Stichting Kindcentrum Oldebroek Peuter opvang www.skgo.nl
[email protected] Tel.nr. 038-376234
Pedagogisch Beleid Peuteropvang Document: beleid
Peuter Opvang
Versiedatum: 25 augustus 2015 Documenteigenaar: directeur
Pagina 1 van 22
Stichting Kindcentrum Oldebroek Peuter opvang www.skgo.nl
[email protected] Tel.nr. 038-376234
Pedagogisch Beleid Peuteropvang Document: beleid
INHOUDSOPGAVE PAGINA 1 Voorwoord 2. Toepassingsgebied 3. Ambities en Doelstellingen 3.1 Kwantitatief aanbod 3.2 Kwalitatief aanbod 3.3 Ontwikkeling ondersteunend aanbod 3.4 Financiële toegankelijkheid 4. Wet en regelgeving 4.1 Groepsgrootte en maximale omvang 4.2 Leeftijdsopbouw en stamgroepen 5 Pedagogische visie 5. Ontwikkelingsstimulering 5.1.1 Ontwikkelingsstimulering op de verschillende ontwikkelingsgebieden Dagindeling Wennen 5.2. Voor- en vroegschoolse Educatie (VVE) 5.2.1 Ouderbetrokkenheid VVE 5.2.2 Kwaliteit van de educatie 5.2.3 Pedagogisch klimaat 5.2.4 Educatief handelen 5.2.5 Ontwikkeling, begeleiding zorg 5.2.6 Inbedding in bredere zorgketen 5.2.7 Kwaliteitszorg binnen de voor- en vroegschool 5.2.8 Doorgaande lijn 5.3 Volgen en signaleren 5.4 Overdracht naar basisschool 5.5 Overbrengen van waarden en normen 5.6 Functioneren in de groep … 5.6.1 Ontwikkeling positief zelfbeeld en vertrouwen 5.6. Ontwikkeling zelfrespect en respect voor anderen 5.6.3 Omgaan met emoties 5.7 Verzorging van kinderen … 5.7. 1 Materiele en immateriële veiligheid 5.7.2 Specifieke toepasbaarheid 5.8 Scheppen van spel- en ontwikkelingsmogelijkheden 5.8.1 Groepssamenstelling, situatie per 1 januari 2015 5.8.2 Inrichting van de groepsruimtes/verlaten stamgroep 5.8.3 Inrichting van de buitenruimtes 5.8.4 Spelontwikkeling 5.8.5 Spel en speelgoed 5.9 Omgaan met gebeurtenissen 5.9.1 Toegankelijkheid van de opvang 5.9.2 Vastlegging van het beleid 5.9.3 Signalerende en preventieve verantwoordelijkheid 5.9.4 Beleid inzake overlijden 6. Contact met ouders 6.1 De ouder als klant 6.2. Samenwerking met ouders 6.3 Tevreden ouders 6.4 Medezeggenschap 7. Personeel 7.1 Deskundigheid 7.2 Personele bezetting 7.3 Overlegstructuur . 8. Samenwerking met andere belanghebbenden 9. Procedures en Reglementen 9.1 Privacyreglement 9.2 Klachtenreglement 9.3 Protocol Kindermishandeling Versiedatum: 25 augustus 2015 Documenteigenaar: directeur
3 4 5 5 5 5 6 6 7 7 7 7 8 9 10 12 12 12 12 13 13 13 13 13 14 14 15 15 15 15 15 15 16 16 16 17 17 17 17 17 18 18 18 18 18 18 19 19 19 19 19 20 20 20 21 21 21 22 Pagina 2 van 22
Stichting Kindcentrum Oldebroek Peuter opvang www.skgo.nl
[email protected] Tel.nr. 038-376234
Pedagogisch Beleid Peuteropvang Document: beleid
VOORWOORD In dit pedagogisch beleidsplan staat beschreven op welke wijze de peuter opvang in de gemeente Oldebroek uitvoering wil geven aan het pedagogisch handelen. Aan dit pedagogisch handelen ligt een visie ten grondslag. Deze visie en de vertaling hiervan in doelstellingen zijn nader uitgewerkt in dit beleidsplan. Dit pedagogisch beleidsplan kent haar oorsprong in de praktijk: het dagelijks omgaan met kinderen en hun ouders heeft onze visie op peuteropvang gevoed. Ontwikkelingen in de maatschappij en in het werkveld van peuteropvang voeden eveneens deze visie. Dit beleidsplan is bestemd voor ouders, medewerkers, stagiaires, beleidsambtenaren, onderwijskrachten en andere belangstellenden. Dit beleidsplan geeft op alle niveaus binnen de organisatie richting aan de keuzes die worden gemaakt in de omgang met kinderen en ouders en in het aanbod van de activiteiten. Voor medewerkers en stagiaires biedt dit pedagogisch beleidsplan een leidraad voor hun pedagogisch handelen: wat wil de organisatie aan kinderen bieden; wat zijn de uitgangspunten voor zowel het aanbod als de omgang met kinderen; hoe wordt vormgegeven aan de ontwikkeling, begeleiding en verzorging van kinderen. Het beleidsplan geeft de gemeente als subsidieverstrekker inzicht in de doelstellingen en activiteiten, welke met hulp van de verstrekte subsidie kunnen worden gerealiseerd. Ouders worden aan de hand van dit beleidsplan geïnformeerd over onze visie en ons aanbod in peuteropvang, zodat zij weten waarvoor zij kiezen en wat zij mogen verwachten. In het kader van voorschoolse educatie en doorgaande leerlijnen is het voor het onderwijsveld van belang te weten wat onze peuteropvang op deze terreinen te bieden heeft. Het pedagogisch beleidsplan is de basis van elke locatie. Iedere peuteropvang locatie geeft op een individuele, unieke wijze uitvoering aan het pedagogisch beleid. Een pedagogisch beleidsplan is nooit ‘af’. Nieuwe ervaringen en nieuwe inzichten met betrekking tot de ontwikkeling van kinderen en de begeleiding daarin, zijn een reden om dit beleidsplan op regelmatige basis kritisch te bekijken en indien nodig aan te passen. Een pedagogisch proces zien wij dan ook als een actief en voortdurend vernieuwingsproces. Sinds 2014 valt SPO Stichting Peuterspeelzalen in de gemeente Oldebroek nu onder Stichting Kindcentrum Oldebroek (SKO). In dit pedagogisch beleidsplan wordt dan ook gesproken over de peuteropvang van SKO.
Versiedatum: 25 augustus 2015 Documenteigenaar: directeur
Pagina 3 van 22
Stichting Kindcentrum Oldebroek Peuter opvang www.skgo.nl
[email protected] Tel.nr. 038-376234
Pedagogisch Beleid Peuteropvang Document: beleid
TOEPASSINGSGEBIED Dit pedagogisch beleidsplan heeft betrekking op de activiteiten van alle peuteropvang locaties van Stichting Kindcentrum Oldebroek. De peuteropvang is toegankelijk voor peuters in de leeftijd van twee tot vier jaar. Peuteropvang wordt aangeboden op de volgende locaties: Peuteropvang De Bron, Keizersweg 2, 8091 JJ Wezep Peuteropvang De Rank, Ruitersveldweg 10bg, 8091HV Wezep Peuteropvang De Meidoorn, Meidoornstraat 20, 8091 JX Wezep Peuteropvang Uilenhorst Noordsingel 72, 8091 WD Wezep Peuteropvang Roezemoes v. Oldebarneveldweg 17 8097 SB Oosterwolde Peuteropvang CNS De Regenboog Van Sytzemalaan 5, 8096 AR Oldebroek Peuteropvang Timotheüs Tulpstraat 1 bg, 8096 BV Oldebroek Peuteropvang ’t Hoekje Leeuwerikstraat 21 8094 AH Hattemerbroek Peuteropvang Kukeluussien Bovenheigraaf 59 8095 PA ’t Loo-Oldebroek
Versiedatum: 25 augustus 2015 Documenteigenaar: directeur
Pagina 4 van 22
Stichting Kindcentrum Oldebroek Peuter opvang www.skgo.nl
[email protected] Tel.nr. 038-376234
Pedagogisch Beleid Peuteropvang Document: beleid
3. AMBITIES EN DOELSTELLINGEN 3.1 Kwantitatief aanbod: SPO streeft naar een kwantitatief goed aanbod van peuteropvang locaties. Dichtbij de leefomgeving van het kind, liefst aangesloten bij in de kernen van de gemeente Oldebroek, moet voor iedere peuter de peuteropvang bereikbaar zijn. Met uitzondering van Noordeinde is in iedere kern van de gemeente Oldebroek is een peuteropvang locatie gevestigd; per locatie zijn, afhankelijk van het aantal peuters in de betreffende kern, meerdere groepen aanwezig. Alle locaties zijn in het kader van de VVE minimaal drie ochtenden open. Onze opvang sluit zich zoveel mogelijk aan met de openingstijden en -dagen op de openingstijden van de omringende basisscholen. Het staat ouders vrij om hun kind bij de locatie van hun voorkeur in te schrijven. Wij vinden het belangrijk dat het kwantitatieve aanbod niet alleen in omvang, maar ook in aard, zo optimaal mogelijk aansluit bij de brede vraag naar peuteropvang. Iedere peuter wordt ongeacht sociale of culturele achtergrond, nationaliteit of levensovertuiging bij ons met aandacht, zorg en respect benaderd. In activiteiten, in communicatie, in inrichting van de groepsruimte en in informatievoorziening vindt men deze benadering terug. 3.2 Kwalitatief aanbod: Wij zien de peuteropvang periode als een fase in de totale ontwikkeling van het kind. De ontwikkeling van jonge kinderen tot 4 jaar heeft een nadrukkelijk effect op de verdere ontwikkeling in de toekomst. Het aanbod moet o.i. dan ook een optimale bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het kind op alle terreinen: taal, sociaal-emotioneel, cognitief en motorisch. Binnen de opvang leert het kind zich te ontwikkelen ook buiten de thuissituatie. Deskundige en betrokken groepsleiding moet in staat zijn de peuter een veilige en op het kind gerichte speelleeromgeving aan te bieden, zodat de ontwikkeling buiten het thuismilieu zo optimaal mogelijk verloopt. Wij streven ernaar dat door een optimale zorg en begeleiding, iedere peuter met een goede start aan de basisschool kan beginnen. De pedagogisch medewerkers zijn goed geschoold en weten hoe zij de kinderen zo goed mogelijk kunnen stimuleren en ondersteunen. Eventuele zorgen rondom een kind worden tijdig gesignaleerd middels observaties, collegiale consultatie en ondersteuning van JGZ. Conform de Gemeentelijke Verordening Peuterspeelzaalwerk wordt met dit aanbod voldaan aan de gemeentelijke doelstelling van ambitieniveau 2: ontmoeten, ontwikkelen en signaleren. 3.3 Ontwikkeling ondersteunend aanbod Indien de ontwikkeling van een kind zorgen baart, is het belangrijk dat dit tijdig en goed wordt gesignaleerd. Hoe eerder de peuter gerichte ondersteuning kan ontvangen, hoe meer effect dit heeft op een goede start op de basisschool en daarmee op de verdere ontwikkeling. Het signaleren van zorgen kent binnen onze peuteropvang in het kader van voor- en vroegschoolse educatie een vervolg gericht op een adequate aanpak. In samenspraak met ouders en groepsleiding, zoeken naar we naar de juiste begeleiding van de peuter. Waar nodig zal een beroep worden gedaan op externe ondersteuning. Ouders zullen altijd betrokken worden bij de ontwikkeling van hun kind en bij een eventuele ondersteuning in geval van zorgen.
