pedagogisch medewerkers van KDV Het Kroontje. - Alle kinderen dienen ingeënt te zijn of te worden volgens het daarvoor gebruikelijke schema. - In verband met eventuele allergische reacties van kinderen worden huisdieren niet toegelaten in het kinderdagverblijf. - KDV Het Kroontje verzorgt geen speciale voeding voor kinderen met een dieet. Ouder(s)/verzorger(s) dienen die speciale voeding zelf te verzorgen. - Ouder(s)/verzorger(s) dienen voor extra kleding te zorgen om te verschonen. De kinderen hebben hun eigen knapzak voor deze spulletjes. De kleding wordt gewassen door de ouder(s)/verzorger(s). - Het kinderdagverblijf is niet aansprakelijk voor het zoek raken van kleding of meegebrachte spullen. - Voor de kinderen zijn slofjes aan te raden, want de schoenen gaan in de hal/garderobe uit in verband met hygiëne. Ook van de ouder(s)/verzorger(s) wordt verwacht dat bij het brengen en halen van de kinderen, de schoenen in de hal worden uitgedaan of dat er gebruik wordt gemaakt van de ‘overschoentjes’. - Op het kinderdagverblijf en omliggend terrein mag niet gerookt worden. - Veranderingen in de gegevens van ouder(s)/verzorger(s), zoals adres, telefoon e.d. dienen zo snel mogelijk op kantoor te worden doorgegeven. - Er geldt een opzegtermijn van 2 maanden. - Voor alle kinderen en personeelsleden is een W.A.-verzekering afgesloten. ZINDELIJKHEIDSTRAINING Op KDV Het Kroontje besteden we aandacht aan zindelijkheidstraining. Zindelijkheidstraining is pas zinvol als het kind kan begrijpen wat er zich allemaal in zijn lichaam afspeelt. We beginnen hier dan ook mee als het kind zo'n ongeveer 18-24 maanden oud is. Op deze leeftijd merkt de peuter dat hij plast en poept. Vanaf dat moment wordt 'drukken' een activiteit die hem inspanning gaat kosten. We vragen op die leeftijd nog niet te veel van de peuter. Pedagogisch Beleidsplan KDV Het Kroontje - 2013
22
We zijn van mening dat zindelijkheidstraining heel ontspannen en speels hoort te gaan. We dwingen kinderen dan ook niet op het potje te gaan zitten. We houden tevens oog voor het tempo van ontwikkelen van het kind. Geen enkel kind leert op hetzelfde moment zijn blaas te beheersen. Wij kunnen het proces dan ook op geen enkele wijze bespoedigen. We kunnen het kind er wel bij helpen, door snel te reageren als het kind laat merken dat de nood hoog is of er op te letten dat er een potje in de buurt is. Daarnaast vinden wij het belangrijk het kind te prijzen als het is gelukt. Naast dat wij ons bezig houden met zindelijkheidstraining op het kinderdagverblijf, zijn wij van mening dat er goede afstemming moet zijn met thuis. We wisselen hier dan ook gegevens over uit met ouder(s)/verzorger(s), zodat pedagogisch medewerkers en ouder(s)/verzorger(s) er op een soort gelijke manier mee omgaan. Dat geeft de peuter houvast en zekerheid. We gaan door met zindelijkheidstraining totdat het kind zijn darm- en blaasspier kan beheersen en dus zindelijk is. ZIEKE KINDEREN Als het kind thuis ziek is geworden en dus niet naar het kinderdagverblijf komt, dient dit voor 09.00 telefonisch doorgegeven te worden door de ouder(s)/verzorger(s) Wij beschouwen een kind als ziek als het hangerig of lusteloos is, over pijn klaagt, een herkenbare kinderziekte heeft en/of een temperatuur heeft van boven de 38 graden. Wij zijn niet berekend op het verzorgen van zieke kinderen, dus als wij een van de genoemde signalen opvangen, nemen wij telefonisch contact op met de ouder(s)/verzorger(s). In overleg wordt besloten of en zo ja wanneer het kind moet worden opgehaald. Als we bang zijn voor besmettingsgevaar vragen we de ouder(s)/verzorger(s) altijd om het kind