Preek en liturgie Doopsgezinde Gemeente Leeuwarden datum maand 2012 Organist: Folkert Binnema; voorganger: Hanna Bruin thema: Huis van gebed voor alle volken
* Mededelingen en aansteken van de kaars * Bemoediging en groet
* Zingen
NL 276: 1-3
Zomaar een dak
Woorden van ver, vallende sterren vonken verleden, hier gezaaid. Namen voor Hem, dromen signalen, diep uit de wereld aangewaaid. Monden van aarde horen en zien, onthouden spreken voort Gods vrij en lichtend woord.
* Inleidende lezing
Psalm 84
Voor de koorleider. Op de wijs van De Gatitische. Van de Korachieten, een psalm. Hoe lieflijk is uw woning, Heer van de hemelse machten. Van verlangen smacht mijn ziel naar de voorhoven van de Heer. Mijn hart en mijn lijf roepen om de levende God. Zelfs de mus vindt een huis en de zwaluw een nest waarin ze haar jongen neerlegt, bij uw altaren, Heer van de hemelse machten, mijn koning en mijn God. Gelukkig wie wonen in uw huis, gedurig mogen zij u loven. sela Gelukkig wie bij u hun toevlucht zoeken, met in hun hart de wegen naar u. Trekken zij door een dal van dorheid, het verandert voor hen in een oase; rijke zegen daalt als regen neer. Steeds krachtiger gaan zij voort om in Sion voor God te verschijnen. H E E R , God van de hemelse machten, hoor mijn gebed, luister naar mij, God van Jakob. sela God, ons schild, zie naar ons om, sla goedgunstig het oog op uw gezalfde. Beter één dag in uw voorhoven dan duizend dagen daarbuiten, beter op de drempel van Gods huis dan wonen in de tenten der goddelozen. Want God, de Heer, is een zon en een schild. Genade en glorie schenkt de Heer, zijn weldaden weigert hij niet aan wie onbevangen op weg gaan. Heer van de hemelse machten, gelukkig de mens die op u vertrouwt.
* Zingen
Tuskentiden 1
De freugde liedt ús
Dit hûs fan hout en stien, dat lang oerlibbe stoarm en striid, jout wjerlûd oan gebed en sang fan ’t folk út ierder tiid. In hûs, dat alle spoaren draacht fan minsken, wif en tear; de pylder, ’t hiele hûs ta skraach, woll’ Jo dat wêze, Hear? Dit hûs slyt lykas wy, mar wa’t hjir feilich skûlplak fûn wurdt bliuwend op syn libbenspaad wer moed en sterkte jûn.
* Gebed Heer, God, We zijn hier weer samengekomen, in ons huis, in uw huis. Een huis van hout en steen. Dood en toch levend – een huis waarvan de muren tot ons kunnen spreken van alle generaties die ons zijn voorgegaan. Een huis waarin we ons veilig weten, omdat U onze God bent en wij uw volk zijn. En zoals die vroegere generaties hier samenkwamen, zijn ook wij samengekomen in en om uw naam, om samen te bidden en te zingen, om te vieren dat u bij ons bent en blijft. Al bijna 400 jaar hangt hier een wolk gebeden, stijgen vanuit hier lofzangen op en wordt hier het boek opengeslagen om uw woord te lezen. De verhalen van hen die ons voor zijn gegaan op hun en onze weg met u, woorden van hen die ons mee willen geven van hun zoektocht. Wij bidden U voor uw kerk, voor alle mensen die in uw kerk zijn, die U behoedt, behoudt en nooit vergeet. U bent met ons begonnen – U hebt ons geroepen naar uw huis. God, inspireer ons – laat in dit uur het woord tot ons spreken, zodat we van hier gesterkt weer op weg kunnen gaan, uw wereld tegemoet. Daartoe vragen we om uw aanwezigheid, nu en in heel ons leven. Amen * Bijbellezing Jesaja 56: 1-7 Zo spreekt de Heer, ‘Onderhoud het recht, beoefen de gerechtigheid, want de komst van mijn redding is nabij en mijn gerechtigheid wordt weldra geopenbaard. Gelukkig de mens die zo handelt, het mensenkind dat daaraan vasthoudt, die de sabbat onderhoudt, hem niet ontheiligt, en zijn hand ervoor behoedt om enig kwaad te doen.’ De vreemdeling die zich bij de Heer aansluit hoeft niet te zeggen: ‘De Heer houdt mij zeker afgezonderd van zijn volk.’ Ook de castraat mag niet zeggen: ‘Ik ben maar een dorre boom.’ ‘Want’, zo spreekt de Heer, ‘aan de castraten die mijn sabbat onderhouden, en verkiezen wat Mij aangenaam is en vasthouden aan mijn verbond,
