Participatie bij de stedelijke vernieuwing in Amsterdam Slotermeer Tussen politiek en marketing
Evaluatie van het participatietraject voor de stedelijke vernieuwing van Amsterdam Slotermeer Rapport van de Begeleidingsgroep Participatietraject Slotermeer. Augustus 2008. Lydia Brunel Paul Knoeff Han Saaf Arnold Paalvast (eindredactie en omslagfoto's)
Evaluatieverslag over het zogenaamde participatietraject voor de stedelijke vernieuwing Slotermeer
Inhoudsopgave 1 Inleiding...................................................................................................................................................3 2 Aanstelling, samenstelling en taakstelling van de BPS...............................................................................4 2.1 Aanstelling en samenstelling.............................................................................................................4 2.2 Taakstelling......................................................................................................................................4 3 Wat verstaan wij als BPS onder een goede participatie?.............................................................................5 4 Het traject: de stappen en de context..........................................................................................................7 4.1 Mijlpalen in dit vernieuwingsproject.................................................................................................7 4.2 Activiteiten van de Begeleidingsgroep Participatietraject Slotermeer.................................................8 4.3 Conceptnota Woonvisie van voorjaar/zomer 2008.............................................................................9 4.4 In de zijlijn: het WijkWeb...............................................................................................................10 4.5 Incidentele initiatieven vanuit stadsdeelbestuur en/of corporaties.....................................................10 4.6 De media: decor van het participatietraject......................................................................................11 5 Het traject: een goede participatie? .........................................................................................................12 5.1 Transparante posities, actieve deelname en representativiteit............................................................12 5.2 Continuïteit of vroegtijdig einde van participatie?............................................................................13 5.3 Zorgen over sloop en toch participeren?..........................................................................................13 5.4 Openheid over en analyse van ernst en oorzaken van problemen......................................................14 5.5 Een publicitair offensief..................................................................................................................15 5.6 Participatie en Gebiedsvisie............................................................................................................15 5.7 Tijdige en goede informatie............................................................................................................16 6 Adviezen voor het vervolg van stedelijke vernieuwing in Slotermeer.......................................................19 6.1 Adviezen voor het organiseren van een begeleidingscommissie van bewoners..................................19 6.2 Adviezen voor de verdere stedelijke vernieuwingen.........................................................................19
“There can be no democracy in branding – you have to be single-minded and uncompromising. By all means hear everyone out, but you don’t put it to a vote.” Adrian Chedore, Chief Executive Officer of the Aegis Research Division Bron: www.synovate.com/
20080825_EvaluatieVanParticipatie
pagina 2 van 20
Evaluatieverslag over het zogenaamde participatietraject voor de stedelijke vernieuwing Slotermeer
1 Inleiding Dit evaluatieverslag over het zogenaamde participatietraject in de stedelijke vernieuwing van de Amsterdamse wijk Slotermeer is vooral bedoeld voor het stadsdeelbestuur en de woningcorporaties die tezamen deel uitmaken van het Procesbureau in Slotermeer. Wij, de Begeleidingsgroep Participatietraject Slotermeer (BPS), hebben het geschreven als bewoners van dit stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer en de volledige verantwoordelijkheid voor alle uitspraken berust dan ook – tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven – bij onszelf. Wij hebben die vrijheid gekregen van het Procesbureau en die ook zelf genomen in de loop van het traject. Doel van dit evaluatieverslag is dat wij als bewoners in de BPS een oordeel uitspreken over de kwaliteit van de participatie van burgers in wat het Procesbureau Slotermeer (stadsdeelbestuur en de woningcorporaties) het participatietraject genoemd heeft en eventueel adviseren over verbetering daarvan. Dit was ons aanvankelijk niet helemaal duidelijk. Gaandeweg hebben wij geconcludeerd dat wij onder het participatietraject moeten verstaan: het geheel van activiteiten dat Joop Hofman Allianties1 in Amsterdam Slotermeer heeft ondernomen om de meningen van burgers in kaart te brengen en om die meningen door de bij dit proces betrokken corporaties en het stadsdeelbestuur te laten vertalen in globale visies op noodzaak en aard van stedelijke vernieuwingen in Slotermeer. Wij achten het nuttig en nodig om onze evaluatie niet in die strikte zin op te vatten. Om een goed oordeel uit te spreken hebben wij onze 'eigen' omschrijving van goede participatie geproduceerd. Deze omschrijving bracht weer met zich mee dat wij in principe naar álle activiteiten kijken die in redelijkheid een min of meer direct verband hebben met de eventuele stedelijke vernieuwingen – wat dat ook moge wezen – in Slotermeer. Deze evaluatie is voor ons ook een oefening in het ordenen van onze gedachten over participatie en stedelijke vernieuwing, omdat het grootste deel van onze groep daar geen enkele eerdere ervaring mee had. Daarnaast hopen wij dat deze evaluatie ons inzichten oplevert, waarmee andere burgers in toekomstige, vergelijkbare situaties hun voordeel kunnen doen en waarmee wij en andere direct betrokken burgers van Slotermeer in de komende jaren een sterkere, constructieve rol kunnen spelen in het bewaken en bevorderen van de leefbaarheid – in de breedste zin – in Slotermeer. Om u als lezer in staat te stellen om onze evaluatie op waarde te schatten, beschrijven wij in hoofdstuk 2 onze eigen positie als bewoners in de Begeleidingsgroep. In hoofdstuk 3 leggen wij uit wat wij zelf onder goede participatie verstaan. Wij doen dat zonder een uitvoerige studie te doen naar wat allerlei autoriteiten daarover te melden hebben. In hoofdstuk 4 schetsen wij de belangrijkste gebeurtenissen, partijen en achtergronden van dit traject. Dit alles vormt in feite het materiaal waarvan we in hoofdstuk 5 het participatieve karakter proberen vast te stellen en te wegen. Daar presenteren wij dus onze beoordeling van de participatie van bewoners in de stedelijke vernieuwing van Slotermeer in de periode van november 2007 tot juli 2008. In hoofdstuk 6 formuleren wij onze adviezen voor het vervolg. Behalve wijzelf zijn in het hier beschreven traject ook betrokken: ● Joop Hofman Allianties (JHA). ● Bewoners van en ondernemers in Slotermeer. ● De woningbouwcorporaties: ○ Algemene Woningbouwvereniging ○ De Alliantie Amsterdam ○ Eigen Haard ○ Far West, een conglomeraat van corporaties, en ○ Ymere. ● Het stadsdeelbestuur van Slotermeer-Geuzenveld2. ● Het Procesbureau, als aannemer voor het stadsdeelbestuur en de betrokken woningcorporaties. Wij bedanken Mehmet Arslan, opbouwwerker bij de Stichting Buurtbelangen, voor zijn steun tijdens de voorgaande maanden.
1. Inmiddels of binnenkort ook opererend onder de naam de Rode Wouw (www.rodewouw.nl). URL laatst bezocht op 24 augustus 2008. 2. Merk op dat wij nadrukkelijk onderscheid maken tussen het stadsdeel en het stadsdeelbestuur. Wij zijn van mening dat deze twee partijen beslist niet in alle opzichten met elkaar samen vallen. 20080825_EvaluatieVanParticipatie
pagina 3 van 20
Evaluatieverslag over het zogenaamde participatietraject voor de stedelijke vernieuwing Slotermeer
2 Aanstelling, samenstelling en taakstelling van de BPS. 2.1
Aanstelling en samenstelling
Rond de jaarwisseling van 2007/2008 werden wij benaderd vanuit het Procesbureau met de vraag of wij bereid waren op persoonlijke titel deel te nemen in een commissie in verband met voorgenomen vernieuwingen van Slotermeer. De bewonersdelegatie bestond aanvankelijk uit zeven bewoners en een opbouwwerker uit Slotermeer: ● ● ● ● ● ● ● ●
Paul Knoeff, Lydia Brunel, Nel Waringa, Rob Spithorst, Mw Ahmitach el Yakoubi, en Arnold Paalvast, allen bewoners, Han Saaf, bewoner en ondernemer, en Mehmet Arslan, opbouwwerker voor Geuzenveld-Slotermeer.
Het merendeel van ons was eerder, in het najaar van 2007, geworven via onder meer een groep trainees van het centrale stadsbestuur. Voor elk van ons persoonlijke bestond dit wervingsproces uit zegge en schrijven één gesprek. Vier van de bewoners zijn bestuurslid van een bewonerscommissie dan wel -vereniging; van twee (Rob Spithorst en mevr. El Yakoubi) weten we dat niet zeker. Gaandeweg haakten drie bewoners af. Eén van hen heeft zich afgemeld bij het Procesbureau en wij hebben wel bericht ontvangen over de afmelding maar niet over de reden(en). Een ander heeft zich afgemeld naar aanleiding van aanhoudende informatie over sloop van het eigen woningcomplex en de derde wegens de moeilijkheidsgraad. Wij kenden elkaar tot op dat moment niet en de bewoners onder ons hadden geen ervaring met een soortgelijke situatie – de opbouwwerker, Mehmet Arslan, wel. Voor al onze activiteiten geldt dat dit vrijwilligerswerk was, dat wij uiteraard wel naar beste weten verricht hebben.