zo spoedig mogelijk te halen. Te denken valt bijvoorbeeld aan diarree in combinatie met braken, krentenbaard, waterpokken en dergelijke. Bij waterpokken gaan we ervan uit dat het kind pas weer naar het kinderdagverblijf komt als de pokken zijn ingedroogd (korstjes erop). Bij ongelukken die dringend eerste hulp behoeven en/of advies met betrekking tot gezondheidszaken kunnen wij terecht bij de GGD of bij een arts. Voor kinderen uit de omgeving is dat normaliter hun eigen huisarts. Voor kinderen die niet uit de omgeving komen, kunnen wij een arts in de buurt raadplegen. Als het gaat om een ongeval proberen we contact op te nemen met de ouder(s)/verzorger(s) voordat we naar de dokter gaan, zodat zij hun kind kunnen bijstaan. Alleen in urgente gevallen zal de pedagogisch medewerker alvast met het kind naar de desbetreffende (huis)arts gaan. Een collega stelt de ouder(s)/verzorger(s) dan zo snel mogelijk op de hoogte. In het kinderdagverblijf is een map aanwezig over infectieziekten en de behandeling daarvan, ontwikkeld door de GGD. Wat in deze map beschreven staat zal de pedagogisch medewerker als richtlijn gebruiken bij het bepalen of een kind wel of niet op het kinderdagverblijf aanwezig mag zijn. Deze map ligt tevens ter inzage voor ouder(s)/verzorger(s). SCHOOLFOTOGRAAF We streven er naar jaarlijks een schoolfotograaf uit te nodigen op het kinderdagverblijf om foto's te maken van de kinderen als service aan de ouders.
Pedagogisch Beleidsplan KDV Het Kroontje - 2013
23
AANWEZIGHEID ANDERE VOLWASSENEN Mensen in opleiding worden een kans geboden werkervaring op te doen bij KDV Het Kroontje. Deze stagiaires kunnen afkomstig zijn van diverse middelbare beroepsopleidingen. Elke stagiair(e) heeft een vaste praktijkbegeleider. In de regel is dat één van de vaste pedagogisch medewerkers. Stagiaires voeren allerlei opdrachten uit met de kinderen, zowel individueel als in groepsverband. In eerste instantie gaat dit onder begeleiding en supervisie van de praktijkbegeleider, later ook zelfstandig. Deze opdrachten kunnen variëren van het doen van een activiteit, rapporteren in de schriftjes of een observatie etc. Per stamgroep is er plaats voor één stagiair(e) en zij zijn boventallig op de groep aanwezig. Wanneer er reparaties en verbeteringen verricht dienen te worden aan speelgoed, meubilair of het gebouw, wordt dit zo veel mogelijk buiten de openingstijden en buiten de groep gerealiseerd. Wanneer dit echter nodig is, bijvoorbeeld omdat de klus spoed behoeft vanwege de veiligheid of gezondheid van de kinderen, is de klusjesman (tevens beheerder van het gebouw) soms ook tijdens openingstijden aanwezig. Buiten de evt. aanwezige stagiaire(s), fotograaf en/of klusjesman, zijn er geen andere volwassenen die de beroepskrachten bij hun werkzaamheden ondersteunen. Wel kan in bepaalde gevallen een deskundige aanwezig zijn i.v.m. een observatie en/of de begeleiding van een kind met een extra zorgvraag. VORMEN VAN MEDEWERKERSOVERLEG Teamvergaderingen worden naar behoefte gehouden, meestal eens in de 6 tot 8 weken. Bij de teamvergaderingen zijn alle pedagogisch medewerkers aanwezig, alsmede de invalkrachten en de stagiaires. In een teamvergadering komen inhoudelijke en organisatorische zaken aan de orde die het gehele kinderdagverblijf aangaan. Eens in de 6 weken zullen er kindbesprekingen plaatsvinden tussen pedagogisch medewerker, samenwerkende collega's en leidinggevende naar aanleiding van observaties t.a.v. de ontwikkeling van de kinderen. Naar behoefte kunnen de pedagogisch medewerkers onderling een groepsbespreking organiseren voor zaken die betrekking hebben op de eigen groep.
