overzicht lesstof groep 6
algemeen Regelmatig mogen leerlingen meehelpen met kleine klusjes. Iedere week zijn twee leerlingen onze weekhulp. Het kan dan voorkomen dat ze iets later uit de klas komen, maar dat is dan maar vier weken per jaar.
schriftenweekend Twee keer per jaar is er een schriftenweekend. Dan brengen alle leerlingen al hun schriften en mappen met verzamelde werkbladen mee naar huis ter inzage. Na het weekend gaat alles dan weer mee terug naar school. U heeft zo tussendoor enig zicht op het gemaakte werk.
rapport Drie maal per jaar worden de resultaten van de leerlingen op een digitaal rapport weergegeven. Er is dan ook gelegenheid voor een 10-minutengesprek over deze resultaten. Natuurlijk kunt u ook buiten deze 10-minutengesprekken contact hebben met ons. Neem dan ook altijd met ons contact op als u iets wilt vragen of laten weten. Schriftelijk, telefonisch, na schooltijd of door even een afspraakje te maken.
huiswerk Het kan voorkomen dat uw kind "huiswerk" mee naar huis krijgt. Ik wil u vragen om uw kind daarbij te begeleiden. Uiteraard maakt uw kind het werk wel zelf, slechts toezicht en soms een beetje uitleg is voldoende. Het kan ook nodig zijn om structureel ( gedurende langere of kortere tijd) "huiswerk" mee te geven. Als dat van toepassing is dan neemt de leerkracht altijd met u contact op.
ziekte / verlof Kan uw kind om welke reden dan ook niet naar school komen? Meldt u dit dan altijd zelf telefonisch of schriftelijk. Verlof buiten de vastliggende vrije dagen vraagt u schriftelijk aan bij de directie via een aanvraagformulier.
pauze Tijdens de pauze is er gelegenheid om meegebracht fruit, een gezonde koek en/of drinken te nuttigen. We willen de berg afval, die tijdens de pauze ontstaat, verkleinen. Helpt u ons mee? Dat kan door het drinken en/of eten mee te geven in een plastic beker of flesje.
2
taal We werken met de methode Taalverhaal. De stof is ingedeeld in 5 blokken van 4 hoofdstukken. Elk hoofdstuk bestaat uit 8 lessen. Elke oneven les is een leerkrachtgebonden les en tijdens elke even les gaan de leerlingen na een korte instructie zelfstandig aan het werk. Elk hoofdstuk heeft dezelfde opbouw:
Les 1: spreken, luisteren, woordenschat: tekst beluisteren, bespreken van doelwoorden, samenwerkopdracht.
Les 2: spreken, luisteren: opdrachten gericht op verbanden in de tekst.
Les 3: woordenschat en tekst lezen: lezen van een tekst en vragen over woorden maken.
Les 4: woordenschat: opdrachten over de doelwoorden.
Les 5: taalbeschouwing: klassikale les over woord/zinsbouw.
Les 6: taalbeschouwing: zelfstandig werken met woord/zinsbouw opdrachten.
Les 7: stellen: afschrijven van teksten.
Les 8: woordenschat: opdrachten met andere woorden dan de doelwoorden.
spreken/Luisteren In Taalverhaal krijgen leerlingen veel gelegenheid hun mondelinge taalgebruik te ontwikkelen. Want Taalverhaal is een methode voor interactief taalonderwijs. Taalverhaal besteedt veel aandacht aan de communicatieve vaardigheden spreken/luisteren.
woordenschat Taalverhaal heeft een duidelijke en sterke woordenschatlijn. Taalverhaal Taal biedt de doelwoorden altijd aan in de functionele, natuurlijke context van de luisterles. In totaal biedt Taalverhaal 600 woorden per jaargroep aan, dat zijn er dertig per hoofdstuk. Hiervan zijn er tien kijkwoorden per hoofdstuk. Dit zijn concrete woorden met een illustratie als toelichting. Daarnaast zijn er tien leeswoorden. Het gaat hierbij om abstracte woorden, veelal schooltaal. Tenslotte zijn er tien extra woorden. Deze hebben een iets hogere frequentie dan de kijk- en leeswoorden en zijn dus relatief gemakkelijker.
