Pedagogisch beleid
Herziene versie mei 2012
Peuterschool Houten
Inhoudsopgave Voorwoord
3
1. Inleiding
4
2. Opbouw van het pedagogisch beleidsplan
6
3. Uitgangspunten van het pedagogisch beleid 3.1. Functie van Peuterschool Houten 3.2. Visie op de ontwikkeling van peuters 3.3. Doelstelling Peuterschool Houten
8 8 9 11
4. Pedagogisch handelen 4.1. Ontwikkelingsstimulering 4.2. Verzorging 4.3. Waarden en normen 4.4. Volgen en signaleren
12 12 16 17 18
5. Ouders en Peuterschool Houten 5.1. Contact met ouders 5.2. Klachtenregeling en privacyprotocol
20 20 21
6. Externe contacten
23
2
Pedagogisch beleid Peuterschool Houten, herziene versie mei 2012
Voorwoord Voor u ligt het pedagogisch beleid van Peuterschool Houten opgesteld in februari 2009 en herzien in maart 2012. Op dat moment heeft Peuterspeelzaal Houten haar naam veranderd in: Peuterschool Houten. Daarmee wordt het educatieve karakter van Peuterschool Houten expliciet benadrukt. Het pedagogisch beleid is in 2009 tot stand gekomen onderleiding van Annelies de Jong, toenmalige beleidsmedewerker, door input te vragen op verschillende niveaus. Er zijn gesprekken gevoerd met de bestuursleden verantwoordelijk voor de verschillende identiteiten binnen Peuterschool Houten. Vanuit het kantoor van Peuterschool Houten is belangrijke input geleverd. Margreth Ooijen, directeur, heeft vanuit haar werk veel te maken met de diverse onderwerpen binnen het pedagogisch beleid. Zij heeft hierin aangegeven wat belangrijk en daarnaast ook praktisch werkbaar is. Voor de meer inhoudelijke discussie is een werkgroep van vijf leidsters samengesteld: Sandy Groenen, Elly den Hollander, Joan Petrus, Marion Piersma en Gelfke van Vliet. Op deze manier is de inbreng van alle peuterscholen gewaarborgd en sluit het aan op het werken van de leidsters in de dagelijkse praktijk.
Namens het bestuur en directie van Peuterschool Houten
Mei 2012
3
Pedagogisch beleid Peuterschool Houten, herziene versie mei 2012
1. Inleiding Peuterschool Houten gaat uit van de Stichting Peuterspeelzaal Houten. Deze is per 1 januari 2011 ontstaan uit vijf peuterspeelzaalstichtingen die in Houten tot dan actief waren. Stichting Peuterschool Houten is de enige stichting voor peutergroepen binnen de gemeente Houten. Meer dan 400 peuters spelen wekelijks op een van onze peutergroepen. Peuterschool Houten groeit steeds meer toe naar een professionele organisatie. Februari 2009 hebben de vijf stichtingen een gezamenlijk beleid ontwikkeld met betrekking tot onze pedagogische uitgangspunten en de vertaling hiervan naar de dagelijkse praktijk in onze omgang met de peuters op de peutergroepen. Naast onze dagelijkse praktijk op de peutergroepen wordt ook de relatie met de ouders en een aantal externe partijen (scholen, consultatiebureau) binnen Houten (verder) vastgelegd. Het pedagogisch beleidsplan biedt voor leidsters duidelijkheid over wat we doen, waarom we het doen en vormt een rode draad voor het bespreken van het dagelijks functioneren. Voor een goede implementatie zal het pedagogisch beleid regelmatig gebruikt worden, zoals tijdens de leidstervergaderingen, intervisie en de functioneringsgesprekken. Leidsters gaan hier ook zelf mee aan de slag in hun dagelijkse functioneren op de Peutergroepen. De leidsters gebruiken het in hun dagelijks werk: wat hebben we afgesproken en waarom doen we het zo. Voor de directeur geeft het pedagogisch beleid aanknopingspunten om de leidsters aan te sturen en te beoordelen. Daarnaast is het een instrument om te gebruiken bij het aannemen van nieuwe leidsters: wil en kan de sollicitant volgens het pedagogisch beleid werken. Ook voor het inwerken van nieuwe medewerkers zal het pedagogisch beleid als leidraad genomen worden. Het bestuur zal op basis van de hoofdlijnen uit het pedagogisch beleid de consequenties hiervan voor de overige beleidsterreinen bepalen. Voor de ouders geeft het pedagogisch beleid inzicht in het reilen en zeilen op de peutergroepen. Zij kunnen in het beleidsplan en werkplannen lezen hoe men met hun peuter omgaat: wat doen ze op de peutergroepen en vanuit welke ideeën wordt er gewerkt. In de werkplannen is een korte meer praktische vertaling gemaakt van het algemene pedagogische beleid waarin de identiteitgebonden accenten van de peutergroepen verder tot uiting komen.
4
Pedagogisch beleid Peuterschool Houten, herziene versie mei 2012
De werkplannen geven de ouders een kort en overzichtelijk beeld van de werkwijze van de peutergroepen. Het voor u liggende beleidsplan is leidend voor Peuterschool Houten. Naast het algemeen geldende pedagogisch beleid is er ruimte voor de identiteitgebonden aspecten van de verschillende peutergroepen. Deze identiteitgebonden aspecten of speciale werkwijze, kunt u terugvinden in de werkplannen. Waar nodig wordt in het pedagogisch beleidsplan een korte verwijzing gemaakt naar deze specifieke uitwerking of invulling hiervan door de betreffende peutergroep.
5
Pedagogisch beleid Peuterschool Houten, herziene versie mei 2012
2. Opbouw van het pedagogisch beleidsplan Als vertrekpunt is gekozen om in hoofdstuk 2 eerst de functies van de peutergroepen kort te bespreken, de gezamenlijke visie op ontwikkeling van kinderen en de doelstelling van Peuterschool Houten. Dit is de basis van het pedagogisch beleidsplan en dient als leidraad voor de verdere uitwerking van het beleid. Het pedagogisch beleidsplan is daarna onderverdeeld in verschillende aandachtsgebieden. Als uitgangspunt hiervoor is de pedagogische cirkel genomen. Deze cirkel is gebaseerd op de kwaliteitscirkel van het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW) en is terug te vinden in de Handleiding Kwaliteitszorg Kinderopvang (NIZW, 1994).
Pedagogische cirkel Omdat in de peutergroepen alles om de kinderen draait staat het pedagogisch handelen van de leidster in de cirkel (en in het beleidsplan) centraal. Dit wordt uitgewerkt in hoofdstuk 3. Het pedagogisch handelen omvat het stimuleren van de ontwikkeling, de verzorging van de peuters, het overbrengen van waarden en normen, het volgen van de ontwikkeling van de peuters en signaleren van eventuele ontwikkelingsachterstanden.