2.2
Taakstelling
In de uitnodigingsbrief voor de eerste bijeenkomst, op 21 februari 2008, staat dat Joop Hofman Allianties (JHA) van het stadsdeelbestuur en corporaties de opdracht heeft gekregen de meningen en ideeën van bewoners, ondernemers en andere gebruikers van Slotermeer te verzamelen. Een begeleidingsgroep beoordeelt of dit op een goede manier gebeurt, adviseert zo nodig tot bijsturen, controleert of en hoe de resultaten uit het participatieproces verwerkt worden in de plannen en stelt een eindadvies op. Zeker in het begin was het voor ons als bewoners toch tamelijk onduidelijk wat wij zouden (moeten) gaan doen. Onwennigheid en onbekendheid van onze kant speelde daarin ongetwijfeld een grote rol. Het zag er aanvankelijk naar uit dat wij onder meer een actieve rol zouden moeten spelen in het stimuleren van de burgers om energiek van zich te laten horen in het proces van stedelijke vernieuwing in Slotermeer. Naar aanleiding van vragen van ons in de bijeenkomst op 21 februari is de taakomschrijving van de BPS aangepast. Uiteindelijk bleef van de taakstelling over dat wij zouden gaan toezien op en eventueel adviseren over de kwaliteit van de participatie van burgers in het proces van stedelijke vernieuwing in Slotermeer.
20080825_EvaluatieVanParticipatie
pagina 4 van 20
Evaluatieverslag over het zogenaamde participatietraject voor de stedelijke vernieuwing Slotermeer
3 Wat verstaan wij als BPS onder een goede participatie? Als bewoners in de Begeleidingsgroep Participatietraject Slotermeer verstaan wij onder 'goede participatie' simpelweg en vooral:
dat je samen goede plannen maakt Samen-goede-plannen-maken houdt in: 1. dat alle partijen van meet af aan aanwezig, open en duidelijk zijn over hun positie en serieus rekening houden met elkaars belangen en verantwoordelijkheden. Dit houdt ten minste in dat elk van hen vanaf de start duidelijk benoemd wordt, net als ieders taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. 2. dat je samen nagaat welke eventuele problemen je onderkent en – indien je een goed gevulde portemonnee hebt – nagaat welke interessante uitdagingen je eens zou willen oppakken. Een probleem is: een situatie die ongewenst is of die dat dreigt te worden indien er niet tijdig iets tegen gedaan wordt. 3. dat je samen nagaat wat de ernst en urgentie is van die problemen. Dus: hoe vaak komt het voor, wie hebben er allemaal hinder van, of: hoe groot is de kans dat de ongewenste situatie optreedt en wat is er dan de schade van en voor wie? 4. dat je samen na gaat wat de oorzaken van die problemen zijn, omdat je anders misschien een schijnoplossing bedenkt; 5. dat je samen oplossingsalternatieven bedenkt, die passen bij de problemen, én de oorzaken én de hinder die ervaren of terecht gevreesd wordt; 6. dat je tijdig goede informatie met elkaar uitwisselt. Goede informatie is in dit geval: a. compleet, b. actueel, c. correct, juist, d. inzichtelijk, begrijpelijk, dus: samenhangend, compact en toch precies; e. dat resultaten van het horen van de burgers snel, inzichtelijk en niet geheel vrijblijvend worden vertaald in termen van de aanleidingen en doelstellingen van het proces en dat die burgers daar dan ook weer op kunnen reageren zodanig dat zij zich serieus genomen zullen voelen.
Een van deze laatste kenmerken, inzichtelijkheid, betekent dat in beleidsnotities telkens de relatie helder moet zijn tussen de diverse aspecten van een probleemsituatie of plan:
probleem oorzaken
hinder, schade
oplossingen, doelen
20080825_EvaluatieVanParticipatie
pagina 5 van 20
Evaluatieverslag over het zogenaamde participatietraject voor de stedelijke vernieuwing Slotermeer
Goede vertegenwoordigers In ons geval, bij stedelijke vernieuwingsprocessen, komt daar het grote belang bij dat er voldoende goede vertegenwoordigers van de bewoners bij betrokken zijn. Goede vertegenwoordigers genieten voldoende vertrouwen van alle partijen, zijn zo mogelijk deskundig en doen hun uiterste best om zo veel mogelijk bewoners te representeren.
Deskundige ondersteuning Omdat van bewoners niet verwacht kan worden dat zij veel deskundigheid hebben op het brede terrein van stedelijke vernieuwing, is het voor een goede participatie noodzakelijk dat die bewoners gedurende het hele traject de beschikking krijgen over onafhankelijke, goed gekwalificeerde deskundigen op al die aspecten die relevant zijn in de stedelijke vernieuwing. Die deskundigen moeten in brede kring een goed aanzien hebben.
Voorbeelden Met wat zoekwerk zal het toch mogelijk moeten zijn om gedocumenteerde voorbeelden te vinden van echt samen aan plannen werken op de manier zoals wij hier geschetst hebben?! De Woonbond heeft weleens zulke voorbeelden genoemd, maar wij hebben die informatie op dit moment niet bij de hand. Wij overwegen wel daarnaar te zoeken maar feit blijft dat stadsdeelbestuur en corporaties in commissie en in fraai drukwerk aan de bewoners gemeld hebben om samen goede plannen te maken.
Hoe belangrijk het is dat álle belangrijke partijen constructief samen plannen maken, wordt wel onderstreept door wat Bernard Hulsman aanhaalt uit het recente boek van Abrahamse en Noyon: het fiasco van de Bijlmer wordt door Abrahamse en Noyon mede toegeschreven aan de machtspositie van een of enkele grote bouwbedrijven3.
3. B. Hulsman: “De omgekeerde wereld van het bouwen”. In NRC Handelsblad, 11 april 2008. 20080825_EvaluatieVanParticipatie
pagina 6 van 20
Evaluatieverslag over het zogenaamde participatietraject voor de stedelijke vernieuwing Slotermeer
4 Het traject: de stappen en de context Wij schetsen hier de belangrijkste gebeurtenissen die een rol spelen in de stedelijke vernieuwing van Slotermeer. Dat zijn uiteraard niet uitsluitend de bijeenkomsten van onze begeleidingsgroep of de huiskamer- en buurtgesprekken die Joop Hofmans Allianties heeft georganiseerd, maar in principe alle acties die de belangrijkste partijen in de beschreven periode hebben ondernomen en die van betekenis zijn voor het woon-, leefen werkklimaat in Slotermeer in de komende jaren. Meer speciaal ook: gebeurtenissen, omstandigheden en signalen die licht kunnen werpen op de kwaliteit van de participatie van de bewoners bij vernieuwingen in hun directe woon- en leefsituatie. Immers, het participatietraject is geen doel in zichzelf maar zou een middel moeten zijn voor verbetering van de leefbaarheid en veiligheid, van welvaart en welzijn in en van Slotermeer. Wij beperken dit overzicht tot de periode van november 2007 tot eind juni 2008. Waar ons dat voor een goed begrip nodig leek, hebben we wel gebeurtenissen en situaties opgenomen, waar we pas nu op attent werden en die wij wel van betekenis achten voor deze evaluatie. Van diverse bijeenkomsten zijn fotoreportages te vinden in de fotogalerie op www.meerwaldt.nl. Wij kunnen en willen geen volledigheid pretenderen. Bij alle beschrijvingen geldt: voorzover wij die acties en omstandigheden hebben waargenomen. Soms zal dat informatie uit de tweede hand zijn en proberen wij dat zo goed mogelijk aan te geven.
4.1
Mijlpalen in dit vernieuwingsproject
Voorjaar 2007 kwam in de stadsdeelraad een Startnotitie over de stedelijke vernieuwingen aan de orde, waar onder meer het toenmalige SOS-platform (Senioren Overleg Stedelijke Ontwikkeling) uitvoerig op reageerde (een raadsadres dus). Deze reactie werd zonder noemenswaardige discussie ter afhandeling doorgegeven aan het dagelijks bestuur, dat circa vier maanden later schriftelijk reageerde naar het SOS-platform. Leden van de deelraad noch die van het dagelijks bestuur namen contact op voor een gesprek over het raadsadres4. Begin december 2007 vond de eerste ons bekende meningspeiling door Joop Hofmans Allianties plaats: een huiskamergesprek bij een van de leden van deze Begeleidingsgroep. Die bijeenkomst was uiteraard al enkele weken daarvoor gepland. Het was namelijk de bedoeling dat er een niet al te grote maar wel divers samengestelde groep bewoners aanwezig zou zijn uit de nabije omgeving, dus niet uitsluitend uit één woningcomplex. Op 10 januari 2008 kwamen tal van buurt-, wijk-, corporatie- en andere managers en coördinatoren in het NOVA College bij elkaar voor de aftrap van het participatieproces stadsvernieuwing Slotermeer en vooral voor de onderlinge afstemming van hun activiteiten. Een deel van onze begeleidingsgroep was daarbij aanwezig. Eind januari stuurde het stadsdeelbestuur in samenwerking met vier woningcorporaties en het conglomeraat Far West aan alle bewoners een fraai uitgevoerd informatieblad met een uitnodiging om deel te nemen aan “bewonersgesprekken over de vernieuwing van Slotermeer” met als doel “samen goede plannen te maken (...) als het bijvoorbeeld gaat om woningen, spelen, buren, winkels en werk”. JHA heeft een planning opgesteld met als logo VIS (Vooruitkomen In Slotermeer). Deze planning voorzag onder andere in 10 grote buurtbijeenkomsten en kregen wij in een van de eerste bijeenkomsten van de Begeleidingsgroep uitgereikt. De buurtbijeenkomsten vonden plaats op 12, 13, 19, 20, 26 en 27 februari, en op 4, 5, 11 en 12 maart 2008. Voor de gemiddelde buurtbewoner kwamen volgens ons het participatietraject en de stedelijke vernieuwing van Slotermeer pas nu echt in beeld. In de eerste helft van april is de brochure Wat vinden bewoners? verspreid. De tekst, opgesteld door Joop Hofman Allianties, geeft per deelgebied van Slotermeer weer wat de bewoners aan problemen en wensen hebben genoemd in de diverse bijeenkomsten. Kopzorg nummer één is onbetwist de 'verrotzooiing' van de wijk. Volgens de brochure hebben ruim 1600 bewoners meegedaan aan de gesprekken. Dit is ruim twee keer zo veel als het latere overzicht over de buurtgesprekken vermeldt. Half april opende het Procesbureau een informatiecentrum in een winkelpand aan de Burg. de Vlugtlaan.
