Pedagogisch Beleidsplan van BSO4FUN
1 Pedagogisch beleidsplan BSO4FUN 2013
Inhoudsopgave
Blz.:
1. Voorwoord en verantwoording 2. Onze pedagogische visie & pedagogisch medewerkers 2.1 Onze visie op de ontwikkeling van de kinderen 2.2 Onze visie op opvoeden 2.3 Onze visie op buitenschoolse opvang 2.4 Ons pedagogisch doel 3. Basisvoorwaarden 3.1 De ruimte 3.2 De groepsindeling en groepsgrootte 3.3 Opleiding pedagogisch medewerkers 3.4 Leidster- kind ratio 3.5 Vervoer van school naar de BSO 3.6 Hygiëne en veiligheid 3.7 Het wenbeleid 3.8 Regelmaat 4. Vrije tijd, spelen en activiteiten 4.1 Vrije tijd 4.2 Spelen 4.3 Activiteiten 4.4 Feestdagen 4.5 Kinderinspraak 5. De ontwikkeling van kinderen van 4 tot 13 jaar 5.1 Lichamelijke ontwikkeling 5.2 Emotionele ontwikkeling 5.3 Sociale ontwikkeling 5.4 Cognitieve ontwikkeling 5.5 Taalontwikkeling 5.6 Overige aspecten m.b.t. de ontwikkeling 5.7 Het volgen van de ontwikkeling 6. Normen en waarden, belonen en corrigeren 6.1 Normen en waarden 6.2 Belonen en corrigeren 7. Hygiëne 8. Privacy reglement 9. Informatiemap 10. Slotwoord
3 4 4 5 5-6 6 7 7 7-8 8 9 9 9 9 9 10 10 10 10 10 10 11 11 11 11 11 11 12 12 12 12 13 13 13 14 14
2 Pedagogisch beleidsplan BSO4FUN 2013
1. Voorwoord en verantwoording
Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van BSO4FUN. Dit plan is gericht op de leeftijd 4 tot en met 12 jaar. Genaamd Buiten Schoolse Opvang ( oftewel BSO ).
Waarom een pedagogisch beleidsplan?:
Ouders hebben het recht van te voren te weten hoe er met hun kinderen om zal worden gegaan op de BSO. Middels dit beleidsplan kunnen zij hier inzicht in krijgen. Toekomstige medewerkers van de BSO kunnen tijdens de sollicitatieprocedure bekijken of ze achter het beleid en de werkwijze van BSO4FUN staan.
BSO4FUN biedt met de BSO een zinvolle en prettige vrijetijdsbesteding aan kinderen. Buitenschoolse opvang is een voorziening tussen school en thuis voor kinderen van 4 tot 13 jaar (basisschoolleeftijd). BSO4FUN biedt opvang voor en na schooltijd en in de schoolvakanties. Door gebruik te maken van de BSO kunnen ouders werk of studie combineren met hun schoolgaande kinderen.
Met het op papier zetten van onze visie, de uitgangspunten en de doelen wordt kwaliteit nagestreefd. Het maakt het pedagogisch handelen voor alle betrokkenen inzichtelijk en versterkt de professionaliteit. Het pedagogisch beleidsplan biedt de kaders die richting geven aan het concrete handelen in de dagelijkse praktijk. Het pedagogisch beleidsplan is echter geen starre methode, maar is altijd in beweging. Opvoedkundige inzichten veranderen, maar ook de samenstelling van het team of de wensen van ouders kunnen aanpassingen van het pedagogisch beleid tot gevolg hebben.
Binnen het hele team van BSO4FUN staat 2 keer per jaar het pedagogisch beleidsplan op de agenda van de teamvergadering. In deze vergaderingen bespreken we verschillende punten uit ons pedagogisch beleidsplan. Aan de hand van de beelden uit de praktijk wordt stilgestaan bij de 4 pedagogische competenties “persoonlijke competentie” , “sociale competentie” , “emotionele veiligheid” en “normen, waarden en cultuur”. Al deze competenties worden ook beschreven in dit pedagogisch beleidsplan.
