Open Monu Monu u menten menten ten dag Open Monumentendag 2015
GRA TIS
!
12 & 13 SEPTEMBER
architectuur, kunst & ambacht
2015 12 & 13 SEPTEMBER
OPEN MONUMENTENDAG 2015
Open Monumentendag VOORWOORD 2015
VOORWOORD
MONUMENTEN VERTELLEN EEN VERHAAL Eindhoven kent een rijke geschiedenis met vele gebeurtenissen en verhalen. Monumenten spelen een belangrijke rol om die geschiedenis levend te houden. Monumenten zijn het decor en soms ook de ‘gestolde’ resten van die geschiedenis. Kortom, monumenten vertellen een verhaal.
OPEN MONUMENTENDAG 2015
pag. 4
Vereniging De Bouwkundige Vakken: een club van werkbazen pag. 8
Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Monumenten zijn tegelijk ook letterlijk stil. De verhalen die ze ons nalaten komen niet zo maar tot ons. Ze moeten worden verteld. En daar ligt precies de kracht en de uitdaging van Open Monumentendag. Niet alleen om het grote publiek een kijkje te gunnen in enkele Eindhovense monumenten, maar vooral om de verhalen die ze vertellen door te geven en daarmee levend te houden.
In Eindhoven kunt u zaterdag een kijkje nemen in de fraaie Sint-Petruskerk in Woensel. Zondag 13 september kunt u genieten van het prachtige landgoed De Grote Beek, waar voor een keer de deuren van enkele historische panden open staan. Er zijn rondleidingen door de Paterskerk en Studentenkapel, en de deuren van het Erfgoedhuis zijn geopend. Maar ook geschreven verhalen worden verteld. In deze brochure uiteen lopende bijdragen over De Bouwkundige Vakken en het Eindhovense Atelier Custers, over wederopbouwkunst en –architectuur, en over het werk van monnik-architect dom Paul Bellot. Mark Frerker maakte foto’s van opmerkelijke details van opengestelde monumenten. Deze zijn opgenomen op de cover van deze brochure en op pagina 7, 11, 14, 15, 19 en 23. Geniet van dit tipje van de sluier en graag tot ziens in een open monument…
~ Peter Thoben
Atelier Custers: tussen kunst en ambacht
~ René Erven voorzitter comité Open Monumentendag Eindhoven
Dit jaar blazen we de verhalen rond het thema ‘architectuur, kunst en ambacht’ even nieuw leven in. Een bijzonder thema dat in Eindhoven een opmerkelijke dynamiek kent. Ook een thema dat op vele manieren te benaderen is. We kiezen dit jaar voor levende en geschreven verhalen. Op zaterdag 12 en zondag 13 september 2015 vindt de landelijke Open Monumentendag plaats en trakteren diverse monumenten ons op ‘levende’, inspirerende, humoristische en soms ook poëtische verhalen in de vorm van rondleidingen, demonstraties, exposities en openstellingen.
2
INHOUD
pag. 12
~ Peter Thoben
Perfect tot in alle details: ONTWERPEN VAN dom Paul Bellot pag. 16
~ Liz Dewitte
Kortstondig idealisme: monumentale kunst tijdens de wederopbouw
IN HOUD
~ Rene Erven
pag. 20
Open Monumenten / Programma 2015
3
OPEN MONUMENTENDAG 2015
BOUWKUNDIGE VAKKEN
VERENIGING DE BOUWKUNDIGE VAKKEN: EEN CLUB VAN WERKBAZEN
PETER THOBEN
2015 kan het publiek dit bezoek als het ware overdoen, want dan is de instelling speciaal opengesteld.
affaire en waar het buitenstedelijke producten betreft worden die door Eindhovense ver tegenwoordigers of bedrijven ingezonden.
De vereniging is belangrijk voor de Eindhovense cultuurgeschiedenis. Ze organiseerde twee nijverheidstentoonstellingen in 1893 en 1914. Ook richtte ze een Afdeling Ambachtsonderwijs op in mei 1895 die leidt tot de Vereeniging Ambachtsonderwijs voor Eindhoven en Omgeving in 1900. Deze laatste vereniging ziet haar streven bekroond in 1906 met de opening van de nieuw gebouwde Ambachtsschool aan de Sint-Catharinastraat. Na de Eerste Wereldoorlog bestaan er nog plannen voor een derde kunstnijverheidstentoonstelling, maar zover komt het niet.
Bij de wedstrijd wordt rijkelijk gestrooid met gouden, zilveren en bronzen medailles als ook met diploma’s. Gouden medailles gaan onder meer naar Fotograaf Gebr. Frohn, Kunst- en Handelsdrukkerij Gestel & Zoon, Steenhouwerij J.H. Kever-Barette en Stoomdrukkerij en Binderij M.F. van Piere & Co en individuele ambachtslieden zoals beeld houwer Piet Jonkers (1864-1932) en gouden zilversmeden Wim van Hugte (1862-1934) en Piet Verdonk (1862-1944). Opvallend is dat er van de vijfentwintig zilveren, door Driekske van Gardinge (1840-1930) geleverde medailles, ook naar dames gaan voor handwerken of draperie. Het drijfwerk in zilver van Thomas van Luijtelaar (1860-1946) en Arnoud Zimmerman (1874-1928) wordt met zilver bekroond. Verder vallen ‘vereenigde’ of individuele werklieden van diverse bedrijven in de prijzen.