4. Het raadsadres is als pdf te vinden via de pagina over stedelijke vernieuwing op meerwaldt.nl, bij het onderwerp van oktober 2007. De behandeling door het stadsdeelbestuur was mede aanleiding voor enkele leden om af te haken. 20080825_EvaluatieVanParticipatie
pagina 7 van 20
Evaluatieverslag over het zogenaamde participatietraject voor de stedelijke vernieuwing Slotermeer
Half mei kregen wij een verslag met de gespecificeerde aantallen aanwezigen (685 in totaal) in de tien buurtgesprekken. Het verslag vermeldt dat er in totaal 8.042 huishoudens in al die buurten aanwezig zijn. Als we heel ruw inschatten dat elk huishouden met één persoon vertegenwoordigd was, dan was de gemiddelde (mediane) participatie per buurtje 8,4%. Op 10 juni vermeldde de stadsdeelvoorzitter in de raad, dat het dagelijks bestuur trots en tevreden is, onder meer over de vernieuwende participatievormen, vooral dank zij de goede benaderingswijze die Raad en DB met elkaar kiezen. Half juni kregen wij onder embargo de conceptnotitie Slotermeer 2020 toegestuurd. In deze notitie geeft Joop Hofman Allianties de visies van stadsdeelbestuur, bewoners, ondernemers en woningcorporaties op de toekomst van Slotermeer. Daarbij werd vermeld dat de meningen niet overal met elkaar overeenstemmen en dat het stadsdeelbestuur een Gebiedsvisie nog niet formeel heeft vastgesteld. In zeer beknopte vorm presenteerde Joop Hofman Allianties die visies enkele dagen daarna voor een zeer spaarzaam opkomend publiek in tenten en zalen verspreid in Slotermeer. Ook vertoonde zij op zaterdag 21 de film This is my Life!, in opdracht van het Procesbureau gemaakt door Femke Hoyng. In de raadzaal van het Tuinstadhuis vond een debat plaats onder leiding van Abdellah Dami, bekend als presentator bij de NMO Nederland 2, de publieke omroep FunX, RTV Noord-Holland en Radio 5. Tijdens dat debat waren de portefeuillehouders van het stadsdeel aanwezig tussen het publiek. Volgens onze schatting waren er circa 150 bewoners in de raadzaal aanwezig. Op 18 juni vond onder het motto De vernieuwing start nu een bijeenkomst plaats in gebouw De Kandelaar over de geplande herprofilering van de Burg Vening Meineszlaan, tussen de Burg. Eliasstraat en de Wiltzanghlaan. Deels door problemen met de uitnodigingen verliep de discussie uiterst moeizaam. De bijeenkomst vond plaats op initiatief van het stadsdeelbestuur en was niet aangekondigd in de BPS. Wij waren ervan op de hoogte doordat een van ons in die buurt woont. De website van het stadsdeelbestuur vermeldde, dat op vrijdag 20 juni Robin de Bood, stadsdeelvoorzitter van Geuzenveld-Slotermeer, namens de stadsdelen in Nieuw West het plan voor de uitvoering van de wijkaanpak in Amsterdam heeft ondertekend. Samen met minister Ella Vogelaar zette hij zijn handtekening onder de stukken. In het plan spreken rijk, gemeente en stadsdelen met elkaar af om de komende tien jaar fors te investeren in de Amsterdamse Krachtwijken, waar Geuzenveld-Slotermeer onderdeel van uitmaakt. De brochure Wat vinden bewoners? vermeldt dat de stadsdeelraad en de besturen van de woningcorporaties in het najaar van 2008 een besluit nemen over de toekomstvisie voor Slotermeer en dat daarover dan nog inspraak en besluitvorming zal plaatsvinden. Wellicht ten overvloede: bij het starten van deze evaluatie was ons nog niets bekend over de manier waarop de resultaten uit het marktonderzoek waren of zouden gaan worden verwerkt tot min of meer concrete plannen. Niet in technische zin en niet in de zin van wie dat met wie zouden gaan doen. Wel kregen wij op dat moment een conceptnota Gebiedsvisie voor Slotermeer in 2020 uitgereikt, die op dat moment nog een onduidelijke status had.
4.2
Activiteiten van de Begeleidingsgroep Participatietraject Slotermeer
Op 6 februari 2008 kregen de belangstellenden een uitnodigingsbrief om de eerste vergadering bij te wonen, op 21 februari. Vóór de eerste bijeenkomst van de Begeleidingsgroep hadden individuele bewonersleden al deel genomen aan één of meer bijeenkomsten, georganiseerd door Joop Hofman Allianties. Aan de vergaderingen van de BPS namen de woningcorporaties afwisselend met een tot drie vertegenwoordigers deel. Joop Hofman Allianties was via een wisselende vertegenwoordiging aanwezig. De ambtelijk voorzitter en/of secretaris bereidden steeds de agenda voor, hoewel zij ter vergadering wel open stonden voor wijzigingsvoorstellen van onze kant. Er zijn tot nu toe 4 bijeenkomsten geweest: 21 februari, 20 maart, 23 april en 11 juni. Als bewoners hebben wij separaat hiervan met de opbouwwerker als gevolg van allerlei onduidelijkheden enkele tussentijdse bijeenkomsten gehad. In de bijeenkomst van 23 april van de BPS hebben wij het begrip participatie nog eens benadrukt en een aantal punten in herinnering gebracht zoals we hier in hoofdstuk 3 vermeld hebben. Wij hebben duidelijk gemaakt dat wij op zichzelf bewondering hadden voor de aanpak door Joop Hofman Allianties, maar dat wij er wel een marktonderzoek en geen participatie in ontdekten. 20080825_EvaluatieVanParticipatie
pagina 8 van 20
Evaluatieverslag over het zogenaamde participatietraject voor de stedelijke vernieuwing Slotermeer
Op die avond vermeldde JHA op onze vraag dat veel ouderen, allochtonen, kinderen en jongeren zijn bereikt via andere kanalen dan de huiskamer- en buurtgesprekken. Bij latere navraag kregen wij te horen dat hier geen rapportages op papier of in digitale vorm van beschikbaar waren. Wij hebben in die vergadering ook gevraagd om de aanleidingen voor dit hele project van stadsdeelbestuur en corporaties via folders of brochures aan de bevolking kenbaar te maken, maar dit stuitte op grote en blijvende weerstand. Wel kregen wij korte tijd later van procesmanager Vissers een intern memo met een kort overzicht. Mede in verband met de rond die tijd geagendeerde conceptnota Woonvisie hebben wij in deze bijeenkomst nog eens benadrukt dat in de diverse peilingen de sociale problemen als veel urgenter waren benoemd dan die van de huisvesting. Op 15 mei hebben wij de heer Vissers schriftelijk verzocht de BPS wekelijks een actueel overzicht toe te zenden over locaties, data en tijdstippen van alle activiteiten die in de dan komende maanden een raakvlak zouden hebben met de participatie. Daarop is op 21 mei het volgende antwoord ontvangen: “Er zijn de komende tijd vrijwel geen bijeenkomsten gepland”. In mei werden twee leden van onze groep benaderd voor een interview over het participatietraject. Gaandeweg kregen we steeds sterker de indruk dat wij daarin koste wat kost een soort reclameverhaal moesten aanleveren. In één geval leidde dit tot een conflict en beëindiging van de interviewrelatie. Wij hebben op 3 juni gevraagd naar de precieze opdracht voor dit project van het stadsdeelbestuur aan Joop Hofman Allianties. Enigszins tot onze verbazing kregen wij te horen dat wij het Plan van Aanpak, opgesteld door Joop Hofman Allianties, moesten zien als dé opdracht. Wij zouden eerder een brief van de opdrachtgever verwacht hebben, dan wel (desnoods een deel van) een duidelijke overeenkomst. Op 10 juni woonde een van ons een bijeenkomst bij over buurtbudgetten en participatie, waarbij opviel dat diverse deelnemers stelden dat de portefeuillehouder van Geuzenveld-Slotermeer een wel heel sterke hang naar regie had. Onder de deelnemers waren ten minste twee wethouders/portefeuillehouders, veel wijkmanagers en mensen met vergelijkbare functies, en de senior adviseur Wijkaanpak namens de Amsterdamse Bestuursdienst, Kassenaar. Tijdens de vergadering van 11 juni kregen wij het Communicatieplan en op 16 juni de Concept Gebiedsvisie 2020 en de gevraagde wolkjes die gepresenteerd waren tijdens de buurtbijeenkomsten. Wij constateren allereerst dat deze Gebiedsvisie kennelijk volledig is geschreven door participatiehuis Joop Hofman Allianties (JHA). Op pagina 6 licht JHA toe: ● dat de corporaties en het stadsdeelbestuur zich kunnen vinden in de visie (hoofdstuk 1), ● dat deze beide partijen alleen nog over de hoofdlijnen van de verdere uitwerking (hoofdstuk 2) overeen stemmen, en ● dat het hoofdstuk over de aanpak (hoofdstuk 3) alleen een advies is van JHA aan het stadsdeelbestuur en de corporaties. In deze vergadering hebben wij onze teleurstelling geuit over de traagheid waarmee wij vaak geïnformeerd werden. De afspraak werd: minstens twee weken voor een volgende vergadering. En zo hebben wij het verslag van onze vergadering van 11 juni pas twee maanden na dato ontvangen: precies twee weken voor de volgende. Voor het opstellen van dit evaluatierapport hebben wij vele malen overlegd, bijdragen geleverd en concepten uitgewisseld.