Versiedatum: 25 augustus 2015 Documenteigenaar: directeur
Pagina 5 van 22
Stichting Kindcentrum Oldebroek Peuter opvang www.skgo.nl
[email protected] Tel.nr. 038-376234
Pedagogisch Beleid Peuteropvang Document: beleid
3.4 Financiële toegankelijkheid: Wij vinden dat een voorschoolse voorziening als de peuteropvang een belangrijke bijdrage levert aan de ontwikkeling van het kind. Om die reden streven wij er dan ook naar dat in principe alle peuters, ook in financieel opzicht, de peuteropvang moeten kunnen bezoeken. De gevraagde ouderbijdrage moet betaalbaar zijn voor alle ouders, ongeacht hun inkomen. Daarom hanteren wij de volgende drie soorten tarieven: - Tarief werkende ouders. Op dit tarief ontvangt u kinderopvangtoeslag. - Tarief wanneer een ouder niet werkt. - Tarief wanneer uw kind VVE geïndiceerd is. Meer informatie over VVE indicatie vindt u bij onderwerp VVE 5.2. De tarievenlijst en lijst kinderopvangtoeslag kunt u opvragen bij ons kantoor of kunt u downloaden van de website. Door voortdurend alert te zijn op kosten, streven wij ernaar de peuteropvang voor alle kinderen toegankelijk te houden. Een goede informatievoorziening en de samenwerking met externe partijen als consultatiebureau , leveren een belangrijke bijdrage aan de toeleiding van peuters naar de peuteropvang. 4. Wet en regelgeving SKO is voor oprichting en instandhouding van peuteropvang gehouden aan wet- en regelgeving zoals vastgelegd in de Gemeentelijke Verordening Peuterspeelzalen en de landelijke Toetsingskaders Peuterspeelzaalwerk. Ook bepalingen in de Wet Oké (‘Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie’) zijn van toepassing op het aanbod. Sinds 2014 valt de Peuter Opvang onder de Wet Kinderopvang. In de wet- en regelgeving staan o.a. de eisen m.b.t. de kwaliteit van de peuteropvang, de grootte en samenstelling van de verschillende groepen, de ruimtes waarin de opvang plaatsvindt, voorzieningen die aanwezig dienen te zijn, de deskundigheid van de pedagogisch medewerkers, etc. Een actueel onderwerp uit de wet en regelgeving is het vier ogenprincipe. Het principe van vier ogen is dat er ten allen tijde iemand mee kan kijken of mee kan luisteren. Hoe voert SKO het vier ogenprincipe uit? SKO voert dit uit door zo transparant mogelijk te werken. Een open professioneel werkklimaat waarbij de drempel om elkaar aan te spreken op bepaalde gedragingen zo laag mogelijk is. Het aan de randen samenvoegen van groepen in dit geval met school bij activiteiten. Boventallige inzet, als extra ogen, van pedagogisch medewerkers in opleiding Onze gebouwen zijn transparant. Er is veel glas in de scholen/gebouwen. Mochten collega’s op een groep alleen staan, blijft er altijd toezicht door het glaswerk naar de hal en toilet. Regelmatig loopt hier iemand heen en weer voor verschillende zaken. Wij hebben met elkaar afgesproken een aanspreekcultuur te hanteren. Mocht je iets opvallen dan bespreek je dat op een geschikt moment met elkaar. Tijdens een uitje of wandeling zal het 100% zeker zijn dat je met meerdere volwassen personen op stap gaat. Zeker met bestemming speeltuin, kinderboerderij of bos gebied. Daarnaast streeft SKO er naar om altijd met minimaal twee volwassenen in het pand te zijn. Beleid dat er een iemand in het gebouw is Naast de regels omtrent het vier ogenprincipe zijn er afspraken over achterwacht. Alle locaties van de peuteropvang zijn gehuisvest in scholen. Met de scholen is afgesproken dat zij functioneren als achterwacht indien een calamiteit zich voordoet.
Versiedatum: 25 augustus 2015 Documenteigenaar: directeur
Pagina 6 van 22
Stichting Kindcentrum Oldebroek Peuter opvang www.skgo.nl
[email protected] Tel.nr. 038-376234
Pedagogisch Beleid Peuteropvang Document: beleid
Incidenteel kan het voorkomen dat een beroepskracht van de peuteropvang alleen aanwezig is in het gebouw wanneer de school bijvoorbeeld een studiedag heeft. Is dit het geval en is dit niet van te voren gecommuniceerd met de peuteropvang, belt de pedagogisch medewerker naar kantoor, naar de coördinator peuteropvang. Daar wordt direct afgesproken wie de achterwacht is voor die dag. Deze persoon draagt er zorg voor dat hij of zij binnen 15 minuten aanwezig is bij de betreffende peuteropvang locatie. Zoals eerder beschreven, is dit incidenteel omdat de peuteropvang gelijk loopt met de schoolweken van de school waarin de peuteropvang is gehuisvest. 4.1 Groepsgrootte en maximale opvang Zoals beschreven in de wet- en regelgeving werken we volgens de beroepskracht-kindratio. In de praktijk betekent dit 1 pedagogisch medewerker op 8 kinderen van 2-4 jaar. Op een groep waar meer dan 8 kinderen zijn, wordt dus altijd gewerkt met 2 beroepskrachten. 4.2 Leeftijdsopbouw en stamgroepen De stamgroep is de groep waar het kind geplaatst is. SKO streeft er naar om zoveel mogelijk vaste pedagogisch medewerker op een groep te hebben. Door onvoorziene omstandigheden, bijvoorbeeld ziekte, kan het zijn dat we hier van moeten afwijken. In dat geval probeert de peuteropvang zoveel mogelijk vaste invallers in te zetten op de groep. Elke groep van de peuteropvang bestaat uit kinderen van 2 tot 4 jaar. 5. Pedagogische visie SKO wil binnen de peuteropvang een veilige, vertrouwde plaats bieden voor alle peuters van 2 tot 4 jaar. De kinderen worden uitgenodigd om een breed scala van ervaringen op te doen. De pedagogisch medewerkers geven de peuters ruimte om eigen initiatieven te tonen. De groepsruimtes zijn dusdanig ingericht dat de kinderen hiertoe uitgenodigd worden om, in eigen tempo en naar eigen interesse, zich te ontplooien. Naast het ontdekken van spel- en materiaalmogelijkheden is er veel ruimte om de peuter te ondersteunen in de sociaal- emotionele ontwikkeling. In dit hoofdstuk wordt de pedagogische visie verder uitgewerkt. De basis van ons pedagogisch werken is verwoord in onderstaande uitgangspunten. Ieder kind is uniek Wij accepteren en respecteren ieder kind met zijn/haar eigen, unieke ontwikkeling. We hebben oog en oor voor de mogelijkheden en de gevoelens van elk kind. We bieden een veilige en vertrouwde omgeving en binnen deze omgeving wordt elk kind gericht bij zijn/haar ontwikkeling ondersteund. Wanneer een kind opvalt binnen de groep zullen we dit signaleren en in overleg met ouders zullen we het kind ondersteunen. We bieden kinderen de ruimte om zich op eigen wijze en in eigen tempo te ontwikkelen. Ieder kind draagt vele mogelijkheden in zich. We gaan uit van de eigen krachten van het kind. Ieder kind is van nature onderzoekend en nieuwsgierig en is uit op een steeds beter omgaan met de wereld waarin hij leeft. We stimuleren ieder kind tot zelfstandigheid, weerbaarheid en het dragen van eigen verantwoordelijkheden. De pedagogische waarde van de peuteropvang Binnen de peuteropvang ontmoet het kind andere kinderen en andere volwassenen. We stimuleren kinderen om elkaar te ontmoeten, met elkaar te spelen en van elkaar te leren. De pedagogisch medewerkers zijn zich bewust van hun voorbeeldhouding. De inrichting van de groepsruimtes, het aanwezige spelmateriaal en de aangeboden activiteiten komen tegemoet aan de verschillende ontwikkelingsgebieden. De opvang is voorwaardenscheppend, maar bepaalt niet de ontwikkeling van het kind.
