Tijdschrift toelating gesloten verpakking 3300 tienen - bc 10052
BELGIE-BELGIQUE P.B. 3300 TIENEN 1 Bc 10052
Afgiftekantoor: 3300 Tienen 1 P4A8127
V.U.: Koen Vancraeynest, Kliniekstraat 45 - 3300 Tienen
Halfjaarlijks tijdschrift voor zorgverstrekkers regio Hageland • jaargang 5 • nummer 1 • maart 2009
hartslag In situ thrombolyse Kindergeneeskunde in Tienen anno 2009
04
06
Overbelastingsletsels bij jonge voetballers
14
Regionaal Ziekenhuis Heilig Hart Tienen vzw • Kliniekstraat 45 • 3300 Tienen • Tel. 016 80 90 11 • Fax 016 82 24 64 •
[email protected] • www.rztienen.be
Inhoud Kort nieuws
03
In situ thrombolyse
04
Kindergeneeskunde in Tienen anno 2009
06
Ontslagmanagement: naar een transmurale aanpak?
08
Colofon
Middenkatern: Raadplegingen per campus 09 Niet-invasieve ventilatie
13
Overbelastingsletsels bij jonge voetballers
14
Neurologie in beweging
16
Postmenopauzaal bloedverlies
18
Nieuwe artsen & vacatures
20
Voorwoord De hoofddoelstelling van het Regionaal Ziekenhuis Tienen blijft een “topziekenhuis in basiszorg” te zijn. In het vorige nummer van Hartslag hebben wij toegelicht hoe er recent werd geïnvesteerd in de verbetering van de diagnostiek, onder meer met de opstart van de MRI-eenheid. Met gemiddeld 600 patiënten per maand draait de MRI intussen op kruissnelheid. Ook op het vlak van de therapie worden er inspanningen geleverd. Zo werden vorig jaar in de operatiekwartieren van de hoofdcampus Mariëndal meer dan 10.000 heelkundige ingrepen uitgevoerd, wat voor ons ziekenhuis een absoluut record is. Wij zien vooral een duidelijke toename van de orthopedische chirurgie, en van de chirurgische behandelingen van oncologische problemen. Een verdere groei van de chirurgische activiteit in 2009 wordt voorzien mede dankzij de aanwerving van twee bijkomende orthopedisten. Op 1 februari 2009 werd het startschot gegeven van de vernieuwde afdeling vaatheelkunde. Een extra vaatchirurg werd aangetrokken om deze dynamische afdeling uit te bouwen tot een volwaardig regionaal vaatcentrum. Een substantiële toename van de chirurgische activiteit is evenwel onmogelijk in de huidige setting van de operatiekwartieren te Tienen. In 2009 wordt het operatiekwartier van het dagziekenhuis, in het Medisch Centrum Tienen, volledig vernieuwd en uitgebreid met een derde zaal, om aan de toenemende vraag een kwalitatief hoogstaand antwoord binnen een veilige omgeving te kunnen bieden. Die werken gingen zopas van start, en zullen in oktober afgerond zijn. In een volgende fase wordt dan het centraal operatiekwartier onder handen genomen. In 2009 wordt tevens hard gewerkt aan een verbreding van het multidisciplinair overleg op de afdelingen, en aan een verdere verbetering van de communicatie met de huisartsen. De medische raad werd tevens bereid gevonden om te participeren aan de interne kwaliteitscontrole op medisch vlak, door een systematische controle en opvolging van incidenten die zich binnen het ziekenhuis voordoen. Tot slot kunnen we vermelden dat er op dienstniveau sinds jaren een goede samenwerking met het Universitair Ziekenhuis Gasthuisberg te Leuven is. Er wordt nu toenadering gezocht op directieniveau om na te gaan hoe deze samenwerking verder gefaciliteerd kan worden, met als doel de kwaliteit van de medische zorg voor onze patiënten te optimaliseren. Een goede samenwerking tussen de eerste, tweede en derde lijn op regionaal vlak biedt voor de patiënt en de maatschappij immers de beste garanties voor de meest optimale zorg aan een aanvaardbare prijs. Dr. Frank Martens Hoofdgeneesheer
Hartslag is het informatieblad van het RZ Heilig Hart Tienen voor eerstelijnszorgverleners.
Foto’s: Heidi Rombouts
Hoofdredactie: dr. Ann Cornelis • Eindredactie: Karla Venken
Vormgeving & druk: Drukkerij Trudo
Medewerkers aan deze editie: dr. Mariet Awouters • dr. Luc Belmans • dr. Hans Decoster • dr. Bart Joos • dr. Koen Keirse • dr. Frank Martens • Marijke Meys • dr. Vanessa Vandenbroucke • dr. Stefaan Van Lierde • dr. Ann Vantrappen • dr. Pascal Wernaers • Karla Venken
Verantwoordelijke uitgever: Koen Vancraeynest, Kliniekstraat 45 - 3300 Tienen Reacties & suggesties:
[email protected], of per brief RZ Heilig Hart Tienen, Communicatiedienst - Kliniekstraat 45 - 3300 Tienen
KORT NIEUWS Operatiekwartier dagziekenhuis Tienen wordt vernieuwd Deze foto behoort binnenkort tot het verleden. Deze operatiezaal wordt immers, net als de rest van het operatiekwartier in het dagziekenhuis, volledig vernieuwd. De werken gingen midden maart van start, en moeten in oktober afgerond zijn. Het OK zal dan over een extra zaal beschikken. Die uitbreiding is nodig om de aanhoudende stijging van het aantal ingrepen in dagopname te kunnen opvangen. 2008 was overigens een nieuw recordjaar voor onze operatiekwartieren. Het OK van het Medisch Centrum Aarschot (dagziekenhuis) nam de kaap van 3.500 operaties, op onze hoofdcampus Mariëndal gebeurde op kerstavond de 10.000ste ingreep. Er is een duidelijke toename van orthopedische ingrepen, en vooral dan prothesechirurgie. Ook een gevolg van de vergrijzing is de aanhoudende stijging van het aantal kankergevallen. Chirurgische behandeling, vooral dan gynaecologische gezwellen en tumoren van het maagdarmstelsel, maken deel uit van een multidisciplinaire aanpak. Een groeiend aantal operaties kan met minder invasieve technieken gebeuren. Onze chirurgische teams hebben de voorbije jaren expertise opgebouwd in endoscopische ingrepen. We investeerden ook in vernieuwing en kwalitatieve verbetering van deze hoogtechnologische operatiematerialen.
MRI-eenheid op volle toeren Vier maanden na de start van de MRI is het aantal onderzoeken opgelopen tot gemiddeld 30 per dag (elke werkdag van 07.00 tot 19.00 uur). Neurologie en musculoskeletale beeldvorming vertegenwoordigen ongeveer 80 procent. Dit is vooral te danken aan de goede contrastresolutie, het ontbreken van ioniserende straling, en het niet-invasieve karakter van deze onderzoeken. Zo vergt bv. een CT-scan van een knie of schouder een intra-articulaire inspuiting, bij een MRI is dat niet het geval. Noteer ook de superioriteit van de beeldvorming van de weke delen. Er werd een mammocoil aangekocht zodat we ook deze onderzoeken kunnen aanbieden. Aanvraagformulieren vindt u op www.rztienen.be/medischebeeldvorming.
Symposium regionaal vaatcentrum
HARTslag
Op 19 maart organiseerde ons vaatcentrum een gesmaakt symposium in Kasteelhoeve Hof Ten Steen te Orsmaal. Onze nieuwe vaatchirurg dr. Koen Keirse belichtte de keuze voor stent of chirurgie bij carotisstenose. Zijn collega en diensthoofd vaatheelkunde dr. Bart Joos ging dieper in op de behandelingsmogelijkheden bij varices (laser, radiofrequentie of chirurgie). Dr. Patrick Peeters van de dienst Cardiovasculaire en Thoracale Heelkunde van het Imeldaziekenhuis (Bonheiden), waarmee onze vaatchirurgen nauw samenwerken, besprak de opties endoprothese en chirurgie bij aneurysma.
03
Vaatheelkunde Dr. Jan Beirnaert • Dr. Bart Joos • Dr. Koen Keirse • Dr. Jean-Pierre Liesenborghs • Dr. Jürgen Verbist
In situ thrombolyse
Een waardevolle behandelingsoptie bij arteriële thrombose De afdeling vaatheelkunde van het RZ Heilig Hart Tienen gebruikt regelmatig in situ thrombolyse bij het behandelen van arteriële thrombose. Deze techniek laat toe bepaalde gevallen van arteriële thrombose te behandelen zonder heelkundige interventie.
Indicatiestelling
Thrombose is een frequente complicatie bij patiënten met perifeer vaatlijden. Door aantasting van de perifere bloedvaten (bv. de bekkenslagaders of de slagaders van de onderste ledematen) door atherosclerose kan klontervorming in de betrokken vaten ontstaan met occlusie van het vat als gevolg (“thromboseren” van het bloedvat). Dezelfde patiëntenpopulatie is vaak al in het verleden behandeld met stents of een bypass. Een stent of bypass kan na verloop van tijd door het voortschrijden van perifeer vaatlijden eveneens gaan thromboseren. In al die gevallen ontstaan er bij patiënten acute klachten ten gevolge van plotse occlusie van het bloedvat: zij ontwikkelen bv. pijn aan een been of een koud been, er kunnen gevoelsstoornissen of een plotse vermindering van de wandelafstand ontstaan. Bij klinisch onderzoek van de patiënt worden geen perifere pulsaties meer gevoeld. Radiologische investigaties (echo-doppler, angio-CT, MRI-angio) bevestigen een arteriële occlusie. Indien de thrombose bij presentatie niet ouder is dan 8 tot 12 weken, de patiënt niet ouder is dan 75 jaar, geen recente heelkundige ingrepen heeft ondergaan, geen recente traumata heeft doorgemaakt en geen neoformatief proces heeft, kan overgegaan worden tot thrombolyse in situ.
Techniek
Percutane toegang tot het bloedvat wordt bekomen door arteriële punctie van de arteria femoralis (lies) of brachialis (arm). Een voerdraad (guidewire) wordt in het bloedvat opgeschoven en gebruikt om een introducer in het bloedvat te kunnen plaatsen. Die introducer zorgt voor een permanente toegang tot het bloedvat zonder dat er bloedverlies optreedt. Langs de introducer kan de guidewire in het bloedvat opgeschoven worden tot aan de arteriële thrombose, zelfs tot in de thrombus. Over de guidewire kan vervolgens een thrombolysekatheter in de thrombus opgeschoven worden. De volledige procedure gebeurt in de operatiezaal onder radioscopische controle. De anesthesie is lokaal of algemeen (spinale of epidurale anesthesie is uitgesloten wegens bloedingrisico tijdens de eigenlijke thrombolyse). Langs de thrombolysekatheter kan een oplossing van een thrombolyticum - meestal urokinase - rechtstreeks in de thrombus geïnfundeerd worden met de bedoeling die te doen oplossen. Tijdens dat proces wordt de patiënt gevolgd op de afdeling intensieve zorgen (stollingsparameters, hemodynamiek, status lidmaat).
HARTslag
04
Na ten laatste 24 uur (verlengen thrombolyse verhoogt het bloedingrisico) wordt gecontroleerd met radioscopie in de operatiezaal. Bij een geslaagde thrombolyse is het vat opnieuw open. De oorzaak van de thrombose (vernauwing van een natief vat of een bypass, probleem met een eerder geplaatste stent, … ) kan dan in dezelfde tijd langs de voor thrombolyse in situ gecreëerde percutane toegang hersteld worden. Een klassieke “open” ingreep wordt op die manier vermeden.
Achteraf wordt de patiënt nog 24 uur op de afdeling vaatheelkunde geobserveerd. In totaal blijft de hospitalisatieduur beperkt tot twee of drie dagen.
