Ouders en schoolsucces in het voortgezet onderwijs Naar educatief partnerschap; bouwen aan vertrouwen Boudewijn Hogeboom
3
Colofon © CPS Onderwijsontwikkeling en advies, december 2010 Eindredactie: Karin van Breugel Ontwerp en opmaak: Creatiefgezien, Barneveld Druk: Torendruk, Nijkerk Deze publicatie is ontwikkeld door CPS voor ondersteuning van het regulier en speciaal onderwijs in opdracht van het ministerie van OCW. CPS vervult op het gebied van R&D een scharnierfunctie tussen wetenschap en onderwijsveld. CPS Onderwijsontwikkeling en advies Postbus 1592 3800 BN Amersfoort Tel: 033 453 43 43 www.cps.nl
Het is toegestaan om, in het kader van een educatieve doelstelling, niet bewerkte en niet te bewerken (delen van) teksten uit deze publicatie te gebruiken, zodanig dat de intentie en aard van het werk niet worden aangetast. Het is toegestaan om het werk in het kader van educatieve doelstellingen te verveelvoudigen, op te slaan in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar te maken in enige vorm, zoals elektronisch, mechanisch of door
4
fotokopieën.
Inhoud Voorwoord Deel 1 Het proces 1.1 Inleiding 1.2 School 1 Begin met het mt 1.3 School 2 Niet verbouwen in een brandend huis 1.4 School 3 Denken in de driehoek 1.5 School 4 Vertrouwen herstellen 1.6 Conclusie: meer ontdekkingsreis dan spoorboekje 1.7 Een kantelpunt 1.8 Van tegenwind naar windje mee 1.9 Geleerde lessen
6 9 9 10 19 21 29 31 37 39 41
Deel 2 Theoretische onderbouwing 2.1. De actoren en de onderlinge relaties 2.2. De effectiviteit van relaties 2.3. Vertrouwen 2.4. Twee routes 2.5. Ouders met beperkte mogelijkheden 2.6. Overbelaste jongeren 2.7. Aanvullende maatregelen
45 45 51 63 66 69 71 72
Deel 3 Werkschrift 3.1 Inleiding 3.2 Waarom aandacht voor ouder? 3.3 Verbeteren van de weg 3.4 De relatie school - leerling 3.5 De relatie leerling - ouders 3.6 De relatie school - ouders 3.7 Recept voor een goede relatie: de roos van Leary 3.8. Het driegesprek
75 75 75 81 86 88 90 111 113
Literatuur
116
5
Voorwoord
Deze publicatie bestaat uit drie onderdelen: • Een beschrijving van het proces op de scholen.
De tijd dat ik mijn kinderen naar school bracht, ligt al even achter me. Maar ik
• Onze onderzoeksbevindingen.
herinner me nog goed hoe we op school moesten komen voor een gesprek
• Een werkboek (bundeling van instrumenten).
met de mentor. Zij maakte zich zorgen over onze dochter. Nu, dat deden wij
Een deel van deze instrumenten hebben we toegepast, een deel hebben
ook. Onze dochter vond school maar niks. Ze kwam vaak te laat en als wij
we op basis van onze reflectie op het proces ontwikkeld. Deze zouden we
probeerden haar te motiveren haar huiswerk te maken had dat een tegen-
een volgende keer toepassen.
overgesteld effect. We gingen dus zeer gemotiveerd het gesprek in. Dat verliep echter erg moeizaam. De mentor voelde zich geroepen ons ter verantwoording
U kunt deze publicatie downloaden via www.onderwijsinontwikkeling.nl.
te roepen en wij kregen het gevoel dat we tegen een muur aanpraatten. Thuisgekomen zei ik tegen mijn dochter: “Op school moet je veel dingen
Dit project is mogelijk gemaakt door het ministerie van Onderwijs, Cultuur
leren. Soms is niet alleen de lesstof moeilijk, maar zijn sommige mensen
en Wetenschap. Het is een R&D-project (Research en Development), waarin
dat ook. En met beide moet je leren omgaan.” Dat heeft ze geleerd - ze heeft
wij op basis van onderzoek kijken hoe het onderwijs beter kan. Wij bedanken
de school met succes afgerond.
de scholen die aan dit project deelnamen.
Ouders en school, educatief partnerschap. Wat kan dit partnerschap betekenen
Het CPS-projectteam bestond uit Harry Cox, Margriet Foks, Cocky Fortuijn,
voor het schoolsucces van de leerling? En hoe kan de school regie voeren
Frans Groot en Boudewijn Hogeboom (teksten).
over die samenwerking? Hierover gaat deze publicatie. Leeswijzer Deze publicatie heeft het karakter van een reisbeschrijving. We laten de zoektocht zien die we met een aantal scholen hebben afgelegd. De zoektocht had als doel om het antwoord te vinden op de vraag wat scholen van ouders kunnen en mogen verwachten en hoe ze daarover de regie kunnen voeren. Het blijkt dat er veelal een andere vraag onderligt: hoe kijkt de school tegen
6
de ouders aan, welke visie heeft ze?
7
Ouders zijn belangrijk voor het schoolsucces van hun kinderen. En ouders
Het proces
1.1 Inleiding
Deel 1
Deel 1 Het proces zijn belangrijk voor scholen - zonder ouders geen leerlingen. Er zijn scholen waarvoor ouders lucht zijn; ouders worden door deze scholen niet gezien. Er zijn niet veel van zulke scholen. Op andere scholen is de invloed van ouders wel goed merkbaar, als de wind. Die wind is soms een verkoelend briesje en soms een wervelwind of een stevige storm. Scholen kunnen knap last hebben van ouders, bijvoorbeeld als ze zich bijzonder assertief opstellen om hun gelijk te halen. Maar scholen kunnen ook veel gemak van hen hebben; wind kan een energiebron zijn. In hedendaagse termen spreken we over educatief partnerschap, waarbij sprake is van samenwerking tussen ouders en scholen. In dit hoofdstuk beschrijven we acties van de vier scholen die aan ons project deelnamen. Zij hebben getracht om de energie van ouders te benutten als energiebron. Beter gezegd: ze proberen de energie van de ouders aan te wenden voor het leerresultaat van de kinderen. Van lucht naar wind, van tegenwind naar windje mee. U maakt kennis met de vier scholen. We staan stil bij de beginsituatie, het proces, het schoolprofiel, de interventies en de resultaten. Het schoolprofiel is gebaseerd op een zelfscan die de scholen hebben uitgevoerd (Uit: Handboek ouders in de school (2007), P. de Vries). Met deze zelfscan kunnen
8
scholen zien waar ze staan in hun ontwikkeling van ouderbetrokkenheid.
9
en leerlingen (in een driegesprek) noemen we interventies. Een andere
De school doet naar eigen zeggen al best veel. Ze houdt kennismakings-
interventie die we beschrijven, is het werken met de roos van Leary. Met dit
avonden in de onderbouw, spreekavonden en eerste-indrukavonden. Als er
model kan langs twee assen naar onderlinge relaties worden gekeken: de as
incidenten zijn, nodigt de school de ouders van de betreffende leerling(en)
van samenwerking versus tegenwerking, en de as van leidend versus volgend.
uit voor een gesprek. Ouders komen vooral in het eerste, derde en vierde jaar,
Deze en andere interventies staan in deel 3, het werkschrift.
hoewel er een ontwikkeling is dat er ook in het tweede jaar meer ouders
Het proces
De beginsituatie
Deel 1
Deel 1
Het proces
1 le eD
Onze bespreking van de resultaten met het team en het gesprek met ouders
komen. “Maar ouders komen niet vanzelf”, benadrukt de directeur. We beschrijven vier scholen. De activiteiten die op deze scholen plaatsvonden:
“Daarom geven we het rapport alleen aan de ouders mee, dan komen ze wel.”
• We hielden een intake. • We interviewden het mt, docenten, leerlingen en ouders.
De interviews
• We legden de resultaten voor in een driegesprek tussen docenten,
Tijdens de interviews is geïnventariseerd wat het managementteam (mt)
wil bereiken:
leerlingen en ouders.
• De scholen vulden de genoemde zelfscan in.
• Het mt wil graag dat ouders het schoolbeleid steunen in plaats van
• We lieten docenten hun positie ten opzichte van ouders bepalen volgens
afvallen. Als een leerling bijvoorbeeld straf krijgt omdat hij te laat is,
hangt er direct een ‘briesende’ ouder aan de lijn omdat een beetje te laat
komen toch niet erg is.
de roos van Leary.
In de volgende beschrijvingen van de vier scholen leggen we verschillende
• In de ogen van het mt vinden ouders, veelal van Turkse of Marokkaanse
accenten.
komaf, dat school en thuis twee gescheiden werelden zijn en dat de ouders
geen bijdrage hoeven te leveren.
1.2 School 1 Begin met het mt
• De school wil ook de laatste tien procent ouders (die niet komen om het
“We zijn een vmbo-school en we hebben een ‘gemengde populatie’. We hadden
rapport op te halen) bereiken om met hen op één lijn te komen.
een goede naam maar nu loopt het leerlingenaantal terug. We willen graag
• Het mt zou ouders sowieso graag meer bij het schoolbeleid willen betrekken.
beter contact met de ouders, zodat zij ons beter steunen. Dat is ook goed
Het is echter erg moeilijk om ouders te vinden voor bijvoorbeeld de
voor de kinderen”, zegt de school over de situatie waarin ze besloot te gaan
ouderraad of de organisatie van een beroepenmarkt.
deelnemen aan het project.
10
11
Voorheen werden voor ouders bijvoorbeeld cursussen gegeven op school,
maar door een sterke afname van het aantal deelnemers gebeurt dat niet meer.
• Teamleiders geven aan dat ouders eigenlijk niets willen.
- “Ik ben heel tevreden over de samenwerking met de school. Mijn dochter was erg verlegen, maar door goed overleg met de school gaat het nu stukken beter.”
• In de gesprekken wordt ook gewezen op succeservaringen. Nadat ouders
- “Ze bellen je altijd terug. Heel goed.”
van een gehandicapte leerling in de klas tekst en uitleg hadden gegeven
- “In het begin ging het helemaal mis met mijn dochter. Nu zijn er
over de handicap, nam het pestgedrag sterk af.
Het proces
Uitspraken van ouders die dit duidelijk illustreren:
Deel 1
Deel 1
Het proces
1 le eD
• De directeur zou graag willen weten wat de wensen van de ouders zijn.
goede afspraken met de school, waar ik ook aan kan voldoen, zoals elke dag bellen. Nu gaat het steeds beter met haar. Ik ben
Ook is geïnventariseerd wat ouders (twaalf ouderparen) willen:
blij dat de school dat allemaal doet want anders weet ik niet waar ik
• Ouders willen hun kinderen steunen. Ze ervaren dat de overgang van het
naartoe moet.”
basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs groot is en willen daarbij
• Ouders geven aan dat ze tevreden zijn met het contact en steun van de
een handje helpen. Zij vragen hun kinderen of ze huiswerk hebben en
school ervaren. Er is één ouder die niet tevreden is. Zij wijdt dat echter
hoe het op school gaat, zij herinneren hen zo nodig aan het meenemen
niet speciaal aan deze school, zij vindt dat geen enkele school deugt.
van brood en gymspullen, zij vragen of ze gepest worden. Zoals een ouder
Zoals zij opmerkt: “De school zegt dat ze niet gepest wordt, maar ik weet
opmerkt: “Het is belangrijk dat we de schooltaken en het huiswerk af en
zeker dat het wel zo is. Maar tja, scholen denken toch altijd dat ze het
toe controleren, want onze zoon versloft het wel zo nu en dan. Zo nodig
beter weten.”
helpen we hem met het huiswerk en met zijn tijdsindeling.”
De kinderen van de geïnterviewde ouders reageren daar overigens wisse-
Ten slotte is ook aan de leerlingen gevraagd wat zij willen.
lend op. Ter illustratie twee citaten van ouders:
• Leerlingen geven aan dat het wel goed gaat; ouders herinneren hun aan
“Mijn dochter zegt altijd dat ze geen huiswerk heeft. Ik weet dat dat niet
afspraken en stellen regels. Twee illustratieve citaten van leerlingen: “En dat
kan kloppen, maar ik laat het dan maar zo” en “Mijn zoon moet goed
is niet altijd leuk, maar ik vergeet ook wel dat ik huiswerk heb. Uit mezelf
achter de vodden gezeten worden. Hij lijkt op zijn vader, ik moest ook
doe ik niet alles.” en “Ze overhoren me ook wel en dat is goed. Op school
aangepakt worden. Maar dwingen werkt averechts, hij moet het wel zelf doen.”
gebeurt dat niet altijd, en dan denk je toch al gauw: ach, laat maar zitten.”
• De ervaringen met de school zijn wisselend, maar de positieve ervaringen
12
overheersen.
13
helemaal boos en doe ik zeker niets meer.” En waar de leerlingen het sowieso over eens zijn: ouders moeten niet zeuren!
Het proces
Ouders
ze moeten geen straf geven. Zoals een leerling opmerkt: “Dan word ik
Deel 1
Deel 1
1 le eD
Het proces
Medewerkers
• Leerlingen zijn ook duidelijk over wat ouders vooral niet moeten doen;
Over de impact van de gesprekken willen we het volgende opmerken: de school vindt dat de ouders en leerlingen weliswaar zinnige dingen zeggen, maar ze benadrukt dat de ouders over wie het ging niet aanwezig waren. ht ic
ht
er eg
er
ti
sg
va no In
Sa
m
en
w
er
Re
ki
la
ng
ti
uu ct St
ru
ic
ic
rg
eg
er
er
ic
ch ri ge at rm fo In
waar de school haar voordeel mee kan doen. Als men dat zou willen.
ie
Wat gezegd is, was eigenlijk al bekend. Als buitenstaander kijken we daar wat anders tegenaan. Wij zien vooral betrokken ouders die zinnige feedback geven
ht
t
die er wel waren. Verder merkt de school op dat ze de opbrengst mager vindt.
ht
De school focust vooral op de ouders die er niet waren en minder op de ouders
De zelfscan: het schoolprofiel Na de interviews wordt de volgende stap gezet: teamleden en ouders vullen
De illustratie laat zien hoe ouders en medewerkers scoren op de verschillende
de zelfscan uit het Handboek Ouders in de school in. Hiermee kan worden
onderdelen. Het valt op dat veel medewerkers van mening zijn dat de school
nagegaan welk ouderprofiel de school heeft. Er zijn vijf profielen:
een structuurgericht profiel heeft. Ouders vinden dit in veel mindere mate.
• Informatiegericht.
En over de hele linie is de score die medewerkers zelf geven hoger dan het
• Structuurgericht.
oordeel dat de ouders geven.
• Relatiegericht. • Samenwerkingsgericht.
De school scoort hoog op structuur, relatie en samenwerking, maar laag op
• Innovatiegericht.
informatie. Het mt vindt dit lastig te duiden. De school geeft jaarlijks een informatieboekje en maandelijks een nieuwsbrief uit. De directeur geeft aan dat er ook veel informatie mondeling wordt gegeven, maar dat ouders dat
14
blijkbaar niet goed meer weten.
15
anders. Onbedoeld geeft de directeur een onthutsend voorbeeld van het
intern niet helder is in haar verwachtingen en doelen. De directeur lijkt
verschil tussen ‘papier’ en praktijk. We komen te praten over het aansturen
ouders vooral voor de ouderraad en hand- en spandiensten te willen, de
en begeleiden van docenten in het contact met ouders, bijvoorbeeld via de
mentoren willen vooral steun van ouders bij grensoverschrijdend gedrag
functioneringsgesprekken. De directeur meldt dat deze in de praktijk vooral
van leerlingen. Een centrale focus ontbreekt. De uitkomsten van onze gesprekken
over de zomervakantie en de caravan gaan. Zoals de directeur zegt: “We werken
(met ouders, leerlingen en docenten) worden ontkend of gebagatelliseerd.
