Pedagogisch beleid
Pedagogische beleid SKCMB Versie: november 2011
1
Pedagogisch beleid
Inhoudsopgave Woord vooraf………………………………………………………………………….. Visie…………………………………………………………………………………... Samen opgroeien………………………………………...……………………… Vertrouwde relaties……………………………………………………………... Competenties van kinderen…………………………………………………….. 4 pedagogische basisdoelen…………………………………………………….. Onze manier van werken……………………………………………………….. Ontwikkelingsgericht werken………………………………………………….. Samenwerken……………………………………………………………………
Pedagogische beleid SKCMB Versie: november 2011
p3 p4 p5 p5 p7 p8 p9 p 11 p 14
2
Pedagogisch beleid
Woord vooraf Dit pedagogische beleidsplan is het resultaat van de samenwerking tussen de stafmedewerker pedagogiek, de coördinatoren, de pedagogisch medewerkers van de groepen van de locaties en de oudercommissies. Binnen onze peuterspeelzalen (PSZ), kinderdagopvang (KDO) en buitenschoolse opvang (BSO) werken wij met de volgende 3 pedagogische stukken: 1. PSZ, BSO en KDO werken allemaal samen vanuit dezelfde pedagogische visie 2. Het algemeen pedagogisch beleid 3. Op iedere groep of locatie is er een werkplan aanwezig De tussenschoolse opvang (TSO) werkt volgens onze pedagogische visie. Het gevoerde beleid wordt in samenspraak met de desbetreffende basisschool bepaald. Door het naleven van onze visie en het beleid bieden wij ieder kind datgene waar het recht op heeft. Namelijk op liefde, bescherming, de mogelijkheid zich naar eigen kunnen te ontwikkelen, professionele opvang en een veilige omgeving. Het pedagogisch beleid is bedoeld om onze manier van werken te delen met: - Ouders/verzorgers - Pedagogisch medewerkers (vanaf nu pm-ers) - Andere medewerkers van SKCMB Om samen te zorgen dat we inhoudelijk hetzelfde naleven en uitstralen, namelijk het beste voor het kind!
Met vriendelijke groet, Medewerkers Stichting Kindercentra Midden – Brabant.
Pedagogische beleid SKCMB Versie: november 2011
3
Pedagogisch beleid
Pedagogische visie Samen opgroeien! Wij bieden ouders de mogelijkheid, om op onze specifieke manier, de zorg voor hun kind(eren) te combineren met werk of andere activiteiten. Binnen de verschillende vormen van opvang werken we samen zodat een kind op kan groeien en zich optimaal kan ontwikkelen. Samen doen wij dit door de volgende punten uit te dragen; - Het kind staat centraal - Een kind wordt in zijn waarde gelaten en met respect behandeld. Ieder kind wordt serieus genomen en krijgt verantwoordelijkheid naar draagkracht. - Een kind is uniek. Ieder kind ontwikkeld zich op zijn eigen manier. - Een kind is een sociaal wezen Het kind leert veel van interacties en ervaringen opdoen, alleen en samen met anderen. - Een kind is leergierig, nieuwsgierig en enthousiast. Ieder kind leert op een volstrekt unieke manier en in eigen tempo. - Ouders / verzorgers kennen hun kind(eren) het aller beste. Om als kindercentrum een volwaardige schakel in de opvoeding te kunnen zijn, is communicatie en samenwerken essentieel. Wij vinden het erg belangrijk dat ouders actief betrokken zijn, op de hoogte blijven, meedenken en meedoen! Het uitdragen van de visie doen we op onze manier en daarbij staat het kind staat centraal.