Wanneer het zilveren regeringsjubileum van Koning Willem III in mei 1874 nationaal gevierd gaat worden, zetten ook Eindhovenaren zich in voor de festiviteiten. Op 12 mei 1874 trekt er een versierde optocht door de stad, waaraan een groep ‘werkbazen’ met een praalwagen deelneemt. Hoewel de groep al voor deze datum bestaat, wordt 12 mei als officiële stichtingsdatum van de Vereniging De Bouwkundige Vakken aangehouden… ~ Peter Thoben Afbeelding 1 Leden van de Vereniging De Bouwkundige Vakken voor tentoonstellingsgebouw 1893. Archief RHCe
I
n augustus 1874 wordt een eerste bestuur gekozen en de vereniging heeft spoedig een veertigtal leden die als baas of hoofd in een van de volgende ambachten c.q. vakken werkzaam zijn: timmerlieden, schrijnwerkers, meubelmakers, huisschilders, metselaars, beeldhouwers, steenhouwers, zilversmeden, smeden, koperslagers, loodgieters, kamerbehangers, boek- en steendrukkers, onderwijzers in bouwkundige vakken en schone kunsten, aannemers, opzichters en handelaren in bouwmaterialen. Het doel luidt ‘door onderlinge vriendschap en verstandhouding eenheid en samenwerking te verkrijgen onder de Werkbazen der Bouwkundige Vakken’ ter bevordering ‘der verschil-
4
lende Ambachten, Nijverheid en Kunst in Eindhoven en omgeving’. De vereniging is herkenbaar door een banier, maar krijgt in 1897 een veelkleurig vaandel naar ontwerp van P.H. Bockholts (1835-1907). Dit werd uitgevoerd door het atelier Daan van Kalken (1855-1923) in Oirschot. Ook dragen de leden zilveren insignes met een bundeling van gereedschappen die bij de verschillende ambachten horen. Ze vergaderen eens in de drie maanden en bezoeken gezamenlijk tentoonstellingen in steden als ’s-Hertogenbosch en Brussel. Ook brengen de leden in 1918 een bezoek aan de nieuw gebouwde Rijks Krankzinnigen gesticht aan de Boschdijk. Met Open Monumentendag
OPEN MONUMENTENDAG 2015
Van 30 april tot 15 mei 1893 wordt ‘een wedstrijd van handwerksnijverheid gehouden met daaraan verbonden een tentoonstelling van oude en nieuwe kunst en van voorwerpen, betrekking hebbende op de Geschiedenis en de Topographie van Kempenland en Peelland’ (afbeelding 1). Deze eerste nijverheidstentoonstelling vindt plaats bij Apollo’s Lust aan de Vestdijk en bestaat uit: een hoofdgebouw in de tuin, een gebouw van de wedstrijd bij de ingang, en een gebouw aan de kant van de Lucifersfabriek. De ‘Catalogus van den Wedstrijd en de Tentoonstelling’ geeft honderdtwaalf nummers die aan de wedstrijd deelnemen en zesenzeventig nummers die buiten mededinging in de tentoonstelling participeren. Het is duidelijk een Eindhovense
Het graveerwerk van Alfons Custers (18751930), het dameshandwerk van Francisca van Hoek, het tapijtwerk van Louis Gustaaf van Winkel (1848-1904) of het marmerwerk van beeldhouwer Henri Kluijtmans (1873-1952) en Christianus Werst (1862-1939) uit Helmond is goed voor een bronzen medaille, waarvan er maar liefst achtentwintig worden uitgereikt. De diploma’s gaan naar wenteltrappen, metselwerk, graveerwerk van Hub van Gardinge, boekbinderswerk van Adolf van den Akker (1856-1931), tekeningen van Theodoor (18761940) en Jan van der Waerden (1877-1948). Zelfs een bloemstukje van Geertruida van Heessel uit Sint-Oedenrode wordt gelauwerd. Op de tentoonstelling zijn schilderijen tentoongesteld van Jozef Gindra, Anton Kerssemakers, Antoon Hermans, Piet Bockholts, Jacques Rijcken (1834-1917), Mej. Johanna Antonia Rijser (1874-?) en Johannes Gijsbertus Verloop (1834-1917) naast bekroonde tekeningen van leerlingen van de tekenschool.
De vereniging is belangrijk voor de Eindhovense cultuurgeschie denis. Ze orga niseerde twee nijverheids tentoonstellingen in 1893 en 1914.
Bij het veertigjarig bestaan van De Bouwkundige Vakken wordt er in 1914 weer een groots opgezette tentoonstelling gehouden, en wel van 9 tot 21 mei op het terrein van de voormalige
5
OPEN MONUMENTENDAG 2015
In 1924 wordt nog over de viering van het vijftigjarig bestaan gespro ken, maar na afwijzing van subsidies door het gemeente bestuur en de Kamer van Koophandel lijkt de vereniging in slaap gedut.
6
BOUWKUNDIGE VAKKEN
Afbeelding 2 Ingang van de tentoonstelling De Bouwkundige Vakken 1914. Archief RHCe
Afbeelding 3 Leden van de Vereniging De Bouwkundige Vakken voor tentoonstellingsgebouw 1914. Archief RHCe
Muloschool aan de Willemstraat (afbeelding 2). Vanwege het succes wordt deze expositie verlengd met drie dagen. Met een uitgebreid erecomité van commissaris der koningin, burgemeesters, gemeenteraadsleden tot industriëlen en kunstenaars gaat een uitvoerend comité bestaande uit C. de Haan, J. van Dijck, M. van Alphen, W. van der Schoot, C. van Bakel, J. Booms, Em. Barette, M. de Haan, P. Harkx, Jos. Huijbregts en M.G. van den Hurk aan de slag (afbeelding 3).
In het schoolgebouw is een kunstafdeling ingericht met antiquiteiten, Perzische tapijten en schilderijen van landelijk bekende kunstenaars zoals Paul Bodifée, Arthur Briët, Hein Kever, Theo Molkenboer, Evert Pieters, Pieter Paulus Schiedges, Frans, Corry, Jeannette en Piet Slager en regionale grootheden zoals Antoon van Domburg, Harrie Hasenbos, Anton Kerssemakers en Jan Kruysen. Burgemeester Th.C.P.M. Kolfschoten van Gestel heeft zich ingespannen om de werken bijeen te brengen. Er zijn dagelijks concertuitvoeringen te bezoeken, die gegeven worden door Apollo’s Lust, La Bonne Espérance, Excelsior, Gestels Zangkoor, Philoteunia, De Phoenix, Het Rozenknoopje, St. Caecilia, Stratums Muziekcorps, De Volharding en Woensels Muziekcorps.
De officiële opening laat op foto’s de leden in jacquet met hoge hoed en draaginsigne zien en de menukaart vertelt dat er een copieus diner heeft plaatsgevonden. Onderwijzer Theodoor Senecaut (1867-1945) heeft een lied van twee coupletten op eigen muziek in ‘marschtempo’ geschreven. Nadat er een reglement is opgesteld, presenteren zich conform de catalogus 42 merendeels bekende Eindhovense bedrijven zoals Van Beurden, Van den Bichelaar, Custers, Van Dijck-Stumpers, Gestel & Zoon, Lebesque, Ligtvoet, Lodewijks, Martin, Van Piere, Van der Putt & De Vlam, gebr. Raijmakers, Van der Schoot, Sleegers, gebrs Toffolo, Waelbers. Van buiten Eindhoven zijn vertegenwoordigd: Bezemer uit Helmond met sigarenvormen, Van de Blerk uit Tilburg met brandkasten, Van der Does uit Den Haag met (elektrische) piano’s, en het Dordtse bedrijf Stumpel met moderne schrijfmachines.
