Pagina 1 van 64 CO2-prestatieladder Energiemanagement Actieplan Versie 1.0. CO 2 -prestatieladder Energiemanagement actieplan OmniformGroup

Pagina 1 van 64

CO2-prestatieladder Energiemanagement Actieplan Versie 1.0

CO2-prestatieladder Energiemanagement actieplan OmniformGroup

Pagina 2 van 64


Pagina 3 van 64


CO2-prestatieladder Energiemanagement Actieplan OmniformGroup

Titel rapport CO2-prestatieladder Energiemanagement Actieplan OmniformGroup Versie 1.0 Definitief Datum 17-06-2015 Opsteller(s) Dhr. Ing. R.C.P. Kapitein Autorisatie Dhr. J.M. Brands

Het kwaliteitsmanagementsysteem van OmniformGroup is gecertificeerd volgens ISO 9001 : 2008. © OmniformGroup Niets uit dit drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van OmniformGroup, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor dit drukwerk is vervaardigd.

Pagina 4 van 64


Pagina 5 van 64


Samenvatting CO2-prestatieladder In dit document beschrijven we onze CO2-emissies van de OmniformGroup in 2014 voor de certificatie voor niveau 3 van de CO2-Prestatieladder. De berekening voeren we jaarlijks uit via www.duurzameleverancier.nl en is verwerkt in dit document. Inhoudelijk hebben we dit document opgesteld conform ISO 14064-1. De cijfers die we tonen in dit document zijn met de website www.duurzameleverancier.nl omgezet volgens de voorgeschreven conversiefactoren. CO2-reductie De totale CO2-reductie per FTE bedraagt in 2014 ten opzichte van 2013 2%. De doelstelling is om in 2016 een reductie van 5% ten opzichte van 2013 te hebben behaald. Indien er in 2014 op groene stroom was overgegaan was de CO2-reductie in 2014 ten opzichte van 2013 13% geweest (4,58 ton CO2/FTE i.p.v. 5,09 ton/FTE). Acties Uit de “Analyse energiezorg 2014” en dit rapport volgen een aantal aanbevelingen en acties. De vetgedrukte acties dienen nog te worden uitgevoerd in 2015: Acties uit doelstellingen:  Auto’s op termijn te vervangen door auto’s met energielabel A, B of C (scope 1); o Dit is al gewijzigd in de autoleaseregeling in de Personeelsgids in 2015;  Over te stappen op groene stroom (scope 2);  Minder papier te verbruiken door meer digitaal te werken en indien er afgedrukt dient te worden, dit dubbelzijdig te doen (scope 3); o De instellingen van de printers zijn al aangepast in 2015;  Aandacht voor energieconsumptie onder de medewerkers kenbaar te maken (scope 1, 2 en 3). o Werknemers inlichten m.b.v. toolboxmeetings; Acties uit aanbevelingen:  Verrichten van energiemetingen van enkele apparaten, om zo de energieanalyse in 2016 te updaten;  Een van de twee watercoolers buiten werking stellen.  Apparaten (bv. koffieautomaat) bij geen gebruik (weekend) buiten werking stellen.

Pagina 6 van 64


Inhoud

Samenvatting

5

1

Inleiding

9

1.1

De CO2-prestatieladder

9

1.2 1.3

Missie en Visie OmniformGroup Doel van dit rapport

9 10

1.3.1

Kwaliteitsmanagementplan

10

1.3.2

Energiemanagement actieplan

10

2

Energiebeleid

12

2.1

Beleidsverklaring

12

2.2

Rechtspersoon en verantwoordelijkheden

12

3 4

Doelstellingen Uitvoering

13 14

4.1 4.2

Organisatie van de carbon footprint Energieaspecten

14 14

4.3

Energieverbruik OmniformGroup (scope 1 en 2)

14

4.4 4.5

Energiereductie-kansen Referentiejaar

15 15

4.6 4.7

Doelstelling Energie prestatie- indicatoren

15 16

4.8

Monitoren en beoordelen

16

5 Borging van het kwaliteitsmanagementplan en het energiemanagementprogramma

17

5.1

Interne audits

17

5.2 5.3

Externe audits Management review

17 17

5.4

Feedback

17

6

Stuurcyclus CO2-Prestatieladder

18

6.1

Stuurcyclus

18

Bijlage A Emissie inventarisatie 1 Inleiding

19 21

1.1

Inhoud

21

2

Beschrijving van de organisatie

22

2.1

Profiel

22

2.2 2.3

Organisatorische grens Organisatie grenzen

22 23

2.4

Overzicht van het bedrijf

23

3 4

Basisjaar en rapportage periode Afbakening emissies

24 25

Pagina 7 van 64


5

Resultaten 2014

26

5.1 5.2

Conversiefactoren Berekende CO2-emissies 2014 scope 1 en 2

26 26

5.3 5.4

Verbranding/verwijdering van biomassa Uitzonderingen

27 28

6

Berekeningsmethoden

29

6.1

Bronnen van de gegevens

29

6.2

Onzekerheden

29

7 8

Rapportage volgens ISO 14064 deel 7 CO2-emissie berekening

30 31

8.1 8.2

Berekeningsmethode CO2-footprint OmniformGroup

31 32

8.3 8.4

CO2-footprint OmniformEngineering CO2-footprint InfraResearch

34 37

8.5

CO2-footprint OmniformProjects

40

Bijlage B CO2-reductieplan 1 Inleiding

43 45

1.1

Inhoud

45

2

Energie en CO2-reductie scope 1

46

2.1

Wagenpark en brandstoffen

46

2.2

Airco en koeling

46

3

CO2-reductie scope 2

47

3.1 3.2

Groene stroom Reductie energieverbruik

47 47

3.2.1 3.3

Vervanging Verhogen bewustwording medewerkers

47 47

3.3.1 3.3.2

Gedrag en technische hulpmiddelen Milieukaartje

47 48

3.3.3

Social Media

48

3.3.4 3.3.5

Vakbladen Doelstelling nieuwe versie duurzaamheid in folder

49 49

Bijlage C Communicatieplan 1 Inleiding 2 Belanghebbenden

50 51 52

2.1 2.2

Interne doelgroepen Externe doelgroepen

52 52

3

Communicatiedoelstellingen per doelgroep

53

3.1

Communicatiedoelstellingen interne doelgroepen

53

3.2

Communicatiedoelstellingen externe doelgroepen

54

4

Communicatiemiddelen

55

4.1 4.2

Huidige inzet van communicatiemiddelen Inzet van (aanvullende) communicatiemiddelen CO2-prestatie

55 56

Pagina 8 van 64

5

Organisatie


58

Bijlage D Participatieplan 1 Inleiding 2 Sector- en keteninitiatieven 3 Deelname aan initiatieven

59 61 62 63

3.1 3.1.1

Passieve deelname aan initiatieven Duurzame Leverancier

63 63

3.2

Actieve deelname aan initiatieven

63

3.2.1 3.2.2

Het nieuwe werken Het nieuwe rijden

63 63

3.2.3 3.2.4

Videoconferentie Duurzame Leverancier

63 63

3.2.5

Samenwerking andere bureaus

63

4

Budget

64

Pagina 9 van 64

1

Inleiding

1.1

De CO2-prestatieladder


De CO2-prestatieladder is een instrument om bedrijven te stimuleren tot CO 2-bewust handelen in de eigen bedrijfsvoering en bij de uitvoering van projecten. Het gaat hier met name om:  Energiebesparing;  Het efficiënt gebruik maken van materialen;  Het gebruik van duurzame energie. In de eerste instantie is dit instrument ontwikkeld door Prorail en sinds 2009 gebruikt voor aanbestedingen in de spoorsector. Maar al snel bleek dat ook andere aanbesteders en andere sectoren in het bedrijfsleven de mogelijkheden van de CO2-prestatieladder zagen.

1.2

Missie en Visie OmniformGroup Als de OmniformGroup zijn onze missie en visie: MISSIE Het creëren van een steeds duurzame leefomgeving, met oog voor mens en milieu VISIE De beste dienstverlener zijn voor onze klanten, door oplossingen te bieden die daadwerkelijk passen bij de klantenbehoefte en door innovatief te durven denken. KERNWAARDEN Positief, creatief en flexibel.

Vanuit onze visie willen wij de beste dienstverlener zijn voor onze klanten. Wij streven er naar de belangen van de klant zo goed mogelijk te behartigen door het toepassen van onze kernwaarden. Met deze doelstelling willen we een verantwoorde balans bereiken ten aanzien van onze MVO-principes (People, Planet en Profit). Met de CO2-Prestatieladder geven we actief invulling aan het beperken van de invloed van de OmniformGroup op de P van Planet. Een van de kernwaarden die we hierbij hanteren, is verantwoordelijkheid nemen om de negatieve impacten van onze bedrijfsactiviteiten op het milieugebied tot een minimum te beperken. Dit realiseren we door hierop een actief beleid op te voeren. Door ons hierin continu te verbeteren willen we als organisatie hier in groeien in de komende decennia. Een van de onderdelen van ons actieve beleid is het reduceren van de CO2-emissies. Hiervoor gebruiken we de richtlijnen van de CO2-prestatieladder. De OmniformGroup zal instappen op cetrificatieniveau 3, waarmee we aan de eisen aan de emissie-scopes 1 en 2 voldoen.

