regio Gooi en Vechtstreek
Opvoeden en puberteit
www.cjggooienvechtstreek.nl
n Opvoeden en puberteit De puberteit is de periode waarin kinderen zich tot volwassenen ontwikkelen. Een bewogen en spannende periode; voor het kind zelf, maar ook voor de ouders. Opvoeden kan in deze periode een zware taak zijn, doordat de hormonale veranderingen ervoor zorgen dat pubers vaak onredelijk, humeurig of dwars zijn.
n Lichamelijk veranderingen Onder invloed van veranderende hormonen maken pubers een groeispurt door. Dit gebeurt tussen het elfde en vijftiende levensjaar, bij meisjes vaak eerder dan bij jongens. Daarbij is er veel verschil in groei; de een wordt lang, de ander blijft wat kleiner. Maar groeien kost hoe dan ook veel energie, waarbij het kind vaak moet wennen aan zijn ‘nieuwe’ lijf. Het is belangrijk dat u met uw kind praat over deze veranderingen. De veranderende hormonen zorgen ook voor geslachtsontwikkeling. Meisjes krijgen borsten en gaan menstrueren. Jongens ontwikkelen baardgroei, krijgen de baard in de keel en kunnen hun eerste zaadlozing krijgen. En pubers kunnen last krijgen van jeugdpuistjes. Door deze lichamelijke veranderingen kunnen pubers zich onzeker voelen. Deze kwetsbaarheid uiten ze op verschillende manieren, bijvoorbeeld door weg te kruipen op hun kamer, door hun onzekerheid te overschreeuwen of door zich samen sterk te voelen met leeftijdgenoten.
n Het puberbrein De laatste jaren zijn we veel te weten gekomen over de ontwikkeling van de hersenen. De rijping van de hersenen duurt tot ongeveer het 25e jaar, maar de grootste verandering voltrekt zich tijdens de puberjaren. Het wisselvallige gedrag van pubers is daar een logisch gevolg van. Het ene moment zegt uw kind ‘Bemoei je er niet mee’ en even later komt uw kind zijn hart bij u uitstorten.
Pubers zien zichzelf als middelpunt, ze kunnen behoorlijk zwart-wit denken en uitgesproken standpunten innemen. Het is belangrijk dat u de gevoelens, wensen en ideeën van uw puber serieus neemt, hoe apart die ook in uw ogen kunnen zijn. Daardoor krijgt uw kind zelfrespect en blijft het het contact met u ook op prijs stellen. - Toon oprechte belangstelling voor uw kind en blijf zo goed mogelijk op
de hoogte: weet wie zijn vrienden zijn, wat hij na schooltijd doet, welke muziek hij leuk vindt.
- Onderneem regelmatig iets met uw kind. Vaak kunt u vanuit dit contact lastige kwesties met uw kind bespreken. - Luister vooral goed naar uw kind, hierdoor krijgt u veel informatie. - Met belonen bereikt u meer dan met straffen, dat geldt zeker in de
puberteit.
- Slaap is heel belangrijk voor de rijping van de puberhersens. Hou dit voor ogen als ze weer eens niet hun bed uit willen komen. - Pubers kunnen slecht plannen (huiswerk) en vooruit denken (gevolgen overzien). Verwacht dan ook niet dat ze dat zelf kunnen. Blijf ze herinneren aan de taken die ze moeten doen.
n Leeftijdgenoten, idolen, buitenwereld Pubers moeten op zoek naar zichzelf, naar een eigen identiteit. In dat proces zoeken pubers contact met leeftijdgenoten. Jongens trekken vooral op met jongens en meisjes met meisjes. De meeste jongeren hebben weinig moeite met het leggen van contacten, maar het lukt ze niet allemaal. Steun en stimulans is dan belangrijk. Wat pubers vooral niet willen is uit de toon vallen. Dat verklaart waarom zij het zo belangrijk vinden hoe ze eruit zien en waarom ze er vaak allemaal hetzelfde uitzien. Ook hun ouders moeten gewoon zijn en vooral niet opvallen!