De tentoonstelling is een groot succes. Niet alleen op het gebied van nijverheidstentoonstellingen was de vereniging actief. Bij de inhuldigingsfeesten van Koningin Wilhelmina in augustus 1898 neemt de vereniging met een praalwagen deel aan de feestelijke stoet. De wagen, met het thema ‘Kunsten en ambachten’, werd ontworpen door Piet Bockholts (1871-1947). Bij het bezoek van Koningin Wilhelmina en Prins Henrik aan Eindhoven in 1904 en ook bij de viering van het vijfentwintigjarig regeringsjubileum in 1923 is de vereniging vertegenwoordigd.
PETER THOBEN
In 1924 wordt nog over de viering van het vijftigjarig bestaan gesproken, maar na afwijzing van subsidies door het gemeente bestuur en de Kamer van Koophandel lijkt de vereniging ingedut. In 1975 herleeft de Vereniging De Bouwkundige Vakken, doordat
OPEN MONUMENTENDAG 2015
de sinds de jaren 1950 bestaande vriendenkring Kegelclub Altijd Raak met nazaten van vroegere leden van De Bouwkundige Vakken besluit over te gaan tot heroprichting van de vereniging, die tot op de dag van vandaag nog bestaat. 1)
Noot 1) Het archief van Vereniging De Bouwkundige Vakken is onder nr. 10034 ondergebracht bij het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven. Zie ook Ed Marcélissen, De Vereniging De Bouwkundige Vakken en de geschiedenis van het ambachtsonderwijs te Eindhoven, Eindhoven 1982.
7
OPEN MONUMENTENDAG 2015
ATELIER CUSTERS
ATELIER CUSTERS: TUSSEN KUNST EN AMBACHT Eind negentiende eeuw herleeft de katholieke bouwkunst. En, waar kerken worden gebouwd, worden er ook interieurs ingericht met beelden en meubels. In deze periode levert Jan Custers beeldhouwwerk voor veel kerken in Eindhoven, maar ook daarbuiten. Atelier Custers is een goed voorbeeld waar architectuur, kunst en ambacht hand in hand gaan… ~ Peter Thoben
J
an Custers, werd geboren op 10 september 1867 als zoon van koopman Lambertus Custers (1836-1888) en winkelierster Maria Ketelbueters (18411910). Na zijn opleiding aan de Eindhovense tekenschool vertrekt hij naar de in 1866 door Jean-Baptiste Bethune opgerichte Sint-Lucasschool in Gent. Hier volgt hij onderwijs in de christelijke beeldhouwkunst. Uit de prijsmedailles — geplaatst in een zelf gesneden houten neogotische driepas (afbeelding 1) — blijkt dat hij een bijzonder begaafd student was. In het zesde leerjaar ontvangt hij de tweede prijs voor beeldhouwkunst, in het zevende leerjaar de eerste prijs voor beeldhouwkunst en in het achtste zelfs de grote prijs van de afdeling beeldhouwkunst. 1)
8
In Gent raakt hij voor het leven bevriend met beeldhouwer Jules Vits (1868-1935) uit Melle. Met medeleerling en kunstschilder Frans-Jozef Coppejans (1867-1947) die in 1890 de grote prijs van het Sint-Lucasinstituut behaalt, werkt hij later nog wel eens samen. Na eerst nog een jaar in Gent gewerkt te hebben doet hij in mei 1893 mee aan de tentoonstelling van De Bouwkundige Vakken en exposeert ‘Communibank, Beelden en teekeningen’. Op 5 juni 1893 laat hij zich inschrijven in het Stratumse bevolkingsregister. Terug in Stratum start hij in 1893 direct met zijn zogeheten ‘Atelier van Christelijke Beeldhouwkunst Jan Custers Stratum bij Eindhoven’ (afbeelding 2). Dit blijkt uit een bewaard gebleven, gegraveerde messing
PETER THOBEN
OPEN MONUMENTENDAG 2015
Afbeelding 1 Neogotische driepas met prijzen van Jan Custers. Foto: Peter Cox
deurplaquette, waarop ook trots vermeldt staat: BEKROOND EINDDIPLOMA ‘St LUCASSCHOOL’ GENT (BEL). De start wordt ook bevestigd door het feit, dat timmerman Frans Teunis (1864-1920) als meesterknecht in juli 1918 zijn 25-jarig jubileum in dienst van Custers viert. Jan Custers is niet de enige Eindhovenaar die aan de Sint-Lucasschool te Gent studeert. Zo heeft Jan (Johannes Petrus) van der Mark (1852-1925) in 1877 en 1878 in Gent gestudeerd, voordat hij in 1882 met zijn broer Willem (1855-1887) een beeldhouwatelier aan de Kleine Berg start. Eveneens volgt Piet (Petrus Johannes) Bockholts (1871-1947), de latere leraar aan de Eindhovense ambachtsschool, er vanaf 1889 de opleiding tot (kerk) schilder. Hij behaalt er een gouden medaille en de ‘gildeprijs voor de schilderkunst’.
Courant en de Peel- en Kempenbode worden zijn artistieke activiteiten op de voet gevolgd. Zijn werkterrein ligt aanvankelijk vooral in de regio. Hij gooit hoge ogen met een Georgiusbeeld (1893), een preekstoel voor het Belgische Niel (1893) en een communiebank en preekstoel voor Nuenen (1894). Hij ontwerpt beelden van Antonius en Georgius voor Gemert (1894), twee beelden voor Geldrop (1895), gevelbeelden voor het Liefdegesticht te Stratum (1895) en een grafmonument te Oirschot (1896). Ook zijn gevelbeelden voor de Paterskerk te Eindhoven (voltooid in 1897), een hoogaltaar, doopvont en preekstoel voor Reusel (1895 en 1897), een altaar voor Breugel (1898) en het grafmonument met Goede Herder op Sint-Joriskerkhof Eindhoven (1898) van zijn hand.
In Eindhoven is men trots op de jonge ambachtsman Custers, want in de Meierijsche
In 1899 kan hij het bestaande pand aan de Geldropseweg met een nieuw woonhuis uitbreiden en er een expositiezaal inrichten. De gevel wordt voorzien van twee gevelbeelden met ambachtslieden die personificaties zijn van beeldhouwkunst en edelsmeedkunst. Boven de raampartij bevindt zich een portretmedaillon van Rembrandt, dat met palet en penselen de schilderkunst symboliseert. Deze sculpturale decoratie geeft status aan zijn metier van kunstenaar en ambachtsman (afbeelding 3).