aan hen geef Ik in mijn huis en binnen mijn muren een gedenksteen en een naam, die zonen en dochters te boven gaan; Ik geef hun een eeuwige naam, een die nooit wordt uitgewist. De vreemdelingen die zich bij de Heer hebben aangesloten, om Hem te dienen en de naam van de Heer te beminnen, om zijn dienstknechten te zijn, evenals al degenen die de sabbat onderhouden, hem niet ontheiligen en vasthouden aan mijn verbond: hen allen laat Ik naar mijn heilige berg komen, en Ik schenk hun vreugde in mijn huis van gebed. Hun brand- en slachtoffers zijn aangenaam op mijn altaar. Want mijn huis zal heten: Huis van gebed voor alle volken.’ Jesaja 2: 2-5 Op het einde der dagen zal het gebeuren, dat de berg van het huis van de Heer gevestigd zal zijn als de hoogste der bergen, verheven boven de heuvels, en alle volken stromen naar hem toe; en zij zeggen: ‘Kom, laat ons optrekken naar de berg van de Heer, naar het huis van Jakobs God: dan zal Hij ons zijn wegen wijzen, en wij zullen zijn paden bewandelen. Want uit Sion komt de Wet, uit Jeruzalem het woord van de Heer.’ Hij zal recht doen onder de volken, en machtige naties straffen. Dan smeden zij hun zwaarden om tot ploegscharen en hun speerpunten tot sikkels. Geen volk heft het zwaard meer tegen een ander en oorlog leren ze niet meer. Huis van Jakob, kom, laat ons wandelen in het licht van de Heer.
* Zingen
LvdK 308 in 5 talen In Christus is ...
1. In Christ there is no East or West, In Him no South or North; But one great fellowship of love Throughout the whole wide earth.
3. So reicht einander eure Hand, uns trennt kein Unterschied. Wer immer unserm Vater dient, ist der Familie Glied.
2. Wa’t yn Him leaut yn alle lân En wa’t syn leafde fynt, dy wit: Him tsjinje is de bân dy’t allegear ferbynt
4. En Christ s’unissent Sud et Nord, Se joignent l’Est et l’Ouest, En lui nous formons un seul corps Partout dans l’univers.
5. Laat zuid en noord nu zijn verblijd, Hem prijzen west en oost. Aan Christus hoort de wereld wijd, in Hem is zij vertroost. * Bijbellezing
1 Kor. 3: 10-17
Naar de mij gegeven genade van God heb ik als een kundig bouwmeester het fundament gelegd waarop een ander voortbouwt. Maar laat iedereen uitkijken hoe hij daarop verder bouwt. Want niemand kan een ander fundament leggen dan wat er reeds ligt, namelijk Jezus Christus. Of men nu op deze grondslag verder gaat met goud, zilver, kostbare stenen, of met hout, hooi en stro, ieders werk zal aan het licht komen. De oordeelsdag zal het aantonen, want die verschijnt met vuur, en het vuur zal uitwijzen wat ieders werk waard is. Houdt het bouwwerk dat iemand optrok
stand, dan zal hij loon ontvangen. Verbrandt het, dan zal hij schade lijden; hijzelf zal gered worden, maar, om het zo te zeggen, door het vuur heen. Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont? Als iemand de tempel van God te gronde richt, zal God hem te gronde richten. Want de tempel van God is heilig, en die tempel bent u. * Zingen
LvdK 320
Zingt een nieuw lied
1. Zingt een nieuw lied voor God de Here en weest van harte zeer verblijd. God wil alhier met ons verkeren, hier wordt een huis voor Hem bereid. Hij heeft de hand en het verstand gezegend voor het werk, de bouw van Christus' kerk.
3. God wil aan ons telkens weer tonen dat Hij genadig is en trouw. Dat Hij met ons samen wil wonen, geeft ons de moed voor dit gebouw. maar niet met steen en hout alleen is 't grote werk gedaan. 't Zal om onszelve gaan.
2. Kinderen van éénzelfde Vader, komt nu tesaam van zuid en noord. Van oost en west treden wij nader tot dit welaangename oord. Kracht van de jeugd, breng nu verheugd de stenen bij elkaar. God helpt u wonderbaar.