Voor alle beleidsplannen en protocollen geldt dat deze voor ouders desgewenst ter inzage liggen op kantoor. 3 Pedagogisch beleidsplan BSO4FUN 2013
2. Pedagogische visie en de rol van de pedagogisch medewerkers
2.1 Onze visie op de ontwikkeling van de kinderen:
Ontwikkeling betekent letterlijk vooruitgang/groei. Wij gaan ervan uit dat ieder kind de drang in zich heeft om zich te ontwikkelen en dat doet op zijn eigen manier, in zijn eigen tempo en op basis van aanleg en temperament.
Een kind ontwikkelt zich op verschillende gebieden: Lichamelijke/motorische ontwikkeling Geestelijke/verstandelijke ontwikkeling Sociale ontwikkeling Emotionele ontwikkeling Taalontwikkeling
De ontwikkeling van het kind wordt door vele factoren beïnvloed: door aanleg, persoonlijke geschiedenis, directe omgeving, maatschappelijke verbanden en de grote maatschappij. BSO4FUN is een van de maatschappelijke verbanden en wij zijn dan ook van mening dat wij een bijdrage kunnen leveren aan de algehele ontwikkeling (dus op alle verschillende ontwikkelingsgebieden) van het kind, daar wij ook medeopvoeders zijn.
Het belangrijkste dat kinderen nodig hebben om zich te kunnen ontwikkelen is vertrouwen, in zichzelf en in anderen. Voorop staat dat een kind mag zijn zoals het is; dat er respect is voor de eigenheid van ieder kind.
4 Pedagogisch beleidsplan BSO4FUN 2013
2.2 Onze visie op opvoeden: Opvoeden is een doelbewuste activiteit van de opvoeder om een onvolwassen te helpen volwassen te worden. De rol van de volwassenen is er op gericht om het kind te ondersteunen, een duwtje in de rug te geven en zijn (zelf)vertrouwen te stimuleren, zodat hij zelfstandig door het leven leert gaan. De ondersteuning die een kind nodig heeft, verandert naarmate hij groter en zelfstandiger wordt. Geleidelijk aan gaat het kind steeds meer zelf ondernemen. Wij vinden het hierbij belangrijk: Dat wij de kinderen de ruimte geven voor hun ontdekkingsdrang. Dat wij inspelen op hun steeds groter wordende behoefte aan informatie Dat wij de inhoud van de ondersteuning steeds aanpassen aan het ontwikkelingsstadium van het kind De pedagogisch medewerkers van de BSO zijn deskundig op het gebied van de opvoeding en verzorging van de kinderen. Zij zorgen voor een breed en gevarieerd aanbod van activiteiten waarin elk kind van de groep gerespecteerd wordt.
2.3 Onze visie op buitenschoolse opvang: De BSO is een verantwoorde en plezierige aanvulling op de opvoeding van thuis. Dit wordt bereikt door: Het contact met andere kinderen. Het activiteitenaanbod. De ruimte van de BSO: veilig en uitdagend. Het contact met meerdere, vaste en deskundige volwassenen. De BSO neemt de verantwoordelijkheid op zich om op een positieve manier bij te dragen aan de ontwikkeling van kinderen. Pedagogisch medewerkers kunnen kinderen op diverse manieren ondersteuning bieden bij hun ontwikkeling: Emotioneel ondersteunen. Laten merken dat je betrokken bent bij wat kinderen beleven, voelen en ervaren. De pedagogisch medewerker biedt emotionele ondersteuning door bijvoorbeeld te troosten, oogcontact te maken, toe te lachen, belangstelling te tonen, uit te lokken, aan te moedigen en te prijzen. Kinderen kunnen ook door het contact met andere kinderen emotionele ondersteuning ervaren. Emotionele veiligheid bieden
5 Pedagogisch beleidsplan BSO4FUN 2013