Pedagogisch Beleidsplan KDV Het Kroontje - 2013
24
Contacten met ouders ______________________________________________ Een goed contact tussen de ouder(s)/verzorger(s) en de pedagogisch medewerkers is van essentieel belang. Een gedeelde zorg vraagt om goede afspraken. Het uitwisselen van informatie is een belangrijk onderdeel van dit contact. We doen dit bij KDV Het Kroontje op de volgende manieren: DE RONDLEIDING/KENNISMAKING Wanneer (aanstaande) ouders voor inschrijving bij een kinderdagverblijf meer willen weten over KDV Het Kroontje, wordt er een (vrijblijvende) rondleiding gepland. Tijdens de rondleiding worden alle groepen en ruimtes getoond en worden de visie, de dagstructuur en alle bijbehorende zaken verteld. HET INTAKEGESPREK Het intakegesprek vindt plaats voordat een kind voor het eerst naar het dagverblijf wordt gebracht. De pedagogisch medewerker neemt samen met de ouder(s)/verzorger(s) alle praktische zaken door die komen kijken bij de opvang van hun kind. Het gaat om een wederzijdse kennismaking waarbij ouders hun wensen en verwachtingen kenbaar kunnen maken en de pedagogisch medewerkers vertellen over het dagelijks reilen en zeilen op de groep. DE HAAL- EN BRENG CONTACTEN Op de dagopvang zijn de breng- en haalmomenten de aangewezen momenten om even met de ouder(s)/verzorger(s) overleg te plegen, maar ook via het schriftje ( tot 1jaar) kan informatie worden uitgewisseld. Het wordt zeer gewaardeerd als ouder(s)/verzorger(s) zelf ook regelmatig iets in het schriftje schrijven. Zo kan de opvang goed aansluiten bij het ritme van thuis en andersom. HET MEDEDELINGENBORD Hierop wordt belangrijke informatie vermeld voor de ouders, zoals belangrijke data en sluitingsdagen, mededelingen van de oudercommissie, de nieuwsbrief en activiteiten waar de kinderen mee bezig zijn. Het is de verantwoordelijkheid van de ouders om hier iedere dag even naar te kijken. DE NIEUWSBRIEF EN NIEUWSFLITSEN Regelmatig zal er een nieuwsbrief uitgaan voor ouder(s)/verzorger(s). In deze nieuwsbrief staan feiten, gebeurtenissen van de afgelopen tijd, dingen die gaan komen, vakanties etc. Via e-mail zullen de zogenaamde nieuwsflitsen en andere (algemene) mededelingen worden gecommuniceerd. DE WEBSITE KDV Het Kroontje heeft een website om ouder(s)/verzorger(s) en geïnteresseerden te informeren over nieuwe ontwikkelingen, veranderingen en andere praktische zaken.
Pedagogisch Beleidsplan KDV Het Kroontje - 2013
25
HET OUDERGESPREK EN DE OUDER(AVONDEN) Ouder(s)/verzorger(s) kunnen te allen tijde een individueel gesprek aanvragen om geïnformeerd te worden en wederzijdse informatie uit te wisselen over de ontwikkeling van hun kind. Minimaal één keer per jaar wordt er voor de ouder(s)/verzorger(s) een avond georganiseerd rond een bepaald thema. DE PEDAGOGISCHE PLANNEN In het intakegesprek verwijzen de pedagogisch medewerkers de ouder(s)/verzorger(s) naar het pedagogisch beleidsplan. In het pedagogisch werkplan is concrete informatie vermeld over het handelen van pedagogisch medewerkers. Dit plan is in te lezen op de locatie. Verder hebben alle pedagogisch medewerkers een exemplaar van beide plannen. Zij werken aan de hand van de richtlijnen uit de plannen. DE OUDERCOMMISSIE Om het uitbrengen van adviezen door ouder(s)/verzorger(s) te regelen heeft KDV Het Kroontje een oudercommissie. Met deze commissie beschikt KDV Het Kroontje over een goede gesprekspartner die namens de ouder(s)/verzorger(s)s spreekt. De bevoegdheden van de commissie en de procedures waaraan de organisatie en commissie zich moeten houden, zijn vastgelegd in het Huishoudelijk Reglement Oudercommissie. Hierin staan o.a. regels met betrekking tot advisering door de commissie. DE PROCEDURE KLACHTENAFHANDELING Regels, afspraken en procedures kunnen helaas niet voorkomen dat ouder(s)/verzorger(s) soms een klacht hebben. Klachten zijn altijd bespreekbaar, zullen professioneel behandeld worden en indien mogelijk verholpen. KDV Het Kroontje heeft een procedure klachtafhandeling, waarin de verdere afhandeling uitgelegd wordt.