Pedagogische beleid SKCMB Versie: november 2011
4
Pedagogisch beleid
Pedagogische visie verder in beeld Pedagogische visie verder in beeld1: • Samen opgroeien • Vertrouwde relaties: - Wennen - Aandachtspedagogisch medewerkers • Competenties van kinderen • 4 pedagogische basisdoelen • Onze manier van werken: - Grenzen stellen en het corrigeren van gedrag - Inrichting van de ruimtes - Ontwikkelingsgericht werken - Thematisch- en methodisch werken met Puk&Ko en Uk&Puk - Dagritme kaarten & rituelen • Samenwerken: - Samenwerken binnen de organisatie - Ouders/verzorgers Samen opgroeien Onder samen verstaan wij het kind, de ouder/verzorger en de organisatie. Samen opgroeien, zo prettig en optimaal mogelijk! Hoe? Vanuit onze visie staat het kind centraal. Daarnaast wordt ieder kind en elke ouder/verzorger in zijn waarde gelaten en met respect behandeld. Dit is de basis voor een goede samenwerking in het proces van samen opgroeien. Hoe dit in zijn geheel vorm krijgt in de praktijk is te lezen in de visie, in dit beleidsstuk en in de werkplannen op de groepen en locaties. Vertrouwde relaties Een kind dat zich veilig (geborgen) voelt, voelt zich goed en heeft energie / vrijheid om te leren en zich te ontwikkelen, samen in een groep met andere kinderen. Een warme, vertrouwde relatie tussen pm-er en kind wil zeggen dat het kind weet dat er goed voor hem of haar wordt gezorgd en dat hij of zij wordt gerespecteerd. Voor het gevoel van eigenwaarde van een kind is het heel belangrijk dat het voelt dat het ‘er mag zijn’. Wij vinden het belangrijk dat een kind ervaart dat het goed is zoals het is, en dat het niet gaat om wat het (al) kan of hoe het zich gedraagt. Veiligheid geeft vertrouwen en is een gunstige omstandigheid om zelfvertrouwen en een goed gevoel van eigenwaarde te ontwikkelen. In onze visie is dit terug te lezen als: “Ieder kind wordt serieus genomen en krijgt verantwoordelijkheid naar draagkracht.” 1
In dit beleidstuk wordt er concreet naar de pedagogische visie verwezen wanneer het dik en cursief gedrukt staat.
Pedagogische beleid SKCMB Versie: november 2011
5
Pedagogisch beleid
Onderdeel van een groep zijn geeft kinderen een gevoel van vertrouwdheid en saamhorigheid. Daarnaast geven bekende handelingspatronen zoals dagritme en rituelen een gevoel van veiligheid en verbondenheid aan kinderen. Aangezien de wereld om kinderen heen nieuw en onvoorspelbaar is, hechten wij veel waarde aan een duidelijk dagritme, rituelen en het consequent herhalen van gebruiken. Op deze manier proberen wij samen een goede balans aan te brengen in aan de ene kant uitdaging en aan de andere kant een veilig pedagogisch klimaat. Wennen Ieder kind, ouder / verzorger went op zijn of haar eigen manier. Ieder kind is uniek. Een dagverblijf of peuterspeelzaal is vaak het eerste moment dat ouders/verzorgers een kind achterlaten in, voor beide, een nieuwe omgeving. Een kind weet helemaal niet wat het te wachten staat wanneer het voor het eerst opgevangen wordt binnen het kindercentrum of een peuterspeelzaal. Omdat het kind nog niet abstract kan denken / nog geen grotere gehelen kan overzien, wordt er veel aandacht besteed aan het afscheid nemen. Belangrijk is dat het een duidelijk afscheid is, daarom gaan we bijvoorbeeld samen zwaaien. Door de gevoelens van het kind en de ouders/verzorgers serieus te nemen en samen te werken met de ouders/verzorgers, zullen het kind en ouders/verzorgers kunnen wennen aan de nieuwe situatie. Zie voor verdere informatie protocol wennen en het werkplan van de groep / locatie. Aandachtspedagogisch medewerker Alle kinderen worden gekoppeld aan een aandachtspedagogisch medewerker (aandachtspmer). Praktisch is dit als volgt vorm gegeven: Alle kinderen worden verdeeld over de vaste pm-ers van een groep. Iedere pm-er is dus verantwoordelijk voor het extra ‘in het oog houden’ van een x aantal kinderen. De pm-er zorgt ervoor dat een kind zo nodig besproken wordt tijdens kindbesprekingen, is verantwoordelijk wanneer er evt. extra zaken geregeld dienen te worden en is de eerste contactpersoon voor ouders/verzorgers wanneer er aanleiding/ behoefte voor is. Zodra er extra zorg nodig is rondom een kind loopt dit altijd via de aandachtspm-er en de coördinator van de locatie. Wij hebben hiervoor gekozen omdat ieder kind uniek is en recht heeft om gezien te worden en de aandacht te krijgen die het nodig heeft binnen de grenzen van de groep. In principe wordt er zowel op KDO, PSZ en BSO met aandachtspm-ers gewerkt. Bij een aantal BSO’s is er nog een differentiatie aangebracht, namelijk het werken met emotieborden. Het idee hierachter is dat de BSO kinderen al ouder zijn en zelf aan kunnen geven hoe het met hen gaat. Een stukje verantwoordelijkheid voor het kind. Het kan zelf aangeven hoe het zich voelt (bijvoorbeeld: blij, boos, verdrietig, moe, verveeld, pestbui). Voor de pm-er geeft het een duidelijk beeld van hoe het kind zich voelt.
