OPENBARE VERGADERING van de raad der gemeente Alblasserdam op woensdag 12 november 2008 des namiddags om 16.00 uur in het raadhuis Aanwijzig de leden: mevrouw M.J.H. Barra-Leenheer (PvdA), de heer R. van Lavieren (PvdA), de heer J.J.G. Lok (PvdA), de heer O. Yilmaz (PvdA), de heer L.Verwoert (PvdA), mevrouw L. Sundquest-van Solingen (CDA), de heer A.C.C.M. Ruikes (CDA), de heer Th. de Gelder (CDA), de heer J.H. Wesselius (CDA vanaf 17.15 uur), de heer mr. A. Boele (SGP), de heer dr.ir. H. Boersma (SGP), de heer drs. P.J. Verheij RA (SGP), mevrouw C.E.J. Leeuwis (VVD), de heer A.J. Zwaan (ChristenUnie) en de heer A.G. Clements (ChristenUnie); Afwijzig:
: mevrouw P.M. Wennekes (PvdA) en de heer F.C. de Gier (VVD);
Wethouder:
: de heer J.M. Dekker (VVD), de heer S.J. Veerman (CDA) en de heer A.L. Cardon (PvdA, tot 16.15 uur);
Plv. griffier:
: mevrouw P.L. van der Net
Voorzitter:
: mevrouw L.M. Huizer;
Voorzitter: Dag dames en heren, leden van de raad, mensen op de tribune, een ieder die hier vandaag bij deze nog stukje middag en avond van de begrotingsbehandeling aanwezig is. Het is vier uur, dus dat is de tijd om te starten en dat doen wij dan ook. Ik heb bericht van verhindering van mevrouw Wennekes en de heer De Gier en de heer Wesselius heeft laten weten dat hij wat later is. ik neem aan dat de anderen, nee, wij missen alleen nog de heer De Gelder, ik denk dat hij nog komt. Kwam hij eraan? Dan zijn wij verder compleet. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 1 - Spreekrecht burgers -----------------------------------------------------Aanwezige burgers kunnen het woord voeren over op de agenda voorkomende onderwerpen. Per spreker is maximaal vijf minuten beschikbaar en in totaal duurt dit punt hooguit 30 minuten. Het spreekrecht is van toepassing op de onderwerpen vanaf punt 5, tenzij • het een besluit betreft waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan; • het een benoeming, keuzij, voordracht of aanbeveling van personen betreft; • er een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wijt bestuursrecht kan of kon worden ingediend. Wij hebben één aanmelding voor het spreekrecht, dat is mevrouw Ten Hove van Vluchtenwerk en die zou ik nu het woord willen geven. Nou, die is onderweg. Dan zou ik willen voorstellen, en dat moet u me dan maar even laten wijten, omdat het toch pas vanavond aan de orde komt, dat onderwerp, dat wij het dan met goedvinden van de raad doen direct na de pauze, dus dat zal zijn om een uur of zeven. Ja, ik kan niet zomaar de algemene beschouwingen van de raad onderbreken straks. Dat vind ik ook niet kunnen, maar het onderwerp komt vanavond toch pas aan de orde, dus dan is dit mijn voorstel.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
2
Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 2 – Aanwijzing door het lot van het lid, dat het eerst aan de beurt van stemmen is ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Dan moeten wij nog even een lootje trekken voor wie het eerst mag bij een mondelinge stemming, hoofdelijke stemming aan de beurt is, maar hebben wij de lijst al hier? Ja. O, nummer 1, dat is mevrouw Barra, die was het eerst vandaag. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 3 – Actualiteiten ------------------------------------------De leden van de raad kunnen korte vragen stellen over zaken die de laatste twee dagen vóór de raadsvergadering actueel zijn geworden. Hierover kan een korte discussie worden gevoerd. Goed, actualiteiten. Ik neem aan dat u daar vandaag geen gebruik van maakt. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 4 – Begroting en meerjarenramingen 2010-2012 (Raad 2008/064) --------------------------------------------------------------------------------------------------------------Portefeuillehouder: J.M. Dekker Voorstel college 1. De begroting 2009 en het meerjarenperspectief 2010-2012 vast te stellen. 2. In te stemmen met de voorgestelde maatregelen zoals aangegeven in hoofdstuk 4 ten einde de begroting 2009 en het meerjarenperspectief 2010-2012 te laten sluiten met een positief saldo. 3. Het benodigde krediet van de met een * aangeduide vervangingsinvesteringen in het investeringsplan 2008-2012, zoals opgenomen onder bijlage 1, beschikbaar te stellen. 4. De bijgevoegde 1e begrotingswijziging vast te stellen met daarin verwerkt de onder de punten 2 en 3 aangegeven mutaties. 5. Bevestiging van de genoemde risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen. Toelichting Jaarlijks biedt het college de raad de begroting en de meerjarenramingen voor tenminste drie op het begrotingsjaar volgende jaren aan. De raad stelt de begroting vast. Procedure 1. Algemene beschouwingen fracties (15 minuten per fractie). 2. Reactie van de fracties op elkaars beschouwingen (5 minuten per fractie). Pauze 3. Reactie van het college op de algemene beschouwingen. Tweede ronde fracties. 4. Tweede ronde college 5. Besluitvorming. Dan zijn wij toe aan waar het eigenlijk, natuurlijk hebben wij nog andere onderwerpen, maar vandaag om gaat, de behandeling van de begroting 2009 en de meerjarenramingen 2010-2012. Zoals ik in ieder geval vorig jaar heb ingevoerd hier - ik wou zeggen wat gebruikelijk is, maar dat kan je na één keer niet zeggen, denk ik - is de volgorde van spreken eerst de grootste oppositiepartij, dat is de SGP begint, dan de grootste coalitie en zo over en weer. Ik heb wijl laatst geconstateerd dat dat betekent dat de VVD altijd de laatste is, maar ja, misschien dat wij het een andere keer wel weer anders, op een andere manier zullen doen. Het woord is aan de heer Boele. De heer Boele: Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Onze beschouwingen over de begroting 2009 willen wij opbouwen rondom het thema vertrouwen. Vertrouwen is immers van wezenlijk belang in de relaties, waarin
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
3 mensen tot elkaar staan. Vertrouwen is ook een basisbeginsel voor het besturen van de overheid. De overheid mag niet willekeurig zijn, maar moet gewekte verwachtingen waarmaken. Vertrouwen zegt bovendien iets over de diepste intenties van mensen. Waarop zetten wij ons vertrouwen als tijden moeilijk worden en het er echt op aan gaat komen? Welnu, met die thema vertrouwen willen wij de bestuurlijke situatie voor onze gemeente vanmiddag duiden. Dat is een aanleiding om positief in te zetten. Binnen het college is veel ten goede gekeerd. Het vertrouwen is hersteld. Dat geldt in relaties tussen het college onderling, wij zien er een team optreden, met één gezicht. Dat geldt ook de relatie tussen het college en het ambtelijk apparaat. Er wordt weer samengewerkt en er komt goede productie op gang. Hier is knap werk geleverd. In het bijzonder door onze waarnemend burgemeester en door onze tijdelijke secretaris. Zij hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan herstel van gezonde bestuurlijke verhoudingen en aan de wederopbouw van de gemeentelijke organisatie. In betrekkelijk korte tijd kon zo een donkere periode uit onze plaatselijke politiek worden afgesloten. De gemeente mag hen daarvoor dankbaar zijn. Er liggen deze keer ook goede begrotingsstukken op tafel. Zij geven onze fractie het vertrouwen, dat de financiële functie in onze organisatie op orde komt. Zij mogen ook de gemeenteraad het vertrouwen geven, dat er weer echt op de gemeentelijke financiën gestuurd kan gaan worden. Wat een verschil met vorig jaar en het jaar daarvoor en daarvoor. Wij hebben de stukken nu als een verademing ervaren, voorzitter. Deze keer niet een begroting, die slechts een bewerking is van een vorig document met veel te optimistische, en dus irreële ramingen, niet langer een overspannen projectenportefeuille. Gestopt is met het interen op de nog povere vermogenspositie. Er worden geen financiële gaten meer met niet verdiende inkomsten gedicht. Kortom, een begroting, die is gezuiverd van al die foute elementen, waartegen onze fractie zo menigmaal heeft gefulmineerd. Wijthouder Dekker is zijn toezegging bij de behandeling van de jaarrekening 2007 nagekomen en heeft op dat punt het vertrouwen, dat onze fractie hem toen gaf, niet beschaamd. Dat wil allemaal nog niet zeggen, dat wij er nu zijn. Het is waar, de cijfers kloppen en er is sprake van een sluitende exploitatie, die meerjarig structureel in evenwicht is. Maar een goede begroting verschaft meer beleidsinformatie en is transparanter en informatiever. Nu is de begroting nog te veel een opsomming van dingen, die de gemeente wil gaan doen. Activiteiten, die wij ter hand gaan nemen. En welke doelen wij daarmee voor ogen hebben, hoe wij kunnen meten of die doelen ook echt gehaald worden en welke relatie er is met het collegeprogramma, dat valt niet uit de begroting af te lezen. Hier moet dus nog een kwaliteitsslag overheen. Wij verwachten dat spoedig van het college. Niet voor het komende jaar, maar wel voor de begroting voor het jaar 2010. Ondertussen heeft de grote schoonmaak in de financiële organisatie ons pijnlijk precies geleerd hoe arm de gemeente geworden is. Wij wisten dat eigenlijk al, maar het college heeft het lang versluierd en ook meerderen in deze raad hebben het hoofd daarvan afgewend. Maar nu kan niemand dat meer relativeren of zelfs tegenspreken. Er is in de achterliggende jaren niet zo best op de gemeentelijke financiën gelet en dat heeft het vertrouwen bij de burger een flinke knauw toegebracht. De algemene reserve is leeg. Die moeten wij weer vanaf het nulpunt gaan opbouwen. De exploitatie sluit, maar wel ternauwernood. Ruimte voor nieuw beleid is er niet en reeds nu voorzienbare kostenstijgingen in de sfeer van de WMO met onderhoud van de openbare ruimte zijn niet verwerkt. Wel wordt van de burger opnieuw een flink offer gevraagd om het huishoudboekje van de gemeente sluitend te krijgen: 6,25% belastingverhoging in 2009 en nog een 5% extra in 2010. Positief is dat wij met deze begroting het fundament leggen voor een nieuw financieel bouwwerk. De financiële situatie wordt nu eerlijk en realistisch onder ogen gezien en wij gaan weer voorzichtig bouwen aan een nieuw stukje vermogen. Maar, vergun ons vanmiddag nog één keer deze opmerking, het is toch wel een beetje beschamend dat het zover moest komen. In de begroting stelt het college maatregelen voor, die een aanvankelijk berekend tekort moeten dekken. Eén van die maatregelen heeft al veel tongen en pennen in beweging gebracht: het stopzetten van de gemeentelijke betrokkenheid bij de kinderboerderij. Er is zelfs een hele volksbeweging gemobiliseerd om de kinderboerderij te behouden. Ruim zestienhonderd handtekeningen willen duidelijk maken, dat de gemeenteraad een voorstel tot mogelijke sluiting moet afwijzen. Nu vindt onze fractie dit voorstel ook van weinig invoelingsvermogen getuigen. Laten wij meteen duidelijk zijn. Wij kiezen onvoorwaardelijk voor behoud van de kinderboerderij. En wij roepen de rest van de raad op hetzelfde te doen. De kinderboerderij bestaat al decennia. En het gaat hier bepaald niet om een luxevoorziening. Het kost de gemeente bepaald niet de kop. Al die tijd gelegen aan de Plantageweg vormt de kinderboerderij iets van het eigene van onze leefgemeenschap. En het voorziet heel duidelijk in een grote behoefte. En daarom zeggen wij: behoudt de kinderboerderij. Wij zullen op dit punt aan de raad een amendement voorleggen en daarbij ook een alternatieve dekking aanwijzen, voorzitter. En dan is er nog een voorstel dat ons verwondert. Dit college meent dat het bestuur, dat aantreedt na de raadsverkiezingen in 2010, wel met één wijthouder minder toe kan. Dat scheelt mooi € 85,000,-- op
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
4 jaarbasis. Maar het is toch wel een beetje overmoedig. En het is ook niet chic in de richting van een nieuwe coalitie. Wil je ook na 2010 met drie wethouders verdergaan, en dat is naar ons oordeel bepaald geen overbodige luxe, dan mag je als onderhandelende partijen beginnen om een structureel financieel probleem van € 85.000,-- op te lossen. Ga er maar aanstaan. Als het gaat om noodzakelijke ombuigingen, maakt onze fractie andere keuzen. Ik noem er drie. Eerst de Raad voor het Opbouwwerk Alblasserdam. Huisvesting en personeel van de ROWA kost de gemeente jaarlijks € 335.000,--. Het wordt in het huidige financiële klimaat echt tijd om nut en noodzaak van deze instelling kritisch tegen het licht te houden. Onze fractie heeft meerdere malen gezegd, een gemeente die vertrouwen uitstraalt naar haar burgers, open en respectvol met hen communiceert, heeft geen tegenspelers in de vorm van een ROWA nodig om scherp te blijven. In de tweede plaats Landvast, een opvallend gebouw op een beeldbepalende plek. Maar in zijn omvang en pretenties, gemeten naar Alblasserdamse maatstaven, wel een beetje doorgeschoten. Tijdens de bouwperiode van Landvast heeft de raad twee keer een aanvullend krediet moeten verstrekken en één keer de exploitatiesubsidie moeten verhogen. Met dit gevolg dat Landvast de gemeente jaarlijks bijna € 700.000,-- kost. Dat is veel, teveel geld voor een cultureel centrum op ons schaalniveau. Zo was het aanvankelijk ook niet de bedoeling. Veel mensen in het dorp wijten dat en spreken ons als volksvertegenwoordigers daarop aan. Kan het anders? Wij menen van wel. Landvast is in private handen en wordt voor een belangrijk deel commercieel geëxploiteerd. Naar ons oordeel moet in de komende jaren de inzet erop gericht zijn, dat de gemeente haar financiële betrokkenheid bij Landvast vermindert en ruimte geeft voor verdere commerciële uitbating. In de derde plaats de belastingen, in het bijzonder de OZB. Op dit punt is het college de terughoudendheid voorbij. Werd in het collegeprogramma nog bescheiden ingezet op een belastingverhoging van niet meer dan de trend, nu doet het college voorstellen die ertoe leiden, dat aan het eind van deze raadsperiode de OZB met bijna 20% is verhoogd. Deze kloof tussen belofte en werkelijkheid zet de relatie met de burger verder onder druk. Is de gemeente geloofwaardig? Mogen de burgers erop vertrouwen, dat de gemeenschappelijke middelen bij dit college in goede handen zijn? Onze fractie dient een amendement in, dat hierop gericht is, dat de OZB geen sluitpost van de begroting wordt. Voorzitter, het college wil werken aan wat zij noemt positieve beeldvorming over Alblasserdam op weg naar een gemeente, die professioneel bestuurd wordt vanuit een sociaal hart. Mooie woorden. Het is ook heel had nodig en het lijkt er vooralsnog niet op. Wie zijn oor te luisteren legt bij wat er leeft onder de bewoners van ons dorp, ontdekt al snel dat dit college geen goede pers heeft. Er zijn in de achterliggende tijd in onze gemeente massale protestbewegingen op de been gekomen. Rondom het zwembad, toen burgers maandenlang in de veronderstelling zijn gehouden dat het Lammetjeswiel dé nieuwbouwlocatie zou worden. Rondom Het Palet, toen eerst het groengebied naast het hertenkamp en daarna de verbouw van de boerderij aan de Randweg als dé oplossing werd gepresenteerd. Rondom de kinderboerderij, toen het college ongelukkigerwijs de indruk wekte en het haar niet gelukte die indruk te corrigeren, dat het gesloten gaat worden. En opnieuw rondom het zwembad, toen het door het CDA met gepaste, misschien moet ik zeggen ongepaste, trots gepresenteerde zogenaamde plan B sneuvelde, omdat veronderstelde reserves versmolten als sneeuw voor de zon. Allemaal voorbeelden, voorzitter, van heftige commotie, die het vertrouwen van onze burgers in het gemeentebestuur danig op de proef heeft gesteld. En zeker, besturen kan heel spannend zijn en soms moet weerstand tegen de publieke opinie worden geboden. Maar het cynische van al de zojuist genoemde voorvallen is, dat al die commotie onnodig is geweest. Als het gaat om de toekomst van het zwijmbad en de nieuwbouw van Het Palet heeft het college de inwoners tegen zich in het harnas gejaagd met plannen, die bij voorbaat onuitvoerbaar waren. Om de eenvoudige reden, dat er geen geld voor was en later ook bleek te zijn. De plannen zijn inmiddels van tafel, maar daarmee is het vertrouwen nog niet hersteld. Ook los van deze spraakmakende projecten is er onvrede te vernemen, voorzitter. Te denken valt aan burgers die veel te lang op antwoord moeten wachten. Onze fractie, en bij de collega’s zal dat niet anders zijn, krijgt met enige regelmaat correspondentie van het college met de burgers onder ogen, die het beeld geven van traagheid en onzorgvuldigheid. En zonder nu op voorhand de partij van de klagende burger te kiezen, toegegeven de werkelijkheid is vaak genuanceerder, toch creëren deze ervaringen een negatief beeld van het gemeentebestuur. Het vertrouwen in de plaatselijke overheid is ook hier in het geding. De signalen, die wij met regelmaat opvangen, duiden op een ongezonde spanning tussen de burger en het gemeentebestuur en er is maar iets nodig of er ontlaadt zich opnieuw een eruptie van weerstand. Herkent het college dit? Onze boodschap is deze: U hebt veel gedaan om dingen, die ontspoord waren, op orde te brengen en dat was hard nodig, in de bestuurlijke relaties, in de ambtelijke organisatie en in de financiële huishouding en daar zijn wij dankbaar voor. Maar dat was allemaal nogal erg naar binnen gericht. Welnu, sla vanaf nu ook de blik naar buiten.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
5 Proef wat bij mensen leeft. Zoek hun belangen te dienen. Treedt met wijsheid en voorzichtigheid op. Kortom, werk als college aan herstel van vertrouwen. In dit gemeentehuis is zojuist een mooi publiekscentrum gemaakt, voorzitter, en mijn fractie behoort niet tot de cynici, die zeggen dat dit weggegooid geld is. Helemaal niet. Het is goed besteed geld, mits dit publiekscentrum nu ook het symbool wordt van nieuwe, adequate en vertrouwenwekkende dienstverlening aan onze burgers. In het collegeprogramma is aan onderwijs geen prioriteit gegeven. Destijds, bij de bespreking van het programma in de raad, heeft onze fractie deze merkwaardige lacune aan de kaak gesteld. Maar gelukkig overstijgt het college op dit punt haar eigen voornemens en dat kan rekenen op onzij volle steun. In Kinderdijk zijn voorbeeldige schoolwoningen tot stand gekomen. Voor het nieuwe schoolgebouw van Het Palet is een interessante combinatie met woningbouw in voorbereiding en voor een nieuw gebouw van de Ds. Beukelmanschool zit iets dergelijks in de pijplijn. Dit allemaal dankzij een prominente ontwikkelingsrol van Westwaard Wonen. Hulde voor deze woningstichting. Wij leggen nog wijl de vinger bij de planvorming voor de Ds. Beukelmanschool. Het duurt allemaal wel erg lang, terwijl het oude gebouw aan de Lelsstraat nu toch echt op is. Geduld is een schone zaak, maar er zijn grenzen, wil het college nogmaals toezeggen gewekte verwachtingen te zullen nakomen en gerechtvaardigde wensen te zullen inwilligen en met het schoolbestuur en Westwaard Wonen tot gemeenschappelijke en voortvarende planvorming te komen. Voorzitter, nog één keer het zwembad. Er is nu gelukkig perspectief. Het bestaande bad blijft nog vijf jaar open. De noodzakelijke verbeteringen worden in deze vijf jaar afgeschreven en ondertussen wordt ruimte in de begroting gemaakt om vanaf 2014 de investering voor een nieuw bad te kunnen financieren. Zo moet het, zo kunnen wij er vertrouwen in hebben. Zo moet het ook mogelijk zijn om de vertrouwensbreuk met wat is gaan heten de natte groep te herstellen. Een hele opluchting na vele wederwaardigheden. Voorzitter, landelijk en mondiaal beleven wij kritieke tijden. De wereldwijde economische crisis heeft iedereen ervan doordrongen, dat tijdelijke voorspoed een wankele bestaansgrond is. Financiële markten zijn ingestort, grote banken omgevallen of genationaliseerd, politieke overtuigingen terzijde gesteld om groter leed te voorkomen. Op het niveau van de enkeling ziet menigeen zijn aandelenpakket verkruimelen en anderen blijven maandenlang met een onverkocht huis zitten. Ongetwijfeld zal zich bij velen de vraag opdringen: waar hebben wij eigenlijk ons vertrouwen op gesteld? Een bekend psalmvers, psalm 146, zingt: vest op prinsen geen betrouwen, waar men nimmer heil bij vindt. En voor prinsen kan ook banken of aandelen worden ingevuld. En hoe waar is dit woord gebleken, voorzitter. Hoeveel zekerheden zijn onderuit gegaan? Ongetemd optimisme over het hier en nu is vanaf nu misplaatst. Veel mensen zijn ontredderd en zoeken steun en vastheid. Is die er? Wij menen van wijl en graag wezen wij dan op een andere psalm, psalm 37. Dit lied spoort ons aan op God alleen ons vertrouwen te stellen. Dat is de uitweg. Wij zullen dan niet beschaamd worden en behoed ons voor paniek en pessimisme. En het bewaart ons tegelijk voor ongebreidelde hebzucht. Er is namelijk een veel grotere schat, voorzitter, dan dollars, euro’s en goud en dat heeft Jezus ons geleerd. Hij zijgt dat wij een schat moeten verzamelen, niet op de aarde maar in de hemel, en hij zijgt daarvan: waar de dief niet bijkomt en de mot niet verderft. Wij wensen het college, hoewel ik zie dat één lid van het college dat allemaal niet heeft meegemaakt, toch wensen wij het hele college en elkaar als leden van de raad en allen, die ons bij ons werk vergezellen, Gods onmisbare zegen. Voorzitter: Dank u wel. Het laatste bijbelcitaat, wat u hebt, was een van de vragen in de Nationale Bijbelquiz, dus ik kon u aanvullen terwijl u bezig was. Goed, het woord is aan de heer Van Lavieren. De heer Van Lavieren: Ja, dank u wel, voorzitter. De begroting van 2009 laat zien, dat wij op de goede weg zijn het lek boven te krijgen. Het doorlichten van de programmabegrotingen en de werkelijk gemaakte kosten en opbrengsten per afdeling hebben aangetoond dat er aanzienlijke verschillen bestonden tussen de geplande en de gerealiseerde uitgaven. Dit heeft de afgelopen jaren onvermijdelijk geleid tot jaarlijkse tekorten op de jaarrekeningen, de jaarrekeningen. Dit jaar hebben wij sinds lange tijd weer een begroting waar de inkomsten en uitgaven reëel zijn begroot. Hiervoor willen wij onze grote waardering uitspreken. Echter, de consequenties van die verschillen zijn nu terug te vinden en de begroting 2009. Deze hebben geleid tot voorstellen voor kostenbesparing en bezuinigingen door het college. Het moge duidelijk zijn dat niet al deze voorstellen de keuzen zijn van de PvdA.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
6 Bij het maken van keuzes moeten er zaken afvallen. De PvdA vindt dat bij het maken van keuzes vooral voor het op peil houden van de sociale infrastructuur moet worden gekozen. De zorg voor elkaar en het deelnemen van een ieder aan onze samenleving vinden wij nu eenmaal belangrijker dan bijvoorbeeld een strak gemaaid gazon of een zo vlak mogelijke racebaan om van de ene naar de andere kant van ons dorp te kunnen scheuren. Er is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in deze harde infrastructuur. Inderdaad, het dorp ziet er uitstekend uit, maar wat heb je eraan als deze wegen enkel het dorp uitleiden en niet naar een zwijmbad, sporthal of een hertenkamp. Dit dorp moet een dorp blijven, waar men elkaar nog kent, elkaar weet te vinden als er hulp nodig is en waar men graag wil wonen. Niet een dorp waar je alleen komt om te slapen omdat er verder niets is. Vanuit deze principes hebben wij dan ook de begroting 2009 beschouwd. En vanuit deze principes willen wij de begroting met u doornemen. Beginnend bij het Programma Bestuur zouden wij graag even stil willen blijven staan bij datgene, wat de discussie de laatste twee jaar heeft gedomineerd, bestuurskracht. Het laatste halfjaar laat zien dat de bestuurskracht van deze gemeente flink is toegenomen. Verschillende nota’s zijn de afgelopen tijd voorgelegd en goedgekeurd door de raad en er staan er nog enkel op stapel. Deze positieve ontwikkeling moet echter wijl met kracht worden doorgezet. Daarom is het belangrijk om te blijven investeren in het verbeteren van die bestuurskracht. Alblasserdam is een kleine gemeente. Dat heeft vele voordelen, maar ook enkele nadelen. De PvdA is ervan overtuigd dat samenwerking binnen de Drechtsteden het antwoord is op vele van deze nadelen. Door personeel binnen het kader van de Drechtsteden in Alblasserdam te laten werken kunnen wij weer een interessante werkgever zijn voor de echte toppers. Gedacht kan worden aan uitvoeren van opdrachten of zelfs het delen van personeel met de Drechtsteden-organisatie. Dit natuurlijk op een zodanige manier dat dit niet ten koste gaat van de organisatie op het gemeentehuis of de burgers van Alblasserdam. Uitgangspunt blijft: Samenwerken binnen de Drechtsteden maar met behoud van onze zelfstandigheid en zoveel mogelijk diensten lokaal bereikbaar. Bijvoorbeeld als het gaat om de uitvoering van de WMO of de sociale dienst. Dit moet bereikbaar blijven middels een lokaal loket. Dit uitgangspunt moeten wij ook zoveel mogelijk regionaal maar ook landelijk blijven verkondigen. Dat is nodig, dat dit nodig is blijkt uit een tussentijdse rapportage die naar buiten is gekomen uit een onderzoek van de provincie naar gemeentelijk herindeling. Deze luidt: “De nieuwe (lees grotere) gemeenten zijn beter benaderbaar, hebben een betere dienstverlening en zijn bestuurskrachtiger geworden, maar tegelijkertijd blijkt uit het onderzoek dat de burger een toenemende afstand ervaart naar de nieuwe gemeente, naar hun volksvertegenwoordigers en bestuurders”. Wij denken dat binnen de Drechtsteden samenwerking en zelfstandigheid hiervoor de oplossing is. Zoals gezegd, de positieve verbeteringen van de bestuurskracht moeten worden doorgezet. Dit betekent dat er ons inziens een begin gemaakt moet worden met het nadenken over de tijdelijke status van onze burgemeester en onze directeur. Wij roepen alle fractievoorzitters op om in overleg te gaan met de Commissaris van de Koningin en met hem te gaan overleggen hoe er weer tot een normale organisatie gekomen kan worden. Ons inziens zou er vóór de verkiezingen van 2010 een nieuwe burgemeester moeten zijn zodat wij na de verkiezingen niet geconfronteerd worden met eventuele nieuwe wijthouders en een nieuwe burgemeester. Dit betekent dat uiterlijk eind 2009 een nieuwe burgemeester benoemd moet zijn. Let wel, er is geen sprake dat wij ontevreden zijn over het functioneren van de huidige burgemeester en de directeur maar een gezonde en sterke organisatie is gebaat bij duidelijkheid over de status van het management. Hierbij willen wij echter wijl opmerken dat de bestuurskracht voorop stat. De samenwerking binnen de Drechtsteden vergt de nodige aandacht die zeker niet onderschat mag worden. Hier en daar zit de nodige spanning tussen lokaal en regionaal bestuur. Veel van de voorbereidingen van beleid binnen de Drechtsteden vinden plaats buiten Alblasserdam en dat betekent dat wij als raad minder kort op de bal zitten. Het college moet hieraan extra aandacht besteden. De PvdA ziet dus goede dingen gebeuren als het gaat over het bestuur van onze gemeente. Bijzondere aandacht willen wij echter wel vragen voor de communicatie. Op enkele dossiers is het afgelopen jaar wel voortgang geboekt. Deze snelle voortgang heeft hier en daar ook voor ontevredenheid onder de bevolking gezorgd. Met name de dossiers Palet, LTS-locatie, zwembad, woonwagenkamp en kinderboerderij zijn niet goed gevallen. Natuurlijk is het zo dat mensen vaak geschrokken en in eerste instantie afwijzend reageren als er in hun buurt iets te gebeuren staat. Dit wordt echter onnodig verergerd als niet goed met omwonenden wordt gecommuniceerd. Wij blijven erop hameren dat burgers zo snel mogelijk en pro-actief worden geïnformeerd door de gemeente als het de mensen direct of hun leefomgeving aangaat.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
7 Als laatste onderwerp binnen Bestuur iets over Drechtwerk. Het komende jaar zal er hard gewerkt moeten worden aan de verbetering van de bedrijfsvoering van Drechtwerk. Hierbij moet gestreefd worden naar verbetering van de kwaliteit, betere toezicht en het in de hand houden van de financiën en verbeterde informatie naar de raad. Na te denken valt over het aansturen op een bedrijf in de vorm van een NV met een eigen raad van toezicht. Wij blijven ervoor pleiten dat zoveel mogelijk Alblasserdamse Drechtwerkers worden ingezet bij taken in Alblasserdam. Ook instellingen en bedrijven moeten hun verantwoording nemen en van deze mensen gebruik gaan maken. Komen wij aan bij het programma Veiligheid. Sinds geruime tijd maken wij nu gebruik van buurtagenten. Hierover zijn wij zeer tevreden. Wij vragen het collegehaar best te doen zo veel mogelijk vaste mensen als buurtagent in te zetten en het maximale te doen om de huidige krachten voor Alblasserdam te behouden. De overlast op de Dam tijdens het weekend is het afgelopen jaar voor de bewoners aanzienlijk afgenomen. Het SUS-wachtersproject mag een succes genoemd worden. Hierdoor blijft het mogelijk voor de jeugd om oom in Alblasserdam uit te kunnen gaan. De samenwerking met de horecaondernemers op de Dam is een mooi voorbeeld van hoe het college met de ondernemers van Alblasserdam kan samenwerken. Ook de ondernemers zijn een belangrijk onderdeel van de samenleving. Zij moeten door ons worden gesteund in hun werkzaamheden. Deze wisselwerking blijkt al uit de betrokkenheid van de ondernemers bij tal van evenementen in het dorp. Vele zijn betrokken als sponsors van het Havenfestival, de Paardenmarkt en van sportverenigingen. Ook tal van culturele uitingen worden gesteund door het Alblasserdamse bedrijfsleven. Als voorbeeld kunnen wij het anker noemen dat onlangs bij werkzaamheden aan de kade is aangetroffen. Een Alblasserdams bedrijf is spontaan bereid gevonden om dit anker op te knappen zodat dit ergens in het dorp kan worden neergezet als aandenken aan het scheepsverleden van Alblasserdam. Voor de oudere bewoners van Alblasserdam zal het komende jaar begonnen worden met het ontwikkelen van een nieuw woon-/zorgcomplex op de locatie van de Wipmolen. Dit traject is vorig jaar gestart met het opstellen van een plan van eisen. De behoefte aan een centraal gelegen woon-/zorgcomplex op algemene grondslag voor de ouderen van dit dorp is groot. Kortom, de PvdA roept op tot tempo. Bijzondere aandacht vragen wij ook voor de huidige opgang tussen Nedersassen en de HEMA. Deze voorziening is zeer belangrijk voor de ouderen die naar Landvast of naar het gemeentehuis willen. Dit is nu met een tijdelijke maatregel snel aangepast, maar een definitieve oplossingmoet op termijn gevonden worden. Dit kan het beste gebeuren door in de verkoopvoorwaarden van de grond naast de HEMA als aanvullende voorwaarde op te nemen dat er een goede opgang naar het Cortgene voor ouderen en mindervaliden wordt gerealiseerd. Wij vragen de raad een motie met deze strekking aan te nemen. In het kader van de woningen voor ouderen willen wij dat het College zich actief gaat bemoeien met de bouw van woningen naast de Grote Kerk. De bouw van deze woningen, ontstaan uit eigen initiatief van ouderen, lijkt niet echt op te schieten. Het is wrang dat juist een stichting met de naam Wonen 2000 anno 2008 nog steeds niet in staat is om de eerste steen te leggen. Dit is speciaal, dit is speciaal aan deze groep uit de Alblasserdamse bevolking niet meer te verkopen. De ROWA zou hier een rol van betekening kunnen spelen. Wij zouden graag zien dat zij de dialoog tussen de stichting en de omwonenden tot stand probeert te brengen zodat meningsverschillen, die er zijn, niet noodzakelijk via de rechter tot een oplossing moeten komen. Zoals wij in het begin van onze bijdrage hebben aangegeven, vinden wij de kwaliteit van de voorzieningen in de buitenruimte van zeer hoog niveau. Om dit niveau te kunnen onderhouden en verder uit te bouwen is er een aanzienlijk budget nodig voor projecten en onderhoud. De PvdA vindt dat in het geval er een budget moet worden gevonden om te verkomen dat er gesneden moet worden in de sociale infrastructuur juist deze post in de begroting hiervoor in aanmerking komt. Natuurlijk is het niet zo dat wij zonder een gefundeerde afweging een flink bedrag op het budget kunnen korten. Wij willen dat er een objectief kwaliteitssysteem komt dat gebruikt kan worden om het niveau van de wegen en groen te kunnen beoordelen. Een 9 is een mooi doel om naar te streven maar in tijden van financiële krapte is een 7 goed genoeg. Een sobere uitvoering van onderhoud en nieuw aan te leggen wegen is op dit moment op zijn plaats. De PvdA en de raad vragen al jaren dit systeem op te zetten en wij vinden dat dit er de komende jaren moet komen. In de begroting is er jaarlijks € 69.000,-- uitgetrokken voor het onderhoud en vervanging van de bestaande buitenverlichting. De PvdA wil dat energiebesparing het uitgangspunt moet zijn bij de keuzij van de toe te passen verlichting. De gemeenten Rotterdam, Almere en Breda hebben met succes projecten uitgevoerd waarbij zij gebruik hebben gemaakt van LED-verlichting. Toepassing van dit type armaturen levert een energiebesparing op van 30%. Dit zou op termijn een besparing kunnen opleveren van € 30.000,--. De partij vraagt het college te onderzoeken, de PvdA vraagt het college te
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
8 onderzoeken of het voor Alblasserdam mogelijk is om dit type verlichting te gebruiken bij het vernieuwingsproces die de komende jaren zullen plaatsvinden en de raad hierover te rapporteren voordat met het project een aanvang wordt gemaakt. Wij willen hierbij een motie met dit verzoek indienen en vragen de raad ons te steunen. Besparingen, die deze maatregelen opleveren, kunnen aangewend worden om het hertenkamp voor Alblasserdam te behouden. Deze voorziening voldoet aan een behoefte die bijna unaniem door de gehele bevolking gezien wordt als een groot goed. Voor de kleine kinderen is het hertenkamp de enige manier om in Alblasserdam in aanraking te komen met dieren. Het hertenkamp en zijn groene omgeving is een uniek stukje in Alblasserdam. Het is de visie van deze gemeente om niet te gaan bouwen in het buitengebied. Als consequentie hebben wij ervoor gekozen dat wij beperkte hoogbouw en verdichting van de bebouwing in Alblasserdam gaan toestaan. De waarde van dit stukje groen wordt dus steeds belangrijker naarmate het rood van de bakstenen toeneemt. Dit in ogenschouw nemend gaan wij niet akkoord met het bezuinigingsvoorstel van het college. Waar wij wèl akkoord mee gaan, is het voorstel te gaan onderzoeken of het mogelijk is vrijwilligers te betrekken bij de verzorging van de dieren en het onderhoud van het hertenkamp. Wij dienen hierbij een motie in die het college opdraagt de voorgenomen sluiting van de kinderboerderij in te trekken en een onderzoek te starten om te bezien of de zorg overgedragen kan worden aan vrijwilligersorganisaties. Komen wij bij Welzijn en Zorg. Alblasserdam beschikt over verschillende organisaties die elk verantwoordelijk zijn voor een deel van het welzijnswerk in ons dorp. De ROWA zorgt voor de samenlevingsopbouw, de SWOA is verantwoordelijk voor het welzijnsbeleid voor ouderen, Jeugdwerk zorgt voor het welzijn van onze jeugd en het Bureau Sociale Raadslieden wijst onze burgers de weg in het soms ondoordringbare woud van wetten en regels. Daarnaast hebben wij ook nog de Sociale Dienst Drechtsteden die hulp biedt met voorzieningen voor werk, inkomen en zorg. Elk van deze organisaties houdt zich bezig met taken die te maken hebben met het welzijn van onze burgers. Veel van die taken komen samen in de WMO. Alle genoemde organisaties zijn betrokken bij een deel van de uitvoering van de WMO maar tegelijkertijd zijn er taken die door meerdere organisaties worden uitgevoerd. Om dezej overlap van taken te voorkomen denken wij dat het samengaan van de Alblasserdamse organisaties in één enkele welzijnsorganisatie ervoor kan zorgen dat er meer duidelijkheid komt in de uitvoering van de welzijnstaken in Alblasserdam. Om het college aan te moedigen dienen wij hierbij een motie in met het verzoek zo snel mogelijk met dit onderzoek te starten en in ieder geval vóór de perspectiefnota van 2010 hierover aan de raad te rapporteren. De raad vragen wij deze motie te steunen. Het nieuwe dorpshuis, Landvast, is in enkele maanden, is enkele maanden geopend en nu al een groot succes. Vele mensen hebben gebruik gemaakt van Landvast en bijna iedereen is zeer tevreden over de faciliteiten die worden geboden. Landvast moet gaan dienen als vaste locatie voor de maatschappelijke activiteiten in ons dorp. Andere locaties kunnen worden afgestoten en de activiteiten die daar plaatsvinden, moeten worden geconcentreerd in Landvast. Binnenkort wordt de huishoudelijke hulp in het kader van de AWBZ opnieuw aanbesteed. De kosten van deze hulp staan onder druk. De aanbesteding mag niet leiden tot een verschraling van de hulp. Wij zouden graag zien dat bij het afsluiten van een nieuw contract ook duidelijke afspraken worden gemaakt over de rechtspositie van de werknemers en dat het telefonisch indiceren tot een minimum wordt beperkt. Het afgelopen jaar is de gymzaal aan de Rijnstraat gesloopt. In de loop van 2009 komt er op deze plek een nieuwe zaal voor terug. Door het tijdelijk ontbreken van een zaal is duidelijk geworden dat er een tekort is aan sporthallen en gymzalen. Wij moedigen de verenigingen aan na te denken over het zelf laten bouwen van een sporthal. Dit kan gebeuren samen met andere verenigingen en/o andere partners. Als voorbeeld denken wij aan CKC die met Westwaard Wonen in overleg is over het samen bouwen van een sporthal. Ook in andere gemeenten is dit in samenwerking tussen andere verenigingen of organisaties al gebeurd. Ook KDO denkt al langere tijd na over het bouwen van een eigen hal en zou dit met enkele partners voor elkaar kunnen krijgen. Op deze manier is het mogelijk om iedereen de gelegenheid te bieden aan sport te doen en daarvoor voldoende locaties beschikbaar te hebben. Wij verwachten van het college dat zij initiatiefnemers maximaal zullen ondersteunen. In het voorgaande jaar, voorafgaande jaar is gebleken dat bij velen niet duidelijk is hoe het democratische bestel op plaatselijk niveau functioneert. Menig burger is van mening dat het college, de gemeenteraad en het ambtelijk apparaat één en hetzelfde is. Bij voorstellen die hen niet bevallen, wenden zij zich direct tot het college en niet tot de gemeenteraad die uiteindelijk de beslissing neemt. Ook wordt bij conflicten tijdens de uitvoering van beleid regelmatig de gemeenteraad verantwoordelijk gesteld. Veel burgers zijn van mening dat er niets te veranderen is aan een beslissing die door het
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
9 ambtenarenapparaat is genomen. Het is hen vaak onbekend dat het mogelijk is om zich tot de gemeenteraad te wenden of een wethouder direct aan te spreken. Wij zijn van mening dat het noodzakelijk is meer voorlichting te geven over het functioneren van de plaatselijke politiek en het reilen en zeilen op het gemeentehuis. De jeugdgemeenteraad heeft succesvol voor de groepen 8 van het lager onderwijs bezoeken georganiseerd aan het gemeentehuis. Tijdens deze bezoeken is telkens een wijthouder aanwijzig geweest om uitleg te geven en vragen te beantwoorden. Wij vragen het college om dit initiatief in gewijzigde vorm over te nemen. Gedacht wordt aan het ontwikkelen van een lesprogramma en dit te koppelen aan bezoeken aan scholen van een wethouder en een raadslid. Door dit elk jaar voor alle groepen 8 van het lager onderwijs te organiseren denken wij dat over enkele jaren er meer duidelijkheid en betrokkenheid zal zijn bij de plaatselijke politiek. Wij hebben een motie met die verzoek opgesteld en vragen hiervoor steun aan de andere partijen in de raad. Voorzitter, in de begroting wordt een pad uitgezet hoe wij over vijf jaar structureel ruimte hebben binnen de begroting voor de nieuwbouw van een zwembad. Wij zijn blij om te zien dat het college dit is gelukt. Het grootste deel van deze ruimte wordt middels een extra verhoging van de OZB bekostigd. Natuurlijk staan wij niet te springen om belastingen voor onze bewoners te verhogen. Dit moet echter afgewogen worden tegen het belang van een zwembad in Alblasserdam of extra besparingen in de begroting. Dat een extra besparing niet zo eenvoudig te vinden is, blijkt wel uit het voorstel om de kinderboerderij te sluiten. Dat het college met zo een voorstel komt, betekent dat wij op een punt zijn aangekomen waar het niet meer eenvoudig is om besparingen te vinden zonder dat het pijn doet. De voorgestelde verhoging komt voor de gemiddelde woning in Alblasserdam neer op een verhoging van € 7,-- per jaar. Dit staat gelijk aan de gemiddelde prijs van twee toegangskaartjes. Wij zijn van mening dat de bewoners van Alblasserdam dit over hebben om een belangrijke voorziening als een zwijmbad voor Alblasserdam te behouden. Daarom zijn wij akkoord met de voorgestelde verhoging van de OZB. Afsluitend willen wij kort ingaan op het financiële beleid uit de begroting en de verwerking hiervan door de gemeentelijke organisatie. Zoals in de inleiding al vermeld: deze gemeente heeft toekomst. Om deze toekomst zeker te stellen is het noodzakelijk dat wij de financiën op orde krijgen en houden. Hiervoor is een goede interne controle op inkomsten en uitgaven uitermate belangrijk. Een goede financiële boekhouding moet voorkomen dat er onduidelijke situaties ontstaan die kunnen leiden tot het oneigenlijk gebruik van gelden. Verder willen wij dat er een intern tussentijds toezicht komt op de budgetten en reserveringen zodat wij problemen, zoals wij die met het zwembad hebben gehad en het regelmatig overschrijden van budgetten kunnen voorkomen. Al met al ligt er nu een structureel sluitende begroting voor ons; bovendien is de basis van deze begroting een stuk meer solide dan de begrotingen van de afgelopen jaren. Hier en daar zijn er nog wel een paar risico’s aanwijzig, zoals aanbesteding AWBZ, wachtgeld wethouders om er maar twee te noemen. Maar duidelijk is dat wij op weg zijn naar een gezonde financiële toekomst. Van belang hierbij is dat wij de sociale infrastructuur in stand houden. Voorzitter, tot zo ver de bijdrage van de PvdA in de eerste ronde. Voorzitter: Dank u wel. Het spijt me om u te moeten melden dat de heer Cardon om persoonlijke redenen naar huis is geroepen, dus hij is weg. De heer Van Lavieren: Ernstig? Voorzitter: Ja. Dat weet ik allemaal niet. Dit was wat ik u moest meedelen. Het woord is aan de ChristenUnie, aan de heer Zwaan. De heer Zwaan: Dank u wel. Als u het niet erg vind dan neem ik heel even de tijd om mijn papieren opzij te leggen. Voorzitter: Ik vergeet nog iets heel belangrijks nu, doordat ik bezig was, omdat ik dat tegen u moest zeggen, de heer Van Lavieren zei steeds, dat u een motie hebt opgesteld, maar dient u hem ook nu al in?