6
Pedagogisch beleid Peuterschool Houten, herziene versie mei 2012
Het contact en de samenwerking met ouders neemt een belangrijke plaats in en wordt behandeld in hoofdstuk 4. De ouders staan bewust tussen het pedagogisch handelen en de externe contacten: zij vormen de schakel tussen de peutergroepen en de “buitenwereld”. Zonder toestemming van de ouders wordt er geen informatie over het kind doorgegeven aan derden. In hoofdstuk 5 wordt de buitenste ring van de pedagogische cirkel uitgewerkt, de externe contacten van Peuterschool Houten. De laatste jaren heeft Peuterschool Houten steeds meer contact met externe partijen. Reden hiervoor is een ‘sluitende aanpak voor 0tot 6-jarigen’. Dit vraagt om afstemming en samenwerking tussen voorzieningen die gericht zijn op kinderen van 0 tot 6 jaar en hun ouders.
7
Pedagogisch beleid Peuterschool Houten, herziene versie mei 2012
3. Uitgangspunten van het pedagogisch beleid 3.1. Functie van Peuterschool Houten Vanuit de geformuleerde ambitieniveaus van de VNG ( Vereniging Nederlandse Gemeenten) is binnen Houten de keuze gemaakt voor ambitieniveau 1, waar nodig 2. Dit betekent dat binnen alle peutergroepen naast het spelen en ontmoeten expliciet aandacht wordt besteed aan de ontwikkeling van de peuters en het signaleren van eventuele ontwikkelingsachterstanden. Ambitieniveau 2 gaat nog een stap verder en sluit meer aan bij het onderwijs door naast spelen, ontmoeten, ontwikkelen en signaleren, de peuters ook te ondersteunen bij eventuele ontwikkelingsachterstanden. Locatie ‘De Meerkoet”en “Klavertje Vier” heeft nadrukkelijk een rol gekregen in de voor-en vroegschoolse educatie (VVE). Naast het signaleren van ontwikkelingsachterstanden bieden de leidsters ook daadwerkelijk begeleiding om deze achterstanden te bestrijden. De peutergroepen in Houten zijn een basisvoorziening voor alle peuters. Peuterschool Houten heeft een aanname en plaatsingsbeleid opgesteld. Hierin zijn de regels opgenomen met betrekking tot de aanmelding en plaatsing van de peuters. In principe staan de peutergroepen open voor alle peuters, mits deze peuters goed kunnen worden opgevangen in het groepsverband op de locaties. Voor het plaatsen van kwetsbare peuters, peuters met een ontwikkelingsachterstand of andere problematiek wordt zorgvuldig beoordeeld of de peutergroep daadwerkelijk de juiste plek is. Soms kan het nodig zijn om specifieke afspraken te maken en deze vast te leggen bij de aanname en plaatsing van de peuter. Ook bestaat de mogelijkheid om externe partijen in te zetten voor begeleiding of extra ondersteuning op de peutergroep. (bijv. rugzakje).
spelen Het spelen van de peuters is essentieel voor de ontwikkeling. Op de peutergroepen kunnen de kinderen zich al spelend ontwikkelen en de wereld om zich heen ontdekken. Veelzijdige en veilige speelmogelijkheden zijn de basisvoorwaarden om als peutergroep een functie te vervullen in het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen. De deskundige en professionele leidsters stimuleren de peuters om veelzijdige speelervaringen op te doen, zowel individueel als in groepsverband. Peuters leren daarnaast op speelse manier ook vaardigheden die later terugkomen op de basisschool: zoals in de kring zitten, aan tafel eten en drinken en samen knutselen.
ontmoeten Op de peutergroep ontmoeten peuters elkaar en leren ze in een veilige omgeving spelen met anderen onder deskundige leiding. Peuters die elkaar in een groep ontmoeten leren van elkaar, spelen samen, maken samen ruzie, beleven samen plezier, ontdekken veel en maken samen regels. Voor ouders is de peutergroep ook een belangrijke ontmoetingsplaats.
8
Pedagogisch beleid Peuterschool Houten, herziene versie mei 2012
Ouders komen elkaar tegen bij het halen en brengen van de peuter, ontmoeten elkaar bij een koffieochtend of bij uitstapjes van de peutergroepen.
ontwikkelen De peuterleeftijd staat in het teken van een stormachtige ontwikkeling. Peuterschool Houten wil een belangrijke rol spelen bij het stimuleren van die ontwikkeling. De leidsters hebben kennis van de ontwikkeling van peuters en ervaring in het omgaan met hen. Zij ondersteunen de peuters bij het spelen zowel individueel als in groepsverband en stimuleren hen daarbij in hun algehele ontwikkeling. Elke peuter wordt door systematische observatie in zijn ontwikkeling gevolgd. Met toestemming van de ouders draagt Peuterschool Houten de gegevens over de ontwikkeling van de peuter over aan het basisonderwijs. Als er zorgen zijn kan de basisschool hier direct op in springen. Belangrijk hierbij is dat bij de overdracht objectieve en duidelijke signalen worden doorgegeven. Op de basisschool kan de ontwikkeling die op de peutergroepen te zien was verder voortgezet worden, maar een peuter kan ook door de nieuwe omgeving een andere ontwikkeling laten zien.
signaleren De peutergroep is een vindplaats waar eventuele achterstanden en/of ontwikkelingsproblemen vroegtijdig gesignaleerd kunnen worden. De leidsters volgen de peuters en herkennen eventuele problemen in de ontwikkeling en het gedrag. Leidsters gaan in gesprek hierover met de ouders en stemmen samen af over een mogelijke aanpak. Voor ouders kan de peutergroep dienen als vraagbaak. Het is een laagdrempelige voorziening waar zij tips en adviezen kunnen krijgen, waar nodig verwijzen de leidsters door. Peuterschool Houten is partner in het lokaal jeugdbeleid; er is samenwerking en afstemming met bijvoorbeeld jeugdgezondheidszorg (JGZ) en het basisonderwijs. In verband met de privacy is voor het bespreken van zorgen rond peuters altijd toestemming nodig van de ouders.
ondersteunen Op de VVE groepen, “De Meerkoet en Klavertje Vier” wordt peuters met een taalachterstand extra ondersteuning geboden. Door middel van de methode Puk & Ko wordt op een systematische methode gewerkt aan de taalondersteuning. Het gaat hier om een kindgerichte, speelse en interactieve methode waarbij gewerkt wordt aan de hand van thema’s die flexibel ingezet kunnen worden. Het programma biedt activiteiten op verschillende niveaus.
3.2. Visie op de ontwikkeling van peuters Peuterschool Houten werkt vanuit onderstaande, gezamenlijke visie op ontwikkeling van peuters.
Elke peuter is uniek Kinderen verschillen in biologische aanleg, ontwikkelingstempo, uiterlijk, talige en culturele achtergrond en in de mate waarin de omgeving een gunstige ontwikkelingsvoorwaarde biedt. De ontwikkeling van een peuter is het resultaat van een wisselwerking tussen de
9
Pedagogisch beleid Peuterschool Houten, herziene versie mei 2012
mogelijkheden van de peuter en de omgeving waarin de peuter opgroeit en zijn ervaringen opdoet.
Een peuter is onbevangen, nieuwsgierig, onderzoekend en afhankelijk van de omgeving Peuters zijn van nature nieuwsgierig en gemotiveerd om te leren. Peuters zijn afhankelijk van de ondersteuning die de omgeving biedt om binnen deze ontdekkingsdrang ruimte te bieden en richting te geven. Dit houdt bijvoorbeeld in dat je een peuter ruimte geeft om te klimmen en te klauteren en hierin ook te ervaren dat je kunt vallen. Daarnaast waarschuw je de peuter voor echt gevaarlijke situaties en verbied je deze situatie ook. De onbevangenheid van de peuter heeft een groot voordeel: nieuwsgierigheid zet aan tot onderzoek, ontdekken en vragen stellen.