Dit doen wij door de kinderen op hun gemak te stellen, goed contact met de kinderen op te bouwen door veel persoonlijke aandacht te geven, door middel van een knuffel en een praatje. Luisteren naar de verhalen van de kinderen en ook interesse tonen in het kind. Ieder kind is uniek en we benaderen de kinderen ook persoonlijk, waardoor zij zich gewaardeerd voelen. Respect voor autonomie. Ruimte geven aan de kinderen voor eigen initiatieven, ideeen en wensen en hier positief op ingaan. De pedagogisch medewerker respecteert de autonomie van het kind door hem zoveel mogelijk gelegenheid te geven om zelf op onderzoek uit te gaan en hem te respecteren in wie hij is, wat hij zelf onderneemt en in de keuzes die hij maakt. Structuur bieden en grenzen stellen. Houvast geven door ervoor te zorgen dat de situatie duidelijk is en blijft voor de kinderen. Kinderen de ruimte geven om zelf dingen te dien betekent natuurlijk niet dat kinderen alles mogen. Regels worden samen met de kinderen vastgesteld. Regels zijn nodig omdat kinderen met elkaar de ruimte gebruiken. Informatie en uitleg geven. Vragen serieus nemen en aansluiten bij de behoefte, het niveau en de belevingswereld van de kinderen. Een kind heeft informatie en uitleg nodig om de wereld te leren begrijpen.
2.4 Ons pedagogisch doel: Wij willen kinderen opvoeden, begeleiden en een klimaat voor hen scheppen, waarin zij verder geholpen worden met hun ontwikkeling tot evenwichtige en zelfstandige mensen, waarin ze kunnen leren om respect te ontwikkelen voor zichzelf en anderen, op te komen voor zichzelf, zelfstandig te zijn en sociaal vaardig. Wij streven er naar een sfeer te creëren waarin de kinderen zich veilig en prettig voelen, leren vertrouwen te hebben in hun eigen kunnen.
Pedagogische uitgangspunten:
De BSO is een voorziening waar schoolkinderen een deel van hun tijd doorbrengen. Het gaat om de tijd die ze vrij zijn van school, vrije tijd dus. De BSO biedt kinderen een pedagogisch verantwoord en veilig onderkomen in een huiselijke sfeer. Kinderen staan centraal. Er wordt gezocht naar een evenwicht tussen gebirgenheid en veiligheid (basis voor zelfvertrouwen) en uitdaging (basis voor zelfstandigheid). Binnen de BSO heeft ieder kind recht op individuele aandacht en zorg, waarbij het belang van de groep als geheel in het oog gehouden wordt. Het individu mag niet lijden onder de groep, zoals de groep niet mag lijden onder het individu. De kinderen hebben binnen de mogelijkheden en verantwoordelijkheden van de BSO een grote keuzevrijheid in spel- en contactsituaties en er is voldoende ruimte om buiten te spelen. Elk kind is een uniek individu en moet zodanig geaccepteerd, gewaardeerd en gerespecteerd worden, want zo kunnen zij zich ontwikkelen in hun eigen tempo. Wij nemen niet de opvoeding van het kind over van de ouders, maar beschouwen onszelf wel als medeopvoeders. Het is belangrijk dat ouders ervan overtuigd zijn dat de BSO een goede plaats is voor hun kind. Binnen de BSO kunnen kinderen van elkaar leren, ontwikkelen ze een saamhorigheidsgevoel en leren rekening te houden met elkaar. 6 Pedagogisch beleidsplan BSO4FUN 2013
3. Basisvoorwaarden Om de genoemde doelstellingen te verwezenlijken is het noodzakelijk dat aan een aantal basisvoorwaarden wordt voldaan. Dit zijn allemaal aspecten die te maken hebben met de fysieke en geestelijke veiligheid van het kind. Fysieke veiligheid: houdt in dat de inrichting van het gebouw en de speel- en leefmaterialen veilig zijn en dat er maatregelen getroffen zijn voor hygiene en veiligheid. Wij zijn ons ervan bewust dat de zorg voor fysieke veiligheid soms de drang naar zelfstandigheid en vrijheid in de weg staat. Geestelijke veiligheid: houdt in dat het kind zich veilig voelt in de groep, bij de pedagogisch medewerkers en in de dagelijkse gang van zaken.