Besluit
In situ thrombolyse is een waardevolle techniek voor behandeling van arteriële thrombose. Een klassieke open heelkundige procedure kan op die manier worden vermeden. Zorgvuldige indicatiestelling en goede opvolging tijdens en na de thrombolyse zijn obligaat. Dr. Koen Keirse
Regionaal vaatcentrum De afdeling vaatheelkunde van het RZ Heilig Hart Tienen heeft op 1 februari 2009 dr. Koen Keirse verwelkomd als nieuwe associé. Dr. Keirse heeft uitgebreide ervaring in de klassieke vaatheelkunde, de flebologie, de endovasculaire technieken en de vaatdiagnostiek. Met het aantrekken van een nieuwe vaatchirurg willen wij onze afdeling verder uitbouwen tot een volwaardig regionaal vaatcentrum. Dr. Keirse zal ook een dag per week in de dienst vaatheelkunde van het Imeldaziekenhuis in Bonheiden werken met de plaatselijke collega’s dr. Patrick Peeters en dr. Jürgen Verbist . Met de blijvende regelmatige aanwezigheid van dr. Jürgen Verbist in Tienen zal dat toelaten de kennis en expertise in onze afdeling uit te breiden. Dr. Bart Joos Afdelingshoofd Vaatheelkunde
Vaatheelkunde Dr. Jan Beirnaert • Dr. Bart Joos • Dr. Koen Keirse • Dr. Jean-Pierre Liesenborghs • Dr. Jürgen Verbist
Casuïstiek met illustrerende angiograms Casus 1 • Patiënte, °1960 • Nicotine abusus • Vasculaire antecedenten: blanco • Presentatie met acute ischemie onderste lidmaat links
• Diagnose: occlusie natieve arterie poplitea (fig. 1 & 2) • Behandeling: thrombolyse → open arterie femoralis super- ficialis en poplitea (fig. 3)
Casus 2 • Patiënte, °1944 • Nicotine abusus • Vasculaire antecedenten: - aortobifemorale bypass, 1993 - CVA - femoropopliteale bypass (FP1), 12/2007
• Plavix werd gestopt i.k.v. gastro-enterologische bloeding: 1 maand later acute ischemie onderste lidmaat • Diagnose: open aortobifemorale bypass, thrombose femoro popliteale bypass (fig.1 & 2) • Behandeling: thrombolyse → open femoropopliteale bypass (fig. 3 & 4)
Casus 3 • 1 jaar later acute ischemie linker onderste lidmaat • Diagnose: thrombose linker poot van endoprothese (fig. 1) • Behandeling: thrombolyse → open linker poot van en- doprothese (fig 2)
HARTslag
• Patiënt, °1945 • Nicotine abusus, AHT, hypercholesterolemie • Vasculaire antecedenten: endoprothese voor iliacaal aneurysma links, 09/2007 • 1 jaar later acute ischemie linker onderste lidmaat
05
Pediatrie Dr. Nicole Gielissen • Dr. Stephan Melchior • Dr. Stefaan Van Lierde • Dr. Isabelle Waelkens
Kindergeneeskunde in Tienen anno 2009 Hoogkwalitatieve basiszorg in een kindvriendelijke omgeving Aan medische zorgen voor kinderen in ziekenhuizen worden steeds meer eisen gesteld. Dit is zeer terecht voor deze groep van kwetsbare patiënten die zich vaak samen met hun ouders wat verloren of onzeker voelen. De kwaliteitsnormen waaraan een ‘Zorgprogramma Pediatrie’ moet voldoen werden daarom zelfs bij wet vastgelegd (K.B. 13 juli 2006), en in ons ziekenhuis toegepast. Zo kunnen wij een volwaardig basispakket van kindergeneeskundige zorgen aanbieden in een kind- en oudervriendelijke omgeving.
Subspecialisatie De medische staf bestaat uit vier kinderartsen die ruim beslagen zijn in de algemene pediatrie. Daarnaast werden enkele subspecialistische accenten gelegd om het basisaanbod te verdiepen en met de noodzakelijke technische acten aan te vullen. Prof. dr. Stefaan Van Lierde heeft ruime ervaring in de infectiologie, immunologie en pneumologie. Hij volgde onder meer een fellowship in kinderinfectieziekten in Philadelphia (VS) en was gedurende tien jaar staflid pediatrie van de UZ Leuven (infectiologie en neonatologie). Dr. Isabelle Waelkens vervolmaakte zich in de gastro-enterologie te Utrecht, en is consulent kindergastro-enterologie aan de UZ Leuven. Dr. Nicole Gielissen schoolde zich bij in de kinderneurologie en is eveneens consulent te Leuven. Dr. Stephan Melchior is de pionier van de huidige dienst kindergeneeskunde, maar zal ons wegens bereiken van de pensioenleeftijd eind april verlaten. Wij trekken op dit ogenblik een nieuwe vierde kinderarts aan.
Technische onderzoeken Naast het basispakket algemene kindergeneeskunde kunnen wij bijgevolg in de vermelde subdisciplines een aantal ‘zorgprogramma’s’ en technische acten aanbieden. • • • •
Pneumologie: longfunctieonderzoek, allergietesten, zweettest (mucoviscidose). Doelgroep ‘astma’. Gastro-enterologie: endoscopie van de bovenste gastro-intestinale tractus, pH-metrie, waterstof ademtest. Doelgroep ‘obesitas’. Neurologie: doelgoep ‘ontwikkelingsstoornis’. Neonatologie: wordt beschouwd als een aparte dienst naast de dienst kindergeneeskunde. Zij sluit nauw aan bij de materniteit, en beschikt over een afzonderlijke equipe hoog opgeleide verpleegkundigen en vroedvrouwen. Het is een vrij technische afdeling, waar wij beschikken over up-to-date monitoring, een babyvriendelijk systeem voor toedienen van continue positieve luchtwegdruk (CPAP), beademingsapparatuur voor korte duur, mogelijkheid van parenterale voeding en polysomnografie (‘slaaponderzoek’).
Alle kindergeneeskundige activiteiten zijn gecentraliseerd op Campus Mariëndal, en er is ook een pediatrische raadpleging in het Medisch Centrum Aarschot. In Tienen zijn er uitgebreide consultatiemogelijkheden, een dagziekenhuis (medisch en chirurgisch), een spoedgevallenafdeling en een hospitalisatieafdeling.
De afdeling pediatrie
HARTslag
06
Tot de leeftijd van 15 jaar worden kinderen in ons ziekenhuis opgenomen op de afdeling pediatrie. Daar wordt het verzorgd door een team van gespecialiseerde verpleegkundigen, een kinderverzorger,
een spelbegeleider en een psychosociaal begeleider. Kinderen kunnen hier opgenomen worden voor daghospitalisatie (bv. korte behandelingen, toediening van medicatie) of voor langere duur (bv. heelkundige patiëntjes). Binnen de afdeling worden ook een aantal onderzoeken uitgevoerd zoals polysomnografie, zweettest, waterstof ademtest en pH-metrie. Wij verzorgen een grote diversiteit van pathologieën. Dit vergt een toezicht met monitoring, intraveneuze hydratie, intraveneuze medicamenteuze behandeling, respiratoire therapie, verpleegkundige zorgen en de nodige aandacht voor de psychosociale context. Hierbij informeren en adviseren de artsen en verpleegkundigen de ouders, zodat ze hun kind kunnen verzorgen en de zelfredzaamheid toeneemt.
Concept kindvriendelijk ziekenhuis Kinderen hebben specifieke noden bij opname of onderzoek in een ziekenhuis. Ze kunnen niet beschouwd worden als kleine volwassenen. Doelstelling is elk kind en zijn ouder(s) of begeleider(s) een kwaliteitsvolle opvang en de meest efficiënte zorgverlening voor zijn specifieke problematiek te bieden, en dit van opname tot ontslag. Op de afdeling pediatrie streven wij ernaar om aan de verwachtingen van ouders en kinderen te voldoen, waarbij de totaalzorg van het kind prioritair blijft. Hiervoor wordt bijzondere aandacht
Pediatrie Dr. Nicole Gielissen • Dr. Stephan Melchior • Dr. Stefaan Van Lierde • Dr. Isabelle Waelkens
besteed aan de medische en niet-medische omkadering, en aan de deskundigheid en de permanentie van de zorgverleners. Bovendien hebben wij er een punt van gemaakt om een zeer kindvriendelijke omgeving te creëren. Als thema werd gekozen voor Baloe de Beer. Die vinden we binnenkort doorheen gans ons ziekenhuis en geeft het kind een vertrouwd herkenningspunt. Minder aangename ervaringen, die onvermijdelijk zijn tijdens een ziekenhuisopname, trachten we te beperken en te compenseren met wat voor het kind zeer belangrijk is: de aanwezigheid van ouders, aangepaste speelmogelijkheden, geen (pijnlijke) handelingen op de kamer en aangepaste afleiding zoals een bezoek van de Mediclown. Er wordt tevens gebruik gemaakt van een ‘pijnprotocol’ waarbij op een gesystematiseerde wijze pijn bevraagd, geëvalueerd, gescoord en behandeld wordt. Omdat de kinderen ook buiten de muren van de afdeling pediatrie komen (spoedgevallen, medische beeldvorming, nucleaire geneeskunde, medisch centrum en operatiekwartier), is het noodzakelijk dat de kindvriendelijke aanpak doorheen gans ons ziekenhuis wordt geoptimaliseerd. Dit is een voortdurende bekommernis en wordt progressief geïmplementeerd.
Troeven Daarnaast heeft onze afdeling nog andere troeven: ouders kiezen voor het RZ Heilig Hart Tienen omwille van de bereikbaarheid van de kinderartsen, de beperkte wachttijden (spoedgevallen, consultaties, dagziekenhuis), het informele karakter en de relatieve kleinschaligheid. Omdat de pediaters bijna uitsluitend intra muros werken is er steeds minstens één specialist ter plaatse. Daardoor kan de kinderarts met wacht steeds op een minimum van tijd aanwezig zijn bij urgenties. Vergelijking met kinderafdelingen van andere ziekenhuizen leert bovendien dat de hospitalisatieduur bij ons tot de kortste van het land behoort, en het medicatieverbruik – gecorrigeerd voor de aard en ernst van de pathologie – tot de laagste van het land. Deze objectieve vaststellingen illustreren het kwaliteitsvol en veilig karakter van de verstrekte behandelingen en zorg, waarbij kinderen niet langer dan nodig gehospitaliseerd worden. Prof. dr. Stefaan Van Lierde, medisch diensthoofd Pediatrie Marijke Meys, hoofdverpleegkundige Pediatrie
Bezoek van de Mediclown zorgt voor afleiding
Afspraken raadpleging kinderartsen • Medisch Centrum Tienen: (t) 016 80 95 82 • Medisch Centrum Aarschot: (t) 016 55 17 11 Aanvragen voor technische onderzoeken worden het best geregeld via een afspraak bij één van de kinderartsen.
Baloe de Beer is de mascotte van het kindvriendelijk ziekenhuis. Patiëntjes kunnen hem binnenkort overal tegenkomen…
HARTslag
Hospitalisatieafdeling Pediatrie: (t) 016 80 99 12
07
Zorgbeleid
Ontslagmanagement: naar een transmurale aanpak? Een goede gezondheid wordt als één van de meest kostbare waarden gekoesterd. In onze westerse maatschappij hebben we bovendien de beschikking over uitgebreide zorginfrastructuur en geavanceerde medische technologie. Maar dit heeft ook zijn prijs. In ons land maakt de gezondheidzorg ongeveer 10 procent van het bruto binnenlands product uit. Omgerekend werkt elke actieve Belg een halve dag per week om dit gezondheidszorgsysteem betaalbaar te houden. Het is dan ook niet meer dan billijk dat de middelen efficiënt wordt aangewend zonder te raken aan de basisprincipes van dit systeem: solidariteit, afwezigheid van risicoselectie en afwezigheid van premiedifferentiatie. Alleen als we deze principes eerbiedigen, kunnen we een gezondheidszorg garanderen die voor iedereen toegankelijk is.
Medisch verantwoorde activiteit
Een opname in een ziekenhuis behoort tot de duurdere voorzieningen. De overheid heeft een systeem geïntroduceerd dat overbodig ‘ziekenhuisgebruik’ ontmoedigd. Sinds 2002 worden ziekenhuizen gefinancierd op basis van de ‘verantwoorde medische activiteit’. Alle verblijven worden ondergebracht in één van de 355 Diagnostic Related Groups (DRG’s), groepen van gelijkaardige aandoeningen dus. De overheid berekent voor elke DRG een ‘gemiddelde nationale ligduur’. Die vormt de basis van de vergoeding die elk ziekenhuis voor de zorg van deze patiëntengroep ontvangt. Zo is de nationaal gemiddelde ligduur voor een geriatrische patiënt met CVA (DRG 045) 17,26 ligdagen. Voor een CVA-patiënt die 30 dagen in het ziekenhuis verblijft, krijgt het ziekenhuis 17,26 dagen vergoed - voor de resterende 12,74 verblijfsdagen ontvangt het ziekenhuis dus geen financiering.