Versiedatum: 25 augustus 2015 Documenteigenaar: directeur
Pagina 7 van 22
Stichting Kindcentrum Oldebroek Peuter opvang www.skgo.nl
[email protected] Tel.nr. 038-376234
Pedagogisch Beleid Peuteropvang Document: beleid
Deze pedagogische visie wordt per locatie vertaald naar een pedagogisch werkplan, waarin zal worden aangegeven hoe deze visie vertaald wordt naar de dagelijkse praktijk. 5.1 Ontwikkelingsstimulering Ieder kind ontwikkelt zich in de loop van de tijd op verschillende terreinen. Binnen de Peuteropvang wordt breed aandacht besteed aan de verschillende ontwikkelingsgebieden. Inrichting van de ruimte zowel binnen als buiten, speelmaterialen, activiteiten en omgang met elkaar dragen bij aan de ontwikkeling van ieder kind. 5.1.1 Ontwikkelingsstimulering op de verschillende ontwikkelingsgebieden Sociaal-emotionele ontwikkeling Bij de sociale ontwikkeling gaat het om hoe het kind omgaat met anderen en hoe anderen omgaan met het kind. Bij de emotionele ontwikkeling gaat het om het leren omgaan met de eigen gevoelens en die van de ander. De sociale ontwikkeling is niet los te zien van de emotionele ontwikkeling. Peuters kunnen vanaf twee jaar bij ons op de peuteropvang komen. Een tweejarige peuter is vooral nog heel erg op zich zelf gericht. Vanaf ongeveer twee en een half jaar beginnen kinderen meer actief in een groep te functioneren. Je ziet dan ook dat de peuter meer met dan naast andere peuters gaat spelen. Vanaf het moment dat kinderen zich meer bewust worden van hun omgeving en van anderen om hen heen, wordt hen spelenderwijs geleerd om rekening te houden met elkaar, om naar elkaar te luisteren en om samen te spelen maar ook om samen te delen. Door bewuste ontmoetingsmomenten te creëren, zoals in het kringgesprek, het samen eten, het vieren van een verjaardag, stimuleren de pedagogisch medewerkers de kinderen om betrokken te zijn bij elkaar en om emoties te delen. Kinderen leren in de omgang met elkaar ook dat het belangrijk is om met elkaar rekening te houden, om naar elkaar te luisteren en om samen een oplossing te bedenken. De pedagogisch medewerkers stimuleren de kinderen hierin waar mogelijk. Een goede voorbeeldhouding van de pedagogisch medewerkers is hierbij nadrukkelijk van invloed. Ook wordt er door de groepsleiding bewust gezocht naar momenten om kinderen meer individuele aandacht te geven, bijv. tijdens het vrij spelen of door samen een boekje te lezen. Peuters hebben behoefte aan een duidelijke, gestructureerde dagindeling. Dit geeft houvast en veiligheid. Dagindeling 8.30-8.45 uur: ontvangst De kinderen en ouders worden zoveel mogelijk persoonlijk begroet. Er is de mogelijkheid voor een mededeling of kort gesprekje met één van de pedagogisch medewerkers. 8.45-9.00 uur: activiteiten/vrij spel Eén van de pedagogisch medewerksters gaat met de kinderen om beurten in kleine groepjes een activiteit doen m.b.t. het thema dat behandeld wordt. Dit kan o.a. een creatieve verwerking zijn of interactief voorlezen. Doel hiervan is de kinderen op eigen niveau te stimuleren in hun ontwikkeling. De overige kinderen kunnen vrijspelen in o.a. de huishoek, de autohoek, het speelhuis of zij kunnen puzzelen of een spel doen. 10.00-10.10 uur: opruimen van de groepsruimte. Samen met de kinderen wordt de groepsruimte weer netjes gemaakt. Kinderen worden hierdoor medeverantwoordelijk gemaakt voor een nette ruimte. Het stimuleert het netjes omgaan met materialen. 10.10-11.00 uur: Kring In de kring worden gesprekjes gevoerd en er wordt gezongen, voorgelezen of een spel gedaan. Dit alles m.b.t. het thema en passend bij het VVE-programma ‘Peuterplein’. Na de activiteiten wordt er gegeten en gedronken. 11.00-11.30 uur: buiten spelen/vrij spel Versiedatum: 25 augustus 2015 Documenteigenaar: directeur
Pagina 8 van 22
Stichting Kindcentrum Oldebroek Peuter opvang www.skgo.nl
[email protected] Tel.nr. 038-376234
Pedagogisch Beleid Peuteropvang Document: beleid
Bij goed weer wordt er buiten gespeeld. Wanneer het weer niet geschikt is voor buitenspel wordt er binnengespeeld met o.a. rijdend materiaal. Ook hebben de meeste locaties een gymruimte en gymmateriaal die gebruikt kunnen worden. De grove motoriek wordt gestimuleerd bij buitenspel en vrij spel. 11.45-12.00 uur: Ophalen De kinderen worden door de ouders opgehaald. Indien gewenst is er een korte overdracht. Wennen Kinderen moeten wennen aan een nieuwe situatie. Ze doen veel indrukken op en moeten deze verwerken. Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich zo snel mogelijk veilig voelen op de groep. Tijdens de intake heeft elk kind de gelegenheid om de sfeer te proeven en de ruimte te verkennen. Vanaf de plaatsingsdatum is het kind van harte welkom op de afgesproken dag(en). SKO werkt met het buiten contractueel wennen. De wenperiode die het kind nodig heeft, is voor elk kind anders. Onze ervaring leert dat kinderen snel wennen en het al snel naar hun zin hebben op de groep met de pedagogisch medewerker en hun leeftijdsgenootjes. Wanneer een kind meer tijd om te wennen nodig heeft, kijken we samen met u naar de beste manier voor het kind om te wennen. Het welbevinden van het kind nemen tenslotte altijd als uitgangspunt. Ontwikkeling identiteit, zelfbeeld en zelfredzaamheid Pedagogisch medewerkers kijken en luisteren goed naar de kinderen; ze proberen steeds te begrijpen wat de kinderen bedoelen en wat er in hen omgaat. Pedagogisch medewerkers trachten vanuit een aandachtige en observerende houding het gedrag, verbale en non verbale uitingen van de kinderen zo juist mogelijk te interpreteren. Hierbij is aandacht en respect voor de eigen wijze en het eigen niveau waarop ieder kind zich ontwikkelt. Door aan te sluiten bij datgene wat een kind laat zien en horen, door gevoelens van kinderen serieus te nemen en te benoemen, ondersteunen de pedagogisch medewerkers de kinderen niet alleen in de ontwikkeling van hun eigen identiteit en een positief zelfbeeld, maar ook in de ontwikkeling van zelfvertrouwen en zelfredzaamheid. Kinderen wordt geleerd om te gaan met moeilijke situaties. Pedagogisch medewerkers stimuleren hen in het zelf bedenken van oplossingen. Dat kan zijn bij het maken van bijv. een knutselwerkje of puzzel, maar ook bij het oplossen van problemen tussen kinderen onderling. Afhankelijk van de leeftijd en van datgene waar kinderen om vragen, bieden de pedagogisch medewerkers hulp. Hierbij zal er actief naar kinderen worden geluisterd en zal het gevoel van ieder kind serieus worden genomen. Kinderen worden gestimuleerd om eigen verantwoordelijkheid te nemen. Zij worden bewust gemaakt van het verband tussen het eigen gedrag en de reactie van een ander hierop. Het gedrag en de gevoelens van de ander worden benoemd. Kinderen wordt geleerd om consequenties van het eigen gedrag beter te begrijpen en daar voor zover mogelijk al vooraf rekening mee te houden. Ontwikkeling van de taal en verstandelijke/cognitieve ontwikkeling Er wordt op de peuteropvang veel aandacht geschonken aan de ontwikkeling en beheersing van de Nederlandse taal. Door het gebruik van taal kan het kind duidelijk maken wat het wil of hoe het zich voelt. Dankzij taal kan het kind nadenken en met anderen communiceren. Door samen te lezen, door kringactiviteiten, door te zingen en de dingen om ons heen te benoemen, wordt de passieve en actieve woordenschat van de kinderen gestimuleerd. Het gericht ondersteunen op het actief en passief beheersen van de Nederlandse taal geeft kinderen een betere start op de basisschool. In 2011 is op elke locatie begonnen met het werken volgens de VVE-methode ‘Peuterplein’. Peuterplein is een zgn. totaalmethode d.w.z. dat alle ontwikkelingsgebieden in ruime mate aan bod komen. Al spelende met elkaar en met aangeboden speelgoed leren kinderen voorwerpen en Versiedatum: 25 augustus 2015 Documenteigenaar: directeur
Pagina 9 van 22
Stichting Kindcentrum Oldebroek Peuter opvang www.skgo.nl
[email protected] Tel.nr. 038-376234
Pedagogisch Beleid Peuteropvang Document: beleid
eigenschappen te onderscheiden en te herkennen. De begripsvorming en het abstracte denken worden gestimuleerd. De kinderen leren om verbanden te leggen tussen verschillende gebeurtenissen en om zelfstandig oplossingen voor problemen te bedenken. De verstandelijke ontwikkeling wordt ook gestimuleerd door het aanbieden van materialen als puzzels, constructiemateriaal, spelletjes, e.d. Pedagogisch medewerkers bieden dergelijke speelmaterialen aan rekening houdend met het ontwikkelingsniveau van kinderen. Op al onze peuteropvang locaties werken we aan VVE. VVE staat voor Voor- en Vroegschoolse Educatie. Het doel van VVE is met name erop gericht dat alle, maar specifiek de peuters die dit extra nodig hebben, dusdanig extra worden gestimuleerd dat zij een goede start kunnen maken op de basisschool. Om dit te bereiken worden deze VVEdoelgroepkinderen drie i.p.v. twee dagdelen uitgenodigd naar de peuter opvang te komen. Daarnaast krijgen zij individueel of in een klein groepje, extra aandacht.