Pagina 10 van 64

1.3


Doel van dit rapport De documenten die samen het managementsysteem vormen van de CO2-prestatieladder hebben we als volgt opgebouwd: 

Energiemanagement actieplan, (dit rapport) dit is een beschrijving van het kwaliteitsmanagementplan1 en het energiemanagement actieplan2 van de OmniformGroup;

De 4 invalshoeken van de CO2-prestatieladder beschrijven we in detail in de volgende bijlagen en behoren bij dit energiemanagementplan:  Bijlage A: CO2-emissie inventarisatie, Invalshoek A;  Bijlage B: CO2-reductieplan, Invalshoek B;  Bijlage C: Communicatieplan, Invalshoek C;  Bijlage D: Participatieplan, Invalshoek D. 1.3.1

Kwaliteitsmanagementplan Het kwaliteitsmanagementplan gaat in op het borgen van de kwaliteit van de Carbon Footprint en de scope 3-emissies. Dit is gebaseerd op hoofdstuk 6 van de NEN-EN-ISO 14064-1. Met het kwaliteitsmanagementplan willen we een continue verbetering van onze energieefficiënte en een vermindering van de CO2-uitstoot van onze bedrijfsvoering borgen. Daarnaast geven we met het kwaliteitsmanagementplan inzicht in de procedures, het meten en rapporteren van onze Carbon Footprint. Met de introductie van het kwaliteitsmanagementplan borgen we een volledige, betrouwbare en actuele voortzetting van de energieprestaties van de OmniformGroup plaats vind. Hiermee geven we inzicht in onze energieprestaties van de totale bedrijfsvoering en onze totale CO 2-emissies. Door middel van het kwaliteitsmanagementplan willen wij de kwaliteit van onze data binnen de OmniformGroup borgen en onze prestaties steeds te verbeteren.

1.3.2

Energiemanagement actieplan Dit rapport betreft het Energiemanagement actieplan van de OmniformGroup, gebaseerd op de NEN-EN-ISO 50001 Energiemanagement systemen. De NEN-EN-ISO 50001 dient als richtlijn voor het opzetten van het Energiemanagement programma. Met het energiemanagement systeem willen we een continue verbetering doorvoeren van de energie-efficiëntie en vermindering van de CO2-uitstoot van onze bedrijfsvoering. Door het gebruik van het energiemanagement systeem borgen we een volledige, betrouwbare en actuele voortzetting van de energieprestaties van de OmniformGroup plaats vind. Hiermee geven we inzicht in onze energieprestaties van de totale bedrijfsvoering en onze totale CO2-emissies.

1 2

eis 4.A.2 uit het handboek CO2-prestatieladder eis 3.B.2 uit het handboek CO2-prestatieladder

Pagina 11 van 64


Tot de kern van het kwaliteitsmanagementplan en het energiemanagement actieplan behoort het continue evalueren van de activiteiten en geconstateerde afwijkingen om zo verbetering te realiseren. Dit is vastgelegd in de Plan-Do-Check-Act cyclus (Deming-cyclus) vanuit de NEN-EN-ISO 50001 (zie figuur 1 en 2).

Energiebeleid

Energieplanning en -doelstelling Managementreview / directiebeoordeling

Invoering en uitvoering

Monitoren en controleren

Interne audit van het energiemanagement systeem

Figuur 1: ISO 50001

Figuur 2: De Deming-cyclus

Bewaken, meten en analyseren

Afwijkingen, correcties, correctieve- en preventieve maatregelen

Pagina 12 van 64

2

Energiebeleid

2.1

Beleidsverklaring


Onze beleidsverklaring is opgenomen en ondertekend in het Handboek KAM. De beleidsverklaring omvat tevens kwaliteit- en veiligheidsaspecten. Voor wat betreft het energiemanagement hebben we het volgende opgenomen in de beleidsverklaring: Milieu Vanuit onze achtergrond in de branche van ingenieursbureaus heeft in de afgelopen jaren de V (veiligheid) en G (gezondheid) uit het VGM centraal gestaan. Aandacht voor de M (milieu) maakt echter steeds meer een structureel onderdeel uit van ons handelen. OmniformGroup staat garant voor de beperking van de milieu-impact van onze bedrijfsactiviteiten conform de geldende wetgeving, waar ons VGM-beleid op aansluit. Dit betekent dat we het afval van onze bedrijfsactiviteiten veilig opslaan en afvoeren naar een erkende eindverwerker. Ons energiebeleid is gericht op het zo optimaal inzetten van onze apparatuur en andere bedrijfsmiddelen, zodat we ons werk kunnen doen met een zo laag mogelijk energieverbruik. Dit gaan we doen door:  Auto’s op termijn te vervangen door auto’s met energielabel A, B of C (scope 1);  Over te stappen op groene stroom (scope 2);  Minder papier te verbruiken door meer digitaal te werken en indien er afgedrukt dient te worden, dit dubbelzijdig te doen (scope 3);  Aandacht voor energieconsumptie onder de medewerkers kenbaar te maken (scope 1, 2 en 3). Door naleving van dit beleid en aanmoediging daarvan bij andere partijen, streven wij naar optimale bescherming van het milieu en aan het algehele welbevinden van al onze belanghebbenden, in het bijzonder onze medewerkers, klanten, toeleveranciers en de maatschappij. Het terugdringen van onze CO2-emissies maakt een belangrijk onderdeel uit van onze inspanningen om de negatieve impact van onze bedrijfsactiviteiten op het milieu tot een minimum te beperken.

2.2

Rechtspersoon en verantwoordelijkheden De eindverantwoordelijkheid voor het voldoen aan het energiemanagement programma ligt bij de directie van de OmniformGroup in de persoon van de operationele directeur. Hij is hierbij tevens eindverantwoordelijke voor de in- en externe communicatie over de CO2-prestaties van de OmniformGroup. De verantwoordelijkheden voor het (blijven) voldoen aan het energiemanagement programma ligt bij de KAM-manager. Hij is tevens coördinator van de CO2-prestatieladder van de OmniformGroup. Deze verantwoordelijkheden omvatten:  Het periodiek monitoren van de CO2-cijfers en hiermee voor de bewaking van het behalen van de doelstellingen;  De afstemming met de directie en het management van de OmniformGroup over de uitvoering van de voorgenomen reductiemaatregelen;  De voorbereiding en documentatie met betrekking tot de in- en externe communicatie over de CO2-prestaties.

Pagina 13 van 64

3


Doelstellingen De doelstelling van ons energiemanagement systeem is te komen tot een continue verbetering van de energie-efficiëntie en vermindering van de CO2-uitstoot van de bedrijfsvoering. Afhankelijk van de hoeveelheid werk kan het absolute energieverbruik hoger zijn, terwijl het relatieve verbruik tegelijkertijd wel lager is. De specifieke doelstelling is om in 2016 een CO2-uitstoot te hebben dat 5% lager is ten opzichte van 2013. Hierbij gaan we uit van een zelfde werkvoorraad als in 2013. Dit wordt berekend op basis van de hoeveelheid FTE.

Pagina 14 van 64

4

Uitvoering

4.1

Organisatie van de carbon footprint


In 2011 is de OmniformGroup gestart om de CO2-emissies structureel aan te pakken. Dit heeft in 2014 geleid tot het invoeren van een CO2-reductiesysteem in het kader van de CO2Prestatieladder. Hiervoor zijn de verantwoordelijkheden benoemd binnen de OmniformGroup onder eindverantwoordelijkheid van de directie. De KAM-manager is verantwoordelijk voor het opstellen en uitvoeren van het jaarplan, de monitoring van de emmissiegegevens en de rapportage hierover aan de directie. Tevens is hij verantwoordelijk voor het toezicht op kantoor voor wat betreft het in de praktijk brengen van de maatregelen door de medewerkers. De Back-Office is verantwoordelijk voor de inkoop van energie, papier, afvalverwerking en dergelijke, het wagenpark en de gebouwen binnen de OmniformGroup en vervult daarmee een centrale rol bij het realiseren van de CO2-reductie. Daarnaast is de Back-Office verantwoordelijk voor de mogelijkheden van CO2-reductie met betrekking tot woon/werkverkeer van medewerkers, inzet van privé voertuigen voor dienstreizen en andere manieren van werken (bijvoorbeeld overnachten in de buurt van de projectlocatie). De directie is verantwoordelijk voor de communicatie over het CO 2-reductiesysteem, de doelstellingen en de voortgang die de OmniformGroup realiseert.

4.2

Energieaspecten De eerste stap is het inzichtelijk maken van het energieverbruik van de OmniformGroup en de keten waarin wij actief zijn. Op basis van dit inzicht kijken we op welke aspecten er winst valt te behalen in de reductie van CO2-uitstoot. Dit werken we in detail uit in bijlage A betreffende de CO2-emissie inventarisatie.

4.3

Energieverbruik OmniformGroup (scope 1 en 2) Eén keer per jaar (elke 12 maanden) brengt de OmniformGroup haar energieverbruik in beeld. De uitvoering van deze inventarisatie vindt plaats conform ISO 14064-1, het GHGprotocol voor scope 1 en 2 en de eventuele vereisten vanuit de CO 2-Prestatieladder. Daarnaast wordt gecontroleerd of de organisatorische grens nog actueel is. Binnen de OmniformGroup is de KAM-manager verantwoordelijk voor het uitvoeren van de inventarisatie. Voor de inventarisatie wordt gebruik gemaakt van de website www.duurzameleverancier.nl. Op de website zijn de conversiefactoren opgenomen zoals deze zijn aangeleverd door de SKAO. De onderbouwing van de gegevens op de website wordt verzameld in een apart datasheet in SharePoint.