3.1 De ruimte De BSO4FUN is gevestigd aan de Wipmolenweg 54 en aan de Oslostraat 57/59 in AlmereBuiten. De ruimten van de BSO bieden voldoende speelmogelijkheid. Er is een huiskamergedeelte en een groepsgedeelte aanwezig. De ruimten voldoen aan de eisen die de GGD stelt. BSO4FUN maakt veel gebruik van de buitenspeelplaats bij basisschool De Kring. Ook maken wij gebruik van het Johan Cruiff court waar wij allerlei sportactiviteiten ondernemen. De ruimtes moet veiligheid en rust garanderen, ze moeten gezellig, vertrouwd en uitnodigend zijn. Ze hebben als doel de zelfstandigheid van de kinderen te vergroten, bewegingsvrijheid en uitdaging te bieden, maar ook de mogelijkheid te geven om zich terug te trekken. Deze doelstellingen worden gerealiseerd door: Een sfeervolle, kindvriendelijke inrichting en aankleding van de diverse groepsruimtes. Inventaris af te stemmen op de behoeften van de kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar. Overzichtelijke schone ruimtes creëren, zodat pedagogisch medewerkers goed overzicht kunnen houden op de kinderen, zonder dat kinderen zich gecontroleerd voelen. Binnen de beschikbare ruimtes verschillende hoeken creëren.
3.2 De Groepsindeling en groepsgrootte BSO4FUN kent 2 groepen. De Honeyz; gevestigd aan de Wipmolenweg 54 te Almere. Hier worden maximaal 18 kinderen opgevangen van groep 1 t/m groep 3. De Beez; gevestigd aan de Oslostraat 57-59 te Almere. Hier worden maximaal 18 kinderen opgevangen van groep 4 t/m groep 8.
7 Pedagogisch beleidsplan BSO4FUN 2013
Binnen BSO4FUN worden kinderen in 2 leeftijdsgroepen opgevangen. Dit heeft een aantal voordelen:
De grote leeftijdsverschillen. De jonge kinderen kunnen het spel van de oudere kinderen niet verstoren. De oudere kinderen kunnen dan niet te overheersend zijn in de groep. De pedagogisch medewerkers kunnen er dan voor zorgen dat iedereen binnen de groep voldoende ruimte krijgt.
Er zijn echter ook nadelen door de groepssplitsing:
Jonge kinderen kunnen niet worden gestimuleerd in hun spel door oudere kinderen. De kinderen blijven niet gedurende de hele opvangperiode in dezelfde groep. Het kan ook voorkomen dat kinderen uit hetzelfde gezin niet bij elkaar op dezelfde groep zitten. Gelukkig is ons dagprogramma er op gebaseerd dat er heel veel momenten zijn waar zij elkaar kunnen ontmoeten om met elkaar te kunnen spelen.
Samenvoegen van de groepen In de vakanties worden de groepen samengevoegd. De Honeyz worden dan samengevoegd met de Beez. Belangrijk hierbij is dat de PM-er/ kindratio gehanteerd blijft. In welke situaties kunnen groepen samengevoegd worden? Aan het eind van de dag als het totaal van het aantal aanwezige kinderen niet meer dan 12 bedraagt. Als het totale aantal aanwezige kinderen van twee groepen, per dag niet meer dan 12 bedraagt, bijvoorbeeld in de vakantieperiode. Er kan ook voor gekozen worden om enkele kinderen van de ene groep te laten spelen in de andere groep. Indien er door verminderde aanvraag structureel minder kinderen aanwezig zijn in beide groepen, zal er van 2 groepen, 1 groep gemaakt worden. De groep met het minste aantal kinderen zal opgaan in de groep met de meeste kinderen. Op het moment dat het mogelijk is, zullen er weer 2 groepen gemaakt worden.