Creatieve ontwikkeling Creatief zijn is meer dan alleen het werken met verschillende materialen; kinderen geven vorm aan hun eigen belevingswereld. Pedagogisch medewerkers stimuleren de kinderen daarin. Met allerlei materialen en met allerlei verschillende technieken kunnen kinderen uiting geven aan hoe zij de wereld om zich heen ervaren. Er worden zo min mogelijk kant en klare materialen of activiteiten aangeboden. Er wordt een beroep gedaan op de eigen inbreng en fantasie van het kind. Naast ontwikkeling van creativiteit door te werken met verschillende materialen, leren kinderen zich ook op andere manieren te uiten. Er wordt met de kinderen gezongen en gedanst en er wordt naar muziek geluisterd. Ook in het gewone spel gebruiken kinderen hun fantasie. De pedagogisch medewerkers gaan met de kinderen mee in hun fantasiespel; grenzen t.a.v. emotionele en fysieke veiligheid worden hierbij bewaakt. Motorische c.q. lichamelijke ontwikkeling De motorische ontwikkeling is gericht op een toenemende lichaamsbeheersing. Er is een onderscheid tussen de ontwikkeling van de grove en van de fijne motoriek. Bij de ontwikkeling van de grove motoriek gaat het met name om het verkrijgen van de fysieke en emotionele controle over bewegingen als lopen, buigen en springen. Bij de fijne motoriek horen allerlei kleine bewegingen die kinderen met handen en vingers, voeten en tenen maken. Het aanbod van spel en spelmateriaal sluit hierbij aan. Zo zijn er bijvoorbeeld verschillende soorten fietsjes aanwezig, kunnen kinderen rollen met een bal, blokken stapelen, een puzzel maken of grote houten kralen rijgen. Ook worden er samen met de kinderen allerlei bewegingsspelletjes gedaan, zowel individueel als in groepsverband. Door het voortdurend stimuleren van de lichamelijke ontwikkeling van het kind, wordt het kind ook steeds zelfstandiger en krijgt het steeds meer zelfvertrouwen. 5.2 Voor- en Vroegschoolse Educatie Definitie doelgroep VVE De gemeente Oldebroek heeft in samenspraak met de VVE beleidsgroep er voor gekozen om de doelgroepkinderen als volgt te definiëren: In het Beleid van de Gemeente staat: de doelgroep VVE bestaat uit kinderen van 2 tot 6 jaar, wij bij de peuteropvang hanteren de leeftijd van 2 tot 4 jaar, welke: -op basis van observaties van het consultatiebureau een aantoonbare achterstand is geconstateerd op 1 van de 4 ontwikkelingsdomeinen(taal, rekenen, motoriek of sociaalemotionele ontwikkeling) -of waarbij een stimulering vanuit het gezin wordt geconstateerd of een andere sociale indicatie aanwezig is waardoor het risico op achterstanden groot is. Het bepalen van de doelgroep in de voorschoolse periode Versiedatum: 25 augustus 2015 Documenteigenaar: directeur
Pagina 10 van 22
Stichting Kindcentrum Oldebroek Peuter opvang www.skgo.nl
[email protected] Tel.nr. 038-376234
Pedagogisch Beleid Peuteropvang Document: beleid
Vanuit het consultatiebureau -Wanneer er door het consultatiebureau een achterstand wordt geconstateerd wordt er met de ouders gesproken dat het goed is voor het kind dat het een aanbod krijgt in de voorschoolse educatie en wordt doorverwezen naar een voorziening voor voorschoolse educatie. -Ouders wordt aangegeven op welke locaties er VVE wordt aangeboden en er wordt een locatiekeuze gemaakt. -Het consultatiebureau stelt de indicatie vast en neemt contact op met de locatie. Vanuit de voorschoolse voorziening -Wanneer een pedagogisch medewerker een mogelijke achterstand constateert wordt dit met de ouders besproken. Hierbij wordt aangegeven dat het consultatiebureau betrokken wordt. -Het consultatiebureau heeft contact met de peuteropvang en komt het kind observeren en bespreken en stelt aan de hand van de observatie/bespreking een indicatie vast. Op de voorschoolse voorziening Als een kind dat op een voorschoolse voorziening opvang geniet, naar de mening van de pedagogisch medewerker, in overleg met de leidinggevende, in aanmerking komt voor een VVE-programma, neemt de pedagogisch medewerker/ leidinggevende met toestemming van de ouders, contact op met het consultatiebureau met het verzoek een VVE-indicatie af te geven. De keuze voor een brede doelgroep maakt het mogelijk om peuters met verschillende achterstanden te bereiken. Er kunnen verschillende oorzaken zijn voor het ontstaan van een achterstand.
Bij achterstand wordt gekeken naar de gebieden: taal en sociaal- emotionele ontwikkeling, en daarnaast ook rekenen en motoriek. Als er sprake is van vertraagde taalontwikkeling, kan zich dit uiten in: - achterblijvende woordenschat - onduidelijke of gebrekkige (uit)spraak - overwegend gebruik van één- of twee woord zinnen - het niet begrijpen van eenvoudige opdrachten - het onvoldoende antwoorden op eenvoudige vragen - het niet communiceren met andere kinderen - het niet of met moeite tot spel komen Als er sprake is van sociaal-emotionele problemen, kan zich dit uiten in: - gebrekkige zelfstandigheid - zich niet aan regels en aanwijzingen houden - afwijkend/niet leeftijdsadequaat gedrag - problemen met de sociale omgang - boosheid en agressie Toeleiding Het streven is om 100% van de doelgroepkinderen te bereiken en hen een gestructureerd VVE programma aan te bieden. Hiervoor is het wel belangrijk dat de doelgroepkinderen ook daadwerkelijk bereikt worden en dus de peuteropvang bezoeken. Dit wordt gestimuleerd door contacten tussen consultatiebureau en SPO. Vanuit het consultatiebureau wordt het peuteropvang bezoek en het nut ervan nadrukkelijk onder de aandacht van ouders gebracht. In geval van zorgen rondom Versiedatum: 25 augustus 2015 Documenteigenaar: directeur
Pagina 11 van 22
Stichting Kindcentrum Oldebroek Peuter opvang www.skgo.nl
[email protected] Tel.nr. 038-376234
Pedagogisch Beleid Peuteropvang Document: beleid
een kind neemt het consultatiebureau – met toestemming van ouders – contact op met de peuteropvang organisatie. Doel is om eventuele belemmeringen voor deelname aan de peuteropvang waar mogelijk weg te nemen of te beperken. Landelijk en gemeentelijk beleid Vanuit het Rijk worden in het kader van het Onderwijsachterstandenbeleid gelden beschikbaar gesteld voor Voor- en Vroegschoolse Educatie. Doel hiervan is om kinderen al op jonge leeftijd zodanig te ondersteunen dat zij zonder achterstand op de basisschool kunnen starten. Het accent ligt op de taalontwikkeling, maar ook andere ontwikkelingsgebieden (sociaal-emotioneel, cognitief en motorisch) krijgen in de VVE aanpak nadrukkelijk aandacht. De Vroegschoolse onderwijs gelden zijn opgenomen in de bekostigingssystematiek van het basisonderwijs; de gelden voor het Voorschoolse deel worden vanuit het Rijk aan gemeentes beschikbaar gesteld. Iedere gemeente maakt zelf een keuze welke partijen worden ingezet om het voorschoolse deel van de VVE uit te laten voeren. Binnen de gemeente Oldebroek is deze taak toevertrouwd aan o.a. de peuteropvang van Stichting Peuterspeelzalen in de gemeente Oldebroek. Het landelijk beleid geeft richting aan beleidskeuzes m.b.t. VVE programma, betrokkenheid ouders, doorgaande lijn tussen de voorschoolse voorziening en het basisonderwijs, deskundigheid van de pedagogisch medewerkers, etc. Werkwijze Op alle locaties van SPO werken we met Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). Als basis voor onze VVE werkwijze wordt gewerkt met een VVE programma, Peuterplein. Peuterplein is een compleet programma voor educatie aan peuters. Het bestaat uit verschillende leermiddelen zoals prentenboeken, een schootboek, themakaternen en een handpop. Peuterplein stimuleert alle ontwikkelingsgebieden die voor peuters belangrijk zijn: taal, voorbereidend rekenen, bewegen, expressie, muziek en sociaal-emotionele ontwikkeling. Peuterplein is eenvoudig in het gebruik. Bij de keuze van het programma is gekeken naar een methode die zoveel mogelijk aansluit bij de programma’s van de verschillende basisscholen in de gemeente. Kinderen die in aanmerkingen komen voor VVE wordt, i.p.v. twee dagdelen, drie dagdelen aangeboden. De ouders betalen een gereduceerde ouderbijdrage. Binnen deze drie dagdelen worden de peuters extra gestimuleerd in hun ontwikkeling. Meer in algemene zin doordat de peuter vaker (min of meer) hetzelfde aanbod krijgt; een peuter leert m.n. door herhaling. Meer specifiek doordat de peuter binnen een klein groepje of individueel extra aandacht krijgt van de pedagogisch medewerker. 5.2.1 Ouderbetrokkenheid Het VVE intakegesprek heeft plaats met de pedagogisch medewerker van de groep waar het kind op dat moment in zit. Zij informeert de ouders over de (verplichte)deelname aan VVE; dat betekent ook een verplicht bezoek van het 3edagdeel. Een zogenaamde ouderbrief wordt bij elk nieuw thema meegegeven aan de ouders met startwoorden (2-3 jr), basiswoorden en evt. uitbreidingswoorden (3-4jr). Uiteraard rekening houdend met de thuistaal. Het peuterplein dagprogramma lig klaar ter inzage voor de ouders. Regelmatig worden er foto's gepresenteerd aan de ouders van gedane activiteiten. Ouders worden regelmatig op de hoogte gebracht van de ontwikkeling van hun kind. Er worden regelmatig boeken uitgeleend aan de kinderen met de bedoeling dat ouders/verzorgers hieruit samen met de kinderen voorlezen/lezen. Ouders worden betrokken, gestimuleerd een spelletje/boekje/puzzeltje enz. met de kinderen te doen bij binnenkomst. Informatie verstrekking over de thema’s vindt o.a. plaats tijdens koffie-ochtenden Versiedatum: 25 augustus 2015 Documenteigenaar: directeur