4.3
Conceptnota Woonvisie van voorjaar/zomer 2008
In het voorjaar verscheen in etappes een conceptnota Woonvisie. Deze nota gaat echter niet zozeer over wonen als wel over woningbouw. Om deze reden, én omdat het stadsdeelbestuur bij allerlei gelegenheden claimt dat het zo ongeveer kampioen is in het organiseren van participatie van bewoners, kunnen wij er niet aan voorbijgaan dat deze nota sterk raakt aan de stedelijke vernieuwing. Het Bewonersplatform (voorheen SOS-platform) heeft in een raadscommissievergadering van 27 mei een aantal kritische kanttekeningen geplaatst bij de Conceptnota Woonvisie van het stadsdeelbestuur. Wij namen daar met enige verbazing kennis van. De belangrijkste opmerkingen waren: • dat de conceptnota Woonvisie niet over wonen maar over bouwen gaat; • dat in de nota ten onrechte wordt gesteld dat die in overleg met het SOS-platform tot stand is gekomen;
20080825_EvaluatieVanParticipatie
pagina 9 van 20
Evaluatieverslag over het zogenaamde participatietraject voor de stedelijke vernieuwing Slotermeer
• •
•
4.4
dat in de nota vaak heel onduidelijk is welke doelen of oplossingen passen bij welke problemen en welke oorzaken van problemen; dat in de nota nergens herkenbaar is dat van november 2007 tot juni 2008 een groot en kostbaar zogenaamd participatietraject is uitgevoerd door Joop Hofman Allianties, in opdracht van het stadsdeelbestuur. Het hele woord Hofman komt in de conceptnota zelfs nergens voor terwijl dat participatietraject toch bedoeld zou zijn voor het prettiger wonen, werken en leven van mensen in dit stadsdeel. dat het stadsdeelbestuur zich wel veel op eigen borst klopt, vooral waar het om 'participatie' van de bewoners gaat.
In de zijlijn: het WijkWeb
Het WijkWeb is voor de gemiddelde burger tijdens dit participatietraject waarschijnlijk helemaal buiten beeld gebleven. Zelf hebben we eigenlijk ook pas tijdens het opstellen van dit rapport meer gericht aandacht aan het WijkWeb gegeven. Toch moeten wij constateren dat het stadsdeelbestuur het WijkWeb als een zeer belangrijk onderdeel ziet van participatie in dienst van stedelijke vernieuwing. Wij maken dit op uit eigen uitingen van het stadsdeelbestuur en uit informatie op websites als www.bestuurskunde.nl, www.apango.eu, www.bralvzw.be, verwijzingen naar het Europese Poseidon project enzovoorts. We maken daaruit op dat het WijkWeb een voorbeeld moet zijn van gesubsidieerde activiteiten in het kader van wijkplanning. Het zou aan de wijkplanning ook met name het karakter van coproductie moeten geven – samen goede plannen maken. Op een van de gemeentelijke websites vonden wij het volgende: “POSEIDON is een Europees project waar stadsdeel Geuzenveld en OGA samen werken. Geuzenveld is verantwoordelijk voor het internationale deel van het project, het Ontwikkelingsbedrijf leidt de lokale leergroep. ” Wij laten het hier verder nog bij enkele notities: APaNGO staat voor Advocacy, Participation and NGO's in Planning. Ook Nederlandse wijken hebben bij dit project baat gehad, al was het maar omdat het een duwtje geeft aan het eigen ontwikkelingsproces. Een voorbeeld is de Eendrachtsbuurt in Amsterdam-Geuzenveld/Slotermeer. “Het participatieproject van de Amsterdamse stadsdeelraad Geuzenveld-Slotermeer waarbij ‘branding’ werd gebruikt om samen met bewoners een buurtidentiteit te creëren en zo een perspectief te bieden voor de participatie bij de stedelijke vernieuwing van de Eendrachtsparkbuurt.” 5.
Voorzover het contacten stimuleert tussen bewoners die elkaar anders niet of nauwelijks zouden spreken, hebben wij al eerder in dit traject onze waardering uitgesproken. Wijzelf herkennen echter geen enkele concrete relatie tussen het WijkWeb en het participatietraject dat wij observeerden. Het beeld over WijkWeb dat wij her en der beluisteren is dat het WijkWeb in Slotermeer vooral het karakter heeft van een evenementenbureau, c.q. feesten en buurthuisachtige activiteiten organiseert dan wel ondersteunt. Duidelijk werd ons dat het WijkWeb door deze waarneming lang niet iedereen uitnodigt om er aan te participeren. Wij constateren dat de GroenLinks fractie in de afronding van het seizoen van 2007/2008 opmerkte dat het WijkWeb qua aantallen deelnemers en kwaliteit een uiterst bescheiden rol speelde.
4.5
Incidentele initiatieven vanuit stadsdeelbestuur en/of corporaties
Gaandeweg hoorden wij 'via via' dat corporaties en/of stadsdeelbestuur in gesprek gingen met groepen bewoners zonder dat zij die initiatieven duidelijk bij ons aanmeldden als zijnde onderdeel van de participatie van bewoners bij 'de vernieuwing van Slotermeer'. Zo zou er een gesprek door De Alliantie Amsterdam met bewoners van het Anton Struik complex geweest zijn en was er werkelijk een bijeenkomst over de herprofilering van de Burg. Vening Meineszlaan. Toch werden die bijeenkomsten aan de bewoners wel degelijk gepresenteerd als onderdeel van de vernieuwingen van Slotermeer. Pas in de laatste fase van het schrijven van dit verslag kregen wij telefonisch bevestiging vanuit de Alliantie Amsterdam dat een vergadering met bewoners van het Anton Struik complex wel degelijk (medio mei) had plaats gevonden.
5. Samenvatting van het rapport Burgerparticipatie bij planning: perspectieven voor de toekomst. Pag. 3. 20080825_EvaluatieVanParticipatie
pagina 10 van 20
Evaluatieverslag over het zogenaamde participatietraject voor de stedelijke vernieuwing Slotermeer
4.6
De media: decor van het participatietraject
Het participatietraject speelde zich uiteraard niet af in een vacuüm. In wisselende mate waren er op de achtergrond of meer in de voorgrond media die over aard en noodzaak van stedelijke vernieuwingen feiten presenteerden en/of een sfeer opriepen. Er waren uiteraard de diverse uitnodigingen vanuit het Procesbureau. Er waren brochures, artikelen in het Stadsdeelnieuws, maar ook in Het Parool, in de wijkbladen, corporatiemagazines en het boek van Abrahamse en Noyon met de veelzeggende ondertitel Bouwen voor de eeuwigheid en bouwen voor de sloop6. In verschillende gradaties werden in beeld en tekst in dergelijke publicaties de Westelijke Tuinsteden vaak afgeschilderd als kaal, naargeestig en 'rijp voor de sloop', worden de lezers lekker gemaakt voor het 'betere wonen' of voor een mooie 'wooncarrière'. Bij bouwplaatsen worden de nieuwe, enorme appartementencomplexen aangeprezen met suggestieve, exotische namen als Nieuw Zeeland, De Drie Bouwmeesters, Jatopa, Masira, Wonen in The-new-kit, Welkom in De Nieuwe Wereld enzovoorts. Het Stadsdeelnieuws van augustus 2008 beeldt op pagina 15 een serie portieketageflats en vooral een complex Airey-woningen zo onnatuurlijk donker af dat de lezer waarschijnlijk wel moet denken dat deze woningen snel gesloopt moeten worden. Enkele jaren eerder was dit ook waarneembaar, met woningen in de De Sav. Lohmanstraat.
6. J.E. Abrahamse en R. Noyon; red. Boudewijn Bakker: Het oude en het nieuwe bouwen. Bussum : THOTH, 2007. ISBN 978-90-6868-469-8. 20080825_EvaluatieVanParticipatie
pagina 11 van 20
Evaluatieverslag over het zogenaamde participatietraject voor de stedelijke vernieuwing Slotermeer
5 Het traject: een goede participatie? Bij de beoordeling van het zogenaamde participatietraject gebruiken wij bij voorkeur de elementen die wij in hoofdstuk 3 omschreven hebben als kernpunten van een goede participatie. Wij plaatsen hier en daar kritische noten, maar menen dat wij daartoe gerechtigd zijn: a. omdat de stedelijke vernieuwing naar verwachting diep ingrijpt op essentiële elementen van de woonbeleving van vele burgers. Corporaties en stadsdeelbestuur maken daarbij nogal eens een forse inbreuk op het ongestoorde woongenot dat zij volgens huurcontracten moeten garanderen. b. omdat het stadsdeelbestuur bij tal van gelegenheden en in tal van documenten, op papier en op internet, bijzonder hoog opgeeft van de kwaliteit van de participatie zoals zij die organiseert; c. omdat leden van onze Begeleidingsgroep ervaringen hebben met participatie, die veel meer overeenstemmen met de omschrijving die wij in hoofdstuk 3 gaven dan wat wij in het hier bestudeerde participatietraject hebben meegemaakt. Allereerst gaan we heel kort in op misschien een van de belangrijkste concrete en beschikbare graadmeters voor het beoordelen van de kwaliteit van wat hier voor participatie moet doorgaan: de brochure Wat vinden de bewoners? Wij constateren dat een groot deel van de uitspraken van burgers correct is weergegeven, voorzover wij daar althans getuige van konden zijn.