Wachtlijsten
De toenemende vergrijzing creëert nog een andere uitdaging voor ziekenhuizen: voldoende beschikbare capaciteit verzekeren voor acute zieken. Anders dan in sommige van onze buurlanden zijn wachtlijsten in ziekenhuizen bij ons nog onbestaande. Maar in onze rust- en verzorgingstehuizen voor ouderen zijn lange wachttijden wel schering en inslag. Wanneer oudere patiënten na hospitalisatie niet meer in staat zijn om naar hun thuisomgeving terug te keren, dreigt het ziekenhuis als ‘tijdelijke opvang’ te moeten fungeren. Een verschuiving van de wachtlijsten van de bejaardentehuizen naar de ziekenhuizen is dan niet denkbeeldig. Elk ziekenhuis staat hier voor een moeilijke oefening. Het is deontologisch en sociaal niet aanvaardbaar om hulpbehoevende mensen aan hun lot over te laten. Anderzijds krijgt het ziekenhuis geen middelen ter beschikking voor deze zorg.
Zorgcontinuïteit
Vanuit deze problematiek is ontslagmanagement ontstaan, ten dienste van patiënten met een complexe thuissituatie en/of een HARTslag
08
probleem van zorgcontinuïteit. Ontslagmanagement staat voor een geïndividualiseerde zorgplanning om de terugkeer naar de thuissituatie zo vlot mogelijk te laten verlopen. De doelstelling is een optimale re-integratie in het thuismilieu. In tegenstelling tot vroeger wordt dit al van bij opname in het ziekenhuis voorbereid. De ontslagmanager organiseert en coördineert dit proces. Hij verwerft een beeld van de thuissituatie gebaseerd op informatie van de patiënt zelf en/of van zijn mantelverzorgers. Hij heeft echter nooit de thuissituatie met eigen ogen aanschouwd. Net op dat vlak is er een opportuniteit die in andere zorgsystemen minder voorhanden is. België is gekend voor zijn relatief hoog aantal huisbezoeken door huisartsen. De huisarts kent de thuissituatie van zijn patiënten. Hij komt er in de woonkamer, de keuken en de slaapkamer, waar hij met zijn vijf zintuigen een schat van informatie krijgt aangeboden.
Naadloos
De huisarts is dan ook een essentiële informatiebron voor de ontslagmanager om de optimale ontslagstrategie voor een patiënt te kunnen bepalen. De overgang van het ziekenhuis naar de thuisomgeving zal des te ‘naadlozer’ verlopen naarmate de thuisverzorgers (de huisarts, de thuisverpleging, de kinesitherapeut, de bejaardenhulp …) meer bij dit proces betrokken worden. Anderzijds zal deze communicatie tussen huisarts en ziekenhuis ook de huisarts in staat stellen zijn zorgverlening na het ziekenhuisverblijf efficiënter te organiseren. Hier hebben we zeker nog een weg te gaan. De bevolkingspiramide voorspelt wat er ons te wachten staat. Willen we de kwaliteit en de betaalbaarheid van ons gezondheidszorgsysteem bewaren, dan is een transmurale aanpak alvast een instrument om het te wapenen tegen die toekomst. Dr. Luc Belmans MZG-arts
Afspraken via: (t) 016 80 95 81 (t) 016 80 95 82 Gereserveerd nummer voor huisartsen: (t) 016 80 95 83
Raadplegingen Medisch Centrum Tienen ALGEMENE HEELKUNDE Dr. Jean-Pierre Liesenborghs (t) 016 80 99 72 Dr. Stefan Poelmans (t) 016 80 99 71
di vrij
14.00 - 18.00 uur 14.00 - 17.00 uur
ma
09.45 - 12.00 uur 13.30 - 17.45 uur 18.00 - 19.00 uur 09.45 - 12.00 uur 13.30 - 16.45 uur 10.00 - 12.00 uur (ambulante ingrepen OK)
woe vrij Dr. Joost Vankeirsbilck (t) 016 80 99 71
di vrij
Gastro-enterologie CONSULTATIE & ENDOSCOPISCHE ONDERZOEKEN Dr. Yvo Vanderlinden (t) 016 80 99 62
ma-do 08.30 - 10.00 uur 10.30 - 11.00 uur 09.00 - 09.45 uur vrij 10.00 - 10.45 uur
Dr. Leen De Facq (t) 016 99 62
ma
08.45 - 10.45 uur 14.00 - 18.00 uur
ANESTHESIE U kunt een afspraak voor een preoperatieve adviesconsultatie maken via (t) 016 80 94 90, bij deze artsen-anesthesisten:
Dr. Michel Vandewoude (t) 016 80 93 79
Dr. Mariet Awouters (diensthoofd Intensieve Zorgen) Dr. Paul De Bondt (diensthoofd Anesthesie) Dr. Kathleen De Swaef (Pijnkliniek) Dr. Koenraad Geernaert (diensthoofd Operatiekwartier) Dr. Dirk Vanheuverzwijn Dr. Evelyne Weydts
Geriatrie Dr. Marijke Deleu (t) 016 80 99 54
cardiologie Dr. Hans Decoster (t) 016 80 90 80
ma di woe za
08.30 - 13.00 uur 13.00 - 20.00 uur 10.30 - 12.30 uur 09.00 - 11.00 uur
ma di woe do vrij
14.00 - 18.00 uur 09.00 - 12.00 uur 14.00 - 19.00 uur 14.00 - 18.00 uur 14.00 - 19.00 uur
Dr. Luc De Wolf (t) 016 80 99 50
di do vrij zat
17.30 - 19.00 uur 09.00 - 11.30 uur 14.00 - 17.30 uur 09.00 - 11.00 uur
Dr. Frank Martens (t) 016 80 99 25
woe
13.00 - 19.30 uur
ma di woe do vrij
07.15 - 18.00 uur 07.15 - 09.00 uur 07.15 - 18.00 uur 07.10 - 09.00 uur 07.15 - 18.30 uur
Dr. Axel De Wolf (t) 016 80 99 50/25
dermatologie Dr. Lieve Willems (t) 016 80 99 57
diëtiek Na afspraak via (t) 016 80 95 82 Endocrinologie - diabetes Dr. Leen De Facq (t) 016 80 97 74
ma do
14.00 - 16.20 uur 10.00 - 12.00 uur
fysische geneeskunde & revalidatie (t) 016 80 99 70 Dr. Katrien Delvaux vrij 09.00 - 12.30 uur (ESWT) Dr. Jo De Meirsman
ma woe vrij
16.00 - 18.00 uur 09.00 - 11.30 uur 15.30 - 17.30 uur
Dr. Ingrid Steemans
di woe do
do vrij
17.45 - 19.30 uur 14.00 - 17.00 uur 14.00 - 16.45 uur 18.00 - 19.15 uur 08.40 - 10.40 uur 14.00 - 15.40 uur 08.40 - 10.40 uur 09.00 - 11.00 uur
ma woe zat
08.00 - 10.45 uur 18.15 - 19.45 uur 08.00 - 09.15 uur
Dr. Adinda Samoy
Dr. Marc Soens
di
di woe do vrij
08.30 - 09.45 uur 10.00 - 10.45 uur 09.15 - 10.30 uur 08.30 - 09.45 uur 08.30 - 09.15 uur 08.30 - 11.15 uur
ma woe vrij
14.30 - 16.45 uur 08.30 - 10.45 uur 08.30 - 10.45 uur
di
14.00 - 16.30 uur
Gynaecologie - verloskunde Prof. dr. Gilbert Donders ma di do vrij
(t) 016 80 99 64 / 65 10.30 - 12.30 uur 15.00 - 18.00 uur 15.00 - 20.00 uur 10.30 - 12.30 uur
Dr. Ine Riphagen
ma di woe do vrij
14.00 - 20.00 uur 10.00 - 11.40 uur 08.00 - 11.20 uur 10.00 - 12.00 uur 14.20 - 16.00 uur
Dr. Thierry Van den Bosch
ma woe do
08.20 - 12.00 uur 14.40 - 16.40 uur 18.00 - 20.00 uur 15.00 - 20.00 uur
Dr. Vanessa Vandenbroucke
ma woe vrij
15.00 - 19.00 uur 08.40 - 10.40 uur 08.40 - 12.00 uur
Dr. Marcel Verjans
di woe vrij
12.00 - 17.30 uur 13.00 - 19.00 uur 12.30 - 19.00 uur
Vroedvrouwenraadpleging (t) 016 80 99 17
ma di vrij
14.30 - 17.30 uur 09.00 - 11.30 uur 09.00 - 11.30 uur
Dr. Benedict Hermans
woe
(t) 016 80 99 85 08.15 - 11.00 uur
Dr. Servan Rooker
di
09.00 - 12.00 uur
Dr. Patrick Van Schaeybroeck
vrij
08.15 - 11.45 uur
NEUROLOGIE Dr. Marleen De Quick
ma
(t) 016 80 93 87 13.30 - 15.30 uur
Dr. Astrid Görner
di do
14.00 - 16.00 uur 14.00 - 16.00 uur
Dr. Anneke Govaerts
ma do
14.00 - 16.00 uur 13.30 - 15.30 uur
Afwisselend
vrij
13.30 - 15.30 uur
ma woe vrij
(t) 016 80 99 52 10.00 - 12.00 uur 15.00 - 19.00 uur 09.00 - 12.00 uur
di do vrij
14.00 - 17.00 uur 09.00 - 11.45 uur 14.00 - 17.00 uur
neurochirurgie
NEUS-KEEL-OREN Dr. Luc Litière
Dr. Patrick Bogaerts
Op onze website vindt u de meest actuele consultatie-informatie: www.rztienen.be
Afspraken via: (t) 016 80 95 81 Raadplegingen (t) 016 80 95 82 Gereserveerd nummer voor huisartsen: (t) 016 80 95 83 ONCOLOGIE Dr. Marijke Deleu (t) 016 80 99 54
di
14.00 - 16.30 uur
ma di
10.30 - 12.00 uur 10.00 - 12.00 uur 15.00 - 18.30 uur 09.30 - 10.00 uur 09.00 - 10.30 uur 14.30 - 18.00 uur
RESPIRATOIRE ONCOLOGIE Dr. Liesbet Schrevens (t) 016 80 93 77
do vrij ORTHOPEDIE - TRAUMATOLOGIE Dr. Dirk Demedts (tot 30/06)
ma woe do
Dr. Peter De Vleeschauwer
di do vrij
Dr. Joost Dewaele
(t) 016 80 96 57- 58 08.30 - 10.50 uur 08.00 - 11.00 uur 14.00 - 18.10 uur 08.00 - 11.00 uur 08.30 - 12.00 uur 14.00 - 18.00 uur 13.30 - 18.00 uur 08.30 - 11.30 uur
Medisch Centrum Tienen
PLASTISCHE CHIRURGIE Dr. Wim De Maerteleire (t) 016 80 99 54
di
09.00 - 12.00 uur 14-daags, na afspraak via (t) 016 58 59 58
PNEUMOLOGIE Dr. Hans Struyven (t) 016 80 99 50
ma
10.30 - 12.00 uur 14.00 - 17.00 uur 09.00 - 12.00 uur 08.30 - 12.00 uur 09.00 - 12.00 uur 15.30 - 18.00 uur
di woe do Dr. Liesbet Schrevens (t) 016 80 93 77
ma di do vrij
10.30 - 12.30 uur 10.00 - 12.00 uur 15.00 - 18.30 uur 09.30 - 10.30 uur 09.30 - 10.30 uur 14.30 - 17.30 uur
PSYCHIATRIE Voor een afspraak neemt u rechtstreeks contact met de artsen: Dr. Gokhan Goktas (t) 016 80 97 86
ma
10.00 - 12.00 uur 16.00 - 18.00 uur 11.00 - 12.00 uur 14.00 - 18.00 uur.
