Minor ICT 2011 OE 3 groepsonderzoek
Verslag van: Carolien Popken Paula Buizert Sabrina Burger
Methode ‘Alles in 1’ Inleiding: Schoolgids 2010 – 2011 Basisschool de Verrekijker in Den Helder: Wereldoriëntatie In de groepen 5/6 en 7/8 werken de kinderen met de projectmethode Alles in 1. Kinderen leren via projecten. Alle kerndoelen (verplichte leerstof) behalve rekenen en bewegingsonderwijs zijn verdeeld over 20 projecten (aardrijkskunde, geschiedenis, techniek, cultuur en natuur). Elk jaar komen 5 projecten aan de orde. Er kan op 6 verschillende niveaus gewerkt worden van A voor kinderen die nog niet zo goed kunnen lezen tot niveau F voor begaafde kinderen. Elke week is er een film, verhalen en gedichten, wereldoriëntatie, lezen-, taal- en spelling, Engels, handvaardigheid, muziek en allerlei doe-opdrachten, bewegen op muziek. Regelmatig zijn er onderzoek opdrachten, gezelschapspelen en kooklessen bij deze doeopdrachten. De kinderen maken elk project een verslag. Op die manier leren kinderen op heel verschillende manieren over het onderwerp: Ze doen, denken en beleven veel en leren met HOOFD, HART en HANDEN. Soms wordt een project afgesloten met een tentoonstelling, toneelstuk of viering, waarbij ook ouders worden uitgenodigd. De groepen 1 tot en met 4 sluiten waar mogelijk aan bij de thema’s. Voor ons softwareonderzoek hebben wij gekozen voor het vak wereldoriëntatie en hebben wij gekozen voor de methode Alles in 1. Het is een zeer uitgebreide methode, zoals in het verslag duidelijk zal worden. We maken hier en daar een uitstapje naar de concrete methode maar zullen in ons verslag vooral ingaan op de software bij de methode. We gaan eerst in op de website van de methode en de verschillende projecten met bijbehorend materiaal. Dan zien we hoe gewerkt wordt met verschillende niveaugroepen en hoe kinderen met de computer aan het werk kunnen. Het uiterlijk van de methode en vooral de site en computeropdrachten komen ook aan bod. Vervolgens gaan we verder met de didactiek van de methode, de registratie van gegevens en de rol van de leerkracht. In het onderwijsveld zijn we ook gaan onderzoeken. We hebben een bezoek gebracht aan een basisschool en met twee anderen hebben we telefonisch contact gelegd. De interviews lees je in dit verslag. Tot slot hebben we een aantal recensies uit verschillende vakbladen over de methode opgezocht. Veel plezier bij het lezen van dit verslag.
De website: De methode Alles in 1 werkt met hun eigen site: www.alles-in-1.org Kinderen kunnen hier hun computeropdrachten uitvoeren, leerkrachten kunnen hier hun materiaal vandaan halen en nieuwe materialen bestellen. Leerkrachten die nog niet werken met de methode kunnen hier informatie vandaan halen, proefpakketten aanvragen, foto’s bekijken enz. Dit ziet er als volgt uit. homepage
Vanaf de homepage kun je naar de verschillende onderwerpen. Allereerst de algemene informatie over de methode. Dit is vooral bedoeld voor scholen die niet werken met de methode en die willen weten hoe dit werkt. Er staat uitleg over de projecten en Alles Apart (wat ook een deel binnen de methode is) Dit is vooral gericht op taalonderwijs maar ook hier worden de andere vakken aangehaald als wereldoriënterende vakken en expressieve vakken. Wanneer er niet met een project gewerkt wordt (waar naast de 5 projecten per jaar nog voldoende ruimte voor is) werkt de klas met Alles Apart. De leerkracht kan zelf in het jaaroverzicht inplannen wanneer welk deel aan bod komt.