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
10 De heer Van Lavieren: Ja, ja. Voorzitter: Ja, want dat was mij niet helder en ik wil zij dan ook wijl erg graag hebben, die.. De heer Van Lavieren: Die zijn bij Rieneke volgens mij. Voorzitter: Ja, maar zijn dat de ondertekende? De heer Van Lavieren: Nee, die moeten wij nog even ondertekenen. Voorzitter: Ik wil ze ondertekend hebben en ik zou u willen vragen als zij uitgedeeld worden, dat was voortvarendheid omdat zij al bij de griffie bekend waren, er staan nummertjes op, dat u die doorstreept, want ik nummer de moties en amendementen op volgorde van binnenkomst. Dus daar moet u niet naar kijken. U krijgt, ik zal u wijl even melden welke nummers de moties krijgen. U hebt ze allemaal.. Even kijken. Ik heb hier de motie die op het blaadje voor uw neus ligt, sommige hebben die al, die motie 15 is genoemd dat wordt motie 1, M1. Ik vraag u het zelf even bij te houden. De motie met motie 6 die wordt M2. Dat is de motie over de LED-verlichting. De motie over de jeugdgemeenteraad wordt M3, motie 3. De motie over de opgang bij de HEMA wordt motie 4 en, sorry, dat was motie 18, M1, 16 is M2, 17 M3, 18 M4 en dan hebt u ook nog een motie 14, maar die krijg ik nu pas getekend terug, dat wordt M5. Dat is de motie over de kinderboerderij. Maar daar hebben wij er straks waarschijnlijk meer van, of amendementen. Ik zorg dat, ik neem niet dat u niet allemaal een nieuwe motie heeft. Vandaar dat ik het even zo doe. Het is een beetje onhandig, maar het was bedoeld om zo snel mogelijk te zorgen dat u de moties had, maar nou, ja. De, voor de, ik hou ze bij. De heer Van Lavieren: Misschien nog wel een stukje.. Voorzitter: Dat was ook, ja dat was het indienen. Dat geeft niet. En het andere was ook niet zo erg. Het woord is nu echt aan de heer Zwaan. De heer Zwaan: Ja, dank u wel. Wat ik probeerde te bereiken door even mijn papieren opzij te zetten heeft u nu gedaan doordat wij even iets anders gedaan hebben. Dan ga ik in ieder geval proberen nu ook onze bijdrage te leveren. Mevrouw de voorzitter, de bijdrage van de ChristenUnie gaat van lokaal naar globaal en weer terug naar lokaal, uitmondend in een drietal aandachtspunten. Ik kom er op een of andere manier dan gaan wij nu naar onderen. Klopt dat? Ik weet het niet. OK. Nou goed. Hij staat vooruit vol op mijn oren moet ik zeggen, maar dat maakt niet uit. Wij komen er vanzelf uit. Wij gaan gewoon door. Allereerst wil de ChristenUnie het college complimenteren met de overzichtelijke begroting. Er is door het ambtelijk apparaat hard gewerkt om de raad een leesbaar boekwerk te geven en dankt daarvoor zowel het college als de mannen achterin. De inzichtelijkheid is echt enorm toegenomen, hoewel wij soms niet moesten terugschrikken voor het managementtaal, wat ook gebruikt is. Het is bizar soms om te lezen hoeveel boven tafel is gekomen. De verschillen tussen 2008 en 2009 bedragen maar liefst rond de acht miljoen voor- en nadelig. Een stille vraag in ons achterhoofd is wel: hoe heeft het allemaal kunnen ontstaan en zolang kunnen duren. Mevrouw de voorzitter, er is een begroting gepresenteerd, die sluitend is, en een meerjarenperspectief structureel in evenwicht. Wij constateren dat er een begroting is die veel beter staat dan de vorige, doordat er veel boven tafel is gekomen, ik heb het daarnet aangegeven, zodat er een reëel beeld geschetst wordt. Geen tot vrijwel geen incidentele middelen voor structurele kosten zijn ingezet en voorzichtig begroot is, waardoor er onder normale omstandigheden een overschot te verwachten is. Maar, wij zijn er nog zeker niet. Als wij de begroting op ons in laten werken, komen er toch de nodige vragen naar boven. Er blijft bij de ChristenUnie daardoor een ongemakkelijk gevoel bestaan. Een zestal punten om dit te illustreren.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
11 Het eerste. Opvallend binnen de begroting is dat het debat tot nu toe voor een belangrijk deel wordt bepaald door de discussie over het zwembad. Het lijkt wel of er niets belangrijker is dan een nieuw zwembad. Voor de duidelijkheid, ook wij willen graag deze basisvoorziening voor ons dorp behouden. Maar soms vragen wij ons van de weeromstuit wel af, welke dingen wij kunnen doen voor het dorp als wij het geld voor het zwembad anders zouden besteden. Als wij goed gerekend hebben, spreken wij wel over een bruto bedrag van zo 1,3 miljoen per jaar als het om een nieuw zwembad gaat. Per inwoner gaat het dan wel om een fors bedrag. En bijna ook, redenerend, volgens mij is het minimaal het tienvoudige als bijvoorbeeld de PvdA aangaf. Tweede punt, wat ik wil aanreiken. Door de fixatie op het zwembad is de blik op mogelijke bezuinigingen en het inlevingsvermogen naar burgers vertroebeld geraakt. Anders kunnen wij de wijze, waarop de bezuiniging op de kinderboerderij is bedacht en gepresenteerd, niet te noemen. Op de een of andere manier is het college erin geslaagd om hun meest onverschillige bewoners te prikkelen en te mobiliseren. Dat is wijl een kunst. Alleen heeft het niet geleid tot vertrouwen bij ons en bij de burger. Er zijn op deze manier geen bruggen geslagen. En op dit moment willen wij maar gemeld hebben dat de fractie van de ChristenUnie ervan uitgaat, dat er raadsbrede steun is om de kinderboerderij te behouden en wij zullen, afhankelijk van de andere bijdragen, zo nodig ook met een motie komen. Als onze inschatting op dit punt juist is, dat alle partijen dit een slecht idee vinden, roept dat wel de vraag op richting het college, waarom zij dit op deze wijze zo heeft ingestoken. Derde punt, dat ik wil noemen ter illustratie. Er wordt veel gesproken in het dorp over de wijze waarop het college communiceert of niet communiceert. In de communicatieparagraaf wordt gesproken over een strategisch georiënteerde communicatie. Helaas is bij deze begroting de communicatie over de kinderboerderij een drama geweest en hopelijk niet de opmaat voor de komende periode. Vierde element of vierde voorbeeld. Van een aantal grotere projecten en uitgaven zijn de kosten nog niet gedekt of onzeker en er zijn woningprojecten die uitgesteld worden. Het hanteren van de OZB of het verhogen van leges en tarieven om gaten te dichten is onvoldoende. Zelfs met de forse extra middelen uit het gemeentefonds, voor het college een lichtstraaltje in duistere begrotingstijden, lukt het niet om op dit moment geld van enige omvang vrij te spelen. En een voorbeeld, wat wij daar ook bij willen noemen, is of zijn de tarieven van, voor begraven. Deze zijn sluitpost voor de dekking van de uitbreiding van de begraafplaats en, zoals in eerdere bijeenkomsten al aangegeven, mag duidelijk zijn dat de ChristenUnie in het komende debat van december zal pleiten voor betaalbaar, voor betaalbare tarieven. Mijn vijfde illustratie. Als wij kijken naar de grotere ontwikkelingen om ons heen dan worden er veel zinnige opmerkingen geschreven over de samenwerking in de Drechtsteden. Maar de komende periode zijn er ontwikkelingen die vanuit de Drechtsteden om een extra bijdrage van de gemeente Alblasserdam vragen. Hier is op geen enkele wijze rekening mee gehouden, terwijl ons al wel de eerste signalen bereiken, dat het SCD misschien niet helemaal zo succesvol is, de rom-D vraagt om nadere middelen van de gemeente en niet te vergeten de piekenstrategie van de Drechtsteden, die vast ook om nadere bijdrage zal vragen. Zesde en laatste. Het proces rond de mogelijke komst van een containerterminal lijkt volledig verkeerd geschat te worden door het college. De vorige raadsvergadering adviseerde het college om niet al te veel stelling te nemen richting Rijk en gemeente Rotterdam, Havenbedrijf. Maar nu blijkt, naar nu blijkt, zijn de gesprekken al op een ander niveau terechtgekomen en staan wij als raad en regio op achterstand. Vraag is of wij nog wel speler zijn in het spel, dat op Alblasserdams grondgebied wordt gespeeld. Mevrouw de voorzitter, algemene beschouwingen geven de gelegenheid om verder te kijken dan de randen van ons dorp of de directe omgeving en daar is zekere een reden toe. Er is een wereldwijde kredietcrisis waarvan de effecten momenteel knalhard binnenkomen in de reële economie. En een week geleden is ook door mij met volle aandacht gekeken naar de overwinningsspeech van Obama. Obama, die juist op de economische factor is gekozen en niet op zijn huidskleur. Een bijzonder persoon, die gezegend is met een groot redenaarstalent. Hij weet met zijn perfect gekozen woorden anderen mee te krijgen in een change. Alleen benieuwd wat hij natuurlijk ook gaat realiseren. Ook daar zijn de eerste winstwaarschuwingen, heb ik begrepen, al geuit. Als ChristenUnie willen wij toch hierbij opmerken, dat de oorsprong van de economische crisis is terug te voeren op hebzucht. Niet voor niets wordt hier in het woord van God voor gewaarschuwd. Het is vanuit onze overtuiging noodzaak, dat wij ons hier plaatselijk als raadsleden richten op het welzijn van de burger. De focus op wijlvaart en economische groep sec is ons te mager. Wij hebben onze visie op datgene, wat welzijn is. Een belangrijk deel daarvan is dat de mens met brood alleen niet zal leven, maar bij het woord van God. Andere inwoners hebben hun visie op wat welzijn inhoudt. Dat staat hun gelukkig vrij. Vanuit die verschillende achtergronden moeten wij in dit huis werken aan het publieke
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
12 welzijn. De menselijke maat, solidariteit en rechtvaardigheid zijn voor ons belangrijke uitgangspunten om onze lokale samenleving in te richten. Naast de directe financiële betrokkenheid bij de kredietcrisis via de Drechtsteden zal de crisis zeker ook gevolgen hebben voor de zelfstandige gemeenten en zo ook voor onze gemeente. Zeker voor de korte termijn zal het automatisme, dat wij uitgaven kunnen financieren uit de opbrengsten van woningbouw, wel eens erg tegen kunnen vallen. Naast een directe tegenvaller kan dat natuurlijk ook vervolgeffecten hebben. Realiteit en risicoafweging zijn terug. Ons inziens houdt dat tenminste in dat wij de huid pas verkopen als de beer geschoten is. Gelukkig zijn wij in Alblasserdam begonnen deze les toe te passen, zij het nog niet volledig. Hoe zeker is het bijvoorbeeld dat wij de beoogde onttrekking aan de Reserve Grondexploitatie in 2009 kunnen nemen en wat als onverhoopt er nog enige vertraging bij Noord- en Landzicht optreedt? Dat is in deze markt toch niet ondenkbaar. Wij denken hier ook aan de mogelijke gevolgen voor de lokale economie. De woorden recessie en ontslagen, tegenvallende winst en afnemende orderportefeuilles lezen wij dagelijks in de krant. Wij hopen allemaal dat het mee mag vallen, zeker ook voor de kwetsbare onderkant van de arbeidsmarkt. Juist in dat segment maken wij in Drechtstedenverband de laatste jaren een mooie slag. Is het college zich in samenwerking met de Drechtsteden bewust van de risico’s, die hier liggen, en welke acties kunnen wij hierop nemen? Mevrouw de voorzitter, als wij de begroting en de economische crisis op ons laten inwerken, dan is voor de ChristenUnie de vraag gerechtvaardigd hoe robuust de voorliggende begroting is. Wat kunnen wij hebben als het allemaal even iets minder gunstig verloopt als wij hebben gedacht. Wij willen helemaal niemand de put in praten of aan zijlfvervullende profacy doen, maar wij achten het niet onwaarschijnlijk dat de huidige crisis gevolgen gaat hebben voor de economie en daarmee zeker ook voor de burgers in ons dorp. Het ambitieniveau van het college is hoog. Naar ons idee nog steeds te hoog. Ook zonder crisis. Wij hebben als fractie besloten om 2009 te zien als consolidatiejaar na het opvangjaar 2008. Wij komen dan ook niet met allerlei voorstellen of ombuigingen. De begroting 2009 is, zoals eerder aangegeven, begroot met enige ruimte. Voorzichtigheid lijkt in acht te zijn genomen en de organisatie moet de kans krijgen om binnen de budgetten te sturen en te blijven. Dat is trouwens strikt noodzakelijk gezien, sorry. Lopende 2009 kan gezien worden of het werkt. Wij zijn benieuwd hoe de jaarrekening 2008 en de eerste Burap 2009 uit zullen pakken. De bestuurskracht zal dan zijn ware gezicht tonen. Daarmee ook direct reagerende, denk ik, op een brief die wij pas geleden hebben gekregen. Ondanks onze terughoudendheid wat betreft wijzigingen benoemen wij met misschien wijl een knipoog naar het piekenstrategie van de Drechtsteden voor onszelf, benoemen wij voor onszelf een aantal aandachtspunten, waarop de fractie van de ChristenUnie zich in de komende jaren in het bijzonder zal afvragen hoe het gaat. Het eerste is de lokale economie, werkgelegenheid. Een belangrijk deel van de Alblasserdamse economie bestaat uit bedrijven in de detailhandel. Graag horen wij van het college, in samenwerking ook met de Drechtsteden wat wij hebben begrepen, hoe zij de vinger aan de pols houdt en welke concrete acties worden uitgezet om ook de detailhandel levendig te houden. Want naar ons idee is de gemeentelijke inzet op dit dossier nu wel mager. Tweede noemen wij jeugd en gezin. Ik wil hem niet eng benoemen. Men kan heel breed inzetten, maar men vindt het ook wel belangrijk om die te benoemen. Benoemen in, ja, dat ondanks de terechte terughoudendheid van de overheid als het gaat om opvoeding en dergelijke, dat wij ons niet de ogen kunnen sluiten voor wat er om ons heen gebeurt. Hier ligt wat ons betreft een belangrijke uitdaging en niet alleen omdat de samenleving last heeft van misstanden, maar ook omdat ieder mens uniek en waardevol is om op te groeien en de kans te krijgen zich te ontplooien. En soms is een kans geven dan niet voldoende en zal ook dwang noodzakelijk zijn. Derde element of aandachtspunt: milieu en groen. Alblasserdam is gelegen op het snijvlak van rood/grijs en groen. Voor ons is het van belang dat binnen al de ontwikkelingen die op ons afkomen, ook de economische, de situatie rondom milieu en groen niet verslechtert. Leefbaarheid en gezondheid mogen niet het sluitstuk zijn van een economie en een vitale economie is gebaat bij een leefbare omgeving. Dat biedt juist ook wer economische kansen. Met deze aandachtspunten, agenda wil de ChristenUnie de komende jaren bepalen waar de prioriteiten liggen en waar geïnvesteerd dient te worden. Mevrouw de voorzitter, tenslotte willen wij nog een enkele opmerking maken over de OZB. Voor de ChristenUnie is een OZB-toename in 2009 van die 1,25% boven die 5%, dat is totaal 6,25%, onacceptabel. Het argument van een hogere inflatie is trouwens niet eens meer geldig. En zeker als ook de reserve riolering ingezet gaat worden, die zoals u zich ongetwijfeld herinnert volgens ons niet op deze manier ingezet zou mogen worden, is wel zeker als die reserve riolering ook ingezet wordt, is die OZB-stijging voor ons onacceptabel. Het is een verkapte lastenverzwaring voor onze burger. De 5% OZB-verhoging in 2009 hebben wij verloren tijdens de besluitvorming van de perspectiefnota.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
13 Meer mag het wat ons betreft dan ook niet worden. En ook weer afhankelijk van wat eerder door de anderen wordt ingeleverd of ingeleverd, zullen wij een amendement indienen als alternatief, waarin wij ook met een dekking komen. Nog een ander element op dat punt is de periode 2010-2012, ook daar wachten wij even de in.., zeg maar het amendement wachten wij af om te kijken of dat wij daar iets zullen indienen met dan de redenering daarbij. Mevrouw de voorzitter, ik wil u danken voor uw aandacht en ik zie uit naar het verdere debat. Voorzitter: Dank u wel. Het woord is aan de heer Ruikes. De heer Ruikes: Dank u wel, mevrouw de voorzitter. De CDA Algemene Beschouwingen 2008 willen wij graag laten ondersteunen met wat plaatjes en wij hebben als thema genomen Communicatie met Alblasserdammers. De programmabegroting 2009 en het meerjarenperspectief 2010-2012 ademen de sfeer dat de financiële huishouding van deze gemeente op orde gaat komen. Een aantal zaken vallen in positieve zin op. Er is sprake van een sluitende begroting in meerjarenperspectief. Het preventief financieel toezicht van de provincie kan wat ons betreft dan ook achterwege blijven. Er is een heldere nota reserves en voorzieningen, met daarin een transparant overzicht van de stand van zaken van deze reserves en voorzieningen. De post onvoorzien is met € 65.000,-- elk jaar gevuld. Dat alles betekent dat het geld van onze inwoners niet gebruikt gaat worden om meer te sparen als nodig is. Reserves zijn nodig want zoals het college zelf aangeeft, zijn een aantal zaken nog onzeker en risicovol, zoals bijdrage aan gemeenschappelijke regelingen, de WMO huishoudelijke hulp, geen inflatiecorrectie in meerjarig perspectief, de kosten voor uitbreiding van de begraafplaats, de kosten van verplaatsing van de woonwagenlocatie Staalindustrieweg, de kosten voor verzelfstandiging van het openbaar onderwijs. Maar voorzieningen worden behouden en er is perspectief voor bouw van het nieuwe zwembad. Dat zal ook in de toekomst extra OZB-stijgingen geven, maar kan wellicht beperkt worden door toch een eerste aanbetaling te doen in 2013 of 2014 als er wellicht een overschot is op de algemene reserve. Wel gaat het college voorzichtig om met de woningbouwprognoses en de behoedzaamheidreserve vanuit het rijk. Er wordt volgend jaar ook niet bezuinigd op de subsidies aan verenigingen en instellingen. En ook dat is goed nieuws voor de inwoners van ons dorp. Wel legt het feit dat er vanaf 2010 er jaarlijks € 50.000,-- bezuinigd moet worden op deze post een claim op de herijking van het subsidiebeleid. Dit moet goed gecommuniceerd worden met de betreffende instellingen en verenigingen. Er is ook perspectief voor nieuwe schoolgebouwen in de wijk Kinderdijk voor ‘t Nokkenwiel en voor Het Palet en de ds. Johannes Beukelmanschool. Woningbouwplannen gaan door. Enerzijds geeft dat ruimte om onze eigen inwoners een wooncarrière in ons dorp te laten maken en daardoor ruimte te geven voor starters. Anderzijds levert het extra inkomsten op om de reserve grondexploitatie mee te vullen en in de toekomst voorzieningen te behouden. Daarbij moeten wij wel waken voor kwaliteit en voorkomen dat wij door de verdichting te weinig openbare ruimte en groen overblijft. Want dat is iets waar veel inwoners zich ook zorgen om maken. Wij zien dan ook uit naar de Nota openbare ruimte en vinden het een goede zaak dat de voorzieningen op basis van beheerplannen intact blijven zodat het huidige niveau van de openbare ruimte gehandhaafd blijft. Tot nu toe bereiken ons positieve geluiden over het onderhoud van het groen en de openbare ruimte. Ook hier moet voorkomen worden dat deze nota hoge verwachtingen wijkt bij onze inwoners. Van tevoren moet bekend zijn dat er niet meer geld beschikbaar is dan de huidige voorziening. Het is goed, wij hebben de woningbouwplannen. Het is goed te lezen dat volgend jaar in de openbare ruimte het onderhoud van de oude sluis op de Dam ter hand genomen wordt. De begroting sluit alleen met goed budgetbeheer, inzet van alle ambtelijke capaciteit (er wordt fors minder een beroep op inhuur derden en externe adviezen gedaan is het voornemen) en doorpakken met winstgevende bouwlocaties (om het weerstandsvermogen op peil te krijgen). Daarop zullen dit college dan ook kritisch volgen. Met de kostenbesparingen op advieskosten aan het college (voorstel b), actualisatie bestemmingsplannen, fonteinen van Eesterensingel voorlopig sluiten en extra middelen Beukelmanschool een jaar later beschikbaar stellen, structureel op de bedrijfsvoering € 100.000,-- te besparen gaan wij dan ook akkoord. U stelt een aantal andere kostenbesparingen en bezuinigingen voor en opbrengstverhogende maatregelen waardoor er in meerjarig perspectief een batig saldo gaat ontstaan. Daarop, daarbij
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
14 moeten wij een aantal onzekere factoren zoals in het voorgaande reeds als risicovol genoemd nog in ons achterhoofd houden. Wij lopen deze na: De omvang van het college met 1 fte te verminderen is wat ons betreft akkoord mits er een voorziening voor wachtgelden wordt getroffen. In tijden dat er minder geld beschikbaar is, mag ook de omvang van het bestuur ter discussie staan. Wel is het goed om op te merken dat de nieuwe raad er in 2010 echter over gaat en dat het ook mogelijk moet zijn. Als de ambities van alle partijen zo groot zijn dat extra bestuurskracht nodig is dan moet deze bezuiniging wijllicht anders ingevuld worden. Wijllicht is het mogelijk om bestaande wachtgeldverplichtingen nog eens kritisch tegen het licht te houden. Wij zijn tegen het stopzetten van de kinderboerderij. Door inzet van sponsoren en vrijwilligers is een later bedrag dan nu wordt uitgegeven te bereiken, maar het blijft een gemeentelijke taak. De inzet van de nieuwe subsidieverordening en eventueel samengaan van welzijnsinstellingen mag niet gepaard gaan met vermindering van subsidies aan verenigingen en instellingen welke voornamelijk draaien op vrijwilligers. Ook moet er financiële ruimte komen voor stimuleren van de breedtesport. Er komt 28 miljoen extra vanuit het rijk voor sport, bewegen en onderwijs. Wij stellen voor: het budget voor samenvoegen van de buitendiensten op de Cornelis Smitstraat pas beschikbaar te stellen, indien er een goed plan ligt voor een zo sober mogelijke uitvoering; de ROWA te huisvesten in het gemeentehuis en de vrijkomende ruimte zo spoedig mogelijk commercieel te verhuren; huuropbrengsten voor de jachthaven zo spoedig mogelijk te verhogen; pachtopbrengsten zo spoedig mogelijk te verhogen en snippergroen zoveel mogelijk te verkopen. Wat betreft de opbrengstverhogende maatregelen volgen wij het collegevoorstel om hier een extra slag in de maken gezien alle risico’s welke nog op ons afkomen en het behoud van voorzieningen in ons dorp, zoals de sportaccommodaties, het zwembad, Landvast, het openbaar groen en de kinderboerderij. Al deze plannen kunnen alleen maar uitgevoerd worden mits er draagvlak is onder het grootste deel van onze inwoners. Veel meer dan tot nu toe het geval is geweest, moeten wij zorg dragen voor een goede communicatie. De inwoners van Alblasserdam moeten veel meer het gevoel hebben dat zij betrokken zijn, goed geïnformeerd en er moet begrip gekweekt worden voor de moeilijke keuzes welke wij moeten maken. Ongetwijfeld is het onmogelijk om het een ieder naar de zin te maken in ons dorp. Maar nu bekruipt ons het gevoel dat het vertrouwen wat de inwoners in het gemeentebestuur hebben veel te wensen overlaat en dat wij bezig zijn onze eigen oppositie te creëren. En hier ziet u wat voorbeelden daarvan en het is ook al door anderen genoemd. Alleen de handtekeningenactie. En hier had ik een leuk filmpje bedacht, maar ik heb begrepen… U kunt de link van mij krijgen. U komt dan op de website van TV Rijnmond. Dit is de link, ja en als je op de website van TV Rijnmond komt, zie je daar een filmpje waarin het college in de persoon van wijthouder Dekker een poging doet om uit te leggen waarom de kinderboerderij gesloten moet worden. Maar wij hebben het hier uitgeprobeerd. Op het moment dat ik dit afspeel, gaat heel internet in dit gemeentehuis eruit, heb ik begrepen. Voorzitter: Nou laat dan maar. De heer Ruikes: Dus.. Maar als u, u kunt het van mij krijgen. Kijk maar eens, het is wel een verhelderend filmpje. Als inwoners van dit dorp vormen wij immers samen deze gemeenschap. En het gemeentebestuur is er niet voor zichzelf maar om uit te voeren wat de meerderheid van onze inwoners belangrijk vindt. Daarom doen wij een beroep op het college om veel meer dan nu de communicatie met de inwoners te zoeken en op onszelf en de andere collegae uit de raad om beter dan nu uit te leggen waarom wij dit voor het dorp doen. En op onze inwoners zelf om niet alleen betrokkenheid te tonen als iets in de naaste leefomgeving verandert, maar ook begrip voor de keuze die wij moeten maken voor Alblasserdam als geheel. En daarin passen ook vervelende maatregelen om de goede dingen voor ons dorp te behouden. Het gaat om gemeenschapszin en respect. Concreet stellen wij voor inwoners, welke actief zijn in buurten, verenigingen en dergelijke persoonlijk uit te nodigen op bijeenkomsten voor informatie en opinie als daar onderwerpen geagendeerd zijn welke voor hen van belang zijn.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
15 Deze bijeenkomsten vaker op locatie in het dorp te houden. Veel meer dan nu gebruik maken van reacties van de Alblasserdammers via internet. Vaker gebruik te maken van startnotities over beleid en veranderingen in de leefomgeving en deze dan met een zo groot mogelijke groep inwoners/belanghebbenden in een vroeg stadium te bespreken. Het instellen van een klankbordgroep met leden vanuit de raad, de WMO-adviesraad en anderen en de communicatiemedewerker over die voorgenomen communicatie met de inwoners. Zoveel mogelijk kunnen wij als raad en college uitdragen, wat er ondanks problemen wel tot stand komt en behouden blijft in positieve zin in Alblasserdam, zoals Landvast, een nieuw zwijmbad in de toekomst, een gezondheidscentrum, een nieuwe aula, nieuwe scholen enzovoort. Samen met de Alblasserdammers, het college, ambtelijk apparaat, de gemeenteraad, brandweer, politie, vrijwilligers houden wij dit dorp leefbaar, groen, vol voorzieningen, bewoonbaar en financieel gezond in de toekomst. En moge Gods wijsheid en steun ons daarbij helpen en inspireren. Voorzittter: Dank u wel voor deze geïllustreerde algemene beschouwing. Het woord is aan mevrouw Leeuwis. Mevrouw Leeuwis: Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ook dit jaar geven wij onze beschouwingen een motto mee. Na “het jaar van de schoonmaak” en “van royaal naar reëel” kiezen wij nu met een positief gevoel voor “verder met een schone lei”. Positief, want de meerjarenbegroting is sluitend en materieel in evenwicht, de projectenportefeuille is losgekoppeld van de programmabegroting en de afspraken over stortingen in de algemene reserve zijn nagekomen. Het actualiseren en opschonen van mogelijke verwachtingen uit het verleden en het erkennen van foutieve inschattingen is, hoe vervelend zo nu en dan ook, wel realistisch. Komend van een miljoenentekort in 2007 met een organisatie die op zijn koop heeft gestaan, is dit een duidelijke vooruitgang op voorgaande programmabegrotingen en dus een goed nieuw begin. De vraag of er nog preventief toezicht van de provincie noodzakelijk is, kan ook ter discussie worden gesteld. Wij kunnen met een schone lei verder. Dat wil nog niet zeggen dat wij klaar zijn, laat staan naar huis kunnen. Er staat nog een aantal budgetten onder druk (voorzieningen en onderhoud in openbare ruimte, de WMO) en op de achterkant van die schone lei staat nog een verlanglijstje open waarover bij de volgende begroting keuzes gemaakt dienen te worden (o.a. de toch wijl gevoelige BOS-subsidie en breedtesport). Los van deze zaken stelt het college voor om, naast al flinke bezuinigingen, de OZB fors te verhogen met 11,25% in twee jaar om het huidige pakket te kunnen bekostigen. Wij komen daar straks nog op terug. Wij denken dat er nog een uitdaging ligt, willen wij het voorzieningenniveau in Alblasserdam zo hoog houden als veel burgers dat graag zouden zien. Dat vereist creatief denken waarbij je dan ook andere partijen moet betrekken. Wat de VVD betreft, gaan wij gestaag door met het uitvoeren van het collegeprogramma zoals verwoord in de tussenstand bij de perspectiefnota. In onze beschouwingen over 2009 willen wij drie thema’s met nadruk noemen, te wijten: bestuur; het takenpakket van de gemeente en openbare orde en veiligheid. Allereerst bestuur. Het effect van de nieuwe organisatie is goed merkbaar, compliment voor het college en de directeur voor de snelheid van handelen en het aantrekken van de juiste medewerkers. Het onderwerp communicatie ligt wat gevoelig gezien de commotie het afgelopen jaar bij zaken die het dorp raken zoals het zwembad, de Esdoornlocatie, Het Palet, het woonwagenkamp, de kinderboerderij en zo links en rechts toch nog wat onbeantwoorde brieven en volgens mij ben ik nummer vijf in de rij, die dit noemt. Inwoners willen serieus genomen worden, zijn mondiger en verwachten dat informatie goed en tijdig wordt vertrekt maar ook dat men wordt gehoord of geraadpleegd. Wat overigens niet altijd kan betekenen dat de gewenste beslissing genomen wordt, maar dat terzijde. Hier zou een verbetering in de performance op zijn plaats zijn. Afgelopen voorjaar heeft de VVD het onderwerp burgerparticipatie geagendeerd. Tijdens het voorzittersoverleg van de ROWA vorige week kwam dit, samen met communicatie, ook als wens ter tafel. Wij denken dat het goed zou zijn als de gemeente het initiatief neemt om dit agendapunt te behandelen vóór 23 april 2009, het nieuwe, volgende voorzittersoverleg. En om die wens kracht bij te
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
16 zetten, dienen wij een motie in. Maar ik denk dat ik het hele pakket inclusief alle moties maar even aan het eind van mijn verhaal kom inleveren, want ik heb hier de getekende versies. Wij zijn nogal geschrokken van de 5,1 die het bedrijfsleven aan onze gemeente geeft voor de dienstverlening. Niet duidelijk is geworden waarop dat cijfer is gebaseerd. Wel hebben wij gelezen in de nieuwsbrief van het PMA dat er inmiddels concrete acties zijn gestart én goed ontvangen om het bedrijfsleven beter van dienst te kunnen zijn, zoals regelmatig overleg en een duidelijke loketfunctie. Er loopt nog een klanttevredenheidsonderzoek en wij hopen dat door genoemde acties dit cijfer volgend jaar een dikke voldoende zal zijn, maar wij sporen het college ook aan om die communicatie met het bedrijfsleven aandacht te blijven geven. Verder zouden wij nog een reactie willen geven op het voorstel om het aantal wethouders na de verkiezingen in 1010 met 1 fte terug te brengen. Op zich een terechte opmerking gezien de werkzaamheden die nu binnen de Drechtsteden worden verricht en die voorheel op dit gemeentehuis plaatsvonden. En dat brengt ons op het punt van de burgemeesterspost in dit dorp. Zoals bekend, is na het onderzoek van de heer Corporaal besloten om tijdelijk met een burgemeester en directeur te werken die de bestuurlijke en organisatorische problemen op zouden moeten lossen. Nou, de status van dit moment is mede een compliment voor het college en de directeur en geeft aan dat de toen gemaakte keuzij een juiste is geweest. Het is echter noodzakelijk dat de invulling van de burgemeesterspositie weer een blijvend karakter krijgt, dat zou de mogelijkheid bieden om door middel van een nieuwe portefeuilleverdeling met een wethouder minder na de verkiezingen te starten. In het presidium is al aangegeven dat een gesprek met de Commissaris van de Koningin op korte termijn gepland dient te worden. De VVD-fractie onderschrijft dit voorstel en zou graag één en ander in goed overleg met een ieder afstemmen om te voorkomen dat de ingezette daadkrachtige koers tot stilstand komt. Ik heb het een aantal mensen horen zeggen. Volgens mij moeten wij vooral een concrete datum gaan plannen als raad. En presidium, ja zeker. Ik vond het niet nodig om daar nou een motie over in te dienen, maar ik wil straks nog wel even horen of dat nou gaat gebeuren. Anders blijven me alleen maar zeggen, hè en dat gebeurt er niks. Dan het takenpakket van de gemeente. Als wij kijken naar de hoeveelheid taken die wij op ons nemen en de bijbehorende financiën, is het duidelijk dat wij moeten kijken hoe wij die financiën beheersbaar houden. Wij vinden bijvoorbeeld het voorstel van het college om de ROWA, SWOA, BSR, Jongerenwerk samen te voegen tot één welzijnsorganisatie een interessante optie. Wij denken dan aan een organisatie met een kleine directie die de werkvloer aanstuurt, zonder dure managementlaag ertussen. Wij zijn ervan overtuigd dat dit efficiencyvoordelen kan hebben, ook qua huisvesting. En daarnaast zien wij uit naar een discussie over de welzijnstaken zelf. Vandaar dat wij met de PvdA een motie indienen om daar vóór de perspectiefnota 2010 op terug te komen. En die motie dienen wij samen in. Het mag iedereen duidelijk zijn dat wij die discussie waarschijnlijk met een verschillende insteek zullen voeren. Maar daar gaat de motie nu niet over. Andere taken die in deze begroting opvallen, ook in het dorp, zijn de dierenweide en het zwembad. Juist omdat wij tegen de grenzen van de portemonnee aankijken, hebben wij nu een discussie over € 44.000,-- van de kinderboerderij en over € 50.000,-- per jaar meer ruimte maken in de exploitatie om zelf een nieuw zwijmpad te maken. Op een begroting van wel 60 miljoen. Toch zijn er geen grote bezuinigingen meer te vinden, tenzij je een principiële keus maakt in de taken die je als overheid uit wilt voeren. En wat de VVD betreft, moeten wij proberen een stapje terug te doen naar de kerntaken: andere zaken hoef je als overheid niet alleen te doen, moet je volgens ons ook niet willen doen in je eentje. En dat wil dus niet zeggen dat alles dicht moet, of weg moet, maar maak vooral meer gebruik van burgers, bedrijven, woningcorporaties enzovoort. Wat de VVD betreft, gaat het college dan ook in gesprek met de mensen die zich nu aangemeld hebben als vrijwilliger voor de dierenweide. En als er een stichting opgericht wordt, zijn er mogelijk sponsors te vinden. Wellicht zijn er ook combinaties te maken met agrarische MBO of HBO. Wij bieden ons als fractie aan om mee te denken over dit soort initiatieven. En op die manier kan deze voorziening die door velen hoog gewaardeerd wordt, wel degelijk in stand blijven, maar gaan wij ook zuinig om met het belastinggeld. Wat het zwembad betreft, heeft de VVD opgeroepen om te trachten marktpartijen te vinden die bereid zijn door ontwikkeling en verhuur op korte termijn een nieuw zwembad te realiseren. Dat is tot heden niet gelukt. Wij zijn van mening dat ook de optie om samen met Papendrecht een zwembad te ontwikkelen, dat dat nog steeds actueel is. Met een investering van ongeveer vijf ton kan daar het zwijmbad zoveel groter gemaakt en aangepast worden dat ook onze kinderen daar kunnen leszwemmen en dat beide zwijmverenigingen gefaciliteerd kunnen worden. Het bad daar is ook met het openbaar vervoer goed bereikbaar. Moeten wij dan vooral huiseigenaren nu weer (want in 2008 ook 5%) belasten met zo’n forse OZB-stijging om een eigen bad van ruim 7 miljoen in Alblasserdam te