Pagina 15 van 64


Figuur 1: CO2-emissies onderverdeeld naar categorieën (ook wel: scopes)

Nadat de inventarisatie voor de betreffende periode is uitgevoerd, voert de KAM-manager een kwaliteitscontrole uit op de data. Hij kijkt of de organisatiegrenzen juist zijn, de gegevens onder de juiste scope zijn verwerkt.

4.4

Energiereductie-kansen Iedereen binnen de OmniformGroup kan ideeën voor energie- en CO2-reductie aandragen. Dit kan via email of in de werkoverleggen. Daarnaast wordt één keer per jaar tijdens een werkoverleg de energiereductie besproken om de mogelijkheden te inventariseren. Deze energie- en CO2-reductie-kansen worden geregistreerd in een kansenregister die wordt beheerd door de KAM-manager.

4.5

Referentiejaar De eerste bedrijfsbrede inventarisatie van het totale energieverbruik en de CO2-emissie is opgesteld in 2012. In 2013 is de inventarisatie opnieuw uitgevoerd en is de CO2-emissie bijgesteld. Daarom wordt 2013 gebruikt als referentiejaar. De CO2-emissie-inventarisatie is uitgevoerd conform het gestelde in onderhavig document. De betrouwbaarheid wordt gecontroleerd door een interne audit en wordt extern geverifieerd door een hiervoor gecertificeerde instantie. Vanuit de geregistreerde kansen wordt gekeken welke onderdelen in aanmerking komen voor het formuleren van doelstellingen. De directie stelt uiteindelijk de doelstellingen vast.

4.6

Doelstelling De reductiedoelstellingen worden geformuleerd voor een tweejaarlijkse periode. De vastgestelde doelstellingen zijn opgenomen in Bijlage B, het CO2-reductieplan, invalshoek B. In hetzelfde document zijn ook de maatregelen genoemd die genomen worden om de doelstellingen te halen en welke afdelingen verantwoordelijk zijn voor de realisatie van de maatregelen. Dit overzicht van te nemen maatregelen en verantwoordelijke afdelingen staat tevens in bovengenoemd CO2-reductieplan.

Pagina 16 van 64

4.7


Energie prestatie- indicatoren Voor de bedrijfswagens en de personenwagens is het gemiddelde brandstofverbruik per kilometer bepaald. In bijlage B, het CO2-reductieplan staat in detail beschreven hoe deze prestatie-indicatoren zijn bepaald, hoe ze doorlopend gemeten worden en hoe deze prestatie-indicatoren worden ingezet.

4.8

Monitoren en beoordelen Eén keer per jaar wordt de voortgang ten opzichte van de reductiedoelstellingen en het jaarplan bepaald. De KAM-manager rapporteert de resultaten aan de directie. Deze rapportage omvat minimaal:  Een overzicht van het energieverbruik en de CO2-emissies per scope;  Een vergelijking van het energieverbruik ten opzichte van het referentiejaar;  Een analyse van opvallende toenamen / afnamen van het verbruik en/of CO 2emissie;  De voortgang van en de prognose voor het behalen van de gestelde reductiedoelstellingen en eventuele aanbevelingen voor preventie of corrigerende maatregelen  De status van eerdere preventie of corrigerende maatregelen  Algemene ontwikkelingen. Op basis van deze rapportage beslist de directie of bijsturing van de doelstellingen en / of aanpassing van het jaarplan noodzakelijk is. De verbruiksgegevens van de voertuigen worden maandelijks verzameld. Opvallende zaken worden direct besproken met de directie.

Pagina 17 van 64

5


Borging van het kwaliteitsmanagementplan en het energiemanagementprogramma De OmniformGroup beschikt over een ISO 9001 managementsysteem. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de kwaliteitscoördinator. Het kwaliteitsmanagementplan en het energiemanagement programma staan naast het ISO 9001 managementsysteem. Beide onderdelen worden hierdoor meegenomen in het systeem van interne en externe audits en de jaarlijkse directiebeoordeling.

5.1

Interne audits Periodiek worden interne audits uitgevoerd. De interne audit is gericht om te toetsen of het energiebeleid van de OmniformGroup effectief en doelmatig is geïmplementeerd. Daarnaast heeft het als doel de kwaliteit van de carbon footprint te verhogen en een betrouwbaar beeld te krijgen van de voortgang op de reductiedoelstellingen de OmniformGroup. De interne audit richt zich op de manier waarop de gegevens zijn verzameld en verwerkt. De interne auditor stelt een audit rapport op met daarin de bevindingen van de interne audit. De auditor besteedt verhoogde aandacht aan de volgende items:  Of de CO2-emissie inventarisatie kan worden geverifieerd met tenminste een beperkte mate van zekerheid;  Of de CO2-emissie inventarisatie voldoet aan de eisen van de vigerende ISO 140641;  Of de juiste gegevens gebruikt zijn bij het opstellen van de carbon footprint (steekproefsgewijs worden facturen en gebruikte gegevens met elkaar vergeleken);  Aan welk niveau van de CO2-Prestatieladder wordt voldaan. Aanbevelingen uit de audits worden meegenomen in het jaarplan ter verbetering van het systeem.

5.2

Externe audits De CO2-emissie inventarisatie is niet extern geverifieerd door een daartoe gecertificeerde instantie. Door een externe auditor zal jaarlijks onderzocht worden of OmniformGroup voldoet aan de eisen van de CO2-Prestatieladder voor het niveau waarvoor OmniformGroup is gecertificeerd.

5.3

Management review Jaarlijks wordt door de directie het kwaliteitsmanagement systeem beoordeeld op geschiktheid, passendheid en doeltreffendheid. Hier komt vervolgens ook een rapportage van dat dienst doet als kwaliteitsregistratie. De output van het management review is een jaarplan met daarin vermelde doelstellingen en / of verbeteringen voor het nieuwe jaar.

5.4

Feedback Aan de hand van de input uit de vorige fases en het evaluatierapport van het management review kunnen doelstellingen, indien nodig, worden bijgesteld en kunnen er vervolgacties worden uitgezet om de verbeteringen te realiseren. Dit is nodig om de continue verbetering van het geïmplementeerde kwaliteitsmanagement systeem te bevorderen. De terugkoppeling van uitkomsten wordt zowel schriftelijke als mondeling naar betrokkenen verzorgd. Zij dragen zorg voor het nemen van corrigerende / preventieve maatregelen binnen hun eigen organisatieonderdeel.

Pagina 18 van 64

6


Stuurcyclus CO2-Prestatieladder Eis 2.C.2 uit het handboek CO2-Prestatieladder maakt integraal onderdeel uit van dit rapport.

6.1

Stuurcyclus Gedurende het jaar wordt de CO2-emissie inventarisatie bijgehouden door de KAMmanager. Deze emissie-inventarisatie dient als input voor de jaarlijks op te stellen carbon footprint. De carbon footprint biedt vervolgens de basis voor het initiëren van initiatieven ten behoeve van de CO2-reductie. Ook bijsturing van reeds gestarte projecten voor CO2-reductie vindt op basis van de carbon footprint plaats. Dit vindt zoveel mogelijk plaats in januari / februari van het nieuwe jaar. Het CO2-team (directie, KAM-manager) doet voorstellen voor initiatieven ten behoeve van de CO2-reductie. Zij winnen advies in bij interne medewerkers die ook actief zijn op het gebied van CO2. Vervolgens worden deze voorstellen in managementteam besproken en door de directie vastgelegd. Daarnaast krijgt de carbon footprint jaarlijks een update. Daarmee wordt ook jaarlijks geanalyseerd of er nog wijzigingen zijn in de energiestromen c.q. energieaspecten. De initiatieven dienen SMART-geformuleerd te zijn en worden vastgelegd in het jaarplan van dat desbetreffende jaar. De actieverantwoordelijken gaan gedurende het jaar aan de slag met desbetreffende initiatieven en rapporteren elk kwartaal aan de coördinator over de voortgang. Uiteindelijk moet een en ander leiden tot minder energieverbruik en daarmee CO2-reductie. Resultaten, maatregelen en uitstoot worden door de coördinator CO2-Prestatieladder zowel intern- als extern gecommuniceerd. Eén en ander conform het daarvoor opstelde communicatieplan (eis 3.C.2).

Pagina 19 van 64

Bijlage A Emissie inventarisatie


Pagina 21 van 64

1

Inleiding

1.1

Inhoud


In deze bijlage beschrijven we onze CO2-emissies van de OmniformGroup in 2014 voor de certificatie voor niveau 3 van de CO2-Prestatieladder. De berekening voeren we jaarlijks uit via www.duurzameleverancier.nl en is verwerkt in hoofdstuk 8 van deze bijlage. Inhoudelijk hebben we dit document opgesteld conform ISO 14064-1. De cijfers die we tonen in dit document zijn met de website www.duurzameleverancier.nl omgezet volgens de voorgeschreven conversiefactoren3. Certificatie voor niveau 3 vergt onder andere inzicht te hebben in de “scope 1 en scope 2emissies”. Welke emissies er onder scope 1 en scope 2 vallen, is af te lezen uit onderstaande figuur. Vanaf niveau 4 worden ook emissies behorend tot “scope 3” meegenomen. In hoofdstuk 4, afbakening emissies, werken we dit verder uit.