ma do
09.00 - 12.00 uur 08.00 - 12.00 uur 14.00 - 17.30 uur
Dr. Bart Hendrickx
ma woe vrij
13.30 - 17.30 uur 08.15 - 11.15 uur 09.00 - 11.45 uur
Dr. Elke De Heyn (t) 016 80 97 34
di do
16.00 - 20.00 uur 09.30 - 11.00 uur
Dr. Bart Kestens
di woe
14.30 - 17.30 uur 09.00 - 11.45 uur
Dr. Laurence Lejeune (t) 016 80 97 86
Dr. Hisco Robijn
ma
13.00 - 18.00 uur 08.00 - 18.00 uur 08.00 - 18.00 uur 13.00 - 18.00 uur
PSYCHOLOGISCH CONSULT Voor een afspraak met de psycholoog van de psychiatrische afdeling (PAAZ) kan u rechtstreeks contact opnemen via (t) 016 80 99 41
do vrij
08.30 - 11.00 uur 14.00 - 20.00 uur 14.00 - 17.00 uur (oneven weken) 08.30 - 11.30 uur 14.00 - 17.00 uur (veertiendaags) 14.00 - 17.00 uur (veertiendaags) 14.00 - 17.00 uur
ma woe do vrij
Dr. Pascal Wernaers (t) 016 80 95 28
ma di do vrij
14.00 - 17.30 uur 08.00 - 11.30 uur 08.00 - 11.30 uur 14.00 - 17.45 uur
Dr. Patrick Yde
vrij
09.00 - 12.15 uur 14.00 - 16.45 uur
di woe
PEDIATRIE Dr. Nicole Gielissen (t) 016 80 92 49
ma di woe vrij
(t) 016 80 99 60 16.00 - 18.40 uur 14.20 - 17.00 uur 14.20 - 17.00 uur 11.00 - 12.00 uur 14.20 - 17.00 uur
Dr. Stephan Melchior (tot 30/04)
di woe do
09.20 - 11.20 uur 09.20 - 11.20 uur 09.20 - 11.20 uur
Prof. dr. Stefaan Van Lierde (t) 016 80 99 61
ma di woe do vrij
14.00 - 18.40 uur 15.40 - 18.40 uur 17.00 - 19.40 uur 14.00 - 16.00 uur 08.40 - 09.20 uur 14.30 - 18.30 uur
ma woe
vrij
13.40 - 18.20 uur 11.00 - 12.20 uur 13.40 - 17.00 uur 14.00 - 16.20 uur 17.00 - 18.40 uur 15.00 - 17.20 uur
woe
13.00 - 15.50 uur
Dr. Isabelle Waelkens (t) 016 80 97 45
do
PIJNTHERAPIE Dr. Kathleen De Swaef (t) 016 80 94 90 PLASTISCHE CHIRURGIE
woe
Ann Peeters STOMATOLOGIE Dr. Peter Van Den Berghe (t) 016 80 99 75
UROLOGIE Dr. Jan Van Nuffel
Dr. Thomas Adams
di
13.00 - 18.00 uur
ma di woe vrij
09.00 - 12.00 uur 09.00 - 10.30 uur 14.30 - 18.30 uur 16.00 - 18.30 uur
(t) 016 80 99 55 - (t) 016 80 93 83 15.20 - 20.00 uur 09.00 - 12.00 uur 13.00 - 17.00 uur (in even maanden) woe 09.00 - 12.00 uur vrij 09.00 - 12.00 uur 14.00 - 17.00 uur (in oneven maanden) ma di
ma di woe do vrij
VAATHEELKUNDE Dr. Jan Beirnaert
09.20 - 12.00 uur 09.00 - 12.00 uur 13.00 - 17.00 uur (in oneven maanden) 16.00 - 20.00 uur 09.00 - 13.00 uur 09.00 - 12.00 uur 13.00 - 17.00 uur (in even maanden)
woe do
(t) 016 80 99 72 08.00 - 09.00 uur 14.00 - 16.00 uur 08.00 - 09.00 uur 10.00 - 11.00 uur
Dr. Bart Joos
di vrij
09.00 - 12.00 uur 09.00 - 11.30 uur
Dr. Koen Keirse
ma di do
08.00 - 13.30 uur 09.00 - 16.00 uur (vaatlabo) 08.00 - 12.00 uur
Dr. Jean-Pierre Liesenborghs
di vrij
14.00 - 18.00 uur 14.00 - 17.00 uur
Dr. Jürgen Verbist
woe
15.00 - 16.00 uur
di
Op onze website vindt u de meest actuele consultatie-informatie: www.rztienen.be
Afspraken via: (t) 016 80 95 81 (t) 016 80 95 82 Gereserveerd nummer voor huisartsen: (t) 016 80 95 83
Raadplegingen Medisch Centrum Tienen MEDISCH-TECHNISCHE DIENSTEN
MEDISCHE BEELDVORMING
Voor een afspraak neemt u rechtstreeks contact met de dienst via de vermelde nummers.
Dr. Bart Boomgaert Dr. Carola Brussaard Dr. Paul Mortelmans Dr. Ludo Onkelinx Dr. Hans Timmerman Dr. Jan Van Ballaer Dr. Rik Verhille
ANATOMOPATHOLOGIE Dr. Ann Cornelis Dr. Caroline Robrechts
(t) 016 80 94 70 ma-vrij 08.00 - 18.00 uur ma-vrij 08.00 - 18.00 uur
KINESITHERAPIE
(t) 016 80 94 40
KLINISCH LABO
(t) 016 80 94 53 (24/24 uur)
MRI
ma - vrij 08.30 - 12.00 uur 13.00 -16.30 uur zaterdag na afspraak
ma-vrij 07.00 - 19.00 uur
Radiologie & CT MRI
(t) 016 80 96 48 (t) 016 80 92 91
NUCLEAIRE GENEESKUNDE
(t) 016 80 91 50
Dr. Raf Verscure
na afspraak
Raadplegingen campus st.-jan
ALGEMENE HEELKUNDE - vaatheelkunde Dr. Jean-Pierre Liesenborghs vrij 09.00 - 09.45 uur (t) 016 80 30 60 / 61 woe
09.00 - 10.00 uur
Afspraken via: (t) 016 80 35 90
ORTHOPEDIE - TRAUMATOLOGIE Dr. Bart Hendrickx (t) 016 80 30 60
ma woe vrij
08.30 - 10.45 uur 09.00 - 10.45 uur 10.00 - 14.45 uur
Dr. Patrick Yde (t) 016 80 30 61
di
09.00 - 12.15 uur 14.00 - 18.00 uur 09.00 - 12.00 uur
do
diëtiek Na afspraak via (t) 016 80 35 90 of (t) 016 80 39 24 ENDOCRINOLOGIE - DIABETES Dr. Leen De Facq di&do 14.00 - 16.00 uur (t) 016 80 39 28/29 FYSISCHE GENEESKUNDE & REVALIDATIE (t) 016 80 34 35 08.30 - 11.00 uur Dr. Marc Soens di 08.30 - 11.00 uur woe 08.30 - 11.00 uur do 09.00 - 11.00 uur vrij Arts maakt zelf afspraken in de namiddag Dr. Adinda Samoy ma 13.40 - 14.20 uur do 14.20 - 15.40 uur ma
09.00 - 11.00 uur
ma vrij
13.30 - 14.15 uur 10.00 - 11.30 uur
ma woe
10.00 - 12.00 uur 13.30 - 15.00 uur
ma woe
07.45 - 10.00 uur 11.00 - 13.45 uur
GERIATRIE - ONCOLOGIE Dr. Marijke Deleu (t) 016 80 30 44
(t) 016 80 92 91
Gereserveerde nummers voor huisartsen:
Bloedname:
Dr. Katrien Delvaux
ma-vrij 08.00 - 17.00 uur
Dr. Benjamin Peersman
Dr. Reinhilde Reybrouck Apr. Gerarda Jacobs Apr. Kristien Onkelinx
cardiologie Dr. Hans Decoster (t) 016 80 39 69
(t) 016 80 94 84
MEDISCH-TECHNISCHE DIENSTEN Voor een afspraak neemt u rechtstreeks contact met de dienst via de vermelde nummers. KINESITHERAPIE
(t) 016 80 34 40
MEDISCHE BEELDVORMING
(t) 016 80 34 81
Dr. Bart Boomgaert Dr. Carola Brussaard Dr. Paul Mortelmans Dr. Ludo Onkelinx Dr. Hans Timmerman Dr. JanVan Ballaer Dr. Rik Verhille
ma-vrij 08.00 - 12.00 uur
VALPREVENTIECENTRUM
(t) 016 80 34 35
Dr. Marc Soens
na afspraak
NEUS-KEEL-OREN Dr. Patrick Bogaerts (t) 016 80 39 61/65 ONCOLOGIE Prof. Dr. Jacques Janssens (t) 016 80 39 30
Op onze website vindt u de meest actuele consultatie-informatie: www.rztienen.be
Raadplegingen medisch centrum aarschot
Afspraken via: (t) 016 55 17 11 Gereserveerd nummer voor huisartsen: (t) 016 55 17 15 ALGEMENE HEELKUNDE
Dr. Marleen De Quick
di
09.30 - 13.00 uur
Dr. Stefan Poelmans (t) 016 55 17 35
vrij
14.00 – 18.00 uur
Dr. Astrid Görner
ma
14.00 - 16.00 uur
Dr. Ann Govaerts
woe
09.15 - 11.15 uur
Dr. Dirk Smets (t) 016 55 17 30
ma
10.00 - 12.00 uur 14.00 - 16.00 uur 10.00 - 12.00 uur 14.00 - 17.30 uur 10.00 - 12.00 uur 15.00 - 17.30 uur
Afwisselend
vrij
09.15 - 11.15 uur
Dr. Luc Vande Gaer
vrij
15.30 - 17.45 uur
woe vrij
Dr. Joost Van Keirsbilck (t)016 55 17 50
ma
15.30 - 17.30 uur
ANESTHESIE U kunt een afspraak voor een preoperatieve adviesconsultatie (op dinsdagnamiddag) maken via (t) 016 55 17 95, bij deze artsen-anesthesisten: Dr. Katelijne Teugels Dr. Ann Vantrappen
CARDIOLOGIE Dr. Axel De Wolf
woe
08.00 – 13.00 uur
Dr. Frank Martens (t) 016 55 17 86
ma di do
10.00 - 19.00 uur 08.00 - 14.00 uur 08.00 - 19.00 uur
ma
09.00 - 13.30 uur 17.00 - 19.00 uur 13.30 - 18.00 uur 08.30 - 18.00 uur 09.00 - 12.00 uur 09.00 - 12.00 uur
DERMATOLOGIE Dr. Hilde Bogaert (t) 016 55 17 75
di do vrij za
NEUS-KEEL-OREN
(t) 016 55 17 65 dagelijks na afspraak
Dr. Anouk Peeters Dr. Marijke Verbist
OFTHALMOLOGIE (Oogkliniek MCA) ma di woe
Dagmar Kolacny
ma 09.00 - 12.00 uur do-vrij 09.00 - 17.00 uur
Filip Mergaerts
ma 09.00 - 12.00 uur woe-do 09.00 - 18.00 uur
Bruno Philips
ma di woe vrij
08.30 - 12.00 uur 13.00 - 18.00 uur 09.30 - 18.00 uur 08.30 - 18.00 uur
Patrick Van Dessel
ma vrij
14.00 - 17.00 uur 09.00 - 17.00 uur
Dr. Peter De Vleeschauwer
vrij
14.00 - 17.40 uur
Dr. Joost Dewaele
di woe
09.00 - 13.00 uur 09.00 - 13.00 uur 14.00 - 17.45 uur
Dr. Bart Kestens
ma do
09.30 - 18.00 uur 14.30 - 18.00 uur
ORTHOPEDIE
(t) 016 55 17 88
DIËTIEK Na afspraak via (t) 016 55 17 11
ENDOCRINOLOGIE - DIABETES Dr. Renilde Kums (t) 016 55 17 35
ma di
13.30 - 17.00 uur 15.00 - 17.00 uur
ma woe vrij
08.00 - 11.00 uur 17.00 - 20.00 uur 08.00 - 12.00 uur 08.00 - 12.00 uur
di do zat
09.00 - 15.20 uur 09.00 - 16.00 uur 09.00 - 12.00 uur
FYSISCHE GENEESKUNDE Dr. Ingrid Steemans
Dr. Katrien Delvaux
(t) 06 55 17 70
GASTRO-ENTEROLOGIE CONSULTATIES & ENDOSCOPIE Dr. Renilde Kums (t) 016 55 17 35
Dr. Michel Vandewoude (t)016 55 17 35
ma di woe do vrij
09.00 - 13.00 uur 09.00 - 15.00 uur 09.00 - 13.00 uur 09.00 - 15.00 uur 09.00 - 13.00 uur
woe
14.30 - 17.20 uur
do
14.00 - 17.00 uur
GERIATRIE - ONCOLOGIE Dr. Marijke Deleu (t) 016 55 17 50
GYNAECOLOGIE - VERLOSKUNDE
(t) 016 55 17 81
Prof. Dr. Gilbert Donders
ma woe
15.00 - 20.00 uur 08.30 - 15.00 uur
Dr. Ine Riphagen
vrij
09.30 - 12.00 uur
Dr. Thierry Van den Bosch
di vrij
14.00 - 18.00 uur 14.00 - 18.00 uur
Dr. Vanessa Vandenbroucke
di do
09.00 - 12.00 uur 10.00 - 12.00 uur 13.00 - 15.00 uur
Vroedvrouwenraadpleging
do
16.00 - 18.00 uur
Dr. Benedict Hermans (t) 016 55 17 45