4. De Heil’ge Geest geeft taal en teken. Christus deelt al zijn gaven uit. De Vader zelf wil tot ons spreken en elk verstaat wat het beduidt. Wees ons nabij en maak ons vrij in dit uw heiligdom. Kom, Here Jezus, kom!
* Overdenking Zusters en broeders, Zomertijd – ondanks de grauwe luchten. De tijd dat de kerk vaak wat leger is dan ‘normaal’, want de mensen trekken eropuit. De zondagschool is gestopt, families zoeken de zon op of gewoon een leuke andere omgeving. Vakantietijd is vaak ook vakantie van de kerk. Maar op zaterdagmiddagen is onze kerk vaak weer wat voller dan buiten de zomertijd, want het Tsjerkepaad is weer begonnen. Veel kerken in Friesland openen hun deuren en ook wij krijgen in onze Open Kerk vaker toeristen binnen. Gewoon, om de kerk te bekijken … Maar heeft u zich wel eens afgevraagd waar het woord ‘kerk’ vandaan komt? We hebben allemaal wel een beeld bij het woord ‘kerk’ en zelfs in doperse kringen zullen veel kinderen een kerk tekenen als een gebouw met een toren. Het klassieke plaatje. Maar waar komt het woord vandaan en wat is de achterliggende betekenis ooit geweest? Even een lesje etymologie – de leer van de herkomst van woorden: Het woord ‘kerk’ is afgeleid van kurios, het Griekse woord voor Heer, en kuriakon betekent zoveel als ‘behorend aan de Heer’. Kort gezegd, een kerk is een godshuis. En via ’t Grieks is het woord in de meeste Germaanse en Scandinavische talen terechtgekomen: kerk, kirche, church, kirkja, kirk … Als je kijkt naar het woord – of beter gezegd, de woorden die in het Hebreeuwse Oude Testament worden gebruikt voor wat wij hebben vertaald met tempel, dan zie je een soortgelijk iets. De term die het meest gebruikt wordt is beth Adonai - huis van de Heer, huis van God. Er worden nog twee andere woorden gebruikt: hechal, dit betekent zoveel als ‘prachtig, groot gebouw’ en zowel voor de tempel als voor een paleis wordt gebruikt. En miqdosh, dat is afgeleid van qadosh wat ‘heilig’ betekent, oftewel ‘heilige plaats’. Juist dat heilige vind je weer terug in het woord 'tempel’, wat van oorsprong ‘gewijde ruimte’ betekent en afgeleid is van een stam waarmee ‘afbakenen’ wordt aangeduid. Een apart gezette
ruimte voor een heilig doel. In het joodse tempelcomplex was er ook zo’n speciale, afgebakende ruimte waar alleen de hogepriester mocht komen en dan alleen nog maar één keer per jaar. Ditzelfde ‘afbakenen’ kom je tegen in het verhaal van de uittocht als het volk het kamp opslaat bij de berg Sinaï waar de wetgeving plaats zal vinden. Het volk krijgt dan de opdracht de berg af te bakenen omdat het heilige grond is. Daarnaast heb je in het Nieuwe Testament het woord synagoge dat wordt gebruikt voor wat men op z’n Mokums de jodenkerk zou noemen. Dit woord is afgeleid van het Griekse syn-agein en dat betekent ‘samenkomen’. Het is een plaats van samenkomst. Iets wat ook terug te vinden is in het Franse eglise en Spaanse iglesia; ook die woorden komen oorspronkelijk ook uit het Grieks en wel van ekklesia wat bijeenkomst of vergadering betekent. Zo weerspiegelen de woorden twee aspecten van het gebouw: het heilige, apart gezette huis van God en de samenkomst van de gemeente daarin. Deels gericht op God en deels gericht op de gemeente. En dan heb je als laatste ons eigen woord voor de kerk als gebouw: de vermaning. Vermanen – terechtwijzen en aansporen in één, zowel preek met een zwaaiend vingertje (vooral vroeger) als leerrede en onderwijzing. Het woord ‘vermaning’ wijst naar wat er in een kerk gebeurt. En hierin speelt het aspect van de samenkomst een grotere rol dan het aspect van godshuis. Met een historie van hagenpreken en huiskerken hechten wij misschien wat minder belang aan een gebouw. Niet omdat we net zo goed zonder dat gebouw kunnen en het ons weinig kan schelen, maar omdat we niet van mening zijn dat dit de plaats is waar je heen moet om God te ontmoeten. Het is een centraal punt voor een doperse