Business travel = Scope 2 (SKAO)


De in dit rapport opgeschreven emissie inventaris is een verantwoording van onderdeel 3.A.1 uit de CO2-Prestatieladder. In dit rapport wordt de CO2-voetafdruk gerapporteerd volgens § 7.3.1 van deze norm. In paragraaf 7 van deze bijlage is een verwijzingstabel opgenomen, die aangeeft in welke hoofdstukken van het rapport de te rapporteren aspecten van de ISO 14064-1 norm staan. Per 01-01-2013 zijn we verhuisd van de Edisonweg 10C naar de Kelvinring 23 in Alblasserdam. We gebruiken 2013 als referentiejaar om besparingen en/of toename te kunnen berekenen ten opzichte van 2014 en verder. Over heel 2014 heeft OmniformGroup, inclusief OmniformEngineering (met als onderdeel InfraResearch) en OmniformProjects, in totaal 233,96 ton CO2 uitgestoten door activiteiten gerelateerd aan scope 1 en scope 2. 3

Een lijst met conversiefactoren zijn voorgeschreven in het handboek CO2-Prestatieladder 2.2, 4 april 2014, Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen (SKAO).

Pagina 22 van 64


2

Beschrijving van de organisatie

2.1

Profiel Tot de OmniformGroup behoren in 2014 de volgende 2 werkmaatschappijen:  OmniformEngineering, ingenieursbureau op het gebied van de Civiele Techniek, waarbij de werkzaamheden zich strekken van advisering en planstudies tot en met de directie en toezicht op projecten. Onder OmniformEngineering valt ook InfraResearch, een zelfstandig, onafhankelijk bureau op het gebied van wegenbouwkundig onderzoek.  OmniformProjects, projectenbureau in de techniek voor aanname van projecten op basis van detachering, werving en selectie; In 2015 is hier de volgende werkmaatschappij aan toegevoegd:  Omniform Technical Solutions, technisch bureau op het gebied van electrotechniek en werktuigbouwkunde. De opbouw van de OmniformGroup is weergegeven in onderstaand organogram.

Algemeen Directeur

Marketing Externe adviseurs/ Commisarissen Operationeel Directeur

Financieel Directeur

Sales

Recruitment

Finance

KAM

HRM Operationeel

HRM Beleid

IT

Secretariaat/Contract beheer BackOffice

Omniform Engineering

Omniform Projects

Omniform Technical Solutions

Figuur 4: Organogram OmniformGroup

2.2

Organisatorische grens Op basis van de CO2-emissie-inventarisatie voor scope 1 en scope 2 4 kan worden vastgesteld dat de OmniformGroup momenteel in de categorie van minder dan 500 ton

4

de totale CO2-uitstoot van kantoren en bedrijfsruimten van de OmniformGroup over het referentiejaar 2013 is 261,67 ton

Pagina 23 van 64


CO2-uitstoot per jaar valt. We classificeren OmniformGroup daarom als klein bedrijf, overeenkomstig Bijlage A van het handboek “CO2-Prestatieladder 2.2”.

2.3

Organisatie grenzen In het kader van ons CO2-bewustzijn hebben we de organisatiegrenzen van de OmniformGroup bepaald binnen onze operationele invloedsfeer. Binnen het GHG-protocol5 wordt dit omschreven als ‘organizational boundary’. De OmniformGroup is een zelfstandige bv en vormt geen deel van andere ondernemingen. Uit de bepaling van de boundary (GHG-protocol methode) wordt de OmniformGroup als hoogste in de hiërarchie gecertificeerd. Van de OmniformGroup is 100% van de CO 2emissies binnen scope 1 en scope 2 meegenomen in de CO2-emissie inventarisatie. Bij de werkmaatschappijen van OmniformGroup waren per 1 januari 2014 50 werknemers in dienst. Gedurende het jaar heeft er in- en uitstroom van medewerkers plaats gevonden. Per 31 december 2014 waren er 42 werknemers in dienst.

2.4

Overzicht van het bedrijf Locatie De OmniformGroup heeft 2 vestigingen: Kelvinring 23, 2952 BG te Alblasserdam en Houtsaachmole 21-23, 8531 WC te Lemmer. Het pand in Alblasserdam bestaat uit een losstaand kantoorpand. Het pand in Lemmer bestaat uit een geschakelde kantoorruimte met een loods. Beide locaties hebben aansluiting op aardgas en op elektriciteit. Vervoersmiddelen De OmniformGroup heeft bij InfraResearch 2 auto’s in eigen beheer: een Nissan Navara en een Renault Kangoo. Daarnaast zijn er leaseauto’s van verschillende leasemaatschappijen voor OmniformEngineering en OmniformProjects. Deze worden zoveel mogelijk gebruikt voor het zakelijk verkeer. Zakelijk gereden kilometers met privéauto’s worden zoveel mogelijk voorkomen door het gebruik van leaseauto’s. Indien dit toch voorkomt, kunnen de gereden kilometers worden gedeclareerd conform de regeling in de Personeelsgids. Ieder vervoersmiddel beschikt over een afzonderlijke MKB-brandstofpas. Het beleid met betrekking het tanken van brandstof is dat er zo goedkoop mogelijk getankt dient te worden.

5

Het GreenHouseGas protocol (GHG) bevat richtlijnen om broeikasgas-uitstoot van een organisatie te kwantificeren door middel van scopes.

Pagina 24 van 64

3


Basisjaar en rapportage periode De eerste inventarisatie van broeikasemissies is in 2010 voor InfraResearch uitgevoerd. Sindsdien hebben we jaarlijks een inventarisatie uitgevoerd voor de gehele groep. De laatste inventarisatie is in 2015 uitgevoerd voor het jaar 2014. Per 1 januari 2013 hebben we het pand aan de Kelvinring betrokken. Daarom beschouwen we 2013 als basisjaar voor deze emissie-inventarisatie. De rapportageperiode is gelijk aan het fiscale boekjaar. Ons boekjaar loopt van 1 januari tot 31 december. In dit rapport beschouwen we de periode van 1 januari 2014 tot 31 december 2014. De CO2-emissies van jaren 2010-2013 zijn vastgelegd op www.duurzameleverancier.nl. De hieruit gegenereerde rapporten hebben we bijgevoegd in hoofdstuk 8.

Pagina 25 van 64

4


Afbakening emissies Om de scope af te bakenen hebben we gebruik gemaakt van de scope-indeling van het Green House Gas Protocol (GHG-protocol), zoals overgenomen uit het Handboek. Conform het GHG-protocol maken we onderscheid tussen drie bronnen van emissies (scopes) in 2 categorieën: directe en indirecte emissies. Scope 1: de directe emissies door de eigen organisatie, zoals emissies door eigen aardgasverbruik en emissies veroorzaakt door brandstofverbruik van eigen materieel. Scope 2: de indirecte emissies die ontstaan door de opwekking van elektriciteit en warmte die de organisatie gebruikt. Vanuit de SKAO 6 dienen de gereden kilometers van de eigen auto’s voor zakelijk verkeer en zakelijke vliegtuigkilometers tot scope 2 te worden gerekend. Dit is in tegenstelling tot het GHG-protocol, die deze onderdelen tot scope 3 rekent. Scope 3: overige indirecte emissies, een gevolg van de activiteiten van het bedrijf die voortkomen uit bronnen (in de ‘productieketen’) die geen eigendom zijn van het bedrijf. Deze bronnen worden niet beheerd door het bedrijf, zoals woon/werkverkeer en productie van aangekochte materialen. Voor de OmniformGroup vertalen we de bovenstaande definities naar onze situatie: Scope 1  Gas ingekocht  Brandstofverbruik zakelijke auto’s Scope 2  Grijze stroom Scope 3  Waterverbruik  Aircovulling  Papierverbruik

6

SKAO = Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen.

Pagina 26 van 64

5

Resultaten 2014

5.1

Conversiefactoren


De inventarisatie van de CO2-uitstoot van de OmniformGroup over het jaar 2014 is ingevoerd op de site van www.duurzameleverancier.nl. Hierbij zijn de conversiefactoren toegepast uit het Handboek CO2-Prestatieladder 2.2 (versie 04-04-2014). De ingevulde overzichten zijn toegevoegd in hoofdstuk 8.

5.2

Berekende CO2-emissies 2014 scope 1 en 2 Uit de inventarisatie over 2014 zijn de volgende cijfers naar voren gekomen: Tabel 1: CO2-uitstoor OmniformGroup 2014

Scope 1

Scope 2

Categorie

Onderdeel

Omschrijving

Brandstof

Verwarming Kantoor

Brandstof

Auto’s

Benzine

Brandstof

Auto’s

Brandstof

Hoeveelheden Eenh. 5424 m3 gas

Conv. Factor

Ton CO2

2013 Ton CO2

1825

9,90

15,35

21322 liter

2780

59,28

45,26

Diesel

43137 liter

3135

135,23

156,23

Auto’s

Hybride

44029 km

125

5,50

6,60

Brandstof

Auto’s

Eigen beheer

0 km

205

0,00

12,30

Categorie

Onderdeel

Omschrijving

Hoeveelheden Eenh.

Conv. Factor

Ton CO2

Ton CO2

Elektra verbruik

Kantoor

43926 kWh

455

19,99

22,06

Elektra verbruik

Kantoor

8930 kWh

455

4,06

4,40

233,96

262,2

Totaal Scope 1 + 2

Categorie

Onderdeel

Omschrijving

Hoeveelheden Eenh.