woe
12.30 - 13.15 uur
Dr. Patrick Van Schaeybroeck (t) 016 55 17 50
do
08.00 - 11.00 uur
NEUROCHIRURGIE
NEUROLOGIE
(t) 016 55 17 91
(t) 016 55 17 72 / 74 13.30 - 17.00 uur 13.30 - 18.00 uur 08.30 - 17.00 uur
Helga Kennis
Dr. Hisco Robijn
do-vrij 09.00 - 12.00 uur
Dr. Pascal Wernaers (t) 016 55 17 87
ma woe
09.00 - 12.00 uur 09.00 - 12.00 uur 14.00 - 18.00 uur
Dr. Hans Struyven (t) 016 55 17 86
woe vrij
15.00 - 18.00 uur 08.00 - 12.30 uur
Dr. Liesbet Schrevens (t) 016 55 17 87
ma & do 14.00 - 18.00 uur
PNEUMOLOGIE
PEDIATRIE
(t) 016 55 17 50
Prof. dr. Stefaan Van Lierde
di do
10.00 - 12.00 uur 17.00 - 19.00 uur
Dr. Nicole Gielissen
ma
13.00 - 15.00 uur
do za
14.00 - 18.00 uur 09.00 - 13.00 uur
woe vrij
08.00 - 17.00 uur 08.00 - 17.00 uur
Dr. Thomas Adams
ma woe
14.30 - 17.00 uur 08.50 - 11.10 uur
Dr. Jan Van Nuffel
ma do
10.00 - 13.00 uur 10.00 - 17.20 uur
Dr. Jan Beirnaert (t) 016 55 17 90
vrij
08.30 - 12.30 uur (oneven weken) 11.00 - 12.30 uur (even weken) 13.30 - 16.30 uur
Dr. Bart Joos (t) 016 55 17 60
do
14.00 - 18.00 uur
Dr. Jean-Pierre Liesenborghs
di
10.00 - 11.40 uur
PSYCHIATRIE Dr. Guido Walpot (t) 016 55 17 91
STOMATOLOGIE Dr. B. Dolfijn (t) 016 55 17 60
UROLOGIE
(t) 016 55 17 45
VAATHEELKUNDE
MEDISCH-TECHNISCHE DIENSTEN Voor een afspraak neemt u rechtstreeks contact met de dienst via de vermelde nummers. MEDISCHE BEELDVORMING
(t) 016 55 17 20
Dr. Carola Brussaard Dr. Hans Timmerman Dr. Rik Verhille
dagelijks vanaf 08.30 uur
NUCLEAIRE GENEESKUNDE
(t) 016 55 18 50
Dr. Raf Verscure
na afspraak
Op onze website vindt u de meest actuele consultatie-informatie: www.rztienen.be
Intensieve Zorgen Dr. Mariet Awouters
Niet-invasieve ventilatie Niet-invasieve ventilatie (NIV) is een vorm van ademhalingsondersteuning die gebruikt kan worden bij kritisch zieke patiënten met acuut of chronisch respiratoir falen.
Bij deze beademingsvorm wordt de ademhaling niet overgenomen van de patiënt, maar enkel ondersteund. Via een masker dat men over het gezicht plaatst, wordt door een beademingstoestel positieve druk gegeven bij de in- en uitademing. Hierdoor blijven de luchtwegen zo goed mogelijk geopend, waardoor de gasuitwisseling verbetert en het ademen minder kracht en energie kost. Het zuurstofgehalte in het bloed zal stijgen, het koolzuurgehalte zal dalen.
Voordelen De belangrijkste medische voordelen van NIV zijn rechtstreeks het gevolg van het vermijden van endotracheale intubatie en kunstmatige ventilatie. - De sedatienood is lager. - De kans op het ontstaan van ventilator-geassocieerde pneu- monie (VAP) is lager. - Er is minder kans op beschadiging van de bovenste luchtwegen (stembandproblemen, tracheastenose…). - Het verblijf op de dienst Intensieve Zorgen verkort. - De mortaliteit is lager. De patiënt blijft zelfstandig ademen, hij blijft wakker en communicatie blijft mogelijk.
Indicaties NIV kan voor een geselecteerde groep patiënten met respiratoire insufficiëntie de onmiddellijke prognose verbeteren. Om de kans op succes te verhogen, moet men indicaties en tegenindicaties respecteren. De twee belangrijkste toepassingen van NIV situeren zich bij patiënten met respiratoir falen ten gevolge van COPD-opstoot met hypercapnie en bij patiënten met hypoxie ten gevolge van acuut cardiogeen longoedeem. Hiernaast kan niet-invasieve ventilatie ook gebruikt worden in de postoperatieve fase, bijvoorbeeld na obesitaschirurgie, bij thoraxtrauma en neuromusculaire aandoeningen, of ter voorkoming van herintubatie.
nodig aanpassen van het niveau van pressure support en PEEP (positieve eind-expiratoire druk). Het beademingstoestel moet hoge gasflows kunnen genereren en een aangepaste triggerfunctie hebben. Doel blijft steeds een verbeteren van de gasuitwisseling, verminderen van dyspnee en ademhalingsarbeid met een stijging van het zuurstofgehalte in het bloed en een daling van het koolzuurgehalte. Voortdurende evaluatie is essentieel. Indien de eerste uren geen verbetering optreedt, moet men overgaan tot endotracheale intubatie en kunstmatige ventilatie. Tot slot mogen een aantal neveneffecten niet uit het oog worden verloren. Het beademingsmasker kan drukletsels veroorzaken ter hoogte van de neusrug, en de patiënt kan een gevoel van claustrofobie ervaren. De hoge gasflows kunnen leiden tot irritatie van de ogen en droge mondslijmvliezen, er kan luchtinsufflatie van de maag optreden met braken tot gevolg… Niet-invasieve ventilatie kan dus succesvol toegepast worden bij een geselecteerde patiëntenpopulatie met respiratoire insufficiëntie. Mits in acht nemen van correcte indicaties en respecteren van tegenindicaties, kan NIV de kans op intubatie en kunstmatige ventilatie verminderen. Dr. Mariet Awouters Diensthoofd Intensieve Zorgen
Tegenindicaties zijn: - Coma (met uitzondering van carbonarcose). - Overvloedige pulmonaire secreties. - Onvoldoende hoestreflex. - Hemodynamische instabiliteit. - Braken. - Zeer ernstige hypoxie. - Faciaal trauma.
NIV is een arbeidsintensieve procedure. Vitale parameters worden continu gemonitord, bloedgaswaarden moeten regelmatig bepaald worden. Een goede tolerantie door de patiënt vraagt een goede synchronisatie tussen patiënt en ventilator en het zo
HARTslag
Continue evaluatie
13
Orthopedie-Traumatologie Dr. Dirk Demedts • Dr. Peter De Vleeschauwer • Dr.Joost Dewaele • Dr. Bart Hendrickx • Dr. Bart Kestens • Dr. Hisco Robijn • Dr. Pascal Wernaers • Dr. Patrick Yde
Overbelastingsletsels bij jonge voetballers Artsen krijgen vaker te maken met overbelastingsletsels bij jonge atleten. Kinderen van steeds jongere leeftijd worden onderworpen aan zware (eenzijdige) trainingen en competities, en staan daarbij niet zelden onder fysieke en psychologische druk. Vaak is de drijfveer niet alleen het verwezenlijken van hun eigen droom. In de Amerikaanse literatuur spreekt men over het ‘Ugly Parent’ syndroom, wanneer de ouder(s) eigen gemiste ambities op hun kind projecteren en kost wat kost prestaties verlangen. De jeugdspeler verzwijgt daarom soms de eerste symptomen. Zo kunnen de initiële klachten verergeren en evolueren tot een echt overbelastingsletsel, dat misschien had kunnen voorkomen of behandeld worden. Een kind is geen kleine volwassene. Er zijn belangrijke fysische en fysiologische verschillen, die het kind minder traumatolerant en meer kwetsbaar maken, met hoger risico op blessures. Deze verschillen zijn onder andere hun grotere lichaamsoppervlak t.o.v. hun massa, de aanwezigheid van actieve groei met kwetsbare fysaire schijven, het (tijdelijk) achterblijven van de lengte van het musculotendineus systeem, de aanwezigheid van apophysaire groeikernen met hun peesinserties en het uitblijven van de nodige complexe motorische vaardigheden tot na de puberteit. Intensieve trainingsprogramma’s voor de volwassene zijn dan ook niet geschikt voor de immature atleet.
Type letsels
Overbelastingsletsels kunnen ruwweg worden onderverdeeld in tendinopathieën, apofysaire en periostletsels. Tendinopathieën komen het meest frequent voor (60%), voornamelijk van de patellapees (jumpers knee), gevolgd door adductoren en achillespees. Onder de apofysaire letsels zijn de meest frequente Osgood-Shlatter (patellapees ➝ tuberositas tibiae), Sinding-Larsen-Johanson (patellapees ➝ patella onderpool) en de Ziekte van Sever (achillespees ➝ calcaneus). Minder frequent zijn de Ziekte van Iselin (peroneus brevis ➝ basis MT5) en de verschillende apofysitiden van het bekken (spina iliaca anterior, superior en inferior, ischium en crista iliaca). (1) Periostletsels zijn eerder uitzondering in deze leeftijdsgroep.
vatten de resultaten samen voor een situering van overbelastingsletsels. De incidentie en frequentie van overbelastingsletsels blijken beduidend hoger te zijn in het begin van het seizoen en na de winterstop, waarbij na een rustperiode het lichaam opnieuw sterk belast wordt. Peesoverbelastingsletsels pieken in augustus en september, osteochondrale letsels in november (tabel 1). Ook blijkt de incidentie van letsels afhankelijk van de positie van de speler. Middenvelders en verdedigers lopen het meeste risico op letsels. Overbelastingsletsels, en in het bijzonder osteochondrosen zoals Osgood Shlatter, komen vooral voor in de leeftijdsgroep onder 14 jaar (P<0.5); ze maken er meer dan een vierde van alle letsels uit (tabel 2).