Projecten: Er zijn 20 projecten binnen Alles in 1. Per leerjaar worden 5 projecten aangeboden. Dit zijn de volgende projecten: Aardrijkskunde
Geschiedenis
Techniek
Cultuur
Natuur
Nederland
Prehistorie, Grieken en Romeinen
Bouwen
Voeding
Dieren
Europa
Middeleeuwen
Energie
Kleding
Planten
Afrika en Azië
Gouden Eeuw
Communicatie
Kunst
Mensen
Amerika, Australië en Oceanië
Moderne geschiedenis
Vervoer en verkeer
Geloof
Milieu en kringloop
Bij ieder project zijn de volgende items te koop: Projectboek niveau ABC
Antwoordenboek niveau DEF
Projectboek niveau DEF
Handboek voor de leerkracht
Antwoordenboek niveau ABC
Bordplaten
Werkstukmap + inhoud
CD-rom Engels
(1 per leerling)is voor alle projecten bruikbaar
Cd-rom met PDF bestanden Leskist
Weekfilms Daarnaast zijn ook items te koop specifiek voor een project:
Audio CD Topokaarten Het Grote Geschiedenisspel 5 ds mozaïeksteentjes en 2 zakjes houten kralen cd-rom 'op je fiets door het verkeer' spel mastermind CD-rom Het leukste museum van Nederland TIP-kaarten + aanvullend materiaal voor de Doe-opdrachten
CD Hopsa Kaartspel Tijdsbalk Blokken voor de Doe-opdrachten 2 x 100 stuks DVD 'Vliegtuigen' DVD Peter en de Wolf dvd 'Planeten en Ruimtevaart'
Schminkvoorbeelden
Regenwormenbak
poster bordplaat muzieknotaties Deze geplastificieerde bordplaat met muzieknotaties alleen bestellen indien u niet beschikt over een digibord. De digitale versie staat op de website, achter leerkracht. Bevat: Glazen wormenbak, houten afdekhoes, choonmaak borstel, 3 emmers en 4 geplastificeerde TIP-kaarten.
Meeltorrenbak
Waterdierenonderzoek
Bevat: Terrariumbakje, 3 loupes, kopieerbladen en 4 geplastificeerde TIP-kaarten.
Bevat: Terrariumbakje, 3 grote schepnetjes, 1 klein schepnetje, 2 onderzoeksbakken, 1 zoekkaart, 1 emmer, zakje aquariumgrind en 4 geplastificeerde TIP-kaarten.
Voor de lessen van Alles Apart kun je het volgende bestellen: Lesboek niveau A
Lesboek niveau B
Lesboek niveau C
voor de leerling tijdens de projectloze weken.
voor de leerling tijdens de projectloze weken.
voor de leerling tijdens de projectloze weken.
Lesboek niveau D
Lesboek niveau E
F-boek
voor de leerling tijdens de projectloze weken.
voor de leerling tijdens de projectloze weken.
voor de leerling, alle 3 delen, lesboek en werkboek ineen.
Handboek niveau A
Handboek niveau B
Handboek niveau C
voor de leerkracht, tijdens de projectloze weken.
voor de leerkracht, tijdens de projectloze weken.
voor de leerkracht, tijdens de projectloze weken.
Handboek niveau D voor de leerkracht, tijdens de projectloze weken.
Werkboek niveau A1
Handboek niveau E voor de leerkracht, tijdens de projectloze weken.
Werkboek niveau B1
Handboek niveau F voor de leerkracht, tijdens de projectloze weken.