3.3 Opleiding pedagogisch medewerkers
Op BSO4FUN werken nu 4 pedagogisch medewerkers in vast dienstverband. Zij beschikken over een van de in de CAO Kinderopvang genoemde opleidingseisen. Ziekte en verlof van de vaste pedagogisch medewerkers wordt zoveel mogelijk opgevuld door een vaste invalkracht, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met “bekende”gezichten voor de kinderen. Wij proberen voor de kinderen en hun ouders zoveel mogelijk vaste en vertrouwde gezichten op de groep te hebben.
8 Pedagogisch beleidsplan BSO4FUN 2013
3.4 Leidster- kindratio BSO4FUN houdt zich aan de regels van de wet Kinderopvang wat betreft de leidsterkindratio. Dit betekent dat wij ons houden aan de volgende regels: 1 pedagogisch medewerker per 10 (aanwezige) kinderen. Op de groepen staan bij BSO4FUN 2 pedagogisch medewerkers. De kinderen kunnen bij activiteiten de ruimte verlaten; dan wordt de maximale omvang van de groep tijdelijk losgelaten. Wel blijft het aantal kinderen per pedagogisch medewerker van kracht, toegepast op het totaal aantal aanwezige kinderen op de locatie. De op de locatie aanwezige pedagogisch medewerkers houden zich bezig met taken die direct met de kinderen te maken hebben. Voor buitenschoolse opvang kunnen ten hoogste een half uur per dag minder pedagogisch medewerkers worden ingezet dan volgens de leidster- kindratio is vereist, maar ook nooit minder dan de helft van het aantal benodigde pedagogisch medewerkers. Op de BSO’s is er plaats voor 2 stagiaires. De BSO werkt met een stagebeleid, dat desgewenst ter inzage ligt bij de BSO.
3.5 Vervoer van school naar de BSO De kinderen van de BSO worden zowel lopend als met de auto opgehaald. Ouders die hun kind aan ons toevertrouwen, moeten het vertrouwen hebben dat het schoolvervoer op een goede, verantwoorde manier zal plaatsvinden.
3.6 Hygiene en veiligheid Om zich optimaal te kunnen ontwikkelen, is een veilige en schone ruimte voor ieder kind van groot belang. We onderscheiden veiligheid en hygiene ten opzichte van de kinderen, de pedagogisch medewerkers, het gebouw en de inventaris. Lijst van maatregelen m.b.t. hygiene en veiligheid ligt desgewenst ter inzage op de groep.
3.7 Het wenbeleid Op de BSO is het voor de pedagogisch medewerkers belangrijk om met de kinderen een vertrouwensband op te bouwen. Een kind die pas op de opvang komt heeft de begeleiding nog nodig om zijn eigen plekje te vinden op de groep. Om deze reden plannen wij bij het intakegesprek afhankelijk van de behoeften van het kind 1 tot 2 wendagen in.
3.8 Regelmaat Ondanks de grote mate van zelfstandigheid van de kinderen van de BSO, vinden wij het belangrijk dat er wel een vaste regelmaat is voor de kinderen. Daarom werken wij met een vast dagritme. Hierdoor weten de kinderen wat ze precies kunnen verwachten en waar ze aan toe zijn, het biedt hen een houvast.
9 Pedagogisch beleidsplan BSO4FUN 2013
4. Vrije tijd, spelen en activiteiten 4.1 Vrije tijd Kinderen mogen op de BSO de wijze waarop ze hun vrije tijd besteden zelf bepalen. Het kind is vrij om wel of niet mee te doen aan een bepaald spel of activiteit. Uiteraard hebben kinderen op de BSO ook behoefte aan georganiseerde activiteiten, vooral in de vakantieperiodes. De BSO is een voorziening waar schoolkinderen na schooltijd een deel van hun tijd doorbrengen, vrije tijd dus.