Vaak gaan pubers op zoek naar personen buiten het gezin, die ze nadoen, aan wie zij zich spiegelen en die zij als ideaalbeeld zien. Zij bewonderen bijvoorbeeld televisiesterren, popidolen, topsporters of docenten. Dat leidt vaak tot voorkeuren, een uitgesproken keuze voor bepaalde kleding, muziek, merken, gedrag en woordkeuze. - Respecteer de keuze van uw kind, ook die van vriendschappen. - Maak het mogelijk dat uw puber vrienden thuis ontvangt en naar anderen toegaat. - Stimuleer deelname aan een sport of andere club. - Discussieer met uw kind: u hoeft het niet samen eens te worden,
meningsverschillen mogen bestaan.
n Experimenteergedrag Experimenteren en grenzen verleggen hoort bij het ontdekken van de wereld. Denk daarbij maar aan het te pas en te onpas een eigen mening geven, roken, alcohol drinken, drugsgebruik, geen huiswerk maken en spijbelen. Hoewel een puber zich meestal houdt aan de regels die u als ouder stelt, zijn de protesten vaak niet van de lucht. Het is dan de kunst om het midden te vinden tussen het handhaven van de regels en het soepel omgaan met het gedrag van uw kind. Star vasthouden aan uw eigen overtuiging en iets zonder meer verbieden werkt in dat geval vaak averechts. - Wees duidelijk in wat wel en wat niet mag en leg uit waarom dat zo is. - Geef zelf het goede voorbeeld. - Ken de signalen van drugs- en alcoholgebruik. - Geef uw puber de kans om dingen te doen die u als volwassene niet (meer) leuk vindt.
n Verantwoordelijkheid De weg naar volwassenheid betekent ook dat een kind moet leren om verantwoordelijkheid te nemen. In dit proces leert een kind wat de gevolgen zijn van zijn handelen. Het is belangrijk om uw puber daarin de ruimte te geven, waarbij ook fouten gemaakt mogen worden. Onderhandelen over grenzen hoort daar ook bij. Hanteer duidelijke regels en basisnormen en –waarden, die voor u en uw gezin gelden, zoals bijvoorbeeld: - Afspraak is afspraak - Laten weten waar je na schooltijd naar toe gaat. - Geen alcohol beneden de 16 jaar. - Over deze regels wordt dan niet onderhandeld. Over andere zaken, zoals het tijdstip van thuiskomen, kamer opruimen, zakgeld etc. kan dan wel onderhandeld worden. Hoe pakt u dat aan? - Maak eerst duidelijk wat u wilt of vindt en vraag dan wat uw kind wil of vindt (of doe dit andersom). - Bedenk vervolgens samen oplossingen. Reageer zonder te oordelen (‘belachelijk’), dus neutraal (’ja, dat zou kunnen’). - Bekijk dan welke oplossingen voor jullie beide haalbaar en acceptabel zijn. - Maak vervolgens samen een keuze of sluit een compromis. - Spreek een moment af waarop jullie nagaan of jullie tevreden zijn over de gemaakte afspraak. Zo niet, stel deze dan bij of kies een andere oplossing. Altijd geldt: - Leg bij dom gedrag rustig uit wat de gevolgen zijn. Doe dat eventueel
keer op keer opnieuw.
- Maak duidelijk dat u er altijd zult zijn om uw kind te helpen, ook al heeft het iets stoms gedaan. Thuis hoort de wereld voor een puber veilig te zijn, want buiten de deur is het al moeilijk genoeg.
n Meer informatie Kijk ook eens op de volgende websites: www.oudersonline.nl www.opvoedingsondersteuning.info www.opvoedadvies.nl www.netdokter.nl www.anticonceptievoorjou.nl www.soa.nl www.uwkindenalcohol.nl www.uwkindenroken.nl www.uwkindenblowen.nl www.mediaopvoeding.nl Boeken Kinderen en seksualiteit (Sanderijn van der Doef, Uitgeverij Lifetime, Utrecht) Het Puberboek (Sanderijn van der Doef, Uitgeverij Ploegsma, Amsterdam) Het puberende brein (Eveline Crone, Uitgeverij Bert Bakker) Praten met je puber (Anette Heffels, Uitgeverij spectrum) Ik heb ook wat te vertellen! (Martine F.Delfos, Uitgeverij SWP) Voor tips of advies bij opvoedvragen, voor suggesties in moeilijke situaties of voor literatuur of andere hulp kunt u contact opnemen met het Centrum voor Jeugd en Gezin in uw woonplaats.
Voor vragen over opgroeien en opvoeden
n Uitgave 2012 Centrum voor Jeugd en Gezin Gooi & Vechtstreek www.cjggooienvechtstreek.nl
n Inhoudelijke redactie GGD Gooi & Vechtstreek, afdeling Jeugdgezondheidszorg www.ggdgooi.nl
www.cjggooienvechtstreek.nl