Afbeelding 2 Jan Custers werkend aan een Mattheus standbeeld in zijn atelier. Archief: RHCe
Afbeelding 3 Atelier van Jan Custers aan de Geldropseweg 20. Foto: Peter Thoben
In Eindhoven is men trots op de jonge ambachtsman Custers, want in de Meierijsche Courant en de Peel en Kempen bode worden zijn artistieke activiteiten op de voet gevolgd.
9
OPEN MONUMENTENDAG 2015
Jan Custers zet deze stap voor de verbouwing vanwege zijn voorgenomen huwelijk op 3 oktober 1899 met Lina van Gardingen (18741951). Zij is de enige dochter van goud- en zilversmid Driekske van Gardinge(n). Jan Custers hoort al ras bij de notabelen van Stratum, want hij zit in het kerkbestuur en in de gemeenteraad. Voor de tentoonstelling van de Vereeniging De Bouwkundige Vakken in 1914 neemt hij plaats in het erecomité, maar is ook met een stand op de tentoonstelling present.
Wanneer tijdens het interbellum de aandacht op de christelijke kunstenaar als individu komt te liggen en het beeld met een eigen karakte ristiek hand schrift van de kunstenaar de voorkeur krijgt, is de glorietijd van de kerkelijke ateliers tanende.
10
Afbeelding 4 Werknemers in het atelier van Jan Custers omstreeks 1897. Uiterst rechts Jan Custers zelf. Archief RHCe
Zijn jongere broer Fons Custers (1875-1930), die bij Driekske van Gardinge in de leer is geweest en bij het beeldhouwatelier van Joseph Thissen in Roermond ervaring heeft opgedaan, gaat omstreeks 1902 in het beeldhouwatelier meewerken. Hierdoor groeit het bedrijf uit tot een groot atelier met op het hoogtepunt wel dertig tot veertig werklieden, waaronder beeldhouwers, steenhouwers, steenzagers, meubelmakers, timmerlieden en veel leerjongens. Bij de productie van altaren, kerkbeelden, kruiswegstaties, communiebanken en biechtstoelen is er een hiërarchische werkverdeling. Opvallend is dat de werklieden tamelijk ambulant zijn en naar het religieuze beeldhouwatelier trekken waar werk is of specifieke vraag is naar bepaalde vaardigheden. Zo ziet men de populatie van werknemers binnen de ateliers van Roermond, Geleen,
ATELIER CUSTERS
PETER THOBEN
OPEN MONUMENTENDAG 2015
’s-Hertogenbosch, ’s-Gravenhage of het buitenland (Aken, Heinsberg, Gent, Antwerpen, Leuven, Sint-Truiden) steeds wisselen, soms voor slechts enkele maanden (afbeelding 4). Uit enkele ingezonden stukken van Jan Custers in de krant blijkt, dat men door de Eerste Wereldoorlog te kampen heeft met een gebrek aan grondstoffen, met name Franse kalksteen. Na de oorlog krijgt het atelier het druk met het leveren van Heilig Hartbeelden in Savonnière-kalksteen en soms in brons, wanneer die langs de openbare weg gaan verschijnen. Want in het katholieke zuiden krijgt dan vrijwel elke stad of elk dorp een Heilig Hartmonument om ostentatief uiting te geven aan het katholieke geloof. Atelier Custers heeft er door heel Nederland vele geleverd. In de regio staan ze nog altijd in Acht, Beek en Donk, Breugel, Diessen, Nijnsel, Oerle, Schijndel en Waalre. Wanneer tijdens het interbellum de aandacht op de christelijke kunstenaar als individu komt te liggen en het beeld met een eigen karakteristiek handschrift van de kunstenaar de voorkeur krijgt, is de glorietijd van de kerkelijke ateliers tanende. Dit wordt door de crisis van eind jaren 1930 versterkt. In 1930 overlijdt broer en compagnon Fons Custers die de meer commerciële taken behartigde. Omstreeks 1932 houdt het atelier Custers op te bestaan. Werknemers Frans Franssen (1870-1951) en Adrianus M. van Rooij (18811951) zetten het atelier nog wel voort. Oud-werknemers zoals de gebroeders François (1882-1964) en Marcel van Eck (1888-1951), Hubert van Melick (1879-1960) en Harrie Siegers (1871-1951) zien zich gedwongen zelfstandig de beeldhouwtraditie in Eindhoven door te zetten, maar de glorietijd van de religieuze beeldhouwateliers is dan echt voorbij. In juni 1933 verhuist Jan Custers met zijn gezin naar Venlo. Hij woont in Huize De Meerle, waar hij op 25 mei 1942 overlijdt. In Eindhoven is op tal van plaatsen nog altijd beeldhouwwerk uit het Custers-atelier te bewonderen, waarvan een opgave in het Beeldenboek Eindhoven 2) terug te vinden is.
Noten 1) Na het overlijden van de langstlevende dochter Jettie Kortenbroek-Custers heeft Museum Kempenland in 2005 nog uiteenlopende objecten geschonken gekregen, die herinneren aan het voor Eindhoven zo belangrijke beeldhouwatelier Custers. 2) Jenneke Lambert & Peter Thoben, Beeldenboek Eindhoven (Gemeente Eindhoven/Museum Kempenland, Eindhoven 2001). Zie pagina 54 en nrs. 18, 19, 20, 22, 28, 29, 35 t/m 39, 41, 42, 44, 46, 47, 54, 55 en 66.
11
OPEN MONUMENTENDAG 2015
PAUL BELLOT
PERFECT TOT IN ALLE DETAILS: ONTWERPEN VAN DOM PAUL BELLOT De van oorsprong Noord-Franse monnik dom Paul Bellot (1876-1944) was aan het begin van de vori ge eeuw een befaamd architect, ook buiten de kloostermuren. Hij heeft een immens oeuvre nagelaten, waaruit een voortdurende zoektocht naar ideale verhoudingen blijkt. Ook in Eindhoven zijn twee fraaie ontwerpen van hem gerealiseerd. Twee gebouwen van het voormalig Augustinianum (1921-1925) aan de Kanaalstraat en de Heilig Hartkerk aan de Ploegstraat(1928-1931) die Bellot in samenwerking met H.C. van de Leur ontwierp. ~ Liz Dewitte
I
n het centrum van Eindhoven achter de grote Paterskerk ligt het voormalig Augustinianum. In 1923-1924 heeft monnik-architect dom Paul Bellot dit college uitgebreid met een vleugel aan de Kanaalstraat, onmiddellijk gevolgd door de bouw in 1924-1925 van een tweede vleugel met recreatiezaal en kapel langs de oever van de Dommel (afbeelding 1).