Het proces
interviews en de zelfscan komt heel duidelijk naar voren dat deze school
Deel 1
Deel 1
Het proces
1 le eD
Op papier lijkt alles behoorlijk goed op orde. Bij doorvragen blijkt de praktijk
ten slotte al zolang samen en ik weet toch al lang dat hij eigenlijk geen les kan geven.” En over de begeleiding merkt de directeur op: “Ik bereid de lessen voor
We adviseren de school te gaan doen wat ze belooft. De school vindt dat niet
haar voor. Zij kan dan precies doen wat ik aangegeven heb; dat helpt wel.”
haalbaar. De school voegt daar ook aan toe dat het er overal hetzelfde aan
En de directeur bedoelt hiermee echt álle lessen.
toegaat – overal is wel wat. “We kunnen wel meer bevoegde docenten willen hebben, maar het zegt ook niet alles of iemand al dan niet bevoegd is”,
In de praktijk blijken er regelmatig conflicten te zijn, tussen docenten, met
merkt een mt-lid in dit verband op. Het wordt voor ons steeds moeilijker
leerlingen en met ouders. Deze worden bijvoorbeeld via de mail uitgevochten,
afspraken te maken met de school en daaraan vast te houden. Het is duidelijk
maar zelden echt opgelost. Enkele teamleiders zijn veel tijd kwijt aan het
dat er veel schort aan de kwaliteiten van het docententeam. De directeur
opvangen van leerlingen, docenten en ouders. Zij trachten vooral de schade
probeert zijn mensen vooral op de been te houden door ze moreel te onder-
te herstellen. Dat kost veel tijd en energie; zij maken (erg) lange dagen.
steunen en ruimte te geven. De coördinatoren proberen zo goed en zo kwaad
Anderen hebben het bijltje er al lang geleden bij neergegooid. Zoals een
als dat gaat de leerlingen op te vangen.
teamleider zegt: “Wat je ook doet, het helpt toch niet. Nog even en het is weer weekend.” Op onze vraag: “Wanneer zijn jullie tevreden als dit project is
De roos van Leary
afgelopen?” antwoordt een teamcoördinator: “Als we weten wat we moeten
De situatie op deze school maakt ons moedeloos. Er moet veel gebeuren wat
doen met de docenten die gewoon niet op komen dagen.” “Pardon? U bedoelt
dit project overstijgt. De school is echter toch bereid na te denken over de
leerlingen, neem ik aan?” Helaas, de coördinator bedoelt docenten.
positie die ze inneemt ten opzichte van de ouders. Waar het om gaat, is dat de school voor zichzelf onder meer helder moet krijgen of ze wil samenwerken
16
Voor ons maakt de zelfscan duidelijk dat de school op papier veel op orde
of tegenwerken, en of ze op basis van gelijkwaardigheid of ongelijkheid een
heeft, maar dat er in de praktijk weinig van klopt. De school zelf vindt dit
relatie met ouders wil. De roos van Leary is een middel waarmee ieder zijn
vanzelfsprekend en ziet geen aanleiding om dit te veranderen. Uit de
eigen positie kan bepalen.
17
op aanspreken.”
Het proces
delijkheid nemen. Wij moeten weten wat we willen en daar onze collega’s
Deel 1
Deel 1
Het proces
1 le eD
ouders. En dat begint bij ons, hier, in het mt. Wij moeten onze verantwoor-
1.3 School 2 Niet verbouwen in een brandend huis De tweede school die aan ons project deelnam, is ontstaan uit twee scholen die nu in één gebouw zitten met één directie. Er is voor gekozen de twee brin-nummers in stand te houden. De reden waarom deze school zich heeft aangemeld voor ons project: ze wil een betere PR. De beginsituatie “We hebben gelukkig een actieve, ondernemende ouderraad. Daar hebben we veel aan. Hij fungeert voor ons als klankbord en organiseert de doe-avonden, maar we willen meer”, aldus de directeur. De school houdt thema-avonden, waar zo’n vijf procent van de ouders komt opdagen. De roos van Leary
Wat wil het mt bereiken? Leary geeft aan dat gedrag van de één het gedrag van de ander oproept.
• De school wil een hogere opkomst op thema-avonden.
Wie zich aanvallend opstelt, nodigt de ander uit zich te verdedigen, en omge-
• De school wil een betere sfeer in de school en wil dat problemen sneller
keerd. Wie zich volgend en afwachtend opstelt, nodigt de ander uit om de
worden opgelost. “We zien ouders alleen als ze iets te klagen hebben en
leiding te nemen. De ander hoeft overigens niet in te gaan op de uitnodiging,
dan is het al te laat. Ze wachten gewoon te lang voordat ze komen en dan
maar dat is vaak lastig.
kunnen we er vaak ook niets meer aan doen. We nemen ze wel heel serieus en proberen het probleem dan op te lossen, maar misschien moeten we dat
18
In het eindgesprek dat wij met deze school hadden, maakte het mt tot onze
beter doen. We vergeten wel eens te vertellen dat we een probleem opgelost
verbazing een grote stap voorwaarts met de volgende conclusie: “Het gaat
hebben. Ouders denken dan dat we niets gedaan hebben, dat zien ze
om de afstemming tussen de onuitgesproken verwachtingen van team en
dan niet”, zegt een mt-lid. “Veel problemen zouden opgelost zijn als we
19
waaronder sommige kinderen leven. En het zou ook helpen om ouders wat meer vertrouwen te geven”, is de directeur van mening. De directeur krijgt
Het proces
leerlingen komen en hebben ze wat meer begrip voor de omstandigheden
Deel 1
huisbezoeken aflegden. Dan zien de docenten uit wat voor gezinnen onze
niet veel bijval van de rest van het mt. Het mt constateert in ieder geval dat men geen gezamenlijke visie heeft op ouderbetrokkenheid in relatie tot schoolsucces. Het mt vindt het een goed doel dat deze visie er in ieder geval wel komt. De interviews We plannen de interviews, maar de afspraken worden herhaaldelijk afgezegd. Uiteindelijk vertrekt de directeur, die verantwoordelijk was voor de aanmelding bij ons project. De nieuwe directeur houdt de boot af. Het vervolg De school blijkt intern de zaken niet op orde te hebben en ook bestuurlijk zijn er problemen. De Inspectie geeft de school een negatief rapport en de deelname aan dit project wordt beëindigd. Het bestuur en de school slagen er niet in de problemen te boven te komen en uiteindelijk wordt de school opgeheven. In onze woorden: je hoeft niet te verbouwen als het huis in brand staat.
1.4 School 3 Denken in de driehoek De derde school is een school voor algemeen vormend onderwijs, met voornamelijk autochtone leerlingen. De school wil graag dat ouders meer
20
betrokken zijn bij de school en wil meer steun voor het schoolbeleid,
21
de licht dalende leerlingenaantallen. Het project wordt gedragen door het
Ook vindt het mt dat ouders snel aan de bel trekken, eisen stellen, ultimatums
mt en de coördinatoren van de verschillende afdelingen. De redenen om
stellen en met actie dreigen als de school er niet in slaagt om bijvoorbeeld
mee te doen en de wijze van meedoen varieert per coördinator.
de nieuwbouw op tijd te realiseren of de boeken te leveren. Verder maakt
Jaarlijks maken we met de school een plan van aanpak en voeren dat uit.
het mt zich grote zorgen over de bandeloosheid van de jeugd. Zij constateert
Het proces
zijn dan teleurgesteld als het niet lukt en als hun oogappel ‘afstroomt’.
Deel 1
Deel 1
Het proces
1 le eD
vooral vanwege de ‘afstroom’ in de derde klas, en (in mindere mate) vanwege
een sterke toename van het gebruik van alcohol en drugs en zou daar graag De beginsituatie
ouders op aanspreken.
“We organiseren brugklasavonden, in elke klas is een ouderkring en we hebben een ouderraad. Ouders kunnen contact opnemen met mentoren en
De teamleden zijn uitgesproken kritisch en zelfs negatief over ouders.
studiecoördinatoren”, legt de directeur uit. Bij incidenten (als een leerling
Nuances verdwijnen onder de emotie. Het gevoel ‘we werken toch zo hard
bijvoorbeeld de klas wordt uitgestuurd) neemt de mentor contact op met
en ze zijn ook nooit tevreden’ overheerst. De docenten hebben geen hoge
de ouders.
verwachtingen van de ouders (“Ja, die ouders kunnen dat toch niet goed”). Op enig moment stellen we de vraag hoe de docenten het zouden vinden als
De interviews
ouders onze bijeenkomst via een webcam hadden kunnen volgen. Het team
De interviews maken duidelijk wat het mt wil bereiken. Het mt heeft drie
geeft aan dat hun manier van praten dan wel niet zo netjes is, maar dat deze
thema’s:
voortkomt uit betrokkenheid en frustratie over de dingen die niet lukken.
• Verminderen van de ‘afstroom’. • Ouders betrekken bij thema-avonden.
Tijdens de interviews brengen we ook in kaart wat de ouders willen.
• Contact met moeilijk bereikbare ouders.
De volgende citaten van ouders maken duidelijk welke zaken volgens hen
De school wil graag dat ouders vaker uit zichzelf contact zouden opnemen
aandacht behoeven:
en niet alleen als ze een klacht hebben. Het mt vindt het lastig dat ouders
• “Het is belangrijk dat docenten goed luisteren. Mijn zoon moet dat, en
overdag niet bereikbaar zijn.
docenten ook.”
• De school moet het doorgeven als er iets is. “Docenten moeten niet
22
Het valt op dat het mt in stereotypische beelden over de ouders praat. Zij zegt
schreeuwen tegen de leerlingen en ze moeten voorkomen dat problemen
dat ouders eigenlijk te veel verwachten van hun kinderen. Ze doen alle
zich opstapelen. Ze moeten direct contact opnemen als er iets is.”
mogelijke moeite om hun kind zo hoog mogelijk ingeschaald te krijgen en
23
tijd naar school. Als hij dan toch te laat binnenkomt, verwacht ik wel dat
we dan de welwillenden over het hoofd zien.” Als de communicatie om wat
de school straf geeft.”
voor reden dan ook stokt, hebben alle partijen de plicht om deze weer op
• Ouders geven aan dat het belangrijk is dat docenten hen kennen. “Het helpt
echt om vaak op school rond te lopen. Dan kennen docenten je en nemen
ze je meer serieus.”
gang te brengen.
Het proces
die niet betrokken zijn. Zij krijgen de meeste aandacht. Het gevaar bestaat dat
Deel 1
Deel 1
Het proces
1 le eD
• Het is ook wel handig als de school consequent is. “Ik stuur mijn kind op
Wij hebben de indruk dat docenten en ouders in vaste gedragspatronen geraakt zijn. Ouders gaan in de aanval als zij denken dat er iets niet goed gaat.
Ten slotte vragen we in de interviews ook naar de wensen van de leerlingen.
Docenten schieten tegenover ouders snel in de verdediging.
Hun opmerkingen spitsen zich met name toe op hun eigen ouders. Een illustratief citaat: “Nou, het is wel handig dat mijn ouders helpen. Ze overhoren me
Het schoolprofiel
bijvoorbeeld en leggen het uit als ik iets niet snap. Maar soms is het ook irritant,
De school is in de onderbouw vooral gericht op de relatie. In de bovenbouw
als ze bijvoorbeeld vragen waarom ik een slecht cijfer heb. Ze kunnen beter
neigt men meer naar de structuur. De directeur wil de structuur versterken
helpen een goed cijfer te krijgen.”
om de schooluitval verder tegen te gaan; betere selectie aan de poort en minder toegeven aan de niet-terechte eisen van de ouders.
Het driegesprek
24
De school stemt in met ons voorstel om een driegesprek te houden
Ouders informeren
(een gesprek tussen de drie partijen: ouders, leerlingen en docenten).
Er komen dan direct allerlei vragen op. Hoe doen we dat? Verschijnen er
Docenten verwachten betrokkenheid van ouders bij hun kind. Het is wel
nog wel nieuwsbrieven? Stappen we over op mailbrieven? En welk pakket
duidelijk wat van mentoren verwacht mag worden, maar voor docenten is
gebruiken we dan? Worden we niet overspoeld met reply-mail? Maken de
het minder duidelijk welke rol zij richting ouders (zouden moeten) hebben.
ouders wel op de juiste manier gebruik van de cijfers waar ze via internet
Jongeren willen vooral steun en aanmoediging, geen betutteling of te
toegang toe hebben? En wat is dan de juiste manier? Komen ze verhaal halen
strakke regie. Wel belangstelling, maar geen te strakke controle. Ouders
als een cijfer tegenvalt of kijken ze ook kritisch naar hun kind en hun eigen
zien heel scherp bij docenten dat zij balanceren tussen ruimte geven en
rol daarin? Sommige docenten en mentoren stellen hun privé e-mailadres
grenzen stellen. Zij willen graag docenten die hun rol ten volle op zich nemen.
beschikbaar, anderen niet. En sommigen reageren altijd direct op een mail,
“Eigenlijk zijn we allemaal goedwillende mensen”, constateert een van de
anderen niet of nauwelijks. De een hanteert in het mailverkeer een zakelijke
docenten. “We krijgen een vertekend beeld omdat we te veel letten op mensen
stijl, de ander een heel persoonlijke.
25
niet alleen opmerken, maar ook bespreken tijdens verjaardagen en in de rij
• “Sommige docenten zijn wel erg overtuigd van hun eigen gelijk. Een
bij de supermarkt en daar een oordeel over hebben. “Heeft hij die mentor?
Nou, dan wens ik je sterkte, dan kun je lang wachten totdat er een reactie
• “Ik mis een zekere warmte en begrip voor de omstandigheden waarin
komt op je mail!”
Met andere woorden, de school komt erachter dat het verstrekken van
• “Wij hebben het verkeerde type ouders.”
informatie vooral persoonsgebonden is, dat er daarover geen schoolbeleid
• “Het lijkt alsof docenten hun beleid moeten verdedigen, in plaats van dat
is. En ze gaat de nadelen daarvan inzien.
‘samen-gevoel’ zou beter zijn.”
Het proces
Een illustratieve greep uit de opmerkingen van mt-leden over deze relatie:
Deel 1
Deel 1
Het proces
1 le eD
En teamleden blijken zich nauwelijks te realiseren dat ouders deze verschillen
ouders, en dus ook hun kinderen, leven.”
ze samen met de ouders optrekken in het belang van de kinderen.”
• “Communiceren is niet altijd even gemakkelijk, vooral als er emoties bij Minder uitval
De school kijkt nog eens goed naar de afstroom. Deze is hoog en de ontevreden-
• “Er moet geen ‘wij-zij-gevoel’ zijn, maar een ‘samen-gevoel’.”
heid onder ouders is groot. Men ontdekt dat dit onder andere komt omdat
• “We moeten ouders actief voorzien van informatie. Ga om de tafel zitten,
ouders en leerlingen vaak te hoge, onrealistische verwachtingen hebben. In
houd elkaar wederzijds op de hoogte, verstuur een algemene mail over
de onderbouw geven docenten vrij hoge cijfers (vanuit de gedachte dat dit
de mentorklas en klassenactiviteiten.”
komen kijken.”
stimulerender is dan lage cijfers). Hierdoor schatten ouders en leerlingen de slagingskansen te hoog in. De teleurstelling is vervolgens uiteraard erg
Gedurende de twee jaar dat deze school bij het project betrokken is, zien we
groot als de leerling toch niet doorgaat naar de examenklas. Deze gebrekkige
een beweging ontstaan. De start ligt, na een ‘go’ van het bestuur, bij het mt.
afstemming over de verwachtingen is medeoorzaak van de hoge afstroom.
Binnen het mt zetten vooral de mensen zich in die al iets met het thema
De bovenbouwcoördinator wil bij tegenvallende resultaten het driehoekgesprek
hebben. Zij betrekken ook geestverwanten binnen hun teams erbij.
tussen ouder, leerling en mentor invoeren in de bovenbouw. In dat gesprek moeten de verwachtingen beter op elkaar afgestemd worden en moet vooral de leerling aangeven hoe hij de resultaten gaat verbeteren.
We brengen in kaart waar de school staat. Daaruit blijkt dat er witte vlekken zijn in de basis, in het informeren van ouders. De school vindt het winst dat het thema nu op de agenda staat. De besprekingen en de stukken hebben tot
26
De roos van Leary
bewustwording geleid. Men ziet een duidelijke winst en wil vervolgstappen
We laten het team nadenken over hun positie ten opzichte van de ouders
zetten.
aan de hand van de roos van Leary.
27
“Dit traject moet eigenlijk schoolbreed opgepakt worden. Dan brengen
ouders, leerling en school”, zo vat de directeur de opbrengst van het project
we als school één duidelijke boodschap.” De implementatie vraagt tijd en
samen. Na afloop van het project gaat de school verder met het thema. Er wordt
aandacht, het contact met ouders is daarom een vast agendapunt op het
in dat kader onder meer een training aangeboden voor mentoren, waarin de
teamoverleg geworden. Daarbij geeft het mt aandacht aan alle teamleden.
contacten en gesprekken met ouders gethematiseerd en geoefend worden.