Tabel 1: percentage van alle letsels (macro trauma & overbelastingsletsels) opgelopen per maand volgens leeftijdsgroep gedurende een periode van 10 seizoenen, Le Gall (1)
Oorzaken
HARTslag
14
Het typische scenario van het ontstaan van overbelastingsletsels is een plotse toename van intensiteit en frequentie van trainingen: jongeren die voor het eerst in contact komen met de georganiseerde sportwereld, een verzadigde voetbalkalender, een speler die naar een hogere rank overstapt (verhoogde prestatiedruk). Vaak beoefent die jonge voetballer daarnaast nog sport op school of in spelverband, of hij wordt als invaller bij andere ploegen ingezet. Een interessante studie is deze van Le Gall (1), waarbij jonge Franse spelers gedurende 10 seizoenen werden gevolgd. We
Tabel 2: type letsels, uitgedrukt in percentage volgens leeftijdsgroep gedurende een periode van 10 seizoenen, Le Gall (1). * U14: onder 14 jaar, U15: onder 15 jaar; U16: onder 16 jaar
Orthopedie-Traumatologie Dr. Dirk Demedts • Dr. Peter De Vleeschauwer • Dr.Joost Dewaele • Dr. Bart Hendrickx • Dr. Bart Kestens • Dr. Hisco Robijn • Dr. Pascal Wernaers • Dr. Patrick Yde
We zien een tweede piek van overbelastingsletsels bij 17- en 18-jarigen. Ondanks het feit dat deze jongeren sterker zijn en aan het eind van de groei, blijken coördinatie en souplesse vaak nog achter te lopen. De motorische en technische vaardigheden nemen in de puberteit zelfs tijdelijk af, wat mee het hogere blessurerisico verklaart. Omdat in deze leeftijdsgroep de juniorspeler soms wordt ingeschakeld om bijkomende matchen met de senioren te spelen, groeit hier ook de kans op blessures door de toegenomen prestatiedruk. De hoogste incidentie van overbelastingsletsels wordt gezien bij de lager geklasseerde ploegen, hoewel de training-matchratio in deze groep beduidend lager ligt. De letsels treden vooral tijdens de trainingen op. Vooropgesteld wordt dat trainers van dergelijke ploegen minder goed opgeleid zijn inzake letselpreventie en minder medisch verantwoorde trainingen geven.
Preventie
Onze taak als arts bestaat erin om enerzijds overbelastingsletsels te voorkomen en anderzijds de symptomen tijdig te herkennen, zodat kan worden ingegrepen op verschillende domeinen en verdere progressie van de klachten of letsels vermeden wordt. In de literatuur is er nu stevig bewijs dat preventie inderdaad efficiënt is (2). Zo leidt een medisch gestructureerd en gesuperviseerd trainingsprogramma tot een duidelijke afname van overbelastingsletsels. Het effect blijkt het grootst bij lager geklasseerde ploegen. Dergelijke programma’s bevatten een verbeterde opwarming met meer nadruk op rekoefeningen, afkoeling, adequate revalidatie van een letsel met voldoende hersteltijd, en het inlassen van 11 specifieke F-MARC-oefeningen (FIFA-Medical Assessment and Research Center, tabel 3). Deze hebben voornamelijk aandacht voor stabiliteit van enkel en knie, flexibiliteit en sterkte van romp, heup en beenspieren, verbetering van de coördinatie, reactietijd en uithouding.
Casus: achillespeestendinopathie 14-jarige voetballer met recent opgetreden achillespeestendinopathie rechts. Bij klinisch onderzoek merkt men een uitgesproken pes planovalgus bilateraal op en wordt een beenlengteverschil opgemeten van 5 mm in het nadeel van rechts.
Ganganalyse toont een zachte hielstrike rechts (in tegenstelling tot links) met een toe-off fase, gekenmerkt door overmatige inversie en pronatie van de voorvoet, waarbij voornamelijk de hallux wordt (over)belast mede door het beenlengteverschil. Hiervoor is een grotere krachtwerking van voornamelijk het mediale deel van de achillespees nodig. Dit onderzoek kan een overbelastingsletsel van de achillespees ‘voorspellen’. (l)
(r)
Er worden actieve steunzolen voor correctie van de valgus vervaardigd, vooral gericht op actieve sturing van de middenvoet na hielcontact (witte sinus-talus-calcaneus steun (stc), fig C) voor valgus en een ophoging rechts van 4 mm. De linker steunzool wordt van een schokdempende hiel voorzien (fig D)
Tabel 3: het FIFA-boekje The 11. The Prevention Programma met de 11 pijlers is beschikbaar via www.fifa.com/flash/the11/booklet.pdf
Lees verder op pag. 16
Met dank aan Jan en Wim Sevenants, CTO-Tienen
HARTslag
Ook pre-seizoensconditieprogramma’s hebben bewezen de incidentiepiek in het begin van het seizoen te doen afnemen.(3) Een medische controle voor de start van het seizoen is geen overbodige luxe. Goede veldcondities en sportuitrusting zijn eveneens belangrijke en corrigeerbare factoren. Schoeisel dient goed te passen, met goede zolen (eventueel actieve steunzolen). Regelmatig vervangen van een paar sportschoenen is aangeraden, aangezien ze meer dan 40% van hun schokabsorberend vermogen verliezen na 400 à 800 km. Bij atleten die overschakelen naar een andere ondergrond (bv. van gras naar kunstgras, van outdoor- naar indoorterrein) wordt vastgesteld dat dit eveneens een overbelasting kan uitlokken.
15
Orthopedie-Traumatologie Dr. Dirk Demedts • Dr. Peter De Vleeschauwer • Dr.Joost Dewaele • Dr. Bart Hendrickx • Dr. Bart Kestens • Dr. Hisco Robijn • Dr. Pascal Wernaers • Dr. Patrick Yde
Behandeling van overbelastingsletsels
Zonder in te gaan op een specifieke behandeling, kan je algemeen stellen dat overbelastingsblessures bijzonder goed reageren op rust.Vroeger gold absolute rust, zelfs met gipsimmobilisatie en steunverbod. Vandaag opteren we eerder voor een gedoseerde rust/inspanning met inperken van de piekbelasting: even gas terug nemen, enkele trainingen overslaan, en na enkele weken is een acute overbelasting verdwenen. Ideale ‘alternatieve’ activiteiten hierbij zijn fietsen of crawlzwemmen. Ontstekingsremmers kunnen een gunstige bijdrage leveren, maar zijn niet de belangrijkste pijler van de behandeling. Wat de tendinopathie betreft, bestaat de behandeling uit “actieve” rust, dynamische rekoefeningen en excentrische oefeningen (quadriceps of kuitspieren). Schokgolfbehandeling (ESWT) wordt algemeen afgeraden bij kinderen, gezien het mogelijke negatieve effect op de groeischijven. Letsels dienen adequaat te worden gerevalideerd met inachtneming van voldoende hersteltijd. Hervatting van de sportactiviteiten moet voorzichtig en progressief opbouwend verlopen, onder medisch en kinesitherapeutisch toezicht. Soms dienen onderliggende factoren worden aangepakt, bijvoorbeeld door aanmeten van actieve steunzolen na ganganalyse (zie casus).
Samenvatting
Preventie van het initiële letsel of van een recidief blijft de belangrijkste uitdaging. Er dient rekening gehouden met de tijdelijk verminderde belastbaarheid van kinderen in de groeispurt. Het aantal trainingen en de speelduur tijdens de wedstrijden moet aan de individuele
speler aangepast zijn. De U14-groep verdient hierbij speciale aandacht. De trainer, speler en de ouders dienen beter geïnformeerd te worden over letselpreventie. Een preventieprogramma zoals voorgesteld door F-MARC zou in elk trainingsschema geïntegreerd moeten worden. Daarnaast moeten ook extrinsieke risicofactoren zoals de kwaliteit van de ondergrond en de uitrusting de nodige aandacht krijgen. Bij het optreden van de allereerste symptomen is een goed overleg tussen speler, trainer, kinesitherapeut en ploegarts noodzakelijk. Onderstreep daarbij het belang van een tijdelijke sportstop (die geen activiteitenstop hoeft te zijn: er kan aan de conditie worden gewerkt om nadien het sporten in optimale toestand te kunnen hervatten). En laten we aan het eind van dit artikel vooral niet vergeten dat een zekere graad van fysieke of sportieve activiteit noodzakelijk is voor een normale groei en ontwikkeling van het musculoskeletaal systeem. Dr. Pascal Wernaers
(1)
Le Gall F, Carling C, Reilly T. Incidence of Injuries in Elite French Youth soccer Players: A 10-Season Study. Am. J. Sports Med. 2006;34;928. (2) Junge A, Rösch D, Peterson L.Prevention of Soccer Injuries: a prospective Intervention study in Youth Amateur Players. Am. J. Sports Med. 2002; 30; 652. (3) Heidt RS Jr, Sweeterman LM, Carlonas RL, et al: Avoidance of soccer injuries with preseason conditioning. Am. J. Sports Med. 2000;28;659.
Neurologie in beweging Na de oppensioenstelling van dr. Paul Denef in juni vorig jaar, werd dr. Anneke Govaerts diensthoofd neurologie. Hartslag peilde naar haar visie op de werking en de toekomst van de dienst. Het consultatieaanbod neurologie werd flink uitgebreid, zowel op de Tiense campussen als in het Medisch Centrum Aarschot.
Dr. Govaerts: “Er is in beide steden een enorme vraag naar neurologische consulten, waardoor de wachttijden zwaar opliepen. We hebben daarom een nieuwe collega aangetrokken, dr. Astrid Görner. Zo kunnen we de globale werklast verlichten en meer focus leggen op bepaalde deelaspecten binnen de neurologie. Het laat ons toe om de dienst meer subspecialistisch uit te bouwen en met algoritmen te werken.” De geheugenkliniek is één van de prioriteiten. Hoe zal u praktisch tewerk gaan?
HARTslag
16
Dr. Govaerts: “Het domein van het geheugen is een fascinerende activiteit. Meer en meer mensen worden geconfronteerd met een familielid met een geheugenprobleem. Men zoekt nu vaker hulp, zij het meestal veel te laat, wanneer men al maanden of zelfs jaren zich geërgerd heeft aan schijnbaar irritant gedrag van de betrokken patiënt.” “In de praktijk organiseren we de geheugenkliniek in Campus
St-Jan, binnen het kader van het geriatrisch dagziekenhuis. Onze hoofddoelgroep zijn de 65-plussers. De eerste consultatie is een verkennend gesprek, waarbij nagegaan wordt welke techniciteiten en onderzoeken dienen plaats te vinden. We opteren ervoor om deze observaties zo veel als mogelijk ambulant te realiseren, en beoordelen niet alleen het geheugen maar het hele functioneren van de patiënt. Behalve clinici dienen hier ook psychologen en ergotherapeuten bij betrokken te worden. Dat vraagt een
Neurologie Dr. Marleen De Quick • Dr. Astrid Görner • Dr. Anneke Govaerts • Dr. Luc Vande Gaer
goede planning. We denken ook dat inschakeling van de dienst patiëntenbegeleiding, met o.a. sociaal verpleegkundigen, op termijn een meerwaarde kan zijn.” “In de aanloop naar deze eerste consultatie is de huisarts zeer belangrijk, om inzicht te krijgen in de voorgeschiedenis en huidig functioneren van de patiënt, met een volledige laboscreening. Dat verhoogt de efficiëntie van de ambulante observatie. Het einddoel van de geheugenkliniek is dat de patiënt zolang mogelijk in zijn thuissituatie kan functioneren. Toekomstgericht kan eventueel een opname in woonzorgcentrum voorbereid worden, voor het geval de functionaliteit van de patiënt toch achteruit gaat.” “Op termijn zal ook ergotherapie een belangrijkere rol spelen. Cognitieve revalidatie wordt in eerste fase nog niet intern georganiseerd. Wel is er extramurale een samenwerking voor gerontopsychiatrie met de Broeders Alexianen.”
van Parkinson of CVA. Een ervan is de thrombolyse bij de CVApatiënt. De winst in levenskwaliteit is uitgesproken. Uiteraard zijn er veel contra-indicaties, maar het belangrijkste is dat de thrombolyse dient te gebeuren uiterlijk 3 uur na de eerste symptomen. Dit lijkt lang, maar tussen de eerste symptomen en de aankomst op de dienst spoedgevallen verlopen helaas nog te vaak meer dan 3uren. Mijn boodschap aan allen die tussenkomen in dit proces is dan ook: verhoog de kansen van de CVApatiënt door de tijd tussen het optreden van de aandoening en het contact met neuroloog (zowel prehospitaal als op de dienst spoedgevallen) zo kort mogelijk te houden. Het verhoogt zijn kans op thrombolyse en leidt tot een significante vermindering van neurologische uitval.” Dr. Hans Decoster
Hoe ervaart u de komst van de MRI-scanner in ons ziekenhuis?
Dr. Govaerts: “Voor de neurologie is dit zeker een enorme kwaliteitsverbetering. De diagnosestelling kan veel scherper. Er was steeds een drempel om patiënten door te verwijzen en om dit onderzoek te laten uitvoeren omwille van het beperkte aanbod en de lange wachtlijsten in de regio. Het verhoogt het comfort van de patiënt, en voor onze dienst betekent het een administratieve vereenvoudiging en een kortere observatieduur.” De uitbouw van een specifieke stroke unit is een van uw hoofddoelstellingen. Waarom?