Pedagogische beleid SKCMB Versie: november 2011
6
Pedagogisch beleid
Competenties van kinderen 0-4 jaar georiënteerd
“Een kind is leergierig, nieuwsgierig en enthousiast. Ieder kind leert op een volstrekt unieke manier en in eigen tempo. “ Ontwikkelen en leren lijkt bij jonge kinderen vanzelf te gaan. Ontwikkelen is een proces, dat in de meeste gevallen niet te versnellen of te vertragen is. Wel kunnen de omstandigheden waarin het proces plaatsvindt zo gunstig mogelijk worden gemaakt. Kinderen ontwikkelen zich in interactie met hun sociale omgeving. Deels ligt de loop van de ontwikkeling genetisch vast. Maar ouders en pm-ers hebben van begin af aan grote invloed op die ontwikkeling. Het opvoeden, ontwikkelen en leren wordt in een bepaalde richting geleid. In het pedagogisch kader kindercentra 0 – 4 jaar2 worden de competenties als volgt beschreven: Emotionele competenties
KIJK, IK MAG ER ZIJN Het gevoel er te mogen zijn en op andere te kunnen vertrouwen ontstaat bij kinderen in relatie met andere mensen.
Sociale competenties
KIJK, WE DOEN HET SAMEN Ook sociale competenties ontstaan in relatie met andere mensen.
Motorisch –zintuiglijke competenties
KIJK, IK KAN ’T ZELF, HET LUKT ME Jonge kinderen hebben een aangeboren drang om dingen zelf te doen.
Cognitieve competenties
KIJK, IK VOEL, IK DENK EN ONTDEK Jonge kinderen zijn kleine ontdekkers. Ze willen hun wereld snappen; hun sociale wereld, hun gevoelswereld en de natuur. Ze verruimen hun wereld door nieuwe ontdekkingen.
Taal en communicatieve competenties
LUISTER, IK KAN HET ZELF ZEGGEN Zelfs de aller jongste kinderen hebben vaardigheden om zichzelf kenbaar te maken. Geluidjes, brabbelen, kijken, oogcontact e.d. Rond het eerste jaar komt taal erbij. De taal van kinderen is aanvankelijk zeer beperkt, maar effectief voor de goede verstaander.
Morele competenties
KIJK, IK BEN EEN LIEF, GOED KIND Jonge kinderen willen er graag bij horen en verlangen naar goedkeuring. Ze zijn ontvankelijk voor regels en gezamenlijke rituelen. Ze leren gehoorzamen en zichzelf gehoorzamen (ze worden minder impulsief).
Expressieve en beeldende competenties
KIJK, IK KAN DANSEN, ZINGEN EN IETS MAKEN Ritmes, bewegingen en zanggeluid maken hoort bij de natuur van mensen. Evenals zich uit te drukken in materie, door verven, tekenen, kleien, dingen maken en versieren. Plezier in schoonheid, eigen lijf en samenzijn zijn hiermee verbonden.
Onder competentie wordt verstaan een samenhangend geheel van: motivatie en houding, kennis en inzicht, en vaardigheden. Aangezien we op het niveau van het kind willen aansluiten, zijn de competenties vanuit het kind beschreven. De praktijk is zo ingericht dat de pm-ers spelenderwijs middels deze competenties, bewust kinderen kunnen observeren, stimuleren en begeleiden.