Het proces
Ten slotte. “We hebben leren denken vanuit de driehoek samenwerking
Deel 1
Deel 1
Het proces
1 le eD
Opmerkingen van teamleiders die dit illustreren:
“Collega’s kunnen niet meer zeggen: ‘ouders, daar heb ik niet zoveel mee’. Je moet er veel tijd aan besteden. Er is sturing nodig en we moeten grenzen
1.5 School 4 Vertrouwen herstellen
aangeven.” Hierdoor wordt het een thema in de school. “Het is gespreksstof
De vierde school, een startende lyceumafdeling, stapt pas laat in het project
in het team, in het gesprek tussen mentor en studiecoördinator en in het
in. In de situatie waarin deze afdeling zich aansluit, speelt een aantal zaken
gesprek tussen teamleider en studiecoördinatoren. We delen nu onze
een rol:
ervaringen met elkaar.”
• Er is een nieuwe schoolleider en een nieuwe teamleider. De schoolleider
staat er bij de start vrijwel alleen voor.
Er blijven echter ook zorgen. Een van de teamleiders zegt: “Een gesprek
• De beloofde nieuwbouw is (voorlopig) nog niet gerealiseerd. Ouders is
tussen een ouder en een heel ervaren mentor is toch uit de hand gelopen.
een mooi beeld voorgehouden, maar de beloften zijn (nog) niet waar-
Die ouders dreigen nu hun kind van school te halen.” Waarop onze reactie
gemaakt. Daardoor is een deel van de ouders erg kritisch op de school.
de volgende is: “Aan jullie verhaal te horen heeft de mentor het goed
De nieuwe schoolleider wil het vertrouwen herstellen.
gedaan. Laat de ouders dan vooral hun kind van school halen. Sterker nog:
28
eis dat ze dat doen, tenzij ze hun excuses aanbieden voor hun wangedrag.
De beginsituatie
Zo’n incident is ook een uitgelezen kans om grenzen te stellen.”Een andere
Tijdens de intake brengen we de beginsituatie van de school in kaart. Dit
opmerking die de zorgen van teamleiders illustreert: “We hebben ouders met
levert het volgende beeld op:
twee, drie banen. Zij hebben het heel erg druk en hebben nauwelijks tijd
• Het contact met ouders vraagt nu veel tijd en energie, de school ervaart
voor hun kinderen. Die laten ze aan hun lot over. En als er dan een probleem
dit als tegenwind. De school wil dit graag ombuigen omdat samenwer k ing
is, moeten wij dat voor hen oplossen! Hoe ga je daar nu mee om?” Hierop is
met ouders de leerprestaties ten goede komt.
onze reactie: “Door ermee te stoppen. Het is niet ‘u vraagt, wij draaien’.”
• Ouders verschillen onderling sterk van mening; enkele ouders zijn erg
kritisch op de school, anderen zijn welwillender. Het algemene gevoel bij
ouders is dat de school nu eens haar beloften moet waarmaken.
29
op en schrijft een beleidsdocument voor het bestuur. Daarin geeft ze aan
zichtbaar moeite met het stellen van grenzen.
hoe ze het contact met ouders wil verbeteren. (“Zo organiseer ik mijn eigen De interviews en het schoolprofiel
controle, anders kom ik in de verleiding om andere zaken weer voor te laten
De directeur wil vooral een goede samenwerking met ouders. Zij merkt dat
gaan”, zegt ze daar zelf over.) Hier betrekt ze het team echter niet in. Als wij
ouders nu vooral komen als er dingen niet duidelijk of niet goed geregeld zijn.
haar daarover bevragen, levert dat de volgende dialoog op:
Zij wil ouders op tijd informeren en tijdig betrekken bij de beleidsontwikkeling.
De directeur: “Dat kost alleen maar tijd en levert niets op. Ik vind dat dit
Meedenkende ouders.
moet en dus gaan we het zo doen. De docenten moeten vooral goed lesgeven,
Het proces
De directeur wacht de uitkomst daarvan niet af. Zij pakt de zaken voortvarend
Deel 1
Deel 1
Het proces
1 le eD
• De school besteedt veel aandacht aan de kritische ouders en heeft
ik ga ze niet onnodig lastigvallen.” Een deel van de ouders wil dat de school haar beloften eens waarmaakt. En dat
Onze reactie: “Hoe zorgt u dan voor de implementatie?”
ze dezelfde voorzieningen biedt als andere scholen. Zij vinden het frustrerend
De directeur: “Als er een aanleiding is – en ik zoek die zelf vaak ook bewust
dat de beloofde nieuwbouw uitblijft en het ergert hen dat naburige scholen
op - vraag ik bijvoorbeeld hoe ouders reageerden. En daar hebben ze maar
allerlei uitstapjes organiseren terwijl hun kinderen dat niet aangeboden
één keer geen antwoord op. En ik betrek de ouders zelf en de leerlingen
krijgen op deze school.
erbij. Zij weten dingen soms eerder dan mijn team, omdat ik bij ouders
Andere ouders bieden daarop prompt aan om mee te helpen dergelijke
ontwikkelingen in de week leg.”
uitstapjes te organiseren, bijvoorbeeld naar bedrijven waar ze zelf werkzaam zijn. Ze vragen zich af waarom docenten de geldende regels zo ver-
1.6 Conclusie: meer ontdekkingsreis dan spoorboekje
schillend hanteren. De ene docent geeft gelijk straf als een leerling te laat
Terugkijkend waren het vier totaal verschillende processen op vier totaal
komt, bij een andere docent komt een leerling er met een waarschuwing
verschillende scholen. Eén school viel voortijdig af, omdat ze werd opgeheven.
vanaf. Die ongelijkheid in behandeling steekt ouders. Ze willen graag dat de
Het is achteraf opmerkelijk dat deze school aan dit project wilde meedoen,
school daar consistent in is.
terwijl er blijkbaar dringender problemen waren.
Gezien de korte tijd dat de school meedoet, spreken we de leerlingen niet.
We resumeren nog even de belangrijkste activiteiten die in het kader van het project plaatsvonden. Op alle scholen werd een intake gehouden. Op de
30
We laten de vragenlijst ‘schoolprofiel’ invullen. Daaruit blijkt dat de school
scholen die het hele project meededen, hebben we interviews gehouden met mt,
vooral inzet op relatie, terwijl de informatie nog niet op orde is.
leerlingen en ouders.
31
gemaakt, bedoeld om zicht te krijgen waar ze staan in hun ontwikkeling van ouderbetrokkenheid. En we lieten docenten hun positie ten opzichte van
Het proces
tussen ouders, leerlingen en docenten). Alle scholen hebben een zelfscan
Deel 1
De resultaten hiervan hebben we voorgelegd in een driegesprek (een gesprek
ouders bepalen volgens de roos van Leary. Alle acties bespraken we met de stuurgroep van de school (veelal het mt). Vanuit de gedachte van educatief partnerschap (lees: samenwerking tussen school en ouders) was de oorspronkelijke gedachte dat er ook ouders in de stuurgroep zitting zouden nemen. Dit is in geen van de scholen van de grond gekomen. Het bleek lastig vast te houden aan de relatie met schoolsucces. In de dagelijkse praktijk schoot het thema alle kanten op: omgaan met agressieve ouders, het betrekken van allochtone ouders, de bezetting van de ouderraad, het al dan niet ter beschikking stellen van e-mailadressen aan ouders, de (digitale) nieuwsbrieven, gespreksvaardigheden van docenten en het zich niet houden aan afspraken. De druk van de dag bleek dwingender te zijn dan gemaakte afspraken, helemaal als sleutelfiguren in een school vertrokken. Wat ons betreft is dit de eerste les van dit project: regie voeren kan alleen als je erin slaagt de waan van de dag te overstijgen. En dat lukt alleen als je een heldere visie hebt op ouders als partners voor leerlingsucces. In de verschillende stuurgroepen kwam een aantal thema’s frequent terug (op de ene school wat meer dan op de andere): • De al genoemde hectiek van alledag. • Organiseren is lastig: er worden wel afspraken gemaakt maar de uitvoering ervan is niet vanzelfsprekend.
32
33
klagende en/of afwezige ouders, de andere afdeling stelt dat zij ‘het
organisatie wordt erop ingericht, er ligt een plan van aanpak met te bereiken
goede type ouders’ heeft.
resultaten, tijdspad, taken en verantwoordelijkheden. Roosters zijn aangepast,
• De lage toegevoegde waarde van besprekingen: er worden wel ervaringen
er is scholing en begeleiding ingepland en de voortgang wordt besproken.
en meningen uitgewisseld maar vervolgens worden er zulke vrijblijvende
Deze werkwijze veronderstelt dat helder is wat de relatie is tussen het te
conclusies getrokken dat ieder zijn eigen werkwijze handhaaft.
bereiken doel en de middelen die je inzet om dat doel te bereiken. Bij hoofdpijn
• De eilandenstructuur: ieder doet op zijn eigen manier mee, of niet.
aspirine en bij een pijnlijke vinger door een snijwond een pleister. En als je
een wedstrijd wilt winnen, ga je trainen. Dat doe je doelgericht: touwtje-
Dit wordt als vanzelfsprekend geaccepteerd.
En daarmee is de cirkel ook weer rond: een groot deel van de hectiek van
springen is goed voor de basisconditie, maar het vergroot niet de kans dat je
alledag komt voort uit onduidelijke afspraken of afspraken die wel duidelijk
schaakkampioen wordt. Planmatig werken veronderstelt een heldere relatie
zijn maar waar mensen creatief mee omgaan.
tussen doel en middel.
Kenmerkend voor alle deelnemende scholen:
Zo hadden we het project ook voorbereid, in de wetenschap dat scholen
• Er is meer sprake van een wens en intentie om iets met het thema te
uiteraard hun eigen dynamiek kennen. We hadden het doel om ook deze
dynamiek te beschrijven.
gaan doen dan van een helder plan.
• Er is meer sprake van een globaal ideaalbeeld dan van een scherpe focus.
Met de scholen waren we voortdurend in gesprek over: wat willen we, hoe
• Er is meer sprake van een scala aan op te lossen problemen dan van een
gaan we dat doen, wat zijn de resultaten en wat gaan we dan vervolgens
doen. Zo opgeschreven klinkt dat als de PDCA-cyclus (plan, do, check, act).
heldere diagnose.
• Er is meer sprake van enthousiasme dan van kennis en een gedeelde visie.
Of, in een moderne context, als de IMWR-cyclus (inspireren, motiveren,
• Er is meer sprake van verstoringen dan van planmatig werken (zoals
waarderen en reflecteren). Maar waar deze cycli in de context van de school
gezamenlijke afspraken niet of anders dan bedoeld nakomen, data
meestal jaarcycli zijn, waren het nu bijna dagkoersen - per bijeenkomst
verzetten en wisselingen in deelname).
werden deze stappen gezet. Per bijeenkomst werd niet bovenaan de cirkel
• Er is meer sprake van een kleine groep voortrekkers dan van een breed
gestart, maar onderaan: bij de check, bij het waarderen. Alsof we eerst om
ons heen kijken, als een ontdekkingsreiziger: waar zijn we, waar staan we nu,
draagvlak.
• En vooral: er is meer sprake van een ontdekkingsreis dan van een
wat betekent dat dan, waar willen we ook alweer naartoe, wat is dan de beste
volgende stap?
spoorboekje.
Het proces
Sommige innovaties lopen volgens een spoorboekje. Het doel is helder, de
Deel 1
Deel 1
Het proces
1 le eD
34
• Externe attributie: de ene afdeling praat in stereotype woorden over
35
Er gebeurt erg veel op scholen dat ouders direct of indirect raakt of veroorzaakt
onderdelen die goed planmatig opgepakt kunnen worden, zoals het vervangen
wordt door ouders. Ouders die boos melden dat er nu toch twee proefwerken
van de schriftelijke door digitale nieuwsvoorziening. Maar het gehele proces
op een dag gegeven worden, een docent die meldt dat een leerling eruit
is cyclisch, een ontdekkingstocht van oplossen van problemen en ontdekken
gestuurd is wegens wangedrag en dat de ouder boos belt dat de docent
van kansen en mogelijkheden.
Het proces
en wat gaan we – tegelijkertijd - doen om dichterbij het doel te komen? Er zijn
Deel 1
Deel 1
Het proces
1 le eD
Wat is de beste volgende stap?
rekening had moeten houden met het recente overlijden van de lievelingsoma van die leerling, ouders die melden dat hun kind gepest wordt terwijl de
In algemene zin zien we tijdens een project als dit een verschuiving in tijd
mentor de leerling vooral als pester ziet, ouders die het niet eens zijn met
en energie. Aan het begin zit de meeste tijd en energie in het oplossen van
rapporten of groepsindeling, zieke docenten met lesuitval als gevolg,
er beter in slagen problemen op te lossen, c.q voor te zijn, ontstaat meer
docenten met ordeproblemen en ga zo maar door.
ruimte voor het doelgericht werken. Zozeer zelfs dat de totale hoeveelheid
Het is duidelijk: dergelijke problemen moeten natuurlijk opgelost worden.
tijd kan afnemen. Dan is het de cultuur geworden.
Maar voor het nemen van regie is het niet voldoende om problemen op te
Dit stadium hebben de deelnemende scholen de afgelopen twee jaar nog
lossen. Voor het nemen van regie is een volgende stap nodig: eerst acute
niet bereikt.
problemen oplossen en vervolgens: • De huidige situatie bepalen. • Een uitvoeringsplan maken. • Het plan uitvoeren. • Ondertussen in de gaten houden of je op de goede weg bent (ofwel:
controleren of actie, doel en middel nog in overeenstemming zijn met
elkaar).
Hoeveelheid aandacht en energie
• Vanuit je visie je doel bepalen. Problemen oplossen
Doelgericht werken
Tijd
Regie voeren op het contact met ouders, met als doel het schoolsucces van
36
de leerlingen, is zo een ontdekkingsreis met kortcylische processen: waar
1.7 Een kantelpunt
staan we nu, wat betekent dat, waar willen we naartoe, hoe gaan we de
De regie nemen begint met het besef dat er een probleem is in de relatie met
volgende stap zetten, welke problemen moeten we op korte termijn oplossen
ouders en met de wens dit op te lossen. Dit is minder logisch dan het lijkt.
37
de school niet, of dat de school een problematische verhouding als een
de onderwerpen op de vaak overvolle schoolagenda.
vaststaand gegeven beschouwt. (“Zo is het nu eenmaal.”) Het kan ook dat de school de relatie met ouders wel een probleem vindt (ze komen niet, ze
1.8 Van tegenwind naar windje mee
luisteren niet, de ouders die komen zijn de verkeerde ouders) en ook wel wíl
Ouders zijn geen lucht voor de scholen. In de gesprekken klinkt wel door dat
veranderen, maar het (te) veel tijd en energie vindt kosten. De wens is eerder
dit voor een aantal docenten wel zo is, maar het management en mentoren
een mooi droombeeld dan een te realiseren werkelijkheid. (“We willen wel,
denken daar beslist anders over. Hoe krijgen scholen dan de regie over de
maar we moeten eerst dit nog, en dan nog dat”, “Ja, ik weet dat we een
contacten? We schetsen op basis van de ervaringen in dit project een
afspraak hadden, maar dit moet echt even eerst. Kunnen we een nieuwe
ideaaltypisch proces.
Het proces
Maar (en dat zeggen we er direct bij) de relatie met ouders is slechts een van
Deel 1
Deel 1
Het proces
1 le eD
Het kan bijvoorbeeld dat de ouders de relatie als een probleem ervaren maar
afspraak maken?”) 1. Besluiten dat het een thema is. Het kantelpunt op deze scholen was het besef dat de school zich zélf anders
Het bestuur of de directie besluit dat het contact met ouders beter moet.
moet gedragen als zij het gedrag van ouders ongewenst vindt. Bijvoorbeeld
De aanleiding kan positief of negatief zijn. Met positief bedoelen we dat
ouders die zonder afspraak de klas binnenkomen. De school wil dat oudergedrag
men een ideaal doel wil bereiken. Bijvoorbeeld omdat het bestuur/de
niet, maar focust daarbij in eerste instantie op de ouder – hij of zij moet zich
directie ervan doordrongen is dat ouders bijdragen aan het schoolsucces
anders gedragen. De school kijkt in eerste instantie nog niet naar haar eigen
van hun leerlingen, omdat men de horizontale verantwoording vorm wil
rol; zij moet zelf grenzen gaan stellen. Het gaat erom dat medewerkers van
geven, omdat men ouders wil betrekken bij onderwijskundige vernieuwing
de school moeten gaan beseffen dat zij zélf iets anders moeten gaan doen,
om zo draagvlak te creëren. Met negatief bedoelen we dat het vooral de
zich anders moeten opstellen als zij vinden dat ouders zich anders moeten
intentie is om een probleem op te lossen. Bijvoorbeeld ouders met wie de
gedragen. De roos van Leary is hierbij behulpzaam.
school nauwelijks contact kan krijgen of weerbarstige en confronterende ouders. Als het initiatief op een lager niveau genomen wordt, bijvoorbeeld
Op de deelnemende scholen lijkt dit inzicht het kantelpunt te zijn: het besef
in het mentorenoverleg, dan is het raadzaam dat de directie het initiatief
dat je eigen handelen ertoe doet, dat je eigen houding medebepalend is. Het
accordeert en dat het punt regelmatig geagendeerd wordt.
ligt niet bij de ouders, het ligt bij de school zelf. Zodra dat besef er is, ontstaat
38
ruimte voor het ontwikkelen van handelingsalternatieven. Eerst binnen het
2. Een stuurgroep instellen en bepalen wanneer het thema op welke agenda
mt of de stuurgroep en vervolgens kan verbreding naar het team plaatsvinden.
staat.