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
17 kunnen houden? Dat gaat er bij de VVD niet in. Wij stellen dan ook voor om die optie met Papendrecht alsnog een kans te geven. Wij hadden ook gezegd dat wij daar bij de begroting op terug zouden komen. En in afwachting daarvan willen wij het sparen voor het nieuwe zwembad nog even parkeren. Daarmee hoeft de OZB in 2009 € 50.000,-- minder op te brengen en is een stijging van 4,6% voldoende om de begroting sluitend te krijgen. En toevallig is die 4,6% ook in lijn met de landelijke trend. Dat hadden wij afgesproken. Bij de perspectiefnota van 2010 verwachten wij duidelijkheid over zaken die toch nog besparingen op kunnen leveren. Ik denk aan fusievoordelen bij de bibliotheek, het terugbrengen van de overschrijding op sportpark Souburgh, want die zou liggen op 8.000,--, maar die hij loopt inmiddels uit naar 57.000,-en daar zijn al maatregelen voor aangekondigd en wij denken aan de nieuwe subsidieverordening. Laten wij wel zijn, daar geven wij € 3.000.000,-- aan uit per jaar. En als wij het dan hebben over € 44.000,-- of € 55.000,-- dan moeten wij, denk ik, onszelf ook even goed in de spiegel aankijken. Wij verwachten dat wij dan ook die OZB-stijging voor 2010 terug kunnen brengen naar inflatieniveau en zullen daar zo nodig voorstellen voor doen. Wij staan nu al op plaats 117 van de ruim 440 gemeenten bij de hoogte van de OZB en dan is nummer 1 de duurste. En de OZB voor bedrijven daar zitten wij al in de top 50, op plaats 47 om precies te zijn. Landelijk gezien lopen wij naar boven toe uit de pas en die ontwikkeling moeten wij zien te keren. Over dit voorstel dienen wij zo een amendement in. Dan openbare orde en veiligheid. Voorzitter, ik vind het helemaal niet erg om de laatste te zijn, want ik had bedacht dat wij gaan zorgen voor de uitsmijter van vanavond en die zit in het programma openbare orde en veiligheid. De VVD-fractie is blij met het voortgezette initiatief om samen met de horeca (waar zo’n andere betrokken partij) de suswachters nog een aantal jaren te behouden. Ook het wederom inzetten van BOA’s, in samenwerking met Papendrecht en Sliedrecht, juichen wij van harte toe want deze mensen worden nu node gemist. Verder vinden wij dat onze wijkagenten het werk dat zij doen, goed doen. Wat ons betreft smaakt het naar meer. Ik las vandaag in de krant dat er 150 politieagenten bij Zuid-Holland Zuid achter hun bureau vandaan kunnen. Laten wij zij vooral op straat inzetten. Ook het Jongerenwerk levert goed werk bij de aanpak van overlast die door een relatief kleine groep jongeren veroorzaakt wordt. Maar toch blijven in dit programma zaken liggen. Afgelopen voorjaar heeft de VVD aandacht gevraagd voor het aanpakken van overlast die bij wijkoverleggen herhaaldelijk naar voren komt en waar in de beleving van veel burgers te weinig aan gedaan wordt. Het collegeantwoord, bij monde van de burgemeester als verantwoordelijk portefeuillehoudster, luidde toen dat de beleving weliswaar zo kon zijn, maar dat gezien de cijfers meer politie-inzet niet alleen onhaalbaar maar ook onnodig zou zijn. Welnu, wij waren toen ook al van mening dat wij met creatief nadenken vast een eind zouden kunnen komen. Daarnaast wilden wij de beleving hierover in het dorp serieus nemen, het wordt de politiek namelijk al te vaak verwijten dat wij op dit punt te veel relativeren. Wij zijn uiteindelijk twee keer in gesprek gegaan met een behoorlijk aantal vertegenwoordigers uit precies die wijken waarin de overlast ervaren wordt dan wel werd en hebben daarbij ook de wijkagenten betrokken. Wij hebben met alle partijen gekeken naar wat wél kan. Wij hebben daardoor ook wel degelijk wat resultaten kunnen boeken. Opvallend is daarbij de wil van de mensen in de wijken om zelf ook een steentje bij te dragen, zeker als de politie concreet terugkoppelt. Ook daarvoor is aandacht gevraagd en wij hebben in de kranten al kunnen lezen dat de politie nu zelfs van plan is om met bossen bloemen langs de deuren te gaan bij die mensen die daadwerkelijk melden wat er in hun ogen misgaat. Voorkomen is beter dan genezen, dat waren wij ook met elkaar eens. In deze groep ontstond het idee om burgers van Alblasserdam aan te spreken op eigen verantwoordelijkheden en mogelijkheden om overlast en vandalisme aan te pakken. Als gemeenten zouden wij nog kunnen meewerken aan een stukje bewustwording door maandelijks op de gemeentepagina een vandalismemeter te plaatsen met de concrete vermeldingen over objecten en schadebedragen. En om dat voor elkaar te krijgen, hebben wij een motie opgesteld die wij zo dadelijk zullen indienen. Om de burgers van Alblasserdam te bereiken heeft de klankbordgroep, want zo noemen zij zich nu, één en ander verwoord in een pamflet dat ik nog niet naar alle lokale media verstuurt heb, maar het ligt al wel bij de pers op tafel achterin. Aan ons de eer om het eerste pamflet op papier aan de burgemeester te overhandigen, want wij zouden namelijk best nog meer resultaat willen zien dan nu geboekt is. Alleen, wij zijn geen opdrachtgever van de politie. En burgemeester, in uw functie kunt u veel meer betekenen dan wij. En met dit pamflet doen wij daar ook een beroep op. Bij dit pamflet zit een envelop met folders over de vrijwillige politie. De vraag is of u die folders goed zichtbaar hier in de rekken wilt zetten.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
18 Met dit pamflet, de envelop, de moties besluiten wij onze beschouwingen over de begroting 2009 en verder. Nou ga ik even alles pakken… Voorzitter: Krijg ik dat allemaal? En terwijl u hierheen loopt, meld ik even dat de heer Zwaan heeft gevraagd of hij zijn moties toch alvast in mag, kan dienen, hoewel hij net zei dat dat later overwogen zou worden, maar het is, u hebt allen de moties al ingediend in eerste termijn. En ja, ik moet nu even, even tot mevrouw Leeuwis. Dank je wel. Mevrouw Leeuwis: Alstublieft. Voorzitter: Ik ga het zo met belangstelling lezen. En hoewel ik me kan voorstellen, dat moties niet in de eerste termijn in worden gediend, het is wat anders met amendementen, maar met moties is dat hier, is dat nu wijl gebeurd en ik kan me ook voorstellen dat u straks de pauze gebruikt om te kijken of die moties, die ongeveer hetzelfde zijn, en daar zijn er een paar van, of u dat onderling tot één motie kunt brengen. Dus vandaar mag u ze nu indienen. De heer Zwaan: Dat was ook precies de reden. Dank u. Voorzitter: Ja. Ik kan me voorstellen, wij hebben afgesproken dat nu de fractievoorzitters ieder vijf minuten krijgen om op elkaar te reageren. Ik weet niet of het zo is, maar ik kan me voorstellen dat u zegt geef ons vijf minuutjes, vooral om dat mevrouw Leeuwis het laatste woord, dat wij daar om vijf over half zes gaan beginnen. Dan zijn wij naar mijn idee keurig om 18.00 uur klaar met het eerste gedeelte. Vijf minuutjes om even de, te ordenen, de gedachten. SCHORSING HEROPENING Voorzitter: Bent u zover? Mag ik u dan verzoeken om weer te gaan zitten? Dan moet ik nog even een paar praktische dingen doen. Ik zou u willen voorstellen om de, om het amendement van de VVD over de, het opschuiven van een jaar van het sparen voor het zwijmbad, noem ik het maar eventjes, noemen amendement 3, dat is 21, ja. En motie over burgerparticipatie van de VVD, die hebt u, ik weet niet of u die heeft, want die heeft geen nummer. Dat wordt motie, moet ik even kijken waar ik was gebleven, motie 6. Nee, die krijg ik nog. En de motie, en dan is er een motie ingediend over de vandalismemeter, noem ik dat maar even, dat wordt motie 7. Die zijn nog niet uitgedeeld, hè? Mevrouw Van der Net: Nee. Voorzitter: Nee? Dus die krijgt u nog. Die worden gekopieerd. Dan heb ik motie van de ChristenUnie over de kinderboerderij. Dat wordt motie 8. Die heeft u ook nog niet. Dus die krijgt u zo meteen ook en dan hoeft u het ook niet op te schrijven. Dan noem ik het alleen maar. En er is een mo.., een amendement van de ChristenUnie over de OZB en dat wordt amendement 4. Zo. Die moeten allemaal nog even gekopieerd en dan krijgt u die. Dan is het woord voor deze extra ingelaste ronde van het reageren op elkaar aan de heer Boele. En deze ronde is speciaal bedoeld voor de fracties onderling, meld ik maar even. Het college moet natuurlijk wel opletten. De heer Boele: Voorzitter, mijn fractie wist zich in de eerste plaats getriggerd door de vraag, die de CU-fractie in de algemene beschouwingen opriepen van hebben wij nu ook een robuuste begroting. En ik moet u zeggen wij verkeren nog in enige twijfel als het gaat om de vraag of je die vraag voluit bevestigend kunt beantwoorden. Natuurlijk, wij hebben nu de zaak financieel in die zin op orde, dat wij weten waar wij aan toe zijn. Dat is grote winst. Maar tegelijkertijd wijten wij ook dat wij wel erg arm geworden zijn.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
19 Dus of je nu met deze begroting kunt zeggen, is hij robuust, wij zouden liever zeggen, wat wij in onze beschouwingen hebben gezegd, het is ternauwernood sluitend. Het gaat allemaal net. En het is juist ook dankzij, dat heeft, geloof ik, de VVD-fractie opgemerkt, die septembercirculaire die heel veel extra geld in het Gemeentefonds doneerde, dat wij er nog net met elkaar uitgekomen zijn. Zoals ook de CUfractie dat zei. Dus dat vond ik een hele relevante vraag, die misschien nog verder in het debat aan de orde zou kunnen komen. De PvdA die heeft wijze woorden, vonden wij, gewijd aan het thema bestuurskracht, tot de conclusie leidend dat wij langzamerhand zouden moeten toekomen aan een periode, waarin wij de tijd van interim en van tijdelijkheid zouden kunnen afsluiten. Dat hebben wij ook in onze beschouwingen aangegeven. Er is heel veel goed werk verricht in de achterliggende jaar, anderhalf jaar. Langzamerhand zijn wij de donkere periode aan het afsluiten en ik ben het met de PvdA-fractie van harte eens, dat wij nu ook moeten gaan koersen op een definitieve invulling zowel van de positie van burgemeester als van die van gemeentesecretaris. Tegelijkertijd zijn wij wel bezorgd over het gegeven dat, als je de dingen die niet bereikt zijn moet borgen in de toekomst, het moet natuurlijk niet straks bij het vervullen van vacatures weer uit onze handen vallen. Dus dat is een thema wat wij in ieder geval bij alle keuzen die wij gaan maken in de nabije toekomst, wel goed zullen moeten blijven bewaken. De heer Van Lavieren: Als ik even mag reageren, meneer Boele. De heer Boele: Ja. De heer Van Lavieren: Het is niet onze opzet om en de burgemeester en de directeur in één keer te laten verdwijnen. Een beetje stabiliteit… Er moet wel een klein beetje stabiliteit blijven, anders dan krijg je snel een terugval natuurlijk. Dat begrijpen wij wel. De heer Boele: Nou, wij zouden vooral kiezen voor heel veel stabiliteit en ik denk ook dat wij onszelf eerst een beeld moeten vormen van het gerealiseerd zijn van die mate van stabiliteit, die nodig is, en dat wij dan kunnen komen tot een verstandige openstelling van vacatures. Bij de VVD-fractie houdt het ons in het bijzonder bezig, wat nou precies de positie van deze fractie rondom het zwembaddossier is. Het college heeft nu voorgesteld, wij gaan sparen. Dat vinden wij als SGP-fractie een hele goede methode, hebben wij ook in de beschouwingen aangegeven. Maar de VVD-fractie is op dat punt in onze ogen wat weinig duidelijk. U zegt, maak even pas op de plaats met sparen, dan kunnen wij ook de OZB voor 2009 een beetje temperen. Dat is op zich een hele interessante gedachte, maar u zijgt, laten wij die optie van Papendrecht opnieuw bezien, hoewel het college nog niet zo lang geleden heeft gezegd, dat is geen optie, want Papendrecht trekt zijn eigen spul, heeft zijn eigen plannen. En zijgt u nu hier eigenlijk mee als VVD-fractie, wij willen gewoon niet vanaf heden gaan werken aan een nieuw eigen zwijmbad in de gemeente Alblasserdam. Dat is iets wat me erg bezighoudt met uw beschouwingen, rond uw beschouwingen. Mevrouw Leeuwis: Ja, laat ik het zo zeggen. Wij hebben gezegd wij parkeren hem even en concreet zeggen wij ook in het amendement: wij schuiven het sparen in ieder geval al een jaar op. Dat geeft ons de tijd, geeft ons allemaal de tijd om toch eens te kijken, zoals de ChristenUnie ook zei, met dat geld op zijn minst andere dingen kunnen doen. Maar goed, wij hebben helemaal geen geld voor dat nieuwe zwembad. Maar in ieder geval om te kijken, ja, dat is helemaal niet om iets anders te doen, dat is waar, maar dat zei de ChristenUnie. Nee, maar om te kijken of je op een andere manier kunt komen tot een nieuw zwembad en de optie Papendrecht is wat ons betreft wijl degelijk reëel. Ik bedoel, wij hebben ook contacten in Papendrecht en daar is het besluit nog niet genomen. Zij willen daar alleen geen vertraging. En als je kijkt naar het verschil in kosten, dan denk ik dat dat het overwegen waard is. En wij hebben gezegd, wij kunnen altijd bij de begroting van 2010, hè, de perspectiefnota van 2010 bezien wat er nu van geworden is van die gesprekken. En wij dringen er ook op aan, dat het college ook op een andere manier nog eens kijkt met andere partijen of wij op die manier toch nog wat voor elkaar kunnen krijgen. Privatiseer dat. De heer Boele:
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
20 …… nu de vraag voorgelegd zou krijgen: gaat u nu voor een nieuw zwembad in Alblasserdam en beantwoordt u die vraag nou eens met ja of nee. Wat is dan het antwoord? Mevrouw Leeuwis: Nou ja, niets. De heer Boele: Nee. Mevrouw Leeuwis: Dus dan is het…. Of nee, tenzij. Dan kan allebei. De heer Boele: OK. Nee, dan is dat helder. Goed, daar komen wij misschien nog in de loop van het debat op terug. Een derde punt, voorzitter, dat raakt de ook de VVD-fractie en trouwens ook de PvdA-fractie. Die beide fracties zijn zo gul als het gaat om het verkleinen van de formatie van het college. Ik heb aangegeven dat ons dat een wat gemakkelijke ombuigingsvoorstel overkomt. Er wordt € 85.000,-- uit de begroting gehaald en wij zeggen maar, nou dan is één wijthouder minder is dan voldoende. Maar ja, zo meteen gaan nieuwe partijen onderhandelen over een nieuwe coalitie. Drie wethouders lijkt me echt erg nodig in deze gemeente met onze projectenportefeuille, met onze ambities, met onze rol in Drechtsteden, wat geen formatie oplevert, maar eerder formatie kost, denk ik. En gaat u nu niet wat te gemakkelijk om met het inboeken van die € 85.000,--? Het CDA voegt eraan toe, wij moeten dan wel een wachtgeldregeling treffen, maar dat kost dan tegelijkertijd weer heel veel geld. Daar is de begroting niet in voorzien. Dus eigenlijk constateer ik dat het met dit voorstel maar een heel rammelig zaakje geworden is, hè. Mevrouw Leeuwis: Nee, als je één wethouder minder doet, dan betekent dat dat je de burgemeester ook een portefeuille toebedeelt. Er blijft staan, dat je nu eenmaal keuzes moet maken. De heer Boele: Maar waarom loopt u nou op die politieke keuze voor een politieke portefeuille van de burgemeester vooruit? Wij moeten die persoon nog helemaal gaan werven. Mevrouw Leeuwis: Waarom zou De heer Boele: Er zijn hele goede argumenten om nou juist de burgemeester politiek niet al te zwaar te belasten. Moeten wij nu, bij de begroting 2009, dat soort keuzen alvast maken en daarmee de consequenties financieel gezien ook uit de begroting halen? Mevrouw Leeuwis: Als je het nu doet, moet je een iets andere dekking aangeven. De heer Boele: Ja, dat is maar makkelijk. Mevrouw Leeuwis: Ja en wij denken dat het best kan. Laat maar zien dat het met twee kan. De heer Boele: Ik denk dat mijn veronderstelling juist is dat het een beetje een wat gemakkelijk dekkingsvoorstel geworden is. Voorzitter, ik constateer vervolgens dat het raadsbreed instemming heeft, dat de kinderboerderij blijft bestaan. De een is daar stelliger in dan de ander, maar in ieder geval, dit voorstel zal van tafel moeten, denk ik, en dat doet in ieder geval ook onze fractie deugd. Ik stel ook vast dat raadsbreed er ontevredenheid is over het communiceren van het college met de burger. Ik hoor het bij iedereen. Daar gaat zelfs de CDA-fractie het meest ver in. Die spreekt zelfs over het organiseren van de eigen oppositie. Nou, nou, het is nogal wat. Dat heeft natuurlijk ondertussen
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
21 wijl een bepaalde benadering, als je van het college zijgt dat het zo gebrekkig communiceert met burgers, dat het zo breed in de raad leeft, dat ook de coalitiepartijen zich zo herkennen in deze beeldvorming, die negatief is. Ik denk dat wij ook in tweede termijn op dat punt nog eens even met de collega’s verder zouden willen praten. Ik ben ook heel benieuwd naar hoe het college zelf op dit thema reageert. Ik denk dat mijn vijf minuten voorbij zijn. Voorzitter: Denk ik ook. Het woord is aan de heer Van Lavieren. De heer Van Lavieren: Ja, ik hoop wat minder tijd nodig te hebben. Ik wil eerst reageren op de opmerking van het CDA over de ROWA zo snel mogelijk naar het gemeentehuis te verhuizen. Mijn verzoek is, wacht het onderzoek af naar een, één welzijnsorganisatie en waarin je dat probleem dan ook direct mee kan nemen. En het tweede is, dat het gemeentehuis toch nog steeds, al worden wij wat opener, toch nog steeds een drempel vormt voor mensen om dit soort zaken daar te doen. De heer Ruikes: Daar zouden wij juist van afmoeten, als wij open en eerlijk gaan communiceren. De heer Van Lavieren: Dat gaat, ja, maar dat is, dat is geen 1-0 situatie die, dat zal nog wijl even blijven bestaan, denk ik. Dan heb ik volgens mij van de SGP gehoord, dat de ROWA eigenlijk niet meer nodig zou zijn, klopt dat, omdat mensen mondig genoeg zijn om zelf problemen op te lossen. Is dat juist? Dat was van uw fractie. De heer Boele: Nee, nee. Dat heb ik niet gezegd. Wij hebben naar voren gebracht dat je opnieuw moet gaan nadenken over de toekomst van de ROWA en wij hebben gezegd: niet de burger is mondig genoeg, nee, de gemeentelijke overheid moet voldoende toegenegen in de richting van de burger zijn om daarmee zo’n functie als ROWA overbodig te maken. Dat is de stelling van mijn fractie geweest. De heer Van Lavieren: Ja, nou, mijn idee is dat dat ook nog wel, wel jaren gaat duren voordat het zover is en De heer Zwaan: Mag ik dan een ander soort vraag stellen? Als u het hebt over een onderzoek wat er moet komen, dan neem ik aan dat je niet in een bepaalde koker gaat kijken van wat zijn de mogelijke uitkomsten. Als wij dan vrij mogen denken, in hoeverre is het voor de PvdA mogelijk dat de ROWA misschien niet in die ene welzijnsorganisatie terecht gaat komen, maar direct gelinkt wordt aan de gemeente. Is dat een mogelijke uitkomst? De heer Van Lavieren: Nee, kijk, je hebt altijd twee partijen natuurlijk. Ik bedoel, er zijn altijd verschillen van inzicht. De heer Zwaan: Op het moment dat u een onderzoek doet, moet u daar toch ook open voor staan, want er kunnen ook nog andere redenen zijn, waardoor zij misschien niet samen door één deur kunnen na een goed onderzoek. De heer Van Lavieren: Nee, maar kijk, wat er in het korte verleden is gebeurd, dat hebben wij ook aangegeven in ons stuk, als je ziet hoe de communicatie is bij verschillende trajecten, denk ik dan de ROWA nu zeker nog bestaansrecht heeft en zal houden. Er zijn altijd verschillen van inzicht in… en De heer Boele: Maar hebben wij het ROWA nodig om die verschillen van inzicht helder te krijgen? Dat is de vraag, meneer Van Lavieren.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
22 De heer Van Lavieren: Nu nog steeds. Ja. De heer Boele: Wat is de toegevoegde waarde geweest van ROWA in die discussies, die in het achterliggende jaar zo hoog zijn opgespeeld? Ik heb de voorbeelden in onze beschouwing genoemd. Moet u me nou eens duidelijk maken, wat het verschil was geweest indien ROWA er niet was geweest. Was de boodschap dan voor ons als raad minder duidelijk geweest? Waren de bewoners dan meer in hun schulp gekropen? Hebben wij met andere woorden ROWA nodig gehad om ons bewust te worden van onze positie naar onze burgers toe? De heer Van Lavieren: Al gaat het alleen om de organisatie van die tegenspraak. Daarin zijn zij al direct nodig. En dat, voor mij zal dat zo blijven, want je hebt altijd twee partijen en je hebt altijd verschillende inzichten en je zal toch na moeten denken ook. Niet elke burger is zo mondig als u dan wel denkt. En… De heer Boele: Nee, dat denk ik helemaal niet. Ik heb die handtekeningen in ontvangst genomen, zoals u misschien gezien hebt, in de commissie Grondgebied. Ik denk helemaal niet dat iedere burger mondig is. Ik stel alleen vast dat je niet voor het organiseren van weerstand tegen de gemeente € 335.000,-- per jaar moet vrijmaken. Dat… De heer Van Lavieren: Dat is een kleine vergissing, want die € 335,-- is niet aan de ROWA toegerekend, maar er zit nogal wat vervuiling op de lijn. Mevrouw Leeuwis: Dat zijn dan wel € 335.000,--. Voorzitter: Laten wij niet nu in de techniek van cijfers gaan. Dat lijkt mij een beetje zonde van deze vijf minuten ongeveer per fractie. De heer Ruikes: Ik denk ook dat het, eerlijk gezegd, de ROWA tekort doet om te zeggen dat de ROWA alleen maar onze tegenstand organiseert. Dat vind ik ook wel iets te kort door de bocht, want daar is de ROWA volgens mij ook helemaal niet voor. Als de ROWA daarvoor is, dan moet je ook meteen.. De heer Van Lavieren: De ROWA doet ook nog meer dingen, hè. Ik bedoel, wij hebben dus, ja, wij hebben buurtgroepen. Voorzitter: Dan bent u het, u het daarover eens. Anders blijven zij u vasthouden aan de ROWA. Dus ik zou nu graag verder… De heer Van Lavieren: Nee, laten wij die discussie maar voeren als dat onderzoek. Als dat onderzoek gereed is, laten wij die discussie dan nog maar eens een keer met elkaar voeren. En dan zou ik graag aan de heer Zwaan willen vragen hoe hij aan de berekening komt, dat het niet € 7,-- per jaar zou kosten, de OZB-verhoging, maar € 70,--. De heer Zwaan: Het gaat erover wat de voorziening kost voor je gemeente. U gaf aan dat een klein deel, wat je nu misschien extra zou moeten betalen twee kaartjes is terwijl ik denk, als je kijkt naar de totale kosten die je als gemeenschap neer moet leggen, is dat een veelvoud van wat u aangeeft. En daar liggen ook keuzes. De heer Van Lavieren: Ja, maar dat is appelen met peren, hè. Ik bedoel, wij hadden het over de OZB en niet over het totale voorzieningenpakket. Wij hadden het…
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
23
De heer Zwaan: U verdedigt een bepaalde OZB-stijging alleen omdat u verwacht dat die twee kaartjes wel betaalbaar zijn. En wij hebben een heel andere manier van kijken van het afwentelen van kosten naar de burger. Voorzitter: Is dat het. Dan mag de heer Zwaan gelijk doorgaan. De heer Zwaan: Ja, dank u wel. Beginnend misschien ook met waar de heer Boele ook aandacht voor heeft gevraagd, is de bestuurskracht. Wij vinden het ook enorm belangrijk, en daarom heb ik het voorbeeld ook van de jaarrekening gebruikt, dat er geconsolideerd wordt. Dus ik kan heel goed begrijpen dat een aantal nu bepaalde snelheid willen. Die snap ik. Alleen, daar zijn wij wat voorzichtig in en ik ben benieuwd of dat dat ook in de overweging meespeelt van de anderen, want je kan natuurlijk snel proberen een aantal, zijg maar, wijzigingen van een plaats van burgemeester en dat soort dingen in te voeren, alleen ik ben benieuwd hoe de anderen kijken naar van hoe houd je nu op een goede manier vast waar je nu mee bezig bent, want het is allemaal nog heel pril. Pril ook en dat is ook wel een beetje het algemene gevoel, dat iedereen ook wel blij is van jongens, wij hebben een soort eerste lek boven water. En dat proef ik ook bij die anderen. Maar het blijft lastig en daarnet hadden wij al het voorbeeld over de lasten. Hoe wentelt u dan bepaalde lasten, hoe leg je dan bepaalde lasten neer bij de bewoners in het dorp. En daarin vinden wij een hele aardige gedachte van de SGP, hoe zij ook nadenken over Landvast. Het mag ook duidelijk worden dat in, volgens mij in de motie, dat wij daarop nog terugkomen. Dus ik ben benieuwd hoe dat ook door de anderen gezien wordt. Opvallend in de bijdrage van de SGP vond ik de aandacht voor de economische crisis, die wij ook geprobeerd hebben aan te raken, maar bij de andere partijen mis ik die en ik ben ook benieuwd hoe zij daar tegenaan kijken en wat de gevolgen voor Alblasserdam zouden kunnen zijn. Rondom de ROWA heb ik daarnet al iets genoemd over het onderzoek. Hoe breed wil de PvdA kijken? Wij zijn wel geïnteresseerd in dat voorstel over die LED’s, maar wij zijn ook benieuwd wat dat voor investeringskosten met zich meebrengt en of dat dan ook op elkaar.. Nou, wat het effect dan ook gewoon financieel uiteindelijk is. Dus misschien dat daar dan nog een antwoord op kan komen. Een ander punt vanuit de PvdA is Landvast. Alles moet erin, terwijl bijvoorbeeld wij ook met elkaar geleerd hebben, dat wij een Kinderdijk hebben en dat er misschien ook nog wel andere mogelijkheden zijn om bij elkaar te komen. Dus ik ben ook wel benieuwd hoe wij dat dan uit moeten leggen. Zeker, nou, daar komen wij misschien ook nog wel op terecht. Bij het CDA, ja, een mooie presentatie in die zin dat het af en toe lastig te volgen was van hé, wat zijn nu precies de punten, die zij ook willen aanreiken. Aan de ene kant hebben wij een reserve hard nodig, aan de andere kant wordt een overschotje misschien voor de voorzieningen en het zwembad al weer besteed. De heer Ruikes: U hebt zojuist duidelijk niet goed geluisterd. Wij besteden niks aan overschotten. Ik heb gezegd: doordat wij nu een solide begroting hebben, ziet het ernaar uit dat wij in meerjarenperspectief een klein overschot hebben. Nou, dat heb ik gezegd. Ik heb niet gezegd dat je dat ergens aan moet besteden. De heer Zwaan: OK. Nou… De heer Ruikes: Ik heb alleen een dekkingsvoorstel gegeven in principe, en dat kun je dan ook lezen, voor de bezuiniging op de kinderboerderij omdat wij daar tegen zijn. De heer Zwaan: OK. Helder. Alleen wij hadden wel het idee even van hé, waar staan wij nu en redden wij het dan alleen maar door het nog een keer uit te leggen. En dat was ook iets rondom de communicatie. De heer Ruikes: Communicatie is niet alleen de uitleg, communicatie is, wat ik ook gezegd heb een aantal concrete voorstellen, juist de burgers van het begin af aan betrekken. Dat soort dingen.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
24 De heer Zwaan: Ja maar, u zei ook letterlijk van wij moeten het nog beter uitleggen. Dat is eigenlijk iets waar ik op reageer en waarom reageer ik daarop? Omdat u ook met de klankbordgroep komt en de VVD komt met een klankbordgroep en wij vragen wie heeft hier de echte klankbordgroep en De heer Ruikes: Nee, dat is dan een misverstand. Wij hebben een klankbordgroep vanuit de raad. De heer Zwaan: Nee, nee, misschien dat ik even uit mag praten door wat ik wil zeggen, want ik hoor bij u dat u een klankbordgroep wil, waar ook wij een rol in hebben en laat ik daarin duidelijk zijn, dat wij die niet zo sterk zijn. Volgens mij moeten wij dat anders organiseren, maar dat is eigenlijk de aftrap en de reactie op uw klankbordgroep. Dan wil ik nog graag gaan naar de VVD. Ja, ook bij het zwembad zien wij een heel fors standpunt, terwijl wij toch ook hebben begrepen vanuit de eerdere besprekingen, dat Papendrecht eigenlijk wat dat betreft de deur heeft dichtgedaan. Dus dat is wel een eerste reactie op, nou zeg maar, datgene wat u, wat u daarbij aangeeft. Mevrouw Leeuwis: Daar hebben wij toen ook over gediscussieerd en wat ik van de raad van Papendrecht begrepen heb, is dat het vooral geen vertraging op mag leveren. Als je kijkt wat wij eigenlijk zouden mee moeten investeren, en die papieren die heb ik, dat waren gewoon openbare stukken, dan lijkt het mij een beste inval, als wij daar ook echt voor gaan voor zo’n gesprek. Maar dan moet je het ook echt willen en dan moet je ook concreet naar de raad van Papendrecht toegaan. De heer Zwaan: Dank u. Alleen om dan nu te zeggen, dan wachten wij even een jaar, dat is voor ons net een stap te ver. Ook al zijn de gedachten, die u citeerde, hebben wij zeker gehad. Alleen dat betekent niet dat we nu zeggen even een jaar stop. Althans hopelijk een snelle reactie. Voorzitter: Hartelijk dank. De heer Ruikes. De heer Ruikes: Dank u wel, mevrouw de voorzitter. In de bijdrage van alle partijen zijn een paar gemeenschappelijke dingen duidelijk te onderkennen. De communicatie is door alle partijen genoemd. Ik denk dat wij daar mee verder moeten. En wat wij juist met die klankbordgroep bedoelen, is: laten wij nou leren van alle fouten, die wij gemaakt hebben. Laten wij elkaar scherp houden en hoe gaan wij die communicatie in. En daar past ook het voorstel van de VVD, daar past ook de burgerparticipatie in. Dat soort dingen allemaal samen, dat moeten wij snel oppakken. Want ik, wij hebben echt de overtuiging dat wij de laatste jaren onze eigen oppositie aan het creëren zijn. Dat is gewoon, wij moeten het samen doen in het dorp, wij moeten samen leven en wij moeten er samen voor gaan. En dat kan alleen maar als er voldoende draagvlak en dergelijke is onder de burgers. Dat heb ik gezegd. De heer Boele: Mag ik dat proberen te begrijpen, voorzitter? Neem het voorbeeld rondom de communicatie van de eerste versies van de zwembadplannen. Wat heb je nou opgelost met het probleem communicatie als je in die fase over een klankbordgroep beschikte? Het is toch in mijn beleving zo dat het bestuur gewoon zijn rol moet spelen. Het bestuur moet communiceren. Het bestuur moet open en toegankelijk zich opstellen en tegemoet treden. Leg dat nou niet in een ander gremium neer, maar spreek daar het bestuur op aan. Wat voegt nou een klankbordgroep daaraan toe? De heer Ruikes: Nou, ik zou me kunnen voorstellen dat als, wat wij nu de laatste tijd wel eens krijgen, dat bedoel ik ook, dan krijgen wij persconferenties en dergelijke van het college, waarvan je dan op een gegeven moment moet zeggen, of persberichten waar je ook wel eens je vraagtekens moet stellen van is dat nou wel de juiste manier van communiceren of dit moment. Die voorbeelden heb ik, hebben wij allemaal gezien. En daarvan zou ik zeggen, nou, laten wij.. Die klankbordgroep hoeft ook niet een eeuwigdurende klankbordgroep te zijn. Het gaat er gewoon om met z’n allen eens een keer bij elkaar komen en zeggen waar hebben wij nou in het afgelopen jaar het fout gedaan, waar kunnen wij het
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
25 verbeteren? En dan zou ik het college willen uitnodigen, praat er eens over, en de communicatieadviseur, met mensen uit de raad, met mensen uit de WMO, met andere mensen bij wijze van spreken. Kijk nou eens, hoe kunnen we dat verbeteren, hoe kunnen wij dat nou een andere weg inslaan. Daar gaat het om. En dan heft u die klankbordgroep weer op. Het is heus niet de bedoeling om voor elke communicatie een klankbordgroep gaan installeren. Het gaat maar, het is een van de punten, waarvan ik zeg, hoe kunnen wij met z’n allen dat proberen te verbeteren, hè. Dat is mijn oproep aan het college en ook eigenlijk aan de andere raadsleden van hoe kunnen wij met z’n allen proberen dat de te verbeteren. De heer Zwaan: Ik vind dat ook. De heer Ruikes: Burgerparticipatiegroep noemen, dat maakt me allemaal niet uit, maar het lijkt me handig om daar, dat zij ook naar. U had zelf ook dat gevoel, dat raadsbrede gevoel van wat zien wij allemaal voor oppositie, wat zien wij allemaal voor tegenbewegingen aan in het dorp. En dat is een paar keer genoemd. Daar is weinig invoelingsvermogen van het college geweest bij een aantal dossiers en dergelijke. Nou, misschien moeten wij proberen dat met z’n allen te herstellen in het belang van de plannen voor het dorp en de plannen voor onze inwoners. De heer Boele: Voorzitter, als het zo zou zijn dat mijn stelling, dat op een aantal dossiers te weinig invoelingsvermogen bij het college geweest is, waarom zouden wij dan met z’n allen dat moeten herstellen. Ik bedoel, ik voel me daar niet door aangesproken. Ik spreek er het college wel op aan, maar het is helemaal niet zo ingewikkeld om rondom die dossiers, die ik in mijn beschouwingen genoemd heb, eens even aan te geven, waar is dit nou fout gegaan. Sterker nog, ik heb zelfs, een beetje natuurlijk, uitdagend gezegd het college heeft burgers tegen zich in het harnas gejaagd met plannen, die bij voorbaat onuitvoerbaar waren. Dus… Maar waar ik de vinger bij leg is, laten wij nu geen oplossingen bedenken in de structuursfeer voor problemen….. Nee, het is ook geen…. De heer Ruikes: Ik bedoel dat ook echt niet als een structurele oplossing van elk woordje, dat gecommuniceerd moet worden, moet eerst langs de klankbordgroep en dergelijke. Het gaat er nou om, het is een raadsbreed gevoel, alle partijen hebben het genoemd, het leeft ook onder de bevolking, we hebben het met het voorzittersoverleg, u heeft het zelf ook genoemd, wij hebben het allemaal gemerkt. Laten wij dat nou proberen, en het hoeft niet raadsbreed, maar mensen die zich daarvoor uitgedaagd voelen, om dat een keer te veranderen. En dat kan, wat mij betreft, één- of tweemalig zijn en dan kijken of het daarna beter gaat. Het is geen structuur, wat ik in het leven wil roepen. Ik wil juist kijken van u geeft die voorbeelden aan. Nou, schrijf ze eens op. Breng ze in de groep in en laten wij eens kijken of wij daar wat mee kunnen. Dat is het punt. Mevrouw Leeuwis: Maar zou die groep ook niet gewoon de commissievergadering kunnen zijn? De heer Ruikes: Dat zou ook best kunnen. Mevrouw Leeuwis: Als de mensen eerder uitgenodigd zijn, dan kunnen wij gewoon in debat met ze gaan. De heer Ruikes: Dat zou ook best kunnen. Dat maakt niet uit. Het gaat er gewoon om dat wij het eens een keer bespreekbaar maken en daar, dat vind ik… Ik heb het gevoelen raadsbreed. Ik heb het gevoelen heel sterk zoals ik in het dorp met de mensen praat en mensen mij erop aanspreken, dat wij daar echt wat aan moeten veranderen. En volgens mij hebt u dat gevoelen ook en ik wil helemaal geen structuur erin, ik wil alleen dat het verbetert. En als wij dat willen verbeteren, moeten wij dat ook met z’n allen aanpakken. Voorzitter: Misschien volgend onderwerp?