Een peuter doorloopt verschillende ontwikkelingsfasen Peuters doorlopen ontwikkelingsfasen binnen de verschillende ontwikkelingsgebieden die bij allemaal te herkennen zijn. Ontwikkelingsfasen worden gekenmerkt door biologische veranderingen, nieuwe sociale verwachtingen en persoonlijke keuzes. Door biologische veranderingen ontstaan nieuwe gedragsmogelijkheden. Dit zie je bijvoorbeeld bij het leren lopen en fietsen.
Voorbereidingsfase De periode van 0 – 6 jaar is niet alleen een voorbereidingsfase op het schoolse leren, maar ook op het goed functioneren in de maatschappij op latere leeftijd. Op deze leeftijd wordt de basis gelegd voor de latere ontwikkeling van de totale persoonlijkheid. Een brede ontwikkeling van vaardigheden ( sociale, emotionele, motorische, cognitieve, creatieve en zintuiglijke ontwikkeling) bij peuters is van groot belang. Het inlopen van een achterstand in de ontwikkeling die in deze periode is ontstaan wordt steeds moeilijker en zal naarmate de tijd vordert ook steeds meer inspanning kosten. In de leeftijd van 1,5 tot 4,5 jaar staat de ontwikkeling van autonomie, leren hanteren van impulsen, de sekse, rolidentificatie en omgang met leeftijdsgenootjes centraal. Zelfvertrouwen en zelfstandigheid groeien door te oefenen in het zelf te doen. Het stimuleren van de zelfredzaamheid vergroot de zelfstandigheid van de peuter. Een peuter die deze ontwikkeling goed doormaakt heeft vertrouwen in zichzelf en anderen. Zelfvertrouwen en veerkracht zijn de basis voor de verdere ontwikkeling op latere leeftijd.
Een peuter ontwikkelt zich ‘al spelend’ Spelen neemt in het leven van een peuter een heel belangrijke plaats in. Spelen is plezier hebben, spelen is leren. De functie van spelen is goed te illustreren aan de hand van voorbeelden: al spelend oefenen kinderen het hanteren van objecten en de plaats die objecten in de wereld van volwassenen hebben. Al spelend wordt de taalontwikkeling gestimuleerd. Al spelend onderhandelen de kinderen over sociale regels, de relatie tussen de peuters in de groep en het gedrag dat bij moeders, vaders, kinderen en andere sociale rollen hoort. Al spelend ontstaat de bewuste behoefte vaardigheden te leren beheersen en daarmee de motivatie om gericht te leren.
10 Pedagogisch beleid Peuterschool Houten, herziene versie mei 2012
Behoeften van de peuter Vanuit bovenstaande visie volgen de behoeften van de peuter: • behoefte aan veiligheid, zowel fysieke omgeving als pedagogisch klimaat • behoefte aan een uitdagende en stimulerende (speel)omgeving • behoefte aan (bij)sturing, met respect voor de eigenheid en autonomie van de peuter • behoefte aan succeservaringen, waardoor de peuter leert te vertrouwen op zichzelf en anderen, veerkracht verwerft en gemotiveerd raakt om specifieke vaardigheden te leren.
3.3. Doelstelling Peuterschool Houten Vanuit de hiervoor beschreven functies van Peuterschool Houten, de gezamenlijke visie op ontwikkeling van jonge kinderen en de behoeften van peuters is de onderstaande doelstelling geformuleerd. Peuterschool Houten stelt zich ten doel om peuters tussen twee en vier jaar in groepsverband in een veilige atmosfeer veelzijdige en passende speelmogelijkheden te bieden. Binnen een stimulerende en uitdagende omgeving is onder leiding van een deskundige leidster aandacht voor de algehele, brede ontwikkeling van de individuele peuter op verschillende terreinen. Uitgangspunt hierin: spelen is ontwikkelen.
11 Pedagogisch beleid Peuterschool Houten, herziene versie mei 2012
4. Pedagogisch handelen 4.1. Ontwikkelingsstimulering Ontwikkelingsgebieden Op de peutergroepen staat de peuter centraal waarbij hij de mogelijkheid krijgt zich spelenderwijs verder te ontwikkelen. Er wordt aandacht besteed aan deze ontwikkeling op de volgende gebieden: • sociale ontwikkeling: De peutergroep is een plaats waar de peuter (meestal) voor het eerst in een groep met anderen speelt. Hoewel peuters vaak nog naast in plaats van met elkaar spelen, krijgt het sociale aspect door het samen in de kring zitten en naar elkaar en de leidster luisteren gericht vorm. Ook het samen aan tafel eten en drinken en andere gezamenlijke activiteiten stimuleren de sociale ontwikkeling. Peuters krijgen oog voor elkaar en leren rekening te houden met elkaar. Ze leren binnen een veilige omgeving hun eigen grenzen te ontwikkelen, plezier te ervaren aan het samen ondernemen van dingen en een vertrouwde plaats in de groep te vinden. Op de peutersgroep wordt de peuter geaccepteerd zoals hij is, maar daarnaast wordt ook geleerd zich aan regels te houden. Regels met betrekking tot het samen spelen en het omgaan met het spelmateriaal. Positief gedrag wordt gestimuleerd door de peuter aandacht of een compliment te geven. • emotionele ontwikkeling: De peuter ontdekt dat hij een eigen “ik” heeft en los van de ouder iemand is met een eigen wil. Hij komt in een fase van ‘nee’ zeggen en zelf doen. De peuter reageert vaak direct en impulsief en laat heftige emoties zien. Hij kan zijn emoties vaak nog niet zo goed reguleren. Op de peutergroep is ruimte voor de emoties van de peuter, zijn gevoelens worden door de leidster serieus genomen. Door enerzijds positief en anderzijds begrenzend in te gaan op de verschillende emoties wordt het herkennen en adequaat uiten van eigen gevoelens gestimuleerd. Peuters verwerken hun emoties vaak door middel van het naspelen van gebeurtenissen. Ook het creatieve spel (met bijvoorbeeld water, zand, klei en verf) helpt de peuter om uiting te geven aan zijn emoties. Tevens leert de peuter tijdens het begeleide spel om emoties van andere kinderen te herkennen en om daar goed mee om te gaan. •motorische ontwikkeling: De peuter heeft een grote bewegingsdrang en onderzoekt de wereld waarbij zijn hele lichaam actief is. Om de grove motoriek te stimuleren wordt zowel binnen als buiten ruimte gecreëerd om onder andere te fietsen, klimmen en rennen. De fijne motoriek wordt geoefend door te knutselen en spelletjes te doen waarbij onder andere de oog-handcoördinatie belangrijk is. Bij het zingen is merkbaar dat de peuter dingen leert door met zijn hele lijf mee te doen. Liedjes met ondersteunende gebaren worden veel gezongen.