2
Singer, E. en Kleerekoper, L. (2009) “Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar”. Maarsen: Elsevier.
Pedagogische beleid SKCMB Versie: november 2011
7
Pedagogisch beleid
4 pedagogische basisdoelen 4-12 jaar georiënteerd
De 4 pedagogische basisdoelen staan sinds 2005 in de beleidsregels kwaliteit kinderopvang. Deze worden nageleefd en uitgevoerd binnen de gehele organisatie, bij de BSO worden ze letterlijk benoemd en gehanteerd. Bij de BSO ligt de nadruk op de volgende competenties3: - Fysieke en emotionele veiligheid - Persoonlijke competenties - Sociale competenties - Overdracht van waarden en normen (socialisatie) Het eerste basisdoel is dat kinderen zich emotioneel en fysiek veilig voelen. Veilig voelen is een van de belangrijkste voorwaarden om optimaal te kunnen ontwikkelen. Een kind dat zich niet veilig voelt, trekt zich terug, durft niet te gaan ontdekken, gaat geen nieuwe contacten aan en kan dus niet profiteren van alle nieuwe kansen en uitdagingen die geboden worden. Het tweede basisdoel is het bevorderen van de ontwikkeling van persoonlijke competentie van het kind. Het gaat hier om zowel de ontwikkeling van de persoonlijkheid als om de ontwikkeling van hun talenten. Ook betekent het een eigen identiteit ontwikkelen en steeds beter weten wat je wel en niet wilt en kunt. Het derde basisdoel is dat kinderen hun sociale competentie kunnen ontwikkelen. Sociale competenties gaan over contacten met anderen in allerlei verschillende sociale situaties. Dit aspect is ook terug te vinden in onze visie: “Een kind is een sociaal wezen Het kind leert veel van interacties en ervaringen opdoen, alleen en samen met anderen.” Het vierde basisdoel waaraan gewerkt wordt is de socialisatie van kinderen. Kinderen moeten de kans krijgen om de normen en waarden te leren kennen van de samenleving waar zij deel van uit maken. Alle vier de basisdoelen zijn verweven in onze manier van denken en werken.
3
Bron: Riksen-Walraven 2004 (pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar) Pedagogische beleid SKCMB Versie: november 2011
8
Pedagogisch beleid
Onze manier van werken Iedere groep of locatie heeft een werkplan waar gedetailleerd in beschreven staat hoe er gewerkt wordt en waarom de groep/locatie daar samen bewust voor gekozen heeft. Hier wordt kort beschreven hoe wij over een aantal zaken denken. Het kind staat bij ons centraal, wordt in zijn waarde gelaten en met respect behandeld. Ieder kind is uniek en sociaal. Ook zijn alle kinderen, op hun eigen manier, leergierig, nieuwsgierig en enthousiast. Om dit in de praktijk tot uiting te brengen is sensitieve responsiviteit van de pm-er heel belangrijk. Sensitieve responsiviteit betekent dat de pm-ers gevoelig zijn voor wat het kind bezig houdt. Ze nemen signalen van het kind waar en reageren daarop. Ze laten merken dat ze het kind gezien hebben, waarderen, rekening houden met het kind en helpen als dat nodig is. Een mooie methode om sensitieve responsiviteit in de praktijk concreet te maken is de VAT methode, Volgen Aanpassen en Toevoegen. Volgen: Steeds bereid zijn het initiatief van het kind te volgen; - Kijken zo leer je het kind beter kennen en begrijpen - Wachten zo geef je het kind de tijd om te zeggen wat het voelt en leuk vindt - Luisteren zo kan je beter op het kind reageren Aanpassen: Dit doe je door samen te spelen, oog in oog te zijn met het kind en te laten weten dat je luistert, bv. door; - Nadoen - Vertalen - Toelichten - Vragen - Beurten verdelen Toevoegen Taal en ervaring worden toegevoegd door; - Nadoen - Vertalen - Aanvullen - Beschrijven - Uitleggen - Praten over hoe iets voelt - Doen alsof - Praten over wat gaat komen