39
de sterke en zwakke kanten, wat zijn kansen en bedreigingen.
a. Het gaat niet om instrumenten maar om een grondhouding van
a. Hulpmiddelen hierbij zijn de zelfscan waarmee een school kan
het elkaar serieus nemen en het samen willen werken aan een
nagaan in welke fase van ouderbetrokkenheid zij zich bevindt
gemeenschappelijk doel.
(zie: Peter de Vries, Handboek ouders in de school).
b. Het gaat om het stellen van grenzen aan ongewenst gedrag; welke
b. Interviews met leerlingen en ouders (zie het materiaal op de
c. Uitlokken van gewenst gedrag; om welk gedrag gaat het, en hoe
website www.onderwijsinontwikkeling.nl).
c. Inventariseren van de huidige manier van communiceren.
gedrag is ongewenst en hoe stellen we die grenzen? geven we het voorbeeld?
4. Resultaten hiervan bespreken. Er zijn verschillende vragen die daarbij
1.9 Geleerde lessen
1. Er kunnen verschillende redenen zijn om met ouderbetrokkenheid aan
beantwoord moeten worden. a. Welke problemen hebben we op te lossen; welke kraan moet dicht
de slag te gaan. Denk aan dalende leerlingenaantallen of te veel last van
klagende ouders. Ook bij de vier scholen die aan ons project deelnamen,
en waar moeten we dweilen?
b. Waar moeten we grenzen stellen, aan het gedrag van ouders, aan
was de aanleiding in ieder geval ook - en mogelijk vooral - negatief.
De positieve reden, het verbeteren van de leerprestaties, werd vaak pas
dat van docenten, aan dat van onszelf? Waar moeten we misschien
Het proces
6. Cultuur.
Deel 1
Deel 1
Het proces
1 le eD
3. De huidige situatie in kaart brengen: hoe communiceren we nu, wat zijn
zelf mee stoppen?
in tweede instantie als doel genoemd.
c. Waar willen we naartoe, hoe gaan we dat doen?
Tips: beschouw dergelijke signalen als tekenen dat er verbetering mogelijk is. Verwelkom kritiek, nodig ouders uit om feedback te geven en vraag hen
5. Structuur: er is vaak winst te behalen aan de structuurkant. Met name bij:
wat er beter kan. Waak ervoor in de verdediging te schieten.
a. De informatievoorziening (bij instroom en gedurende het jaar: de
40
nieuwsbrief, van papier naar digitaal).
2. Ouderbetrokkenheid is in de vier scholen géén schoolbreed item. Het is
b. De contacten. Verhelder wie waarover contact heeft; de schoolleiding
een thema van directie en mt, en binnen het mt gaat men er dan ook nog
over het algemene beleid, de mentoren over het groeps- en sociale
verschillend mee om.
gebeuren, de docenten over de vakinhouden. Ook de onderlinge
informatie-uitwisseling binnen het schoolteam verdient in dit
verband besproken te worden.
41
De kans op rendement op de inspanning is het grootst als de directie hierin een sturende en bewakende rol neemt.
Het proces
één afdeling als pilot uit te werken, maar wees helder over het vervolg.
Deel 1
Tip: maak bindende afspraken. Het kan heel goed zijn om het thema op
3. De instrumenten zetten een proces van bewustwording in het team op gang; ze laten zien waar de school staat en wat de volgende stappen kunnen zijn. Tip: er zijn tal van instapmomenten, bijvoorbeeld de vragenlijst of gesprekken met ouders en leerlingen. Benut deze instrumenten om de beginsituatie en de gewenste situatie in kaart te brengen. 4. Ouders zelf zijn welwillend. Er zijn natuurlijk wel kritische ouders die soms zeer assertief en vasthoudend kunnen zijn, maar in veel gevallen is dat meer de verpakking dan de intentie. Ouders maken zich zorgen en verpakken die zorg op een onhandige manier. Op die zorg zijn ze veelal goed aan te spreken. Tip: benut de energie van de welwillende ouders, geef hen de ruimte. En beperk de ruimte van ouders die op een negatieve manier kritisch zijn. 5. Klagende ouders en teruglopende leerlingenaantallen: het kunnen signalen zijn dat er echt iets mis is, in het primaire proces. Het is mogelijk dat ouders steeds ‘brand’ roepen omdat er ook echt vuur is. Dan is dus niet de ouder of de slechte relatie met de ouders het probleem, maar de school zelf.
42
43
Deel 2 Theoretische onderbouwing
heeft u tijd genoeg om de ouder(s) te bedanken voor het luiden van de alarmbel.
Het is bekend dat ouders belangrijk zijn voor het schoolsucces van hun kinderen. Steven Sheldon (2007) heeft aangetoond dat de resultaten van leerlingen op scholen die werk maken van ouderbetrokkenheid in een jaar
grondhouding van waaruit de samenwerking gezocht wordt.
gemiddeld een half procent stegen ten opzichte van scholen die niet bewust
Tip: bespreek met elkaar de grondhouding van waaruit educatief
werk maken van ouderbetrokkenheid; op deze scholen daalden de resultaten
partnerschap tot stand kan komen.
zelfs. Sheldon schrijft het verschil toe aan de moeite die de scholen doen om ouders te bereiken en te betrekken. Daarbij moet wel worden opgemerkt
Bij het voeren van regie op ouderbetrokkenheid past het beeld van het raam
dat de ene activiteit effectiever is dan de andere. Men hoeft niet veel effect
en de spiegel goed. Kijk als het goed gaat uit het raam, en zie, benoem en
te verwachten van de mededeling dat ouders hun kinderen beter moeten
waardeer wat de anderen (in dit geval ouders) goed doen en bijdragen. Kijk
opvoeden. Direct contact opnemen als een leerling afwezig is, heeft meer
als het niet goed lukt in de spiegel en ga na wat je zelf anders kunt doen.
resultaat. Blijft onverlet dat het hoe dan ook de moeite waard is om ouders
Theoretische onderbouwing
6. Het gaat niet om de instrumenten, deze zijn inwisselbaar. De kern is de
Deel 2
Deel 1
Het proces
1 le eD
Tip: als er brand is, vergeet de ouder en red de school. Als dat gedaan is,
te betrekken bij het onderwijs.
2.1. De actoren en de onderlinge relaties Schoolsucces is in onze ogen het directe resultaat van acties van de leerling. De leerling is degene die in de lesbanken zit, stage loopt, opdrachten en toetsen maakt. De leerling is de enige die schoolsucces behaalt. Zie figuur a.
44
Figuur a: Leerling -> schoolsucces
45
School en ouders zijn de twee actoren die het succes van de leerling faciliteren. De school doet dat door onderwijs te geven en de randvoorwaarden in te
Theoretische onderbouwing
Deel 2
vullen waaronder een leerling kan werken. Zie figuur b.
Figuur b: School -> Leerling -> schoolsucces
Ouders helpen en ondersteunen hun kinderen. Zij zorgen voor emotionele steun, helpen de agenda te bewaken, overhoren hen en leggen lastige stof nog een keer uit. Zij ondersteunen het leerproces. Naarmate de leerling ouder wordt, ligt de nadruk meer op (emotionele) steun en toezicht (bij de planning), en minder op inhoudelijke steun,
46
47
Figuur d: Ouders <-> School
Als we de actoren en de relaties bij elkaar zetten, krijgen we het model Theoretische onderbouwing
Deel 2
Deel 2
Theoretische onderbouwing
school – ouders – schoolsucces.
Figuur c: Ouders -> Leerling -> schoolsucces
Het contact tussen school en ouders Ouders en school onderhouden contacten met elkaar. Er is een wettelijk minimum; er is bijvoorbeeld altijd contact bij de aanmelding en scholen zijn verplicht om ouders te informeren over het beleid (via de schoolgids) en over de vorderingen van de leerlingen (via de rapporten). Scholen doen echter méér. Zij hebben bijvoorbeeld een ouderraad die hand- en spandiensten verricht, ouderkringen waarmee ze het beleid en de gang van zaken in de groep bespreekt en bijeenkomsten waar leerlingen werkstukken en presentaties laten zien.
48
Figuur e: Y-model
49
Het model kan worden ingevuld met thema’s die van belang zijn gebleken.
2.2. De effectiviteit van relaties
Deze staan centraal in de cirkel. Het effect is het grootst als school, ouders
De relatie school - leerling
en leerling hier overeenstemming over hebben.
Secundaire relatie
Overeenstemming doelen Hoge verwachtingen Wederzijdse bevestigende ondersteuning
Didactisch en pedagogisch handelen
Uitleg, Instructie, Demonstreren, Taal educatief en exploderend gebruiken, Controleren, Feedback geven
Tertiaire relatie Huiskamer gesprekken
Vertrouwen Verwachtingen Steun Stimulans Controle
Theoretische onderbouwing
Primaire relatie
Deel 2
Deel 2
Theoretische onderbouwing
Communicatie en activiteiten
Alleen al van dit thema zou een hele studie gemaakt kunnen worden. Dat is in het kader van deze publicatie niet de bedoeling. De onderwijsinspectie, om Capaciteit en tijd
maar een voorbeeld te geven, geeft genoeg handvatten. In hoofdlijnen gaat het om: • Een adequate organisatie van de lessen en leermomenten zodat er
voldoende gelegenheid tot leren is.
• Adequaat didactisch handelen zodat de leerlingen voldoende uitgedaagd
worden om te leren.
• Een goed pedagogisch klimaat waardoor er voldoende veiligheid en Ons project draaide om de vraag hoe de school regie kan voeren over het
vertrouwen is om tot leren te komen.
contact, zodat dit het schoolsucces van de leerlingen ten goede komt.
50
51
Het belang van de school kan in dat verband moeilijk overschat worden. Als voorbeeld halen we het onderzoek van Loekas e.a. (2010) aan. Hij toont aan dat kinderen en jongeren uit gezinnen waar negatieve relaties overheersen en waar veel onderlinge strijd is, over het algemeen zelf ook ongeremd en agressief gedrag vertonen. Uit zijn onderzoek blijkt dat leerlingen die zich verbonden voelen met de school en zich daar veilig en thuis voelen, aanmerkelijk
ervoor te zorgen dat leerlingen zich veilig en thuis voelen op school. De relatie ouders - leerling
Deel 2
leerlingen die zich niet verbonden voelen met de school. Alle reden dus om
Theoretische onderbouwing
minder agressief gedrag vertonen en zichzelf beter in de hand houden dan
Ouders hebben invloed op de algemene persoonlijkheidsontwikkeling van hun kinderen en - meer specifiek – op hun schoolcarrière. We gaan op beide in.
52
53
Wie goed in zijn vel zit, komt niet zo snel in de problemen. Zo iemand kan
van ouders. Een positieve relatie tussen ouder en kind helpt dus bij een goede
de problemen die op zijn weg komen adequaat oplossen, ook als die problemen
persoonlijkheidsontwikkeling. En deze is een mooie basis voor een goede
met het onderwijs, lessen, docenten of medeleerlingen te maken hebben.
schoolcarrière. Ouders die zich competent voelen, zijn geneigd om te participeren in de
schooluitval is kleiner bij jongeren met een goede ouderrelatie dan bij
schoolcarrière van hun kind.
jongeren met een problematische relatie met hun ouders.
Ouders die zich niet competent voelen, doen dat niet. Ouders hebben ook rechtstreeks invloed op de schoolcarrière van hun kind.
manier toezicht. Binnen zo’n relatie is de interactie tussen ouder en kind
Wat is die specifieke invloed?
goed en worden problemen op een adequate manier opgelost. En laat één
• De opleiding die ouders genoten hebben. Opleiding heeft invloed op de
ding duidelijk zijn: we hebben het hier helemaal niet over ‘superouders’. Bij een
manier waarop mensen denken en praten. Ouders oefenen die invloed
goede, warme en emotionele band tussen ouder en kind is een ‘voldoende’ goed
onbewust uit op hun kinderen door de manier waarop ze met elkaar en
genoeg. Bij een warme band reageren ouders en kinderen vooral op de
met hun kinderen praten en de onderwerpen waarover ze praten. Ze geven
intenties van de acties, zelfs als die actie (bijvoorbeeld een standje) niet
op deze manier een basis mee die vooral geschikt is voor een vergelijkbaar
terecht is. Als er sprake is van een negatieve relatie en een koel en kil
niveau voor hun kinderen. Het is overigens goed om te realiseren dat lang
emotioneel klimaat reageren pubers vooral op de gepastheid van de actie.
niet iedereen de kansen heeft gehad formeel onderwijs te volgen. Er kan
Een onterecht standje wordt dan niet geaccepteerd en leidt tot veel verzet.
dus ook bij minder geletterde ouders veel verborgen talent zijn. Met name
Steun die ouders willen geven wordt gezien als bemoeizucht en toezicht als
bij vrouwen, omdat in lagere sociaal-economische milieus onderwijs voor
wantrouwen. De negatieve relatie kan komen door gebrek aan vertrouwen in de puber, gebrek aan vertrouwen van de ouder(s) in zichzelf, of gebrek
54
Deel 2
Zij bieden hun kind op de goede manier steun en houden op de goede
Theoretische onderbouwing
gedrag en bevordert een gezonde ontwikkeling. De kans op spijbelen en
Ouders ontwikkelen die goede relatie als ze vertrouwen hebben in hun kind.
Deel 2
Theoretische onderbouwing
Een positieve relatie tussen ouders en pubers vermindert de kans op risicovol
hen minder belangrijk gevonden werd. • Het belang dat ouders aan onderwijs hechten. Als ouders de school
aan vertrouwen in beiden. Als ouders onvoldoende vertrouwen hebben in
belangrijk vinden, is de kans groot dat hun kinderen die mening delen.
hun puber leidt dat tot niet-effectieve vormen van steun en toezicht (te veel,
Een deel van de ouders wil om deze reden ook graag goed contact met de
te sturend, te controlerend). Als ouders onvoldoende vertrouwen in zichzelf
school. Dat geldt niet voor iedereen. Bijvoorbeeld ouders van Turkse
hebben, leidt dat tot te weinig steun, te weinig toezicht, te weinig sturing.
herkomst hechten over het algemeen veel belang aan het onderwijs, maar
Gebrek aan vertrouwen gaat vaak hand in hand met niet-consequent gedrag
het is voor hen niet gebruikelijk om contact op te nemen met de school.
55
tegenover elkaar zet, vinden ouders de school ok of niet ok. Meer specifiek
die analfabeet zijn, zelf weinig onderwijs genoten hebben of de Nederlandse
kan het natuurlijk gaan om deze ene school, dit ene vak of deze ene
taal niet machtig zijn, kan moeilijk worden verwacht dat zij het onderwijs
docent. Maar het kan ook het onderwijs in zijn algemeenheid betreffen.
inhoudelijk aanvullen of compenseren. Wanneer daar toch druk op wordt
Deze basishouding dragen ouders bewust of onbewust over op hun kind.
uitgeoefend, kan dat een negatieve uitwerking hebben, omdat dit het
En dat heeft invloed op de houding van hun kind, en daarmee op het
competentiegevoel van ouders schaadt. En zoals gezegd, gebrek aan
opletten in de klas, het huiswerk maken en het al dan niet spijbelen.
vertrouwen gaat vaak samen met niet-consequent gedrag van de ouder.