12 Pedagogisch beleid Peuterschool Houten, herziene versie mei 2012
• cognitieve ontwikkeling: Het denkvermogen wordt bij de peuter vanuit verschillende invalshoeken ontwikkeld. De peuter leert waar te nemen, te ordenen, en te sorteren door onder andere het voorlezen, het maken van puzzels, doen van spelletjes en door te werken met kleuren en vormen. De peuter leert spelenderwijs zelfstandig oplossingen bedenken, wat van groot belang is in de cognitieve ontwikkeling. Er is vanuit de leidster aandacht voor kennisoverdracht op het gebied van gezond eten en Binnen de VVE-locaties wordt gewerkt met een specifieke taalmethode. Door middel van thema’s die dicht bij de belevingswereld van peuters staan wordt de ontwikkeling van de taalvaardigheid sterk gestimuleerd. • creatieve ontwikkeling: De peuter heeft een rijke fantasie en is in staat steeds originele spelvormen te bedenken. Omdat peuters zich creatief uiten door vrij spelen en expressieactiviteiten (onder andere knutselen, zingen, dansen) is dit een belangrijk onderdeel in de dagindeling. De leidster geeft het kind zoveel mogelijk de ruimte, en stimuleert peuters die nog wat terughoudend zijn door zelf mee te doen en een voorbeeld te zijn. Binnen de creatieve ontwikkeling gaan het om de ervaring, niet om het resultaat. Bijvoorbeeld wanneer de peuter met lijm gaat werken, ervaart de peuter dat het plakt en je er iets mee vast kan maken. Of het werkje uiteindelijk wel of niet lijkt op het voorbeeld is minder van belang. • zintuiglijke ontwikkeling: De peuter wordt gestimuleerd zijn zintuigen bewust te gebruiken door het doen van spelletjes die het zien, horen, ruiken, voelen en proeven betreffen. Bijvoorbeeld door te spelen met water, zand en klei maar ook door bezig te zijn met andersoortige materialen (lijm, wol, papier) wordt de tastzin gestimuleerd. • zelfredzaamheid: De peuter leert steeds meer dingen zelf te doen. Om hierbij aan te sluiten stimuleert de leidster de zelfstandigheid en de zelfredzaamheid van de peuter. De peuter leert zelf zijn jas aan te trekken, een ruzie op te lossen, zelf zijn stoel in de kring zetten en leert om hulp te vragen als iets niet lukt. De leidster heeft aandacht voor wat de peuter al kan en sluit hierbij aan. Doordat de peuter ontdekt dat hij dingen zelf kan en hier een positieve reactie op krijgt groeit zijn zelfvertrouwen. Zelfvertrouwen is een voorwaarde om goed te kunnen ontwikkelen.
Basisvoorwaarden voor een goede ontwikkeling op de peutergroepen: Om ervoor te zorgen dat een peuter in een veilige en uitdagende omgeving kan spelen en zich verder kan ontwikkelen zijn de volgende basisvoorwaarden van belang: • deskundige leidster: De leidster op de peutergroep is gericht bezig met de ontwikkeling van de peuter. Zij zorgt voor een veilig en stimulerend pedagogisch klimaat en is verantwoordelijk voor het uitdagend inrichten van de ruimte en het aanbieden van passend spelmateriaal. De peuter wordt uitgedaagd tot het leren van nieuwe vaardigheden en wordt groepsactiviteiten aangeboden. De leidster zorgt voor
13 Pedagogisch beleid Peuterschool Houten, herziene versie mei 2012
de nodige rust en regelmaat in de groep. De leidster volgt de peuter, observeert en gaat in op zijn mogelijkheden. Zij heeft een belangrijke signalerende functie ten aanzien van de ontwikkeling van de peuter. Bij alles wat de peuter niet zo goed beheerst probeert de leidster het te stimuleren. De leidster volgt regelmatig bijscholingen om haar kennis te verdiepen en actueel te houden. • groepssamenstelling: Op de peutergroep spelen peuters tussen de 2 en 4 jaar oud. Een groep bestaat uit maximaal 15 peuters. Het streven is om verticaal gemengde groepen te hebben: meisjes en jongens van verschillende leeftijden zoveel mogelijk evenredig verdeeld. Binnen deze samenstelling hebben peuters aansluiting bij kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd en ontwikkeling en kunnen zij ‘jongere’ kinderen helpen en van oudere kinderen leren. In principe worden niet meer dan twee peuters jonger dan 2 jaar en 4 maanden in een groep geplaatst omdat jonge peuters over het algemeen meer begeleiding nodig hebben. Op deze manier kan de leidster de jonge peuters voldoende aandacht geven en is er daarnaast ook genoeg ruimte voor de rest van de groep. Peuters met een indicatie die extra zorg nodig hebben worden alleen geplaatst als leidster en groep voldoende mogelijkheden kunnen bieden. Bij het instromen van nieuwe peuters wordt rekening gehouden met de extra aandacht die een nieuwe peuter nodig heeft. In overleg met de leidster kan van de groepssamenstelling worden afgeweken. De VVE groepen hebben een enigszins afwijkende samenstelling. Per ochtend komen acht ´reguliere´ peuters (zij komen vanaf 2,5 jaar en spelen twee ochtenden per week) en acht ´doelgroep´ peuters. (Zij komen eveneens als ze drie jaar zijn en spelen drie ochtenden per week) • wennen: Voor de meeste peuters is de peutergroep de eerste stap op eigen benen en is het wel even wennen. Het eerste contact van de peuter en de ouders met de leidster is belangrijk. Tijdens de kennismaking met de leidster wordt de ouder geïnformeerd over de gang van zaken op de peutergroep en worden er samen met de ouder afspraken gemaakt over de wenperiode. Ouders kennen hun kind het beste, het is verstandig om samen met de ouders een aanpak af te spreken zodat de peuter in zijn eigen tempo kan wennen. Er wordt aangesloten bij de behoefte van de peuter en de ouders binnen de mogelijkheden van de groep. Zo is het meestal mogelijk dat de ouder er de eerste keer bij blijft. Zo kan de peuter samen met de ouder kennismaken met de speelmogelijkheden, de andere kinderen, de zaal en ‘het programma’. Elke groep heeft een kwartier speling in haal-en brengtijden. Dit geeft de ouder de gelegenheid samen met de peuter iets te doen en rustig afscheid te nemen. Het principe dat de peuter plezier op de peutergroep moet hebben staat bij iedere leidster voorop. Het is belangrijk dat de ouder telefonisch bereikbaar is in geval de peuter veel moeite heeft met wennen. Wanneer blijkt dat een peuter er nog niet aan toe is om onbelemmerd te spelen zonder de aanwezigheid van de ouder kan de peuter in overleg met de ouders weer worden teruggeplaatst op de wachtlijst. De peuter wordt weer bovenaan de wachtlijst geplaatst en kan op een later tijdstip een nieuwe poging doen. Om de peuter een goede en veilige start te geven is het belangrijk dat de leidster ook voldoende tijd en aandacht heeft voor de peuter. Het streven is om maximaal twee nieuwe peuters per dagdeel te plaatsen.