Dr. Govaerts: “Als je alle patiënten met een CVA op één eenheid kan hospitaliseren en monitoren, leidt dit tot een scherpere diagnose, een meer adequate opvolging door gespecialiseerde verpleegkundigen en betere inschatting van de revalidatiecapaciteiten bij deze patiëntengroep. Het is wetenschappelijk bewezen dat de outcome verbetert wanneer de CVA-patiënt op een dergelijke eenheid verblijft. De prevalentie van ritmestoornissen is aanzienlijk, en deze kunnen zo ook efficiënter behandeld worden. Door alle patiënten met een CVA op één afdeling samen te brengen, verhoog je de expertise en de vaardigheden van de zorgverleners op dit gebied, specifieke complicaties worden sneller gedetecteerd, en het inzicht in de vooruitgang van de patiënten vergroot. Zo verbeter je de outcome van de zorg én vergroot je de motivatie van alle medewerkers.”
EMG-EP
De dienst neurologie investeerde recent in een EMG-EPtoestel van de nieuwste generatie. De EP-functionaliteit betreft het opmeten van evoked potentials. Die kunnen tactiel, auditief of visueel zijn. Hierbij wordt nagegaan of deze doorgeleid worden naar de hersenen en of er zich objectieve stoornissen op dit neurologisch traject voordoen. Dit onderzoek is van belang om de juiste lokalisatie van neurologische problemen te bepalen. Zo kan bijvoorbeeld gepoogd worden om moeilijk te objectiveren sensorische klachten te lokaliseren, of bij duizeligheid te differentiëren tussen perifere en centrale vestibulaire stoornissen.
Dat brengt ons als vanzelf bij de revalidatieafdeling waar u ook verantwoordelijk voor bent.
Dr. Govaerts: “Daar ligt het accent op de multidisciplinaire zorg, in samenspraak met de kinesitherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten en sociale dienst. Uitdaging hier is een betere organisatie van het ontslag van de patiënt, door sneller op de bal te spelen: al bij opname moeten we de thuissituatie van de patiënt snel kunnen doorgronden. En een erkenning van deze hospitalsiatie-eenheid als echte REVA-afdeling zou een mooie bekroning zijn voor de inspanningen die wij nu doen.” Wat is voor u recent de belangrijkste verwezenlijking binnen uw discipline neurologie?
HARTslag
Dr. Govaerts: “In de neurologie is er de laatste jaren een enorme toename van de kennis en therapeutische mogelijkheden op verschillende domeinen, gaande van hoofdpijn tot dementie, ziekte
17
Gynaecologie-Verloskunde Dr. Gilbert Donders • Dr. Ine Riphagen • Dr. Thierry Van den Bosch • Dr. Vanessa Vandenbroucke • Dr. Marcel Verjans
Postmenopauzaal bloedverlies Postmenopauzaal bloedverlies (PMB) is in 5 procent van de gevallen de reden voor een gynaecologische visite. Het betreft hier vaginaal bloedverlies na minimaal 12 maand amenorree volgend op de menopauze. Het is zeer belangrijk een endometriumcarcinoom uit te sluiten, aangezien dit tot in 10 procent van de gevallen de oorzaak kan zijn van het PMB. In de meeste gevallen echter is atrofie de oorzaak.
Incidentie De kans op PMB daalt met de leeftijd, maar de kans op endometriumcarcinoom als oorzaak van het bloedverlies stijgt met de leeftijd.
Fig. 2: Lichen sclerosus et atrophicus
Fig. 1: incidentie van postmenopauzaal bloedverlies per 1000 (stippellijn) en voorkomen van endometriumcarcinoom in % (volle lijn) in relatie tot de leeftijd. Cijfers ontleend aan Gredmark T, Kvint S, Havel G, Mattson L. Histopathological findings in women with postmenopausal bleeding. Brit J Obstet Gynaecol 1995; 102: 133-6.
Etiologie In een studie van 1.138 vrouwen tussen 41-91 jaar met de klacht van PMB vonden Karlsson en collega’s de volgende verschillende types en frequentie van histopathologie. 351 vrouwen in deze studie gebruikten hormonale substitutietherapie (HST). - Atrofie 59% - Poliepen 12% - EndometriumCa 10% - EMHyperplasie 9,8% - Hormonaal effect 7% - Cervixcarcinoom <1% - Andere 2% Bron: Karlsson, Granberg, Wikland et al. Multicenter Study Am J Obstet Gynecol 1995; 172:1488
HARTslag
18
• Atrofie Hypo-estrogenisme geeft atrofie t.h.v. het endometrium en de vagina. In de uterus: de gecollabeerde atrofe endometriale oppervlaktes bevatten bijna geen vocht om intracavitaire frictie tegen te gaan. Dit geeft micro-erosies, waardoor chronische inflammatie ontstaat. Dit geeft aanleiding tot lichte bloeding of spotting. Vaginale atrofie kan men herkennen door een bleek droog epithelium dat glad en glazig is, met verlies van de rugae. Komt hier bovenop inflammatie, dan behoren een vlekkerig erytheem, petechieën, bloedvaten zichtbaar doorheen een dun epitheel, friabiliteit, bloeding, afscheiding, tot de mogelijkheden.
• Kanker Risico op kanker als oorzaak van PMB stijgt met de leeftijd. Het adenocarcinoom van het endometrium is de meest voorkomende genitale kanker bij vrouwen boven 45 jaar. Andere mogelijke kankers die PMB geven: uterussarcoma, tubacarcinoom, ovariumcarcinoom, cervixcarcinoom, vaginacarcinoom. • Endometriumhyperplasie Postmenopauzale vrouwen zijn per definitie oestrogeen-deficiënt. Er kan endogene oestrogeenproductie zijn door een ovariumtumor -of bijniertumor. Exogene oestrogeentherapie is ook een bron van oestrogenen. Obese vrouwen hebben hoge endogene oestrogenen door conversie van androgenen naar oestrogenen in het perifere vetweefsel. Er is een chronische oestrogeenblootstelling bij vrouwen met obesitas, dysfunctionele bloedingen, anovulatie, hirsutisme, hoge alcoholinname, leverziekte, diabetes mellitus en hypothyroïdie. • Hormoonsubstitutietherapie (HST) Cyclische HST geven maandelijks een ‘withdrawal bleeding’. Continue HST kan een ‘breakthrough bleeding’ veroorzaken: 40-60% in de eerste 6 maand, 10-20% na 1 jaar. • Andere - Myomata: incidentie is 1/10 van de incidentie bij premenopau- zale vrouwen. - Adenomyosis (geeft zelden PMB tenzij bij HST) - Postradiotherapie - Anticoagulantia - Endometritis: zeldzaam bij postmenopauzale patiënten - Pathologie van naburige organen bv. urethritis, blaascarcinoom, caruncula urethrae
Investigaties • Anamnese Een uitgebreide anamnese met navragen van een uitlokkende factor, begin en einde van de bloeding, karakter en hoeveelheid van de bloeding, is fundamenteel. Ook geassocieerde symptomen zijn belangrijk: pijn, koorts, veranderingen in blaas- en darmfunctie. Verder is
Gynaecologie-Verloskunde Dr. Gilbert Donders • Dr. Ine Riphagen • Dr. Thierry Van den Bosch • Dr. Vanessa Vandenbroucke • Dr. Marcel Verjans
uiteraard ook de medische voorgeschiedenis en het medicatiegebruik (HST, anticoagulantia ...) van belang. • Klinisch onderzoek Het klinisch onderzoek bestaat naast een algemeen klinisch onderzoek ook uit een vulvaire inspectie, in speculo onderzoek en een bimanueel onderzoek. Zo kan de plaats van de bloeding soms herkend worden. Het afnemen van een cervicale cytologie mag niet vergeten worden. Het cervixcarcinoom heeft immers een bimodale incidentiepiek: 3539 jaar en 60-64 jaar.
rustgesteld worden. Uiteraard is follow-up belangrijk. - Indien het endometrium globaal verdikt is (> 4-5 mm), wordt een endometriumbiopsie (Pipelle®) voor pathologisch onderzoek afge- nomen tijdens de raadpleging. Dit resultaat wordt dan afgewacht. Zo nodig wordt een curettage of operatieve hysteroscopie voorge- steld. Soms verkiest men een medicamenteuze aanpak met cycli- sche of continue progestagenen. Hierbij is echografische follow-up noodzakelijk. - Is het endometrium verdikt en zien we duidelijk een toevoerend bloedvat naar een poliep (‘vasculaire pedikel’), dan besluiten we tot focale endometriumpathologie en zal een operatieve hystero- scopie aan patiënte worden voorgesteld. - Is er geen goede visualisatie van het endometrium of onzekerheid over een endometriumpoliep, dan is de volgende stap een hystero- scopie. Dit kan meestal in een ambulante setting.
Fig. 3: afnemen van uitstrijkje t.h.v. cervix mag niet vergeten worden
Fig. 5: hysteroscopie wordt nog steeds beschouwd als de ‘gouden standaard’ in de diagnose van focale intracavitaire lesies
• Evaluatie van het endometrium In onze dagelijkse gynaecologische praktijk gebeurt dit in eerste instantie voornamelijk door middel van een transvaginale echografie. Echografie heeft immers een hoge sensitiviteit voor zowel benigne als maligne endometriumpathologie. Het geniet trouwens ook de voorkeur van de patiënten boven een hysteroscopie, en kan tijdens de consultatie gebeuren. Bovendien krijgen we hiermee ook additionele informatie over de omliggende organen. Additionele informatie i.v.m. vascularisatie wordt ook verkregen door het doppleronderzoek dat op onze hoogtechnologische echografietoestellen tegelijk kan worden uitgevoerd. Het endometrium wordt gemeten op zijn dikste gedeelte in een longitudinale doorsnede. Soms wordt er in de uteruscaviteit gel of fysiologisch ingebracht, om de aflijning van de uteruscaviteit beter te kunnen zien. Dit noemt men een hydrosonografie.
Het belang van de toevallige vondst van een kleine poliep in een belangrijk aantal asymptomatische vrouwen, blijft ter discussie. Kleine poliepen (< 1 cm) kunnen spontaan regresseren, maar grotere poliepen (> 1.5 cm) hebben meer kans om te persisteren en bloeding te veroorzaken. Bovendien veroorzaken de meeste endometriumcarcinomen al in een vroeg stadium bloedverlies. Daarom is een conservatieve aanpak zeker te verdedigen bij een asymptomatische patiënte met een kleine poliep, op voorwaarde dat er een goede compliantie is. Uitleg aan patiënte en een controle echografie na 3 tot 6 maand is aan te raden.
Besluit Endometriale atrofie en poliepen zijn de meest voorkomende oorzaak van PMB. Bij 10 % van de patiënten is endometriumcarcinoom de oorzaak. Het eerste doel in de diagnostiek is het uitsluiten van maligniteit. In de dagelijkse gynaecologische praktijk wordt een transvaginale echografie uitgevoerd voor de eerste evaluatie van het endometrium. Afhankelijk van de bevindingen op echografie, wordt deze eventueel aangevuld met een endometriumbiopsie, een hydrosonografie of een hysteroscopie. Dr. Vanessa Vandenbroucke
- Zo er een goed zicht is op het endometrium en dit is dun (<4 mm) , dan betreft het waarschijnlijk PMB door atrofie en kan patiënte ge
HARTslag
Fig. 4: het endometrium wordt gemeten op zijn dikste gedeelte in een longitudinale doorsnede
19
Nieuwe artsen Urgentiegeneeskunde
Dr. Romain Mbaka Utshudi is sinds november in ons ziekenhuis actief spoedarts. Hij behaalde in 1996 zijn artsendiploma aan de V.U. Brussel. Nadien specialiseerde hij zich in de neurochirurgie in Rijsel. Deze perifere opleiding combineerde hij met tewerkstelling als spoed- en MUG-arts in Campus St.-Jozef en AZ Klina (Brasschaat), en AZ Jan Portaels (Vilvoorde). Hij is sinds 2000 houder van het brevet acute geneeskunde en behaalde in 2008 zijn erkenning tot geneesheer-specialist in de acute geneeskunde.