12
Bellot had ambitie. Zijn slogan was “Innover selon la tradition”, innoveren volgens de traditie. Oude vormen en verhoudingen niet kopiëren, maar hun principes doorgronden en deze als nieuwe artistieke leidraad nemen. Bellot bouwde in heel Europa en zelfs in Canada, waar hij zijn laatste levensdagen sleet. In Engeland bouwde hij Quarr Abbey. In België ontwierp hij het klooster van de
LIZ DEWITTE
Visitatie in Kraainem bij Brussel. In Frankrijk bouwde hij de Prieuré Sainte-Bathilde in Vanves, een voorstad van Parijs. Dit is maar een greep uit zijn omvangrijk oeuvre. Ken merkend is zijn voortdurende zoektocht naar ideale verhoudingen. Paul Bellot (1876-1944) studeerde in 1900 af als architect aan de Ecole des Beaux-Arts in Parijs. Hij bleef in nauw contact met de Parijse modernistische avant-garde. Zo onderhield hij contact met de schilder Maurice Denis, de filosoof Jacques Maritain en de architect August Perret. Als architect werd Bellot geïnspireerd door Eugene Viollet-le-Duc (1814-1879), een Frans architect en bouw historicus met een grote passie voor de middeleeuwse architectuur.
OPEN MONUMENTENDAG 2015
talen: in het Frans, het Engels en het Nederlands. Het is een portfolio van zijn eerste zeven bouwwerken. Het Augustijns College in Eindhoven is één van deze zeven eerste werken. In de Franse introductietekst van dit boek wordt duidelijk gemaakt dat Bellot de driehoek van Pythagoras (de rechthoekige driehoek met rechthoekzijden 3 en 4 en schuine zijde 5) gebruikte als basisverhouding. In de literatuur over Bellot wordt steeds geschreven dat hij ontwierp volgens de gulden snedeverhouding. Bellot geloofde heilig in het gebruik van maatverhoudingen. Zijn hele privéarchief is bewaard gebleven en opgeslagen in het CAMT (le Centre des Archives du Monde du Travail) in het Noord-Franse Roubaix. Dit maakte het
Afbeelding 1 Het Augustinianum complex op een oude ansichtkaart. Archief RHCe
Afbeelding 2 Foto van binnenplaats. Archief RHCe
Bellot trad na zijn studie toe tot de van oorsprong middeleeuwse Benedictijnse orde. Hier moest hij zich onderwerpen aan de leefregels van Benedictus (ca. 480-547). Deze regels verdelen de dag in vaste tijden voor gebed en gezang, maar voorzien ook in tijden voor eenvoudige handarbeid. Ook werd hij lid van een pragmatische bouworde die veel ambachtelijke kennis bezat. In opdracht van deze orde bouwde Bellot de Paulusabdij in Oosterhout bij Breda.
mogelijk om te doorgronden hoe hij zijn verhoudingen in de praktijk heeft uitgewerkt in het Eindhovense schoolgebouw en bijhorende kapel (afbeelding 2).
Voor zijn vertrek brengt de ambitieuze Bellot in 1927 het boek ‘Religieuse bouwkunst door dom Paul Bellot O.S.B.’ uit, en wel in drie
Uit onderzoek blijkt dat Bellot zijn gulden snedeverhouding combineerde met het dubbel vierkant en hier een reeks van verhoudings getallen uit ontwikkelde. Zijn ontwerpgeheim bestond uit een ‘eigen’ tekendriehoek, die hij gebruikte in plaats van de standaard rechthoekige tekendriehoek van 60° bij 30°. Hij bediende zich van deze tekendriehoek om op een eenvoudige en snelle manier vlakken te tekenen volgens de gulden snede. Op deze
Uit onderzoek blijkt dat Bellot zijn gulden snedeverhouding combineerde met het dubbel vierkant en hier een reeks van verhoudings getallen uit ontwikkelde. Zijn ontwerpgeheim bestond uit een ‘eigen’ teken driehoek, die hij gebruikte in plaats van de standaard recht hoekige teken driehoek van 60° bij 30°.
13
OPEN MONUMENTENDAG 2015
PAUL BELLOT
LIZ DEWITTE
OPEN MONUMENTENDAG 2015
Afbeelding 3 Interieur kapel. Archief RHCe
manier bouwde hij op ingenieuze wijze zijn doorsnedes en gevels op (afbeelding 3).
Architectuur is altijd een praktisch vak geweest en elk materiaal moest en moet nog steeds een vaste maat hebben.
Overigens hanteerden architecten vroeger de maten van de gulden snede niet nauwkeurig, maar bij benadering. Architectuur is altijd een praktisch vak geweest en elk materiaal moest en moet nog steeds een vaste maat hebben. Een maatvoering van 5 bij 3 werd gezien als een goede benadering van de gulden snede. Bij de uitvoering van de kapel werkte Bellot samen met H.C. van de Leur (1898-1994), die later zijn bureau zou voortzetten. Het glas-in-lood in de vensters van het trappenhuis zijn relatief vroeg werk van kunstenaar Joep Nicolas (1897-1972). Het keramiek in de kapel is gemaakt door Jan Schouten (1906- 1987). Het is onbekend welke smid de kroonluchters van de kapel heeft gesmeed en welke steenhouwer het wijwatervat heeft gemaakt. Feit is dat Bellot de ontwerp- en werktekeningen heeft gemaakt. Deze zijn bewaard in zijn archief. Het uiteindelijk doel van Bellot was het creëren van een totaalkunstwerk, perfect tot in alle details… 1)
Noot 1) Dit artikel is gebaseerd op een wetenschappelijke studie die gepubliceerd is in het Nexus Network Journal, een tijdschrift dat de relatie tussen architectuur en wiskunde onderzoekt. Referentie: Liz Dewitte, “Proportionality in the architecture of dom Bellot.”, the Nexus Network Journal manuscript number NENJ-D-14-00027R3, (2015) Vol. 17, nr 2.