taalbeschouwing Taalbeschouwing is op verschillende manieren verweven in Taalverhaal. Zeer expliciet in de lessen woord- en zinsbouw: leerlingen herkennen en oefenen begrippen als naamwoorden, werkwoorden en enkelvoud/meervoud in elk hoofdstuk. Daarnaast is taalbeschouwing gekoppeld aan woordenschat en - op een functionele manier - aan de taaltaken. 3
stellen Eén à twee lessen per hoofdstuk houden de leerlingen zich bezig met schrijfvaardigheid. Ook bij de schrijfopdrachten werken ze volgens het model bedenken, doen en terugkijken. Ze leren hun eigen kennis in te zetten tijdens de bedenkfase. Daarna schrijven ze de tekst. Aan het eind reflecteren ze op het proces en het product. De schrijfopdrachten sluiten aan bij de verhaallijn.
toetsing We toetsen halverwege elk blok (na twee hoofdstukken), na elk blok en verder hebben we twee voortgangstoetsen.
differentiatie Differentiatie bieden we aan door extra opdrachten achter in het boek, ssteropdrachten in het werkschrift, software en kopieerbladen.
spelling We werken met de spellingmethode Taalverhaal. De stof is ingedeeld in 5 blokken van 6 weken. In elk blok worden 8 woordpakketten behandeld. Elke week twee woordpakketten met hetzelfde spellingprobleem.
Elke week heeft vier lessen:
Les 1: introductie nieuw woordpakket en bespreking van het spellingprobleem.
Les 2: oefeningen maken
Les 3: nieuw woordpakket met hetzelfde spellingprobleem.
Les 4: herhaling/verdieping met software, kopieerbladen, oefenboek.
We werken met de volgende pictogrammen om een spellingprobleem aan te geven.
toetsing We toetsen door een signaleringsdictee halverwege elk blok en controledictee na elk blok
differentiatie We bieden differentatie aan door software, kopieerbladen en het oefenboek Spelen met Spellen.
4
technisch lezen We werken met de leesmethode Estafette. We starten elke dag met inloop lezen. Alle leerlingen lezen 15 minuten op hun eigen niveau. Dit kan zelfstandig, in duo’s, o.l.v een tutor uit groep 8 of o.l.v. de leerkracht zijn. Bij het werken met Estafette ligt het accent op het aanleren van een goede technische leesvaardigheid, waarbij onderscheid wordt gemaakt in correct lezen, vlot lezen en vloeiend lezen. Verder wordt in de methode ook veel ruimte gegeven aan leesplezier. Kinderen leren allereerst een technische vaardigheid op hoog niveau. Daardoor kunnen ze ook plezier in lezen krijgen of houden, zodat ze in de toekomst gebruik blijven maken van de verworven leesvaardigheid. We gaan kort in op deze verschillende aspecten van leesvaardigheid:
correct lezen Onder “correct lezen” verstaan we het foutloos lezen van woorden, zinnen of teksten. Hiermee wordt niets anders bedoeld dan dat van de leerling verwacht wordt dat hij “leest wat er staat.” Voor het aanleren van een goede technische leesvaardigheid is dit de basis. Zolang een leerling niet in staat is om correct te lezen, heeft het weinig zin om uitgebreid aandacht te besteden aan “vlot lezen” en “vloeiend lezen”.
vlot lezen Met ”vlot lezen” bedoelen we dat een leerling de woorden correct leest en voldoende vlot verloopt. Als een leerling in staat is om correct te lezen, maar daar veel te veel tijd voor nodig heeft, werkt dit belemmerend op het goed kunnen lezen van een tekst. De lezer heeft dan nog te veel aandacht nodig voor het op de juiste verklanken van de tekst. Daardoor kan onvoldoende aandacht besteedt worden aan het in zich opnemen van wat hij leest.
vloeiend lezen Om vloeiend te kunnen lezen, heeft de lezer geen moeite met “correct en vlot lezen.” We spreken van vloeiend lezen, als de lezer een tekst zonder haperingen en met een goede intonatie voorleest. Een goede intonatie is als de lezer zijn intonatie afstemt op de inhoud van de tekst die hij leest. Dat kan alleen als de lezer weinig aandacht nodig heeft voor het correct en het voldoende vlot lezen van de tekst.
leesplezier Zorgen dat kinderen plezier beleven aan lezen, is een belangrijke doelstelling in Estafette. Het gaat erom dat leerlingen een goede technische vaardigheid verwerven, zodat dit lezen vrijwel moeiteloos gaat. Zij kunnen ervaren dat je aan lezen plezier kunt 5
beleven. In Estafette wordt hier uitdrukkelijk aandacht aanbesteed. Dit gebeurt vooral in de wekelijkse toepassingslessen en in de toepassingsweken die vier keer per jaar worden in gepland. Belangrijk hierbij is om te laten zien dat wij zelf ook plezier aan lezen beleven. Daarom besteden we aandacht aan boekpromotie, waarbij wordt verteld over boeken waarvan wij hebben genoten. En niet te vergeten; regelmatig wordt ook voorgelezen.