5.1
Transparante posities, actieve deelname en representativiteit
Samen goede plannen maken? Dat was wat stadsdeelbestuur en corporaties in januari 2008 op een fraai gedrukte kaart aan alle burgers hebben aangekondigd. Bewoners, ondernemers, stadsdeelbestuurders en corporatiemedewerkers hebben echter in de periode november 2007 – juli 2008 in feite niet herkenbaar en traceerbaar samen gewerkt aan oplossingsalternatieven, zelfs niet aan de inventarisatie van problemen en/of uitdagingen. In plaats daarvan hebben stadsdeelbestuur en corporaties aan Joop Hofman Allianties de opdracht gegeven een marktonderzoek te doen. Huiskamer- en groepsgesprekken waren daarin de belangrijkste, voor ons herkenbare aanpakken. Voor de bewoners waren stadsdeelbestuur en corporaties daarbij in hoge mate onzichtbaar. Enkele corporatie- en stadsdeelmedewerkers hebben slechts een rol als gespreksleider vervuld, waarbij zij alleen gericht waren op het vergaren van meningen van bewoners. Ook al heeft het stadsdeelbestuur dit misschien op tal van plaatsen anders benoemd, wij kunnen het bestudeerde proces werkelijk niet anders zien dan als een marktonderzoek. Wij bedoelen dat zeker niet denigrerend. Marktonderzoek omvat heel wat meer en is wel heel wat anders dan een enquêteur aan de deur of een telefoontje tegen etenstijd. Voor deze consultaties heeft Joop Hofman Allianties in Slotermeer tien deelgebieden onderscheiden waarbinnen de relevante overeenkomsten groter zijn dan tussen die deelgebieden. Wij concluderen uit de cijfers over die tien deelgebieden dat gemiddeld circa acht procent van de huishoudens in de buurt- en huiskamergesprekken waren vertegenwoordigd. Door de uitbesteding wekt het stadsdeelbestuur – raad en dagelijks bestuur – gemakkelijk de indruk dat het niet alleen fysiek maar ook mentaal een forse afstand bewaart ten opzichte van de burgers met hun zorgen en wensen over veiligheid en leefbaarheid van Slotermeer. De opzet om iedereen bij de vernieuwing van Slotermeer te betrekken lijkt ons ook in andere opzichten slechts zeer gedeeltelijk gelukt. De allochtone bevolking was in deze fase verhoudingsgewijs sterk ondervertegenwoordigd. Wij hebben in vergaderingen van de BPS en achteraf via e-mail gevraagd naar verslagen over peilingen onder de migranten, maar slechts de mededeling ontvangen dat hun meningen vrijwel niet afweken van die van de overige bevolking. Wij hebben zelf niet kunnen observeren of en zo ja welke actieve, speciale aanpakken Joop Hofman Allianties heeft toegepast om ook migranten in te schakelen bij deze meningspeiling. Wij vragen ons dan ook af of het ooit zal lukken om alle bevolkingsgroepen op een prettige manier samen te laten wonen. Vanuit een oogpunt van representativiteit, openheid en participatie vinden wij het zorgwekkend dat er kennelijk tal van aparte gesprekken hebben plaatsgevonden met zeer uiteenlopende groepen (qua leeftijd, etniciteit, beroepsbezigheden, locatie enzovoorts). Met andere woorden: de marktsegmentatie is enorm geweest. Bovendien zijn wij over veel van die gesprekken niet concreet tevoren geïnformeerd en hebben wij daarover geen traceerbare rapportages ontvangen. Dit contrasteert sterk met de herhaalde claim van het stadsdeelbestuur over de geweldige participatie.
20080825_EvaluatieVanParticipatie
pagina 12 van 20
Evaluatieverslag over het zogenaamde participatietraject voor de stedelijke vernieuwing Slotermeer
Storend zijn waarschijnlijk voor alle partijen de geruchten die meerdere malen opdoken, over complexen die voor sloop aangewezen waren. Zoals gewoonlijk, was de echte herkomst voor ons vrijwel niet te achterhalen. Ondoorzichtig zijn ook de positie en functies van WijkWeb. Terwijl het lokaal tot internationaal multimediaal 'aanwezig' is, herkennen wij geen duidelijke, concrete relatie met het participatietraject. Het WijkWeb wekt zo op sommigen toch een beetje de indruk van een afleidingsmanoeuvre...
5.2
Continuïteit of vroegtijdig einde van participatie?
In diverse bijeenkomsten van de BPS en in e-mails is ons vanuit het stadsdeelbestuur duidelijk gemaakt – overigens niet steeds expliciet, dat het participatietraject in de stedelijke vernieuwing van Slotermeer eigenlijk alleen bestond uit de hier beschreven activiteiten van JHA en dat dit traject in juni 2008 dan ook ten einde liep. Stadsdeelbestuur, Joop Hofman Allianties en/of de woningcorporaties hebben ons niet klip en klaar duidelijk gemaakt hoe hun meningen en die van bewoners en ondernemers in en over Slotermeer worden omgezet in bijpassende verbeteringsplannen. Wij maken ons dan ook grote zorgen over de continuïteit in het geheel van activiteiten. Zullen stadsdeelbestuur en corporaties het vertrouwen kunnen 'overnemen' en waarmaken dat Joop Hofman Allianties bij een groot deel van de tot nu toe bereikte bewoners heeft verworven? Wat komt er terecht van de urgenties die bewoners hebben aangereikt? Tot nu toe hebben wij geen overtuigende antwoorden op deze zorgen gehoord van de kant van stadsdeelbestuur en corporaties. De enorme verrotzooiing is in de peilingen van Joop Hofman Allianties de grootste kopzorg van de bewoners gebleken. De markten en winkelstraten figureren voorop in de klachten over vervuiling en enorme expansie over de trottoirs voor de winkels. We hebben wel ergens gelezen over winkelstraatmanagers – de zoveelste categorie manager, regisseur, consultant, adviseur en/of beheerder! – maar echte opvolging van dit thema hebben wij nog niet kunnen waarnemen. Het zelfde geldt voor sommige vragen en suggesties vanuit bewoners voor flinke verbeteringen, waarvoor verhuizing niet noodzakelijk zou zijn. Bijvoorbeeld het aanbrengen van dakkapellen waardoor de effectieve woonruimte en het comfort aanzienlijk verbeterd zouden worden. Ingebracht in het zogenaamde participatietraject, maar wij kregen signalen dat de bewoners er vervolgens niets meer over hoorden. Een ander aspect van continuïteit is de aansluiting van de diverse gesprekken en publicitaire uitingen op elkaar. Zo kwamen wij in de uitingen van het stadsdeelbestuur vaak tegen dat de sociale pijler leidend is. Echter, in tal van gesprekken, in de conceptnota Woonvisie, in het eerder genoemde media-decor en in bezorgde signalen van bewoners herkennen wij vooral dat woningen – de stenen dus! – zeer centraal in de aandacht staan. Het zojuist uitgekomen Jaarboek Nieuw West 2008 van de AFWC ontkracht dit beeld bepaald niet7.
5.3
Zorgen over sloop en toch participeren?
Hoewel het stadsdeelbestuur op tal van plaatsen heeft gesteld dat het bij deze stedelijke vernieuwing nu eens niet primair gaat om sloop/nieuwbouw, hebben wij herhaaldelijk signalen gekregen die er op duiden dat een of meer betrokken corporaties wel degelijk forse sloopplannen hebben en dat bewoners en bestuursleden van bewonersorganisaties zich grote zorgen maken over sloop. Elk van ons is daarmee geconfronteerd; dat gaat niet in de koude kleren zitten. Ook de getallen die de conceptnota Woonvisie voor sloop vermeldt, wijzen op grote sloopambities. Zorgen zijn er hier en daar evident. Harde gegevens van enige omvang over de negatieve effecten daarvan op de participatie tot nu toe hebben wij niet. Het vernieuwingsproces is echter nog maar nauwelijks begonnen. Wij formuleren deze paragraaf dan ook vooral met het oog op het vervolg. Wat dan de participatie betreft: is het wel redelijk te verwachten dat je enthousiast meedenkt over vernieuwingen van je wijk, wanneer je hebt gehoord dat je woning voor sloop aangewezen is? Wij denken dat de meesten in zo'n situatie wel wat anders te doen hebben. Zij moeten zoeken naar een andere woning en komen waarschijnlijk helemaal niet meer terug in hun oude woonomgeving. Je krijgt tenslotte maar 1 x verhuiskosten en omdat in de sloopwoningen de meeste bewoners geen hoog inkomen hebben, zijn zij vaak genoodzaakt om vanwege de hogere huren bij 'grote ingrepen' naar een andere achterstandswijk te verhuizen.