Werkboek niveau C1
Invulwerkboek voor leerlingen tijdens de eerste vijf projectloze weken
Invulwerkboek voor leerlingen tijdens de eerste vijf projectloze weken
Invulwerkboek voor leerlingen tijdens de eerste vijf projectloze weken
Werkboek niveau D1
Werkboek niveau E1
antwoordenboek niveau A1
Invulwerkboek voor leerlingen
Invulwerkboek voor leerlingen
voor de eerste 5 weken
tijdens de eerste vijf projectloze weken
tijdens de eerste vijf projectloze weken
antwoordenboek niveau B1
antwoordenboek niveau C1
antwoordenboek niveau D1
voor de eerste 5 weken
voor de eerste 5 weken
voor de eerste 5 weken
antwoordenboek niveau E1
antwoordenboek niveau F
Spellingklapper
voor de eerste 5 weken
alle 3 delen ineen
Bordplaten A4 set van 12
Kijkplaten set van 4
1 set per groep
4 kijkplaten posterformaat AU / OU / IJ / EI
cd rom met PDF bestanden Alles-Apart
werkboek niveau A2
werkboek niveau B2
voor de tweede 5 weken
voor de tweede 5 weken
werkboek niveau C2
werkboek niveau D2
werkboek niveau E2
voor de tweede 5 weken
voor de tweede 5 weken
voor de tweede 5 weken
antwoordenboek niveau A2
antwoordenboek niveau B2
antwoordenboek niveau C2
voor de tweede 5 weken
voor de tweede 5 weken
voor de tweede 5 weken
antwoordenboek niveau D2
antwoordenboek niveau E2
werkboek niveau A deel 3
werkboek niveau B deel 3
werkboek niveau C deel 3
werkboek niveau D deel 3
werkboek niveau E deel 3
antwoordenboek niveau A3
antwoordenboek niveau B3
antwoordenboek niveau C3
antwoordenboek niveau D3
antwoordenboek niveau E3
1 Multomap A5, 1 set interieur en 1 set tabbladen)gaat met de leerling mee in de leerjaren 5,6,7,8. Dus 1 exemplaar per leerling nodig voor 4 jaar.
Poster werkwoord vervoegen + fokschaap
PDF bestanden van de lesboeken en de bordplaten als aanvulling voor gebruik digibord.
En op de site kunnen de materialen en projecten bekeken worden:
Niveauverdeling: Het niveauverschil in deze methode is aangegeven van niveau A t/m F. Hierin betekent niveau A voor de meest zwaktalige leerlingen en niveau F voor de meest begaafd talige leerlingen.
Hoe leerlingen aan het werk kunnen met de software: De leerlingen kunnen via de site opdrachten maken die horen bij het project: -Via leerling kunnen ze bij hun projecten komen. -Ze klikken op hun projecttitel. -Dan hebben ze de keuzemogelijkheden: Computeropdrachten Links Samenvattingen
Wanneer de kinderen voor de computeropdrachten kiezen, kunnen ze een PDF bestand openen waarin uitgelegd staat hoe je een computeropdracht moet maken.
Wanneer ze dit hebben gedaan of al weten, klikken ze op hun eigen niveau.(A t/m F) Vervolgens klikken ze op de week waarin ze werken. Nu kunnen ze starten met hun opdrachten.
Opdracht project: Prehistorie, Grieken en Romeinen. Niveau A Week 4
Opdracht project: Kunst Niveau E Week 1 Onderwerp: Grote beelden
Uiterlijk van de site: De site ziet er overzichtelijk uit en alles wordt duidelijk beschreven/weergegeven. Het is ook allemaal goed vindbaar voor leerkrachten die iets zoeken op de site. Verder ziet de site er vrij standaard uit. Tikkie saai misschien.
Uiterlijk leerlingopdrachten: Iedere computeropdracht van Alles in 1 is een PDF bestand. Het uiterlijk van de opdrachten is heel verschillend per project. Het ene project heeft mooie platen en ziet er goed verzorgd uit, zoals hieronder te zien is van project Nederland.
Maar het volgende project ziet er niet zo gelikt uit, zoals hieronder te zien is van project Europa.
Maar over het algemeen zien de opdrachten voor de leerlingen er verzorgd en uitnodigend uit. Het uiterlijk scoort wat ons betreft dus een dikke voldoende.