gemeente, een focuspunt, maar niet een heilige plaats. Het huis van God in Jeruzalem is dat wel. Een heilige plaats – in het land Israël de plaats waar de priesters de offers aan God brengen. Maar niet van oudsher de enige plaats. Op verschillende plekken in de Bijbel komen we verhalen tegen waar ver buiten Jeruzalem een altaar wordt opgericht en er geofferd wordt. Maar in de loop der eeuwen wordt Jeruzalem de centrale plaats en komt daar ook de tempel te staan. De tempel is focuspunt, maar niet exclusief de plaats waar men God ontmoet. In Exodus 20 vers 24 staat: Op elke plaats waar Ik mijn naam doe gedenken, zal Ik tot u komen en u zegenen. En geldt datzelfde niet voor een kerk? Waar twee of drie vergaderd zijn in mijn naam, daar ben ik in hun midden. Daar is geen gebouw voor nodig. Maar aan de andere kant bekleden kerk en tempel natuurlijk wel die speciale plaats. De tempel is het brandpunt. Hierheen zullen alle volken optrekken om te leren aangaande de wegen van God. Jesaja schildert ons dit beeld op meerdere plaatsen. Niemand wordt geweigerd aan de poort van de tempel: de vreemdeling is welkom en ook de castraat, de gesneden man die volgens de wet niet in de tempel zou mogen dienen is wel welkom. Er wordt niemand buitengesloten en er zal vrede heersen. Daarom zou je ook eigenlijk niet moeten spreken van tempel – want we hebben net gezien dat een tempel een afgebakende, gewijde heilige plaats is. Een dergelijke plek biedt geen ruimte aan mensen die ‘er niet thuishoren’, zo’n plek biedt geen ruimte aan vreemdelingen en castraten – gehandicapten in de ogen van de priesters. De tekst in zowel Jesaja 56 als Jesaja 2 heeft het over het huis van God, over Mijn huis. Een huis dat open staat en iedereen, die binnen wil komen en zich wil aansluiten, welkom heet. En dan kun je dat woord ‘huis’ ook nog op een andere manier opvatten. Er wordt ook gesproken over het huis van Jacob, dat wordt aangespoord: Huis van jacob, laat ons wandelen in het licht van de Heer. Natuurlijk is hier het huis van Jacob geen gebouw van hout of steen. Hier staat ‘huis’ voor familie, voor geslacht, voor het volk Israël. Op diezelfde manier zou je ‘huis van God’ ook op kunnen vatten: niet het fysieke huis van hout en steen, maar allen die naar het huis van God komen zijn lid van het huis van God, deel van Gods familie, Gods volk. Zo wordt een heel ander huis gebouwd: een gemeente.
Paulus gaat in zijn brief aan de gemeente in Korinthe nog een stapje verder. Als hij spreekt over het fundament dat gelegd is en het gebouw dat daarop gebouwd moet worden, heeft hij het niet over een kerkgebouw en ook niet over een gemeente. Hij heeft het over onszelf, ieder persoon voor zich. En niet in de zin waarin het soms gelezen wordt: in een vrouwenbijbelgroep in Amerika kregen we dit Bijbelgedeelte te horen als onderbouwing van de aansporing goed voor ons lichaam te zorgen: niet te dik worden, goed verzorgd en netjes gekleed gaan, geen tatoeages of piercings etc. Natuurlijk moet je op je lichaam letten - je hebt er tenslotte maar één. Maar Paulus heeft het hier over het innerlijk, over het geloof dat je moet opbouwen als ware het een tempel. Het woord dat Paulus hier gebruikt is naos. Het is Grieks voor ‘woonplaats van een godheid’ – De Griekse mythologie kent vele goden, Paulus doelt natuurlijk slechts op één. Met andere woorden: God woont in je. Er is een fundament gelegd: Jezus Christus. En ieder moet nu zelf voortbouwen op dat fundament. Maar kijk uit hoe je erop voortbouwt. Of men nu op deze grondslag verder gaat met goud, zilver, kostbare stenen, of met hout, hooi en stro, ieders werk zal aan het licht komen, schrijft Paulus. Natuurlijk gaat het hier weer niet om fysiek goud en zilver, hout, steen of stro. Het gaat erom wat voor soort tempel – kerk – je bouwt en hoe je die bouwt. Het is niet zoals het verhaal van de drie biggetjes, dat alleen het huisje van steen blijft staan onder