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
26
De heer Ruikes: Ja, want dat is het punt. Het volgende onderwerp is.. Een aantal zaken. Ik heb, ik ben het er ook mee eens dat wij op de eerstvolgende presidiumagenda in principe moeten gaan zetten de benoemingsprocedure voor een nieuwe burgemeester. Ik ben er vast van overtuigd, geen diskwalificatie van deze burgemeester, dat wij dat in 2009 nog zouden moeten regelen voor de verkiezingen van 2010. Wat dat betreft, verwacht ik daarin ook andere partijen dat gebracht hebben. De PvdA had wat ons betreft eigenlijk wel een consequent verhaal over de sobere uitvoering, komt dan weer terug, en de sociale infrastructuur en een aantal interessante opties zoals met de LEDverlichting en dergelijke en de opgang bij de HEMA. Het is jammer dat je dat dan nog steeds in een motie moet uitvoeren, want eigenlijk zou dat gewoon in de toekomst zo uitgevoerd moeten worden. Maar daar komen wij nog op terug. Wat ook een algemeen gevoelen was, dat deze begroting een stuk inzichtelijker was, een stuk…, allerlei problemen eruit gehaald waren. Dat wij hoopten dat wij nu een solide begroting hadden. Maar wij hebben ook gezegd, er zijn nu natuurlijk toch nog een aantal zaken, die risicovol zijn, waarvoor je moet oppassen. Dat blijkt ook een beetje uit de bijlage van de ChristenUnie en uit de SGP, die zegt het is maar net aan. En de ChristenUnie zegt in hoeverre is het nou echt een begroting waar je op kunt bouwen. Daar om denk je dat je er ook niet teveel aan moet veranderen, maar dat je, daar zit een bepaalde voorzichtigheid in. Maar dat je moet zeggen van nou, dit is een solide begroting, wij gaan er niet teveel uithalen. Vandaar dat wij ook vandaag geen amendementen of moties hebben, die zeggen voer dit nu maar eens uit, maar heb wel aandacht voor allerlei andere zaken. En in 2010, kijk dat loopt even op de commotie over de OZB vooruit en dergelijke. Wij komen erop terug bij de amendementen. Dan zou het misschien best wel eens zo kunnen zijn, dat wij die 5% niet nodig hebben. Het zou kunnen, maar dat zien wij dan. Nu hebben wij nodig een sluitende begroting/ meerjarenperspectief. Het kan ook zijn dat wij misschien nog wel veel meer nodig hebben, als de economische crisis heel hard zou toeslaan in de, in de algemene economie. Maar ook dat zijn, is dat koffiedik kijken. Dus op dit moment zeggen wij, wij gaan nu voor die sluitende begroting en wij willen daar zo min mogelijk aan veranderen. De heer Zwaan: Alleen, alleen de keus die, sorry, de keus die wij gemaakt hebben, is door te zeggen wij consolideren. Dat zegt u ook. Alleen, op het moment dat je nu ook iets weggeeft zonder naar de toekomst, dan haal je hem ook niet meer terug. De heer Ruikes: Ik geef het niet echt weg, maar ik wil wel richting provincie nu echter een sluitende meerjarenbegroting en ik wil geen bezuinigingen die daar nu, door te zeggen nou 2010 wordt het nu en ik haal er nu dingen uit, die ook discutabel zijn. Dat vind ik het probleem met veel van die dekkingen, die aangegeven zijn. En ik heb het laatste opmerking is dan nog, toch nog. Dat kan ik nu toch even niet laten richting VVD over het zwembad. Mevrouw Leeuwis: Ten eerste nog even kort terugkomen op uw opmerking over de economische crisis Voorzitter: Mag. Mevrouw Leeuwis: waardoor wij misschien nog wel meer OZB moeten gaan vragen. Wilt u hier nou beweren dat, als de economische crisis doorzet, dat wij dan met de pet op moeten, met de pet langs de deuren moeten bij huiseigenaren om daar dan meer geld vandaan te halen in plaats van keuzes te gaan maken? De heer Ruikes: Nee. Ik zeg helemaal niet dat, ik heb niet gezegd dat u met de pet langs Mevrouw Leeuwis: U zegt misschien moet de OZB wel meer omhoog als de De heer Ruikes:
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
27 Het zou kunnen zijn, als het echt een enorme economische crisis is, waar ik persoonlijk niet in geloof dat het echt zo ernstig zou, maar als het echt zo ernstig zou zijn, de uitkering van het Gemeentefonds zou bij wijze van spreken trap op trap af omlaag gaan. En dan zullen wij keuzes moeten maken. Maar als het echt heel erg is, dan moet je misschien wel keuzes maken en de OZB omhoog. Maar van de andere kant vind ik dat je wel iets moet relativeren, en dat ook een beetje richting u. U zegt van de huiseigenaren gaan het allemaal betalen, maar vorige keer hebben wij er ook mee ingestemd. Heeft u wel, zeg maar, een voorstel gedaan om de reinigingsrechten te verhogen, waarbij ook 75% van de Alblasserdammers € 25,-- meer volgend jaar gaan betalen. Mevrouw Leeuwis: Ja, dat was inderdaad een verdeling op daadwerkelijk vraag en aanbod. Dus dat had verder niets te maken met huiseigenaren De heer Ruikes: Nee, maar ik denk wel dat 75% van de Alblasserdammers € 26,-- meer of zo gaan betalen en dat is nog veel meer dan die OZB. De heer Zwaan: Snapt u dat wij het dan nu zo lastig vinden om al die zaken af te wentelen op de burger terwijl je zelf eigenlijk niet de goede visie hebt over wat je wel of niet wilt. De heer Ruikes: Nee, wij hebben gezegd wij wentelen het niet af op de burger, maar dat wij ook voor de burger, is het behouden van het grootste deel van de voorzieningen in het dorp. Dus wij zeggen, daarom ben ik ook blij bijvoorbeeld dat de bijdrage dan over het zwembad van de SGP en de PvdA, ChristenUnie vond ik wat minder duidelijk van wij gaan ervoor, voor dat zwembad op die centrale plaats in het dorp en wij gaan ervoor sparen en dan realiseren wij dat in de toekomst. De heer Boele: Wat voor vraag had u nu nog aan mevrouw Leeuwis over het zwembad, meneer Ruikes? De heer Ruikes: Nou, die was wel duidelijk. U, ik vond het wel heel opvallend vandaag dat u zegt nee, tenzij.. En dat vind ik, dat stellen ze even duidelijk, ja, van de VVD. Nou goed. Voorzitter: Ik hoorde ja mits of nee tenzij. Daar zit altijd een nuance verschil in maar.. Goed, ik constateer dat dit rondje achter de rug is. Ik moet zeggen dat… Dat komt omdat je zoveel aan het woord was de laatste tijd. Mevrouw Leeuwis, sorry. Kijk als je zoveel vragen krijgt. Mevrouw Leeuwis: Ja precies, ja, die vragen wil ik best intussen beantwoorden, alleen ik wil inderdaad ook wel even gebruik maken van mijn rondje. Een aantal dingen wil ik toch nog even helemaal neerzetten. Inderdaad, communicatie wordt gedragen, begroting akkoord. Positief gevoel over, maar wij zijn er nog niet en het is in evenwicht, maar er staan een aantal keuzes ons nog te wachten. En vandaar even nog twee dingen helder ROWA en zwembad. Wat betreft de ROWA hebben wij bij de subsidieverdeelstaat vorige week in de commissie als gezegd, nee, een georganiseerde tegenstand vind ik niet een taak van de ROWA maar wel bijvoorbeeld zeer waardevol zijn die wijkoverleggen, die wijkschouwen die wij hebben gehad. En daar kun je wellicht best prioritering in aanbrengen, maar dat is, dat zou een taak zijn die ik nog wel graag uitgevoerd zou zijn. Neemt niet weg, dat wij zeker nog een discussie krijgen over welke taken wel en welke taken niet en waar gehuisvest. Wij hebben, dienen mede deze motie in zodat wij een meerderheid hopen te krijgen om in ieder geval die discussie voor de perspectiefnota 2010 te hebben. Wij willen hem graag naar voren halen en daarmee hebben wij dit wel bereikt. Dus ja, je kunt nu die discussie aangaan en wij krijgen de meerderheid er niet voor bij elkaar. Laten wij dan voor zorgen dat wij de discussie in ieder geval voor de perspectiefnota 2010 krijgen. De heer Van Lavieren: Alleen dan in het onderzoek noemt u nu twee punten. Dat gaat over huisvesting en over taken. Maar het organisatiemodel alstublieft dan ook maar even
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
28
Mevrouw Leeuwis: Ja weet ik, wij waren al richting één brede welzijnsorganisatie met een directeur, die de werkvloer aanstuurde, dus dat was voor ons De heer Van Lavieren: Maar waarbij ook misschien de ROWA niet onderdeel van is. Mevrouw Leeuwis: Waarbij? De heer Van Lavieren: De ROWA misschien dan geen onderdeel is als je het allemaal Mevrouw Leeuwis: Wie zal het zeggen. Wie zal het zeggen. Maar laten wij daar in ieder geval dan de discussie over gaan hebben. Dat was onze insteek, van nou, dat moeten wij zeker voor elkaar zien te krijgen. De heer Van Lavieren: Nee, maar dan neem je een voorschot op de discussie. Mevrouw Leeuwis: Nee, dat ga ik nu niet doen. De motie was alleen maar om de discussie zover te krijgen. In ieder geval voor die perspectiefnota. Maar goed, het was duidelijk dat wij daar verschillend inzitten, hè. De heer Boele: Ik begrijp u goed dat, u gaat beiden een motie indienen, maar waar de discussie uiteindelijk toe zal moeten leiden, daarin verschilt u reeds nu fundamenteel. Mevrouw Leeuwis: Nee, wij weten dat wij verschillende partijen zijn. Wij zijn het eens dat er een discussie moet komen, de PvdA met een andere insteek dan de VVD. Als de discussie er in ieder geval dan maar is. Zij hopen een aantal dingen helder te krijgen. Ik hoop een gezonde discussie over de taken dan ook te krijgen. De heer Boele: Ja maar, u gaat toch die discussie aan om een bepaald doel, een politiek doel, wat u voor ogen hebt te bereiken. Mevrouw Leeuwis: Ik denk dat het heel nodig is, ook gezien de financiën dat wij inderdaad die discussie krijgen. De heer Boele: Nee maar, wat is dan uw doel bij het indienen, bij het voeren van deze discussie? Waar wilt u dan op uit gaan komen als VVD-fractie? Mevrouw Leeuwis: Ik wil in ieder geval eerst eens op tafel hebben, wat nou precies de bedoeling is, wat nou de doelstellingen kunnen zijn bij die brede welzijnsorganisatie en laten wij dan maar verder kijken van nou, wat vinden wij dan als fractie wel en wat vinden wij als fractie niet. Maar, dan voeren wij nu wel de druk op op het college om ervoor te zorgen dat die gegevens daadwerkelijk voor de perspectiefnota 2010 er liggen en dan zitten wij niet straks pas na of bij de begroting, bij de subsidieverdeelstaat achter de feiten aan te praten. Want dan kunnen wij dat soort keuzes meenemen bij de perspectiefnota richting de begroting. Dus mijn doel was die discussie De heer Boele: Ik durf gerust te veronderstellen, mevrouw Leeuwis, dat u allang weet waar u uit wilt komen. Toch? Voorzitter: Maar misschien wil ze het nog niet delen vanavond.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
29
Mevrouw Leeuwis: Het eerste was … Het tweede puntje was het zwembad. De heer Boele: … beetje aanhouden. Beetje vriendelijk. Waar dat uitkomt. Voorzitter: Ja, ik begrijp het. Ja, ja ik begrijp het. De heer Boele: U verstoort dat nu wel heel erg. Voorzitter: Ja, maar ik kijk ook op de klok. Mevrouw Leeuwis had ook nog het zwembad. Mevrouw Leeuwis: Ja, het zwembad. Daar waren toch nog wat vragen open. Wij vinden Papendrecht een reële optie. Wat wij in ieder geval geen reële optie vinden, is de OZB zo verhogen om een bad van 7,7 miljoen hier zelf uit te voeren en wat ons betreft krijgen wij misschien toch nog contacten met andere partijen voor een zwembad in Alblasserdam. Is net zo goed prima. Voor, denk ik, veel inwoners wel de allereerste keus. Maar waar het ons om gaat is dat je niet zelf als gemeente alles in eigen hand kunt houden gezien onze financiën. Het zwembad doet een te groot, drukt teveel op de begroting. En dan is de vraag wat is zo’n nieuw zwembad in eigen beheer, hè, in eigen financiën uitvoeren ons waard. De heer Boele: Maar gelooft u het college niet? Het college heeft de raad geïnformeerd met als strekking een combinatie met Papendrecht is niet aan de orde. Mevrouw Leeuwis: Ja, maar het college voert uit wat de meerderheid van de raad zegt. Dus als de meerderheid van de raad zegt… De heer Boele: Nee, de wethouder heeft zich georiënteerd bij zijn college in Papendrecht en uit dat bestuurlijk overleg is de boodschap in de richting van de raad gekomen: u moet de combinatie met Papendrecht vergeten. En nu zeg u, daar blijven wij toch voor gaan. Mevrouw Leeuwis: Als u zegt, ik luister naar het college, dan is dat uw goed recht en dan halen wij daar misschien geen meerderheid voor ja, het is maar de meerderheid van de raad. Wij denken dat het nog steeds een actuele optie is, maar wij hebben ook niet in ons amendement staan, dat die keuze gemaakt moet worden. Wij hebben in ons amendement staan, nee wij zijn nog steeds in de coalitie, wij hebben in ons amendement staan dat het college de tijd kan krijgen op deze manier om voor de perspectiefnota toch een aantal opties te onderzoeken. En vooruitlopend daarop zeggen wij, nou, dan moet je niet nu al in 2009 die maximale OZB-verhoging toevoegen, dat is dan, of doorvoeren. Dat is dan gewoon niet nodig. De heer Boele: Ik ben blij dat u ons het recht gunt, zoals u dat zei, het recht gunt om naar het college te luisteren. Voorzitter: Ja, dat is toch heel plezierig. Ik…, ja, dat was het? Dan moet ik zeggen dat ik dit een heel leuk rondje vond. Dit was nieuw, maar het geeft u leuk even toch de mogelijkheid om de dingen weer wat anders te bespreken dan alleen maar met korte interrupties. Ik zou u willen voorstellen om te schorsen tot tien voor zeven. Dan hebben wij veertig minuten. Er staan broodjes in de kantine. Ik kan wel zeggen kwart voor zeven, maar dan hebt u maar een halfuurtje krap. Dat lijkt me net iets aan de korte kant. Dus tien voor zeven terug hier in deze zaal voor het antwoord van het college. O ja, en de mevrouw van het VIOZ heeft laten weten dat zij niet inspreekt, omdat er toch niets nieuws te melden was.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
30
PAUZE HEROPENING Voorzitter: Kunnen we verder? Goed. Wij hebben afgesproken dat, in het college dat ik kort zal beginnen en vervolgens wethouder Dekker, die toch het grootste deel voor zijn rekening neemt als het gaat om financiën en een aantal onderwerpen. En vervolgens de heer Veerman, die ook de beantwoording voor het stukje van de heer Cardon voor zijn rekening neemt. Wou de heer Zwaan nog iets zeggen? De heer Zwaan: Ja, misschien weet u meer over Ad Cardon. Wat er speelt. Voorzitter: Ik heb u dus verteld wat hij op dit moment graag wilde dat u wist en niet meer. De heer Zwaan: Nu wij een paar uur verder zijn, weet u in ieder geval weer niets meer. Voorzitter: Laat ik beginnen met te zeggen dat, ik heb het geloof ik wel eens meer gezegd, dat wat mij betreft algemene beschouwingen en begrotingsbehandeling een soort politiek feestje moeten zijn. Niet, daar bedoel ik dan niet mee te zeggen dat het altijd allemaal koek en ei moet zijn en dat je het met elkaar eens moet zijn, maar het is het moment naast de behandeling van de perspectiefnota, waarin er voor de politiek in een gemeente alle ruimte is om ook de politieke statement te maken. Vooruitkijken, achteruit te kijken, alles wat nodig is. En ik vind dat u daar vandaag bijzonder in geslaagd bent. Ik hou van verhalen, die een, die laten zien waar u staat en ik heb motto’s gehoord van vertrouwen tot de schone lei en soms dacht ik, je kan ook zeggen opnieuw beginnen of doorgaan. Ik bedoel, dat zat er eigenlijk in de verhalen en natuurlijk terecht met kritische opmerkingen, met ook terughoudendheid en dat begrijp ik en daar ben ik het mee eens als het gaat om waar staan wij nu. Want wij zijn nog niet klaar, dat weten wij ook allemaal. Maar het was wel, denk ik, zo dat er, dat neem ik dan ook mee, dat er ook een gezamenlijk gevoel was van naast alles, wat er nog niet goed gaat, van een vorm van optimisme. Wij hebben het zwaarste weer, om dan ook maar een metafoor te gebruiken, het zwaarste weer, los van wat er in de buitenwereld nog gebeurt, achter ons, hopen wij. En dan wil dat niet zeggen dat het allemaal van een, om dan maar het woord lei te gebruiken, van een leien dakje zal gaan de komende tijd. Er moet nog veel werk verzet worden. U hebt allen gesproken over het vertrouwen of de communicatie. Het gaat mij nu niet om het communicatiebeleid, want dat is, zoals u weet, in de portefeuilleverdeling bij wethouder Dekker, maar wel over hoe kom je nou als college over richting van de burger. Waarom is u wel al, en ik voelde me bijna verlegen worden bij een aantal woorden vanuit uw raad, als het gaat om het vertrouwen in het college, het vertrouwen met de ambtelijke organisatie, het vertrouwen denk ik toch ook, hoop ik in ieder geval tussen het college en de raad, maar waarom is dat vertrouwen er dan kennelijk nog niet naar of van de burger naar de gemeente. Want ik denk dat, ik weet niet meer, ik dacht dat het in de bijdrage van de PvdA zat, dat voor veel inwoners van Alblasserdam wij met elkaar de gemeente zijn. En daarin, en daar hebt u allen gelijk in, heeft het college een vooruitgeschoven rol als het gaat om de, door de manier waarop er gecommuniceerd wordt, dat vertrouwen ook in, bij de inwoners van Alblasserdam te, ja, herstellen vind ik zo’n groot woord, maar wel te herstellen bij diegenen, waar dat vertrouwen niet is. Want het is niet, natuurlijk niet zo dat bij alle zaken, die er het afgelopen jaar, in ieder geval de tijd dat ik dat mee heb gemaakt, gespeeld hebben, waarbij wij met inwoners gecommuniceerd hebben of waar wij grotere plannen of ingewikkelde dingen of denk aan bestemmingsplannen hebben neergelegd, dat dat allemaal altijd mis ging. Maar wij kunnen niet ontkennen dat er soms, en ik denk onbedoeld en ongewild, een idee ontstond, dat daar op een bepaalde manier niet met gevoel naar burgers mee om werd gegaan. Ik denk dat dat niet zo is, maar als zoiets gevoeld wordt, betekent het dat je met elkaar in ieder geval erover na moet denken of je dat op een wat andere manier of anders zou moeten aanpakken. En wij trekken ons dat aan en de heer Boele zei: jullie moeten nu, dat naar binnen gerichte is nu heel erg verbeterd, richt je nu op de buitenwereld. Nou, ik denk dat dat een mooie opdracht is voor de komende tijd. Dit heeft ook alles overigens te maken, denk ik, met wat mevrouw Leeuwis zei over de burgerparticipatie en het is
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
31 gewoon waar, dat wij daar afspraken over hebben gemaakt om dat in een BIO te bespreken. Nou, daar zat wat, een kleine hapering in de bezetting van de griffie, om het maar even zo te zeggen, maar u vraagt om voor 23 april te zorgen dat die BIO georganiseerd wordt en dat zeg ik u toe. En het lijkt ons goed om daar ook mede in dat verband en in die combinatie ook over de communicatie te spreken, omdat dat toch alles met elkaar te maken heeft. Er is door een aantal van u gesproken over de samenstelling, niet de samenstelling van het college maar wel over hoe de, ik weet niet, sommigen noemen het de technische bezuiniging of de nou, nu al een voorschotje nemen op de verkiezingen en de politieke uitslag, als het gaat om het aantal wethouders. Ik moet zeggen, dat wij als college oprecht overtuigd zijn, dat er in de samenhang met de Drechtsteden en ook met het vertrouwen, dat je kunt hebben in vertegenwoordigers van andere gemeenten, die ook jou belangen vertegenwoordigen, niet iedere gemeente hoeft alles een, bij alles vertegenwoordigd te zijn. Het kan met, gewoon door minder fulltime formatieplaatsen wethouders. Dan zeg je niets over het aantal. Wij hebben het over, in ons voorstel, het kan met twee fte wethouder, maar dat kunnen er drie zijn, dat kunnen er ook vier zijn als de politieke omstandigheden dat vragen. Dus dat is inderdaad de politieke afweging maar in het samenspel van alles, wat er aan werk ligt, en waarschijnlijk, nee waarschijnlijk, en ik ga ervan uit in ieder geval met die verkiezingen daar, maar dat maakt u maar samen met de Commissaris van de Koningin uit, vlak voor of vlak na die periode met een burgemeester, waarin je ook in de portefeuilleverdeling, maar ook dat is een politiek keus, taken aan kan toebedelen. Dat is en blijft het samenspel van u straks na de verkiezingen en ook in samenhang uiteraard met de verkiezingsuitslag. Er is op mijn verder inhoudelijk terrein niet zo heel veel gevraagd, denk ik, en dat vond ik een mooie inbreng ook, waar het gaat om de leefbaarheid in de buurt, vandalismebestrijding, vernielingen, hoe het er nu voorstaat, hoe je ook die veilig, dat veiligheidsgevoel in een gemeente kan bevorderen en met name ook uiteraard de rol van de buurtagent. Ik bedoel, ik heb het niet voor het zeggen om te zorgen dat er altijd dezelfde buurtagent is, maar voorlopig hebben wij al heel lang dezelfde. Alleen dat is niet zo, ik weet dat dat iemand zei, o, dat stond in het verhaal van mevrouw Leeuwis, van dat de burgemeester daar een heleboel kan. Nou, die kan wel aardig wat maar ook niet alles als het gaat om inzet van politie en aantal en dat soort dingen, maar wij kunnen wel in een heel goede samenspraak zorgen dat er een heleboel dingen tot stand komen. En er zijn, en dat durf ik echt met de hand op mijn hart te zeggen, de laatste jaar, het laatste jaar ook een heleboel zaken tot stand gekomen in de buurten en u geeft dat zelf in uw verhaal ook aan, maar ook door de inzet van buurtagenten en de jongerenwerker. Als er overlast wordt ervaren, dan wordt er onmiddellijk gekeken en dat heeft al een hele grote verbetering gebracht. Mevrouw Leeuwis vraagt om maandelijks op de gemeentepagina een vandalismemeter, noem ik het maar even, aan te geven. Ik moet zeggen dat ik daar eens even over na moet denken in welke vorm. Er zijn wat voors en tegens aan. Je kan, sowieso denk ik dat het heel goed is om met een zekere regelmaat te laten zien dat, hoe het in deze gemeente staat als het gaat om vernielingen. Met meldingen over vernielingen. Dat, in de laatste cijfers loopt dat behoorlijk terug en dat is mede een resultaat van de inzet van de sus-wachten. Mar dat is niet alles. Er zijn natuurlijk nog meer zaken. Er zijn wat voors en tegens als het gaat om ook in geld aan te geven hoeveel er dan aan vernielingen is gepleegd. Ik zou daar graag eerst ook met de politie even over willen spreken en ook in andere gemeentes eens horen of dat alleen maar positieve effecten heeft, omdat ik ook geluiden hoor dat het ook wel eens negatief kan werken. Dus ik kom daar bij u op terug, maar ik wil daar eerst even zeker van weten, welke vorm ook een goede manier is om mensen bewust te maken, want daar gaat het om, wat vernielingen enzovoort voor maatschappelijke kosten met zich meebrengen. Mevrouw Leeuwis: Had u daarbij al een termijn in gedachten? Voorzitter: Dat vind ik altijd van die moeilijke vragen. Ik heb één keer in de drie weken, hebben wij veiligheidsoverleg met de jeugdwerker, de brandweer, de politie enzovoort. Ik zal het de eerstvolgende keer aan de orde brengen en ik zal u zo gauw mogelijk via een memo, want dat mag, laten weten wat de stand van zaken is en dan komen wij daar ongetwijfeld in een commissie op terug. Goed? Dan zou ik ook nog iets willen zeggen over, gewoon in zijn algemeenheid, als ik kijk naar het afgelopen jaar, anderhalf jaar moet ik zeggen, over de planning en control, de begroting, niet inhoudelijk maar in de totstandkoming en ik moet zeggen dat ik eigenlijk heel trots ben. Trots op de mensen, die het in de organisatie hebben gedaan, trots op u als gemeenteraad, want het is niet niks om een heleboel zaken, die eigenlijk al heel lang gewoon zijn of die als vast aangenomen zijn, of waarvan je dacht dat het zo was, te moeten veranderen en op een andere manier door te moeten
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
32 gaan. Maar ik denk dat u dat wel vast heeft kunnen houden als we ook daar op deze manier mee door durven gaan en ook alert blijven op dat die begroting in evenwicht blijft. En de heer Zwaan vroeg of die robuust was. Nou, u kreeg al antwoord in dat extra rondje een beetje. Dat zou ik nog niet durven zeggen. Een robuuste begroting is voor mij een begroting, waarbij je eigenlijk weet dat er weinig valkuilen meer inzitten. Dat je weet dat je stevig staat en ook een tegenslag stevig op kan vangen. Nou, daar moeten we nog wel met elkaar aan werken. En in bedrijfsvoering moet er het komende jaar nog een aantal dingen gebeuren, als het gaat om…Nou, wij zijn bijvoorbeeld nu bezig ook, en dat heb je echt ook nodig, om het tijdschrijven goed op poten te zetten. Niet om mensen te controleren, maar wel om te weten of je op de goede manier met de goede producten bezigbent. Nou, zo zijn er in ook de bedrijfsvoering nog een aantal zaken, die moeten gebeuren. Maar dat je in je begroting je inkomsten en je uitgaven op een goede manier neerzet, dat is niet van deze tijd alleen. Ik heb nogal een uitgebreide bibliotheek thuis en ik dacht, ik wil u toch iets voorlezen. Het is uit 1847. Het is een artikel, nou kijk, u kunt zien hoe oud het is, nou dit boekje is niet uit 1847, want de druk is van wat later en dat heet Over de plaatselijke begroting en het is van niemand minder dan Thorbecke. Ik heb het, ja goed hè, ik heb het ook al eens een keer gebruikt, want het gaat namelijk niet alleen over de gemeentelijke begroting maar ook over het toezicht van de provincie. Daar ga ik nu niet u mee vermoeien, maar er staan ook erge lollige en behartenswaardige dingen in. De begroting van de gemeente Leiden staat erin uit 1847. Daar is, geloof ik, een totaal, ik heb gisteren nog even zitten kijken, ik geloof de totaal omvang is iets van, nee in guldens, fl. 39.000,-- of zo iets. Dat was de hele begroting. Maar daar wordt door de heer Thorbecke dit geschreven: “Het is in het belang der gemeente, dat alle ontvangsten en alle uitgaven op de begroting voorkomen. (Dat is al behartenswaardig.) Dat de minst drukkende belastingen en niet meer dan nodig met de minste kosten zoveel mogelijk slechts van het zuiver inkomen der burgers worden geheven. Dat het gemeentevermogen niet worde verkwist of de toekomst lichtzinnig verbonden, maar dat het plaatselijk bestuur aan de andere kant ook uitgaven niet ontzie of vertrage, waar de gemeentedienst uitgaaf vordert. Er zijn posten van uitgaven zonder welke eene gemeente niet ordelijk wordt geregeerd. Zal het gemeentebestuur die van de begroting mogen weglaten? “ En soms denk ik er is weinig nieuws onder de zon. Het woord is aan wethouder Dekker. Wethouder Dekker: Waarvan akte, hè. Ja, voorzitter, een begrotingsbehandeling is altijd weer bijzonder en zeker als je zo’n begin hebt van de gemeenteraad, dat ook de raad al op elkaar mag reageren. Dat horen wij eigenlijk graag, want waarom moeten wij in discussie met college en raad alleen voeren. Maar het is soms ook wel eens goed, dat de politieke partijen dat zelf met elkaar doen en dat is voor ons ook altijd wel weer makkelijk, want dan krijg je ook een beetje het gevoel van waar moet je nu precies rekening mee houden in de komende jaren. Instemming en zorg, schonen, consolidatie, nou noem maar op. Ik zal daar straks allemaal een beetje op terugkomen. Wij begonnen met een opdracht vanuit de raad om een begroting neer te leggen, die in ieder geval inzichtelijk was. Nou, volgens mij, als ik iedere fractie heb gehoord, denk ik dat op zich dat wel gelukt is zij het met de kanttekening, door enkelen ook wel aangegeven, dat een verdere uitbouw nog wel hard nodig is. Als het gaat om de prestaties en de doelen, die je wou realiseren et cetera, et cetera. Ik denk dat dat op zich ook gewoon terecht is dat daar hard aan verder gewerkt moet worden. Een begroting, die ook in evenwicht is. Materieel in evenwicht noemen wij dat ofte wel baten en lasten zijn structureel in evenwicht. Ik denk dat wij daar ook aan voldaan hebben. Er moet een sluitende begroting zijn. Er ligt een sluitende begroting voor, zelfs met een bescheiden overschot. Een sluitende begroting, zeg maar, waarbij wij als college geprobeerd hebben de maatregelen zo divers maar ook zo gespreid mogelijk over de begroting, zeg maar, te kunnen treffen. Dat zij niet allemaal plezierig zijn, dat zeggen wij ook niet, want elke maatregel is per definitie vaak gewoon niet leuk voor welke doelgroep dan ook. Er mogen geen verwevenheden meer zijn met, zeg maar, onze talrijke grondexploitatieplannen. Wij hebben inderdaad vrij radicaal, zeg maar, die lijnen doorgeknipt en u zult inderdaad in de begroting geen enkele verwevenheid meer met welke grondexploitatie dan ook aantreffen. Dat hebben wij helemaal apart neergezet en dat moet ook zo blijven. Werken aan voldoende weerstandsvermogen. Ik denk dat wij die lijn hebben ingezet en om het maar over, nou ja, schonen en consolidatie te hebben, het weerstandsvermogen, de versterking is geprognotiseerd in deze begroting, maar wij moeten die nog wel realiseren. Voorzichtigheidsprincipe. Dat is, denk ik, wel het meest belangrijke, wat wij in deze begroting sowieso als college hebben ingebouwd. Er is sprake van een behoedzaamheidreserve. Nou, ik zal allemaal
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
33 niet uitleggen wat het precies is. De meeste raadsleden weten het wel, maar dat wil zeggen dat er in het gemeentefonds een bepaald bedrag door het rijk achter wordt gehouden en als de overheidsbestedingen tegenvallen, en dat wil zeggen dat, in die zin tegenvallen dat het rijk minder uitgeeft dan zij eigenlijk van plan waren, dan valt het voor het rijk mee, maar voor ons valt het tegen want dan krijgen wij minder inkomsten. Die buffer hebben wij 100% gewoon opgenomen, zodat wij daar een zekere terugslag kunnen lijden. Er is sprake van een positief saldo. Waar het college ook aan hecht en waar ik eigenlijk ook geheel de raad ook niet van gehoord heb, dat zij daar een aanslag op wilden plegen. Ik denk dat dat ook heel goed is. Dat mede in het licht, zeg maar, van toch de situatie waar wij a) als Alblasserdam in verkeren, maar b) ook, nou ja, de door iedereen ook al genoemde onzekere economische situatie in den lande. Ik zal daar straks nog iets meer over zeggen. Er zit een structurele storting in van twee ton ter versterking van de algemene reserve c.q. ons weerstandsvermogen. Is misschien niet heel de periode nodig. Alleen op dit moment weten wij dat niet. Dus laten wij hem er gewoon inzitten. OZB, zeg maar, over de verhoging 2009/2010 zal ik het nu niet hebben, maar voor vanaf 2011 is die in ieder geval gesteld op 0%. Dus dat is, zeg maar, voor een nieuw college zitten daar nog wel degelijk beïnvloedingsmogelijkheden in. Het gemeentefonds. Wij hebben vrij voorzichtig geraamd. Zit er sowieso prijsneutraal in, zeg maar. Dus prijsstijgingen hebben wij daar niet meegenomen noch aan de uitgavenkant van de begroting noch aan de batenkant. Met woningeenheden zijn wij zeer terughoudend omgegaan. U heeft dat ook in de antwoorden op de technische vragen kunnen lezen. En de lasten en baten zijn op basis van, nou ja, bestaande feiten gerealiseerde baten, zeg maar, ook in deze vergroting verwerkt. De gevolgen daarvan heeft u overigens ook in de begroting kunnen lezen. Dat dat toch wel gepaard ging met enkele tonnen, die wij weer op een bepaalde manier moesten oplossen. Al met al denk ik een solide begroting. Zeer robuust, ternauwernood sluitend. Daar wil ik het volgende over zeggen. Een begroting is een vooruitzicht van wat je in 2009 van plan bent. Wij zijn van plan om de algemene reserves te versterken. Wij zijn van plan om bepaalde grondexploitatieplannen uit te voeren. Wij zijn van plan om bepaalde baten te realiseren et cetera. Maar met de nadruk van plan en wij moeten dat nog wel realiseren. Daar moeten wij als college sterk op zitten. Ons management, zeg maar, moet daar op sturen. Maar het zijn zaken, die wel gerealiseerd moeten worden. Zijn wij nu al financieel op orde? Nee, wij zijn niet financieel op orde, want wij hebben nog steeds dat geld niet in de kas. Dat geld moeten wij nog in het komende jaar, 2008 hopen wij met een positief resultaat af te sluiten, maar 2009 zullen wij die versterking van weerstandsvermogen en uiteindelijk ook die sturing op budgetten, dat je ook een jaar sluitend in ieder geval kan afmaken, zeg maar, dat moeten wij allemaal nog wel realiseren. Dat is die kanttekening die sommigen denk ik terecht daarbij zetten. Dus ook nog niet spreken over: wij hebben een algemene reserve en misschien is die na twee, drie jaar wel op de norm. Het zou kunnen. Op dat moment kan je een discussie voeren van wat je, zeg maar, met het meerdere reservegeld zou willen doen. Op dit moment kan je dat nog niet, want simpelweg, je moet hem eerst realiseren. En er zijn nog onbenoemde zaken in de begroting. Velen van u hebben ze al genoemd. Openbare ruimte, nou, diverse wensen, die nog niet gehonoreerd zijn. WMO. Noem maar op. Dat zijn zaken, die uiteindelijk ook nog wel uitgekristalliseerd moeten worden, welk effect zij al of niet op die begroting uiteindelijk zullen gaan hebben. Al met al denk ik wel, een solide begroting geeft goed aan van waar wij staan, maar voornamelijk waar wij heen willen. Maar wij daar natuurlijk nog wel behoorlijk wat werk te verrichten om dat uiteindelijk ook werkelijkheid te laten worden. Gevolgen crisis. Ja, niemand zal het ontgaan zijn, dat er natuurlijk een kredietcrisis is geweest. Degenen, die aandelen hadden, die zijn er niet altijd blij mee, laten wij eerlijk wezen. Ik zelf helaas maak daar onderdeel van uit. Maar goed, ik slaap er geen nacht slechter van altijd. Maar uiteindelijk zal het een effect hebben ook op de financiële positie van het rijk en van de gemeente. Daar ben ik heilig van overtuigd. Als ik inmiddels zie met welke snelheid die, zeg maar, die financiële crisis eigenlijk een economische crisis is geworden om zich heen slaat in het bedrijfsleven, het landelijke bedrijfsleven, maar uiteindelijk ook het plaatselijke bedrijfsleven, dan gaat dat heel rap. Voor de gemeente betekent dat op korte termijn waarschijnlijk allemaal nog niet zo veel. Dat zal, die effecten komen altijd pas later. Waarschijnlijk als de economische situatie wat onder controle begint te komen. Dan denk ik dat het ergens in het jaar 2009 aan het eind zal zijn, begin 2010. En dan begint waarschijnlijk ook de terugslag bij gemeenten te komen vanaf, nou ja, eind 2009. Dat is een beetje moeilijk in te schatten op dit moment. Maar ik denk dat het wel een gevolg gaat hebben. Dat hangt natuurlijk voor de gemeente in sterke mate af hoe de rijksoverheid daarmee om zal gaan. Gaat men echt bezuinigen, nou ja dan weten wij met het gemeentefonds trap op maar ook trap af, zeg maar. Dan zou je gewoon als gemeente ook weer de broekriem moeten gaan aantrekken. Dat zijn zaken,