14 Pedagogisch beleid Peuterschool Houten, herziene versie mei 2012
• dagindeling: een dagdeel op de peutergroep verloopt volgens een vaste structuur. De leidster heeft de ruimte om de ochtend of middag volgens een eigen, vast patroon in te delen. Hoewel de volgorde niet op alle groepen gelijk is komen de volgende onderdelen aan bod: vrij spelen binnen en buiten, afgewisseld met gezamenlijke activiteiten zoals de kring, eten en drinken en knutselen. De vaste structuur geeft de peuter houvast en een gevoel van veiligheid. De peuter weet wat er komt en wat er van hem verwacht wordt. Een goede afwisseling van vrij spelen en gestructureerde activiteiten is belangrijk om de aandacht van de peuter vast te houden. De gerichte activiteiten zijn kort omdat de spanningsboog van peuters maximaal 15 tot 20 minuten is. • indeling en inrichting van de ruimte: zowel binnen als buiten wordt de ruimte ingedeeld op een manier die aansluit bij de behoeftes van de peuter. Dit houdt in dat de ruimte overzichtelijk, opgeruimd en geordend is. Dit geeft de peuter rust, veiligheid en duidelijkheid. De peuter komt in een voorbereide, uitdagende omgeving waarin hij wordt uitgenodigd te gaan spelen. Er zijn speelhoeken waar ruimte is voor verschillende soorten spel (individueel of samen, rustig of druk/lichamelijk uitdagend). In de ruimte is een vaste plaats voor de gezamenlijke activiteiten zoals de kring, het werken aan tafel en het eten en drinken. Daarnaast is er een themahoek met een tafel die afwisselend wordt ingericht. Hier is onder andere aandacht voor de seizoenen. Er is ruimte voor de gemaakte werkjes van de peuters: hier kunnen ze drogen, waarna de ouder of de peuter zelf het werkje mee kan nemen naar huis. De ruimte en de inrichting van de peutergroep zijn erop gericht het eigen initiatief en de zelfstandigheid van de peuters te bevorderen. Het meeste speelgoed zit in lage kasten waar de kinderen zelf bij kunnen. Het toilet, de wastafel en de kapstokken zijn op peuterhoogte, zodat de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de peuters optimaal gestimuleerd kan worden wat van belang is voor hun verdere ontwikkeling. • keuze van spel-/ontwikkelingsmateriaal: op de peutergroep is een veelzijdig aanbod van materiaal, rekening houdend met alle ontwikkelingsgebieden. Het materiaal is veilig, duurzaam, past bij de leeftijd en sluit aan bij de behoefte van de peuter. De peutergroep biedt ook in het spelmateriaal meer mogelijkheden dan thuis. Bijvoorbeeld een groot verfbord en krijtbord, een klim en klauter speelhuisje, soms binnen een zandbak en een watertafel, een grote variatie aan constructiematerialen, spelletjes en knutselmaterialen. Alles heeft een vaste plaats, is geordend en wordt in een beperkte hoeveelheid aangeboden. Op deze manier kan een peuter overzicht houden, daardoor komt hij eerder toe aan spelen en is hij in staat mee te helpen met opruimen. • Feesten en activiteiten: Het vieren van de verjaardag van de peuter is een feestelijke gebeurtenis waar elke leidster haar eigen vorm aan geeft. Meestal krijgt de jarige een mooie feesthoed en mag de jarige op de stoel staan terwijl de anderen een verjaardagslied voor hem zingen. Als de jarige trakteert, wordt ouders gestimuleerd te kiezen voor een gezonde traktatie. Op de peutergroepen wordt door het jaar heen op verschillende momenten feest gevierd: het sinterklaasfeest, kerst, en het afsluitende zomerfeest voor de zomervakantie. De concrete invulling van deze activiteiten kan per
15 Pedagogisch beleid Peuterschool Houten, herziene versie mei 2012
locatie verschillen. Verder krijgen de seizoenen aparte aandacht in de keuze van liedjes, knutselactiviteiten en spelletjes. Een aantal peutergroepen heeft daarnaast nog andere jaarlijks terugkerende activiteiten en uitstapjes zoals een bezoek aan de lammetjes in het voorjaar en een herfstwandeling in het najaar. Meer hierover is terug te vinden in de werkplannen per identiteit. In het voorjaar nemen de peutergroepen (samen met diverse anderen zoals de kinderboerderij en bibliotheek) deel aan de organisatie van “het plein van de peuter”, een groot feest voor alle peuters in Houten. De peutergroepen zijn op deze dag gesloten, alle peuters zijn welkom op het plein.
4.2. Verzorging • fysieke veiligheid: Een veilige omgeving is op de peutergroep van groot belang. De richtlijnen die gelden voor locaties vanuit onder andere de GGD en de brandweer dienen hierbij als uitgangspunt. Jaarlijks wordt in opdracht van de gemeente op alle locaties door de GGD een controle uitgevoerd. De daaruit volgende eisen en adviezen resulteren in een plan van aanpak om de veiligheid verder te bevorderen en te verbeteren. Er wordt peuters geleerd te spelen op een veilige manier. Er is hierin altijd een spanningsveld tussen veiligheid en uitdaging. Peuters ontwikkelen zich snel, zijn nieuwsgierig en gaan op ontdekking uit. De leidster oefent veilig gedrag met de peuter. Daarna is vaak herhaling nodig; peuters kunnen zich niet in een keer aan alle afspraken houden. Toch kan een leidster de peuter niet tegen alles beschermen; er moeten ook uitdagingen en leermomenten zijn, waarbij de risico’s tot een minimum beperkt worden. De leidster houdt rekening met de leeftijd van de peuter bij het aanbod van het spelmateriaal. Daarnaast zorgt een overzichtelijke indeling en inrichting van de ruimte ervoor dat de leidster alle peuters zoveel mogelijk in het oog kan houden. • hygiëne: De leidster draagt zorg voor een goede (persoonlijke) hygiëne, de dagelijkse hygiëne krijgt veel aandacht. De leidster kent de richtlijnen die de GGD geeft voor persoonlijke hygiëne, voeding en schoonmaken en werkt volgens die manier. Op elke locatie is de map “Gezondheidsrisico’s in het kindercentrum” aanwezig. De richtlijnen die hierin gegeven worden ten aanzien van onder andere het toelaten van zieke kinderen, het omgaan met infectieziekten en hygiëne worden op alle peuterscholen gehanteerd. Een beschrijving van de dagelijkse hygiëne in de praktijk is terug te vinden in het hygiëneplan . • extra verzorging in verband met bijzonderheden van medische aard: De leidster is verantwoordelijk voor de dagelijkse verzorging van de peuters op de peutergroep. Dit betekent bijvoorbeeld dat de leidster de peuter begeleidt naar het toilet tot hij alle handelingen zelf kan uitvoeren, of de peuter verschoont indien nodig. Als er sprake is van noodzakelijke extra verzorging van medische aard wordt door de leidster en directeur in overleg met de ouders gekeken of dit mogelijk is op de peutergroep. Hierover worden vervolgens duidelijke en concrete afspraken gemaakt met de ouders.