het geweld van de boze wolf. Het gaat om de aandacht en de zorg waarmee het huis is gebouwd. Een goed gelegd rietdak is sterker dan dakpannen op rotte tengels, een houten blokhut kan steviger in elkaar zitten dan gemetselde stenen. En hoe sterk je huis ook gebouwd is, je moet het blijven onderhouden. Op dat reeds gelegde fundament bouw je jouw huis voor God. Het is een bouwwerk van geloof en vertrouwen, maar … zit het dichtgetimmerd, afgeschermd van de boze buitenwereld, van de wolven die eromheen huilen of sta je open voor de vreemdeling en de castraat, voor de mensen die langs zullen komen en willen leren aangaande de wegen van God? Nu, in deze vakantietijd trekken we eropuit, naar verre streken of we blijven iets dichter bij huis, en we nemen vakantie van onze eigen kerk. Maar wie van ons is niet eens een kerkje of grote kathedraal binnen gelopen? (Overigens, het woord kathedraal is afgeleid van het Griekse kathedra wat ‘leunstoel’ of ‘leerstoel’ betekent en een kathedraal is de kerk die behoort bij een bisschopszetel.) En wat helaas in ons huidige Nederland niet meer kan, kan in sommige landen nog wel: de kerkdeur is staat open, ook al is er niet altijd iemand aanwezig. Zo kun je even de stilte opzoeken in een dorpskerkje of je in een kathedraal juist vergapen aan hoogoprijzende pilaren of vergulde altaren. Het huis dat je zelf bouwt hoeft echt niet zo groots en imponerend te zijn – liever niet zelfs, zeg ik als doper. Straalt zo’n kathedraal niet meer de macht uit van de kerk als instituut? En geeft het niet bijna ‘t gevoel dat God onbereikbaar hoogverheven is? Hoe grootser en imponerender, hoe minder het een thuis is. Jaren geleden maakte ik een grote reis door Canada en de Verenigde Staten. In Fairbanks, niet ver van de poolcirkel, zag ik een kerkje staan: van hout, eenvoudig en intiem – het deed me denken aan de kerkjes van onze broederschapshuizen. Ik liep eropaf en zag op de deur een groot houten bord met daarin gesneden en gebrand de volgende woorden: Voor allen die vreugdevol en dankbaar zijn * voor allen die treuren en troost nodig hebben * voor allen die vermoeid zijn en rust nodig hebben * voor allen die geen vrienden hebben en vriendschap wensen * voor allen die bidden en voor allen die dat niet doen, maar het zouden moeten * voor allen die zondigen en een Redder nodig hebben, nu of in de toekomst ~ opent deze kerk wijd de deur en zegt in de naam van Christus de Heer: WELKOM. Met zo’n uitnodiging op de deur kun je niet voorbij lopen. De deur ging wat zwaar maar zwaaide toch gewillig open. Het was schemerig in de kleine hal, voor de ramen hing vitrage. Door een stel dubbele deuren kwam je de kerkzaal binnen: onder een witgekalkt plafond lagen op bruine houten
banken de liedbundels klaar. Geen gewijde sfeer, eerder knus. Deze kerk was duidelijk het huis van een gemeente. Zelfgemaakte wandkleden verwarmden de muren, vanaf een tafel staarde een dik roze pluche konijn me met kraaloogjes aan, een groot prikbord in de hoek vertelde van alle projecten in de omgeving en verder weg. Glas-in-loodramen gaven de geschiedenis van de pioniersdagen weer – dagen waarin, zoals vrienden me vertelden, er in Alaska één missionaris op elke twee inwoners rondliep. Dat er meer kerken waren dan kroegen. Maar ook de tijd waarin de dominee met een hondenslee dagen onderweg kon zijn van het ene gemeentelid naar het andere en dat in de donkere winternachten de wolven rond de kerk huilden. Juist dan zou een kerkje als dit een huis zijn waar iedereen zich veilig kon voelen en een thuis kon vinden. Grote mensen en kinderen, dat was te zien aan de vele knuffels in de vensterbanken en de tekeningen aan de muur. Stil zat ik een minuut of twintig op een bank, toen liep ik weer naar buiten. In de hal keek ik nog even rond en daar zag ik een oude, maar stevige kartonnen doos staan met daarin een paar blikken bonen, soep en pasta in tomatensaus, en een doosje