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
34 waar je wel rekening mee zou moeten houden. Dat hebben wij ook getracht, zeg maar, ook vanuit dat voorzichtigheidsprincipe een beetje in de begroting in te bouwen. Dus niet alles ten volle te benutten. Om die behoedzaamheidreserve maar te noemen, dat is toch bijna twee ton, die daar, ja, aan speling, zeg maar, inzit. Nou ja, die structurele twee ton aan versterking van de reserves zit daarin. Wij hebben natuurlijk de post onvoorziene uitgaven daar nog inzitten en wij weten dat wij bepaalde ramingen, zoals het gemeentefonds, ook vrij behoedzaam hebben geraamd. Dat is toch wel, nou ik noem het niet de speelruimte want dat klinkt een beetje denigrerend, maar het is wel een voorzichtigheid die wij in die begroting hebben ingebouwd en ook hebben willen benoemen van ja, raad, wij begrijpen jullie wensen en die zijn er natuurlijk altijd en kunnen wij dingen niet ontzien. Nee, laat het alstublieft inderdaad erin zitten want niemand weet precies hoe het in 2009 uiteindelijk zal worden en in 2010. Om dan weer terug te moeten schakelen als je nu al alles benut hebt, en dat is eigenlijk de fout die wij in het verleden gewoon vaak gemaakt hebben van ramen op het scherp van de snede, eigenlijk alle opbrengsten zo’n beetje maximaal incalculeren en je hoeft maar een paar tegenstootjes te en het is eigenlijk al weer gebeurd. Nou, die les hebben wij geleerd en die willen wij ons eigenlijk niet meer laten gebeuren. Toezicht provincie. Wil ik ook nog iets over zeggen. Ik heb met de provincie gesproken en ik weet altijd hoe een provincie reageert op een begroting. Dat is: nou, wij kijken de situatie nog eens even aan in Alblasserdam. Moeten nog maar eens even kijken. Wachten het debat van de raad even aan, zeg maar, hoe die met de begroting omgaat. Een aantal dingen zijn van belang voor de provincie, zeg maar, willen zij hun toezicht, regime veranderen van preventief in gewoon repressief toezicht zij het maatwerktoezicht. Dat is een soort tussenvorm die men ook nog kan instellen. Belangrijk is, zeg maar, dat die structurele baten en lasten in evenwicht blijven. Dat is gewoon een voorwaarde van de provincie. Een tweede is inderdaad dat je buffers, zeg maar je weerstandsvermogen, gewoon of uiteindelijk op een adequaat niveau zullen zijn om risico’s ook te kunnen opvangen. En het derde punt, ik denk dat ik dat ook wel mag benoemen, nog niet iedereen is er volgens mij in zijn beschouwingen op ingegaan, maar inderdaad ook de grondexploitaties. Dat is natuurlijk best wel een belangrijk punt, waar men ook gewoon sterk de aandacht voor vraagt van ga daar goed mee om, stuur daar inderdaad op en zorg dat je inderdaad die prognoses, die je daar in je begroting ook zet, ook realiseert. Nou, dat is natuurlijk wel van wezenlijk belang, uiteindelijk misschien niet voor je weerstandsvermogen, zeg maar, voor je normale exploitatie, maar wel voor je weerstandsvermogen binnen je grondexploitaties ook zelf. En dat heeft uiteindelijk altijd ook al weer een gevolg voor je normale exploitatie alhoewel wij die knip wel hebben gelegd. Maar als je daar natuurlijk uiteindelijk je reservepositie niet voldoende is en je moet gaan bijpassen, dan heeft het weer gevolg voor je normale reguliere financiële positie. Dus dat is eigenlijk waar de provincie, en de beheersplannen moeten op orde zijn, dat, ik bedoel dat zijn de standaardzaken, die men, zeg maar. Dat zijn de drie elementen waar de provincie echt goed naar zal kijken. Zij hebben onze begroting gezien. Zij zien de vooruitgang daarin, hebben zij ook aangegeven. Maar zij zullen daarna wel op toetsen van, zeg maar, wat er ook na een raadsbeschouwing uiteindelijk van die principes en de zaken die erin staan is overgebleven. Ik denk dat het goed is om te beseffen dat de provincie op die wijze ermee omgaat. Ik zeg, zij hebben alle touwtjes in handen. Als zij willen van nou, wij willen preventief toezicht, daar willen wij eigenlijk nog niet van af, hè. Wij willen nog wel eens zien wat de jaarrekening 2008 wordt. Dat zijn allemaal dingen, die ook door u gesteld zijn volgens mij. Toch nog eens even kijken. Gaat dat weerstandsvermogen nou inderdaad. Lukt ze dat of… Kijk, zij hebben iets in handen waarop zij kunnen zeggen van nou,laat voorlopig dat regime nog maar even ongewijzigd. Maar goed, men kan ook zeggen van nou, wij zien de positieve ontwikkelingen en bestuurskracht, maar ook met name in, zeg maar, die financiële positie van die gemeente en de manier van planning en control et cetera. Nou, dat zullen wij maar even moeten afwachten wat daaruit komt, maar die provincie die wikt en weegt daar ook nog even mee. Diverse moties zijn ingediend. Ik denk dat ik daar ook even, niet stuk voor stuk inga, maar even qua groep, zeg maar, want er zijn meerdere moties, amendementen over dezelfde zaken ingediend. Moties, amendementen met betrekking tot OZB. Zoals ik eerder al gezegd heb, wij hebben een begroting opgesteld, die op een bepaalde manier in evenwicht is. Dat is door middel van bezuinigingen, door middel van lastenverzwaringen, combinatie van beide. Als je nu moties indient ter beperking van, dan zou je eigenlijk op dit moment gewoon concrete dekkingsmiddelen moeten hebben, die dan, nou ja, kunnen beschikken natuurlijk over draagvlak van nou de raadsmeerderheid, laat ik het even zo zeggen. Als ik alle moties nu, amendementen bekijk, dan varieert dat van, nou, 2009 al iets doen in OZB-sfeer, zeg maar, of vanaf 2010 inderdaad daar op een andere manier naar kijken met allerlei suggesties die gedaan zijn, waarin je, nou ja, dekking zou kunnen vinden. Als college denk ik dat wij op dit moment zeggen laat die begroting intact. Ik vind, want ik wil de structurele dekking echt zien en dat is dus geen dekking uit de zwembadgelden, want daarvan hadden
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
35 wij een specifieke opdracht, zeg maar, als college ook van u gekregen van ga nou binnen die begroting ruimte vrijmaken voor een nieuw zwembad. Nou ja en op het moment dat wij zeggen gebruik dat geld maar, dan voldoen wij niet meer aan onze opdracht. Dus dat kunnen wij natuurlijk, nou ja, niet mee instemmen. Dat lijkt me op zich logisch. Nog een dekking, zeg maar, uit de structurele versterkingspost van het weerstandsvermogen volgens mij, die de ChristenUnie voorstelde. Ik snap waarom u hem voorstelt, maar vanuit het college geredeneerd, onze versterking van het weerstandsvermogen, die wij toch nog maar moeten zien te realiseren, vinden wij op dit moment prematuur om daar, zeg maar, al direct op te gaan interen. Wat wij wel meenemen uit die moties, amendementen, en dat is wel het gevoel, denk ik, bij, nou ja, volgens wij ook wel de gehele raad, niet iedereen heeft het misschien op dezelfde manier gesteld, hè. De een zegt: nou, voorzieningen mogen ook wat kosten, maar dat wij toch wel, zeker het grote gedeelte, een beetje zorg bestaat over de ontwikkeling van de OZB en dan met name ook, denk ik, vat ik er maar een soort opdracht uit, dat het college in 2010, voor de begroting van 2010, dus bij de perspectiefnota van 2010 gewoon eens goed moeten kijken van is die stijging nou noodzakelijk. Kan je, zeg maar, putten uit de voorstellen die gedaan zijn, zeg maar, om bezuinigingen te realiseren om daar iets mee te gaan doen. Ik denk dat wij die discussie vroegtijdig moeten aangaan. Misschien eigenlijk nog wel voor de perspectiefnota, want anders duurt het misschien allemaal weer wat langer en dan kom je iedere keer in allerlei knellende termijnen terecht. Dan gaan wij eens kijken of wij daar, daar een wat breder draagvlak kunnen zoeken van, nou ja, de suggesties, die in ieder geval gedaan zijn. En dat is allemaal, zeg maar, uiteindelijk van belang voor de begroting 2010. Kinderboerderij. Ook een belangrijk onderwerp. Ik zal er straks, als ik het over communicatie zal hebben, nog iets andere communicatie dan de burgemeester al de aftrap heeft gedaan, maar, zeg maar, de bezuinigingsmaatregelen kinderboerderij, die overigens niet behelzen natuurlijk het sluiten van de kinderboerderij, maar uiteindelijk behelzen het niet meer inzetten van gemeentelijke middelen voor de instandhouding van de kinderboerderij. Als ik een beetje alle moties, zijn dat, gelezen heb, maar ook met name de gevoelens van de raad heb geïnterpreteerd, is volgens mij geen fractie tegen het onderzoek om te kijken van, of wij met een andere soort beheervorm dan wel een combinatie van. Maar in ieder geval goed gekeken moet gaan worden van kan je dat op een andere wijze doen, dat je bij wijze van spreken ook invulling kan geven aan je bezuinigingspost of een combinatie van. Maar wel denk ik met het doel van, nou, de voorziening zou open moeten blijven. Dat, als ik de raad daar goed in interpreteer, dan zie ik daar gewoon als college de opdracht voor weggaan, dat wij eigenlijk ook voor de perspectiefnota of, nou, in ieder geval in de perspectiefnota aan u zullen moeten gaan terugkoppelen van hoe wij denken, zeg maar, met het fenomeen kinderboerderij om te gaan. Hoe wij daar een goede beheersvorming voor gevonden moeten hebben dan wel, nou ja, hoe wij het anderszins zouden moeten gaan oplossen. Als dat een correcte weergaaf is van, nou ja, de moties die er allemaal op alle gebieden zijn, dan kunnen wij, zeg maar, daar als college mee uit de voeten. Dat waren wij al van plan dat onderzoek uiteraard te doen maar u heeft voor mij de component eraan toegevoegd van nou ja, wij vinden het een belangrijke voorziening en die moet in ieder geval ook open blijven. De heer Boele: Nou, ik zou op dat punt een nuance willen maken, voorzitter. De wethouder legt nu de inbreng van de fracties zo uit, dat niemand tegen een onderzoek is, maar er wel het doel, gericht dus op het openblijven van deze voorziening. Ik heb het anders gezegd. Deze voorziening moet voor de gemeente behouden blijven. Dat is uitgangspunt nummer één. SGP staat de gemeente, het college niet in de weg als het college wil gaan bezien vanuit hun eigen verantwoordelijkheid of dat openblijven kan gebeuren door middel van een grotere private inbreng. Voorzitter: Dat zei hij. De heer Boele: Nee, hij zij het precies andersom. Althans, anders heb ik hem verkeerd begrepen. Wethouder Dekker: Nee, volgens mij. Het onderzoek zal moeten uitwijzen inderdaad hoe een voorziening open kan blijven. En.. De heer Ruikes: Nee, daar ben ik het ook niet mee eens. Wij hebben juist gezegd..
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
36
Wethouder Dekker: Nee, misschien. Hij moet openblijven. Dat uitgangspunt van de raad. Ja, misschien druk ik me wat krom uit inderdaad. Ik bedoel, de gevolgen zullen zichtbaar zijn, zeg maar, om een voorziening open te houden. Laat ik het dan zo zeggen. Ja, ik druk me misschien wat krom uit, maar dat is inderdaad het uitgangspunt. Dat bedoelde ik ook met mijn verhaal volgens mij te zeggen. De heer Van Lavieren: Zo hebben wij dat ook gezegd en anderen ook. Voorzitter: Zal ik het dan nog eventjes samenvatten als het mag. De kinderboerderij blijft open. Die opdracht is duidelijk van u. Het onderzoek is op welke manier kunnen wij dat realiseren. En als het niet kan door het anders te realiseren als het nu is, betekent dat dat er een ander soort bezuiniging gevonden moet worden. Punt. De heer Verwoert: Ik ben het niet met u eens, want ik heb hier een overzicht van alle voorgestelde bezuinigingen Voorzitter: Ja, maar daar hebben wij het nu niet over. Wij hebben nu de samenvatting van een heel groot, of ik geloof een drietal moties en een.., die allemaal ongeveerd hetzelfde uitgangspunt hadden, die wij nu op deze manier uitleggen, vertaald. Wethouder Dekker: Kijk en de maatregel ging in vanaf het jaar 2010 hè. Dus vandaar ook dat onderzoek te doen voor de perspectiefnota 2010, dat men in ieder geval ook met elkaar uiteindelijk een oordeel over de oplossingsrichting kan vellen. Communicatie. Daar is ook één en ander over gezegd. De burgemeester heeft daar ook al, is daar ook al op ingegaan. In de begroting hebben wij eigenlijk, zijn wij deze keer ook wat verder ingegaan, zeg maar, op communicatie. Wij zijn er als college natuurlijk toch wel wat intensiever mee begonnen. Wat dan niet op alle punten, zeg maar, helemaal gegaan is zoals wij dat hoopten dat het gegaan is. Dat is inmiddels ook wel duidelijk gebleken. En wij zijn aan het leren in de organisatie. Daar moeten wij uiteraard ook weer onze lering mee doen. Ja, communiceren blijft natuurlijk heel ingewikkeld en ik zie ook wel bewust, de bewuste link naar een bepaald TV-station, dat wat je ook zegt dat een schaar blijkbaar, nou ja letterlijk en figuurlijk, maar een schaar in hetgeen, wat je zegt, erg snel toegepast wordt. Je verhaal komt nooit over op TV zoals je het bedoeld had, want er wordt van alles en nog wat uitgeknipt. Is ook altijd een les. Die les had ik al geleerd door, ik zeg: ik stop niet met praten, maar dan nog kunnen zij knippen. Dat is wel gebleken inmiddels. Dus helaas, maar mijn communicatie, ik bedoel het is onduidelijk. De burgemeester heeft ook al aangegeven van het is goed om dat inderdaad ook bij burgerparticipatie in zo’n BIO-avond dat onderwerp ook maar eens aan, ter hand te nemen, zeg maar om te kijken hoe wij a) als college natuurlijk ons communicatiebeleid zien, waarbij ik overigens inderdaad wel van mening ben dat wij in de afgelopen tijden heel veel gecommuniceerd hebben en zeker niet alles volgens mij, of zeker niet alles, ik denk de overgrote meerderheid volgens mij vrij behoorlijk is gegaan qua communicatie. En dat inderdaad een aantal gevoelige onderwerpen, ja, dat is op zich misschien ook wel logisch dat, ja dat die voor de nodige commotie hebben gezorgd. En, nou ja, daar dan van denk ik of wij hebben de gevoeligheid onderschat of wij hebben inderdaad op een onvoldoende manier gewoon gecommuniceerd, dat ook het duidelijker was waar het nou precies over ging. Dat is een les Mevrouw Leeuwis: Mag ik daar heel even iets op aanvullen? Of in ieder geval eigenlijk een opmerking erbij nog. Los van de communicatie door het college, waar inderdaad nogal wat kritiek op de horen is in het dorp, gaat het ook over de manier van communiceren door ambtenaren. Want de mensen in het dorp hebben niet alleen direct met het college te maken, maar ook met ambtenaren. En wat wij bij het voorzittersoverleg bij de ROWA hebben begrepen, was dat het soms best goed gaat, maar het is afhankelijk van de ambtenaren, nou, bijvoorbeeld of je brief wel of niet beantwoord wordt, maar ook of je juiste en tijdige informatie krijgt. Voorzitter:
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
37 Mag ik misschien even, want een beetje raakt dat meer mijn portefeuille. Ik heb over die brieven net niets gezegd, omdat dat in onze hele dienstverleningsaanpak zit en bedrijfsvoering en daar wordt natuurlijk hard aan gewerkt. Er wordt ook veel meer gecontroleerd. Dat is één. Het tweede is dat er natuurlijk doorlopend contacten zijn van ambtenaren enzovoort. Maar als het gaat om beleid, overbrengen van beleid, en dat is wel iets wat een cultuurverhaal is en waar soms dingen heel erg moeten veranderen, beleid overbrengen is een zaak van het college. Als het gaat om onderhandelingen of gewoon in lopende dingen dan zijn dat, dan gaat het ook, dat is logisch, dat doen medewerkers, hun werk namelijk gewoon. Ja en de een is er wel eens wat beter in dan de ander. Maar, als het gaat om beleid en daar zit nog wel een stukje cultuur wat in Alblasserdam een beetje aangepakt mag worden. Mevrouw Leeuwis: Ik wil dus inderdaad. Natuurlijk doen de medewerkers dat en ambtenaren, dat lijkt mij ook logisch en natuurlijk gaat het college over de communicatie over beleid, maar ik wilde wel nadrukkelijk meegeven dat juist de communicatie door ambtenaren in het dorp ook niet altijd even prettig ervaren wordt. Voorzitter: Dan nog één ding erbij. Soms is het ook zo dat ambtenaren de opdracht hebben om ingewikkelde boodschappen of lastige dingen te brengen en dan krijgen zij ook wel eens de zwarte Piet. Mevrouw Leeuwis: Maar ik zei al, het antwoord hoeft niet altijd het gewenste antwoord te zijn, maar los daarvan.. Wethouder Dekker: Ik denk dat de strekking duidelijk is, dat wij dat inderdaad, zeg maar, ook in zo’n BIO tegelijkertijd met die burgerparticipatie daar gewoon nog nader op willen ingaan. En of je dan een klankbordgroep nodig hebt, ik vind dat op dit moment prematuur, omdat wij gezegd hebben het is eigenlijk in eerste instantie even communicatie van het college. Laten wij daar nu maar eens apart op ingaan, dan kan je altijd nog kijken van hoe je dat al of niet moet doen. De heer Ruikes: Deel dat gewoon eens met ons, ja. De heer Dekker: Wat zegt u? De heer Ruikes: Deel dat gewoon maar eens met ons, want het eerste waarnaar je met communiceren moet doen, is luisteren. Wethouder Dekker: Dat klopt, maar luisteren, zeg ik altijd, is ook een proces, wat van twee kanten moet plaatsvinden en dat is doms ook wel eens heel ingewikkeld. De heer Ruikes: Als je allebei je mond houdt, is het heel stil ja. Wethouder Dekker: Ja, dan is het heel stil. Want het is stil aan de overkant of het is aan deze kant stil, maar.. Even kijken, er is ook nog volgens mij een motie ingediend over de LED-verlichting, openbare verlichting. Wij zullen daarnaar kijken van wat de gevolgen zijn van de toepassing van LED-verlichting en welke al of niet besparingen dat met zich mee kan brengen. Want je hebt natuurlijk naast een opbrengst of een stroomkant, zeg maar, heb je natuurlijk ook een investeringskant. Maar wij zullen dat in een onderzoekje duidelijk maken voordat wij inderdaad aan een volgende tranche vervanging van straatverlichting zullen toekomen. Ik denk, met de buitenruimte. Een aantal fracties hebben gevraagd van nou, het woord tijd voor, zeg maar, dat wij, nou ja het kwaliteitssysteem voor de openbare ruimte hebben. Nou daar zijn wij natuurlijk hard met elkaar mee bezig in de Nota openbare ruimte. In de BIO, in de bijeenkomst voor informatie en opinie, ik begrijp dat natuurlijk ook niet iedereen altijd weet wat een BIO is, raadsleden wel uiteraard, maar, van 26 november, er komt een vervolg op de eerste sessie. Nou ja, ik roep
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
38 iedereen op om daarbij aanwezig te zijn en dan zullen wij er hard aan werken, zodat ook ergens in het voorjaar van het komend jaar uiteindelijk ook wij tot een afronding van zo’n nota kunnen gaan komen. Daarbij moet je natuurlijk niet allerlei verwachtingen gaan scheppen, want ik denk dat dat een terechte opmerking is van a) wij zullen het moeten doen met het geld, wat wij hebben en b) het kwaliteitsniveau, wat je bepaalt, is zeker geen negen. En als dat in ons dorp allemaal een negen was, dan denk ik dat raadsbreed iedereen al had gezegd van wij weten nog wel waar je iets minder kan doen. Als het op een aantal punten een zeven is, dan denk ik dat wij al uitermate blij mogen zijn. Ik denk dat wij wel mogen constateren dat op zich de openbare ruimte in brede zin goed onderhouden wordt en dat wij daar de afgelopen jaren met name in de hoofdstructuur van wegen natuurlijk gewoon slagen hebben gemaakt, die natuurlijk ook gewoon moesten plaatsvinden. En dat het zeker geen zaak is, hè, en dan beschrijf ik ook een beetje mijn harde infrastructuurportefeuille, een zaak is om nou de openbare ruimte uiteindelijk te gaan verwaarlozen. Uiteindelijk is dat een keus van de raad. Daar gaat de Nota openbare ruimte op een gegeven moment ook een beetje toe dienen, dat je in ieder geval op basis van kwaliteitsniveau eens kan kijken van wat je daar, zeg maar, wat voor prijskaartje aan een bepaald niveau hangt en wat je daar al of niet mee zou kunnen doen. Dus, nou, dat wordt allemaal, dat komt er volop aan en op dit moment zeg ik, ja, kunnen wij daar niet meer mee. U heeft het ook over de openbare ruimte kunnen lezen in de begroting, hoe wij daarmee om zijn gegaan en in het voorjaar denk ik dat wij, nou ja hopelijk op 26 november over zal en in het voorjaar zullen wij daar nog meer met elkaar in discussie gaan. Ja, er is ook nog een motie inderdaad, dat was de opgang van de Nedersassen. Die komt bijna elke raadscommissievergadering wel weer terug. Ik dacht dat wij daar al afspraken over gemaakt hadden in ieder geval als college, dat wij het een belangrijk punt vonden en dat wij het in de ontwikkeling van het gebied zouden meenemen. Dus, ja, ik zeg maar niets over de motie, maar volgens mij hebben wij dat allang toegezegd. Dus in die zin heeft dat onze sterke aandacht. Economie, ja ik heb nog economie ook. Brede portefeuille. Er is, zeg maar, iets gezegd enerzijds over lokale ondernemers, detailhandel. Ook ChristenUnie met name kredietcrisis. Ben ik net al eigenlijk al op ingegaan. Maar inderdaad ook detailhandel. Nou, in Drechtsteden zijn wij daar overigens mee bezig om een Detailhandelsnota weer op te stellen, overigens wel eentje in de wat meer hoofdlijnen. Gaat niet zo zeer in, zeg maar, over de detailhandel van, nou ja, zeg maar, ons als Alblasserdam. Detailhandelsnota, die wij daar ooit hebben vastgesteld, is volgens mij nog steeds actueel. Dat is nog steeds versterking, of in ieder geval versterking, wij hebben een tweetal essentiële winkelgebieden, dat is, zeg maar, het winkelgebied rond het Scheldeplein en Makado Centrum. Daar proberen wij op zich, ja, goed mee om te gaan ook, zeg maar, het Makado Centrum. Wij zijn er ook in overleg met de winkeliers. In ieder geval de winkeliersvereniging daar al een keer bezocht. Er zijn wat afspraken naar voren gekomen hoe je ook in ieder geval met elkaar omgaat. Dat is natuurlijk al heel wat. Het tweede punt is inderdaad, dat er een aantal winkeliers daar ook wel plannen hebben om te kijken van hoe kan nou dat winkelcentrum, nou ja, versterkt worden c.q. zijn er uitbreidingsmogelijkheden om de winkelfunctie te versterken. Nou, ik heb altijd in het begin wel gezegd daar moeten wij wel een beetje voorzichtig mee omgaan, want ik denk dat wij als Alblasserdam een behoorlijke winkelvoorziening hebben voor een gemeente van deze omvang. Ik denk dat je daar best blij mee mag zijn. En het koesteren is, denk ik, al facet 1, wat je zou moeten doen. En ten tweede kan je natuurlijk altijd kijken van hoe kan het versterkt worden. Alleen zou ik versterking niet altijd direct koppelen aan uitbreiding. Dat is nog maar de vraag. Daar moet je heel goed met elkaar over nadenken van hoe je dat nu precies zou willen. Nou, daar overleggen wij mee, zeg maar, liefst met de detailhandel. Ik weet overigens dat ik binnenkort ook weer een afspraak heb, nou ja, binnenkort, de komende weken, zeg maar, met de eigenaar van het Makado Centrum om nog eens verder te praten, zeg maar, over de situatie die ontstaan is en wat zij nu nog wel willen en niet. Dus daar zit op een gegeven moment wel voortgang in, in dat gebied. Bedrijfsleven daar scoren wij laag qua, nou ja een cijfer voor dienstverlening, want daar ging het volgens mij om. Of je het zo helemaal moet interpreteren, weet ik niet. Wij hebben daar overleggen mee. Wij bezoeken als college heel veel bedrijven. Elk jaar weer. Met Park Management Alblasserdam hebben wij ook een structureel overleg met in ieder geval een afvaardiging van het bedrijfsleven, en met name de diverse bedrijfsterreinen, in het leven geroepen om inderdaad gewoon die communicatie over en weer ook, nou ja, of te verbeteren om in ieder geval met elkaar in gesprek te zijn. Daarnaast besteden wij ook als college, ja, nog meer tijd aan, wij hebben pas ook overleg gehad, zeg maar, met de voorzitter van de OKA van inderdaad, ook een beetje naar aanleiding van dit soort cijfers, van joh, waar ligt dat nou aan. Nou ja, dat is altijd het gevoel, het is een soort vertrouwengevoelskwestie van, die je misschien als overheid misschien wel in een hele lange periode hebt opgebouwd c.q. hebt afgebouwd, want het is ook met net even hoe je het ziet en waarvan je in ieder geval goed moet kijken van hoe ga je hem nou inderdaad weer ten positieve keren. Even los van of
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
39 alle gevoelens dan al of niet terecht zijn. Want dat is heel moeilijk om daar achter te komen. Wij spreken eigenlijk heel veel ondernemers. Je kunt ook met de voorzitter. Ik zeg waar komen die geluiden dan allemaal vandaan. Maar als je face to face zit, dan komen zij er blijkbaar niet uit. Dat heeft, zeg maar, de voorzitter heeft datzelfde gevoel gehad. Maar goed, wij hebben gezegd van laten wij nu een afspraak maken dat we.. Dat weten wij maar in ieder geval er iets aan zullen proberen te doen om te kijken van hoe kunnen wij nou nader tot elkaar komen, in ieder geval elkaars belangen in ieder geval beter inzien en dat wij dan toch een wat positiever gevoel met elkaar, ja, kunnen gaan opbrengen. Dus daar wordt hard aangewerkt om dat voor elkaar te krijgen. Ik denk dat wij daar als college veel energie in steken en ik bedrijf dat mijn tijd op is, dus ik stop. De heer Ruikes: Volgende week bent u ook bij de ondernermerskring? Wethouder Dekker: Ik zeg altijd in ieder geval proberen wij altijd dat er iemand van het college is c.q. de bedrijvencontactfunctionaris, dus wij doen ons best daarin. Maar dat is wel belangrijk, ja. Voorzitter: Het woord is aan wethouder Veerman. Wethouder Veerman: Ja, voorzitter, om op dat laatste punt maar even door te gaan. Wij gaan donderdag de hele dag met de industriekring op stap, dus wat dat betreft probeert het college meer dan alleen OKA te doen met de hele regio. Mevrouw de voorzitter, algemene beschouwingen is ook een tijd van reflectie en in mijn portefeuille zijn niet zoveel vragen gesteld, maar ik zou ook wel graag een paar dingen willen zeggen over de verschillende onderdelen van de portefeuille. Internationale samenwerking. Komend jaar hoopt uw raad een bezoek te brengen aan de zusterstad Sered in Slowakije. De verwachtingen rondom dat bezoek zijn hoog gespannen en de werkgroep jumelage hoopt ook dat een groot deel van de raad en het college meegaat om Sered te leren kennen. Ik denk dat dat ook een belangrijk punt is. De afgelopen jaren misschien niet zoveel aan gebeurd, maar ik vind komende jaar een belangrijke stap. Bij de regionale zaken, een ander deel van mijn portefeuille, is 2009 ook een belangrijk jaar voor de netwerkstad Drechtsteden. Gewerkt wordt aan een piekenbenadering, daar heeft u de afgelopen tijd iets van kunnen merken, en er wordt nagedacht over de bestuurlijke vormgeving. Die aandacht voor die piekenbenadering en de verhouding van het gemeentebestuur/Drechtstedenbestuur heeft u ook kunnen zien, dat wij daar zelf iets van gezegd hebben in het kader van ons functioneren in Alblasserdam. Want het is wel zo dat wij als Alblasserdam hebben veel vertrouwen in de netwerkstad Drechtsteden. De formule van de Drechtsteden laat zien, dat je momenten van schaalvergroting kunt combineren met de voordelen van kleinschaligheid, nabijheid en kwaliteit. Ik dacht dat ook dat de PvdA daarover een opmerking maakte. Wij zien dat ook nadrukkelijk zo. De kwaliteit kunnen wij hebben uit het grotere geheel, het shared service center, en, als er gezegd wordt dat daar veel problemen zijn, dat is misschien wel wat met geld, maar het is niet zo dat dat geld vraagt van Alblasserdam of van de gemeenten. Wij komen daar ook nog op terug. Maar die Drechtstedensamenwerking geeft ruimte voor lokaal maatwerk, zichtbaarheid en behoud van de eigen identiteit. En dat zijn dingen, die wij als Alblasserdam graag willen benadrukken en wij zullen ons daar ook voor inzetten en dat zal ook zeker bestuurlijke aandacht vragen. Maar of dat betekent, dat je niks kunt doen aan de formatie van wethouders, is de vraag. Toerisme. Sinds 2005 hebben wij in Alblasserdam al een notitie, een kleine notitie, maar wel een notitie die de verbinding van Alblasserdam met de binnenstad van Dordrecht en de buitenstad Kinderdijk als onderdeel van een low profile toeristisch beleid heeft. Het komend jaar hopen wij daar een grote stap in te zetten door Haven-Zuid, dat van kracht wordt en waar wij dan ook zullen kijken hoe dat gaat met het werelderfgoed, waar wij nog steeds in participeren. Wij komen ook met een voorstel voor een convenant toeristisch recreatief beheer werelderfgoed. En ook in het komend jaar verlenen wij onze bijdrage in de proceskosten van die stichting. Dus als het gaat over leefbaarheid en gezondheid, waar ook de ChristenUnie met name voor pleitte, dan proberen wij daar ook onze rol in te spelen en ook in de omgeving. Milieu is eigenlijk ook niet veel over gezegd, maar ik zou nog eens een keer aandacht willen vragen voor geluid, een onderdeel, waar wij de containerterminal bijvoorbeeld bij hebben. De wet, de discussie zonet gezegd van ja, heeft Alblasserdam zich er wel mee beziggehouden.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