Pagina 12 van 22
Stichting Kindcentrum Oldebroek Peuter opvang www.skgo.nl
[email protected] Tel.nr. 038-376234
Pedagogisch Beleid Peuteropvang Document: beleid
Daarnaast worden ouders in oudergesprekken ingelicht over VVE en de rol van de ouders hierin. Ook worden zij indien mogelijk uitgenodigd om bij de warme overdracht aanwezig te zijn. Zij kunnen dan horen wat er over hun kind besproken wordt. Op de peuteropvang wordt gewerkt met uitleen van prentenboeken, passend bij het thema van dat moment. Deze boeken worden in de groepen behandeld en er wordt over gepraat en er worden opdrachten rond het boek uitgevoerd. Dit boek wordt ook mee naar huis genomen. Ouders worden ingelicht hoe te werken met het prentenboek. Op deze manier worden de ouders ook bij de taalstimulering betrokken. 5.2.2 Kwaliteit van de educatie Aan de hand van een jaarplanning volgen we het peuterplein programma. Werken met een doelgerichte themaplanning per week. Er is een opbouw in moeilijkheidsgraad. 5.2.3 Pedagogisch klimaat De pedagogisch medewerkers gaan respectvol met de kinderen om, stellen duidelijke pedagogische gedragsgrenzen, stimuleren de sociale vaardigheden en zelfstandigheid van de kinderen. De inrichting van het lokaal is afgestemd op het thema. 5.2.4 Educatief handelen Pedagogisch medewerkers stemmen de educatieve werkwijze op elkaar af. De vaardigheden van de pedagogisch medewerkers worden regelmatig bekeken, indien nodig getoetst d.m.v. kwaliteitsmonitor of video-opnamen. De interactie tussen de kinderen wordt gestimuleerd door de pedagogisch medewerkers. Zij reageren responsief op gedrag en ‘taal’ van de kinderen. Met niveauverschillen wordt rekening gehouden, deze verschillen zijn ‘bekend’ bij de pedagogisch medewerkers. Door regelmatig te observeren en het peutervolgsysteem bij te houden, zo nodig stimuleringsplan. 5.2.5 Ontwikkeling, begeleiding zorg Dit doen we door het peuterplein volgsysteem in te vullen, regelmatig te observeren evt. een stimuleringsplan op te stellen voor het kind dat dit nodig heeft. Kinderen die opvallen n.a.v. de reguliere observatie wordt een uitgebreidere observatie gedaan, n.a.v. de achterstand worden doelen opgesteld en geëvalueerd, hiervoor wordt het stimuleringsmodel gebruikt. Bij kinderen met een taalachterstand kan een extra toets worden afgenomen. De pedagogisch medewerker, die een achterstand signaleert, start het stimuleringsplan op. In overleg met de VVE medewerkers wordt dit plan bijgesteld en geëvalueerd. 5.2.6 Inbedding in bredere zorgketen De pedagogisch medewerkers weten welke kinderen extra zorg nodig hebben. Stimuleren het gebruik van externe zorg als dit gewenst is en er vindt regelmatig overleg plaats met de contactpersoon van Icare, op locaties of telefonisch. De pedagogisch medewerker blijft de ontwikkeling van de kinderen met extra zorg bijhouden en verzamelt dit in het dossier van het kind. 5.2.7 Kwaliteitszorg binnen de voor-/vroeg school De coördinator wordt op de hoogte gehouden van de ontwikkeling van de VVE- en zorgkinderen en zal hier zelf ook regelmatig naar informeren. Voor elk kind dat dit nodig heeft, wordt gekeken of er plek is in de VVE groep. Versiedatum: 25 augustus 2015 Documenteigenaar: directeur
Pagina 13 van 22
Stichting Kindcentrum Oldebroek Peuter opvang www.skgo.nl
[email protected] Tel.nr. 038-376234
Pedagogisch Beleid Peuteropvang Document: beleid
De resultaten van de VVE-zorgkinderen zullen regelmatig bekeken worden. We nemen onze verbeterpunten n.a.v. het inspectie bezoek mee in ons beleid. 5.2.8 Doorgaande lijn Er is regelmatig contact tussen de bassischool en peuteropvang. De leidinggevenden SKO/SPO en pedagogisch medewerker hebben contact met de basisscholen. Elke pedagogisch medewerker brengt het overdrachtsformulier naar de desbetreffende school. Bij VVE-zorg kinderen geldt een warme overdracht, van tevoren wordt er een telefonische / mondelinge afspraak met school gemaakt. Contact met scholen wordt verder uitgebreid. Wens is hetzelfde ontwikkelingsprogramma (respectievelijk: peuterplein-kleuterplein) op alle peuterspeelzalen en basisscholen. 5.3 Volgen en signaleren SKO werkt met een overdrachts/observatieformulier. Vóórdat een peuter de opvang de eerste keer bezoekt, heeft de ouder/verzorger het ‘welkom’ formulier ingeleverd, waarin de ouder/verzorger de algemene gegevens van het kind doorgeeft en ook de aanvullende bijzonderheden. Daarnaast kan de ouder/verzorger aangeven hoe hoever het kind is in de ontwikkeling van de verschillende ontwikkelingsgebieden. Als een peuter drie jaar is, wordt er een eerste observatie door de pedagogisch medewerker gedaan. Tijdens deze observatie worden alle ontwikkelingsgebieden bekeken en het overdrachtsformulier ingevuld . Aan de hand van deze observatie wordt met de ouders/verzorgers besproken hoe het met hun peuter gaat op de peuteropvang. Een tweede observatie vindt tussen de 3 jaar en 9 maanden en 4 jaar plaats. Deze observatie dient als basis voor de overdracht richting basisschool (zie verder par. 5.1.4). Als blijkt dat er zorgen zijn over de ontwikkeling van de peuter, zal de pedagogisch medewerker in eerste instantie haar bevindingen bespreken met ouders. Daarnaast kan zij deze bevindingen bespreken met haar directe collega’s en/ of de jeugdverpleegkundige van het consultatiebureau. Er kan indien dit nodig bevonden is een verwijzing bij het CJG aangevraagd worden. Na akkoord van het CJG kan het kind in een VVE groep geplaatst worden. Andersom levert CJG ook VVE verwijzingen aan en wordt de desbetreffende peuter in de VVE groep geplaatst. De pedagogisch medewerker zal vervolgens een stimuleringsplan opstellen waarin beschreven wordt welke acties zij zal ondernemen en wat hiervan het verwachte effect zal zijn. Dit plan wordt vervolgens uitgevoerd en geëvalueerd. Het werken met een stimuleringsplan is in 2012 ingevoerd op alle locaties. Als het stimuleringsplan niet het verwachte doel heeft bereikt, kan de pedagogisch medewerker hulp vragen van externe organisaties. Het resultaat van de observatie en bespreking kan variëren van tips voor de pedagogisch medewerkers op de groep tot het toe leiden van ouders naar externe hulpinstanties zoals b.v. IVH (Integrale Vroeg Hulp). Daarnaast is er de mogelijkheid om hulp in te schakelen via het CJG. Het inschakelen van externe deskundigen gebeurt alleen als ouders hiervoor hun toestemming verlenen. Ouders zijn en blijven altijd de eindverantwoordelijke als het gaat om hun kind. Om de zorg voor kinderen zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen, heeft de gemeente Oldebroek besloten tot invoering van het Elektronisch Signaleringssysteem (Verino) Versiedatum: 25 augustus 2015 Documenteigenaar: directeur
Pagina 14 van 22
Stichting Kindcentrum Oldebroek Peuter opvang www.skgo.nl
[email protected] Tel.nr. 038-376234
Pedagogisch Beleid Peuteropvang Document: beleid
In dit registratiesysteem worden alle (potentiële) risicokinderen geregistreerd. Zo registreren bureau Jeugdzorg, Icare en GGD, scholen (basis- en voortgezet onderwijs), maatschappelijk werk en politie in Verino. De leidinggevenden zijn verantwoordelijk voor het invoeren. 5.4 Overdracht naar de basisschool SKO vindt het belangrijk dat alle peuters goed starten op de basisschool. Om de afstemming tussen peuteropvang en basisonderwijs goed te laten verlopen werken wij met een overdracht. Deze overdracht is gebaseerd op de twee observaties binnen ons peutervolgsysteem. Alle ontwikkelingsgebieden komen hierbij aan de orde. De pedagogisch medewerker beschrijft per ontwikkelingsgebied of er bijzonderheden zijn. Deze schriftelijke overdracht wordt besproken met ouders/ verzorgers. Na hun toestemming wordt deze overgedragen naar de basisschool van hun keuze. Als er zorgen zijn (geweest) over de ontwikkeling van de peuter doen wij een zgn. warme overdracht. De schriftelijke overdracht wordt dan mondeling toegelicht door de pedagogisch medewerker. 