lucifers. Er boven een handgeschreven uitnodiging: als je honger hebt, neem en eet. Zo zou een huis van God moeten zijn: open en toch beschermend. Een thuis dat naar buiten reikt en de hand uitstrekt naar hen die het nodig hebben. Niet opdringerig, maar in alle bescheidenheid – neem en eet, als je honger hebt. Kom binnen als je rust zoekt. Wees welkom! Hetzelfde welkom proberen wij uit te stralen in Open Kerk en Oergong. Dezelfde hand strekken wij uit via Voedselbank, Werkgroep Martha en in onze steun aan de Vreugdekinderen, en op tientallen andere kleine en grote wijzen. Als gemeente – als persoon: Laat ons zo ons huis van God bouwen. Amen * Orgelspel * Open ruimte * Zingen overgaand in stil gebed
Word stil nu de Ene tot ons komt (uit: Het liefste lied van overzee) Word stil, nu de Ene ons omstraalt, ons koestert in zijn licht, een heilig vuur dat brandt, een wenkend vergezicht, van alle licht de bron, weldadig als de zon. Word stil, nu de Ene ons verschijnt, ons koestert in zijn licht 3.Word stil, nu de Ene tot ons komt, ons tot zijn tempel maakt. Hij vult ons met zijn kracht, met liefde die ons raakt. Hij roept zijn vrede uit, die iedereen omsluit. Word stil, nu de Ene tot ons komt, ons tot zijn tempel maakt.
* gezamenlijk Onze Vader
* Collecte Vreugdekinderen Sinds 2011 ondersteunt onze gemeente een klein kindertehuis bij Bloemfontein in Zuid-Afrika, waar door hun ouders verstoten kinderen met HIV worden opgevangen. Geld blijft hier hard nodig. U kunt dit doel ook steunen door eenmalig of periodiek een bedrag over te maken naar de Doopsgezinde Gemeente; dat geld wordt dan van tijd tot tijd naar Zuid-Afrika overgemaakt * Slotlied
Sjoch de tsjerke (uit De wrâld ús went fan Eppie Dam en Hendrik van der Meer)
Stappen lizze op ‘e drompel; ynkear joech it foarportaal oan de ienling in de wieling en it folk om tsjelk en skaal: minsken fan in kalde kermis, langjend nei in waarm ûnthaal.
Ljochtfal troch de hege ruten jit it hert fol sinneskyn; strieljend wurd op âld kateder, oan ‘t begjin fan nei latyn, iepent eagen, iepent finsters, wol al gau de wrâld wer yn.
* Zegenbede
* * * *** * * * Mededelingen: Voor leden, vrienden en belangstellenden van de Doopsgezinde Gemeente Leeuwarden staat op 31 juli om 10.00 uur de koffie klaar op het landgoed Stania State in Oentsjerk. Deze koffieochtend is een mooie gelegenheid om bekenden en minder bekenden te ontmoeten op een andere tijd en een andere plek dan na de dienst op zondagmorgen in de vertrouwde vermaning aan de Wirdumerdijk. Het is voor de organisatie van deze ochtend wel plezierig als u zich even opgeeft. Dan staat er in ieder geval genoeg koffie klaar.
Als u geen vervoer heeft, kunt u dat bij de opgave aangeven. We zullen dan proberen vervoer te regelen. U kunt natuurlijk ook zelf broeders of zusters die bij u in de buurt wonen, benaderen. We horen ook graag wie plaatsen in de auto over heeft en wie mensen mee wil nemen. Opgeven kan op de lijst in de kerk of met een telefoontje naar de koster 058 – 212 40 73 of naar zr. Tineke Torensma-van Beijnum 058 – 288 16 05 Bovenstaande mededeling vindt u ook op www.dgleeuwarden.org
To all who are joyful and thankful * to all who mourn and need comfort * to all who are weary and need rest * to all who are friendless and wish friendship * to all who pray and all who do not, but ought * to all who sin and need a Saviour, and to whosoever will – this church opens wide tHe door and in the name of Christ the Lord, says WELCOME Voor allen die vreugdevol en dankbaar zijn * voor allen die treuren en troost nodig hebben * voor allen die vermoeid zijn en rust nodig hebben * voor allen die geen vrienden hebben en vriendschap wensen * voor allen die bidden en voor allen die dat niet doen, maar het zouden moeten * voor allen die zondigen en een Redder nodig hebben, nu of in de toekomst ~ opent deze kerk wijd de deur en zegt in de naam van Christus de Heer: WELKOM.