• De onderwijskundige verwachtingen hangen hiermee samen. Ouders die
We kunnen dus twee typen ouderlijke ondersteuningscompetenties onder-
hoge verwachtingen hebben van de onderwijsresultaten van hun kinderen
scheiden: de algemene oudercompetenties en de onderwijsondersteunende
en daar open over praten, bemoedigen en waar nodig belemmeringen
competenties. We plaatsen deze in de volgende matrix.
wegnemen, helpen en steunen hun kinderen. • School- en huiswerkmanagement. Ouders vullen de randvoorwaarden voor het leren in. Zij zorgen voor stabiliteit, rust en ruimte, waardoor kinderen op tijd, met een ontbijt achter de kiezen, met een hoofd zonder
Algemene ouder competenties
C
D
A
B
Theoretische onderbouwing
In de praktijk zijn er natuurlijk grote verschillen tussen ouders. Van ouders
Deel 2
Deel 2
Theoretische onderbouwing
• De basishouding van ouders tegenover de school. Als je het in uitersten
zorgen over wat er thuis speelt, en met de goede spullen in hun tas op school verschijnen. En zij zorgen ervoor dat hun kind, weer thuisgekomen, zijn huiswerk kan maken. • Ouders kunnen het onderwijs inhoudelijk aanvullen of zelfs compenseren. Zij kunnen bijvoorbeeld de stof nog een keer uitleggen, overhoren en helpen bij het maken van werkstukken. Zo geven zij iets extra’s waardoor hun kind meer weet - een ‘toetje’. Je kunt het ‘aanvullen’ noemen als het
Onderwijsondersteunende competenties van ouders
kind het verder schopt dankzij de ouders, je kunt het ‘compenseren’ noemen als het onderwijs in gebreke blijft en het kind het zonder de extra
Verticaal staan de algemene oudercompetenties die leiden tot een band
uitleg van de ouders niet zou redden op school.
tussen ouder en kind die kan variëren van koud tot warm. Horizontaal staan de onderwijsondersteunende competenties.
56
57
In het contact met ouders is het goed om aan te sluiten bij de sterke kanten
Een goede relatie tussen school en ouders is belangrijk voor de ouders en
van ouders, of dit nu onderwijsondersteunende of algemene competenties zijn.
voor de school, aldus Bouffard en Stephen (2007). Een dergelijke relatie helpt belang dat ouders aan onderwijs hechten en deze relatie biedt een fundament
en die van de school vormen een belangrijke basis voor schoolsucces.
voor verdere betrokkenheid bij het onderwijs.
Daarbij suggereert onderzoek dat de onderwijsondersteunende handelingen
Het biedt de school informatie over de thuissituatie, de waarden en normen
vooral tot hun recht komen bij voldoende algemene oudercompetenties. Bij
en de culturele achtergrond van de leerlingen. Dit is vooral relevant als
A komt het op de leerling alleen aan, op zijn capaciteiten en persoonlijke
docenten zelf een andere culturele achtergrond hebben. Een goed contact is
eigenschappen (zoals wil en doorzettingsvermogen). Bij B proberen de ouders
vooral belangrijk bij de keuzemomenten in een schoolloopbaan, als leerlin-
wel te steunen, te controleren en te helpen maar op een manier die ook
gen een profiel of een vervolgopleiding moeten kiezen. Dit geldt met name
contraproductief kan werken (te veel steun, te veel controle). Bij C zetten
voor ouders die zelf weinig onderwijservaring hebben en voor ouders die
ouders hun algemene ondersteuningscompetenties in en geven daarmee
minder bekend zijn met de Nederlandse samenleving.
een goede basis voor het onderwijs. Bij D kunnen ouders ook vakinhoudelijk compenseren op die gebieden waar het onderwijs op school niet voldoende is.
Theoretische onderbouwing
Vertrouwen en hoge verwachtingen van het eigen kind, van de eigen rol
Deel 2
Deel 2
Theoretische onderbouwing
ouders aan informatie om hun kinderen te ondersteunen, versterkt het
De afstemming van waarden en normen raakt aan de pedagogische opdracht van de school. Ouders en docenten vinden dat de school een pedagogische
De relatie school - ouders
opdracht heeft, zo blijkt uit onderzoek van Veugelers en De Kat (1998). De school ervaart de afwezigheid van ouders als probleem. In de beleving van leerlingen en ouders wordt het contact vooral gedomineerd door slecht nieuws; dat vinden ze jammer. Leerlingen vinden overigens die pedagogische rol van de school minder belangrijk. Die mening hebben vooral de al wat oudere leerlingen op de havo. Op het vmbo blijven leerlingen de pedagogische taak van het onderwijs belangrijk vinden. De behoefte aan zelfsturing kan hier een mogelijke verklaring voor zijn; hoger opgeleiden hechten meer aan zelfsturing, autonomie en eigen verantwoordelijkheid, lager opgeleiden meer aan sturing en controle.
58
59
Zowel docenten als ouders willen graag met elkaar in gesprek zijn over
Let wel, de enige verklaring voor deze groei waren de verwachtingen van
opvoeden. In de praktijk is er echter vooral sprake van het overdragen van
de leerkrachten; zij dachten dat deze leerlingen high potentials waren.
informatie door de school. Ouderavonden worden belangrijk gevonden, maar
Deze verwachtingen waren de oorzaak van het effect.
docenten ervaren dit wel als een extra belasting, aldus Veugelers en De Kat.
Met name laagopgeleide en allochtone ouders voelen zich vaak onvoldoende wel degelijk goede feedback kunnen geven. Het onbegrip en de frustratie
het Regeringsbeleid, 2009) constateert dat scholen niet altijd zo open zijn als
leiden tot wantrouwen en lage verwachtingen, en deze zijn weer een goede
ze denken te zijn. Scholen zien ouders niet altijd als partners. Zij zien zichzelf
voorspeller voor weinig succes.
vooral als professionals en proberen een zekere professionele distantie (ten opzichte van ouders) te bewaren. Dit kan zo uitpakken dat ze zich te zeer
De conclusie is dat betrokkenheid van ouders een positief effect heeft op het
afschermen voor kritiek en vooral de eigen deskundigheid bevestigen - de
schoolsucces als school en ouders elkaar vertrouwen en aanvullen. Op het
deskundigheid ten aanzien van het vakgebied en de ontwikkeling en het
moment dat school en ouders het volstrekt met elkaar oneens zijn en elkaar
welbevinden van de leerling.
afvallen, heeft dit invloed op de leerling en kan dit een negatief effect
Theoretische onderbouwing
Het WRR-rapport Vertrouwen in de school (Wetenschappelijke Raad voor
Deel 2
Deel 2
Theoretische onderbouwing
gehoord en begrepen en daardoor gefrustreerd. Terwijl ze, aldus de WRR,
hebben op het schoolsucces. Daarbij kan sprake zijn van het ‘pygmalion effect’ (self fulfilling proficy). Dat wil zeggen: als je voorspelt dat een leerling het goed (of slecht) gaat doen,
Dubbele loyaliteiten
dan gebeurt dat vervolgens ook. Die voorspelling is veelal gebaseerd op drie
School en ouders (en leerlingen) zijn het vanuit een basis van vertrouwen
factoren: de werkhouding, een inschatting van de capaciteiten en een
eens over:
inschatting van de thuissituatie.
• De te bereiken doelen.
Maar wat blijkt: de docent zelf is een belangrijke voorspeller. Dit blijkt uit
• Het pedagogische klimaat.
onderzoek van Robert Rosenthal en Jackson (1968). Zij testten grote groepen
• Het didactisch handelen.
leerlingen en lieten de leerkrachten vervolgens volstrekt willekeurig weten
• De wederzijdse verwachtingen.
welke leerlingen bij de twintig procent intelligentste leerlingen behoorden.
• De wederzijdse steun.
Bij hertesten (een jaar later) bleek hun score met maar liefst 12,2 procent
• De adequate manier waarop conflicten en problemen worden opgelost.
meer te zijn gestegen dan de overige leerlingen.
60
61
Bovenstaande is te mooi om waar te zijn, want school en ouders zijn het gewoon niet altijd eens. En naar wat te mooi is om waar te zijn, hoef je ook niet te streven. Dat levert alleen frustratie op. Het is de kunst om te streven naar het haalbare. En dat houdt ook in dat je moet erkennen dat lang niet alle ouders voor hun prinsjes en prinsesjes de gedroomde koningen en koninginnen zijn, en dat ook niet alle docenten absolute toppers zijn.
niet meer door één deur kunnen. Ditzelfde zou wel eens voor het onderwijs kunnen gelden. Voor leerlingen is het belangrijk dat ouders en school wederzijds met respect over elkaar praten en ook begrip hebben voor elkaars onvermogen en menselijke tekorten. Want dat die tekorten er zijn, dat zien jongeren vaak scherper dan de betrokken volwassenen zelf. Vertrouwen
Deel 2
dat de ouders met respect en begrip over elkaar blijven praten, zelfs als ze
Theoretische onderbouwing
Voor kinderen van wie de ouders uit elkaar gaan, is het belangrijk gebleken
blijft echter de basis.
2.3. Vertrouwen Vertrouwen heeft verschillende betekenissen. Zoals ervan uitgaan dat de ander doet wat hij zegt, dat hij voorspelbaar is, dat hij je niet bedriegt, de capaciteit heeft om iets te doen en het beste met je voor heeft. Op deze punten kan het misgaan; als de school of de ouders niet doen wat ze beloofd hebben, als ze onvoorspelbaar zijn (lees: als ze op een, voor de ander, onverwachte manier reageren), als ze de capaciteiten missen om hun (al dan niet uitgesproken) beloftes waar te maken of als ze andere belangen hebben dan het belang van de leerling. Voor de school is er bijvoorbeeld ook nog het belang van de groep waar de leerling in zit, en voor de ouder kan het belang van een
62
familiebezoek zwaarder wegen dan de aanwezigheid van hun kind op school.
63
En school en ouders kunnen elkaar bedriegen door informatie achter te
Bij het omgaan met leerlingen en ouders die een andere culturele achtergrond
houden of de zaken net even anders voor te stellen dan ze eigenlijk liggen.
hebben of deel uitmaken van een sociale laag waarmee je zelf geen ervaring
64
overigens wederzijds; ook de ouders kunnen de school nog onvoldoende
informatie en identificatie.
vertrouwen op basis van identificatie. In deze situatie is het des te belangrijker
1. Controle: men vertrouwt elkaar omdat men elkaar controleert.
om elkaar goed te informeren. Het is echter niet handig om ervan uit te
gaan dat de ander iets weet omdat jij iets gezegd hebt en de ander ‘ja’ gezegd
Dit vertrouwen duurt zolang de controles positief uitpakken.
2. Informatie: men vertrouwt elkaar omdat men elkaar goed informeert.
heeft. Het is niet voldoende om elkaar iets te vertellen, omdat de manier
waarop de informatie gegeven en ontvangen wordt zelf ook weer cultureel
Ieder weet wat hij aan de ander heeft omdat ieder doet wat afgesproken is.
3. Identificatie: men vertrouwt elkaar omdat ieder weet wie de ander is, hoe
gekleurd is.
de ander denkt en bij wijze van spreken kan voorspellen hoe de ander zal
Een voorbeeld van een kloof tussen zeggen en doen. Het eenvoudige woordje
reageren.
‘ja’ kan verschillende betekenissen hebben. Neem een eenvoudige vraag als: “Zet jij de vuilniszak even buiten?” Het antwoord ‘ja’ kan verschillende
Vertrouwen op basis van identificatie is het meest krachtig. Je kent de school,
betekenissen hebben:
de winkel, het automerk persoonlijk of iemand die je vertrouwt heeft er
• “Ik zal het doen.”
goede ervaringen mee. Als het om mensen gaat, ken je de persoon zelf, of je
• “Ik heb je gehoord.”
kent het netwerk, de sociale laag, de beroepsgroep waar die persoon deel
• “Ik doe het echt wel, maar nu even niet.”
van uitmaakt.
• “Ik doe het wel, als ik het niet vergeet.”
Als dat niet het geval is, wordt de informatie die de ander levert belangrijk.
• “Geen haar op mijn hoofd die daaraan denkt, maar ik heb nu geen zin in
Stel dat je een nieuwe computer zoekt en een ander merk wilt omdat je
slechte ervaringen hebt met het vorige. Dan spit je de folders door en de
Als er in het Nederlands al dergelijke verschillen mogelijk zijn tussen wat
informatie doet er dan toe.
iemand zegt en wat iemands intentie is, dan is het wel duidelijk hoeveel
De derde mogelijkheid is dat je gaat controleren. Klopt het wel wat ze
zorgvuldigheid er nodig is om vertrouwen tot stand te brengen tussen
zeggen? Doen ze wat ze beloofd hebben? In dit geval controleer je achteraf of
mensen met verschillende talen en achtergronden. Het uitsluitend geven
het vertrouwen terecht was.
van informatie volstaat dus niet. Er zal ook sprake moeten zijn van een
Theoretische onderbouwing
Vertrouwen kan globaal gesproken op drie pijlers gebaseerd zijn: controle,
Deel 2
Deel 2
Theoretische onderbouwing
hebt, is er weinig ‘vertrouwen op basis van identificatie’ mogelijk. Dat is
ruzie, je bekijkt het maar.”
vertrouwensbasis die is gebaseerd op identificatie met de ander.
65
• Stel grenzen aan ongewenst gedrag. (“Ik snap dat u boos bent maar ik
Bij communicatie zijn er twee routes: linksom of rechtsom. Met linksom
accepteer niet dat u zich zo gedraagt. Ik sta u graag te woord als u
bedoelen we: de school neemt het initiatief om het schoolsucces te bespreken
afgekoeld bent.”)
met de ouders, in de verwachting dat ouders actie ondernemen als de
• Verduidelijk posities en verantwoordelijkheden.
resultaten tegenvallen. Met rechtsom bedoelen we: ouders nemen het
• Respecteer meervoudige loyaliteiten.
initiatief om de tegenvallende resultaten met de school te bespreken, in de
• Werk op inhoud volgens de regels van feedback: luisteren, samenvatten,
verwachting dat de school zo nodig actie onderneemt.
Veugelers en De Kat (1998) merken in Opvoeden in het voortgezet onderwijs wel
• Wees duidelijk en oprecht over wat wel en niet mogelijk is.
op dat de leerlingen van mening zijn dat zij een bemiddelende rol zouden
• Maak duidelijke afspraken voor het vervolg.
moeten spelen en dat de regie eigenlijk bij hen zou moeten liggen.
• Kom deze ook na.
Wij gaan ervan uit dat de school te allen tijde de eindverantwoordelijkheid
• Meld als er een wijziging in de afspraak nodig is.
houdt. De route linksom: vanuit de school De route rechtsom: vanuit de ouders
“Regie is een bijzondere vorm van sturen, gericht op afstemming van
Ook als de ouders het initiatief nemen, houdt de school de touwtjes in handen.
actoren, hun doelen en handelingen, met het oog op een bepaald resultaat.”
De school heeft dus altijd de regie, dat is het uitgangspunt. Om het in
Deze definitie is afkomstig van de adviesorganisatie Partners en Pröpper en
hedendaagse computertermen te zeggen: de school heeft een virusscan die
werd ontwikkeld om te duiden op welke wijze gemeenten regie kunnen
gevraagde en ongevraagde mail binnenlaat maar schadelijke blokkeert.
voeren. Zij onderscheidt vier componenten:
Theoretische onderbouwing
doorvragen.
Deel 2
Deel 2
Theoretische onderbouwing
2.4. Twee routes
1. overzicht over de gehele situatie, Hoe kan de school dat doen? Dit staat uitgebreid beschreven in het Handboek
2. verantwoording afleggen voor het geheel,
ouders in de school, een CPS-publicatie van Peter de Vries. Enkele basisnoties
3. uitzetten van beleidslijnen ten aanzien van het geheel,
die in dit handboek aan bod komen:
4. organiseren van samenwerking met het oog op het geheel.
• Ga uit van het wederzijdse belang: schoolsucces voor het kind. • Beschouw opmerkingen van ouders in principe als goedbedoelde feed
66
back, die mogelijk onhandig geformuleerd wordt.
• Geef ruimte aan emoties; benoem en erken deze als terechte emoties.
67
ouders:
Het merendeel van de kinderen groeit op in gezinnen die goed genoeg
1. Overzicht over het contact met de ouders over het schoolsucces: de
functioneren. Maar er zijn ook disfunctionerende gezinnen, risicogezinnen,
school overziet op welk moment ze op welke wijze met welke groepen
multi-problemgezinnen - de benamingen voor deze gezinnen verschillen.
ouders communiceert.