Didactiek van de methode: De methode werkt dus met verschillende niveaus waarin de moeilijkheidsgraad van de teksten en opdrachten omhoog gaat van A (voor de minst sterke lezers) tot F (voor de ‘super’ lezers) Daarnaast is ook nog meer differentiatie mogelijk. Er zijn veel verschillende werkvormen toegepast binnen de methode. Zo krijgen kinderen groepswerk aangeboden (projecten die je met de hele klas uitvoert) kunnen ze werken in deelgroepjes (kleine groep van 3 tot 6 leerlingen) zijn er duo opdrachten en natuurlijk zelfstandige opdrachten. De verschillende didactische werkvormen zijn bvb: Praten met de klas over het onderwerp, kijken naar het onderwerp (film, platen) lezen over het onderwerp, computeropdrachten maken, muziek over het onderwerp, drama a.d.h.v. het onderwerp, knutselen over het onderwerp, buitenlessen en nog veel meer. Er is een gelijke wisseling tussen cognitieve, praktische, creatieve en sociaal – emotionele vaardigheden.
Tentoonstelling thema dieren
Modeshow thema milieu en kringloop Aan het eind van een thema staat er altijd een onderdeel gepland als: musical, presentatie, kort toneelstuk, tentoonstelling, of een korte uitvoering. Scholen zijn ook vrij hier hun eigen invulling aan te geven. Ieder thema wordt afgesloten met een toets die verkrijgbaar is op de site via de leerkracht en is voor ieder niveau beschikbaar.
De administratie/registratie: Binnen de methode zijn ook via de site registratieformulieren te verkrijgen. Deze kunnen geprint of digitaal ingevuld worden. Het is een overzicht van alle opdrachten binnen het thema. Je kunt heel gemakkelijk als leerkracht opdrachten toevoegen of verwijderen uit de lijst zodat er een concreet overzicht is van de uit te voeren activiteiten. Hoe de computeropdracht resultaten geregistreerd worden binnen het programma is niet duidelijk.
De rol van de leerkracht: Het onderwijsmateriaal is gecreëerd door Alles in 1. Het is de taak van de leerkracht dit onderwijs te ‘verkopen’ aan de kinderen, zorgen dat het leeft bij de leerlingen en dat hij/zij het beste uit zichzelf kan halen. Er zijn klassikale lessen, waarbij de leerkracht toch vooral een leidende rol heeft, maar grotendeels werken de kinderen zelfstandig (in groepjes) aan opdrachten en heeft de leerkracht een meer begeleidende en observerende rol. De leerkracht houdt de werkhouding en resultaten van de leerlingen bij en signaleert zo snel mogelijk of leerlingen problemen ondervinden. Ook de taak aan de leerkracht om uit te zoeken waarom de leerlingen problemen ondervinden. Is het omdat het thema niet aanspreekt? Zijn de werkvormen te ingewikkeld/niet uitdagend genoeg? Het het kind altijd problemen met bepaalde activiteiten, ook binnen andere thema’s? enz. Eigenlijk kun je zeggen dat de rol van de leerkracht niet veel anders is dan bij het inzetten van andere methodes. De leerkracht blijft gewoon leerkracht.
Ervaringen uit het onderwijsveld: We hebben contact gezocht met verschillende scholen in de regio Noord Holland. Het gaat om de scholen:
OBS ‘De Oude Niedorp’ in Oude Niedorp We spraken met juf Marloes. Zij staat voor groep 5/6.
Jenaplanschool ‘De Verrekijker’ in Den Helder. We spraken met juf Samila, die voor groep 3/4 staat (en dus niet zelf met de methode werkt, maar namens haar collega’s uit de bovenbouw spreekt)
Jenaplanschool ‘De Verrekijker’ in Julianadorp. We spraken met juf Jannemieke, die voor stamgroep 6,7,8 staat.