14
15
OPEN MONUMENTENDAG 2015
WEDEROPBOUW
KORTSTONDIG IDEALISME: MONUMENTALE KUNST TIJDENS DE WEDEROPBOUW De wederopbouwperiode (1940-1965) stond bol van het idealisme. Er werd vol optimisme gewerkt aan een nieuwe maatschappij, met een nieuwe architectuur en een nieuwe kunst. In deze tijd zochten architecten en kunstenaars actief toenadering tot elkaar met als doel een ‘synthese van beeldende kunst en architectuur’. Ook in Eindhoven… ~ René Erven
E
indhoven kwam gehavend uit de Tweede Wereldoorlog. Verschillende bombardementen veroorzaakten veel menselijk leed en schade aan de stad. Meteen na de oorlog werd er vol optimisme werk gemaakt van de wederopbouw. Binnen enkele jaren stonden tal van grote bouwprojecten in de steigers, waaronder de nieuwe Demer, de rondweg, het hoogspoor, het station, de TU/e campus, de bouw van Philipsfabrieken op Strijp-R en -T en vele, vele nieuwbouwwijken.
16
Na de Tweede Wereldoorlog maakte de monumentale kunst ook een enorme bloei door. Zowel architecten als kunstenaars koesterden een verlangen naar een collectieve, samenbindende en opbouwende kunst. Ondanks dat kunstenaars en architecten heftig discussieerden over de exacte invulling van dit synthese-ideaal, kwamen er tal van inspirerende en geslaagde samenwerkingen tot stand. De tot dan toe relatief bescheiden rol van kunst in gebouwen nam in de jaren 1955-1965 een hoge vlucht.
RENE ERVEN
Het synthese-ideaal kreeg door de overheid een enorme impuls. Op initiatief van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen ging in 1951 de percentageregeling van start. Dit betekende dat bij nieuwbouw van rijkgebouwen 1,5% van de bouwsom aan ‘decoratieve aankleding’ mocht worden besteed. Later, in 1955 werd deze regeling uitgebreid naar een 1%-regeling voor rijksmiddelbare en hogere scholen. Ook bijzondere scholen, katholieke en protestantse, konden deelnemen aan de regeling. Met deze regelingen wilde het ministerie de bevolking en de jeugd in het bijzonder ‘veelvuldig en op ongezochte wijze’ met kunst in aanraking laten komen, zodat ze er geleidelijk mee vertrouwd zouden raken. Bovendien was deze regeling bedoeld om kunstenaars in de economische karige wederopbouwjaren te ondersteunen, want de meeste kunstenaars konden toen niet leven van hun vrije werk.
OPEN MONUMENTENDAG 2015
stil te staan. Er zijn talloze opmerkelijke taferelen te zien: schepen en havenkranen; bebouwing van huizen en fabrieken; grazende koeien; bedrijvige, hardwerkende mensen… Kortom, een beeld van wederopbouwend Nederland. Volgens Horn vroeg de moderne architectuur van zijn tijd om een nieuwe benadering van de glaskunst. In de wederopbouwarchitectuur speelt transparantie een belangrijke rol en in toenemende mate werden grote glasoppervlakken toegepast. Hij paste als een van de eersten de techniek van het glasappliqué toe, waarbij stukken gekleurd glas worden gelijmd op een transparante ondergrond zonder loden contouren, zoals gebruikelijk bij glas-in-lood. Lex Horn ontwikkelde deze techniek onder meer in samenwerking met glazeniers van Van Tetterode.
Ook de spoorwegen droegen een steentje bij aan de opleving van de monumentale kunst. Kunsttoepassingen bij stations kenden een lange traditie, en gaan terug tot het ontstaan van het stationsgebouw in de negentiende eeuw. Ze hadden een symbolische, leesbare betekenis die de functie van het station en de spoorwegen moest onderstrepen. Het synthese-ideaal kwam na de Tweede Wereldoorlog ook tot uitdrukking bij de vormgeving van infrastructurele werken. 1)
Afbeelding 1 Glasappliqué van Lex Horn in de hal van Station Eindhoven. Foto: René Erven
Een mooi voorbeeld van Eindhovense monumentale kunst is het glasappliqué dat Lex Horn (1916-1968) in de hal, boven de reizigerstunnel van het nieuwe Eindhovens station realiseerde (afbeelding 1). Architect van het gebouw, Koen van der Gaast (1923-1993), zag het naoorlogse station vooral als een doorgangsruimte in plaats van verblijfsruimte. Het ruime voorplein aan een doorgaande weg maakte overstappen op auto en bus eenvoudig. Een open en uitnodigende glazen pui benadrukte eveneens de dynamische opzet, terwijl de zijkanten van gele baksteen gesloten waren.
Horn zag bovendien een belangrijke taak weggelegd voor de monumentale kunst in de wederopbouwarchitectuur. Hij was betrokken bij de in 1945 door Willem Sandberg en Mart Stam opgerichte Gebonden Kunsten Federatie en was in 1951 één van initiatiefnemers van de Vereniging der beoefenaars van de Monumentale Kunsten, waarvan hij enige tijd ook voorzitter was. Beide organisaties hebben zich in de jaren 1945-1960 ingezet om kunst in de architectuur te bevorderen. 2)
Dagelijks lopen er duizenden mensen achteloos aan dit monumentale kunstwerk voorbij, maar het loont zeker de moeite om er eens rustig bij
De samenwerking tussen architect en kunstenaar kreeg eveneens door de kerk een belangrijke impuls. In de katholieke kerk was de
Na de Tweede Wereldoorlog maakte de monumentale kunst ook een enorme bloei door. Zowel architecten als kunstenaars koesterden een verlangen naar een collectieve, samenbindende en opbouwende kunst.
17
OPEN MONUMENTENDAG 2015
Het synthese- ideaal tussen architectuur en kunst was van voorbijgaande aard. Het hield ongeveer 15 jaar stand. In de tweede helft van de jaren zestig slaan kunstenaars definitief andere wegen in.