40 Nee, Alblasserdam is nog niet aan bod. Het is op dit moment iets van het Havenbedrijf, particuliere organisaties en de regio en Alblasserdam participeert in de regio. Dus al die vragen, die rondom een containerterminal en die vooral met milieu te maken hebben en met luchtverontreiniging en mogelijke andere punten, dat, daar zijn wij nog niet aan toe. In Drechtstedenverband spreken wij daar volop over. Een ander punt van milieu is de Wet geluidhinder. Sinds 1986, dat is het peiljaar, kunnen wij woningen saneren, die teveel geluid, aan het geluid blootstaan. In Alblasserdam zijn dat 303 adressen, waarvan er volgend jaar, hoop ik, 189 woningen zijn gesaneerd. Maar dat betekent wel dat wij in de volgende periode, raadsperiode nog 114 woningen moeten saneren. Het geld is ervoor beschikbaar. Wij werken er ook volop aan. Maar dat is een belangrijk punt. U zult daar ook de komende maanden meer van zien. Maar ik noem ook geluid bij de bestemmingsplannen. Mercon-Kloos hebben wij mee te maken maar ook de Vinkenwaard. Dus wat dat betreft, moeten wij als Alblasserdam ook daar ons voor inzetten om die bestaande geluidszones te verkleinen en woningbouw mogelijk te maken. Bijvoorbeeld bij Mercon-Kloos, ook bij Vinkenwaard, om geluidsruimte te creëren op Nieuwland. De heer Ruikes: Ik wilde daar één opmerking over maken. Ik heb het dit jaar niet gedaan, maar wij hebben jaren achter elkaar moties en amendementen gemaakt, dat u nu eindelijk eens een keer bij het rijk bepleit om geluidsschermen langs die A15 te zetten, doorzichtige bij het industrieterrein, omdat in het dorp sinds die tunnel hier is nooit meer stil is. En dan gaat het niet om die 114 woningen, maar dan gaat het om veel meer woningen in dit dorp en ik... Misschien is het toch maar, dan nog maar eens een keer een oproep om dat toch nog maar eens een keer mee te nemen. Wethouder Veerman: Ben ik blij dat mijn reflectie.. De heer Boele: Voorzitter, ik dacht even dat de heer Veerman bezig was antwoorden te geven op vragen, die niet gesteld zijn, maar ik begrijp nu dat hij antwoorden geeft op vragen, die verleden jaar gesteld zijn. Voorzitter: Nou voel ik me heel erg geroepen om in te grijpen, want ik vind dat het college, en dat is ook het uitgangspunt van mij geweest in het college, dat bij algemene beschouwingen ook het college recht heeft om een stukje beschouwingen te geven. En dat hoeft niet altijd een vraag- en antwoordspel te zijn. Daarom heb ik juist in het college, en u kon het horen ook, dat ook, dat wij allen probeerden vanuit de portefeuille een stukje beschouwing te geven. Bij was het makkelijk om te reageren op de dingen, die u zei, maar ook het financiële verhaal ging eerst van een stukje beschouwing uit en ook wethouder Veerman hebben wij gevraagd om ervoor ook een stukje beschouwing te geven. En dan komen er vanzelf onderwerpen aan de orde, die misschien ook aansluiten op dingen die uzelf en de antwoorden op de vragen komen er ook nog aan. De heer Boele: Gunt u mij even de tijd om te wennen aan deze nieuwigheid. Dank u wel. Voorzitter: Natuurlijk. Wethouder Veerman: Nou dacht ik toch dat de heer Boele zei die nieuwe geit, maar dat zal wel met de dierenweide te maken hebben. Ik wilde graag ook iets zeggen over volkshuisvesting. Het college bemoeit zich actief met het bouwplan naast de Grote Kerk, o.a. het punt van de PvdA. Wij hebben een aantal projecten, die niet snel genoeg gaan, maar waar wij soms toch ook wel tegen juridische problemen aanlopen, rechterlijke uitspraken. Aanstaande vrijdag hoop ik dat er uitspraak komt in het kort geding rondom het verenigingsgebouw. Dat is een belangrijk signaal of dat wel of niet goed gaat, want dat heeft met dezelfde bouw te maken en 26 november is er weer een zitting bij de rechter over het appartementengebouw. En het is niet zo dat wij niet investeren, ook de ROWA is ermee bezig en ook de Woongroep 2000, maar het is gewoon zo, de rechter heeft aan andere taak als wij en als de rechter zegt, er mag niet gebouwd worden, dan mag er niet gebouwd worden. 26 november hoop ik dat er nu goede uitslag komt, maar wij hebben nogal wat problemen om dat goed te krijgen. Maar wij werken er hard aan.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
41 De woningcorporatie is genoemd. Daar zijn wij inderdaad blij mee. Maatschappelijk actieve club. Wij bouwen drie scholen. Voor de Beukelmanschool krijgt u binnenkort ook nog een raadsinformatiebrief over de laatste stand van zaken. Dus daar komen wij ook op terug, want u heeft al de andere twee scholen gemaakt. Nou, het terrein voor ’t Nokkenwiel is al leeg gemaakt. Daar kunnen wij binnenkort beginnen, hoop ik, en Het Palet komt op 21 november een voorlichtingsavond. En het idee dat er nog woningen komen, is helaas niet zo. Wij hebben gezegd: het bestaande woningblok zal gebruikt kunnen worden voor scholen en dat betekent dat er geen woningen bij kunnen. De heer Verwoert: Krijgen wij daar nog informatie over, die info over Het Palet, want ik heb daar nog niets van kunnen vinden. Wethouder Veerman: Wij hebben een hele mooie raadsinformatiebrief aan de hand van vragen van mevrouw Barra rondgestuurd met de laatste tekeningen, zoals die zijn ingediend. Meer informatie is er niet. En de initiatiefnemer, dus dat is Westwaard Wonen met de school, die zal dus binnenkort die voorlichtingsavond geven. Dat is niet iets van de gemeente, want het is ook geen gemeentelijk project. Dus dat komt naar u toe. Maar via Westwaard Wonen. En er stond een advertentie in de krant van afgelopen week. De heer Ruikes: Op woensdag de negentiende van half acht, tot acht uur, tot negen uur kunt u inlopen in Landvast. Voorzitter: Ook weer uit de wereld. Wethouder Veerman: Twee andere punten, voorzitter, dat gaat over de Wet ruimtelijke ordening. Wij hebben dit jaar een nieuwe Wet ruimtelijke ordening gekregen, maar wij moeten daarbij ook rekenen met de Grondexploitatiewet en dat zal het komende jaar zeker nog problemen geven omdat, willen wij bestemmingsplannen vaststellen, moeten wij een exploitatieplan maken voor die delen, voor die gronden waarop bij Algemene Maatregel van Bestuur aangewezen bouwplannen voorkomen. Dat betekent nogal wat extra werk. U weet ook dat wij al langdurig bezig zijn met een actualisatie van bestemmingsplannen. Daar gaan wij in 2009 ook mee door. Wij zullen hopelijk volgend jaar ter vaststelling kunnen aanbieden aan uw raad Centrum, Kom en Werkgebied. Dijklint wordt op dit moment ook volop aan gewerkt, maar het betekent dat wij nog wel een aantal extra dingen moeten doen zoals het digitaal maken, het kostenverhaal, standaardregels en dan die grondexploitatie. En dat is best een lastige klus. Dat betekent veel extra werk. Daar zal ook integraal naar gekeken moeten worden en het betekent dat wij daar veel werk van moeten maken en dat het hele gemeentelijk apparaat daarmee bezig zal zijn. En een laatste punt in mijn blokje, voorzitter, is de Structuurvisie Alblasserdam. Wij hebben het voornemen om in 2009 een Structuurvisie Alblasserdam op te stellen. In het kader van het ruimtelijk beleid moet dat ook. Het is een verplichte planfiguur en daar zal ook een uitvoeringsprogramma bij komen. En dat programma zal inzicht moeten geven in de manier waarop wij de structuurvisie zullen uitvoeren en wij zullen ook inzicht moeten hebben in het grondbeleid. En net als bij het kostenverhaal zal ook de structuurvisie integraal vorm moeten krijgen. Dat betekent dat wij ruimtelijk beleid hebben, milieubeleid, volkshuisvesting, natuur en landschap, recreatie/toerisme, verkeer en vervoer, economie, cultuurhistorie en openbare werken. Kortom, een hele uitgebreide aanpak om die structuurvisie integraal te kunnen aanpakken. Daar komen natuurlijk onderwerpen, zoals het CDA noemde, verdichting en groen en de leefbare omgeving, zoals de ChristenUnie die noemde. Dus wij komen daarop terug en het zal voor u ook, voor de raad een aantal belangrijke besluiten zijn. Ik hoop dat wij ze ook echt in 2009 kunnen aanbieden, want wij zitten er wel op te wachten. Voorzitter, dan wilde ik graag namens de portefeuille van de heer Cardon iets zeggen. Eigenlijk is, denk ik, de algemene draad in het verhaal dat wij het sociale infrastructuur van Alblasserdam willen versterken en dat wij die ook meer vorm willen geven. Er is vanavond veel over communicatie gezegd. Er staan een viertal startnotities op de rol. De eerste die komt, of tenminste die ik zou willen noemen, is de Startnotitie sport en die zal gaan over de uitwerking van het sportbeleid en dat is, naar verwachting, eerste kwartaal 2009. En daar zult u ook aan, of voorstellen treffen voor de voortzetting van de BOS- en de BSI-subsidie en daar zal ook een perspectief worden geboden. En wij denken dat
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
42 wij dat interactief moeten gaan doen en dat doen wij ook al. College Cardon is daarmee bezig met de verenigingen. Dus dat doen wij en daar zullen wij ook de raad bij betrekken natuurlijk. Een tweede notitie is de Startnotitie budgetsubsidie. U weet dat wij daar op 26 november ook al een bijeenkomst van informatie en opinie voor hebben, gevolgd door workshops en daar zal ook overleg met ROWA en SWOA en het Bureau Sociale Raadslieden plaatsvinden over de mogelijkheden van die brede welzijnsorganisatie. Dus, wij willen dat ook inzetten. Er zijn ook verschillende moties over ingediend. Voor ons is uitgangspunt, dat wij de doelen van de WMO willen realiseren. Dat is ook niet zo moeilijk om dat te willen, want wij hebben natuurlijk net vastgesteld het Beleidskader WMO en, als wij nu iets van die WMO kunnen hebben, dan is het wel dat wij willen bevorderen dat iedereen mee kan doen en dat iedereen wordt ingeschakeld in Alblasserdam. Dus dat niemand aan de kant hoeft te blijven staan. Nou die stap Mevrouw Leeuwis: Mag ik even nog vragen, want ik begreep het even niet goed of ik verstond het verkeerd. Er komt een startnotitie over de budgetsubsidie. U noemde daar de welzijnsorganisatie. Wethouder Veerman: Ja. Mevrouw Leeuwis: Betekent dat dat al uitvoering wordt gegeven aan de door ons ingediende motie, dat de resultaten van het onderzoek ook voor de perspectiefnota al bekend worden of volgt dat later? Wethouder Veerman: Nou, u zou het ook zo kunnen vertalen, dat wij er al mee bezig waren, dat u nu daar een motie over indient. Mevrouw Leeuwis: Dat is een ding. Maar komt het voor de perspectiefnota? Wethouder Veerman: Maar het antwoord is ja. Ja zeker. Nee dat klopt. Zonet heb ik vragen even voor vorig jaar, nu geef ik antwoorden die nog niet gesteld zijn. Collega Cardon is daar volop mee bezig en dat komt dus inderdaad voor de perspectiefnota. Ook komt er een startnotitie over de LEA, dat is de lokale educatieve agenda. De bedoeling is om die op 10 december al aan de raad aan te bieden. Samen met schoolbesturen en WASKO en de maatschappelijke organisaties wordt gekeken hoe wij die lokale agenda vorm kunnen geven en daar zal ook een vorm van adoptief onderwijs inzitten, dus kun je kinderen in contact brengen met de fabriek, met het water, met allerlei dingen die zij kunnen echt zien. En in dat verband denk ik ook dat het goed is om de suggestie mee te nemen van wij kunnen met groep 8 nou eens praten over gemeentelijke democratie. Het is zo dat wij als gemeente geen lespakketten doen of dat wij geen lessen verzorgen, maar dit onderwerp, wat genoemd is van betrek nou de kinderen in groep 8 bij de gemeentelijke democratie, en dat kan zijn met het college of met de raad of met de burgemeester of met wie dan ook, dat lijkt ons een goed idee om dat in het LEA mee te nemen. Dus dat zeg ik u toe. Dan komt er nog een Startnotitie Jeugd. Die is ook al op korte termijn te verwachten, waarschijnlijk nog december dit jaar, en die zal gaan over het eerste kwartaal van 2000, die komt in het eerste kwartaal 2009. Die gaat over het jeugdwerk. Over de jeugd en het schoolmaatschappelijk werk en ook de regionale partners zullen daarbij betrokken worden. Dus ook hier komen wij met een aantal voorstellen waar wij interactief willen kijken hoe wij dat vorm kunnen geven. Voorzitter, ik denk dat dit onderdeel ook aansluit bij wat de SGP zei over het geld. Het is niet zo dat wij ons vertrouwen stellen op het geld en zelfs al zouden wij geen geld hebben, dan zou je toch deze sociale infrastructuur nodig hebben. En juist dat maakt ons weerbaar en maakt van Alblasserdam een mooi dorp doordat er allerlei voorzieningen zijn, waar mensen zich graag samen voor inzetten en daar willen wij dus ook hard aan blijven werken. De PvdA heeft dat met grote letters nog eens in haar stuk geschreven: sociale infrastructuur. Die is aanwezig in Alblasserdam en wij willen bevorderen dat die er blijft en dat heeft niets met geld te maken. Tot slot, voorzitter, zou ik toch ook wel de SGP willen bedanken, want die hebben dit jaar nadrukkelijk nog eens een keer het college gezegd, dat zij met één mond spreken en dat zij hun best doen om samen een team te vormen en ik denk, dat dat ook onze uitdaging was. En ik ben blij dat dat herkend is.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
43
Voorzitter: Dat zijn mooie slotwoorden voor dit moment. Ik zou u willen voorstellen een kwartier te schorsen, zodat u de gelegenheid om uw De heer Boele: Misschien een kleine suggestie voor orde doen, voorzitter. Zou het misschien mogelijk zijn dat wij nu eerst als raad reageren in tweede termijn op de reacties van het college en op elkaar en dat wij daarna een schorsing hebben om ons te beraden op de ingediende moties? Want dat is een behoorlijke discussie. Voorzitter: Dat vind ik geen probleem, maar ik heb al eerder van verschillende kanten gehoord om na de reactie van het college, wat ik niet ongebruikelijk vind, even te schorsen, zodat de fractievoorzitters zich kunnen voorbereiden op waar zij het over willen hebben. Dus, de een zal wat makkelijker zo hup uit, meteen kunnen reageren dan de ander. Maar als u tien minuten genoeg vindt, vind ik het ook best. Dan schorsen wij tien minuten. Ja, ik heb, ik bedoel u zegt nu van gelijk doorgaan, maar ik heb nadrukkelijk van verschillende kanten gehoord om even te schorsen. De heer Boele: Nee, mijn suggestie is vooral deze. Ik stel mij voor dat wij een aparte termijn dan wijden aan de afwikkeling van de moties. Voorzitter: Dat is altijd zo. Dat is nadat de tweede termijn van het college is geweest, en dat is waarschijnlijk heel kort, waarin wij u aan zullen geven wat onze reactie is. Hebben wij nog niet gedaan. Is op de moties of wij aanraden, overnemen enzovoort. Krijgt u, hebben wij een korte schorsing, waar u uw standpunt over de moties kunt bepalen. De heer Boele: Dank u wel. Voorzitter: Dat is wat mij betreft de gewone volgorde en u hebt nu eventueel ook de kans naar aanleiding van de reactie van het college om u voor te bereiden om te zeggen nou, deze motie trekken wij in of dat vinden wij niet meer noodzakelijk of wij veranderen hem. Daar is ook deze, dit kwartier. Daarom gaf ik u een kwartier voor. Gaan een kwartier… SCHORSING HEROPENING Voorzitter: Goed, dames en heren, wij vervolgen met de tweede ronde van de raad. Het woord is aan de heer Boele. De heer Boele: Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Mijn fractie wil graag de leden van het college bedanken voor de beantwoording op gestelde vragen. Ook op vragen, die niet waren gesteld. De collegeleden hadden klaarblijkelijk behoefte aan een stukje zelfreflectie en dat gunnen wij hen natuurlijk graag in zo’n raadsvergadering, voorzitter. Wij waren ook wel blij met het compliment, wat u in de richting van de raad maakte. U zei van algemene beschouwingen zijn toch een beetje het politieke feestje van het jaar en u was content over de manier, waarop dat in eerst termijn althans zich voltrok en dat compliment dat valt bij ons natuurlijk in goede aarde. Dank u wel. En laat ik van mijn kant dan mogen zeggen, dat ook het college wel een wat steviger en stelliger indruk rondom hun begroting maken, maakte dan dat wij in de achterliggende jaren hebben meegemaakt. Want het was ook voor een oppositiepartij, die meende goed in de gaten te hebben waar het misging met de financiën van de gemeente, ook soms wel een ondankbare taak om dat bij herhaling met een college te communiceren, die eigenlijk wel wist, dat wij gelijk hadden, maar vanuit een ander perspectief het toch moesten
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
44 betwisten. Gelukkig hebben wij ook die, dat verleden vanavond achter ons kunnen houden. Dank u wel daarvoor. U hebt, voorzitter, gesproken over het thema vertrouwen, wat het thema van onze algemene beschouwingen was en ik heb begrepen uit uw woorden, dat u het probleem, dat wij hebben geschetst, herkent. En u hebt zelfs letterlijk gezegd: wij trekken dit ons ook aan, en dat is een begin van een oplossing. Als je iets onderkent en begrijpt, niet betwist, maar toestemt, dan denk ik dat je een goede positie hebt om het ook vanaf heden anders te doen. Ik heb diezelfde intentie ook bij de andere leden van het college waargenomen en dat vonden wij goed om te vernemen. Maar dan moet het ook nu wel gaan gebeuren, want de voorbeelden van gebrekkige en weerstand oproepende communicatie zijn nog van zeer recente datum en wij hopen dan ook dat dat spoedig nu ten goede keert. Overigens, de heer Dekker heeft gezegd van ja maar, wij communiceren soms wel heel goed maar dan komt het toch weer heel verkeerd in de pers en dan, ja, zo hebben wij toch niet gezegd en die filmpjes, die opgenomen worden, zijn niet juist. Maar dat mag allemaal zo waar zijn, maar dat is niet afdoende om het probleem, wat wij hier met elkaar hebben benoemd, goed te weerleggen, want ook daarvoor bent u dan, daarop bent u aanspreekbaar. Voorzitter, u hebt gezegd dat het college de oprechte overtuiging heeft, dat het in de nieuwe collegesamenstelling met één wethouder minder kan, met één fte minder kan en als iets uw oprechte overtuiging is, past het ons niet om dat te betwisten. Maar ik ben er wel een beetje verwonderd over. Ik zie wat er gebeurt in een college met drie fulltime wethouders. Ik zie ook dat dit college menigmaal heeft gezucht onder heel druk van projecten, van inspanningen. Ik zie dat in de nabije toekomst geenszins minder worden. Dus is ben een beetje verwonderd over deze oprechte indruk van uw kant. Ik betwist hem niet langer, maar ik sta er wel een beetje van te kijken en ik blijf het jammer vinden dat wij met deze overtuiging van u € 85.000,-- uit de exploitatie van de meerjarenbegroting vandaan halen. Want dat is de consequentie wel en eigenlijk zegt u daarmee tegen een nieuw college: doe het maar met één fte minder. Dat heb ik in eerste termijn niet chic genoemd en daar blijf ik toch eerlijk gezegd wel bij. Voorzitter, wethouder Dekker heeft gesproken over de OZB en toen maakte hij een opmerkelijke sprong. Hij zegt, laten wij het niet hebben over het jaar 2009 en 2010. Ja, daar moeten wij het nu juist wel over hebben. Want inderdaad, vanaf 2011 is uw voornemen om weer op de trend terecht te komen, maar in 2009 wilt u 6, bijna 6,5% van de raad vragen, in 2010 5% extra en ik heb u uitgedaagd in de algemene beschouwingen zich te realiseren, dat in deze periode, onder het bewind van deze wethouder van financiën de OZB bijna 20% gestegen is. En dat is toch wel even iets om achter je oren over te krabbelen. En het gevoel van urgentie, dat dat toch eigenlijk niet de bedoeling was en dat wij daarmee de burger toch wel erg zwaar belasten, dat ik had wel eigenlijk van deze wethouder verwacht. Ook hem nog herinnerend als iemand, die buitengewoon terughoudend was in een vorige rol met het verhogen van belastingen. Misschien dat hij in tweede termijn dat nog eens eventjes nader zou willen stipuleren. Ik ben blij dat wethouder Dekker ingegaan is op de financiële crisis in de wereld en de mogelijke consequenties daarvan voor onze gemeente en hij heeft gezegd, en ik ben hem daarvoor dankbaar, dat wij onze ogen niet moeten sluiten voor nadelige effecten. Die zullen er zeker komen. Hij heeft gezegd mogelijk aan het einde van het komende jaar. Wij leven dus in een instabiele, onzekere situatie op dit moment rondom de financiële functie van de gemeente. Ik heb ook in de algemene beschouwingen daar een uitvoerig betoog aan gewijd. En dat brengt mij, voorzitter, tot een suggestie. Juist vanwege die onzekerheid, die wij met elkaar meemaken, wie kan een maand vooruitkijken laat staan meerdere jaren. Mijn suggestie is: zouden wij niet vanavond moeten volstaan met het vaststellen van de begroting 2009 en met het kennisnemen van het meerjarenperspectief 2010-2012. Daarmee wil ik dat laatste niet relativeren, want wij nemen wel kennis van het perspectief, wat in ieder geval aantoont dat de begroting ook meerjarig sluitend te krijgen is, maar het voordeel van mijn suggestie is, dat je je dan niet hoeft vast te pinnen op allerlei dekkingsproblemen indien je kritiek hebt op voornemens, die na 2010 in het meerjarenperspectief staan. Mevrouw Leeuwis: Mag ik gelijk een aanvullende vraag meegeven? Ik wil dan ook even weten of dat wel mag van de provincie. De heer Boele: Ja, die provincie die komt nu al zo vaak in dit debat aan de orde. Wij zijn vooral bezig om een gemeente te besturen en als wij dat goed doen en dat met goede argumenten doen, dan zegt de provincie niet gauw van dat doe je niet goed. Ik kan u wel verzekeren, dat de Gemeentewet zelfs
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
45 spreekt van het vaststellen een jaarbegroting en van het voor kennisgeving aannemen van een meerjarenperspectief. Dus dat is juridisch gezien zeker geen punt. De heer Zwaan: In hoeverre is het mogelijk dat er nu misschien direct een reactie komt, want anders blijft het een beetje in de lucht hangen. Voorzitter: Zal ik maar vanuit mijn verleden De heer Boele: Komt zo meteen………… Voorzitter: Dat kan, is geen enkel probleem. Het is zelfs heel vaak zo dat dat de formulering is bij de besluitvorming. Je moet de begroting 2009 vaststellen en het overige kan je vaststellen, maar dat heeft dan ook niet meer functie dan dat je vaststelt, dat dit de presentatie is zoals die aan u gedaan wordt. Dat is ook waarom u geen amendementen op de meerjaren begroting kan vaststellen, kan indienen, want dat heeft toch geen enkele functie. De heer Boele: Nou als op die manier ook de bevestiging van mijn woorden komt, voorzitter…. De heer Ruikes: Dan zijn wij snel klaar. Voorzitter: Laat het maar uit de wereld zijn. De heer Boele: Nou, kijk, hoeveel. Wat moet u nu nog meer voor zekerheid. Oud-gedeputeerde van financiën leert ons dat mijn woorden juist zijn. Dat doet mij ook een groot genoegen. Voorzitter: Bij de provincie was dat altijd de formulering. De heer Boele: Ja, precies. Voorzitter, ik ben nog niet helemaal klaar met mijn tweede termijn. Ik ben blij dat het college goed begrepen heeft, dat de raad kiest voor het openhouden van de kinderboerderij. Wat mijn fractie betreft kiezen wij ook voor de gemeentelijke regie op deze functie. Ik heb aangegeven in eerste termijn, waarom wij dat verantwoord achten. U zegt, ik wil desondanks zoeken naar mogelijkheden om het private initiatief hierbij te betrekken. Dat vind ik prima, maar ik zou haast zeggen, is het ook niet een beetje veel verspilling van energie. U hebt nog zoveel andere dingen te doen. Als wij met elkaar gaan voor het gemeentelijk, gemeentelijke betrokkenheid bij deze functie, hoeft u, wat ons betreft, deze inspanning u zich niet te laten getroosten. Voorzitter, terecht heeft wethouder Veerman de complimenten die wij maakten in de richting van Westwaard Wonen tot de zijne gemaakt. Westwaard Wonen heeft bewezen veel maatschappelijk geld te willen investeren in maatschappelijke voorzieningen. Daar hebben wij ook wel eens aanvankelijk kritische kanttekeningen bij geplaatst, omdat wij niet goed wisten welke kant dat opging. Ik kan u hier zeggen, dat wij juist afgelopen zaterdag een bespreking hebben gehad met de directeur van Westwaard Wonen en wij zijn echt bevestigd geraakt in onze verwachting dat deze corporatie op een goede manier bezig is om ook de maatschappelijke belangen van deze gemeente te dienen en ik hou natuurlijk bij voortduring de wethouder aan zijn toezegging dat hij met het bestuur van én Westwaard Wonen én de ds. Beukelmanschool gaat komen tot voorspoedige planvorming van een nieuw gebouw. Want ik heb u gezegd in eerste termijn, u weet dat wethouder Veerman, het gebouw aan de Lelsstraat is op. Voorzitter, u neemt mij niet kwalijk, dat ik nog even een opmerking maak over Landvast. Ik had verwacht, een beetje geprobeerd de raad en het college te triggeren met de constatering dat Landvast de gemeenschap per jaar € 700.000,-- kost. Dat is een buitengewoon hoog bedrag voor een voor een belangrijk deel commerciële functie en ik had verwacht dat het college daarop zou reageren en anders misschien in tweede termijn. Maar onze stelling dat je met deze functie er in deze omvang er zoveel
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
46 gemeenschapsgeld in zou moeten blijven steken, is dat dat niet verantwoord is. Het zou misschien goed zijn dat het college en de raad vanavond uitspreekt, dat wij moeten gaan inzetten op verlaging van de gemeentelijke bijdrage in deze functie. Tenslotte, naar de VVD nog even, mevrouw Leeuwis. Het is natuurlijk best opmerkelijk, en dat vindt u zelf ook, dat u als coalitiepartij, weliswaar de kleinste maar toch dapper genoeg om eigen opvattingen te hebben, dat u zegt, ja, op het punt van het zwembad hebben wij een hele andere visie dan het college en een andere visie dan de coalitie, terwijl dit een document is, een onderwerp is dat voor deze coalitie wel voor het uiterste belang is. Zelfs zo groot, dat in de begroting nu heel veel ruimte wordt gemaakt om straks over vijf jaar bij leven en welzijn een nieuw bad te kunnen kopen, te kunnen aanschaffen, te kunnen bouwen. Mevrouw Leeuwis: Ik kom daar straks uitgebreid op terug. Het gaat ons inderdaad om De heer Boele: Nou, ik wil u uitnodigen om daar nog eens even met ons over door te praten, want Mevrouw Leeuwis: Doe het dan straks na iedereen, want ik ben toch de laatste. De heer Boele: Ja. Voorzitter, dit was mijn tweede termijn. Voorzitter: Kijken wat er achter mij allemaal gebeurde. Het woord is aan de heer Van Lavieren. Sorry, ik heb al De heer Van Lavieren: Dank u wel. Ik was even afgeleid. Nee, ik of wij kunnen ons aansluiten bij de openingswoorden van de heer Boele. Het is precies weergegeven, wat, zoals wij er ook over denken, zeg maar. Dus dat hoef ik niet te herhalen. Dat is.. Dan het ik nog enkele dingen, waar ik toch wel wat over wil zeggen. Met name over de communicatie. Ik ben blij dat dat in ieder geval de volledige aandacht heeft en dat wij dus met z’n allen moeten proberen om dat te verbeteren. En dat daar dus een BIO over komt dat is perfect, omdat wij dat maar eens even goed met elkaar bespreken. Dan over de begroting. Nou, ik hoop dat ik zo nog te verstaan ben. Over de begroting. Daar is gezegd de begroting is in evenwicht. De heer Ruikes heeft daarvan al gezegd, laten wij dat evenwicht nou niet proberen te verstoren, want evenwicht is een situatie, dat wat je daar ook aan beide kanten aan doet, dan is het evenwicht verstoord en dan zal je toch wat meer werk moeten verzetten om dat evenwicht weer terug te krijgen. Dan heb ik dus ook van de heer Dekker gehoord, dat voor wat betreft de OZB in 2010 nog maar eens goed bekeken moet worden of dat nog wel nodig is. Daar zijn wij het eigenlijk wel mee eens. Als de situatie zo is dat in 2010 de verhoging van de OZB niet nodig is, dan zijn wij de laatsten die zeggen dat wij het wel moeten doen. Dan heb ik gehoord over de kinderboerderij, dat die openblijft. Dat is een toezegging en ik zou even willen vragen of ik dat echt goed begrepen heb. Dan kunnen wij dus stellen, dat wij de motie, die wij ingediend hebben over de kinderboerderij, dat die gevoeglijk ingetrokken kan worden. Voorzitter: Eventjes goed kijken, want dat zijn van die dingen, die wij dan gelijk even voor allemaal, zodat u ook allemaal weet welke motie er niet meer ligt. Dan hoeven wij daar ons niet.. De heer Van Lavieren: Even kijken. Voorzitter: Ja, ik neem aan dat u daar overleg met de medeondertekenaars heeft gehad. De heer Van Lavieren: Ja. Ja. Voorzitter:
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
47 Hij is door meerderen ondertekend, die motie dus… De heer Van Lavieren: Ga daar maar vanuit. Voorzitter: Dat is De heer Van Lavieren: Motie 5. Voorzitter: Motie 5 is hiermee ingetrokken onder, met inachtneming van de toezegging van het college en de duidelijke opdracht voor het komend jaar. J. De heer Ruikes: Als u toch aan het schrappen bent. Zijn die amendementen over de meerjarenbegroting nu ook weg na het verhaal van de heer Boele? Voorzitter: Dat heeft de heer Boele nog niet zo nadrukkelijk gezegd. De heer Boele: Er komt nog, maar ik heb van de voorzitter tot nu toe begrepen, dat mijn lezing over hoe dingen gaan, juist is, maar ik ben toch ook benieuwd van de wethouder te vernemen of hij ook instemt met het voorstel, dat u deed. Voorzitter: Wij spreken met één mond. Zojuist nog geconstateerd. De heer Ruikes: Maar volgens de Gemeentewet kunnen zij niet eens amendementen indienen voor, over 2010-2012. De heer Boele: Niet te snel, voorzitter. Dit voorstel, wat ik deed, is in meerdere jaren heftig bekritiseerd door deze wethouder. Ik heb van u vooral een bevestiging gehoord van hoe de dingen formeel in elkaar steken. Ik ben nog benieuwd om van het college te vernemen of dat het college kan instemmen met het voor kennisgeving aannemen van het meerjarenperspectief. Voorzitter: Dat is goed. Dan horen wij straks wel wat u met uw amendement doet. De heer Boele: Me dunkt. Voorzitter: De heer.. De heer Van Lavieren: Ja, dank u wel. Dan komen wij automatisch bij een volgende motie. Dat gaat over de LED-verlichting. Wij hebben een toezegging gehoord dat dat onderzocht gaat worden en dat daar ook over gerapporteerd gaat worden. Is dat een juiste constatering? Dan kunnen wij deze motie ook vergeten. De heer Lok: Wilt u voor de notulen wel gewoon ja zeggen? De heer Van Lavieren: Motie 2. Voorzitter: Daarmee is motie 2 ook verdwenen.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
48
De heer Van Lavieren: Voor Nedersassen geldt hetzelfde. Voorzitter: Motie 4. De heer Van Lavieren: Motie 4 ja. Is dat motie 4? Ja, dat is motie 4. Daar hebben wij dus ook de toezegging gehad, dat het in de onderhandelingen wordt meegenomen. Dan kom ik bij de reacties van de heer Veerman uit en wij zijn bijzonder content met het feit, dat er over de netwerkstad Drechtsteden is gesproken en dat daar veel vertrouwen in is en dat wij, wat wij als PvdA gezegd hebben, dat dat ook zo overkomt bij het college in ieder geval. Over Wonen 2000, ja, dat is en blijft een vervelend project. Dat kunnen wij met z’n allen constateren. Westwaard Wonen gaat goed en laat ik het daarbij maar houden. Westwaard Wonen gaat goed. Nee en dan hebben wij dus voor wat betreft de reactie van de heer Veerman in zijn persoonlijkheid als wethouder Cardon, zeg maar. Ik ben blij met de opmerkingen over de sociale infrastructuur. Dat is wat wij als PvdA in ons vaandel hebben en ik ben blij dat het college daar ook zo over denkt. Dan heb ik gehoord dat groep 8, dat er met de groep 8 gesproken gaat worden en uitgelegd gaat worden hoe gemeentelijke besturen in elkaar zitten. Dus voor wat betreft die motie zijn wij daar dan ook van af. Mevrouw Leeuwis: Mag ik daar nog een aanvulling Voorzitter: Motie 3 kunt u ook terzijde leggen. Mevrouw Leeuwis: Mag ik daar nog een opmerking over meegeven, voordat u zelf lesprogramma’s gaat ontwikkelen? Zonde van de tijd. Er bestaat namelijk een lespakket De derde kamer. Kun je gewoon op internet vinden. Voorzitter: Het college gaat ook geen lespakketten ontwikken. De heer Van Lavieren: OK. Dan heb ik nog een motie 1 en dat gaat over één welzijnsorganisatie. Daar hebben wij overleg over gehad en met de toezeggingen, die gedaan zijn door het college, kunnen wij deze motie ook gevoeglijk afvoeren. Blijft er geen motie over. Voorzitter: Exit motie 1. Mevrouw Leeuwis: Ja, dat betekent dan wel dat wij binnenkort op de, even kijken, agendavoorraad terugzien voor 23 april dat die discussie ingepland wordt. Maar dat is de toezegging die er ook staat, hè. Bij het presidium. De heer Van Lavieren: Nou ja en in zijn algemeenheid vinden wij dat het college op een keurig nette manier heeft gereageerd op de dingen, die wij in de beschouwingen gezegd hebben en ik denk dat dat voor, in ieder geval voor de PvdA geldt, maar de heer Boele heeft al zoiets gezegd in het begin. En ik zou ook willen reageren op de suggestie van de heer Boele. Ik denk dat wij daar geen problemen mee hebben om het zo te doen. Dit was het. Voorzitter: Helder. Het woord is aan de heer Zwaan. De heer Zwaan:
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