De volgende vragen hebben aan verschillende leerkrachten op de scholen gesteld: 1. Hoe bevalt de methode? ‘Uitstekend’, vindt Marloes . ‘Alles past goed bij elkaar en alle vakken zitten verwerkt in de methode, met uitzondering van rekenen dan. Alles staat in principe voor je uitgekauwd, maar het is zeker niet zo dat je er als leerkracht niet je eigen draai aan kunt geven. Je kunt je onderwijs zo inrichten als je het zelf wil.’ ‘Fantastische methode’, vindt ook Jannemieke. ‘Wij zijn erg tevreden over de methode omdat er zoveel in zit. De kinderen leren ontzettend veel op een hele leuke manier.’ Minder tevreden zijn sommige leden van de verrekijker uit Den Helder. ‘Ik hoor verschillende geluiden over de methode’, vertelt Samila. ‘Wat betreft het taalgedeelte vinden haar collega’s dat de methode tekort schiet. Over de rest zijn ze wel erg tevreden.’ 2. Maken jullie ook gebruik van Alles Apart? Op de Oude Niedorp en Verrekijker julianadorp doen ze dit wel en zij hebben dan ook geen aanmerkingen wat betreft het taalonderwijs. De Verrekijker in Den Helder werkt
alleen met Alles in 1. ‘Wij hebben onze oude taalmethode aangehouden naast Alles in 1. Dit sprak ons meer aan dat ook nog Alles Apart aan te schaffen’, aldus Samila. 3. Hoe lang werken jullie al met de methode? ‘Wij zijn nu voor het 4e jaar aan het werk met de methode’, zegt Marloes. Ook bij Jannemieke op school werken ze voor het 4e jaar met Alles in 1. Samila vertelt dat haar school voor het 3e jaar met de methode werkt. 4. Hoe zijn jullie aan de methode gekomen? Marloes: ‘Wij waren op zoek naar een nieuwe taalmethode en naar nieuwe methode voor de wereldoriënterende vakken. Er was al jaren niet geïnvesteerd in vernieuwde methodes door de oude directeur. We hadden erg oude methodes met achterhaalde werkwijzen. Van één methode waren we zelfs de handleiding kwijt en moesten we zelf maar verzinnen hoe we het in zouden vullen. Dat werkt natuurlijk niet. Toen onze nieuwe directeur bij ons op school kwam, zijn we ons direct gaan verdiepen in nieuwe methodes. Echt een helse klus. Tot we bij de methode Alles in 1 uitkwamen. Dit sprak ons allen zeer aan. We zijn naar een voorlichtingsmiddag gegaan en hebben direct een project aangevraagd om uit te proberen. We hebben de voor- en nadelen tegen elkaar afgewogen en het financiële plaatje uitgerekend en uiteindelijk hebben te ervoor gekozen om het te doen.’ Jannemieke: ‘Eigenlijk zijn wij via via bij de methode uitgekomen. Een bekende van onze directeur gaf voorlichting over de methode en wij waren eigenlijk heel benieuwd. Dit zou erg goed kunnen passen bij het Jenaplanconcept van onze school, dachten wij. Wij waren allen zeer enthousiast het hebben direct twee projecten aangevraagd om uit te proberen. Een half jaar later hadden we de methode helemaal binnen en hebben we onze oude taalmethode in de kast gedaan. Deze is er ook nooit meer uitgekomen.’ De Verrekijker van Samila heeft besloten over te gaan om de methode door de positieve berichten van de andere Verrekijker (hun zusterschool) ‘Nadat de andere school het een jaar uit had geprobeerd, is ook deze school over gegaan op de methode. We hebben besloten om onze huidige, nog niet zo oude taalmethode wel aan te houden en alleen te gaan voor Alles in 1.’ 5. Werken de leerlingen vaak met de software van de methode? ‘Bij mij eigenlijk niet zo vaak’, moet Marloes bekennen. ‘Er zit zo veel in deze methode, dat de kinderen ook eigenlijk nooit stil hoeven zitten. De kinderen gaan vaker met de tipkaarten uit de leskist aan de gang. Eigenlijk heb ik me ook nooit echt verdiept in die computeropdrachten. We werken wel altijd met de cd-rom van Engels op de computer. Dat wel.’ ‘Ik vind de computeropdrachten wel echt een aanvulling op het onderwijs, hoor’, vertelt Jannemieke enthousiast. ‘Ik moet wel bekennen dat ik niet altijd bijhoud wie wel en niet achter de computer is geweest, maar ik heb altijd mijn vaste groepje harde werkers, die graag ook de filmpjes bekijken achter de PC. Dit kunnen ze lekker zelfstandig doen en ze mogen van mij altijd in duo’s werken als ze dat willen. Bij de Engelse lessen zitten wel vaak computeropdrachten bij en dan houd ik wel bij wie wat gedaan heeft.’ Salima kan op deze vraag niet goed antwoord geven. ‘Ik weet eigenlijk niet of mijn collega’s veel achter de computer laten doen. Ik zie de kinderen in ieder geval niet erg vaak achter de computers in de hal zitten, maar misschien dat ze er in de klas wel veel mee doet… Ik weet het eigenlijk niet. Ik heb de software wel ooit een keer bekeken (het is al weer een tijdje terug) en toen vond ik het er wel goed uit zien. Ik ben zelf ICT coördinator en ik vond het handig dat de opdrachten via de site te bereiken zijn. Al dat geïnstalleer van die methodesoftware, je wordt er af en toe gek van. Dit staat per project aangegeven en de kinderen kunnen er zo bij. Ideaal.’ 6. Worden de resultaten ook op de computer bijgehouden? Marloes: ‘Achter het kopje leerkracht zitten registratiebladen van de methode. Deze kun je gebruiken om alles bij te houden maar ik vind ze zelf te onduidelijk en onhandig. Ik gebruik mijn eigen registratiemanier en dat vind ikzelf prima werken.’
Jannemieke gebruikt wel het registratiesysteem die bij de methode hoort. ‘Maar ik doe dit wel ouderwets op papier hoor. Ik vind dat invullen op de computer altijd zoveel gedoe. Ik wil gewoon de lijst voor mijn neus en opschrijven welk kind wat gedaan heeft en wat deze ervoor gehaald heeft, punt.’ Samila: ‘Bij ons op school wordt veel gedigitaliseerd, dus ook de cijferlijsten. De resultaten van Alles in 1 worden ook digitaal bijgehouden, net als bij rekenen en taal.’ 7. Wat is jullie visie met betrekking tot het werken met Alles in 1? ‘Wij vinden het erg fijn dat alles geïntegreerd is in projecten en dat je met ieder vak dat aan bod komt, werkt binnen het project’, zegt Marloes. ‘Dat gaat niet alleen over wereldoriëntatie, maar ook over de expressieve vakken, Engels en natuurlijk taal. We werken op school graag thematisch en als het even kan, liefst schoolbreed. Voor sommige thema’s is dat natuurlijk niet praktisch. Nu is de bovenbouw aan het werk met het project Prehistorie, Grieken en Romeinen. Dat is voor de kleuters en groep 3/4 natuurlijk een beetje ver gezocht. Zij zijn nu lekker met de lente aan de gang.’ ‘Tja’, antwoordt Jannemieke, ‘wij zijn natuurlijk een jenaplanschool en bij jenaplan werken de kinderen altijd met projecten binnen hun stamgroep. Dat is dus al perfect. Daarnaast heb je ook nog de Alles Apart, waar je met je niveaugroep in kunt werken. Wat ik, en mijn collega’s ook, vooral erg prettig vind, is dat je in verschillende niveaus kunt werken. Kinderen werken dus altijd op hun eigen niveau aan hetzelfde onderwerp en dat vind ik echt super.’ ‘Vooral het thematische werken is natuurlijk wat wij als jenaplanschool voor ogen hebben’, zegt Samila. ‘Naast de werk- en tekstboeken vinden we dat er veel aanvullend materiaal beschikbaar is. Dat is prettig. Ook kunnen de kinderen veel zelfstandig en in groepen werken zodat de leerkracht een meer begeleidende rol heeft in plaats van een leidende rol. Daar staan wij voor.’ 8. Wat zou u het liefst anders willen aan de methode? Marloes: ‘Uhh… ik heb de methode nu helemaal naar mijn zin. Ik zou aan de methode niets willen veranderen. Wel denk ik dat ik toch maar eens wat tijd moet inplannen om de computeropdrachten te laten doen. Als ik dit zo zie, is het een goede aanvulling. Natuurlijk zal ik zelf ook aan de bak moeten wanneer mijn digiboard wordt opgehangen. We zullen het meemaken.’ ‘NIETS’, zegt Jannemieke resoluut. ‘Ik zou er niets aan willen veranderen. Ik ben er zeer tevreden over en hoop nog lang met deze methode te mogen werken.’ ‘Wij zouden graag het taalgebied wat uitgebreider terugzien’, zegt Samila. ‘Het is nu vooral veel tekst en vragen maken. Hier zouden wij wat meer variatie op willen. Verder is het een prima methode.’