Over het algemeen spreken we van risicogezinnen als er sprake is van:
2. Verantwoording afleggen over dit contact: de school legt verantwoording
• Problemen met het gezinsmanagement. De ouders hebben moeite met
het in de lucht houden van alle ballen (zoals de zorg voor eten, kleding,
3. Het uitzetten van beleidslijnen ten aanzien van dit contact: de school zet
schoonmaak, reparaties, vervoer, betalingen en sociale contacten).
• Meervoudige problemen (verslaving, schulden, opvoedingsproblemen).
af over het proces en de inhoud van de contacten. de beleidslijnen uit, vanuit haar visie op dit contact.
4. Het organiseren van de samenwerking met het oog op dit contact met
• Een onvermogen om deze problemen op te lossen.
ouders over het schoolsucces van de leerling. De school neemt de
Het afkomstig zijn uit een ander land is vaak een extra risicofactor.
verantwoordelijkheid om de contacten te organiseren: • De school beschouwt de informatie-uitwisseling als een normaal
In risicogezinnen kunnen ouders vaak niet goed invulling geven aan hun
eigen leven en aan de opvoeding van hun kind. Een deel van de risicogezinnen
onderdeel van het werk van docenten.
• Inhoudelijk gaat het meer om de dialoog dan om het overtuigen.
is hulpmijdend; zij zijn geneigd om hulp buiten te sluiten. Contact met deze
• School en ouders maken aan het begin van elk schooljaar kennis
ouders is vaak goed mogelijk als er een familielid of hulpverlener bij is,
die de ouder bijstaat.
met elkaar.
Theoretische onderbouwing
2.5. Ouders met beperkte mogelijkheden
Deel 2
Deel 2
Theoretische onderbouwing
We ‘vertalen’ deze definitie naar de regie van scholen over het contact met
• De school is helder in wat ze van ouders verwacht en meldt dit
bijvoorbeeld bij de aanmelding.
En soms leiden de problemen thuis ertoe dat de jongeren niet meer thuis
• De school heeft overlegorganen (bijvoorbeeld per leerjaar).
wonen en aan het zwerven gaan. De aantallen zijn niet bekend, maar de
• Het beleid is vermeld in de schoolgids.
schattingen lopen uiteen van enkele procenten tot ruim tien procent.
• Taken en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd en worden
68
gefaciliteerd.
69
2.6. Overbelaste jongeren Kinderen kunnen in zo’n risicogezin opgroeien. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid gebruikt de term ‘overbelaste jongeren’ voor jongeren die op school uitvallen omdat ze te veel aan hun hoofd hebben. Deze jongeren hebben drie leefwerelden: thuis, school en straat. In alle drie kan het een chaos zijn; er is geen veilige haven. En daarbij gieren ook nog
in hun omgeving met meer problemen te maken dan ze aankunnen en er is te weinig steun. Of, zoals een directeur zei: “Niemand houdt van hen.” Kinderen kiezen daar nooit zelf voor. Zij hebben hun ouders en hun leefomgeving niet uitgezocht. Sterker nog, kinderen in disfunctionerende gezinnen hebben vaak geleerd om rollen van hun ouders over te nemen. In plaats
Deel 2
capaciteiten hebben, doet in dit geval niet ter zake. Deze kinderen hebben
Theoretische onderbouwing
eens de hormonenstormen door hun lijf. De vraag of ze veel of minder
van dat er voor hen gezorgd wordt, hebben zij geleerd dat zij voor zichzelf en vaak ook voor hun ouders moeten zorgen. Of voor jongere broertjes en zusjes omdat – gechargeerd - ma verdwenen is en pa weer in de gevangenis zit. Op school kan hun gedrag onverantwoord en tegendraads zijn, thuis zijn zij wellicht degenen die het gezin nog enigszins op de rails houden. In dergelijke gevallen is het aannemelijk dat investeren in de relatie alleen tot doel kan hebben het vertrouwen in de school zo groot mogelijk te maken c.q. het wantrouwen tegenover de school zo klein mogelijk. Hierbij zal het eerder om persoonlijke relaties gaan dan om vertrouwen in het instituut school. Ten aanzien van de leerlingen geldt in het bijzonder het belang van de dubbele loyaliteit. Zij hebben geleerd om het gezin (lees: hun ouders) in alles te verdedigen, mogelijkerwijs tegen beter weten in. Hun schoolsucces is niet
70
gebaat bij het afvallen van/kritiek op hun ouders. Integendeel.
71
2.7. Aanvullende maatregelen
In de nieuwe kabinetsvisie Perspectief voor jeugd en gezin is het motto ‘één
Vertrouwen, structuur en steun zijn sleutelwoorden, zeker in risicogezinnen
gezin, één plan’, waarmee voorkomen moet worden dat hulpverleners langs
en bij overbelaste jongeren. Het is mogelijk om vertrouwen op te bouwen
elkaar heen werken zonder dat men van elkaars bestaan op de hoogte is.
via huisbezoek en persoonlijke contacten. Informatie en controle zijn bij
De coördinatie ligt bij het Centrum voor Jeugd en Gezin. De bestuurlijke
risicogezinnen waarschijnlijk niet afdoende om vertrouwen te wekken. Hier is
verantwoordelijkheden, die nu nog verdeeld zijn over provincie en gemeente,
identificatie waarschijnlijk een betere basis. Door de tijdsinvestering is een
gaan naar de gemeente.
sancties op staan (een rapport wordt bijvoorbeeld niet meegegeven als de afspraken niet worden nagekomen). De school kan steun bieden aan ouders, door het aanbieden van cursussen of het organiseren van informatieavonden. De school hoeft deze niet zelf te verzorgen. Samenwerking met derden
Theoretische onderbouwing
over het maken van duidelijker afspraken en over contracten waar ook
Deel 2
vertrouwen te wekken. Bij ‘structuur bieden’ hebben we het bijvoorbeeld
Deel 2
Theoretische onderbouwing
huisbezoek kostbaar, maar het kan een zeer effectief middel zijn om
(bijvoorbeeld in het kader van de brede school) ligt voor de hand. Als de problemen de deskundigheid van gezin en school te boven gaan, ligt samenwerking met het Centrum voor Jeugd en Gezin voor de hand. Vanuit de gedachte dat op school veel problemen samenkomen, wil het kabinet dat er meer zorg en ondersteuning in en rondom de school wordt aangeboden. Het schoolmaatschappelijk werk kan spreekuren aanbieden voor jongeren en ouders en vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin kan ook het docententeam of de leerlingbegeleider ondersteund worden. Om ervoor te zorgen dat risicogedrag van jongeren, zoals ongeoorloofd schoolverzuim, tijdig gesignaleerd wordt, komt er de ‘verwijsindex jongeren’. De afstemming tussen school en zorg gebeurt over het algemeen in het
72
zorg- en adviesteam (ZAT).
73
Deel 3 Werkschrift 3.1 Inleiding Dit werkschrift is bedoeld als handvat om op een adequate manier regie te voeren op het contact met ouders met als doel de leerresultaten te verbeteren. Het werkschrift is bruikbaar om de huidige situatie in kaart te brengen en na te gaan op welke onderdelen verandering wenselijk is. Het is individueel te gebruiken, maar we raden aan om dat met een team te doen (mt, coördinatoren, leerlingbegeleiders/mentoren en/of docenten). Eerst neemt iedereen individueel een paragraaf door en maakt de vragen/opdrachten. Daarna bespreekt de groep het met elkaar en trekt daar gezamenlijke conclusies uit. U kunt dit werkschrift voor eigen gebruik dowloaden op www.onderwijsinontwikkeling.nl.
3.2 Waarom aandacht voor ouders? We moeten even zoeken voordat we Marijke, de directeur, vinden. Ze is niet in het fraaie hoofdgebouw en niet in de eufemistisch aangeduide ‘semi-
ouder zichtbaar geëmotioneerd op beiden inpraat. Terwijl de directeur ons begroet, gaat het gesprek tussen de ouder en de teamleider door. We zoeken een rustige werkkamer op. “Welkom in de sauna.” De huisvesting blijkt later op de avond ook voor ouders een punt van zorg te zijn.
Deel 3
teamleider en een ouder. Ook van een afstandje is duidelijk te zien dat de
Werkschrift
permanente lokalen’. Uiteindelijk komt ze over het plein aanlopen met de
“Jullie komen wel op het goede moment. Die ouder kwam verhaal halen, omdat we een vergissing hebben gemaakt met de beoordeling. De leerling had de antwoorden eerst met zijn vader doorgenomen en er leek iets niet te kloppen.
74
75
Nu hebben ze er samen met de docent naar gekeken en een goed antwoord
Ouders zijn belangrijk voor het schoolsucces van de leerling. Een goede
bleek inderdaad ten onrechte fout te zijn gerekend. Hierdoor is de leerling
relatie met ouders kan daarbij helpen. Hoe zit die relatie eigenlijk in elkaar?
toch geslaagd”, vertelt de directeur. Over de invloed van ouders op
Het klassieke model is de driehoek school – ouders – leerling. Een goede
schoolsucces gesproken! Marijke: “Dit is een incident, dat laat zien dat het
samenwerking tussen deze drie bevordert het schoolsucces.
waardevol is dat ouders goed meekijken. Maar meer in het algemeen ben ik
De drie actoren (ouders, school en leerlingen) en het resultaat (schoolsucces)
ervan overtuigd dat betrokkenheid van ouders goed is voor het schoolsucces.
leveren vier relaties op. Deze werken we hier uit.
Als we goed samenwerken, elkaar aanvullen, dan gaat het beter met de kinderen.”
Secundaire relatie Communicatie en activiteiten
Op een andere school wijst de directie op de rol die ouders hebben bij het voorkomen van ‘afstroom’. Lieneke en Marcel zijn bouwcoördinatoren. Lieneke: “We zien erg veel afstroom in het tweede jaar. Dat willen we aanpakken. We hebben de ouders nodig om afstroom te voorkomen.” Marcel vult aan: “En dan hebben wij het hier nog relatief makkelijk. Als we de ouders uitnodigen, komen ze gewoon. Eerst werkte ik op een school in Utrecht en daar kwamen ouders helemaal niet. Daar gaven we het rapport
Primaire relatie
Overeenstemming doelen Hoge verwachtingen Wederzijdse bevestigende ondersteuning
Didactisch en pedagogisch handelen
Uitleg, Instructie, Demonstreren, Taal educatief en exploderend gebruiken, Controleren, Feedback geven
Tertiaire relatie Huiskamer gesprekken
Vertrouwen Verwachtingen Steun Stimulans Controle
heid belangrijk vindt, antwoordt ze: “Heel simpel. Toen ik hier als directeur startte, kwam ik de eerste periode niet los van de telefoon. Ik kwam mijn kamer niet uit, kwam niet aan mijn werk toe. Er belden namelijk zoveel ouders
Capaciteit en tijd
Werkschrift
Weer terug naar Marijke. Op onze vraag waarom ze het thema ouderbetrokken-
Deel 3
Deel 3
Werkschrift
alleen mee als de ouder wél kwam. En dan kwam nog steeds niet iedereen.”
met allerlei vragen. Toen dacht ik: dat moet anders, dit moet ik voor zijn, want nu lijkt het alsof ik alleen maar reageer op wat ouders aandragen. Dat wilde ik omdraaien, ik wilde de regie hebben. Dus dat heb ik opgepakt.”
76
77
• De drie actoren in het schema hebben elk hun eigen rol in het schoolsucces. • De leerling is degene die op school komt, oplet, het werk maakt en de
cijfers haalt.
• De school zorgt ervoor dat de leerling dat goed kan doen. • De ouders ondersteunen de leerling vanuit huis, met keukentafelgespreken. • En ouders en de school houden elkaar op de hoogte, over de leerling, de
resultaten en eventuele belangrijke zaken die op school of thuis spelen.
met een kinderspelletje dat vooral vaders graag met kleine kinderen doen: het spelletje van de gladde weg, de hobbelige weg en het gat in de weg. De gladde weg staat voor een probleemloze schoolcarrière. De leerling wordt
Werkschrift
We maken onderscheid tussen drie soorten schoolcarrières. We typeren ze
Deel 3
De weg naar schoolsucces
nooit besproken, ouders worden nooit opgeroepen wegens problemen en nemen zelf nooit contact op om een probleem of irritatie te bespreken. De hobbelige weg staat voor de leerlingen die met hobbels en bobbels hun schoolloopbaan
78
doorlopen. Er is steeds wat, met de leerling of met de ouders.
79
We hebben het hier over de regelmatige bespreekgevallen. Bij de derde
3.3 Verbeteren van de weg
mogelijkheid is er ineens (of na een stukje met hobbels) een gat in de weg.
Stel dat de schoolcarrière, het schoolsucces, tegenvalt. Bijvoorbeeld omdat
De leerling verdwijnt, er is sprake van ‘afstroom’.
de weg (in de bewoordingen van de vorige paragraaf ) hobbelig is. Of omdat
Deze drie routes kunnen incidenteel of structureel zijn. Bij incidenten is de
de weg gaten bevat, zodat een leerling ‘afstroomt’. Dan zijn er in principe
oorzaak, even kort door de bocht, veelal te zoeken bij de personen zelf. Als de
drie actoren die iets kunnen doen. Natuurlijk kunnen vrienden en familie
route structureel is, ligt de oorzaak misschien niet bij de school, maar er is
ook een rol spelen. Maar in dit verband kijken we naar de driehoek met de
dan wel iets te doen. Je wilt als school immers voor zoveel mogelijk leerlingen
drie hoofdrolspelers: de leerling, de school en de ouder.
de gladde weg - een mooie route naar schoolsucces. Secundaire relatie
Vragen
Communicatie en activiteiten
80
... procent
Hobbelige weg
… procent
Gat in de weg
… procent
Totaal
100 procent
Primaire relatie Didactisch en pedagogisch handelen
Overeenstemming doelen Hoge verwachtingen Wederzijdse bevestigende ondersteuning Uitleg, Instructie, Demonstreren, Taal educatief en exploderend gebruiken, Controleren, Feedback geven
Vergelijk de schatting met uw collega’s. Valt er iets op? Capaciteit en tijd
Tertiaire relatie Huiskamer gesprekken
Vertrouwen Verwachtingen Steun Stimulans Controle
Werkschrift
Gladde weg
Deel 3
Deel 3
Werkschrift
Typeer de schoolcarrières van uw leerlingen:
81
Het loopt niet goed. Hoe komt dat? Is er iets te zeggen over oorzaken van het probleem? • Heeft het te maken met de leerling - hormonen, (verkeerde) vrienden,
experimenteergedrag?
• Heeft het te maken met de school - de saaiheid/moeilijkheid van de stof,
het lesrooster/de lesuitval, onvoldoende begrip voor een doorgevoerde
beleidswijziging?
• Of heeft het met de ouders te maken – zijn ze veel te druk, bieden ze te
weinig steun, is er onvoldoende rust en stabiliteit in de thuissituatie?
Hoe ziet een mogelijke en reële oplossing eruit? En wie kan de oplossing
dichterbij brengen?
We nemen als voorbeeld Youke. Hij komt op maandagochtend altijd te laat en ligt dan half slapend onderuit in zijn bank, doet niet mee in de les. Over de oorzaak laat Youke zelf geen twijfel: hij gaat in het weekend liever feesten dan op tijd slapen. De oplossing lijkt logisch: minder feesten, meer slapen.
Youke dit gedrag kan vertonen. Om dat laatste duidelijk te maken, beschrijven we een korte casus van een ouderavond. Een moeder vraagt hoe het zit met het inleveren van werkstukken. De coördi-
Deel 3
blijkbaar dat Youke dit gedrag vertoont. En ook de school is er debet aan dat
Werkschrift
Youke moet dat zelf doen. Maar de ouders spelen er ook een rol in. Zij accepteren
nator vertelt dat er een deadline is, maar dat de docenten ervan uitgaan dat dan ongeveer 80 procent van de werkstukken binnen is. “En die overige 20 procent dan?”, vraagt de moeder. “Daarover gaat het spel van het onderhandelen”,
82
aldus de coördinator met een brede lach.
83
“Vandaar dat het niet helpt dat ik hem achter zijn broek zit”, reageert de
Opdracht
moeder geërgerd. “Ik vraag altijd wanneer het werk klaar moet zijn, en dan
Bespreek een recente casus met behulp van het schema; waar liggen oorzaken,
zegt hij dat het niet zoveel uitmaakt. Dus ik stop maar met ernaar vragen.”
mogelijke oplossingen en wie zijn dan actoren?