7. Jaarboek Nieuw West 2008. Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties. Pag. 25, tweede kolom onderaan. 20080825_EvaluatieVanParticipatie
pagina 13 van 20
Evaluatieverslag over het zogenaamde participatietraject voor de stedelijke vernieuwing Slotermeer
En dan zijn hun centjes op. De paragraaf over een 'verouderd woningbestand' in een memo van Kees Vissers8 versterkt onze zorg. Bewoners die steeds verjaagd worden, denken niet eens aan participeren. De kinderen moeten naar een andere school, naar andere clubs en verenigingen en zo wordt je hele sociale leven omver gegooid. Weer aanpassen! Daar word je toch moe van! Dus: wát participeren? Die groep mis je al want die praat en denkt niet mee, die moet overleven! De nieuwbouw koop- en dure huurwoningen worden dan gebouwd voor een grote groep nieuwkomers van buiten-af die het participatietraject niet hebben doorlopen. Ook een grote groep nieuwe bewoners van de sociale huurwoningen zal van buiten Slotermeer komen, omdat de eerdere bewoners met lage inkomens niet weer terug zullen verhuizen wegens geldgebrek. Dus vragen wij ons af voor welke mensen het participatietraject bedoeld is. Is participeren dan toch gebakken lucht? Laissez-faire-participatie zoals de Amerikaanse politicoloog Archon Fung dat afkeurend noemt9? En doen we het omdat het moet van Den Haag of om langdurige juridische processen te voorkomen? Eén concreet voorbeeldje nog: een van ons kreeg kort geleden bezoek van een 82 jarige buurtbewoner en beschrijft dat zo: “Hij was helemaal over zijn toeren want zijn huis zou gesloopt worden en waar moest hij dan wel heen. Ik heb hem natuurlijk gerustgesteld, maar waar komt dit vandaan en waarom komt hij naar mij???? (wellicht hoor ik ook al bij de ouderen). Deze mijnheer is dus slecht bereikt ondanks alle moeite van de diverse instellingen.” Wij hebben niet op ons netvlies welke constructieve oplossingen het stadsdeelbestuur en de woningcorporaties denken te gaan toepassen om de non-participatie bij sloopdreiging tegen te gaan – al is het maar gedeeltelijk. En dat vervult ons dan weer met zorg.
5.4
Openheid over en analyse van ernst en oorzaken van problemen
Wij hebben geconstateerd dat bewoners in diverse bijeenkomsten zeer uitgesproken meningen over de leefbaarheid, veiligheid en de vervuiling (verrotzooiing) kenbaar gemaakt hebben. In hoeverre daarin oorzaken aan bod kwamen, heeft naar ons idee sterk afgehangen van de houding en kwaliteit van de op dat moment en die plaats aanwezige discussieleider, veelal een van de medewerkers van Joop Hofman Allianties, een stadsdeel- of corporatiemedewerker. Wij hebben niet geconstateerd dat daar ergens door de discussieleiders expliciet naar gestreefd werd. Vuistregel is dat goede oplossingen onwaarschijnlijk zijn indien niet of nauwelijks aandacht wordt besteed aan oorzaken van problemen. En als het om problemen in het woon- en leefklimaat gaat, wie zijn dan meer deskundig dan bewoners zelf? Waarom zou dit bijvoorbeeld niet opgaan wanneer 95% van de bewoners vindt dat zij behoort tot die 5% die níet bijdraagt aan de verrotzooiing van de buurt...? Wij missen tot nu in het zogenaamde participatietraject elke serieuze poging om de oorzaken goed in kaart te brengen. Op onze vraag om met bewoners dit stuk van de puzzel aan te pakken, kregen wij in april helaas een hardnekkig afwijzende reactie. Ook de lotgevallen van het raadsadres van het SOS-platform, zomer en najaar 2007, vervullen ons niet alleen met verbazing maar ook met zorg. Het valt ons op dat diverse problemen/achterstanden in het memo van Kees Vissers van 28 april vooral geformuleerd worden in termen van gebrekkige c.q. ontbrekende voorzieningen (lees: gebouwen). Waar is de analyse van de oorzaken van die gebreken? Grote moeite hebben we met wat daarover door Dikken en Thielen werd opgemerkt in het grote artikel in NRC Handelsblad10 van 9 augustus. Als oorzaken van problemen nergens openlijk worden besproken, hoe wil je dan de vereiste motivatie voor de ongetwijfeld langdurige, benodigde inspanningen verwerven c.q. in stand houden? We constateren bij de belangrijkste partijen – misschien kunnen we beter stellen: machtigste partijen – een grote aversie om te spreken over de problemen die niettemin aanleiding waren voor deze vernieuwingsoperaties. Maar waarom het dan niet gewoon gelaten bij een grote reclamecampagne maar toch de indruk wekken dat bewoners met bestuur en corporaties samen de problemen aanpakken?
8. Kees Vissers: Aanleiding vernieuwing Slotermeer. Amsterdam, 28 april 2008. Pag. 2. 9. Aangehaald door Evelien Tonkens in haar column “De ware kloof”, in de Volkskrant van 22 juli 2008. Deze hele column is trouwens in het kader van de vernieuwingen in Slotermeer bijzonder toepasselijk. 10. Tom Kreling en Bernard Hulsman: “Hoop na de sloop. Wonen in het grote plaatje”. In NRC Handelsblad, zaterdag &cetera, pag. 8-11, 9 augustus 2008. 20080825_EvaluatieVanParticipatie
pagina 14 van 20
Evaluatieverslag over het zogenaamde participatietraject voor de stedelijke vernieuwing Slotermeer
5.5
Een publicitair offensief
Wij begrijpen dat het stadsdeelbestuur en de corporaties de huidige en toekomstige bewoners een perspectief willen bieden op een mooi, leefbaar en welvarend Slotermeer. Wij storen ons echter aan de overheersende juichtoon en reclametaal in allerlei publicaties in verband met de stedelijke vernieuwingen in de Westelijke Tuinsteden. “Verbeteren van de woningvoorraad staat voorop”, vermeldt de Alliantie Amsterdam in een recente publicatie11. Geen sloop/nieuwbouw, maar “verbeteren”. Opmerkelijk is dat in het boek van Abrahamse en Noyon en in een Forum-bijdrage van Elvira Sweet 12 de bouw, de sloop/nieuwbouw en/of het opdrachtgeverschap bij bouw als doorslaggevende verklaringen voor succes worden gepresenteerd. Echter, voorafgaande veelzijdige verwaarlozing van woningen en buurten c.q. al te gebrekkig onderhoud, het vrijwel ontbreken van handhaving, de woningtoewijzingspraktijk en – in het geval van de Bijlmer het ondanks waarschuwingen van bijvoorbeeld Jane Jacobs toch doordrijven van een extreem stedenbouwkundig concept: dat herkennen we niet of of onvoldoende in hun argumentaties. Okay, Sweet brengt dan nog enkele nuances aan, maar toch: ook haar centrale stelling is duidelijk dat sloop/nieuwbouw wonderen doet. En natuurlijk, als een wijk er heel slecht voor staat, lijkt bijna elke goed herkenbare fysieke ingreep al gauw een enorme verbetering... Maar waarvan precies??? IJburg is in de afgelopen maanden diverse keren in het nieuws geweest als een wijk waar veel mensen vanuit de stadsvernieuwingsgebieden zijn komen wonen en waar nu allerlei overlast aan toegeschreven wordt: het waterbedeffect dus. En dat terwijl er op IJburg alleen maar mooie nieuwe woningen staan... Op de borden bij bouwplaatsen in de Westelijke Tuinsteden en in diverse magazines van woningcorporaties wordt in beeld en tekst een stijl gehanteerd die we tot voor kort eigenlijk alleen maar kenden van reclameacties. In Het Parool velden Brunt en Tamboer een paginagroot, vernietigend oordeel over het gebouw Parkrand13, die prachtige parel (volgens Piet Dikken). Opmerkelijk vonden we de nieuwe naamgeving van recent gefuseerde corporaties: Stadgenoot. Als een zeer groot bedrijf zich zo noemt, zo popi-jopie, dan roept dat bij ons toch wel grote twijfels op. De suggestie van Sweet dat sloop/nieuwbouw wonderen verricht neemt niet weg dat er langdurig ándere acties dan sloop/nieuwbouw noodzakelijk zijn om te voorkomen dat die nieuwbouw over vijftien jaar erg lijkt op de woningcomplexen die Frank Bijdendijk liet vastleggen in zijn boekje Wonen in Wanhoop 14. Constructieve ándere acties zijn met name: ● beter beheer en onderhoud, ● betere handhaving, ● beter onderwijs en arbeidsmarkttoeleiding, ● een beter woningtoewijzingsbeleid. Al met al staan in dat publicitaire offensief niet de bewoners, maar woningen voorop. En speelt het zogenaamde participatietraject in Slotermeer zich af tegen een decor, waarin de gemiddelde burger van Slotermeer waarschijnlijk geen relatie meer herkent met zijn grootste kopzorgen zoals hij die in de diverse peilingen verwoord heeft.
5.6
Participatie en Gebiedsvisie
Deel van onze opdracht is na te gaan hoe de resultaten uit het zogenaamde participatieproces verwerkt worden in de plannen. Half juni hebben wij een conceptnota Slotermeer 2020. Een visie op Stedelijke Vernieuwing Slotermeer Amsterdam ontvangen, vooralsnog helaas alleen nog op papier en met de mededelingen: ● dat daar nog geen formele besluitvorming over had plaats gevonden, en ● dat dit document als zodanig daarom nog niet voor verspreiding beschikbaar of bedoeld was. Wij constateren allereerst dat deze Gebiedsvisie kennelijk volledig is geschreven door participatiehuis Joop Hofman Allianties (JHA). Op pagina 6 licht JHA toe: ● dat de corporaties en het stadsdeelbestuur zich kunnen vinden in de visie (hoofdstuk 1), ● dat deze beide partijen alleen nog over de hoofdlijnen van de verdere uitwerking (hoofdstuk 2) overeen stemmen, en 11. De Alliantie in perspectief. Aansprekende projecten uit 2007 in de schijnwerpers. De Alliantie. Huizen, zomer 2008. Pag. 15. 12. Elvira Sweet: “Sloop en nieuwbouw succes in Bijlmer”. Forum, de Volkskrant, 1 augustus 2008, pag. 11. 13. Lodewijk Brunt en Kees Tamboer: “Heel Geuzenveld kijkt in je kruis”. In: Het Parool, pag. 19. 14. F. Bijdendijk e.a.: Wonen in wanhoop. Stedenbouw en architectuur van brandhaarden. Uitgave: Het Oosten Woningcorporatie, Amsterdam, 2005. 20080825_EvaluatieVanParticipatie
pagina 15 van 20
Evaluatieverslag over het zogenaamde participatietraject voor de stedelijke vernieuwing Slotermeer
●
dat het hoofdstuk over de aanpak (3) een advies is van JHA aan het stadsdeelbestuur en de corporaties.