5.5 Het overbrengen van waarden en normen aan de kinderen Door opvoeding, opleiding en levenservaring ontwikkelt ieder mens zijn eigen waarden en normen. Zowel volwassenen als kinderen brengen, bewust of onbewust, waarden en normen over. Waarden en normen dragen bij aan de vorming van ons mens-zijn. Wij hechten grote waarde aan de sociale en emotionele ontwikkeling van de aan ons toevertrouwde kinderen. Wij besteden bewust aandacht aan het overdragen van algemene waarden en normen, welke maatschappelijk geaccepteerd zijn. De vorming van de persoonlijkheid van ieder kind zal hierin te allen tijde worden gerespecteerd. Er wordt respectvol en zorgvuldig omgegaan met de achtergronden van kinderen, ouders en pedagogisch medewerkers. Er is aandacht voor relaties tussen kinderen onderling en tussen pedagogisch medewerkers en kinderen. 5.6 Het functioneren in de groep Binnen de groep ontmoet ieder kind andere kinderen en volwassenen. De groep biedt veel uitdagingen aan het kind. Kinderen leren sociale vaardigheden, zoals naar elkaar luisteren, delen van aandacht, elkaar helpen en elkaar troosten, omgaan met regels en conflicten. De pedagogische medewerker leidt de interactie tussen kinderen in goede banen. Er wordt bewust aandacht besteed aan het ontwikkelen van een groepsgevoel. 5.6.1 Ontwikkeling positief zelfbeeld en zelfvertrouwen Ieder kind krijgt individuele aandacht rekening houdend met leeftijd en behoeften van het kind. Binnen de grenzen van redelijkheid en veiligheid blijft er altijd aandacht en ruimte voor het eigen initiatief en de eigen wil van het individuele kind. Kinderen worden middels spel, deelname aan activiteiten, vertellen en voorlezen bewust van de omgeving en hun plaats daarin. Geleidelijk aan worden de grenzen verlegd tussen wat een kind wel al zelf kan en wat nog niet en het stimuleren van het kind hierin. Het kind wordt geprezen en gewaardeerd voor wat het al kan of voor wat het doet. Door op deze wijze het kind te begeleiden in zijn ontwikkeling, wordt het steeds zelfstandiger en leert het zichzelf te redden in onverwachte of veranderende situaties. Pedagogisch medewerkers schenken bewust aandacht aan het versterken van de eigenwaarde van het kind. 5.6.2 Ontwikkeling zelfrespect en respect voor anderen Pedagogisch medewerkers hechten grote waarde aan de betrokkenheid van de kinderen bij de zorg voor de dagelijkse gang van zaken binnen de groep. Er wordt gezamenlijk gegeten en gedronken, er wordt samen gespeeld en samen opgeruimd, samen gepraat en samen gezongen. Kinderen wordt geleerd rekening te houden met elkaar en met de volwassenen, Versiedatum: 25 augustus 2015 Documenteigenaar: directeur
Pagina 15 van 22
Stichting Kindcentrum Oldebroek Peuter opvang www.skgo.nl
[email protected] Tel.nr. 038-376234
Pedagogisch Beleid Peuteropvang Document: beleid
voor elkaar te zorgen en iets voor elkaar over te hebben. We leren kinderen zich mede verantwoordelijk te voelen voor de ruimte en de materialen. In de omgang met elkaar ontwikkelen de kinderen een gevoel van respect voor zichzelf en voor anderen en leren ze verantwoordelijkheid dragen voor eigen handelen. 5.6.3 Omgaan met emoties In de omgang met andere kinderen en met pedagogisch medewerkers krijgen kinderen de ruimte om emoties te tonen. Zij kunnen boos of verdrietig zijn, zij kunnen uitgelaten blij zijn of behoefte hebben om even alleen te zijn. Pedagogisch medewerkers streven ernaar kinderen deze emoties te laten uiten. Emoties, zowel positieve als negatieve, zullen bespreekbaar worden gemaakt. Pedagogisch medewerkers streven ernaar om zo adequaat mogelijk in te spelen op de emotionele uitingen van kinderen. Om kinderen te troosten is het bieden van een gevoel van geborgenheid van groot belang. Een huilend kind zal in principe onmiddellijk worden getroost. Enthousiast en uitgelaten gedrag van een kind wordt beantwoord. 5.7 De verzorging van kinderen Bij het verzorgen van de kinderen in de peuteropvang wordt grote waarde gehecht aan een veilige en gezonde omgeving. 5.7.1 Materiële en immateriële veiligheid Deze veilige omgeving wordt enerzijds geschapen door de inrichting van de ruimte, waarbij rekening wordt gehouden met de voorschriften ten aanzien van ergonomie, hygiëne en veiligheid. Deze voorschriften zijn nader genoemd in hoofdstuk 4 van dit beleidsplan en zullen voor een deel eveneens worden vastgelegd in een aantal protocollen en werkinstructies welke in het kwaliteitshandboek van SPO staan . In dit verband zijn te noemen: het calamiteitenplan (aangepast aan de feitelijke situatie per peuteropvang ), een instructie ten aanzien van het zorgdragen voor een hygiënische wijze van bereiden, behandelen en verpakken/bewaren van eet- en drinkwaren (voor zover dit van toepassing is) en een instructie ten aanzien van het op een doeltreffende wijze handelen in geval van ziekte en ongevallen van kinderen. Anderzijds wordt een veilige en geborgen omgeving gecreëerd door het bieden van structuur en duidelijkheid. Een vaste structuur en duidelijke grenzen, welke anders kunnen zijn dan de regels die thuis worden gehanteerd, vinden wij belangrijk voor de ontwikkeling van het kind. Pedagogisch medewerkers hebben een belangrijke rol in het structureren van de omgeving van het kind. Door een vaste overzichtelijke dagindeling met vaste rituelen, een overzichtelijke ruimte en duidelijke regels voelen kinderen zich veilig en kunnen ze zich optimaal ontwikkelen. 5.7.2 Specifieke toepasbaarheid Iedere peuteropvang locatie en iedere groep kent haar eigen specifieke inrichting, dagindeling en regels. Omdat VVE-doelgroepkinderen drie dagdelen naar de peuteropvang kunnen komen, is het mogelijk dat zij met verschillende pedagogisch medewerkers en/of groepsruimtes te maken krijgen. Afstemming over bijv. dagritme en groepsregels zijn daarom van groot belang. In het informatieboekje van de betreffende peuteropvang staat o.a. kort beschreven hoe de werkwijze, de dagindeling en de afspraken binnen deze specifieke peuteropvang locatie zijn. Tevens is vastgelegd de afspraken die met de school zijn gemaakt omtrent het aansluiten bij de identiteit van de school en wat de peuteropvang daaraan kan bijdragen. 5.8 Het scheppen van spel- en ontwikkelingsmogelijkheden De ontwikkeling van een kind vindt gelijktijdig op verschillende gebieden plaats. Door het zorgvuldig en afgestemd op het ontwikkelingsniveau van de kinderen aanbieden van spel- en ontwikkelingsmogelijkheden, trachten de pedagogisch medewerkers een zo optimaal mogelijke bijdrage te leveren aan de totale ontwikkeling van de kinderen. Versiedatum: 25 augustus 2015 Documenteigenaar: directeur
Pagina 16 van 22
Stichting Kindcentrum Oldebroek Peuter opvang www.skgo.nl
[email protected] Tel.nr. 038-376234
Pedagogisch Beleid Peuteropvang Document: beleid
De wijze waarop en de mate waarin een kind zich kan ontwikkelen worden niet alleen bepaald door het aanwezige speelgoed en de activiteiten die met de kinderen worden ondernomen; ook de groepssamenstelling en de inrichting van de binnen- en buitenruimte van het kindercentrum hebben hierop hun invloed. 5.8.1 Groepssamenstelling Een peuteropvang groep van SPO bestaat uit maximaal 14 kinderen. Op de groep wordt gewerkt door 2 gekwalificeerde pedagogisch medewerkers. De pedagogisch medewerker is eindverantwoordelijk voor het inhoudelijke aanbod, de werkwijze op de groep en het volgen van de ontwikkeling van de peuters. De pedagogisch medewerker is ook degene die de oudergesprekken, behorend bij het peutervolgsysteem, voert. Bij eventuele zorgen omtrent de ontwikkeling is zij verantwoordelijk voor de contacten met ouders, evt. in overleg met de leidinggevende. Daarnaast werken we op de peuteropvang met stagiaires (HW, SPW, HBO pedagogiek en snuffelstages van VMBO) Situatie per 1 januari 2015 De peutergroepen bestaan maximaal uit 16 kinderen met 2 beroepskrachten en bij minder dan 8 kinderen 1 beroepskracht. Peuteropvang De Bron 5 ochtenden geopend. Peuteropvang de Rank 4 ochtenden geopend. Peuteropvang Meidoorn 3 ochtenden geopend. Peuteropvang Uilenhorst 3 ochtenden geopend. Peuteropvang Nassau 3 ochtenden geopend. Peuteropvang Kukeluussien 4 ochtenden geopend Peuteropvang Timotheüsschool 3 ochtenden geopend. Peuteropvang Regenboogschool 3 ochtenden geopend. Peuteropvang Roezemoes 5 ochtenden geopend Voor de visie op accommodatie in relatie tot het pedagogisch beleid, zie Handboek Kwaliteit, rubriek: Fysieke Omgeving en Materiaal. 5.8.2 Inrichting van de groepsruimtes en verlaten van de stamgroep Bij de inrichting van onze peuteropvangruimtes zorgen we ervoor dat de peuters voldoende ruimte en mogelijkheden hebben om ervaringen op te doen en kennis te maken met verschillende (spel-)materialen. De peuters kunnen meestal zelf de materialen kiezen én pakken waarmee ze willen spelen. In de groepsruimtes zijn verschillende hoeken ingericht. We vinden het belangrijk dat de peuter (en zijn ouders) zich welkom voelt op de Peuteropvang, een peuter moet zich veilig voelen bij de pedagogisch medewerkers en in de ruimte. Pas daarna kan het kind spelen en zich ontwikkelen. Peuters worden ’s ochtends in eigen ruimte ontvangen door de pedagogisch medewerkers. Regelmatig minimaal 1x per dagdeel wordt de vaste ruimte verlaten en gaan de pedagogisch medewerkers met de kinderen naar een speellokaal en/of naar buiten. Op sommige locaties spelen de peuters tegelijkertijd buiten met de kleuters De pedagogisch medewerkers van SPO blijven verantwoordelijk voor de peuters. 5.8.3 Inrichting van de buitenterreinen Iedere peuteropvang locatie heeft een buitenterrein, de één wat groter dan de ander. De buitenterreinen zijn veilig en goed afgeschermd. Kinderen hebben de kans tot klimmen, klauteren, fietsen, rennen, verstoppen, enz. Iedere peuteropvang heeft een zandbak waarin de kinderen kunnen spelen. Er zijn voldoende plaatsen met schaduw. 5.8.4 Spelontwikkeling Spelen is een manier om de wereld te ontdekken en te ordenen. Door te spelen ontwikkelen kinderen zich op allerlei terreinen: sociaal-emotioneel, cognitief, motorisch, creatief en Versiedatum: 25 augustus 2015 Documenteigenaar: directeur