Pedagogisch Beleidsplan KDV Het Kroontje - 2013
26
Slotwoord__ _____________________________________________________ Dit plan beschrijft het pedagogisch beleid van KDV Het Kroontje. Op de vestiging is het pedagogisch werkplan aanwezig waarin het pedagogisch beleid concreet is uitgewerkt in werkinstructies en protocollen. Deze liggen ter inzage op de locatie. Op de locatie zijn alle protocollen e.d. aanwezig. U kunt hierbij denken aan: - De hygiënecode voor kleine instellingen. - Veiligheidsmanagement – methode voor KDV. - Gezondheidsmanagement – methode voor KDV. - Protocol ‘Vermoeden Kindermishandeling. - De risico-inventarisatie van onze vestiging. - Convenant Kwaliteit Kinderopvang. - Wet op de Kinderopvang. - Procedure Klachtenafhandeling. - Enz. Indien er nog vragen of onduidelijkheden zijn na het lezen van dit pedagogisch beleidsplan, kunt u contact opnemen met Kathelijne Spaargaren, leidinggevende van KDV Het Kroontje. Contactadres: Kinderdagverblijf Het Kroontje Kruisweg 55 1436 CA Aalsmeerderbrug Tel.: 020-6537018 (tijdens kantooruren) E-mailadres:
[email protected] Website: www.kdvhetkroontje.nl
Pedagogisch Beleidsplan KDV Het Kroontje - 2013
27
Bijlage
_______________________________________________________
BIJLAGE 1 Schema voor de berekening van de pedagogisch medewerker/kindratio (PKR) en maximale groepsgroottes bij groepen dagopvang van samengestelde leeftijd (uit: Convenant Kwaliteit Kinderopvang, april 2012). Leeftijd PM-ers Maximale Aantal 0 tot 1 1 4 1 tot 2 1 5 2 tot 3 1 6 3 tot 4 1 8 0 tot 2 1 5 0 tot 3 1 5 0 tot 4 1 6 1 tot 3 1 6 1 tot 4 1 7 2 tot 4 1 7
PM-er Maximale Aantal 2 8 2 10 2 12 2 16 2 9* 2 10* 2 12* 2 11 2 13 2 14
PM-er Maximale Aantal 3 12 3 15 3 16 ----3 14* 3 15* 3 16* 3 16 3 16 3 16
PM-er Maximale aantal ----4 16 --------4 16 4* 16 -----------------
Bij de uitwerking van de PKR in bovenstaande groepen zijn onderstaande uitgangspunten gehanteerd: • bij kinderen van verschillende leeftijden in een groep moeten gemiddelden berekend worden voor de vaststelling van het aantal kinderen per pedagogisch medewerker; • Het aantal kinderen in relatie tot één pedagogisch medewerker is de basis van de berekening; • In deze berekening heeft alléén aan het eind van de berekening afronding naar boven plaatsgevonden; het ‘doortrekken’ gaat uit van onafgeronde getallen. * Waarvan maximaal acht kinderen van 0 jaar
Pedagogisch Beleidsplan KDV Het Kroontje - 2013
28