Vanwege deze redenen formuleren wij hier dan ook alleen nog een voorlopige reactie, voornamelijk beperkt tot het eerste hoofdstuk van die conceptnota. Wij hebben helaas niet kunnen waarnemen dat deze conceptnota is besproken door een stevige vertegenwoordiging van bewoners met gekwalificeerde vertegenwoordigers van de corporaties en het stadsdeelbestuur. Dat is van een kant misschien ook wel logisch omdat de nota vrijwel niet verspreid is. Dat leidt ons tot een eerste conclusie, die direct aansluit op de essentie van onze taak: ook hier is van deugdelijke participatie geen sprake. Hooguit is een zeer kleine steekproef uit de bewoners en ondernemers een klein beetje geïnformeerd. Lezen wij het hoofdstuk over de visie op Slotermeer in 2020, dan krijgen wij – zeker tegen de achtergrond van diverse andere kanttekeningen die wij hier hebben geplaatst – sterk de indruk dat in Slotermeer de politiek is verruild voor marketing en merkontwikkeling (branding, in het jargon). Ook al heeft het Procesbureau ons gevraagd aan te geven hoe goed de resultaten uit het zogenaamde participatieproces in de plannen zijn verwerkt: wij willen zeer terughoudend zijn in het reageren op passages die niet direct over de participatie als proces gaan. Toch moet ons hier wel één ding van het hart: in het visie-hoofdstuk (pag. 7-8) vinden wij té weinig terug over die grootste kopzorg die JHA ook noteerde uit de mond van heel veel inwoners: de verrotzooiing. Op diverse manieren is dit al jaren een echt pijndossier dat maar niet opschiet. De winkelstraten, met hun vervuiling en met de enorme expansie van diverse winkels over de openbare ruimte zijn koploper in het verwekken van ergernis, zowel bij bewoners als (met name autochtone) ondernemers. Uit tal van gesprekken en onderzoekjes maken wij op dat de verrotzooiing een belangrijke rol speelt in de moeizame verhoudingen tussen verschillende bevolkingsgroepen. JHA beschrijft in dit hoofdstuk hoe Slotermeer ervoor staat in 2020, maar vermeldt hier naar ons gevoel niet helder dat Slotermeer in 2020 al jaren zeer opgeruimd is. Dus: een heel zwak antwoord op hetgeen bewoners voorjaar 2008 vroegen...
5.7
Tijdige en goede informatie
Als Begeleidingsgroep zijn wij er ons – zeker in dit stadium – duidelijk van bewust dat het niet makkelijk is om een representatieve bewonersdelegatie te vormen, die gemotiveerd is en blijft en voldoende kwaliteit heeft om een constructieve rol te spelen. De medewerkers van het Procesbureau manifesteerden zich doorgaans als zeer bereidwillig. Toch hebben wij bewoners in de Begeleidingsgroep niet steeds tijdig goede informatie ontvangen: ● ●
● ●
●
Op het moment van de eerste bijeenkomst van de Begeleidingsgroep waren er al ten minste één huiskamergesprek en 4 grote buurtbijeenkomsten gehouden. In de bijeenkomst van 23 april hebben wij gevraagd, aan alle bewoners de aanleidingen bekend te maken die stadsdeelbestuur en woningcorporaties hadden voor het starten van dit vernieuwingsproject. Dit stuitte op grote weerstand. Wij werden verwezen naar stukken die volgens ons de gemiddelde burger absoluut niet onder ogen komen, ook al zijn ze in principe op het Tuinstadhuis wel beschikbaar. Uiteindelijk hebben wij op 19 mei wel een intern Memo met deze informatie ontvangen. Dit getuigt niet van transparantie. Wij kregen het Communicatieplan voor de Stedelijke Vernieuwing in Slotermeer Noord pas op 5 juni 2008, op ons zeer uitdrukkelijke verzoek. Dit communicatieplan was echter al in het najaar van 2007 vastgesteld. Wij werden niet tijdig tevoren geïnformeerd over bijeenkomsten die één of meer woningcorporaties in het voorjaar in afzonderlijke woningcomplexen belegden. Dat wij op 21 mei te horen kregen dat er vrijwel geen verdere activiteiten/bijeenkomsten waren gepland, vinden wij een merkwaardig antwoord gezien de complexiteit van het traject en gezien het feit dat er dus wel degelijk bijeenkomsten volgden. Wij konden daardoor op voorhand al niet overal waarnemingen doen van vergaderingen die toch een onmiskenbaar onderdeel moesten zijn van de stedelijke vernieuwingen in Slotermeer. Aan de stadsdeelvoorzitter hebben wij schriftelijk gevraagd wat hij verstaat onder een goede participatie. Wij wilden van hem graag een compacte en toch enigermate precieze definitie horen, mede omdat wij toch moesten toezien op de kwaliteit van de participatie. Een van de leden is daar na
20080825_EvaluatieVanParticipatie
pagina 16 van 20
Evaluatieverslag over het zogenaamde participatietraject voor de stedelijke vernieuwing Slotermeer
● ● ● ●
enige tijd over opgebeld door het Hoofd Communicatie en werd verwezen naar diverse stukken. Een weinig bevredigende reactie. Verslagen van aanvullende gesprekken – met jongeren, bejaarden, immigranten – hebben wij niet ontvangen. De plannen voor de wijk- c.q. buurtaanpak zijn nooit serieus met de bewoners besproken, maar zijn wel een belangrijk onderdeel van een overeenkomst tussen het stadsdeelbestuur en de minister, bleek tegen het eind van juni. Van reacties van bewoners en/of ondernemers op de brochure Wat vinden bewoners? hebben wij geen enkele kopie ontvangen. Van de opdracht om na te gaan of de resultaten van het zogenaamde participatietraject goed in de plannen verwerkt zijn, kon niets komen omdat die plannen ons nog niet bekend zijn. Wij kunnen ons overigens niet voorstellen dat er bij het stadsdeelbestuur en de woningcorporaties geen vergevorderde plannen gereed liggen. Bij de start van elk buurtgesprek heeft Joop Hofman zich beijverd om te verduidelijken dat er wel allerlei plannen zijn, maar dat er op dat moment nog niets beslist was.
Als het om de informatievoorziening gaat, zijn wij al met al van mening dat we als Begeleidingsgroep veel beter 'uit de verf' hadden kunnen komen als wij al voor of uiterlijk bij het begin alle op dat moment beschikbare informatie hadden ontvangen.
–O– Als wij nu de balans opmaken, kunnen wij moeilijk anders concluderen dan dat hier geen sprake is geweest van echte participatie. Het stadsdeelbestuur heeft aan een extern bureau een consultatieronde uitbesteed. Dit bureau heeft dat op een correcte en aangename manier gedaan, zeker de huiskamer- en buurtgesprekken voorzover wij die zelf hebben kunnen meemaken. Ook over de rapportage van Joop Hofman Allianties via de brochure Wat vinden bewoners? oordelen wij positief. Wij menen dat we het proces echter niet moeten beoordelen als uitsluitend een activiteit van dat externe bureau. En dat heeft wel gevolgen voor onze beoordeling ervan. Wij denken namelijk dat het inventariseren en afstemmen van wensen en belangen, problemen en plannen nu juist een kerntaak is van een parlementair-democratisch bestuursorgaan. In het bedrijfsleven zou het volgens ons vrijwel ondenkbaar zijn dat een gezonde organisatie een omvangrijke kernactiviteit uitbesteedt. En hoe dan ook blijft altijd de uitbestedende partij als opdrachtgever volledig verantwoordelijk voor de kwaliteit van proces en product. Terwijl participeren betekent dat je dingen samen doet (zéker belangrijke besluiten samen neemt), heeft het stadsdeelbestuur door het participatietraject uit te besteden juist een grote afstand tot de burgers gecreëerd. Wij vinden dat dit sterk contrasteert met de herhaaldelijke claims van het stadsdeelbestuur, dat het zo'n geweldige participatie organiseert. Ook diverse situaties, signalen en gebeurtenissen, beschreven in het vorige hoofdstuk, leiden ons tot de conclusie dat er een grote spanning bestaat tussen pretentie en praktijk waar het gaat om participatie, om invloed van burgers op de besluitvorming op bestuursniveau. Kijken we met Google een beetje rond met als zoekwoord participatie, dan zien we dat er verschillende definities en 'ladders' gepresenteerd worden. Als we met dergelijke lijstjes het afgelopen traject beslist onder de noemer van participatie zouden moeten plaatsen, dan is het hier in feite echt wel de meest minimale vorm geworden. Wij geven er dan ook verre de voorkeur aan te stellen dat er gewoon via uitbesteding aan Joop Hofman Allianties een marktonderzoek is gehouden van een ruim voldoende kwaliteit. Verder kunnen wij op grond van onze waarnemingen niet gaan, al was het maar omdat forse delen ervan buiten onze waarneming hebben plaats gevonden. Frappant is in dit verband de reactie vanuit het Procesbureau, eind mei, dat er in de dan komende tijd vrijwel geen bijeenkomsten gepland waren en er ook geen enkele aan ons genoemd werd. Mede omdat er al vertragingen zichtbaar werden, voorvoelden wij dat er nog tal van belangrijke bijeenkomsten nodig zouden zijn en dat die ook een sterk participatief karakter zouden moeten hebben. Opnieuw: afstand in plaats van participatie. De sterke segmentatie die in de benadering van groepen bewoners en ondernemers is toegepast, vinden wij vooralsnog een uitgesproken zwak punt. Het maskeert ongetwijfeld de moeizame verhoudingen tussen diverse groepen, terwijl dat nu juist veel mensen aan het hart gaat.