49 Ja, mevrouw de voorzitter, dank u wel. Ik wil eerst een aantal opmerkingen maken, voordat ik iets zeg over ons amendement en motie. Laat ik ook beginnen met te constateren dat wij prettig verrast zijn door de wijze van beantwoording door het college. Ik denk dat er op een goede manier beantwoord is, wat ook maakt dat je op een goede manier met elkaar ook verder wilt kijken, maar dat er ook een aantal constateringen waren, die ook onze zorg deelden. Prettig, zoals u antwoordde op onze vraag rondom de robuustheid van de begroting en de meerjarenramingen. Ook prettig dat u daarbij een definitie heeft genoemd, denk ik, waar wij met elkaar verder kunnen gaan bevragen. En ook om te zien wat de vervolgstappen in de bedrijfsvoering hebben opgeleverd. Ik denk dat dat heel belangrijk is. Reagerend ook op de communicatie. De heer Boele heeft iets gezegd over de media. Ik wil het iets anders formuleren. Als de perceptie er is dat het niet goed was, dan is het precies op die gevallen, waarbij het misgaat, en dat is helaas, maar daar hebben wij wel mee te dealen. Ja, wij zijn een lerende organisatie. Moet je vooral ook noemen. Maar ik denk wij als raad ook een professionele organisatie maar ook aan spreken. Als het gaat om, of nee, de beantwoording van wethouder Dekker. Hij gaf aan: de maatregelen zijn verspreid over de begroting. Dat prikkelt ons ook wel, want dat maakt ook, en dat hebben wij bewust deze keer niet zo expliciet naar voren gebracht in onze bijdrage, maar dat er misschien ook nog wel wat partijpolitieke vragen te stellen zijn. Maar daar komen wij ongetwijfeld volgend jaar ook nog wel op. Want dan ga je, denk ik, ook veel meer kijken van wat wil je bereiken en waar liggen dan de keuzemomenten. Als het gaat om de beantwoording rondom de OZB ook vanaf 2011. Eigenlijk was daar het in onze reactie, was ons het zoet al niet deze periode al beloofd en waarom wordt dat dan op die manier dan ook op een bepaalde manier doorvertaald naar de volgende periode. Waarom zeg ik dat? Omdat de wethouder ook, denk ik, heel terecht heeft aangegeven dat er gevolgen zijn van de crisis, hè, de crisis in de economie, die er op dit moment is. Ook wat dat betreft, was gewoon klip en klaar geantwoord. Ik denk ook heel terecht, dat de wethouder heeft aangegeven op een vijftal posten, noem ik maar even, waar gezocht is in voorzichtigheid om de toekomst toch enigszins goed te kunnen sturen en nou, dat te kunnen volgen. Terecht ook dat in die voorzichtigheid ook zit, dat er moet nog gerealiseerd worden. Maar wij blijven toch moeite hebben met het geld van de burger, wat je nu al aan hem vraagt. Nou, daar zal mijn reactie zo meteen ook even, op dat moment ook even over gaan, want.. Ik ben heel blij dat, wat de SGP aandraagt, dat dat direct overgenomen kon worden, want dat betekent dat wij, wat wij ook in onze bijdrage hadden gezegd over 2010 en verder, dat wij die voor kennisgeving hadden aangenomen. Dus prettig dat wij dat zo over kunnen nemen om het maar even zo te zeggen. Alleen 2009 blijft nog even wel bestaan. Dus daar moeten wij nog even, op het amendement op terug komen. Dan kijk ik even naar de kinderboerderij. Daar vinden wij toch wel zeker van belang.. Er is gezegd de kinderboerderij blijft bestaan, maar dat zeggen wij dan ook echt als gemeente. Dus dat wij als gemeente ook daar waar nodig, en dat is volgens mij ook klip en klaar gezegd, op het moment dat er bij wijze van spreken nog geld nodig is, in wat voor constellatie dan ook, maar dat de gemeente daar ook bereid is ook geld in te blijven zetten. Dat is volgens mij ook daaraan gekoppeld. Wethouder Dekker: Nou, een raadsbrede uitspraak zomaar als wethouder naast je neerleggen, lijkt me nou niet zo verstandig. Wij zijn, het lijkt mij uiteindelijk een gemeentelijk uitgangspunt geworden dus.. De heer Zwaan: Ja, ja. Nee maar soms is het echt voor ons gevoel ook even op de vierkante centimeter misschien even kijken, maar laten wij daar dan ook duidelijk met elkaar in kunnen zijn. Dat betekent ook dat de motie, die wij hebben ingediend, ook gewoon ingetrokken wordt. Tenslotte nog.. Voorzitter: Even naar het nummer kijken. Nummer De heer Zwaan: Motie 8 of 7. Wat was het? Voorzitter: Motie.. De heer Zwaan:
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
50 Motie 8. Voorzitter: Motie 8. De heer Zwaan: Die is dus bij dezen dan ook… Voorzitter: Ja, motie 8 is hierbij ook verdwenen. De heer Zwaan: Tenslotte nog twee opmerkingen. Eén: als het gaat om de detailhandel en de beantwoording daarop. Ik heb begrepen dat er nu ook een dereguleringsactie, noem ik het maar even, loopt en daar is ook met de OKA pas geleden over overlegd. Alstublieft, laat dit vooral dan ook geen parkeerdossier worden, want volgens mij is dat de proef of de pudding als het gaat om echt iets voor elkaar te gaan betekenen. Het tweede richting wethouder Veerman. Goed om te horen dat milieu breder is als geluid en wij hebben ook daarin geprobeerd aan te geven, dat wij vooral, verbetering moeten wij wel hebben en in ieder geval geen verslechtering. En dat is ook, denk ik, het punt waarop wij elkaar gaan spreken. Dat als bijdrage in tweede termijn van ons. Voorzitter: Dank u wel. Het woord is aan de heer Ruikes. De heer Ruikes: Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Dank ook aan het college voor de uitgebreide beantwoording. Wij hebben geen moties of amendementen om in te trekken, want die hebben wij deze keer niet, dus dat is snel klaar. Misschien hebben wij het wel een voorgevoel gehad of goed ingeschat, want het is altijd heel goed om moties, amendementen te hebben om en college te prikkelen en zo. Maar je kunt het soms ook in je algemene beschouwingen zetten en zie hier het resultaat. Volgens mij, ja de VVD moet nog, maar volgens mij zijn alle moties, u hebt er maar eentje geloof ik, zijn nu ingetrokken en dat is prima, want het is wel goed om als fractie een punt te hebben, maar je kunt het ook, zoals wij nu gedaan hebben, in je algemene beschouwingen zetten. U heeft wat de rode draad is bij de Mevrouw Leeuwis: Misschien, soms wil je wel eens gewoon je punt maken. Dat is ook politiek wel eens handig. De heer Ruikes: Ja, maar dat kun je ook in je algemene beschouwingen. De heer Van Lavieren: Dat is wel wijsheid achteraf, meneer… De heer Ruikes: Nou ja, het is toch wel leuk om achteraf toch wel eens gelijk te hebben. Goed. De heer Boele: U claimt nu het alleenrecht op geen moties te hebben ingediend, maar ook mijn fractie heeft geen moties ingediend vanavond. De heer Ruikes: Nee amendementen, maar amendementen die over 2010-2012 gaan, die eigenlijk niet kunnen. Dus ja… De heer Boele: Die kunnen niet meer dankzij... De heer Ruikes:
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
51 Maar je kunt geen amendement over een meerjarenbegroting… De heer Boele: Die kunnen niet meer, omdat u zo juist mijn suggestie hebt overgenomen. De heer Ruikes: Ja, maar het was uw, ja, goed. Maar dat vond ik wel een goede suggestie. Dus ik denk dat je dat ook heel, dat je dat zo moet doen. Maar de rode draad die wij opgepakt hebben uit de beantwoording van het college is dat, nu hebben wij die mooie begroting, zijn mooie plannen, nu is het aanpakken. Aanpakken en uitvoeren en dat begin je al met de communicatie. Dat pak je nu meteen op. Niet alleen in de BIO maar ook, u hebt gehoord hoe dat leeft onder de bevolking, ga het op een andere manier aanpakken. Wij willen er ook bij helpen als raad en ik denk, dat wij het als een breed gevoelen aanpakken. Ook aanpakken in die exploitatieplannen, want wij moeten ondanks al het werk, wat gedaan moet worden, de nieuwe Wet grondexploitatie en dergelijke, er moet natuurlijk wel uitvoering gegeven worden. Ondanks het feit, dat het economische tegenzit en zo. Dat maakt het alleen nog maar lastiger, maar dat moet wel aangepakt worden. En die rode draad hebben wij eigenlijk uit al uw beantwoordingen wel genomen, wel gehoord. Ik wilde nog wel even ingaan op de suggestie, of tenminste de inbreng van de SGP-fractie over het voorkennisgeving aannemen van de meerjarenbegroting. Ik denk dat het een goede zaak is, want zeker in deze onzekere, wat u ook al gezegd hebt, economische tijden en het feit dat er een aantal suggesties gedaan zijn van kijk er nog eens naar in 2010. Kijk, als het niet nodig is om nog eens een keer extra 5% de OZB te verhogen, dan moet je het niet doen. Maar wij kunnen pas bij de perspectiefnota 2010 veel meer zien. Zie de brede welzijnsdiscussie, die gaat komen, en allerlei andere zaken, zie de suggestie die wij gedaan hebben voor het verhuizen van de ROWA. Zie ook de suggestie, en dat wil ik best wel meenemen hoor, voor Landvast. Alleen ik vind het, ik wil er wel waken om nou de sfeer te creëren, en die proef ik soms wel eens vaak bij de SGP, van Landvast veel te groot, veel te duur voor dit dorp en dergelijke. Ik denk dat het juist een prima voorziening is voor dit dorp, die zich, dat gebouw staat er nu eenmaal, die moeten wij zo goed mogelijk exploiteren. Ik heb alle vertrouwen in het bestuur van de Stichting Cultureel Centrum Alblasserdam om dat zo goed mogelijk aan te pakken. Ik denk dat je ze ook als gemeente moet prikkelen om dat commercieel zo goed mogelijk aan te pakken. Als je dat commercieel zo goed mogelijk aanpakt, blijven de huren voor de verenigingen betaalbaar en kan er op termijn een laag bedrag van de gemeente bij. Natuurlijk, dat is een prima zaak. Nu moet je ze nog even de ruimte geven. Het was een ontzettend moeilijk jaar voor de stichting. Ze hebben een aantal dingen door de vertraging in de bouw ook in de oude Wipmolen niet meer kunnen doen, die zij ook niet in het Landvast kunnen doen. Het ziet er goed uit en dan denk je, dat volgend jaar, midden volgend jaar misschien dat wel als commissie ook eens een keer het bestuur van Stichting Cultureel Centrum uitnodigen van hoe gaat het nou, geef ons eens een stand van zaken. Het was al in de oude situatie zo, het kwam altijd met de jaarrekening, op het moment dat men zei, wij draaien zo goed commercieel, dan hebben wij minder bijdrage van de gemeente nodig. Ik denk dat je daarnaar toe moet. Ik denk dat het een heel goed centrum is ook om commercieel, misschien nog wat meer commercieel, goed te verhuren. Dus dat is iets waar je gewoon je ogen niet voor moet sluiten. Alleen dat nu al in te boeken, dat gaat ons te ver. Neem dat dan maar mee met 2010. De heer Boele: Voorzitter, mag ik even reageren? Ik heb niet voorgesteld om dat nu in te boeken. Dat is de tweede keer dat op dat punt de heer Ruikes zich vergist. Heb ik niet voorgesteld. Ik heb wel ter sprake gebracht dat dit punt element van zorg is en dat het niet de bedoeling kan zijn, dat een commerciële functie de gemeenschap € 700.000,-- per jaar kost. De heer Ruikes: Dat is volgens mij ook een onjuiste voorstelling van zaken, want het is De heer Boele: En u heeft gelijk, en u heeft, nee, mijn suggestie van De heer Ruikes: ….subsidiëren wij geen Voorzitter:
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
52 Even elkaar uit laten praten alstublieft. De heer Boele: En u heeft gelijk, als u de sfeer bij mijn fractie proeft van dat was toch niet de bedoeling, want ik heb zelf met ronde bewoordingen in mijn beschouwing gezegd: zo was het ook niet onze bedoeling. Duidt u ons nou niet euvel dat wij op zulke momenten er nog eens even de vinger bijleggen, dat moet volgens mij ook, en de winst van dit debat is, dat ik u nu hoor zeggen, u nu hoor zeggen dat wij inderdaad toe moeten naar de lagere gemeentelijke bijdrage voor Landvast op termijn. Dat vind ik winst, dat is nog nooit eerder zo door u gezegd. En dat beschouw ik als winst van, zeg maar, dit debat rondom Landvast. Zo had het niet gemoeten. De heer Ruikes: Nee, dat vind ik nou weer net een foute afsluiting, zo had het niet gemoeten. Nee, ik vind het prima dat Landvast juist zo gerealiseerd is. Maar juist door het zo te realiseren kun je er commercieel meer winst uithalen. Dan kan op termijn de bijdrage van de gemeente omlaag. Dat is dan altijd een verschil van mening tussen uw en mijn fractie, dat wil ik ook respecteren, u heeft daar nooit twee bioscoopzaken in willen hebben bij wijze van spreken, want daar gaat in principe ook natuurlijk om. En wij hebben gezegd, dat moet je juist wel doen, want doordoor kun je het beter commercieel doen. Maar De heer Boele: Je kunt niet volhouden, je kunt niet volhouden, dit is prima zoals het gebeurd is, als de raad genoodzaakt geweest is om twee keer een aanvullend krediet beschikbaar te stellen en één een aanvullende exploitatiesubsidie. Dat is niet de bedoeling geweest. Als dat wel moest, kan je dat niet achteraf als prima beschouwen. De heer Ruikes: Nou dan zal ik, laten wij dan maar eens het onderzoek van de rekenkamer afwachten. Het lijkt mij nou een prima zaak om daar eens over te discussiëren. Wij zijn nog steeds van mening dat het gebouw, wat er nu staat, dat je daar gewoon trots moet zijn als Alblasserdam en daar heb je als gemeente wat aan. Ik heb ook de suggestie mee willen nemen, dat wij nu € 700.000,-- subsidie steken in commerciële activiteiten. Dat is nu toch ook niet zo. De heer Boele: Heb ik ook niet gezegd, voorzitter, nog één keer. Voorzitter: Als ik, als ik. Nou dat is de allerlaatste opmerking hierover. De heer Boele: Dat heb ik ook niet gezegd, dat wij het gebouw, dat wij de instelling van € 700.000,-- per jaar subsidiëren. Ik heb gezegd: dit gebouw in zijn totale functie kost de gemeenschap bijna € 700.000,-per jaar. Dat zijn feiten die uit de begroting blijken, die door de organisatie bevestigd zijn en die u dus niet kunt betwisten. Als u er dan van maakt, het is geen subsidie, dan geef ik u toe. Maar dat was niet De heer Ruikes: Nee, nee u legt mij nu woorden in de mond, die ik Voorzitter: Nee, maar ik had, ik had gezegd dat is de laatste opmerking erover. Ik zou willen zeggen, dat ik constateer, dat u het eens bent over dat er een moment kan komen dat het mogelijk in de exploitatie door de commerciële activiteiten goedkoper kan voor de gemeenschap, zeg maar als het gaat om gemeenschapsgeld. En voor het overige denk ik dat Landvast uitgebreid terugkomt zowel bij de rekeningkamer als op een later tijdstip in de, in de commissie en mogelijk ook in de raad. Er was, lag geen voorstel voor dit moment. Dat was helder. Dus ik denk dat het goed is om die discussie nu even te stoppen. De heer Ruikes: Dat, dat lijkt me ook prima. Wij zullen daar altijd verschil van mening in blijven houden en dat mag ook. Zwembad.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
53 Mevrouw Leeuwis: Nou dan ga ik daar het laatste punt nog maar van maken. Wie heeft De heer Ruikes: Nee. Laatste punt. Voorzitter: Ander onderwerp. De heer Ruikes: Ander onderwerp. Zwembad. Voor de VVD, want dat is natuurlijk ook.. Ik vind het wel helder. Ik vind het op zich wel wat verhelderend, wat vanavond gebeurd is. Dat de VVD zegt nee tenzij en dat betreur ik natuurlijk. Ook uit oogpunt van, uit coalitieoogpunt. U kent onze mening. Wij hebben gezegd het zwembad moet op een centrale plaats in het dorp en ik vind het ook wat tekort door de bocht om te zeggen van nou, het wordt dan maar in Papendrecht. Wij doen er € 500.000,-- bij en dan mogen onze verenigingen en kinderen dan in Papendrecht leren zwemmen en dergelijke. Dan wordt het bad daar wat groter en dan is er openbaar vervoer. Dat gaat zo helemaal tegen onze eigen uitgangspunten in, dat ik u daar echt niet in kan volgen. Tweede. U zegt nu maar niet sparen. Dat vind ik ook heel erg onverstandig. Want stel dat, stel dat je een onderzoek laat doen en dan komt er nog een andere oplossing uit voor het zwembad en het wordt uiteindelijk niets. Dan ben je wel een jaar te laat begonnen met sparen en heb je op het eind veel minder geld en dan heb je helemaal niks of een heel klein badje in Papendrecht. Misschien moet Papendrecht ook… Eigenlijk hadden wij, als ik er over nadenk, hadden wij eigenlijk aan Papendrecht moeten vragen, geef ons eens € 500.000,-- extra voor de Wipmolen, dan kunnen jullie naar Landvast. Dan kunnen jullie hier fijn naar de bioscoop. Mevrouw Leeuwis: Zij zijn ook hartstikke jaloers in Papendrecht op onze Landvast en ik heb niet gezegd, en dan hoor ik bijna de heer Boele achterin zijn microfoon, ik heb niet gezegd dat wij niet zouden moeten sparen. Ik heb allen gezegd, wij kunnen dat een jaar uitstellen en parkeren in afwachting van andere onderzoeken en daar kom ik straks op terug. De heer Ruikes: Dan heb je op het eind wel minder opbrengst hè. Ja, maar dan heb je op het eind wel veel minder opbrengst, want het stapelt op elkaar. Mevrouw Leeuwis: Misschien heb je dat dan ook niet nodig. De heer Ruikes: Nee? Voorzitter: Het is misschien handig om nu te reageren op het antwoord van het college, want de ronde op elkaar hebben wij daarnet gehad. En natuurlijk mag er discussie tussen de raad zijn, maar wij gaan wel een beetje in herhaling vallen. De heer Boele: Een korte interruptie. Ik zal beloven dat ik niet herhaal. Ik wilde een vraag stellen aan de heer Ruikes. Kan in deze coalitie ieder partij zijn eigen mening over dit soort belangrijke dossiers hebben? De heer Ruikes: Dat blijkt. Ik denk, ik denk dat u zelfs, u hebt zelfs al geprobeerd te onttrekken hoe de discussie gaat lopen straks over de brede welzijnsorganisatie. Maar dat is toch democratie? Iedere partij heeft zijn eigen politiek inbreng en ik vind het ook prima samenwerken met de PvdA en de VVD, maar verschil van mening zal er blijven, zoals er met u ook verschil van mening is. Maar dat maakt nu het leuke aan de politiek en ik dank het college voor zijn uitgebreide beantwoording. Deze raad zal nooit met één stem spreken en het college gelukkig wel. Voorzitter:
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
54 Zo hoort het ook natuurlijk, hè. Het zou wel erg saai worden als de raad ook met één mond sprak. Het wordt mevrouw Leeuwis. Mevrouw Leeuwis: Dank u wel. Ja, nog mijn dank voor de uitgebreide beantwoording, ook ingaand op onze moties. Ook al gaan wij een aantal moties terzijde leggen, omdat zij uitgevoerd gaan worden, hebben wij toch maar met de moties een aantal onderwerpen geagendeerd, waar het college iets over moest zeggen en gelukkig ook kon toezeggen. Dat is ook goed voor de coalitie. Ja, zo werkt het ook. De kinderboerderij. Ik hoorde de SGP en ChristenUnie zeggen ook al wordt het niet met vrijwilligers en een stichting, dan blijft een gemeentelijke taak. Daar blijft het college ook naar kijken. Daar sta ik ook achter. Alleen wil ik wel benadrukken dat dat dan wel betekent, als er echter € 44.000,-- gevonden moet worden, dat dat dan inderdaad ergens anders gevonden moet worden. Dus ik zou zeggen, college, doe inderdaad wat u zei en ga vooral wel door met vrijwilligers zoeken en een stichting en daarna misschien sponsoring enzovoort. Dan kunnen wij daar prima in meegaan. Nou, behoedzaam begroot. Ben ik inderdaad met de heer Dekker eens. Dat is ook hartstikke goed. Prima. Dat geeft ook enig, enig vet op de botten binnen de programmabegroting maar nog niet voor de totale begroting uiteraard. Als je kijkt naar de reserves, geldt dat niet. Maar goed, er staan een aantal budgetten onder druk en die kunnen wij misschien zo wel opvangen. Dus dat is een aardig perspectief. En als je kijkt naar het toezicht van de provincie, dan begrijp ik dat zij er iets minder bovenop zitten, maar zij houden het nog wel in de gaten en dat wellicht daar ook nog wel een reactie op. Stel dat er een aantal partijen overwegen om alleen de meerjarenbegroting ter kennis aan te geven, aan te nemen, wat dat voor indruk maakt op de provincie. Want zouden wij niet sterker staan als wij met z’n allen wel een heel pakket neer kunnen leggen, waar wij het over eens zijn en waarin ook een aantal keuzes gemaakt zijn. Nou de motie vandalismemeter wordt overgenomen, begrijp ik. Alleen wordt even gekeken, nou ja, in die zien wordt meegenomen en u komt terug met een memo hoe dat vormgegeven kan worden. Nou, dat koppelen wij dan vervolgens weer terug naar die klankbordgroep. Waarvoor dank. Het is altijd goed om even zorgvuldig te kijken. En u zei, burgemeester, ik heb niet zo’n grote invloed op de politie, dat ik alles kan bepalen. Nee, maar u bent wel voor ons het eerste aanspreekpunt voor de politie en daarom doen wij toch een beroep op u om alle herhaaldelijke signalen uit de samenleving zo serieus te nemen, dat u dat blijft aankaarten. U hebt dat toegezegd. Gaan wij u aan houden. Voorzitter: Wat betekent dat voor motie 7? Mevrouw Leeuwis: Dat betekent voor de motie, dat wij die inderdaad weg kunnen leggen en ik kom daar vanzelf op terug als u niet met een memo komt. Voorzitter: Helemaal gelijk. Mevrouw Leeuwis: Fijn. Voorzitter: Moet u zeker doen. Motie 7 is ook ingetrokken. Mevrouw Leeuwis: Burgerparticipatie/communicatie. Nou, is, denk ik, goed geagendeerd. Wordt voor 23 april gedaan. Ik denk dat wij daar ook heel veel mensen in het dorp blij mee maken. Zonder daar overigens valse verwachtingen bij te wekken. Want inderdaad een goede communicatie wil niet zeggen, dat je iedereen dat antwoord kan geven, dat zij wensen. Want wij zitten hier ook om belangen af te wegen. Dat is ook onze taak. Maar goed dat dat geagendeerd wordt. Dus die motie kan daarmee ook, wat ons betreft, van tafel. En ja, dan houden wij natuurlijk het amendement Voorzitter: Dat was motie 6. Mevrouw Leeuwis:
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
55 Ja dan houden wij het amendement. Voorzitter: Dan hebben wij geen moties meer over. Mevrouw Leeuwis: Maar wel een hoop voor elkaar gekregen. Voorzitter: Ja, dat is natuurlijk ook een functie. Mevrouw Leeuwis: En dan houden wij het amendement OZB over 2009, want ons amendement ging over 2009. Soms moet je het lef hebben om keuzes te maken. Ook al hebben wij een hele solide basis om vanaf nu verder te gaan. Nou, ons standpunt is helder. Het OZB moet niet gebruikt worden als sluitpost van de begroting. SGP en ChristenUnie heb ik dat ook heel duidelijk horen zeggen. Iedereen is er nog? De heer Van Lavieren: Leo is er niet meer. Mevrouw Leeuwis: De kunst is natuurlijk, hoe ga je dan dat tekort dekken, als je de OZB niet zo hoog wil, zo ver wilt laten stijgen. Ja en dan kijk ik naar de PvdA. Nou ja, die kiest voor een zachte infrastructuur en heeft daar OZB-verhoging voor nodig. En de harde infrastructuur, nou, dat kan wel wat minder en dan zeggen wij ja, ook in de zachte infrastructuur moet je misschien keuzes maken. En let wel, de harde infrastructuur is wel een kerntaak van de overheid. Dat wil niet zeggen, dat je alles weg moet doen, maar samenleven doe je in onze opinie vooral met elkaar en daarbij moet je maatwerk leveren voor diegenen, die de ondersteuning echt nodig hebben. Maar wij denken, dat wij het ook anders kunnen organiseren. Ik hoorde de PvdA ook zeggen, als de OZB niet nodig is, die verhoging, ja dan hoeft dat niet. Ik wil de PvdA wel meegeven dat dat uiteraard gaat betekenen, dat er andere keuzes gemaakt moeten worden. En ik ben heel benieuwd naar de invulling daar dan van. Nou, het CDA, nee PvdA. Nou LED-verlichting is ingetrokken, maar ik vind dat een heel sympathiek initiatief. Dat wou ik nog gezegd hebben.. Het CDA wil alles en kiest daarmee niks. Dat wilde ik nog vaststellen. De heer Ruikes: Nee. Dat is juist kiezen voor de voorzieningen behouden. Mevrouw Leeuwis: Nee, dat is zonder meer kiezen voor dan maar de OZB-verhoging en dat voor lief nemen. De heer Ruikes: Voor 2009 wel, ja, precies. Net zo als u gekozen hebt, hebben wij ook mee ingestemd om de reinigingsrechten voor 75% te verhogen, wat veel hoger is dan de OZB. Mevrouw Leeuwis: Precies. Ja, maar dat is een kostendekkend verhaal. Inderdaad, is een ander verhaal. Maar wij stellen inderdaad vast dat wij op dit punt daar verschillend insteken. Nou ja, dat mag. En wij zitten nog steeds in één coalitie en dat blijven wij gewoon zo doen. Maar goed, ik wilde dat wel gesteld hebben. Dan kom ik bij SGP/ChristenUnie, want wij delen de gevoelens over de OZB, maar wij hebben niet als u gestoeid met hoe ga je dat dan dekken. Als wij kijken naar uw dekkingsvoorstellen, dan constateer ik, wat wij in onze fractie vorige weken ook geconstateerd hebben, daar zitten heel veel maatregelen bij, die pas vanaf 2010 effect kunnen sorteren, omdat je toch heel zorgvuldig dingen wilt onderzoeken en dan pas weg kunt zetten. Dus voor 2009 hebben die soms niet zoveel zin. Ons weerstandsvermogen moet wel op peil blijven. Je moet zo snel mogelijk zorgen dat je reserve aangevuld wordt. Dus, inderdaad dat wij in die reserve riolering extra storten, nou dat hebben wij dan ook al gedaan, omdat wij er toen niet uitkwamen. Dat ben ik helemaal met u eens. Maar goed, wij konden, zagen toen ook niets anders en je moet ook zorgen voor een gezonde buffer. Dat hoorde ik net wethouder Dekker ook zeggen namens de provincie. Vandaar dat wij dan toch uitkwamen op het
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
56 verhaal, het zwembad drukt te zwaar op onze begroting. Nou goed, je kunt het maken van nee, wij doen geen zwembad tenzij en ik denk dat ik het maar hou bij ja dat doen wij, mits. Dat klinkt dan toch iets positiever. Ik wilde voorstellen om dat verhaal Papendrecht even te parkeren en eens even sec te kijken naar het amendement. Want in het amendement daar staat het hele woord Papendrecht niet in. Dat zou er zo maar van kunnen komen. Maar in het amendement daar staat alleen, moet ik even opzoeken hoor, dan kan ik het citeren, bij de toelichting: Het college, nou, spant zich in – en wat ons betreft zouden zij zich moeten inspannen – om met andere partijen een nieuw zwembad te realiseren dat betaalbaar is met de middelen die al meerjarig opgenomen zijn in de programmabegroting en dan praten wij over ongeveer vijf toen, die wij daar nu al voor uitgeven. In afwachting van de uitkomst van die inspanningen wordt het sparen voor een nieuw zwembad met één jaar naar voeren geschoven en dan kunnen wij bij de perspectiefnota 2010, dan zijn wij zes maanden verder minstens, zien wat er uit dat onderzoek is gekomen. Dan hoeven wij niet over Papendrecht te praten. Ik vind dat dan een van de opties, die naar onze inschatting en nog steeds een hele goede keus zou kunnen zijn. Maar dan geven wij het college de tijd om eens even serieus te kijken naar andere marktpartijen. Als ik nu hoor bij de PvdA dat CKC het lukt om met andere partijen een sporthal te bouwen, ik denk, nou, een zwembad is toch een vergelijkbaar idee. Blijkbaar is het voor een andere partij ook interessant om iets te exploiteren. Laat het college daarnaar kijken. De heer Verwoert: Scheelt overigens nog wel een paar centen hoor, een sporthal of een zwembad. Mevrouw Leeuwis: Maar het is eenzelfde recreatieve voorziening. De heer Verwoert: Ja maar, het scheelt heel veel in investering. De heer Van Lavieren: Ik wil nog een kleine correctie. Wij hebben niet gezegd dat het CKC lukt om een sporthal te bouwen. Wij hebben gezegd dat CKC in overleg is met Westwaard Wonen om te kijken of er een nieuwe sporthal mogelijk is. Mevrouw Leeuwis: Goed dat is nou een hele creatieve manier van denken en die wil ik meegeven aan het college. Voorzitter: Maar misschien kan mevrouw Leeuwis even aangeven wat dat nu betekent voor haar amendement. Mevrouw Leeuwis: Ik hou dat aan. Ik wilde graag het college meegeven, graag met medewerking van de raad. Voorzitter: Nee, maar dat is helder. Dat u nog een keer uw motivering hebt gegeven. Mevrouw Leeuwis: Ja. Voorzitter: Dat betekent dat amendement 3 gewoon straks in stemming komt. Mevrouw Leeuwis: Ja. Eens even kijken. Was ik iets vergeten? Volgens mij heb ik alles gehad, burgemeester, dus dit was het voor mij. Voorzitter: Dank u wel. Ik kijk even naar de heer Boele. De heer Boele: Voorzitter, is wil dan niet achterblijven bij het intrekken van goed voorbereide documenten. A1 is nu ook niet meer aan de orde, gegeven de grote waarschijnlijkheid dat wij de meerjarenbegroting slechts
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
57 voor kennisgeving gaan aannemen en de toezeggingen die gedaan zijn. En dat geldt mogelijk ook voor A2, maar daar wil ik nog even de reactie van het college op vernemen. Voorzitter: Goed. Dank u wel. Ik denk dat het voldoende is wanneer wethouder Dekker nu namens het college nog het woord voert, want het gaat nog om een klein stukje afronding ten aanzien van de besluitvorming en de amendementen. Wethouder Dekker: Ja voorzitter, mijn college die wil, geloof ik, ook nog even op Landvast ingaan zeker, maar dat, daar ga ik niet over. Ik ga ook niet over de OZB. Daar gaat de raad over, dus dat is nogal vrij eenvoudig. Nou, dan ben ik klaar. Nee. In eerste instantie ging het eerst even over het meerjarenperspectief hè. Dat is, denk ik, wel even belangrijk van hoe je daarmee omgaat. De begroting 2009 ligt voor. Dat is duidelijk. Daar moet je al of niet mee instemmen, maar dat is natuurlijk duidelijk. Meerjarenperspectief. In het verleden namen wij dat ook wel eens ter kennisname aan. Wat nu belangrijk is en nu niet zozeer om te schermen met de provincie, want de provincie die kijkt niet alleen naar besluitvorming maar die kijkt natuurlijk ook naar verslagen van een raadsvergadering, van wat daar al of niet gezegd is. Waar wij belang aan hechten als college, zeg maar, dat het meerjarenperspectief eigenlijk in stand blijft. Want daar zit natuurlijk een bepaalde verwachtingslijn in. Op het moment dat je het voor kennisgeving aanneemt als raad, blijft als het ware dat perspectief natuurlijk gewoon in stand. Daar kan je natuurlijk met de perspectiefnota 2010 op terugkomen, maar het perspectief op dit moment blijft natuurlijk in stand. Dat betekent, dat je nu inderdaad ook geen moties of amendementen in die zin zou kunnen indienen, omdat je het voor kennisgeving aanneemt. Hoe gaan wij daar als college mee om? Natuurlijk zijn de OZB-stijgingen bij elkaar natuurlijk vrij fors. Aan de andere kant hebben wij als gemeente ook gewoon te maken wel met een bijzondere situatie, een bijzonder zware situatie. Het is toch weer onze taak om, ja, toch te proberen die gemeentelijke financiën uiteindelijk weer op orde te krijgen. Met in achtneming, zeg maar, van het voorzieningenniveau, wat je toch op een bepaald niveau wilt houden c.q. wilt brengen. Dat vergt helaas soms wel eens een offer. Dat wil niet zeggen dat je daar blij mee moet zijn. Ik bedoel, u hebt mij in het verleden gekend, waarbij ik overigens ook altijd direct dekkingen aangaf, die ook niet door de raad werden aangenomen overigens. Dus wat dat betreft, dat helaas ook niet altijd bereikt. Maar ik vind, zo zit ik daar nog steeds in. Maar wij hebben nu echt als college gewikt en gewogen van waar kunnen wij nu bezuiniging, maatregelen vinden, die natuurlijk ook een steun van de raad kunnen vinden. Want ik bedoel, daar hebben wij natuurlijk gewoon mee te maken. Die in het totale concept een beetje acceptabel zijn. Nou ja, tot deze maatregelen zijn wij ook zo gekomen. Maar gezien de ernst van de situatie en dat in evenwicht brengen echt van je structurele lasten en baten, was dit gewoon onvermijdelijk. Ik bedoel, dat durf ik nu echt gewoon zo, 100% gewoon hard te zeggen. Dat is gewoon onvermijdelijk. Elke mutatie die je daar pleegt, kunnen de ChristenUnie bij wijze van spreken ja, doe maar, en je rioolrecht of iets anders. Ja maar kijk, dan kom ik op het totaal van het heffingenniveau. Kan je wel zeggen het is kostendekkend. Kostendekkende heffing mag dat zijn et cetera. Maar uiteindelijk blijven het natuurlijk gewoon lasten voor de burger. Nou ja, rioolrechten, afvalstoffenheffing of OZB, maakt in feite niet zoveel uit. Uiteindelijk moet het betaald worden. Dus in dat totaal hebben wij gezegd van nou, die OZB vinden wij te rechtvaardigen. Moet een soort algemene heffing, die je ook gewoon deels inderdaad benut voor het voorzieningenniveau, wat je intact wilt houden c.q. het perspectief, wat je ook op nieuwe voorzieningen, zeg maar, biedt. Nieuwe schoolgebouwen, ja, ook een nieuw zwembad uiteindelijk, hoewel de meningen daar, diverse gedachten daarover zijn, zeg maar. Maar dat is wel de insteek van het college geweest. Wij hebben de raad gehoord over het perspectief voor 2010 en de gevoelens, die in ieder geval bij de OZB over 2010 liggen. Ik denk dat daar een aantal suggesties zijn gedaan. Nou, ik denk dat wij als college gewoon goed bij die perspectiefnota over 2010 moeten kijken. Heb je ook weer wat meer inzicht natuurlijk in de ontwikkeling van, nou ja, de situatie in het land en in de wereld zullen wij maar zeggen, om te kijken van hoe kan je nou inderdaad ervoor zorgen dat je, nou ja, of hoe kan je onderbouwen of die OZB-verhoging op dat moment nodig is dan wel dat je inderdaad kan zeggen met invulling van bepaalde maatregelen kunnen wij beperken, zeg maar, tot een voor de raad acceptabeler niveau. Ik denk dat dat de inspanning is die bij het college ligt. Mevrouw Leeuwis: Nou dan mag ik toch met u constateren dat de OZB-stijging voor 2009 wat betreft het college onvermijdelijk is, want dat woord gebruikte u net, omdat u inschat dat de meerderheid van de raad niet zal kiezen voor maatregelen, waardoor de OZB omlaag kan.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