Conv. Factor

Ton CO2

Ton CO2

Water

Water

Kantoor

193 m3

276

0,05

0,05

Aircovulling Koeling

Kantoor

0 kg

2090000

0,00

2,42

Papier

Kantoor

612

0,22

0,09

Scope 3

Totaal scope 1 + 2 + 3

Papier

0,37 ton

234,24 46

Totaal FTE Totaal ton CO2/FTE

5,09

264,76 51 5,19

De totale CO2-reductie per FTE over 2014 bedraagt 2% ten opzichte van 2013. Er heeft een verschuiving in 2014 plaats gevonden ten aanzien van de hoeveelheid getankte diesel en benzine. Dit komt doordat er steeds meer wordt ingezet op hybride auto’s. Daardoor komen er steeds meer benzine-auto’s.

Pagina 27 van 64


CO2-emissies 2014 naar scope 24,0

0,3

Scope 1 Scope 2 Scope 3

209,9

Figuur 5:CO2-emissies naar scope, 2014, percentage

Onderverdeling CO2-emissies 2014 0,1 5,5

0,0 20,0

0,2 9,9 Brandstofverbruik verwarming 59,3

Brandstof zakelijke auto's Benzine Brandstof zakelijke auto's Diesel Brandstof zakelijke auto's Hybride Elektraverbruik kantoor Water Airco

135,2

Papier

Figuur 6:CO2-emissies naar scope, 2014 naar categorie, percentage

In hoofdstuk 8 geven we een toelichting op de totstandkoming van deze cijfers.

5.3

Verbranding/verwijdering van biomassa Er heeft in 2014 geen verbranding van biomassa en binding van CO 2 (als onderdeel van scope 1 en 2) plaats gevonden bij de OmniformGroup.

Pagina 28 van 64

5.4


Uitzonderingen Alle geïdentificeerde bronnen en putten van CO2 hebben we verwoord in de rapportage. Er zijn geen uitzonderingen.

Pagina 29 van 64

6


Berekeningsmethoden Er is geen verificatie van de CO2-emissies door een hiertoe gecertificeerde verificatieinstelling opgesteld. De verantwoording voor onze berekening van de in dit document opgenomen CO2-emissies hebben we opgenomen in hoofdstuk 8.

6.1

Bronnen van de gegevens De gegevens die we hebben gebruikt voor de berekening hebben de volgende bronnen: Tabel 2: Bronnen berekening CO2-emissie 2014

Bron

Contract

Gegevens

Facturen Eneco

Ecogas MKB

Facturen Eneco

Eneco comfort power NUON zakelijk gas NUON zakelijk stroom -

Aardgas t.b.v. verwarming Elektriciteitsverbruik

Facturen Nuon Facturen Nuon Facturen Oasen Facturen Vitens Facturen tankpas MKB Leasemaatschappij Jaarlijkse kmstand Logboek Airco Logboek printer

6.2

-

Ton CO2 7,11

Percentage

19,99

9%

Aardgas t.b.v. verwarming Elektriciteitsverbruik

2,79

1%

4,06

2%

Water Water Liters getankte brandstof Kilometers hybride auto’s Kilometers eigen auto’s Bijvulling airco Aantal prints

0,03 0,03 194,51

0% 0% 83%

5,5

2%

0

0%

0 0,22 234,24

0% 0%

3%

Onzekerheden Een aantal uitkomsten van de resultaten hebben we moeten aannemen. Dit kan de uitkomst deels beïnvloeden:  De facturen van Eneco gas en NUON gas lopen niet gelijk met het kalenderjaar. Dit is verrekend met het aantal dagen van het vorige jaar.  Het exacte aantal papier van 2014 is niet geheel bekend i.v.m. vervanging van de printer in juli 2014. Hiervoor is het aantal prints van juli 2014 tot juni 2015 voor berekend.

Pagina 30 van 64

7


Rapportage volgens ISO 14064 deel 7 Dit document hebben we opgesteld overeenkomstig de eisen uit ISO 14064-1, paragraaf 7. In de onderstaande tabel (cross reference) beschrijven we de relatie tussen een eis uit de ISO 14064-1, paragraaf 7 en het hoofdstuk in dit rapport. Hierin wordt beschreven op welke wijze we aan de betreffende eis voldoen. Tabel 3: Relatie eisen ISO 14064-1 en dit rapport

ISO 14064-1

4.1 4.2.2 4.2.2 4.2.2 4.3.1 4.2.3 5.3.1 5.3.2 4.3.3 4.3.3 4.3.5

§ 7.3 GHG report content A B C D E F G H I J K L M N

5.4

O P

7.31

Q

Beschrijving Reporting organization Person responsible Reporting period Organizational boundaries Direct GHG emissions Combustion of biomass GHG removals Exclusion of sources or sinks Indirect GHG emissions Base year Changes of recalculations Methodologies Changes to methodologies Emission or removal factors used Uncertainties Statement in accordance with ISO 14064 Statement of GHC verification, including type and level of assurance

Hoofdstuk in dit rapport H1 H2.2 Bijlage A: H3 Bijlage A: H2.3 Bijlage A: H4 en 5 Bijlage A: H5.3 Niet van toepassing Bijlage A:H5.4 Bijlage A:H4 en H5 H4.5 Analyse Energiezorg Bijlage A:H8.1 Bijlage A:H8.1 Bijlage A:H5.1 Bijlage A:H6 Handboek KAM: H1.5 Bijlage A: H1.1

Pagina 31 van 64

8

CO2-emissie berekening

8.1

Berekeningsmethode


De emissieberekeningen voor scope 1 en 2 zijn vastgelegd met de tool op www.duurzameleverancier.nl. Deze berekeningen werken we jaarlijks bij. In de berekeningen hebben we de volgende onderverdeling gemaakt voor het toewijzen van de scopes: Tabel 4: Relatie onderdelen scopes en ondernemingen.

Onderdeel

Brandstof

Verwarming

Scope 1

Brandstof

Omschrijving

Onderneming

Kantoor InfraResearch Lemmer Kantoor Verwarming OmniformGroup Alblasserdam

Onderneming

OmniformGroup

Scope

Categorie

Onderdeel

1

Verwarming (gas)

2

Elektra

Brandstof

Auto’s

Benzine

OmniformEngineering OmniformProjects

3

Water, Aircovulling en papier

Brandstof

Auto’s

Diesel

OmniformEngineering OmniformProjects InfraResearch

OmniformEngineering 1

Brandstof auto

Brandstof

Auto’s

Hybride

OmniformEngineering

InfraResearch

1

Verwarming (gas)

1

Brandstof auto

2

Elektra Water, Aircovulling en papier

Categorie

Onderdeel

Omschrijving

3

Scope 2

Elektra verbruik

Kantoor Lemmer

Elektra verbruik

Kantoor OmniformGroup Alblasserdam

Categorie

Onderdeel

Omschrijving

Water

Water

Kantoor

Scope 3 Aircovulling Koeling

Kantoor

Papier

Kantoor

Papier

InfraResearch

OmniformProjects

1

Brandstof auto

InfraResearch OmniformGroup InfraResearch OmniformGroup InfraResearch OmniformGroup

Omdat OmniformEngineering en OmniformProjects opereren vanuit hetzelfde pand in Alblasserdam en van dezelfde faciliteiten gebruik maken binnen het pand, is er voor gekozen om uitsluitend het brandstofverbruik onder deze werkmaatschappijen te rekenen. Het verbruik van het pand in Alblasserdam wordt onder OmniformGroup gerekend. Omdat InfraResearch als een aparte vestiging gezien kan worden qua pand (het maakt immers deel uit van OmniformEngineering) wordt het verbruik van InfraResearch duidelijk afgekaderd. Daarom wordt InfraResearch apart berekend. Op de volgende pagina’s wordt de CO2 footprint opgesteld met www.duurzameleverancier.nl van OmniformGroup met haar werkmaatschappijen weergegeven.

Pagina 32 van 64

8.2

CO2-footprint OmniformGroup


Pagina 33 van 64


Pagina 34 van 64

8.3

CO2-footprint OmniformEngineering


Pagina 35 van 64


Pagina 36 van 64


Pagina 37 van 64

8.4

CO2-footprint InfraResearch


Pagina 38 van 64


Pagina 39 van 64


Pagina 40 van 64

8.5

CO2-footprint OmniformProjects


Pagina 41 van 64


Pagina 42 van 64


Pagina 43 van 64

Bijlage B CO2-reductieplan


Pagina 45 van 64

1

Inleiding

1.1

Inhoud


Terugdringen van CO2-emissie is van essentieel belang voor nu, de toekomst; voor de beheersing van de klimaatveranderingen, en het voorkomen van het uitputten van fossiele brandstoffen. Dit betekend dus ook indirect de zorg voor een leefbare omgeving. In navolging van bijlag A “Emissie inventarisatie” willen we in deze bijlage invulling geven aan een concreet opgesteld plan om bij te dragen aan de reductie van CO2-uitstoot. De OmniformGroup heeft het jaar 2013 als referentiejaar genomen om vanaf dat jaar het CO2beleid te kunnen bewaken en te realiseren. Hiervoor is het CO2-reductieplan opgesteld. Het algemene doel van de OmniformGroup is om in 2016 een verlaging van de CO2footprint te realiseren van 5% in ton CO2 voor scope 1 en 2. Dit doel is in overleg met de directie van de OmniformGroup opgesteld. De volgende onderwerpen zijn door de OmniformGroup aangemerkt als reduceerpunten waarmee deze doelstelling realiseerbaar gemaakt wordt:  Auto’s op termijn te vervangen door auto’s met energielabel A, B of C (scope 1);  Over te stappen op groene stroom (scope 2);  Minder papier te verbruiken door meer digitaal te werken en indien er afgedrukt dient te worden, dit dubbelzijdig te doen (scope 3);  Aandacht voor energieconsumptie onder de medewerkers kenbaar te maken (scope 1, 2 en 3). Dit plan wordt periodiek geëvalueerd en zo nodig bijgesteld of aangevuld tijdens de realisatie in de komende 3 jaar. De besparing die gerealiseerd kan worden is sterk afhankelijk van de locatie van de projecten die invloed hebben op het brandstofverbruik en weersinvloeden die het interne energieverbruik kunnen beïnvloeden. Wijzigingen worden schriftelijk vastgelegd en geborgd middels versiebeheer. Deze bijlage omschrijft een plan voor de CO2-reductie van scope 1 en 2.