Pagina 17 van 22
Stichting Kindcentrum Oldebroek Peuter opvang www.skgo.nl
[email protected] Tel.nr. 038-376234
Pedagogisch Beleid Peuteropvang Document: beleid
verbaal. In hun spel en in de aangeboden activiteiten komen kinderen ook in contact met de omgeving van de peuteropvang en worden zij zich bewust van een wereld die steeds groter wordt. De peuteropvang van SKO is ingesteld op de behoeften van de kinderen om zich spelenderwijs –zowel individueel als groepsgewijs - te uiten en de wereld om hen heen te verkennen. 5.8.5 Spel en speelgoed Aanwezige speel- en spelmaterialen welke aan de kinderen worden aangeboden, sluiten aan op de ontwikkeling en interesses van de kinderen en zijn gericht op het opdoen van ervaringen. De keuze van het speelgoed en de wijze waarop de groepsleiding het speelgoed aanbiedt en met de kinderen meespeelt, zijn medebepalend voor de ontwikkeling van het kind en voor de wijze waarop het kind zich kan uiten. Het speelgoed dat wordt aangeboden geeft mogelijkheden tot zowel individueel als groepsspel en er is voldoende evenwicht tussen makkelijk en moeilijk en tussen druk en rustig spelen. Het aangeboden speelgoed is multifunctioneel en nodigt uit tot fantasiespel. De kinderen kunnen oefenen met wat zij kennen uit de wereld van de volwassenen. De poppen worden aangekleed, er wordt af gewassen en de auto moet in de garage worden gerepareerd. 5.9 Omgaan met gebeurtenissen Ieder kind kan te maken krijgen met gebeurtenissen die van invloed zijn op het functioneren of op de ontwikkeling. Een kind kan bijvoorbeeld ernstig ziek worden, er kunnen problemen in de gezinssituatie zijn of er kan sprake zijn van een stoornis of achterstand in de ontwikkeling. Deze gebeurtenissen kunnen klein van aard zijn en met wat extra zorg en aandacht of wat kleine aanpassingen kan het kind geholpen worden. Echter, er komen ook situaties voor die de pedagogisch medewerkers en/of ouders niet eenvoudig opmerken of die zo ernstig van aard zijn, dat professionele hulp en zorg van buiten de peuteropvang noodzakelijk is. 5.9.1 Toegankelijkheid van de opvang De peuteropvang van SKO is in principe toegankelijk voor alle kinderen, dus óók voor kinderen die worden bedreigd in hun functioneren of waarvan de ontwikkeling niet overeenkomstig de ontwikkeling van leeftijdsgenootjes verloopt. Oorzaken kunnen gelegen zijn in een verstandelijke of lichamelijke beperking, of te maken hebben met een thuissituatie. Hierbij dient als uitgangspunt te worden vermeld, dat deelname aan de peuteropvang wel recht moet doen aan het kind en een positieve bijdrage moet leveren aan diens ontwikkeling. Daarnaast moeten beperkingen in de ontwikkeling van een kind niet zodanig zijn, dat hierdoor het welzijn of functioneren van andere kinderen in de groep wordt bedreigd. 5.9.2 Vastlegging van het beleid Het beleid en instructies rond het signaleren en begeleiden van problemen tijdens de opvang, hoe te handelen bij vermoeden van kindermishandeling, hoe te handelen bij ziekte en ongevallen en hoe te handelen in geval van overlijden, zijn vastgelegd in het handboek Kwaliteit . 5.9.3 Signalerende en preventieve verantwoordelijkheid De pedagogisch medewerkers hebben een signalerende en een preventieve verantwoordelijkheid ten aanzien van de ontwikkeling van de kinderen die aan hun zorg zijn toevertrouwd. Zij zijn alert op veranderingen in het gedrag en op eventuele achterstanden in de ontwikkeling van kinderen in relatie tot de ontwikkeling van leeftijdgenootjes. Middels observaties, verslaglegging en kind besprekingen - zowel binnen het team als met de ouders wordt de ontwikkeling van ieder kind nauwlettend gevolgd en vastgelegd (zie verder par. 5.1.3: volgen en signaleren). 5.9.4 Beleid inzake overlijden Versiedatum: 25 augustus 2015 Documenteigenaar: directeur
Pagina 18 van 22
Stichting Kindcentrum Oldebroek Peuter opvang www.skgo.nl
[email protected] Tel.nr. 038-376234
Pedagogisch Beleid Peuteropvang Document: beleid
Als het gaat om het omgaan met gebeurtenissen die de ontwikkeling van het kind betreffen, neemt het overlijden van een kind, een gezinslid van het kind of een pedagogisch medewerker daarin een zeer nadrukkelijke plaats in. Het beleid van SPO inzake overlijden is gericht op het handelen van de leiding in geval van een dergelijk overlijden. Een instructie waarin beschreven staat hoe te handelen in geval van overlijden van een kind, een gezinslid van het kind of een pedagogisch medewerker is opgenomen in het handboek. De instructie besteedt aandacht aan de begeleiding van de kinderen als ook aan de begeleiding van ouders. Hierbij wordt terdege rekening gehouden met de ontwikkeling van de kinderen en daarmee met datgene wat kinderen op een bepaalde leeftijd kunnen bevatten en begrijpen. 6. Contact met ouders Pedagogisch medewerkers hebben de taak om hun bezorgdheid met ouders te delen. Ouders kunnen ook met vragen ten aanzien van de ontwikkeling van hun kind bij de pedagogisch medewerkers terecht. Het bespreekbaar maken van een probleem kan al een geruststellend effect hebben op de ouders. Samen met de ouders en eventueel in samenwerking met andere instanties kan de peuteropvang meewerken aan een oplossing van het probleem. 6.1 De ouder als klant Ouders zijn primair verantwoordelijk voor de zorg en opvoeding van hun kinderen. Deze verantwoordelijkheid blijven zij dragen, ook als zij hun peuters voor een bepaalde tijd aan de zorg van de peuteropvang toevertrouwen. De pedagogisch medewerker neemt de directe zorg en opvoeding waar op het moment dat het kind op de opvang is. Ouders krijgen de gelegenheid om – binnen de mogelijkheden die de peuteropvang biedt – bijzonderheden met betrekking tot de zorg en opvoeding van hun peuter over te dragen aan de pedagogisch medewerker(s). De pedagogisch medewerker zal serieus ingaan op verzoeken van ouders, maar houdt ook altijd het belang van het kind en van de andere kinderen in de groep goed in de gaten. M.b.t. het aanbod van peuteropvang heeft de ouder als klant de mogelijkheid te kiezen uit verschillende dagdelen bij die locatie, die het dichtstbijzijnde is bij het woonadres van de ouder.- of naar keuze zie par.3.1In geval van bijzondere gezinsomstandigheden waarbij het noodzakelijk is om de ouder te ontlasten c.q. te ondersteunen, is het mogelijk dat op indicatie van bijvoorbeeld het consultatiebureau of de huisarts, een kind met voorkeur wordt geplaatst. Ditzelfde geldt overigens als het voor de ontwikkeling van het kind noodzakelijk is om de plaatsing zo snel mogelijk in te laten gaan. 6.2 Samenwerking met ouders Wij vinden het belangrijk dat ouders betrokken zijn bij wat er op de peutergroep gebeurt. In het belang van het kind wil de pedagogisch medeweker ook graag geïnformeerd worden over zaken in de thuissituatie, voor zover dit het welzijn en welbevinden van het kind betreft. Deze betrokkenheid en uitwisseling van informatie gebeurt in principe dagelijks bij het brengen en halen van de kinderen. Pedagogisch medewerkers streven ernaar tijd en aandacht te hebben voor ieder kind en zijn ouders. Kind en ouders worden goed ontvangen en er is tijd om informatie over het kind uit te wisselen. Bij het ophalen worden ouders geïnformeerd over wat er binnen het dagdeel heeft plaatsgevonden. Ook zijn er intensieve contacten met de ouders tijdens het intakegesprek en gesprekken behorend bij het peutervolgsysteem. Via nieuwsbrieven, thema- c.q. ouderavonden worden ouders geïnformeerd over het pedagogisch handelen in de praktijk. 6.3 Tevreden ouders Tevreden ouders zijn ouders die met vertrouwen hun kind naar de opvang brengen en die betrokken zijn bij de leefwereld van hun kind daar. Versiedatum: 25 augustus 2015 Documenteigenaar: directeur
Pagina 19 van 22
Stichting Kindcentrum Oldebroek Peuter opvang www.skgo.nl
[email protected] Tel.nr. 038-376234
Pedagogisch Beleid Peuteropvang Document: beleid