16 Pedagogisch beleid Peuterschool Houten, herziene versie mei 2012
Afhankelijk van de gewenste extra zorg zal een aanvullende plaatsingsovereenkomst of een overeenkomst gebruik geneesmiddelen worden opgesteld. • eten en drinken: Het eten en drinken op de peutergroep is vooral een sociaal gebeuren. Het is geen vervanging van het eten of drinken thuis. De peuter leert met anderen aan tafel te eten en drinken, maar ook pas te beginnen na het zingen van een liedje of nadat iedereen iets heeft gekregen. De leidster stimuleert de peuter om de dingen die hij zelf kan ook inderdaad zelf te doen. Als iets nog niet lukt, kan de peuter uiteraard rekenen op hulp. Smakelijke, gezonde en verantwoorde versnaperingen en traktaties dragen bij aan het welzijn en de gezondheid van peuters. Op alle peutergroepen worden ouders zoveel mogelijk gestimuleerd om hierin een gezonde keuze te maken.
4.3. Waarden en normen Het overbrengen van waarden en normen is een belangrijk aspect van opvoeden. Waarden geven uitdrukking aan de betekenis die mensen hechten aan bepaald gedrag of aan bepaalde dingen of gebeurtenissen. Het zijn opvattingen die aangeven hoe belangrijk mensen iets vinden. Waarden zijn onmiskenbaar cultuurgebonden; ze veranderen in de loop van de tijd en variëren per samenleving. Normen vertalen de waarden in regels en voorschriften over hoe volwassenen en kinderen zich behoren te gedragen. De waarde is bijvoorbeeld: respect hebben voor elkaar. De norm is dat lijfelijke agressie niet wordt toegestaan. Ouders zijn de eersten die hun cultuur en de daarbij passende waarden en normen overdragen Op de peutergroep gelden normen en waarden die veel peuters van thuis zullen herkennen, maar de peuters komen ook in aanraking met andere normen en waarden. Bijvoorbeeld alleen al doordat de kinderen daar, anders dan thuis, samenspelen in een relatief grote groep kinderen. Maar ook de cultuur waaruit de peuters ieder komen, kan zeer verschillend zijn. De peutergroep is bij uitstek een plek waarin normen geleerd worden: in deze leeftijdsfase leren peuters veel over hoe mensen met elkaar om (horen te) gaan en ze beginnen te leren dat andere mensen net zulke behoeften hebben als zijzelf. De leidster speelt hierin een belangrijke rol. Net als bij de ouders, laat haar reactie op het gedrag van de peuter zien of gedrag als goed of fout wordt beoordeeld, en of zaken mogen of zelfs moeten gedaan worden. Ook het voorbeeld dat een volwassene geeft, dus ook dat wat de leidster geeft, zal geïmiteerd worden door de peuter. De leidster gaat met respect met iedere peuter om, onafhankelijk van de achtergrond van de peuter. Zo leren de peuters dat anders zijn/ doen dan zijzelf gewend zijn, niet vreemd of verkeerd maar ook goed kan zijn. Binnen de peutergroepen staan een aantal waarden centraal: plezier, veiligheid, samenwerken, geduld, eigenheid, respect, zelfstandigheid, erkenning en waardering, verantwoordelijkheid en duidelijkheid. Het is belangrijk om met respect voor elkaar te komen tot heldere en duidelijke afspraken, dit sluit aan bij de behoeften van de peuter. Peuters leren beperkingen accepteren en hebben tegelijkertijd de vrijheid zich te bewegen binnen de regels.
17 Pedagogisch beleid Peuterschool Houten, herziene versie mei 2012
In onderstaande huisregels zijn de belangrijkste waarden en normen (met enkele voorbeelden) binnen de peutergroepen samengevat. • We houden rekening met elkaar: elkaar niet fysiek of met woorden pijn doen • We respecteren het gezag van de leidster en houden ons aan de afspraken • Respect voor jezelf: er zijn afspraken voor veilig spelen, je mag jezelf zijn, je mag je eigen grenzen aangeven; • We gaan voorzichtig en verantwoord om met het materiaal; • We spreken elkaar aan op storend gedrag: er wordt niet zomaar iets van een ander afgepakt, binnen schreeuwen we niet, we blijven zitten bij een gezamenlijke activiteit; • Samenwerken is belangrijk: we ruimen samen op, we spelen en delen samen;
4.4. Volgen en signaleren • Observeren en signaleren: De leidster is ervoor toegerust om van elk kind de persoonlijke ontwikkeling waar te nemen en de peuter op de bij hem passende wijze te stimuleren in zijn ontwikkeling. Naast het dagelijks volgen van de peuter wordt de peuter ook op een systematische manier gevolgd in zijn ontwikkeling. Tijdens de periode op de peutergroep wordt van elke peuter tweemaal een kind-volgsysteem “KIJK!”ingevuld: met drie jaar en als de peuter bijna vier is. Met dit instrument kunnen de leidsters op een systematische manier hun beeld van de ontwikkeling van een peuter beschrijven, bespreken met ouders en overdragen aan de basisschool. Op deze wijze wordt de ontwikkeling van de peuter in een doorgaande lijn van de peutergroep tot de basisschool beschreven. De overstap van de peutergroep naar de basisschool is een belangrijk moment in de ontwikkeling van een kind. Een goede overdracht vergemakkelijkt voor een peuter deze stap. Wanneer een peuter problemen heeft in zijn ontwikkeling krijgt het op de basisschool sneller de nodige hulp. De leerkracht is op de hoogte van bepaalde aandachtspunten waardoor er geen kostbare tijd verloren gaat. Ook als de ontwikkeling voorspoedig verloopt, kan het een voordeel zijn om al iets te weten over het kind. De leerkracht leert het kind sneller kennen omdat hij bijvoorbeeld al weet wat het leuk vindt en wat het kan. Bij het verlaten van de peutergroep wordt aan de ouders toestemming gevraagd voor de overdracht naar de basisschool. Daarna ontvangen zowel de ouders als de betreffende basisschool een exemplaar van het observatieformulier via het kantoor van Peuterschool Houten. Indien de overdracht extra toelichting vereist zal gekozen worden door de leidster voor een ‘warme’ overdracht. De leidster zal persoonlijk de betreffende leerkracht mondeling informeren, zodat er van beide kanten gelegenheid is om aanvullende vragen te stellen en te beantwoorden. Als er sprake is van een ‘warme’ overdracht worden de ouders hiervan op de hoogte gebracht door de leidster. • Kinderen die opvallen: Binnen Peuterschool Houten is een Interne Begeleider (IB-er) werkzaam. Wanneer er reden tot zorg is wordt de IB-er door de leidster ingeschakeld en kijken zij samen wat nodig is voor de peuter. Uiteraard wordt u daar als ouder bij betrokken. U kunt ook, indien gewenst, contact opnemen met de IB-er wanneer u het een en ander wilt bespreken rondom de ontwikkeling van uw peuter. Daarnaast bestaat in Houten een intensieve samenwerking tussen het consultatiebureau en Peuterschool Houten. Wanneer er reden is tot zorg vindt, 18 Pedagogisch beleid Peuterschool Houten, herziene versie mei 2012
met toestemming van de ouder, overleg plaats en wordt gezamenlijk gekeken wat op dat moment nodig is. Om goed te kunnen handelen bij zorg, is een soepele samenwerking tussen alle betrokken hulpverleners en instanties nodig. Daarvoor is Peuterschool Houten aangesloten bij de Verwijsindex Midden Nederland. De Verwijsindex Midden Nederland houdt bij of meerdere instanties hulp bieden aan dezelfde peuters én gezinnen en zorgt ervoor dat zij dit ook van elkaar weten. De Verwijsindex is een systeem, waarin betrokken organisaties persoonsgegevens registeren van peuters waarover zij zich zorgen maakt. Dat zorgt ervoor dat de peuters die hulp nodig hebben tijdig worden opgemerkt, en dat hulpverleners elkaar snel vinden. Voordat we melding maken, worden ouders hierover geïnformeerd en vragen we de ouders hiervoor toestemming. Peuterschool Houten heeft ook een rol in het signaleren van kindermishandeling. Om in deze situatie de juiste houding en de goede stappen in de juiste volgorde te zetten werken wij met het protocol ‘Vermoeden kindermishandeling’.