Afbeelding 2 Opstandingskerk Stokroostraat op oude ansichtkaart. Archief RHCe
Afbeelding 3 Reliëf Drukkerswereld door Hugo Brouwer. Foto: Ton Langenberg
toepassing van monumentale kunst al eeuwenlang gemeengoed en functioneel. De ongeletterde gelovige werd zo ontzag en kennis over het christendom bijgebracht. In de protestantse geloofsgemeenschap ontstond in de wederopbouwperiode belang stelling voor monumentale kunst. In 1954 verscheen het rapport van de Synode van de Nederlands Hervormde Kerk, waarin werd gewezen op de didactische meerwaarde van de kunst. Hierdoor werden er ook opdrachten gegeven aan kunstenaars voor de tot dan toe meestal ‘beeldloze’ protestantse kerken.
gebouwen en warenhuizen voorzien van monumentale kunst. In Eindhoven kan Hugo Brouwer (1913-1986) niet onvermeld blijven. Hij was een veelzijdig kunstenaar die tal van monumentale kunstwerken voor particuliere opdrachtgevers heeft vervaardigd. 4)
Een Eindhovens voorbeeld is de Nederlands Hervormde Opstandingskerk uit 1955 van architect Wieger Bruin (1893-1971). De monumentale gevel werd ontworpen door Joop Sjollema (1900-1990), na de Tweede Wereldoorlog een veelgevraagd monumentaal kunstenaar en portrettist (afbeelding 2). Hij tekende de vier evangelistensymbolen: de adelaar symbool voor Johannes de Evangelist, Lucas als stier, Marcus als leeuw en Mattheüs als engel (of als mens). De monumentale gevel is uitgevoerd in gebroken wit verglaasde baksteen tegen een achtergrond van grijs bruine baksteen. 3) Daarnaast ontpopten tal van opdrachtgevers zich als ware mecenassen. Daarmee werden niet alleen overheidsgebouwen en kerken maar ook talloze bedrijven, fabrieken, bank-
18
WEDEROPBOUW
Wellicht het meest indrukwekkende monumentale ontwerp van zijn hand is het reus achtige reliëf ‘Drukkerswereld’ voor Drukkerij Vrijdag aan de Rondweg uit 1952 (afbeelding 3). Het gebouwontwerp is een ontwerp van architect Frans Korteweg. Dit kunstwerk vervaardigde Brouwer voor zijn mecenassen Peter en Louis Vrijdag waarmee hij al voor de oorlog intensief contact onderhield. Het is een symmetrisch ontwerp met gestileerde figuren die of ‘en face’ of ‘en profiel’ zijn weergegeven. Op de stenen tafel die de centrale figuur vasthoudt staat: ‘SAXA LOQVVNTVR’, dat ‘de stenen spreken’ betekent. 5) Het synthese-ideaal tussen architectuur en kunst was van voorbijgaande aard. Het hield ongeveer 15 jaar stand. In de tweede helft van de jaren zestig slaan kunstenaars definitief andere wegen in. Er ontstaat belangstelling voor omgevingskunst en ‘kunst in de openbare ruimte’. Kunstenaars en architecten zoeken elkaar nog wel op voor inspirerende samenwerkingen, maar niet meer met dezelfde overtuiging als tijdens de wederopbouwperiode.
RENE ERVEN
OPEN MONUMENTENDAG 2015
Noten 1) In Eindhoven is dat mooi zichtbaar bij de viaducten van het hoogspoor, die uitgevoerd zijn met beelden van de Utrechtse kunstenaar Joop Hekman (1921-2013). Jenneke Lambert & Peter Thoben, Beeldenboek Eindhoven (Gemeente Eindhoven/Museum Kempenland, Eindhoven 2001), nr. 107. 2) Station Eindhoven is een rijksmonument uit de wederopbouwperiode. Het stenen reliëf van Willy Mignot, bij de ingang van het station, kan ook niet onvermeld blijven. Het werd aangeboden door de Eindhovense Fabrikantenkring. Het bijhorende citaat is van A. Roland Holst (1888-1993): ‘Wie zich zijn eigen weg baant door de wereld, hoort in het leven eens zijn eigen lied’. Lambert, Thoben (2001), nr. 146. 3) Lambert, Thoben (2001), nr. 141. Zie ook: W.J.G. van Mourik, Hervormde Kerkbouw na 1945 (Boekencentrum N.V, ’s-Gravenhage z.j.). 4) Andere bekende monumentale kunstwerken van Hugo Brouwer in Eindhoven zijn; de deuromlijsting van de voormalige zusterflat aan de Vestdijk nr. 25/29; een aantal glas-in-loodramen in de Sint-Catharinakerk, en het keramische tegeltableau van voormalige kunsthandel Pijnenborg aan de Keizersgracht 18. 5) Lambert, Thoben (2001), nr. 120. Zie ook: Hugo Brouwer 100 ([Z]OO Producties, Eindhoven 2013).
19
OPEN MONUMENTENDAG 2015
PROGRAMMA
PROGRAMMA
OPEN MONUMENTENDAG 2015
ZONDAG 13 SEPTEMBER 2015
ZATERDAG 12 SEPTEMBER 2015
ERFGOEDHUIS /
SINT-PETRUSKERK
ATERSKERK EN P STUDENTENKAPEL
Adres Kloosterdreef 31, 5623 DB Eindhoven
Tijdens het Open Monumentenweekend opent de Sint-Petruskerk aan de Kloosterdreef haar deuren op zaterdag 12 september 2015, tussen 10.00 en 22.00 uur. Deze kerk met zijn neogotische interieur en kerkelijke kunst is beslist een bezoek waard, en op deze dag vinden er diverse extra activiteiten plaats. Loop mee met een enthousiaste gids en bewonder het interieur van de kerk, kom alles te weten over kerkelijk textiel, geniet van muziek, of laat je kostbare (of gekoesterde) voorwerpen taxeren door een expert…
Adres Paterskerk Tramstraat 37, 5611 CR Eindhoven Adres Erfgoedhuis Nachtegaallaan 15, gebouw 3, 5613 CM Eindhoven
Sta eens stil bij de bijzondere architectuur en opmerkelijke details van de Eindhovense Studentenkapel. Bekijk de Paterskerk met andere ogen, leer hoe een archeoloog te werk gaat en ontdek boeiende bodemvondsten. Op zondag 13 september openen zowel de Paterskerk, de Studentenkapel als het nabij gelegen Erfgoedhuis op het NRE-terrein hun deuren.