20080825_EvaluatieVanParticipatie
pagina 17 van 20
Evaluatieverslag over het zogenaamde participatietraject voor de stedelijke vernieuwing Slotermeer
In dit traject zijn voor ons de volgende activiteiten niet herkenbaar als enigermate systematisch c.q. samen met bewoners en ondernemers uitgevoerd: ● ● ● ●
de presentatie van de 'agendapunten' die corporaties en stadsdeelbestuur voor het starten van dit zogenaamde participatietraject hadden aan de burgers, analyse van urgentie en oorzaken van problemen, het ontwikkelen en analyseren van mogelijke oplossingsalternatieven, c.q. verbeteringsvoorstellen, het betrekken van jongeren, ouderen en migranten. Wij moeten hier afgaan op mondelinge mededelingen van Joop Hofman Allianties. Rapportages op papier of in digitale vorm blijken hiervan niet te bestaan. Wij vinden dit een ernstig gemis.
Wij vrezen dat deze aanpak een groot risico met zich mee brengt dat het vertrouwen van de burgers in de stadsdeelbestuurders en woningcorporaties onder de maat blijft en dat dit afbreuk doet aan de kwaliteit en de continuïteit van de verdere stedelijke vernieuwingen in Slotermeer. Dit wordt versterkt doordat de presentatie van de conceptnota Slotermeer 2020 wel heel kleinschalig was en de inhoud van het visie-hoofdstuk wel erg doet denken aan merkontwikkeling (branding). Dat roept alles bij elkaar de vraag op of in Slotermeer politiek verruild wordt voor marketing. Ook vragen wij ons serieus af hoe mensen zullen participeren indien zij de indruk hebben dat hun woning voor een zogenaamde grote ingreep aangewezen is. Voor onze eigen activiteiten als leden van de begeleidingsgroep is de informatievoorziening in grote lijnen verre van tijdig en compleet geweest (dit is een onderdrijving). Dit hebben wij als een ernstige beperking ervaren. Ook misten wij gaandeweg steeds meer de steun van een onafhankelijke deskundige. Zeker in dit eindstadium ervaren wij de complexiteit van dit proces en moeten wij concluderen dat het formatieproces en onze start veel te mager waren om van ons een voldoend evenwaardige partij te maken in de relaties tussen bewoners, ondernemers, corporaties en stadsdeelbestuur. Een detail, maar ook weer niet helemaal zonder betekenis, is dat er geen duidelijkheid is gecreëerd over eventuele kostenvergoedingen voor de leden van de begeleidingsgroep, terwijl gaandeweg steeds meer tijd, energie en kosten voor overleg en communicatie moesten worden gemaakt.
20080825_EvaluatieVanParticipatie
pagina 18 van 20
Evaluatieverslag over het zogenaamde participatietraject voor de stedelijke vernieuwing Slotermeer
6 Adviezen voor het vervolg van stedelijke vernieuwing in Slotermeer.
Wat moeten en/of kunnen wij en eventueel anderen nu met hetgeen wij geconcludeerd hebben? Op grond van de evaluaties zoals wij die in het vorige hoofdstuk gepresenteerd hebben, komen wij tot een aantal adviezen.
6.1 Adviezen voor het organiseren van een begeleidingscommissie van bewoners Voor het (re-)organiseren van een begeleidingscommissie als deze hebben wij de volgende adviezen: a.
b. c.
d. e. f. g. h. i. j.
6.2
Er is veel meer voorbereiding noodzakelijk dan wij hebben kunnen waarnemen. Benader zo veel sleutelfiguren als mogelijk en beleg een bijeenkomst. Inventariseer de kwaliteiten van deze mensen en maak met elkaar duidelijke afspraken. Vergeet niet dat de mensen over het algemeen niet geschoold of getraind zijn voor dit soort activiteiten. Geef hen de gelegenheid een cursus te volgen zoals ook gewoon is als er een nieuwe raad is gevormd met nieuwe raadsleden. Creëer direct bij de start en waar mogelijk al ruim tevoren zo veel mogelijk duidelijkheid over de verdeling van taken en verantwoordelijkheden, bevoegdheden en middelen . Creëer ook voor of uiterlijk direct bij de start duidelijkheid over de wijzen en tijdstippen waarop de bewoners worden geraadpleegd en geïnformeerd en over de aard van invloed die de bewoners in het proces zullen kunnen uitoefenen op de toekomst van hun straat, buurt en stadsdeel. Leg de elementen uit de twee vorige punten schriftelijk vast in een duidelijk convenant met het stadsdeelbestuur en/of procesbureau. Geef de commissieleden alle stukken die nodig zijn voor de bewustwording van het project en/of plannen. Geef de stukken steeds zeer ruim op tijd want deze mensen doen het vrijwillig en dus in hun vrije tijd. Geef de mensen de gelegenheid gebruik te maken van vergaderingen, bijeenkomsten, seminars enzovoorts met betrekking tot het plan/project. Laat de participatie niet organiseren door alleen woningcorporaties15. Laat niet bij de bewoners alsmaar de overtuiging ontstaan dat het eigenlijk toch alleen of vooral om vernieuwing van de woningvoorraad gaat. Voor de draad met die 'agenda'! Niet in de laatste plaats: het stadsdeelbestuur zal zich ook zelf van meet af aan als volwaardige en als zodanig voor de burgers herkenbare participant naar de bewoners moeten profileren en externe bureaus hoogstens benutten als ondersteuning.
Adviezen voor de verdere stedelijke vernieuwingen
Voor de verdere participatie van bewoners bij de stedelijke vernieuwingen in Slotermeer geven wij de volgende adviezen: a. Laat de BPS buurtonderzoek doen om mensen te benaderen die bereid zijn om zitting te nemen in een Begeleidingsgroep Participatie Vernieuwing Slotermeer in het vervolgtraject. De leden van deze BPS weten als geen ander welke mensen hierin zitting kunnen nemen. Zij maken zelf deel uit van bewoners in hun buurt. b. Als deze groep is samengesteld en na een bijeenkomst de kwaliteiten van deze mensen zijn geïnventariseerd: afspraken maken, functies verdelen en een plan van aanpak maken. Dit alles op schrift vastleggen. c. Inventariseer ook welke groepen en organisaties er nog meer bezig zijn met de vernieuwingen in Slotermeer. Bundel dit alles in één! d. Zie verder de bovengenoemde adviezen.
15. Zeker niet nadat Het Parool over twee hele pagina's meldde dat de corporaties “geen haar beter blijken dan de huisjesmelkers”. Ton Damen: “Woningcorporaties niet altijd goede huisbaas”. In: Het Parool, 9 augustus 2008, pag. 18-19. 20080825_EvaluatieVanParticipatie
pagina 19 van 20
Evaluatieverslag over het zogenaamde participatietraject voor de stedelijke vernieuwing Slotermeer
Verder wil de BPS nog een slotadvies geven met betrekking tot het niet-fysieke deel van de vernieuwing in het vervolgtraject. Dit slaat weliswaar niet strikt op de participatie bij vernieuwingspogingen, maar op een ander urgent participatieprobleem: in het onderwijs. Wij achten de participatie daar namelijk van doorslaggevend belang om de kwaliteit van Slotermeer als woon-, leef- en werkmilieu op z'n minst in stand te houden: Wij adviseren dringend om met de grootste spoed en volharding te werken aan eerlijke, goede kwalificaties van jongeren bij het einde van het basis- en alle vervolgonderwijs. Wij baseren ons hierbij op eigen ervaringen in verschillende onderwijssoorten over langere tijd van enkele van ons, op studie en op berichten, zowel in de media als vanuit omwonenden. Volgens het rapport De staat van de aandachtswijken van 2007 spant ons stadsdeel in Amsterdam de kroon waar het om slechte onderwijsresultaten gaat. Wij vrezen serieus dat dit bij ongewijzigde praktijk rampzalige gevolgen heeft. Wij kunnen ons dus helemaal vinden in de uitspraak van Ahmed Marcouch: “Goed onderwijs is de enige escape uit het ongeluk”16. Hoewel de inrichting en bekostiging van onderwijs vooral een taak van de rijksoverheid is, zijn de problemen in diverse Amsterdamse wijken dermate specifiek en nijpend, dat wij menen dat hier een belangrijke taak ligt voor de lokale overheden, zoals Marcouch wel lijkt te beseffen. Actieve en goede betrokkenheid van ouders, vooral die met een immigratie-achtergrond, is volgens ons een absolute voorwaarde voor verbetering. Hier moet wellicht met drang en dwang aan gewerkt worden. Zeer waarschijnlijk moeten scholen daar extra, goed-gekwalificeerd personeel voor aantrekken. Als een sterke en productieve betrokkenheid van jongeren én hun ouders bij het onderwijs niet drastisch bevorderd wordt, kun je verder aan woningen en overige fysieke elementen van de wijk vernieuwen wat je wilt maar zal dat niet of nauwelijks vooruitgang teweegbrengen op het terrein dat veel burgers in Slotermeer uiteindelijk het meest aan het hart gaat: het sociale terrein. Gelukkig zien wij hier en daar aanwijzingen dat dit besef bij sommige beleidsmakers wel begint te leven, maar wij zien echt nog veel te weinig concrete, bijbehorende acties.
16. In: Het Parool, 5 augustus 2008, pag 22. 20080825_EvaluatieVanParticipatie
pagina 20 van 20