4.2 Spelen
Spelen en kinderen horen bij elkaar. Spel is een essentieel aspect van de ontwikkeling van het kind. Door middel van spel kan een kind zich op alle niveaus ontwikkelen. Spelenderwijs ontdekt het kind allerlei mogelijkheden met btrekking tot zichzelf, het speelgoed en zijn omgeving. De BSO biedt de kinderen ook vaak de mogelijkheid om buiten te spelen. Bij de aanschaf van spelmateriaal voor de BSO wordt er rekening gehouden met de behoeften van de kinderen in verschillende leeftijden.
4.3 Activiteiten
Creatieve activiteiten: Pedagogisch medewerkers bieden de kinderen van BSO4FUN verschillende creatieve activiteiten aan: Beeldende expressie Bewegingsexpressie Muzikale expressie Verbale expressie Muziek, lezen en voorlezen: Er wordt regelmatig met de kinderen gedanst op muziek Pedagogisch medewerkers lezen regelmatig voor aan de kinderen De BSO heeft een lidmaatschap bij de bibliotheek Er wordt nauw samengewerkt met de kunstlinie in Almere. Deze geven de kinderen in samenwerking met de Schoor (buurthuiswerk) Computer- en televisiegebruik: Op de BSO is een computer en televisie aanwezig. De PM-ers gaan bewust om met het gebruik van deze media. Overige activiteiten: Uitstapjes: Af en toe worden er uitstapjes georganiseerd naar bijvoorbeeld de bibliotheek, de speeltuin, de markt en de kinderen kunnen regelmatig naar het bos.
4.4 Feestdagen Op de BSO wordt ook aandacht besteed aan feestdagen zoals Sinterklaas, Kerstmis, Pasen en verjaardagen. Van de verjaardag van een kind maken de PM-ers een bijzondere gebeurtenis. Het kind wordt uitgebreid in het zonnetje gezet. En net als op school mag de jarige ook hier trakteren.
4.5 Kinderinspraak Kinderinspraak vergroot de betrokkenheid en het verantwoordelijkheidsgevoel. Daarnaast vergroot het de kans dat activiteiten en het materiaal beter aan de wensen voldoen. Het geeft de volwassenen inzicht in de belevingswereld van de kinderen. 10 Pedagogisch beleidsplan BSO4FUN 2013
5. De ontwikkeling van kinderen van 4 tot 13 jaar
Een kind groeit uit van een kleuter tot een schoolkind en dat gaat gepaard met een hele snelle ontwikkeling op alle verschillende ontwikkelingsgebieden.
5.1 Lichamelijke ontwikkeling
Grove en fijne motoriek: Houdt in dat de grove motoriek altijd vooruit loopt op de fijne motoriek . Rond het 5e jaar gaat ook de fijne motoriek heel hard vooruit. Ze hoeven steeds minder geholpen te worden bij het spelen, eten en aankleden. Rond het 7e jaar hebben de kinderen de meeste motorische vaardigheden wel onder de knie. Wanneer de puberteit (tussen 10-13jaar) intreedt, verandert er ineens weer heel veel in lichamelijk opzicht. Seksuele ontwikkeling: Onder seksualiteit kan je alle gevoelens en gedragingen verstaan die te maken hebben met je eigen lichaam en dat van een ander.
5.2 Emotionele ontwikkeling
Als gevolg van een toenemend ik-besef worden kinderen zich bewust van de eigen kwetsbaarheid. Door kinderen de gelegenheid te geven gevoelens en gedachten te uiten, er met elkaar over te praten, leren ze met hun eigen gevoelens en gedachten om te gaan. Het is belangrijk te werken aan zelfvertrouwen. Een kind dat zelfvertrouwen heeft, is minder snel van slag en kan op een gezonde manier met zijn emoties omgaan.