D
e door architect H.J. van Tulder ontworpen neogotische kruisbasiliek is in 1880 ingewijd. In 1875, tijdens de bouw van de kerk, stortte de toren in. Pas in 1912 werd een nieuwe toren gebouwd. De architect daarvan was L.P.J. Kooken. De kerk is een rijksmonument. De toren behoort met 76 meter tot de hoogste kerktorens in Nederland. Programma zaterdag 12 september 10.00 – 22.00 uur, toegang/deelname is gratis: • Bezoek op eigen gelegenheid de kerk aan de hand van de ‘doe-hetzelf-rondleiding’. • Rondleidingen met een gids om: 11.00, 12.00, 13.00, 14.00, 15.00 uur • Demonstratie kerkelijk textiel tussen 14.00 – 19.00 uur. Carien van Hedel, van Atelier voor Kerkelijk Textiel uit Den Dungen, laat zien wat er allemaal bij komt kijken om kazuifels en ander liturgisch textiel te herstellen, te maken en te onderhouden. • Taxaties door verschillende experts, waaronder Jan Beekhuizen van het tv-programma “Tussen Kunst en Kitsch”. • Beleef in de avonduren de mooie gekleurde verlichting in de kerk en geniet tussen 19.00 en 22.00 uur van een drietal muziekgroepen. • Stichting Eindhoven in Beeld verzorgt een doorlopende diapresentatie met foto’s van kerkelijke kunst uit verschillende Eindhovense kerken.
20
K
looster Mariënhage aan de Augustijnendreef in Eindhoven bevindt zich op een historische plek. In de ondergrond van het terrein bevinden zich nog resten van het oude kasteel van Eindhoven, vermoedelijk uit de 13e eeuw, en kloosterfundamenten uit 1443. Op 29 december 1890 werd het complex gekocht door de Nederlandsche Augustijner Missie. De augustijnen bouwden een nieuwe kerk, de Paterskerk ontworpen door P.J. Bekkers en J.P.I. Hegener, die in 1898 gereed was. In datzelfde jaar richtten de paters een school op, het Gymnasium Augustinianum. De kapel van de school, de latere Studentenkapel, werd uitgevoerd in een bijzondere, expressionistische, baksteenarchitectuur naar een ontwerp van monnik-architect dom Paul Bellot. In het Erfgoedhuis ontvangt de afdeling Archeologie belangstellenden en toont er bijzondere bodemvondsten. Programma zondag 13 september 11.00-17.00 uur, toegang/deelname is gratis: • Rondleidingen Paterskerk en Studentenkapel onder leiding van een deskundige gids om: 13.00, 14.30 en 16.00 uur. • Open dag Erfgoedhuis. In de archeologische werkplaats vinden tussen 12.00 en 16.30 uur demonstraties en presentaties plaats.
21
OPEN MONUMENTENDAG 2015
PROGRAMMA
ZONDAG 13 SEPTEMBER 2015
LANDGOED DE GROTE BEEK Adres Dr. Poletlaan 40, 5626 ND Eindhoven
De van oudsher gesloten psychiatrische zorginstelling De Grote Beek presenteert zich al enige tijd als een open en toegankelijk landgoed. En, met eigentijdse nieuwbouw en zorgvuldige renovaties van historische gebouwen is GGzE De Grote Beek klaar voor de toekomst. Kom en ontdek de verborgen geschiedenis van een uniek stukje Eindhoven op zondag 13 september.
COLOFON
Open Monumentendag 2015
COLO FON Teksten en redactie Liz Dewitte, René Erven Loes Heuvelmans, Peter Thoben
Grafische vormgeving Oranje Vormgevers, Eindhoven
D
e ontwikkeling van ‘Rijks Krankzinnigen Gesticht’ op landgoed De Grote Beek is typisch voor de opzet van veel zorginstellingen een eeuw geleden. Kenmerkend is het beeld van een buitenplaats, een soort dorpse enclave, in een weelderige landschappelijke setting. Rijksbouwmeester J.A.W. Vrijman ontwierp het hoofdgebouw van het psychiatrische ziekenhuis (1918). Het heeft een symmetrische voorgevel met hogere midden- en zijdelen en een kenmerkende toren. Gedurende de jaren die volgden werd het landgoed uitgebreid met tal van nieuwe voorzieningen zoals kerk, ketelhuis, behandel- en recreatiegebouwen maar ook met een begraafplaats. Programma zondag 13 september 11.00-17.00 uur, toegang/deelname is gratis: •
• •
Landgoed De Grote Beek is toegankelijk vanaf de Boschdijk. Het Ketelhuis (horeca en ontvangst) ligt direct links bij de entree. U kunt uw auto parkeren op parkeerplaats P10. Bezoek op eigen gelegenheid het fraaie, groene terrein. Wandel met een VVV-gids over het terrein en verken de opengestelde gebouwen, zoals Het Ketelhuis, het bestuursgebouw, de kerk, de begraafplaats en een voormalig therapiegebouw. De gids vertrekt vanaf Het Ketelhuis waar bovendien een doorlopende presentatie van historische beelden van De Grote Beek te zien. Vertrektijden: 11.00; 11.30; 12.00; 12.30; 13.00; 13.30; 14.00 en 14.30 uur.
Fotografie Mark Frerker maakte speciaal voor Open Monumentendag foto’s van details van enkele opengestelde monumenten. Voorkant: torentje kerk op landgoed De Grote Beek; p. 7 Detail bordes bij hoofdgebouw GGzE; p. 11 Evangelist Johannes voorgevel Sint Petruskerk, gemaakt in atelier van Jan Custers; p. 14/15 baksteengevels Augustinianum van architect Paul Bellot; p. 19 Replica van het beeld ‘Het jonge bloeiende Eindhoven’ op Vestdijktunnel gemaakt door Joop Hekman (deze replica is vervaardigd door Toon Grassens); p. 23 Evangelist Marcus in voorgevel Sint Petruskerk, gemaakt in Atelier Custers; achterkant: detail gevel Paterskerk Druk Goedhart Repro, Eindhoven Open Monumentendag Eindhoven 2015 werd georganiseerd door Architectuurcentrum Eindhoven, met medewerking van: Gemeente Eindhoven, GGzE De Grote Beek, Parochie Sint-Petrus Stoel, Augustijnenkerk, Eindhovense Studentenkapel, VVV/EHV 365, Eindhoven Museum, Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, Archeologisch Centrum Eindhoven / Helmond, Henri Van Abbe Stichting, Stichting Eindhoven in Beeld en vele vrienden en vrijwilligers! © Comité Open Monumentendag Eindhoven / Architectuurcentrum Eindhoven, 2015
22
23
Open monumenten:
Met medewerking van:
Meer informatie over programma en activiteiten tijdens Open Monumentendag 2015: WWW.ARCHITECTUURCENTRUMEINDHOVEN.NL