toetsen en controletaken In de loop van een schooljaar worden een aantal keren toetsen en controletaken afgenomen. De leesvaardigheid wordt in kaart gebracht en waarmee we nagaan of de leerlingen de doelen hebben bereikt.
werken met verschillende aanpakken Bij het werken met Estafette zijn twee factoren van groot belang: het aanbieden van leerstof op het juiste niveau en het hanteren van de juiste aanpak bij elke leerling. De verschillende aanpakken spelen een cruciale rol bij de organisatie van het leesonderwijs met Estafette. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen een aanpak:
voor risicolezers (aanpak 1); Deze leerlingen krijgen verlengde instructie, meer begeleiding en extra leestijd.
voor methodevolgers ( aanpak 2); Deze leerlingen krijgen een basisinstructie en werken vervolgens zelfstandig.
voor de vlotte lezers ( aanpak 3) ;Deze leerlingen werken zelfstandig in een special werkboek en krijgen veel vrijheid in lezen.
begrijpend lezen We gebruiken Nieuwsbegrip voor begrijpend lezen. Dit is een onlinemethode waarbij elke week een les begrijpend lezen wordt aangeboden die aansluit bij de actualiteit. Elke week staat er een leesstrategie centraal. De leesstrategieën zijn: voorspellen, ophelderen van onduidelijkheden, samenvatten, vragen stellen, relaties/verwijswoorden, visualiseren. HET HEBBEN VAN LEESPLEZIER is heel belangrijk!
rekenen We werken met de rekenmethode Wereld In Getallen (WIG). We hebben deze methode gekozen omdat WIG:
een beproefde rekenmethode is, die voldoet aan alle eisen die overheid en inspectie stellen.
6
Iedere dag instructie biedt, naast het werken aan de weektaak op je eigen niveau.
Iedere les bestaat voor de helft uit instructie met eventuele verlenging, voor de helft uit zelfstandig werken aan de weektaak.
Iedere les is er extra instructie voor de kinderen met één ster en uitbreiding en verdieping voor kinderen met drie sterren.
Hiervoor zijn de materialen Plusboek en Bijwerkboek, waar de kinderen gebruik van maken.
Bij de methode hoort ook een uitgebreid computerprogramma en een digibordprogramma. Omdat we weten dat deze methode ook voorbereid op de CITO-toetsen “Rekenen en Wiskunde” en het aansluit op het Voortgezet Onderwijs was de keuze niet moeilijk.
We toetsen na ieder blok van 3 of 4 weken, waarna remediëring volgt.
schrijven We werken met de methode Pennenstreken. De kinderen mogen met vulpen schrijven, maar om praktische redenen wordt ook nog vaak met potlood geschreven.
biologie De methode voor biologie is Leefwereld. Er zijn 5 domeinen (eigen lichaam, planten en dieren, nietlevende natuur, milieu, techniek) met verschillende thema’s. In elk leerjaar komen deze thema’s opnieuw aan bod, zodat er een doorgaande lijn is. Net als in groep 5 ligt het accent op ontdekking en formulering. De kinderen moeten zelf onderzoeken gaan doen en achteraf formuleren wat ze te weten zijn gekomen over het onderwerp.
aardrijkskunde We werken met de methode Een Wereld Van Verschil. De methode heeft 8 blokken van 4 lessen. We werken met leerkrachtgebonden lessen en zelfstandig werklessen. De lessen 1 en 3 zijn leerkrachtgebonden en de lessen 2 en 4 zelfstandig. Na elk blok volgt een toets. Verder werkt de methode met verbredingvragen (*) en verdiepingsvragen (** of ***). Om te leren oordelen over verschijnselen in de wereld leren kinderen beseffen dat niet alle mensen onder dezelfde omstandigheden leven.