“Dat is weer niet handig”, zegt de coördinator, “want als iedereen dat doet, levert straks niemand meer op tijd het werk in. Blijf er vooral op hameren dat
Casus:
Oorzaak
Mogelijke oplossingen
Wie is de actor?
hij het op tijd inlevert.” Aan het gezicht van de moeder is te zien dat het antwoord haar niet echt bevalt. Erop doorvragend blijkt dat deze moeder vindt dat haar zoon zich overal wel erg gemakkelijk vanaf maakt en dat hij daar ook nog steeds mee
Bij de leerling:
wegkomt. Dat zou zij graag anders zien. Ze ziet dat hij steeds laconieker wordt en is bang dat hij straks helemaal niets meer doet. Ook enkele docenten blijken bij nader inzien niet zo gelukkig met deze gang van zaken. De ene houdt de gewone deadline aan. (Te laat is te laat. Niet op tijd inleveren betekent: niet nakijken en dus een 1.) De ander onderhandelt wel en is soepel. Een derde docent onderhandelt maar is daar niet blij mee,
Bij de ouders:
van de zorg van de moeder blijken hier twee opvattingen te botsen: ‘afspraak is afspraak’ versus ‘alles is onderhandelbaar’. De leerlingen maken dankbaar gebruik van de ruimte die daardoor ontstaat. De casus lijkt over een leerling te gaan, maar brengt dus ook verschillende opvattingen binnen het
Bij de school:
Werkschrift
Deel 3
onderhandelingen hem veel meer tijd kosten dan hem lief is. Naar aanleiding
Deel 3
Werkschrift
omdat wel erg veel leerlingen hun werkstuk te laat inleveren en al die
docententeam aan het licht.
84
85
3.4 De relatie school - leerling
Vragen • Welk gedrag verwacht u van de leerling? • Welke interventies kunt u als school doen om dat gedrag te bevorderen? • Welke interventies kunnen ouders doen? • Wat moet u als school doen om de ouders zover te krijgen dat ze dit doen? • Wat is de meest effectieve weg?
De school heeft twee manieren om het leersucces van de leerling te beïnvloeden.
de meeste docenten meer tijd met de leerlingen doorbrengen dan hun ouders. Om te voorkomen dat er onnodig veel tijd en energie in de indirecte weg wordt
Werkschrift
u via de ander voor elkaar probeert te krijgen. Al was het alleen maar omdat
Deel 3
De effectiviteit van de directe weg is meestal groter dan de effectiviteit van wat
Deel 3
Werkschrift
De directe manier (door wat ze zelf doet), en de indirecte manier (via de ouders).
gestoken, is het goed om na te gaan welke inzet het meest effectief is om bij leerlingen het gewenste gedrag te bereiken.
86
87
3.5 De relatie leerling - ouders
Leerlingen verwoorden het zelf mooi: “Als ik uitga, vragen mijn ouders altijd hoe laat ik thuis ben. Ik zeg dan dat ik wel zie. Maar ik heb liever dat ze zeggen hoe laat ik thuis moet zijn. Dan houd ik me er misschien niet helemaal aan, maar het is wel een belangrijke grens voor mij. En als ze niets zeggen, ga ik gewoon door.” “Ik vind het plezierig dat ze vragen hoe het gaat op school. En ze hoeven het niet voor me op te lossen of zo, maar ik vind het fijn als ik gewoon mijn verhaal kan doen. Ze hoeven er niks mee te doen, ik los het zelf wel op als er iets is. Als ze maar gewoon even luisteren.” “Ze hoeven niets te doen of te zeggen. Even een knipoog. Of mijn vader, die geeft me af en toe een duw, dat voelt wel goed.” “Nou, ze moeten in ieder geval niet zeuren! Zeg gewoon ja of nee, het mag wel of niet, doe dit of doe dat, maar zeur niet!” Vragen Ga in gedachten terug naar de tijd waarin u zelf op de middelbare school zat.
Hoe werkt dat dan? Onderzoekers stellen dat de belangrijkste factoren zijn:
• Kunt u ook een voorbeeld noemen van iets wat ze deden en eigenlijk
• Het taalgebruik
Praten de ouders veel met hun kinderen? En zo ja, waarover? Let wel, het
• Is er een algemeen beeld uit te halen of zijn het allemaal unieke,
maakt weinig uit in welke taal ouders met hun kind spreken - áls ze het
maar doen.
aan heeft gehad tijdens uw schoolperiode? contraproductief was? niet-vergelijkbare verhalen?
Werkschrift
Deel 3
Deel 3
Werkschrift
• Kunt u een voorbeeld noemen van wat uw ouders deden en waar u veel Ouders hebben grote invloed op het schoolsucces van hun kinderen.
• De mate van steun. • De mate van sturing.
88
• De mate van toezicht en controle.
89
3.6 De relatie school - ouders
Het gaat te ver om te stellen dat het ene uitgaat van geïnstitutioneerd vertrouwen en het andere van geïnstitutioneerd wantrouwen. Maar het is duidelijk dat de partnergedachte meer uitgaat van vertrouwen boven controle en de consumentengedachte van controle boven vertrouwen. De school krijgt de ouders die ze verdient. Beter gezegd: scholen socialiseren ouders. Ouders komen en gaan. Ze hebben bepaalde verwachtingspatronen
Verwachtingen en aanleiding
op het moment dat ze hun kind aanmelden. Die verwachtingen zijn veelal
Veel scholen vinden contact met ouders belangrijk. Daarbij gelden in hoofdlijnen
gebaseerd op ervaringen in het basisonderwijs en op verhalen van kennis-
twee denkrichtingen: ouders als partners en ouders als consumenten.
sen. Maar de organisatie bepaalt hoe het contact verder zal zijn. De school bepaalt welke initiatieven wel gehonoreerd worden en welke niet. Welk gedrag
Sommige scholen zien ouders als partners. Dergelijke scholen hechten aan
van ouders wel gehoor vindt en op welke punten ouders tegen een muur lopen.
gedeelde opvattingen over normen en waarden. Vertrouwen en samenwerking
De organisatie is leidend en stuurt het gedrag van ouders. Zij voedt de ouders
spelen een belangrijke rol; school en ouders maken gezamenlijke afspraken
op, zij socialiseert (‘zo zijn onze manieren’). Ook als ouders erg dominant en
en trekken gezamenlijk op. Ouders verwachten: zo thuis, zo op school. De school
eisend zijn, heeft de school uiteindelijk zelf bepaald dat deze ouders deze
verwacht: zo op school, zo thuis. Men vertrekt vanuit een gedeeld beeld, een
ruimte kregen.
90
Er is vaak een aanleiding dat het thema ‘relatie school-ouders’ op de agenda
Andere scholen gaan meer uit van de consumentenbenadering. Ouders zijn,
komt.
namens hun kinderen, de klanten van de school. Klanten kiezen een leverancier
1. Ouders klagen.
en nemen het product af. Daar staan kosten tegenover. Het product is zo
Als enkele ouders klagen, zijn het incidenten. Dan hebben de ouders een
nauwkeurig mogelijk gespecificeerd (bijvoorbeeld in de schoolgids) en de
probleem. Als het er veel dreigen te worden, heeft de school een probleem.
rechten, plichten, garanties zijn netjes geregeld in protocollen en stappen-
2. Ouders blijven weg (de leerlingenpopulatie daalt).
plannen. De uitwerking moet in principe zoveel mogelijk voor iedereen
3. De ouder- en leerlingenpopulatie verandert.
gelijk zijn.
De vanzelfsprekende contacten werken niet goed meer, de wederzijdse
verwachtingen sporen niet meer met elkaar.
Werkschrift
De uitwerking kan situationeel en persoonsgebonden zijn.
Deel 3
Deel 3
Werkschrift
gedeelde visie (waarvan het natuurlijk goed is dat deze ook op papier staat).
91
Vragen
Schematisch ziet dit er als volgt uit:
• Hoe ziet uw school de ouders? Als consumenten of als partners? • Welke verwachtingen horen bij beide opvattingen? • Uit welk gedrag van de school blijkt dat? • Speelt een van de drie aanleidingen een rol? Gedeelde belangen en aanvullende bijdragen Scholen willen over het algemeen: • Informatie (ze willen weten wat er met een leerling is).
bijdragen
• Hand- en spandiensten thuis (die ervoor zorgen dat de leerling op tijd op
d. c. b. a.
ondersteuning beleid hand- en spandiensten ondersteuning thuis informatie over kind thuis
e.
informatie over kind op school
f. g. h.
contact, gehoord worden scholing ondersteuning
behoeften
school is).
• Praktische hulp van ouders (bijvoorbeeld bij sportdagen en in de bibliotheek). • Ouders die meedenken over beleid. behoeften
Dit loopt parallel met de vragen en wensen van ouders zelf. Ouders willen graag:
bijdragen
• Weten hoe het met hun kind gaat.
• Meehelpen op school. • Meedenken over het beleid van de school. Vragen Beide lijstjes gaan van breed naar smal. Bijna alle ouders willen informatie,
• In welke behoeften herkent u zich nu?
slechts weinig ouders willen meedenken over het beleid van de school. En dat
• Kunt u aangeven wat de belangrijkste behoefte is?
Werkschrift
herinneren aan het maken van huiswerk en te helpen bij overhoringen).
Deel 3
Deel 3
Werkschrift
• Hun kind helpen om succes te hebben op school (al was het maar door te
geldt ook voor de school. Scholen willen van zoveel mogelijk ouders relevante informatie over hun kind, maar er hoeven niet zoveel ouders mee te helpen
92
of mee te denken over het beleid.
93
Contactmomenten Er blijken twee belangrijke contactmomenten te zijn, waarop de invloed van ouders (erg) groot is: bij de aanmelding en bij de profielkeuze. Beide momenten zijn voorspelbaar en dus in te plannen. Er is nog een derde contactmoment, dat zich minder goed laat plannen: het contact over de vervolgcarrière (werk of vervolgopleiding). Bij alle drie de momenten gaat het om het goed op elkaar afstemmen van verwachtingen en mogelijkheden (van de ouder en de leerling en - in het geval van de aanmelding en de profielkeuze – ook van de school). Het streven is een uitkomst die aansluit bij de mogelijkheden van zowel de leerling als de school. Dit gebeurt op basis van eerdere ervaringen, de beheersing van de stof en zaken als inzet en algemene studievaardigheden. Een goede afstemming van de wederzijdse verwachtingen en mogelijkheden kan in een later stadium veel gedoe voorkomen. Een gezond uitgangspunt is dat er een gezamenlijke verantwoordelijkheid is
naarmate de leerling ouder en zelfstandiger wordt. Er zijn twee soorten van mismatch tussen verwachtingen en mogelijkheden: • Te hoge verwachtingen: met het risico van afstroom.
Deel 3
school en de wens van de leerling zwaar. De rol van de ouders verschuift
Werkschrift
voor het uiteindelijke besluit. Daarbij wegen het professionele oordeel van de
• Te lage verwachtingen: onderbenutting van talenten en mogelijkheden.
94
95
Vragen • Is de school content over de drie contactmomenten? Leveren deze de
goede match op?
• Zijn ouders tevreden over de contactmomenten? Als dit niet bekend is,
kunt u overwegen dit in te brengen tijdens een ouderkring.
• Zijn de leerlingen tevreden over de contactmomenten? Als dit niet
bekend is, kunt u overwegen het tijdens een mentoruur te bespreken.
Soorten contact Het contact met ouders is te typeren met een v, ww, mm, dd of 0. Het v-contact staat voor het vink-contact. De noodzakelijke momenten (bij aanmelding, rapporten en einduitslag) worden afgevinkt. Deze contactmomenten zijn formeel nodig, er is geen op te lossen probleem of gezamenlijk doel, ze voegen weinig toe. Ze worden afgevinkt. Met ww-contact bedoelen we win-win-contact. Dat wil zeggen: er is herhaaldelijk overleg en dat leidt steeds tot positieve uitkomsten. Het omgekeerde is het mm-contact: de
kan na een confrontatie of een heldere ingeving toch ineens tot oplossingen leiden. En er zijn ook 0-contacten: er is géén contact.
96
Deel 3
problemen op. Positief is het dd-contact: door het dal heen. Een mm-contact
Werkschrift
moedeloze momenten. De contacten zijn er wel, maar ze lossen geen
97
Typering van de relatie met ouders
Opdrachten • Inventariseer de contacten. (Het totaal moet optellen tot 100 procent.)
In de wijze waarop scholen met ouders omgaan, kunnen we bepaalde
v-contacten:
…. procent
typeringen onderscheiden. De school geeft bijvoorbeeld vooral informatie,
ww-contacten:
…. procent
ze geeft structuur, ze is gericht op de relatie, ze wil graag dat ouders participeren
mm-contacten: …. procent
of ze is gericht op gezamenlijke innovatie.
dd-contacten:
…. procent
De vormen zijn cumulatief, dat wil zeggen dat iedere volgende vorm vooral
0-contacten:
…. procent
succesvol is als de voorgenoemde goed gedaan wordt. Problemen ontstaan bijvoorbeeld als de school sterk op de relatie is gericht terwijl ze de eerdere niveaus (van informatievoorziening en bieden van structuur) onvoldoende
Zet deze percentages in de volgende matrix.
op orde heeft. Schoolsucces en
O-
v-
ww-
dd-
mm-
Enkele kenmerken per typering:
oudercontacten
contacten
contacten
contacten
contacten
contacten
Informatiegericht: de school informeert ouders. • Er is een informatiebulletin.
Gladde weg
• Er zijn protocollen hoe te handelen. • Er is een jaarkalender met een overzicht van activiteiten.
• De school weet wat ze van ouders verwacht en omgekeerd. • Komt uw schatting overeen met die van uw collega’s? Zo nee, waar zitten
verschillen en hoe komt dat?
Relatiegericht: de school streeft naar een goede relatie met de ouders.
• Welke percentages zijn wenselijk?
• Er zijn persoonlijke contacten.
• Bepaal van de vakken met de hoogste percentages de inhoud: waar gaat
• Docenten en ouders kunnen goed met elkaar overweg.
98
• Taken en bevoegdheden zijn geregeld.
Werkschrift
Gat in de weg
Deel 3
Structuurgericht: de school biedt duidelijkheid, structuur.
Deel 3
Werkschrift
Hobbelige weg
het daar over?
99
Samenwerkingsgericht: school en ouders werken samen. • School en ouders informeren elkaar over belangrijke zaken. • De school is pro-actief in het aangaan van contacten op alle niveaus. • Ouders helpen actief mee in de school. Innovatiegericht: • Ouders zijn betrokken bij alle belangrijke beleidskeuzes. Het is ook mogelijk met behulp van een test te bepalen welke typering het beste bij uw school past. Als u daar meer over wilt weten, kunt u contact opnemen met CPS. Preventie of herstel We onderscheiden twee soorten contact. Je zou ze preventief en curatief kunnen noemen. De preventieve contacten zijn erop gericht de communicatie goed te laten
mij kun je veel problemen voorkomen als je ouders goed informeert en beleidswijzigingen eerst bij ouders in de week legt. Dan kunnen ze aan het idee wennen. Soms hebben ze goede tips die je weer kunt meenemen bij de uitvoering. Je mag gerust weten dat ik dingen soms eerder met een groepje
Deel 3
informeren ouders en vragen feedback. Zoals directeur Marijke zegt: “Volgens
Werkschrift
verlopen, of het nu om de leerling gaat of om beleidswijzigingen. Scholen
ouders bespreek dan in een teamvergadering.” De curatieve contacten zijn de herstelpogingen als er in de communicatie iets niet goed is gegaan. Bijvoorbeeld omdat de communicatie geheel heeft
100
ontbroken. Marcel: “Een van de teamleden is nu eenmaal niet zo handig in
101
de communicatie. Als er iets is, zegt hij dat nogal bot. Ouders kunnen daar
Andere scholen kennen vooral de preventieve trap. Deze begint bij de
nogal van in de stress raken en dan komen ze bij mij klagen. Ik probeer het
directie (de directie legt het schoolbeleid uit, bijvoorbeeld tijdens open
dan weer goed te krijgen.”
dagen, via de website of andere schriftelijke media). De mentor geeft aan hoe het in de groep gaat en de docent wat dit voor zijn vak betekent.
Bij de curatieve contacten zien we dat op veel scholen een soort ‘escalatieladder’ gehanteerd wordt. Ouders komen eerst bij de docent, dan bij de mentor en
Directie schoolbeleid
ten slotte bij de directie. Ouders beklimmen deze ladder over het algemeen als hun probleem op een lagere trede niet of onvoldoende is opgelost. Ieder hoger niveau moet uitleggen of verdedigen wat er op een lager niveau niet goed gegaan is. De curatieve trap brengt dit in beeld:
Mentor groepszaken
• In welke ladder herkent u uw school of uw team? • Hoeveel contacten waren er (bijvoorbeeld in de afgelopen maand) op iedere Docent vakzaken
102
Vragen
Werkschrift
Mentor groepszaken
Deel 3
Docent vakzaken
Deel 3
Werkschrift
Directie schoolbeleid
trede ?