Pedagogische beleid SKCMB Versie: november 2011
9
Pedagogisch beleid
Grenzen stellen en het corrigeren van gedrag Vanaf het moment dat kinderen gaan lopen en meer bewegingsvrijheid krijgen, moeten ze leren om zich aan bepaalde regels te houden. Voor hun veiligheid en voor de veiligheid van de omgeving. Het stoppen van het eigen gedrag kan voor kinderen soms moeilijk zijn. Daarom is het beter en makkelijker om hun gedrag om te buigen door het op iets anders te richten. Bij het stellen van grenzen, het aansturen of het corrigeren van gedrag, proberen we altijd attent te zijn op duidelijkheid, mimiek, toon, ontwikkeling en ervaring. Kinderen hebben concrete aanwijzingen nodig over wat ze wel mogen doen ofwel positief benaderen. Wanneer kinderen gecorrigeerd moeten worden zal dit naar draagkracht zijn. Ieder kind wordt op deze manier in zijn waarde gelaten. Wij gebruiken corrigeren i.p.v. straffen omdat we dit een positiever en duidelijkere term vinden. Grenzen opzoeken en overschrijden is namelijk een heel gezond fenomeen in de ontwikkeling van ieder kind. Inrichting van de ruimtes Kinderen zijn veel gevoeliger voor prikkels omdat hun zintuigen nog meer open staan en puurder zijn. Anders gezegd, kinderen zijn één en al waarnemingsorgaan en in die zin minder beschermd tegen de wereld om hen heen. Bij het aankleden van muren, vloeren en meubilair moet er dus rekening worden gehouden met het feit dat kinderen overprikkeld kunnen raken als er veel tegelijk te zien en te horen is. Een goed ingerichte ruimte (zowel binnen als buiten) nodigt kinderen uit tot spelen, ontdekken, gezellig samen of rustig alleen. Een kind is een sociaal wezen. Daarnaast schep je met een goed ingerichte ruimte de voorwaarden voor veiligheid, welzijn en het leren van de kinderen. Met de gekozen huisstijl en accent kleuren is het de bedoeling dat wanneer je een gebouw / groep binnenkomt van SKCMB het een prettige en warme sfeer uitademt. Het is de bedoeling dat kleuren en de inrichting van de ruimte, de functie van de ruimte ondersteund en niet blokkeert. Daarnaast worden op alle groepen familiemuren / familiemappen aangelegd. De ervaring leert dat dit een uitstekend middel is om kinderen beter te laten wennen, zich thuis te voelen en het dient als prachtige gespreksstof tussen de kinderen en de pm-er. Ook proberen wij grote activiteiten en gebeurtenissen vast te leggen op foto’s of in digitale fotolijstjes. Door deze foto’s op te hangen of te tonen, zien ouders waaraan gewerkt is, weten ze waar de kinderen het over hebben en is ook dit een leuk gespreksonderwerp tussen kinderen, ouders en pm-er. Wij noemen dit het delen van een succeservaring.
Pedagogische beleid SKCMB Versie: november 2011
10
Pedagogisch beleid
Ontwikkelingsgericht werken Leer en speelmomenten kunnen verdeeld worden onder twee gebieden: 1. Verzorg – leergebied: wennen, eten en drinken, verschonen en slapen, overgangen tussen activiteiten. 