7
Daarom wordt in Een wereld van verschil steeds een vergelijking gemaakt tussen verschijnselen “hier”; en op andere plekken op aarde. Deze benadering loopt door de hele methode heen, van groep 5 tot en met 8. Vanaf groep 5 komen dan ook elk jaardezelfde thema's aan bod: bevolking, kringloop van gesteente, productie, kringloop van het water, verstedelijking, ingrijpen van de mens, politieke aspecten en recreatie.
geschiedenis De kinderen maken kennis met het vak geschiedenis. Vanaf groep 5 werken we met de methode Bij de tijd gewerkt. De methode bestaat uit 6 blokken van 4 lessen, waarna een toetsles volgt. De lessen 1 en 3 zijn leerkrachtgebonden en de lessen 2 en 4 zelfstandig. We willen de kinderen een beeld bijbrengen van het leven van de mensen in verschillende perioden van de geschiedenis. De tijdvakken zijn:
Tijd van de Grieken en Romeinen (3000 v. C - 500 n.C)
Tijd van de steden en de staten (1000 – 1500)
Tijd van de ontdekkers en hervormers (1500 – 1600)
Tijd van de pruiken en de revoluties (1700 – 1800)
Tijd van burgers en stoommachines (1800 – 1900)
Tijd van televisie en computer (vanaf 1950)
verkeer We werken met de methode Wijzer Door Het Verkeer. Wijzer door het verkeer is samen met Veilig Verkeer Nederland ontwikkeld. Door de ROV's (Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid) is deze verkeersmethode als beste keuze bestempeld. De leerstof staat in het teken van oversteken en voorgaan, veilig fietsen, weer en verkeer, borden, Kijk uit!, over het spoor, tekens, wie mag eerst? En verkeer en vervoer. We werken met een boek en een werkschrift. Ook zijn er regelmatig doe-lessen waarbij de kinderen bijv. een verkeerswandeling maken of onderzoeken hoe veilig hun fiets is.
godsdienst/Sova We werken met de methode Hemel En Aarde. Elk jaar komen diverse thema’s aan bod. Ook doen we mee met het vastenproject in samenwerking met de parochie. 8
Als Kanjer-school werken wij het gehele jaar aan het Kanjer-project . Positief gedrag staat hierin centraal . Kinderen leren inzien wat bepaald gedrag betekent voor groepsgenoten. De groep leert ‘negatief’ gedrag te corrigeren en om te buigen naar positief (=kanjer) gedrag. We gaan als Kanjers met elkaar om volgens de afspraken:
We vertrouwen elkaar
We helpen elkaar
Niemand speelt de baas
Niemand lacht uit
Niemand doet zielig
Gesymboliseerd door de petten, wit, zwart, rood en geel.
muziek Sinds eind schooljaar 2013-2014 maken wij voor muziek op school gebruik van de digitale lesomgeving van 123 Zing. 123 Zing biedt elke leerkracht online toegang tot tientallen liedjes voor groep 1 t/m 8, bijpassende lessuggesties, meezingvideo’s en zanglessen. Met behulp van 123 Zing investeert de school in de deskundigheidsbevordering van leerkrachten. In combinatie met de zeer gebruiksvriendelijke digitale lesomgeving ontstaat een stevige basis voor meer muziek.
gymnastiek Twee keer in de week gymmen we in de gymzaal, een spelles en een gymles met oefeningen. Gymkleding en gymschoenen zijn verplicht en een handdoek mag worden meegenomen. Uw kind kan zijn gezicht en voeten afspoelen. Van mei tot september gaat groep 6 één keer per week zwemmen in zwembad Het Ganzewiel, behalve bij slecht weer.
tehatex Onder tehatex verstaan we tekenen, handvaardigheid en textiele werkvormen. De opdrachten sluiten aan bij de tijd van het jaar en/of leerstofgebieden. We werken met verschillende technieken. De nadruk ligt op creatief werken, zodat elk kind zijn unieke werkstuk kan maken. We putten voor onze ideeën en technieken uit de methode Uit De Kunst.
9
zelfstandig werken In groep 6 wordt net als het vorige schooljaar gewerkt met een weektaak. Veel lesstof verwerken de kinderen zelfstandig. Ze krijgen in het begin van de week een instructieles en in dezelfde week gaan ze dan proberen om die informatie toe te passen in een zelfstandige werkopdracht. Door deze manier van werken geven we de kinderen de kans om op eigen niveau en tempo te werken. De leerkracht heeft nu ook de gelegenheid om individueel met kinderen te werken. Veel van het werk wordt door de kinderen zelf gecontroleerd. De volgende leerstofgebieden komen aan de orde: lezen, spelling, rekenen, schrijven, geschiedenis, aardrijkskunde, documentatiecentrum en techniek. De kinderen werken ook op de computer. Iedere middag beginnen we met zelfstandig werken.
10