Business travel = Scope 2 (SKAO)


Pagina 46 van 64

2

Energie en CO2-reductie scope 1

2.1

Wagenpark en brandstoffen


Van het wagenpark van de OmniformGroup kan in de toekomst aanzienlijk op de CO2uitstoor worden gereduceerd. Het wagenpark is momenteel verantwoordelijk voor 83% van de gehele CO2-uitstoot. Om deze reden denken we hier ook de grootste bijdrage aan het reduceren van de CO2-uitstoot te kunnen behalen. In het vervangingsbeleid wordt rekening gehouden met de CO2-uitstoot om zo binnen 5 jaar (looptermijn van de leaseauto’s) een aanzienlijke reductie te realiseren. De autoregeling is opgenomen in de Personeelsgids van de OmniformGroup. Doelstelling: Auto’s worden op termijn vervangen door auto’s met energielabel A, B of C.

2.2

Airco en koeling De airco’s en koeling van de OmniformGroup vormen een relatief klein onderdeel van het totale reductieplan. Gezien het feit dat ook op de facetten van de totale emissie gelet dient te worden, wordt ook naar de airco’s en koeling gekeken. Indien deze zijn afgeschreven, worden zij vervangen door een zuiniger model. Indien een airco of koeling vervangen moet worden (i.v.m. defect), wordt deze vervangen voor een zuiniger type.

Pagina 47 van 64

3

CO2-reductie scope 2

3.1

Groene stroom


In het referentiejaar 2013 werd er bij de OmniformGroup gebruik gemaakt van grijze stroom. Grijze stroom wordt gemaakt uit fossiele brandstoffen (o.a. gas en steenkool) en kernenergie. De winning van fossiele brandstoffen zorgt, in tegenstelling tot het winnen van de meest duurzame energiebronnen, voor CO2-uitstoot dan, en voor vervuiling van water en lucht. Het belangrijkste milieuprobleem van kernenergie is het radioactieve afval; daar is nog geen oplossing voor gevonden. Groene stroom wordt opgewekt uit wind, water, zon en biomassa. Het idee achter groene stroom is dat de uitstoot van koolstofdioxide (CO2) en andere schadelijke emissies, ook wel broeikasgassen (NOx, SO2, roet, etc.) wordt verminderd. Daardoor zal de toename van het broeikaseffect vertragen. Daarnaast ontstaat er ook minder kernafval. Waar groene stroom onuitputtelijk is, zal het ook beschikbaar zijn voor de volgende generaties. Dit is niet zomaar het geval met fossiele brandstoffen. Ook zal onze afhankelijkheid van leveranciers van fossiele brandstoffen afnemen, wanneer we meer groene stroom gebruiken/opwekken. De OmniformGroup wil hier graag een bijdrage aan leveren door over te stappen op groene stroom. Doelstelling: Over te stappen op groene stroom (scope 2);

3.2

Reductie energieverbruik

3.2.1

Vervanging De volgende zaken zijn interessant om tijdens het onderhoud aan de bestaande elektrische installaties in de gaten te houden:  Reflectoren in TL-armaturen i.v.m. verdubbelde lichtopbrengst;  Gebruik maken van invallen daglicht (schone lichtkoepel, open lamellen);  Bij vervanging; denk aan spaarlampen, LED-verlichting, moderne TL-lichtbronnen en andere elektrische apparatuur (o.a. Pc’s, dockingstations, printer, papiervernietigers en koffieautomaten);  Vergelijk bij vervanging van een apparaat energiewaardes en energielabels. Kies een zuiniger type.

3.3

Verhogen bewustwording medewerkers

3.3.1

Gedrag en technische hulpmiddelen Door zorgvuldig aandacht te besteden aan beheer, onderhoud en bediening van de installaties kan er energie en CO2-uitstoot bespaard worden. De OmniformGroup wil dit realiseren door de medewerkers aan te zetten tot energiebewust gedrag (zie ook “milieukaartje”) en door het installeren van eenvoudige technische hulpmiddelen om energieverspilling te voorkomen. De medewerkers hebben nl. direct invloed op het energieverbruik.

3.3.1.1

Elektrische installaties 

Kantoorapparatuur, zoals computers en het kopieerapparaat, uitschakelen als deze niet meer nodig zijn;

Pagina 48 van 64

 



3.3.1.2



Radiatoren dienen vrij hun warmte te kunnen afgeven; De temperatuursensor van de Cv-ketel hangt in een besloten ruimte. Deze dient op een geschikte plaats te worden aangebracht; Bij vervanging van de Cv-ketel: schaf een zuinige, hoog rendement (HR) ketel aan.

Airconditioning  

3.3.1.4

Schoonhouden van armaturen, sensoren, etc.; Apparatuur (o.a. Pc’s, dockingstations, printers papiervernietigers en drankautomaten) buiten werktijd uitzetten (ook uit stand-by/slaapstand). Gebruik eventueel schakelklokken; Zet computers overdag in slaapstand of stand-by indien deze langere tijd ongebruikt zijn.

Verwarmingsinstallatie  

3.3.1.3


Houdt ramen en (binnen)deuren zoveel mogelijk gesloten; Beperk het gebruik en toerenniveau van de airconditioning zoveel mogelijk.

Algemeen   

Stel een medewerker verantwoordelijk voor het energiebeleid, zodat deze andere medewerkers kan aanspreken op milieu(on)bewust gedrag; Kijk bij de sluitrond of er geen overbodige apparatuur aan staat; Middels toolbox-meetings worden de werknemers voorgelicht hoe er energiezuinig met aparatuur kan worden omgegaan.

Bovenstaande maatregelen zorgen ervoor dat op alle fronten bespaart kan worden. Dit heeft op langere termijn een direct effect op de CO2-uitstoot. Wij schatten in dat deze bewustwording tot 2016 een reductie van 2 tot 3% op zou kunnen leveren. 3.3.2

Milieukaartje De OmniformGroup wil haar medewerkers bewustwording bij brengen in het gebruik van energie door middel van een “milieukaartje”. Dit “milieukaartje” dienen we te gaan ontwerpen. Het “milieukaartje” bevat tips voor energiebesparende maatregelen bij de dagelijkse werkzaamheden. Alle werknemers van de OmniformGroup krijgen dit kaartje. De inhoud van het “milieukaartje” maakt het voor iedereen, zowel medewerkers als externe belanghebbenden, duidelijk wat het milieubeleid en CO2-beleid is en op welke wijze medewerkers zelf een positieve bijdrage aan verbeteringen in het milieu bij hun dagelijkse werkzaamheden kunnen leveren. Omdat verwarming en vervoer het grootste deel van de CO2-emissie vormen, maakt energieverbruik en mobiliteit nadrukkelijk onderdeel uit van het “milieukaartje”. Doelstelling: Aandacht voor energieconsumptie onder de medewerkers kenbaar te maken (scope 1, 2 en 3);

3.3.3

Social Media Nieuwe media biedt veel kansen die kunnen bijdragen aan de groei van duurzaamheid. Bewustwording is belangrijk om duurzaamheid tot een thema te maken dat ieders interesse wekt. De OmniformGroup kan deze nieuwe media inzetten om medewerkers te bereiken rondom het thema duurzaamheid.

Pagina 49 van 64

3.3.4


Vakbladen Het is van belang dat bedrijven volledig op de hoogte zijn van de huidige en toekomstige ontwikkelingen. Een lidmaatschap op een vakblad of meerdere vakbladen draagt hier aan mee. De artikelen hierin kunnen zorgen voor nieuwe inspiraties voor CO2-reductie.

3.3.5

Doelstelling nieuwe versie duurzaamheid in folder In de huidige folder van de OmniformGroup kunnen berichten over onze inspanningen omtrent de vermindering van de CO2-uitstoot worden opgenomen.

Pagina 50 van 64

Bijlage C Communicatieplan


Pagina 51 van 64

1


Inleiding Deze bijlage heeft betrekking op invalshoek C (Communicatie) en vormt het Communicatieplan zoals dit wordt gevraagd in het Handboek CO2-Prestatieladder 2.2 (versie 04 april 2014, hierna: Handboek). In dit document beschrijven we de wijze waarop het beleid, doelstellingen en gerealiseerde verbeteringen ten aanzien van de CO2-prestaties van de OmniformGroup worden gecommuniceerd, zowel intern (binnen onze eigen organisatie) als extern.