• En op welke ladder staan deze contacten? • Ligt het initiatief vooral bij de school of bij de ouders? Of is het in balans?
103
(On)gevraagde feedback
Vragen
De communicatietrap heeft verschillende onderdelen. De treden staan voor
• Welke onderwerpen spelen er? En hoeveel?
het contact tussen de docent, de afdeling/jaargroep, de directie en de ouders.
• Waar kunt u deze onderwerpen plaatsen op de trap?
De aanleiding voor het contact is meestal iets wat op die trede speelt. De vorderingen of het huiswerk in een vak, het gedrag en de houding tegenover groep en de school en het schoolbeleid. Zoals een ouder zegt: “Mijn dochter ergert zich enorm aan haar klasgenootjes; die maken zo’n herrie dat zij niet kan opletten. En zij heeft echt die uitleg nodig om de stof goed te kunnen snappen!” Maar soms zit de aanleiding voor het contact elders. Dan moet het contact worden opgevat als ongevraagde feedback op andere onderdelen van de trap. Een ouder: “In de schoolgids staat dat er lessen Spaans gegeven worden, maar waar blijven die?” In dit voorbeeld is het niet goed gegaan in de communicatie. Een metafoor hiervoor is de trapboom, de schuine zijkant van
ie
o nt
a le
uni
c at i
e
Werkschrift
at iz Hor
m c om
Deel 3
ic
Deel 3
un
Werkschrift
m
proefwerken in één week! Kan dat niet beter afgestemd worden?”
m
docenten onderling). Een ouder: “Afgelopen periode kregen ze soms wel drie
co
breedte van de trede (miscommunicatie, onvoldoende communicatie tussen
le
104
teamleider en de directie). En kan zich ook een probleem voordoen in de
ca
communicatie in de school (tussen docent en leerling, tussen docent en
ti
verband in de trap. Deze trapboom is een metafoor voor de interne, verticale
r Ve
de trap (waar de treden bevestigd zijn). Deze trapboom zorgt voor het
105
De 20–80-regel (het Pareto-principe)
Wat gaat mis?
Pareto ontdekte dat in Italië 80 procent van het bezit in handen is van 20
“Waarom hebben we hier geen buitenlandse reis?”, vraagt een ouder in een
procent van de bevolking. Vervolgens is deze 20–80-verhouding bij tal van
oudergesprek. Waarop de coördinator omstandig gaat uitleggen waarom ze
onderwerpen onderzocht en vaak bevestigd. De essentie ervan: 20 procent
dat wel willen maar nog niet doen. De ouder: “Maar waarom kijken jullie
is verantwoordelijk voor 80 procent. Dus: 20 procent van de ouders vraagt
niet hoe andere scholen dat doen?” Andere ouders vallen de probleeminbrenger
80 procent van de tijd. 20 Procent van de thema’s die ouders aandragen,
bij. “Ja, maar dat ging toen ook niet goed, dat werd een heel groot probleem”,
vraagt 80 procent van de energie. En omgekeerd: in 20 procent van de tijd
zegt de coördinator, die maar blijft verdedigen en uitleggen. Dit is een
behaalt men 80 procent van het resultaat – met de overige 80 procent van de
veelvoorkomend patroon. De ouder stelt zich eerst op als aanklager, de
energie wordt slechts 20 procent van het resultaat gerealiseerd. Dit geldt
school probeert antwoord te geven en vervolgens probeert de ouder oplossingen
ook voor bijvoorbeeld het imago (80 procent van ons imago wordt veroorzaakt
aan te dragen (te redden). Dit verzwakt de positie van de school alleen nog
door 20 procent van onze ouders).
maar meer. De coördinator achteraf: “Nou, je kon het al zien toen mijnheer
Het is dan handig om te weten waar je tijd en energie in steekt. De 80 procent
binnenkwam. Hij had weer van alles te klagen! Zo komen we nooit toe aan
levert niet veel op, daar kunt u waarschijnlijk op bezuinigen. Probeer de 20
de dingen die we eigenlijk willen bespreken.” Dit illustreert goed dat de
procent te optimaliseren.
school nu dus de rol van het slachtoffer kiest. De ouder is de boosdoener - omdat
106
• Wie zijn de 20 procent invloedrijkste ouders?
psycholoog Steven Karpman.
• En wat zit er in de 80-20-procent-bak? • Hoe kunnen we ons (nog) beter richten op de effectieve, nuttige 20 procent?
Deel 3
• Wat zijn onze 20 procent positieve onderwerpen?
Werkschrift
Dit patroon heet de dramadriehoek. Het is ontwikkeld door de Amerikaanse
• Wat zijn onze 20 procent belangrijkste negatieve onderwerpen?
Deel 3
Werkschrift
de ouder het gesprek domineert komt de school niet aan de eigen doelen toe. Vragen
107
Aanklager
Redder
In het voorbeeld zou de coördinator in dit geval kunnen zeggen: “Nee, tot nu toe houden we geen buitenlandse reis. We onderzoeken of dat in de toekomst wenselijk en mogelijk is. We verwachten dat we daar in drie maanden uit zijn, en dan hoort u dat van ons.”
Dramadriehoek
Reflectievragen Hoe zit het op uw school? • Wordt er vooral gezocht naar schuldigen en oorzaken, of gaan gesprekken
vooral over de oplossingen?
• Wijzen mensen vooral naar elkaar of nemen ze hun eigen
verantwoordelijkheid?
• Als er ouders met een probleem komen, hoeveel tijd van het gesprek gaat Slachtoffer
dan over: - het zoeken naar schuldigen en oorzaken: . . . . . procent - het zoeken naar oplossingen: . . . . . . procent
De dramadriehoek
• Bevalt deze verdeling u? Zo nee, hoe wilt u dit veranderen?
108
Recepten voor problemen
dramadriehoek is dat verantwoordelijkheden worden doorgeschoven. Er worden
Er zijn een paar eenvoudige recepten om de schoolloopbaan van leerlingen
schuldvragen gesteld, naar oorzaken gevraagd. Iemand moet de schuld krijgen
en de relatie met ouders in de soep te laten lopen.
en in de dramadriehoek is dat nooit de spreker, maar altijd de ander.
Zelf heb ik minder plezierige herinneringen aan een docent in de tweede klas.
Er is maar een manier om uit een dergelijk patroon te stappen: de verant-
Hij gaf me een beurt voor het bord en ik klapte dicht. Waarop ik na de sneer
woordelijkheid nemen, afspraken nakomen en grenzen stellen. Stap uit de
“Mijnheer (met de klemtoon op ‘mijn’) Hogeboom, u hebt er weer helemaal niets
valkuil van schuldvragen en oorzaken, kijk niet terug naar het verleden,
aan gedaan!” afdroop, met een 1 in mijn schrift en het schaamrood op mijn
draai je om en kijk naar de toekomt. Ga je iets met de opmerking doen, of niet.
kaken. En dat terwijl ik me suf had geleerd, omdat ik dat vak razend moeilijk
En als je dat wel doet, laat dat dan weten en licht de vervolgprocedure toe.
vond en mijn reputatie vreesde. Ik durfde het voorval thuis niet te vertellen.
Werkschrift
omdat het een ingeslepen patroon kan zijn geworden. Kenmerkend voor de
Deel 3
Deel 3
Werkschrift
Dit patroon komt vaak voor, het is hardnekkig en lost niets op. Het is hardnekkig
109
Maar stel dat ik dat wel gedaan had en mijn vader was naar die docent
3.7 Recept voor een goede relatie: de roos van Leary
toegegaan. Hoe zou hij gereageerd hebben?
De roos van Leary biedt een manier om naar relaties te kijken, ook naar de
Natuurlijk zijn er ook voldoende positieve voorbeelden, bijvoorbeeld dat
relatie met ouders. Leary stelt dat je in het contact met anderen verschillende
iemand een vak kiest vanwege die ene geweldige docent. Maar het omgekeerde
posities kunt innemen. De uitersten zijn samen of tegenover en boven en
gebeurt ook.
beneden. Mensen willen samenwerken of niet. Ze willen invloed uitoefenen of niet. Leary geeft aan dat het gedrag van de een het gedrag van de ander
We komen onder andere de volgende recepten tegen om een goede relatie om
uitlokt. Wie zich als ‘tegen’ opstelt, lokt ‘tegen-gedrag’ uit. Wie zich ‘boven’
zeep het helpen:
opstelt (als leidinggevend) lokt ‘onder-gedrag’ (volgend gedrag) uit.
• Ontkennen (“Dat ziet u verkeerd.”)
Boven-samen nodigt uit tot aanpassen en volgen, boven-tegen wordt als
• Bagatelliseren (“Het valt wel mee.”)
aanvallend ervaren en lokt defensief en verdedigend gedrag uit. Tegen-gedrag
• Extern attribueren (“De gemeente, de overheid, het bestuur, de ouders ….
is vaak te herkennen doordat de spreker zegt wat de ander zou moeten doen
of wat hij van de ander verwacht. De spreker praat over de ander (met het
werken niet mee.”)
• Jezelf gaan verdedigen (“Ik heb zo hard gewerkt, ik doe zo mijn best.”)
woordje ‘zij’ of ‘hij’). Samen–gedrag is te herkennen door het gebruik van
• Afschuiven (“U moet hiervoor bij mijn collega zijn.”)
het woordje ‘wij’.
• Zelfmedelijden krijgen (“Ze moeten altijd mij/ons hebben.”) • Hard werken en denken dat alles even effectief is (“Het maakt niet uit wat
Vragen Mogelijk zijn er van die belemmerende momenten in uw eigen schoolcarrière geweest. • Welke momenten waren dat?
Werkschrift
anderen zeggen, ik weet dat ik gelijk heb.”)
Deel 3
Deel 3
Werkschrift
• Welke reactie had de belemmering kunnen wegnemen?
110
111
Vragen Neem een lastig gesprek in gedachten. • Op welke plek in de roos van Leary plaatst u zichzelf? • Bevalt deze plek? • Als u een andere plek zou willen innemen (als school of als persoon) wat
is daarvoor nodig?
3.8 Het driegesprek Praat niet over, maar met elkaar, dat is de gedachte achter het driegesprek. Ieder onderwerp waar zowel leerlingen, ouders als docenten bij betrokken zijn, leent zich ervoor. Onderwerpen waar maar één of twee groepen mee te maken hebben, zijn minder geschikt. Voorbeelden van geschikte thema’s zijn: • voorkomen van schooluitval, • gezond gedrag, • zelfstandig werken, • huiswerk,
In één ruimte staan drie kringen met stoelen. In de ene kring zitten leerlingen, in de andere kring zitten ouders, in de derde kring zitten docenten.
Werkschrift
Een beschrijving van het driegesprek.
Deel 3
• toetsen.
De voorzitter, bijvoorbeeld de directeur, legt de spelregels uit en vertelt wat het gespreksthema en de centrale vraag is.
112
113
Iedere kring heeft in totaal een halfuur de tijd. Het eerste kwartier bespreken
De voorzitter vat vervolgens samen wat de drie kringen hebben opgeleverd.
ze zelf het thema, het tweede kwartier betrekken ze daar de vragen uit de
Hij begint bij de leerlingen, dan de ouders en dan de docenten. De leerlingen-
andere kringen bij.
kring mag hier nog kort op reageren, dan sluit de voorzitter af met de procedure voor het vervolg.
Het gesprek begint in de leerlingenkring. De leerlingen bespreken het thema, terwijl de beide andere kringen de stoelen in een halve cirkel zetten, zodat ze de leerlingenkring kunnen zien. Ze mogen alleen maar luisteren.
Wilt u meer weten over de het driegesprek?
Alleen de leerlingenkring is nu aan het woord. De andere kringen mogen
Kijk op www.onderwijsinontwikkeling.nl
alleen eventuele vragen opschrijven op een post-it (iedere vraag op een nieuwe post-it). De voorzitter is buiten de kring en bewaakt alleen de tijd. Na een kwartier haalt de voorzitter de schriftelijke vragen op, kiest de belangrijkste eruit en legt deze aan de leerlingenkring voor. Na het eerste halfuur gaat de beurt naar de ouderkring. Deze kring bespreekt dezelfde centrale vraag maar betrekt daarin wat ze van de leerlingenkring
ouderkring. Ten slotte is de beurt aan de docentenkring. Ook deze kring bespreekt
Werkschrift
geeft na een kwartier zijn selectie van de belangrijkste vragen aan de
Deel 3
De beide andere kringen kunnen weer schriftelijk vragen indienen. De voorzitter
Deel 3
Werkschrift
gehoord heeft.
dezelfde centrale vraag en betrekt daarbij wat ze van de leerlingen en de ouders heeft gehoord. Ook dan is er weer na een kwartier een schriftelijke vragenronde.
114
115
Literatuur
Jeynes, W.H. (z.j.). Parental involvement and student achievement; a meta-analyses. Long Beach: California State University.
Geciteerde literatuur en enkele aanvullende titels. Klaassen, C. (2008). Scholen op weg naar educatief partnerschap met ouders. Bouffard, S. M. & Stephen, N. (2007). Promoting family involvement, In: Principal’s
Nijmegen: Radboud Universiteit.
Research Review, NASSP. Vol. 2, issue 6, nov. 2007. Knecht, A. (2008). Foute-vriendentheorie gaat niet op. Ouders, school en foute Feyfant, A. & Olivier, R. (2006). Parents and schools. In: Lettre d’information de la
vrienden; samenvatting van het onderzoek ‘Friendship selection and friends influence’.
VST. Nr 22, november.
http://www.narcis.info/research/RecordID/OND1291750/Language/en
Online: http://www.inrp.fr/vst/LettreVST/english/22-november-2006_en.php Loukas, A., Roalson, L.A. & Herrera, D.E. (2010). School connectedness buffers Hair, E.C. e.a. (2008). The continued importance of quality parent-adolescent
the effects of negative family relations and poor effortful control on early adolescent
relations during late adolescence. In: Journal of research on adolescence. Nr. 18(1),
conduct problems. Austin: University of Texas.
pag. 187-200. McClain, H. R. (2006). Family-school collaboration: the benefits and barriers. Herweijer, L. & Vogels, R. (2004). Ouders over opvoeding en onderwijs.
Review. Webpublicatie School of Education, Curriculum and Instruction.
Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. McNamara Barry, C. e.a. (2008). The impact of maternal relationship quality on Hoeve, M. (2008). Overbeschermd opgevoed kind vaker over de schreef. Persbericht
emerging adults’ prosocial tendencies: indirect effects via regulation of
op website universiteit Nijmegen.
prosocial values. In: Journal of Youth and Adolescence. Nr. 37, pag. 581-591.
Online: http://www.ru.nl/wetenschapsagenda/jaargangen/jaar gang_2007-2008/ @752997/overbeschermd/
Ministerie voor Jeugd en Gezin (2010). Kabinetsvisie Perspectief voor jeugd en gezin. Den Haag: Ministerie Jeugd en Gezin, Justitie.
Hogeboom, B. (1994). Ouders en schoolsucces; activiteiten om ouders bij het onderwijs te betrekken. Lisse: Swets & Zeitlinger b.v.
116
Onderwijsraad (2007). Presteren naar vermogen; alle talenten benutten in het funderend onderwijs. Den Haag: Onderwijsraad.
117
Schaminée, M & Bruyn, S. (2009). Onderpresteren. Help je kind de middelbare school door zonder duwen en trekken. Amsterdam: SWP. Sheldon, S.B. (2007). Improving student attendance with school, family and community partnership. In: The journal of educational research. Vol. 100, no 5, pag. 267-275. Veugelers, W. & Kat, E. de (1998). Opvoeden in het voortgezet onderwijs. Leerlingen, ouders en docenten over de pedagogische opdracht en de afstemming tussen gezin en school. Assen: Van Gorcum & Comp. B.V. Vries, P. de (2007). Handboek ouders in de school. Amersfoort: CPS. Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2009). Vertrouwen in de school. Over de uitval van ‘overbelaste jongeren’. Amsterdam: University Press. Padilla-Walker, L.M. (2008). “My mom makes me so angry!” Adolescent perceptions of mother-child interactions as correlates of adolescent emotions; abstract. www3. interscience.wiley.com/journal/119410916/articletext?DOI=10
118
119