19 Pedagogisch beleid Peuterschool Houten, herziene versie mei 2012
5. Ouders en Peuterschool Houten 5.1. Contact met ouders • informatie: voor inschrijving kunnen ouders alle informatie over de peutergroepen en het inschrijfformulier vinden op de site van Peuterschool Houten: www.peuterschoolhouten.nl. Ook kunnen zij terecht op het kantoor van Peuterschool Houten. Tijdens de peuterperiode worden ouders op de hoogte gebracht van allerlei zaken. Dit gebeurt via verschillende informatiekanalen: mail, brieven, en mededelingen op een prikbord. • Communicatie: Tussen de leidster en de ouder is gedurende de peuterperiode goede communicatie noodzakelijk. Ouders zijn voor een kind de sleutelfiguren in hun leven en zijn heel belangrijk voor hun ontwikkeling. Peuterschool Houten draagt een steentje bij in deze ontwikkeling. Peuterschool Houten wil met ouders samenwerken om de peuter zo optimaal mogelijke ontwikkelingskansen te bieden. De leidster informeert de ouder over het wel en wee van hun kind op de peutergroep. Omgekeerd wil de leidster graag door de ouder op de hoogte gehouden worden van bijzondere gebeurtenissen die het kind meemaakt. Op die manier kan de leidster hier rekening mee houden in de groep en er op in spelen. Het uitwisselen van dergelijke informatie kan tijdens het halen en brengen. Als er meer tijd nodig is voor een gesprek kan hier apart een afspraak voor gemaakt worden. • kennismaking: het eerste contact tussen leidster en ouders is tijdens de kennismaking. De leidster nodigt de ouder(s) uit op de peutergroep. De leidster vertelt over hoe het er aan toe gaat op de peutergroep, wederzijdse verwachtingen en het wennen op de peutergroep besproken. Daarnaast heeft de ouder alle ruimte om vragen te stellen en aanvullende of vertrouwelijke informatie over de peuter te geven. De eerste kennismaking is belangrijk: als het goed is wordt de basis voor een goed contact tussen leidster en ouders gelegd en voelt de ouder zich vrij om tijdens de gehele peuterschoolperiode vragen en opmerking met de leidster te bespreken. • hulpouders: Meehelpen als hulpouder biedt ouders de mogelijkheid te ervaren hoe hun kind in de groep is. De ouder is daarbij in de gelegenheid een goed contact te krijgen met de leidster. Tevens is de ouderhulp een noodzaak om de leidster te ondersteunen en de kosten van Peuterschool Houten zo laag mogelijk te houden. De subsidie die de gemeente Houten aan Peuterschool Houten verstrekt is gebaseerd op één betaalde leidster per groep, ondersteund door een hulpouder of een vrijwilliger. Voor het meehelpen wordt een rooster gemaakt, de ouder is zelf verantwoordelijk voor het zoeken van vervanging of heeft de mogelijkheid om met een andere ouder onderling te ruilen als het een keer niet uitkomt. Ook is er de mogelijkheid om eventueel het hulpouderschap betaald over te laten nemen door andere ouders. Er wordt rekening gehouden met ouders die om een bepaalde reden (bijvoorbeeld medische indicatie) niet kunnen meehelpen. Zij dienen eerst zelf te zoeken naar een andere oplossing. Mocht dit niet haalbaar zijn dan kunnen zij een schriftelijk verzoek indienen aan de directeur
20 Pedagogisch beleid Peuterschool Houten, herziene versie mei 2012
van Peuterschool Houten om vrijstelling te krijgen. Bij zwangerschap wordt een verlof van 4 weken voor en 6 na de bevalling aangehouden. Zeker voor ouders die voor het eerst meehelpen op de peutergroep is het fijn te weten wat er van hen verwacht wordt. De leidster zal hier tijdens het kennismakingsgesprek aandacht voor hebben en de ouder een exemplaar ‘Wat te doen als hulpouder’ overhandigen. Daarnaast wordt de hulpouder door de leidster aangestuurd tijdens het meehelpen. De leidster vertelt vooraf kort wat er die ochtend of middag op het programma staat en wat er van de hulpouder verwacht wordt. • activiteiten met ouders: Op de peutergroepen worden verschillende activiteiten met en voor ouders georganiseerd. Hoewel niet alle peutergroepen dezelfde activiteiten met ouders organiseren is betrokkenheid van ouders overal belangrijk. Het kerstfeest wordt veelal in aanwezigheid van ouders gevierd. Bij de verjaardag of het afscheid van de peuter is de ouder van harte welkom op de peuterschool. Er worden koffieochtenden georganiseerd, uitjes naar de lammetjes of het bos en schoonmaakavonden. In de werkplannen per identiteit kunt u lezen welke activiteiten met ouders georganiseerd worden en hoe de ouders hier bij betrokken worden. • halen en brengen: Alle peutergroepen hebben bij het halen en brengen een kwartier inlooptijd. Dit dient twee doelen. Enerzijds hebben de ouder en leidster de mogelijkheid om elkaar even kort te informeren als er bijzonderheden zijn. Anderzijds is het een moment voor ouder en peuter om de overgang te maken naar de peutergroep. Voor peuters is dat vaak een grote stap. Door met de ouder samen een puzzel te maken of een boekje te lezen, stappen ouder en kind de ‘wereld’ van de peutergroep in. Voor een peuter betekent duidelijkheid ook veiligheid. Daarom spreken wij met de ouders af dat de ouder zegt wanneer hij/zij afscheid neemt en dan ook gaat. Zo weet de peuter waar hij aan toe is. Bij het ophalen wordt verwacht dat er duidelijk afscheid wordt genomen van de leidster, zodat zij weet welke peuters al opgehaald zijn. Indien de peuter door iemand anders dan de ouder wordt gehaald dient dit door de ouder zelf vooraf doorgegeven te worden. Op deze manier kan de leidster de peuter met een gerust hart meegeven.