5.3 Sociale ontwikkeling
Vanaf 4 jaar begint de sociale oriëntatie. Kinderen leren luisteren naar elkaar, wachten op elkaar, vertellen over eigen ervaringen, gaan samenwerken en leren geven en nemen. Vanaf het 6e jaar richt een kind zich al steeds minder op zichzelf en steeds meer op anderen. Vanaf een jaar of 9 beschikt een kind over het sociale begrip en de sociale vaardigheden die noodzakelijk zijn om zich in de maatschappij te kunnen handhaven. Bij BSO4FUN werken de PM-ers telkens aan het stimuleren van kinderen om een bepaalde band met elkaar te krijgen, begeleiden ze kinderen erin respect voor elkaar te hebben, rekening te houden met elkaar en elkaar te helpen.
5.4 Cognitieve ontwikkeling
Op school leert het kind een aantal nieuwe vaardigheden zoals: lezen, spellen, schrijven en rekenen. Voordat een kind deze zaken kan leren, moet aan een aantal voorwaarden voldaan zijn. Het kind moet zich kunnen concentreren, kunnen luisteren, beschikken over een voldoende taalschat en het moet kunnen analyseren. In de eerste levensjaren wordt hiervoor al een basis gelegd. Op school leert een kind in toenemende mate zelfstandig taken uit te voeren en problemen zelf op te lossen. Omdat kinderen op school heel erg bezig zijn met het “leren”, moet er juist op de BSO ruimte zijn om te ontspannen.
5.5 Taalontwikkeling Een kind van 4 jaar kan bijna altijd al verstaanbaar spreken. Woorden worden steeds beter uitgesproken en zinnen worden steeds ingewikkelder.In deze leeftijdsfase gaat het kind ook besef krijgen dat het door de taal achter bepaalde dingen kan komen door veel te vragen. 11 Pedagogisch beleidsplan BSO4FUN 2013
5.6 Overige aspecten m.b.t. de ontwikkeling Persoonlijkheidsontwikkeling: Kinderen van 4 jaar zijn nog steeds bezig met de ontwikkeling van de psychische onafhankelijkheid. Het kind begint nu te beseffen wat wel en niet mag. Hoe dan ook is het belangrijk dat het kind hierin begeleiding krijgt , er moeten namelijk duidelijke grenzen zijn. Kinderen vanaf 6 jaar richten zich steeds meer op de buitenwereld. Ze leven in de realiteit en beseffen dat er een verschil is tussen wat je denkt en wat je voelt. Vanaf een jaar of 9 is het geweten een deel van de persoonlijkheid geworden en een kind houdt zich aan de gangbare normen en waarden. Eigenwaarde: Belangrijk in deze fase is het gevoel voor eigenwaarde. Elk kind vindt het leuk om complimenten te krijgen, erbij te horen en anderen te helpen. Hij wil laten weten wat hij waard is. Er ontstaat langzamerhand verantwoordelijkheidsbesef. Een kind leert stap voor stap zijn verantwoordelijkheid te dragen.
5.7 Het volgen van de ontwikkeling
Pedagogisch medewerkers proberen een goed beeld te krijgen van de kinderen door hen te observeren, regelmatig en op verschillende momenten. Hierbij komen de verschillende ontwikkelingsgebieden aan bod. Wanneer er iets opvalt aan een kind dan wordt dit in eerste instantie aan de ouders gemeld. Daarnaast wordt dit ook besproken met de naaste collega’s en in het teamoverleg, tijdens de kindbesprekingen. Daarna wordt, als dit nodig is, in overleg met de ouders bekeken welke aanpak voor hun kind het beste zou werken of dat er wellicht hulp “van buitenaf” gezocht moet worden. Het initiatief hiervoor ligt bij de ouders. Als de ouders zelf vragen op twijfels hebben over de ontwikkeling van hun kind kunnen ze dit bespreken met de PM-ers en zo nodig kan er hulp ingeschakeld worden. De ontwikkeling van de kinderen wordt ook besproken in de jaarlijkse ouder contact avond(en), waarin ouders een gesprek aan kunnen vragen met een van de PM-ers van hun kind.