Pagina 52 van 64

2


Belanghebbenden Met dit hoofdstuk brengen we de belanghebbenden ten behoeve van de interne en externe communicatie op het gebied van de CO2-prestatie in beeld. Per belanghebbende benoemen we de betrokkenheid bij de CO2-prestatie van de OmniformGroup vanuit communicatieoogpunt. De boodschap per doelgroep komt in hoofdstuk 3 aan bod.

2.1

Interne doelgroepen Tabel 5 Interne doelgroepen communicatie CO2-prestatie OmniformGroup

Externe doelgroep Opdrachtgevers

Brancheverenigingen

Ketenpartners

Overige belanghebbenden

2.2

Betrokkenheid Opdrachtgevers verlangen van de OmniformGroup dat zij zich actief inzet op het gebied van CO2reductie en hierover helder communiceert. De OmniformGroup is vertegenwoordigd in diverse brancheverenigingen en daardoor betrokken bij initiatieven op het gebied van CO2-reductie. De OmniformGroup werkt vaak als onderaannemer. Bij inschakeling als onderaannemer worden vaak overeenkomsten gesloten waarbij, afhankelijk van de aard van de werkzaamheden, een CO2-emissieinventarisatie opgevraagd wordt. Overige belanghebbenden, zoals toekomstige partners, belangenverenigingen en media en pers, zijn vanuit verschillende invalshoeken betrokken bij het onderwerp.

Externe doelgroepen Tabel 6 Externe doelgroepen communicatie CO2-prestatie OmniformGroup

Externe doelgroep Opdrachtgevers

Brancheverenigingen

Ketenpartners

Overige belanghebbenden

Betrokkenheid Opdrachtgevers verlangen van de OmniformGroup dat deze zich actief inzet op het gebied van CO2reductie en hierover helder communiceert. De OmniformGroup is vertegenwoordigd in diverse brancheverenigingen en daardoor betrokken bij initiatieven op het gebied van CO2reductie. De OmniformGroup werkt vaak als onderaannemer. Bij inschakeling als onderaannemer worden vaak overeenkomsten gesloten waarbij, afhankelijk van de aard van de werkzaamheden, een CO2-emissieinventarisatie opgevraagd wordt. Overige belanghebbenden, zoals toekomstige partners, belangenverenigingen en media en pers, zijn vanuit verschillende invalshoeken betrokken bij het onderwerp.

Pagina 53 van 64


3

Communicatiedoelstellingen per doelgroep

3.1

Communicatiedoelstellingen interne doelgroepen Voor de interne doelgroep is van belang dat men ten eerste de benodigde kennis heeft, vervolgens daarmee een andere houding aanneemt en uiteindelijk door een aangepast gedrag toewerkt naar de doelstelling:  Kennis: Bekendheid met het beleid en doelstellingen, met name op het gebied van CO2-reductie;  Houding: Bewust zijn dat het eigen handelen van invloed is op het bereiken van de doelstellingen;  Gedrag: Betrokkenheid door actief deel te nemen aan het identificeren van mogelijke verbeteringen en aanbrengen van verdere reductie van de CO2-emissies van de OmniformGroup. In onderstaande tabel staan de specifieke communicatiedoelstellingen per doelgroep omschreven. Tabel 7: Communicatiedoelstellingen intern per doelgroep

Interne doelgroep Alle medewerkers

Kantoorpersoneel

Autorijders Veldwerkpersoneel

Doelstellingen Iedereen is zich bewust van het beleid aangaande CO2-reductie Iedereen is zich bewust van de doelstellingen op het gebied van CO2-reductie Iedereen is individueel verantwoordelijk voor het bereiken van de doelstellingen Iedereen draagt actief bij aan het bereiken van de doelstellingen Iedereen is aanspreekbaar op hun individuele mogelijkheden om bij te dragen aan een verbetering van de CO2-prestatie Bewust omgaan met elektriciteitsverbruik Bewust omgaan met verwarming Bewust omgaan met papierverbruik Zuiniger rijden Minder rijden Het optimaal gebruiken van het materieel Het zuiniger omgaan met brandstoffen Het optimaal inplannen van werkzaamheden

Directie De communicatiedoelstellingen voor 2013 voor deze doelgroep zijn:  Kennis: Over voldoende interne informatie beschikken om besluiten over verbetering van de CO2-prestatie op een verantwoorde wijze te kunnen nemen en bekendheid met ontwikkelingen buiten het eigen bedrijf op het gebied van CO2reductie;  Houding: Bewustzijn dat CO2-prestatie voortdurend aandacht verdient en dit met enige regelmaat opnemen op de agenda voor directievergaderingen;  Gedrag: Tonen van betrokkenheid door het uitdragen van het belang van verbetering van onze CO2-prestatie voor onze concurrentiepositie.

Pagina 54 van 64

3.2


Communicatiedoelstellingen externe doelgroepen Voor verschillende externe doelgroepen kan de communicatiedoelstelling voor 2015-2016 gelijk zijn. De OmniformGroup draagt in brede zin uit dat zij actief uitvoering geeft aan het door haar geformuleerde beleid ten aanzien van veiligheid, gezondheid en milieu (VGM). De OmniformGroup draagt uit dat zij streeft naar verbetering in de aansluiting op de markt, de verbetering van klantwaardering en imagoverbetering. Dit leidt tevens tot het blijven voldoen aan aangescherpt aanbestedingsbeleid en regelgeving vanuit de landelijke en regionale overheden met betrekking Maatschappelijke Verantwoording Ondernemingen waarvan het milieuaspect in het algemeen en CO2reductie in het bijzonder een onderdeel is. In onderstaande tabel staan de specifieke communicatiedoelstellingen per doelgroep omschreven. Externe doelgroep Opdrachtgevers

Brancheverenigingen

Ketenpartners

Doelstellingen De OmniformGroup wil aan opdrachtgevers duidelijk maken dat zij haar verantwoordelijkheid neemt met betrekking tot de gevolgen van haar bedrijfsactiviteiten voor het milieu. De OmniformGroup heeft een structurele verankering van de inspanningen voor het milieu in de bedrijfsprocessen aan de hand van de CO2Prestatieladder De OmniformGroup gaat efficiënt om met grondstoffen, brandstoffen en elektriciteit De OmniformGroup gaat het certificaat CO2-Bewust voor niveau 3 van de CO2-Prestatieladder behalen. De OmniformGroup geeft inzicht in de reductiedoelstellingen en de voortgang in het bereiken van de doelstellingen De OmniformGroup gaat het certificaat CO2-Bewust van de CO2-Prestatieladder behalen De OmniformGroup wil verbetering van CO2prestaties binnen de branche wil stimuleren De OmniformGroup gaat het certificaat CO2-Bewust van de CO2-Prestatieladder behalen Overleg over dan wel voorwaarden stellen aan de wijze waarop verbetering in de CO2-prestatie binnen de keten bereikt kan worden (bij levering van producten en diensten aan de OmniformGroup).

Pagina 55 van 64

4


Communicatiemiddelen In dit hoofdstuk wordt beschreven welke communicatiemiddelen beschikbaar zijn voor de interne en externe communicatie, zowel ten aanzien van de eigen bedrijfsvoering als voor de projecten waarop CO2-gerelateerd gunningvoordeel is verkregen. Daaraan voorafgaand wordt beschreven op welke wijze de in- en externe communicatie over milieuprestaties van de OmniformGroup op dit moment al zijn vormgegeven, waarbij wordt aangegeven in hoeverre hiervan gebruik gemaakt kan worden voor specifieke communicatie op het gebied van CO2-reductie.

4.1

Huidige inzet van communicatiemiddelen Interne communicatie Een goede interne communicatie maakt het voor medewerkers mogelijk om ideeën voor verbetering aan te leveren. Het onlangs gestarte implementatietraject voor de CO2-Prestatieladder en de beoogde certificatie vormen de basis voor het transparant maken van het milieubeleid van de organisatie in het algemeen en reductie van CO2-emissies in het bijzonder. Dit wordt op dit moment als volgt in de praktijk gebracht: Introductie van de CO2-Prestatieladder Uitleg via mailberichten aan alle medewerkers van de OmniformGroup over het hoe en waarom van de CO2-Prestatieladder en de taken en verantwoordelijkheden per functie. Toelichting op en uitleg van de CO2-Prestatieladder Door middel van een presentatie aan alle medewerkers wordt uitgelegd wat de CO2Prestatieladder inhoudt en wat dit voor invloed heeft op het bedrijf en de medewerkers. Introductie van het ‘Milieukaartje’ De OmniformGroup gaat een Milieukaartje (zie bijlage B) ontwikkelen, dat tips bevat voor energiebesparende maatregelen bij de dagelijkse werkzaamheden. Alle werknemers van de OmniformGroup krijgen dit kaartje. De inhoud van het Milieukaartje maakt het voor iedereen, zowel medewerkers als externe belanghebbenden, duidelijk wat het milieubeleid en CO2-beleid is en op welke wijze medewerkers zelf een positieve bijdrage aan verbeteringen in het milieu bij hun dagelijkse werkzaamheden kunnen leveren. Omdat verwarming en vervoer het grootste deel van de CO2-emissie vormt, maakt energieverbruik en mobiliteit nadrukkelijk onderdeel uit van het Milieukaartje. Reguliere communicatie binnen de OmniformGroup Deze vindt plaats door middel van:  E-mail, telefoon;  SharePoint;  Website;  Nieuwsbrieven;  Werkoverleggen;  MT- en aandeelhoudersvergaderingen;  Interne en externe overlegvormen waarin VGM vaste onderdelen zijn;  Functioneringsgesprekken. Introductie voor nieuwe medewerkers Deze vindt plaats door middel van:

Pagina 56 van 64

 


Introductiebijeenkomst voor nieuwe medewerkers; Introductie van het ISO 9001 management systeem en CO2-Prestatieladder voor nieuwe medewerkers.