Recensies uit verschillende vakbladen:
het Onderwijsblad NIEUWE METHODE GEEFT ADAPTIEF ONDERWIJS VORM ‘KINDEREN JUICHEN ALS WE ALLES-IN-1 DOEN’ Voor basisscholen die op zoek zijn naar een methode voor adaptief onderwijs en thematiseren, is er nu Alles-in-1 die bijna alle leergebieden integreert. “Leerlingen gaan dwarsverbanden zien die ze in de afzonderlijke vakken missen.” Zodra meester Jaap Vogels de dvd heeft gestart, kijken de leerlingen van groep 6-7 van basisschool de Schakel in Best geboeid naar het digibord. Dat doen ze elke maandagochtend sinds de school een jaar geleden de methodes voor de kennisvakken overboord gooide en overstapte op Alles-in-1, waarvan de eerste les van de week altijd met een film begint. Alles-in-1 is een methode voor integraal onderwijs: in projecten van vijf weken komen alle vakken aan bod, rekenen en bewegingsonderwijs uitgezonderd. De projecten zijn volgens maker Wim van Gelder een uitkomst voor scholen die op zoek zijn naar een manier om adaptief onderwijs vorm te geven en die in thema’s willen werken. “In de jaren dat ik zelf als leerkracht werkte, miste ik goed gereedschap om tegemoet te komen aan de niveauverschillen in een groep. Er zijn halffabrikaten op de markt die je kunt aanpassen naar de wensen van je school. Maar daar hebben veel leerkrachten de tijd niet voor.” En dus wordt er nog veel gewerkt met vakmethodes die volgens Van Gelder uitgaan van het gemiddelde kind. Om in de behoefte aan een methode voor adaptief onderwijs te voorzien, bedacht hij Alles-in1 en werkte twee jaar aan de vervolmaking van het eerste project: dieren. Inmiddels heeft Van Gelder zeven thema’s gereed en werken negentig scholen ermee. De methode is bedoeld voor de groepen 5 tot en met 8 en bestaat uit projectboeken met de niveaus A tot en met F die in één groep te gebruiken zijn. In de boeken komen naast de zaakvakken spelling, taal, begrijpend lezen en Engels aan bod. Groepsgesprek Voor elk thema zijn er leskisten met doe-opdrachten. De wekelijkse film luidt een subthema in en moet leerlingen nieuwsgierig maken en aanleiding geven voor een groepsgesprek. De groep van meester Jaap start het thema prehistorie met een aflevering van Het Klokhuis over de ijzertijd. “Wat is je opgevallen?”, vraagt de meester als het filmpje is afgelopen. Een meisje steekt haar vinger op. “Dat de mensen anders leefden dan wij. Ze moesten heel hard werken, water uit de rivier halen.” “Leerden ze dan helemaal niets?”, vraagt de meester. “Jawel, ze leerden hoe je moest werken”, zegt een ander. “En welke planten je kon eten”, antwoordt een jongen. Dat roept een vraag op. “Ze moesten brandnetels zoeken, maar die prikken. Hoe kun je ze dan plukken?” Een jongen weet: “Als je een brandnetel aan de onderkant vastpakt, jeukt het niet.” “Heel goed”, zegt de meester. “Alleen de blaadjes jeuken.” De kracht van Alles-in-1 schuilt er volgens locatieleider Henk Langeler in dat kinderen dwarsverbanden gaan zien, verbanden tussen hun eigen kennis, de kennis van anderen en de kennis uit de boeken. Langeler: “Hoewel kinderen veel weten, wordt er op school bijna geen beroep gedaan op die kennis. Alles-in-1 doet er wel wat mee.” Als voorbeeld noemt hij het thema bouwen. “Een leerling bleek alles te weten over het bouwen in verband, omdat zijn vader metselaar was. Een ander had Griekse tempels bezocht waarover hij kon vertellen.” Die kennis komt in de gewone vakmethodes nauwelijks aan de oppervlakte. “Bovendien zien kinderen de dwarsverbanden tussen afzonderlijke vakken niet als je afzonderlijke boeken gebruikt.” Daardoor zouden ze de lesstof minder gemakkelijk onthouden. Voordelen