6. Normen en waarden, corrigeren en belonen 6.1 Normen en waarden Waarden en normen zijn belangrijk omdat ze richting geven aan ons bestaan: ze beïnvloeden ons doen en laten, ons zelfbeeld en zelfvertrouwen, onze relaties met anderen. Waarden geven uitdrukking aan de betekenis die mensen hechten aan bepaalde gedragingen, dingen of gebeurtenissen. Het zijn ideeën of opvattingen die aangeven hoe belangrijk mensen iets vinden. Normen vertalen de waarden in regels en voorschriften hoe volwassenen en kinderen zich horen te gedragen. Iedere mens handelt vanuit normen en waarden. Kinderen vormen hun normen en waarden in de omgang met en naar voorbeeld van volwassenen. Het is niet verwonderlijk dat normen en waarden waarmee kinderen worden geconfronteerd, nogal eens in strijd zijn met elkaar: wat thuis mag, mag niet altijd op school of op de BSO. Door kinderen te helpen waarden en normen te verhelderen, helpen we hen bewust te worden van hun eigen denken en handelen, met als achterliggend doel een groeiende zelfstandigheid, toenemend zelfvertrouwen en een zelfbewuste levenshouding. 12 Pedagogisch beleidsplan BSO4FUN 2013
6.2 Corrigeren en belonen Kinderen op de BSO kunnen zich op 4-jarige leeftijd al wel redelijk aan regels houden, zonder de directe aanwezigheid van een medewerker. De vorming van het geweten is op 4jarige leeftijd echter nog niet voltooid. Corrigeren: Kinderen tasten regelmatig hun grenzen af. Dit is van groot belang voor hun totale ontwikkeling. Soms echter kan dit leiden tot gedrag dat storend of misschien zelfs gevaarlijk is voor henzelf of voor anderen. Wanneer kinderen doorgaan met het ongewenste gedrag, is het soms noodzakelijk om het kind te corrigeren. Belonen: Op BSO4FUN gaan we ervan uit dat een positieve benadering positief gedrag in de hand werkt. Belonen is dan ook een heel belangrijk aspect in de omgang met de kinderen.
7. Hygiëne
Alle aspecten rond de gezondheidsrisico’s staan beschreven in de Risico Inventarisatie & Evaluatie Gezondheidsmanagement. Alle aspecten rond de veiligheidsrisico’s staan beschreven in de Risico Inventarisatie & Evaluatie Veiligheidsmanagement. Alle aspecten rondom de arbeidsomstandigheden voor de PM-ers staan beschreven in de Risico Inventarisatie & Evaluatie Veiligheidsmanagement. Het plan van aanpak ( verschillende actieplannen waarin staat wie wat wanneer doet) teamvergaderingen zodat wij eigenlijk steeds bezig zijn met het verbeteren van de kwaliteit van de opvang op alle gebieden.
Daarnaast verwijzen we ook naar de volgende beleidsplannen en protocollen van de BSO:
Pedagogisch beleidsplan Ziektebeleid Protocol richtlijnen geneesmiddelenverstrekking en medische handelingen Huisregels BSO Hygiënebeleid Schoonmaakbeleid Calamiteitenplan Bedrijfshulpverlening plan Hoofdluisprotocol
Deze beleidsplannen liggen desgewenst voor ouders ter inzage op het kantoor.
8. Privacy reglement Wij verstrekken omwille van de privacy van onze klanten en werknemers geen persoonlijke informatie door aan derden.
13 Pedagogisch beleidsplan BSO4FUN 2013
9. Informatiemap Op de BSO ligt een informatiemap ter inzage, o.a. infoboekje. Tevens de notulen van de oudercommissie, het pedagogisch beleid, eventuele nieuwsbulletin(s), ontruimingsplan, kopie gebruikersvergunning, kopie laatste GGD verslag.
10.Slotwoord Wij wensen iedereen die gebruik maakt van BSO4FUN een prettige opvangtijd toe. TEAM BSO4FUN BSO4FUN Locatie de Honeyz Locatie de Beez Locatie kantoor Tel:
Buurthuis de Wieken, Wipmolenweg 54 Oslostraat 57/59 Oslostraat 53 036.53 266 24
14 Pedagogisch beleidsplan BSO4FUN 2013