Initiatieven op het gebied van CO2 prestaties Deze worden gecommuniceerd via de volgende kanalen:  De website van de OmniformGroup;  Interne en externe nieuwsbrieven; Externe communicatie De OmniformGroup is terughoudend in het publiceren van informatie anders dan via het jaarverslag en de website. Het beleid op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu (en dus ook de CO2-prestaties) is voor alle belanghebbenden te raadplegen via deze website www.omniformgroup.com. In het kader van opdrachtverwerving wordt daarnaast informatie verstrekt over milieuprestaties aan (potentiële) opdrachtgevers. De externe communicatie over de CO2-Prestatieladder zal eveneens via de website www.omniformgroup.com verlopen. Hierop zijn onder andere de CO2-emissie inventarisatie en ons energie management actieplan met de CO2-reductiedoelstellingen en de behaalde resultaten te vinden. De CO2-footprint plaatsen we jaarlijks op www.duurzameleverancier.nl. Deze informatie wordt eens per jaar aangevuld.

4.2

Inzet van (aanvullende) communicatiemiddelen CO2-prestatie In aanvulling op de hiervoor beschreven communicatiemiddelen worden in deze paragraaf de (al dan niet aanvullende) middelen benoemd die specifiek voor de communicatie over onze CO2-prestatie zullen worden ingezet. Tevens is aangegeven met welke frequentie communicatie plaatsvindt. Interne communicatie Tabel 8 Inzet (aanvullende) middelen interne communicatie

Middel Milieukaartje

Nieuwsbrief, inclusief doelstelling, maatregelen en voortgang m.b.t. het halen van de doelstelling Resultaten uit Brandstof Inzicht Tool Directiebeoordeling CO2-Prestatieladder

Wie Alle medewerkers (incl. tijdelijk ingezette medewerkers) van de OmniformGroup Alle medewerkers (incl. tijdelijk ingezette medewerkers) van de OmniformGroup

Interval Continue

Alle medewerkers (incl. tijdelijk ingezette medewerkers) van de OmniformGroup Alle medewerkers (incl. tijdelijk ingezette medewerkers) van de OmniformGroup

1 keer per 3 maanden

Externe doelgroep Betrokkenheid Externe doelgroep

1 keer per 3 maanden

1 keer per jaar

Pagina 57 van 64


Externe communicatie Tabel 9 Inzet (aanvullende) middelen externe communicatie

Middel www.omniformgroup.com Nieuwsbrief OmniformGroup, incl. doelstelling, maatregelen en voortgang m.b.t. het halen van de doelstelling Milieukaartje OmniformGroup Aanbestedingen

Wie Alle internetbezoekers Alle zakenrelaties van de OmniformGroup

Interval Continu, ad hoc bij nieuws 3 keer per jaar

Alle zakenrelaties van OmniformGroup Alle zakenrelaties van OmniformGroup

Start werkzaamheden

Communicatiemiddel Gebruikers Frequentie

Ad hoc

Pagina 58 van 64

5


Organisatie De besluitvorming met betrekking tot beleid en doelstellingen berust bij de directie van de OmniformGroup De verantwoording voor het (blijven) voldoen aan de eisen van het CO2-Prestatieladder, het identificeren van mogelijke verbeteringen in de bedrijfsprocessen en het communiceren over het beleid, doelstellingen en behaalde resultaten met betrekking tot de CO2-prestatie berust bij de KAM-Coördinator van de OmniformGroup. De voortgang is onderdeel van elk directieoverleg. De CO2-Prestatieladder behoort tot het VGM-management van de OmniformGroup, waarvoor jaarlijks een budget wordt vrijgemaakt. Wanneer andere communicatiemiddelen ingezet moeten worden dan in hoofdstuk 4 zijn beschreven, worden de kosten daarvoor ter besluitvorming aan de directie voorgelegd.

Pagina 59 van 64

Bijlage D Participatieplan


Pagina 61 van 64

1


Inleiding Deze bijlage heeft betrekking op invalshoek D (Participatie) ) zoals beschreven in het Handboek CO2-Prestatieladder 2.2 (versie 04 april 2014, hierna: Handboek). Als onderdeel van het VGM-management van de OmniformGroup, willen wij actief op de hoogte blijven van de ontwikkelingen binnen ons vakgebied op het gebied van:  Milieumanagementsystemen;  Verbetering van milieuprestaties in het algemeen;  CO2-reductie. In deze bijlage beschrijven wij op welke wijze hieraan invulling geven.

Pagina 62 van 64

2


Sector- en keteninitiatieven Hieronder staat een overzicht van sectoren keteninitiatieven welke wij (willen gaan) toepassen: Tabel 10 Overzicht sectoren keteninitiatieven

Initiatief Het Nieuwe Werken

Bedrijf / organisatie

Het Nieuwe Rijden

O.a. ANWB

Videoconferentie

OmniformGroup

Duurzameleverancier.nl

Duurzame leverancier is een initiatief van Movares, Strukton Rail, Grontmij en Antea Group, ondersteund door onder andere Bouwend Nederland en de Provincie Utrecht. Bedrijven binnen ons netwerk

Samenwerking andere bureaus

Doel De medewerker krijgt in deze visie - binnen bepaalde grenzen - de vrijheid om te bepalen hoe hij werkt, waar hij werkt, wanneer hij werkt, waarmee hij werkt en met wie hij werkt Efficiënt gebruik van personenauto’s en bedrijfsbussen Door videoconferentie toe te passen kunnen overleggen vanaf het kantoor plaats vinden. Hierdoor kunnen reiskosten worden voorkomen. Dit initiatief is opgericht met als doel om CO2 reductie in de keten te bereiken via samenwerking met klanten, leveranciers en andere partners in de keten. Met een bedrijven binnen ons netwerk worden jaarlijks ideeën uitgewisseld met betrekking tot CO2-reductie, nieuwe ideeën, etc.

Pagina 63 van 64

3

Deelname aan initiatieven

3.1

Passieve deelname aan initiatieven

3.1.1

Duurzame Leverancier


Duurzame Leverancier is voor de OmniformGroup in eerste instantie het aangewezen platform om aansluiting te zoeken als het gaat om verbetering van milieuprestaties binnen de branche. Er worden regelmatig bijeenkomsten georganiseerd door Duurzame Leverancier. Aan de hand van de onderwerpen wordt bepaald of deze bijeenkomsten worden bijgewoond.

3.2

Actieve deelname aan initiatieven

3.2.1

Het nieuwe werken De OmniformGroup past het nieuwe werken al van oudsher toe. De werktijden op kantoor hebben een grote range. De ene werknemer start om 6:00 uur, de andere gaat pas om 18:00 uur naar huis. Dit alles gaat op basis van vertrouwen. Daarnaast mogen de werknemers thuis werken indien het werk dit toelaat. De werkplekken zijn informeel ingericht. Dit bevordert de creativiteit en onderlinge communicatie.

3.2.2

Het nieuwe rijden Het programma Het Nieuwe Rijden stimuleert automobilisten, beroepschauffeurs en wagenparkbeheerders over te gaan tot een energie-efficiënter rij- en reisgedrag. De principes van het nieuwe rijden worden verwerkt in het Milieukaartje.

3.2.3

Videoconferentie In de vergaderruimte heeft de OmniformGroup een scherm met webcam aangebracht om videoconferentie mogelijk te maken. Indien opdrachtgevers hier gebruik van willen maken, kan een webcam in bruikleen worden gegeven. Op deze manier zijn er geen reiskosten en CO2-uitstoot bij overleggen.

3.2.4

Duurzame Leverancier Duurzame Leverancier is een platform voor organisaties die investeren in duurzaamheid en een duurzame bedrijfsvoering. Een bedrijfsvoering waarbij milieuverantwoord wordt gehandeld en innovatieve methoden worden ontwikkeld, om milieubelasting te verminderen. Duurzaam inkopen én voldoen aan duurzame eisen van opdrachtgevers hoort daar ook bij. Via de site www.duurzameleverancier.nl laten we zien wat we al doen aan milieuverantwoording door de tool “CO2-footprint” te gebruiken. De “CO2-footprint” maakt de eigen CO2-emissie snel inzichtelijk.

3.2.5

Samenwerking andere bureaus Met meerdere bureaus binnen ons netwerk bespreken we CO2-reductie initiatieven. Zo hebben we regelmatig overleg met onze externe adviseur en commissaris dhr. Ruitenbeek, eigenaar van The Archimedes.

Pagina 64 van 64

4


Budget De OmniformGroup heeft een budget van 8 uur vrijgemaakt voor de bovenstaande participatie.

Pagina 1 van 64 CO2-prestatieladder Energiemanagement Actieplan Versie 1.0. CO 2 -prestatieladder Energiemanagement actieplan OmniformGroup

Recommend Documents