2. Speelleer – gebied: bewegen en zintuiglijk ervaren, samenleven en samen spelen, taal en communicatie, natuur, ordenen en rekenen, muziek en dans en beeldende expressie. Van groot belang op dit vlak is dat kansen gecreëerd en kansen gegrepen worden! Spelen is: - Plezier - Verwerken - Bewegen - Sociale relaties - Leren - Ontwikkeling - Creatief zijn Soorten spel: - Rollen- of fantasiespel - Bewegingsspel - Exploratief spel (ontdekken) - Constructiespel (bouwen) - Creatief spel (uitbeelden) - Regelspel (spelen met spelregels) - Competitiespel - Coöperatiefspel (samenwerking staat voorop) Voor BSO kinderen is er nog een extra dimensie, BSO tijd zien wij namelijk als vrije tijd. Wel moet het volgende onderscheid gemaakt worden, BSO is niet vrijblijvend, maar een pedagogisch onderbouwde vrijetijdsvoorziening. Wij verstaan onder vrije tijd: - Zelf kiezen - Initiatief nemen - Eigen interesses volgen - Geen directe bemoeienis van volwassenen - Je mogen vervelen Met een pedagogisch onderbouwde vrijetijdsvoorziening wordt bedoeld dat er in die ‘vrije tijd’ inhoudelijk gewerkt wordt. In de praktijk komt dit als volgt tot uiting: - Thematisch werken - Oog voor de ontwikkeling van het kind (4-12 jaar) - De ruimte is bewust ingericht in een aantal hoeken (als de ruimte het toelaat) - Bewuste leeftijdverdeling (wanneer de locatie het toelaat)
Pedagogische beleid SKCMB Versie: november 2011
11
Pedagogisch beleid
Thematisch- en Methodisch werken met Puk&Ko en Uk&Puk Plezier, interesse en betrokkenheid zijn de belangrijkste voorwaarden om tot leren te komen. Een thema moet dus altijd aansluiten bij de belevingswereld van kinderen om zodoende tot een zo groot mogelijk leerrendement te komen. Door een steeds terugkerende vorm waarin een thema wordt opgebouwd, bied je de kinderen een stukje herkenbaarheid en daarmee een vertrouwd gevoel. Binnen onze organisatie wordt er thematisch gewerkt. De keuze voor welke thema’s gehanteerd worden is afhankelijk van de volgende zaken: - Het algemene levensritme wordt vastgehouden (seizoenen, feestdagen e.d.) - Binnen één locatie wordt er samenhang gecreëerd met het lopende thema - De vaste thema’s bij de methode Puk&Ko(PSZ) en Uk&Puk(KDO) worden zover mogelijk doorgetrokken Bij het vormgeven van het thematisch werken wordt goed gekeken naar een overzichtelijke structuur binnen een bepaalde locatie, i.v.m. de herkenbaarheid, structuur, duidelijkheid en veiligheid voor de kinderen. Door te vertellen wat er gebeurt en waar we mee bezig zijn, wordt o.a. de taalontwikkeling gestimuleerd en voegen we iets toe in het ervaren van liefde, veiligheid en voorspelbaarheid. Bij de methode Puk&Ko (PSZ) en Uk&Puk(KDO) wordt er veel gebruik gemaakt van de combinatie van woorden en zintuigen. Voorlees- en prentenboeken zijn essentiële ondersteuning, evenals rollenspelen en liedjes zingen. Deze komen terug in de vaste gebruiken en rituelen. Belangrijk is dat taal geassocieerd blijft met positieve aandacht. Zowel voor kinderen met een taalachterstand als voor anderstalige kinderen is het extra belangrijk dat onze lichaamstaal overeenkomt met wat we vertellen. Binnen de peuterspeelzalen en de 3+ groepen wordt er gewerkt met de methode Puk & Ko en Uk & Puk. Deze methode houdt rekening met verschillen in (taal)ontwikkeling binnen een groep. Daardoor is het niet alleen geschikt voor peuters met een taalachterstand, maar krijgen ook taalvaardige peuters voldoende uitdaging. Puk & Ko en Uk en Puk biedt kinderen tal van uitdagende activiteiten. Ze leren spelenderwijs en doen zelf ontdekkingen. Beide methodes werken met thema's die aansluiten bij de belevingswereld van het kind. De speelse activiteiten lokken interactie uit, waardoor een rijk taalaanbod ontstaat. Zo wordt er gericht ingespeeld op de ontwikkeling. De activiteiten passen perfect in het dagritme van een peuterspeelzaal of 3+ groep. Met deze methode werken wij met een pop: Puk. Puk woont op iedere groep waar kinderen komen van 0-4 jaar.