Ofthalmologie
Dr. Helga Kennis studeerde in 2006 af als oogarts aan de K.U. Leuven, na assistentschappen in Brugge, Leuven en het Torbay Hospital in Torquay, Engeland. Aansluitend nam ze deel aan het phacofellowship en kinderoogheelkundig fellowship van Het Oogziekenhuis Rotterdam. Ze werkte nadien in het AZ St.-Lucas Brugge, en volgde nog een bijkomende opleiding strabologie in de UZ Leuven. Haar interesse gaat vooral uit naar cataractchirurgie, ooglidchirurgie en medische retina. Sinds 1 december maakt ze deel uit van het artsenteam van onze Oogkliniek in het Medisch Centrum Aarschot.
Neurologie
Dr. Astrid Görner ging eind 2008 in ons ziekenhuis van start als neuroloog. Dr. Görner studeerde geneeskunde aan de Humboldt-Universität zu Berlin, en liep er stages in het universitair ziekenhuis Charité. Van 1997 tot 2000 specialiseerde ze zich in de neurologie in het Wilhelm-Griesinger-Krankenhaus in Berlijn. Sinds januari 2003 was ze verbonden aan de UZ Leuven, eerst als arts klinische studies bij de afdeling Experimentele Neurologie, nadien als arts-assistent van het departement Neurologie. Ze voltooide haar opleiding in november 2008.
Vaatheelkunde
Dr. Koen Keirse is sinds februari aan de slag in ons regionaal vaatcentrum. Hij studeerde geneeskunde aan de K.U.Leuven, en bekwaamde zich achtereenvolgens in de algemene heelkunde en cardiovasculaire chirurgie tijdens stages in U.Z. Leuven, het St.-Elisabethziekenhuis in Ukkel, het Imeldaziekenhuis in Bonheiden en de Cliniques Universitaires Saint-Luc (UCL) in Brussel. De voorbije vijf jaar was hij staflid van Europa Ziekenhuizen te Ukkel. Dr. Keirse heeft een ruime expertise in de klassieke vaatheelkunde en flebologie, en een bijzondere interesse voor endovasculaire technieken en vaatdiagnostiek.
Orthopedie
Dr. Hisco Robijn maakt sinds maart deel uit van de dienst orthopedie. Hij studeerde geneeskunde aan de K.U.Leuven, en specialiseerde zich in de algemene heelkunde tijdens stages in UZ Leuven, Heilig-Hartziekenhuis Lier en AZ Damiaan in Oostende. Hij bekwaamde zich verder in de orthopedische chirurgie in AZ Waasland te Sint-Niklaas en in UZ Pellenberg. Van augustus 2008 tot januari 2009 was hij fellow orthopedie in AZ Waasland. Dr. Robijn heeft een bijzondere interesse in wervelkolom- en schouderchirurgie.
VACATURES Diensthoofd spoedgevallen
Geriater
Pediater
Anesthesist
Oftalmoloog
Patholoog-anatoom Uroloog
Informatie via (t) 016 80 95 87 of
[email protected]
Alfabetische artsenlijst RZ Heilig Hart Tienen 016 80 9. .. = (t) Campus Mariëndal
016 80 3. .. = (t) Campus St.-Jan
Naam
Discipline
Telefoon
Adams, Thomas
Urologie
016 80 99 55
Awouters, Mariet
Anesthesie
016 80 94 94
Beirnaert, Jan
Urgentiegeneeskunde /
016 80 96 86
016 55 1. .. = (t) Medisch centrum Aarschot E-mail
016 55 17 45
[email protected] [email protected]
016 55 17 60
[email protected]
Vaatheelkunde Bogaert, Hilde
Dermatologie
016 55 17 75
[email protected]
Bogaerts, Patrick
NKO
016 80 99 52
016 80 39 65
[email protected]
Boomgaert, Bart
Medische beeldvorming
016 80 94 80
016 80 34 81
[email protected]
Brussaard, Carola
Medische beeldvorming
016 80 94 80
016 80 34 81
[email protected]
Cornelis, Ann
Anatomopathologie
016 80 94 70
De Bondt, Paul
Anesthesie
016 80 94 94
De Facq, Leen
Gastro-enterologie
016 80 93 30
016 80 39 28
[email protected]
De Heyn, Elke
Psychiatrie
016 80 97 34
016 80 37 34
[email protected]
De Maerteleire, Wim
Plastische chirurgie
016 80 93 82
016 55 17 91
[email protected]
De Meirsman, Jo
Fysische geneeskunde
016 80 99 70
De Quick, Marleen
Neurologie
016 80 92 38
De Swaef, Kathleen
Anesthesie
016 80 94 90
De Wolf, Axel
Cardiologie
016 80 99 50/25
De Wolf, Luc
Cardiologie
016 80 99 50
Decoster, Hans
Cardiologie
016 80 99 25
016 80 39 62
[email protected]
Deleu, Marijke
Geriatrie
016 80 99 54
016 80 30 44
[email protected]
Delvaux, Katrien
Fysische geneeskunde
016 55 17 70
016 80 34 35
[email protected]
Demedts, Dirk
Orthopedie
016 80 96 57
De Vleeschauwer, Peter
Orthopedie
016 80 96 58
016 55 17 88
[email protected]
Dewaele, Joost
Orthopedie
016 80 96 84
016 55 17 88
[email protected]
Dolfijn, Benoit
Stomatologie
016 55 17 60
Donders, Gilbert
Gynaecologie
016 80 99 64
Geernaert, Koenraad
Anesthesie
016 80 94 94
[email protected]
Genné, Steve
Urgentiegeneeskunde
016 80 99 19
steve.genné@rztienen.be
Gielissen, Nicole
Pediatrie
016 80 92 49
[email protected]
Goktas, Gokhan
Psychiatrie
016 80 97 91
Görner, Astrid
Neurologie
016 80 93 87
Govaerts, Anneke
Neurologie
016 80 92 38
016 55 17 91
[email protected]
Hendrickx, Bart
Orthopedie
016 80 96 58
016 80 30 60
[email protected]
Hermans, Benedict
Neurochirurgie
016 80 99 85
016 55 17 45
[email protected]
Jacobs, Gerarda (apr.)
Klinische Biologie
016 80 94 50
[email protected]
Jacobs, Hans
Cardiologie
016 82 31 31
[email protected]
Janssens, Jacques
Oncologie
016 80 39 30
[email protected]
Joos, Bart
Vaatheelkunde
016 80 99 72
Keirse, Koen
Vaatheelkunde
016 80 95 82
Kennis, Helga
Ofthalmologie
016 55 17 72
Kestens, Bart
Orthopedie
016 80 96 57
Kolacny, Dagmar
Oftalmologie
016 55 17 72 /74
Kums, Renilde
Gastro-enterologie
016 55 17 35
Lejeune, Laurence
Psychiatrie
016 80 97 86
016 80 37 86
[email protected]
Liesenborghs, J.-P.
Vaatheelkunde
016 80 99 72
016 55 17 60
[email protected]
Litière, Luc
NKO
016 80 99 52
Martens, Frank
Cardiologie
016 80 95 25
Mbaka Utshudi, Romain
Urgentiegeneeskunde
016 80 90 81
016 55 17 20
[email protected] [email protected]
[email protected] 016 55 17 91
[email protected] [email protected]
016 55 17 86
[email protected] [email protected]
016 55 17 50
[email protected]
[email protected] 016 55 17 81
016 80 37 91
[email protected]
[email protected] [email protected]
016 55 17 60
[email protected] [email protected] [email protected]
016 55 17 88
[email protected] [email protected] [email protected]
[email protected] 016 55 17 86
[email protected] [email protected]
Melchior, Stephan
Pediatrie
016 80 92 41
[email protected]
Mergaerts, Filip
Oftalmologie
016 55 17 71
Mortelmans, Paul
Medische beeldvorming
016 80 94 80
Onkelinx, Kristien (apr.)
Klinische Biologie
016 80 94 50
Onkelinx, Ludo
Medische beeldvorming
016 80 94 80
Peersman, Benjamin
Medische beeldvorming
016 80 94 80
[email protected]
Peeters, Paul
Urgentiegeneeskunde
016 80 99 19
[email protected]
Peeters, Anouk
NKO
016 55 17 65
[email protected]
Philips, Bruno
Oftalmologie
016 55 17 72
[email protected]
Poelmans, Stefan
Heelkunde
016 80 96 38
Reybrouck, Reinhilde
Klinische Biologie
016 80 94 50
Riphagen, Ine
Gynaecologie
016 80 99 64
016 55 17 81
[email protected]
Robijn, Hisco
Orthopedie
016 80 96 57/ 58
016 55 17 88
[email protected]
Robrechts, Caroline
Anatomopathologie
016 80 94 72
Rooker, Servan
Neurochirurgie
016 80 99 85
016 55 17 50
[email protected]
Samoy, Adinda
Fysische geneeskunde
016 80 99 70
016 80 34 35
[email protected]
Schrevens, Liesbet
Pneumologie
016 80 93 77
016 55 17 87
[email protected]
Smets, Dirk
Heelkunde
016 55 17 30
Soens, Marc
Fysische geneeskunde
016 80 34 35
016 80 99 70
[email protected]
Steemans, Ingrid
Fysische geneeskunde
016 80 99 70
016 55 17 70
[email protected]
Struyven, Hans
Pneumologie
016 80 99 50
016 55 17 86
[email protected]
Teugels, Katelijne
Anesthesie
016 55 17 95
Timmerman, Hans
Medische beeldvorming
016 80 94 80
[email protected] 016 80 34 81
[email protected] [email protected]
016 80 34 81
016 55 17 35
[email protected]
[email protected] [email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected] 016 80 34 81
[email protected]
016 80 34 81
[email protected]
016 55 17 20 Van Ballaer, Jan
Medische beeldvorming
016 80 94 80
Van den Berghe, Peter
Stomatologie
016 80 99 75
Van den Bosch, Thierry
Gynaecologie
016 80 99 65
Van Dessel, Patrick
Oftalmologie
016 55 17 71
Van Lierde, Stefaan
Pediatrie
016 80 99 61
Van Maercke, Philippe
Urgentiegeneeskunde
016 80 97 32
[email protected] 016 55 17 81
[email protected] [email protected]
016 55 17 50
[email protected] [email protected]
Van Nuffel, Jan
Urologie
016 80 99 55
016 55 17 45
[email protected]
Van Schaeybroeck, Patrick
Neurochirurgie
016 80 99 85
016 55 17 50
[email protected]
Vande Gaer, Luc
Neurologie
016 55 17 50
Vandenbroucke, Vanessa
Gynaecologie
016 80 99 56
016 55 17 81
[email protected]
Vanderlinden, Ivo
Gastro-enterologie
016 80 99 62
016 80 90 69
[email protected]
Vandewoude, Michel
Gastro-enterologie
016 80 93 79
016 80 39 68
[email protected]
Vanheuverzwijn, Dirk
Anesthesie
016 80 94 94
Vankeirsbilck, Joost
Heelkunde
016 80 99 71
Vantrappen, Ann
Anesthesie
016 55 17 95
Verbist, Jürgen
Vaatheelkunde
016 80 99 72
Verbist, Marijke
NKO
016 55 17 65
Verhille, Rik
Medische beeldvorming
016 80 94 80
[email protected]
[email protected] 016 55 17 50
[email protected] [email protected]
016 80 97 66
jü
[email protected] [email protected]
016 80 34 81
[email protected]
016 55 17 20 Verjans, Marcel
Gynaecologie
016 80 99 65
Verscuren, Raf
Nucleaire geneeskunde
016 80 91 50
016 55 18 50
[email protected] [email protected]
Waelkens, Isabelle
Pediatrie
016 80 97 45
016 55 17 50
[email protected]
Walpot, Guido
Psychiatrie
016 55 17 91
Wernaers, Pascal
Orthopedie
016 80 95 28
Weydts, Evelyne
Anesthesie
016 80 94 94
[email protected]
Willems, Lieve
Dermatologie
016 80 99 57
[email protected]
Yde, Patrick
Orthopedie
016 80 96 57
[email protected]
[email protected] 016 55 17 87
[email protected]
Voor huisartsen gereserveerde nummers voor afspraken: 016 80 95 83 (Tienen) en 016 55 17 15 (Medisch Centrum Aarschot)