SKO heeft zich ten doel gesteld om een keer in de drie jaar een tevredenheidsonderzoek onder ouders af te nemen. In dit tevredenheidsonderzoek kunnen ouders hun mening geven over zaken als de kwaliteit van het aanbod op de peuteropvang, het pedagogisch beleid, de accommodatie, speelmogelijkheden en hygiëne, etc. 6.4 Medezeggenschap/Oudercommissie Op iedere peuteropvang locatie van SPO hebben we een Oudercommissie. De OC denkt mee over: de uitvoering van het kwaliteitsbeleid, het pedagogisch beleid, risico inventarisatie veiligheid en gezondheid, openingstijden, vaststelling of wijziging van een klachtenregeling, wijziging van de prijs van de kinderopvang ondersteunt de pedagogisch medewerkers in het organiseren van feesten als Sinterklaas, schoolreisjes, acties e.d. De OC is bevoegd de houder ongevraagd advies te geven over de onderwerpen waar de oudercommissie adviesrecht heeft volgens reglement OC. 7. Personeel Wij hechten veel waarde aan goed personeel. Goed in de zin van opleiding en ervaring, maar ook goed in de zin van enthousiast en gemotiveerd. Ouders mogen verwachten dat hun kinderen op een deskundige en vriendelijke wijze worden begeleid. De functies van pedagogisch medewerker en leidinggevende zijn verantwoordelijke en veelomvattende functies. Dit vraagt om een goede basis van opleiding en ervaring. 7.1 Deskundigheid Conform de geldende wet- en regelgeving voldoen de pedagogisch medewerkers aan de vastgestelde opleidingseisen. De pedagogisch medewerkers zijn in het bezit van een gericht MBO/HBO diploma. De leidinggevende heeft een afgeronde HBO-opleiding of een gelijkwaardig niveau verkregen door middel van werkervaring en opleiding. Alle taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van iedere functionaris, zijn vastgelegd in een functieomschrijving. Regelmatig worden de medewerkers bijgeschoold op zowel pedagogisch gebied als ook op hun vaardigheden m.b.t. communicatie, brandpreventie, ziekte en ongevallen, enz. Het pedagogisch handelen, de organisatie en uitvoering in de praktijk en de aansturing van dit alles door de hoofdleidsters en coördinator zijn onderwerpen die in teamvergaderingen en/ of bijeenkomsten aan de orde komen. De pedagogisch medewerkers worden geschoold om m.n. de VVE beter vorm te kunnen geven. 7.2 Personele bezetting Streven is om voor elke peuteropvang vaste pedagogisch medewerker(s) in te plannen. In principe kunnen zij geen vrije dagen opnemen buiten de schoolvakanties. Bij ziekte of andere redenen van afwezigheid wordt er naar gestreefd om zoveel mogelijk de pedagogisch medewerker te vervangen door een voor de peuters bekend gezicht. Naast de medewerkers in vaste of tijdelijke dienst zijn er ook stagiaires aan de teams toegevoegd. Zij worden, gericht op hun opleiding, deskundig begeleid door pedagogisch medewerkers. Eén en ander staat beschreven in het stagebeleid, (‘beroepspraktijkvorming’ in het kwaliteitshandboek). Er zijn enkele vrijwilligers binnen de opvang werkzaam. 7.3 Overlegstructuur Er zijn verschillende vormen van overleg binnen de SPO. Op locatieniveau vinden er teamvergaderingen, kindbesprekingen en/of activiteitenoverleg plaats. In een teamvergadering wordt de algemene gang van zaken binnen de peuteropvang besproken. In de kind besprekingen bespreken de pedagogisch medewerkers de ontwikkeling van de kinderen binnen de peuteropvang. Zorgkinderen worden besproken, plannen van aanpak geëvalueerd en evt. bijgesteld. Versiedatum: 25 augustus 2015 Documenteigenaar: directeur
Pagina 20 van 22
Stichting Kindcentrum Oldebroek Peuter opvang www.skgo.nl
[email protected] Tel.nr. 038-376234
Pedagogisch Beleid Peuteropvang Document: beleid
In een activiteitenoverleg bespreken teamleden onderling hoe invulling wordt gegeven aan het activiteitenprogramma. De leidinggevende stuurt het teamoverleg aan. Dit overleg is gericht op een brede vertaling van beleidsvoornemens en beleidsbesluiten naar de praktijk en andersom. Hierin worden ook uitvoerende zaken besproken. Op beleidsniveau is er overleg tussen de directie van SKO en de coördinator. Er is regelmatig overleg met de scholen om de doorgaande lijn, het pedagogisch beleid, het VVE beleid en andere punten zoals ouderbetrokkenheid, samenwerking bij thema’s en activiteiten en praktische zaken op elkaar af te stemmen. 8. Samenwerking met andere belanghebbenden Onder belanghebbenden wordt in deze verstaan: al die personen en partijen die vanuit een klantrelatie, opdrachtrelatie of afstemmings- c.q. samenwerkingsrelatie betrokken zijn bij de activiteiten van de peuteropvang van SPO. Ouders De samenwerking en afstemming met ouders is in dit pedagogisch beleidsplan beschreven onder hoofdstuk 6. Gemeente Middels de subsidierelatie voor zowel het reguliere peuterspeelzaalwerk/peuteropvang als ook het VVE aanbod, is er sprake van een intensieve samenwerking tussen gemeente en SPO. Daarnaast is de samenwerking ook gebaseerd op een gedeelde maatschappelijke verantwoordelijkheid van beide organisaties. De gemeente heeft een toezichthoudende taak t.a.v. de omvang, de kwaliteit en het functioneren van de aangeboden peuteropvang . De gemeente heeft het toezicht op de kwaliteit gedelegeerd aan de GGD. Primair onderwijs De samenwerking met het primair onderwijs betreft verschillende terreinen: Overdracht van peuteropvang naar basisscholen; tevens voor zorgkinderen warme overdracht Ontwikkeling samenwerking in het kader van brede school ontwikkeling. Gezamenlijk gebruik van ruimtes binnen diverse basisscholen t.b.v. buitenschoolse opvang en / of peuteropvang Doorgaande leerlijn Jeugdgezondheidszorg Evt. organisatie thema-avonden voor ouders in het kader van opvoedingsondersteuning Deelname aan project zorgcoördinatie Afstemming en overleg inzake toeleiding peuters naar peuteropvang Bibliotheek Project Boekenpret: aanbod van voorleesmateriaal t.b.v. Taalontwikkeling Identiteit van de peuteropvang Op de peuteropvang zijn alle kinderen welkom, ongeacht achtergrond of geloofsovertuiging. De peuteropvang groepen van SPO zullen zoveel mogelijk aansluiten bij de identiteit van de basisschool waar opvang aangeboden wordt. Hiermee komen we tegemoet aan de wensen van de ouders en is een afspiegeling van de levensovertuiging de inwoners van deze kernen.
Versiedatum: 25 augustus 2015 Documenteigenaar: directeur
Pagina 21 van 22
Stichting Kindcentrum Oldebroek Peuter opvang www.skgo.nl
[email protected] Tel.nr. 038-376234
Pedagogisch Beleid Peuteropvang Document: beleid
Dit houdt in de praktijk in dat er regelmatig een verhaal uit de bijbel verteld wordt met behulp van prentenboeken. Ook worden er, naast de ‘gewone’ liedjes, christelijke peuterliedjes aangeleerd, en daarbij zal worden gekeken welke liedjes er in de onderbouw van de basisscholen gezongen worden, om ook op deze manier een doorgaande lijn te creëren. Uiteraard zal er ook aandacht besteed worden aan de christelijke feestdagen d.m.v. een verhaaltje, liedjes en waar mogelijk een werkje. Dit alles in een lichte, speelse vorm die passend is bij de leeftijd van de kinderen en een aanvulling is op het reguliere dagprogramma. 9. Procedures en reglementen 9.1 Privacyreglement In het totale proces van inschrijving en plaatsing komen medewerkers van SPO veelvuldig in contact met privacygevoelige informatie. Te denken valt hierbij aan persoonsgegevens, informatie omtrent personen (zowel kinderen als gezinsleden), etc. Het registreren en inzien van deze informatie is noodzakelijk voor een goede opvang en/of is vereist vanuit de wet- en regelgeving. Vanzelfsprekend zullen de medewerkers van SPO zeer zorgvuldig met deze informatie omgaan en zich hierbij houden aan het privacyreglement zoals dat binnen de organisatie wordt gehanteerd. Dit reglement maakt deel uit van het handboek kwaliteitszorg en ligt ter inzage op alle peuterspeelzalen. 9.2 Klachtenreglement Soms kunnen de belangen van ouders en leiding van de peuteropvang of van SPO als overkoepelende organisatie met elkaar in botsing komen. Wanneer een ouder/verzorger een klacht heeft, moet de peuteropvang erop gericht zijn het signaal goed op te vangen en ervoor zorgen dat er op korte termijn actie wordt ondernomen om tot een oplossing te komen.
Het beleid ten aanzien van het omgaan met en de behandeling van klachten staat beschreven in het klachtenreglement in het kwaliteitshandboek. SKO is aangesloten bij sKK: stichting klachten commissie Kinderopvang. Ouders kunnen hier te allen tijde, onafhankelijk terecht voor het melden van een klacht. SKO streeft er echter naar om een klacht direct en zelf af te handelen. 9.3 Protocol kindermishandeling Iedere organisatie welke werkt met kinderen heeft vanuit de wetgeving de verplichting om een protocol kindermishandeling te hanteren. Kindermishandeling betreft niet alleen fysieke mishandeling, maar ook geestelijke mishandeling, seksueel misbruik en verwaarlozing. Het protocol kindermishandeling: zie handboek kwaliteit.
Versiedatum: 25 augustus 2015 Documenteigenaar: directeur
Pagina 22 van 22