De school van Langeler koos voor Alles-in-1, omdat de methode ruimte bood aan de niveauverschillen in de groepen. Ook de leerlingen van meester Jaap zien daar de voordelen van. “Ik hoef me niet te vervelen, want ik hoef niets te doen wat te makkelijk is”, zegt Jet. Nino legt uit: “Als je op je eigen niveau werkt, leer je meer.” De leerlingen zijn ook enthousiast over de doe-opdrachten, zoals het bodemonderzoek dat ze deden tijdens het project Nederland. Van Gelder: “Kinderen zijn wel degelijk leergierig, maar voelen zich door methodes vaak onvoldoende aangesproken en gemotiveerd. Leren doe je met je hart, hoofd en handen. Helaas domineert het hoofd nog vaak.” De bovenbouwleerkrachten van de Idenburgschool in Andijk wilden ook een motiverende methode die tegemoetkwam aan niveauverschillen èn die aan de hand van thema’s werkte. “Thematiseren is een speerpunt van onze school, maar vergt veel tijd, omdat je het wiel steeds moet uitvinden”, vertelt Lianne Laport, leerkracht van groep 7-8. “Alles-in-1 leek ideaal, omdat het een kant-en-klaar pakket is. Ik hoefde niet meer van alles zelf te bedenken.” Strakke planning Maar juist de strakke planning viel tegen. “Alles-in-1 schrijft voor wat je wanneer moet doen. Die planning redde ik vaak niet.” Laport en haar collega’s hadden ook hun twijfels over de manier waarop Alles-in-1 spelling, taal en begrijpend lezen behandelt. “Bij begrijpend lezen ontbreekt een stappenplan voor het lezen van een tekst. Ook bij taal en spelling ontbreken regels en afspraken. Voor de kinderen is dat erg onduidelijk.” De leerkracht vreest bovendien dat leerlingen hiaten in hun kennis oplopen als ze structureel met Alles-in-1 werken. Om dat te voorkomen hebben de meeste scholen die met de methode werken, ervoor gekozen om hem nog niet volledig in te voeren. Op basisschool de Kornak in Uitgeest worden per schooljaar twee projecten gedaan. “De kinderen juichen als we een project beginnen en dat motiveert enorm om ermee te werken”, zegt leerkracht Jacqueline Sluis van groep 7-8. “Maar Alles-in-1 is nog volop in ontwikkeling. Pas als we zeker weten dat alle leerstof daadwerkelijk aan bod komt, bekijken we of we de methode structureel invoeren.” Bedenker Van Gelder heeft er begrip voor dat de meeste scholen de resultaten afwachten van de paar scholen die er wel structureel mee werken. Al zijn de bezwaren rond taal en spelling volgens hem niet terecht. De methode zou aan alle kerndoelen voldoen. “Tijdens de projecten worden spelling- en grammaticaregels contextgebonden toegepast. In de tussenweken, de weken tussen de projecten, worden ze gevalsgebonden aangeleerd. De combinatie van die twee didactieken is ijzersterk.”
© 2007 Mandy Pijl
Artikel van januari 2011 in personeelsblad Paraplus, stichting Suplus, Noord Holland (editie 56)
Artikel van maart 2010 in het onderwijsvakblad JSW over Alles-in-1
Uit: Plein Primair, maart 2006, auteur Lisette Blankestijn