58
Wethouder Dekker: Nou, die conclusie heb ik op dit moment volgens mij getrokken in ieder geval. Laat ik het zo. Ik heb geen maatregel gehoord, waar iedereen een hard ja bij riep dus. Mevrouw Leeuwis: Vandaar dat het onvermijdelijk wordt. Wethouder Dekker: Ja. Exact. Nou ja, ook voor onszelf hebben wij het in het licht. Ik bedoel wij dienen, wij hebben een begroting aan u aangegeven, zeg maar en wat onze maatregelen zijn. Ik bedoel tot die conclusie waren natuurlijk ook wel eerder gekomen. De heer Ruikes: Voorzitter, … door de bocht te denken dat het college alleen maar voorstellen gaat doen om te kijken of daar een meerderheid van de raad voor is. Ik neem aan dat u toch vanuit uw eigen collegeprogramma Voorzitter: Het college doet voorstellen vanuit het college, die zij vindt dat verdedigbaar en noodzakelijk zijn en het is aan de raad om bij de begrotingsbehandeling te concluderen of dat akkoord is dan wel dat daar een verandering op moet komen. En dat kunnen wij u dan weer aanraden of afraden. De heer Zwaan. De heer Zwaan: Ja, ik zou willen verzoeken voor een korte schorsing, omdat wij nog een amendement hebben staan en daar willen wij heel even over beraadslagen wat wij daarmee doen. Voorzitter: Dat mag nadat ik even het rondje van het college heb afgemaakt, als u het goed vindt. Het lijkt me wel zo verstandig, want u zult begrijpen dat, dat zouden wij nog niet gezegd, dat wij een amendement afraden, denk ik, hè. Als ik u zo hoor. O ja, dat is goed. Maar voor de verslaglegging lijkt me dat handig. Maar de heer Veerman wilde ook nog iets zeggen? Wethouder Veerman: Nou heel kort even over Landvast en over wel of niet een groot bedrag. Ik heb eerder gesproken over de sociale infrastructuur van Alblasserdam en Landvast hoort daarbij. Wij hebben oude gebouwen, die wij opruimen. Denk aan de oude Wipmolen, denk aan de Mijlpaal, de oude MAVO. Wij hebben een concentratie voorgestaan in het nieuwe dorpshuis en dat is Landvast. Wij willen ook tarieven voor verenigingen, die acceptabel zijn. Dat betekent dat wij nu moeten kijken naar een geheel van de inkomsten en de uitgaven en er is bij de subsidieberekening vorige week als gezegd, als het anders kan, dus minder geld van de overheid, dan is dat geen probleem. Dan doen wij dat graag. Laten wij dat een jaar uitproberen. Dus ik zou vooral ook willen zeggen, het gebouw Landvast is voor heel het volk. Er is weinig in Alblasserdam. Wij hebben achttien kerken. Maar daar is nergens waar iedereen zich zou kunnen thuis voelen of zou moeten thuis voelen wat mensen kunnen ontmoeten. En in die zin is Landvast wel zo bedoeld en is het misschien ook qua maat een maatvoering, die iets groter is dan gedacht, maar het is wel de functie die wij willen in Alblaserdam met die sociale infrastructuur. Dat is geen zachte infrastructuur, zoals mevrouw Leeuwis dat noemde, dat is gewoon keihard. Maar het is wel broodnodig om iedereen te ontmoeten. En ik denk, en wij komen daarop terug, want er komt nog huurcontract en wij komen nog met afspraken dan bij u langs, ook in de subsidieregeling, dat wij daar op dit moment echt blij mee moeten zijn. De heer Boele: Spreekt u mij nou tegen of valt u mij nou bij. Wethouder Veerman: Ik val u bij en ik probeer aan te geven dat € 700.000,-- misschien wel veel geld is, maar dat je er ook heel veel terugkrijgt. Voorzitter:
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
59 Nou ergens tussen in, denk ik, als ik het zo hoor. Want u was het daar niet eens en toen niet helemaal eens en wij hadden al, gelukkig, gezegd dat dat nog een keer terugkomt. Dus misschien vinden wij elkaar dan in het midden. Ik denk dat het goed is, dat is het verzoek van de heer Zwaan, om vijf minuutjes.. Is dat voldoende? Ja, vijf minuutjes te schorsen. Geeft ons even de gelegenheid om ook de formulieren van het besluit te veranderen, want dat, als ik hoor dat er instemming is, want dat heb ik (Noot notulist: Door een storing van de opnameapparatuur volgt hieronder een samenvatting van het gedeelte van de vergadering vanaf ongeveer 21.20 - 22.00 uur.) Bij behandeling agenda punt 4, raadsvoorstel 2008/064. De voorzitter vat samen dat: 1. Amendementen ChristenUnie A4 en A3 blijven gehandhaafd. 2. Amendement A2 met de nieuwe formulering van het raadsvoorstel niet meer aan de orde is. Amendement 3 komt in stemming. Uitslag: voor 1 (VVD). Wordt verworpen. SGP en CDA komen met stemverklaring, inhoudende dat zij lever geen verhoging van de OZB zien maar dit wel noodzakelijk vinden om te komen tot een sluitende begroting. Amendement 4 komt in stemming. Uitslag voor 2 (CU). Wordt verworpen. De voorzitter geeft aan dat het raadsvoorstel als volgt wordt gewijzigd: 1. de begroting 2009 vast te stellen 2. wordt gewijzigd in: 2.a in te stemmen met de voorgestelde maatregelen zoals aangegeven in hoofdstuk 4 teneinde de begroting 2009 te laten sluiten; 2.b kennis te nemen van het meerjarenperspectief 2010-2012 en de daarover voorgestelde maatregelen teneinde deze te laten sluiten met een positief saldo. 3. blijft ongewijzigd. 4. blijft ongewijzigd. 5. blijft ongewijzigd Deze wijzigingen worden in de definitieve begroting toegevoegd. Fractie ChristenUnie geeft aan dat zij hiermee in kunnen stemmen, met uitzondering van de voorgestelde verhoging OZB. Fractie VVD stemt in met de begroting met uitzondering van” - de verhoging van de OZB in 2009 en - het sparen voor het zwembad in 2009 (hoofdstuk 4). Het voorstel wordt in bovenstaande gewijzigde vorm aangenomen. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 5 – Nota reserves en voorzieningen (Raad 2008/066) --------------------------------------------------------------------------------------------Portefeuillehouder J.M. Dekker Voorstel college 1. De nota reserves en voorzieningen vast te stellen onder gelijktijdige intrekking van de gelijknamige nota van november 2005. 2. Vanaf 2008 rekening te houden met de uitgangspunten zoals in dezij nota gesteld. Toelichting Onderdeel van het Plan van Aanpak Verbetering Bedrijfsvoering is de reserves en voorzieningen te herzien en te komen tot een herijking van alle afzonderlijke reserves en voorzieningen die de gemeente kent.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
60
Alle fracties stemmen in met dit voorstel. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 6 – Subsidieverdeelstaat 2009 (Raad 2009/068) ----------------------------------------------------------------------------------------Portefeuillehouder A.L. Cardon Voorstel college De subsidieverdeelstaat 2009 vast te stellen. Toelichting Jaarlijks worden gelijktijdig met de begroting de subsidiemaxima voor het eerstvolgende jaar vastgesteld. Alle fracties zijn van mening dat het verzoek van Vluchtelingenwerk (VIOZ) om subsidie niet moet worden ingewilligd. Wel moet worden gekeken naar de wettelijke taken bij SDD en gemeente. Wethouder Veerman meldt, namens de portefeuillehouder, dat het verzoek van Vluchtelingenwerk wordt onderzocht. Alle fracties stemmen in met het raadsvoorstel. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 7 – Gewijzigde herziening bestemmingsplan Haven-Zuid (Raad 2008/065) ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Portefeuillehouder S.J. Veerman Voorstel college Het bestemmingsplan Haven-Zuid conform besluit gewijzigd vaststellen. Toelichting In vervolg op het Structuurplan is een bestemmingsplan Haven-Zuid opgesteld. Dit bestemmingsplan 8s mede toe stand gekomen naar aanleiding van de onderhandelingen tussen Oceanco en de gemeente over het zogenoemde Van der Giessen-de Noord terrein. Op het terrein rus een bescherming vanuit de Wijt voorkeursrecht gemeenten. De wijns is om de bescherming te continueren. Het bestemmingsplan dient daartoe te worden vastgesteld. Alle fracties stemmen in met dit voorstel. Reactie CDA: (noot notulist: hieronder de weergave van het stuk dat na de vergadering is aangereikt door de spreker) De CDA-fractie kan instemmen met de reactie van het college naar aanleiding van de binnengekomen zienswijzen op het bestemmingsplan Haven-Zuid en de gewijzigde herziening. Er liggen inderdaad nog wat vragen of alle voorgenomen bestemmingen haarbaar zijn in het licht van de milieunormen. Maar wij gaan ervan uit dat deze getoetst zijn (of nog zullen worden) door de Milieudienst en andere bevoegde deskundigen. En dat, indien er sprake is van overschrijdingen, deze door het middel van technische maatregelen kunnen worden ondervangen. Zoals al in eerdere discussies in de raad door ons gemeld, is het CDA geen voorstander van het verplaatsen van de huidige steiger van de fast ferry naar de plek zoals aangegeven op de plankaart. Deze verplaatsing kan, gezien hun zienswijze, ook niet rekenen op instemming van de vaarwegbeheerder. In de commissie is door de portefeuillehouder aangegeven dat er met Rijkswaterstaat gesproken wordt over een alternatief voor het transferium in de haven zelf. Dit alternatief heeft op voorhand wel onze instemming, mits er geen nieuwe belemmeringen ontstaan voor de binnenvaartschepen, die alhier met name in het weekend afmeren. Er liggen hierover afspraken uit het verleden. Tenslotte nog een algemene opmerking. Vorig jaar heeft het college met veel voortvarendheid de onderhandeling met Oceanco vlotgetrokken, hetgeen geresulteerd heeft in afspraken over eigendomsoverdracht en de ruimtelijke invulling van Haven-Zuid. Ook de gemeente heeft hier een aantal ambities liggen, waaronder verbetering toegang, realiseren van een brandweerkazerne en versterken van de toeristische functie door middel van een hotelaccommodatie en een transferium.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
61 De eigendomsoverdracht was onmisbaar voor het realiseren van de gemeentelijke ambities en heeft in het voorjaar ook daadwerkelijk plaatsgevonden. Het is zeer de vraag of in de huidige economische situatie dergelijke afspraken nog tot stand zouden hebben kunnen komen. Achteraf bezien pakt die voortvarendheid nu goed uit. En daarmee willen wij u alsnog complimenteren. (noot notulist: vanaf hier weer opname) Wethouder Veerman: ………… dat wij op dit moment niet die aanlegsteiger in De Noord hebben verwijderd is, omdat het hele bestemmingsplan eigenlijk wel daarop gebaseerd is geweest. Omdat wij zeiden van wij willen een transferium hebben naar de molens van Kinderdijk en naar de binnenstad en als je het er nu al uithaalt, dan moet je je afvragen wat is dan de consistentie van het geheel. Wat wij wel doen is natuurlijk een alternatief om te voorkomen dat wij, als wij straks bij de provincie zouden vaststellen van nou, het kan niet en wij willen het echt niet, dat wij dan niet met een probleem zitten. Het is dus ook geen, het houdt niet op, want de normale behandeling bij de provincie is dat alle bezwaren nog eens een keer gewogen worden. De provincie zou dan goedkeuring kunnen onthouden aan of dat deeltje. Dat is ook gebeurd bij bijvoorbeeld het kanocentrum, een kleine onthouding. Of wij halen het er zelf nog uit, maar wij stellen voor om dat nu nog even te laten zitten. Dan weten wij ook beter hoe wij, het ervoor staat. De binnenschippers. Ik wil wel geloven dat daar inspanningsverplichtingen zijn. Ik kan niet zeggen dat wij daar beloften hebben gedaan. De heer Boersma noemt ook al terecht dat waar de schepen zouden moeten liggen, is net buiten dit bestemmingsplan. Wij zullen ook zeker, en college Dekker heeft ook overleg met de binnenschippers, alleen ja, daar geldt een inspanningsverplichting. Wij zullen kijken hoe wij dat kunnen oplossen. U weet dat aan de overkant het gebouw van De Hellingen wordt gebouwd. Dat maakt de situatie wat lastig en gelet op de inspanningsverplichting, willen wij daar zeker naar kijken. Alleen in dit bestemmingsplan geldt dat niet. Wij kunnen niet zeggen: wij leggen de schepen maar aan de nieuwe steiger, die wij ingetekend hebben. De woningbouw. Dat is in de commissie aan de orde geweest. Ik heb u de vorige keer laten zien, dat er een geel vlak is waar een W instaat van woningbouw en er is een lichtroze element, waar CU in staat, uit te werken centrumvoorzieningen. De bestaande woningen zitten in die gele W en die nieuwe woningen zitten in die centrum uit te werken en daar hebben wij een koppeling gelegd met het artikel 9, ik moet even kijken, een koppeling met artikel 10 en dat betekent artikel 10 van de planvoorschriften, dat wij nog nader onderzoek moeten doen en dat wij die technische voorzieningen, die technische maatregelen nog kunnen doen. De eerste berekeningen wijzen uit, dat het moet kunnen, technisch. De Milieudienst Zuid-Holland Zuid heeft er ook aan gerekend en naar gekeken. Er is één woning waar het twijfelachtig is. Daar hebben wij ook opgenomen, dat er een dove wand moet komen, dus dat daar een extra barrière komt voor het geluid. Met andere woorden, wij doen er alles aan om dit mogelijk te maken. Als het nu, nou niet zou kunnen, dat je daar woningbouw doet, dan kan er in dat centrum uit te werken, en dat zegt ook al de bestemming, kan er dus iets anders gebeuren. Maar het zou voor ons natuurlijk wel van groot belang zijn dat we het aantal woningen die wij daar willen bouwen, ook kunnen bouwen, want dat is kostendrager voor het geheel. Als dan de heer De Gelder zegt van ja, wij zouden denken dat misschien met de huidige economische crisis dit niet meer zo zou kunnen gerealiseerd worden. Ik denk dat Oceanco misschien wel eens denkt van wat hebben wij die gemeente veel gegeven. Wij kijken daar wat anders tegenaan, dat zult u begrijpen. Maar inderdaad, de verhoudingen zijn veranderd en wij zijn erg blij dat wij zover zijn en het is erg goed, dat de heer Dekker in het Grieks met die meneer heeft kunnen onderhandelen, zodat wij nu dit bestemmingsplan dan ook kunnen vaststellen. De heer De Gelder: Nou, daar is hij goed in, dus dat is geen probleem. Wethouder Veerman: Volgens mij kunnen wij dus het bestemmingsplan als het zo wordt vastgesteld, verwachten dat dat begin volgend jaar bij de provincie ook positief onthaal zal krijgen. De Wet voorkeursrecht gemeenten is daarmee ook goed geregeld, want daar hadden wij dit bestemmingsplan voor nodig en wij hopen dan in de loop van volgend jaar verdere uitwerking te doen. En dan komen de kranen nog wel eens in beeld, want die staan nog niet opgegeven, opgenomen in het plan. Voorzitter: Tweede ronde. De heer Boersma.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
62 De heer Boersma: Dank u voorzitter. Ik wil toch me toch nog even opwerpen als pleitbezorger voor de binnenvaartschippers. Ik gaf in mijn eerste termijn aan, inderdaad zit het niet in dit bestemmingsplan. Dat bevestigt u. Maar het heeft natuurlijk wel heel duidelijk consequenties voor eventuele… realisatie van ook van ligplaatsen voor de binnenschippers aan de andere kant van de haven. Dat wilde ik meegeven. U zegt, het is een complex verhaal, want je zit met die damwand daar bij het Verolme-terrein et cetera, et cetera maar die belofte, die inspanningsverplichting, ben ik ook met u eens, is wel gedaan aan die binnenschippers juist in het kader van de ontwikkeling van het Verolme-terrein en wij kunnen dat dus nu niet opvoeren als een extra complicatie van het geheel. Nee, die belofte ligt er al veel eerder, met name voordat er sprake van de ontwikkeling van Haven-Zuid. Wat ik aan u wil meegeven, is in elk geval dadelijk bij de uitwerking, maak het onszelf nou niet zo verschrikkelijk ingewikkeld, dat het daar zo druk gaat worden, dat er niks meer te realiseren valt voor de binnenvaartschippers. En probeer ook serieus met die mensen in gesprek te blijven en zie of wij daar ook tot realisatie kunnen komen. Voorzitter: Nog anderen? Wethouder Veerman: Ja, de inspanningsverplichting is er. Het intekenen van de kade maakt het dus niet onmogelijk om daar die inspanningsverplichting te doen. Zoals gezegd, college Dekker heeft ook overleg met de binnenvaartschippers. Waar ik meer zorg over heb, is dat de overkant, of die wel of niet geschikt is en geschikt kan worden gemaakt of geschikt kan blijven. En wij zijn daarmee bezig. U weet dat wij aanstaande vrijdag nog een officiële start hebben van De Hellingen en dan zullen wij ook in het kader van de totale afronding Verolme, ik schat in dat wij daarop binnenkort nog een keer bij u terugkomen, over spreken. De heer Boersma: U hebt toch geen geld nodig hè? Wethouder Veerman: Nee, ik heb het niet over geld, ik heb en dat ben ik met de heer Boersma eens, het is in de eerste plaats een verplichting. En als wij geld nodig hebben, dan wordt het al wat lastiger, want dat hebben wij niet. Maar wij zijn bezig met die ontwikkeling en ik schat in dat wij daar binnen enkele maanden bij u terug over komen. Voorzitter: U stemt allemaal in, begrijp ik. Dan is dit agendapunt ook, akte van. Ik heb net even gehoord, dat meld ik u maar even dat de apparatuur rond 21.15 uur, was dat zo, eruit, dus dat was tijdens de discussie. Dat betekent dat wij even vanuit, de griffier heeft een aantal dingen opgeschreven. Dat betekent dat wij vanaf het moment dat de heer Zwaan terugkwam over het amendement, niet meer een letterlijke tekst hebben. Nou weten wij, dat waren vooral de stemverklaringen en bij de subsidieverdeelstaat een opmerking over het VIOZ. Dus wij zullen proberen zo goed mogelijk op het geheugen neer te zetten. En vanaf nu, zeg maar het laatste deel van dit agendapunt, doet de apparatuur het weer. Dan weet u dat alvast. Wij kunnen het over doen, maar daar wou ik toch maar niet aan beginnen. Goed dan zijn wij toe aan agendapunt 8. Wij hebben wel allerlei mogelijke onderwerpen in variaties vanavond op de agenda. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 8 – Beschikbaar stellen van een krediet ad € 105.000,-- ten behoeve van de aanschaf van een veegwagen (Raad 2008/062) ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Portefeuillehouder J.M. Dekker Voorstel college 1. Een krediet ad € 105.000,-- beschikbaar te stellen waarvan de dekking ten laste komt van het in bijlage 2 beschreven dekkingsvoorstel. 2. Begrotingswijziging 2008/15 vast te stellen.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
63 Toelichting In de afweging een veegwagen te leasen of te kopen wordt voorgesteld tot koop over te gaan. Voorzitter: Een veegwagen. Ja, ik heb dan de neiging om naar de heer Boersma te kijken. Ja, de heer Boersma geef ik het woord. De heer Boersma: Dank u wel. Mevrouw de voorzitter, ja, inderdaad op mijn verzoek in de commissie is dit agendapunt als bespreekpunt opgevoerd, dit stuk als bespreekstuk opgevoerd op deze agenda. En ik heb dat verzoek gedaan in verband met de € 11.000,-- orde grootte, die volgens deze stukken wij kwijt zijn aan het opruimen van de rommel dan wel het voorbereiden van, het netjes maken van, de rommel in associatie met festiviteiten, festivals. Gelukkig spreekt uit de memo, waarvoor dank overigens, dat niet alle kosten in de sfeer van festivallen voor rekening van de gemeente komen. De horecaondernemers die doen bij dweilavonden, begrijp ik ook, één en ander. Ik zou zeggen, als wij kunnen voorkomen dat er gedweild moet worden, dan hoef je het ook niet op te ruimen. Maar goed, dat terzijde. Sommige mensen dweilen graag. Maar ik begrijp ondertussen wel uit het stuk, dat het geld wel nodig is rondom het Havenfestival/de Paardenmarkt. De vraag, die mijn fractie heeft, is: zijn dit nu voorzieningen, het college noemt het gemeengoed, ik zal het niet ontkennen, maar zijn dit nu voorzieningen die voor rekening moeten gaan komen van de belastingbetaler. Dat is eigenlijk de kernvraag die wat ons betreft vanavond voorligt. En wij zijn geneigd om die vraag ontkennend te beantwoorden. Sterker nog, wij denken, refererend aan de discussie die wij in de vorige raad hebben gehad, dat hier zeker opgeld doet de vervuiler betaalt. Mensen, die gebruik maken van de Paardenmarkt c.q. het Havenfestival, ja, daar moet dan maar de rekening komen te liggen van de rommel die opgeruimd moet worden. De heer Ruikes: En wat is uw concrete voorstel? Entree aan het begin van de Kerkstraat dan? De heer Boersma: Even geduld, voorzitter. Voorzitter: Misschien komt dat nog. De heer Boersma heeft nog steeds het woord. De heer Ruikes: Nou ja, ik zie al voor me dat ik ’s avonds thuiskom en dat al die paardentoestanden nog voor mijn huis liggen. Voorzitter: Nou, maak uw opmerking af. De heer Boersma: Goed, ik zal mijn opmerking afmaken, voorzitter. Dus de vervuiler betaalt. Dat lijkt mij een zeer gezond principe. Dat is door de meerderheid van de raad in de vorige raadsvergadering ook nadrukkelijk uitgesproken. Het college noemt in het memo, refereert aan vrijwilligers. Dit zijn juist typische festiviteiten, die draaien op vrijwilligers. Nou, ik heb de eer gehad een aantal jaren geleden om ook eens op de, ik geloof dat het Havenfestival was, rond te lopen. Ik keek eens naar die kraampjes die daar stonden. Nou, daar moest je redelijk commerciële prijzen voor betalen, voor de goederen die daar uitgevent werden. Kortom, daar zit een behoorlijk commerciële wereld achter. Het zijn niet alleen maar vrijwilligers, die zorgen dat dit soort festiviteiten in het dorp mogelijk is. Een ander punt, eigenlijk de oplossing voor wat wij zien toch wel als een probleem, wordt door de portefeuillehouder zelf aangedragen. Hij zegt, ja, je kunt natuurlijk voorstellen dat je bij vergunningen afspreekt dat, nou, de kosten voor het opruimen van de rommel inderdaad bij de organisatoren komt te liggen. Alleen, vraagt hij zich dan af, zou dat dan niet de doodsteek betekenen voor dit soort festiviteiten. Nou dan denk ik, dat zal dan allemaal wel meevallen. Als dit nu zo tot het gemeengoed behoort van dit dorp en zulke vitale festiviteiten zijn in het dorp, dan zal dat toch niet veranderen als wij de rekening van € 10.000,-- of € 11.000,-- bij die festiviteiten leggen. Kortom, voorzitter, wij denken dat deze kosten gewoon neergelegd moeten worden bij degenen, die de rommel maken, en dat zijn in feite de organisatoren van deze festivals. En om te onderstrepen dat dit mijn fractie bijzonder ter harte gaat en serieus is, hebben wij een motie op dit punt voorbereid die ik graag wil overhandigen.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
64 Voorzitter: Een motie of een amendement? Motie, een motie. Dat betekent dat u, even kijken hoor, ik zal hem wel even voorlezen en dan wil ik graag reactie van andere fracties horen. De heer Boersma: Nee, precies, voorzitter, misschien even voor alle duidelijkheid. Het voorstel op zich dat steunen wij. Voorzitter: Dat was mijn vraag. De heer Boersma: De rommel moet opgeruimd worden. Precies. Voorzitter: “De raad enzovoort Overwegende dat - de geraamde kosten van afvalverzameling bij festivals in 2009 € 10.603,-- bedragen, oplopend tot € 12.179 in 2016; - het direct of indirect financieel bijdragen aan festivals niet tot het takenpakket van de gemeente behoort; - daarom de belastingbetaler niet voor deze kosten op mag draaien; - het principe “de vervuiler betaalt” hier opgeld doet; draagt het college op genoemde kosten bij de organisatoren van festivals in rekening te brengen en dit als voorwaarde in af te geven vergunningen op te nemen.” Ik zou, korte reactie van de wethouder en dan graag onmiddellijk de reactie van de andere fracties op deze motie willen horen, zodat wij snel tot besluitvorming over kunnen gaan. Eerst even de wethouder of haalbaarheid of onhaalbaarheid. Wethouder Dekker: Ja voorzitter, op zich is het een begrijpelijke gedachte van de vervuiler betaalt. Als je de festivals natuurlijk alleen neemt, neem een Havenfestival, toevallig zit ik daar ook in het bestuur, dan ga ik niet pleiten van dat zijn allemaal vrijwilligers en dat geld inzamelen bij bedrijven dat is geen makkelijke aangelegenheid en dat zet je constant onder druk om mensen nog een beetje, nou ja, aan te sporen om dingen te doen, zou dit niet altijd een verstandige move kunnen zijn. Maar het Havenfestival is natuurlijk niet alleen een commerciële activiteit. Een onderdeel ervan, in de gehele week waarin het festival er is, is, zeg maar, alleen de braderie. Maar de braderie is slechts een klein onderdeel eigenlijk van heel het Havenfestival. Je hebt een hele week activiteiten die gewoon voor de totale gemeenschap aantrekkelijk zijn. Ofte wel de gemeenschap veroorzaakt ook als het ware een beetje de vervuiling. Bij een Paardenmarkt, wielerronde, ja, natuurlijk zit daar een deel commercieel in. Dat is uiteraard. Maar ook een heel groot gedeelte is daar eigenlijk ook weer allemaal, ja, een toegankelijke voorziening voor alle Alblasserdammers, die wij daar weer kunnen ontmoeten. En dat maakt het natuurlijk altijd extra ingewikkeld. Ik weet gewoon, nu ik inderdaad ook in dat Havenfestival zit, waarbij ik mij ook zelfs sterk heb beziggehouden met het binnenhalen van sponsorbijdragen, wat op zicht niet onverdienstelijk ging al zeg ik het zelf. Maar hoe moeilijk dat is om inderdaad dan uit, toch nog zo’n begroting voor zo’n club gewoon sluitend te krijgen. Dat is een hele opgave en op het moment dat je dit soort kosten daar, waarbij zij zullen zeggen, ja, wij doen het toch ook ten algemenen nut. Wij doen het niet voor onszelf, maar wij doen het toch voor de gemeenschap van Alblasserdam. Als je daar dit soort kosten in rekening gaat brengen, dan denk ik dat dat inderdaad wel eens heel zwaar zou kunnen gaan worden. Heb ik het nog niet eens over de economische crisis, waarbij de bijdrage van volgend jaar nog maar af moeten vragen, wat er dan weer binnen gaat komen. Want zij draaien allemaal op, echt op a) vrijwilligers en op bijdrages van, nou ja, eigenlijk de lokale ondernemers als ik het zo mag zeggen. Voorzitter: Mag ik even een rondje, als het goed is, langs de fracties? De heer Ruikes: De heer Ruikes: Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ja, de festivals, bijvoorbeeld het Havenfestival en de Paardenmarkt. Dat zijn nou net de dingen die echt tot de identiteit van Alblasserdam behoren. En als je het echt over de identiteit van Alblasserdam hebt, is het heel mooi als je daar als gemeente ook een
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
65 bijdrage in neemt. En die bijdrage van de gemeente is er in facilitaire zin en dat is een van die dingen, waarvan ik zeg, ja, zoveel sponsoren wij als gemeente nou niet aan het Havenfestival. Nou, laten wij dat dan voor zo’n festival en ook voor de Paardenmarkt, waar de hele gemeenschap plezier van heeft, gewoon gebruik van maken. Dus wij kunnen ons absoluut niet vinden in het voorstel van de SGP. Voorzitter: Helder. ChristenUnie? De heer Zwaan? Ja, ik zie hem niet, maar. Verkorte reactie, alleen op de motie anders. De heer Zwaan: Ja sorry, maar wij hadden even de discussie wie het woord zou Voorzitter: U was. O ja. Nou, mij maakt het niet uit, hoor. De heer Zwaan: Ik heb in ieder geval de discussie in de commissie niet meegemaakt, dus vandaar dat ik even achterover zat. Maar, gelet op de beantwoording van de wethouder, staan wij ook wel op het standpunt dat wij toch wel die combinatie zien en dat wij als gemeente zoiets voor ogen mogen hebben, ware het niet dat de vervuiler betaalt natuurlijk gewoon een heel duidelijk statement is. Maar dat betekent wel dat wij niet zullen meegaan met de motie. Voorzitter: Helder. PvdA. De heer Van Lavieren. De heer Van Lavieren: Dank u wel. Nou, ik, ja het Havenfestival is een feest en het dreigt een traditie te worden. Nee, maar ik vind dat je daar als gemeente best wel wat kosten voor mag nemen. Ik bedoel, ja, het is ook iets voor het hele Alblasserdamse volk natuurlijk en ver daarbuiten ook, maar het Havenfestival, als je daar, ik denk ook als je daar de kosten gaat verhogen voor bijvoorbeeld kraamverhuur, dat het dan ook heel wat minder gaat worden. Dus wij kunnen ook niet voor de motie gaan. Voorzitter: Helder. Mevrouw Leeuwis. Mevrouw Leeuwis: Dank u wel. Nee, meneer Boersma, dat is inderdaad geen kerntaak van de gemeente, die festivals. Daarom drijft het ook op vrijwilligers en wordt het ook zo gesponsord door het bedrijfsleven, denk ik. En ik denk dat wij in die zin alleen maar faciliteren door de rommel op te ruimen met de veegwagen, die wij dan toch al in huis hebben, waarbij overigens niet de organisatoren zo erg de rotzooi maken, maar het bezoek. Dus wij vinden dit niet, dan spreken wij even namens.., Wij vinden dit een soort subsidie waarbij het algemeen belang wel heel erg als algemeen belang ervaren wordt en dat is een van de criteria voor ons om, nou ja, het is niet echt een voorziening maar zo ervaart u het, om daar gewoon in mee te gaan. Voorzitter: Helder denk ik, meneer Boersma. De heer Boersma: Ja, dat is inderdaad helder. Misschien mag ik heel kort even op twee punten reageren. In de eerste plaats mevrouw Leeuwis. Die zegt, ja, die veegwagen hebben wij toch. Dus wat doen wij moeilijk. Ja, maar dat is natuurlijk niet waar. Wij hebben die veegwagen o.a. nodig en een kwart van dat bedrag is nodig juist voor die festivals. Dus, wij hebben die veegwagen niet toch, die zetten wij gratis in voor die festivals. En punt nummer twee is en dat wordt een beetje raadsbreed. Dit is een voorziening voor het hele dorp en iedereen heeft hier plezier van. Daar wil ik dan wel een kleine kanttekening bij maken. Ik heb niet de illusie dat ik u vanavond daarvan overtuig, maar ik wil u wel meegeven dat er ook heel veel bewoners zijn van dit dorp, die zich juist irriteren en met name ook aan de stapeling van die festivals in september en, wat hebben wij in de zomer, die laatste week van juli. Dus als bij u inderdaad het beeld is, dit is echt voor elke bewoner van Alblasserdam, dan hoop ik dat nu een beetje te corrigeren, want dat is echt niet waar.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
66
Voorzitter: Nee dat zal met heel veel activiteiten wel zijn, dat er altijd mensen wel plezier aan beleven en mensen niet. Ook een beetje afhankelijk van waar je hart naar uitgaat om het maar zo te zeggen. Ik constateer dat de motie niet is aangenomen en dat het voorstel wel akkoord heeft van de hele raad. Dat betekent dat ik toe ben aan de akkoordstukken. Wat? Mevrouw Van der Net; Betekent dat dat het voorstel is aangenomen? Voorzitter: Ja, het voorstel is aangenomen. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 9 – Akkoordstukken -----------------------------------------------Het presidium stelt de raad voor, gelet op het advies van de betreffende raadscommissie, met onderstaande voorstellen zonder verdere beraadslagingen akkoord te gaan: a. Bestuursrapportage 2008-2 (Raad 2008/067) b. Ingekomen stukken (Raad 2008/070). Voorzitter: Nou ik neem aan dat u daar geen gewijzigde mening over heeft, dus zoals de Bestuursrapportage als de ingekomen stukken zijn daar mee vastgesteld en dat betekent dat wij op een ontzettend net tijdstip, maar ook wel doordat wij vroeger begonnen zijn, maar ik vond dat heel aangenaam, aan het eind van deze vergadering zijn gekomen en ik dank u hartelijk voor de hele fijne manier van vergaderen vanavond. De voorzitter sluit de vergadering om 22.15 uur. Alblasserdam, 10 december 2008 De griffier, De voorzitter,
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.