Pedagogische beleid SKCMB Versie: november 2011
12
Pedagogisch beleid
Dagritme kaarten & rituelen Pm-ers bieden kinderen veiligheid door de omgeving te structuren, door duidelijke regels te hanteren en met gewoontes en rituelen een voorspelbare en vertrouwde omgeving voor hen te creëren. De indeling van de ruimte en een bepaald dagritme maken de wereld voorspelbaar. Zonder vertrouwde patronen is de wereld chaotisch en kunnen jonge kinderen gemakkelijk in de war raken en angstig worden. Het doel van een ritueel: d.m.v. vertrouwde patronen duidelijkheid scheppen zodat je een veilige plek creëert waarin aandacht is voor het individu en het kind de ruimte heeft zelfstandig initiatief te nemen. Dit vinden wij belangrijk omdat ieder kind uniek is en er ruimte moet zijn voor de leergierigheid, nieuwsgierigheid en het enthousiasme van het kind. Kinderen van 0-4 jaar kunnen nog niet abstract denken en daarom is het goed om d.m.v. dagritme kaarten structuur aan te brengen in de dag. Iedere groep waar kinderen komen van 0-4 jaar wordt gewerkt met dagritme kaarten. Dit zijn afbeeldingen waar activiteiten op uitgebeeld staan. Zo heeft iedere groep eigen specifiek ontwikkelde kaarten en kaarten met de pop Puk erop. Een aantal voorbeelden van afgebeelde momenten: - Eten & drinken - Opruimen - Slapen gaan - Verjaardagen - Naar buiten / binnen gaan
Pedagogische beleid SKCMB Versie: november 2011
13
Pedagogisch beleid
Samen werken Zoals ook beschreven onder het kopje samen opgroeien, verstaan wij onder samen, het kind, de ouders/verzorgers en de organisatie. Samen opgroeien, zo prettig en optimaal mogelijk! Samenwerken binnen de organisatie Een goede samenwerking met collega’s maakt dat pm-ers met plezier naar hun werk gaan. Goede collega’s weten wat ze van elkaar kunnen verwachten, kunnen op elkaar rekenen en vullen elkaar aan. Kinderen zorgen elke dag voor verrassende en ontroerende momenten. Pm-ers halen voldoening uit hun werk door de ervaringen, reacties en het enthousiasme van de kinderen. Wel is het fysiek en mentaal zwaar werk en wordt er voortdurend een beroep op hen gedaan. Om naast de kinderen ook kracht en plezier uit het werk te halen is teamwork van groot belang. Belangrijke onderdelen van teamwork zijn: - Elkaar steunen - Goede overdracht - Positieve sfeer in het team - Feedback geven - Gemeenschappelijke visie - Afspraken maken - Taakverdeling - Benut en respecteer elkaars kwaliteiten - Dagelijks overleg - Elkaar aanvullen en inspireren Belangrijke aspecten van de algemene beroepshouding vinden wij: - Warmte - Reflectie - Een onderzoekende, open houding - Vertrouwen - Eerlijkheid - Een voorbeeld zijn voor kinderen, voorbeeld en voorleef functie Samenwerken binnen de organisatie doen we door het kind centraal te stellen, open te communiceren en voor elkaar klaar te staan. Ouders/verzorgers Goede communicatie tussen ouders/verzorgers en pm-ers is cruciaal! Hierdoor kunnen ouders/verzorgers en pm-ers namelijk de verschillende leefwerelden voor het kind ‘verbinden’. Het kind staat bij ons centraal en wij kijken bij het handelen altijd naar de behoefte van het kind. De manier van contact en inspraak, zoals staat beschreven in het schema op de volgende pagina, geeft goed weer hoe wij het graag zouden zien. Samen zullen we ervoor moeten zorgen dat, middels de oudercommissies, dit proces goed bewaakt wordt.
Pedagogische beleid SKCMB Versie: november 2011
14
Pedagogisch beleid BOinK, gebaseerd op ideeën van Jan Peeters
Kindbetrokkenheid Meeleven
Ouders begrijpen Ouders respecteren
Meedoen
Ouders kunnen aanwezig zijn
Meedenken
Ouders formuleren wensen i.v.m. hun kind Ouders kunnen meebeslissen over zaken die hun kind aangaan
Meebeslissen
Opvang betrokkenheid Informatieuitwisseling Afspraken Ouders kunnen meedoen aan activiteiten Ouders formuleren wensen t.o.v. opvang
Beleid betrokkenheid Informatie over beleidsmatige aspecten Ouders kunnen meedenken over beleidszaken Ouders formuleren wensen over beleid
Ouders kunnen meebeslissen over pedagogische, organisatorische en praktische zaken
Ouders kunnen meebeslissen over beleidsmatige aspecten
Pedagogische beleid SKCMB Versie: november 2011
15