5.2. Klachtenregeling en privacyprotocol Het is mogelijk dat er in de periode dat een peuter Peuterschool Houten bezoekt iets voorvalt waarover een ouder een vraag of misschien een klacht heeft. De eerste stap is dat de ouder naar de betrokkene zelf gaat. Het is goed om hiervoor een afspraak te maken, zodat beide partijen in alle rust met elkaar kunnen praten. Mocht dit niet tot een oplossing leiden dan kan contact opgenomen te worden met de directeur van Peuterschool Houten. De directeur zal dan de kwestie bespreken, waarin samen naar een oplossing gezocht wordt. Mocht dit geen resultaat hebben dan bestaat de mogelijkheid om de klacht voor te leggen aan een externe klachtencommissie. Peuterschool Houten is hiervoor aangesloten bij de stichting Klachtencommissie Kinderopvang te Baarn. Meer informatie over de gehele klachtenprocedure en de kosten hiervan is terug te vinden in onze klachtenprocedure. Op het moment dat een ouder besluit om zijn of haar peuter aan te melden voor een
21 Pedagogisch beleid Peuterschool Houten, herziene versie mei 2012
peutergroep worden er persoonlijke gegevens gevraagd. Welke gegevens er van de peuter en de ouder worden bijgehouden en de manier waarop met deze gegevens wordt omgegaan is vastgelegd in ons privacyreglement. Het privacyreglement van Peuterschool Houten voldoet aan de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Tijdens het bezoek aan de peutergroep worden namen en bijbehorende telefoonnummers van ouders verspreid om het voor hen eenvoudig te maken elkaar te bereiken in verband met het hulpouderschap. Indien een ouder/verzorger hier bezwaar tegen heeft is het mogelijk dit tijdens het kennismakingsgesprek met de leidster aan te geven. Zo nu en dan worden er bij activiteiten op de peutergroep foto’s en video opnames gemaakt. Als een ouder/verzorger hier bezwaar tegen heeft kan dit bij de leidster gemeld worden. Hier wordt dan rekening mee gehouden. Zowel de klachtenprocedure als het privacyreglement liggen ter inzage op het kantoor van Peuterschool Houten en op de website. (www.peuterschoolhouten.nl)
22 Pedagogisch beleid Peuterschool Houten, herziene versie mei 2012
6. Externe contacten Peuterschool Houten heeft contact met verschillende externe partijen. Deze samenwerking vloeit vaak voort uit de doelstelling van Peuterschool Houten om de peuter te ondersteunen bij een optimale ontwikkeling of het vormgeven van de doorgaande ontwikkelingslijn. De contacten kunnen variëren van een verwijzing tot een meer intensieve samenwerking met bijbehoren werkafspraken vastgelegd in een samenwerkingsprotocol. Hieronder worden diverse externe contacten genoemd: • JGZ Vitras /CMD Met het consultatiebureau wordt vanuit verschillende invalshoeken samengewerkt. Er zijn afspraken gemaakt over de wijze van samenwerken, het informeren en ondersteunen van elkaar bij peuters met extra zorg. Het consultatiebureau verzorgt de indicatiestelling voor de peuters van de VVE-groepen. De afspraken zijn vastgelegd in het “Samenwerkingsprotocol peuterspeelzaal en consultatiebureau”. Daarnaast wordt regelmatig samengewerkt met anderen binnen Vitras zoals het maatschappelijke werk.
• overdracht basisschool Als de peuter 4 jaar wordt maakt het de stap van de peutergroep naar de basisschool. Om de doorgaande ontwikkelingslijn te waarborgen wordt het observatie/overdrachtsformulier overgedragen aan de basisschool. Daarnaast vindt, indien nodig een ‘warme’ overdracht plaats. • Gemeente Houten Peuterschool Houten heeft regelmatig contact met de gemeente Houten, in het bijzonder met de wethouder Welzijn en Volksgezondheid en de beleidsmedewerker Onderwijs en Welzijn. • GGD De GGD inspecteert in opdracht van de gemeente Houten jaarlijks de peutergroepen en brengt hierover een rapport uit. Daarnaast levert de GGD belangrijke informatie als het gaat om gezondheidsrisico’s in een peuterspeelzaal. De GGD kan door de Peuterschool Houten in specifieke gevallen gevraagd worden om advies of op andere wijze ingeschakeld worden. • PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg) Wanneer de ouder en/of de leidster signaleert dat er zorgen zijn in relatie tot de overgang naar de basisschool bestaat de mogelijkheid voor ouders om het PCL in te schakelen. Door het inschakelen van het PCL worden eventuele problemen in kaart gebracht en wordt gekeken of de peuter naar het reguliere basisonderwijs kan (eventueel met rugzakje) of dat er een indicatie is voor speciaal basisonderwijs. •Brede school Peuterschool Houten maakt onderdeel uit van het concept brede school als een kader waarin onder andere de doorgaande ontwikkelingslijn van kinderen en de doorgaande lijn in
23 Pedagogisch beleid Peuterschool Houten, herziene versie mei 2012
de dag gewaarborgd kan worden. Vanuit een gezamenlijke visie willen de partners een brede school ontwikkelen, passend binnen de gemeentelijke ambities en aansluitend bij het betreffende wijkprofiel. • Klavertje Vier In basisschool Klavertje Vier is een VVE groep gevestigd. Er is een afstemming van het programma en een intensieve samenwerking tussen de peutergroep en de school. • Huisarts, logopedist en fysiotherapeut Vanuit de peutergroep is met enige regelmaat contact met andere zorgverleners. Afhankelijk van de aard van de problemen varieert dit van doorverwijzen van de ouders en de peuter tot overleg of zelfs inhoudelijke afstemming wat betreft de begeleiding of ondersteuning van de peuter en/of zijn ouders. • MEE Soms lopen ouders van peuters op de peutergroep tegen vragen of problemen aan bij het opgroeien en opvoeden van hun peuter. Vanuit de peutergroep kan de ouder/verzorger gewezen worden op de mogelijkheid om een beroep te doen op MEE. MEE is een organisatie waar mensen werken die kunnen helpen bij vragen op het gebied van onderwijs, opvoeding, wonen, werken etc. MEE informeert en kan de ouder helpen bij moeilijke afwegingen en wijst indien nodig de weg naar de juiste instanties. Na inschakeling van MEE wordt de leidster van de peuter op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen en is er zo nodig overleg. • Middelbare scholen en beroepsopleidingen Peuterschool Houten is een officiële stageplaats voor de opleiding Sociaal Pedagogisch Werk (SPW3) en de nieuwe opleiding Pedagogisch Werker (PW niveau 3 kinderopvang). Wij werken hierin met name samen met het ROC ASA Hoogsticht, het ROC Midden Nederland en het Hoornbeek College. Regelmatig bieden wij studentes de gelegenheid hun praktijkperiode op een van de locaties te doorlopen. In het kader van deze stages is er contact en samenwerking met de stagebegeleiders van de verschillende opleidingen. Daarnaast zijn er nog diverse andere stagemogelijkheden (waaronder maatschappelijke stages en snuffelstages) binnen de peutergroepen, waarvoor samenwerking is met verschillende (middelbare) scholen in de regio. • Vrijwilligerscentrale De vrijwilligerscentrale verwijst regelmatig mensen die op zoek zijn naar een vrijwilligerswerk door naar Peuterschool Houten. Afhankelijk van de interesse en kennis en ervaring kunnen deze vrijwilligers worden ingezet op de peutergroep om de leidster te ondersteunen of op een ander onderdeel in de organisatie. • Kinderopvang Met de kinderopvang wordt samengewerkt in het kader van het delen van de ruimte. Om de peutergroep optimaal te benutten wordt deze op sommige locaties na schooltijd gebruikt door de naschoolse opvang van een kinderopvangorganisatie.
24 Pedagogisch beleid Peuterschool Houten, herziene versie mei 2012